mUZe nr. 42

Page 1

muze MUZE IS HET DRIEMAANDELIJKS MEDISCH MAGAZINE VOOR DE HUISARTS JUNI 2017 nr. 42

MUZE SPRAK MET DR. TINE DUSAUCHOIT

ACTUEEL

“ Technologie kampt met een imagoprobleem”

“ KLEINE KINDEREN ZIJN GROTE SLACHTOFFERS”

WIN EEN EXEMPLAAR VAN

“ Wat moet ik nu geloven, dokter? De beste versie van de waarheid over eten en bewegen.”

Kantoor van Afgifte: Brussel X • Erkenningsnummer P2 06218


“Ik kreeg mijn leven terug” - Linda

Echte mensen Aangrijpende verhalen Bijzondere foto’s Relevante feiten Verdieping

Het UZ Brussel blikt terug op 2016.

Ga meteen naar www.echtemensen.be Kijk & Ontdek de verhalen

Universitair Ziekenhuis Brussel – Brussels Health Campus – Laarbeeklaan 101 – 1090 Jette


VOORWOORD Ik ben oud genoeg om nog – als assistent longarts – de introductie van de eerste ‘computers’ in het toenmalige AZ-VUB te hebben meegemaakt. Longfunctietests die nog grafisch met inktstiften op mechanisch doorrollend millimeterpapier werden getekend, en nadien dienden berekend te worden met liniaal, pen en papier, werden plots aangevuld met vreemdsoortige machines die – na introductie van een grappige ‘floppy disk’ – in gifgroene cursorletters op een zwarte achtergrond welgeteld één berekening konden uitvoeren. De eerste pc’s daarna, die toelieten om ‘elektronische brieven’ te versturen! Beeld u zich in, dat wij daarvòòr brieven schreven met een pen op papier jaja, of dicteerden (voor de gevorderden), ze lieten uittypen (met twee carbonpapieren), ze verbeterden, waarop nieuwe brieven werden getypt en de carbonkopies (‘cc’ – hebtu-‘m?) met Tipp-ex werden verbeterd, om tenslotte per post te worden verstuurd? Een ‘brief schrijven’ deed je dus niet zomaar even snel-snel, nee, daarover werd – noodgedwongen – nagedacht. Hmmm … misschien toch niet zo’n dom idee ...? Vandaag ontwikkelt de digitalisatie, robotisatie, miniaturisatie, technologie kortom, zo snel dat we het nauwelijks kunnen bevatten. EPD’s, eHealth, hubs en metahubs, mHealth, wearables, insidables, POCT, Next Generation Sequencing, nano-bodies, 3D-printing, exoskeletons, operatierobots, personalized –ib’s en –ab’s, … het lijkt soms of we ons plots in een SF-film bevinden ...

Prof. dr. Marc Noppen Gedelegeerd bestuurder

En daarbovenop – en dìt is voor mij de èchte paradigmashift – de ontwikkeling van artificiële intelligentie, van ‘deep learning’ algoritmes die losgelaten worden op deze enorme berg digitale gegevens (‘Big Data’). De rekencapaciteit van de huidige computersystemen laat vandaag toe om zoveel gegevens te combineren dat er patronen kunnen herkend worden, die totnogtoe ‘verscholen’ zaten. M.a.w. dat er voorspellingen kunnen worden gemaakt. Dat er zinvolle beslissingsondersteunende systemen ten behoeve van de artsen kunnen worden ontwikkeld. (Wat ons ook weer op een aantal ethische dilemma’s zal doen stuiten, denk ik, maar dit terzijde.)

Gaat ’t wel met U? Reageren ? Mail naar marc.noppen@uzbrussel.be. Inhoudelijke reacties worden gepubliceerd in mUZe, uiteraard indien akkoord van de auteur ervan.

In elk geval kijk ik met 'awe' naar deze ontwikkelingen, probeer ik literatuur hierover te volgen, en na te denken over de technologische geneeskunde van morgen. Maar ik ben ook lang genoeg clinicus geweest om te weten dat er één ding door geen enkele avatar of clinical decision support system zal kunnen vervangen worden: de ‘human factor’. De empathische verzorg(st)er, die naast de angstige patiënt zit, de hand op de schouder legt, en vraagt: “Gaat ’t wel met U?” Ik zie de toekomst dus optimistisch tegemoet, want ook hierin zijn we goed.

3


25 ACADEMISCH EN ANDER NIEUWS

UZ Brussel, het eerste JCI-geaccrediteerd ziekenhuis in het Brussels Gewest

14 ACTUEEL

NOORD SYRIË KLEINE KINDEREN ZIJN GROTE SLACHTOFFERS

6 MUZE SPRAK MET ...

DR. TINE DUSAUCHOIT

“TECHNOLOGIE KAMPT MET EEN IMAGOPROBLEEM”

20 VAN NADERBIJ BEKEKEN

(TE)RUG IN BEWEGING Behandeling van chronische rugpijn


In dit nummer

Colofon mUZe is het driemaandelijks medisch magazine voor de huisarts. Redactionele coördinatie en eindredactie: Edgard Eeckman en Gina Volkaert.

VOORWOORD 3 COLOFON 5

Redactieraad: Johan Braeckman, Toon De Backer, Wim Distelmans, Edgard Eeckman, Martine Huybrechts, Patrick Lacor, Marc Noppen, Denis Piérard, Jan Schots, Ellen Coopman, Ria Vanschoenwinkel, Brigitte Velkeniers.

6

ACTUEEL Robots hebben de mens nodig. En omgekeerd Kleine kinderen zijn grote slachtoffers Wat moet ik nu geloven, dokter?

In dit nummer staan redactionele bijdragen van Hendrik Cammu, Edgard Eeckman, Patrick Lacor, Marc Noppen, Jean-Paul Van Bendegem, David van Schaik, Frank Vermeulen.

10 14 18

De foto’s in dit nummer o.m. zijn van: Bas Bogaerts, Bart Moens, Belga, BruBotics.

COLUMN De griezelvallei

17

VAN NADERBIJ BEKEKEN (te)Rug in beweging

20

Academisch en ander nieuws

24

ETHISCHE REFLECTIE Robo sapiens

28

MUZE SPRAK MET… Dr. Tine Dusauchoit, huisarts in Jette

De vormgeving werd verzorgd door COMITH. mUZe wordt gedrukt op de persen van Leleu Printing op milieuvriendelijk papier.

Hebt u een vraag of suggestie voor de redactie? Mail naar: muze@uzbrussel.be of telefoneer naar de dienst Communicatie van het UZ Brussel op 02 477 80 80. Wilt u zich abonneren op mUZe of een adreswijziging doorgeven, mail dan naar communicatie@uzbrussel.be mUZe is een realisatie van de dienst Communicatie van het UZ Brussel. Verantwoordelijke uitgever: Marc Noppen, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel Algemene info over het UZ  Brussel: www.uzbrussel.be Vacatures: www.werkeninhetuzbrussel.be

Adverteren in mUZe? Contacteer Publiest België op telefoonnummer 0484 08 91 55


SPRAK MET ...

