31 minute read
‘Een zorgeloze, veilige en plezierige sportervaring voor iedereen is het hogere doel’
from ZwembadBranche #86
by LMCG
Niet iedere bezoeker ervaart het zwembad als een veilige plek om te sporten. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut naar grensoverschrijdend gedrag, inclusiviteit en andere actuele vraagstukken in de sport. In het onlangs verschenen boek ‘Samenwerking, dialoog en zelforganisatie als kiemen van een positieve sportcultuur’ vertellen verenigingsbestuurders, coaches, trainers, ouders, vrijwilligers en andere betrokkenen over de barrières. Maar ook over wat ze allemaal doen om wel een veilig sportklimaat te realiseren. Volgens onderzoeker en coauteur Johan Steenbergen is één ding duidelijk: “de sport heeft nog een lange weg te gaan, er is nog volop werk aan de winkel”.
Positieve sportcultuur is één van de zes deelakkoorden uit het in 2018 opgestelde Nationaal Sportakkoord. Sindsdien staat het onderwerp nog hoger op de agenda van gemeenten, sportbonden en sportverenigingen. In de praktijk valt het vaak nog niet mee om beleid op dit gebied te ontwikkelen en het te verankeren in de organisatie. Natuurlijk zijn er de voorbije jaren stappen in de goede richting gezet, stelt Steenbergen vast. “Maar er is nog volop werk aan de winkel. Neem bijvoorbeeld de veelbesproken VOG-verklaring, een belangrijke toetssteen voor clubs bij het screenen van trainers en vrijwilligers. Uit recent onderzoek blijkt dat net iets meer dan de helft van alle clubs bij het aangaan van een verbintenis vraagt naar die verklaring omtrent gedrag. Daar valt dus echt nog wel een slag te maken.”
Ervaringsverhalen
De cijfers zijn niet uitgesplitst naar de tak van sport, maar Steenbergen durft wel iets te zeggen over de zwembranche. “Je mag toch wel aannemen dat zwemmen en sporten in het water niet afwijken van andere sporten. Helaas zijn er in de zwembranche ook voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag, intimidatie en machtsmisbruik.” Samen met andere onderzoekers van het Mulier Instituut brengen Stevens en Steenbergen alle vraagstukken haarscherp in beeld, versterkt met ervaringsverhalen van sporters die in hun loopbaan te maken kregen met grensoverschrijdend gedrag of zich juist inzetten om dergelijke uitwassen te voorkomen, dan wel te beperken. Ook biedt het boek handvatten aan bestuurders en andere betrokkenen om werk te maken van een positieve sportcultuur. “Een zorgeloze, veilige en plezierige sportervaring voor iedereen is het hogere doel. Helaas moeten we constateren dat nog lang niet bij alle sportclubs voldoende aandacht is voor veilig en eerlijk met elkaar sporten, de verschillen in sportcultuur zijn groot. Maar trainers, ouders en verzorgers hebben daarbij voor een deel de sleutel zelf in handen. Het welbevinden van jeugdsporters moet voor hen altijd belangrijker zijn dan winnen.” Het gezamenlijk opstellen van gedragsregels per team noemt Steenbergen een belangrijk instrument om tot een omslag te komen. “Het gaat erom dat je een gevoel van eigenaarschap creëert. Dat kun je bereiken door aan het begin van het seizoen bij elkaar te gaan zitten en samen afspraken te maken. In die gesprekken moet het dan gaan over zaken als wangedrag, onsportiviteit, maar net zo goed over het opbergen van materialen.” Die bottom-up strategie is slechts de helft van het verhaal. “Het gaat er ook om dat je binnen een organisatie een positieve sportcultuur verankert in je beleid. Met alleen een regenboogvlag ophangen bij je zwembad kom je er niet, hoe belangrijk zo’n vlag ook is als signaal naar buiten toe. Je laat zien dat iedereen welkom is in het bad, ongeacht herkomst of seksuele voorkeur. Maar het is een ander verhaal om er als management of bestuur voor te zorgen dat inclusiviteit écht wordt bevorderd en dat niemand zich uitgesloten voelt.”
