26 minute read
KONING IN DE ALLGÄU
by Virtùmedia
Als een
Wandelpad richting de Gabelschrofensattel met zicht op de Gabelschrofen en de Krähe.
Advertisement
koning in de
Allgäu
Het vooruitzicht van een meerdaagse wandeling… Ik voel de aangename spanning terwijl ik nog maar een keer de wandelkaart raadpleeg. Op de kaart is de Himmelsstürmer-Route in de ZuidDuitse Allgäu ballonvormig. Van het staartje ga ik drie etappes wandelen: van Halblech naar Füssen. Een route met indrukwekkende natuur en een ietwat sprookjesachtige geschiedenis.
TEKST & FOTO’S JANNA KAMPHOF
De eerste etappe naar de Kenzenhütte is perfect om te wennen aan de bergen. Over het brede bospad gaan de eerste kilometers en hoogtemeters gemakkelijk. Ik kijk nog een laatste keer naar het glooiende Alpenvoorland met de glinsterende Forggensee. Daarna wordt het pad steiler en het is duidelijk: hier is de overgang naar de échte bergen: de Ammergauer Alpen. Begeleid door het geluid van stromend water vervolg ik mijn weg naar boven. De uitgesleten rotsen verraden de kracht waarmee het smeltwater hier in het voorjaar naar beneden dondert. Maar met de winter in aantocht kabbelt het water langzaam voort. Nadat ik een aantal kleine stuwmeren ben gepasseerd, opent het bos zich opeens. Ik wandel dwars over een voor de tijd van het jaar verrassend frisgroene weide. Tientallen nieuwsgierige bruine ogen kijken me aan. Het idyllische Alpenplaatje is met deze koeien – het robuuste Allgäuer Braunvieh – compleet. Sprookjeskoning
Deze alm, de Wankerfleck, was een van de lievelingsplekken van koning Ludwig II, beter bekend als der Märchenkönig, de ‘sprookjeskoning’, die in de tweede helft van de negentiende eeuw Schloss Neuschwanstein liet bouwen. De weide met oude kronkelige esdoorns wordt omringd door met bomen bedekte bergen. Hoe hoger de toppen, hoe grijzer. Eén esdoorntak volgt precies de contouren van een bijna driehoekige piek: de Geiselstein, door sommige ook wel de Matterhorn van de Ammergauer Alpen genoemd. Niet gek dat de Beierse koning hier graag kwam: deze plek voelt tegelijkertijd weids en toch beschut. De route naar de Kenzenhütte gaat nu eens over smalle wandelpaadjes, dan weer over een onverharde weg. Over die laatste crossen vandaag de dag ook mountainbikers omhoog, maar ooit reed daar de majesteit op zijn paard. Want op 1300 meter hoogte lag de bergresidentie waar Ludwig II graag een paar dagen verbleef voordat hij
doorreisde naar zijn nu zo beroemde kasteel in Schwangau. Van deze verblijfsplaats is niets meer te zien, maar de voormalige paardenstal, die nu dienstdoet als hut van de bergwacht, kom ik onderweg wel tegen. Na bijna 14 kilometer en 700 meter stijgen bereik ik de Kenzenhütte. Voordat ik aanschuif voor het avondeten loop ik nog naar de Kenzenwasserfall. De waterval was een van de andere lievelingsplekken van de sprookjeskoning. Zijn kok, Theodor Hierneis, beschreef in zijn boek hoe het personeel de koning verraste door de waterval met verschillende kleuren te belichten. De koning at sprakeloos zijn diner op, gefascineerd door het schouwspel.
Rollende stenen
De Hüttenruhe heeft z’n werk gedaan: uitgerust begin ik aan de tweede etappe naar het Tegelberghaus. Vandaag is het tijd voor het echte werk. Wandelschoenen goed aansnoeren, rugzak om en los geht’s! Plotseling doemen rotsen op als een ogenschijnlijk ontoegankelijke wand. De kaart toont een wandelpad dat eroverheen gaat en dat blijkt rotsig en steil, maar goed begaanbaar. Flarden mist zweven rond de grillige bergtoppen. Hoe meer hoogtemeters ik maak, hoe meer de witte sluier wegtrekt. Als ik vlak voor de op 1912 meter liggende Gabelschrofensattel even stilsta om een slok water te drinken, stokt me de adem. Voor, naast en achter me niets dan bergen. En dan hoor ik opeens het geluid van rollende stenen. Ik ben op mijn hoede voor steenslag, maar een medewandelaar vertelt dat het rollen daarvoor te plotseling stopte. “Houd je ogen open voor gemzen”, zegt hij. En dan zie ik ’m in de verte: sierlijk beweegt een gems zich over de grijze rotsen. En dan zie ik er nog een. En nog een! Een tiental gemzen heeft een mooi plekje in de ochtendzon gevonden. Ik ben verrukt: het is de eerste keer dat ik ze in het echt zie.