DR. TINE DUSAUCHOIT HUISARTS IN JETTE

“ Technologie kampt met een imagoprobleem” De digitalisering is een zegen voor huisartsen, maar foutloos draait de e-praktijk nog bijlange niet. Dr. Tine Dusauchoit, huisarts in Jette en enthousiast maar kritisch ict-gebruiker, houdt de voordelen en de tekortkomingen tegen het licht. Om de zoveel tijd wordt er een nieuw onderzoek gepubliceerd waaruit moet blijken dat huisartsen almaar meer uren besteden aan administratie op de computer, kostbare tijd die ze niet kunnen investeren in de zorg voor patiënten. “Het scherm” zou zelfs waardevolle minuten van de patiënt inpikken terwijl die in de consultatieruimte zit. Dr. Tine Dusauchoit, huisarts in Jette, is een overtuigd ict-gebruiker en lid van een werkgroep rond ict binnen het UZ Brussel. Een groot deel van de kritiek op ict komt volgens haar voort uit de tra-

6

ditionele koudwatervrees voor vernieuwing. Met die typisch menselijke reflex is niets mis, integendeel, het behoedt ons voor onbezonnenheid. Maar in een extreme vorm remt hij vooruitgang af. Naast conservatisme ziet ze een andere oorzaak voor de hardnekkige scepsis. “Technologie kampt met een imagoprobleem. We vinden het normaal dat alles goed draait. Door die veronderstelde vanzelfsprekendheid raken we meteen geërgerd of gefrustreerd als er iets hapert. Zo krijgen negatieve ervaringen te veel gewicht en gaan we voorbij aan het positieve.”


7


Appelen en peren Ict is voor dr. Dusauchoit een hulpmiddel om haar patiënten betere zorg te bieden. “Waarmee ik níet wil zeggen dat de zorg vroeger van mindere kwaliteit was”, nuanceert ze. “Je kan de huisartsengeneeskunde van pakweg 20 jaar geleden niet vergelijken met die van nu. Vroeger lag de nadruk op acute zorgverlening. Als huisarts hielp je een patiënt door een acute episode heen waarna dat hoofdstuk werd afgesloten. Vandaag zijn we vooral bezig met preventie, chronische zorg en opvolging van onze patiënten. We gaan een langdurig engagement met hen aan. Daar komt nog bij dat zorg steeds meer multidisciplinair wordt ingevuld en dat wij als huisarts een coördinerende rol hebben in dat interdisciplinaire web. Het is

8

vooral door die verschuiving in ons takenpakket dat we meer administratief werk hebben, niet door de komst van computers en laptops.” Huisartsen gebruiken e-toepassingen tegenwoordig voor tal van taken: voorschrijven, de toepassing van de derde betaler, het aanvragen van geneesmiddelen hoofdstuk IV, het invullen van formulieren bijv. voor de evaluatie van een handicap, het controleren van de verzekerbaarheid … “. Via papier lukt dit ook, maar het is omslachtiger. Informatie digitaal uitwisselen verloopt sneller en efficiënter, zonder veel verlies van gegevens en leesbaarheid. Dankzij de digitalisering kunnen we dus net tijd wínnen in plaats van verliezen”, aldus dr. Dusauchoit. “De sleutel ligt in het bijhouden van een kwa-


litatief en goed gestructureerd EMD. Zo heb je als huisarts steeds een goed overzicht van je patiënt: zijn anamnese, problemen, aandachtspunten, … Het EMD vormt ook het vertrekpunt van waaruit een rits gegevens automatisch worden ingevuld in andere e-toepassingen. En met een goed EMD is het eenvoudig om gegevens over te maken aan collega-huisartsen, niet onbelangrijk in een grote stad met de nodige patiëntenmobiliteit.” Dr. Dusauchoit geeft de overheden gelijk om huisartsen aan te sporen zich te informatiseren, maar dan verwacht ze ook dat diezelfde overheden de knelpunten aanpakken. “Het grote probleem is het gebrek aan compatibiliteit en interoperabiliteit tussen de verschillende systemen waar zorgverleners mee werken. Als huisarts doen wij bijv. ons best om goed gestructureerde Sumehrs aan te maken, maar dan zie je dat die in het ziekenhuis ‘onleesbaar’ zijn geworden doordat alle gegevens in één regel staan. Als we iedereen mee in het bad willen trekken, moet de stroomlijning veel beter. Een ander aandachtspunt is vorming. Vandaag bestaan er initiatieven, zoals de sessies van éénlijn.be of opleidingen door huisartsenkringen of LOK’s. Maar het aanbod moet serieus worden uitgebreid.”

“I see thee” Huisartsen en andere zorgverleners moeten etoepassingen niet alleen praktisch leren gebruiken, ze moeten ze ook op een gepaste manier leren inzetten bij contacten met hun patiënten. Dr. Dusauchoit: “De centrale figuur in onze consultatieruimte is de patiënt. Die moet voelen dat je naar hem kijkt en niet naar je scherm. Het bekende citaat van de Canadese arts William Osler dateert dan wel van meer dan een eeuw geleden, het is hier zeer toepasselijk: “It is much more important to know what sort of a patient has a disease than what sort of a disease a patient has”. Als arts moet je in de eerste plaats aandacht hebben voor de mens die voor je zit. Ict is slechts een hulpmiddel om die persoon te helpen.”

" It is much more important to know what sort of a patient has a disease than what sort of a disease a patient has." William Osler

VALS EN ATYPISCH Een “valse jonge huisarts” noemt dr. Tine Dusauchoit (58) zichzelf. Een huisarts met een atypisch parcours achter de rug ook. In 1984 studeerde ze af als arts aan de KU Leuven. Meteen daarna vertrok ze voor een halfjaar op missie met Artsen Zonder Grenzen naar een vluchtelingenkamp in Honduras, samen met haar man dr. Vincent Janssens. Eén missie werden er uiteindelijk verschillende en zes maanden werden tien jaar. Tot het artsenkoppel in 1994 terugkeerde naar België, intussen met een kroost van drie op de rug. Terwijl dr. Dusauchoit hier de ene na de andere jobervaring aaneenreeg, groeide het idee om zich samen met haar echtgenoot te vestigen als huisarts. Een tweejarige opleiding als hibo (huisarts-in-beroepsopleiding, vandaag haio) en de obligate examens later zetten ze in 2007 hun droom om in daden en sluiten ze zich aan bij een groepspraktijk in Jette. Tegenwoordig vormen ze een netwerk met die groepspraktijk en hun eigen praktijk Horizon.

FRANK VERMEULEN

9


ACTUEEL

Robots hebben de mens nodig. En omgekeerd Weinig zaken die zo tot de verbeelding spreken als robots. Ook in de zorgsector zien we ze steeds vaker opduiken. “En dat is alleen maar positief, want we kunnen alle extra 'handen' gebruiken”, meent Shirley Elprama (imec-SMIT-VUB).

10

[…] We are programmed just to do, anything you want us to. We are the robots. We are the robots. We are the robots. […] Sinds de single “The Robots” van Kraftwerk uit de jaren 70 veranderde er enorm veel in het domein van de robotica. Maar dit refrein blijft (voorlopig) overeind: robots doen wat we ze opdragen. Anders gezegd: ze gedragen zich zoals we ze programmeren. Shirley Elprama is verbonden aan Studies on Media, Innovation and Technology, kortweg SMIT, één van de acht onderzoeksgroepen van BruBotics (zie inzet). Als sociale wetenschapster houdt ze zich bezig met de interactie tussen robots en mensen, met het oog op toepassingen in de zorg. Ze voert onderzoek uit naar chirurgierobots zoals de da Vinci-robot en naar “sociale” robots die worden ingezet voor therapeutische of educationele doeleinden.