Gezonde aanspreekcultuur
Verbaal geweld zoals schelden, pesten, treiteren en intimidatie komt uit alle onderzoeken in de sport naar voren als de meest voorkomende vorm van grensoverschrijdend gedrag. Het schelden heeft volgens Steenbergen vaak een seksuele connotatie. “Zo wordt er van mietje tot homo geroepen en vaak wordt er door omstanders lacherig of helemaal niet op gereageerd. Maar bij bezoekers of leden uit de lbht+ gemeenschap kunnen dit soort uitingen keihard aankomen, ook als ze zogenaamd ‘grappig’ zijn bedoeld.” Bij een veilig sportklimaat hoort volgens Steenbergen dan ook zeker een gezonde aanspreekcultuur. “Als omstander moet je je ook durven uitspreken als je wangedrag meemaakt of als iemand in jouw ogen verbaal over de schreef gaat.” Opvallend zijn voor Steenbergen de grote verschillen in acceptatie die uit de diverse onderzoeken naar voren komen. “Lesbiennes in het vrouwenvoetbal worden al bijna gewoon gevonden. Maar een transvrouw in de sport heeft het vele malen moeilijker.” De onderzoekers hebben ook vragen gesteld over het samen douchen met iemand die een voorkeur heeft voor hetzelfde geslacht. Veel (anonieme) respondenten (72%) gaven aan daar geen problemen mee te hebben. Steenbergen noemt die uitkomst hoopgevend. “Een kleedkamer is per definitie een plek waar je je als lbht+-sporter onveilig kunt voelen.”
Met dit rapport hoopt Steenbergen dat de urgentie toeneemt, maar hij realiseert zich ook dat het niet altijd meevalt om handen en voeten te geven aan beleid dat zich richt op het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag en het bevorderen van inclusiviteit. “Je hoeft het ook niet alleen te doen, maak gebruik van ondersteuning en zet bijvoorbeeld buurtsportcoaches in voor de ondersteuning van een positieve sportcultuur. Laat het thema vooral ook regelmatig terugkomen op bijeenkomsten.” Het Mulier Instituut blijft ook de komende jaren alle ontwikkelingen op de voet volgen en monitoren. “Het is een uitermate relevant onderwerp dat van alle betrokken partijen de volledige aandacht verdient. Er moeten stappen worden gezet en ik ben dan ook benieuwd naar de effecten van het ingezette beleid.”
Mail naar ronald.spoelstra@ijswint.nl Wil je reageren op de column van Ronald? Column - Ronald Spoelstra
Van energiecrisis naar toekomstbestendige branche
Oorlog in Oekraïne, klimaatveranderingen, stikstofproblematiek: we leven in een spannende en onzekere tijd. Daarnaast zijn we van een coronacrisis overgegaan in een energiecrisis en hebben nu te maken met sterk stijgende energiekosten en een beperkte beschikbaarheid van energie. Wij kunnen er niet omheen, deze crisis raakt ons allemaal. Zeker ook de zwembranche met zwembaden als grootverbruikers. We zullen dus wat moeten doen.
Verduurzamen van ons vastgoed is zeker een noodzakelijke stap, maar ook zullen we gedwongen worden om na te denken over onze wensen en eisen. Kunnen we op dezelfde voet verder of kan het ook anders? Moeten we wel echt aardbeien en exotische vruchten in de winter hebben en binnen zwemmen of schaatsen in de winter? Als we in de zomer door zonnepanelen ‘gratis’ energie kunnen verkrijgen, waarom zouden we daar dan niet volop gebruik van maken. Door alleen dan de energie te verbruiken of technieken uit te nutten die de energie kunnen opslaan of transformeren. Zodat we deze wel in de normaal gesproken ‘duurdere’ periode gunstig kunnen gebruiken. Om de functie van het gebouw beschikbaar én betaalbaar te houden zullen dan ook steeds vaker toepassingen zoals warmte en/of koude opslag, accu pack, waterstof, windenergie en biobrandstoffen worden ingezet. Maar ook zal er bij accommodaties veel meer moeten worden gekeken naar de omgeving in plaats van naar het gebouw op zichzelf. Is er eventueel uitwisseling van energie mogelijk met bedrijven in de buurt?
Het slimmer gebruiken van restwarmte en warmte afvalstromen zullen steeds meer worden ingezet om zo de functie te kunnen behouden. Maar ook kunnen de openingstijden beter worden afgestemd op de beschikbaarheid van energie. Vanzelfsprekend moeten cruciale functies van gebouwen altijd doorgang vinden. Zorg- en ziekenhuizen en overige primaire taken zullen actief moeten blijven, zoals bijvoorbeeld zwemlessen. Maar ook hier kan slim worden gekeken naar het verbruik en zwemlessen kunnen worden overgenomen door kleinere private instructiebaden. Waarbij de zwemparadijzen die niet zijn verduurzaamd mogelijk terrein gaan verliezen.
