8 minute read

Geactualiseerd Handboek Zwembaden voorziet in grote behoefte

Concurrerende bedrijven die de krachten bundelen. Om te lobbyen voor de zwembadbranche in Den Haag, Brussel en op andere plekken waar de beslissingen worden genomen. Om ook samen te werken aan integrale technologische oplossingen voor de grote vraagstukken van deze tijd. Dat is waar de Expertgroep Zwembaden en de overkoepelende vereniging ENVAQUA voor staan. Als voorzitter van de expertgroep is Marcel van den Berg ervan overtuigd dat je samen altijd verder komt. “We zijn onafhankelijk, deskundig en steeds op zoek naar de onderlinge verbinding.”

Kennisdeling die de versnipperde zwembadbranche vooruit moet helpen, daar is de expertgroep al jaren mee bezig. Het onlangs gepresenteerde Handboek Zwembaden is er een mooi voorbeeld van. Experts op het gebied van chemie, techniek, controle en beheer staken de koppen bij elkaar. Het doel: het in 2002 voor het eerst opgestelde handboek actualiseren. Met veel enthousiasme werd er door de samenstellers gewerkt aan een handboek dat weer helemaal bij de tijd is. Ook al dienen de leden van de expertgroep in het dagelijks leven andere broodheren en waren er soms verschillende inzichten over zaken als het desinfecteren van zwemwater of UV-technologie. Maar door over hun schaduw heen te stappen zijn de samenstellers volgens Van den Berg tot een eindresultaat gekomen waar iedereen zich in kan vinden. “Op een eenvoudige, begrijpelijke en vooral praktische manier geven we uitleg over de basisprincipes van zaken als waterbehandeling, luchtbehandeling, beheer en onderhoud in zwembaden. Naast theoretische kennis willen we vooral ook praktische kennis delen. Daarbij richten we ons met name op de gebruikers en beheerders van zwembaden die beperkt opleiding van zwembadtechniek hebben genoten.”

Professionele vraagbaak

Tijdens de ZwembadBranche Dag op 11 oktober reikte Van den Berg zelf het eerste exemplaar van het handboek uit aan Bert Lans, voorzitter van de Verenigde Technici Zwembaden. De vele positieve reacties op de bijeenkomst maakten duidelijk hoe zeer er naar een actualisatie van het

handboek uit 2002 werd uitgekeken. “Bij het schrijven is rekening gehouden met de eisen voor zwembaden zoals deze zijn opgesteld in de nieuwe regelgeving.” Dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet opnieuw is uitgesteld, doet daar volgens Van den Berg niets aan af. ”Alle basiskennis uit het vakgebied is in dit handboek bij elkaar gebracht. Het is zeker ook geen commercieel verhaal, hoewel alle experts verbonden zijn aan verschillende leveranciers.” Bij het samenstellen van de eindtekst werd er soms wel flink gediscussieerd, maar Van den Berg, zelf werkzaam voor Hellebrekers, snapt dat wel. “Elke oplossing heeft zijn voordelen, maar ook nadelen. Als concurrenten in de markt kom je dan al gauw in een spanningsveld. Zeker als het gaat om de inhoud van innovaties.” Als voorzitter is Van den Berg niettemin trots op de saamhorigheid in de expertgroep. “Iedereen stelt zich onafhankelijk op, in het belang van de branche.” Bovendien gaf Maarten Keuten, verbonden aan de TU Delft en aan Hellebrekers, als eindredacteur steeds positieve en kritische feedback aan de samenstellers. “Hij heeft er veel energie in gestoken om de teksten zo

neutraal mogelijk op te stellen.” De eerste druk van het handboek heeft ondertussen zijn weg naar de eindgebruiker gevonden. “We zijn door de grote vraag inmiddels al bezig met nabestellingen. Daarbij wordt ook gedacht aan een digitale versie om het handboek actueel te houden. Zo kunnen we regelmatig een update maken als parameters in de wetgeving veranderen.”

Visitekaartje

Van den Berg is blij met het handboek, ook als visitekaartje van de expertgroep die bij het grote publiek misschien wat minder bekend is. Net zo min als de overkoepelende partij ENVAQUA aan de rand van het bad niet meteen een belletje doet rinkelen. De expertgroep heeft zich volgens Van den Berg de voorbije jaren wel degelijk bewezen, ook als gesprekspartner voor de overheid. “Met name bij het opstellen van de nieuwe zwembadregelgeving. Er wordt naar ons geluisterd en soms worden onze voorstellen overgenomen, soms helaas ook niet. Maar het lukt ENVAQUA gelukkig wel steeds beter om een vuist te maken en invloed uit te oefenen op de agenda’s van overheden en andere beslissers. We zijn een krachtige verbinder en vertegenwoordiger van een groot aantal ambitieuze water- en milieutechnologiebedrijven. Samen willen we onze omgeving leefbaar en gezond houden. Zoals het ook onze missie is om de gevolgen van klimaatverandering te beperken en te beheersen.” Daarbij is ENVAQUA gelieerd aan FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, wat nog meer kansen biedt op het gebied van kennisdeling en kruisbestuiving. “Met z’n allen willen we graag dat innovatieve technieken hun weg naar het zwembad vinden. Binnen ENVAQUA zijn dan ook veel andere expertgroepen actief, van legionella en biociden tot afvalwater en lucht. Samen hebben we alle kennis in huis om een goede zwemomgeving te creëren.” Met ingang van 1 januari 2023 gaat ENVAQUA samen met de stichting Water Alliance en wordt de slagkracht van de nieuwe organisatie nog groter. “Water Alliance wordt de nieuwe naam en vertegenwoordigt straks circa tweehonderd water- en milieutechnologiebedrijven. Met zo’n schaalgrootte kunnen we onze stem nog beter laten horen.”

