Robin bw lr issu

Page 1

Martin Coenen


1

Zondag 2 april. Het staat nu vast: ik ga op zoek naar mijn papa. Toen ik twee was ging mijn vader weg. Van het ene moment op het andere. Sindsdien is mijn leven helemaal anders. Vroeger woonden we in een huis. Het was klein, maar gezellig. En met een tuin. In die tuin stond een boom. Vanuit mijn kamer zag ik de takken. Op een van die takken zat een meisje. Cleo noemde ik haar. Ze had lang blond haar en was mooi. Als mama en papa beneden ruzie maakten praatte ik met Cleo. Zij was wijs. Ze begreep me. Ze begrijpt me nog steeds. Cleo weet waarom ik op deze dag begin te schrijven. Toen papa wegging was het ook 2 april. Zo, nu weet jij ook waarom ik dit dagboek schrijf. Ik ben Robin, en ik ben alleen thuis.

5


Mijn mama (Sarah) is naar het dierenpark. Ze is met Jesse, mijn stiefbroer. En met Bart, haar vriend. Bart woont bij ons. Hij is de papa van Jesse. Een keer noemde ik Bart ook papa. Dat was een vergissing. Het gaat nu beter tussen ons. Maar mijn papa wordt hij niet. Drie vrienden heb ik. Echte vrienden. Gamil is mijn maat. @Gamil:

Bro, hoe gaat-ie? Wat spook jij uit vandaag? Een

gezelschapsspel met je zusje Noortje? Of een uitje met papa politieman Arun en mama Nadija?

Gamil is op Emma. @Emma:

Cleo heeft iets van jou, weet je. Altijd een luisterend oor.

Gamil is een gelukzak. Ik gun het hem. Ook al doet hij soms… vervelend. Heel vervelend. Str…vervelend. @Gamil:

Gamil denkt dat hij Cupido is. Mijn smartphone is een bakje vol krassen met een barst in het display. Maar hij werkt nog prima.

Gamil wil dat ik verliefd word op Lore. Hij zegt: bro, she’s the one! De pijlen van Gamil werken niet zo goed als die van Cupido. Dat hoeft ook niet. Lore is mijn beste vriendin. Meer nog: @Lore:

you are my soulmate!

Lore heeft ook een biologische vader waar ze niet echt veel van weet. Hij woont in Afrika. Toen Lore geboren werd hield hij de relatie met mama Marieke voor bekeken. Sindsdien woonde mama Marieke altijd alleen met Lore. Het verhaal van Lore en dat van mij loopt een beetje gelijk. Dat schept een band. Toch is er een verschil: Lore weet waar haar vader is, ik niet. Nog niet. Maar het gaat niet lang meer duren voor ik het geheim heb opgelost. Een eerste aanwijzing heb ik al. Er is wel een beetje een probleem: ik weet niet zo goed of het wel helemaal oké is. Ook Cleo fluistert dat ze het er moeilijk mee heeft. Ze begrijpt dat ik het recht heb om meer te weten over mijn vader. Maar ze vraagt mij of alles zomaar kan. Cleo heeft een punt. Zeker weten. Aan de andere kant: het is nu toch te laat. Ik kan maar beter toegeven wat er is gebeurd.

Ik - heb - gesnuffeld - in - de - schuiven - van mijn - mama.

Cupido was de ondeugende, kleine god van de liefde. Hij was gewapend met pijl en boog en iedereen die door één van zijn pijlen getroffen werd, werd verliefd.

6

7


2

Ik ben er haast zeker van dat je wil weten wat ik vond. Ik zal het meteen vertellen. Een ansichtkaart ken je, hè. Zo’n prentbriefkaart met aan een kant tekst en aan de andere kant een foto. De kaart die ik vond is uit Rimini. Ik had er nooit van gehoord. Rimini is een badplaats aan de oostkust van Italië. Als je in het midden van het land staat is dat rechts van je. Op de voorkant van de kaart die ik vond staan foto’s van: 1. Een bekende brug uit de tijd van de Romeinen 2. Een fontein uit dezelfde periode 3. Een kathedraal van veel later, maar ik heb het niet verder opgezocht 4. Een strand van nu met parasollen en een ijskraam. Bij het ijskraam is met een balpen een pijl getekend.