Voor de toekomst zal vooral selectiever worden gekeken naar de noodzaak en de fun (luxe) factor van een gebouw. Maar dit hoeft zeker geen verkeerde ontwikkeling te zijn voor de zwembranche, het biedt juist ook kansen. Kansen voor innovatie en versnelling van onze verduurzamingsambitie van onder meer het Klimaatakkoord van Parijs. Door alles wat er nu speelt, komt verduurzaming in een versnelling. Niet geheel onverwacht overigens, de geschiedenis leert ons immers dat in de meest instabiele periode ontwikkelingen het snelst gaan. Voor de zwembranche betekent dit dat het gebruik van buitenwater (natuurbaden), kleinere instructiebaden, wisselende openingstijden en opslag van energiesystemen hun welkome entree zullen maken. Ook zal er meer geld worden vrijgemaakt voor isolatie en natuurlijke energiebronnen. De hoge prijs van energie versnelt de terugverdientijd en maakt veel maatregelen nu haalbaar. Uiteindelijk zullen we - mede ook door de beschikbaarheid van middelen, grondstoffen, vaklieden en planvormingen - nog een jaar of 4 tot 5 in transitie zitten, maar dan zijn er veel zaken aangepakt. Doelstellingen voor 2030 lijken daarmee ineens een stuk reëler te worden.
De energiecrisis raakt ons allemaal op de korte termijn en de aanleiding heeft niemand gewild. Op de lange termijn kunnen de resultaten wel eens het verschil maken dat we allemaal zo nodig hebben voor een toekomstbestendige branche en een leefbare toekomst.
Het belang van energie besparen is groter dan ooit. Het klimaatvraagstuk wordt steeds urgenter en met de huidige prijsstijgingen lopen de energiekosten meer en meer op. Natuurlijk zijn er verschillende maatregelen die je kunt treffen, maar volgens Bert Lans gaat het er vooral om dat je energie bezuinigen met elkaar doet. De motivatie van medewerkers en gebruikers speelt hierbij een bepalende rol en verdient dan ook de nodige aandacht. Samen is het met eenvoudige maatregelen mogelijk om al op korte termijn resultaten te bereiken.
Voor Bert Lans, voorzitter van de Verenigde Technici Zwembaden (VTZ), is het duidelijk: iedereen binnen een zwembad kan energie besparen. “Wij hebben het allemaal in de vingers, letterlijk en figuurlijk. We doen met onze vingers het licht aan of bedienen een installatie en daarmee kun je het verbruik direct al beïnvloeden. Zo simpel is het.” Lans benadrukt daarmee de rol van de medewerker en de gebruiker zelf om de energielasten binnen de perken te houden. “Natuurlijk is het belangrijk om te verduurzamen, maar we moeten vooral ook niet het laaghangend fruit vergeten. Er zijn veel knoppen waar je aan kunt draaien en het hoeft niet altijd groots te zijn.”
Onnodig warmteverlies
Om het concreet te maken, komt Lans met een aantal voorbeelden. “We zijn vaak gewend om alle lichten van een accommodatie aan te doen zodra er medewerkers in een pand zijn. Maar waarom wachten we hier niet mee totdat de bezoekers komen? Dit is vroeg genoeg, het is eigenlijk helemaal niet nodig om de verlichting hiervoor al volop aan te hebben. Ook gebeurt het nog te vaak dat medewerkers die roken dit doen bij een open raam of in de deuropening, zonde want zo verlies je onnodig warmte.“ Ook verbaast Lans zich over het gelijktijdig aanzetten van de speeltoestellen met het openstellen van een accommodatie. “Als de eerste bezoekers binnenkomen hoeft niet alles gelijk ‘aan’ te staan. Je kunt best even wachten met de speeltoestellen of met de golfslag. Laat mensen eerst maar even acclimatiseren en op verzoek kun je alles aanzetten. Dit kan op jaarbasis al best veel schelen, terwijl je de bezoekers hierover niet zult horen.” Tevens is er volgens Lans veel winst te behalen in het beter reguleren van de warmte in de verschillende ruimten. “Er zijn zwembaden waarbij de kleedkamers warmer zijn dan de ruimten naar het zwembad toe. Hierdoor verlies je veel warmte, maar het is ook nog eens onaangenaam voor bezoekers. Je komt van een warme kleedkamer in een koude ruimte. Beter is het dan om de temperatuur af te stellen naar gebruik en ruimte. Verhoogt het comfort en verlaagt het verbruik.” Daarnaast wijst Lans op de instellingen van GBS (gebouw beheers systeem) en PLC’S (programmable logic controllers), waar veel meer mee te sturen valt. “Met deze systemen wordt er veel gestandaard ingesteld, maar het kan geen kwaad hier nog eens goed naar te kijken en aan te passen waar nodig. Wanneer je nog eens kritisch kijkt naar de nachtspoelingen kom je wellicht tot de conclusie dat het niet noodzakelijk is om zo veel zwemwater weg te spoelen. Als je dit korter doet, gooi je meteen al minder water weg. Zeker ook omdat dit opgewarmd water is, kan dit na verloop van tijd echt in de papieren lopen.” Tot slot pleit Lans ervoor om extra kosten door te berekenen. “Binnen de branche zijn we hier misschien niet zo goed in, maar zeker nu is het helemaal niet gek om dit te doen. Als iemand een evenement organiseert in jouw zwembad en hiervoor gebruik maakt van elementen die meer energie vragen, dan kun je hier prima afspraken over maken zodat je zelf niet voor deze extra kosten opdraait. Natuurlijk is het wel goed om hier van tevoren open en transparant over te zijn, zodat men niet voor verrassingen komt te staan.”
Het is een aantal relatief eenvoudig te nemen maatregelen die zwembaden meteen kunnen oppakken. Maar Lans benadrukt ook het belang om iedereen daadwerkelijk hierbij te betrekken zodat men zich verantwoordelijk voelt. Dat men ook beseft dat zij hierin een rol van betekenis kunnen spelen. “Richt desnoods een speciale werkgroep op om hier op te focussen en vraag hiervoor niet alleen maar techneuten, maar ook beheerders, medewerkers en gebruikers. Kijk vervolgens met elkaar welke doelen te realiseren zijn en hoe. Maak daarbij ook inzichtelijk wat het huidige verbruik is. Om vervolgens met elkaar te kijken hoe dit naar beneden kan en bovenal ook wat dit oplevert. En als het verbruik dan ook inderdaad is verminderd, deel dit succes dan ook. Medewerkers voelen zich zo nog meer betrokken en het werkt motiverend. Tevens is het belangrijk dat mensen elkaar durven aan te spreken. Ook om scherp te blijven, heb je elkaar nodig.“ Daarnaast geldt ook hier volgens Lans het aloude principe ‘practice what you preach’. “Uiteraard spreekt het voor zich dat het management zich ook aan de afspraken houdt die zijn gemaakt om te besparen. Maar zich ook steeds bewust is van hun eigen gedrag en het verschil dat zij kunnen maken om daadwerkelijk het verbruik te verminderen.” Het is als branche belangrijk om te investeren in het verduurzamen van accommodaties, maar voor Lans is het duidelijk dat er ook heel veel winst valt te halen op de korte termijn en zonder al te grote investeringen. “Uiteindelijk hebben wij het allemaal in onze vingers en kunnen wij allemaal onze bijdrage leveren, groot en klein.”
Ontsnappen aande ratrace
Moeten we dit allemaal echt van onszelf?
Ook na een dag van alles te hebben gedaan, kun je nog steeds het gevoel hebben tekort te hebben geschoten. Er is altijd nog heel veel te doen. Werk je je lijstje af, komt er ongemerkt weer van alles bij. En het móet allemaal gebeuren. Maar dat kan ook anders volgens Yara van Gendt. Het helpt als we bewuster grenzen stellen en ook veel meer onze rust pakken. “Net als een topsporter na een training tijd neemt om te herstellen, is dit ook voor ons van belang om weer klaar te zijn voor de volgende dag.”
We leven in een ‘ratrace’ waar geen ontkomen aan lijkt te zijn. Of toch wel, want moeten we dit allemaal echt van onszelf? Als (sport- en prestatie) psycholoog begeleidt Van Gendt sporters en presteerders die vastlopen om het optimale uit zichzelf te halen en lekkerder in hun vel te zitten. Om te beginnen ziet Van Gendt graag dat we afstappen van het constant moeten. “We kunnen veel bewuster kijken naar waar wij onze tijd in willen steken en beter onze grenzen bewaken.” Om vervolgens in balans te blijven is het bewust creëren van hersteltijd cruciaal. “Doe je dit niet, dan is de kans groot dat je jezelf voorbijloopt en uitgeput raakt”
Balans opmaken
Wij hebben tegenwoordig veel te veel op ons bordje. Dat kan anders volgens van Gendt. “Kijk eens kritisch naar wat je allemaal doet. Het is goed om jezelf eens af te vragen: Is dit allemaal echt wel nodig? En is het een kwestie van moeten of willen? Je kunt nou eenmaal niet alles tegelijk doen en ook nog eens in alles een topprestatie leveren. Daarom is het belangrijk om focus aan te brengen en dat kan alleen als je voor jezelf bepaalt wat jij belangrijk vindt.” Nu klinkt dit natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, in de waan van de dag is alles voor je het weet alweer volgepland. Het is daarom zaak hier bewust de tijd voor te nemen. “Schrijf eens op wat je allemaal zo nodig ‘moet’. Breng dit in kaart en leg het ook voor aan anderen. Het is fijn als zij jou een spiegel kunnen voorhouden. Bepaal vervolgens waar je je op wil focussen. Maak keuzes, waar wil jij je energie in steken? Soms is het ook heel simpel. Ik hoor mensen vaak zeggen: ‘Eigenlijk wil ik…, maar…’ Ik weet dan genoeg, dit is dan kennelijk belangrijk voor je en dus de moeite waard om ook tijd voor maken. Het helpt als je met jezelf concrete afspraken maakt: wat ga je nog wel doen en wat niet meer.” Maar volgens Van Gendt ben je er dan nog niet,
het is een continu proces. Om er structuur in te houden, kun je er vervolgens elke dag even bewust bij stilstaan. “Aan het einde van de werkdag maak ik altijd de balans op. Ik noteer waar ik nog wat mee moet, maar ook wat mij dwarszit. Zo schrijf ik de dag als het ware van mij af, dit geeft rust.”
Hersteltijd inplannen
Daarnaast pleit Van Gendt ervoor om meer aandacht te besteden aan de tijd na je werkzaamheden. Herstellen na een dag is cruciaal om weer met voldoende energie aan een nieuwe dag te beginnen. “Net als bij topsporters presteer je beter als je de herstelfase goed benut. Die balans is heel belangrijk. Wanneer je dit niet doet en steeds maar over je grenzen gaat, ben je uit balans. Uiteindelijk put je jezelf uit en daar heeft niemand wat aan. Het gaat om inspanning en ontspanning. Het hangt er ook vanaf hoe jouw dag eruitziet. Wanneer je tijdens je werk fysiek heel actief bent, wil je wellicht meer rust. Als je vooral cognitief actief bent geweest, wil je je waarschijnlijk even fysiek uitleven. Vind voor jezelf de juiste modus om je hersteltijd optimaal te benutten.” Waarbij Van Gendt benadrukt niet te geloven in een scheiding tussen het brein en het lichaam. “Je lijf is je lichaam en het brein, er is tussen beide een duidelijke wisselwerking. Ik zie het dan ook als één geheel. Voetballers raad ik dan ook niet aan om ter ontspanning even een potje FIFA te spelen, hiermee blijf je in contact staan met datgene waar je juist even los van wil komen.” Maar hoe de hersteltijd er dan wel precies uitziet, is volgens Van Gendt ook heel persoonlijk. Wat is ontspanning voor jou: hoe laad jij weer op voor een volgende dag? “Hiervoor is het handig om jezelf beter leren kennen. Dat je weet wat je behoeftes zijn en ook weet wanneer je je grenzen overschrijdt. Door te experimenteren kom je er vanzelf achter en leer je er beter mee om te gaan. Ben je in staat om constant te schakelen omdat je weet wanneer je te ver gaat of beter moet herstellen.”
Leef bewust
Het is de kunst om er én alles uit te halen én jezelf niet voorbij te lopen. Ook voor Van Gendt zelf is het nog steeds een leerproces. “Uiteindelijk gaat het erom dat je groeit en daarbij leert omgaan met allerlei gedachten en gevoelens. Het werkt dan ook om deze en de gebeurtenissen die je raken op te schrijven en te kijken wat het met je doet. Om zo bewuste keuzes te maken en te kiezen voor het gedrag dat je wilt laten zien.” Van Gendt realiseert zich heel goed dat kiezen voor wie jij wil zijn heel spannend kan zijn en gepaard gaat met vallen en opstaan. “Maar juist daar leer je dus van. Als je verder wil komen dien je buiten je comfortzone te durven gaan, maar jezelf nooit uit het oog te verliezen. Voorkom ook dat je gaat werken op de automatische piloot.” Waarmee Van Gendt vooral benadrukt dat je jezelf blijft uitdagen, maar ook blijft aankijken in de spiegel. Leef bewust, zo haal je veel meer uit je dag en daarmee ook uit je leven.
WINNAAR - ZWEMSCHOOL DE 3 BERKEN
Zeg het met foto’s
In deze rubriek tonen wij de leukste foto’s uit de branche. Hierbij kun je denken aan foto’s van een evenement bij jou in het zwembad of zomaar een mooie of grappige foto uit het archief.
HEB JE EEN LEUKE FOTO? STUUR HEM IN! Wij plaatsen alle foto’s op onze facebook pagina. De foto met de meeste stemmen wint. De winnende foto wordt op een groot canvas doek geprint. Mail jouw foto’s naar info@zwembadbranche.nl
MijnZwemschool De Noordkop
AquaActief zwemschool City Sport Veldhoven
Golfbad Oss Omnium
Waterbabies
AUTOMATISCHE BODEMZUIGERS VOOR DE OPENBARE SECTOR
powered by po az
De automatische bodemzuigers van Dolphin zijn gebruiksvriendelijk en ontworpen voor bijna alle soorten, maten en vormen zwembaden. Ideaal voor openbare zwembaden, hotels en resorts. soorten, maten en vormen zwembaden. Ideaal voor openbare zwembaden, hotels en resorts.
Wilt u meer weten of heeft u interesse in een demo bij u op locatie? Bel ons: +31 (0)40 285 66 58 of stuur een mail naar support@pomaz.nl
151474 Zwembadbranche Dolphin.indd 1 30-05-2022 16:04
Omdat water niet vanzelfsprekend zwemwater is.
Een betere zwemwaterkwaliteit is steeds belangrijker geworden. Het aantonen en behandelen van ongewenste stoffen in het zwemwater wordt door betere technologieën steeds verfijnder om daarmee te voldoen aan de verhoogde eisen. We hebben met onze expertise binnen de Nederlandse zwembadsector door de jaren heen een toonaangevende marktpositie opgebouwd. Met ons programma van Lovibond en bijvoorbeeld Kuntze Instruments kunnen we nagenoeg elke parameter in zwemwater analyseren. Veilig zwemwater dat voldoet aan de wettelijke eisen. Daar staan wij voor.
Mail naar eduard@debelevingsspecialist.nl Wil je reageren op de column van Eduard? Column - Eduard Leurs
Maar ja, we hebben geen tijd hè?
Bij het opruimen van mijn werkkamer kwam ik onlangs een aantal stageboekjes tegen. Van een langwerpig formaat en voorzien van kunstlederen kaft, zodat de buitenkant in ieder geval niet beschadigd raakte als die nat zou worden. De boekjes behoorden bij de opleiding zwemonderwijzer, die ik vanaf 1974 heb gevolgd. Destijds omvatte de beroepsopleiding zwemonderwijzer een cursus van twee jaar met als theoretisch fundament het vijfdelige handboek voor de zwemonderwijzer dat onder redactie van Rob Kerkhoven was uitgegeven.
Het doorbladeren van de stageboekjes riep mooie herinneringen op aan mijn opleiding. Ik behaalde op mijn 11de het A-diploma. De reeks tot en met F volgde daarna relatief snel, wat gezien mijn leeftijd niet onlogisch was. Maar ook het enthousiasme waarmee de reeks van vaardigheden door de toenmalige zwemonderwijzers is overgedragen zal daar zeker aan hebben bijgedragen. Al zeg ik het zelf: ik was technische geen onverdienstelijke zwemmer. Maar ik heb nooit de drang gehad dit te vergelijken met anderen. Dat is de reden waarom ik het doen van spelletjes verschrikkelijk vind en niks kan voorstellen bij een ‘wij hebben gewonnen’ gevoel.
Wellicht waren het de succeservaringen van de zwemlessen in combinatie met een Teleac cursus ‘Leer uw kind zwemmen’ die mijn interesse voor de opleiding zwemonderwijzer op jonge leeftijd opwekten. Met het enthousiasme waarmee mij onder andere de rechtstandige sprong achterwaarts, gestrekt uit stand is geleerd, werd ik door diezelfde vakmensen begeleid in mijn opleiding. Trouw mijn stageboekje mee, om volgens de criteria van de cursus de zwemlessen te verzorgen. Elke week een aantal, waarbij telkens de tijd werd genomen om de lessen uitvoerig na te bespreken. Dat alles werd schriftelijk vastgelegd door vakmensen die ik destijds vanuit mijn opvoeding zag als referentiepersonen. Onlangs had ik een overleg waarin werd voorgesteld te onderzoeken of het mogelijk is regionaal een promotiecampagne op te zetten om het vak zwemonderwijzer op de kaart te zetten. Ik reageer wel eens primair en zo ook op dit voorstel, ik zei namelijk ‘nee’. En een paar weken later ben ik ervan overtuigd dat dit soort campagnes alleen maar de beurs van de marketingbureaus spekken. Dat mag, als het resultaat oplevert. Maar ik geloof bij voorbaat niet in het resultaat. Dat komt omdat ik vind dat bij te veel zwembaden eerst een organisatorische en inhoudelijke verbeterslag moet worden gemaakt om vakmensen te werven en vooral te behouden.
Waarop ik dat baseer? Ik ervaar te veel situaties waarin de eerste kennismaking met ons vak eerder averechts dan wervend wordt gemaakt. Leerlingen van de middelbare school die mogen meehelpen met het schoonmaken van de toiletten. Is dat promotie voor ons vak? Gebrek aan tijd of zelfs aan interesse om nieuwe vakbroeders te begeleiden. En met begeleiden bedoel ik ook echt de tijd nemen om bij een cursist of stagiaire te gaan zitten aan de hand van een stageplan. Het verzandt nu in een over de schouders kijken naast het geven van de eigen zwemles. Er is immers geen tijd, geen interesse en vaak ook is het gebrek aan kundigheid fnuikend. ‘Kundigheid’ die niet aansluit op datgene wat stagiaires in hun opleiding mee krijgen over veiligheid, methodiek, didactiek en techniek.
Ik ben zeker niet iemand die vroeger alles beter vindt. Maar ik verlang als het om ons vak gaat wel terug naar die referentiepersonen die hun enthousiasme keer op keer wisten over te brengen en daarmee elk marketingbureau overbodig maakten. En het is zo simpel: primair gastmanschap, vakmanschap en betrokkenheid bij cursisten en stagiaires. Maar ja, we hebben geen tijd hè?
Internationaal Waar zwemmen erkende diploma’s vanzelfsprekend is
Erkende vakopleidingen
Internationale zwemdiploma’s
Kuntze Krypton Multi
De Kuntze Krypton Multi is een high end plug & play systeem voor het monitoren en regelen van zwembadwater. Het systeem biedt nauwkeurige meetresultaten en geeft real time inzicht in de samenstelling van zwem(bad)water. Standaard meet de Krypton Multi het vrij chloor gehalte en de pH-waarde, maar kan naar behoefte worden uitgebreid met de meting van totaal chloor en/of de redox-waarde. Standaard is de Krypton Multi voorzien van verschillende regelfuncties waarmee de doseerpompen voor chloor en zuur kunnen worden aangestuurd.
Highlights van de Kuntze Krypton Multi
• Potentiostatische sensor voor de vrij chloor meting. Snel reagerende sensor, drukbestendig en met een levensduur van ca. 2-3 jaar. • Middels het gepatenteerde reinigingssysteem (ASR, optie) blijft de elektrode lang in optimale conditie waardoor minder vaak kalibratie nodig is. • Het Argon Stabiflow doorstroomarmatuur zorgt voor een vaste flow van 30 l/uur langs de sensoren. Dit is met name belangrijk voor een stabiele chloormeting. • Het doorstroomarmatuur is standaard voorzien van temperatuurmeting en flowbewaking. • CloudConnect is middels een optioneel modem mogelijk waardoor op elke gewenste plek toegang tot de meetresultaten mogelijk is. • Totaal chloor meting mogelijk middels uitbreiding met de door Kuntze gepatenteerde onderhoudsarme sensor.
Voor meer informatie: www. prowater.nl of bel + 31 (0)74 2915 150
Hoe je als sportbedrijf het meeste kunt halen uit verhuur van accommodaties
Verhuur van een sportaccommodatie of een deel van een zwembad. Het is een belangrijke bron van inkomsten voor sportbedrijven. Wil je de verhuur van jouw accommodaties optimaliseren? Dat vraagt om een efficiënt reserverings- en toegangssysteem.
Gaan boekingen voor (sport)accommodaties bij jou nog telefonisch of per mail? Draaien er verschillende type systemen die niet met elkaar zijn geïntegreerd? Bepaal je prijzen nog handmatig en voer je deze ook nog handmatig in? Dat kan makkelijker.
Automatisering voor de toekomst
Wat je als sportbedrijf wil is personeel efficiënter inzetten en lege gaten op de verhuurplanning opvullen. Zo verlaag je de kosten, verhoog je de inkomsten, en houd je tijd over voor de dingen die écht belangrijk zijn. Tegelijkertijd wil je dat klanten online kunnen reserveren, wat helemaal past bij de tijd van nu. Dat vraagt om één overzichtelijk systeem waarin alles met elkaar praat.
Met de handige plan- en verhuurmodule van Dataduiker is het reserveren van locaties, (gedeeltes van) zwembaden, en (sport)accommodaties een peulenschil. Dat ervaart Sportbedrijf Deventer ook. Scholen, sportverenigingen en (grote) gezelschappen kunnen nu alles online regelen en inzien. En door de koppeling met het toegangssysteem krijgen klanten digitaal toegang tot de accommodaties. Hierdoor kunnen zij hun medewerkers efficiënter inzetten. Dat scheelt tijd én geld.
Ook besparen met slimme software?
Neem een digitale duik in onze recreatiesoftware op www.dataduiker.nl.