Sociale robots Voorbeelden van sociale robots zijn Zora en Paro. Zora staat voor “Zorg Ouderen Revalidatie en (Aan)valdetectie”. Het is een humanoïde robot van 57 cm groot die in Frankrijk ontwikkeld wordt onder de naam Nao. Het Oostendse bedrijf Zora Robotics rustte Nao vervolgens uit met de huidige software. “Zora heeft een menselijke vorm en ziet er aaibaar uit. Zij wordt ingezet voor sociale taken, bijv. het voortonen van revalidatieoefeningen of het omroepen van cijfers tijdens een bingospel”, vertelt Elprama. “Zora wordt vooral gebruikt in woonzorgcentra en in ziekenhuizen, maar ook buiten de zorgsector. Zo heeft de Brusselse bibliotheek Muntpunt er sinds vorig jaar een 'in dienst'.” De Japanse robot Paro ziet er dan weer uit als een knuffelbaar ba-


INNOVATIE IN KLINISCHE BIOLOGIE: VOORDEEL VOOR PATIËNT & MAATSCHAPPIJ

byzeehondje. Het beestje is geprogrammeerd om emotioneel te reageren: positief bij strelingen en negatief bij slagen. Op basis van de interactie met zijn 'baasje' ontwikkelt het zelfs een soort persoonlijkheid die de eigenaar graag heeft. Elprama: “We onderzoeken momenteel of we Zora óók kunnen inzetten bij dementerende patiënten, bijvoorbeeld om hen terug naar hun kamer te leiden als ze verdwalen in het rusthuis. Als dat lukt, kunnen we het aantal gevallen van fixatie beperken.”

Project in UZ Brussel In het UZ Brussel ging in april van dit jaar het tweejarige imec-ICON-project ‘ROBO-CURE’ van start met nog een andere sociale robot, Pepper. Het project is een samenwerking

Automatisering en robotica in de klinische laboratoria is niet nieuw. De dienst Klinische Biologie van het ziekenhuis gebruikt al meer dan tien jaar geautomatiseerde systemen voor staaltransport en voor de behandeling van de stalen in het laboratorium. Voor de verwerking van de ongeveer 4.500 stalen per week in het laboratorium Klinische Biologie van het UZ Brussel, blijft het ziekenhuis investeren in vernieuwing en uitbreiding van de bestaande systemen, en in consolidatie van de gebruikte technieken. Vooral de innovatie in microbiologie, vooral op het vlak van bacteriologie, is indrukwekkend. Door de hoge graad van automatisatie wordt de identificatie van bacteriën enorm versneld, wat een enorm voordeel betekent voor de patiënt. “Het enten van de voedingsbodems en de selectie van de positieve kweken worden een continu proces, 24/24 en 7/7. Dit laat toe om de juiste therapie sneller op te starten waardoor de patiënt minder lang in het ziekenhuis hoeft te verblijven. Dit komt dus zowel de patiënt als de maatschappij ten goede. Bijkomend zal, door sneller de gerichte therapie op te starten, de resistentieontwikkeling tegen bacteriën op die manier worden ingeperkt,” aldus Manou Martin, manager Klinische Biologie van het UZ Brussel.

11


tussen BruBotics, Zora Robotics, Medtronic, Cronos en UGent, onder leiding van de diabetesconventie voor kinderen en jongeren van het UZ Brussel. Pepper is de jongere maar 64 cm grotere broer van Zora. Op zijn borst draagt hij een tablet die hij gaat gebruiken om gepersonaliseerde diabeteseducatie en therapie-aanpassingen te geven aan kinderen met diabetes type 1 en hun ouders. “De eerste dagen nadat er type 1 diabetes is vastgesteld bij een kindje, verblijft het in het ziekenhuis. In die korte periode moeten het jonge patiëntje en zijn ouders enorm veel informatie verwerken: over de oorzaak van de ziekte, het ziekteverloop, de verwachtingen, het uitvoeren van glycemiemetingen, de medicatie,levensstijlaanpassingen… En dat is niet eenvoudig zeker ge-

zien de emoties na zo'n diagnose. Bovendien is iedere patiënt verschillend,” legt Elprama uit. “Het komt erop aan om de info te personaliseren en te herhalen op de juiste momenten. We gaan nu onderzoeken welke rol Pepper daarbij kan spelen. Pepper zal ook patiënt-specifieke data verzamelen, o.a. over de activiteiten en maaltijden, zodat de therapie beter gepersonaliseerd kan worden. Daarbij krijgt de patiënt de info aangepast aan zijn parameters van het moment. Dit kan in de toekomst ook helpen als de therapie in de thuissituatie moet worden aangepast. Een beter inzicht in en educatie rond de therapie leidt immers tot meer patient empowerment.”

Continuüm Eén ding hebben alle zorgrobots gemeen, ook de chirurgierobots: ze kunnen niet zelfstandig functioneren. “Dat is misschien wel het grootste misverstand over zorgrobots, en over robots in het algemeen: mensen denken vaak dat ze heel wat ac-

OVER BRUBOTICS Eind april 2016 lanceerde de Vrije Universiteit Brussel het Brussels Human Robotic Research Center ‘BruBotics’. BruBotics is een multidisciplinair centrum met in het totaal acht onderzoeksgroepen die “mensvriendelijke toepassingen op het gebied van robotica” ontwikkelen. Doel: de levenskwaliteit en de werkomstandigheden van mensen verbeteren via een optimale samenwerking tussen mensen en robots. De meer dan 80 onderzoekers verbonden aan het centrum doen onderzoek naar verschillende aspecten van robotica, van de technische ontwikkeling van robots tot het gebruik in de praktijk, bijvoorbeeld in de zorg voor ouderen of bij neurologische rehabilitatie.

ties autonoom kunnen uitoefenen”, aldus Elprama. “Natuurlijk kunnen robots al heel veel, zeker als je de vergelijking maakt met vroeger. Maar ze moeten nog altijd eerst geprogrammeerd worden, ook vandaag.” Wat maakt een robot dan tot een robot? “Ook daarover bestaat onduidelijkheid”, weet Elprama. “In principe moet een robot aan drie voorwaarden voldoen: hij moet verschillende bewegingen kunnen maken, hij moet herprogrammeerbaar zijn en de technologie moet over een zekere intelligentie beschikken. Wat we soms een keukenrobot noemen, is eigenlijk geen robot. Waarom niet? Omdat hij niet de intelligentie bezit om een alternatief te zoeken en te vinden als dat nodig is, bijvoorbeeld als zijn kneedarm geblokkeerd raakt.” “Veel toepassingen die we in de volksmond als 'robot' bestempelen, zijn het dat dus eigenlijk niet. Ze vallen eerder onder vergevorderde automatisering”, gaat ze verder. “Al is het onderscheid niet altijd zwartwit. Je moet dit eerder als een opschuivend continuüm opvatten: sommige systemen die we vroeger “intelligent” vonden, beschouwen we vandaag als vormen van doorgedreven automatisering. De grens schuift almaar verder op.” Menselijk contact zullen Zora, Paro, Pepper en co. niet snel vervangen, toch is hun steun meer dan welkom, besluit Elprama. “Door de vergrijzing nemen de zorgnoden voortdurend toe. Tegelijkertijd is er steeds minder zorgpersoneel om die noden op te vangen. Het is nu aan ons om te bewijzen dat we voldoende intelligent zijn om alternatieven te vinden. Bijvoorbeeld binnen de robotica.”

www.brubotics.eu FRANK VERMEULEN & GINA VOLKAERT

12


ROBOTCHIRURGIE: DATA-INTEGRATIE IS DE TOEKOMST Op 20 mei vond aan het UZ Brussel een multidisciplinair symposium rond robotchirurgie plaats. Organisator dr. Philippe De Sutter, afdelingshoofd Gynaecologie-Oncologie, blikte onder meer terug op de meer dan 70 robotgeassisteerde ingrepen die zijn dienst al uitvoerde sinds eind 2015, toen het ziekenhuis de operatierobot da Vinci Xi aankocht. Dr. De Sutter: “De meerwaarde van robotchirurgie zit vooral in de betere levenskwaliteit voor de patiënt na radicale oncologische operaties. Doordat we schade aan de zenuwen beter kunnen vermijden, blijven bijv. het functioneren van de blaas en het seksueel functioneren beter gespaard. Een operatie is ook minder ingrijpend met als gevolg dat patiënten minder pijn hebben, sneller herstellen en er zich minder littekens vormen. En er duiken minder complicaties op, er moeten minder conversies gebeuren, patiënten kunnen sneller naar huis, het aantal infecties daalt, er zijn minder transfusies nodig …”