Tegen de tijd dat ik bij de Gabelschrofensattel een broodje met Allgäuer bergkaas eet, is de mist weer terug. Het uitzicht moet ik er dus maar bij denken. Met veel haarspeldbochten slingert het pad vervolgens naar beneden tot onder de wolkengrens. De Ammergauer Alpen komen weer tevoorschijn. Door de lage middagzon zijn alleen de silhouetten te zien: berg achter berg achter berg. Hoe verder weg, hoe lichter van kleur. Net als mijn polderwandelbenen licht beginnen te zeuren van al dat stijgen en dalen zie ik in de verte het Tegelberghaus. Met hernieuwde
Wankerfleck, een van de lievelingsplekken van koning Ludwig II. Uitzicht op het Vooralpenland met Forggensee en Bannwaldsee vanaf de Tegelberg. Steil omhoog naar de Gabelschrofensattel.
Wandelpad in de Ammergauer Alpen.
Bruggetje over de Kenzenbach.
Kenzenwasserfall.
Kenzenhütte.
Overal groeit en bloeit iets in de Ammergauer Alpen. energie wandel ik de laatste honderden meters en plof dan met een ijsje neer op het terras om de laatste zonnestralen mee te pakken en van het uitzicht te genieten.
Koninklijk uitzicht
Maar goed ook, want de volgende dag hangen de wolken laag in het dal. Nog geen 12 kilometer lang is de etappe naar Füssen, maar het gaat zo steil bergafwaarts over rotsige paadjes, dat ik constant mijn hoofd erbij moet houden. De zon prikt af en toe door de wolken en als in de verte Schloss Neuschwanstein opdoemt, vallen de zonnestralen precies op het kasteel. Erachter is ook het minder bekende Schloss Hohenschwangau te zien en nog iets verder weg de Alpsee en de Schwansee. Haarspeldbochten brengen me steeds dichterbij tot ik aan de voet van Schloss Hohenschwangau sta. Het wemelt van de toeristen. Tot voor kort bezochten jaarlijks 1,4 miljoen mensen dit kasteel en daarmee is het een van de meest bezochte kastelen ter wereld. Het zijn er vandaag een stuk minder, maar de aantrekkingskracht van de kastelen in Schwangau is erg groot en dat merk je aan de drukte in het plaatsje, dat zelf maar iets meer dan drieduizend inwoners heeft.
In Ludwigs sprookje
Ik had van tevoren een kaartje voor Schloss Neuschwanstein gekocht en sta nieuwsgierig in de rij. Boven het poortje knippert mijn nummer en ik ga naar binnen, waar ik een Nederlandstalige audioguide krijg. In het halfuur dat volgt, waan ik me even in het sprookje van koning Ludwig II. Hij bracht zijn jeugd door in het nabijgelegen Schloss Hohenschwangau en was zo gefascineerd door de omgeving dat hij zijn eigen paleisje wilde bouwen, zijn eigen wereld vol mythen, sagen, fantasieën en ideeën. Een toevluchtsoord. De zalen en kamers zijn met veel liefde voor detail versierd, zoals de Sängersaal die taferelen uit de opera’s Lohengrin en Parsifal van Wagner toont. In de woonkamer zijn er afbeeldingen uit de legende van Lohengrin te zien en de doorgang naar de werkkamer is een grot die elektrisch (ja, toen ook al!) verlicht wordt met verschillende kleuren. Ik weet amper waar ik moet kijken. Veertien van de in totaal tweehonderd ruimtes zijn klaar en te bezichtigen. Het bouwwerk is immers onaf: bij zijn dood in 1886 werd de bouw stilgelegd. Hoe zou het kasteel eruit hebben gezien als koning Ludwig II níet op zo’n jonge leeftijd was gestorven (hij was veertig) en al zijn dromen nog had kunnen verwezenlijken? We zullen het nooit weten. Feit is dat ik na veertien ruimtes en een dik halfuur weer buiten sta. Een beetje beduusd, onder de indruk en eigenlijk ook wel hongerig naar meer koninklijke verhalen. Mijn honger wordt gestild in het Museum der Bayerischen Könige. In dit voormalige grandhotel wordt het verhaal van een van Europa’s oudste dynastieën verteld. De geschiedenis van de familie Wittelsbach, waar ook de bekende koningen Maximilian II en Ludwig II onderdeel van waren, is er een van vele hoogte- en dieptepunten. En voor wie denkt dat deze familie
Het Schloss Neuschwanstein, Schloss Hohenschwangau en de Alpsee. alleen uit sterke mannen bestond: koningin Marie, naar wie de elegante Marienbrücke met geweldig uitzicht op het kasteel vernoemd is, zette alles op alles om zelf ook, zoals de mannen in die tijd, de bergen in te kunnen trekken. Ze liet daarvoor een speciale broekrok maken en joeg haar lakeien de stuipen op het lijf met de wilde toeren die ze in de natuur uithaalde.
