uitgave 6
bikepacking & long distance cycling
Contact
Colofon
Website www.viavelo.nl
Tekst en fotografie Chris Van Akeleyen, Jeroen Dijkstra (Jerome), Willem Megens
E-mail info@viavelo.nl Facebook.com /viavelomagazine
Š 2016, ViaVelo Magazine Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Tekst Romain Rosant Fotografie Guillaume Bedard, Lars Bengtsson, Francois Carrier Deziel, Alexander Giesswein, Hamza Mutlu, Leonardo Rey, Ilaria Sangaletti, Eleanor Suggett, Rudi Verhagen Coverfoto Alexander Giesswein Concept en layout Stephan van Raay
Foto: Stephan van Raay
Voorwoord Bergen zijn onlosmakelijk verbonden met fietsen, zeker voor de avontuurlijke fietser. Waarom trekt het ons zo aan? Waarom willen we zweten, moe worden, pijn lijden om die berg op te komen? Is het voor het uitzicht, de kick of gaat het nu juist om die fysieke inspanning? Of misschien wel het onbekende dat achter die berg is. Bergop rijdend bedenk ik me constant hoe ik de klim moet aanpakken. Dat doe ik zelfs als ik helemaal niet op de fiets, maar bijvoorbeeld in de auto zit. Wonend in een van de platste landen ter wereld roepen de Êchte bergen sowieso een bijzonder gevoel bij me op. Al bij het zien van foto’s met mooie berglandschappen worden mijn ogen groter en beginnen mijn benen al zowat trapbewegingen te maken. Het zal je daarom niet verbazen dat ik met erg veel plezier aan deze uitgave heb gewerkt. Mijn dank is groot aan de inspirerende fietsers in het lijstje hiernaast. Veel kijk- en leesplezier. Stephan van Raay
Inhoud 6
The places we ride
16 Traveller 18 TransAlp 16 44 Ierland in 5 beelden 56 Idaho Hot Spring Trail 78 Bivak op de col
Foto: Stephan van Raay
T
S
L A P CE E H
GALLERY
WE
E D RI
Foto: Eleanor Suggett Lamps Moss - een mooie, maar steile weg in de Yorkshire Dales, Engeland @elesuggett viaVelo magazine
7
Foto: Hamza Mutlu 8
viaVelo magazine
|
@hamzamuttlu
viaVelo magazine
9
Foto: Lars Bengtsson | 10
viaVelo magazine
De Georgische militaire weg, even buiten Kazbegi in het noorden van GeorgiĂŤ
@lostcyclist viaVelo magazine
11
Foto: Leonardo Rey | 12
viaVelo magazine
Kjรถlur, Route F35, IJsland |
@leorey.cc
viaVelo magazine
13
Foto: Ilaria Sangaletti 14
viaVelo magazine
|
Colle Fauniera (ook bekend als Colle dei Morti, ‘Berg van de Doden’)
Cottische Alpen, Piedmont, Noord-ItaliĂŤ (2480 meter hoogte)
|
@miss_willi viaVelo magazine
15
Stad en land zijn we al afgereisd om fietsen voor mij op te halen
16
viaVelo magazine
Column
TRAVELLER Tekst en fotografie Jeroen Dijkstra
R
itmisch tikken de regendruppels
stapje kwam ik dichter bij die magische
op het dak van de auto. De ruiten-
afstand, dichter bij het verwezenlijken
wissers van de Toyota moeten hun best
van die droom. Tot dat ik een paar jaar
doen om de voorruit vrij van druppels
terug ziek werd. Weg droom.
te houden. Samen met mijn vader ben ik onderweg om een oude Koga Miyata
Maar ik vocht mijn weg terug, breidde
randonneurfiets op te halen. Stad en land
mijn rondjes uit van tien naar vijftig
zijn we al afgereisd om fietsen voor mij
kilometer. En van vijftig naar honderd
op te halen. Het begint inmiddels een
kilometer. Hoe groter de afstanden
jaarlijks terugkerend ritueel te worden.
