VALSTAR VISIE
Universiteit van Amsterdam
VALSTAR VISIE NR 5 - JAARGANG 3 - 2009
5
Project in beeld
INTERVIEW
IN GESPREK MET
agora theater lelystad
directeur-generaal rijksgebouwendienst drs. p.f.m. j채gers
universiteit van amsterdam ir. t.i.m. looman
>colofon
>woord
vooraf
Valstar Simonis is een onafhankelijk ingenieursbureau, dat advies geeft over elektrotechnische, werktuigkundige en regeltechnische installaties in gebouwen. Valstar Simonis telt 95 medewerkers en heeft vestigingen in Rijswijk, Apeldoorn, Eindhoven, Amsterdam en Groningen. Voor meer informatie T 070 3072222 www.valstar-simonis.nl Wilt ook u Valstar Visie in het vervolg ontvangen, stuur dan een mail naar: valstarvisie@valstar-simonis.nl Lay out & concept SD Communicatie, Rotterdam Tekst & advies Schuttelaar & Partners, Den Haag Fotografie Ronald van den Heerik De vestigingen: Rijswijk Veraartlaan 4 Postbus 1935 2280 DX Rijswijk ZH T 070 307 22 22 Rijswijk@valstar-simonis.nl
2
Apeldoorn Laan van Westenenk 731a 7334 DL Apeldoorn T 055 526 37 77 Apeldoorn@valstar-simonis.nl Eindhoven Hondsruglaan 89 5628 DB Eindhoven T 040 290 26 62 Eindhoven@valstar-simonis.nl Amsterdam Jan Evertsenstraat 731 1061 XZ Amsterdam T 020 448 98 50 Amsterdam@valstar-simonis.nl Groningen Stedumermaar 1 9735 AC Groningen T 050 547 05 20 Groningen@valstar-simonis.nl Coverfoto Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica-Universiteit van Amsterdam (foto: Ronald van den Heerik).
Directieteam Valstar Simonis: Niels Bogman, Wilfried van Mierlo, Jacques Mol, Theo de Boer
ENERGIEWINST EEN HEILIG MOETEN
M
et het programma Schoon en Zuinig heeft het kabinet een route uitgezet waardoor ons land in 2020 een van de meest efficiënte en schone energiesystemen van Europa moet hebben. En hoewel 2020 in tijd gezien dichtbij is, moet er nog een lange weg afgelegd
worden om die ambitieuze duurzaamheiddoelstellingen ook daadwerkelijk te halen. Van papieren beleid naar realiteit! Energiebesparing in bestaande bouw en nieuwbouw levert al gauw 30% besparing op. En ook de CO2-uitstoot zal daarmee fors beperkt kunnen worden. Woningnieuwbouw moet in 2020 energieneutraal zijn en utiliteitsnieuwbouw moet in 2017 50% energiezuiniger zijn. Een gigantische opgave voor alle partners in het bouwproces. Daartoe is samenwerking in de vorm van convenanten en prestatiecontracten geboden. Vooral van de installatiesector, zoals ook directeur-generaal Peter Jägers van de Rijksgebouwendienst in een interview in dit blad aangeeft, wordt veel verwacht. De energiewinst zou wel eens voor een groot deel uit de gebouwtechniek gehaald kunnen worden. Dat is een uitdaging, maar eigenlijk is het meer een heilig moeten. Voor Valstar Simonis is het inmiddels volstrekt duidelijk dat duurzaamheid de norm is. Dat bewijzen we dagelijks niet alleen in onze adviezen, maar ook door onze state-of-the-art dienstverlening. En natuurlijk ook in onze interne bedrijfsvoering, want ook die moet aan de nieuwe duurzaamheid standaarden voldoen. Dat is niet meer dan normaal voor een partner in duurzaamheid.
>INHOUDSOPGAVE Woord vooraf project in beeld Agora Theater I Lelystad Interviews Directeur-Generaal Drs. P.F.M. Jägers I Rijksgebouwendienst In gesprek met Ir. T.I.M. Looman I Universiteit van Amsterdam Valstar Varia
www.valstar-simonis.nl
2 3 5 8 11
>project
in beeld
AGORA THEATER lelystad Het Agora Theater in Lelystad valt op door de bijzondere bouwkundige vormgeving. Het gebouw kent een sculptuur van vele facetten. Door wisselende perforaties ontstaat een caleidoscopisch effect.
