Inzicht nr. 4

Page 1

Juni 2013

Inzicht

Actueel Nieuwe projecten Ontwerptools beton Gebiedsontwikkeling Studiedagen


2

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


Inhoud Actueel Nauwkeurig maken en meten van steenbestortingen Herziening CUR-Aanbeveling vezelversterkte kunststoffen Platform voegovergangen verbindt partijen Nederlandse infrasector en Rijk gaan samen voor duurzaam

4 7 8 10

Nieuwe projecten Herziening CUR-Aanbeveling 89 Vervolgonderzoek staalvezelbeton Duurzame én betrouwbare betonconstructies Axiale veerstijfheden ankerpalen

12 13 14 15

Ontwerptools beton Ontwerptool ‘Hoe groen is een m3 beton?’ Nieuwe versie Ontwerprichtlijn thermisch actieve gebouwen

16 17

Gebiedsontwikkeling Better Airport Regions

18

Studiedagen Bouwcampus Duurzaamheidscongres Geotechniekdag 5 november

20 21

Agenda 22

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

3


Actueel Nauwkeurig maken en meten van steenbestortingen Bij waterbouwkundige werken worden vaak grote hoeveelheden stortsteen onder water aangebracht. Maar hoe controleer je of die stortsteen goed is aangebracht? In CUR-verband wordt gewerkt aan een update van een publicatie over (on)nauwkeurigheden bij het aanleggen en monitoren van granulaire constructies. De publicatie helpt bij het vaststellen van specificaties en kan veel discussies tussen opdrachtgever en opdrachtnemer voorkomen. Bij het opstellen zijn de ervaringen van Maasvlakte 2 meegenomen, zo blijkt uit onderstaand interview met twee direct betrokkenen, Dick de Wilde (adviseur RWS) en Dirk Hamer (projectdirecteur PUMA, een aannemerscombinatie van Boskalis en Van Oord). In veel waterbouwkundige werken moeten onder water grote hoeveelheden stortsteen worden verwerkt, in verschillende graderingen. Bij het bepalen van de nauwkeurigheid waarmee die bestortingen worden uitgevoerd is vaak sprake van een zeker spanningsveld tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. De opdrachtgever wil het werk vaak zo nauwkeurig mogelijk uitgevoerd hebben, met kleine toleranties, maar dit moet wel praktisch uitvoerbaar zijn. Te hoge eisen op dit gebied leiden tot hoge kosten en een langere uitvoeringstijd. Daarom is het van belang dat opdrachtgever en opdrachtnemer tot overeenstemming komen over realistische bestekseisen, in een vroeg stadium van een project. Het maken van goede afspraken op dit gebied is al langer een punt van aandacht van de waterbouwsector; in 2001 werden deze vastgelegd in de publicatie ‘Construction and Survey Accuracy for the execution of dredging and stone dumping works’. De ontwikkelingen in de waterbouw- en baggersector hebben sindsdien niet stilgestaan. Er is veel vooruitgang geboekt op het gebied van surveytechnieken onder water en met digitale plaatsbepalingstechnieken. Een update, waarin de ervaringen van Maasvlakte 2 zijn meegenomen, was daarom

4

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


noodzakelijk. Vorig jaar is er een CUR-commissie van start gegaan die de update van het boekje uit 2001 voor zijn rekening neemt. Deze commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van aannemers en ingenieursbureaus, met als voorzitter Dick de Wilde sr., adviseur van Rijkswaterstaat. Mede-initiatiefnemer voor de update van het boekje was Dirk Hamer, directeur Uitvoering bij aannemerscombinatie PUMA, Maasvlakte 2.

Handig en nuttig Hamer: ‘Het boekje uit 2001 was handig en nuttig, en heeft de problemen goed op de kaart gezet, maar het voldeed niet aan de wensen van PUMA, toen we voor de start stonden van de werkzaamheden. We wilden een richtlijn hebben die rekening hield met nieuwe surveytechnieken als multibeam en ook met meerdere steensorteringen waar wij mee werkten. En we wilden vooral een richtlijn die een eind zou maken aan discussies over de nauwkeurigheid van steenbestortingen, en aan de vraag hoe je bijvoorbeeld de bovenkant van een steenbestorting meet’. De Wilde: ‘Als referentie hebben we hiervoor de ‘halve bol methode’ gebruikt, waarbij je de gemiddelde bovenkant van de stenen meet met een halve bol, waarvan de diameter gelijk is aan de helft van de nominale steendiameter. Door deze methode te vergelijken met de uitkomsten van

