Proloog
Ik schrik wakker en zie de deur van mijn kamer openzwaaien. Het licht gaat aan en ik spartel als een mol die net hardhandig uit de grond is getrokken. Ik probeer mijn beide ogen met mijn linkerarm af te dekken en grommel als de klok nog maar 6.21 uur aangeeft. “Goeiemorgen, ik kom even wat bloed afnemen”, zegt een verveelde stem. Tegen de tijd dat ik gewend ben aan het witte licht boven mijn bed, is mijn mouw al opgestroopt en spant een lint mijn bloed af boven de elleboog. “Goeiemorgen”, zeg ik beleefd terug. Het woord klinkt hees, en minstens even verveeld als dat van haar. “Wat heb jij moeilijke aders”, grommelt ze verder, terwijl ik steeds meer moeite heb om mijn arm stil te houden en vrees dat het lint een permanente afdruk zal achterlaten.
4
Ik geef haar een kleine glimlach en draai mijn hoofd naar de andere kant. Het blijft een akelig zicht om iemand met een naald in je huid te zien porren. Als 27-jarige zou ik er waarschijnlijk op een meer volwassen manier mee moeten kunnen omgaan. Voeg daar dan nog aan toe dat mijn lichaam versierd is met tatoeages en niemand gelooft nog dat je een hekel hebt aan naalden. Ik kreun lichtjes als de verpleegster voor de tweede keer de naald eruit trekt en in de vuilnisbak gooit. “Sorry, ik moet een nieuwe nemen, want deze is ondertussen te bot”, zegt ze. Haar toon klinkt bezorgder dan enkele minuten geleden. Ik draai mijn hoofd terug naar haar toe en zie dat mijn huid al lichtjes blauw begint te kleuren. Een tiental minuten later zijn de drie buisjes gevuld en mag de nare hefboom rond mijn bovenarm eraf. “Het ontbijt wordt pas om 8 uur geserveerd, dat is nog bijna anderhalf uur. Zal ik het licht terug uitdoen zodat je nog even kan slapen?”, vraagt ze. Ik twijfel maar schud mijn hoofd. Ik besluit gebruik te maken van deze extra tijd om een douche te nemen. Na twee nachten in een ziekenhuisbed ziet mijn haar eruit alsof het al in geen weken meer gewassen is en de donkere cirkels onder mijn ogen verklappen dat ik ook nog niet veel slaap heb ingehaald. En was dat nu niet net de reden waarom ik hier was?
me volledig bewust dat er niets mijn naakte lichaam nog zal afschermen van de buitenwereld. De deur gaat niet op slot, wat logisch is op een psychiatrische afdeling, maar toch voel ik me om een of andere reden van mijn privacy beroofd. Ik hoop dat de andere patiënten nog slapen, terwijl ik mijn kleren uittrek en ze netjes bovenop de gesloten toiletbril opplooi. Het duurt even voordat ik het water op de juiste temperatuur gekregen heb, maar uiteindelijk geef ik me dan toch over aan de stralen. De badkamer is in enkele minuten volledig aangedampt en ik focus me op de stoom die zich in wolkjes rondom me verspreidt. Ik adem diep in en uit en neem de omgeving in me op. De kille uitstraling van de tegels, de ijzeren baar om na afloop mijn handdoek op te leggen, het minuscule afvalbakje naast het toilet. Ondanks de hitte van de stralen wordt mijn lichaam in kippenvel omhuld. Ik twijfel of ik hier nog wel wil blijven, of ik hier überhaupt ooit binnen had moeten stappen. Wanneer ik stemmen op de gang hoor, besluit ik me snel in een handdoek te wikkelen. Veel ontspanning heeft de douche me niet gebracht, maar ik ruik al minder naar ontsmettingsgel en plastieken handschoenen. Ik duik in mijn koffer met kleren en selecteer een zwarte legging en blauwe sweater. Beide lichtjes gekreukeld, maar nog niet genoeg om ze in de lege kast in de hoek van de kamer te leggen. Toen ik hier twee dagen geleden aankwam, bood een verpleegster me aan om er al mijn spullen in op te bergen. Een lange, witte kast die verdeeld was in twee evenwaardige delen. Bovenaan een schap om kleren op te vouwen, onderaan enkele kleerhangers voor de rest. Ik bedankte haar vriendelijk en zei dat ik het later wel zelf zou doen, goed wetende dat dat nooit zou gebeuren. Ik had mezelf wijsgemaakt dat zolang de kleren in mijn koffer bleven, ik elk moment kon vertrekken. In realiteit mag ik hier gewoon naar buiten wandelen, na het nodige papierwerk uiteraard.