WIJ ZIJN POMAZ SAMEN WETEN WE ER ALLES VAN
151442 Zwembadbranche corporate.indd 1 Het team van Pomaz staat voor u in de startblokken met een breed assortiment zwembadproducten en actuele kennis op het gebied van particuliere en publieke zwembaden. Alles draait om kennis en samen weten we er alles van!
Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Bel ons: +31 (0)40 285 66 58 of stuur een mail naar support@pomaz.nl
25-03-2022 11:30
Dé software voor zwembaden
Mail naar info@kataqua.nl of via twitter @kataqua Wil je reageren op de column van Katrien?Column - Katrien Lemahieu
Noodle Kadoodle! Soosh Kaboesh!
Het klinkt net zoals oopsie woopsie of jeetjemina. Het zijn van die dingen die mensen doen (of zeggen) en het niet eens doorhebben dat ze het deden, oftewel er (niet) bij nadenken. We gooien het eruit, nog voor we echt realiseren wat we (willen) doen of (willen) zeggen.
Andere tijden bieden weer andere dingen, zelfs nieuwe dingen. Misschien is er net geen budget voor het nieuwe materiaal of kunnen we ineens niks meer omdat het water kouder is dan anders. Maar is dat echt zo? Kan je verder kijken dan wat er al is. Oftewel van wat we al weten en kennen? Bij het zoeken naar antwoorden is de focus vaak gericht op het antwoord zelf, maar wat als we de juiste sleutel vinden waardoor het antwoord vanzelf komt? Alles is een proces en vaak is het proces interessanter dan het resultaat. Bedenk maar eens hoe wij momenteel functioneren. Gehaast, onbewust, niet realiserend wat we doen, maar veel meer ‘brandjes blussend’. Is dat verkeerd of fout? Niet echt. Niks is fout, maar waarom voelt het dan zo niet fijn of niet zo fijn?
Het is een goede tijd om niet te kijken naar resultaten. We hebben inmiddels al vaker gezien dat dat leidt tot een onsuccesvol resultaat, te hoge stress en te veel keuzes. Toch doen we het continu. Of wordt het blijkbaar verwacht. Daarnaast is het vaak onzeker of het wel kan wat we willen, wat ook zorgt voor een onzeker proces. Denk maar eens aan de energie, ‘wat als…?’ is vaak een gedachtegang die ons doet blokkeren. Ooit leerde ik in een cursus ‘wat als sneeuwwitje binnenkomt en 7 dwergen meeneemt?’ Je weet dat het niet gaat gebeuren en toch zien we het voor ons. ‘Wat als de temperatuur naar beneden moet’? ‘Wat als onze wachtlijst oploopt?’ ‘Wat als…?’ Soosh Kaboesh! Laat het los. Als het zover is, zien we dan wel weer. Toch? ‘Wat als we steeds een tekort blijven hebben aan personeel?’ Noodle Kadoodle! Stap en stop. Sta stil. Wat hebben we nu, wat hebben we volgende week.
De grootste fout die we maken is beloftes doen. Ook al zeggen we dat we nooit garanties geven, stiekem doen we het wel. ‘Volgende week is juf Mila er!’ Ohja? De toekomst plannen is leuk en we moeten zeker blijven vooruitdenken, maar niet zonder het huidige te vergeten. Oopsie woopsie even niet aan gedacht. Vaak omdat we veel te veel bezig zijn met het eindresultaat en niet het proces op zich. In tijden als deze met een personeelstekort en ziekteverzuim door hoge werkdruk moeten we nog meer de focus leggen op veranderingen. Rekening houden met onverwachte dingen die onze structuur of planning in de war brengen. Wel vooruitdenken, werkend naar een doel toe, met het hier en nu in gedachten. Snel handelen, duidelijkheid scheppen en vooral geen garanties geven. We hopen allemaal op een meer stabielere tijd, maar we moeten eerlijk zijn en gewoon denken dat het even niet anders is.
We zijn verwend… we waren verwend… wij hebben de ouders van de zwemlessen verwend. Elke week dezelfde lesgever was heel normaal. Tot nu! Soosh Kaboesh het lukt niet meer. Kinderen die nieuw zijn, zijn er meer aan gewend om bijvoorbeeld om de week een andere juf te krijgen. En dat is hun ‘normale’ situatie. Zolang ouders zien dat er communicatie is onderling, dat hun kind nog steeds individueel hulp krijgt, zwemles kan blijven krijgen (wees blij dat er nog een lesgever is!) en er vorderingen zijn, is het zo ook goed genoeg. Noodle Kadoodle! Neem genoegen met wat er wel is. Wat wel kan, wat wel mogelijk is.