©2016 Intuitive Surgical, Inc W

De komende jaren zullen die voordelen nog toenemen. “Dankzij de nieuwe technieken worden ingrepen steeds mininimaal-invasiever. Zo ontwikkelen we momenteel de “Xi Single Site”-techniek om eenvoudige ingrepen te verrichten via één incisie van 2 cm in de navel. De hospitalisatie zouden we daardoor kunnen beperken tot 24 uur”, vertelt dr. Sutter. In de toekomst verwacht hij veel van data-integratie. “Als arts krijg je zo tijdens de ingreep gezondheidsgegevens en medische beeldvorming van patiënten te zien die kunnen bijdragen tot het nemen van de juiste beslissingen. (Delen van) bepaalde ingrepen zullen ook geautomatiseerd worden: de robot zal die taken op basis van camerabeelden zelf kunnen uitvoeren en zelfs kunnen bijleren via ervaring.”

ROBOTPAK VOOR EEN PREVENTIEVE EN CURATIEVE AANPAK Ook op de dienst Revalidatie doet robotica in het UZ Brussel zijn intrede. En dit is nog maar een begin, want er zijn heel wat nieuwe technologieën in ontwikkeling die ofwel preventief ofwel curatief kunnen worden ingezet. “Vandaag maken we vooral gebruik van biomechanica om revaliderende patiënten te helpen bij het opnieuw opbouwen of versterken van hun mobiliteit. De plooimachine waarmee de patiënt oefeningen kan doen voor de passieve mobilisatie van zijn knie of schouder, is daar een voorbeeld van. Het gebruik van scharnieren in kunstbenen na amputatie om het gangpatroon na te bootsen is een ander voorbeeld. Dat zijn echter eenvoudige toepassingen in vergelijking met robotten die multi-inzetbaar zijn in functie van de pathologie (verlamming, amputatie, …). In het kader van het onderzoeksproject EXO4WORK (Wearable Robotic Body Exoskeleton for Workers) werken de KUL en VUB samen met partners van binnen en buiten de gezondheidssector om exoskeletten uit te werken. Bij een exoskelet kruipt de patiënt als het ware in een robotpak, waarbij de patiënt de bewegingen aanstuurt om bijvoorbeeld overbelasting van pezen bij repetitief werk te voorkomen. Zo kan een exoskelet handig zijn om arbeidgerelateerde aandoeningen te voorkomen bij personen die bandwerk verrichten in een autofabriek of andere repetitieve bewegingen moeten doen zoals vuilnismannen die steeds dezelfde hefbeweging maken. “In het UZ Brussel leggen we ons daarbij vooral toe op het medische luik om de ingenieurs die de technologie bouwen te ondersteunen in de ontwikkeling zodat ze ook rekening kunnen houden met de ervaringen van de patiënt en de eventuele impact van een bepaalde beweging op andere lichaamsdelen,” licht dr. Erika Joos, dienstverantwoordelijke RevalidatieKinesitherapie van het UZ Brussel en lid van de Brubotics-werkgroep, toe.

13


ACTUEEL Dr. van Berlaer: “Er zal een grote humanitaire actie door de rest van de wereld nodig zijn om de kinderen in Noord-Syrië zo goed als mogelijk weer op de been te krijgen.”

“ Kleine kinderen zijn grote slachtoffers” 14


KINDERSPOEDARTS GERLANT VAN BERLAER OVER NOOD-SYRIË EN HET GEWAPEND CONFLICT Het kind van de rekening. In Noord-Syrië moet je dat letterlijk nemen. Dat blijkt onweerlegbaar uit de schokkende analyse van kinderspoedarts Gerlant van Berlaer. Als gevolg van het gewapend conflict dat er al sinds 2011 woedt, zal het leven van 1 op 4 kinderen lijden onder fysieke en 2 op 3 onder mentale problemen. Naar schatting 8 miljoen Syrische kinderen hebben dringend humanitaire en medische hulp nodig. “Kleine kinderen zijn grote slachtoffers,” stelt Gerlant van Berlaer nadenkend vast. Terwijl wij ons kunnen verkneukelen aan het feit dat onze levensverwachting jaar na jaar toeneemt, is die in Syrië de laatste vijf jaar plots met 12 jaar afgenomen. De Wereldgezondheidsorganisatie noemt het conflict de grootste humanitaire ramp van de 21ste eeuw. 250.000 doden, 300.000 gewonden, 100.000 vermisten en het zijn wellicht nog onderschatte cijfers. Grote getallen abstraheren. In zijn analyse doet dr. Gerlant van Berlaer net het omgekeerde: hij zoomt in en doet dat op de kinderen. De helft van alle Syriërs die in het land op de vlucht zijn – de vluchtelingenkampen in Syrië zelf zouden 7 miljoen mensen tellen – zijn minderjarig en intussen werden al 300.000 kinderen als vluchteling geboren. De volwassenen spelen oorlogje en schakelen kinderen in: zeer jonge kinderen worden als militairen gerekruteerd door terroristische groepen of om als menselijk schild te dienen. De gevolgen zijn niet min: 18 procent van de oorlogsgewonden zijn kinderen en zij die overleven zullen wellicht levenslang kampen met fysieke en mentale handicaps. Dr. van Berlaer zoomde verder in en ging na wat de situatie van de Syrische kinderen is na 4 jaar conflict op het vlak van medische diagnoses en

comorbiditeiten. Hij documenteerde ook besmettelijke ziektes en verwondingen. Daartoe analyseerde hij samen met de Rode Halve Maan 1.002 medische dossiers van kinderen, overwegend afkomstig uit de provincies Aleppo en Idleb, maar ook uit Hamah en Lattakia. Hij besluit dat 64% van deze kinderen lijden onder infecties, overwegend van het ademhalings- en zenuwstelsel, maar ook van het maag-darmkanaal. 4% werd gewond of slachtoffer van doelbewuste agressie; per ongeluk, maar ook opzettelijk, door gifgasaanvallen, schotwonden en mishandeling. Het is overduidelijk dat de leefomstandigheden en het tekort aan pediatrische zorg de kinderen blootstellen aan ernstige infecties, epidemieën en morbiditeit. Dat ziekenhuizen niet worden gespaard en twee derden van alle gezondheidswerkers het land hebben verlaten, maakt de toestand nog meer kritiek.

Polio even terug! Gerlant van Berlaer: “Ademweginfecties zien we altijd in slechtere leefomstandigheden, maar hersen- en zenuwinfecties zijn een opvallende tweede categorie. Dat baart mij veel meer zorgen want dat gaat over hersenvliesontstekingen

15


Dr. van Berlaer: “Het is choquerend te beseffen dat de infecties ook leiden tot handicaps die levenslang zullen nazinderen.”

ter Medicine. Hij was al meermaals voor missies in het buitenland (o.m. voor B-FAST) zoals na de aardbeving in Haïti en de tsunami in Banda Aceh. Maar hij ging ook samen met andere UZ Brusselvrijwilligers aan de slag in het tijdelijke vluchtelingenkamp in het Brusselse Maximiliaanpark. Dr. van Berlaer: “Na jaren van oorlog in Syrië lijden veel kinderen onder de kwalijke gevolgen ervan. Ze kunnen niet meer in hun eigen huis wonen of zijn op de vlucht. Ze beschikken over minder veilig drinkbaar water en gezond voedsel. Er is nog nauwelijks gezondheidszorg beschikbaar. De preventiemaatregelen, zoals vaccinaties, zijn zo goed als onbestaande.” De levensomstandigheden eisen hun tol en de kleinste kinderen zijn het grootste slachtoffer.

en kinderverlamming. Polio was sinds 1999 verdwenen uit de regio, maar in 2013 en begin 2014 werden in Syrië toch 37 gevallen gerapporteerd. Gelukkig kreeg de WHO met een immunisatie plan de epidemie snel onder controle, en werden sindsdien geen gevallen meer gemeld. Verder vaccineren blijft wel de boodschap! Door de derde categorie, de maagdarminfecties, drogen de kinderen, die vaak al ondervoed zijn, heel snel uit. Het is choquerend te beseffen dat deze drie infecties niet alleen leiden tot overlijdens, maar ook tot handicaps die levenslang zullen nazinderen.”

“ Er is nauwelijks nog gezondheidszorg” Hij onderzoekt en praat vanuit grote betrokkenheid. Naast zijn job als kinderspoedarts in het UZ Brussel is hij ook een expert in ‘Disaster Medicine’; hij doceert aan de European Master in Disas-

Hun toestand vandaag bepaalt hun toekomst Naast de 7 miljoen Syriërs in de vluchtelingenkampen in het land zelf, bevinden er zich 5 miljoen in vluchtelingenkampen in de omringende landen en hebben er meer dan 1 miljoen de gevaarlijke tocht naar Europa aangevat. Gerlant, zelf vader van 2 kinderen, ziet verder dan cijfers en houdt de heel concrete kinderen voor ogen. “Kinderen zijn in vluchtelingenkampen nog kwetsbaarder voor ziektes, ondervoeding, mensenhandel en uitbuiting omdat ze helemaal afhankelijk zijn van anderen voor beschutting, onbesmet water, gezonde voeding en zorg. Er zal een grote humanitaire actie door de rest van de wereld nodig zijn om hen zo goed als mogelijk weer op de been te krijgen, en hen onmiddellijk te vaccineren tegen vermijdbare ziekten, zoals polio,” zegt hij. “Dat is ook essentieel voor de toekomst van de kinderen en van het land: hun toestand vandaag bepaalt mee hun toekomst, en die van de hele regio.” EDGARD EECKMAN

16


COLUMN Prof. dr. Jean-Paul Van Bendegem Jean-Paul Van Bendegem is gewoon hoogleraar aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit Brussel. Hij is licentiaat wiskunde en doctor in de wijsbegeerte. Hij woont in Gent.

De griezelvallei Het is ons allemaal al eens overkomen. Je zit ’s morgens rustig aan het ontbijt en plots hoor je een luide knal. Een mus of een merel is zojuist tegen het raam gevlogen en zit nog half versuft op de richel bij te komen om na een tijdje met een lichte aarzeling in de vleugelslag weg te vliegen. Vaak stelt iemand aan tafel dan de vraag: “Maar hoe is dat toch mogelijk? Hoe kunnen die beestjes zo stom zijn?”. Wat meteen een uitstekende gelegenheid vormt om nog eens Darwin van stal te halen. Vogels hebben evolutionair gezien weinig kans gehad om voldoende vertrouwd te worden met zo iets venijnigs als glas en de niet zo goed aangepasten knallen er regelmatig op los. Even vaak wordt deze uitleg gevolgd door wat ik zou noemen een superioriteitsverklaring. “Dat zal ons mensen toch niet overkomen!” Wat een gigantische vergissing! Een paar voorbeelden. Ten eerste, hebben wij homines sapientes sapientes zo goed als allemaal al eens de vogel geïmiteerd en zijn we knal tegen een glazen deur aangelopen. Waarom anders die rode, gele en andere kleurrijke banden om ons te waarschuwen: “Glas hier!”. Dus wat dat betreft doen we het niet veel beter. Ten tweede zijn er de prachtige experimenten van E. J . Gibson en R. D. Walk. R.D. begin jaren zestig met baby’s die om een speeltje te bemachtigen over een ‘vallei’ moesten krui-

pen die afgedekt werd met een glasplaat. Zoals te zien op https://vimeo.com/77934 laat menig kind zich niet verleiden door de glasplaat: het is en blijft een put. Dus ook wij zijn evolutionair nog niet echt ‘opgeschoven’.

De robots nemen het over Maar ten derde maken we nu een nieuw fenomeen mee dat heel vermoedelijk eenzelfde grond heeft: de griezelvallei (oorspronkelijk ‘the uncanny valley’, bedacht door roboticaspecialist Masahiro Mori). Waarover gaat het? Naarmate een robot meer en meer menselijke trekken begint aan te nemen, ontstaat er een moment waarop we de robot ervaren als griezelig waardoor een gevoel van ongemak wordt opgewekt. Maar worden het quasi-menselijke kopieën, dan verdwijnt dat gevoel. Het lijkt erop dat de bijna-kopie ons angst inboezemt omdat we menen een mens te herkennen maar ééntje die niet betrouwbaar is omdat er iets niet klopt. Bruut samengevat is het niet meer dan een ‘vriend-of-vijand’ reactie, een oude evolutionaire strategie om te overleven. Mag ik in de slogan ‘De robots nemen het over’ een vorm van ‘robotisme’ herkennen, verwant met seksisme, racisme en andere vormen van discriminatie? Ik voel nu al sympathie voor die arme robots.

17


ACTUEEL

“Wat moet ik nu geloven, dokter?” Toch niet weer een boek over eten en bewegen… “Ik moet dringend Knack en de weekendkranten beginnen lezen, mijn patiënten zijn verdorie beter op de hoogte van wat reilt en zeilt in de medische wereld dan ik”, vertrouwde een huisarts mij recentelijk toe. “Ach,” riposteerde ik, “dat geldt voor alle dokters, huisartsen evenzeer als specialisten. Dokters werken gewoon te hard.” Ik wou de collega troosten maar mijn antwoord was niet helemaal eerlijk. Bij nadere beschouwing is er meer aan de hand. Er scheelt namelijk iets aan de artsenopleiding. We weten te weinig over de dingen waar onze patiënten dagelijks mee bezig zijn en die vaak krant en weekblad halen. Wat voor dingen?

Een leemte opvullen met een boek Op gezette tijden schrijft de Wereldgezondheidsorganisatie geaccrediteerde richtlijnen en doelstellingen uit in de hoop de bewoners van planeet Aarde gezonder te maken. Hun top vier is al jaar en dag: rook- en alcoholpreventie, gezonde voeding en promotie van lichaamsbeweging. Zaken die, zodra ter harte genomen, een rist gezonde levensjaren opleveren. Tijdens mijn studententijd leerden we niets over

18

het bovenstaande klavertje vier. Ter verschoning, mijn studententijd dateert al van ver voor het digitale tijdperk, van toen de dieren nog spraken. Is het anno vandaag beter? Roken en alcohol komen zijdelings ter sprake in de artsenopleiding, lichaamsbeweging niet, voeding is een bescheiden keuzevakje. Genoeg gezeurd, de oplossing, het opvullen van de leemte zeg maar, biedt zich aan en wel onder vorm van het boek: “Wat moet ik nu geloven, dokter? De beste versie van de waarheid over eten en bewegen.” Het eerste deel van de titel is ontleend aan de aan mij meest gestelde vraag tijdens voordrachten. Het tweede verwijst naar een wetenschap die constant verandert. Wat vandaag aanvaard is, wordt morgen weggehoond. Neem van mij aan, de mensen, onze patiënten, zijn verward. Neem ook van mij aan dat artsen, collega’s, vaak even verward zijn. Dat was voor mij de reden om dit boek te schrijven. Ik oversteeg het cliché-antwoord niet op de vele vragen die ik kreeg over voeding. Een oud redacteur van de krant De Tijd zei mij ooit: “Hendrik, als je echt veel wilt weten over een onderwerp, schrijf er een boek over.” En zo geschiedde.