Dick de Wilde (l) en Dirk Hamer

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

5


Actueel multibeam metingen vind je een correlatie waarmee je de gemiddelde hoogteligging van een bestorting nauwkeuriger kunt bepalen’. Om dit te kunnen doen heeft PUMA op het terrein van MV 2 een testlocatie ingericht waar de validatie van de metingen kon plaatsvinden, in droge toestand en onder water. Hamer: ‘Al in het begin van het Maasvlakte-project heb ik gezegd dat die testlocatie met verschillende steensorteringen er moest komen. We moesten daarvoor als aannemer behoorlijk investeren, maar die investering hebben we terugverdiend. Door een meer nauwkeurige bepaling van hoeveelheden hebben we enkele procenten minder steen kunnen verwerken. Op een totaal van 7 miljoen ton steen in het hele project is dat toch een forse besparing. Daarenboven was er geen enkele keer discussie met de opdrachtgever over de hoogteligging van bestortingen en de bepaling van hoeveelheden. Dat bevordert ook de sfeer op het werk. Maar net zo belangrijk is dat de kwaliteit van de steenbestortingen beter is en daarvan profiteert niet alleen de opdrachtgever, maar ook de aannemer PUMA omdat zij nog 10 jaar verantwoordelijk is voor het onderhoud van de zeewering’.

Engelse en Nederlandse versie Met de publicatie van het CUR-rapport 250 ‘Construction & Survey Accuracies’ hebben opdrachtgevers én opdrachtnemers een document in handen dat opdrachtgevers in de woorden van Hamer in staat stelt de eisen aan stortsteen helder en transparant te specificeren. ‘Het heeft eraan bijgedragen dat MV 2 binnen budget en tijd is gerealiseerd. De kennis die er is opgedaan wordt met deze publicatie voor iedereen toegankelijk’. De Wilde vult daarbij aan: ‘We werken nu aan de Engelse versie die deze zomer als digitaal CUR-rapport verspreid zal worden voor de internationale markt. Daarna komt er een Nederlandse, gedrukte versie die vooral bestemd is voor de kleinere aannemers, want ook voor hen is deze informatie van groot belang. En we denken er als Rijkswaterstaat over om de publicatie als referentie voor te schrijven in bestekken’. CUR-publicatie 250 zal medio dit jaar in de Engelstalige, digitale versie verschijnen.

6

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


Herziening CUR-Aanbeveling vezelversterkte kunststoffen CUR-Aanbeveling 96 is in 2004 gepubliceerd als ontwerprichtlijn voor draagconstructies van (glas)vezelversterkte kunststoffen. Dit lichtgewicht materiaal leent zich, al dan niet in combinatie met staal, voor toepassing in onder meer bruggen en sluisdeuren. De brug over de A27 bij Utrecht is een bekend voorbeeld. Omdat de ontwikkelingen rond de toepassing van dit innovatieve materiaal de laatste jaren niet stil hebben gestaan, is aanpassing van deze CUR-Aanbeveling nodig. CUR Bouw & Infra werkt daarom met betrokken partijen aan een grondige herziening van dit document. Met deze herziening krijgt CUR-Aanbeveling 96 daarmee de status van een ontwerprichtlijn voor constructies met vezelversterkte kunststoffen. Niet alleen nationaal in samenwerking met NEN, maar ook internationaal omdat ook in het buitenland voorschriften nog in ontwikkeling zijn. In verband hiermee werd begin mei een bijeenkomst gehouden waarbij de begeleidende CUR-commissie, vertegenwoordigers van werkgroepen van IABSE en CEN aanwezig waren. De vernieuwde CUR-Aanbeveling 96 zal namelijk als input gebruikt worden bij het opstellen van een Eurocode voor vezelversterkte constructies. CUR-Aanbeveling 96 zal daarom eind dit jaar in een Nederlandse ĂŠn een Engelse versie verschijnen. Nadere informatie: erwin.vega@sbrcurnet.nl

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

7


Actueel Platform voegovergangen verbindt partijen Het Platform Voegovergangen en Opleggingen (PVO) is een samenwerkingsverband tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers die werken met deze essentiële schakel tussen wegconstructie en kunstwerk. Doel van het platform is om, in samenwerking tussen overheid en marktpartijen, het functioneren van voegovergangen in de praktijk te verbeteren. Dat moet ook leiden tot minder hinder voor het verkeer en minder geluidsoverlast voor weggebruikers en omwonenden. De recente bijeenkomst op 18 juni toont aan dat het PVO goed op weg is om zijn doelstellingen te realiseren. Tijdens de bijeenkomst vond de presentatie plaats van de RWS Technisch Documenten (RTD’s) Voegovergangen & Opleggingen. De geheel geactualiseerde RTD’s vervangen de bekende NBD’s en behandelen onder meer de Meerkeuzematrix, Eisen voor voegovergangen, Geluidseisen voegovergangen, Flexibele voegovergangen en Rubber opleggingen. Bedrijven die deelnemen aan het Platform en Rijkswaterstaat hebben intensief samengewerkt bij het opstellen van deze richtlijnen. Hierin zijn diverse bestaande systemen opgenomen, maar de documenten laten ook ruimte voor nieuwe systemen, en laten daarmee ruimte voor innovatie. De RTD’s zijn overigens niet alleen toepasbaar voor autosnelwegen, maar ook voor provinciale en gemeentelijke weginfra.

Sinusplaten Tijdens een vervolgbijeenkomst van het PVO over sinusplaten als voegovergangsconstructie is gediscussieerd tussen aannemers, beheerders, ontwerpers en producenten over maatregelen om de kwaliteit en duurzaamheid van dit type voegovergangen te waarborgen. Daarbij is ondermeer afgesproken om op korte termijn een Taskforce Kwaliteitsborging sinusplaten op te richten en een BRL voor de uitvoering van alle typen voegovergangen te gaan opstellen.

8

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


Gouden Leden Bedrijven die deelnemen aan het PVO kunnen niet alleen inhoudelijk, maar ook financieel bijdragen om de activiteiten van het Platform mogelijk te blijven maken. Het PVO kent daarom het fenomeen Gouden Leden: bedrijven kunnen door een jaarlijkse donatie Gouden Lid worden, en daarmee ook inhoudelijk invloed uitoefenen op de koers en het beleid van het Platform. Inmiddels zijn er al acht bedrijven Gouden Lid geworden, en uiteraard kan het PVO altijd meer van zulke leden gebruiken! Overigens is Rijkswaterstaat als grote financier Platinum lid. Kijk voor meer informatie op www.pveno.nl

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

9


Actueel Nederlandse infrasector en Rijk gaan samen voor duurzaam Meer duurzame innovatie, meer energiebesparing en meer doen met minder budget. Dit zijn enkele van de doelen van de Green Deal GrondWeg-Waterbouw die op 11 juni j.l. door het ministerie van Infrastructuur en Milieu en Rijkswaterstaat, het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Defensie, ProRail en 17 andere partijen is ondertekend. SBRCURnet was één van die partijen. Met deze Green Deal wordt de overgang naar een duurzame spoor, grond-, water- en wegenbouwsector versneld. Kern van de Aanpak Duurzaam GWW is dat vanaf een zo vroeg mogelijke fase in projecten zaken als energiebesparing, leefbaarheid en beperking materialen en grondstoffen, worden meegenomen in de ambities. Het is een gezamenlijk initiatief van zowel opdrachtgevers, opdrachtnemers als kennisinstellingen.

Voorbeeld volgen Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) “Op deze manier worden de kansen voor duurzaam inkopen beter benut. Ik roep dan ook overheden en bedrijven op het voorbeeld van deze Green Deal te volgen en ook dergelijke initiatieven te nemen.” Ed Nijpels van NLingenieurs licht toe: “Doordat zoveel partijen dit gedachtegoed en de bijbehorende procesaanpak dragen wordt versnelling gerealiseerd, het is nu dé tijd voor een omslag in de gehele sector.” Daan Stuit van MKB Infra “Deze bekrachtiging is voor onze achterban zeer belangrijk, investeringen om op deze wijze aan de slag te kunnen gaan en kennis hierover te vergaren en delen zijn nu opportuun. Als markt geeft dit een extra ‘zetje’ in de rug om duurzaamheid te omarmen.”

10

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


Aanpak Duurzaam GWW Bij de Green Deal wordt gewerkt met De Aanpak Duurzaam GWW, een werkwijze die op alle fases in een aanbestedingsproces ingrijpt en ruimte biedt aan duurzame innovatie. Het is een praktische werkwijze om duurzaamheid in GWW-projecten concreet te maken en biedt hulpmiddelen (zoals een ambitieweb of CO2-prestatieladder) om in alle fase van het proces de ambitie op het gebied van duurzaamheid te formuleren en te realiseren. Dit zonder vooraf generiek voor te schrijven wat de duurzaamheidseisen zijn. Per project moeten de kansen worden benut om zo maximale duurzaamheidswinst te creĂŤren. Denk aan minder onderhoud, leefbaarheid, veiligere oplossingen, beperking materialen en grondstoffen, energiebesparing, betere afstemming tussen projecten, CO2-reductie, meer doen met minder budget, sociale innovaties en recycling van materialen. Zo wordt een goede afweging gemaakt tussen People, Planet en Profit. Elke partij draagt verder bij naar haar eigen rol in projecten en zorgt zo samen voor een omslag in de sector. Leerervaringen tussen de deelnemers van de Green Deal worden onderling uitgewisseld.

Succesvolle Green Deal Aan deze Green Deal verbinden zich nu al de grote marktpartijen en de aanmeldingen blijven doorlopen; er zijn nog meer partijen die tot deze Green Deal willen toetreden. Daarom wordt er in de herfst een tweede ondertekenronde gehouden.

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

11


Nieuwe projecten Herziening CUR-Aanbeveling 89 Alkali-silicareactie (ASR) in beton is een destructief proces, waarbij alkaliĂŤn uit het cement reageren met de toeslagmaterialen in het betonmengsel. Om deze ongewenste reactie, die ook nog doorgaat in reeds verhard beton, te voorkomen is CUR-Aanbeveling 89 gepubliceerd. In 2006 is hiervan de tweede, herziene versie verschenen. Dit document bevat beslissingsmethoden voor de keuze van grondstoffencombinaties die de minste kans op ASR geven, maar daarnaast worden ook beproevingsmethoden gegeven om voorgestelde grondstoffen en betonmengsel te toetsen op ASR-gevoeligheid. Gebleken is nu dat met name deze beproevingsmethoden voor verbetering vatbaar zijn, aangezien met enige regelmaat onterechte afkeuring of goedkeuring plaatsvindt. Dit betekent een risico op een verkeerde diagnose. In de nieuwe herziening van deze CUR-Aanbeveling zal daarom de korte mortelbalktest worden aangepast, zodat deze tot beter reproduceerbare resultaten leidt. Daarnaast zal het document geheel worden aangesloten op de huidige Europese normen. De herziene CUR-Aanbeveling 89 zal eind 2013 in concept gereed zijn, als resultaat van CUR-commissie VC 100.

12

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


Vervolgonderzoek staalvezelbeton Eind vorig jaar is het (digitale) CUR-rapport 245 Staalvezelbeton. Kennis en kennisleemten verschenen. Het rapport was het resultaat van een preadviescommissie, die onderzoek naar kennisleemten heeft gedaan en voorbereidingen treft voor het opstellen van een CUR-Aanbeveling voor vrijdragende vloeren van staalvezelbeton. Zover is het echter nog niet: binnenkort start een nieuwe CUR-commissie die de kennisleemten moet invullen die het opstellen van die CUR-Aanbeveling nog in de weg staan. Op constructief gebied moet nader onderzoek worden gedaan naar het effect van opgelegde vervormingen, de nadelige invloed van agressieve milieus en het constructieve gedrag onder brandomstandigheden. Op materiaaltechnologisch gebied is dat de invloed van de uitvoering op de materiaaleigenschappen van staalvezelbeton. Meer precies: de wijze van mixen van de betonmortel en de toegevoegde staalvezels. Vooral de mate van homogeniteit van het mengsel is hierbij belangrijk. Het onderzoek moet vanzelfsprekend ook aansluiten op nationale en internationale regelgeving, de inventarisatie daarvan is opgenomen in CUR-rapport 246.

Nadere informatie: erwin.vega@sbrcurnet.nl U kunt genoemde CURrapporten 245 en 246 vinden op www.curbouweninfra.nl, onder te downloaden publicaties.

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

13


Nieuwe projecten Duurzame én betrouwbare betonconstructies Beton is een robuust bouwmateriaal met een lange levensduur. Tegelijkertijd is beton een materiaal dat een grote variatie kent van mogelijke bindmiddelen en toeslagmaterialen. Voor elke toepassing kan een individuele betonsamenstelling worden ontworpen, kijk naar bijvoorbeeld hogesterkte beton en zelfverdichtend beton. Daarnaast is er een beweging om vanuit oogpunt van duurzaam bouwen de ‘duurzaamheid’ (sustainability) van beton te verhogen en bijvoorbeeld de ‘carbon footprint’ te reduceren. Het gebruik van materialen die elders als reststof worden geproduceerd kan daarbij helpen. Zoals al aangegeven in verschillende CUR-Aanbevelingen over alternatieve materialen in beton kan toepassing van dergelijke materialen tot andere eigenschappen van beton leiden. Een constructeur moet weten of hij daarmee rekening moet houden bij het invoeren van waarden voor bijvoorbeeld druksterkte, krimp en kruip. Toepassing van alternatieve materialen heeft

14

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


ook nog een financiële component: zijn de gevolgen daarvan tijdens de hele levenscyclus wel bekend als er wordt besloten tot toepassing van zulke materialen? Om al deze aspecten beter met elkaar in verband te brengen wordt er een CUR-preadviescommissie ingesteld, die een breed plan van aanpak gaat opstellen en waarbij aspecten als de kwaliteit van beton, levensduur en duurzaamheid worden betrokken. Nadere informatie: martin.vandervliet@sbrcurnet.nl Bouwen met kennis

236 Ankerpale n

Axiale veerstijfheden ankerpalen

236

Ankerpalen

De bepaling van de axiale veerstijfheid van ankerpalen is een vrij gecompliceerde zaak. De rekenregels in CUR-rapport 236 ‘Ankerpalen’ uit 2011 geven veelal een te conservatief resultaat. De methode kent daarnaast een aantal beperkingen omdat er geen rekening wordt gehouden met allerlei variaties zoals het sondeerbeeld, verdeling van het belastingsniveau over de paal, groepseffecten etc. Een te lage veerstijfheid leidt tot onnodige extra palen, een te hoog ingeschatte veerstijfheid kan leiden tot het risico van scheurvorming in het gewapende onderwaterbeton. Een nieuwe CUR-commissie is daarom aan de slag gegaan met de opzet van een alternatief rekenmodel dat een beter onderbouwde en nauwkeuriger bepaling van de veerstijfheid mogelijk maakt. Groningenweg

10 Postbus 420 2800 AK Gouda

T 0182 540 620 F 0182 540 621

secretariaat@

curbouweninfr a.nl www.curbouw eninfra.nl

Nadere informatie: fred.jonker@sbrcurnet.nl

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

15


Ontwerptools beton Ontwerptool ‘Hoe groen is een m3 beton?’ De laatste jaren ontstaat een steeds grotere behoefte om bij het ontwerpen van bouwkundige en infrastructurele objecten ook te kunnen beschikken over objectieve informatie over de milieubelasting van het ontwerp. Daar komt nog bij dat volgens het nieuwe Bouwbesluit vanaf 1 januari 2013 bij de aanvraag van een omgevingsvergunning informatie wordt vereist over de bijdrage aan twee milieueffecten: uitputting van grondstoffen en klimaatverandering. Beton is een van de belangrijkste bouwstoffen; door een mengsel samen te stellen dat een lage milieubelasting veroorzaakt kan een bijdrage aan een duurzame maatschappij worden geleverd. Onder auspiciën van een CUR-commissie is derhalve de ontwikkeling van een ontwerptool ter hand genomen. Met dit instrument kan het milieuprofiel van één m3 beton, zonder een toepassing in de praktijk, worden berekend. Het milieuprofiel is de bijdrage aan 11 milieueffecten, waaronder de effecten die het Bouwbesluit voorschrijft. De milieueffecten kunnen worden uitgedrukt in één enkel getal, de milieukostenindicator (MKI). Het ontwerptool ‘Groen Beton’ is dus een handig hulpmiddel om in ontwerpprocessen te kunnen bepalen op welke wijze de milieuprestatie van één m3 kan worden geoptimaliseerd. Sinds kort is versie 2 van het instrument beschikbaar, waarin ook processen die behoren bij de verwerking van beton in de praktijk zijn opgenomen. Op dit moment is dit gedaan voor heipalen en vloerelementen. Het is de bedoeling dat in een latere versie meerdere praktijktoepassingen worden opgenomen. Het maken van een berekening met dit ontwerptool is zeer eenvoudig en geschiedt aan de hand van een beperkt aantal invoergegevens. Het instrument kan o.a. worden gebruikt door ontwerpers, constructeurs, toeleveranciers, en betontechnologen. De ontwerptool is binnenkort verkrijgbaar voor € 42,50 (excl. BTW) via www.cur-aanbevelingen.nl Nadere info: hans.vanhulst@sbrcurnet.nl

16

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


Nieuwe versie Ontwerprichtlijn thermisch actieve gebouwen Beton kan warmte en koude accumuleren. Deze eigenschap wordt benut om een thermisch behaaglijk binnenklimaat te creëren. Voor dat doel wordt betonkernactivering toegepast, voornamelijk in vloeren. Voorwaarde voor succes is dat deze mogelijkheid vroegtijdig in het ontwerpproces wordt nagegaan. Ter ondersteuning van dit proces is CUR Ontwerprichtlijn 237: ‘Ontwerprichtlijn thermisch actieve gebouwen’ met bijbehorend rekeninstrument ontwikkeld. De CUR-Ontwerprichtlijn met bijbehorend rekeninstrument ondersteunt gedurende het ontwerpproces het overleg en samenspel tussen architect, constructeur, bouwfysicus en installatieadviseur. Zo komt een ontwerp tot stand met een optimaal functionerende thermisch actieve vloer. Met deze App kan het rekeninstrument snel en eenvoudig worden ingezet. Het rekeninstrument geeft u snel inzicht in de invloed van belangrijke gebouwkenmerken op de thermische behaaglijkheid in verblijfsruimten. Uit een veelvoud aan oplossingsmogelijkheden kan in een iteratief proces met deze App een optimale oplossing worden gegenereerd. De relevante gebouwkenmerken zijn: gebouwfunctie, gebouwmassa, interne warmtelast en ventilatieregime, geveloriëntatie, glaspercentage in de gevel en het in de vloer te installeren thermisch vermogen. Van deze App is nu een nieuwe, gebruiksvriendelijker versie verschenen. Kijk op www.cur-aanbevelingen.nl voor het bestellen ervan. Nadere info: hans.vanhulst@sbrcurnet.nl

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

17


Gebiedsontwikkeling Better Airport Regions CURNET neemt deel aan een nieuw project op het gebied van ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling: Better Airport Regions (BAR). Doel van het project is kort geformuleerd te onderzoeken hoe de relatie tussen de luchthaven Schiphol en de omringende regio kan worden versterkt bij het streven naar een meer duurzame bedrijfsvoering van het luchthavenbedrijf. Ter illustratie: Schiphol is een conglomeraat van bedrijven waar ca. 60.000 mensen werken. De luchthaven vormt het knooppunt van omvangrijke ‘stromen’ van mensen, energie en producten, waarbij mensen soms op grote afstand van hun werk wonen en waarbij geproduceerd afval niet nabij de luchthaven, maar op grote afstand wordt verwerkt. Als dit vervoer over grote afstanden betekent verspilling van energie, water en materialen en onvoldoende betrokkenheid van de regio; het gebied in een straal van ca. 40 km rond Schiphol. Het project BAR heeft tot als eerste doel inzicht te krijgen in deze stromen, in relatie tot de ruimtelijke ordening. Kennis hierover moet de input vormen van te nemen maatregelen om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren, de economie van de regio te versterken en de bedrijfsvoering van de luchthaven duurzamer te maken door minder verspilling van grondstoffen en energie. In het project nemen alle betrokken partijen deel, zoals de NV Luchthaven Schiphol, SADC, de gemeenten Haarlemmermeer en Amsterdam en universiteiten TU Delft, TU München en de ETH Zürich. Onderdeel van de studie is o.a. een internationale vergelijking van luchthavens en hun omgeving. Het project Better Airport Regions maakt deel uit van het onderzoeksprogramma VERDUS (Verbinden van Duurzame Steden) dat door o.a. NWO wordt gefinancierd. Nadere informatie: Geert-jan.Verkade@sbrcurnet.nl

18

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

19


Studiedagen Bouwcampus Duurzaamheidscongres Op 27 juni 2013 organiseert SBRCURnet het Bouwcampus Duurzaamheidscongres in de Rijtuigenloods in Amersfoort. Dit congres laat zien dat duurzaamheid belangrijk is voor de gehele bouwsector. Daarom komen de werelden van de B&U en de Grond- Weg en Waterbouw tijdens dit congres bij elkaar. Er zijn voor beide sectoren genoeg andere congressen rond het thema duurzaamheid, maar vanuit SBRCURnet en de Bouwcampusgedachte is het belangrijk dat er over de sectoren heen gekeken wordt. Op dat niveau is nog genoeg winst te behalen. Een aantal bedrijven in de markt bewijst dat het ondanks de economische crisis mogelijk is om te groeien. Wat doen zij goed? In veel gevallen zijn deze organisaties integraal aan de slag gegaan met duurzaam bouwen. Met als resultaat een bouwproject van hoge kwaliteit en zicht op nieuwe opdrachten. Duurzame succesverhalen uit de bouwsector maken duidelijk hoe je door integraal samen te werken een toekomstbestendig, duurzaam resultaat kunt bereiken. Kijk voor meer informatie en aanmelding op www.sbr.nl

20

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


5 november 2013 Geotechniekdag De Geotechniekdag 2013 wordt in het Chassé Theater in Breda gehouden. Geotechnische experts uit Nederland en Vlaanderen ontmoeten hier elkaar en nemen kennis van de nieuwste ontwikkelingen. Het gevarieerde programma laat zien dat de geotechniek een springlevend vakgebied is, dat nog steeds volop in beweging is. Tijdens de lezingen komen verschillende nieuwe onderzoeksprojecten aan de orde. Daarnaast gaat één van de sprekers in op de relatie tussen gaswinning en aardbevingen in Groningen. De uitreiking van de Keverling Buismanprijs staat ook op het programma. Tijdens de parellelsessies presenteren young professionals zich met hun werk. Daarnaast is er een expositie waar bedrijven hun nieuwste producten en diensten laten zien. Kijk voor meer informatie en aanmelding op www.geotechniekdag.nl

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

21


Agenda 27 juni 2013 Bouwcampus Duurzaamheidscongres www.sbr.nl

25 september 2013 SIKB Jaarcongres www.sikb.nl

5 november 2013 Geotechniekdag

www.geotechniekdag.nl

7 november 2013 Studiedag COBc/CUR Bouw & Infra www.curbouweninfra.nl

26 november 2013 Waterbouwdag www.waterbouwdag.nl

26, 27 november en 3, 4 december 2013 PAO-cursus ‘Ontwerp en uitvoering van kademuren’ www.pao-tudelft.nl

22

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief


Kijk voor meer informatie op www.curnet.nl

CUR Bouw en Infra / Nieuwsbrief

23


Wilt u deze nieuwsbrief printen? Klik dan hier voor de pdf-versie: www.curnet.nl/upload/documents/Inzichtnr4.pdf

Stationsplein 45, A6.016 Postbus 1819 3000 BV Rotterdam tel 010 206 59 59 info@curbouweninfra.nl www.curbouweninfra.nl

CUR Bouw & Infra is een uniek en onafhankelijk netwerk dat partijen verbindt. Deze partijen willen hun positie versterken via technologische innovatie en verbetering van het bouwproces. CUR Bouw & Infra levert een belangrijke bijdrage aan dat proces met kennis en praktische regels. Dat is in het belang van opdrachtgevers en bouwbedrijven. CUR Bouw & Infra maakt deel uit van de fusie-organisatie SBRCURnet.

Vormgeving: Van Lint in vorm, Zierikzee (7841)

SBR en CURNET zijn 4 maart gefuseerd tot SBRCURnet. Dit is ook te zien aan al onze communicatiemiddelen: ons nieuwe logo en onze nieuwe huisstijl zijn gereed. SBRCURnet is een onafhankelijk en toonaangevend kennisnetwerk voor de bouwsector. Wij staan voor een continue duurzame kwaliteitsverbetering van onze leefomgeving. Wij verbinden partijen om nieuwe kennis te ontwikkelen over actuele vraagstukken en voorzien de bouwsector van betrouwbare en bruikbare kennis waarmee professionals hun werk beter kunnen doen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.