De Lech
Van Schwangau naar Füssen is het een kattensprong. Hoewel de winter niet lang meer op zich laat wachten, zit het meeste groene blad nog aan de bomen en kan ik alleen een glimp van het blauwe water van de Alpsee opvangen. Aan de andere kant van het pad gaan de rotsen steil omhoog. Het is het laatste stukje Alpen dat ik zie voordat ik in Füssen aankom. Ik wijk een beetje van de route af en ga via de Kalvarienberg, in vergelijking met de Ammergauer Alpen slechts een hobbel, naar de Lechfall. Stroomopwaarts, in Oostenrijk, is de Lech nog een wilde stroom, dan dendert hij bij deze stuw 12 meter naar beneden en wordt in banen geleid. De Lechfall is ook de overgang van de natuur naar de stad en daarmee het einde van mijn wandeltocht. Het smaakt naar meer. Ik neem me voor volgend jaar een ander stukje van de ‘ballon’ van de Himmelsstürmer-Route te lopen. ■
De Himmelsstürmer-Route is een van de drie langeafstandswandelingen van de zogenaamde Wandertrilogie Allgäu en gaat door het hoogste deel van de Allgäu. In 358 km en 24 etappes wandel je door het Alpenvoorland en de Ammergauer Alpen, op de grens met Oostenrijk. De drie beschreven etappes vallen samen met de Königsalpen-Route. Onderweg kom je dus beide markeringen tegen.
BESTE PERIODE
Juni t/m oktober.
VERVOER
Tussen Füssen en Halblech rijden regelmatig bussen (www.schlosspark.de/urlaub-planen/wissenswertes/allgaeumobil). Vanaf de parkeerplaats in Halblech rijdt van mei t/m oktober de een pendelbusje: de Kenzenbus.
SLAPEN
• Kenzenhütte (https://kenzenhuette.de). • Tegelberghütte (http://neu.tegelberghaus.de). Je kunt de start- en eindpunten van de etappes ook goed met bussen en bergliften bereiken en in Füssen in een accommodatie overnachten.
GELOPEN TOCHT(EN)
Dag 1 Halblech, Kenzenparkplatz (825 m) – Kenzenhütte (1292 m).
5 uur, 13,7 km, h 698 m, 201 m, T2. Brede paden zonder noemenswaardig steile stukken afgewisseld met smalle bospaadjes.
Dag 2 Kenzenhütte (1292 m) – Tegelberghaus (1701 m).
5¾ uur, 10,3 km, h 976 m, 573 m, T3. Over steile en rotsige paadjes. Ervaring noodzakelijk. Af te raden bij slecht weer.
Dag 3 Tegelberghaus (1701 m) – Füssen (789 m).
4¼ uur, 11,5 km, h 314 m, 1221 m, T2/T3. Steil bergafwaarts over rotsige paadjes en brede wegen. Let op: de Marienbrücke is waarschijnlijk tot het najaar van 2022 gesloten en daarom is er een gemarkeerde omleiding.
KAARTEN
Freytag-Berndt – Ammergauer Alpen, 1:35000
LEESTIPS
Himmelsstürmer Route – Wandertrilogie Allgäu, Maximilian Kress, Rother Bergverlag, ISBN 9783763345861
MEER WETEN?
www.algaeu.de/himmelsstuermer-touren – Duitstalige website met uitgebreide informatie over de etappes van de Himmelsstürmer-Route. Inclusief interactieve kaarten en gps-bestanden.
VAL POSCHIAVO
Op pad door een levend bloemenboeket
Rondom de milieuvriendelijkste vallei van Zwitserland liggen fantastische wandeltochten te lonken waarbij je in een levend bloemenboeket terecht komt. Er wordt volop Italiaans gesproken en door het aangename klimaat – en prima prijzen – voelt het haast on-Zwitsers aan.
