7 minute read

Opslag chemicaliën onder de Omgevingswet

Opslag chemicaliën onder de Omgevingswet Vereenvoudiging roept vooralsnog veel vragen op

Met de invoering van de Omgevingswet veranderen ook de regels voor de opslag van chemicaliën. Naar verwachting worden de nieuwe eisen per 1 juli 2022 van kracht. Veel zwembaden zijn druk bezig om dossiers en certificaten op orde te brengen, zodat zij straks kunnen voldoen aan de zorgplicht die de wetgever van hen eist. Bert Lans, voorzitter van de Verenigde Technici Zwembadbranche (VTZ), praat ons bij over alle ontwikkelingen.

Lans, in het dagelijks leven technisch adviseur bij Sportbedrijf Arnhem, heeft ze onlangs nog eens geteld. In totaal worden er 26 wetten, 60 algemene maatregelen van bestuur en 75 ministeriële regelingen in de nieuwe Omgevingswet samengebracht. Zo’n omvangrijke operatie zorgt voor onrust en roept de nodige vragen op, ook als het gaat om alle veranderingen op het gebied van de opslag van chemicaliën in badinrichtingen. In het webinar tijdens de ‘Week van de Zwembadtechniek’, een initiatief van ZwembadBranche en de VTZ, turfde Lans ruim dertig inhoudelijke en doelgerichte vragen. “We krijgen straks te maken met één loket en alles wordt vereenvoudigd. Maar er komt wel veel meer verantwoordelijkheid te liggen bij de badhouder (eigenaar) en het betekent dat je tijdig moet voorsorteren, hoewel er een overgangstermijn van een jaar is.”

Overvulbeveiliging

Allereerst is er het onderscheid tussen tankinstallaties die zijn aangelegd vóór of na 1 januari 2008. Vanaf 2008 moeten alle werkzaamheden aan tanks zijn verricht door een volledig gecertificeerd bedrijf, conform de zogeheten richtlijn BRL-K903/08. Om het een stukje lastiger te maken: die normering is ondertussen ondergebracht bij het SIKB en heet tegenwoordig voluit BRL-SIKB-7800. “Als bad moet je een geldig installatiecertificaat kunnen laten zien, inclusief logboek en bijbehorende bedienings- en onderhoudsvoorschriften.” Tankinstallaties aangelegd voor 2008 moeten zijn voorzien van een overvulbeveiliging die tot aan 2023 voldoet aan de richtlijnen conform de PGS 30. Lans noemt het een belangrijk aandachtspunt voor de eigenaar van het bad. “Die aanvullende maatregel is door de wetgever op het laatste moment toegevoegd.”

Installatiecertificaat

De Omgevingswet maakt ook onderscheid tussen bovengrondse en ondergrondse opslag van stoffen als chloorbleekloog, natronloog, zwavelzuur en andere bijtende of giftige vloeistoffen, met impact op de leefomgeving en bodemkwaliteit. Voor een bovengrondse tankinstallatie, waar alle leidingen bovengronds en in het zicht zitten, is er geen BRLSIKB-7800 installatiecertificaat meer verplicht. Die certificaten worden ook niet meer afgegeven. ”Hiervoor is de PGS 31 in het leven geroepen. Per 1 juli 2020 werd daarvoor nog de Activiteitenregeling aangepast. Dat is dus 180 graden anders dan in de oude situatie.” Lans kan zich de verwarring in de branche voorstellen, met al die

nieuwe regels voor gevaarlijke vloeistoffen. “De opslag van deze stoffen is volgens onderzoek van het RIVM alleen nog maar relevant voor de bodembescherming en niet meer voor externe veiligheid.” Het verhaal wordt helemaal anders, zodra er een leiding door de grond gaat. “In dat soort gevallen is nog wel een installatie-certificaat BRL-SIKB-7800 verplicht.”

Grijs gebied

Lans vestigt ook de aandacht op wat hij de bruidsschat binnen de Omgevingswet noemt. Tijdens de ontwikkeling van de nieuwe wet heeft het Rijk als onderdeel van het invoeringsbesluit tal van aanvullende regels toegevoegd. “Een bijzondere vorm van overgangsrecht, inzake onderwerpen waar het Rijk geen direct werkende regels voor heeft gemaakt.” Die aanvullende kaders worden voortaan toegevoegd aan elk omgevingsplan en aan alle verordeningen van waterschappen, provincies en gemeenten. “In de praktijk kunnen daardoor per gemeente of regio andere of extra regels gaan gelden, bijvoorbeeld als accommodaties in of nabij kwetsbaar gebied liggen. Ook de mate van bevolkingsdichtheid kan een rol spelen.” Lans verwacht dat die zogeheten bruidsschat voor een grijs gebied gaat zorgen. “Het kan zelfs zijn dat er uiteindelijk aanvullende eisen aan de Omgevingsvergunning kunnen worden gesteld.”

