ACTUA
Voorjaar 2020
5/36
Editie N°1.
ACTUA Openhartige en confronterende verhalen van een Kempisch meisje met een zwarte huid. De revelatie van De Slimste Mens ter Wereld uit 2017 komt nu met een belangwekkend boek.
dalilla hermans
(1986) is schrijfster en een belangrijke stem in het maatschappelijk debat. Ze schreef verschillende boeken, waaronder een autobiografisch werk en een thriller. Daarnaast was ze redactrice bij Charlie Magazine en heeft ze een vaste column in De Standaard. Na haar deelname aan De Slimste Mens ter Wereld in 2017 werd ze de meest gegoogelde persoon van België. En met reden. Dalilla gaf al meer dan driehonderd lezingen, workshops en keynotes over racisme, representatie en diversiteit. Ze is getrouwd en moeder van drie.
VOORJAAR 2020
HET LAATSTE WAT IK NOG WIL ZEGGEN OVER RACISME dalilla hermans In 2014 schreef Dalilla Hermans een open brief over racisme met als titel ‘Ik ben het beu om te doen alsof het allemaal wel meevalt’. Haar brief ging viraal en Dalilla werd een van de meest inspirerende en constructieve stemmen in het debat over racismebestrijding. Meer dan vijf jaar lang heeft ze op de barricades gestaan en dat eist zijn tol, want die jaren gingen gepaard met heel wat tegenwind. Met dit boek wil Dalilla Hermans nog enkele laatste woorden kwijt over het thema. Daarna wil ze de microfoon liever doorgeven. Laat dit boek een handleiding zijn voor al wie de handschoen wil opnemen, een aanmoediging voor wie dit gigantische probleem in de ogen durft te kijken. Of voor wie zich afvraagt hoe het voelt om op en achter de barricade te staan. Het laatste wat ik nog wil zeggen over racisme toont het lelijke gezicht van racisme in Vlaanderen, waarvan we hoopten dat het al lang verdwenen zou zijn. Dit is Dalilla Hermans’ slotstuk… in principe. 128 × 200 mm | Softcover | 128 pag. Verschijnt midden februari 2020 NUR 740 | ISBN 9789463931861 € 19,99
Het laatste wat ik nog wil zeggen over racisme
LEESFRAGMENT Ik ondervond al snel dat wanneer je over een gevoelig thema zoals racisme wil praten en bruggen bouwen als de ultieme remedie ziet, er iets vreemds ontstaat. De dialoog verloopt doorgaans volgens een vast stramien. Niet alleen bij mij, maar bij iedereen die last heeft van ongelijkheid en dat probeert uit te leggen aan iemand die ze niet ziet of die ze in stand wil houden. Je vertelt een aantal pijnlijke anekdotes die aantonen hoe racisme je leven heeft getekend en probeert die uit te leggen aan de hand van herkenbare emoties (je zoekt verbinding). De andere partij reageert gechoqueerd, vergoelijkend of afwimpelend (‘maar misschien bedoelden ze dat helemaal niet zo’). Je luistert, probeert de bezorgdheden en eventuele anekdotes van die andere kant serieus te nemen (empathie). Nadat je de ander hebt overtuigd dat het echt wel ging zoals je vertelt, of hem hebt gerustgesteld dat je hem heus niet als een racist beschouwt, volgt empathie en begrip van zijn kant. Of toch voor die paar anekdotes, voor het sporadische en expliciete racisme. Wanneer je het grotere plaatje probeert te schetsen dat het hem zit in de verhoudingen in de hele maatschappij reageren veel mensen sceptisch en afwijzend. Heel soms blijven ze empathisch en begripvol. Dan kun je mogelijke oplossingen aanreiken en tonen hoe we elkaar kunnen helpen. De ander reageert vaak instemmend, op een betuttelende manier. Zelden gaat hij ook effectief met die oplossingen aan de slag of tot actie over.
5/36