Flatlife Het Begin We herinneren ons nog goed de groep studenten die samen met Jonas Geirnaert studeerden. Zo’n groep hebben we maar éénmaal gehad. Ze waren vooral bezig met het atelier te verbouwen tot een kamp, ‘Kamp Gertje’, met onder andere Herr Ober-ZurorderRüfungFührer Jelle De Beule. Opeens stond er een metershoge kartonnen kasteelmuur in het midden van de klas. Door een ingenieus touwsysteem zag ik mezelf, in een getekende versie van een kasteelwachter, boven aan de muur voorbijkomen, roepende “gebuisd”. Spitsvondig zijn en onnozel doen was hun specialiteit. Wanneer ze tijd hadden om animatie films te maken, weten we niet zo goed meer. Gent, België info@borgerhoff-lamberigts.be – www.borgerhoff-lamberigts.be ISBN 978-90-89314-46-8 – NUR 360/370 D/11.089/100902 © 2014, Borgerhoff & Lamberigts nv Auteur: Jonas Geirnaert Coördinatie: Cleo Vandenbosch, Joni Verhulst & Annelies Vanderoost Pre-press: Marc Provoost Mastering: Marcel Moot Gedrukt in Europa Eerste druk: juni 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
In zijn derde jaar had Jonas ons verrast met The All-American Alphabet, een film over het Amerikaanse imperialisme en hun verantwoordelijkheid voor de dood van duizenden kinderen tijdens de Irakoorlog. Wat was dat lang geleden dat we een student hadden met politieke interesse, een student met een visie, weliswaar zwart-wit, maar toch een student die met zijn films het onrecht in de wereld wou bestrijden. Daarom waren wij verwonderd toen Jonas Geirnaert het jaar nadien zijn plan voor de film Flatlife voorlegde. Hij wou afstude ren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, optie Animatiefilm met ‘een leuke film’. Wat was er gebeurd met de ambitie om met zijn films het grote onrecht in de wereld aan te klagen? Hij wou een film om te lachen maken over de interacties tussen vier mensen in hun appartementje. De belevenissen van
een manneke dat vazen schildert, een ventje dat met kaarten speelt, een meneer die tv kijkt en een vrouw die de was doet. Hij wou een plezante film maken. Niet dat we iets tegen humor hebben. Maar waar was zijn politiek engagement gebleven? Was het verdwenen door de invloed van ‘slechte’ vrienden en medestudenten die zijn geëngageerde geest bezoedelden door van ’s morgens tot ’s avonds in het atelier zogenaamde ‘Bottom’-muziek te draaien? Rommelmarktschlagers met teksten als: ‘Speel niet met mijn voeten pappie, pappie doe dat niet’ of ‘Kom hier bij ons aan de toog; ‘t is te droog, ‘t is te droog’. Onze meest v eelbelovende, voorbeeldige en beleefdste student die zijn hoofd laat op hol brengen door eindeloos te luisteren naar liedjes als ‘O, die sexy lingerie, die lingerie van ons Marie…’ Het is schitterend afgelopen met Flatlife, de humor werkte bijzon der goed door zijn fijne observaties en de film won verschillende internationale prijzen. Flatlife was een fantastisch begin van het audiovisuele werk van Jonas Geirnaert, dat steeds gekenmerkt blijft door een bijzon dere combinatie van genialiteit en banaliteit. Hij verdient er nu zijn boterham mee. Luc Degryse Master coördinator Animatiefilm KASK School of Arts Gent
3
EEN LEUKE MEERKEUZEQUIZ – antwoorden op pagina 7 –
Het is precies tien jaar geleden dat je kortfilm F latlife in wereldpremière ging in Cannes. Waar zou je dit jubileumboek het liefst mee beginnen?
A) Een saaie uiteenzetting over het tot stand komen van de film, in enkele tientallen pagina’s. B) Een wetenschappelijk traktaat over het territoriaal gedrag van de egel. C) Een leuke meerkeuzequiz!
1. Hoe kom je op het idee van Flatlife? Hoe is het verhaal tot stand gekomen?
2. Hoe ben je concreet te werk gegaan en hoelang heb je eraan gewerkt?
3. Welke onverwachte moeilijkheden ben je tijdens het maken tegengekomen?
A) Het idee komt uit het boek ‘1001 leuke ideeën voor animatiekortfilms’, in 2003 vertaald uit het Hongaars. Het gaat meer specifiek om idee nr. 928 op pagina 290: ‘Een film waarin de gebeurtenissen in verschillende kamers van een gebouw gelijktijdig verteld worden’.
A) Ik heb de hele zwiek uitbesteed aan schimmige bedrijven in lageloonlan den, waar tientallen onderbetaalde kinderen in sweatshops zonder daglicht op anderhalve maand onge veer 9.000 tekeningen met de hand gemaakt hebben.
A) De computers van de school waren voor die tijd behoorlijk modern, maar bleken niet krachtig genoeg voor scènes met vaak tientallen lagen teke ningen boven elkaar. Ook dronk ik zodanig veel koffie dat mijn tekenpen lag te bibberen in m’n hand, wat op enkele tekeningen goed zichtbaar is.
B) Ik heb eigenhandig ongeveer 9.000 tekeningen gemaakt, gebogen boven een lichtbak op mijn studentenkamer of op de academie, in een tijdspanne van anderhalf jaar. Sjongejonge, was me dat een werk!
B) De Grote Papierschaarste van 2004, volgend op de Grote Beverplaag van 2003, joeg de productiekosten enorm de hoogte in.
B) Ik heb het idee gestolen uit de rugzak van een onoplettende animatiefilm regisseur, in de bus op de terugweg van een kortfilmfestival in de Poolse stad Krakau. C) Ik heb het allereerste idee voor Flatlife gekregen terwijl ik op mijn rug in bed naar het plafond lag te staren. Na het basisconcept is het verhaal zo goed als vanzelf gekomen.
4
C) Ik wou dat ik de hele zwiek uitbe steed had aan schimmige bedrijven in lageloonlanden.
C) Ergens halverwege het maken van Flatlife ben ik stommelings in een poort naar een parallel universum gesukkeld, waar ik eerst een veldslag tegen een leger van gerobotiseerde egels heb moeten winnen vooraleer ik door een andere poort terug naar mijn thuiswereld kon gaan.
4. Is de ‘set’ gebaseerd op een bestaand flatgebouw? A) Ja. B) Neen. C) Ja en nee. Het is heel ingewikkeld en ik zou er liever niet over praten. 5. Zijn de personages gebaseerd op échte mensen? A) Dat zijn uw zaken niet. B) Ja. C) Nee. De gelijkenissen tussen enkele personages uit Flatlife, de stripfiguur Boerke van Pieter De Poortere en mijn intussen overleden groottante Maria berusten – hand op het hart – op louter toeval.
6. Zitten er verborgen verwijzingen in Flatlife, of leuke weetjes? A) Ik heb een hekel aan leuke weetjes. B) Alle verwijzingen in de film liggen open en bloot te grabbel en zijn dus geenszins verborgen. C) Het tv-beeld van de panda is een knipoog naar ‘Buiten De Zone’, waar in aflevering 7 de vader van het tele visiekijkend gezin tijdens een pikante scène wegzapt naar een of andere natuurdocumentaire met een panda die dommig bamboe zit te eten. Ik vond dat beeld onweerstaanbaar grappig.
5
7. Dit was je eindwerk. Hoe reageerde de jury?
8. Had je verwacht een prijs te winnen in Cannes?
9. Wat heb je met de prijs gedaan?
A) Ze vonden het een zeer goed eindwerk.
A) Uiteraard. Flatlife is dan ook een meesterwerk en wat mij betreft de apotheose en tevens het eindpunt van 40.000 jaar kunstgeschiedenis.
A) Die hangt al tien jaar te pronken aan de muur in de woonkamer van m’n ouders. De prijs bestond enkel uit een eenvoudige oorkonde met daarop ‘Prix Du Jury’, en de naam ‘Jonas Geinaert’ in mooie kalligrafische letters, inclusief de schrijffout. Ze hebben achteraf nog een ‘r’ tussen de ‘i’ en de ‘n’ moeten moffelen.
B) Ze waren tot tranen toe bewogen door het meeslepende verhaal en vielen elkaar tijdens de eindgeneriek snikkend en snotterend in de armen. C) Ze hebben heel de tijd luidruchtig popcorn zitten knagen en hebben de film op het einde uitgejouwd.
B) Uiteraard niet; ik had niet eens ver wacht geselecteerd te worden voor de kortfilmcompetitie. C) Ik was op voorhand bij een waarzeg ster geweest die me verzekerd had dat ik geen prijs ging winnen, maar ik geloof niet in waarzeggerij. Dus ja, ik had verwacht een prijs te winnen.
B) Weggesmeten. C) Aan de arme landen geschonken.
10. Welke deuren zijn er open gegaan na het winnen van de prijs?
11. Hoe was je belevenis in Cannes? Eventuele leuke weetjes?
12. Heeft Flatlife een grote invloed gehad op je leven? Wat betekent deze kortfilm voor je?
A) Geen.
A) Och ja, dat was eigenlijk allemaal niet zo heel bijzonder.
A) Ik wou dat ik die ellendige rotfilm nooit gemaakt had.
B) Leuk. Goed weer en lekker van eten. Én ik heb misbruik kunnen maken van mijn momentje op het podium om de kiezers in de Verenigde Staten op te roepen niet voor Bush te stemmen. 49,27% van hen heeft mijn advies gevolgd; knap hé?
B) Flatlife heeft zelfs iets té veel invloed gehad op m’n leven. Bij alles wat ik doe en elke beslissing die ik moet maken, denk ik eerst: wat zou Flatlife doen?
B) Alle. C) De eerste deur die is opengegaan was de deur naar de coulissen achter het podium van het Palais Des Festi vals in Cannes. Daarna ging er een liftdeur open en weer dicht, waarna ik in het gezelschap van onder andere Quentin Tarantino en Michael Moore van verdieping veranderde, en daarna ging diezelfde liftdeur nog eens open en dicht. Daarna ging er een deur open naar de wandelgan gen van de kantoren van het festival, daarna een deur naar buiten waar er een soort fotosessie was van de winnaars, en daarna ben ik eigenlijk gestopt met te letten op welke deuren er nu wel of niet opengingen.
C) Zoals ik al zei: ik heb een hekel aan leuke weetjes.
C) Na tien jaar ben ik nog steeds heel trots op m’n eindwerk, en ik ben blij dat Flatlife geslaagd is in het oor spronkelijke opzet: mensen aan het lachen brengen.
1. C / 2. B / 3. A / 4. B / 5. C / 6. C / 7. A / 8. B / 9. A / 10. C / 11. B / 12. C 6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25