#08 summer 2013
black or white Mark Lewis
Essay Erin La Cour
Manon de Boer Korein + Zomertoer Schenking Maurice van Valen Agenda
“We zijn met zijn allen een eiwit molecuul aan het maken” Mary Ann Scheurs
Charles Esche
DIT ARTIKEL STAAT INCLUSIEF FLAP IN HET FLAP DOCUMENT. de flap is over de spread gevouwen, dus de tekst zit achter de flap. Michael J. Baers, Picasso in Palestine, 2011-2013
op de volgende spread valt de flap van het document af, je ziet alleen de tekst
verbaasd, het ging immers goed met Nederland; “waarom doen jullie zo moeilijk?” Nu is dat anders. Nu zegt men in Nederland niet langer meer dat het allemaal perfect is hier en dat is naar mijn idee juist goed. Men heeft nu nieuwe inzichten op behoeften en wensen, en ook ideeën over hoe het anders kan. Na 2008, met onder andere de tentoonstelling Play Van Abbe, hebben we bewust een positieve benadering gekozen. Een tentoonstellingsproject over de mogelijkheden van nu en wat je met de rijke geschiedenis nog kunt doen. We zwemmen daarmee tegen de stroom in, maar dat is belangrijk. Niet alleen tonen wat nu relevant is, maar ook wat relevant wordt. Dat betekent voor ons dat wij niet altijd populair zijn, maar als je terugblikt dan zie je dat een dergelijk beleid wel van belang is. RY: Onlangs heeft de Raad voor Cultuur een advies uitgebracht onder de noemer ‘Ontgrenzen en verbinden’. Hierin worden suggesties gedaan over nieuwe vormen van samenwerken in de vorm van een keten. Het Van Abbemuseum zou dan in de keten terecht komen met het Stedelijk Museum Amsterdam. Wat vinden jullie van die suggestie? CE: Ik sluit een samenwerking met het Stedelijk Museum absoluut niet uit, maar het idee van een keten heeft iets hiërarchisch, het is een ouderwets economische managementtechniek uit de jaren 80. In het rapport ontbreekt ook enige inter-
nationale visie, terwijl kunst en cultuur juist middelen zijn om grenzen te overschrijden. Het is al met al een onambitieus document. MAS: Ik deel de opvatting van Charles dat het moet gaan om een fundamenteel gelijkwaardig systeem waarin het interessant is om te kijken wat de ander kan bijdragen. De uitdaging is om het principe van de cocreatie te gebruiken. Dit is anders dan een traditionele samenwerking, omdat het betekent dat je iets nieuws creëert met elkaar. Het uitwisselen van collecties is niet zo spannend, maar het ontwikkelen van nieuwe dingen en verhoudingen wel. Ik heb een chemische achtergrond, en in de oorsprong van scheikunde gaat het over materialen die verschillend zijn en dat ze als verschillend gezien worden, met een eigen identiteit. Zolang men hen benadert als verschillende identiteiten zijn ze niet beheersbaar. Maar het interessante is nog altijd de kwaliteit. Als je een waterstofatoom neemt en een zuurstofatoom, en je doet ze bij elkaar dan krijg je water. Op geen enkele manier kun je dat herleiden naar de oorspronkelijke substanties. Wat we op dit moment in de maatschappij aan het doen zijn, is een heel nieuw eiwitmolecuul maken, en dat is een heel complex molecuul. En waar begint dat mee? Met kleine groepjes atomen, die alvast een verbinding met elkaar aan gaan en een vaag idee hebben van waar de anderen mee bezig zijn. Zo komt dat uiteindelijk
bij elkaar. Zo zie ik in feite onze nieuwe wereld.
Istanbul. Juist omdat zij vanuit een hele andere traditie komen.
CE: Als ik dat letterlijk overneem dan heb je zuurstof en waterstof, twee verschillende elementen. Als je het dan over cocreatie hebt, heb je het eigenlijk over musea die niet te dicht bij elkaar liggen, maar juist over instellingen die verder van ons af liggen. Als verschillen samengaan, kunnen ze binnen de cocreatie juist veel nieuwe waarde toevoegen.
CE: Het advies van de Raad voor Cultuur is ook in dat opzicht veel te beperkt – veel te traditioneel en nationaal gedacht. Nederland maakt deel uit van Europa en van de wereld. En als je het hebt over samenwerken binnen Nederland kan dat ook met de TU/e of met het Muziekgebouw zijn, dat hoeft niet direct met een museum te zijn. Op die manier creëer je diversiteit omdat je met verschillende disciplines werkt.
RY: Over cocreatie gesproken; het Van Abbe is onderdeel van het internationale museumnetwerk L´Internationale. Op dit moment start een groot EUproject, gecoördineerd door het Van Abbe, waarin zes musea verspreid over heel Europa een nieuwe duurzame vorm van samenwerken gaan ontwikkelen. Wat verwachten jullie hiervan? MAS: Ik ben heel erg blij dat het gelukt is om dit programma gefinancierd te krijgen. Daar worden wij, en dat zeg ik heel bewust, gelukkig van. Mensen worden gelukkig op het moment dat ze echt een acterend onderdeel van iets kunnen uitmaken. Binnen dit museumnetwerk zitten heel verschillende partijen van verschillende achtergronden. Het ligt wellicht veel meer voor de hand om een samenwerking met Antwerpen aan te gaan, maar het is een juiste keuze om ook samen te werken met instellingen uit bijvoorbeeld
MAS: In onze nieuwe visie op cultuur gaat het vooral om ecosystemen. Het ecosysteem bestaat uit partijen die binnen hetzelfde culturele stuk zitten. Maar juist interessant zijn de partijen die buiten de eigen cultuur staan, maar met wie je wel degelijk samen kunt werken. De TU/e is voor het Van Abbemuseum ontzettend interessant vanwege het experimentele en grensoverschrijdende. En dan gebeuren er allerlei dingen die we ons niet hadden kunnen voorstellen. Helemaal geweldig!
Black or White 08.06. – 17.11.2013
Black or White 8.6. – 17.11.2013
Nicely politically incorrect Animated films, strips and cartoons…. These are rarely exhibited in a museum for contemporary art. However, in the Black or White exhibition at the Van Abbemuseum they play the main role in combination with drawings and video installations. Black or White flirts with what is politically incorrect. It aims to provoke visitors to reflect upon their own behavior and its interrelation with social conventions by exhibiting politically engaged art that is not necessarily politically correct at first glance. The works that are exhibited attempt to test the boundaries; they are bizarre, provocative, sometimes coarse, exaggerated or ugly.
Phillipe Grammaticopoulos, La Régulateur, 2004 (still)
Lekker politiek incorrect Animatiefilms, strips, cartoons…. ze zijn niet vaak te zien in een museum voor hedendaagse kunst. In de tentoonstelling Black or White in de statige oudbouw van het Van Abbemuseum spelen ze echter de hoofdrol, gecombineerd met tekeningen en videoinstallaties. Black or White flirt met het politiek incorrecte en wil bezoekers prikkelen om sociale conventies ter discussie te stellen door politiek geëngageerde kunst te tonen. De werken zoeken de grenzen op; ze zijn bizar, soms grof, overdreven of lelijk – met andere woorden: in elk van de werken is simpelweg iets niet helemaal “in orde”.
Phil Mulloy, Intolerance III, 2004
Dit roept bij de toeschouwer een directe en soms zelfs fysieke reactie op in de vorm van hilariteit of onbehaaglijkheid. In de tentoonstelling is werk te zien van Michael J. Baers, Sue Coe, Robert Crumb, Emma De Swaef en Marc James Roels, Piotr Dumała, Extrastruggle, Philippe Grammaticopoulos, Greg Irons en Tom Veitch, Phil Mulloy, Prabhakar Pachpute, Dan Perjovschi, Peter Pontiac en Ton Smits. In de Studio wordt de installatie The Refusal of Times (2012) van William Kentridge getoond, een van de publieksfavorieten van dOCUMENTA13 vorig jaar in Kassel.
Phillipe Grammaticopoulos, La Régulateur, 2004 (still)
In other words, in each of the works something is simply “not quite right”. This elicits a direct and sometimes even physical reaction in the viewer in the form of laughter or discomfort. The exhibition includes works by Michael J. Baers, Sue Coe, Robert Crumb, Emma De Swaef and Marc James Roels, Piotr Dumala, Extrastruggle, Philippe Grammaticopoulos, Greg Irons and Tom Veitch, Phil Mulloy, Prabhakar Pachpute, Dan Perjovschi, Peter Pontiac, and Ton Smits. The installation The Refusal of Times (2012) by William Kentridge, one of the favourites of the public at dOCUMENTA13 last year in Kassel, is exhibited in the Studio.
Black or White biedt bezoekers een overzicht van verschillende vormen van zogenaamde ‘sequentiële kunst’: van animatiefilms en video-installaties tot aan tekeningen en strips. Door deze in de tentoonstellingsruimte te brengen wordt het politieke potentieel benadrukt van een medium dat een lange geschiedenis van kritisch commentaar op de samenleving kent. In Black or White wordt het medium gebruikt om aandacht te geven aan verschillende actuele politieke en sociale omstandigheden, zoals isolatie of uitsluiting op zowel individueel als collectief niveau.
Black or White provides an overview of different forms of sequential art: from animated films and video installations to drawings and comic strips. Bringing these to the exhibition space emphasises the political potential of a medium with a long history of critical commentaries on society. In Black or White this medium is used to address various conditions in the current political moment,such as isolation or exclusion on both an individual and a collective level. During Black or White the museum is organising different activities. Both young and old visitors can become active themselves in the museum.
Tijdens Black or White organiseert het museum verschillende activiteiten. Bezoekers – jong en oud – kunnen zelf aan de slag in het museum. Ook worden er workshops cartoon tekenen en stop-motion filmpjes maken gegeven. De werken in Black or White zijn ook een belangrijke voedingsbron voor de themalezingen, de driedaagse zomercursus, de Zomertoer en de tentoonstelling Kleurrijk in zwart-wit van de kinderen van Korein Kinderplein.
Workshops will also be given on drawing cartoons and making stop-motion films. The works in Black or White are also an important source for the lectures on certain themes, the three-day summer course, the Zomertoer (Summer Tour) and the exhibition Colourful in black-and-white by children of Korein Kinderplein.
Mark Lewis Pull Focus 15.06 – 13.10.2013
Mark Lewis, Black Mirror at the National Gallery, 2011
Door gebruik te maken van het medium film onderzoekt Mark Lewis (Hamilton, Canada) het proces van filmproductie, dat hij weet in te bedden in de traditie van de fotografie en de kunst. De solotentoonstelling presenteert veertien recente films van de kunstenaar en plaatst deze in relatie tot de drie werken die het Van Abbemuseum al in zijn collectie heeft.
Ton Smits, untitled, 1939-1945
Piots Dumala, Czarny kapturek (Little Black Riding Hood), 1983
De films zijn over het algemeen kort en lijken op het eerste gezicht geen verhaal te vertellen. Het zijn uitsneden uit de werkelijkheid, helder en haarscherp. Soms lijken de films langer te duren, maar dit heeft vooral te maken met een bepaalde mate van traagheid en de onbeduidende maar zeer herkenbare onderwerpen.
Mark Lewis Pull Focus 15.06. – 13.10.2013 Using the medium film, Mark Lewis (Hamilton, Canada) examines the process of film production, and manages to integrate it in the tradition of photography and the arts. The solo exhibition presents fourteen recent films of the artist in relation to three works that are already part of the Van Abbemuseum’s collection. In general the films are short and at first sight they do not appear to tell a story. They are clear, razor-sharp images taken from reality. Sometimes the films seem to last longer, but this is mainly due to a certain inertness and the trivial but very recognisable subjects.
Lewis’ films tonen ook zijn interesses in cinematografische technieken als ‘tracking shots’, ‘long takes’ en ‘rear projections’, die hij in samenwerking met een professionele filmcrew toepast. Hiermee benadrukt hij de mechanische blik van de camera. Veel van zijn werken zijn gemaakt in de plaatsen waar hij woonde zoals Vancouver en Zuid - Londen. Maar de beelden kunnen afkomstig zijn uit elke moderne stad. Het zijn subtiele verwijzingen naar de complexe en visuele krachten die een hedendaagse urbane omgeving bepalen.
His films also show Lewis’s preoccupation with cinematographic techniques which he analyses and applies through a professional film crew; such as ‘tracking shots’, ‘long takes’ and ‘rear projections’. By using them in this way he highlights the mechanical vision of the camera. Many of his works were made in places where he lived, such as Vancouver and South London. But the images could be taken from any modern city. They are subtle allusions relating to the complex social and visual forces which identify a contemporary urban environment.
De visie van Mark Lewis op de alledaagse werkelijkheid daagt ons uit de rol en het effect van het kijken te heroverwegen. Met zijn films analyseert en duidt hij geconcentreerde momenten uit het moderne stedelijke bestaan. Lewis’ meditatieve geluidloze films tonen zijn verbintenis met de empirische observatie, waarbij zintuiglijke ervaring dient als bron van kennis en herkenning.
Mark Lewis’s vision of everyday reality asks us to reconsider the role and effect of looking, through the identification and analysis of concentrated moments of modern urban life. Lewis’s meditative soundless films demonstrate his commitment to empirical observation in which sensory experience serves as the source of knowledge and recognition.
Verwijzend naar een klassieke filmische techniek nodigt Pull Focus uit tot een volledige concentratie op het beeld.
Referencing a classic cinematic technique Pull Focus invites complete concentration on the image.
Mark Lewis, Nathan Phillips Square, A Winters Night, Skating, 2009
essay
Not So Black or White: What Comics Is Erin La Cour
In his groundbreaking work Understanding Comics: The Invisible Art, Scott McCloud defines comics as “juxtaposed pictorial and other images in deliberate sequence intended to convey information and/or to produce an aesthetic response in the viewer.” To say the least, this definition of comics is striking. The mere mention of the word “comics” undoubtedly brings to mind an array of examples from newspaper strips to Superman to Tintin, and perhaps also a slight pang of nostalgia for lost childhood innocence. But McCloud’s definition speaks not just to what comics are but rather, and more emphatically, to what comics is—that is, to its cultural value. Indeed, McCloud’s definition quite purposefully aims to liberate comics from narrow popular views which equate it with what he calls “bad art, stupid stories and guys in tights.” 2 While his approach can be seen as quite noble in its aim to elevate comics from its lowly cultural status, it has been highly scrutinized within the growing field of comics studies precisely for that reason; not only is McCloud’s definition problematic in that its vagueness allows for the inclusion of various forms of sequential art that are markedly not comics, such as the photonovel,—which obscures what comics are—, more importantly, his insistence on the separation of content from form ultimately works to undermine his point of what comics is. That the overarching goal of McCloud’s formalist definition is to position comics as a medium, the “ninth art,” is of little wonder, if ultimately misguided. Comics has a long history of being used as a prime example in the hierarchical division in art discourse, having been specifically named in arguments delineating artistic work that can be classified as a high art medium from the mere commodity objects of “kitsch.” Since Clement Greenberg’s entrée into art criticism with his 1939 article, “AvantGarde and Kitsch,” the paradigm within art discourse for the delineation between “genuine” and mass culture has been based on a system of value attributable to medium classification. In his article Greenberg draws a firm line between that which he classifies as the high art, medium-specific work of the avant-garde and the low- or non-art “kitsch” of popular culture. “Kitsch” he defines as non-medium-specific works intentionally created for market consumption, which have no real aesthetic 1. Scott McCloud, Understanding Comics: The Invisible Art (New York: Paradox Press, 2000), 9. 2. Ibid., 2.
value due to their mass reproduction. He clearly outlines various forms of “kitsch” when he writes: Simultaneously with the entrance of the avant-garde, a second new cultural phenomenon appeared in the industrial West: that thing to which the Germans give the wonderful name of Kitsch: popular, commercial art and literature with their chromeotypes, magazine covers, illustrations, ads, slick and pulp fiction, comics, Tin Pan Alley music, tap dancing, Hollywood movies, etc., etc. 3 While much of Greenberg’s formalist approach to art theory has been criticized in contemporary discourse, his appropriation of the term “kitsch” imprinted its use as an inextricable part of the vernacular; “kitsch” is still used as a label for low- or non-art works. This tradition of using the term “kitsch” as a watermark and comics as a scapegoat are both interesting points to consider in the shift of the parameters of high art brought about by art critic Rosalind Krauss in her work, “A Voyage on the North Sea”: Art in the Age of the Post-Medium Condition. Noting that the term “medium” had been haunted by Greenberg’s insistence on the necessity of specificity in a given medium, she sets out to distance herself by arguing that it is an “essentialist reduction of painting to ‘flatness,’” and one that problematically excludes all but the traditional arts of painting, sculpture, and drawing. 4 She nevertheless comes to the conclusion that “medium” is a term too pervasive and one which carries too much weight to be abandoned completely. She writes: At first I thought I could simply draw a line under the word medium, bury it like so much critical toxic waste, and walk away from it into a world of lexical freedom. “Medium” seemed too contaminated, too ideologically, too dogmatically, too discursively loaded. 5 Moving away from medium-specificity, she argues instead for the criterion of selfreflexivity. Expanding Greenberg’s narrow dismissal of “kitsch” objects, she argues that if such an object is used as a technical support for a work of art in a manner that exploits it, criticizes it, or subverts it, the work can at once avoid being labeled as “kitsch” and be viewed as its own new “post-medium” art. Taking as an example the work of artist James Coleman, she explains: One of the sources for Coleman’s “medium” is the photonovel […] where one sees grown men and women engrossed in these comic-books-for-adults on the Metro or the Underground […] they point directly to an internationalist 3. Clement Greenberg, “Avant-Garde and Kitsch,” in Art and Theory, 1900–2000, eds. Charles Harrison and Paul Wood (Oxford: Blackwell, 2003), 533. 4. Rosalind Krauss, “A Voyage on the North Sea”: Art in the Age of the Post-Medium Condition (London: Thames and Hudson, 1999), 6. 5. Ibid., 5.
commercialization of culture in advertising on the one hand and a degraded form of literacy on the other. 6 What Krauss clearly underscores in this statement is that while Coleman’s work utilizes “kitsch” objects as a means of creating a new medium, works intended for the mass market—including popular literature, the photonovel, and comics—are themselves still “kitsch.” In consideration of art discourse’s continued denigration of “kitsch” objects, again McCloud’s impetus for arguing that comics is a medium is unsurprising. Further unsurprising, then, is the faction of artists and scholars who have cut their ties with comics by insisting upon the new term “graphic novel.” Following self-proclaimed coiner of the term, renowned artist Will Eisner, advocates of the “graphic novel” argue that it is an emergent new medium different from—and better than—comics, a medium that leaves “the comics ghetto far behind.” 7 Implicitly agreeing with Krauss that comics cannot be salvaged from its “kitsch” status precisely because of, as McCloud notes, its “bad art, stupid stories and guys in tights,” advocates of the “graphic novel” position it as being different from comics based on its literariness, its “seriousness.” In a particularly adamant keynote lecture at the 2002 University of Florida Conference on Comics and Graphic Novels, Eisner claimed: I’m here to tell you that I believe strongly that this medium is literature. […] The word “comics,” of course, we’re still living with it, is a misnomer. We can’t get rid of the thing. We can’t get rid of it—it’s like “Kleenex.” It doesn’t belong here and it’s partly our fault because comics originally were designed to be funny stories. 8 While Eisner’s critical work, like McCloud’s, has been highly contested in comics studies, his inexorable stance that the “graphic novel” is literature has been highly influential both within and outside of the field; the “graphic novel” has become a term that implies, funnily enough, exactly what Krauss sneers at about the photonovel: “comic-books-for-adults.” What makes both McCloud’s and Eisner’s insistence on establishing comics and the “graphic novel,” respectively, as high-art is that neither is particularly careful in their arguments. By focusing on the form of comics, McCloud aims to carve out a place for comics as medium-specific, but fails to engage with how comics can be self-reflexive. Like Krauss notes of Greenberg, McCloud’s definition positions comics as being “disengaged from everything outside [its] frame.” 9 Also, while the 6. Rosalind Krauss, “...And Then Turn Away? An Essay on James Coleman,” October 81 (1997): 9. 7. Eisner used the term “comics ghetto” in his back-cover praise for Paul Hornschemeier’s 2003 Mother, Come Home. 8. Will Eisner, “Keynote Address, Will Eisner Symposium,” ImageTexT: Interdisciplinary Comics Studies. 1.1 (2004).
“graphic novel” could stake its claims to post-medium status on its using comics as its technical support, not only have its advocates not taken this approach, the simple fact that most graphic novels are collections of comic book series ultimately undermines any substantial distinction between comics and the “graphic novel” in terms of both form and content. Moreover, the “bad art, stupid stories and guys in tights” both McCloud and Eisner try to sidestep in their definitions have been quite extensively, and convincingly, argued to be more than mere entertainment. These works in particular actually offer a means of arguing for self-reflexivity in comics, for example, through how the iterative nature of the superhero storyline speaks to the formal elements of the comic book. 10
Manon de Boer Encounters 08.06 – 15.09.2013
What both McCloud’s and Eisner’s arguments point to is a subscription to the black or white, moralistic gauge of the importance of cultural objects. As comics scholar Catherine Labio notes: The eagerness with which the phrase “graphic novel” has been adopted in academic writing points to a stubborn refusal to accept popular works on their own terms. “Comics” reminds us of this vital dimension. “Graphic novel” sanitizes comics; strengthens the distinction between high and low, major and minor; and reinforces the ongoing ghettoization of works deemed unworthy of critical attention. 11 Attributing medium classification to comics ultimately undermines its political potential. Rather than attempting to wedge comics into the narrow parameters for high art, either through asserting its medium-specificity or through the creation of the term “graphic novel,” instead, comics can be used to unmask the terminology that is instrumentalized to perpetuate value-based distinctions between cultural objects. In the interplay between its form and content, comics reveals its self-reflexivity and thereby puts the rejection of “kitsch” objects in a position that is difficult to maintain. Comics exposes the faulty logic, the continued “toxic waste,” of medium classification. The exhibition Black or White takes this critical approach. In exhibiting so-called “kitsch” objects in the museum space, the black and white discourse of art criticism is confronted, exposed, and undermined. What comics is thereby becomes clear: comics is a valuable cultural object, not because it is a medium, but because it calls into question the black and white, because it reveals the grey. Erin La Cour is a PhD researcher at the Amsterdam School for Cultural Analysis (ASCA) at the University of Amsterdam. 9. Krauss, “A Voyage on the North Sea,” 11. 10. See for example Mervi Miettinen (2012). 11. Catherine Labio, “What’s in a Name? The Academic Study of Comics and ‘The Graphic Novel,’” Cinema Journal 50.3 (2011): 126.
Manon de Boer, Sylvia Kristel, Paris, 2003
De tentoonstelling Encounters toont een trilogie van filmische portretten van de Nederlandse kunstenaar en filmmaker Manon de Boer (1966, Kodaicanal, India). Het betreft drie films: Sylvia Kristel – Paris (2003), Resonating Surfaces (2005) en Think About Wood, Think About Metal (2011). In elke film staat een andere vrouwelijke hoofdpersoon centraal. In voice-off vertellen ze over persoonlijke omstandigheden, ontmoetingen en gebeurtenissen uit de jaren zestig en zeventig die van grote invloed zijn geweest op hun verdere leven. Door de bijzondere montage van beeld, geluid en gesproken woord ontstaan films met meerdere lagen, die via de geportretteerde ook thema’s als herinnering, tijd, het lichaam en luisteren aan bod laten komen. In de tentoonstelling wordt ook documentatiemateriaal vertoond
Manon de Boer Encounters 08.06 – 15.09.2013 The solo exhibition Encounters is showing a trilogy of cinematic portraits by the Dutch artist and filmmaker Manon de Boer (born 1966, Kodaicanal, India). There are three films: Sylvia Kristel – Paris (2003), Resonating Surfaces (2005) and Think About Wood, Think About Metal (2011.)In each movie there is a different female protagonist. In voice-off they each talk about their personal circumstances, meetings and events in the past. As a result of the special way in which the images, sounds and spoken words are edited, the films have several layers which also deal with themes such as memory, time, the body and listening through the subject of the portrait. The exhibition also shows documentary materials
Manon de Boer, Resonating Surfaces, 2005
Manon de Boer, Think about Wood, Think about Metal, 2011
zoals audio- en videofragmenten, recensies, partituren, posters en boeken.
such as audio and video fragments, reviews, scores, posters and books.
In de film Sylvia Kristel – Paris (2003) spreekt de in 2012 overleden Nederlandse actrice Sylvia Kristel over haar Parijse jaren, waarin zij grote bekendheid verwierf door haar rol in de erotische cultfilm Emmanuelle (1974). De Boer maakte twee opnames op verschillende momenten waarin Kristel vertelt over de start van haar acteercarrière. De veranderlijkheid van het geheugen wordt benadrukt wanneer in de twee versies verhalen over details van eenzelfde gebeurtenis uiteenlopen.
In Sylvia Kristel – Paris (2003), the Dutch actress Sylvia Kristel, who died in 2012, talks about her years in Paris, when she became very famous for her role in the erotic cult film Emmanuelle (1974). De Boer made two recordings at different times in which Kristel talks about the start of her acting career. The changing nature of the memory is emphasised when stories about the details of the same event diverge in the two versions.
In Resonating Surfaces (2005) vertelt de Braziliaanse psychoanalytica en cultuurcritica Suely Rolnik over de Braziliaanse dictatuur van de jaren zestig en haar ballingschap in Parijs, waar ze in de jaren zeventig studeerde bij de Franse denkers Guattari en Deleuze. In Think about Wood, Think about Metal (2011) staat de muziek van de Amerikaanse percussioniste Robyn Schulkowsky centraal. Zij werkte samen met componisten als John Cage, Karlheinz Stockhausen en Christian Wolff en ontwikkelde
In Resonating Surfaces (2005) the Brazilian psychoanalyst and cultural critic Suely Rolnik talks about the Brazilian dictatorship during the 1960s, Tropicalismo and her exile in Paris, when she studied under the French thinkers Guattari and Deleuze in the 1970s. In Think about Wood, Think about Metal (2011) the music of the American percussionist Robyn Schulkowsky has a central place. She worked together with composers such as John Cage, Karlheinz Stock-
zich tot een van de bekendste vrouwelijke avant-garde percussionisten van deze tijd. Fragmenten uit het leven van Schulkowsky worden vergezeld door muzikale composities die zij in of buiten beeld uitvoert. Dankzij De Boers eigen filmtaal ervaart de kijker in elk portret dat het verleden niet gefixeerd is, maar vanuit het heden wordt beleefd. De drie intieme portretten stellen niet alleen de mogelijkheid van een samenhangende en stabiele biografie ter discussie, maar onthullen ook de rol die herinneringen spelen in het definiëren van wie je op dit moment bent. Publicatie: Encounters. On three films by Manon de Boer Bij de tentoonstelling hoort een Engelstalig publicatie, met beelden uit de drie films, teksten van Sven Augustijnen en Helena Holmberg, een gesprek tussen George van Dam en Manon de Boer, een portretfoto door Marine Hugonnier en een gedicht van Tris Vonna-Michell.
hausen and Christian Wolff and developed to become one of the best-known female avantgarde percussionists of the time. Fragments from Schulkowsky’s life are accompanied by musical compositions which she performs on and off screen. In De Boers’s own cinematography the viewer experiences in each portrait that the past is not fixed, but is experienced from the present. The three intimate portraits not only question the possibility of a coherent and stable biography, but also define the role which memories play in defining who you are at any moment. Publication Encounters. On three films by Manon de Boer The exhibition is accompanied by an English publication, with images from the three films, a photographic portrait by Marine Hugonnier, texts by Sven Augustijnen and Helena Holmberg, a discussion between George van Dam and Manon de Boer, and a poem by Tris Vonna-Michell.
Schenking Maurice van Valen Tentoonstelling met kunstwerken van J. Lennarts, JCJ Vanderheyden en P.L. Mol 08.06 – 15.09.2013
Dutch Art Institute
Donation Maurice van Valen Exhibition with works of art by J. Lennarts, JCJ Vanderheyden and P.L. Mol 08.06 – 15.09.2013
De Nederlandse verzamelaar Maurice van Valen heeft 34 werken geschonken aan het Van Abbemuseum. Het gaat om 25 werken van Johan Lennarts (Eindhoven, 1932 – 1991), 5 werken van de vorig jaar overleden JCJ Vanderheyden (’s-Hertogenbosch, 1928 – 2012) en 4 werken van Pieter Laurens Mol (Breda, 1946). Het Van Abbemuseum had al enkele werken van deze kunstenaars in de collectie en toonde deze sinds de jaren zestig in diverse groep- en solotentoonstellingen. De huidige schenking vormt een mooie aanvulling waarin andere aspecten van het werk van deze kunstenaars zichtbaar worden. Van Valen selecteerde specifiek deze werken omdat ze volgens hem verbonden zijn met de Brabantse achtergrond van de kunstenaars. Ze brengen de verhouding tussen het regionale en het internationale - tussen de identiteit van een bepaalde plek en de huidige globalisering - tot uitdrukking Van Valen ziet voor zichzelf als verzamelaar een bijzondere taak: “Privéverzamelaars kunnen en moeten een aanzienlijke en blijvende bijdrage leveren aan de ondersteuning van musea. Ze kunnen de collecties helpen opbouwen en ontwikkelen. Mijn verhuizing naar Eindhoven is de aanleiding om dit contact te zoeken met het Van Abbemuseum. Met deze schenking wil ik mijn betrokkenheid bij mijn geboortestad en het kunstklimaat in deze regio onderstrepen.” Een selectie van de werken wordt van 8 juni tot en met 15 september 2013 tentoongesteld in twee zalen van het museum, in combinatie met andere werken van deze kunstenaars uit de Van Abbe collectie. Deze keuze is samen met Maurice van Valen gemaakt en wordt in een videointerview bij de zaal nader toegelicht.
The Dutch collector Maurice van Valen has donated 34 works to the Van Abbemuseum. These include 25 works by Johan Lennarts (Eindhoven, 1932 – 1991), 5 works by JCJ Vanderheyden, who died last year (’s-Hertogenbosch, 1928 – 2012), and 4 works by Pieter Laurens Mol (Breda, 1946). The museum already has several works by these artists in its collection and has exhibited them in various groups and solo exhibitions since the 1960s. The works are a good addition to our collection; they reveal aspects of the work of these artists which have not been represented in the collection up to now. For the Van Abbemuseum he selected works from his collection which express this in a very special way. The works reveal a specific way of looking, working and thinking which Van Valen sees as being related to the Brabant background of the artists. Van Valen sees a special task for himself as a collector: “Private collectors can and must make a significant and lasting contribution to supporting museums. They can help to build up and develop the collections. My move to Eindhoven is the reason to contact the Van Abbemuseum. With the donation I want to underline my commitment to my birthplace and the artistic climate in this region. From 8 June to 15 September 2013 a selection will be exhibited in two rooms on the ground floor of the new building of the museum, in combination with other works by these artists in the Van Abbe collection. This selection has been put together in collaboration with Maurice van Valen and will be further explained during a video interview in the exhibition.
Ian Wilson, Circle on the Floor, 1968. Zaaloverzicht Van Abbemuseum. Yoeri Guépin (DAI student) gebruikt dit werk als uitgangspunt tijdens de tentoonstelling.
Al drie jaar treden medewerkers van het Van Abbemuseum op als docent aan het Dutch Art Institute (DAI) te Arnhem, een masteropleiding voor kunstenaars aan het ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Samen met de studenten verkent het museum relevante en actuele thema’s als autonomie en de plek van kunst in de hedendaagse samenleving. Dit jaar eindigt het lestraject voor het eerst met een tentoonstelling in het museum. Het thema van dit jaar was ‘het gebruik van kunst’, waarbij de nadruk lag op de verschillende manieren waarop hedendaagse kunstenaars actief reageren op sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Voor de presentatie hebben we de rollen omgedraaid en heeft het Van Abbemuseum de studenten gevraagd om het museum te ‘gebruiken’ en met een werk te reflecteren op de mogelijkheden van het museum vandaag de dag. De studenten hebben die uitdaging op heel verschillende en verrassende manieren opgepakt. Sommige reageren op het gebouw en de functie van het museum als verzamelend instituut. Andere studenten reageren direct op werken uit de collectie. Het resultaat is een spannende, uiteenlopende presentatie waarin thema’s als geschiedenis, de spanning tussen publiek en privaat, het omgaan met trauma’s, en de geboden en verboden van het museum op een experimentele manier worden verkend. De tentoonstelling bevat projecten binnen en buiten het museum, maar de kern bevindt zich op de eerste verdieping van de nieuwbouw.
For the past three years the Van Abbemuseum has been giving lectures at the Dutch Art Institute (DAI) in Arnhem for a master’s degree for artists who are at the ArtEZ Institute of the Arts. Together with the students, the museum explores relevant and contemporary themes such as autonomy and the place of art in contemporary society and this year the course ends with an exhibition in the museum for the first time. The theme for 2013 was “The uses of art”, with an emphasis on the different ways in which contemporary artists actively respond to social developments. For the presentation we reversed the roles and the museum asked the students to “use” the museum and to reflect on the possibilities available to the museum nowadays, on the basis of one particular work. The students tackled this challenge in very different and surprising ways. Some saw the building and the function of the museum as an institution for collections. Other students responded directly to particular works in the collection. The result is an exciting, disparate presentation exploring themes such as history, the tension between what is public and private, dealing with trauma, and the rules and prohibitions of the museum in an experimental way. The exhibition comprises projects in and outside the museum, but the nucleus is situated on the first floor of the new building.
De zomer in het Van Abbemuseum / The summer in the Van Abbemuseum Kleurrijk in zwart-wit Korein Kinderplein kinderen presenteren Van Abbecollectie 16.06 – 01.09.2012
Zomertoer 02.07 – 01.09.2012 Kom deze zomer op persoonlijke manier de kunstwerken in het Van Abbemuseum beleven. Met een doe-het-zelf toer in de hand ga je op ontdekkingstocht door het museum en kom je achter de verschillende verhalen die in het museum verborgen liggen. De vragen in de Zomertoer vormen aanleiding tot het delen van eigen ervaringen, herinneringen en dromen. Zo combineer je leuke opdrachten met bijzondere gesprekken en leer je ook nog iets over moderne en hedendaagse kunst. Na afloop kun je nagenieten met een drankje en iets lekkers in museumcafé Karel 1 en is er voor de kinderen een leuke verrassing. zomertoer.vanabbemuseum.nl
Summer Tour 02.07 – 01.09.2012 This summer, come and experience the works of art in the Van Abbemuseum in a very personal way. With a DIY tour in your hand you can go on a voyage of discovery in the museum and uncover the different stories hidden in it. The questions in the Summer Tour will stimulate you to share your own experiences, memories and dreams. In this way fun tasks can be combined with unusual discussions, and you can also learn something about modern and contemporary art. Afterwards you can go on enjoying the museum with a drink and bite to eat in the Karel 1 museum café and children can discover an attractive surprise.