De badkamer voelt heel klinisch aan, met grote witte tegels die er niet al te proper uitzien. Het bevlekte douchegordijn duw ik met mijn voet opzij,
Alle patiënten op deze verdieping verblijven hier vrijwillig, net zoals ik. Niemand heeft me gedwongen om hier te zijn, of om hier te blijven. Ik heb nog steeds mijn eigen vrijheid en beslissingsrecht. Toch lijkt het soms niet zo. Het bed met de dwanghekken aan de zijkant, het dienblad met
ALLES KOMT GOED
PROLOOG
5
eten waar mijn naam opstaat, het tijdsschema aan de muur dat aangeeft dat ik om 9 uur bij de psycholoog word verwacht. En dan heb je natuurlijk nog die kast waar ik mijn spullen in moet achterlaten. Voor ik het goed en wel besef, wordt er op mijn deur geklopt. “Dag Laura, ik ben je psycholoog voor de komende week. We hebben elkaar al kort aan de telefoon gesproken, maar nu is het tijd voor je eerste sessie. Kom je mee naar mijn kantoor?” Ik trek snel een paar oude sneakers aan en volg haar de gang op. Ze ziet er niet uit zoals ik verwacht had. Met 1,57 meter is ze heel klein, kleiner dan ze aan de telefoon klonk. Haar uiterlijk straalt niets speciaals uit, ondanks de lichtblauwe oogschaduw die boven haar ogen prijkt.
6
Ze zet zich tegenover mij in een stoel en neemt een rood notitieboekje vast. Ik vraag me af of ik hetzelfde moet doen en grijp naar het dikke kladblok dat ik voor me heb liggen. Ze leunt naar achteren in haar stoel en plooit haar benen over elkaar. Ik volg opnieuw haar voorbeeld. Zo gaat het nog enkele seconden door. Zij grijpt een pen, ik grijp een pen. Zij zet haar bril boven op haar hoofd, ik duw die van mij ook omhoog. Ze wisselt het been dat bovenaan ligt en ik kreun door de kleine kramp die hierdoor in mijn kuit ontstaat. Ik heb geen idee of ze doorheeft wat er tot nu toe gebeurd is, of dit al deel uitmaakte van de therapiesessie. Ze legt me uit dat vandaag enkel een kennismakingsgesprek is en vraagt of ik al eens eerder professionele hulp gezocht heb. Terwijl ik antwoord geef, schrijft ze genadeloos in het rode boekje, zonder ook maar één seconde mijn blik los te laten. “Toen ik jonger was, ben ik enkele keren met een psycholoog gaan praten”, zeg ik. Ze knikt en vraagt hoe ik die gesprekken ervaren heb. “Ik ben slechts drie keer geweest, omdat ik het gevoel had dat ik me slechter voelde als ik buitenkwam dan toen ik binnenwandelde.” Ze maakt een fronsende beweging met haar wenkbrauwen en ik doe hetzelfde. Alsof ik haar wil tonen dat ik mijn uitspraak even hard afkeur als zij.
ALLES KOMT GOED
De overige 25 minuten praten we over wat er van mij verwacht wordt tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis en hoe de verantwoordelijkheid voor het aanpakken van mijn problemen bij mij ligt. “Wij geven je alle gereedschappen om je terug beter te voelen, maar jij moet er wel mee aan de slag. Ik wil je ook vragen om genoeg rust te nemen en hulp te vragen aan de verpleegsters indien je die nodig hebt.” Ik knik braaf, maar betwijfel of haar aanpak wel de juiste is. Ik ben dit ziekenhuis binnengestapt omdat ik geen andere uitweg meer zag. Ik voelde me al een hele tijd slecht in mijn vel, doodongelukkig, en het leek alleen maar erger en erger te worden. Hoe hard ik ook geprobeerd had om al mijn problemen alleen op te lossen, hoe dieper ik leek te vallen. Uiteindelijk besloot ik dat ik hulp nodig had, ondanks de grote hoeveelheid schaamte dat dat met zich meebracht. En nu vertelt ze mij dat ik verantwoordelijk ben voor mijn eigen herstel? De tranen beginnen zich te vormen in mijn ooghoeken, maar ik probeer de gevoelens van onmacht en frustratie te verbergen. Ook hier kunnen ze mij niet helpen, of willen ze mij niet helpen, daar ben ik nog niet over uit. Ik sta er alleen voor. Ik keer terug naar mijn kamer en sluit de gordijnen zodat ze elke vorm van licht tegenhouden. Ik kruip in bed en trek het deken tot over mijn hoofd. Dit is het dieptepunt, rock bottom zoals ze het wel eens noemen. Hier geraak ik nooit meer uit. De deur van mijn kamer vliegt plots met een zwaai open. “Het is tijd voor de lunch. Er staat lekkere tomatenroomsoep op het menu.” Een verpleegster trekt de gordijnen terug open en ik voel de warmte van de zonnestralen rondom me verspreiden. “Er is niets dat een kommetje soep niet kan oplossen”, zegt ze terwijl ze met haar hand liefdevol over mijn rug wrijft. Ik dep met de achterkant van mijn hand de tranen op mijn wangen droog. Mijn maag begint stilletjes te knorren en ik denk terug aan de tomatenroomsoep van mijn oma. Ik besluit om het nog een allerlaatste kans te geven. Nog één kommetje soep. Nog één allerlaatste kommetje soep.
PROLOOG
7
Proloog.............................................................................................. 3 Inhoud............................................................................................... 8 Inleiding......................................................................................... 11
Verwachtingen......................................................................... 99 Perfectionisme......................................................................... 102 (Faal)angst.................................................................................... 104 Ego......................................................................................................... 107 Liefde.................................................................................................. 109
STAP 1: BEGRIJPEN ................................................................ 17
STAP 5: LEREN............................................................................... 117
Overtuiging................................................................................. 20 Rollenpatroon........................................................................... 22 Ouders............................................................................................... 25 Alles komt goed....................................................................... 28 Normaal........................................................................................... 30 Nieuwsgierig.............................................................................. 34 Soulmate......................................................................................... 36
Afwijzing........................................................................................ 119 Diagnose......................................................................................... 122 Emo-eten........................................................................................ 125 Empathie........................................................................................ 128 Oordelen......................................................................................... 132 Zelfvertrouwen........................................................................ 135 Gewoonte....................................................................................... 139
STAP 2: ADEMEN........................................................................ 43
STAP 6: AANVAARDEN...................................................... 145
Moe....................................................................................................... 45 Stilstaan........................................................................................... 47 Stress.................................................................................................. 50 Trauma............................................................................................. 54 Emoties............................................................................................ 58 Piekeren........................................................................................... 61
Gouden kooi................................................................................ 147 Identiteit......................................................................................... 150 Vrouw................................................................................................. 153 (Multi)potentieel.................................................................... 156 Coach.................................................................................................. 160 Concurrentie.............................................................................. 163 Basklas.............................................................................................. 166
INHOUD
8
STAP 3: SOIGNEREN............................................................ 67
#TreatYourself.......................................................................... 69 Overuren......................................................................................... 71 Grenzen........................................................................................... 74 Schuldgevoelens..................................................................... 78 Verslaving...................................................................................... 81 Antidepressiva.......................................................................... 84
STAP 7: STRALEN....................................................................... 171
Artiest................................................................................................ 172
STAP 4: KENNEN......................................................................... 91
Bedrieger........................................................................................ 93 Ambitie............................................................................................. 96
ALLES KOMT GOED
INHOUD
9
Inleiding
De overtuiging ‘ik ben niet goed genoeg’ is anno 2022 een van de grootste ziektes die onze mensheid treft. We trekken massaal naar de psycholoog omdat we ons niet slim genoeg, mooi genoeg, succesvol genoeg of geliefd genoeg voelen. Vaak zit de overtuiging zo diep verstopt dat we er ons in eerste instantie zelfs niet van bewust zijn. Het zijn dan ook de symptomen die hierdoor veroorzaakt worden die ons om hulp doen schreeuwen. De meeste mensen laten anderen bepalen wat ‘goed genoeg’ voor hen betekent. Denk maar aan je ouders, je liefdespartner, je vrienden, je collega’s of de maatschappij in het algemeen. En dat begint al op een hele jonge leeftijd, terwijl je waarschijnlijk nog niet eens wist wat ‘genoeg’ inhield. Hoe ouder je werd, hoe meer je je eigen invulling aan het woord begon te geven. Door te kijken naar beelden in de media, door de cijfers op je bankrekening te vergelijken of zelfs door te proberen om de meest populaire persoon in je omgeving te zijn. Bij mij was het door het woord ‘basklas’.
12
Basklas is een woord dat mijn vader op jonge leeftijd introduceerde in ons gezin. Hij gebruikte het om mensen te beschrijven waarvan hij geen hoge pet op had. Hij gebruikte de term vaak in gesprekken over laaggeschoolden, mensen met uitgesproken uiterlijke kenmerken zoals tatoeages of gekleurd haar, mensen die van een uitkering leven of mensen die sukkelen met eender welke vorm van mentale gezondheidsproblemen. Het was niet het soort mensen dat je wilde zijn, laat staan dat je je er mee zou omringen. De term is afgeleid van het Franse basse-classe. De meest letterlijke vertaling – en degene waarnaar het meest verwezen wordt – is die van ‘de lage sociale klasse, iemand aan de onderste trede van de maatschappij’. Ook de beschrijving van mijn vader valt onder deze definitie. Twintig jaar later kwam ik er echter achter dat dit slechts een onderdeel van de definitie is. Basse-classe beschrijft namelijk een situatie van wie of wat inferieur is, maar ook een gevoel dat men van zichzelf kan hebben en dat de neiging heeft de eigen verdiensten te minimaliseren. Kortom een gevoel van minderwaardigheid. Een gevoel dat men niet goed genoeg is en dat later door mijn psycholoog als deel van een syndroom zou aangehaald worden.
ALLES KOMT GOED
Als kind dat met dit woord opgroeide, ontwikkelde ik er een soort angst voor. Ik kon alles zijn wat ik wilde zijn, behalve basklas. En door wanhopig te proberen om niet minder waardig te zijn of te presteren dan anderen, stond ik er niet bij stil dat ik probeerde om beter te zijn dan hen. Ik heb het op jonge leeftijd mijn levensdoel gemaakt om altijd beter te zijn dan anderen. Ik moest harder werken, meer bereiken en hoger eindigen. Ik wilde dat mensen succes zagen als ze naar mij keken. Iemand die een tikkeltje superieur was ten opzichte van henzelf, iemand die ze wilden zijn of in wiens gezelschap ze wilden vertoeven. Basklas staat sinds dag één in mijn geheugen gegrift, of het nu als motivatie, straf of herinnering was. Het dieptepunt kwam er in januari 2020, toen ik mezelf op 27-jarige leeftijd incheckte op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. De diagnose was een zware burn-out, een term die mij niet geheel ongekend was maar waarvan ik de lading nog niet besefte. Mijn hele wereld stortte in en van het imago waaraan ik zo hard had gewerkt, was geen spoor meer. Mijn grootste nachtmerrie was uitgekomen: ik was basklas geworden. Twee jaar lang probeerde ik erachter te komen wat er precies gebeurd was. Hoe het leven dat ik doelgericht had opgebouwd op enkele ogenblikken verleden tijd was en hoe ik dat in hemelsnaam had laten gebeuren. Dat proces heb ik met heel veel moeite in een boek gegoten. En je kan je afvragen waarom ik dit deel, want het is tenslotte nogal een persoonlijk onderwerp. Ik heb in de voorbije twee jaar veel mensen ontmoet van verschillende achtergronden, uit verschillende sectoren en met verschillende verhalen en ik kwam erachter dat ik lang niet de enige ben die met het gevoel van ‘niet goed genoeg te zijn’ worstelt. Weinigen kenden de term ‘basklas’, maar ze kenden allemaal de overtuiging waarnaar het verwees. Kinderen die al van jongs af aan in een hokje geduwd worden om te kunnen voldoen aan de verwachtingen van anderen. Managers die hun personeel pesten omdat ze niet kunnen voldoen aan hun eigen onrealistische verwachtingen. Jonge ouders die zichzelf geen rust gunnen omdat ze anders het gevoel hebben dat ze falen ten opzichte van hun kinderen. Beginnende artiesten die zich minderwaardig voelen omdat ze zich ver-
INLEIDING
13
gelijken met mensen die al vijftien jaar ervaring hebben. En misschien herken je jezelf in mijn verhaal, of doet het je net aan iemand anders denken. Daarom kies ik ervoor om te delen welke stappen ik heb gezet om hiermee te leren omgaan. En ik zeg niet dat dit dezelfde stappen zijn die jij moet zetten, maar hoop vooral dat ze je doen nadenken. Net zoals ik de voorbije twee jaren heb gedaan.
Om te tonen dat ik een betere versie van mezelf ben kunnen worden, in de hoop dat jullie dat ook kunnen. Wat volgt zijn waargebeurde verhalen over hoe ik mijn hele leven al vecht tegen de term ‘basklas’ en hoe ik hem net voor mijn dertigste verjaardag dan toch heb kunnen omarmen.
Wat mijn eigen burn-out betreft, werk ik er nog steeds elke dag aan om mezelf te bevrijden van de leugens en overtuigingen die mijn leven tot nu toe gevormd hebben. Hiervoor heb ik heel diep moeten graven, dieper dan ik vaak wilde gaan. Dieper dan ik mezelf lang heb toegestaan om te gaan. Ik ben in de voorbije twee jaar meer uit mijn comfortzone gestapt dan in de 27 jaar ervoren opgeteld. Omdat groei ligt in het oncomfortabele, en verandering in het onbekende. Ik heb altijd geweten dat ik een beter leven wilde dan het leven waarin ik was geboren, maar ik wist niet dat door dat koppig te blijven nastreven ik mezelf systematisch de kans ontnam om het te creëren. 14
15
Als er dus één ding is dat ik geleerd heb uit dit avontuur, dan is het wel dat ik de enige ben die de controle in handen heeft. Hoe hard ik dit de afgelopen jaren ook heb proberen te ontkennen, hoeveel dokters en psychologen ik om hulp heb gevraagd en hoe hard ik naar oplossingen heb gezocht in andere mensen. De enige die mij kon helpen was ikzelf en dat heb ik sindsdien gedaan. Ik heb geaccepteerd dat ik er onherroepelijk door ben veranderd. En terwijl ik het nog steeds volledig probeer te vatten – stap voor stap, de ene beslissing na de andere – zie ik mezelf hopen vooruitgang boeken bij het ontkrachten van deze leugens. Ik ben een heel ander persoon dan ik was voor mijn burn-out. Deze persoon is veel gelukkiger en geaard. Ze gaat dit volgende hoofdstuk in met een hernieuwd gevoel van zelfvertrouwen, zelfrespect en natuurlijk veel gezondere grenzen. En door jullie te vertellen hoe ik mijn leven heb veranderd, wil ik niet zeggen dat ik nu beter ben dan jullie. Die fout zal ik niet meer maken. Maar wel dat ik compleet anders ben dan de Laura van twee jaar geleden.
ALLES KOMT GOED
INLEIDING
Stap 1:
begrijpen “Niets in het leven hoeft gevreesd te worden. Het hoeft alleen begrepen te worden.” Marie Curie
In de negen maanden voor mijn burn-out kreeg ik een nieuwe manager op het werk. Het bedrijf stond voor enkele grote structurele veranderingen en was ervan overtuigd dat hier een shift in management voor nodig was. Ze kwam onze afdeling met stampende voeten binnengestormd en voerde op slechts een week tijd enkele ingrijpende veranderingen door. Ik voelde me meteen ongehoord en gekwetst door de aanpak van deze buitenstaander die haar manier van werken aan ons dicteerde. Dit zonder te begrijpen waarom mijn collega’s en ik de dingen deden zoals we ze deden. Ze botste dan ook op enorm veel verzet van het team, en dan vooral van mijzelf.
18
Ik herviel na zes maanden in mijn burn-out omdat ik te veel en te snel wilde aanpakken. Werk stap voor stap aan aanpassingen, zodat je resultaten kan zien en precies begrijpt wat ze heeft veroorzaakt. Veranderen betekent in het begin geduldig zijn zodat je elke wijziging die je aanbrengt volledig kan begrijpen en kan bepalen wat er nog meer moet veranderen om die voortgang te kunnen voortzetten.
Toch besloot ik een jaar later om mijn eigen herstel op dezelfde drastische manier aan te pakken. Ik vergelijk deze strategie om verandering door te voeren graag met het intrappen van een deur alsof je een huiszoekingsbevel volgt. Ik begrijp zeker de impuls, want je wil direct resultaat zien. Je wil bewijzen dat je het kan en dat je de tijd en moeite waard bent. En ondanks dat de strategie vaak en op verschillende gebieden wordt toegepast, werkt het zelden. Het heeft zelfs vaker het tegenovergestelde effect. Je stuit op enorm veel verzet en alle goede intenties om te veranderen verdwijnen. Er wordt teruggevallen in oude gewoontes en er is geen ruimte of vertrouwen meer voor nieuwe veranderingen in de toekomst.
19
In plaats van deuren in te trappen, is het belangrijker om eerst de tijd te nemen om de situatie te begrijpen voordat je iets verandert. Dit kan in het begin heel frustrerend zijn, vooral voor actiegerichte personen zoals mezelf, maar ik ondervond dat het de meest effectieve manier is om veranderingen door te voeren. De eerste stap naar verandering is begrijpen waarom een situatie is zoals ze is. Je moet observeren en informatie verzamelen. Het is belangrijk dat je nederig, open en stil blijft tijdens deze fase. Schreeuw nog niets van de daken of spui je mening niet op sociale media, maar maak in plaats daarvan aantekeningen voor jezelf. Het gaat er in deze fase om dat jij het begrijpt, en niemand anders. Daarbij kan ik niet genoeg benadrukken: verander slechts één ding tegelijk. Wees niet grootmoedig met dingen veranderen en alles tegelijk te willen aanpakken. Je zal falen. Je zal zelfs spectaculair falen.
ALLES KOMT GOED
STAP 1: BEGRIJPEN
Overtuiging De angst om een cliché te worden, heeft mij tot een cliché gemaakt. Ik ben een 29-jarige ex-journaliste die na een burn-out haar verhaal in een boek neerschrijft in de hoop anderen ermee te kunnen helpen. Hoe hard ik vroeger van dit concept gewalgd zou hebben, hoe hard ik er nu van overtuigd ben dat het leven zo moest lopen. Die overtuiging heb ik zelf gekozen, op basis van mijn eigen ervaringen en verwachtingen. In tegenstelling tot andere beperkende overtuigingen die ik jarenlang heb geloofd, maar die me vanop jonge leeftijd waren aangeleerd of opgedrongen. Ik bleek het uithangbord te zijn van de beperkende overtuiging ‘ik ben niet goed genoeg’.
20
Die overtuiging zat zo diep geworteld dat ze mijn leven bijna drie decennia lang in haar macht heeft gehad. Dat uitte zich in een waslijst aan symptomen zoals stress, chronische pijn, schaamte, verdriet, depressie, boosheid en uiteindelijk een burn-out. Ik was me in eerste instantie niet bewust dat mijn klachten voortkwamen uit de levensstijl die ik al heel mijn leven had opgebouwd. Ik dacht namelijk dat er iets mis was met mij. Dat ik niet thuishoorde op deze wereld omdat ik net zo anders was. Tot ik er in mijn herstel achter kwam dat dit een grote leugen is. Het is zelfs een van de meest voorkomende beperkende overtuigingen die er bestaan, en dat terwijl we allemaal denken dat we hier alleen in staan.
falen’, ‘een succesvolle carrière leidt tot een succesvol leven’ en ‘alles komt goed’. Het zou heel simplistisch zijn om te zeggen dat je die overtuigingen gewoon moet loslaten, dus dat ga ik niet doen. Maar ik kan je wel vertellen dat het mogelijk is om je leven er niet meer door te laten leiden. Als je de oorsprong ervan kan ontdekken, zal je stap voor stap ondervinden dat ze niet kloppen. En wanneer je ergens niet langer in gelooft, zal het ook geen impact meer op je hebben. De oorsprong van beperkende overtuigingen ligt vaak in onze kindertijd. Als kind worden we continu blootgesteld aan signalen van onze ouders of degenen die instaan voor onze zorg. We absorberen al die signalen als onderdeel van onze ontwikkeling, om steeds bij te leren. Dat houdt niet enkel in wat ze tegen ons zeggen, maar ook wat ze net niet zeggen, zoals hun lichaamstaal en andere non-verbale communicatie. Wanneer onze ouders hun gevoelens uiten naar ons, gaan we deze vaak op onszelf projecteren, omdat we nog niet in staat zijn om hier op een andere manier mee om te gaan. Dat betekent dat we als kind het gevoel krijgen dat we de oorzaak zijn voor deze gevoelens.
Beperkende overtuigingen zijn gedachten en opinies waarvan men gelooft dat ze de absolute waarheid zijn. Ze hebben de neiging om een negatieve invloed op iemands leven te hebben door hen ervan te weerhouden uit de comfortzone te stappen en te groeien op persoonlijk en professioneel niveau. In de meeste gevallen zijn beperkende overtuigingen onbewuste gedachten die fungeren als een verdedigingsmechanisme. Ze helpen je om mogelijke negatieve emoties te vermijden.
Zolang die gevoelens positief zijn, is er geen probleem. Maar zoals iedereen weet, is dat niet realistisch. Dit kan allemaal leiden tot de overtuiging dat we niet goed genoeg zijn als we gewoon onszelf zijn. We leren dat we ons op een bepaalde manier moeten gedragen of dat we moeten presteren om gezien en geliefd te worden. Deze overtuiging uitte zich bij mij op verschillende manieren zoals prestatiedrang, perfectionisme, angst voor afwijzing, uitstelgedrag, impostersyndroom, een gebrek aan zelfvertrouwen, people pleasing en veel belang hechten aan schijn en uiterlijke kenmerken. Dus ben ik stap voor stap, één symptoom per keer gaan kijken hoe ze bijdroegen tot de kernovertuiging dat ik niet goed genoeg was. En hoewel ik de oorzaak niet meer kon veranderen, leerde ik wel om de inhoud ervan te veranderen.
Bekende voorbeelden van beperkende overtuigingen – en enkele van degene die ik geloofde – zijn: ‘ik ben niet goed genoeg’, ‘je gevoelens tonen maakt je zwak’, ‘stilstaan is achteruit gaan’, ‘om hulp vragen is gelijk aan
Jezelf een spiegel voorhouden is vaak de start van zelfreflectie en groei. Het was enorm confronterend en allesbehalve fijn, maar het was o zo nodig. Ik heb mezelf moeten uitdagen en ik ben nog nooit zo ver uit mijn
ALLES KOMT GOED
STAP 1: BEGRIJPEN
21