3
I
n architectuur.nl wordt dit theater al “de knallende voorbode van het vernieuwde stadshart van Lelystad” genoemd. Niet voor niets heeft het theater onlangs een eervolle vermelding gekregen in de categorie
“cultuur” door het World Architecture Festival, waardoor het op de eervolle derde plaats van de wereldranglijst voor culturele gebouwen staat. >>
4
>> Binnen is het gebouw georganiseerd rond een verticale foyer,
hemelwaterafvoorzieningen een geheel nieuwe dimensie. Doordat
gelegen onder een groot daklicht. De verschillende niveaus zijn
de facetten onder “dubbele hoeken” staan, is de route van het regen-
onderling verbonden door brede trappen, die van ieder punt zicht-
water grillig. Ook de, in de knikken van de facetten, aangebrachte
baar zijn vanuit de foyer. De overzichtelijke opzet maakt oriëntatie
goten staan onder verschillende hoeken, waardoor de dimensio-
eenvoudig, waardoor bezoekers hun bestemming moeiteloos kunnen
nering van deze goten een vraagstuk op zich was. Valstar Simonis
vinden. In het gebouw bevinden zich een grote zaal (750 stoelen)
heeft de dimensionering voor zijn rekening genomen en heeft samen
met vaste stoelopstelling, naast een kleine zaal met een vlakke vloer
met de bouwkundige aannemer de praktische oplossingen van de
en schuiftribunes. Voor gebruik als vergader- en congrescentrum
goten uitgewerkt.
zijn bovendien multifunctionele zalen beschikbaar, die met scheidingswanden opdeelbaar zijn. Ook de installaties zijn opgedeeld
Bijzondere techniek
in evenzoveel zones als er indelingsmogelijkheden zijn. Wanneer de
In de foyer is gekleurde (LED)-verlichting toegepast. Daardoor
scheidingswanden worden verwijderd kunnen deze zones aan
hebben de zaaltoegangen ieder een eigen kleur. De intensiteit van
elkaar worden gekoppeld.
de verlichting is regelbaar, zodat het begin en het einde van voorstellingen kan worden aangegeven.
Geïntegreerde oplossingen
In het theater is geluid een belangrijk aandachtspunt. De ruimte-
Door de bijzondere architectuur worden zware eisen gesteld aan de
akoestiek is voor theaterproducties zeer belangrijk omdat het moge-
uitmondingen van installaties in de gevel en op de daken.
lijk moet zijn om met beperkte geluidversterking in alle hoeken van
Uitgangspunt van de architecten van UNStudio, Ben van Berkel en
de theaterzaal een goed geluid/verstaanbaarheid te creeren, terwijl
Gerard Loozekoot, was dat er geen installaties aan de buitenzijde
gelijktijdig de nagalmtijd en hinderlijke echo’s tot een minimum
van het gebouw in het zicht mochten komen. Zo staan op het
beperkt moeten blijven. In samenwerking met theateradviseur
gebouw geen schoorstenen, ventilatiepijpen of (koel) apparatuur. In
Prinssen en Bus is gekomen tot een plafond waarachter alle
de gevels zijn geen roosters of openingen aangebracht. Alle voorzie-
techniek, zoals loopbruggen, is ondergebracht. Het beperken van
ningen zijn onder de geperforeerde huid aangebracht, waarbij de
hinderlijk achtergrondgeluid van installaties is hiermee bijzonder
oppervlaktes en perforatiegraad nauwkeurig zijn afgestemd op het
goed gelukt. Iedere kabelgoot, kanaal, leiding die een zaal in- of
bouwkundig ontwerp. Een bijzondere uitdaging was het afvoeren
uitgaat is voorzien van een flexibele doorvoering. n
van de keuken- en frituurdampen op een dusdanige wijze dat deze niet via de luchttoevoer weer het hele pand in zouden gaan. De
> agora theater
afvoer geschiedt via de toneeltoren naar het hoogste dak waar de
Opdrachtgever: Gemeente Lelystad
afvoerlucht met zeer hoge snelheid verticaal wordt afgeblazen.
Architect: UNStudio/Ben van Berkel en Gerard Loozekoot
Daardoor werd ook hier een schoorsteen overbodig.