Een vademecum voor patiënten Doorloop ik de inhoudstafel, bestaande uit 43 korte hoofdstukken, dan moet ik vaststellen dat dit boek echt een vademecum is, prima geschikt voor artsen om aan hun patiënten voedingsadvies te geven en methodes aan te bieden die aanzetten tot lichaamsbeweging. Het boek geeft antwoord op vaak gestelde vragen als daar zijn:

“We weten te weinig over de dingen waar onze patiënten dagelijks mee bezig zijn en die vaak de media halen” is overgewicht echt ongezond? Wat is ‘normaal eten’? Wat met de Glycemische Index? Waarom zijn gezondheidsclaims zo broos en gemakkelijk weerlegbaar? (m.a.w. wat zijn de valkuilen van de voedingswetenschap?), Waarom werken vermageringsdiëten niet, pillen evenmin maar chirurgie wel? Waarom val je van sporten niet af? Wat is het (on) nut van suikertaks? Zijn de beschuldigingen ten overstaande van vet,


L ERO S LEST CHO CHE TIP E J G IS LAA AKT VER EZE PR D MET

VER L TUS OREN G S E WON EN ALL LOPEN ER DER DIËT LEI EN?

MET DEZE VOEDING MAAK JE HET VERSCHIL ALS JE SPORT.

suiker en zout gerechtvaardigd? Waarom word je dik van ‘light’? En waarom is het gevaarlijk om voeding als ‘gezond’ aan te prijzen. Waarom moeten we niet bang zijn van de E-nummers in ons voedsel. Heeft voeding een invloed op kanker? En op hart- en vaatziektes? Wat met vitamines? En hoe zit het met alcohol, koffie en vlees? Heeft voedsel een placebo of niet eerder een nocebo effect? Waarom is fit en dik gezonder dan futloos en slank? Waarom is het zo moeilijk om lichaamsbeweging, a propos het beste en goedkoopste medicijn, aan de patiënten voor te schrijven? Het boek kan niet voorbij aan de genetica, aan ons DNA. Daar zit misschien wel de belangrijkste reden waarom met mate eten en sporten zo moeilijk zijn: onze genen zijn im-

mers gepolijst door tienduizenden jaren evolutie. We zijn, doorheen de voorbije millennia, geprogrammeerd om vet op te stapelen en enkel te sporten om eten te verzamelen. Dat heeft doorheen de geschiedenis altijd onze overlevingskansen verhoogd. Behalve in de voorbije halve eeuw, nu werkt ons DNA anti-productief, het vermindert onze overlevingskansen. Hoe dat komt, leest u in het boek.

PROF. HENDRIK CAMMU

WIN EEN EXEMPLAAR Hendrik Cammu biedt mUZe lezers 3 gratis exemplaren aan van zijn boek. Interesse? Stuur dan voor 31 juli 2017 een mail met onderwerp “BOEK” naar de dienst communicatie van het UZ Brussel op dit adres communicatie@uzbrussel.be en laat weten wat u van het jaarverslag vindt - zie p. 2.

AFDELINGSHOOFD UROLOGIE

19


VAN NADERBIJ BEKEKEN

BEHANDELING VAN CHRONISCHE RUGPIJN

(te)Rug in beweging Rugpijn is een vaak voorkomende kwaal. 80 procent van de bevolking heeft er ooit last van. Rugklachten verdienen dus de nodige aandacht én de passende behandeling.

Interesse voor de persoon als mens en de rol van de (rug)pijn in zijn leven, dat drijft dr. David van Schaik.

20


Bij ongeveer de helft van de mensen is het een regelmatig terugkerend of blijvend probleem. Rugpijn kan het gevolg zijn van een ziekte, afwijking of beschadiging van de rug. Echter vaak wordt er geen onderliggende lichamelijke oorzaak gevonden. Meestal verbetert rugpijn na 2 weken. Bij pijn die langer dan 6 weken duurt, moet worden uitgekeken dat die niet chronisch wordt. Een aangepaste behandeling dringt zich op om de levenskwaliteit van de patiënt te verbeteren. Gelukkig is slechts bij een kleine minderheid van de patiënten een operatie aangewezen.

RUGPROBLEMATIEK EN DE BAOBAB BOOM

Soms kan je beter bewegen als je iets vast zet … Patiënten met gonartrose weten dat ze gebaat zijn met quadricepsversterkende oefeningen. Helaas weten weinig mensen met rugpijn dat rompspierversterkende oefeningen van cruciaal belang zijn om rugklachten aan te pakken. Het zijn de rompspieren die de rug beschermen, bewegingen mogelijk maken en ons in staat stellen een normaal leven te leiden. Een leven waar we in kunnen wandelen, werken en pijnloze seksuele interacties kunnen aangaan. Een goeie functionaliteit van de rug wil echter niet altijd zeggen dat alle functionele delen even goed moeten zijn. Wat als spierversterkende oefeningen niet genoeg zijn indien een van de schakels in onze rug faalt? Moet die schakel dan vervangen worden of moet de patiënt ‘leren’ leven met dit gebrek? Bij rugchirurgie wordt de rug gezien als een bewegend systeem waar bewegen in bepaalde gevallen beter lukt door ‘iets’ vast te zetten. De pijn van de falende schakel kan soms zo invaliderend zijn dat iemand helemaal niet meer ‘normaal’ kan bewegen.

Om (chronische) rugpijn holistisch aan patiënten uit te leggen, komt de Baobab boom goed van pas. De patiënt heeft immers vaak van meer last dan van enkel de rugpijn. De stam stelt het centrale probleem voor: de rugpijn. De takken geven de gevolgen van rugpijn weer: niet meer kunnen stofzuigen, niet meer kunnen werken, pijn bij seksuele interacties, verbroken relaties, depressieve gevoelens en gedachten. De wortels staan voor de oorzaak van rugpijn: degeneratief discuslijden, kanaalstenose, facetartrose, een discushernia, een facetcyste, ongelukkig huwelijk, seksuele problemen, werkstress, enz.

21


100% succes is voor de patiënt soms iets anders dan voor de chirurg. Daarom is duidelijke communicatie voor de ingreep heel belangrijk.

Opereren als het niet anders kan

Geen taboes uit de weg gaan

Slechts een kleine minderheid van de patiënten met rugpijn heeft nood aan een operatie. Als er geen urgentie is, is er pas sprake van een chirurgische ingreep als ‘alle’ conservatieve therapieën niet (meer) werken.

100% succes is voor de patiënt soms iets anders dan voor de chirurg. Daarom is duidelijke communicatie voor de ingreep heel belangrijk. Een van de grote onbesproken onderwerpen is het eventuele negatieve effect op het seksueel functioneren na een ingreep. Dit onderwerp blijft voor veel patiënten en specialisten nog altijd een taboe, er wordt dus weinig over gepraat of voorlichting over gegeven. Voor de dienst Orthopedie is het een aandachtspunt om patiënten de ruimte te geven om dit bespreekbaar te maken.

De resultaten van rugchirurgie zijn de afgelopen jaren gevoelig verbeterd. De nauwe samenwerking tussen de diverse specialisten, de toepassing van nieuwe technieken en een gerichte patiëntenselectie hebben daar ongetwijfeld toe bijgedragen. De dienst Orthopedie van het UZ Brussel wil zorg bieden van hoge kwaliteit, toegespitst op elke individuele patiënt. Bij een operatieindicatie dringen de volgende vragen zich op: • Wat is het doel van de ingreep: rugpijn verminderen, beenpijn verminderen, standcorrectie of een (fractuur) stabilisatie? • Is er sprake van compressie? • Is er sprake van een instabiliteit? • Is er sprake van een gestoorde sagittale balans? In functie van de antwoorden op die vragen zal de soort ingreep worden bepaald. Dan kan er worden gekeken naar de mogelijke complicaties, het te verwachten verloop en de realistische verwachtingen qua functieverbetering en pijnvermindering. Een risicoafweging is altijd persoonlijk met literatuurgegevens als ondersteuning.

