VERGEET JE SPORTZAK NIET
VEERLE VALAERT & STEFANIE FALAT
VERGEET JE SPORTZAK NIET HOE JE GEZINSLEVEN TE ORGANISEREN ALS COMPETITIESPORT JE HUISKAMER BINNENSLUIPT
INHOUD
VOORWOORD INTRO
9 15
1. COMPETITIESPORT ALS VRIJETIJDSINVULLING Hoe sportief is je kind? Ondersteuning voor de sporter De topsport De competitiesporters Wat kost dat ons, die competitiesport?
19
2. IEDER ZIJN ROL De sporter De trainer, coach of begeleider De ouders Hou je rol vast Weet bewust wat je belangrijk vindt Laat los maar wees waakzaam
33
3. (COMPETITIE)SPORT ALS BONDGENOOT VAN JE OPVOEDING Sporters hebben fysiek een stapje voor Sporters hebben mentaal een stapje voor Sporters leren praktische vaardigheden Sporters leren sociale vaardigheden Sporters leren een gezonde portie ambitie
23 25 27 27 30
37 38 42 46 50 53
59 65 66 68 69 72
4. ROL VAN DE OUDERS DOORHEEN DE SPORTCARRIERE VAN HET KIND Help bij het kiezen: Wat doet je kind graag? Welke sport past bij het lichaam van je kind? De ouder is ook een coach Ontzorgen en jezelf overbodig maken Praktisch ontzorgen Fysiek ontzorgen Mentaal ontzorgen Vertrouw op je intuïtie
79 83 85
151
8. IS ER EEN LEVEN NA HET COMPETITIESPORTEN? De competitiesporter beslist zelf om te stoppen Het lichaam geeft signalen dat het best is om te stoppen De coach beslist dat het kind moet stoppen Stoppen kan ingrijpend zijn voor de competitiesporter Stoppen kan ingrijpend zijn voor de ouder De ex-sporter sympathisant
165
155 157 161
87 89 90 92 99 105
5. HOE KRIJG JE SPORTEN GEORGANISEERD BINNEN 109 HET GEZINSLEVEN Hou het stuur vast: Kies alvorens je je erin laat ‘rollen’ 113 Verzamel alle info 114 Structureer, plan, communiceer 116 Uitvoeren, elke dag opnieuw. Leve de goede gewoonte 119 Gebruik je netwerk 120 Je gezin als gezellig nest 122 Ieder kind het zijne 122 Vergeet jezelf niet 123 6. SPORTEN IS ANDERS VOOR VERSCHILLENDE LEEFTIJDEN Competitiesport in de kleuterschool Competitiesport in de lagere school Competitiesport in het secundair onderwijs Competitiesport in het hoger onderwijs Competitiesport en het professioneel leven Maak de sport deel van je dagelijks leven
7. DE WEDSTRIJDEN De voorbereiding De wedstrijd zelf Na de wedstrijd
129 133 135 138 144 147 148
169 170 171 172 173 174
NAWOORD
177
OVER DE AUTEURS
178
DANK JE WEL
180
BRONNEN – DIGITAAL
182
BRONNEN – INSPIRATIE
188
VOORWOORD
Weet je nog als kind? Je wist instinctief wat je wou doen, met welke andere kinderen je het liefst wou spelen, welke vakken op school je leuker vond en welke leerkrachten je het meeste motiveerden. Gaandeweg zijn we meer gaan ‘moeten’. We ‘moeten’ keuzes maken, we ‘moeten’ ons toeleggen op onze zwaktes om deze te verbeteren. In sport, op alle niveau’s, kunnen we terug een ‘vrij kind’ zijn. In sport hebben we focus op plezier en ontwikkeling. Topsport op tv zet iets anders in de kijker: daar gaat het over winnen, medailles en status. Uiteraard hebben we het bij ons sporten ook over doelstellingen en hopen we op goede resultaten. Want natuurlijk willen wij ook winnen en die grote beker in de wacht slepen. Maar dat is niet alles. Veel voldoening halen we ook uit het feit dat die backhand eindelijk begint te lukken, dat die pirouette na hard zwoegen standvastig blijkt te zijn en dat die afdaling toch behoorlijk snel genomen wordt, ondanks de valpartij van vorige maand. We vinden het heerlijk om met onze service uit te halen, onze dribbeltechnieken te etaleren en de strijd aan te gaan samen met onze ploeggenoten. En dat is precies hoe een kind het liefst zijn of haar sport wil beleven. Een kind heeft het meest plezier wanneer het in een veilig leerklimaat kan spelen, waar het leerproces en de spelbeleving centraal staan, waar fouten maken mag en waar het de vrijheid voelt om het spel zelf te ontdekken. Vanaf de zijlijn zijn aanmoedigingen alvast een meerwaarde, aanwijzingen vormen een risico. Kinderen zijn het verlengstuk van de beleving
•9•
van hun ouders. Your daily mood makes the weather. Kinderen reageren op de betrokkenheid van hun ouders in de sport: zowel ongeïnteresseerde als hyperbetrokken ouders doen het enthousiasme van het kind dalen. Soms is het als ouders op de tanden bijten om het niet uit te roepen: “Haast je, het is aan u!” “Niet missen hé!” “Speel die pass dan toch!” Het is belastend voor een kind om tegenstrijdige boodschappen van coach en ouders te moeten verwerken tijdens een wedstrijd. Door als ouder in de juiste rol te kruipen kan je je kind veel levenswijsheid bijbrengen. De sport is daar het ideale leerveld voor. Observeer en kijk naar wat er wél goed gaat. Pamper hen ook niet, want betuttelen belemmert de ontwikkeling. Leer hen wat verantwoordelijkheid is en hoe het voelt om op eigen benen te staan. Een juiste benadering bepaalt in grote mate hoe kinderen over zichzelf denken en of ze hun best willen doen. De realiteit van competitiesport leert ons dat er meer is dan ontspanning en plezier in het uitoefenen van de activiteit. Regelmatig krijg ik als sportpsycholoog aanvragen van ouders die zich zorgen maken over hun sportend kind. “Onze dochter heeft angst op de balk in turnen”; “onze zoon geraakt in een dipje door zijn trainer”; “onze zoon kan de slaap niet vatten de avond voor de wedstrijd”; “op training en op school loopt alles perfect maar tijdens de wedstrijd klapt onze dochter helemaal dicht en durft ze niet meer voluit spelen”; “mijn kind gelooft niet in zichzelf en denkt al negatief voor ze de ring ingaat”; “we willen onze zoon wat meer laten genieten van zijn sport want tijdens de koers rijdt hij verkrampt”; “onze zoon sukkelt met maagklachten en op aanraden van de sportarts nemen we contact op”. Ouders vragen tips om beter om te gaan met hun sportend kind.
aangepast emotioneel te reageren op succes en nederlagen, op tegenstanders en scheidsrechters en op het ondersteunen van de teamgenoten. Als ouder kan je hen de juiste waarden meegeven, zoals respect, verantwoordelijkheid, inzet en openheid voor feedback. Zeker bij jonge kinderen spelen ouders hierbij een belangrijke rol. De auteurs van dit boek helpen je wegwijs te maken in deze uitdagingen, in het organiseren van het gezins- en gevoelsleven rondom je sportende kinderen. Ze benoemen de knelpunten en geven een duwtje in de rug. De pragmatische adviezen, gouden tips en sprekende getuigenissen van sporters en coaches bieden een houvast aan elke ouder. Eva Maenhout, Sportpsycholoog.
‘ They forget what you say to them. They forget what you do with them. But they never forget how you made them feel.’ Paul Barron – goalkeeping coach at Newcastle United
‘ Ze vergeten wat je tegen hen zegt. Ze vergeten wat je met hen doet. Maar ze vergeten nooit het gevoel dat je hen gaf.’ (vrije vertaling) Paul Barron – Keeperscoach van Newcastle United
Jongeren leren, naast fysieke, technische en tactische, ook mentale vaardigheden in hun sport. Dat doen ze als kind op een speelse manier in trainingsvormen en dat oefenen ze als jongere gerichter, wanneer ze geconfronteerd worden met prestatie- en wedstrijdsituaties. De rol van ouders is vooral hen hierin positief te begeleiden, hen te leren om
• 10 •
• 11 •
Een kind dat schittert in zijn of haar sport kan een ouder enorm veel fierheid geven. Net omdat de sport gekozen is vanuit niets minder dan een passie. Een passie voor de sport en een passie om te zijn wie je wil zijn. Wanneer je kind intensief sport, rol je als ouder automatisch in een vraagstuk dat breder gaat dan het puur sporten en bewegen. Ook je organisatieskills worden op de proef gesteld. Wanneer je erin slaagt om je als sportouder goed te organiseren op een leven in de sport, geeft dat rust en ruimte. ‘Sportganiseren’ is een mooi woord hiervoor. Zonder organisatie, kan het aanvoelen als een extra, als een druk. Een sportouder is namelijk zeer gekend met de spagaat tussen betrokkenheid bij het kind aan de ene kant en de bezorgdheid aan de andere kant. Bezorgdheid om het sportend kind op de juist manier te steunen. Tips en tricks, verhalen en ervaringen van experts en andere ouders kunnen voor steun en rust zorgen. Steun en rust, die het mogelijk maakt dat de gedachten van de sportouder kunnen gaan naar die dingen die er écht toe doen. Het geeft ouders de kans om ook voor zichzelf ruimte te maken. Het grootste geschenk dat je je kind en jezelf kan geven is ook zelf in evenwicht te zijn. Hoe kan een ouder zijn kind leren om goed voor zichzelf te zorgen wanneer het zichzelf wegcijfert? ‘Sportganiseren’ gaat over het vinden van een evenwicht waarin beide partijen, kind en ouder, evenwaardig zijn. Om al die redenen vind ik dit boek, geschreven vanuit de ouder en voor de ouder, om hem of haar bij te staan in die uitdaging, een leuk initiatief. Veel succes! Sabine Vanquaillie, Kus De Kikker, Authenticiteitscoach.
• 13 •
INTRO
Er bestaan veel boeken over sport. Er bestaan veel boeken over organiseren. Dit is een boek dat beide combineert. Een boek voor de ouders van kinderen die zodanig veel sporten, dat het een effect heeft op de organisatie van het gezinsleven. We merken dat dit niet alleen een verhaal van de elitesporter is, maar dat ook het ‘gewone’ competitiesporten de huiskamer binnensluipt. We willen de ouders handvatten aanreiken waarmee ze hun gezinsleven kunnen combineren met een kind of kinderen die ervoor kiezen om veel te sporten, veel te trainen en mee te doen aan wedstrijden. We zijn er namelijk van overtuigd dat een goede ondersteuning en betrokkenheid van de ouders positieve effecten heeft voor het sportend kind. Omgekeerd geldt het ook: ouders willen het goed doen. Ze willen hun kinderen met een stevige basis klaarstomen voor hun verder volwassen leven. Sporten kan daar een betekenisvol en mooi deel van uitmaken. Maar dat wil niet zeggen dat alles steeds van een leien dakje loopt. Net zoals vele zaken in het leven bestaat een sportloopbaan uit ups en downs. Een ouder stelt zich wellicht af en toe de vraag: hoe plan ik het leven van mijn competitiesportend kind in, in het dagelijks leven van ons gezin? Wat is het beste voor mijn kind? Hoe begeleid ik mijn kind best? Hoe neem ik voor mijn kind de juiste beslissing? Wat als dingen fout lopen? Moet ik overleggen met de coach en wanneer? We willen die vragen en bekommernissen in dit boek bundelen. En niet alleen dat. We willen ook antwoorden aanreiken. Antwoorden die we zijn gaan halen bij sportouders, die ons in bepaalde vraagstukken zijn
• 15 •
voorgegaan. Maar ook bij de sporters zelf, bij de coaches, de opvoeders en de verschillende experts die de sporters omringen. Stuk voor stuk mensen die het in onze ogen prachtig doen. Mensen die met de juiste attitude, passie en overgave hun rol opnemen en de de sport benaderen op een manier waar wij achterstaan: met de nadruk op groei, plezier en met een gezonde portie relativering. Wanneer we je kunnen inspireren en het gevoel geven dat je niet alleen bent, is ons doel bereikt. We hebben er heel bewust voor gekozen om een positief verhaal te schrijven. Dit wil niet zeggen dat we naïef zijn, of een te eenzijdige kijk op de dingen willen brengen. Er zijn twee zijdes aan de medaille, om het in sporttermen te zeggen. Er zijn effectief ook carrières die niet lopen zoals gedacht of sportrelaties die minder goed uitdraaiden. Wij richten ons in dit boek op de positieve ervaringen. We hopen dat een minstens even uitgebreide groep de sport, net als ons, op die manier heeft beleefd. We geloven in het positieve en het mooie van de competitiesport, dat het de moeite is om je leven errond te organiseren. We hopen dat we dit in ons boek zo hebben kunnen overbrengen. We zijn er ons tenslotte ook van bewust dat dit boek geen hoogwetenschappelijk werk is. En dat is ook niet onze bedoeling. We willen een zo breed mogelijk beeld brengen van het competitiesporten in combinatie met het gezinsleven. Over elk hoofdstuk valt veel meer te vertellen. Daar waar we weet hebben van meer informatie of gedetailleerde info, hebben we in de bibliografie verwijzingen toegevoegd. Aan de ouders die enthousiast meededen aan onze gespreksmomenten, aan de eerlijke en oprechte invullers van onze enquête en aan alle coaches, sporters en experts die ons inkijk gaven in hun ervaringen, dank je wel.
• 16 •
1. COMPETITIESPORT ALS VRIJETIJDS INVULLING
• 19 •
Competitiesport als vrijetijdsinvulling
Competitiesport is een vergrotende trap van sporten. En sporten is dan weer een soort van vrijetijdsinvulling. Wikipedia omschrijft vrije tijd als de tijd die men niet hoeft te besteden aan verplichte of noodzakelijke activiteiten zoals werk, zorg en studie. Vrije tijd wordt geassiocieerd met doen wat we graag doen en met plezier. Dat valt natuurlijk niet in te vullen voor een ander. Vrije tijd is een subjectieve ervaring en dat is ook zo met sport. Wat voor de éne werkt, werkt daarom niet voor de andere. Wat voor de éne plezant is, hoeft dat niet te zijn voor de andere. Er zijn gelukkig verschillende vrijetijdskeuzes die een kind kan maken. Behalve sport is er ook nog theater, tekenen, musical, toneel of jeugdbeweging. Keuze genoeg.
‘Naarmate onze zoon ouder en groter werd, en er meer uurtjes overbleven tussen school en bedtijd, was er tijd voor ‘vrije tijd’. Na wat omzwervingen en uitprobeersels heeft hij na een uitstapje met z’n peter gevonden wat hij wou: muurklimmen. Als ouder zijn we hier natuurlijk enorm blij mee. Alleen al het feit dat hij een ‘sport’ koos.’ Joris, papa van Wolf, muurklimmen
We focussen ons in dit boek op ‘sport’ als ideale vrijetijdsbesteding, en nog meer specifiek: competitiesport. Voor de andere hobby’s zijn er wellicht andere boeken meer geschikt. Het sportlandschap kan een waar kluwen zijn en dan is de juiste informatie goud waard. In dit eerste hoofdstuk trachten we het landschap rond sport in kaart te brengen.
• 21 •
Competitiesport als vrijetijdsinvulling
1. HOE SPORTIEF IS JE KIND? Een kind dat voor geen centimeter sportieve interesse toont, zal hoogstwaarschijnlijk een toekomst voor zich hebben die elders ligt dan op een sportveld. Dus, alvorens we in ons kind de nieuwe Kim Clijsters of Kevin De Bruyne zien, alvorens we die muur in de kamer vrijmaken voor de te verwachten bekers en medailles, kunnen we ons de vraag stellen of ons kind van nature die kant uit zal gaan. We vonden hiervoor enkele leuke testen, en herwerkten die. En ook al moeten we de score uit volgende test niet als volledige waarheid aannemen, toch kan het al een en ander blootleggen.
DOE DE ‘SPORTIEF-VAN-NATURE’- TEST! 1. Wat doet je kind liefst in de vrije tijd? 1. Tv-kijken 2. Afspreken met vrienden 3. Sporten 2. Doet je kind buiten die ene sport nog andere sportieve bezigheden? 1. Neen 2. Ja, vanalles 3. Ja, hardlopen of joggen 3. Houdt je kind van sport kijken? 1. Een beetje 2. Ja, toch wel 3. Neen, hij/zij sport liever zelf.
• 23 •
Competitiesport als vrijetijdsinvulling
4. Doet je kind nu aan sport? 1. Nee 2. Soms 3. Ja natuurlijk 5. Hoeveel van de vrienden van je kind sporten? 1. 0-3 vrienden 2. 3- 7 vrienden 3. Meer dan 7 vrienden 6. Sporten de ouders? 1. Geen van beide 2. Alleen de moeder of alleen de vader 3. Ja, beide 7. Je kind omschrijft sport als 1. Lang en saai 2. Niets 3. Snel en tactisch Vooral antwoord 1. Je kind is niet zo sportief. Jammer. Hoogstwaarschijnlijk heeft het talenten die zich op andere domeinen bevinden. Vooral antwoord 2. Je kind is sportief. Wanneer het kind het sporten leuk vindt, laat het dan gerust wat meer sporten. Vooral antwoord 3. Je kind is zeer sportief, van nature al. Een geboren sporter. De kans is groter dat het in sport zijn passie en uitlaatklep zal vinden.
• 24 •
Natuurlijk weten we niet van jongs af aan wat er met ons kind zal gebeuren. We hebben als ouder geen glazen bol. Toch is de kans behoorlijk klein dat een kind dat niet houdt van sport met een olympische beker naar huis zal komen. Voor hem of haar is misschien een mooie zangcarrière weggelegd. Wanneer je merkt dat je kind écht geniet van sport, blijf dat dan gerust stimuleren. Hoe meer controle het kind krijgt over de sport en zijn handelingen, hoe groter de kans dat het zichzelf kan motiveren en sport een echte hobby en passie zal worden.
2. ONDERSTEUNING VOOR DE SPORTER Met de opkomst van sociale media zouden meer sporters hun gading vinden buiten de opgelegde sportstructuren. Denk maar aan het groepje vrienden dat elke maandag op eigen initiatief gaat lopen. Dat is natuurlijk heel knap, en minstens even bewonderenswaardig. Toch, van zodra men overgaat naar echte competities en wedstrijden, zijn de georganiseerde structuren zeer handig om op terug te vallen. Hier is namelijk heel wat extra ondersteuning te vinden, veel meer dan in dat ene facebookgroepje. Bij een gemeende, langdurige en professionele sportcarrière van jezelf of een van de gezinsleden, zijn deze instanties een welgekome manier om wegwijs te geraken in de wondere wereld van reglementen, codes, geschiedenis en ambities. Hieronder geven we een kort overzicht. Sportclubs geven de sporter toegang tot de infrastructuur en ondersteunen de sporters zodat ze de sport op een goede manier kunnen beoefenen. De sportclubs zorgen voor de juiste omkadering, voorzien materiaal en toestellen en creëren de mogelijkheid om met leeftijdsgroepen en niveaus aan de slag te gaan. In Vlaanderen alleen zijn er meer dan 23.000 sportclubs actief. En daarbinnen zijn meer dan 300.000 vrijwilligers aan de slag. Dat is heel wat. Om te weten waar bij jou in de buurt sportclubs zijn, kan je aan de hand van de sportdatabank gemakkelijk de contactgegevens raadplegen.
• 25 •
Competitiesport als vrijetijdsinvulling
Sportfederaties. Voor de verschillende sportclubs van eenzelfde discipline zijn overkoepelende federaties opgericht. Federaties zijn meestal gebundeld per sporttak. Zo hebben we op de dag van vandaag bijvoorbeeld de atletiekfederatie, de gymfederatie en de voetbalbond. Als koepelorganisatie is de Vlaamse Sportfederatie het aanspreekpunt voor alle tachtig sportfederaties in Vlaanderen. Deze federaties staan de sportclubs in bepaalde domeinen bij: financiën, administratie, logistiek, regelgeving, verzekeringen en sportinfrastructuur. Ze organiseren ook bijscholing voor coaches en organiseren federale wedstrijden. Sport Vlaanderen. (bij sommigen nog steeds beter bekend onder de vroegere naam, BLOSO). Sport Vlaanderen omvat alles wat binnen de Vlaamse overheid met sport te maken heeft. Hun doelstelling is om zoveel mogelijk Vlamingen aan te zetten om te sporten. Hun aanbod is enorm uitgebreid, net als hun handige website. Sportdienst. De sportdienst organiseert vanuit de gemeente of de stad activiteiten, infrastructuur, ondersteuning of omkadering met het doel om zoveel mogelijk inwoners actief te doen bewegen. Er zijn behalve administratieve sportdienstmedewerkers vaak ook sportfunctionarissen en een schepen van Sport werkzaam. Sportraad. De meeste steden en gemeenten hebben een sportraad. Dit is een adviesorgaan waarin alle actieve verenigingen, groeperingen, personen of organisaties gegroepeerd zijn en inspraak hebben in het sportgebeuren. Hun belangrijkste bekommernis is de communicatie tussen de sportbeoefenaar en zijn gemeente of stad.
3. DE TOPSPORT Om als land beter te scoren op grote wedstrijden en om extra in te zetten op toptalent, is in Vlaanderen het topsportgegeven gegroepeerd. Met deze sporters mikt men op Europees, Wereld- en Olympisch niveau. Bepaalde sportresultaten, afhankelijk van de sporttak, zorgen ervoor dat een competitiesporter erkend wordt en een topsportstatuut kan bekomen. Ook beloftevolle atleten kunnen in aanmerking komen voor een topsportstatuut. Er wordt dus niet alleen naar de huidige prestatie gekeken, maar ook naar wat de toekomst brengt. Het topsportstatuut biedt hen de nodige voordelen voor onder andere de combinatie met zijn of haar studie. De sporter kan dit statuut ook weer kwijtspelen, wanneer het hem niet meer lukt om bepaalde resultaten te halen. Voor meer informatie over de topsportstatuten (er zijn er verschillende), verwijzen we graag door naar de site van Sport Vlaanderen. (www.sport.vlaanderen)
4. DE COMPETITIESPORTERS En zo komen we bij de ‘gewone’ competitiesporters. Competitiesporters zijn sporters die op een danige manier aan sport doen, dat we het niet meer recreatief kunnen noemen. Ze trainen verscheidene uren per week en doen mee aan wedstrijden. Ze hebben geen statuten, en minder voorzieningen dan de topsporters. Ze zijn voor de organisatie ervan vooral op zichzelf én de ouders aangewezen. De groep competitiesporters heeft enkele specifieke kenmerken.
Er is heel wat te vinden rond sport, we vernoemen ook graag het G-sportplatform als koepelorganisatie voor iedereen die werkt rond of interesse heeft in sport voor personen met een handicap.
• 26 •
De groep competitiesporters is omvangrijk. Sporten is mainstream geworden. Veel en intensief sporten is niet meer enkel bestemd voor de mensen die zelf uit de sport komen. Sinds de jaren 80 is het sporten de huiskamer binnengekomen. Al dan niet door Jane Fonda en haar
• 27 •
Competitiesport als vrijetijdsinvulling
aerobicvideo’s. Cijfers tonen aan dat we met z’n allen meer sporten dan pakweg twintig jaar geleden. Volgens de stadswijzer deed in 2014 bijna de helft van de inwoners uit de dertien onderzochte steden regelmatig aan sport. Het is het resultaat van een sportief beleid. Proficiat hiervoor aan Vlaanderen én alle mensen die de stap maakten naar een sportiever leven. De groep competitiesporters is divers in samenstelling. Doordat de groep van sporters omvangrijker is, komt meer volk in aanraking met de sport. Meer mensen vinden gemakkelijk hun weg naar de sporthal of het sportterrein. Niet enkel die mensen die uit een sportgezin komen. Onder andere door het internet zouden we sneller in aanraking komen met een verscheidenheid aan sporten en sportclubs, zelfs buiten de eigen gemeente. Het criterium ‘Afstand van de sportclub tot de voordeur’ is niet langer doorslaggevend.
‘ In onze sport is het competitiedeel opgedeeld in verschillende niveaus. A, B en C. Het A-niveau van toen, is niet meer het A-niveau van nu. Het A-niveau vandaag lijkt wel bestemd voor de topsportscholen. Tegenwoordig is het B-niveau het niveau van de sporters die niet op de topsportschool zitten. En dat niveau is de laatste jaren enorm gestegen.’ Marc, coach, gymnastiek
De groep competitiesporters blijft medailles halen. Cijfers tonen aan dat een groter aantal kinderen alsmaar vroeger intensief gaat trainen en zich al jong gaat specialiseren in een bepaalde sporttak. Met de opkomst van de topsportscholen en sportstatuten worden talenten vaker samen gezet. Zo worden de topsporters deel van één groep, worden ze specifiek en goed begeleid, wat dan weer leidt tot goede prestaties. Het gebeurt regelmatig dat de topsporters hierbij van club veranderen. Dat ze hun eerste club na enkele jaren van goede sportresultaten verlaten en andere oorden opzoeken. De clubs die vroeger hun eigen kampioenen huldigden, zijn deze vandaag kwijt aan topsportscholen. En dat geeft niet. Maar clubs vonden dat wel leuk, die kampioenen in huis. Ze doen dus gewoon voort. De clubs gaan hun talenten halen waar ze voor hen beschikbaar zijn: in hun eigen breed en divers recreatief niveau.
• 28 •
• 29 •
Competitiesport als vrijetijdsinvulling
5. WAT KOST DAT ONS, DIE COMPETITIESPORT? Lidgeld, verzekeringen, de juiste outfit, drank, schoenen en verzorgingsmateriaal. De kosten kunnen snel oplopen. Sport Wielrennen Golf BMX Paardrijden IJshockey Mountainbike Ski en Snowboard Handbal Voetbal Tennis Schermen Schaatsen Korfbal Basketbal Atletiek Volleybal Hockey Aerobics
Prijs/jaar (€) 2.092 1.325 956 807 767 577 573 509 458 439 432 412 384 359 353 320 298 293
Sport
tweedehandswebwinkels hebben een uitgebreide sportrubriek met mooi materiaal. En ook die buurvrouw, of de ouders van de senior sporter hebben misschien nog materiaal liggen dat kan worden doorgegeven. Door een netwerk van ouders rond je te verzamelen, kan je vaak koopjes doen.
Prijs/jaar (€)
Tafeltennis Fitness Rugby Boksen Aziatische Gevechtskunst Gymnastiek Ballet Judo Rollersport Wandelen Klimmen Circus Dans Badminton Zwemmen Ropeskipping Lopen Squash
285 276 269 265 247 236 227 220 219 216 208 203 202 187 186 173 161 121
PAS DIT TOE OP JEZELF: • Hoe sportief is je kind? • Hoe ziet je eigen club eruit? Zijn er in de buurt nog andere clubs? • Wat weet je zelf af van het sportlandschap? • Heb je genoeg info over de toekomst van je competitiesportend kind? • Heb je genoeg info over de mogelijke ondersteuning en een topsportstatuut? • Bezocht je al eens de website van jouw federatie? • Bezocht je de website van Sport Vlaanderen?
Deze lijst zal waarschijnlijk niet tot op de cent kloppen, maar geeft wel al een indicatie. Het blijkt vaak dat het nodige materiaal het sporten zo duur maakt. De KU Leuven deed er in oktober 2017 een onderzoek naar (Thibaut & Scheerder, 2017). Hierboven kan je de lijst met hun bevindingen vinden. Ze geeft een overzicht van wat een kind ons per jaar kost per sporttak. Door info te durven vragen, krijgen we meer zicht op de uitgaven. Komen er grote kosten? En keren deze jaarlijks terug? Verschillende
• 30 •
• 31 •