Theateradviseur: Prinssen en Bus Raadgevende Ingenieurs
De gevel met de vele facetten gaf ook het ontwerpen van
Installatietechniek: Valstar Simonis Adviseurs Installatietechniek
>interview
“Het ontbreekt nog te veel aan concrete initiatieven en resultaten, vooral op gemeentelijk niveau”
5
FORSE DUURzAAMHEIDSWINST INzET RIJKSbELEID De rijksoverheid staat voor een forse taakstelling. In 2020 zal het energieverbruik in de eigen huisvesting met 20 tot 25% moeten zijn verlaagd. Ook de cO2-uitstoot zal dan fors gereduceerd moeten zijn. De Rijksgebouwendienst, Rgd, doet in dat verband een dringend appèl op de installatiebranche. Daar zullen - volgens directeur-generaal drs. P.F.M. Jägers - de innovatieve krachten moeten worden gemobiliseerd. Niet alleen voor quick wins op het gebied van duurzaamheid, maar ook voor een structurele en transparante samenwerking met de overheid.
hoofdkantoor rijksgebouWendienst Het hoofdkantoor van de Rijksgebouwendienst is gehuisvest in het Ministerie van VROM in Den Haag, vlakbij het Centraal Station. Ook dit gebouw zal – net als een aantal andere departementsgebouwen – binnenkort in samenhang met een complexe huisvestingsoperatie worden gerenoveerd. Een forse opgave, terwijl energetisch gesproken het VROM- gebouw – dat in 1992 werd geopend – al behoorlijk energieefficiënt is. Zo is er koude- en warmteopslag; het gebouw heeft nu een C-label, maar dat moet uiteindelijk een A-label worden.
6 Directeur-Generaal drs. P.M.F. Jägers
D
e Memorie van Toelichting op de rijksbegroting van 2010 voor het Ministerie van VROM is doordesemd van het begrip duurzaamheid. Ook de Rgd heeft in dat opzicht een taak. In 2010 richt deze dienst, die verantwoordelijk is voor efficiënte en effectieve huisvestingsoplossingen voor de rijksdienst, zich bij nieuwe projecten op volledig duurzaam inkopen. Ook zal een energie-index van de totale portefeuille worden opgesteld. Op basis daarvan worden voor de nabije toekomst verbeterprestaties geformuleerd. “De kern van ons beleid ligt inderdaad bij duurzaamheid en efficiency”, aldus drs. P.F.M. Jägers, directeur-generaal van de Rgd. “Als rijksoverheid vervullen we een voorbeeldfunctie. Dat betekent ook in het kader van de ambitieuze duurzaamheiddoelstellingen dat we graag voorop willen blijven lopen. Dat zijn we aan onze stand verplicht. Iets dat de Rgd overigens altijd al heeft gedaan, want in de Green Calc- top tien figureerden tot voor kort vier van onze gebouwen. Daar zijn wij trots op. Maar uiteindelijk gaat het er toch om dat onze totale voorraad voldoet aan de hoogste milieu- en energiecriteria. Dat is dan ook de ambitieuze inzet voor de komende jaren”. De Rgd heeft zo’n zeven miljoen vierkante meter vloeroppervlak in gebruik en is daarmee de grootste vastgoedbeheerder van ons land. Zo’n tien procent van de kantorenvoorraad van ons land wordt
door deze dienst beheerd. De in de begroting aangekondigde grootschalige duurzaamheidaanpak zal zich in eerste instantie concentreren op de bestaande voorraad. “Er is een duidelijke verschuiving in ons beleid waarneembaar. In plaats van nieuwbouw staat nu een omvangrijke renovatieronde op het programma. De eerste fase beslaat zo’n 500.000 tot 1 miljoen vierkante meter. In 2020 moet de operatie zijn afgerond. Daarbij is een gegeven dat de Rgd ook nog eens driehonderd monumenten bezit. Die zijn eigenlijk per definitie duurzaam, maar ook daar is nog veel winst te behalen”. De meeste winst wordt echter uiteindelijk gemaakt door het beperken van het aantal vierkante meters per werkplek. Ook dat gebeurt, conform de normen die bij het bedrijfsleven worden gehanteerd. Het meer efficiënt benutten van het vloeroppervlak is nu ook in praktische zin beter mogelijk door alle ontwikkelingen op het gebied van ict, thuiswerken en deeltijdcontracten. Ook de vernieuwing van de rijksdienst speelt in dat verband een rol. “Het uiteindelijke doel is uiteraard te komen tot energieneutrale gebouwen. Ik zie een dergelijke ontwikkeling met vertrouwen tegemoet. De overheid zal dat overigens nooit alleen kunnen bereiken. Ook marktpartijen en kennisinstituten zullen daarbij moeten helpen. Maar het perspectief is duidelijk en de omstandigheden zijn
gunstig. Duurzame, energiezuinige gebouwen leveren immers op termijn geld op. Die zakelijke propositie is nog te weinig voor het voetlicht gebracht, maar het geld ligt echt op straat. Ik beschouw het als een vorm van risicoloos en conjunctureel investeren. De noodzakelijke investeringen zullen zich snel terugverdienen. Wat dat betreft mag er zeker in deze crisistijd voor de overheid eigenlijk geen beletsel zijn om het duurzaamheidbeleid voor de huisvesting krachtig voort te zetten”.