9


En naast die pijl staat: ‘Rara, wie stond hier?’ Ik heb meteen de kaart omgedraaid. Ik dacht dat daar meer informatie zou staan, maar dat viel tegen. Er was alleen maar een datum, niet eens een jaartal. De datum – 27 Maart – was omcirkeld. Onder die datum stond:

was dan nu. Het verwondert mij niet dat papa haar die kaart stuurde. Drie dagen later was mijn vader terug thuis bij mama en mij. Weer twee dagen later ging hij weg. Zomaar weg. Voor altijd weg. Weg zoals: Je valt in een put en niemand die het ziet. • Je verdwaalt in de woestijn en niemand vindt je terug. •

‘Nog een lading.’

De volgende zin:

‘Over drie dagen terug.’

Wat nog? • Je verstopt je snel in de kruin van de boom.

De laatste zin was in het Italiaans:

Cleo is werkelijk een fantastisch wijs meisje. Op elk ogenblik stelt ze de juiste vraag.

‘Ciao, bella!’

‘Ciao’ gebruiken wij van 4eVeR ook vaak. Geen week gaat voorbij of we spreken af. Bij een afspraak hoort uiteraard een begroeting als je elkaar tegenkomt en een afscheid als je weggaat. Wij – dus Lore, Emma, Gamil en ikzelf – zeggen vaak ‘doei’, maar je kan niet altijd ‘doei’ zeggen. Dat zou knap vervelend zijn. Ik vind het wel keicool van mijn vader dat hij dat blijkbaar ook al wist. Hij gebruikte mooie Italiaanse woorden. Gamil zegt tegen Emma ook wel eens ‘bella’. In één woord zeg je hetzelfde als ‘oh wat ben jij mooi’. Mijn mama was mooi. Zeker weten. Terwijl ik het opschrijf besef ik dat ik niet lief ben. Ik zou het beter corrigeren. Wat ik bedoel is: mama = (nog steeds) (heel) mooi. Toen papa tien jaar geleden allerlei reizen maakte, was mama natuurlijk jonger. En ik ben er haast zeker van dat ze nog veel mooier

10

Is - dat - wel - zo - zeker - dat - jouw - vader - de afzender - is, - Robin? Cleo heeft een punt. Ik heb wel een aanwijzing dat mijn vader de afzender is. Meer ook niet. Ik zoek dus verder, Cleo. Dit raadsel lossen wij op. Jij en ik.

11


3

16u23. De school is uit. Met Gamil spreek ik dan altijd af bij het fonteintje op de kleine speelplaats. Het is gemaakt van zwart metaal en met een kraan in chroom. Het lijkt in niets op die fontein van Rimini op de postkaart van mijn papa. Het is nu tien dagen geleden dat ik de ansichtkaart vond. Vinden is niet het juiste woord. Bij vinden hoort toeval. Ik was juist heel bewust op zoek naar iets dat mij bij papa zou brengen. Pas toen ik de derde keer ging snuffelen in de kast van mama vond ik de schoendoos. Bovenaan lag de prentbriefkaart met de foto van de Romeinse fontein in Rimini. Het water gutste uit de neus van twee paarden. Aan de schoolfontein is er alleen een straaltje water als je met je handen voor de sensor komt. Dat is een technologisch snufje om geen water te verspillen. Die van mechanica heeft dat eens van naaldje tot draadje uitgelegd.

13


Ik was zo met mijn gedachten bij de sensor dat ik Gamil niet zag aankomen. Hij klopte op mijn schouder. ‘Hé maat, ça vakes?’, vroeg Gamil. Ik was even verstrooid. Toen zei ik: ‘Ja, ja, oké, maat. Hoe was jouw dag?’ ‘Klef!’ ‘Klef?’ Gamil keek mij verbaasd aan. Hij sprak luid: ‘Klef, Robin. Klef van klef o klef o zo klef ja

klef van klefferdeklef.’

Gamil en ik zijn buddies. Buddies kennen elkaar door en door. Die hebben helemaal geen handleiding nodig om elkaar te begrijpen. Eén blik volstaat. Of een woord. Als Gamil zijn stem verheft en tegelijk een woord keivaak blijft herhalen is dat een teken van een slechte dag. ‘Het was een miezerige rotdag, Robin.’ Gamil hield het netjes vandaag. Een dagboek is flauwekul als je rond de pot draait. In een dagboek schrijf je the real stuff, toch? Dus schrijf ik hier even op hoe Gamil een slechte dag nog benoemt. Voor alle duidelijkheid: het lijstje gaat in opklimmende volgorde. 1. Rotzooidag 2. Ballendag 3. Reetdag 4. Kutdag 5. … Helaas geen top tien. Niet eens een top vijf. Cleo vindt dat het welletjes is. Ze heeft gelijk.

14

Natuurlijk kan het nog erger. Gamil zei laatst: (l.k m..n r..t-dag) & zo & zo… Ik ben zeker dat jij ook nog wel een paar – ahum, ahum – leuke synoniemen hebt voor een baaldag. Shoot, baby! Superveel baaldagen heeft Gamil niet. Meestal is hij goedgehumeurd. Dan fluit hij, of hij neuriet iets. Maar vandaag had Gamil dus een kleffe dag. Dat kwam door de les L.O., zei hij. ‘Dat is gewoon sport, toch?’ ‘Hey dude, noem jij een initiatie in jiujitsu gewoon gewoon?’ Nee, gewoon zou ik die gevechtstechniek ook niet noemen. Maar wat is daar klef aan? ‘Klef is ook kleverig, man’, zei Gamil. ‘Mijn partner was uitgerekend Jos Gerdroms.’ ‘Die zich nooit wast?’ ‘Die, dude, juist, die’, antwoordde Gamil. ‘Moet ik nu nog een tekening maken?’ Ik schudde het hoofd. ‘Zullen we straks boarden op het pleintje, Gamil?’ Ik werd verrast op een typisch Gamiltje. ‘Maybe yes, maybe no, Robin.’ Gamil wilde eerst Emma zien. Dat begrijp ik wel. Ze zijn nog wel geen koppel maar er zijn vonkjes. Als ik later een liefje heb, wil ik ook liever bij haar zijn dan op een plank wat kunstjes te staan doen.

15


Met mijn mama is iets vreemds. Ze vertelt wel veel, maar altijd later dan het gebeurt. Op het moment zelf zwijgt ze. Ik denk dat dit komt door wat er is gebeurd met papa. Ik was twee jaar. Ik weet niets van het moment zelf. Mama heeft dat wel allemaal meegemaakt. Kan je zoiets ooit vergeten? ‘Hoe was jouw dag, Robin?’, vraagt ze.

Gamil had jiujitsu. Daar kan je iets over zeggen. Wat heb ik vandaag meegemaakt? ‘Hallo, Robin?’ ‘Ja, mama. Ik hoor je wel.’ ‘Nou en…?’ Even denken. Tuurlijk dat. Hoe kan ik dat nu vergeten? Het is echt wel straffer dan het verhaal van Gamil. Het vierde uur hadden we scheikunde. Die gast die dat geeft ziet er gewoon niet uit. Ik schat ‘m veertig of zo. Hij gedraagt zich graag jonger. Vandaag droeg hij boots met rode veters – oké, oké – maar hij had ook een blauw geruite blazer aan. Ik ken niet veel van mode, maar dit sloeg nergens op. Ik ben zeker dat Emma en Lore mij gelijk geven. Emma en Lore zijn into fashion. ‘Als je zo lang moet nadenken, Robin…’ ‘Die van scheikunde liet een blikje over tafel rollen zonder het aan te raken.’ Mama draait zich om. ‘Hoe kan dat?’ ‘Eerst moet je het blikje leeg drinken.’ ‘Nogal wiedes.’ Mama begrijpt er niets van. ‘Je hebt ook een ballon nodig. Die blaas je op en je legt er een knoop in. Die opgeblazen ballon wrijf je snel over je haar en dan houd je ‘m bij het blikje, zonder het aan te raken. En dan moet het blikje rollen.’ Mama luisterde maar half. ‘Interessant, Robin.’

16

17

Sorry, Cleo, JIJ bent er ook. Ik was je even vergeten. Jij begrijpt wel dat ik wil boarden. Toen ik thuis kwam was mama bezig met het avondeten. Ik kon meteen raden wat we zouden krijgen: macaroni met ham en kaas. Hoe vaak heb ik dat al gegeten? Nu Bart werk heeft en er wat meer geld is, eten we dit gerecht nog één keer per week. Voordien stond macaroni zeker tien keer per maand op het menu. Tel zelf maar mee. Per jaar: 12 maanden x 10 keer = 120 keer per jaar. Over een periode van tien jaar is dat 10 x 120 = 1200. Meer dan duizend keer dus. DUIZEND!!! In de top drie van de Italiaanse, snelle gerechten, staat macaroni met ham en kaas op de derde plaats. Op één staat de spaghetti bolognese, op twee de lasagne. Die bronzen medaille is mee de verdienste van mama. Na het vertrek van papa waren we echt arm. Mama werkte als schoonmaakster. Ze verdiende niet veel. Na de afbetaling van de lening voor het huis had mama maar vier euro per dag om van te leven. Dat vertelde ze me later.


‘Die proef mislukte juist omdat het blikje niet leeg was. Die van scheikunde kreeg de frisdrank over zijn gele sokken. ‘Wie heeft dit gedaan?’, riep hij. Natuurlijk stak niemand zijn hand op. Het was meteen gedaan met de proefjes. Dat was wel jammer.’ ‘Proefjes zijn leuk, Robin. Koken is ook een beetje zoals proefjes doen, Robin.’ Ik knikte. Mama deed boter in een kookpot en voegde er bloem aan toe. Op de grote kookplaat stond kokend heet water. Daar moet de macaroni in garen. Over papa zegt mama bijna nooit iets. Ik vraag me af of ze nog ooit aan hem denkt. Nu bijvoorbeeld. Mama is helemaal verdiept in het gerecht. De saus is het belangrijkste: bechamelsaus moet romig zijn. Je moet dus roeren. ‘Heel veel roeren’, zegt mama. ‘Tot je arm zoveel pijn doet als na een lange tennismatch.’ Als jongetje van zeven ging ik tennissen met oom Wim. Oom Wim had mij een shortje gekocht en tennisschoenen. ‘Waar heeft Bart nu weer de pepermolen gezet?’, zegt mama. Ze rommelt in de keukenkast. ‘Help jij mij even de eieren pletten, Robin?’ ‘Okay, mama.’ De eieren kan je pletten met een pureestamper. Maar je kan ook een vork gebruiken. Mama doet het met de vork. Ik doe liever de stamper. Je moet het wel rustig doen anders heb je eierpuree. Dat past niet bij een lekkere macaroni met ham en kaas. De ham kan je in reepjes snijden of in kubusjes. Eerst deed ik kubusjes maar daar ben ik mee gestopt. Jesse doet dat ook. Nu vind ik dat kinderachtig. Dus doe ik reepjes. 18

‘Zijn we niets vergeten, jongeman?’, vraagt mama plagend. Ik doe de deur van de koelkast open en pak een citroen. ‘Bravo’, roept mama. Ze snijdt de citroen in twee en werkt de saus af met wat vers citroensap. Dan gaat de schotel in de oven. De grill doet de rest. Ik kan de macaroni zelf maken. Ik ken het recept uit mijn hoofd. Met dat recept in een vrouwenblad begon mijn zoektocht naar papa. Het recept lag in een doos in de kleerkast van mama. ‘De schoendoos met de gele sticker’, zei mama. ‘Het recept ligt helemaal bovenaan.’ Ik vond het recept inderdaad meteen. Het was wat slordig uitgescheurd uit het blad. Er hing nog een nietje aan. Toen ik de doos dicht deed viel het nietje tussen de bloezen en de sweaters van mama. Nietjes maken gaten. Dus probeerde ik dat nietje te vinden. Juist toen het in mijn vinger prikte – ai, AI – stond mama in de kamer. ‘Wat spook jij hier uit!’ Dat klonk heel boos. ‘Het recept zoeken, mama. Dat heb je toch gevraagd.’ ‘Ik vroeg om in de doos met de gele sticker te kijken, Robin. Die andere doos is van mij, begrepen? Helemaal van mij.’ ‘Ja, mama.’ Mama was niet alleen boos, haar gezicht stond ook op verdriet.

De doos liet mij niet meer los. Het geheim van papa zit in de doos, Cleo. 19


4

Altijd en overal dacht ik aan de doos. Thuis, op school, zelfs op het pleintje. ‘Waar zit jij toch met je gedachten, dude?’, vroeg Gamil. ‘Bij de doos’, antwoordde ik. ‘Hou je mij voor de maffe of wa, Robin?’ ‘Grapje, bro.’ ‘Als je nu niet flink gaat boarden steek ik je in een doos, Robin.’ Gamil klopte op mijn schouders. We begonnen te boarden. Toen kwamen Emma en Lore. ‘Dames, ik heb nieuws’, zei Gamil. ‘Robin denkt aan een doos.’ De drie moesten heel erg lachen. Ik haalde mijn schouders op. Wat moest ik anders? Twee dagen na het voorval op het pleintje was ik alleen thuis. Bart was met Jesse naar de training van het voetbal. Ik keek op de klok. Zij zouden nog minstens een uur weg zijn. Mama was aan het werk in het bejaardenhuis. Zij zou nog…

21


Ik dacht dat ik beneden in het portaal iets hoorde. Ik deed de deur open. Niets. Maar ik mocht geen enkel risico nemen. @Mama:

hoe laat kom je thuis, mama?

@Robinneke:

is er iets???

@Mama:

@Robinneke:

neeje… om te weten, hè

7 of zo – vol-au-vent

@Mama:

njammie – jummie – tot straks.

Ik had een uur. Ik ging naar mijn kamer. Mijn hart bonkte in mijn keel. Het was nu of nooit. Ik had geen keuze. Ik durfde niet. Het moest. Met knikkende knieën deed ik de kleerkast van mama open. Ik deed mijn ogen dicht en voelde met één hand onder de kleren. Nog kleren. Ik voelde weer. Een riem. Geen doos.

OMG. Er was géééééén doooooos!

22

Cleo maande mij aan tot kalmte. Wat weet ik? • Er was een doos maar de doos is weg. • Ik weet van de doos. Mama weet ook van de doos. • Ik heb de doos niet weg gedaan. • Dus mama heeft de doos weg gedaan! Een doos heeft geen pootjes, toch? Ik moet opschieten. Weet jij iets, Cleo? Ik pak een stoel en ga er op staan. Ik kijk boven op de kast. Er liggen rollen gekleurd papier. Maar dan zie ik wat ik zoek.

De doos.

De doos!

Mijn handen willen gelijk de doos pakken maar Cleo houdt mij tegen. ‘Zou je dat wel doen, Robin?’ Mijn knieën knikken. Straks donder ik van de stoel. Als je iets doet, moet je het goed doen! Wat weet ik? • Mama wil niet dat ik in de doos kijk. • Mama legt de doos gewoon boven op de kast. • Als ik in de kast kijk, ga ik ook op de kast kijken. • Mama is zeker dat ze zal weten wanneer ik in de doos kijk. Maar hoe dan?

23


Ik sta weer op de stoel en rek mij wat uit. Een slot is er niet. Een slot op een kartonnen doos zou ook onzin zijn. Wat is het dan wel? Ik kijk weer naar de rollen gekleurd papier. Cleo heeft gelijk: dit is het slot! Mama heeft de rollen in een bepaalde volgorde gelegd. Als ik de kleuren verwissel weet mama dat ik in de doos ben geweest. Hoeveel rollen zijn er? Zeven. Neen, acht. In deze volgorde: • Rood • Oker • Bruin • Indigo • Geel • Oranje • Zwart • Paars Hoe moet ik dat onthouden? Wacht eens even. Ik ben geen fan van die stijve trut van Nederlands, maar zij heeft mij wel iets geleerd: maak een ezelsbruggetje! Kan ik met al die namen een rijmpje maken? Gamil is vlotjes met taal. Ik ben een hark. Tegen de tijd dat ik een rijmpje heb staan mama, Bart en Jesse hier al naast mij. Kan ik niet met alle eerste letters een woord vormen?

ROBIGOZP

24

Ineens had ik het. Het flitste zomaar door mijn hoofd:

Robi (-n) Go Zonder Paniek! Ik pakte de rollen papier en legde ze op het bed. Toen nam ik de doos. Ik zette ze op de nachttafel van mama. Ik haalde het deksel eraf. Ik wilde… ‘Stop, Robin, stoppp!’ Zoals steeds hield Cleo het hoofd koel. Als ik nu snel in die doos ging graaien, zou mama mij toch betrappen. Ik moest voorzichtig te werk gaan. Beetje bij beetje zou ik mij de inhoud van de doos eigen moeten maken. Onder de kaart van Rimini lag een andere prentbriefkaart. In grote blauwe letters stond er:

Wat was dat? Arabisch. Ik draaide de kaart om. In handschrift stond er. ‘Tanger, woensdag. Wacht op de ferry. Mis je. xxxxx PS Ik heb je stuff.’

25


Ik vergeleek het geschrift met dat van de ansichtkaart uit Rimini. Dezelfde krullen. Dezelfde hoofdletters. Het kon niet missen: deze kaart was van papa! Waarom was er geen naam? Waarom was papa altijd op een andere plek? Na Tanger was er een kaart van Alicante. Weer geen datum. Weer geen naam. Daaronder lagen nog wel tien kaarten. Ik zag ook brieven. Zouden er ook foto’s zijn? Ik zag ze niet, maar ik was zeker van wel. Wat zou ik graag die doos nu helemaal omgekieperd hebben om alles te bekijken. Hoe lang had ik daar zo staan staren? Ik kon maar beter voortmaken. Dadelijk was iedereen thuis. Ik zette de doos terug op de kast. Nu de rollen gekleurd papier nog. Wat was de sleutel van het slot ook alweer?

@Emma:

straks in het kot?

Ah, nog een bericht. @Robin:

we zijn onderweg – mama.

Gosh, mama. Je moest het eens weten! Nu ik eraan denk: volgende keer ga ik foto’s maken van alles. Dat helpt om alles op een rijtje te zetten. Ik wil niet voortijdig betrapt worden. Mijn zoektocht is nog maar pas begonnen.

Robin go zonder paniek. Ik legde de rollen op volgorde. Alleen: ik miste de ‘n’. Welke kleur begint nu met een ‘n’? N… eutraal. Dat is toch geen kleur. De zenuwen gierden door mijn keel. Hoe kon ik het nu zo verbrodden! Toen wist ik het weer: Robin moet zonder de ‘n’ zijn. Gewoon: Robi. Ik zette de stoel op zijn plaats en ging snel naar mijn kamer. Op mijn tafel lag mijn smartphone. Even checken.

26

27


5

Ik was de laatste in het kot. Het kot is het houten huisje dat de papa van Emma bouwde in de tuin. Overdag werkt hij daar. ’s Avonds en in het weekend is de ruimte voor Emma. Die nodigt ons dan uit. Ons groepje heeft een naam: 4eVeR. Lore sprong gelijk op en gaf mij een kus op mijn wang. ‘Blij dat ik je zie!’, riep ze. ‘Ik ook’, vulde Emma aan. Ik dacht dat ze mij ook een zoen zou geven. Ze wuifde alleen maar vanaf de zetel. Gamil sloeg zijn rechterhand tegen de mijne. ‘Dude, waarom ben je zo laat? Geheimpje?’ ‘Ik moest op de anderen wachten om te eten.’ Gamil stond op. ‘Hallo. Ga je ons het geheim van de macaroni vertellen of wat? Thank you, man.’ Ik schudde het hoofd. ‘Het was koninginnenhapje.’

29


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.