Jeugdbeleidsplan 2011-2013

Page 1

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Stad Leuven

1

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013



VOORWOORD 2010, een planjaar. Een jaar waarin we het huidige jeugdbeleid onder de loep nemen. Een jaar waarin we op zoek gaan naar de noden en behoeften van jeugdig Leuven en iedereen die daarop betrokken is. Een jaar waarin we nieuwe plannen maken. 2011 – 2013, een nieuwe beleidsperiode. Een periode om gekozen beleidsrichtingen verder te zetten, andere accenten te leggen, nieuwe wegen in te slaan. Beleidsplan 2011 – 2013, een nieuw jeugdbeleidsplan. Het stadsbestuur vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren zich thuis voelen in Leuven. We willen hen van jongs af een plaats geven in en betrekken bij het beleid. Om dat te realiseren, zetten we de komende jaren in op de ondersteuning van het jeugdwerk, de verbetering van jeugdwerkinfrastructuur, de toegankelijkheid van het jeugdwerk, processen rond inspraak en participatie, stimulansen voor jeugdcultuur en jeugdculturen, de uitwerking van een jeugdinformatiebeleid en de uitbouw van aantrekkelijke ruimte voor kinderen en jongeren… Kortom, we willen actief zijn op alle terreinen die betrekking hebben op jeugd. Hoe we dit plannen en wat het uitgangspunt is van het voorliggende jeugdbeleidsplan kan u op de volgende pagina’s lezen.

Het jeugdbeleidsplan is niet alleen een plan voor kinderen en jongeren, het is ook een plan door kinderen en jongeren. Bij de opmaak van het plan hebben we zowel de jeugd als de verenigingen en organisaties die bezig zijn met jeugd betrokken. We bevroegen kinderen, tieners, jongeren, stadsdiensten, jeugdwerk, ouders, jeugdwelzijnswerk, jeugdraad, partners, vrijwilligers, stedelijke adviesorganen … We hopen dat ze hun inbreng terugvinden en vertaald zien in doelstellingen en acties. We nodigen iedereen uit om de komende drie jaar mee te werken aan de uitvoering van het jeugdbeleidsplan en ons feedback te geven. Participatie en betrokkenheid zijn de sterkhouders van het jeugdbeleid.

Graag willen we dan ook iedereen bedanken voor zijn / haar inzet en engagement! Herwig Beckers, schepen van Jeugd en de medewerkers van jeugdcentrum Vleugel F

Meer info Stad Leuven – Jeugdcentrum Vleugel F Brusselsestraat 61a – 3000 Leuven Tel 016 24 66 90 – Fax 016 24 66 99 E-mail jeugddienst@leuven.be www.leuven.be/jeugd



INHOUDSTAFEL VOORWOORD........................................................................................... 3

DEEL 2: JEUGDBELEID......................................... 81

5.4 Analyse........................................................................................ 131

INHOUDSTAFEL........................................................................................ 5

1. INSPRAAK EN PARTICIPATIE...........................................82

5.5 Doelstellingen, acties en financieel plan...................134

UITGANGSPUNT VAN DIT JEUGDBELEIDSPLAN................... 7

1.1

Situatieschets............................................................................82

1.2 Noden en behoeften............................................................ 84

5.6 Interactief bestuur................................................................134

DEEL 1: JEUGDWERKBELEID............................... 9

1.3 Proces...........................................................................................85

DEEL 3: FINANCIEEL PLAN............................... 137

1. PARTICULIER JEUGDWERK.............................................. 11

1.4 Analyse........................................................................................ 86

1. Jeugdwerkbeleid............................................................. 138

1.5 Doelstellingen, acties en financieel plan.................... 89

1.1

1.2 Noden en behoeften..............................................................21

1.6 Interactief bestuur................................................................. 89

1.2 Jeugdwerkinfrastructuur.................................................. 140

1.3 Proces...........................................................................................26

2. JEUGDINFORMATIE......................................................... 90

1.3 Stedelijk jeugdwerk.............................................................. 141

1.4 Analyse.........................................................................................26

2.1 Situatieschets........................................................................... 90

1.4 Toegankelijkheid en diversiteit.......................................142

1.5 Doelstellingen, acties en financieel plan.....................29

2.2 Noden en behoeften..............................................................91

2. Jeugdbeleid.....................................................................144

1.6 Interactief bestuur................................................................. 30

2.3 Proces...........................................................................................92

2.1 Inspraak en participatie.....................................................144

2. JEUGDWERKINFRASTRUCTUUR.................................... 31

2.4 Analyse.........................................................................................92

2.2 Jeugdinformatie....................................................................145

2.1 Situatieschets.............................................................................31

2.5 Doelstellingen, acties en financieel plan.................... 94

2.3 Jeugdcultuur........................................................................... 147

2.2 Noden en behoeften............................................................ 44

2.6 Interactief bestuur................................................................. 95

2.4 Jeugdruimte............................................................................149

2.3 Proces.......................................................................................... 46

3. JEUGDCULTUUR............................................................... 96

3. Overzicht.......................................................................... 152

2.4 Analyse........................................................................................ 46

3.1 Situatieschets........................................................................... 96

2.5 Doelstellingen, acties en financieel plan.................... 48

3.2 Noden en behoeften.......................................................... 100

DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN.................155

2.6 Interactief bestuur................................................................. 49

3.3 Proces........................................................................................ 104

1. Goedkeuring ontwerp JBP door CBS............................ 157

3. STEDELIJK JEUGDWERK................................................ 50

3.4 Analyse...................................................................................... 104

2. Advies jeugdraad op ontwerp CBS.............................. 158

3.1 Situatieschets........................................................................... 50

3.5 Doelstellingen, acties en financieel plan...................107

3. Advies afdeling jeugd..................................................... 163

3.2 Noden en behoeften............................................................ 54

3.6 Interactief bestuur................................................................108

4. Antwoord CBS op advies jeugdraad............................164

3.3 Proces.......................................................................................... 56

4. JEUGDRUIMTE................................................................. 110

5. Goedkeuring JBP door CBS........................................... 172

3.4 Analyse........................................................................................ 56

4.1 Situatieschets...........................................................................110

6. Goedkeuring JBP door GR............................................. 173

3.5 Doelstellingen, acties en financieel plan.....................58

4.2 Noden en behoeften........................................................... 126

3.6 Interactief bestuur................................................................. 59

4.3 Proces......................................................................................... 127

4. TOEGANKELIJKHEID EN DIVERSITEIT.......................... 61

4.4 Analyse....................................................................................... 127

4.1 Situatieschets.............................................................................61

4.5 Doelstellingen, acties en financieel plan................... 129

1.1

Situatieschets..............................................................................11

4.2 Noden en behoeften............................................................ 66

4.6 Interactief bestuur................................................................130

4.3 Proces............................................................................................71

5. GEÏNTEGREERD JEUGDBELEID.....................................131

4.4 Analyse.........................................................................................72

5.1 Situatieschets........................................................................... 131

4.5 Doelstellingen, acties en financieel plan.....................76

5.2 Noden en behoeften............................................................ 131

4.6 Interactief bestuur..................................................................78

5.3 Proces.......................................................................................... 131

5

Particulier jeugdwerk.......................................................... 138

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Het stadsbestuur van Leuven ziet een jeugdvriendelijk Leuven als een belangrijke uitdaging. Kinderen en jongeren moeten zich in de hele stad thuis kunnen voelen en niet enkel op voor hen voorbehouden plaatsen. Het stedelijk jeugdcentrum omschrijft dit uitgangspunt in zijn missie.

Het stedelijk jeugdcentrum Vleugel F heeft als doel van Leuven een jeugdvriendelijke stad te maken, waar kinderen en jongeren zichzelf kunnen zijn. Het kinderrechtenverdrag is het uitgangspunt van onze werking. Wij beschouwen kinderen en jongeren als volwaardige burgers.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

6

Het jeugdcentrum voert daarom samen met kinderen en jongeren een progressief beleid. Wij willen: 1. hen fysieke ruimte en een plaats bieden binnen de stad; 2. ontwikkelingsruimte, kansen en mogelijkheden creĂŤren voor hen; 3. werken aan een positieve beeldvorming over hen; 4. verenigingen, organisaties en diensten ondersteunen die op hen een impact hebben; 5. zelf activiteiten voor hen opzetten; 6. hen als actieve burgers betrekken en aanspreken; 7. hun belangen behartigen bij het beleid.

Om deze doelstellingen te realiseren, willen wij een rol opnemen binnen de verschillende netwerken. Het is onze ambitie om het jeugdcentrum uit te bouwen tot een laagdrempelige, deskundige en creatieve organisatie.


UITGANGSPUNT

van dit jeugdbeleidsplan

De stad wil graag met een open vizier haar kennis, ervaring en expertise uitdragen over alle beleidsdomeinen heen en waarborgen dat kinderen, jongeren en hun organisaties tot hun recht komen in Leuven. We vertrekken in dit jeugdbeleidsplan vanuit de leefwereld van kinderen en jongeren. Het inspraakproces dat hieraan vooraf ging, zien we als de sterkte van dit jeugdbeleidsplan. Voor jongeren zijn mobiliteit, participatie en het imago van Leuven als jongerenstad prioritaire thema’s. Dit jeugdbeleidsplan bestaat uit twee hoofdstukken: jeugdwerkbeleid en jeugdbeleid. De minister van jeugd bepaalde de prioriteiten brandveiligheid en jeugdcultuur. We onderschrijven deze prioriteiten en tekenen hier op in. In het Leuvense jeugdwerkbeleid is brandveiligheid al jaren een prioriteit, daarom vertalen we deze prioriteit naar ‘betere jeugdwerkinfrastructuur’. Het stadsbestuur van Leuven neemt kinderen en jongeren serieus en wil daarom met hun en hun begeleiders een gepast beleid uitwerken.

7

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013



DEEL 1: JEUGDWERKBELEID


Jeugdbewegingen • • • • • • • • • • • •

• • • • • • • • • • •

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Chiro Don Bosco Chiro Hekeko Chirojongens Blauwput Chirojongens Vlierbeek Chiromeisjes Blauwput Chiromeisjes Vlierbeek Chiro Pro Chiro Spirit Heverlee FOS 264e De Vlievleger FOS 286e Hermes KAJ Leuven Koninklijk Marine Kadettenkorps - sectie Leuven Pluswerking Terbank Gidsen Anne Frank Scouts en gidsen Beatrijs Frans Ksaveer Scouts en gidsen Damiaan Scouts Jong Brabant Scouts OLV van Troost Scouts en gidsen OLV van Vlierbeek Scouts en gidsen Boven-Lo Scouts en gidsen Sint-Jan Scouts en gidsen Sint-Maarten Scouts en gidsen Sint-Michiel

10

• Scouts en gidsen Sint-Paulus • Scouts en gidsen Sint-Stanislas • Scouts en gidsen Sint-Jan Berchmans / Sint-Lutgardis • EGL-jeugd • JNM-Leuven

Politieke jongerenbewegingen • • • • • • •

Animo Leuven Jong CD&V Leuven Jong VLD Leuven Jong Groen! Leuven Jong N-VA Leuven L² COMAC Leuven

Speelpleinwerkingen • Speelplein Don Bosco Oud-Heverlee • Speelplein De Kraai • Speelplein De Pit • Speelplein Groene Zone

Jeugdhuizen • Jeugdhuis Lavado • Jeugdhuis Sojo

• Jeugdhuis Impuls • Jeugdhuis De Nieuwe Grams • Jeugdhuis De Zoenk • Jeugdwerking ’t Kelderke

Jeugd(muziek)ateliers • Jeugdmuziekatelier De Vlier • Jeugdmuziekatelier De Zonnewijzer • Jonna • Wega • Full Flavour

Specifieke jeugdwerkinitiatieven • • • • •

Sporty Creactief Kameno &of Holebi-jongeren Leuven Rozemarijntje Jong ACW Groot-Leuven

Werkingen kansarme jeugd • Fabota / Den Tube • Jeugdwerk Casablanca • De Club / Leren Ondernemen


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID

1. PARTICULIER JEUGDWERK 1.1

Situatieschets

Welk particulier jeugdwerk is er in Leuven? Eind 2009 waren in Leuven 58 lokale particuliere jeugdwerkinitiatieven erkend: • 28 jeugdbewegingen • 7 politieke jongerenbewegingen • 4 speelpleinwerkingen • 6 jeugdhuizen • 5 jeugd(muziek)ateliers • 5 specifieke jeugdwerkinitiatieven • 3 werkingen kansarme jeugd In vergelijking met eind 2006 is dit een status quo. Enerzijds zijn volgende werkingen bijkomend erkend: • Full Flavour • COMAC Leuven • Jong ACW Groot-Leuven

Anderzijds zijn volgende werkingen niet langer erkend: • Jokri • Jeugd Rode Kruis • zZmogh KAJ Leuven was tot en met 2007 een erkende jeugdvereniging, maar werd in 2008 en 2009 niet erkend omdat hun werking werd stopgezet. Eind 2009 nam KAJ Leuven een nieuwe start en kreeg opnieuw erkenning. In 2009 besliste het schepencollege om aan BLCC Leuven – Leuven Language Lounge vzw een bijzondere erkenning te geven fiscale attesten voor hun Leuvense taalkampen kunnen uitreiken. Zij kunnen verder geen beroep doen op ondersteuning van de stad.

Er zijn drie provinciaal erkende eerstelijns jeugdwerkingen die in Leuven hun werking hebben: • Scouts en gidsen Dominiek Savio (Akabe) • Scouts en gidsen Sint-Paulus Intakt (Akabe) • Roetsj Er zijn ook 10 landelijk erkende jeugdwerkinitiatieven die vanuit Leuven werken: • Arktos • Artforum • Bouworde • Centrum Informatieve Spelen • Clip • Evangelisch Jeugdverbond • Jeugddienst Don Bosco • Koning Kevin • Mooss • Nature Een aantal van deze verenigingen heeft ook een lokale werking.

11

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Wie is actief in het lokaal jeugdwerk? Politieke jongerenbewegingen

Jeugdbewegingen Aantal jeugdbewegingen Aantal leden Aantal begeleiding

2000

2003

2006

2009

31

30

29

28

2.973

3.082

3.142

3.034

551

553

563

585

Jeugdhuizen 2000 Aantal jeugdhuizen Aantal leden Aantal begeleiding

2003

2006

Aantal leden Aantal begeleiding

2003

2006

2009

Aantal verenigingen

Meegeteld bij jeugdbeweging

5

6

7

Aantal leden

Meegeteld bij jeugdbeweging

256

239

377

Aantal begeleiding / bestuur

Meegeteld bij jeugdbeweging

111

80

42

2009

5

7

6

6

593

647

708

787

93

155

73

75

Gespecialiseerde jeugdverenigingen (jeugdmuziekateliers en specifieke jeugdverenigingen) 2000 Aantal verenigingen

Speelpleinwerkingen Aantal speelpleinwerkingen

2000

2000

2003

2006

2009

5

4

4

3

1.829

1.782

1.482

9101

249

307

369

1782

2006

2009

11

8

10

10

1.990

1.0933

6.0124

4.624

135

122

201

363

2000

2003

2006

2009

52

54

55

54

Aantal leden

7.385

6.860

11.583

9.732

Aantal begeleiding

1.028

1.248

1.286

1.243

Aantal leden Aantal begeleiding

TOTAAL Aantal verenigingen5

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

2003

12


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Op welke financiĂŤle ondersteuning kan het particulier jeugdwerk rekenen? Werkingstoelage De erkende lokale jeugdverenigingen krijgen een jaarlijkse werkingstoelage op basis van het reglement op de erkenning en de ondersteuning van het lokaal jeugdwerk. Er zijn verschillende criteria en berekeningswijzen per jeugdwerkvorm: jeugdbewegingen, jeugdhuizen, politieke jongerenbewegingen, speelpleinwerkingen, jeugd(muziek)ateliers en specifieke jeugdverenigingen. Jeugdbewegingen Tot.

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

47.666

51.268

56.197

52.718

53.654

54.643

58.307

67.431

65.033

68.630

# Gem.

28

29

29

30

30

30

29

29

27

27

1.702

1.768

1.938

1.757

1.788

1.821

2.011

2.325

2.409

2.542

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

16.780

17.453

16.727

17.229

16.975

13.998

12.602

14.177

14.789

15.337

7

7

8

9

9

7

7

7

7

7

2.397

2.493

2.091

1.914

1.886

2.000

1.800

2.025

2.113

2.191

Jeugdhuizen Tot. # Gem.

Speelpleinwerkingen Tot. # Gem.

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

25.915

25.938

24.487

24.715

25.211

22.437

22.297

13.334

15.065

15.906

5

5

4

4

4

4

4

3

3

3

5.183

5.188

6.372

6.179

6.303

5.609

5.574

4.445

5.022

5.302

13

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugd(muziek)ateliers Tot. # Gem.

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

19.831

23.486

21.825

15.558

19.933

17.785

18.978

20.500

21.386

18.974

7

7

7

5

5

5

4

4

4

5

2.833

3.355

3.118

3.112

3.987

3.757

4.744

5.125

5.346

3.795

Specifiek jeugdwerk Tot. # Gem.

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2.107

4.069

5.489

6.467

5.510

3.264

3.350

8.000

8.610

8.520

2

3

3

3

3

3

4

6

5

5

1.054

1.356

1.830

2.156

1.837

1.088

838

1.333

1.722

1.704

Politieke jongerenbewegingen Tot. # Gem.

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

744

763

784

795

2.250

2.739

2.800

3.000

3.545

3.728

3

3

3

3

5

6

6

6

7

7

248

254

261

265

450

456

467

500

506

533

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

113.044

122.976

126.508

117.481

123.532

115.865

118.333

126.441

128.428

131.095

TOTAAL Tot. # Gem.

52

54

54

54

56

55

54

55

53

54

2.174

2.277

2.343

2.176

2.206

2.107

2.191

2.299

2.423

2.428

Sinds 2007 wordt het speelplein Don Bosco Oud-Heverlee niet meer betoelaagd via het subsidiereglement, maar via een samenwerkingsovereenkomst. Daarom worden ze niet meer in de cijfers opgenomen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

14


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Toelage kadervorming Leuvense jongeren die een kadervorming volgen bij een erkende landelijke jeugdwerkorganisatie kunnen een deel van de betaalde deelnemersbijdrage terugvorderen via het toelagereglement kadervorming. In de loop van 2009 is het reglement geĂŤvalueerd en aangepast. Vanaf de 2010 passen we dit aangepaste reglement toe.

Tot.

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

6.173

9.172

13.877

21.605

13.799

19.332

16.010

17.536

14.626

16.568

#

98

172

214

313

207

279

214

242

219

219

Gem.

63

53

65

69

67

69

75

72

67

76

Projectenfonds Zie deel jeugdcultuur. Jeugdconcerten Zie deel jeugdcultuur. Papierophalingen Leuvense verenigingen die op het grondgebied van Leuven oud papier en karton ophalen, krijgen hiervoor van de stad een toelage op basis van het toelagereglement voor papierophalingen door Leuvense verenigingen.1

Tot.

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

141.413

130.449

120.412

121.546

128.702

133.130

134.798

122.457

Opruimacties Leuvense verenigingen die op het grondgebied van Leuven een opruimactie houden, kunnen hiervoor een toelage van de stad krijgen op basis van het toelagereglement voor opruimacties door Leuvense verenigingen en scholen.2

Tot.

1 2

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

8.850

10.925

9.500

9.650

9.120

5.575

6.250

7.750

Gegevens niet exclusief voor jeugdverenigingen, ook andere verenigingen worden meegeteld. Gegevens niet exclusief voor jeugdverenigingen.

15

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

16


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Op welke logistieke en materiële ondersteuning kan het particulier jeugdwerk rekenen? Kampvervoer Tijdens de zomervakantie kunnen jeugdverenigingen voor het vervoer van kampmaterieel een beroep doen op een vrachtwagen met chauffeur (volgens reglement op de erkenning en de ondersteuning van het lokaal jeugdwerk). Tot 2007 gebeurde het kampvervoer door de technische dienst van de stad, sinds 2008 besteden we dit uit aan een externe firma.

# ver. # ritten

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

16

20

18

18

17

15

23

25

44

60

54

49

52

46

78

79

Uitleendienst stad Voor activiteiten die plaatsvinden op het grondgebied van Leuven kunnen verenigingen materieel lenen bij de stad. Het gaat over audiovisueel materiaal en feestmaterieel. Uitleendienst bekers en fuifkoffer Op de jeugddienst kunnen jeugdverenigingen een fuifkoffer lenen en ook herbruikbare drinkbekers. De herbruikbare bekers van de stad zijn ondertussen niet meer in al te beste staat. Bovendien kunnen nu ook bij de provincie bekers geleend worden. Hier kan echter niet iedereen terecht (bijv. buurtcomités niet). We verwijzen kandidaat-leners zoveel mogelijk door naar de provinciale uitleendienst, en helpen de overige via de jeugddienst verder.

17

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

18


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Op welke inhoudelijke en promotionele ondersteuning kan het particulier jeugdwerk rekenen? Spelregels Onder de noemer “Spelregels” bundelen we verschillende regels en reglementen die voor het jeugdwerk van belang kunnen zijn. De Spelregels worden jaarlijks hernieuwd en verspreid onder de verantwoordelijken van het jeugdwerk. E-zine voor het jeugdwerk Maandelijks is er een nieuwsbrief voor het jeugdwerk, met verschillende berichten die nuttig zijn voor het Leuvense jeugdwerk. Sinds februari 2005 is dit een E-zine. Promotie jeugdwerk Er is een overzichtsfolder met daarin alle erkende jeugdverenigingen. Deze folder wordt actief verspreid op openbare plaatsen, bij de nieuwe inwoners, …

Gezondheidsindex We ontwikkelden een beperkte gezondheidsindex om de toestand van de individuele verenigingen en de verenigingen als geheel beter te kunnen opvolgen. Er werd gekozen voor een ‘light’ versie van de gezondheidsindex, zonder parameters in verband met infrastructuur en financiën. We nemen verschillende parameters in rekening: aantal leden / gebruikers, aantal leiding, aantal leden oudste groep, ondersteuning aanwezig (volwassen begeleider, ondersteunende vzw, …), deelname aan jeugdraad, koepelvergaderingen, … De parameters verschillen per jeugdwerkvorm. 2008

2009

Jeugdbewegingen

100

105

Jeugdhuizen

100

112

Speelpleinwerkingen

100

96

Jeugd(muziek)ateliers

100

171

Specifiek jeugdwerk

100

120

TOTAAL

100

114

19

Opmerkelijke stijgers (meer dan 15 % verschil) zijn: • Scouts en gidsen Damiaan • Scouts en gidsen OLV van Vlierbeek • Scouts en gidsen Sint-Paulus • Scouts en gidsen Sint-Stanislas • Scouts OLV van Troost • Jeugdhuis De Zoenk • Jeugdhuis Impuls • Jeugdwerking Het Kelderke • Jeugdmuziekatelier De Vlier • Jeugdmuziekatelier De Zonnewijzer • &of Holebi-jongeren Leuven • Rozemarijntje Opmerkelijke dalers (meer dan 15 % verschil) zijn: • Chiromeisjes Vlierbeek • Gidsen Anne Frank • JNM Leuven • KMK – Afdeling Leuven • Jeugdhuis De Nieuwe Grams • Jeugdhuis Lavado • Speelplein Groene Zone

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jong Geleerd Naast de financiële ondersteuning van kadervorming (individuele toelage en toelage voor lokale verenigingen die kadervorming organiseren), bieden we onder de noemer “Jong Geleerd” vorming aan jeugdwerkers aan. Jong Geleerd is een bonte mengeling van thema’s, waarin iedereen zijn gading vindt: zowel de beginner als de ervaren rot, zowel de denker als de doener. Jaarlijks plannen we een vijftal sessies. Aandachtspunt kamp Sinds 2007 kiezen we jaarlijks een aandachtspunt voor de jeugdbewegingskampen, met telkens een wedstrijdelement. In 2007 was dit “Koken op kamp”, in 2008 “Veiligheid op kamp” en in 2009 “Duurzaam op kamp”. Specifieke ondersteuning Jeugdverenigingen krijgen ook specifieke ondersteuning in specifieke situaties. De afgelopen jaren was dit onder meer het geval bij Chiromeisjes Blauwput, bij de chirogroepen die meededen aan Olé Pistolé, …

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

20


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID 1.2

Noden en behoeften

Hoe quoteert het jeugdwerk de ondersteuning van de stad? We vroegen het jeugdwerk verschillende aspecten van de ondersteuning van de jeugddienst te quoteren: van 0 (geen mening) tot 5 (zeer goed). De scores van 1 tot 5 zijn telkens meegeteld in de resultaten, de 0 (geen mening) of NVT (niet van toepassing) niet. Omdat we ook in het jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007 en het jeugdbeleidsplan 2008-2010 al op deze manier quoteerden, kunnen we de evolutie zien in de appreciatie van het jeugdwerk over onze ondersteuning. 2003 Aantal verenigingen

2006

2009

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Werkingstoelage

43

3,79

48

3,96

50

4,22

Vervoer kampmateriaal

24

3,49

21

3,86

23

4,28

Spelregels

15

3,80

25

3,76

39

3,79

Toelage papierophalingen

17

3,41

20

3,65

23

3,65

Uitlenen fuifkoffer

14

3,64

23

3,87

28

3,43

Uitlenen bekers

14

3,21

19

3,58

24

3,42

Uitleendienst TD

26

3,69

31

3,84

38

3,89

Projectenfonds

12

3,83

23

3,78

26

4,04

Toelage jeugdconcerten

14

3,79

19

4,05

19

3,84

Website jeugddienst

22

3,31

37

3,59

34

3,86

E-zine

43

3,48

22

3,72

29

3,66

GEMIDDELD

22

3,59

26

3,79

30

3,87

21

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Het reglement op de erkenning en de ondersteuning van het lokaal jeugdwerk is voorzien in een prioriteitenregeling. Jeugdverenigingen kunnen een extra toelage van 500,00 EUR krijgen als ze specifieke inspanningen doen in het kader van een prioriteit die het schepencollege gesteld heeft. De afgelopen jaren was deze prioriteit werken aan de toegankelijkheid van de vereniging voor moeilijk te bereiken doelgroepen. We peilden naar de voorkeur voor een nieuwe prioriteit: • duurzaamheid: 13 verenigingen • informatie: 5 verenigingen • mobiliteit: 4 verenigingen • voorzetting huidige prioriteit: 16 verenigingen Andere suggesties: • afvalverwerking / sorteren • milieugerelateerd thema: biodiversiteit, klimaat • prioriteit die kansarmoede centraal stelt - zou in ieder geval een grote maatschappelijke return hebben • drugsbeleid • allochtonen betrekken bij de vereniging • communicatie met de buurt De verbetering van het systeem voor het kampvervoer was een belangrijke doelstelling van het jeugdbeleidsplan 2008-2010. Daarom hebben we ook een aantal deelaspecten hiervan bevraagd. Ook onze website en de E-zines lieten we meer in detail beoordelen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

22


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID 2003 Aantal verenigingen

2006

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Aanbod

23

4,35

Manier aanvragen

23

4,17

Administratie

23

4,30

Kostprijs

22

4,41

Service

23

4,17

23

4,28

GEMIDDELD

Gemiddelde score

24

3,49

Aantal verenigingen

2009

Gemiddelde score

21

3,86

Deelaspecten van de website: 2003 Aantal verenigingen

2006

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

2009

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Informatieaanbod

22

3,73

37

3,81

34

3,94

Gebruiksvriendelijkheid

22

3,05

37

3,54

34

3,82

Lay-out

22

3,14

37

3,41

34

3,82

GEMIDDELD

22

3,31

37

3,59

34

3,86

Deelaspecten van het E-zine: 2003

2006

2009

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Inhoud

43

3,47

22

3,64

30

3,77

Lay-out

43

3,19

22

3,55

30

3,70

Aantal nummers

43

3,48

22

3,82

31

3,52

Bruikbaarheid

43

3,33

22

3,59

31

3,55

Verschijningsvorm

43

3,95

22

4,00

29

3,76

GEMIDDELD

43

3,48

22

3,72

29

3,66

23

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Welke opmerkingen maakt het jeugdwerk bij deze ondersteuning? Het jeugdwerk heeft geen opmerkingen bij Spelregels, de toelage papierophalingen, uitlenen fuifkoffer, uitlenen herbruikbare bekers, het projectenfonds, toelage jeugdconcerten, en het e-zine voor het jeugdwerk. Bij de werkingstoelage wordt opgemerkt dat het meer zou mogen zijn in verhouding met de werking. Wat het kampvervoer betreft zou het jeugdwerk graag wat vroeger op de hoogte gebracht worden van de goedkeuring en bij de uitleendienst vinden ze dat het materiaal soms te lang op voorhand moet vastgelegd worden. Over het kampproject zijn de verenigingen die deelnamen positief, ze vinden het een goed initiatief dat stimuleert en sensibiliseert. Redenen van verenigingen om niet deel te nemen zijn dat ze onvoldoende op de hoogte waren, een kosten-batenanalyse, dat het te weinig instapklaar is of dat de thema’s sowieso al aandachtspunten zijn.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Aan welke bijkomende ondersteuning heeft het jeugdwerk nood? • Meer duidelijkheid rond andere financierings- en subsidiemogelijkheden: provincie, Vlaanderen, projectoproepen, … • Een oplossing rond afvalbeheer (wordt door een vijftal verenigingen aangekaart). • Een systeem om deftige tenten te huren.

24


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Wat is de relatie tussen het jeugdwerk en de jeugddienst/stad? 50 verenigingen geven aan dat ze vlot op de jeugddienst terechtkunnen, met als voornaamste redenen de laagdrempeligheid, de grote openheid en bereidwilligheid, de snelle, duidelijke en correcte antwoorden op vele vragen en de flexibiliteit. Ook de hartelijkheid en vriendelijkheid worden meermaals vermeld. Een greep uit de reacties: • Kameno: “De steun en het enthousiasme van de jeugddienst hebben ons project mee mogelijk gemaakt. We hebben steeds veel begrip gevonden, zowel in de administratie in het algemeen, als bij de afzonderlijke medewerkers.” • Jeugdhuis De Zoenk: “Jochen en Jan Frans doen uitstekend werk! Proficiat!” • KMK Leuven: “Zeer positieve ervaring, al met veel raad en daad bijgestaan, een pracht van een team!” • Scouts en Gidsen Sint-Paulus: “Er wordt geluisterd naar elk probleem.” • Chiro Pro: “We blijven het herhalen: de service en werking van de jeugddienst contrasteert zeer sterk met pakweg die van 10 jaar geleden. Doe zo voort!!”

Eén vereniging heeft het gevoel dat ze niet op de jeugddienst terecht kan omdat niemand op dezelfde lijn zit of genoeg tijd maakt. 39 verenigingen antwoorden positief op de vraag of ze het gevoel hebben dat de stad rekening houdt met hun noden en wensen. 5 verenigingen antwoorden zowel positief als negatief. In 2006 waren er 30 verenigingen die positief antwoordden. De bestaande ondersteuningsvormen zijn de belangrijkste reden voor een positief antwoord. De 7 verenigingen die negatief antwoordden (in 2006 14 verenigingen) geven onder meer deze redenen: • De stad legt te veel administratieve verplichtingen op aan jeugdwerkinitiatieven. Door de administratieve complexiteit hebben weinig mensen zin om in de organisatie van het jeugdhuis te komen. • Er moet altijd een hele lange weg afgelegd worden om iets te bereiken. • Fuifzalenbeleid. • Wij vragen elk jaar om tijdens de nationale sterrenkijkdag en de nacht van de duisternis de onnodige verlichting aan het Ladeuzeplein te doven. Hieraan wordt geen gevolg gegeven. • Individuele lokalendossiers. 25

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


1.3 Proces

1.4 Analyse

Financiële ondersteuning

In september 2009 kregen de jeugdverenigingen hun formulier in de bus voor de werkingstoelage 2010. De bevraging voor het jeugdbeleidsplan 20112013 zat in dit formulier verwerkt.

Leuven kan al jaren bogen op een gevarieerd aanbod van particuliere jeugdwerkinitiatieven. Het belang van dat jeugdwerk is niet te onderschatten. Het particulier jeugdwerk, zeker waar het vooral op vrijwilligers steunt, heeft behoefte aan erkenning en een degelijke en veelzijdige ondersteuning vanuit de stad, om zo de kans te krijgen zijn rol waar te maken. Om deze ondersteunende rol goed in te vullen, moeten we voldoen aan een aantal randvoorwaarden:

Alle financiële ondersteuningsvormen blijven behouden. Een aantal daarvan is vrij recent nog aangepast met specifieke aandacht voor de noden en wensen van het jeugdwerk. Dit geldt onder meer voor het reglement kadervorming en het projectenfonds.

In de periode september 2009 – maart 2010 kwam op de jeugdwerkraad telkens het jeugdbeleidsplan 2011-2013 aan bod. We bespraken de situatieschets, stelden de resultaten van de bevraging voor en vulden ze aan, en we toetsten de analyse en de doelstellingen af. Ook de uitleendienst en milieudienst werden als bevoorrechte getuigen betrokken.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

• Voldoende inzet van personeel: de ondersteuning van het particulier jeugdwerk is en blijft een hoofdtaak van de stedelijke jeugddienst. Het jeugdwerk apprecieert de huidige aanpak van de jeugddienst, maar de tijd en ruimte voor een meer proactieve ondersteuning van de jeugdverenigingen ontbreekt. Aangezien het pakket aan ondersteuning (onder andere op het vlak van jeugdwerkinfrastructuur) de afgelopen jaren gevoelig is uitgebreid, moet dit ook zijn vertaling kunnen vinden in de personeelsinzet van de jeugddienst. • Administratieve overlast beperken : we proberen al jaren om de ondersteuning van de jeugdverenigingen zo aan te pakken dat de administratieve last voor het jeugdwerk beperkt blijft.

26

Jeugdverenigingen met een specifiek aanbod tijdens schoolvakanties krijgen momenteel op versnipperde manier financiële ondersteuning. Speelplein Groene Zone, speelplein De Pit en speelplein De Kraai ontvangen subsidies via het reglement op de erkenning en de ondersteuning van het lokaal jeugdwerk binnen de categorie speelpleinwerkingen. Sporty Creactief vzw valt binnen datzelfde reglement onder de categorie ‘specifiek jeugdwerk’. Met speelplein Don Bosco (OudHeverlee) is dan weer een samenwerkings overeenkomst afgesloten. Deze verenigingen overstijgen de strikte betekenis van jeugdwerk omdat zij ook een rol als opvanginitiatief vervullen. Hierdoor hebben ze een specifieke plaats in het jeugdwerklandschap. Bovendien speelt ook de stad zelf, met het stedelijk jeugdwerk, hierin een heel actieve rol.


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID

De stad wil op dit vlak een actievere regie-functie opnemen en zal deze werkingen daarom niet langer via het reglement betoelagen, maar via samenwerkingsovereenkomsten. Zo kunnen we ook stappen zetten in samenwerking met de verschillende werkingen en een gezamenlijke aanpak realiseren van bepaalde aspecten (bijv. omgaan met kinderen met een handicap, wervingsactie voor animatoren, …). In het kader van het toelagereglement zal de prioriteit de komende jaren ‘duurzaamheid’ zijn, in de meest brede zin van het woord. Zo kunnen we ook een aantal extra genoemde thema’s (afval, klimaat) daarbinnen een plaats geven. Dit sluit bovendien aan op de specifieke kamp-acties van de afgelopen jaren. We willen natuurlijk ook de inspanningen rond toegankelijkheid van de afgelopen jaren niet verloren laten gaan. Verenigingen die hun specifieke acties hierrond verder zetten, kunnen een beroep doen op het projectenfonds voor financiële ondersteuning.

Naast de financiële ondersteuningsvormen van de stad zijn er nog andere overheden en project

oproepen waar voor het jeugdwerk geld te rapen valt. De stad wil een actievere rol opnemen door een screening en zoektocht naar de verschillende mogelijkheden en een actieve toeleiding van de betrokken verenigingen.

Logistiek-materiële ondersteuning Een belangrijke doelstelling van het jeugdbeleidsplan 2008 – 2010 naar het particulier jeugdwerk was de regeling rond het kampvervoer te verbeteren. Sinds 2008 is er een systeem via een privéfirma, dat uitgebreider en flexibeler is dan tevoren. Uit de cijfers blijkt niet alleen dat het jeugdwerk het nieuwe systeem veel meer gebruikt (79 ritten voor 25 verenigingen in 2009 tegenover 46 ritten voor 15 verenigingen in 2007), maar ook dat het jeugdwerk deze nieuwe regeling wel kan smaken (een score van 4,28 in 2009 tegenover 3,86 in 2006). We willen dit systeem dan ook zeker verder zetten. We willen samen met de uitleendienst bekijken of het haalbaar is om het aanbod wat meer op maat van het jeugdwerk te maken, en zo ja hoe. We gaan ook na of we de fuifkoffer kunnen onderbrengen bij de uitleendienst, zodat binnen de stad nog maar 27

één uitleenpunt overblijft. De uitleendienst van de herbruikbare bekers zetten we definitief stop. Een aandachtspunt dat uit de bevraging duidelijk naar voor komt is de afvalproblematiek . De verwachtingen van de jeugdverenigingen (‘geef ons containers’) botsen enigszins met de visie van de stad (‘de vervuiler betaalt’). We gaan wat dit betreft dan ook niet rechtstreeks in op de vraag van het jeugdwerk. De acties die we hierrond opzetten, zullen als doel hebben de hoeveelheid afval te beperken en niet de kostprijs voor de verenigingen te drukken. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Inhoudelijke en promotionele ondersteuning Gezien de altijd wisselende leidingsploegen van de jeugdverenigingen moeten we blijvende aandacht geven aan informatie voor de jeugdwerkers. We behouden de bestaande kanalen (e-zine, spelregels, Jong geleerd, …) en investeren in www.mijnleuven.be als het protaal van en voor het Leuvense jeugdwerk. Uit de eerste toepassing van de gezondheidsindex blijkt dat onze aandacht niet naar één of andere specifieke werkvorm moet gaan, maar vooral naar de vereniging zélf. We willen dit waarmaken via de verdere uitbouw van de ondersteuning op maat. Ook de komende jaren willen we de jeugdverenigingen een aandachtspunt meegeven op hun kamp. We kiezen deze aandachtspunten met de verenigingen en werken ze samen uit. Aangezien het jeugdwerk maar kan draaien door de inzet van vele vrijwilligers, plannen we naar aanleiding van het Europees Jaar van de vrijwilliger in 2011 specifieke acties om deze inzet in de schijnwerpers te zetten. Ook de jaren nadien willen we via specifieke acties de vrijwilligers een hart onder de riem steken. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

28


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID 1.5

Doelstellingen, acties en financieel plan

Financiële ondersteuning

Ontmoeting, vorming en ontspanning zijn de drie pijlers waarop elk jeugdhuis steunt.

Jeugdhuis De Zoenk Overwinningsstraat 96 3010 Kessel-Lo http://jh.zoenk.be

Jeugdhuis Lavado Pastoor Eralystraat 12 3012 Wilsele Jeugdhuis Sojo

Eénmeilaan 35 3010 Leuven www.sojovzw.be Jeugdwerking Het Kelderke Abdij Van Vlierbeek 3010 Kessel-Lo www.jwtkelderke.be

Jeugdhuis Impuls

Wil je meer info over een bepaalde jeugdvereniging? Ben je op zoek naar contactpersonen? Ben je geïnteresseerd in het provinciaal of landelijk jeugdwerk in Leuven? Wil je meer weten over het jeugdwerk dat de stad zelf aanbiedt?

Jeugdcentrum Vleugel F

Brusselsestraat 61a 3000 Leuven tel: 016 24 66 90 fax: 016 24 66 99

Allemaal goede redenen om jeugdcentrum Vleugel F te contacteren:

jeugddienst@leuven.be www.leuven.be/jeugd

Jeugdcentrum Vleugel F is elke werkdag open van 9.00 uur tot 16.30 uur en op donderdag van 12.00 tot 20.00 uur.

Begr 11

Begr 12

1

Toelagen jeugdverenigingen

76101/ 332-02

€ 131.095

€ 145.000 € 130.000

€ 135.000

€ 140.000 JW

2

Toelagen kadervorming

76102/ 332-02

€ 16.568

€ 27.000

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

JW

3

Samenwerkings76104/ 332-02 overeenkomsten speelpleinwerkingen

€ 20.585

€ 22.000

€ 55.000

€ 60.000

€ 65.000

JW

4

Prioriteit duurzaamheid

76101/ 332-02

€0

€0

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

JW

5

Toeleiden andere subsidies

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

Speelpleinen

Rek 09

Begr 10

€ 168.248 € 194.000 € 215.000

Begr 13

SU

€ 225.000 € 235.000

Logistiek-materiële ondersteuning V.U.: Herwig Beckers, schepen van jeugd, Professor Van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven.

Jeugdhuis De Nieuwe Grams Patroonschapsstraat 7 3010 Leuven www.grams.be

Artikel

TOTAAL Brochure - Jeugdwerk Stad Leuven - Jeugdhuizen Brochure - Jeugdwerk Stad Leuven - Speelpleinen Brochure - Jeugdwerk Stad Leuven - Jeugdbeweging Brochure - Jeugdwerk Stad Leuven - Specifiek Jeugdwerk

Jeugdhuizen Jeugdhuizen

Jeugdbewegingen

Specifiek jeugdwerk

Jeugdhuizen Jeugdhuizen

Acties

Acties

Artikel

1

Kampvervoer

76100/ 124-06

€ 31.379

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000 € 50.000

2

Investeringen uitleendienst

afhankelijk

€ 1.019

€ 1.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

3

Acties afvalbeheer

afhankelijk

€0

€0

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 32.398

€ 51.000

€ 70.000 € 70.000 € 70.000

TOTAAL

29

Rek 09

Begr 10

Begr 11

Begr 12

Begr 13

SU

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Inhoudelijke en promotionele ondersteuning Acties

Artikel

Rek 09

Begr 10

Begr 11

Begr 12

Begr 13

SU

1

E-zine

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

2

Spelregels + jaarkalender

76100/123-06

€0

€ 2.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

3

Folders

76100/123-06

€0

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

4 Jong Geleerd

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

5

Website

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

6

Gezondheidsindex

nvt

€0

€0

7

Kampactie

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

8

Ondersteuning op maat

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

9

Jaar van de vrijwilliger

afhankelijk

€0

€0

€ 25.000

€ 5.000

€ 5.000

2011 is het Europees jaar van de vrijwilliger. En terecht, want zonder vrijwilligers zou onze wereld vierkant draaien.

€0

€ 3.000

€ 29.000 € 9.000

€ 9.000

Ook Leuven doet mee.

TOTAAL

1.6

€0

€0

van 28 februari tot 6 maart

€0

Jeugdcentrum Vleugel F organiseert een roadtrip naar Leuvense jongerenontmoetingsplaatsen. Van het Martelarenplein tot de chiro van Wijgmaal, overal trakteren we vrijwilligers op sfeer, muziek en soep.

Interactief bestuur

Voor de uitwerking van dit luik is het jeugdwerk uiteraard de bevoorrechte partner. De manier waarop dit zal gebeuren is uiteenlopend: via de jeugdwerkraad, per jeugdwerkvorm, via verenigingen met soortgelijke problemen, op basis van doelgroep, …

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

week van de vrijwilliger

30

Kom met je vrienden genieten van livemuziek en laat je door ons verwennen … .

510501_WEEK_VAN_DE_VRIJWILLIGER.indd 1

8/02/11 15:46


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID 2. JEUGDWERKINFRASTRUCTUUR 2.1

Situatieschets

Welke jeugdlokalen zijn er? In Leuven zijn 39 jeugdlokalen in gebruik door het particulier jeugdwerk. Hiermee bedoelen we gebouwen die exclusief worden gebruikt voor de ontplooiing van de werking en de activiteiten van een particuliere jeugdvereniging. We rekenen niet alleen lokalen van het plaatselijk jeugdwerk mee. Ook de lokalen van het provinciaal of landelijk jeugdwerk komen in aanmerking, voor zover er een eerstelijnswerking wordt ontplooid. De overige verenigingen hebben ofwel geen vaste locatie ofwel een vaste locatie zonder exclusief gebruik.

31

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Deelgemeente Heverlee Heverlee telt 11 jeugdlokalen. Vereniging

Adres

1

SGV Sint-Paulus

Schreursvest 33

2

SGV Sint-Paulus

Matadilaan (Lemmekensveld)

3

Speelplein De Pit

Pleinstraat 108

4

Scouts OLV van Troost

Bronlaan 50

5

Gidsen Anne Frank

Pakenstraat (63)

6

SGV Sint-Jan

Groenstraat (261)

7

SGV Dominiek Savio

Naamsesteenweg 479

8

Scouts Jong Brabant

Bierbeekpleindreef

9

SGV Beatrijs Frans Ksaveer

Middelweg 108 (Wezenplein)

10

Chiro Spirit Heverlee

Huttelaan (30) (Wezenplein)

11

SGV Sint-Stanislas

Termunckstraat 6

Opmerking: speelplein Groene Zone heeft een aantal specifieke ruimtes exclusief in gebruik waarvoor ze ook een beroep (kunnen) doen op het toelagereglement jeugdlokalen. Het gaat hier over eerder technische ruimtes, zoals sanitair, en niet over werkingsruimtes.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

32


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Deelgemeente Kessel-Lo Kessel-Lo telt 15 jeugdlokalen

33

Vereniging

Adres

12

SGV OLV van Vlierbeek

Sneppenstraat 13

13

Chiromeisjes Vlierbeek

Abdij Vlierbeek 1

14

Chirojongens Vlierbeek

Abdij van Vlierbeek

15

Jeugdwerking ’t Kelderke

Abdij van Vlierbeek 6

16

Jeugdhuis Sojo

Eénmeilaan 35

17

Chiromeisjes Blauwput

Jozef Pierrestraat (81)

18

Chirojongens Blauwput

Lindensestraat 77

19

Jeugdhuis De Nieuwe Grams

Patroonschapsstraat 7

20

SGV Boven-Lo

Heidebergstraat 266

21

Chiro Hekeko

Overwinningsstraat 96

22

Jeugdhuis De Zoenk

Overwinningsstraat 96

23

Chiro Don Bosco

Ortolanenstraat 4-6

24

FOS 264e De Vlievleger

Schoolstraat (29)

25

Jeugdwerk Casablanca

Prins-Regentplein 59

26

JVC Heiberg / Koning Kevin

Kapellekensweg 2

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Deelgemeente Leuven Leuven telt 5 jeugdlokalen. Vereniging

Adres

27

Artforum

Stapelhuisstraat 15 (Molens van Orshoven)

28

Jeugdwerk Den Tube

Boot aan de vaart

29

Kinderwerking Fabota

Riddersstraat 33

30

Sint-Jan Berchmans / Sint-Lutgardis

Kruisstraat 2

31

Arktos Vlaams-Brabant

Glasblazerijstraat 57

Opmerking: Ook Jeugdcentrum Vleugel F bevindt zich in de deelgemeente Leuven, maar deze infrastructuur wordt hoofdzakelijk gebruikt door het stedelijk jeugdwerk en niet door particuliere jeugdverenigingen. Het jeugdcentrum komt in dit hoofdstuk niet verder aan bod.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

34


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Deelgemeente Wijgmaal Wijgmaal telt 3 jeugdlokalen.

35

Vereniging

Adres

32

Jeugdhuis Impuls

Stationsstraat 2 (stationsgebouw)

33

Chiro Pro

Sint-Hadrianusstraat 9

34

KMK – Afdeling Leuven

Vaartdijk 2 (gebouw + boot)

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Deelgemeente Wilsele Wilsele telt 5 jeugdlokalen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

36

Vereniging

Adres

35

Jeugdhuis Lavado

Pastoor Eralystraat 2

36

FOS 286e Hermes

Aarschotsesteenweg 155

37

Jonna

Aarschotsesteenweg 155

38

SGV Sint-Maarten

A. Woutersstraat 28

39

SGV Damiaan

Berghoekstraat 15


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Hoe zijn de jeugdlokalen eraan toe? In 2007 – 2008 deden we een ruim onderzoek naar de toestand van de jeugdlokalen. Het opzet van het onderzoek was om de toestand van de jeugdlokalen als geheel te kennen en om zicht te krijgen op elk lokaal afzonderlijk. Locomotief reikte heel wat materiaal aan en op basis daarvan stelden we een vragenlijst op. Deze vulden we tijdens een plaatsbezoek samen met de lokaalverantwoordelijken van de vereniging in.

37

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


TOTAAL

Brandveiligheid

Toegankelijkheid

Omgeving

Producten

Elektriciteit

Sanitair

Verwarming

Binnenruimte

Gezondheid

Staat

Gebruik

Resultaten (uitgedrukt in percentages)

SGV Sint-Paulus

70,0

73,3

41,7

83,0

53,1

52,5

75,0

18,0

73,0

62,0

78,0

64,00

SGV Sint-Paulus

85,0

76,7

65,0

72,0

56,6

51,3

66,3

62,0

72,0

70,0

77,0

68,43

Speelplein De Pit

49,0

66,7

66,7

70,0

61,4

68,8

88,8

100

97,0

36,0

69,2

70,05

Scouts OLV van Troost

95,0

40,0

53,3

60,0

62,8

40,0

57,5

44,0

55,0

22,0

82,0

59,56

Gidsen Anne Frank

73,0

53,3

76,7

55,8

88,3

53,8

75,0

74,0

61,0

58,0

64,0

68,04

SGV Sint-Jan

81,0

67,7

50,0

61,0

56,2

56,3

76,3

30,0

58,0

42,0

52,3

58,51

SGV Dominiek Savio

62,0

91,7

66,7

64,0

63,5

71,3

78,9

74,0

89,0

76,0

77,0

72,86

Scouts Jong Brabant

65,0

75,0

53,3

82,0

70,7

50,0

72,5

66,0

85,0

76,0

83,1

72,02

SGV Beatrijs Frans Ksaveer

61,0

75,0

60,0

79,0

91,0

81,3

87,5

72,0

91,0

70,0

69,0

77,73

Chiro Spirit Heverlee

54,0

63,3

48,3

54,0

66,2

45,0

65,0

44,0

81,0

56,0

72,0

60,76

SGV Sint-Stanislas

93,0

73,3

51,7

75,0

71,5

57,5

81,3

40,0

52,0

28,0

68,5

66,17

SGV OLV van Vlierbeek

94,0

93,3

70,0

65,0

87,9

67,5

90,0

90,0

77,0

50,0

73,1

79,20

Chiromeisjes Vlierbeek

90,0

61,7

45,0

46,0

85,6

38,8

87,5

80,0

94,0

76,0

66,9

71,86

Chirojongens Vlierbeek

87,0

55,0

65,0

45,0

81,3

78,8

90,0

70,0

96,0

50,0

78,5

74,95

Jeugdwerking ‘t Kelderke

79,0

55,0

50,0

63,0

83,5

78,8

87,5

70,0

96,0

50,0

63,1

72,98

Jeugdhuis Sojo

43,0

53,3

75,0

70,0

57,2

75,0

71,3

74,0

87,0

80,0

77,0

68,22

Chiromeisjes Blauwput

72,0

75,0

61,7

73,0

86,9

62,5

70,0

80,0

92,0

68,0

84,0

76,65

Chirojongens Blauwput

85,0

88,3

68,3

77,0

90,3

55,0

81,3

78,0

85,0

88,0

73,9

79,58

Jeugdhuis De Nieuwe Grams

67,0

86,7

95,0

49,0

87,2

64,5

68,8

74,0

89,2

83,3

89,0

76,48

SGV Boven-Lo

72,0

33,3

50,0

36,0

58,1

45,0

47,5

66,0

79,0

64,0

58,0

56,14

Chiro Hekeko

96,0

76,7

50,0

51,0

74,5

68,8

66,3

40,0

73,0

78,0

68,0

69,08

Jeugdhuis De Zoenk

96,0

76,7

50,0

51,0

74,5

68,8

66,3

40,0

73,0

78,0

68,0

69,08

Chiro Don Bosco

97,0

100

66,7

80,0

89,7

50,0

81,3

30,0

90,0

82,0

70,0

78,43

FOS 264 De Vlievleger

91,0

83,3

83,3

70,0

90,2

50,0

93,8

84,0

74,0

60,0

64,0

78,27

e

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

38


TOTAAL

Brandveiligheid

To e g a n k e l i jkheid

Omgeving

Producten

Elektriciteit

Sanitair

Verwarming

Binnenruimte

Gezondheid

Staat

Gebruik

DEEL 1: JEUGDWERKBELEID

Jeugdwerk Casablanca

54,0

100

90,0

47,0

91,9

90,0

93,8

74,0

95,0

82,0

84,0

81,49

JVC Heiberg / Koning Kevin

53,0

76,7

78,3

71,0

87,6

66,3

73,8

100

80,0

84,0

87,7

77,70

Artforum

48,0

41,7

55,0

59,0

44,4

40,0

70,0

70,0

60,0

48,0

48,5

53,61

Jeugdwerk Den Tube

87,0

78,3

58,3

67,0

87,9

72,4

92,5

84,0

37,0

14,0

76,0

71,84

Kinderwerking Fabota

77,0

75,0

73,3

64,0

77,2

67,5

91,3

82,0

90,0

68,0

82,4

77,58

Sint-Jan Berchmans/ Sint-Lutgardis

89,0

100

73,3

71,6

90,3

71,3

81,3

78,0

92,0

66,0

92,0

83,70

Jeugdhuis Impuls

49,0

41,7

65,0

53,0

71,7

73,7

66,3

91,4

91,0

80,0

77,0

68,32

Chiro Pro

64,0

66,7

63,3

55,0

57,6

56,3

77,5

80,0

91,0

84,0

88,0

70,39

KMK – Afdeling Leuven

85,0

83,3

63,3

76,0

52,9

58,8

80,0

66,0

79,0

36,0

84,6

70,95

Jeugdhuis Lavado

85,0

100

80,0

56,0

58,6

67,1

75,0

40,0

85,0

100

75,0

73,29

FOS 286 Hermes

52,0

60,0

66,7

71,0

76,8

71,3

88,8

78,0

91,0

86,0

78,0

74,48

Jonna

70,0

56,7

63,3

61,0

63,6

58,8

97,5

92,0

100

84,0

86,0

75,11

SGV Sint-Maarten

89,0

86,7

73,3

58,0

68,7

71,3

76,3

84,0

75,0

62,0

83,1

75,24

100

70,0

56,7

77,0

97,6

76,3

85,0

70,0

82,0

70,0

75,0

80,77

75,0

71,7

63,8

63,6

74,1

62,4

78,3

68,1

80,7

64,9

75,1

71,67

e

SGV Damiaan Gemiddeld

We kunnen deze resultaten beschouwen als een nulmeting om later inspanningen aan af te meten.

39

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Toelagereglement jeugdlokalen Cijfermateriaal Sinds 2008 kunnen jeugdverenigingen voor de aankoop, bouw, verbouwing of aanpassing van hun jeugdlokaal een beroep doen op een apart betoelagingsreglement jeugdlokalen. De toelage bedraagt maximaal 75 % van de kosten met een plafond van 75.000,00 EUR op 10 jaar per jeugdlokaal. Aantal dossiers

2008

2009

2010

Totaal

Aantal afgehandelde dossiers

9

7

2

18

Aantal lopende dossiers

1

4

18

23

10

11

20

41

2008

2009

2010

Totaal

€ 92.105,85

€ 290.439,58

€ 244.639,62

€ 627.185,05

Totaal aantal dossier

Cijfers toelagen Totale toelage Aantal aanvragen

10

11

20

41

Gemiddelde toelage/aanvraag

€ 9.210,59

€ 26.403,60

€ 12.231,98

€ 15.297,20

In de drie jaar dat het reglement jeugdlokalen van kracht is, gaat jaarlijks ongeveer 209.000,00 EUR toelagen naar jeugdlokalen en worden jaarlijks gemiddeld 13,7 aanvragen goedgekeurd. In het reglement verenigingslokalen, dat tot 2007 gold, ging jaarlijks ongeveer 36.600,00 EUR toelagen naar jeugdlokalen en werden jaarlijks gemiddeld 5,7 aanvragen goedgekeurd.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

40


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Overzicht dossiers Jaar

Vereniging

Omschrijving

Jaar

Vereniging

2008

Chiro Don Bosco

vervangen ramen

2009

2008

Chiro Hekeko

installeren nieuwe verwarmingsketel, aanpassen elektrische installatie, plaatsen van poort, uitbreiden van asfaltstrook

Scouts en Gidsen SintMaarten

bouw sjorhoutkot - stockageruimte, plaatsen dakhaken bestaand gebouw

2010

Arktos Vlaams-Brabant

vernieuwen dak + binnenafwerking

2010

Chiro Pro Wijgmaal

vernieuwen ramen en deuren, rioleringswerken en elektriciteitswerken

2010

Chiro Spirit Heverlee

aanvullend dossier op dossier 2009

2010

Chirojongens Blauwput

kleine onderhoudswerken

2010

Chiromeisjes Blauwput

dringende herstelling branddetectie

2010

Chiromeisjes Blauwput

cv-installatie + uitrusting lokaal

2010

Chiromeisjes Blauwput

dringende herstelling branddetectie

2010

Jeugdhuis De Zoenk

volledige renovatie van het jeugdhuis

2010

Jeugdhuis Sojo

vernieuwing verwarmingsinstallatie

2010

Jeugdwerk Den Tube

aanleg terras

2010

Jonna

vernieuwen houten vloer danslokaal, brandveiligheidswerken (vlamwerende gordijnen)

2008

Chiromeisjes Vlierbeek

in orde brengen bijkomend lokaal (plaatsen veluxramen, isoleren, plaatsen gyproc, aanpassen vloer, elektriciteit en verwarming).

2008

Jeugdhuis De Nieuwe Grams

vernieuwen podium

2008

Jeugdhuis Sojo

vernieuwen dak

2008

Jonna

vernieuwen elektrische installatie, vernieuwen interieur

2008

Omschrijving

Koninklijk Marine Kadettenkorps - Afdeling Leuven

plaatsing sanitair, verwarming en veiligheidsdeuren

2008

Scouts en Gidsen Beatrijs Frans Ksaveer

vernieuwen ruiten en deuren, plaatsen twee urinoirs

2008

Scouts en Gidsen Sint-Paulus

anti-vandalismewerken

2008

Speelplein De Pit

renovatie kelderkeuken en dak

2010

Kinderwerking Fabota

dringende vervanging verwarmingsketel

2009

Chiro Spirit Heverlee

nieuwbouw: sanitaire blok + extra lokaal

2010

Kinderwerking Fabota

dringende vervanging branddetectie-centrale

2009

Chirojongens Blauwput

grasplein

2010

Kinderwerking Fabota

diefstalbeveiliging

2009

Chiromeisjes Blauwput

vochtweringswerken en grasplein

2010

2009

Jeugdhuis Lavado

vernieuwing inrichting

Koninklijk Marine Kadettenkorps - Afdeling Leuven

2009

Jeugdwerk Den Tube

vernieuwen ramen kajuit, dak, vloer, sanitair, mazoutketel, brandwerende deur, brandalarm, elektrische buitenkabel

aankoop + inrichting boot; renovatiewerken toren (installatie douche, vernieuwen spots kade, elektriciteitswerken, herstellen dakrand)

2010

Scouts en Gidsen Beatrijs Frans Ksaveer

binnendeuren + plinten

2009

Kinderwerking Fabota

renovatie loods

2010

Scouts en Gidsen Boven-Lo

renovatiewerken

2009

Koninklijk Marine Kadettenkorps - Afdeling Leuven

dringende herstelling schip M/S Matadi

2010

Scouts en Gidsen Sint-Stanislas

dakwerken

2009

Scouts en Gidsen Damiaan

verharding toegang en koer

2010

Scouts Jong-Brabant

2009

Scouts en Gidsen OLV van Vlierbeek

nieuwbouw als uitbreiding van de huidige lokalen (vervanging BTV)

renovatie buitenschrijnwerk, vernieuwing keuken, vervanging poorten bewaarplaats sjorhout, vernieuwen plafond hal

2009

Scouts en Gidsen Sint-Jan

verschillende werken (herstellen betoncoating, vervangen binnendeuren, vervangen draagvloer, mobiele wand plaatsen, aanpassen elektriciteit, nieuwe stookkachel)

2010

Speelplein De Pit

renovatiewerken

41

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Brandveiligheid jeugdlokalen

Project inbraak- en vandalismepreventie

Al in het jeugdwerkbeleidsplan 1999 – 2001 was de brandveiligheid van jeugdlokalen een belangrijke prioriteit. Verschillende specifieke acties (gratis brandblusapparaten, verspreiding brochure ‘Veiligheids-ABC’ van het jeugdlokaal, …), maar vooral het algemene subsidieconvenant voor het brandveilig maken van jeugdlokalen zorgden op vijf jaar tijd voor brandveiligheid in alle jeugdlokalen.

In 2005-2006 zetten we samen met de preventiedienst een project inbraakpreventie op, waarbij verenigingen konden intekenen op een aantal opties:

Sinds 2005 bestaat een opvolgingsprogramma waarbij we jaarlijks een tiental jeugdlokalen opnieuw controleren. Zo krijgt elk jeugdlokaal ongeveer om de vier jaar een nieuwe controle.

 het lenen van een labeltoestel  de aankoop van een inbraakwerende kast  de aankoop van een beveiligd slot  de aankoop van een kluis  de aankoop van een inbraakwerende deur. 11 verenigingen tekenden in op één of meerdere opties. We herhalen dit project in 2010, mogelijk in aangepaste vorm.

Daarnaast proberen we jaarlijks een administratieve controle te doen aan de hand van een checklist. Het toelagereglement jeugdlokalen voorziet ook in de volledige terugbetaling van de nodige keuringen in kader van de brandveiligheid (jaarlijkse controle brandblusapparaten, keuring elektrische installatie, keuring gasdichtheid, …). In de periode 2008 – 2010 zijn hiervoor 20 aanvragen goedgekeurd voor in totaal 5.330,93 EUR.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

42


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Individuele ondersteuning

Overleg lokaalverantwoordelijken

Flankerende maatregelen

Naast de structurele en collectieve maatregelen was het een belangrijk opzet om via ondersteuning op maat te komen tot een individuele aanpak. Dit omdat de noden en behoeften of de oplossingen op het vlak van de Leuvense jeugdwerkinfrastructuur zeer individueel zijn.

Het is belangrijk om het jeugdwerk altijd nauw te betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe initiatieven op het vlak van jeugdlokalen. Het overleg met de lokaalverantwoordelijken is daarvoor een uitstekend kanaal. Dit overleg komt minstens één keer per jaar samen. We geven niet alleen uitgebreide info over subsidiemogelijkheden en specifieke projecten, maar maken ook ruimte voor de uitwisseling van good practices.

Verspreiding lokalenmap In het kader van de prioriteit jeugdwerkinfrastructuur ontwikkelde de Afdeling Jeugd in samenwerking met Locomotief de lokalenmap. Het is de bedoeling dat de jeugdverenigingen in deze map alle belangrijke jeugdlokaalpapieren opbergen. We hebben deze mappen actief verspreid.

Het ging onder meer over:

 de opvolging van zonevreemde jeugdlokalen;  de mogelijke herlokalisatie van SGV SintStanislas;

 de aankoop van het lokaal SGV Sint-Paulus;  de toekomst van de jeugdlokalen op de abdijsite

Jong Geleerd In het vormingsaanbod Jong Geleerd kwamen geregeld jeugdlokaalgerelateerde thema’s aan bod: bluscursus, vzw-wetgeving, … E-zine In de maandelijkse nieuwsbrief, bestemd voor iedereen met verantwoordelijkheid in het Leuvense jeugdwerk, nemen we geregeld berichten op rond jeugdwerkinfrastructuur.

Vlierbeek;

 de zoektocht naar een lokaal voor SGV SintMichiel;

 de erfpachtovereenkomst voor de loods van kinderwerking Fabota;

 de verbouwdossiers SGV Anne Frank / OLV van

Spelregels Relevante regels en reglementen over jeugdlokalen hebben hun plek in de Spelregelsmap.

Troost;

 het mogelijk nieuwbouwproject van SGV BovenLo;

 het verbouwdossier voor de sanitaire blok van speelplein Groene Zone.

43

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


2.2

Noden en behoeften

Hoe quoteert het jeugdwerk de ondersteuning van de stad? We vroegen om een aantal aspecten van de ondersteuning op het vlak van infrastructuur te quoteren aan de hand van een cijfer: van 0 (geen mening) tot 5 (zeer goed). De scores van 1 tot 5 tellen we mee in de resultaten, de scores 0 (geen mening) of NVT (niet van toepassing) niet. Omdat we voor het jeugdwerkbeleidsplan 2005 – 2007 en het jeugdbeleidsplan 2008 – 2010 hetzelfde system van quotering gebruikten, kunnen we de evolutie zien in de appreciatie van het jeugdwerk over de ondersteuning.

Toelagereglement jeugdlokalen De cijfers voor 2003 en 2006 hebben betrekking op het toelagereglement verenigingslokalen, de cijfers voor 2009 op het aparte reglement jeugdlokalen. 2003

2009

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Hoogte van de toelage

21

2,52

19

3,42

16

4,00

Manier aanvragen

21

2,95

18

3,61

17

3,82

Moment uitbetaling

21

2,48

17

3,35

15

3,73

Administratie

21

2,81

19

3,47

17

3,71

GEMIDDELD

21

2,69

18

3,46

16

3,82

Opvolging brandveiligheid jeugdlokalen 2006

20036 Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

2009

Gemiddelde score

Aantal verenigingen

Gemiddelde score

Verplichtingen

34

3,91

26

3,96

Controle zelf

32

3,97

25

3,88

Administratie

30

3,70

24

3,83

32

3,86

25

3,89

GEMIDDELD

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

2006

32

44

2,95


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Welke opmerkingen maakt het jeugdwerk bij deze ondersteuning?

Welke algemene noden worden gesignaleerd?

 Scouts en Gidsen OLV van Troost / Anne Frank: structurele dakwerken zijn nodig.

 Scouts en Gidsen Dominiek Savio: kunnen wel Het nieuwe reglement jeugdlokalen is een hele verbetering in vergelijking met vroeger: nu kunnen de zaken fundamenteel aangepakt worden en het systeem voor dringende herstellingen (noodfonds) is iets waar ook al langer vraag naar was.

 De hogere toelagen in het reglement hebben als neveneffect dat de opbrengsten van eetfestijnen, wafelverkopen en andere geldinzamelingsacties minder gebruikt worden voor de infrastructuur maar rechtstreeks ten goede komen aan de werking (bijvoorbeeld de aankoop van allerlei materieel).

 De financiële middelen die de stad besteedt aan jeugdlokalen zijn erg gestegen. Het is echter belangrijk dat er ook voldoende personeel is om voor de nodige ondersteuning te zorgen. Onder andere in het kader van de individuele aanpak op maat, die erg geapprecieerd wordt, is dit van belang.

 Sportverenigingen die lid zijn van de sportraad

licht op termijn niet op de huidige locatie blijven.

hebben 50 % korting bij het huren van stedelijke sportaccommodaties. Kan dit ook voor jeugdverenigingen die lid zijn van de jeugdraad?

 Chiro Spirit Heverlee / Scouts en Gidsen Beatrijs

 Heel wat jeugdverenigingen kampen met een

 Scouts en Gidsen Sint-Stanislas: verder nadenken

gebrek aan bergruimte.

Welke specifieke noden heeft het jeugdwerk op het vlak van de infrastructuur?

Frans Ksaveer: toekomst Wezenplein is niet heel zeker. over een mogelijke herlokalisatie.

 Speelplein Groene Zone: verbouwing sanitaire blok op speelveld, ook toegankelijk maken voor kinderen met een handicap.

 Chiro Vlierbeek / Jeugdwerking ’t Kelderke: wat is hun plaats op de abdijsite?

 FOS 286e Hermes: “Ondanks het feit dat we dit jaar beschikking hebben gekregen over het voormalig OCMW-lokaal wordt het lokalenprobleem steeds groter: in sept 2010 starten de renovatiewerken aan het schoolgebouw en het gedeelte waarin wij lokalen hebben, gaat tegen de vlakte. We moeten dus dringend van start kunnen gaan met de bouw van eigen lokalen - liefst op ons stuk grond in het Fort! Het RUP hiervoor moet echter nog opgemaakt worden en voorlopig ligt deze grond nog in de bufferzone.”

 Scouts en Gidsen Sint-Paulus: aankoop lokaal

 Scouts en Gidsen Boven-Lo: zonevreemdheid lokalen + op termijn nieuwe lokalen nodig.

 Jeugdhuis Impuls: de gevolgen van de renovatie van het stationsgebouw zijn nog onduidelijk.

 Scouts en Gidsen Damiaan: zonevreemdheid van de lokalen.

 JNM Leuven: hebben momenteel geen lokaal.  Scouts en Gidsen Sint-Michiel: hebben momenteel geen lokaal.

 Jeugdwerk Casablanca: groter gebouw voor speelplein, liefst met afgesloten speelterrein.

Lemmekensveld.

45

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


2.3 Proces

2.4 Analyse

In september 2009 kregen de jeugdverenigingen hun formulier voor de werkingstoelage 2010 in de bus. De bevraging voor het jeugdbeleidsplan 20112013 zat erin verwerkt.

De uitvoering van een jeugdlokalenbeleid is een belangrijke vorm van ondersteuning van het plaatselijk jeugdwerk. Kinderen en jongeren hebben behoefte aan een plaats waar ze zichzelf kunnen zijn, een plek die ze zich kunnen toe-eigenen, inrichten, beheren, … Infrastructuur op maat van de vereniging is dus heel belangrijk. Als een jeugdwerking niet beschikt over een permanente ruimte beperkt en beknot dat de werking wellicht.

In maart 2010 kwam op het overleg met de lokaalverantwoordelijken het jeugdbeleidsplan 2011-2013 aan bod. We bespraken de situatieschets, stelden de resultaten van de bevraging voor en vulden ze aan, en toetsten de analyse en de doelstellingen af. De brandweer, ruimtelijke planning en milieudienst werden betrokken als bevoorrechte getuigen.

De stad vindt jeugdwerkinfrastructuur een prioriteit en wil hier op twee manieren op inspelen: met een degelijk collectief ondersteuningsbeleid op maat van het jeugdwerk en met een individuele ondersteuning op maat van de specifieke verenigingen. Met deze ondersteuning streven we een kwaliteitsverbetering na van de jeugdwerkinfrastructuur op het vlak van onder meer beschikbaarheid, (brand)veiligheid, inbraak- en vandalismepreventie, duurzaamheid en ruimtelijke vestiging.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

46

Om deze ondersteuning ten volle te kunnen bieden, zijn de twee randvoorwaarden voor ondersteuning van het particulier jeugdwerk hier zeker ook van kracht: voldoende personeelsinzet en de beperking van de administratieve overlast voor de verenigingen.

Collectieve ondersteuning Een goed beleid op het vlak van jeugdwerkinfrastructuur heeft een goede financiële ondersteuning nodig. Het nieuwe toelagereglement jeugdlokalen bewijst zijn nut. Nooit eerder besteedde de stad zoveel middelen aan particuliere jeugdwerkinfrastructuur. Het aantal dossiers geeft bovendien aan dat de jeugdverenigingen via dit reglement hun lokalen ‘massaal’ verbeteren. De stad wil dit toelagereglement dan ook behouden. In de loop van 2012 willen we dit reglement samen met de lokaalverantwoordelijken grondig evalueren en bijsturen indien nodig. Om te garanderen dat dit ook leidt tot betere jeugdwerkinfrastructuur, herhalen we het lokalenonderzoek bij lokalen waar werken uitgevoerd zijn. Het streefdoel is een gemiddelde totaalscore van 75 % tegen het einde van de beleidsperiode 2011-2013.


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID We willen de jeugdverenigingen ook aanzetten tot

duurzaamheid . In samenwerking met vzw Dialoog zullen we jeugdverenigingen met (ver)bouwplannen voorafgaand aan een planadvies rond duurzaamheid onderwerpen, om zo bepaalde aspecten in hun dossier te kunnen opnemen. Naast deze bestaande flankerende maatregelen willen we de komende jaren jaarlijks een rondrit voor lokaalverantwoordelijken organiseren langs een aantal gerealiseerde projecten in Leuvense jeugdlokalen. Zo kunnen we good practices uitwisselen op het vlak van materialen, de planning, de manier van werken, de financiering, de communicatie, … Ook op www.leuven.be/jeugdwerk zullen inspirerende voorbeelden hun plaats krijgen.

Individuele ondersteuning De noden en behoeften op het vlak van de Leuvense jeugdwerkinfrastructuur zijn vooral individuele noden en behoeften per vereniging, al hebben soms meerdere verenigingen met hetzelfde probleem te maken. We denken dat individuele ondersteuning per vereniging de beste mogelijkheid geeft tot oplossingen. Deze individuele ondersteuning zal vermoedelijk verschillen van vereniging tot vereniging: financieel, logistiek, lokaal ter beschikking stellen, zonevreemdheid opheffen, nieuwbouw, onderhandelen, …

We hebben de afgelopen jaren een belangrijke start gemaakt met deze individuele ondersteuning en willen die de komende jaren zeker verder zetten.

Wat met de prioriteit brandveiligheid? De brandveiligheid van jeugdlokalen is al jaren een belangrijk aandachtspunt van het Leuvense jeugdlokalenbeleid. We mogen de stad Leuven wat dat betreft gerust een voorloper noemen. Het stadsbestuur onderschrijft de prioriteit rond brandveiligheid dan ook ten volle en wil hier ook de komende jaren verder op inzetten. In eerste instantie doen we dit door de voortzetting van het opvolgingsprogramma en het behoud van de terugbetaling keuringskosten brandveiligheid. Bij de evaluatie van het reglement bekijken we of we ook de premies voor de brandverzekering kunnen opnemen. Waarschijnlijk kunnen we in de administratieve opvolging van deze keuringen een grotere rol spelen dan nu het geval is. Het kan echter niet de bedoeling zijn dat de jeugddienst de verantwoordelijkheid van de verenigingen overneemt. Ook naar blijvende bewustmaking is het belangrijk dat dit een aandachtspunt binnen de vereniging zelf blijft, weliswaar met de nodige (financiële) ondersteuning vanuit de stad. 47

Om de verenigingen een belangrijke kapstok aan te bieden willen we tegen eind 2011 een (politie) reglement op de brandveiligheid van de Leuvense jeugdlokalen hebben, dat rekening houdt met het soort lokaal (onder andere of er al dan niet overnacht wordt) en met de inspanningen van de afgelopen jaren. Aan deze maatregelen voor brandveiligheid zijn niet meteen grote kosten verbonden. Bovendien zijn de nodige structurele maatregelen in de lokalen al zo’n 5 à 10 jaar geleden genomen, met specifieke financiële ondersteuning van de stad. We willen de prioriteitsmiddelen dan ook niet specifiek inzetten op acties rond brandveiligheid, maar wel via het toelagereglement jeugdlokalen. Dit reglement besteedt heel wat aandacht aan de (financiële gevolgen van de) brandveiligheid van jeugdlokalen via het systeem van de terugbetaling keuringen en de expliciete voorziening dat brandveiligheidswerken voor subsidiëring in aanmerking komen. Deze keuze is voorgelegd aan de jeugdraad en aan het overleg met de lokaalverantwoordelijken. Zij ondersteunen deze keuze.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


2.5

Doelstellingen, acties en financieel plan

Collectieve ondersteuning Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

1

Toelagen jeugdlokalen

76105/33202

€ 301.572

2

Onderzoek jeugdlokalen

nvt

3

Planadvies duurzaamheid

4 5

Begr ’12

Begr ’13

SU

€ 295.000 € 295.000

€ 295.000

€ 295.000

INFRA

€0

€0

€0

€0

€0

afhankelijk

€0

€0

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

Flankerende maatregelen

zie part. JW

€0

€0

€0

€0

€0

Rondrit bouwprojecten

afhankelijk

€0

€0

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 301.572

€ 295.000 € 312.000

€ 312.000

€ 312.000

TOTAAL

Brgr ’11

INFRA

Individuele ondersteuning 1

Acties

Artikel

Aanpak op maat

nvt

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

48

SU


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Prioriteit: brandveiligheid Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

OpvolgingsProgramma

nvt

€0€

€0

€0

€0

€0

2

Terugbetaling keuringen

76105/ 332-02

€0

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

3

Politiereglement brandveiligheid

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

4

Administratieve ondersteuning

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

TOTAAL

SU

INFRA

2.6 Interactief bestuur Voor de uitwerking van dit luik is uiteraard het jeugdwerk de bevoorrechte partner en dan vooral de lokaalverantwoordelijken.

49

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


3. STEDELIJK JEUGDWERK 3.1

Situatieschets

Naast het aanbod van het particuliere jeugdwerk (zie hoofdstuk particulier jeugdwerk) organiseert de jeugddienst een eigen aanbod van activiteiten via vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven. Vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven is verantwoordelijk voor het jeugdcentrum Vleugel F, de stedelijke speelpleinwerking en de wijkgerichte werking. Daarnaast is vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven ook verantwoordelijk voor de ondersteuning en uitbouw van nieuwe of vernieuwende initiatieven, jeugdinformatie en inspraak en participatie. Dit lichten we toe in andere hoofdstukken van dit jeugdbeleidsplan.

Jeugdcentrum Vleugel F Het stedelijk jeugdcentrum Vleugel F, gevestigd in de Romaanse poort, is het dak boven het hoofd van de jeugddienst en de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven. In de toekomst, vermoedelijk 2015, verhuist Jeugdcentrum Vleugel F naar hal 9 op de site van de voormalige centrale werkplaatsen in de deelgemeente Kessel-Lo.

Lokalen Het jeugdcentrum gebruikt zijn lokalen enerzijds voor de eigen programmatie. Anderzijds vervult het jeugdcentrum ook een verhuurfunctie door zijn lokalen exclusief en tegen een voordelige prijs ter beschikking te stellen van jeugdinitiatieven. gebruik lokalen

2005

2006

2007

2008

2009

Aantal dagdelen gebruikt door jeugdcentrum zelf

528

625

581

434

404

Aantal dagdelen verhuurd aan anderen

361

426

378

394

427

889

1.051

959

828

831

Totaal

Jaarprogrammatie Het jeugdcentrum programmeert activiteiten voor kleuters en kinderen op zaterdagnamiddag tijdens de schoolperiode. De activiteiten bestaan uit een divers aanbod van workshops voor kleine groepen, begeleid door vrijwilligers of door externe landelijke jeugdwerkorganisaties. Jaarlijks organiseren we voor kleuters en kinderen (7 tot 12 jaar) een 12-tal activiteiten met gemiddeld 15 deelnemers. Voor de tieners is dit aanbod vanaf 2007 schaarser geworden omdat er weinig interesse was. Met het vernieuwde ZAP–aanbod onderzoeken we dit verder en volgen het op.

F gel Vleu um entr c d jeug

lpas e b b 2011 Gra

Grabbelpas en ZAP Het jeugdcentrum organiseert tijdens de vakanties Grabbelpasactiviteiten (3-12-jarigen) en ZAP (12-15-jarigen): workshops, ateliers, uitstappen en sportieve recreatie. Tijdens de vakanties is er dagelijks ook opvang vanaf 7.30 uur tot de start van de activiteiten en vanaf het einde van de activiteiten tot 18.00 uur. grabbelpas boekje.indd 1

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

50

23/12/10 12:30


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Grabbelpas heeft een aanbod voor kleuters, 7-9-jarigen en 10-12-jarigen. De activiteiten voor kleuters zijn bij de eerste inschrijvingsdag bijna dadelijk volzet. In 2007 is het maximum aantal plaatsen opgetrokken van 25 naar 30 kleuters. Toch blijkt hier nog meer interesse te zijn. Sinds 2010 kampt de leeftijdsgroep 7 tot 9 jaar met hetzelfde probleem. Bij de 10-12-jarigen stelt het zich niet.

Jongerenprogrammatie Het jeugdcentrum organiseert

samen met vrijwilligers activiteiten en instuif in de ontmoetingsruimte voor jongeren: • Jongeren uit de hiphopcultuur komen elke donderdagavond samen in ‘het Hiphopcafé’. Hier kan elke liefhebber komen breakdancen of gewoon van de muziek genieten.

• Elke eerste vrijdag van de maand organiseren In 2009 hebben we de Swapwerking omgevormd naar een ZAP-werking. Niet alleen de naam veranderde, maar ook de inhoud onderging een transformatie. De ZAP-werking heeft vier pijlers (future, creation, adventure en senses) waarin alle activiteiten kaderen. Variatie, uitdaging en tempo zijn de sleutelwoorden van deze werking. In 2009 en 2010 focussen we vooral op het vernieuwde vakantieaanbod voor tieners binnen ZAP. De jaarwerking ligt tijdelijk even stil.

enkele vrijwilligers Vleugelrock. Jonge bands uit het Leuvense krijgen de kans om podiumervaring op te doen.

• Regelmatig worden er korte reeksen van activiteiten aangeboden zoals filmavonden en deejaylessen.

• Evenementen zoals de Volle Tent, Kunstbende of Licht gekanteld gebruiken onze lokalen voor optredens of workshops. Skate- en bladekampen Sinds 2007 organiseren we skate- en bladekampen binnen de Grabbelpasprogrammatie. Deze kampen zijn een groot succes en alle partijen evalueren ze positief. Het laatste weekend van de zomer sluit een skateen bladecontest de skate-activiteiten af.

51

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Vakantiewerking Krokusvakantie Tijdens de krokusvakantie is er een kamp voor kinderen in de Hoge Rielen in Kasterlee. Na het krokuskamp van 2010 beslisten we geen meerdaagse met overnachting meer te organiseren.

Aantal deelnemers

2005

2006

2007

2008

2009

79

32

48

31

37

Paasvakantie Tijdens de paasvakantie bieden we een speelpleinwerking voor kleuters, kinderen en tieners aan in het Van Ostaijenpark in Heverlee. Gemiddelde kinderen per dag Heverlee

2005

2006

2007

2008

2009

91

90

90

101

104

Zomervakantie Tijdens de zomervakantie bieden we een speelpleinwerking voor kleuters, kinderen en tieners aan in:

  

Kessel-Lo in de parochiezaal en SGV-lokalen van Boven-Lo; Heverlee in SKLO voor kleuters en in het Van Ostaijenpark voor kinderen en tieners; Wilsele-Putkapel in basisschool Hertog Karel in juli en de eerste helft van augustus.

Gemiddelde kinderen per dag

2005

2006

2007

2008

2009

Heverlee

92

89

100

122

116

Kessel-Lo

71

79

98

100

94

Wilsele Putkapel

72

81

95

95

95

235

249

293

317

305

Totaal

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

52


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Winterspeeltuin Tijdens de kerstvakantie organiseren we gedurende vier dagen de winterspeeltuin in de Brabanthal. De winterspeeltuin is een binnenspeeltuin waar kinderen de hele dag kunnen spelen op verschillende attracties: springkastelen, klauter- en glijbanen, allerlei kermisattracties, speelcombinaties, …

Aantal bezoekers

2005

2006

2007

2008

2009

5.685

7.543

7.168

6.074

6.979

Wijkgerichte werking Om laagdrempeligheid te bevorderen en speel- en ontmoetingskansen dichtbij huis te creëren organiseert vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven ook wijkspeelpleinwerking en een mobiele animatiecel (MAC). Voor het wijkgerichte aanbod gaat vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven een samenwerking aan met de Jongerenwerking Don-Bosco Oud-Heverlee. Mobiele animatie Bij het MAC trekken begeleiders met een busje of per fiets door Leuven en houden ze elke week halt op een ander pleintje. Het busje zit boordevol leuk spelmateriaal en is een herkenbaar ontmoetingspunt voor kinderen. MAC-begeleiders spelen samen met kinderen op hun pleintjes, en proberen ervoor te zorgen dat de kinderen nieuwe kameraadjes maken. MACbegeleiders kijken met een open blik naar het speelterrein, de buurt en de kinderen. Mobiele Animatie Cel Gemiddeld aantal kinderen

53

2005

2006

2007

2008

2009

12

29

12

12

10

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Wijkspeelpleinen De wijkspeelpleinwerking is een open werking waarbij kinderen kunnen komen en gaan, maar waar wel continuĂŻteit wordt geboden door meerdere weken na elkaar een wijkspeelplein te organiseren. De afgelopen jaren waren er wijkspeelpleinen in de deelgemeenten Wilsele en Wijgmaal en in de wijken Sint-Maartensdal en Hoogland.

3.2

Noden en behoeften

Jeugdcentrum Vleugel F Jaarprogrammatie Op dit moment zijn de activiteiten voor kleuters op zaterdag volgeboekt. In de leeftijdsgroep 7 tot 12 jaar zijn meestal nog een aantal plaatsen vrij. Voor tieners is er momenteel geen jaarwerking. Na de zomerevaluatie 2010 bekijken we of er nood is aan een jaarwerking voor tieners. We wachten daarvoor de opkomst in de zomervakantie af en proberen tieners hierover te bevragen. In de Romaanse Poort is maar een beperkte buitenruimte beschikbaar. Niet echt geschikt om tijdens de pauzes even buiten te ravotten. Op dit moment is er in Leuven een heel beperkt aanbod van activiteiten voor kinderen met hun ouders. Het voorbije jaar hebben we binnen de jaarwerking een paar keer een activiteit aangeboden waaraan kinderen en ouders samen konden deelnemen. Deze activiteiten vielen heel erg in de smaak bij alle deelnemers. In de toekomst willen we geregeld dergelijke activiteiten aanbieden, vooral voor de jongste kinderen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

54

Grabbelpas en ZAP De activiteiten voor de kleutergroep zijn ook in de schoolvakanties al enkele jaren volzet en sinds 2010 is dat ook het geval met de activiteiten voor de 7-9-jarigen. Er is nood aan een extra aanbod voor deze twee leeftijdsgroepen. Binnen de kleutergroep stellen we ook vast dat het leeftijdsverschil heel groot is. De werking in de leeftijdsgroep 10 tot 12-jarigen daarentegen loopt niet helemaal vlot. Regelmatig zijn maar de helft van de plaatsen ingevuld. In de toekomst proberen we het aanbod meer op deze leeftijdsgroep af te stemmen. Ouders laten ons weten dat de inschrijvingen voor de zomervakantie erg laat beginnen. Gezinnen plannen hun zomervakantie al bij het begin van het nieuwe jaar. Ouders vragen ons of het mogelijk is het programma vroeger beschikbaar te stellen en de inschrijvingen vroeger te starten . Tegen 2015, wanneer het jeugdcentrum verhuist naar Hal 9, zal er in de binnenstad geen aanbod meer zijn voor kleuters en kinderen. We moeten nagaan of dit een probleem zal vormen.


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Jongerenprogrammatie De werking ‘Vleugelrock’ krijgt heel veel aanvragen van beginnende bands uit het Leuvense die graag een eerste podiumervaring willen opdoen in Vleugel F. Het is vrijwel onmogelijk om al deze bands aan bod te laten komen. Daarom is er nood

Winterspeeltuin Om het succes van de winterspeeltuin jaar na jaar te verzekeren is het nodig het aanbod altijd weer te vernieuwen. Specifiek voor de 10 tot 12-jari-

gen moeten we extra aandacht besteden aan een leuk, nieuw en uitdagend aanbod .

aan een uitgebreider laagdrempelig podium waar deze bands hun eerste stappen kunnen zetten om naambekendheid te krijgen.

Vakantiewerking Paasvakantie en zomervakantie Zowel tijdens de paas- als tijdens de zomervakantie krijgen de stedelijke speelpleinen geregeld de vraag om een kind met een handicap te laten deelnemen aan de werking. In de mate van het mogelijke staan we dit toe. Er is nood aan extra ondersteuning om deze kinderen goed op te vangen. Ook vanuit de particuliere speelpleinwerkingen vangen we die nood op, zoals beschreven in het hoofdstuk toegankelijkheid en diversiteit.

Wijkgerichte werking We moeten blijven inspelen op de noden en behoeften die er per wijk leven. Bij de planning van de wijkspeelpleinen en mobiele animatiecel moeten we jaarlijks herbekijken welke formule het best aansluit bij de noden van elke wijk.

De taakverdeling en verhouding tussen enerzijds stuurgroepen en speelpleinanimatoren en anderzijds de jeugddienst en haar medewerkers is momenteel onduidelijk en niet optimaal georganiseerd. De Jeugddienst bestuurt en beheert, in realiteit en in perceptie van de animatoren, in grote mate de pleinen. 55

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


3.3 Proces De bestuursorganen van de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven voorzien in inspraak en participatie van jongeren door een paritaire samenstelling. In de algemene vergadering zitten twaalf jongeren, aangesteld door de jeugdraad, samen met twaalf leden, aangesteld door de gemeenteraad. Daarnaast zetelen ambtshalve ook de schepen van

Ook bij de concrete uitwerking van het stedelijk jeugdwerk betrekken we jongeren via stuurgroepen. De stuurgroepen zijn samengesteld uit animatoren van de verschillende initiatieven. Hun eerste doelstelling is het nemen van concrete beslissingen bij de planning van de speelpleinorganisatie en de kritische analyse van het speelplein en de optimalisering van de praktische organisatie van de werking voor het volgende jaar. Daarnaast staan ze ook in voor de organisatie van de jaarwerking van de animatoren. Elke zomervakantie houden we een ruime bevraging onder onze animatoren. In 2009 ontvingen we 50 reacties. Daarnaast bevragen we ook de gebruikers van onze werking via een tevredenheidenquête. De sterke en zwakke punten die uit beide bevragingen naar boven komen, nemen we jaarlijks op bij de voorbereidingen van het volgende speelpleinseizoen.

jeugd (voorzitter) en de jeugdambtenaar (secretaris-penningmeester) als lid van de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven in de algemene vergadering. In de raad van bestuur zitten vijf jongeren aangesteld door de jeugdraad, vier leden aangesteld door de gemeenteraad, de schepen van jeugd en de jeugdambtenaar. Ze werden betrokken bij de opmaak van het jeugdbeleidsplan.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

3.4 Analyse Jeugdcentrum Vleugel F zal in de toekomst werken met een jaarprogramma. We nemen het aanbod van activiteiten op zaterdag en het grabbelpas- en zap aanbod samen. Vanaf 2011 vervroegen we de inschrijvingen zodat gezinnen in januari – februari hun deelname aan het aanbod van Jeugdcentrum Vleugel F kunnen plannen. We creëren extra leeftijdsgroepen binnen de grabbelpas 3-4 jarigen, 5-6 jarigen, 7-8 jarigen, 9-11 jarigen en de 12plussers. Op deze manier zijn er meer plaatsen voor kleuters en is het leeftijdsverschil tussen de jongste en de oudste kleuters binnen de kleutergroep minder groot. Het aanbod voor de 9-11 jarigen zal meer afgestemd worden op hun noden. Samen met de uitbreiding van de jongerenwerking bekijken we in de loop van 2011 of het opportuun is om een aanbod voor tieners doorheen het jaar te voorzien. Ook zullen er op zaterdag meer activiteiten voor kinderen met hun ouders georganiseerd worden, vooral voor de jongste leeftijdsgroepen. De nodige aandacht zal ook moeten gaan naar de voorbereiding van de verhuis naar Hal 9 op het terrein van de voormalige Centrale Werkplaatsen.

56


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Tijdens de volgende beleidsperiode zal onderzocht worden of het nodig is om toch een aanbod te behouden in de binnenstad en hoe dit praktisch te realiseren is. In Hal 9 zal het probleem met betrekking tot de beperkte en niet geschikte buitenruimte opgelost zijn. In overleg met de particuliere speelpleinen wordt er een systeem uitgewerkt om speelpleinen te ondersteunen bij het opvangen van kinderen met een beperking. Deze ondersteuning kan zowel inhoudelijk als financieel zijn. Om de animatoren en vrijwilligers van jeugdcentrul Vleugel F de kans te geven authentiek te participeren op hun plein en niet enkel uitvoerend te werken, starten we een proces van verzelf-

standiging en versterking van de vrijwilligers op. Het is voor de jeugddienst een doel op zich en een deel van onze missie om jonge mensen verantwoordelijkheid en beslissingsrecht te geven binnen hun vrijwilligerswerk en hen te emanciperen.

57

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


3.5 Doelstellingen, acties en financieel plan Doelstelling: vzw Stedelijk Jeugdwerk is verantwoordelijk voor het stedelijk jeugdwerk Acties 1

Artikel

samenwerkingsovereen- 76102/ komst met vzw Stedelijk 332-03 Jeugdwerk Leuven voor de organisatie van een jeugdcentrumwerking, stedelijke speelpleinwerking, wijkgerichte jeugdwerking en de ondersteuning en uitbouw van nieuwe of vernieuwende initiatieven

2 driejarenplan op te ma- nvt

ken door AV van vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven en uit te voeren door vzw, met bovenstaande als minimale verplichting. 3 voorbereiding verhuis

naar hal 9

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

nvt

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

SU

€ 486.500

€ 535.000

€ 535.000

€ 545.000

€ 555.000

JW

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

€ 486.500

€ 535.000

€ 535.000

€ 545.000

€ 555.000

58


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID 3.6 Interactief bestuur In de bestuursorganen van de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven wordt inspraak en participatie van jongeren voorzien door een paritaire samenstelling. In de algemene vergadering zitten twaalf jongeren, aangesteld door de jeugdraad, samen met twaalf leden, aangesteld door de gemeenteraad. Hiernaast zijn ambtshalve ook de schepen van jeugd (voorzitter) en de jeugdambtenaar (secretaris-penningmeester) lid van de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven. In de raad van bestuur zitten vijf jongeren die aangesteld zijn door de jeugdraad, vier leden die aangesteld zijn door de gemeenteraad, de schepen van jeugd en de jeugdambtenaar. Het is de algemene vergadering van de vzw die verantwoordelijk is voor het opmaken van een beleidsplan. Omwille van de samenstelling gebeurt dit op participatieve wijze. Ook bij de concrete uitwerking van het stedelijk jeugdwerk worden jongeren betrokken via de stuurgroepen. De stuurgroepen zijn samengesteld uit animatoren van de respectievelijke initiatieven. Zij hebben als eerste doelstelling het nemen van concrete beslissingen bij de planning van de speelpleinorganisatie en daarnaast het kritisch analyseren van het speelplein en het optimaliseren van de praktische organisatie van de werking van het volgende jaar. Via de animatorenbevraging en de bevraging van ouders zijn we in staat onze werking jaar na jaar te verbeteren.

59

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

60


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID 4. TOEGANKELIJKHEID EN DIVERSITEIT Het stadsbestuur van Leuven streeft ernaar alle kinderen een vrijetijdsaanbod te bieden, ongeacht hun leeftijd, afkomst, sociaaleconomische situatie of capaciteit. Enerzijds gebeurt dit door ondersteuning van en samenwerking met het categoriale jeugdwerk. De stad erkent het belang van het jeugdwelzijnswerk en wil deze werkingen dan ook inhoudelijk en financieel ondersteunen. Anderzijds ondersteunt de stad ook het reguliere jeugdwerk dat open probeert te staan voor een zo divers mogelijk doelpubliek. Verder organiseert en installeert de stad ook zelf een aantal drempelverlagende activiteiten en systemen, zoals verschillende soorten kortingssystemen, buurtsportactiviteiten, het fonds vrijetijdsparticipatie …

4.1

Situatieschets

missie en gezamenlijke doelstellingen op stra-

Buurtgerichte kinder- en jongerenwerkingen In Leuven zijn er drie jeugdwerkingen die in een buurtgerichte context werken. Zij voorzien in de behoeften van kinderen en jongeren met levensomstandigheden die sterk bepaald zijn door armoede, lage scholing of het behoren tot een etnisch-culturele minderheid. De stad ondersteunt deze werkingen via een overeenkomst. Concreet gaat het over de jeugdwerkingen in:

 de Ridderbuurt (Fabota en Den Tube, deelwerkingen van vzw Buurtwerk ’t Lampeke);

 Sint-Maartensdal (kinderwerking van de stad Leuven);

 Casablanca (kinder- en jongerenwerking van vzw RISO Vlaams-Brabant). Sinds het vorige jeugdbeleidsplan zijn deze drie buurtgerichte kinder- en jongerenwerkingen (BKJ’s) in het jeugdbeleidsplan opgenomen. Ze krijgen op dezelfde manier ondersteuning en toelagen mett middelen van het stedenfonds. In 2009 en 2010 zijn de eerste stappen gezet in de samenwerking tussen de verschillende werkingen bij het realiseren van hun doelstellingen. Eind 2010 beschikken de BKJ’s over een gezamenlijke 61

tegisch niveau. De gemeenschappelijke missie van de Leuvense buurtgerichte kinder- en jongerenwerkingen luidt als volgt: Een Leuvense buurtgerichte kinder- en jongerenwerking is een werking voor kinderen en jongeren uit de buurt, met bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. De werking biedt hen een plek waar ze samen kunnen spelen, waar ze een leuke en zinvolle tijd kunnen beleven, waar ze actief kunnen participeren en waar ze zich kunnen ontplooien. Op die manier wil een Leuvense buurtgerichte kinder- en jongerenwerking de maatschappelijke positie van deze kinderen en jongeren en het leven en samenleven in de buurt versterken. Dit kan op verschillende levensdomeinen. Om tot deze missie en strategische doelstellingen te komen, hebben de werkingen een intensief traject afgelegd onder begeleiding van JES en Steunpunt Jeugd. De jeugddienst was hierbij betrokken. De volgende stap in de nauwere samenwerking is de concretisering van de strategische doelstellingen naar operationele doelstellingen, indicatoren en acties.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Arktos Vlaams-Brabant Binnen het vorige jeugdbeleidsplan is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met vzw Arktos Vlaams-Brabant voor de organisatie van een werking met ateliers, ontmoeting en trajectbegeleiding voor + 18-jarigen . Deze werking heeft als doel doorverwijzing naar nieuwe stappen in het levenstraject van de jongeren. In dit kader ging Arktos een nauwe samenwerking aan met een aantal verenigingen en organisaties die werken met jongeren in Leuven. Onder andere jongerenwerking Den Tube, de jongeren-

netwerk kreeg de naam Express Yourself en biedt onder de noemer ExYou verschillende vrijetijdsactiviteiten aan vanuit de verschillende partners. Het voordeel is dat niet elke organisatie elke activiteit zelf moet organiseren, maar dat jongeren begeleiding kunnen krijgen bij deelname aan activiteiten van andere werkingen. Op deze manier leren jongeren elkaar, de verschillende werkingen en hun medewerkers kennen, en uiteraard ook de werking en medewerkers van Arktos. Stilaan beginnen deze samenwerking en de volgehouden inspanningen er toe te leiden dat jongeren deel nemen aan activiteiten en projecten van andere werkingen. Zo nemen jongeren die verbonden zijn met andere organisaties stilaan deel aan de trajectbegeleiding van Arktos. De voorbije drie jaar zijn een 15-tal trajectbegeleidingen opgezet.

Integratiecentrum vzw Ook met vzw Integratiecentrum hebben we een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Enerzijds om vrijetijdsactiviteiten, ondersteu-

ning en begeleiding te bieden aan allochtone jongeren van 12 tot 25 jaar, inclusief Okan- en ex-Okan-jongeren. Anderzijds bouwt vzw intewerking van de stedelijke integratiedienst, het JAC, het Veerhuis, Halte 51, de jongerenwerking van de jeugddienst, vzw Nature, vzw Amber en het inloopcentrum Meander sloten zich aan. Het Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

gratiecentrum hiermee een basiswerking uit voor de kinderen van de Leuvense woonwagenbewoners.

62

De voorbije jaren bouwde de jongerenwerker van het integratiecentrum een jongerenwerking uit met allochtone jongeren. Het gaat onder andere om leerlingen en ex-leerlingen uit Okan-klassen en om allochtone jongeren die via een vindplaatsgerichte methodiek worden bereikt. De activiteiten vanuit de jongerenwerking dienen als basis om verder uit te werken. Jongeren die met vragen of problemen zitten, kunnen terecht bij de jongerenwerker die hen individueel ondersteunt en begeleidt in het zoeken naar een oplossing, een gepaste vakantiejob, een gepaste sportclub, ‌ Vanuit de contacten met allochtone jongeren en de ervaring van de werker met toeleiding van allochtone jongeren naar het reguliere aanbod zet vzw integratiecentrum een proces op om sportclubs te ondersteunen bij het openstaan voor allochtone jongeren. Het vraagt niet alleen extra inspanningen om allochtone jongeren naar het reguliere aanbod te leiden, maar ook om het reguliere aanbod te begeleiden om zich open te stellen voor allochtone jongeren. Stilaan komt er een accentverschuiving binnen de allochtone jongerenwerking: het eigen aanbod krijgt minder aandacht en in de toekomst zal meer ingezet worden op toeleiding, beeldvorming, informatie ‌ . De expertise vanuit de toeleiding van allochtone jongeren naar sportclubs zal


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID gebruikt worden om de toeleiding naar andere sectoren, zoals jeugdwerk en cultuur, te ondersteunen. Op het woonwagenterrein wonen ongeveer 40 kinderen jonger dan 18 jaar. De stedelijke integratiewerking zet een halftijdse kinderwerker in voor individuele begeleiding, voor aanbod van educatieve en zinvolle vrijetijdsbesteding en voor opvoedingsondersteuning. Wanneer zich problemen of nieuwe situaties voordoen, gaat de kinderwerker in gesprek met alle betrokken partijen zodat een beter begrip ontstaat. Op basis van de talenten en interesses van de kinderen probeert de kinderwerker een gepast aanbod binnen de stedelijke initiatieven te vinden of organiseert hij zelf een aantal activiteiten op woensdagnamiddag. Op het vlak van opvoedingsondersteuning worden zowel individuele situaties als groepsgebonden processen opgezet. Zo zijn er onder andere contacten gelegd met het CAW (Centrum voor Algemeen Welzijnswerk), de opvoedingswinkel en de Kapstok. In de toekomst wil men meer vertrekken vanuit een integrale aanpak waar een kind gezien en ondersteund wordt vanuit zijn gezin en thuissituatie.

Regulier jeugdwerk Een prioriteitenregeling in het reglement op de erkenning en ondersteuning van het lokaal jeugdwerk biedt sinds 2007 de mogelijkheid om jeugdverenigingen te motiveren en te ondersteunen wanneer ze zich inschrijven op een prioriteit van de stad. Verenigingen die hiervoor inspanningen doen, kunnen een extra toelage van â‚Ź 500 krijgen. Sinds 2007 is de prioriteit werken aan toegankelijkheid voor moeilijk bereikbare doelgroepen. De belangrijkste criteria zijn hier de geleverde inspanningen en niet zozeer de bereikte kinderen en jongeren. Gemiddeld tekenden er jaarlijks zeven jeugdverenigingen in op deze prioriteit. De komende drie jaar willen we een andere prioriteit naar voor schuiven, namelijk duurzaamheid (zie ook hoofdstuk particulier jeugdwerk).

63

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


2007 Vereniging

Project

Bedrag

opmerking

Kameno

werking in Hoogland

€ 500

Jonna

inschakelen kansarme jongeren

€ 500

SGV Beatrijs Frans Ksaveer opstarten AKABE-tak

€ 500

Chiro Pro Wijgmaal

acties naar blokken Vaartdijk

€ 500

SGV Sint-Maarten

project Schorenshof

€ 500

SGV Sint-Stanislas

project Groefplein

€ 500

Project werd niet gerealiseerd.

2008 Vereniging

Project

Bedrag

opmerking

Kameno

werking in Hoogland

€ 500

Jonna

inschakelen kansarme jongeren

€ 500

SGV Sint-Maarten

project Schorenshof

€ 500

Chiro Pro Wijgmaal

acties naar blokken Vaartdijk

€ 500

SGV Boven-Lo

acties naar Monte Rosa

€ 500

2009 Vereniging

Project

Kameno

werking in Hoogland

€ 500

SGV Sint-Maarten

project Schorenshof

€ 500

Chiro Pro Wijgmaal

acties naar blokken Vaartdijk

€ 500

SGV Boven-Lo

acties naar Monte Rosa

€ 500

SGV Beatrijs Frans Ksaveer opstarten AKABE-tak Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Bedrag

opmerking

€ 500 Nieuwe poging 64


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Gidsen Anne Frank

project Open Kamp

€ 500

Scouts OLV van Troost

project Open Kamp

€ 500

SGV Sint-Jan Berchmans/ Sint-Lutgardis

inspanningen naar kinderen uit de Ridderbuurt/Mannenstraat

€ 500

2010 Vereniging

Project

Bedrag

opmerking

Kameno

werking in Hoogland

€ 500

SGV Sint-Maarten

project Schorenshof

€ 500

Jonna

inspanningen naar jongeren met een handicap en naar jongeren uit instellingen

€ 500

SGV Boven-Lo

acties naar Monte Rosa

€ 500

Gidsen Anne Frank

project Open Kamp

€ 500

Scouts OLV van Troost

project Open Kamp

€ 500

SGV Sint-Jan Berchmans/ Sint-Lutgardis

inspanningen naar kinderen uit de Ridderbuurt/Mannenstraat

€ 500

&of Holebi-jongeren Leuven

specifieke doelgroep, inspanningen naar allochtone holebi-jongeren

€ 500

Full Flavour

engagement in Express Yourself

€ 500

65

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Kinderen met een handicap

4.2 Noden en behoeften

Al enkele jaren zetten we in samenwerking met Het Balanske uit Tielt-Winge initiatieven op poten voor kinderen met een handicap: een week een exclusieve speelpleinwerking in SBLOHeverlee en drie weken een inclusieve werking op het speelplein Groene zone. Deze initiatieven worden via een specifieke folder bekendgemaakt.

Buurtwerkingen  Kinderwerking Fabota en jongerenwerking Den Tube Fabota / Den Tube geven aan dat ze nood hebben aan een goed georganiseerd structureel overleg met de verschillende partners. Al te vaak is er onwetendheid en een gebrek aan afstemming op elkaar waardoor er versnippering ontstaat. Door op de hoogte te zijn van bezigheden van de verschillende werkingen en door ondersteuning van elkaars initiatieven, kan het categoriale jeugdwerk zichzelf en elkaar versterken.

Op het overleg met alle Leuvense speelpleinwerkingen bleek dat elke werking de voorbije jaren regelmatig de vraag kreeg om een kind met een handicap deel te laten nemen. In de mate van het mogelijke wordt dit momenteel gedaan, in nauw overleg met de ouders. Fabota dient al enkele jaren op rij een project in bij het projectenfonds om middelen te krijgen voor een ‘inclusie’-animator op de speelpleinwerking. Deze animator staat in voor de begeleiding van kinderen die extra aandacht nodig hebben. Om de begeleiding van deze kinderen te versterken, werken we in de toekomst een gezamenlijk project met alle speelpleinwerkingen uit.

Ook met het reguliere jeugdwerk is er nood aan overleg en het delen van informatie. De verenigingen doen te weinig beroep op de kennis en expertise die aanwezig is binnen het categoriale jeugdwerk. Deze kennis zou ook hen kunnen versterken in de initiatieven die ze nemen. In het algemeen is er een gebrek aan personeel binnen het categoriale jeugdwerk. Om een stevige werking met continuïteit uit te bouwen, is er nood aan twee beroepskrachten per leeftijdsgroep (3-12 jaar en 12-18 jaar). Op dit moment zijn er maar een

Ook een aantal jeugdverenigingen neemt initiatieven gericht op kinderen met een handicap (cf. tabel hierboven).

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

66


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID paar deelwerkingen die twee beroepskrachten per leeftijdsgroep hebben. Ook jongerenwerking Den Tube heeft momenteel geen middelen om twee werkers aan te nemen.

 Kinderwerking Sint-Maartensdal Sint Maartensdal heeft op dit moment een buurtwerking en een kinderwerking voor kinderen van 6 tot 12 jaar. Deze bovengrens wordt flexibel gehanteerd. In de praktijk nemen kinderen tot 15 jaar deel, maar het aantal kinderen tussen 12 en 15 jaar is zeer beperkt. Kleuters kunnen op dit moment niet terecht bij de kinderwerking, noch tijdens het jaar, noch in de vakantie. Het ontbreken van opvang en een vrijetijdsaanbod voor kleuters in deze buurt wordt als een gebrek ervaren. Er is nood aan een buurtgerichte kleuterwerking. In de toekomst bekijken we of en op welke manier deze kleuterwerking kan uitgebouwd worden in de wijk Sint Maartensdal.

 Jeugdwerk Casablanca Binnen het vorige jeugdbeleidsplan is aan Riso Vlaams-Brabant gevraagd om ook een kleuterspeelplein te organiseren in de vakanties. Hiervoor kregen ze extra middelen. In 2010 organiseert Riso het kleuterspeelplein voor de derde keer. Maar de organisatie van een kleuterspeelplein en van een speelpleinwerking in het algemeen legt druk op de rest van de jongeren- en kinderwerking. Er gaat

veel tijd naar het organiseren van het speelplein en naar het begeleiden van de animatoren. Het speelplein van Casablanca draait voornamelijk op doelgroepanimatoren. Voor deze jongeren is het volgen van een kadervormingscursus niet vanzelfsprekend. Er is nood aan een niet-residentiële, laagdrempelige kadervormingscursus in Leuven die leidt tot een attest.

Daarnaast vraagt Casablanca meer overleg, meer uitwisseling en meer samenwerking met andere speelpleinen. Het is niet altijd evident om voldoende animatoren te vinden voor hun speelpleinwerking. Een gezamenlijke actie om animatoren te vinden en eventueel uitwisseling van animatoren tussen de verschillende speelpleinen, zijn mogelijke samenwerkingen.

67

Het speelplein zit verspreid over drie verschillende locaties. Er wordt elke vakantie opnieuw veel tijd gestoken in het ‘klaar maken’ van deze locaties. In de toekomst wordt er één afgebroken. Casablanca heeft op dat moment nood aan een andere locatie om de speelpleinwerking te organiseren. Jeugdwerk Casablanca heeft behoefte aan meer structureel overleg en meer samenwerking met het categoriale jeugdwerk. Op de jeugdwerkraad komt het categoriale jeugdwerk zeer beperkt aan bod. Ook het jeugdwelzijnsoverleg, het overlegorgaan voor het categoriale jeugdwerk, blijkt niet tegemoet te komen aan deze nood. Enerzijds is het belangrijk te werken aan het verlagen van drempels van het reguliere aanbod. Anderzijds moeten kinderen die klaar zijn om de stap te zetten naar het reguliere aanbod begeleiding krijgen. Maar ondanks deze beide sporen zal er altijd nood zijn aan jeugdwerk gericht op maatschappelijk kwetsbare kinderen. Dit jeugdwerk zou idealiter alle leeftijden moeten omvatten, vanaf de kleuterleeftijd tot de jongvolwassenheid, zodat kinderen van de ene naar de andere leeftijdsgroep kunnen doorstromen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


 Kinder- en jongerenwerking Leren Ondernemen Leren Ondernemen heeft op dit moment geen structurele middelen om een jongerenwerker aan te nemen. De huidige jongerenwerker werkt via middelen van het proeftuinenproject. Om hun werking verder uit te bouwen met een jongerenwerking hebben ze nood aan extra middelen om iemand aan te nemen.

 Jeugdwelzijnswerk Tijdens het jeugdwelzijnsoverleg hebben we met alle leden een denkproces afgelegd waarin we onder andere het bestaande aanbod in kaart brachten, het gezamenlijke vertrekpunt van deze werkingen formuleerden en de noden voor het Leuvense welzijnswerk oplijstten. Dit resulteerde in onderstaande tekst.

Deel 1: Wat we doen Maatschappelijke kwetsbaarheid, armoede en uitsluiting De kinderen en jongeren die we met onze werkingen (willen) bereiken vallen niet in één categorie te duwen. Het is een verscheiden doelgroep naar leeftijd, geslacht, afkomst, verleden, talenten en aspiraties. Een gezamenlijk kenmerk is echter wel dat van maatschappelijke kwetsbaarheid. Dit begrip verwijst naar het feit dat deze groep kinderen en jongeren veelal niet kan voldoen aan alle verwachtingen van onze samenleving, die ingericht is op maat van de middenklasse en steeds meer gemediatiseerd en individualistischer wordt. Ze stuiten hierdoor vaak op onbegrip en de uitsluiting die daaruit voortvloeit. Zij krijgen, vaak en van jongs af aan, te maken met negatieve bekrachtiging (thuis, op school, op straat, …) wat het voor hen niet evident maakt om vertrouwensrelaties aan te gaan. Door het niet aanvaard worden in hun ‘anders-zijn’ gaan zij zich afzetten tegen elke vorm van autoriteit wat leidt tot negatief gedrag en dus nog meer negatieve bekrachtiging. De kinderen en jongeren belanden als het ware in een neerwaartse spiraal. Een warm nest … Om dit proces om te keren vinden we het belangrijk om, samen met deze kinderen en jongeren, voor hen een plaats te creëren binnen de samenleving . Een plaats waar ze terecht kunnen, waar ze zichzelf kunnen zijn, waar ze positief benaderd

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

68

worden. Ons werk vertrekt dan ook vanuit laagdrempelige vrijetijdsactiviteiten , het basiswerk. We willen dit basiswerk op veel verschillende manieren invullen; een naschoolse kinderwerking, een cursusaanbod, een open computercentrum, een jeugdhuis met instuifmomenten, een avontuurlijk vakantieaanbod, enz. Kortom een divers aanbod voor een diverse doelgroep. Om een constructieve dialoog aan te gaan met de rest van de samenleving, en dit op basis van gelijkwaardigheid, wordt er bewust een sociale mix nagestreefd binnen de verschillende organisaties. Dit basiswerk is erop gericht om een band aan te gaan met de kinderen en jongeren, een vertrouwensrelatie die gebaseerd is op gelijkwaardigheid. Dit kan enkel door echt naar hen te luisteren, ons authentiek te bekommeren over hun problemen en uitdagingen, hun krachten te erkennen en hen positief te stimuleren om deze goed in te zetten. Dit moet gebeuren vanuit een integrale benadering waarin alle levensdomeinen aan bod komen. Gezien de eigenheid van de doelgroep is het opbouwen van deze band een werk dat tijd vraagt en waarin moet geïnvesteerd worden. … Om uit te vliegen Vanuit deze vertrouwensband willen we met de jongeren op weg gaan. We willen hen stimuleren om hun talenten te ontwikkelen en deze te gebruiken. We willen hen hiervoor zoveel mogelijk verschillende mogelijkheden bieden. Het fundament van vertrouwen en veiligheid is in dit verband zeer belangrijk. Het is een voorwaarde om samen


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID op pad te gaan. Maar niet elke organisatie kan alles doen. Sommige organisaties werken dan ook vanuit specifieke invalshoeken of rond specifieke thema’s en dit individueel of in groep. Zo kan het Leuvense jeugdwelzijnslandschap een rijke diversiteit aanbieden om tegemoet te komen aan verschillende individuele behoeftes en ambities van de kinderen en jongeren. Gezien het belang van vertrouwen is het doorverwijzen tussen de verschillende organisaties geen evidentie. Dit vereist zorgvuldige begeleiding en opvolging en dus een goede samenwerking binnen het Leuvense jeugdwelzijnswerk. Deel 2: Wat we nodig hebben We streven er expliciet naar om de integrale benadering als uitgangspunt te nemen voor het werken met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Dit wil zeggen dat alle kinderen en jongeren in het Leuvense toegang moeten kunnen vinden tot een werking waar ze zich thuis voelen en die kan inspelen op alle levensdomeinen. Om ons hierin tegemoet te komen kan de stad ons op volgende manieren ondersteunen. • We willen samen zoeken naar manieren om ruimte te creëren voor het proces dat wordt afgelegd door de maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren in plaats van louter te focussen op het resultaat. • We vragen erkenning van onze expertise in het werken met deze doelgroep en verwachten dat de stad op deze expertise beroep doet wanneer er bruggen worden geslagen met het reguliere jeugdwerk. Zo kan de dialoog tussen beide

jeugdwerkvormen op een constructieve en gelijkwaardige manier worden gevoerd. In het kader van deze dialoog willen we samen met de overheid en het reguliere jeugdwerk kritisch reflecteren rond het toeleidingsparadigma. Een structureel overleg tussen de verschillende werkingen van het doelgroepspecifiek jeugdwerk en de lokale overheid, als overleg- en inspraakorgaan is noodzakelijk. Om deze rol als medium tussen de jongeren en de stad waar te maken rekenen we erop dat de stad dit ondersteunt en hiernaar luistert. Speciale aandacht moet hierbij uitgaan naar de afstemming van alle speelpleinwerkingen. We streven ernaar dat elke werking de mogelijkheid heeft om voor alle leeftijdscategorieën een aanbod te voorzien zodat kinderen en jongeren kunnen doorgroeien binnen dezelfde werking. Er is een specifieke nood om het aanbod voor kleuters uit te breiden. Speciale aandacht moet uitgaan naar de buurt rond de Parijsstraat en Naamsestraat. Dit echter vertrekkende vanuit een uitbreiding van het aanbod binnen de bestaande werkingen. Om de integrale visie te kunnen realiseren is een minimale personeelsbezetting van twee basiswerkers per werking noodzakelijk. Zo kan het basiswerk worden verzekerd en kunnen inhoudelijke trajecten verder worden uitgediept. Er is nood aan een laagdrempelige, niet-residentiële kadervormingscursus, op maat van de doelgroep, maar open voor iedereen. Zo kunnen we alle jongeren de kans bieden om als animator aan de slag te gaan binnen het jeugdwerk. 69

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Arktos Vlaams-Brabant vzw Arktos worstelt met de invulling van het begrip ‘levenstrajectbegeleiding’: wat is levenstrajectbegeleiding, hoe moet je dit aanpakken, wat maakt dat het soms wel en soms niet lukt, … In 2010 willen ze dit begrip uitklaren en kritische succesfactoren achterhalen. De trajectbegeleidingen die met deze jongeren opgestart worden, zijn vaak geen rechtlijnige en langdurende trajecten. Jongeren haken om onduidelijke reden wel eens af om later de draad weer op te pikken. Soms kiezen ze een andere richting of komen ze op hun stappen terug. Sommige jongeren stoppen hun traject omdat ze een volgende stap in hun leven hebben gezet, maar kloppen later opnieuw aan voor trajectbegeleiding omdat de stap nog te groot bleek te zijn. Het aantal lopende trajectbegeleidingen neemt hierdoor jaar na jaar toe. In de toekomst is er nood om voldoende tijd en personeel vrij te maken voor deze trajectbegeleidingen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Vanuit Express Yourself en de samenwerking met andere verenigingen en organisaties die met jongeren werken, realiseerde Arktos zich dat elke werking een vorm van individuele (traject)begeleiding doet met zijn eigen jongeren. Arktos vraagt zich af hoe andere organisaties dit aanpakken, of andere organisaties nood hebben aan ondersteuning op dat vlak en of deze (traject)begeleiding gecentraliseerd moet worden. Arktos is bereid hier een rol in op te nemen in de toekomst, na het interne proces in 2010.

Integratiecentrum vzw De taakinvulling van een integratiedienst is de laatste jaren veranderd. De integratiewerking van Leuven zag haar opdracht dan ook regelmatig bijgestuurd, waardoor de verschillende deelwerkingen hun doelstelling en opdracht moeten herzien. In de toekomst zal de opdracht van de jongerenwerking minder gericht zijn op het realiseren van een eigen aanbod en meer op het toeleiden , het werken aan beeldvorming , het verstrekken van informatie, het leggen van linken tussen jeugd en integratie … . Al enkele jaren stellen een aantal jongeren van de jongerenwerking van het integratiecentrum zich kandidaat als animator op een stedelijk speelplein. Dit loopt niet altijd van een leien dakje. Omdat ze niet vertrouwd zijn met de werking van een speelplein weten ze vaak niet wat ze moeten verwachten en wat er van hen verwacht wordt. Dit is zowel voor deze jongeren als voor de andere animatoren frustrerend. In 2010 werd in samenwerking met JES een kort traject opgestart om hen te begeleiden naar animatorschap. We willen dit traject in de toekomst zeker verder zetten en eventueel uitbreiden en openstellen voor andere maatschappelijk kwetsbare jongeren (cfr nood jeugdwerk Casablanca).

70


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Regulier jeugdwerk

Kinderen met een handicap

4.3 Proces

Een aantal jeugdverenigingen leverde de voorbije vier jaar inspanningen rond het werken aan toe-

Meer en meer kinderen met een handicap vinden de weg naar het speelplein. We willen hen graag de kans geven om net als alle andere kinderen een leuke zomer te beleven op het speelplein. Maar de animatoren weten dikwijls niet hoe ze moeten reageren en handelen als er een kindje met een beperking in hun groep terecht komt. Omdat we het toch belangrijk vinden dat iedereen kan meespelen, willen we vanaf de zomer van 2010 extra middelen inzetten zodat deze kinderen goed opgevangen worden. Ook is er nood aan informatie om ouders van een kind met een handicap goed door te kunnen verwijzen naar initiatieven op maat.

In aanloop naar de opmaak van het jeugdbeleidsplan stelden we het voorbije jaar een interne beleidsnota op rond diversiteit en toegankelijkheid. Hierin geven we een overzicht van de activiteiten en ondersteuning die we momenteel al bieden op dit vlak. Daarnaast geven we in deze beleidsnota aan welke nieuwigheden, verbeteringen en uitbreidingen we de komende jaren plannen.

gankelijkheid voor moeilijk bereikbare doelgroepen. De prioriteitenregeling die voorzag in extra financiële ondersteuning was niet helemaal afgestemd op hun werking en noden. De financiële ondersteuning van € 500 was onafhankelijk van de geleverde inspanning en aanvragen moesten goedgekeurd worden door het schepencollege aan het begin van het kalenderjaar. De verenigingen quoteerden dit als volgt:

    

Keuze van de prioriteit: 4,67 Ondersteuning vanuit de jeugddienst: 4 Administratieve verplichtingen: 4,33 De extra toelage: 4,89

Buurtwerkingen We voerden met elke buurtwerking afzonderlijk een gesprek om te kijken naar hun behoef-

ten en noden als werking. Daarnaast legden we een traject af met het jeugdwelzijnsoverleg. Daarin zijn naast onder andere het JAC, Arktos en vzw integratiecentrum, ook alle buurtwerkingen vertegenwoordigd. We brachten het bestaande aanbod (werking, doelgroep, leeftijd, thema’s, …) in kaart als vertrekpunt om de noden voor het Leuvense welzijnswerk te formuleren en in een

TOTAAL: 4,49

Enkel Kameno voegt nog een opmerking toe, namelijk “Toelage is vitaal gebleken voor onze werking in Hoogland.” Na drie jaar werd het tijd om te kiezen voor een andere prioriteit. Jeugdverenigingen die verder willen werken aan hun toegankelijkheid voor moeilijk bereikbare doelgroepen hebben in de toekomst nood aan financiële en inhoudelijke ondersteuning.

eindfase tot een gezamenlijke visie te komen. Daarnaast legden we in het kader van het vorige jeugdbeleidsplan een intensief traject af met de coördinatoren van Riso Vlaams-Brabant voor

71

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


jeugdwerk Casablanca, kinderwerking Sint-Maartensdal en kinderwerking Fabota / jongeren werking Den Tube. Dat proces resulteerde in een aantal toekomstige beleidsuitdagingen voor de WKJ’s.

Arktos Vlaams-Brabant vzw We namen de huidige samenwerkingsovereenkomst en de uitvoering daarvan onder de loep met de coördinator van Arktos Vlaams-Brabant en de teamverantwoordelijke van de vrijetijdswerking Express Yourself. Op basis van de huidige problemen en vaststellingen sturen we de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst bij.

Integratiecentrum vzw We evalueerden de huidige samenwerkingsovereenkomst en de uitvoering ervan met de coördinator van vzw integratiecentrum. We namen ook de heersende maatschappelijke tendensen en de overkoepelende wijziging van de opdracht van een integratiedienst in beschouwing om een nieuwe samenwerkingsovereenkomst op te stellen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Regulier jeugdwerk

4.4 Analyse

In september 2009 hebben we het jeugdwerk bevraagd voor het jeugdbeleidsplan 2011-2013 en op elke jeugdwerkraad kwam het jeugdbeleidsplan aan bod. Ook het einde van de huidige prioriteit ‘werken aan toegankelijkheid voor moeilijk bereikbare doelgroepen’ en de mogelijkheid om hierrond projecten in te dienen binnen het projectenfonds kwamen aan bod.