‘Als rijksoverheid vervullen we een voorbeeldfunctie’ Omdat duidelijk is dat de marktwerking binnen de bouwsector nog volstrekt onvoldoende is georganiseerd is de Rgd zelf intussen hard aan de slag om nieuwe vormen van aanbesteding en contractvorming te ontwikkelen. Daarbij komt onherroepelijk ook de rol van de Rgd als professioneel opdrachtgever aan de orde. Jägers: “De rol van de overheid zal fundamenteel veranderen. De overheid zal meer als regisseur optreden en gaan werken op basis van geïntegreerde contracten, zoals design and construct en via moderne arrangementen. Overigens gaat het daarbij zeker niet alleen om nieuwbouwprojecten, maar ook om renovatie, onderhoud of beheer. Dat veronderstelt overigens wel dat de marktpartijen hun positie en verantwoordelijkheden sterk zullen moeten verduidelijken. Alleen dan kan de overheid als regisseur of toezichthouder functioneren. Dat betekent enerzijds dat van marktpartijen veel meer initiatief op dat terrein wordt verwacht. Anderzijds is de overheid natuurlijk niet naïef; er zullen hoge kwaliteitseisen gesteld worden aan dergelijke arrangementen en dus aan de verantwoordelijkheid van die marktpartijen”. Publiek-private samenwerking, pps, is in de context van de utiliteitsbouw eigenlijk altijd succesvol geweest. “Alle projecten met een omvang van 25 miljoen euro of meer worden in pps-verband uitgevoerd. Op dit moment lopen er vanuit de Rgd vier van dergelijke projecten. De ervaring heeft wel geleerd dat het succes van een dergelijke samenwerking bepaald wordt door een goede balans waar het gaat om de risico
Valstar Simonis en de RGD Valstar Simonis werkt al vele jaren met en voor de Rgd. Zo werd de renovatie van het voormalige ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (70.000 m2) in Zoetermeer (thans de huisvesting van de AIVD) begeleid. Ook de renovatie van gebouw M van de Rechtbank Breda was een gezamelijk project. Zeer recente projecten zijn de renovatie van de huisvesting van Senter Novem in Zwolle en in Utrecht, waar onder meer de installatietechniek wordt verbeterd. Valstar Simonis heeft een raamovereenkomst met de Rgd gesloten voor inspecties en onderhoudsadvisering van honderden panden (meer dan 100.000 m2).