22

Duidelijke communicatie over wat de patiënt kan verwachten. Duidelijkheid over wat de patiënt na de ingreep wel of niet meer zal kunnen, is cruciaal. Zo kunnen mensen meestal enkele dagen na een anterieure fusie op L5-S1 opnieuw pijnvrij bewegen, nadat ze soms jarenlang pijn hebben moeten lijden omdat hun rugpijn als psychisch werd bestempeld. Mensen met een eerdere cervicale fusie, die een pseudo-artrose hebben ontwikkeld, kunnen na een revisie vaak opnieuw gaan werken. Dit terwijl hen soms jarenlang werd gezegd dat ze arbeidsongeschikt zouden blijven. Een uitgebreide decompressie met fusie van een multi-level kanaalstenose, als gevolg van een degeneratieve scoliose, kan ervoor zorgen dat die persoon opnieuw kan wandelen en buitenshuis activiteiten kan verrichten.


ARCHITECTS &ARCHITECTS ENGINEERS &&ARCHITECTS ENGINEERS ENGINEERS

VK delivers fully integrated architecture and engineering services for demanding healthcare clients worldwide who want to invest in healing environments in a constantly evolving society where our quality of life is under stress. www.vkgroup.be

Revisiechirurgie als laatste toevlucht

UZ Brussel - The Landmark // VK services: masterplanning, architecture, structural engineering, infrastructure, building services, landscape design, interior architecture

Binnen de dienst Orthopedie in het UZ Brussel kunnen patiënten terecht voor een revisiechirurgie, indien dit noodzakelijk is. Een revisie kan nodig zijn bij een mislukte eerste rugingreep, het oplossen van een nieuw probleem boven een oude fixatie of het corrigeren van een degeneratieve vormafwijking van de rug. Bij een revisie-ingreep wordt bijzondere aandacht besteed aan: • de keuze van de juiste operatietechniek (anterieure, laterale of posterieure benadering van de rug, of een combinatie van) • de calculatie van de correctie die moet uitgevoerd worden en op welk niveau • de controle tijdens de ingreep van de bereikte correctie, om indien nodig de stand van de wervelzuil nog aan te passen.

ad-vk-muze-20151130.indd 1

30/11/2015

Patiënten met een rugpathologie zijn en blijven een moeilijk te behandelen doelgroep. Vandaar het belang van een persoonlijke benadering en een multidisciplinaire behandeling binnen het universitair ziekenhuis. DR. DAVID VAN SCHAIK ORTHOPEDISCH RUGCHIRURG VOORMALIG TROPENARTS IN TANZANIA

CONSULTATIE

LID NV

Industriële en particuliere dakwerken

Een afspraak maken op de dienst Orthopedie voor het behandelen van rugpathologie, kan op het nummer 02 477 60 20 of per mail via afspraak_orthopedie@uzbrussel.be

23

Tel 011 31 11 48 www.lid.be | info@lid.be


ACADEMISCH EN ANDER

NIEUWS Betere zorg voor patiënten met zeldzame endocriene ziekten Goed nieuws voor patiënten met een zeldzame endocriene ziekte in België. Zij kunnen voortaan gebruikmaken van expertise van het Europees Referentienetwerk (ERN) voor zeldzame endocriene ziekten (aandoeningen van hormoonproducerende organen zoals de bijnieren, geslachtsorganen, …), waar ook het UZ Brussel deel van uitmaakt. Als je een zeldzame ziekte hebt, bevindt de beste zorg zich niet altijd bij de deur of soms zelfs niet in het land. Dankzij de samenwerking binnen het Europees Referentienetwerk voor zeldzame endocriene ziekten kunnen expertisecentra hun kennis en onderzoeksinspanningen bundelen

met het oog op een betere zorg en informatie voor de patiënten. De erkende expertisecentra streven ernaar dat elke patiënt in elk land, waar het netwerk actief is, kan rekenen op de best mogelijke zorg. Het UZ Brussel kreeg als enige universitair ziekenhuis in België voor de aandoeningen van seksuele ontwikkeling en maturatie specifiek de erkenning voor zijn expertise binnen het syndroom van Klinefelter. Voor zeldzame hypofyseziekten delen naast het UZ Brussel nog vijf andere universitaire ziekenhuizen in ons land hun expertise in het Endo-ERN netwerk.

Brussels Health Campus opnieuw beter bereikbaar De werken voor de aanleg van Tram 9 gaan vooruit, waardoor de bereikbaarheid van de Brussels Health Campus vlotter verloopt. De campus is opnieuw via twee invalswegen bereikbaar, zowel via de Dikke Beukenlaan vanaf het kruispunt met de Romeinse Steenweg, als langs de Laarbeeklaan vanaf de Oude Afspanning. De laatste stand van zaken i.v.m. de werken is steeds beschikbaar op www.uzbrussel.be.

24


" Do the right thing. And do things right. Even when nobody's watching. That's the real purpose of being accredited." Prof. Marc Noppen, gedelegeerd bestuurder UZ Brussel

Zorgkwaliteit en patiëntveiligheid troef! Kwaliteitsborging en patiëntveiligheid zijn essentieel voor de patiënt. Die moeten verankerd zijn in de aangeboden zorg. Het behalen van de JCI-kwaliteitsnorm (Joint Commission International) en de uitzonderlijke hoge score voor een eerste JCI-accreditatie bevestigt dat de lat op het vlak van zorgkwaliteit en patiëntveilige zorg in het UZ Brussel hoog ligt. Dit illustreert ook het hoge professioneel niveau en het engagement van de medewerkers, evenals de sterke interne samenwerking. Het UZ Brussel is bovendien het eerste JCI-geaccrediteerd ziekenhuis in het Brussels Gewest.

De JCI-accreditatie bestrijkt alle diensten binnen het UZ Brussel. Dit is een mooie aanvulling op de eerder behaalde dienstspecifieke erkenningen van de zorgkwaliteit (vb. CRG, radiotherapie, restauratiedienst, laboratoria,…). Daarnaast werd het UZ Brussel als eerste Vlaams ziekenhuis bekroond met het AAHRPP-label (The Association for the Accreditation of Human research Protection Programs), waarmee wordt bevestigd dat het universitair ziekenhuis voldoet aan de hoogste kwaliteitsnormen inzake klinisch onderzoek.

Vrijwilligerswerk verkleint kans op dementie Gepensioneerden die vrijwilligerswerk doen, hebben minder cognitieve klachten, zoals concentratieproblemen, moeilijkheden om helder na te denken, of moeilijkheden om herinneringen op te roepen, en minder kans op dementie dan gepensioneerden die dat niet doen. Dit kwam een team van onderzoekers van de University of Calgary, Vrije Universiteit Brussel, Stockholm Universiteit, de Katholieke Universiteit Leuven en Swansea University te weten door 1001 gepensioneerde werknemers op te volgen over een periode van vijf jaar. Onderzoeker Yannick Griep van de University of Calgary en Vrije Universiteit Brussel: “Dit onderzoek toont aan dat vrijwilligerswerk gepensioneerde werknemers beschermt tegen het risico op geheugenverlies en dementie op latere leeftijd.” Bovendien vonden de onderzoekers dat gepensioneerde werknemers die continu vrijwilligerswerk uitvoerden opmerkelijk minder kans hebben om gediagnosticeerd te worden met dementie en om anti-dementie medicatie voorgeschreven te krijgen in vergelijking met gepensioneerde werknemers die sporadisch of geen vrijwilligerswerk uitvoeren.