Foto: ....
zomertoer.vanabbemuseum.nl
Een van de bijzondere tentoonstellingen die tijdens de Zomer te zien is, wordt samengesteld door de kinderen van Korein Kinderplein. Meer dan 2000 kinderen in de leeftijd tussen 4 tot 13 jaar hebben via een speciale Duik in ’t Depot website een keuze gemaakt uit de collectie van het Van Abbemuseum. Hun keuze van zwart-wit collectiewerken wordt getoond, samen met werken die de kinderen zelf maakten naar aanleiding van deze keuze. Ook hebben ze geholpen de tentoonstelling in te richten. Via een aantal video’s komen de kinderen aan het woord om te vertellen over hun ervaringen tijdens het hele project. De tentoonstelling nodigt uit om zelf aan de slag te gaan, onder meer via diverse workshops tijdens de zomer. Ook kun je in de zalen met diverse materialen zelf iets maken.
Colourful in black or white Korein Kinderplein children present the Van Abbe collection 16.06 – 01.09.2012 One of the special exhibitions which can be seen during the Summer was put together by the children of the Korein Kinderplein. More than 2,000 children aged between 4 and 13 made a choice from the Van Abbemuseum collection using the special Duik in ’t Depot (Dive into the Warehouse) website. Their choice of black and white works in the collection is exhibited together with works which the children made themselves on the basis of their choices. They also helped to organise the exhibition themselves. In a number of videos the children talk about their experiences throughout the project. The exhibition invites you to become active yourself, for example, to go to various workshops during the summer or to make something yourself with the different materials available in the rooms.
Educatiepartners / Partners in education
Erzen Shkololli, PejĂŤ, Kosovo, 1998. CAPC Bordeaux, 2010.
Het Oog / Tijs Rooijakkers
Tijs Rooijakkers Supertoll
praktische informatie / practical information
24.06.2013 – 05.01.2014
Tijs Rooijakkers Supertoll 24.06.2013 – 05.01.2014 Vanaf eind juni heeft de in Eindhoven gevestigde kunstenaar Tijs Rooijakkers een half jaar de unieke ruimte van het Het Oog tot zijn beschikking. Hij verkent hier de grenzen van het locatiespecifieke aspect van zijn kunstpraktijk en heeft de Eindhovense rapper Fresku uitgenodigd om met hem samen te werken. De gebogen wand van Het Oog wordt bedekt met houten latten waarop Fresku poëzie en proza rond de thema’s gedrevenheid en inspiratie schrijft. Deze houten latten worden vervolgens gestoomd en gebogen tot een ronddraaiende hangende sculptuur, waardoor de gedachten en teksten van Fresku fysiek worden getransformeerd. Bezoekers kunnen Rooijakkers en Fresku aan het werk zien in Het Oog. Het werk van Rooijakkers bestaat voornamelijk uit installaties en sculpturen. De kunst die hij maakt, is vaak een reactie op de fysieke locatie of context waarbinnen hij werkt. Rooijakkers is vooral geïnteresseerd in het proces dat de kunstenaar doormaakt, van gedachte naar eindresultaat. Na de presentatie in het Van Abbemuseum zal het project worden voortgezet in de Eindhovense wijk Woensel-West, waar Fresku is gevestigd, en worden scholen en het publiek ter plekke bij het project betrokken. Rooijakers en Fresku willen graag dat hun eigen werk als inspiratie of stimulans voor anderen kan dienen.
Tijs Rooijakkers, Tol
From the end of June, the Eindhoven based artist Tijs Rooijakkers will take over the unique space of Het Oog (The Eye). For Het Oog, he is pushing the site specificity of his practice. To do this he has invited local rapper Fresku to collaborate. The curved wall of the Eye will be covered in wooden slats, onto which Fresku will write poetry or prose around the themes of drive and inspiration. These wooden slats will then be steamed and bent into a spinning hanging sculpture, meaning the thoughts and lyrics of Fresku will be physically transformed. Visitors will be able to see Rooijakkers and Fresku working in Het Oog. Rooijakkers works primarily in installation and sculpture, often creating pieces in response to the physical site or context within which he works. Rooijakkers is mainly interested in the process an artist is going through. From idea to artwork. Following its presentation in the Van Abbemuseum, the project will continue in the Eindhoven neighbourhood Woensel-West, where Fresku is based, involving local schools and audiences. It is the wish of Rooijakers and Fresku that their own work might serve as inspiration or drive for others.