toedeling. Het onbeperkt doorschuiven van risico’s naar een van de partijen vindt dan ook nu niet meer plaats”. Het is – volgens de directeur-generaal – opmerkelijk dat er zo weinig aanbod uit de markt is bij onderhoudsprojecten. “Hier zou wel eens een grote uitdaging kunnen liggen voor de installatiesector, maar die zal zich in dat opzicht dan wel beter moeten organiseren en positioneren. In de praktijk is al veel duurzaamheidwinst geboekt. Het is opvallend dat die juist in de installatietechnische hoek is te vinden. Denk maar eens aan de introductie van slimme meters, led-verlichting of detectieapparatuur. Nieuwe installaties, maar ook het opnieuw inregelen van installaties leidt direct tot aanmerkelijke besparingen die zich ook nog eens binnen korte termijn terugverdienen. De investering in installaties vormt zo’n 40% van de totale bouwsom bij nieuwbouwprojecten. “Gelet op de omvang mag van de sector toch een innovatieve krachtinspanning worden verwacht. Met aansprekende en overtuigende initiatieven en best practices”. Maar het zijn zeker niet alleen technische of bouwkundige maatregelen die leiden tot energiebesparing. “Door de verantwoordelijkheid rechtstreeks bij de gebruiker te leggen ontstaat ook bij hen het besef dat er winst te behalen is. Je ziet dat nu al in sommige kantoren waar bijvoorbeeld op een slimme manier afval wordt gescheiden of energiebesparingprogramma’s worden geïmplementeerd. En van groot belang is en blijft dat er een begrijpelijke en overzichtelijke vorm van monitoring van de duurzaamheideffecten plaatsvindt. Dat ontbreekt er nog wel eens aan, waardoor het inzicht en belangstelling voor dit thema verflauwen”. n
7
>interview
NIEUWbOUW UNIVERSITEIT GAAT MoEITELooS VIJFTIG JAAR MEE
De Universiteit van Amsterdam realiseert in het kader van haar huisvestingsplan, dat voorziet in een clustering van de faculteiten, in Watergraafsmeer een nieuw complex waar de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica wordt gehuisvest. Duurzaamheid, flexibiliteit en toegankelijkheid zijn de ijkpunten voor het ontwerp geweest. Een boeiende opdracht ook voor Tom Looman en Jacques Mol.
8
Tom Looman (Universiteit van Amsterdam) en Jacques Mol (Valstar Simonis)
“D
e flexibiliteit van het gebouw is ook in z’n uitwerking uniek. We zijn erin geslaagd om een duidelijke scheiding tussen de gebouwgebonden installaties en de gebruikersinstallaties te realiseren. Dat is zover gegaan dat ook de inrichting van de laboratoria in hoge mate modulair is. De labwanden bestaan uit een vernuftig modulair systeem, waarmee in korte tijd een laboratoriumwand is op te bouwen. Aan de wand kunnen zonder boren en op iedere hoogte meubilair of media worden bevestigd. De labinstallaties zijn “stekkerklaar” voorbereid. Het is een eenvoudig concept dat aanpassing en uitbreiding in de toekomst zonder haken breekwerk mogelijk maakt”, aldus ir. Tom Looman. Hij is als projectleider verantwoordelijk voor de bouw en renovatie van een fors onderwijsgebouw met collegezalen, werk- en kantoorruimten, onderzoeklaboratoria, studiecentrum, practica, werkplaatsen, restaurant en centrale voorzieningen van de Universiteit van Amsterdam. “Tot nu toe verloopt het totstandkomingproces volgens planning. We zijn uitgegaan van een grote mate van flexibiliteit.”
den op die vragen zijn door ons vertaald in een ruimtelijk ontwerp en installatieplan. Dat gebeurde - ook onder financiële druk - in enkele fases, maar het heeft ons uiteindelijk een beter en vooral beter doordacht product opgeleverd. Zo’n werkwijze blijkt effectief, maar het heeft ook de nodige creativiteit en hoofdbrekens gevraagd van onze adviseurs. Ook die hebben daaraan moeten wennen. Zo hebben de adviseurs van Valstar Simonis het installatieontwerp in bouwteamverband verder uitgewerkt. Dat leverde een goed georganiseerde realisatie op”. Ook ir. Jacques Mol, als adviseur en directeur van Valstar Simonis vanaf 2002 betrokken bij dit project, is trots op het concept dat consistent en zeer duurzaam mag worden genoemd. “Hier staat een gebouw dat moeiteloos vijftig jaar mee kan. Dat wil niet zeggen dat er geen tussentijdse aanpassingen nodig zullen zijn, maar die zullen meer te maken hebben met veranderende functie-eisen dan met de fysieke veroudering van het gebouw en zijn installaties. De technische installaties waarvoor gekozen is zijn eenvoudig en toegankelijk qua opzet, waardoor een goed onderhoud en lage exploitatiekosten mogelijk zijn”.
Die ontwerpfilosofie heeft ons gedwongen om modulair te ontwerpen en flexibiliteit bijna dwangmatig als uitgangspunt te hanteren. Wat willen de gebruikers nu en in de toekomst, wat is logistiek verstandig en hoe wordt het beheer georganiseerd? De antwoor-
Duurzaamheid Het gebouw staat aangesloten op een centrale energievoorziening, die bestaat uit een aquifersysteem (koude- en warmteopslag in de bodem) en warmtepompen. “Natuurlijk streven we naar een >>
De Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de Universiteit van Amsterdam krijgt een nieuwe huisvesting in Watergraafsmeer, achter het oude Ajax-stadion. Het betreft een omvangrijke operatie waarmee zo’n 73.000 m2 bvo is gemoeid. Sinds 2002 wordt hard gewerkt aan nieuwbouw (60.000 m2) en renovatie. In 2010 zal naar verwachting het hele complex worden opgeleverd; nu al is een deel in gebruik. Er zullen 2.500 studenten en 1.500 medewerkers gebruikmaken van dit complex. Direct naast het complex komt een hotelcongresvoorziening en wordt op dit moment het universitaire sportcomplex gerealiseerd. Valstar Simonis is verantwoordelijk voor de installatietechniek; architecten zijn Rudy Uytenhaak, Herman Hertzberger en Meyer en Van Schooten.
9
“Tot nu toe verloopt het totstandkomingproces volgens planning. We zijn uitgegaan van een grote mate van flexibiliteit.”
Restaurant
10
Laboratorium
>> energie- en onderhoudzuinig gebouw. Door het bouwkundige en installatietechnische ontwerp te integreren is dat goed te gelukt. Het installatieontwerp is gebaseerd op een zeer energiezuinige opzet. Er is sprake van laag temperatuur verwarming, verhoogde temperatuurkoeling en warmteterugwinning op alle luchtbehandelingsystemen, ook voor de laboratoria. Voor het kantoordeel wordt gebruik gemaakt van betonkernactivering.” Looman heeft er het volste vertrouwen in dat het gebouw aan het geëiste ECO-Quantum zal voldoen. Het gaat dan om de gezamenlijke milieuprestaties op het gebied van water, energie, materialen en afval. Naast een goede gebouwschil wordt gebruik gemaakt van verschillende energiebesparende onderdelen, zoals transparante gevelelementen, daglichtgeregelde verlichting, aanwezigheidsschakelingen en vraaggestuurde ventilatie. n
Entreehal
VARIA >Valstar
Varia
duurzame thuisbasis levert duurzame adviezen op
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) doet Valstar Simonis eigenlijk al heel lang. De huidige, sterke aandacht voor dit onderwerp past dan ook goed bij de filosofie van Valstar Simonis. Die filosofie richt zich op de expliciete verantwoordelijkheid voor medewerkers, opdrachtgevers en andere stakeholders en hun natuurlijke omgeving. Iedereen wordt op een constructieve manier aangesproken op en betrokken bij de pogingen om daadwerkelijk een bijdrage te leveren aan MVO. In het dagelijks werk zijn medewerkers betrokken bij projecten voor opdrachtgevers. Ook dat geeft een kans om tot duurzame oplossingen te komen, om te sparren met opdrachtgevers en andere (ontwerpende) partijen. Door kennis, ervaring en enthousiasme te delen ontstaan duurzame, flexibele en comfortabele oplossingen. Maar deze “externe” duurzaamheid kan pas echt tot volle bloei komen wanneer die voortkomt uit een duurzame thuisbasis. De Valstar Simonis organisatie is zo’n duurzame omgeving waarin voortdurend met elkaar wordt gediscussieerd over duurzaamheid en de praktische toepasbaarheid daarvan. Het energieverbruik van onze vijf vestigingen wordt gemonitord, werken op afstand (b.v. thuis) ter voorkoming van onnodige autokilometers is mogelijk en het autobezit van Valstar Simonis wordt ook verduurzaamd. Bijgaande foto toont onze adviseur/vestigingsleider Rico Logman als trotse berijder van een mooie Toyota Prius Hybrid.
Omdat er nog geen overeenstemming is over een uniforme meet methodiek heeft Valstar Simonis een schema opgesteld waardoor de verschillen en overeenkomsten tussen de nu gehanteerde beoordelingsmethoden goed te zien zijn. Daardoor ontstaat voor
Gebruikskwaliteit
Vervuiling
Toekomstwaarde Overigen
Kantoor
Simonis als founding partner is verbonden.