TEKST & FOTOGRAFIE TOM VAN DER LEIJ
& MELISSA RUGGLES
Alpenglück. Hoog boven Val Poschiavo wandelen we urenlang langs bergweiden vol bloemen en insecten.
Als uitsmijter bij een onvergetelijk weekje Val Poschiavo overnachten Melissa en ik in het bekende treingebouw van Alp Grüm. Op een hoogte van 2091 meter biedt het een adembenemend uitzicht op de naastgelegen Palügletsjer. Het smeltwater stort zich vanaf de gletsjertong honderden meters naar beneden, soms in een vrije val, vaak onderbroken door de rotspartijen waar het zich op stukslaat om zich beneden weer te verzamelen in een stuwmeer. Tussen zeven uur ’s ochtends en negen uur ‘s avonds stopt de Bernina Express, de mooiste treinverbinding tussen de noordelijke en zuidelijke Alpen, hier. Toeristen vanuit alle internationale windstreken stappen bij het bekende treinstation uit en vergapen zich aan het uitzicht. Sommigen wandelen naar het turquoise gekleurde stuwmeer en zijn een uur later weer bekaf
Van oververhit naar onderkoeld in Lago da Val Viola.
Op de eerste dag loop je evenwijdig aan de vallei richting Italië, Tirano ligt er net over de grens. Deze bosrandparelmoervlinder doet zich tegoed aan nectar van een distel; deze vlinders komen tot een hoogte van 2100 meter voor. Eveline uit Bazel werkt het seizoen bij Rifugio San Romerio en haalt etenswaren uit de grotta, de natuurlijke koelkast door bergwater gekoeld.
100% VALPOSCHIAVO
Meteen als je het station van Poschiavo uitloopt heb je rechts een winkel Caseificio Valpochiavo waar biologische streekproducten worden verkocht. Het productlabel “100% Valposchiavo” verwijst naar de samenwerking tussen lokale boeren, slagers, bakkers, producenten en hotels waarbij ze een coöperatie vormen om de duurzaam vervaardigde producten in het Val Poschiavo te houden en te verkopen aan de inwoners en de toeristen. Zo wordt de kwaliteit gewaarborgd, is er behoud van cultuur en natuur in eigen streek en ontstaat er ruimte voor innovatie door kennis te delen.
terug bij het treinstation. Maar als het laatste fluitsignaal is geweest keert de absolute rust terug, we zijn één met de natuur. In eerste instantie is Poschiavo niet wat we ons ervan hadden voorgesteld. De huizen zijn met crèmewit pleisterwerk bedekt en in het oog springende elektriciteitskabels rijgen zich via metalen masten door het dal aaneen. De veelal met dennenbomen begroeide hellingen zijn steil, slechts hier en daar biedt een minder hellend stukje plek voor een almhutje en wat koeien. Een doorgaande weg baant zich langs een rivier het dorp door tot aan het grote meer en verder naar Italië. Naar Val Poschiavo ga je om te mountainbiken, te wandelen of gewoon van de natuur te genieten. Rond het Lago di Poschiavo liggen verschillende routes. Natuurliefhebbers komen hier omdat het misschien wel de duurzaamste vallei van de wereld is. Bijna iedere boer, bakker, slager, producent en hotelier werkt hier samen in het project 100% Valposchiavo (zie kader) om lokaal vervaardigde producten op een zo duurzame manier, onbespoten en eerlijk te vervaardigen, te verkopen en te consumeren.
Wolken insecten
Vanuit het strak gerunde Hotel Croce Bianci beginnen we dag één van een driedaagse huttentocht. Gele bordjes sturen ons de berg op. Het omhoog kronkelende asfaltpaadje gaat over in een onverharde weg, dat na een klein uur verwordt tot een smal wandelpaadje. Na de zoveelste platgereden spitsmuis begrijpen we dat we dit pad moeten delen met mountainbikers. De dennenbomen zorgen voor welkome verkoeling want het is halverwege juli al vroeg warm aan de zuidkant van de Alpenhoofdkam. Wat meteen opvalt is de hoeveelheid vlinders, kevertjes, torren en andere insecten. Honderden, duizenden, miljoenen moeten het er zijn! Vooral daar waar geen bomen staan zwermen de blauwtjes, koolwitjes, zandoogjes en distelvlinders in kleine wolkjes om ons heen. Een apollovlinder, atalanta en kleine vos laten zich ook gelden en tal van andere soorten waarvan ik de naam niet ken dansen in de lucht.