Het vertragen of uitstellen van een dementiediagnose met een paar jaar heeft niet enkel enorme voordelen voor de gezondheidszorg en sociale zorg, maar heeft eveneens een enorme impact op het psychisch welzijn van de patiënten en hun geliefden. Gezien de positieve gevolgen van vrijwilligerswerk voor de cognitieve gezondheid van gepensioneerde werknemers, raden de onderzoekers gepensioneerde werknemers dan ook aan om vrijwilligerswerk op te nemen en er tenminste 1 uur per week actief mee bezig te zijn.

Vrijwilligerswerk in het UZ Brussel Heeft u patiënten, vrienden of kennissen die zich graag als vrijwilliger wensen in te zetten? Het UZ Brussel verwelkomt hen graag. Meer informatie over vrijwilligerswerk in het UZ Brussel is beschikbaar op de website www.werkeninhetuzbrussel.be

25


ACADEMISCH EN ANDER

NIEUWS Eerste transmuraal Medisch Farmaceutisch Overleg

16

SEPT

SAVE THE DATE

De VUB-faculteit geneeskunde en farmacie en het UZ Brussel nodigen u graag uit op de emeritaatsviering van Prof. Dr. Pedro Brugada op zaterdagvoormiddag 16 september 2017 in het Auditorium Pieter Brouwer op de Brussels Health Campus in Jette. Diverse sprekers brengen die dag hulde aan deze internationaal gerenommeerde arts en aan zijn loopbaan. Hij neemt er uiteraard ook zelf het woord. Prof. Brugada werd onlangs ook nog Erelid van de Real Academia de Medicina y Cirugía” in Sevilla.

Begin mei vond in het UZ Brussel het eerste transmuraal Medisch Farmaceutisch Overleg plaats. Meer dan 60 artsen, apothekers en verpleegkundigen uit de eerste lijn kwamen samen met de zorgverstrekkers van de tweede lijn om concrete afspraken te maken om de zorgcontinuïteit te verbeteren inzake medicamenteuze behandeling en de overgangsmomenten van thuis naar het ziekenhuis en omgekeerd. Er was nood aan dergelijk overleg, want jaarlijks zijn er nationaal 42.000 ziekenhuisopnames door onjuist medicatiegebruik, waarvan 50 tot 70% kan vermeden worden en op die manier meer dan 200 miljoen euro kan worden bespaard (IMS rapport 2015).

Voor praktische info of om u in te schrijven, kan u terecht bij Hilde Defranc van het Centrum Hart- en Vaatziekten (T: 02 476 34 46 – E: HRMC@uzbrussel.be).

De aanwezigen werkten concrete actiepunten en gezamenlijke werkafspraken uit met het oog op een optimale zorg voor de patiënt. Daarbij werd aandacht besteed aan het bevorderen van de samenwerking en afstemming tussen zorgverstrekkers, het verzekeren van het correct en veilig gebruik van geneesmiddelen, het bevorderen van therapietrouw en het beter aanwenden van de financiële middelen die ter beschikking worden gesteld door de maatschappij. Kon u er niet bij zijn en wenst u op de hoogte te blijven van dit Medisch Farmaceutisch Overleg, stuur dan een mail naar apo@uzbrussel.be met onderwerp ‘MFO’ zodat u op die manier mee kan bijdragen aan een betere en duurzame zorg voor de patiënt.

26


Tijd voor u en uw comfort aan de golf van Sterrebeek

ASSISTED LIVING in een stijlvolle groene oase Kwaliteitsvol woonplezier Zelfstandig wonen net als thuis, met één verschil: altijd iemand waarop u kan rekenen mocht het nodig zijn. Zelfs als uw zorgbehoevendheid ooit zou toenemen. Sociaal contact krijgt extra aandacht bij Sterea. Het gezellige binnenplein en de gemeenschappelijke lounge zijn gemakkelijk bereikbaar en dé ideale plaatsen om bij te praten en te relaxen. Op het uitgestrekte domein kunt u wandelen, golfen en lekker gastronomisch genieten.

www.sterea.be - +32 2 313 33 33 - info@sterea.be

27


ETISCHE REFLECTIE Prof. dr. Patrick Lacor is internist en voorzitter van de reflectiegroep voor biomedische ethiek van het UZ Brussel

Robo sapiens Hoe tijdeloos is medische zorg? Ongetwijfeld is medische zorg zo oud als de mensheid zelf. Daaruit volgt dat vorm en inhoud altijd aan verandering onderhevig zijn geweest, maar ook dat medische zorg een tijdsonafhankelijk aspect heeft. De gedachte namelijk, dat voor elkaar zorgen, en meer in het bijzonder voor zieken zorgen, een constante is in het gedrag van de mens. Waaraan eigenlijk dient toegevoegd: de mens als diersoort. Want er is geen reden om te veronderstellen dat de zorg voor soortgenoten een unieke eigenschap van de mens zou zijn. Wel is in onze wereld, zoals wij die kennen, enkel species Homo sapiens erin gelukt om de ziekenzorg uit te bouwen tot wat die vandaag is. Een poging om dit te omschrijven: een aanbod van interventies van mensen op andere mensen, voortgekomen uit ontwikkelingen in diverse domeinen van kennis, en gericht op het wegnemen of verzachten van het leed veroorzaakt door een tijdelijke of blijvende verandering in de gezondheidstoestand van die anderen.

Volg het ziekenhuis ook op twitter, facebook, Google+ en via de blog http://blog.uzbrussel.be www.facebook.com/UZBrussel en www.twitter.com/uzbrussel ( @uzbrussel )

Een kernwoord in deze omschrijving is ‘mensen’. Intuïtief voelen wij immers aan dat echte zorg verstrekt wordt door een gelijke, als enige in staat tot empathie met de zieke, ook al behelpt de zorggever zich natuurlijk met technische hulpmiddelen die tot stand kwamen in de loop van vele eeuwen. Wij zijn eraan gewend geraakt, aan die hulpmiddelen. Zelfs in die mate dat wij zijn gaan geloven in hun onfeilbaarheid, want achter wat slecht afloopt, zoeken wij vaak ‘de menselijke fout’. Het was dus onafwendbaar dat de robotica haar intrede zou doen in de wereld van de medische zorg, en er is ook geen goede reden om dit te willen afwenden. Het is immers enkel dankzij ingenieuze technologie dat de kwaliteit van de geneeskunde kwam tot wat zij is, en zal zijn. Maar die evolutie creëert ook nieuwe vragen, want het is niet zeker dat het denken van de mens steeds gelijke tred houdt met de technologische innovatie. En dit is allerminst zeker wanneer dat denken be-

ïnvloed wordt door de angst die bij ziek zijn hoort, wanneer de nood aan gehoord worden de nood aan behandeld worden kan overtreffen. Als wij trachten vooruit te denken in een tijdperk waarin de robotica deel uitmaakt van de geneeskunde, dan belanden wij al snel bij het wat karikaturale beeld van de robot die er min of meer uitziet als een mens, maar die als een ‘Robo sapiens’ zorgtaken op zich neemt zonder ooit de tekens van vermoeidheid, bezwaar of overbelasting te vertonen die zo kenmerkend zijn voor zijn menselijk evenbeeld. Zonder emotie. En daardoor zonder het vermogen te willen of kunnen meegaan in de onvoorspelbare gevoelswereld van de zieke. Zonder empathie, kortom. Als wij deze vorm van zorg ‘ontmenselijkt’ noemen, dan hebben wij meteen de vinger gelegd op wat medische zorg precies tot zorg maakt. Inderdaad: niet de vinger op de on/off-knop.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.