werden, hoe dichter ik bij mijn droom om
Terwijl Hiss Golden Messenger op de
een rondje IJsselmeer te fietsen kwam.
achtergrond speelt denk ik terug aan
En hoewel de Koga Miyata waar naar
vroeger.
ik onderweg was als winterfiets moest gaan dienen had ik, sinds ik de fiets op
Ik zat in groep 8 van de lagere school en
het internet te koop had zien staan, aan
had na jaren van juffen eindelijk eens
niets anders kunnen denken dan aan
een meester: meester Bram. Bram fietste
het feit dat het de perfecte fiets voor
en daarom vond ik hem direct een toffe
een rondje IJsselmeer is. Plots schrok
vent. Meester Bram vertelde mij op een
ik op uit mijn gemijmer door de stem
dag over het rondje IJsselmeer. Met ruim
van de TomTom die riep: “Bestemming
400 kilometer vanaf mijn woonplaats was
bereikt�. Weer een stap dichter bij dat
het meer dan een rondje. Het had iets
ene magische rondje.
magisch. Ik was direct verkocht. Jarenlang breidde ik mijn rondjes uit. Stapje voor
Jerome
viaVelo magazine
17
TRANS
ALP 16
TRANS
ALP 16
Tekst Chris Van Akeleyen Fotografie Chris Van Akeleyen & Alexander Giesswein
Na de eerste gravel trails glimlachten we alle drie van oor tot oor
I
n 2013 leidde een bezoek aan een vriend in Japan tot een afspraak: we zouden de volgende zomer gaan bikepacken over het eiland. Er werden plannen gemaakt en de trip volgde. Deze trip was de eerste aanzet voor de liefde voor fietsen en het buiten zijn. Twee jaar, een baby en talloze e-mails later planden we ons volgende avontuur: Alex zou terugkeren naar zijn geboorteland Oostenrijk en mij en een oude polovriend Dan door de bergen van Oostenrijk, Zwitserland en ItaliĂŤ loodsen. Op papier zag het er allemaal wat krankzinnig uit. Hoeveel hoogtemeters zouden we per dag aankunnen op een stalen fiets met volle bepakking, op onverharde wegen, dagen aaneen? Onheilspellende wolken hingen laag boven ons toen we voor de eerste keer in formatie het dal in rolden. De remmen werden getest, de riemen werden aangetrokken, de remmen werden nogmaals
getest – en nogmaals. Een fiets rollend op offroadbanden, bepakt met eten voor een aantal dagen en alle benodigdheden om zelfvoorzienend te zijn, moet je zeker met respect behandelen tijdens de eerste gladde afdaling. Omdat we meer op zoek waren naar interessante trails dan een flink aantal kilometers op Strava, stapten we op de trein naar Imst voor de start van onze tocht. Op de Via Claudia Augusta vanuit Landeck gingen we recht een berg omhoog over prachtig terrein. Na de eerste gravel trails glimlachten we alle drie van oor tot oor. Toen de trails technisch werden, werden onze glimlachen nog groter, versterkt door een flinke dosis adrenaline. Onze ervaringen in offroad-fietsen waren verschillend, variÍrend van beginner tot geoefend. De bepakking op onze fietsen maakte de uitdaging nog groter. De dag eindigde relatief beschaafd op een camping in Pfunds
viaVelo magazine
21
22
viaVelo magazine
waar we onze tenten opzetten en op zoek gingen naar de eerste van onze traditiegetrouwe, verfrissende radlers. We zaten weer op de Via Claudia. Na voornamelijk gravelpaden te hebben gevolgd waren we nu onderweg naar Zwitserland. De waarschuwingen van locals gaven ons een idee van wat ons te wachten stond: veel omhoog. Die dag klommen we naar 2300 meter en fietsten voornamelijk op mooie brandwegen. Laat in de middag kwamen we ook nog door de Uina-kloof. Dit smalle en rotsachtige ravijn was pittig. Inmiddels waren we al gewend aan het duwen van onze fietsen, maar hier moesten we onze fietsen dragen, mĂŠt alle bevoorrading en bepakking. EĂŠn stapje te ver en we zouden ons fietsreddingsplan (bergschoenen en touw lenen om de gehavende fiets op te halen) moeten uitvoeren. Maar de adembenemende uitzichten en het gebulder van de watervallen maakten het allemaal meer dan goed. Na het ravijn verlaten te hebben zetten we onze tent op in het nog resterende zonlicht, in het bijzijn van marmotten en koeien. We hadden het rijk voor ons alleen, dachten we. Plotseling werden we verrast door een herder met zijn jonge
viaVelo magazine
23
24
viaVelo magazine
viaVelo magazine
25
26
viaVelo magazine
dochter, twee ezels, een hond en natuurlijk een geit. Hij begon net aan zijn 9 weeks verblijf, vergezeld door nog 310 koeien in de omliggende hoge weiden. Hij was hier achtergelaten met wat bier, dat hij graag met ons deelde. Hij nodigde ons zelfs uit in zijn kleine, gezellige berghut. Dat aanbod sloegen we natuurlijk niet af. Het is zeker geen verkeerde plek om je zomer door te brengen. Ondanks dat het zo warm was dat het eten en bier lauw werd, was de nacht koud met temperaturen rond de twee graden Celsius. Dat en de meer dan honderd koebellen zorgden dat we vroeg in de ochtend konden starten.
We zeiden Zwitserland adieu en via een gammel hek staken we de Italiaanse grens over naar Zuid-Tirol. De Passo Slingia was spectaculair. We daalden af over gravelwegen langs meren, watervallen en een feestje in de Alpen. De weg bleef maar omlaag gaan (dus nog meer remmencontroles) en een fietspad bracht ons naar Glorenza. Na een koffie begonnen we aan de klim naar Sulden, een skioord in de gemeente Stelvio. Deze hete klim van 880 naar 1897 meter met haarspeldbochten en ontelbare motors en tourbussen was een flinke uitdaging. Toen we ook deze berg bedwongen hadden trakteerden we
viaVelo magazine
27
28
viaVelo magazine
viaVelo magazine
29
De meer dan honderd koebellen zorgden dat we vroeg in de ochtend konden starten
onszelf op een rustdag in het skidorp en gingen we op zoek naar de onmisbare radlers. Op de rustdag gingen we met de bus naar een naburig dorp en ondervonden hoe serieus de Italianen in deze regio hun siesta nemen. Lang staarden we door het winkelruiten naar de remblokken en het kookgas dat we nodig hadden. Na een dag niet gefietst te hebben, viel de korte rit met een relatief lichte stijging, vanuit het centrum van Sulden naar de skigondel, niet mee. De effecten van fietsen op grotere hoogte werden onmiddellijk merkbaar. We namen de gondel omhoog naar de Schaubach Hutte en sleutelden de rest van de dag wat aan onze fietsen, dronken bier en vroegen ons ondertussen af waar we eigenlijk aan begonnen waren. De volgende dag gingen we op weg naar de top van de Madritschjoch op 3125 meter hoogte. De hoogte, de sneeuw en de ronduit steile berg maakten het veel zwaarder dan we verwachtten. Zelfs de 2,1-inch-banden van Dan konden niet op
tegen de resterende sneeuw. De hike naar de top was enorm zwaar, maar erg mooi. Fatbikes werden direct toegevoegd aan ons gezamenlijke verlanglijstje. ‘What goes up, must come down’, dus de rest van de dag gingen we bergaf. Niet bepaald ideaal terrein voor zwaar beladen stalen fietsen zonder vering. Dit wisten we, dus lopen was vooraf al het plan. Wat bijdehante opmerkingen van voorbijrijdende moutainbikers zorgen voor olie op het vuur en we namen wat meer risico’s dan strikt noodzakelijk was. Met ìthe prosî nog steeds in zicht kwamen we ongeschonden en bijna zonder schrammen in het dal aan. Naturns was het eindpunt van deze dag. Het plan voor de zesde dag was óf de bergroute aan de noordkant van de bergketen óf een vlakkere, maar veel langere route aan de zuidkant te volgen. Na wat navraag bij wat locals bleek er mogelijk ook een binnendoorweg te zijn die ons tijd en onnodig klimmen zou besparen. We fietsten naar de stad Meran, vroegen nogmaals naar de weg en vonden een skigondel die ons naar de top van de berg bracht. Na wat extra klimmen daalden we af naar het dal
viaVelo magazine
31
34
viaVelo magazine
door prachtige bossen en mooi terrein. We hadden veel lol op de mix van zware singletracks, vlakke gravelwegen en snel asfalt voordat we aankwamen in Rio Bianco, een dorp met waarschijnlijk 12 inwoners. Na radlers geserveerd te hebben gekregen, advies ingewonnen te hebben en ons kamp aan de rand van het dorp opgezet te hebben, staken we een kampvuur aan op een goede dag fietsen. De volgende klim op de lijst was de Passo di Pennes. We begonnen beneden in het dal en de klim naar boven was erg zwaar. Haarspeldbocht na haarspeldbocht, 13 procent stijging en motors en auto’s die
voorbij raceten. Een bord aardappelen, ham en ei bij de hut op de top smaakte nog nooit zo goed. De afdaling van 15 kilometer naar Sterzing was erg leuk. Zoals gewoonlijk racete Alex ons voorbij. Op dat moment ervoeren we onze zware fietsen als heel stabiel. De achtste dag begon met een vlakke rit door het dal recht naar de voet van een berg, de laatste van de trip: een klim van 953 meter naar 2255 meter. Het was mooi weer en het uitzicht over het dal was spectaculair. Eenmaal boven toen we de Oostenrijkse grens wilden oversteken begon
viaVelo magazine
35
36
viaVelo magazine
viaVelo magazine
37
38
viaVelo magazine
We raceten zo hard als de gladde stenen het toelieten de berg af
het hard te regenen. Eindelijk. We hadden de regenkleding niet voor niets meegenomen. We raceten zo hard als de gladde stenen het toelieten de berg af. Tegen de tijd dat we een kampeerplek hadden gevonden in Zamser Grund klaarde de lucht op en was een warme maaltijd meer dan welkom. Rond het middaguur op de volgende dag reden we Mayerhofen, nog een skioord, binnen. Hier barstte het van de toeristen. Het was een vreemde gewaarwording om de volle straat met winkelende toeristen in te fietsen. Na een snelle koffie vluchtten we een fietspad op dat ons rechtstreeks naar het Zillertal, het dal waar Alex is opgegroeid, leidde. Na acht dagen met veel gravel en rotsen was het erg
leuk om de benen te strekken. Als een vrachttrein met Alex voorop als stoomlocomotief raceten we achter in lycra geklede fietsers aan. Het loont om met mensen te praten. Een boer was zo vriendelijk om ons op zijn land te laten kamperen. Hier keken we uit over het hele dal en een groot deel van Tyrol. We maakten de restjes eten klaar en zagen de wolken voorbijtrekken terwijl we onze laatste nacht buiten doorbrachten en onze volgende trip planden. We hadden nog een laatste etappe te gaan door het Kundler-ravein, een prachtig stuk Oostenrijkse natuur, voordat we onze trip eindigden bij de Wildschônau Brauerei. Drie radlers graag!
Daniel Scott [@flailings] reed in zijn jonge jaren BMX and crossmotor in Adelaide, Australië. Tegenwoordig woonachtig in Berlijn, Duitsland, reist hij zo veel mogelijk op twee wielen door Europa. Geboren in Oostenrijk jaagt Alexander Giesswein [@staygold_jp] tegenwoordig op KOMs in en rond Tokio, Japan. Daarnaast is hij een cyclocross-wedstijdrijder in de lokale competitie. Door fixed gear en fietspolo ging Chris Van Akeleyen [@chrisvanakeleyen] fanatiek fietsen. Nu rijdt hij zo hard en zo ver mogelijk op een racefiets in Antwerpen, België. Meer foto’s op [flickr.com].
viaVelo magazine
39
STEUN ONS & KOOP EEN DIGITALE UITGAVE IN ONZE SHOP W W W.VIAVELO.NL /SHOP
Foto: Rudi Verhagen
IERLAND Tekst Willem Megens Fotografie Willem Megens, Rudi Verhagen
In de zomer van 2016 fietsen Rudi en Willem twee weken door Ierland. De weg voert van Cork naar de westkust, en vanaf daar naar Boyle, langs steile kliffen, over bergpassen en door merengebieden. We leggen in dertien dagen zo’n 1.150 km af en stijgen daarbij 9.500 hoogtemeters.
Kijk voor het complete reisverslag op www.themeeg.nl.
Healy pass: gevecht met de elementen De continue regen helemaal beu snijden we op het schiereiland Beara af naar de Healy pass. Daar nemen we het op tegen de keiharde wind. Deze pasweg is aangelegd tijdens de Grote Hongersnood (1845-1850) om zo de verlaten gebieden beter te kunnen bereiken.
Foto: Rudi Verhagen
Foto: Willem Megens
48
viaVelo magazine
Ballaghisheen: de turf ligt langs de weg In Nederland kennen we turf vooral uit de geschiedenisboeken, bekend van het Turfschip van Breda (1590) en de arme turfstekers in Drenthe in the 19e eeuw. In Ierland graaft men deze energiebron op talloze plekken nog steeds af. Wat overblijft zijn rechte sloten.
viaVelo magazine
49
Inisheer Island: O’Brien’s Castle is watching us Na een rondje fietsen door de Burren nemen we de ferry naar het compacte Aran Island. We kamperen aan de voet van een heuvel, met daarop O’Brien’s Castle uit de 14e eeuw. Nadat Rudi de tent vaardig heeft opgezet, gaan we naar de pub.
50
viaVelo magazine
Foto: Willem Megens
viaVelo magazine
51
Sky Road: een pittoresk kustgebied We fietsen door het onherbergzame Connemara naar Clifden. Daar pakken we de Sky Road: een smalle en soms steile kustweg naar een uitzichtpunt. De mens heeft hier zoveel mogelijk land productief gemaakt; zelfs de eilandjes ontkomen er niet aan.
Foto: Willem Megens
Easky: Effe buurten met de locals Het is een saaie fietsdag vandaag: langs de kust en door agrarisch gebied, zonder hoogtepunten. We doen ons beklag bij deze twee locals. Maar ze zijn weinig spraakzaam. Ook dat nog... Snel onze lunch naar binnen werken en verder fietsen!
54
viaVelo magazine
Foto: Willem Megens
viaVelo magazine
55
Foto: Guillaume Bedard
Tekst Romain Rosant Fotografie Guillaume Bedard & Francois Carrier Deziel
Na de klim van gisteren volgt de mooiste singletrack die je je maar kunt bedenken
I
daho is zeker niet alleen het land van de aardappelen! We ontdekken dit paradijs voor bikepackers tijdens onze tocht over de Idaho Hot Spring Trail in de herfst van 2015. We verlaten Montreal in Canada om de onderste lus in tien dagen te fietsen. De volledige ronde is 500 mijl lang met veel mooie singletrackopties. We fietsen op fatbikes met nieuwe wielsets in 27,5+ en 29+. Met het absolute minimale om te overleven en een GPS-track van de Adventure Cycling Association zijn we en-route voor de rit van ons leven. Het is inmiddels een jaarlijkse traditie geworden om een flinke dosis avontuur met eindeloos veel adembenemende landschappen tegemoet gaan. Op de eerste dag van onze tocht vertrekken we vanuit Idaho’s hoofdstad Boise en klimmen we nog relatief licht naar Lucy Peak State Park om bij onze eerste kampeerplek aan de rand van Arrowrock Reservoir te komen. Het maanachtige landschap gevormd door de dammen en de droogte in de omgeving contrasteren met de massieve watermassa van de kunstmatige meren. Het voelt alsof we in een oase in het midden van een woestijn zijn. Het enige minpunt is dat het water vol algen zit. We filteren het water met onze koffiefilter voordat we het kunnen drinken. De weg is goed begaanbaar, de uitzichten zijn spectaculair en het weer is gunstig.
58
viaVelo magazine
Foto: Guillaume Bedard
Foto: Francois Carrier Deziel
60
viaVelo magazine
We gaan verder naar het noordoosten op de North Fork Boise River Road en vervolgens de Middle Fork Boise River Road. We klimmen nog steeds geleidelijk langs de rivier als we bij de kampeerplek bij Pfifer Creek Road aankomen. Hier genieten we van ons eerste bier, een ‘good old’ Budweiser, met onze voeten in de rivier. Het landschap verandert nu ingrijpend en we zien bergen en een veel groter bos. Tot de derde dag was alles nog redelijk vlak. Maar richting Atlanta worden de hellingen steiler, zeker als we op de Willow Creek Trail-singletrack komen. De track wordt zwaarder en zwaarder. We stijgen 2200 meter terwijl we de Flint Creek en de Decker Creek trail volgen, waarvan het laatste stuk vooral hike-a-bike is. Zodra we de top bereiken gaat de zon onder en stoppen we voor de nacht. De zonsondergang is hier bijzonder mooi. Behalve van het uitzicht genieten we ook van de welverdiende rust. Wel moeten we in al onze kleren slapen vanwege de kou. ‘What goes up must come down.’ Na de klim van gisteren volgt nu de mooiste singletrack die je je maar kunt bedenken.
viaVelo magazine
61
Foto: Guillaume Bedard
Foto’s: Guillaume Bedard
64
viaVelo magazine
Een mooie beloning na het harde werken. Alles gaat downhill in het Sawtooth National Park. Bijna zijn we Romain kwijt op een hoek van een afgrond. In Featherville stoppen we voor een hamburger en wat bevoorrading, maar helaas zijn alle winkels hier gesloten. Gelukkig wil een cafĂŠbaas ons graag helpen en we kopen zo veel snacks we nodig hebben om Ketchum te halen. Op de weg naar de Five Points Campgrounds ontdekken we dat de South Fork Boise Road is bedolven onder een landverschuiving veroorzaakt door een overstroming van de nabijgelegen stroom. De brokstukken zijn zo groot dat zelfs de
fietsen duwen geen optie is. Er zit niets anders op dan ze te dragen om verder te kunnen. De vijfde dag begint bergop over de Carrie Creek Road langs de Dollarhide Mountain. Rond het middaguur zijn we op de top op 2600 meter hoogte. Dan volgt nog zo’n geweldige afdaling naar Ketchum in de Sunvalley. Als drie vieze en stinkende pelgrims rijden we de stad binnen. De singletrack-optie kostte ons wat extra tijd en we besluiten om in een hotel te overnachten voor een goed herstel. We drogen onze kleren en plannen een rit van
viaVelo magazine
65
Foto: Francois Carrier Deziel 66
viaVelo magazine
viaVelo magazine
67
Foto’s: Guillaume Bedard
68
viaVelo magazine
120 kilometer voor de volgende dag. Maar eerst willen we de bergplaats in. De kleine hotelkamer lijkt inmiddels meer op een fietsenstalling. We nemen een hoognodige douche en proberen zo beschaafd mogelijk voor de dag te komen met de weinige schone kleren die we over hebben. In onze zoektocht naar fatsoenlijk eten belanden we bij de pizzeria om de hoek. We bestellen twee XXL-pizza’s en IPA-bier en we eten alsof ons leven ervan afhangt. De volgende dag begint voor zonsopgang. We verlaten Ketchum als dieven in de nacht en bij het licht van onze hoofdlampen klimmen we 50 kilometer lang over Highway 75. Na Galena nemen we ‘the old road’ naar de top. Het is meer een pad dan een weg en zo ruw als je je maar kunt voorstellen. De top op 2600 meter hoogte geeft een prachtig uitzicht over het dal. De zon schijnt, de wind staat gunstig en de dalweg is bijzonder mooi en glad. Na een aantal uur in een goed tempo te hebben gefietst afgewisseld met ontelbare schaapskuddes die het pad overstaken, komen we in de late middag aan in Stanley om bij te tanken voordat we gaan kamperen. We hebben deze dag 130 kilometer op ons zadel gezeten en daarbij de zon zowel zien opkomen als ondergaan.
viaVelo magazine
69
Foto: Guillaume Bedard
70
viaVelo magazine
viaVelo magazine
71
Foto’s: Guillaume Bedard
72
viaVelo magazine
De volgende morgen is het erg koud en moeten we een kampvuur maken om Guillaume uit zijn tent te krijgen. Wat volgt is een verharde binnenweg waar we als gekken in de Tour de France overheen rijden. We rijden vlak achter elkaar om uit de wind te blijven. Op toerbeurt pusht de voorste man onze zware fietsen vooruit. Op de Ponderosa Pine Scenic Route stoppen we voor een belachelijk grote hamburger. Aan het eind van de dag komen we aan bij de Garden Valley Hot Spring en genieten van het natuurlijk verwarmde water. Er ontbreekt alleen nog wat bier. Guillaume offert zich op en fietst vijf mijl extra naar de dichtbijzijnste winkel om een koude sixpack te halen. De rit naar Idaho City is er een met veel klimmen en dalen. We eindigen met een mooie afdaling waarbij we harder rijden dan een aantal motoren en komen rond de middag in de stad aan. Bij een klassieke saloon parkeren we onze fietsen alsof het paarden zijn en nemen een cowboylunch.
Guillaume Bedard
@bikebedard
Francois Carrier Deziel
@onagos
We krijgen te horen dat er een enorme bosbrand in de buurt woedt. De dikke rook dringt Idaho City al binnen. Helaas moeten wij verder in de richting die het vuur opgaat. We proberen te voorkomen om vast te raken achter wegafzettingen, want over twee dagen vertrekt ons vliegtuig. Met een doek over onze neus en mond besluiten we de weg vol rook te nemen. Gelukkig vertelt een brandweerman ons dat de weg weer vrij is en dat het veilig is om te kamperen aan de Grimes Creek Road. Toch horen we nog de hele nacht sirenes loeien terwijl er zich een dun laagje as vormt op onze tenten. Als we aan ons ontbijt zitten valt de as nog altijd. Hoewel de brand meester is, is er nog tot in de avond van onze laatste dag rook te zien. 50 kilometer verder zijn we bij een warme douche. Het plan: een fietstocht langs iedere brouwerij die we maar kunnen vinden. Later die dag pakken we onze fietsen in om de volgende dag terug naar huis te keren.
Romain Rosant
viaVelo magazine
73
Foto: Francois Carrier Deziel
LIMITED EDITION PRINTS DOOR LUC KICK 76
viaVelo magazine
KEN
|
WWW.VIAVELO.NL/SHOP viaVelo magazine
77
B I VA K O P DE COL Tekst en fotografie Jelle de Bock
80
viaVelo magazine
De zon brandt ondertussen op mijn rug en al fietsend zie ik de zweetdruppels neerploffen op het stoffige baantje
S
eptember 2015 Frankrijk, departementen Savoie, Isère en Hautes Alpes. 169 kilometer bikepacken van Saint-Jean-deMaurienne naar Modane rond de massieven van Aiguilles d’Arves en Mont Thabor. Het vertrek- en aankomstpunt van de tocht zijn gemakkelijk bereikbaar met de trein. De route volgt voor grote delen de Tour du Mont Thabor tot Nevache om dan via de GR5 in Modane te eindigen. Ik neem de tijd en deel de tocht op in vijf dagen, telkens bivakkerend op of vlakbij de cols. Daar geniet ik van de rust en het uitzicht op de toppen van de Ecrins en de Vanoise. Al het eten heb ik bij me en water is telkens te vinden aan de fonteintjes in de kleine dorpjes die ik dagelijks bij elke afdaling in een vallei tegenkom.
De eerste dag willen de benen nog niet. Het is een grijze dag met af en toe een bui. De fiets is nog zwaar door al het eten dat ik mee heb. Ik heb de hele dag nodig om de 1600 meter hoger op een van de weinige vlakke plekken mijn tent op te slaan. Op de tweede dag begint het echt. Ik duw mijn fiets de laatste meters omhoog over de 2291 meter hoge Col de la Valette om via de uitdagende singletrack bij de rivier La Valette te komen. Afdalend in de vallei langs de glanzende bergflank volg ik deze rivier een tijd om later in Besse (1530m) mijn watervoorraad aan te vullen bij een fontein. Ik zal het water nodig hebben. De zon brandt ondertussen op mijn rug en al fietsend zie ik de zweetdruppels neerploffen op het stoffige baantje dat mij
viaVelo magazine
81
82
viaVelo magazine
viaVelo magazine
83
84
viaVelo magazine
800 meter hoger naar Plateau d’Emparis brengt. Ik laat de berghutten achter mij en even voorbij het hoogste punt van de dag sla ik mijn bivak op met zicht op de sneeuw van Les deux Alpes. Het is een koude nacht en ik trek mijn donsjas aan in mijn slaapzak. Een hoge bivak heeft het voordeel dat de volgende dag meestal met een lange afdaling begint. Vandaag zal ik genieten van opgeteld 1800 meter dalen maar ook 1922 meter klimmen. Langs kleine dorpjes en mooie paden kom ik dichter bij de eerste grote uitdaging van de dag: via Col du Lautaret naar Col du Galibier. Ik laat snel de weg links liggen en volg een pad dat omhoog kronkelt naar de col. In de verte zie ik campers en motorrijders de weg volgen. Hier op het pad is het rustiger, maar wel zo steil dat ik het grootste deel de fiets omhoog duw. Afdalen doe ik het eerste deel langs de weg. Hier kom ik veel mensen tegen die deze klim met de koersfiets bedwingen. Ik ben blij dat ik deze koersklassieker in het echt heb kunnen ervaren. Dit was wel het drukste deel van de tocht. Een 700 hoogtemeters lager begint het mountainbiken opnieuw. Ik klim naar Camp des Rochilles, hier is naast enkele militaire barakken ook een kleine onbemande refuge waar ik de nacht doorbreng.
viaVelo magazine
85
88
viaVelo magazine
Achter elke col schuilt een totaal ander landschap. De dag begint weer met een lange afdaling, maar eerst kom ik langs het spiegelvlakke Lac Rond (2454m). Deze afdaling naar het 970 meter lager gelegen Roubion heeft het allemaal: singletrack, doubletrack, puinhellingen, bossen, weilanden, watervallen, … ik geniet ervan. Waar ik ook van geniet zijn hoge bivak-
plekken. Deze avond zet ik mijn tent lekker eenzaam vlakbij Lac Chavillon (2200m) op Col des Thures. Wat een uitzicht! De laatste dag van de tocht volg ik de GR5 verder noordwaarts om langs Col de la Vallée étroite naar Modane af te dalen. Elke dag heeft deze tocht een andere stijl en karakter en dat maakt hem zeer boeiend.
packandbike.tumblr.com
viaVelo magazine
89
DE NUMMERS VAN 2016
VIAVELO.NL/MAGAZINE
www.viavelo.nl
|
facebook.com/viavelomagazine