Bij riviertjes die in de bergnaad omlaag denderen drommen ze samen op natte stenen en op de modder om er met hun uitgerolde tong mineralen van op te zuigen. Ik beweeg zo langzaam mogelijk om zo dicht als het kan met mijn macrolens de sierlijke insecten vast te kunnen leggen. De zwerm fladdert op en de vlinders verleggen hun foerageergebied naar onze bezwete hoofdhuid, klaarblijkelijk een prima plek om zout bij te vullen. Ik herinner me de tijden dat ik mijn broer hielp met de uitbreiding van zijn vlinderverzameling. Als kleine jochies renden we met vlindernetjes door de alpenweide om met eindeloze inzet dat ene vlindertje te vangen. Toen was het vooral spanning en inzet, nu bekruipt me een gevoel van weemoed bij de gedachte aan die talloze leventjes die we destijds genomen hebben. En door hier te lopen besef ik hoe slecht het is gesteld met onze eigen natuur, waar intensieve landbouw de bodems uitput en mestoverschotten over weilanden uitgestort worden, en waar megastallen de standaard zijn.
Over levens nemen gesproken; het wandelpad is bezaaid met bosmieren die ijverig voedsel en dennennaalden naar hun ‘bosmetropolis’ brengen. Hoewel ik echt mijn uiterste best doe, is het onmogelijk om ze te ontwijken, zo talrijk zijn ze. Op een afgezaagd stuk tak kleven tientallen mieren dood aan het hars. Sommige nog levende soortgenoten lijken hun soortgenoten niet op te merken want vol overgave storten ze zich op het onweerstaanbaar zoete, kleverige goedje, de dood tegemoet.
San Romerio
Na een dikke vijf uur stijgen, heel veel zweten, foto’s maken en lunchen komen we bij de eerste hut, Rifugio San Romerio. Een eeuwenoud halfvergaan kerkje schittert op een stukje alpenweide boven een afgrond. Ernaast staat een aantal stenen huizen die ooit samen een gehucht vormden. Eeuwenlang torsten gelovigen zich op bedevaart naar deze magische plek om letterlijk dichter bij de Heer te komen. Sinds 1829 zwaait de familie van Gino Bongulielmi hier de scepter, maar eigenlijk is het een handvol vrouwelijke medewerkers die de tent runt. Tegenwoordig is San Romerio een herberg met een vijftal kamers en een slaapzaal. Een romantisch onderkomen ligt honderd meter hoger tegen de berg aan. Deze ‘sterrenkamer’ heeft Gino met zijn eigen handige handen geheel uit hout opgetrokken. Over speciaal ingelegde rails trek je je comfortabele bed het terras op om onder de blote sterrenhemel uiterst heerlijk te kunnen slapen. Voor een koud biertje duikt een van zijn medewerkers de zogenaamde grotta in. Dit uit opgestapelde stenen opgetrokken, rond bouwsel wordt al eeuwenlang gebruikt om etenswaar in te bewaren, waarbij bergwater langs de muren loopt en voor verkoeling zorgt. Gino blijkt niet alleen een bekwame houtbewerker, hij filosofeert ook graag over liefde en natuur. Hij is debet aan alle harten die overal in en rondom zijn herberg liggen. “De rust en de muziek
Bloeiende huislook is een vetplantje dat goed tegen de barre weersomstandigheden in de bergen bestand is.
Voor romantici is bij San Romerio de ‘sterrenkamer’ te huur; bij droog weer kan je het bed over rails naar buiten schuiven.
Na het oversteken van de Malghera-pas is het afdalen naar het gelijknamige Italiaanse dorpje.
van de bergen is alles wat een mens nodig heeft. De bergen geven mij kracht. Ik hoop aan de bezoekers mee te geven dat minder, meer is. San Romerio is een krachtoord, mensen ontmoeten elkaar hier en zijn tevreden met weinig en dat is het belangrijkste in het leven”, weet hij.
Botanisch pad
De tweede dag lopen we een eind terug over dezelfde weg om vervolgen rechtsaf te slaan, een stuk over de net aangelegde Sentiero Botanico waar de alpenflora in volle glorie bloeit, de bergkam over. Na de boomgrens is het nog een paar honderd meter stijgen over smalle paadjes. Sneeuwplaten zorgen voor wat welkome afwisseling. Op de Passo di Malghera bereiken we meteen de grens met Italië. Dan is het nog een kleine twee uur dalen. Vandaag zijn we in totaal zes wandelaars tegengekomen, voor de rest zijn we alleen in de stilte van deze machtige bergketen. In het laatste uur van de afdaling zien we het kerktorentje van Malghera al liggen. De Italiaanse vlag wappert fier naast die van de EU. De hosteluitbater, il capo, spreekt alleen Italiaans, de Cubaanse Yolanda die de keuken runt biedt uitkomst met haar Spaans. Geen privékamers hier, wel donkere slaapzalen met stapelbedden. We hebben geluk, er slapen vanavond geen anderen. Op de laatste van de drie dagen lopen we in de mist de Saccovallei door langs een stroompje. Plaatsnaambordjes en richtingwijzers zijn schaars. We stoppen bij Cascina Toni, een melkveeboerderij waar op dat moment de eigenaresse en haar zoontje kaas aan het inladen zijn. Vol trots laten ze ons hun vers gemaakte ijs proeven. Fenomenaal! Met een zoete nasmaak in de mond vervolgen we de tocht die gestaag omhoog gaat. Het laatste uur betekent dat vooral zigzag stijgen. Eenmaal over de Passo di Sacco bevinden we ons weer in Zwitserland en zoeken ons door dichte mist en over sneeuwvelden een weg naar beneden. Heel af en toe geeft de omgeving zich prijs als de bewolking opentrekt. Zo vangen we een glimp op van een meertje van helblauw water met bomen eromheen. Als we eenmaal bij Lago da Val Viola aankomen en overwegen om de lagen zweetzout van ons af te spoelen, blijkt het prachtige water ijskoud te zijn. Na tien minuten acclimatiseren lukt het om mij onder te dompelen in het smeltwater.
Biologische thee
Aan het eind van onze vakantie in Val Poschiavo bezoeken we de kruidenboerderij van Elmo Zanetti en zijn vrouw Claudia Lazzarini. Waar ze begonnen als kruidenleverancier voor het bekende alpensnoepje Ricola maken ze sinds 2003 hun eigen biologische kruidenthee, Al Canton genaamd. Alles wordt in harmonie met de natuur en de omgeving gedaan. Claudia legt het ons in het Nederlands uit: “Als boer
De zoon van Angela en Vincenzo van de Cascina Toni net buiten Malghera toont trots zijn konijnen. Claudia Lazzarini, mede-eigenaar van Al Canton biologische kruidenthee. De Palügletsjer vanaf station Alp Grüm.
heb je twee taken: produceren en de biodiversiteit laten floreren. Wij gebruiken deze bodem, maar we produceren duurzaam en biologisch zodat we niet alleen nemen maar ook teruggeven, de bodem herstellen. We telen voor de toekomstige generaties en niet voor de korte termijn.” Vanuit het treinstationnetje van Alp Grüm kijken we terug op een zeer geslaagde vakantie in deze bijzondere vallei. Er is hier geen sprake van massatoerisme. Niet alleen het klimaat is aangenamer, de mensen zijn ook warmer. De prijzen liggen lager dan elders in Zwitserland en omdat Italiaans de voertaal is heb je soms het idee dat je in ander land bent maar wel met dezelfde creatieve en pure Zwitsers als inwoners. Allen hebben een groot hart voor hun bijzondere streek. Het gaat hen echt om de connectie met de natuur. Je kunt die natuur hier voelen en ruiken. En we eten en drinken het, alle elementen van de natuur komen hier samen. En dan bedenken we dat in het wapen van Poschiavo een afbeelding van een sleutel is verwerkt. Wellicht is dat de sleutel tot een groen hart, maar wat ons betreft is het ook de sleutel die toegang verschaft tot iets groters; tot een groenere en duurzame wereld. ■
In de uiterste zuidoosthoek van Graubünden ligt het Val Poschiavo waar Italiaans de voertaal is. Van een mediterraan klimaat op 550 meter hoogte op de grens met Italië wringt het dal zich tussen de bergen door naar 2500 meter hoogte. Door de bijzondere klimatologische omstandigheden en de mentaliteit van de 4500 inwoners behoort dit tot duurzaamste vallei van het land.
BESTE PERIODE
Juni- oktober.
VERVOER
Met de trein in 14 uur van hartje Amsterdam en drie keer overstappen in hartje Poschiavo. Het stuk vanaf St. Moritz leg je af in de spectaculaire Bernina Express of reguliere trein van de Rhätische Bahn (www.rhb.ch – www.berninaexpress.ch)
SLAPEN
• Camping Cavresc (www.campingcavresc.ch) – 2 km buiten dorp, vlak aan het meer. • Albergo Croce Bianco (www.croce-bianca.ch) – In het centrum van Poschiavo, perfect restaurant met veel lokale producten en imposante wijnkelder! Prijzig. • Rifugio Alpe San Romerio (www.sanromerio.ch) – Allerlei prijsklassen. Er is ook een romantische privé hut boven op de berg met uitschuifbaar sterrenbed. • Hotel Alp Grüm (www.alpgrum.com/hotel) – In station Alp Grüm (2091 m), boek een kamer aan de gletsjerzijde.
GELOPEN TOCHT(EN)
Dag 1 Poschiavo (1014 m) – San Romerio
(1792 m). 10 km, 5 uur, h 1117m, 323 m.
Dag 2 San Romerio (1792 m) – Passo di Pedruna (2678 m) – Malghera
in Italie (1964 m). 13,6 km, 6½ uur, h 1212 m, 1053 m.
Dag 3 Malghera (1964 m) – Val da
Camp, Zwitserland (1986 m). 12,6 km, 6½ uur, h 1182 m, 1088 m. Blijf aan de rechterklant van het riviertje lopen. Op de Pass da Sach (2731 m) is een bivak. Vanuit Alpe Campo to Sfazù vertrekt een aantal keer per dag een bus naar Poschiavo. Af te raden bij dichte mist.
ONZE TIPS
• Bezoek de biologische bierbrouwerij en likeurstokerij van Luca en Alice en vraag naar hun bijzonder wijnbier in elegante fles! www.pacifi.ch • Ontbijt in Val di Sacco, op 10 minuten lopen van Malghera bij Cascina Toni, koop een stuk kaas en proef hun verse roomijs.
KAARTEN
• Swisstopo 469T Val Poschiavo, 1:50.000 (staat ook het Italiaanse deel in) • www.map.schweizmobil.ch
MEER WETEN?
• www.al-canton.ch – De beste kruidenthee van Zwitserland. De eigenaresse oefent graag haar Nederlands met je. • www.sentiero-botanico.ch – wandelpad met extra aandacht voor de Alpenflora. • www.valposchiavo.ch
Voetklachten?
“Ik loop nu 60 tot 70 km per week”
“Eerst werd mijn grote teen ‘dovig’. Daarna kreeg ik een doorgezakte voorvoet”, vertelt gepensioneerd boerin Annie Oskam uit Meerkerk over haar voetproblemen. “Zonder schoenen wou lopen vanaf toen eigenlijk niet meer”.
“Door de verende werking een traktatie voor de voeten, benen, gewrichten en ruggengraat”.
Klanten waarderen Fusselastic gemiddeld met een 9,3
Mevrouw Oskam kreeg steeds meer klachten totdat ze in een advertentie over de verende zooltjes van Fusselastic las. Na een huisbezoek en een afdruk van haar voeten kreeg ze op maat gemaakte zooltjes. “Wat was het aangenaam toen die kwamen!” Sindsdien kan ze veel beter lopen. “Ik hou het veel beter vol en met veel minder pijn. Gemiddeld wandel in nu zo’n zestig tot zeventig kilometer in de week!” “Het is echt zo’n verademing als je beter kunt lopen en allerlei dingen kunt doen”, zucht ze opgelucht. En de zooltjes passen overal in: van sport- tot wandelschoen.
Meer informatie of de gratis brochure aanvraag? www.fusselastic.nl
Probeert thuis gratis hoe de op maat gemaakte steunzolen u verlichting bieden en ontdek hoe veel ú binnenkort weer kunt. Bel voor een vrijblijvende afspraak bij u thuis: 053 82 00 810
Slechts 1 mm dik www.fusselastic.nl
Onvergetelijke momenten beleven
Natuurreizen in kleine groepen (max. 10 pers.) onder de deskundige begeleiding van hoofdredacteur Jonathan Vandevoorde.
27/8-1/9 – Huttentocht Sextner Dolomieten Meerdaagse rugzaktocht door een indrukwekkend gebergte 1-6/9 – Huttentocht Karnischer Höhenweg Meerdaagse rugzaktocht met fantastische vergezichten 28/8-16/10 – Rockies & Southwest USA Dagtochten weg van de massa’s. LAATSTE PLEKKEN 5-18/12 – Fotoreis Southwest USA Ontwikkel je landschaps- en natuurfotogra e
WANDELTOPPUNTEN IN ZWITSERLAND
Het valt meteen op, Zu den höchsten Wandergipfeln der Schweiz is gemaakt door iemand die én kan schrijven én kan fotograferen. En die ook van bergwandelen houdt en daarbij rekening houdt met wandelaars die geen topprestatie willen neerleggen, maar gewoon van het wandelen zelf willen genieten. Met je lichte dagrugzak op naar een top wandelen, daar het topkruis aanraken… En dan met die stoere selfie thuiskomen. Een mooie gids met 29 wandeltoppen in de Walliser, Berner, Bündner en Glarner Alpen en enkele in Tessin en in Centraal-Zwitserland. Om alvast plannen te maken en ernaar uit te kijken. (Kerstin Thederan)
Zu den höchsten Wandergipfeln der Schweiz – Leichte Wege auf die schönsten 3000er Freddy Jos, AT Verlag, ISBN 9783038009504, € 36,00
WANDERKOSMOS ZILLERTAL
De flaptekst prijst het Zillertal aan als een Wanderkosmos: deze had ik nog niet eerder gehoord. Maar het is een feit dat, ondanks de soms erg aanwezige toerisme-infrastructuur, het beroemde dal en zijn zijdalen in het oosten van Tirol enorm veel te bieden hebben voor wie gevarieerde wandelingen wil maken in zowel natuur- als cultuurlandschap. Het leuke aan het boek is, dat het door lokale gidsen en vrijwilligers is geschreven naar aanleiding van de 150ste verjaardag (in 2021) van de oprichting van de plaatselijke afdeling van de Österreichischer Alpenverein. Het is een huzarenstukje om zo’n diversiteit tot één uniforme gids te smeden, weet ik uit eigen ervaring, maar de redacteurs zijn er prima in geslaagd. Het resultaat mag er zijn. 75 dagtochten van anderhalf tot elf uur lengte, van gezinsvriendelijk tot loodzwaar. De beschrijvingen zijn to-the-point en de infokaders vermelden de ov-mogelijkheden om bij elk startpunt te komen. Alle Einkehr onderweg – de terrasjes, zeg maar – worden goed aangegeven. De kaartjes zijn voldoende gedetailleerd (1:50.000). In plaats van hoogteprofieltjes kiezen de auteurs echter voor een platte balk die elke dagwandeling opdeelt in logische stukjes: anderhalf uur van start naar hut A, twee uur verder tot op bergpas B, enzovoort. Ik had dan toch meer gehad aan een hoogteprofiel met die informatie, denk ik dan. Wellicht juist vanwege al die bijdragen door de eigen bevolking zul je enkele voorspelbare klassiekers van de Zillertaler Alpen, zoals bijvoorbeeld de wandeling naar de Berliner Hütte, niet in deze gids terugvinden. Beschouw de zeer uiteenlopende selectie vooral als een originele reeks insider tips, en wees dankbaar, want je zult er jaren plezier in het Zillertal
aan beleven. (Jonathan Vandevoorde)
Das Grosse Zillertaler Wanderbuch Nicola Fankhauser & Gudrun Steger (red.), Tyrolia Verlag 2021, ISBN 9783702239336, € 26,95
ZUIDWEST-EUROPA IN EEN NOTENDOP
Brian Gade Larsen en Lone Ildved hebben in acht jaar tijd het zuiden en zuidwesten van Europa en de Canarische Eilanden bereisd. Tijdens hun tochten is het idee voor The National Park Guide Europe ontstaan. In dit 689 pagina’s tellende boekwerk beschrijven de auteurs 58 nationale parken in Spanje, Portugal, Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Slovenië, Italië en Malta. Bij het openslaan van het boek zie ik meteen een kaart van Zuid- en Zuidwest-Europa met daarin een nummering van de nationale parken die verderop beschreven zijn. Wat mij opvalt, is dat Italië met zijn hoeveelheid nummertjes met kop en schouders boven de andere landen uit steekt. Ik ben benieuwd hoe deze gids werkt en neem de proef op de som met het hoofdstuk over het Berchtesgaden National Park in Duitsland. Er volgt eerst een korte introductie over de ligging van het park, zijn geschiedenis en daarna komen flora en fauna aan bod. Handig is een kaartje waarop de verschillende toegangswegen tot het park aangegeven zijn. Aan het eind van het hoofdstuk is de praktische info voor de bezoeker te vinden. Het boek is dik en heeft veel tekst in een erg klein lettertype. Met name dat laatste zorgt ervoor dat ik moeite heb om mijn aandacht vast te houden. Waar ik wel van smul zijn de prachtige kleurenfoto’s die elk natuurgebied in zijn volle glorie laten schitteren.
(Astrid van Amerongen)
The National Park Guide – Europe: Southwestern Europe, Macaronesia and the Alps Brian Gade Larsen (auteur) & Lone Ildved (design), Original Wild Nature ApS, ISBN 9788797256206, € 47,00