Zichtbaarheid

Voor de ambities van de Expertgroep Zwembaden maakt de toetreding tot Water Alliance volgens Van den Berg geen verschil. ”Wij willen gezien worden als onafhankelijke experts op het gebied van kennis van water, lucht en milieu in zwembaden.” De voorzitter geeft toe dat de zichtbaarheid van de expertgroep in het werkveld beter kan. “Door corona en alle tijd die we in het handboek hebben gestoken, zijn fysieke kennisdagen en netwerkbijeenkomsten een beetje op de achtergrond geraakt. Nu de nieuwe zwemwaterwet praktisch gereed is en het handboek gepresenteerd is aan de achterban, nemen we het activiteitenplan weer ter hand om samen met andere partijen bijeenkomsten te organiseren rondom thema’s die actueel zijn in de branche.” De expertgroep werkt al samen met diverse partners zoals de Nationale Raad Zwemveiligheid, Koninklijke Nederlandse Zwembond en de Verenigde Technici Zwembaden. Van den Berg gelooft heel erg in de synergetische voordelen van het netwerk. “Door samenwerking versterk je elkaar en kunnen we in gezamenlijkheid een bijdrage leveren aan een optimale, veilige, gezonde en duurzame zwembeleving.”

Mail naar ingrid.koppelman@fnv.nl Wil je reageren op de column van Ingrid? Column - Ingrid Koppelman

Zwemles is onderwijs en dat verdient beter

Het was fijn om elkaar tijdens de ZwembadBranche Dag weer in de ogen te kunnen kijken. Vooral bij zo’n persoonlijk onderwerp als je salaris. Mensen praten er onderling weinig over, terwijl het juist ontzettend leeft. Juist in de zwembaden en juist nu. De koopkracht van de medewerkers in de cao zwembaden daalde sinds januari 2017 met bijna 19%, zo berekende de FNV. Bijna 19% minder te besteden met hetzelfde salaris, dat toch al niet hoog is. Dat verdient een krachtige reparatie.

In tijden van schaarste (aan personeel) gaat de prijs (van arbeid) omhoog, zo leerde ik al tijdens economie op de middelbare school. Marktwerking zorgt er nu voor dat werkgevers zich kunnen onderscheiden. De aantrekkelijkste werkgever krijgt het personeel dat hij of zij verdient. Zo hebben IKEA en de NS zich dankzij goede cao-afspraken weten te onderscheiden. Is sport ook een markt? Kunnen de zwembaden de strijd om personeel aan als overal betere afspraken worden gemaakt? Ook zwembadmedewerkers moeten hun boodschappen kunnen blijven betalen.

Sport is niet alleen vaak de sluitpost op de persoonlijke begroting, maar ook op die van ons ministerie. Dit jaar ging er weer minder geld naar sport. En dat terwijl gezond beweeg- en leefgedrag de samenleving geld bespaart en de productiviteit bevordert. Ondernemerschap wordt door de overheid, landelijk maar ook lokaal, juist aangemoedigd en beloond. Maar het leidt vooralsnog niet tot betere arbeidsvoorwaarden. Bij bijna alle private sportondernemers is het minimum van de wet de standaard. En bij commerciële partijen met (nog) wel een cao, blijven de lonen achter. Waar gaat het geld naartoe? Op de markt geldt de stelregel dat winst naar aandeelhouders gaat, niet naar de prijs van arbeid.

Ook zien we vaak dat marktwerking leidt tot ‘marktconforme’ salarissen, maar dan vooral van mensen die boven cao worden uitbetaald: een 13de maand, automatische prijscompensatie, bonusregelingen. Voor hen wel marktconform, voor de werkvloer niet. Ja, ook in de zwembaden.

Als sport een markt is, gaan er straks ook bedrijven failliet. Pijnlijk voor die hardwerkende ondernemers, maar ook voor het aanbod aan zwemlessen. Als sport een markt is, heeft de marktwerking nu ook het personeel bereikt en die zeggen ‘doei’. De betere cao is spekkoper. Het (commerciële) bad loopt in hoog tempo leeg en nieuwe medewerkers zijn met het huidige salaris lastig te vinden. Ook passie kent grenzen. De sportsector werkt er samen met de FNV en het ministerie hard aan om meer inkomsten te krijgen voor de publieke taak van sport en zwemmen. Ondernemerschap is prima, maar mag niet de basisvoorzieningen op het spel zetten. De FNV denkt dat de zwembaden niet zonder ‘het infuus’ van de gemeenten kunnen, op welke manier dan ook. Hierin zit de voeding voor het personeel, oftewel een fatsoenlijk herstel van koopkracht. Het te besteden geld moet dan naar de sportprofessionals gaan en niet naar de aandeelhouders. Dat kan niet zonder afspraken vast te leggen. Eén van die afspraken is wat ons betreft dat zwemles onderwijs is en dus beter verdient, meer verdient dan zwemonderwijzers nu krijgen.

Wordt daarmee sport onbetaalbaar? Nee hoor. Het is een kwestie van herverdelen en het geld halen waar het zit. Wat hebben we aan duur betaalde managers als er straks geen medewerkers meer te managen zijn? De FNV wil ook een herwaardering van de publieke taak van sport, van zwemmen. Met de campagne NLverdientbeter bieden wij een oplossing voor een ander belastingstelsel dat zorgt voor meer geld voor onze publieke voorzieningen. Ook voor sport. Ook voor zwemmen. Want niemand kan zonder zwemles. Wat willen we liever: dat de markt er nu zelf voor zorgt dat de prijs van arbeid omhooggaat of dat de overheid bijspringt. Linksom of rechtsom, doe iets! Want het zwemonderwijs dreigt te verdrinken tussen de wal en het schip.

This article is from: