5 minute read

Wederzijdse erkenning VKL en Vegaplan

Tekst en foto’s: Marjolein van WoerkomBesparing op audits WEDERZIJDSE ERKENNING VKL EN VEGAPLAN en administratie

De Nederlandse stichting Pro aCt en de vertegenwoordigers van het Belgische OVPG en Landbouw-Service blijven samenwerken en tekenden onlangs een overeenkomst om VKL en Vegaplan wederzijds te erkennen. Dit betekent dat Nederlandse gecertificeerde VKL-bedrijven die werkzaam zijn in België geen Vegaplan-certificering hoeven te hebben en omgekeerd.

Advertisement

‘WERKEN IN EEN GRENSGEBIED KENT NU EENMAAL ANDERE UITDAGINGEN’

Het was tien jaar geleden dat de norm VoedselKwaliteit Loonwerk (VKL) en de Vegaplan Standaard voor de Aannemers van Land- en Tuinbouwwerken voor de Primaire Plantaardige Productie (Vegaplan) volledig en tot op detail naast elkaar werden gelegd. “Er is die tijd veel gewijzigd binnen beide systemen”, zegt Frank Kramer, die namens Pro aCt, het document ondertekende. “Voor bedrijven in de grensregio is het belangrijk dat ze kunnen aantonen dat die producten volgens de nationale of internationale voedselveiligheidseisen zijn geproduceerd. Met deze ondertekening erkennen beide landen opnieuw elkaars certificeringssysteem.”

WERKEN IN EEN GRENSGEBIED

De ondertekening vond plaats bij cumelabedrijf Gebr. Van Eijck in het Noord-Brabantse Alphen, pal naast de biogasinstallatie die het bedrijf sinds twee jaar in gebruik heeft. Met de opwekking van 2.000.000 kuub groen gas per jaar kan het bedrijf 1.500 gezinswoningen voorzien van groene stroom. Het was meteen de aanleiding voor een goed gesprek tussen de aanwezige partijen, want de subsidiesystemen in beide landen verschillen. Er zijn meer verschillen tussen de landen. Kijk alleen al naar brandstof. Hoewel in Nederland alleen witte diesel is toegestaan, kent België drie soorten: rode diesel zonder accijns, rode diesel met accijns en witte diesel. Voor Van Eijck, het bedrijf zit 4 km van de grens af en heeft veel klanten in België, is dit een heikel punt. “Brandstof is een van de redenen waarom Belgische loonwerkers een lagere kostprijs hebben dan wij”, zegt Ton van Eijck. Het bedrijf heeft een eigen tank aan de andere kant van de grens om ook van de voordelen van die lagere prijs gebruik te kunnen maken, maar toch kost dit tijd want medewerkers moeten daar eerst naar toe rijden. “Werken in een grensgebied kent nu eenmaal andere uitdagingen”, zegt Ton van Eijck. “Kentekens, cao-verschillen, accijnsverschillen. Uiteindelijk moet je gewoonweg veel activiteiten hebben om inkomsten en kosten te spreiden.”

ADMINISTRATIEVE VERLICHTING

De ondertekening biedt Van Eijck vooral administratieve verlichting. “Belgische akkerbouwers mogen alleen loonwerkers inschakelen die Vegaplan-gecertificeerd zijn”, zegt de ondernemer,

VKL EN DIGITALISERING IN DE PRAKTIJK

In samenwerking met Quadrovision heeft Van Eijck een planning- en administratiesysteem ontworpen waarbij VKL digitaal in de praktijk wordt gebracht, WerkTrekker. Het systeem voorziet het bedrijf van de complete administratie: van planning, digitale werkbon, gebruikte materialen en bewerkingen op perceelsniveau tot machinekosten. “VKL is voor ons van groot belang”, zegt Ton van Eijck. “Hierdoor kunnen we op bedrijfsniveau aantonen dat we aan de gestelde voorwaarden voldoen. Door dit administratiesysteem hebben we alle gegevens op één plek en door het te koppelen aan onze financiële administratie kunnen we erg efficiënt werken.” Het bedrijf heeft de norm geïntegreerd in de dagelijkse praktijk. Herman Hendrickx, die zich binnen het bedrijf onder andere bezighoudt met certificering, geeft een voorbeeld. “Wanneer je wilt gaan spuiten, heb je alleen keuze uit de middelen die zijn toegestaan. Daarnaast geeft het systeem de maximale hoeveelheid aan en wanneer dat perceel voor het laatst is bespoten. Ook kun je kiezen voor individuele gewassen in plaats van alleen ‘bladgroenten’. Daarnaast kent het systeem ook de verschillen tussen Nederland en België. “Wanneer een perceel over de landsgrens wordt geselecteerd, krijg je bijvoorbeeld een andere lijst met toegestane middelen om uit te kiezen”, zegt Hendrickx. Omdat alle machines voor VKL moeten worden gekeurd, is dit systeem ook een goede tool om alles digitaal vast te leggen. Uiteindelijk werkt het efficiënt en door alle gegevens op één plek te verzamelen, heeft hij ook beter inzicht. “Digitalisering hoort erbij en je kunt er beter maar in meegaan.”

wiens bedrijf een grote diversiteit aan agrarische werkzaamheden kent. “We halen er geen extra klanten of werk mee binnen, maar met deze erkenning hebben we vooral een administratieve last minder.” Dat is de grote meerwaarde, stelt Brigitta Wolf van Vegaplan. “We hebben de lastenboeken naast elkaar gelegd. Nederland en België kennen verschillende benaderingen. Zo gaat Vegaplan gedetailleerd in op de wettelijke eisen, terwijl de Nederlandse versie vooral de bovenwettelijke maatregelen uitdiept.” Maar deze verschillen staan de uitwisselbaarheid niet in de weg, gaat ze verder. “De normen zijn dan ook niet gelijk maar wel gelijkwaardig. De geest is hetzelfde.”

DUBBELE AUDITS VOORKOMEN

In België is negentig procent van de boeren Vegaplan-gecertificeerd. Het betreft vooral producenten van voedingsgewassen. In Nederland gaat het om vrijwel alle akkerbouwers. Afnemers als Cosun (Suiker Unie), de aardappelverwerkende industrie en de conservenindustrie zijn vooral de partijen die naar certificaten vragen en die via openbare registers kunnen controleren of hun leveranciers aan de normen voldoen. “Hiermee nemen we drempels weg”, zegt Luc Vanoirbeek, voorzitter van OVPG (Overlegplatform voor de Verwerking van en handel in de Plantaardige Grondstoffen en producten). “De overeenkomst dient het gebruiksgemak van de mensen die ermee werken.” Zo worden door de wederzijdse erkenning dubbele audits voorkomen. “Wanneer een bedrijf zowel VKL- als Vegaplan-gecertificeerd is, krijgt het dubbele audits, terwijl het eigenlijk om dezelfde uitgangspunten draait. Dat kost de ondernemer alleen maar tijd en geld”, stelt Kramer van Pro aCt. “Als beheerder van de VKL-norm vinden wij het van groot belang dat er één keer wordt gecontroleerd op allerlei verschillende eisen vanuit de verschillende industrieën. Het is dus goed systemen voortdurend te harmoniseren en wederzijds naar elkaar uit te spreken dat we elkaars manier van beoordelen accepteren.”

VOLGENDE STAPPEN

Dat de overeenkomst een grote meerwaarde heeft voor bedrijven in de grensstreek beaamt ook Hans Verkerk van Cumela. “Beide systemen zijn door GlobalGAP geaccepteerd en geven de ondernemer de garantie dat hij voedselveilig bezig is. Nu de certificeringsstandaarden steeds strenger worden, is het van belang de normen regelmatig op elkaar af te stemmen”, zegt Verkerk. Tien jaar noemt hij dan ook te lang. In het document is daarom opgenomen dat beide partijen regelmatiger met elkaar om de tafel gaan om wijzigingen bij te houden. Hoewel dit nu tussen Nederland en België is beklonken, bestaat er tussen Nederland en Duitsland nog geen overeenkomst. Verkerk verwacht dat die vraag er ooit wel komt. “In principe lopen we daar tegen dezelfde problematiek aan, dus ik denk wel dat Nederlandse loonwerkers die werken in het Nederlands-Duitse grensgebied met deze vraag gaan komen.” Johan van Bosch, algemeen secretaris van Landbouw-Service, gaat nog een stap verder. “We willen rechtszekerheid geven aan alle bedrijven die grensoverschrijdend werken. Met deze ondertekening geldt dit alleen voor Nederland en België, maar dit erkenbaar krijgen in de hele Europese Unie is ons volgende doel.”

‘MET DEZE ERKENNING HEBBEN WE VOORAL EEN ADMINISTRATIEVE LAST MINDER’

This article is from: