7 minute read
Hoe plan je een getijdenduik?
Wie veel in Zeeland gedoken heeft, is er vast bekend mee. Het plannen van je duik aan de hand van de getijdentabel. Maar hoe nauwkeurig is die nu eigenlijk? En klopt deze altijd? De Nederlandse Onderwatersport bond (NOB) ontwikkelde samen met Rijkswaterstaat een 3-stappenplan om je duik nog beter te kunnen plannen.
Iedereen leert op school over eb en vloed. Eb en vloed ontstaan door de aantrekkingskracht van de zon en de maan op het water op de aarde. Een getijdencyclus van eb en vloed samen duurt 12 uur en 25 minuten. Bij eb is het laagwater en bij vloed is het hoogwater. Deze cyclus van 12 uur en 25 minuten herhaalt zich voortdurend. Dit komt door een constante stand van de maan ten opzichte van de aarde. De zon beïnvloedt de getijden ook nog, maar omdat de zon veel verder weg staat, is de invloed van de zon veel kleiner dan de invloed van de maan. Het getij schuift van het zuidwesten in Nederland naar het noordoosten. Hierdoor zitten er verschillen in de tijden dat het hoog- en laagwater is. Ook zijn de hoogteverschillen tussen hoogwater en laagwater verschillend per locatie. In Zeeland zijn deze verschillen het grootst. Hier kan het water bij laag water 3,5 meter (en meer) ondieper zijn dan tijdens hoogwater.
Waterstanden En Tijden
Tijdens de duikopleiding leren we over stromingsduiken. We plannen aan de hand van de getijdentabel. In de getijdentabel kun je per dag kijken wanneer het hoogwater is en wanneer het laagwater is. Je kunt dit voor een jaar vooruit kijken. Wel dien je rekening te houden met de correcties die aangegeven zijn per duikplaats. Ook kun je in de getijdentabel zien wat de hoogteverschillen zijn. Dit is handig om te weten tijdens de planning van je duik. Een sepiarek die je bij laagwater op 7 meter diepte hebt gezien, die kom je bij een volgende duik met hoogwater niet tegen op 7 meter. Ook bij het te water gaan via de dijk is het belangrijk om te weten hoe het water staat als je eruit komt. Als er geen trappen of steigers zijn, en je moet over de stenen klauteren, dien je hier goed over na te denken. Waterstanden zijn dus belangrijk en de tijden van de kentering zijn ook erg belangrijk. Maar hoe zit het nu met stroomsnelheden tijdens de duik? In de getijdentabel kun je dit niet aflezen. Een stroomsnelheid van 15 cm per seconde is misschien nog relaxed, maar als het 60 cm per seconde stroomt, is het voor veel duikers niet leuk meer en kan het stress opleveren. Zeker als de stroming de verkeerde kant op staat.
Stroomsnelheden
De NOB heeft samen met Rijkswaterstaat de laatste 4 jaar gewerkt aan een nieuwe methode om je duik te plannen op basis van zowel de getijdentabel als de actuele stromingsgegevens. De stroomsnelheden van 34 Zeeuwse duikstekken zijn toegankelijk gemaakt via een stromingstabel. Elke 6 uur worden de gegevens van de stroming bijgewerkt op basis van de meteorologische gegevens en meer dan 100 andere factoren. En de tabel geeft voor elke 10 minuten de stromingsgegevens weer. Zo kun je dus ook goed inschatten hoe de stroming van jouw duik zal zijn en dit kun je dus 10 minuten voor het te water gaan nog via je telefoon volgen.
EEN PRAKTIJKVOORBEELD
23 februari 2023. Volgens de getijdentabel zou het om 11:50 laag water zijn. Dat gaat over het getij in Stavenisse. Voor een duik bij Plompe Toren kijk je in de herleidingstabel met correcties. Deze correcties zijn afgeleid van ervaringen van sportduikers. In de herleidingstabel zie je dat er voor Plompe Toren een correctie van -23 minuten bij laagwater nodig is. Je komt dan uit op 11:27 uur en als je er dan een half uur voor die tijd –om 10:57 uur – in gaat en een half uur daarna er weer uit, kun je een mooie duik maken. De praktijk is anders, het stroomt harder dan leuk is en pas na drie kwartier wordt de stroming acceptabel. Maar dan ben je waarschijnlijk al bijna door je lucht heen. Op de dag van dit voorbeeld viel het laagwater bij Plompe Toren in werkelijkheid om 11:50; 23 minuten later dan je met de oude vertrouwde methode had uitgerekend. En dat viel nog mee, want er zijn ook dagen dat het wel drie kwartier of meer kan schelen. Maar één ding is duidelijk: als je alleen op de getijdentabel afgaat, kun je voor vreemde verrassingen komen te staan.
3-STAPPENPLAN
De NOB heeft een 3-stappenplan uitgewerkt voor het plannen van je duik. Deze ziet er als volgt uit:
1. Check de getijdentabel.
Plan je duiktijd globaal op de lange termijn zoals gebruikelijk met de getijdentabel. Houd rekening met de correctiegegevens voor de duikstek waar je naartoe gaat. De getijdentabel vind je onder andere op www.getij.rws.nl
2. Check de stromingsgegevens
De actuele stromingsgegevens plan je op je laptop of telefoon door naar www.duikgetijden.nl te gaan. Je krijgt dan een kaart van Zeeland te zien met alle beschikbare duikplekken met stromingsgegevens. De plekken liggen vooral in de Oosterschelde, vier in de Westerschelde en één plek bij de Blokkendam (Noordzee) aan de Brouwersdam. Kies je locatie en klik op de kleine button linksonder.
Als het venster met de stroomsnelheden opengaat, kun je minimaal 24 uur vooruitkijken. In dit geval is dat meer dan 40 uur en de laagste punten van de curve geven de kenteringen aan. Kies de kentering waarop je wilt duiken. Met klikken en slepen kun je inzoomen.
Als je de cursor langs de tijdlijn beweegt, wordt de snelheid van de stroom om de 10 minuten in centimeters per seconde weergegeven. Het kan dus altijd 5 minuten eerder of later uitvallen en die 16:10 moet je dus lezen als “ergens tussen 16:05 en 16:15”. Toch is dit vele malen nauwkeuriger dan we ooit met de getijdentabellen konden berekenen.
3. Laatste check op de dag zelf.
Als je over drie weken een duikweekend in de Oosterschelde wil plannen, gebruik je in eerste instantie de getijdentabel (stap 1). Dan zie je hoe de getijden in grote lijnen vallen. Kort voor je in de auto stapt controleer je het verloop op de site (stap 2). Nu heb je al een veel duidelijker beeld. Maar hoe verder je vooruitkijkt, hoe minder zeker de voorspelling is. Rijkswaterstaat stelt niet voor niets de verwachtingen vier keer per dag bij. Dus eigenlijk zou je het minder dan 6 uur voor de duik moeten doen. Je controleert nog éé n keer aan de waterkant de actuele stromingsgegevens. Dit doe je net voordat je het water in gaat.
INTERVIEW NOB “DEZE NIEUWE METHODE MAAKT HET DUIKEN IN DE OOSTERSCHELDE EEN STUK VEILIGER.”
Bureaumanager NOB Desmond
van Santen werkte mee aan het 3-stappenplan. Hij vertelt over hoe het plan is ontstaan.
Wat is de aanleiding geweest voor de NOB om hiermee aan de slag te gaan? In de module Getijdenwaterduiken voor de 2* opleiding had de NOB al sinds 2017 verwezen naar de website Waterberichtgeving van Rijkswaterstaat om daar geactualiseerde getijdengegevens vandaan te halen en niet meer van de getijdentabel. Maar een half jaar na publicatie van het lesboek veranderde RWS die site met als gevolg dat de pagina’s in het cursusboek niet meer in de voorgestelde vorm te vinden waren. Bovendien had vrijwilliger HES van Schoonhoven met de Oosterschelde 30 jaar als praktisch enig duikgebied het gevoel dat ook de gegevens van RWS niet klopten. Daarom hebben we RWS de stelling voorgelegd dat de stroomkentering niet samenviel met het
HW en LW. Dat was bekend bij RWS, “maar niemand had ze daar ooit naar gevraagd”. Bovendien monitorden en berekenden ze de stroomgegevens al op een flink aantal plaatsen in de OS. Toen eenmaal duidelijk was welke gegevens wij nodig hadden en welk voordeel dat voor duikers zou opleveren, kon RWS deze gegevens beter zichtbaar maken en toepassen op 34 duikplekken. Verwacht je straks een grotere spreiding van duikers op de drukke duikstekken, doordat er wellicht meer buiten de kentering gedoken wordt? Er wordt juist méér op de kentering gedoken. De werkelijke kentering dan. Als meer duikers deze nieuwe 3-stappen methode gaan gebruiken, zal het wellicht wat drukker worden omdat iedereen op de werkelijke kentering gaat duiken. En niet meer op de onnauwkeurige kentering volgens de traditionele getijdentabellen. Tegelijkertijd geeft deze nieuwe data goed weer van hoe laat tot hoe laat het comfortabel duiken is. Dat kan soms wel een periode van 1,5 uur zijn. Daar zal dan nog wat spreiding in tijd zijn. Binnen welke marges van stroomsnelheid kan er gedoken worden? En vanaf wanneer juist afgeraden? De NOB adviseert om een maximale stroomsnelheid van 0,6 knoop (30 cm/sec) aan te houden. Met die stroomsnelheid is het allang geen comfortabele duik meer. Bij 0,4 knoop (20 cm/sec) maak je een comfortabele duik. En met een stroomsnelheid van 0,4 knoop heb je dan meestal een heel ruim duikvenster. Gaan de getijdentabellen veranderen of blijven getijdentabellen en stromingstabellen los van elkaar? De traditionele getijdentabellen zijn onderdeel van het 3-stappen plan. Als je volgende week een duik wilt maken, kijk je eerst op de getijdentabel zodat je een globaal idee hebt over de kentering op die dag. Kom je dichterbij je geplande duikdag, dan worden de actuele stromingsgegevens interessant. Je weet dan hoe laat je het water in kunt gaan en ook hoe laat je er weer uit moet zijn.
INTERVIEW RIJKSWATERSTAAT “WE ZIJN BLIJ DAT WE NAUW KONDEN SAMENWERKEN MET DE NOB”
Rijkswaterstaat meet de stroomsnelheden van de Zeeuwse duikstekken. Hoe ze dat precies doen, legt RWS adviseur Hydro MeteoTheo van Dam uit.
Hoe worden stroomsnelheden gemeten voor 34 Zeeuwse duikstekken?
We maken berekeningen voor de hele Noordzee, de Rijnmaasmonding,
Wester- en Oosterscheldegebied met een 2D-model, en dat model maakt voor dat hele gebied een verwachting voor de komende 48 uur. De berekening is gelimiteerd door de voorspelhorizon van het meteomodel wat we gebruiken voor het aandrijven van het model. Wat je in de viewer ziet, zijn dus geen meetpunten maar punten die voor de NOB speciaal als uitvoerpunt zijn geconfigureerd. Per punt word de verwachte wind, waterstand en stroomrichting en -snelheid ontsloten. Hoeveel mankracht is hiermee bezig? De verwachtingen worden gemaakt door het Hydro Meteo Centrum van Rijkswaterstaat (HMC). Het HMC is d é provider van hydro- en meteoverwachtingen op de Noordzee en de open zeearmen langs de Nederlandse kust. Naast verwachtingen maakt het HMC ook allerhande producten om de berekende verwachtingen te visualiseren. Eé n van die producten is de viewer van de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB). Het HMC is een onderdeel van het Water Management Centrum Nederland en is gesitueerd in Middelburg en Rijswijk. Het HMC is 24/7 bemenst en dat doen we met 10 collega’s. Hoe is de samenwerking met de NOB verlopen?
Rijkswaterstaat vindt het belangrijk om samen te werken met verschillende stakeholders en partners binnen Scheepvaart- en Watermanagement. We zijn dan ook blij dat we nauw konden samenwerken met de NOB. Na de aanloopperiode hebben we een scrumsessie georganiseerd waarbij we met vertegenwoordiging van NOB op het HMC de zaken op een rij hebben gezet. Na nog een sessie om nog kleine dingen fijn te slijpen was het werk klaar en kon de viewer online worden gezet.