Woning
Gebouwtypen
Cellen
n n n n n n n n n
Sport
door de Green Building Council, een organisatie waaraan Valstar
n n n n n n n n n
BREEAM
Logies
voldoet in dat opzicht het beste. Deze systematiek is ontwikkeld
n n n
LEED
Bijeenkomst
van een uniforme, overkoepelend meetlat. De BREEAM-systematiek
n n n n n
Winkel
methode. Valstar Simonis draagt actief bij aan de totstandkoming
n
Gezondheidszorg
gebruik bij gemeenten), de Greencalc score tot aan de BREEAM
Greencalc
Onderwijs
alom bekende EPC (Energie Prestatie Coefficient), de GPR (veel in
n n
Ecologie
n
GPR-Gebouw
11
Afval
n
Energie Prestatie Advies
Materialen
Energie Prestatie Norm
zaamheid van een gebouw gelegd kan worden. Dit varieert van de
Water
Er bestaan nog vele verschillende “meetlatten” waarlangs de duur-
door verschillende brillen
Energie
Beoordelingsaspecten Gezondheid
duurzaamheid
Transport
Adviseur/vestigingsleider Rico Logman I Valstar Simonis Amsterdam
Management
Energie Prestatie Norm
n n n n n n n n n n
Energie Prestatie Advies
n n n n n n n n n n n n
n
opdrachtgevers een beter beeld, waardoor ook zij een afgewogen
GPR-Gebouw Greencalc
n n n n
n
keuze kunnen maken hoe zij met welke duurzame maatregelen hun
LEED
n n n n n n n n n n
BREEAM - UK
n n n n n n n n n n
BREEAM - NL
n n
project optimaal kunnen realiseren.
n
n
Nieuwe opdrachten wageningen universiteit en researchcentrum nieuwbouw onderwijs- gebouw/orion opdrachtgever Wageningen Universiteit en Researchcentrum architect
Ector Hoogstad architecten, Rotterdam
bouwmanagement
ABT
omvang Het project bestaat uit een onderwijsgebouw
( 19.700 m2 BVO) en een ondergrondse
parkeergarage voor 200 parkeerplaatsen.
bijzonderheden In het gebouw zullen voornamelijk onderwijsfuncties voorkomen in de vorm van collegezalen,
Onderwijsgebouw ORion I Wageningen Architect: Ector Hoogstad architecten
12
onderwijslokalen, practicum lokalen met
bijbehorende serviceruimten, PC-lokalen,
kantoren en vergaderruimten.
oirschot
zorgcomplex sint joris
opdrachtgever
Van Hoorn Bouwadviesgroep BV
architect
Andre van de Ven Architecten, Oirschot
Bouwmanagement
Van Hoorn Bouwadviesgroep
omvang
8.500 m2
bijzonderheden
Zorgcomplex voor Psychogeriatrische en
somatiekpatiënten
purmerend
transformatie jaap van praaghuis
opdrachtgever
Woonzorg Nederland, Amstelveen
architect
Zijlstra Schipper Architecten, Wormer
Bouwmanagement
Woonzorg Nederland Projectontwikkeling
Gebruiker
Zorgcircel Waterland
omvang 80 appartementen; totaal inclusief
ondersteundende funkties: ca. 8.500 m2 BVO
bijzonderheden Het bestaande zorgcentrum wordt gedeeltelijk getransformeerd. De bestaande 160 (kleine) appartementen worden samengevoegd tot
Onderwijshuisvesting CSG Liudger I Drachten Architect: Kraaijvanger Urbis
80 moderne, ruime verzorgingsappartementen.
drachten onderwijshuisvesting CSG Liudger eindgebruiker
CSG Liudger
architect
Kraaijvanger Urbis, Rotterdam
Bouwmanagement
ICS Adviseurs
omvang ca 18.000 m2, waarvan ca. 13.000 m2
nieuwbouw en ca. 5.000 m2 renovatie.
bijzonderheden Het project van CSG Liudger te Drachten bestaat uit twee schoolgebouwen: locatie Splitting;
VMBO en locatie Raai; HAVO en VWO.
sneek
theater sneek
opdrachtgever
Gemeente Sneek
architect
Alberts & Van Huut bv, Amsterdam
bouwmanagement
Kleissen en Partners
omvang 3.000 m2, een grote zaal (600 stoelen), een foyer, artiestenruimten, kleedkamers, keuken voor restauratieve voorzieningen. bijzonderheden Hergebruik van voormalig bestaand TNT-gebrouw, geïntegreerd in totaal nieuw ontwerp, toepassing van warmte/kouideopslagsysteem, technische duurzame aandachtspunten, ontwerp voorzien van daktuin. Theater Sneek I Sneek Architect: Alberts & Van Huut bv