Open dialoog

Bij aanleg, onderhoud en reparatie van tankinstallaties met ondergrondse leidingen raadt Lans zwembaden aan om uitsluitend zaken te doen met BRL-SIKB-7800 gecertificeerde ondernemingen. “Het huidige installatiecertificaat BRLK903/08 verliest zijn waarde niet.” Om te voldoen aan de zorgplicht adviseert Lans zwembaden om uiterst zorgvuldig te werk te gaan, ook als er uitsluitend bovengrondse leidingen zijn en een BRL-SIKB-7800 installatiecertificaat niet verplicht is. ”Maar zo’n installatie certificaat neemt wel veel zorg weg.” Een voor de Omgevingsdienst bestemde risicoinventarisatie & evaluatie (RI&E) mag volgens hem eigenlijk niet ontbreken. “Zorg voor een goed en compleet dossier waarin alle aspecten van en over de tankinstallatie benoemd worden en waarin ook de opstellingsruimten duidelijk worden belicht.” Lans pleit voor een open dialoog met het bevoegd gezag. “Ga tijdig in overleg met het bevoegd gezag en vertel waar je mee bezig bent. Doe ten minste vier weken voor een schriftelijke aanvraag een melding, liefst eerder nog. Dat kan gewoon digitaal en hoeft niet veel moeite te kosten.” Tijdens het webinar dat Lans gaf in de Week van de Zwembadtechniek heeft hij gemerkt dat grote exploitanten en technisch managers van veel gemeentelijke baden zich serieus op de nieuwe situatie aan het voorbereiden zijn. “Grotere organisaties doen er alles aan om hun bedrijfsprocessen tijdig op orde te krijgen. Zij beseffen het belang van het samenwerken met bedrijven die alles van de nieuwe wetgeving weten en hen terzijde kunnen staan bij het opstellen van een deugdelijk RI&E document. Kleinere zwembaden hebben wat dat betreft nog een flinke stap te zetten.”

OMGEVINGSWET

Mail naar m.g.a.keuten@tudelft.nl Wil je reageren op de column van Maarten?Column - Maarten Keuten

Zwemmen na de COVID-pandemie,wat is de eerste uitdaging?

Het lijkt erop dat het ergste deel van de COVIDpandemie achter ons ligt. Sommige landen maken zelfs al plannen voor het afschaffen van alle maatregelen. En ook in ons kikkerlandje zullen de maatregelen verder worden afgeschaald. Het wordt dus tijd om plannen te maken voor na de COVID-pandemie. Veel zwembaden hebben de verschillende lockdowns gebruikt om groot onderhoud of renovaties uit te voeren. Maar hoe zit het met de investeringen in onze medewerkers en de toekomstige regelgeving?

Die nieuwe regelgeving komt nu snel op ons af. Over minder dan vijf maanden treedt de Omgevingswet in werking. Dan gaan er een aantal zaken echt veranderen. De zwembaden krijgen veel vrijheden zodat zwembadwater nog duurzamer kan worden. Maar er komen ook nieuwe beperkingen, zoals de nieuwe en strengere parameters voor water en luchtkwaliteit. Toch is de belangrijkste wijziging, die met de grootste impact, zonder twijfel de nieuwe werkwijze om de gezondheid en veiligheid van de zwemmer te beschermen.

In die nieuwe werkwijze zijn er drie doelen om gebruikers van zwembaden te beschermen: voorkom verdrinking, bescherm gezondheid en voorkom letsel. Zwembaden moeten alle maatregelen nemen die redelijkerwijs gevraagd kunnen worden om deze drie doelen te behalen. Dat geldt voor alle ruimten die met blote voeten worden betreden en de bijbehorende voorzieningen.

Zwembaden die na 1 juli 2022 opengaan moeten vanaf de eerste dag deze risico’s hebben geïnventariseerd en de bijbehorende maatregelen uitvoeren. Bestaande zwembaden hebben nog iets meer tijd, maar die moeten wel een begin hebben gemaakt op 1 juli aanstaande.

Vanaf 1 juli 2022 moet de bemonstering van alle badwaterbassins (nieuwe term voor de geconstrueerde bassins) volgens een bemonsteringsplan uitgevoerd worden. De normadressaat (nieuwe term voor houder) moet zelf de bemonsteringsplekken aanwijzen, met onderbouwing waarom wel daar en niet op een andere plek moet worden gemeten. Voor de eigen metingen geldt dat ook voor het tijdstip van de meting. Dat betekent ook dat tijdens lange openingstijden er vaker dan twee keer gemeten moet worden. Ook moet vanaf 1 juli de incidentregistratie operationeel zijn. Dat betekent dat vanaf dat moment, alle incidenten geregistreerd moeten worden. Daarbij moet aangegeven worden wat de aanleiding was, eventuele bijzondere omstandigheden, geconstateerde risico’s voor gezondheid en veiligheid van de gebruikers en de maatregelen die zijn genomen om herhaling te voorkomen. Bij alle incidenten gaat het om lichte (zoals een oppervlakkige schaafwond of tand door de lip) en zware (zoals verdrinking of ernstig letsel) incidenten. De ongewone voorvallen (nieuwe term voor zware incidenten) moet je bovendien onverwijld melden aan het bevoegd gezag en je moet ook actie ondernemen als deze dreigen te ontstaan. Als normadressaat moet je dus een proactieve houding aannemen en je zwembad gaan scannen op gevaarlijke situaties op het gebied van gezondheid en veiligheid van de gebruikers. Daarbij moet je een bemonsteringsplan gaan opstellen voor de controle van de water- en luchtkwaliteit.

Er komt straks veel op ons af. Vraag je eens af of je hiervoor wel alle kennis in huis hebt? Dat geldt niet alleen voor de normadressaten, maar ook voor het bevoegd gezag. Weet je alles al van de nieuwe parameters, de rol van bevoegd gezag bij de risicoanalyses en beheersplannen, het werken met maatwerkvoorschriften en de beperkingen daarvan en het overgangsrecht van bestaande beschikkingen en ontheffingen. We hebben nog maar vijf maanden de tijd, zorg dat je snel de kennis verzamelt die nodig is om al deze plannen te kunnen maken. Ik ben ervan overtuigd, samen maken we zwemmen nog vitaler.

This article is from: