Vermeire issu

Page 1


7

16

HET IS ALLEMAAL NOSTALGIE

Het belang van Kroost, schoenen en sacochen, en het verzamelen van oude boeken en oud geld

46

Het huishoudboekje, de MP en de koning, met nonkel Gerard naar de film

TATERENDE GAAI IS MIJN BROODWINNING GEWORDEN

52

IK ZAAG NIET TEGEN MIJN KINDEREN

58

Kinderjaren in Bonheiden, een jeugd bij de scouts, de erfenis van Grootnonkel Aimé en de ontdekking van Rikki & Wiske

22

38

BOERENLEUTE, JA

Fonske Verzele en Fons Verzele Altijd de plezantste, tot de retraite bij de norbertijnen

MECHELEN IS MIJN SPEELTUIN

Cartografie van Mechelen en die ene plek in Bonheiden, het MMT, den Bayer en de late roeping

156 DE BELANGRIJKE MENSEN? LUC, FRANK, JAN EN CHRISTIAN

Zonder en met contract, de man van één miljard, eten bij El Bulli, voetjes op de grond

164 “WHAT ARE YOU DRINKING?” VROEG JULIO IGLESIAS

VERZAMELEN IS OOK: JE LEVEN MOOI MAKEN

124 EN TOEN KWAMEN THE BEATLES

170 AANDELEN KUNNEN KELDEREN, EEN VERZAMELING NIET

Dimitri De Tremmerie, de stoefkamer en de grootste kick van mijn leven

Van Kabiaar en Adamo, van Elvis en The Beatles, tot de banaan van Andy Warhol

Passie voor wijn, zelfs voor leeggoed, maar het is de liefde die primeert

Investeren in leuke dingen, en wakker liggen van Wall Street

BOVEN DE NOORDZEE HOORDEN WE PRUT-PRUT

138 IK ZOU LIEVER EEN SMOEL 178 DAT IS BINNENSTAPPEN IN HEBBEN ALS PIERCE BROSNAN EEN DROOMWERELD

GELUKKIG IS KUIFJE TOT KUNST VERHEVEN

148 COUREURS ZIJN HELDEN

Kunst in huis, Gouden Ogen en Drie Wijzen, vliegen zonder naft én met de Concorde

90

Een carrière vol ‘kinderruzze’ en een leven vol covers, van smoelentrekker tot een huwelijk met de pers

116 IK HEB NU TWEE RODE PETJES

Beo, de Sovjets, het eiland Amoras, Rikki & Wiske.Walt Disney en Hergé, Kama, Sneeuwwitje en Buck Danny

84

104 EEN LEVEN IN COVERS

EEN COWBOY MET EEN RODE HOED

De Lesley en Gary Cooper, de legende John Wayne, op reis naar Monument Valley

Dansende ouders en sketches op kerstavond en zondagochtend, de magie van cinema en theater

32

IK HAD NOG 123 FRANK OP MIJN REKENING

Fier op Kuifje in de woestijn, in Amerika, in Congo Met Urbanus op de cover

Van Pablo Picasso en Chiparus, van Fernand Vermeulen en Kevin Vermeulen, van Fernandel en Toon Hermans Rik Van Looy en Mon Peeters, Cadel Evans en Lance Armstrong, de handtekeningen van helden en Emmanuelle

Belgische cinema-affiches, van Cantique d’Amour en Casablanca, The Son of the Sheik en Max

196 IK WIL NOG ALTIJD DAT KAMPIOENSCHAP WINNEN Blijven filmen, zingen, spelen en lachen


HET IS ALLEMAAL NOSTALGIE Het belang van Kroost, schoenen en sacochen, en het verzamelen van oude boeken en oud geld


nlangs, ik weet niet meer precies wanneer, het zal enkele maanden geleden zijn, zag ik op televisie weer een aflevering van Classic Albums. Boeiende uitzendingen, altijd weer, over de opname van één legendarische LP. Het ging die keer over Rumours, de bigger than life-LP van Fleetwood Mac, uit 1977. Ik ben al heel lang fan van de band. Ik weet er dus wel wat van. En vanzelfsprekend heb ik ook die plaat in huis, eerste persing overigens. Maar ken je dat? Sindsdien kleurt na al die jaren uitgerekend dat ene programma mijn beeld over Fleetwood Mac.

O

Hola. Ik heb niets nieuws verteld. Ik heb in Kroost, net als al die jaren voordien in de ‘boekskes’, mijn fatsoen gehouden. En toch komen jullie er bij het bekijken van die uitzending nu pas achter dat ik een ernstig man

Kroost heeft me wakker geschud. Ikzelf heb nooit echt inkijk gegeven in mijn privé. Ik heb geen foto’s van mijn boysroom laten nemen. Ik heb mijn kinderen niet uitgespeeld in de pers. En nu, door ‘efkes’ iets van mezelf te laten zien, iets brozer dan mijn grote smoel, niet alleen door te vertellen maar door letterlijk te laten zien, op tv, komt er een switch in perceptie. ‘De Jacques is ook maar ne gewone mens’, iemand met meevallers en tegenslagen, met vrienden en eenzaamheid.

Dus, toen ik het gras ging maaien in Bonheiden, aan het huis van mijn ouders, had hij geen keus. Hij mocht filmen, maar dat gras moest wel af. En ja, ik heb daar een oude grasmaaier, niet eens een zelftrekker, ik ‘stoemp’ mezelf twee­ wekelijks een weg over dat gazon. Ik heb dat altijd zo gedaan. Dus niet te veel vragen, dan ga ik nu ‘efkes vijf minuten’ verder mijn gras afrijden.

Nee, ik ga in dit boek niet plots alle deuren openzetten, en nee, ik ga geen boekje opendoen over ‘De vrouwen van...’ En reken ook maar niet op recepten van kok Jacques of een gids Start to laugh. Ik wilde eerst zelfs helemaal niet eens een boek maken. Echt niet. Maar verschillende uitgeverijen trokken aan de bel, na Kroost, moet het nog gezegd, en drongen aan. Een biografie dan? Wil ik niet. Mijn werk en leven is gedocumenteerd door en in de media, zowel de glorie als de donkerste dagen. Laat dat volstaan. Voor Kroost heeft de ploeg van Eric Goens me gewoon gevolgd, een aantal dagen. Ik zou niets in scène zetten, hij zou vlieg-op-de-muur zijn en af en toe een vraag stellen. Dat werden dus veel vragen, nogal wat vragen die je eigenlijk alleen aan een volslagen onbekende stelt, irritant domme vragen vaak, vond ik.

H e t i s a l l e m a a l n o s ta l g i e

H e t i s a l l e m a a l n o s ta l g i e

8

Zoiets heeft de uitzending van Kroost, in de lente van dit jaar, ook gedaan. Ik kom al meer dan 25 jaar op tv, ik doe al drie decennia interviews met elke krant en ieder blad dat mij spreken wil. En plots klampen mensen mij aan, in de Delhaize om de hoek in Keerbergen, op de Meir in Antwerpen, tijdens een wandeling in de Ardennen. Oude bekenden e-mailen mij na onbestemde tijd weer. Vrienden van vrienden sturen sms’jes. Collega’s spreken berichten in op de voicemail. Niet alleen daags na de uitzending, maar gewoon, sindsdien, bijna altijd, zowat overal. Hun boodschap? “Dat was mooi, zo mooi.” “Eindelijk eens de echte Jacques.” “Zo oprecht.” “De Jacques die wij niet kenden.” “Ontroerend.” “Zo’n goede verteller.” “Ik wist niet dat jij...”

ben. Hebben jullie nu echt een zilveren Jubilee General lang gedacht dat de man achter Dimitri ‘DDT’ De Tremmerie als een clown in het leven staat?

9

ik geleefd heb als kind, waar ik naar de cinema ben geweest, alle dingen die ik als kind gehad en gemist heb, gekregen en niet kunnen kopen heb.

Het is allemaal nostalgie. In elk uitgebreid interview heb ik mijn verzamelingen aangehaald, mijn collectie stripverhalen of cinema-­affiches, mijn interesse in wijn. Ik heb immers geen duur wagenpark om mee uit te pakken. Maar ik kan niet ontkennen, geld En blijkbaar was dat voor velen een eyeopener. helpt als je een zwak hebt voor hebbedingetjes. Jacques Vermeire is een eenvoudige mens. ‘Een En ik heb mijn collecties altijd gezien als een man-met-de-pet’. Jacques rijdt zijn gras investering in algemene kennis en, vooral, zelf af aan het huis van zijn ouders. Want, ja, mooie dingen. Een investering in mezelf heb ik dat al gezegd, ik heb dat huis inderdaad ook. Want als je lang leeft en blijft leren en aangehouden, ook na het overlijden van mijn nadenken, wordt iedere man-met-de-pet vanzelf ouders in 2004, en onderhouden ook. Ik heb het wel een man van de wereld. nooit verkocht. Maar ik ben ook niet doelloos dwalend door dat huis gelopen, jammerend Gun me daarom even het genoegen jullie mee over het verlies van mijn ouders. Noem het te nemen in mijn wereld. gewoon nostalgie. Het is allemaal nostalgie. Heel mijn leven zit in dat huis in Bonheiden, als je het goed bekijkt. Het heeft álles te maken met mijn jeugd, hoe


ijn liefde voor verzamelingen maakt dat ik goed met vrouwen kan praten. Ik begrijp hen als zij het hebben over schoenen, sacochen en mooie kleren. Ik heb namelijk datzelfde met dingen uit mijn jeugd. In al mijn verzamelingen zit iets kinderlijks. Het behoeft geen psycholoog om te wijzen op die band met mijn gelukkige jeugd, met het speeljongetje dat ik was en nog steeds ben. Ik zou het liefst van al nog eens een knikkerbaan maken in de tuin.

M

Zo ziet mijn bureau er ook uit, als een roetsjbaan van verzamelingen. De meeste van mijn collecties zijn beperkt. Alles houdt ergens op. Alleen filmaffiches en stripverhalen blijf ik doen. En wijn. Wijn is de uitzondering, die is er op latere leeftijd bij gekomen. Dat is de dronkaard in mij, nietwaar. Maar wijn, behalve lekker, is ook mooi. Een verzameling wijn heeft te maken met etiketten en zeldzaamheid, schoonheid. Dat zijn dingen die je leert.

H e t i s a l l e m a a l n o s ta l g i e

10

Mijn punt is: ik wil geen geld verliezen aan wat ik verzamel. Ik heb liever een kast vol dan één enkel exemplaar, uniek in de wereld, een onbetaalbaar collector’s item dat mij noopt voor de rest van mijn dagen confituur te eten. Mijn hobby’s dienen om mij bezig te houden, om mij ook later te kunnen bezighouden. Als oude mens moet je altijd nog iets met passie kunnen doen. Dankzij mijn hobby’s kan ik mij dus in mijn eentje amuseren, ook als ik later niet meer uit de voeten zou kunnen.

11


Tijdens mijn vakanties in Frankrijk was ik altijd op zoek naar een vliegend hert, was ik bezig met mieren en wespen, ik ving torren en meikevers. Nu heb ik een collectie van de grootste insecten van de wereld.

Er was maar één winkeltje open, op die wandeling over de dijk in Oostende, een winkeltje met schelpen. Ik heb die verzameling in één keer gekocht. Pak maar in, ik ga even het huis van James Ensor bezoeken, en op de terugweg neem ik ze mee.

Ik heb ooit, als kind, een Romeinse munt gevonden. Toen die verloren geraakte, stortte mijn wereld in. Onlangs heb ik dan een partijtje Romeinse munten gekocht. Maar ik zal nog heel mijn leven denken aan die ene munt die ik kwijtgespeeld ben.

De meeste van mijn verzamelingen hebben niets met geld of investering te maken. Allez, modelvliegtuigjes van alle maatschappijen waarmee ik ooit gevlogen heb, wie verzamelt dat nu? Wie verzamelt dat nu? (bis) Nummerplaten uit alle Amerikaanse Staten waar ik ooit met de auto gereden heb.

Van mijn eerste mobiele telefoon tot mijn iPhone 6, ik heb nog al mijn gsm’s. Vandaag dus ook inclusief Twitter-account. Ik kan me geen leven meer voorstellen zonder internet.


D

e geschiedenis? Dé geschiedenis bestaat niet. De geschiedenis is zo complex dat ik het niet meer bijhoud.

Neem nu België. Wie heeft hier allemaal de plak gezwaaid? Dat is alle dagen van de week iemand anders, zo lijkt het wel. Door mijn leeftijd, ik ben nu 64, ken ik natuurlijk de geschiedenis vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw redelijk goed. Ik zat er middenin, ik ben erin opgegroeid. Maar wie weet over honderd jaar nog hoe het zat met de Berlijnse Muur of de vluchtelingen op de Middellandse Zee? Het Midden-Oosten is vandaag al een onbegrijpelijk kluwen. Die van Syrië, was dat niet eerst een bondgenoot? En dan een stuk crapuul? En nu lijkt hij toch weer net iets minder erg, niet? Allianties, zo leert me de geschiedenis, zijn altijd maar tijdelijk. De vijanden van gisteren blijken de vrienden van vandaag. En ik denk dan: geen boel maken, met niemand, want we komen elkaar morgen weer tegen. Ik wil mijn eigen geschiedenis hebben.

k heb hele oude, zelfs de oudste, Amerikaanse Dollarbiljetten op de kop kunnen tikken, biljetten vanaf 1700, de tijd van de Noordelijke versus de Zuidelijke Staten, biljetten met de smoel van de eerste federale president Washington erop.

I

En dan duik ik in die geschiedenis. De FransEngelse oorlog op Amerikaanse bodem, de slavenstrijd, de verdrijving van de indianen door de noordelijken en de economische achterstand van de zuidelijken, de Burgeroorlog en het ontstaan van de Verenigde Staten in 1776. Iedere staat had zijn eigen geld. En dat is een eengemaakte munt geworden, een US Dollar. En dan denk ik: mijn verzamelingetje schenkt mij een blik op de wereld. Ook daar zijn de arme, zuidelijke staten verenigd met de welvarender noordelijken. Wat gaat er binnen Europa gebeuren? Wij hinken tweehonderd jaar achterop. Griekenland zal er nooit bovenop geraken. Dat zijn groeipijnen van Europa. Die schulden moeten herschikt worden, zo niet kwijtgescholden.

Ik heb de Code Napoléon, in eerste druk, in het Frans en nu ook een eerste versie van de Nederlanden onder bestuur van Napoleon. Ik heb de originele Médaillons van Louis XIV, met daarin de verheerlijking van alle veldslagen van Lodewijk XIV. Ik heb de eerste druk, uit 1864, van de Dikke Van Dale, Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal. Leuke hebbedingetjes. Interessante, mooie banden in mijn bibliotheek.

Zo leer ik van mezelf en mijn hobby’s. Dat is mijn leergierigheid. Als ik ergens kom, bereid ik mij voor. Ik wil alles weten. Wie ga ik spreken, wat ga ik zien. In Italië zoek ik niet alleen de zon op, maar ga ik allerlei bezienswaardigheden bezoeken. Dat maakt het leven zinvol.

Ik koester een werk met de eerste proeven van boekdrukkunst, enkele oudste geschriften, voorbeelden van monnikenwerk, van vlak voor en rond 1400, met de hand ingekleurde miniaturen, ridderverhalen van veldslagen, een prachtstuk.

Franse wijn. Franse wijn is in België goedkoper dan in Frankrijk. De prijzen bij de wijnhandelaars in Saint-Emilion? Belachelijk. Waarom zou je in Reims champagne aanschaffen? Koop dat hier, bij een goede handelaar, en koop meteen ook hier dat kistje Chateau Haut-Marbuzet. Belgische handelaars zijn top en kunnen in Frankrijk op de marché binnen.

Ik hou van oude boeken.

In 1995 heb ik een visie ontwikkeld met betrekking tot verzamelingen. Wat kan je in België kopen dat wereldniveau heeft? Dat is...

15

Kuifje. Tintin, Hergé, dat is wereldklasse. Prachtige boeken zijn dat. Rijke mensen investeren in stripverhalen. Waarom? Omdat papier duurder is dan goud. Maar je moet het juiste papier hebben. En Hergé is een kunstenaar geworden, Kuifje is kunst, Hergé staat op gelijke voet met Andy Warhol, hij is de godfather van de striptekenaars. En hij is Belgisch. Belgische filmaffiches. Belgische filmaffiches zijn gegeerd in heel de wereld. Affiches zijn mooi. Zo mooi. Dat is geschiedenis, de geschiedenis van de cinema, 120 jaar, dat past in mijn leven. Maar ik ga geen zotte dingen doen. Ik wil geen geld verliezen aan wat ik verzamel. Maar – en ik ben daar nu twintig jaar mee bezig – ik wil bij wijze van spreken wel de mooiste collectie cinema-affiches van België. En bij een goed glas wijn durf ik dan wel eens te mijmeren. Ons vader heeft het begin van de stripverhalen meegemaakt, en de cinema, dat is geschiedenis die ik kan bevatten, die ik onder controle heb. Meer nog, mijn hele kindertijd ligt daarin vervat, in stripverhalen en cinema-affiches.


I

n één woord? Natuur! Dat is mijn kindertijd.

Wij woonden in een sober huis, in Bonheiden. Bonheiden is de voor-Kempen, maar was toen nog uitgesproken Kempen. Veel groen, zandgrond, purperen heide, gele brem. Alles om te ravotten. Wij vlochten onze kampen van gele brem. Kampen in de bomen. Nu zijn dat allemaal tuinen geworden, maar toen waren dat duinen. Een ‘getuigenheuvel’ was ‘de plek’. Er staat nu een villa op de zandberg waar wij onze knikkers vanaf lieten stuiteren. Ik heb oude prentkaarten van Keerbergen, waar ik nu woon. Ik kwam hier vroeger al spelen, als kind, prachtig van natuur. Dat kan je je vandaag niet meer voorstellen, met al die ‘asociale woningen’, zoals ik dat in Veel Vijven en Zessen, mijn huidige zaalshow, noem.

Kinderjaren in Bonheiden, een jeugd bij de scouts, de erfenis van Grootnonkel Aimé en de ontdekking van Rikki & Wiske

Tat e r e n d e G a a i i s m i j n b r o o d w i n n i n g g e w o r d e n

TATERENDE GAAI IS MIJN BROODWINNING GEWORDEN

17

Wij gingen met de fiets naar Hofstade, om er te zwemmen in het Provinciaal Domein, dat was ons strand. En we fietsten in de nieuwe wijk in Bonheiden, De Kleine Heide, een verkaveling. Of we gingen bij ‘het boereke’ spelen. Toen had je de mannen van de nieuwe wijk en die van ‘het boereke’ en dan nog wat crapuul. Dat waren klieken en wij leefden in de natuur. Wij reden naar Keerbergen alsof dat het buitenland was.

Je mag niet vergeten, pas in de jaren vijftig zijn de eerste commerciële vluchten gekomen. Wie naar Amerika ging, nam de boot. Hergé nam de boot. Maar thuis, in Bonheiden, was ik dus met ‘de Lesley’ en ‘de Fonny’ en ‘de Scheyvaertsen’. Lesley en Fonny waren, net als ik, enig kind, en Scheyvaerts was de ‘chique’ familie. Die waren met zes – drie zonen, drie dochters – en leken wel schatrijk. Dat was ons ‘kliekske’. Twee straten verder had je dan Deweerdt en Van de Plas. Daar speelden we ook wel mee. Dat zie je vandaag niet meer, dat kinderen nog op straat spelen. Als ik naar Roland Morrens ging, een kameraad, zoon van een rijkswachter, dan shotten wij op straat. Dat was in Mechelen, waar vandaag de kantoren van Telenet liggen. Ik deed dat geweldig graag, in Mechelen op straat shotten. In Bonheiden shotten we op ‘de plek’, in het zand. Ook kerstavond vierden wij bij Morrens. Dan werkten Roland en ik – we waren 6-7-8 jaar – een avond lang aan een show, die we vervolgens opvoerden voor de ouders. Ik hing als kind al ‘het zotteke’ uit.


vertraagde voetballer, die deed ik in hun oervorm al tijdens die kampvuuravonden. De scouts, dat kan ik niet genoeg benadrukken, zijn enorm belangrijk geweest. Want je moet ergens beginnen, je moet ergens een publiek vinden.

J

En ik heb altijd een publiek gehad. Ik heb alles gedaan, gaandeweg, veel muziek, van blues en skiffle tot pop, met Family Eight en Scobo Band, humor, cabaret... Ik ben met Kabiaar nog finalist geweest van het gerenommeerde Cameretten Festival in Delft, Nederland, ik heb solo opgetreden met wat attributen in een koffer, en dan rondgaan met de pet of voor vijfduizend Belgische frank (125 euro) voor de vrouwengilde.

Ik heb hem dus nooit gekend, nonkel Aimé. Nonkel Aimé was de broer van mijn grootmoeder langs vaderskant, een grootnonkel dus. Hij had niets, was zeer arm, was een boerenhulpje. Maar hij heeft zich opgewerkt. Aimé is kappersassistent geworden in Brussel en Gent, heeft eigen kapsalons geopend in Parijs en Londen, is in Brussel een onderneming begonnen in schoonheidsproducten, Produits de beauteé Marquisette. Allicht is het een familiemythe, maar ik heb altijd horen vertellen dat grootnonkel Aimé de kapper geweest is van Leopold II, de koning met de baard.

Ik heb geluk gehad. Ik heb altijd véél gedaan, ik heb altijd toch op een of andere manier mijn nek uitgestoken. In alles wat je doet, moet je ok scouting was voor mij: natuur! proberen uniek te zijn. Zangers bleken er al snel Op kamp met de fiets, in Ernest genoeg. Aankopers, bij Bayer of elders, ook. Claes-gebied of in Limburg. De Maar humor was toen tamelijk uniek. En Ardennen, ‘Dardennen’! Op daar ben ik in doorgegaan. Ik heb nu eenmaal een met rugzakken beladen fiets een beperkt talent dat ik ten volle uitgebuit heb. naar Aken, 24 urentochten door veld en bos, En vandaag, als ik in Veel Vijven en Zessen nachtelijke droppings in het hol van Pluto. mijn warm-up doe, mag ik wel zeggen, dan stá Fantastisch was dat, avontuur en natuur in een. ik er.

O

Zoals mijn klasgenoot Paul Schyvens – vandaag baas en bezieler van De Roma in Antwerpen – het vorig jaar in De Helden van de Lach op Canvas stelde: “Waar Jacques vroeger straf voor kreeg, is later zijn broodwinning geworden.” Inderdaad, ‘Taterende Gaai’ is mijn broodwinning geworden.

Natuur, scouts, Bonheiden, dan kom je al snel Bij de scouts heb ik mij kunnen ontplooien terug uit bij die grasmachine, hé. als entertainer. Het eerste applaus dat ik me herinner, was bij de opvoering van Smidje Smee – een peuterparabel over hemel, hel en de duivel. Bij de welpjes was dat. En bij de eerste kampvuuravonden nam ik het al snel alleen over. Ik was negen jaar en vulde een avond in mijn eentje. Scouting was voor mij de hefboom om grappig te zijn. Ik had blijkbaar humor in mij, ik had de gave om plezant te doen, toen al. Sketches als Avoir, de Engelse les of de

Tat e r e n d e G a a i i s m i j n b r o o d w i n n i n g g e w o r d e n

Tat e r e n d e G a a i i s m i j n b r o o d w i n n i n g g e w o r d e n

18

En ja, ik zal het maar meteen toegeven: ik was liever Lenige Panter geweest, maar ik was Taterende Gaai. Een gaai vond ik een prachtige vogel, maar ‘taterende’... Dat was niet zo positief. Maar ja, ik zat in een relatief elitaire groep, Frassati in Mechelen. En al droeg ik met enige fierheid dat uniform, ik was altijd maar aan het dollen en lachen en babbelen.

oseph Aimé de Groote, geboren op 30 maart 1879 in Kruishoutem, overleden, als kinderloos weduwnaar, op 27 november 1948.

In Brussel moet hij alleszins een grote jongen geweest zijn. Toen hij stierf, liet hij een fortuin na van vijf miljoen Belgische frank. In 1948! Hij had prachtige villa’s in Knokke-Le Zoute, Sint-Denijs-Westrem en Linkebeek. Vandaag spreek je dan waarschijnlijk al gauw van een nalatenschap van vijf miljoen euro of zo. Hij had dat op dertig jaar bij mekaar gezwoegd, in zijn eentje, door zijn nek uit te steken, als enige in de familie, door risico te nemen.

zelf een ander huis te kopen voor hun oude dag. Dankzij grootnonkel Aimé heb ik dus een zekere welstand gekend. Want een rijkswachter en een huismoeder, dat is keurig maar geen vetpot qua inkomen.

Die hele historie van grootnonkel Aimé wijst op de vergankelijkheid van het leven. Misschien Het heeft drie jaar geduurd, tot een maand na dat mijn achterkleinkinderen zich mij nog gaan mijn geboorte, eer de erfenis van grootnonkel herinneren, omdat ik bekend ben. Maar wie is Aimé afgehandeld was. Als een van de neven en vandaag nog bezig met de generatie van zijn nichten erfde mijn vader 1/37e van dat fortuin. overgrootouders? Ik hou de graven van mijn Hij was toen dertig, een jonge rijkswachter met grootouders in orde, al zijn die bijna allemaal een maandloon van vierduizend Belgische frank gestorven toen ik nog te klein was om ze mij te (honderd euro). herinneren. En ja, ik maai nog altijd het gazon van dat huis in Bonheiden. Respect voor het Ik heb veel aan hem te danken. Mijn ouders verleden, dat zit me in de genen. hebben mij in 1986 dat huis in Bonheiden geschonken, omdat ze – mijn vader was 56 Wij hebben veel te danken aan mijn en kon met pensioen – voldoende hadden om grootnonkel Aimé.

19

Linkebeek

Sint-Denijs-Westrem

knokke-Le-Zoute


Maar drie neven en een nichtje woonden dus in Sint-Amandsberg. En mijn moeder maar zagen: “Jackie-Jackie-Jackie.” En later steevast: “Neem eens een voorbeeld aan Eric.” Mijn neef Eric was een voorbeeldige student en is licentiaat in de Economische Wetenschappen geworden. “Eric, díé heeft een carrière.” Nu, ik moet zeggen, als ik daar als kind kwam, in Sint-Amandsberg, ging er een wereld voor mij open. Zelf had ik er maar één, Het zwarte goud, maar neef Eric had ál die albums van Kuifje. Waarom ben ik zot van de woestijn, denk je? Of van de mangrove? Simpel, omdat ik dat daar in Kuifje gezien heb.

Tat e r e n d e G a a i i s m i j n b r o o d w i n n i n g g e w o r d e n

20

Thuis las ik ook wel strips, Bert Bibber & Piet Pienter, Nero ook, maar toch vooral Suske & Wiske. Van Suske & Wiske had ik veel albums. at ik pas later begrepen heb, toen Vandaar allicht ook de plek die zij innamen in ik dat originele testament in mijn kindertijd. Ik droeg er ook geweldig goed handen kreeg, was dat mijn zorg voor, als ik vandaag zie in welke staat ze grootmoeder, grootnonkel Aimé’s nog steeds zijn. zus dus, op haar beurt 5/37e erfde. Mijn vader had maar één broer, Aimé. Eén van die eerste albums, Het Eiland Om de generaties zuiver te houden, dat was Amoras, heb ik misschien wel veertig keer mijn echte nonkel Aimé, mijn dooppeter en gelezen en herlezen. Terugkeren in de tijd, meteen dus ook de reden waarom ik Jacques naar het verleden met een teletijdmachine, niet ‘Aimé’ Vermeire heet. Om maar te zeggen, ik gespeend van humor bovendien, dat was fictie vermoed dat bij het overlijden van mijn van het zuiverste water. De rol van verbeelding grootmoeder ook nog wel een deel van dat voor de jongen die ik toen was, zou die vandaag 5/37e naar haar twee zonen gegaan is. te vergelijken zijn met die van Maxime (nu zestien), die quasi fulltime aan het gamen is? Mijn nonkel Aimé heeft gebouwd in SintIk weet het niet. Ik weet alleen dat die eerste Amandsberg. Mijn ouders hebben met dat geld impressies mij altijd bijgebleven zijn. in Bonheiden die bouwgrond gekocht, aan veertig Belgische frank (één euro) per vierkante De rest is echt stripgeschiedenis. De reeks meter. Suske & Wiske loopt nog altijd door.

W


R

ustige mensen vooral, mijn ouders.

Mijn vader was een heel rustige man uit De Pinte, heel handig, heel verstandig. Door de oorlogsomstandigheden en de bescheiden afkomst heeft hij slechts in beperkte mate kunnen studeren. Na de oorlog is hij naar de rijkswachtschool gegaan, hij is onderofficier geworden, adjudant-chef, best wel een propere carrière eigenlijk. En hij had zo’n mooi handschrift. Hij hielp mij met wiskunde, hij was veel verstandiger dan ik. Mijn moeder, van Nazareth, is half in het Frans opgevoed. Haar ouders waren in het seizoen grensarbeiders in Noord-Frankrijk. Als zij rekende, was dat altijd nog in het Frans: “un, dix-sept, quatre-vingts-cinq”. Zij lachte graag. Maar zij had ook last van zenuwen. “Wat gaan de mensen zeggen, Jackie?”

IK ZAAG NIET TEGEN MIJN KINDEREN Dansende ouders en sketches op kerstavond en zondagochtend, de magie van cinema en theater

Ik heb altijd respect gehad voor mijn ouders. Zij spraken hun talen, mijn ma Frans, mijn pa Frans, Duits en een mondje Italiaans, en thuis spraken zij A.B.N., zoals dat toen heette. Ik vond dat straf. Ondanks hun bescheiden afkomst en studieniveau, hadden zij hun opvoeding en interesses. Als wij op reis gingen, was dat ook om dingen te gaan bekijken.

Ik zaag niet tegen mijn kinderen

23

Er werd sober geleefd. Reizen, dat deden we met de tent. Wij gingen altijd naar zee. Maar in het derde studiejaar werd het Lourdes. Daar heb ik mijn eerste berg gezien, in de verte, na een lange reis. Dat was een immense manifestatie van natuur. Ik heb mijn ogen uitgekeken. Zoals later ook aan de Pont de Gavarnie, of langs de haarspeldbochten over de Gotthardpas, of Argelès-sur-Mer, de eerste keer aan de Middellandse Zee. Op die campings speelde ik met kinderen uit allerlei landen. Ik kende nog geen andere taal maar toch begrepen wij elkaar. Vreemd, toch? Vooral omdat ik ook een timide jongen was, naar meisjes toe dan toch. Maar bon, ik was vlot en vriendelijk, ik was ze niet aan het binnendoen. Had ik toen wat meer haar op mijn tanden gehad...

Pa, ook een grote, mooie man, was geen typische rijkswachter. Hij was heel zachtaardig, maar dwong toch respect af. Als ze een boete hadden, kwamen de buren bij pa. Hij waarschuwde hen dan wel, maar verscheurde ze toch. Toen kon dat nog. Hij deed dat uit goedaardigheid. Zelf heb ik evenmin ooit ruzie gehad met hem. Ik probeer dat met mijn kinderen ook te vermijden.


et gras is een heikel punt. Ik vind: de jongens – Maxime (16) en Maxim (23) – zijn thuis verantwoordelijk voor het gras. En dan zie ik het gras langer worden, en nog langer. En dan vraag ik: gaan jullie dat afspreken en daarvoor zorgen? Zij moeten onder mekaar maar zien wanneer wie hoeveel afrijdt. Maar dan blijft dat aanslepen. Tot het te lang wordt.

H

Dus, ik heb nu een nieuwe afspraak. Ze krijgen samen dertig euro, telkens als ze het gras afrijden. Doen ze het niet, dan verdienen ze niets bij. Doen ze het maar een keer per maand, dan hebben ze dertig euro. Doen ze het samen, hebben ze ieder vijftien euro, doet één het alleen, heeft hij dertig euro. Doen ze het twee keer per maand, dan hebben ze zestig euro. Hoe meer ze werken, hoe meer ze verdienen. Zo werkt dat, toch? Natuurlijk, het is geen sluitend systeem. Ze moeten niet beginnen met alle dagen dat gras af te rijden, hé. Maar ik zaag niet tegen mijn kinderen.

a was de klassieke, ietwat kortzichtige huismoeder. “Wat gaan de mensen zeggen?!” Mijn moeder kon geweldig zagen. Ik trek me vandaag niets aan van wat de mensen zeggen over bijvoorbeeld Eva (Pauwels). Zelf probeer ik fatsoenlijk door het leven te gaan. Mijn kinderen zijn ook fatsoenlijk, denk ik. Zij moeten geen schrik hebben. Ik straf ze niet. Alles wat ze doen, het is hun leven, zo probeer ik hen in te prenten. Ik heb respect voor mensen, ik probeer met niemand ruzie te maken, ik steek tijd in mijn kinderen, ik besef hoe goed ik het heb. En ja, zonder daarin te overdrijven, wil ik graag dat iedereen mij aardig vindt.

M

Ik zaag niet tegen mijn kinderen

25

Iedereen voedt zijn kinderen op op zijn manier, daar zijn geen cursussen over. De ouder-kindrelatie is danig veranderd in de loop der tijden. Ik heb alles welbeschouwd een erg normale jeugd gehad. Er was thuis niet echt iets te kort, ik kreeg elk jaar mooie nieuwe kleren, een paasbest ‘kostumeke’. En mijn ouders konden erg goed lachen met mij. Op zondagochtend aan de ontbijttafel deed ik ‘sketchkes’. Dan speelde ik boer zus of zo. Godverdoeme, wa peizen ze wel, de menschen. Of ik deed een interview alsof ik een coureur was. Ja, toen al die coureur, kan je je dat voorstellen, ik was 8-9 jaar. En mijn ouders lachten zich ziek met mij. Zij zijn altijd fans geweest. In de Brielpoort in Deinze zaten zij op de eerste rij, mijn ma zo fier als een gieter.



k had vijf zonen is een erg dramatisch geladen, Amerikaanse oorlogsfilm uit 1944. De oorspronkelijke titel is The Sullivans, ook wel The Fighting Sullivans (regie Lloyd Bacon, met o.a. Anne Baxter, Thomas Mitchell en Edward Ryan).

I

De vijf onscheidbare zonen uit de titel strijden aan het Guadalcanal-front, laten het leven ondanks vertoon van heldenmoed en onversneden patriotisme, en ontvangen daarom postuum een ereteken, The Purple Heart. Ik was daar ziek van. Ik kreeg daar koorts van. Zo’n triestige film! Ik werd daar enorm ongelukkig van. Die vijf zonen werden afgeschoten, vijf kinderen sneuvelden. Ik kon mij film ge-wel-dig aantrekken. Ik had vijf zonen heeft mij zeer zwaar aangegrepen. Ik was toen een jaar of tien.

Cinema is magie, is kunst, kunst die mij beroert. Ik weet, iedereen weet, dat het gespeeld is, en toch ga je erin mee. Daarom is film magisch.

28

T

Ik zaag niet tegen mijn kinderen

In het Sint-Romboutscollege in Mechelen vertoonden ze aan het eind van het trimester een film in de feestzaal, een grote zaal met achthonderd stoelen. Die film was eigenlijk te zwaar voor mijn leeftijd. Ik was er echt kapot van. Ik ben nu zelf ouder, en als ouder vergeet je wel eens welke impact de indrukken hebben die je kinderen opdoen. Die indrukken gaan een heel leven mee.

29

heater is nog magischer, omdat die mensen voor je neus staan en spelen.

In het college heb ik ook theater leren kennen. Behalve film- waren er ook toneelvoorstellingen, waarin op de koop toe twee leraars meespeelden, acteurs die later beroeps zouden worden: Mandus De Vos (ook wel bekend als Verastenhoven uit De Collega’s) en Ugo Prinsen (ook wel bekend als de koster uit De Paradijsvogels en vader van Thomas Vanderveken). Die indrukken! Ooit heb ik, in diezelfde turnzaal van het college, marsmannetje mogen spelen, tijdens een opendeurdag van de school. Met een masker op, krampachtig huppelend, in een decor gemaakt van kiekendraad. Het was for-mi-da-bel om zo voor mensen te kunnen optreden. Zingen, acteren, het heeft mij altijd gefascineerd. Ik ging met school mee

naar voorstellingen van Jeugd & Muziek in de Elisabethzaal in Antwerpen. Natuurlijk werd daar veel gebabbeld en misschien wel geflikflooid, maar voor mij was het vooral ook indrukwekkend. Zoveel jaren later, in 2012, stond ik zelf als ‘het witte konijn’ met K3 in de Elisabethzaal, in de musical Alice in Wonderland. En later dat jaar ging ik zelf met mijn comeback zaalshow 5 voor 12 in première in de Arenbergschouwburg. En volgend voorjaar sta ik met Veel Vijven en Zessen, mijn nieuwe show, zelf ook weer in bijvoorbeeld de Brielpoort in Deinze, waar ik al die rockconcerten gezien heb. Ikzelf in die zalen van mijn jeugd. Ik heb later zo’n authentieke Purple Heartmedaille kunnen kopen. En ik ben blij dat ik die affiche van Ik had vijf zonen gevonden heb.


ijn ouders zijn in 2004 op vijf dagen van mekaar overleden, hij was 83, zij 81. Ik ben ervan overtuigd dat het een goed koppel was. In de herfst van hun leven gingen ze alle dagen op stap, geregeld op reis ook. Ze hebben van een leuke oude dag genoten, vermoed ik.

M

Ik zaag niet tegen mijn kinderen

30

Ik heb maar van een ding spijt: dat zij nooit geweten hebben dat ik Sterren op de Dansvloer gepresenteerd heb. Dansen was hun leven. In Mechelen gingen zij al naar de dansschool, maar toen ze terug verhuisden naar Sint-Denijs-Westrem, waren ze aangesloten bij drie dansscholen: in Sint-Denijs zelf, in Merelbeke en in de Mantovani in Oudenaarde. Dansen was hun passie.

Ik dans het liefst op mezelf, zoals in Veel Vijven en Zessen, freestyle, zeg maar. Maar evengoed, dankzij Sterren op de Dansvloer heb ik wel de kans gegrepen om de klassieke salondansen te leren. En na iedere les bleven mijn ouders plakken, met de nodige trappistjes. Fantastisch toch, dat je als koppel sĂĄmen van iets bezeten bent. Gelukkig, zij hebben wĂŠl nog kunnen genieten van Max. Toch een dansfilm van hun zoon, niet? Van een typetje van hun zoon, welteverstaan.


E

er dat ge met die ballekes een mot geraakt hebt, meneer Verschueren...”

Zoiets kan alleen Fonske zeggen. Fonske Verzele staat heel naïef in de wereld, hij komt altijd met stomme dingen af, zo simpel dat het dwaas is. Maar hij is wel ‘nen toffe’, een familieman. Getrouwd met Marie-Louiske, met een zoon Svenneke, en sinds 5 voor 12 met twee kleinkindjes, Nicole en Hugoke. Want sinds 1995 had ik Fonske niet meer opgevoerd. Dus na zeventien jaar moest ook hij een comeback maken, in geüpdatete versie. Fonske Verzele is ontstaan ten tijde van Sportkaffee, het – mag ik toch wel zeggen – legendarische sportprogramma zondagmiddag op Radio 2, met Luc Verschueren. Daar is de basis van zéér veel gelegd. Dáár is Frank Dingenen mij komen halen om in Meester, hij begint weer mee te spelen, wat een eerste doorbraak op tv bewerkstelligde.

BOERENLEUTE, JA

Aan de zijde van Luc Verschueren in mijn Zaalshows I en II heeft Fonske dan ook een gezicht gekregen en schermbekendheid verworven. Dus als ik vandaag in Veel Vijven en Zessen op kom, herkennen de mensen Fonske.

Fonske Verzele en Fons Verzele Altijd de plezantste, tot de retraite bij de norbertijnen Boerenleute, ja

33

Fonske Verzele, daar zit álles in, daar zit Fernandel in, de loser, de simpele. Fonske Verzele is mijn prototypetje, zeg maar. En ja, ik heb hem de naam van mijn bompa gegeven, de bompa die ik het best gekend heb. De familie vond dat sympathiek, mijn ouders vonden dat fijn, die naam, als een klein eerbetoon. Maar daar stopt dan ook iedere gelijkenis met Fons Verzele.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.