Gratis rondleiding Elke zondagmiddag om 12.00 uur vindt een gratis rondleiding plaats. Aanmelden kan vanaf 11.00 uur bij de infobalie, maximaal 2 personen per aanmelding. De rondleiding is gratis, toegang voor het museum dient wel betaald te worden. Free tour Every Sunday afternoon at midday we organise a free tour. Register from 11 am at the Information Desk, maximum of two people per registration. The tour is free but you do need to pay admission to the museum. Minirondleiding De Cicerone verzorgt dagelijks een aantal korte toelichtingen bij de tentoonstellingen. Deze minirondleidingen starten om de volgende tijden: dinsdag t/m zaterdag: 12.30 / 14.30 uur. Iedere eerste donderdagavond van de maand: 19.30 uur. Mini tour Every afternoon the cicerone does a couple of mini tours for visitors. He or she can provide additional information with certain works of art that you are interested in. These explanations start at the following times: Tuesdays to Saturdays: 12.30 / 14.30. Every first Thursday of the month: 19.30. Van Abbemuseum Bilderdijklaan 10 – Eindhoven tel. +31 40 238 1000 info@vanabbemuseum.nl www.vanabbemuseum.nl
Toegang Volwassenen groepen >10 personen Jongeren 13-18 jaar studenten CJP-houders stadspashouders gemeente Eindhoven Kinderen t/m 12 jaar Museumkaart Vereniging Rembrandt Familiepas (2 volw. en max. 3 kinderen tot 18 jaar)
€12 €9 €6 €6 €6 €6 gratis gratis gratis € 18
Supersize-voucher: € 3 toeslag op het volbetalende tarief geeft recht op een herhaalbezoek in de komende 6 maanden Eerste donderdagavond van de maand vanaf 17:00 uur: gratis toegang. Admission Adults Groups >10 persons Young people from 13-18 years students CJP-card holders Eindhoven city pass holders Children 12 years and under Museum card Rembrandt association Family pass (2 adults and max. 3 children till 18 years)
€12 €9 €6 €6 €6 €6 free free free €18
Supersize-voucher: € 3 addition for full payers gives you a free ticket in the next 6 months First Thursday evening of the month from 17.00-21.00: free of charge.
Openingstijden museum di - zo 11.00 – 17.00 u 1e do van de maand 11.00 – 21.00 u bibliotheek di - vr 11.00 – 17.00 u In augustus is de bibliotheek gesloten Opening hours museum Tu - Su 11.00 – 17.00 h First Thu of the month 11.00 – 21.00 h library Tu - Fr 11.00 – 17.00 h The library is closed in august
Het Van Abbemuseum wordt structureel en incidenteel o.a. ondersteund door de BankGiro Loterij, Mondriaan Fonds en Stichting Promotors Van Abbemuseum.
Vanwege een verbouwing van de nieuwbouw zijn van 14 tot en met 28 mei alleen de Oudbouw, Het Oog, het museumcafé Karel1 en de museumwinkel toegankelijk. Tussen 28 mei en 7 juni is het museum en het Museumcafé helaas geheel gesloten. Het festival ‘Muziek op de Dommel’ vindt gewoon plaats, Museumcafé Karel1 is tijdens het festival gewoon geopend. Voor meer details zie vanabbemuseum.nl Due to building works the new building of the museum will be temporarily closed between 14 May and 28 May 2013. You can access the old building of the museum, The Eye, Museum cafe Karel1 and the museum shop. From 28 May until 7 June the whole museum and the Museum cafe will be closed. Museum cafe Karel1 will be open during festival ‘Music at the Dommel’ which will take place as scheduled.
Colofon Uitgave: Van Abbemuseum Redactie: Marie Beke, Ulrike Erbslöh, Mariët Erica, Daniel Neugebauer Bijdragen van: Nick Aikens, Christiane Berndes, Galit Eilat, Mariët Erica, Charles Esche, Diana Franssen, Loes Janssen, Erin La Cour, Steven ten Thije Grafisch ontwerp: 75B Drukwerk: Drukkerij Lecturis Copyright: Pictoright Van Abbemuseum Colophon Publication: Van Abbemuseum Editing: Marie Beke, Ulrike Erbslöh, Mariët Erica, Daniel Neugebauer Contributions by: Nick Aikens, Christiane Berndes, Galit Eilat, Mariët Erica, Charles Esche, Diana Franssen, Loes Janssen, Erin La Cour, Steven ten Thije Graphic Design: 75B Printing: Drukkerij Lecturis Copyright: Pictoright Van Abbemuseum
The Van Abbemuseum is supported structurally and incidentally by ao the BankGiro Loterij, Mondriaan Foundation, and Stichting Promotors Van Abbemuseum.
agenda juni – augustus tentoonstellingen (nieuw) exhibitions (NEw)
Nog te zien Still on show
Black or White 08.06.2013 – 17.11.2013
Erzen Shkololli Pejë, Kosovo, 1998 06.04.2013 – 23.06.2013
Schenking Maurice van Valen 08.06.2013 – 15.09.2013 Donation Maurice van Valen Bibliotheektentoonstelling Leve Majakovski! 11.06.2013 – 31.07.2013 Library Exhibition Viva, Mayakovsky! Mark Lewis Pull Focus 15.06.2013 – 13.10.2013 Kleurrijk in zwart-wit met Korein Kinderplein 16.06 – 01.09.2012 Colourful in black and white with Korein Kinderplein Tijs Rooijakkers Supertoll 24.06.2013 – 05.01.2014
Afghanistan Research Project 29.03.2013 – doorlopend From 29.03.2013 onwards Wandtekeningen Dan Perjovschi Permanente expositie Wall drawings Dan Perjovschi Permanent exhibition Activiteiten Activities Vanaf mei 2013 biedt het Van Abbemuseum, in samenwerking met het Stedelijk Museum Amsterdam, een speciaal programma voor mensen met Alzheimer en hun mantelzorgers. Zie vanabbemuseum.nl voor meer informatie.
Familie / kinderen Family / children Kinderkunstclub Zaterdag, 14.00 – 16.00 uur Kijk voor de exacte data op onze website Saturday, 14.00 – 16.00 hours Check our website for more details Familielunch & rondleiding Iedere 1e zondag vd maand 11.00 uur Family lunch & guided tour Every first Sunday of the month 11.00 hours Zomertoer 02.07.2013 – 01.09.2013 Summer Tour
Deze gegevens kunnen veranderen, kijk voor meer informatie op vanabbemuseum.nl. Details are subject to change. Check vanabbemuseum.nl for up to date information.
TonSmits, C06700
Manon de Boer Encounters 08.06.2013 – 15.09.2013