Binnen Leuven zijn al een groot aantal organisaties en verenigingen op een inclusieve of exclusieve manier bezig met toegankelijkheid, diversiteit, maatschappelijk kwetsbare doelgroepen …. Als jeugddienst willen we deze werkingen ondersteunen, inhoudelijk en financieel. Daarnaast willen we zorgen voor de nodige onderlinge afstemming zodat partners en initiatieven niet naast elkaar werken en elkaar kunnen versterken.

Kinderen met een handicap Jaarlijks evalueren we de samenwerking met het Balanske en sturen bij indien nodig. Ook bij de opmaak van het nieuwe jeugdbeleidsplan was het Balanske betrokken. De verschillende speelpleinwerkingen zitten sinds 2009 om de twee à drie maanden samen in het ‘speelpleinoverleg’. Hier bespraken we de vraag van ouders om kinderen met een handicap op te nemen op het reguliere speelplein . Elke werking zit met de algemene vraag “hoe dergelijke kinderen goed opvangen?”. Daarnaast heeft elke werking ook specifieke noden met betrekking tot dit thema. De komende drie jaar willen we dit gezamenlijk aanpakken en ondersteunen vanuit de jeugddienst. Anderzijds willen we in de mate van het mogelijke alle werkingen ondersteunen in hun specifieke noden. 72

We kiezen er dan ook voor om enerzijds de bestaande ondersteuning en samenwerking te behouden en bij te sturen naar aanleiding van huidige tendensen en vaststellingen. Anderzijds willen we de gesignaleerde noden opnemen.

Ondersteuning van buurtgerichte kinder- en jongerenwerkingen via middelen van het stedenfonds De voorbije jaren zijn de eerste stappen gezet voor samenwerking tussen de verschillende buurtgerichte kinder- en jongernwerkingen (Fabota, Den Tube, Casablanca en Sint-Maartensdal) bij de realisatie van hun kerndoelstellingen. Dit proces willen we verstevigen en verderzetten. De verschillende BKJ’s beschikken eind 2010 over een geza-


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID menlijke missie en over een gedeeld strategisch doelstellingenkader. De volgende stap is deze concreet invullen met operationele doelstellingen, acties en indicatoren. Zo kunnen ze vanaf 2011 jaarlijks een gezamenlijk actieplan opstellen en uitvoeren. De jeugddienst blijft nauw betrokken bij dit proces zodat afstemming mogelijk is. Deze drie BKJ’s blijven we dan ook de komende drie jaar ondersteunen met stedenfonds-middelen.

Ondersteuning van het jeugdwelzijnswerk De stad erkent het belang van het categoriale jeugdwerk en hun kennis en expertise in het werken met maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. We willen deze werkingen dan ook inhoudelijk en financieel ondersteunen in hun verderzetting en uitbreiding waar mogelijk. De jeugddienst realiseert zich dat het proces met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren primeert op het resultaat. We willen dan ook samen met het jeugdwelzijnswerk op zoek gaan naar manieren om ruimte te creëren voor het proces met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Daarnaast willen we de dialoog tussen het reguliere en het categoriale jeugdwerk aanwakkeren. Zo kan het reguliere jeugdwerk dat wil werken aan zijn toegankelijkheid voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren de kennis en expertise

van het jeugdwelzijnswerk gebruiken. We willen met beide jeugdwerkvormen nadenken over het toeleidingsparadigma. De jeugddienst zal ook het jeugdwelzijnsoverleg blijvend opvolgen. Enerzijds om afstemming met de kinder- en jongerenwerking van de jeugddienst te verzekeren, anderzijds om op de hoogte te zijn van signalen, noden en behoeften vanuit deze sector zodat de jeugddienst tijdig kan ondersteunen indien nodig. Verschillende partners van het jeugdwelzijnsoverleg geven aan dat dit overlegorgaan niet optimaal werkt, ondanks de nood aan structureel overleg met elkaar en met de stedelijke overheid. Als jeugddienst vinden we het dan ook onze taak om er mee voor te zorgen dat dit overleg op maat van de partners verloopt. In 2010 hebben we in samenwerking met JES (Jeugd en Stad) een traject opgestart om jongeren van de jongerenwerking van het integratiecentrum te begeleiden om in de zomer als animator op een speelplein te staan. Aangezien er bij andere BKJ’s ook nood blijkt te zijn aan een laagdrempelige, niet-residentiële kadervormingscursus die leidt tot een attest, willlen we onderzoeken of het mogelijk is in 2011 samen met hen een dergelijke cursus te organiseren.

73

We bekijken de volgende jaren ook of we tegenmoet kunnen komen aan de andere noden die gesignaleerd zijn vanuit het jeugdwelzijnsoverleg (zie p.56-57). In de loop van 2010-2011 proberen we, in overleg met de verschillende partners, de nood aan uitbreiding van het kleuteraanbod in de buurt van Sint-Maartendsal op te lossen. In samenwerking met de dienst wijkontwikkeling maken we een analyse van de noden in de buurt tussen de Parijsstraat en de Naamsestraat en kijken we in overleg met partners hoe we aan deze noden kunnen voldoen.

Ondersteuning van Arktos vzw voor een +18-jarigen werking De werking Express Yourself met ontmoeting, ateliers en trajectbegeleiding begint goed te draaien. Er is een ruim netwerk ontstaan rond Express Yourself en jongeren beginnen deel te nemen aan activiteiten van andere werkingen. De werking wordt in 2010 nog verder uitgewerkt door een nadere analyse van het concept ‘levenstrajectbegeleiding’ en de rol die partners daarin opnemen. De samenwerking met Arktos wordt verder gezet, met in de toekomst extra aandacht voor de ondersteuning van partners uit het netwerk met betrekking tot trajectbegeleiding.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Ondersteuning van het Integratiecentrum vzw voor een jongeren- en kinderwerking Stedelijke integratiediensten moeten in de toekomst focussen op: 1. het bevorderen van sociale cohesie en het samenleven in diversiteit; 2. het verhogen van de toegankelijkheid van voorzieningen via interculturalisering; 3. de participatie van etnisch-culturele minderheden aan het lokaal beleid; 4. de beeldvorming over etnisch-culturele diversiteit en het verhogen van een maatschappelijk draagvlak.

ning van het reguliere aanbod om open te staan voor allochtone jongeren zal meer aandacht krijgen.

Ondersteuning van het reguliere jeugdwerk

De kinderwerking van het woonwagenterrein zal in de toekomst ook vanuit deze vier aandachtspunten vertrekken om een integrale aanpak te bewerkstelligen. Het gezin, en niet langer de volwassen- of kinderwerking wordt het vertrekpunt. Het integratiecentrum zal per gezin en per persoon in het gezin doelstellingen vooropstellen uitgaande van persoonlijke kwaliteiten, competenties en interesses. Zo kunnen ze korter op de bal spelen en samen met het hele gezin zoeken naar oplossingen. Opvoedingsondersteuning zal hierdoor beter tot zijn recht komen.

De prioriteit voor het jeugdwerk is niet meer ‘werken aan toegankelijkheid voor moeilijk bereikbare doelgroepen’. De inspanningen die het jeugdwerk al leverde, willen we wel behouden en de intenties om inspanningen verder te zetten, blijvend ondersteunen. We bieden het jeugdwerk de mogelijkheid om op een laagdrempelige manier een project in te dienen binnen het projectenfonds van vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven. Binnen dit fonds kunnen ze vóór of bij het begin van hun werkingsjaar een aanvraag indienen en de middelen het hele

Ook de Leuvense integratiewerking en haar deelwerkingen moeten hun aandacht en taken afstemmen op deze nieuwe focus. Voor de jongerenwerking wil dit in de toekomst zeggen dat minder aandacht zal gaan naar eigen organisatie van activiteiten en de uitwerking van een eigen aanbod. De toeleiding van jongeren naar het reguliere aanbod of het bestaande aanbod van andere BKJ’s zal meer aandacht krijgen. Daarnaast willen we het contact en de samenwerking tussen de jeugddienst en de integratiedienst versterken om zowel binnen de jeugdsector de expertise rond integratie te injecteren als binnen de integratiesector de expertise rond jeugd. Ook de ondersteuJeugdbeleidsplan 2011 – 2013

74


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID jaar aanwenden. Ook is er binnen het projectenfonds meer mogelijkheid tot diversifiëren in ondersteuning en maatwerk in financiële tegemoetkoming voor een project. Ook voor inhoudelijke ondersteuning kunnen jeugdverenigingen een beroep blijven doen op de jeugddienst. De jeugddienst beschouwt het als haar taak om de kennis en expertise van het categoriale jeugdwerk in te roepen wanneer het reguliere jeugdwerk zich open wil stellen voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. In het algemeen wil de jeugddienst samen met het reguliere en categoriale jeugdwerk nadenken over het toeleidingsparadigma. We willen de dialoog tussen beide jeugdwerkvormen versterken.

Ondersteuning van initiatieven voor kinderen met een handicap De initiatieven die in het verleden ondersteuning kregen, willen we ook in de toekomst blijven steunen, zowel financieel als inhoudelijk. We willen de ondersteuning uitbreiden door elke speelpleinwerking de mogelijkheid te geven via een samenwerkingsovereenkomst aanspraak te maken op extra middelen om kinderen met een handicap op te vangen op het speelplein. Daarnaast willen we alle speelpleinwerkingen hierin ook inhoudelijk ondersteunen tijdens de vakantieperiode.

Promoten van het projectenfonds In de toekomst willen we het projectenfonds actiever promoten zodat meer aanvragers hun weg ernaartoe vinden. Het projectenfonds is een laagdrempelig subsidiekanaal dat ruimte biedt om te experimenteren en te proberen . Jeugdwerkingen, verenigingen, … die iets willen uit proberen kunnen we via deze weg financieel ondersteunen.

2010 voor g n i k r e w n i speelple n handicap

ervakantie m o z e d s n e d ij T ad Leuven t s t r e e is n a g r o

e e t e m n e r e d nske en kin la a B t e H t e m king in samenwer g Groene Zone. speelpleinwerkin

75

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


4.5 Doelstellingen, acties en financieel plan Ondersteuning van buurtgerichte kinder- en jongerenwerkingen via stedenfonds-middelen Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Overeenkomst ‘t Lampeke

Stedenfonds

€ 79.070

€ 81.000

€ 82.620

€ 84.275

€ 85.960

2

Jeugdwerking Sint-Maartensdal

Stedenfonds

€ 44.000

€ 47.000

€ 47.940

€ 48.900

€ 49.880

3

Overeenkomst vzw Riso

Stedenfonds

€ 120.261

€ 130.000

€ 132.600

€ 135.255

€ 137.960

4

Opvolgen traject BKJ’s

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

5

Aanbieden laagdrempelige kadervorming

nvt

nvt

nvt

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 243.331

€ 258.000 € 263.160

€ 268.430

€ 273.800

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

76

SU


DEEL 1: JEUGDWERKBELEID Ondersteuning van jeugdwelzijnswerk Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Opvolgen jeugdwelzijnsoverleg

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

2

Aanbieden laagdrempelige kadervorming

nvt

nvt

nvt

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

3

Dialoog reguliere en categoriale jeugdwerk ondersteunen

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

4

Beroep doen op kennis en expertise van categoriaal jeugdwerk

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

€0

€0

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

TOTAAL

SU

Ondersteuning van Arktos vzw voor een +18-jarigen werking 1

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

SU

Overeenkomst vzw Arktos

761**/332-03

€ 61.200

€ 62.430

€ 63.670

€ 64.940

€ 66.240

TOEG

€ 61.200

€ 62.430 € 63.670

TOTAAL

€ 64.940 € 66.240

Ondersteuning van Integratiecentrum vzw voor een jongeren- en kinderwerking 1

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

Overeenkomst vzw Integratiecentrum

761**/332-03

€ 67.320

€ 68.670

€ 75.000

€ 76.500

€ 78.000 TOEG

TOTAAL

SU

€ 67.320 € 68.670 € 75.000 € 76.500 € 78.000

77

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Ondersteuning van het reguliere jeugdwerk 1

Acties

Artikel

Projecten lokaal jeugdwerk rond toegankelijkheid.

nvt

TOTAAL

Rek ’09

4.6 Interactief bestuur Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

€ 4.000

€ 5.000

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

€ 4.000

€ 5.000

€0

€0

SU

Momenteel bestaan er verschillende overlegstructuren waar afstemming en uitwisseling mogelijk zijn. In de toekomst willen we deze verschillende overlegmomenten evalueren en bijsturen indien nodig zodat ze meer op maat en efficiënter zijn.

€0

Ondersteuning van initiatieven voor kinderen met een handicap Acties

Artikel

1

Initiatieven kinderen met handicap

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

JW

2

Projecten speelpleinen rond inclusie

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

TOEG

€0

€0

TOTAAL

Rek ’09

Begr ’10

€0

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

€0

€0

Begr ’12

Begr ’13

SU

Promoten projectenfonds 1

Acties

Artikel

Promoten projectenfonds.

nvt

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

nvt

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

nvt

nvt

€0

€0

78

€0

SU


79

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

80


DEEL 2: JEUGDBELEID 81

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


1. INSPRAAK EN PARTICIPATIE

Jeugdwerkraad Deelnamecijfers:

1.1 Situatieschets

 19 verenigingen geven aan dat ze niet deelnemen aan de jeugdwerkraad

Leuven heeft momenteel een aantal effectieve

instrumenten om kinderen en jongeren te laten participeren aan het beleid , zoals de jeugdraad, de inspraak bij heraanleg van straten en speelterreinen, de beleidsorganen van de vzw Stedelijk Jeugdwerk... Voor de opmaak van dit jeugdbeleidsplan hebben we ook een inspraaktraject met verschillende kinderen en jongeren doorlopen.

aan de jeugdwerkraad

 6 verenigingen geven aan dat ze soms wel en soms niet deelnemen aan de jeugdwerkraad

 een aantal verenigingen die niet of soms deelnemen geven aan dat ze het wel passief opvolgen Redenen om niet deel te nemen:

Jeugdraad De jeugdraad bestaat uit verschillende deelraden: de jeugdwerkraad, het jeugdwelzijnsoverleg, de overkoepelende stuurgroep speelpleinen en de werkgroep skaters.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

 27 verenigingen geven aan dat ze wel deelnemen

82

 geen tijd  geen motivatie  andere prioriteiten, vooral tijd in onze eigen vereniging

 te specifiek gericht op jeugdbewegingen, “veel zaken die besproken worden, zijn voor onze vereniging niet van belang”


DEEL 2: JEUGDBELEID Redenen om wel deel te nemen:

 op de hoogte blijven van reglementen, activiteiten  inspraak willen hebben  contact met andere verenigingen  reclame maken voor onze eigen activiteiten naar andere verenigingen toe

 interesse. Wat zien ze als taak van de jeugdwerkraad?

 informeren  advies/inspraak geven in het beleid van de stad op het vlak van jeugdwerk

 de spreekbuis zijn om verschillende thema’s aan te pakken; tussenpersoon zijn tussen verenigingen en beleid; absorberen en kanaliseren van problemen en suggesties

 voor uitwisseling zorgen tussen verenigingen  ondersteunen van het jeugdwerk  het zo goed mogelijk maken voor de jeugd. 39 jeugdverenigingen hebben het gevoel dat de stad rekening houdt met hun noden en wensen . Vijf verenigingen hebben hier een dubbel gevoel bij. De jeugdverenigingen antwoorden positief omwille van de bestaande ondersteuningsvormen voor het jeugdwerk.

Toegankelijkheidsparagraaf

Informele contacten

Sinds 2002 wordt in Leuven bij de (her)aanleg van straten en pleinen de jeugdparagraaf toegepast. Dit betekent dat we ook kinderen en jongeren betrekken bij de totstandkoming van de plannen.

Informatie verkrijgen over kinderen en jongeren en hun signalen opvangen, gebeurt niet enkel langs formele kanalen. Ook via toevallige ontmoetingen, gesprekken en informele contacten houden we de

De manier waarop dit gebeurt, verschilt van project tot project: via een advies van de jeugddienst of de jeugdraad, via een project met kinderen, jongeren of hun verenigingen… In de huidige beleidsperiode 2008-2010 waren er onder andere projecten voor de heraanleg van het Sint-Lambertusplein in de deelgemeente Heverlee en de bouw van het nieuwe jeugdcentrum Hal 9 op het terrein van de voormalige Centrale Werkplaatsen in de deelgemeente Kessel-Lo.

Vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven De raad van bestuur en de algemene vergadering van vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven tellen respectievelijk 5 en 12 vertegenwoordigers van kinderen en jongeren die vanuit de jeugdraad verkozen zijn. Deze jongeren hebben rechtstreekse impact op het stedelijk jeugdwerk en geven zo ook het stedelijk jeugdbeleid mee vorm.

83

vinger aan de pols van de leefwereld van kinderen en jongeren in Leuven .

Inspraak jeugdbeleidsplan Bij de opmaak van dit jeugdbeleidsplan zijn verschillende kinderen en jongeren , maar ook verenigingen, organisaties en experts betrokken. Via drie concrete werkvormen polsten we bij kinderen en jongeren naar hun mening over vrije tijd, jeugdcultuur en hun algemene bevindingen over Leuven. De uitspraken van dit proces namen we op in dit jeugdbeleidsplan. Een aantal verwerkten we tot doelstellingen. Andere uitspraken geven duidelijke prioriteiten aan, die we in de komende beleidsperiode verder moeten uitdiepen. Bij elk hoofdstuk werden ook nog jongeren, organisaties of experts betrokken om specifieke input te geven, bijvoorbeeld het jeugdwelzijnsoverleg over diversiteit en toegankelijkheid, Antennejongeren over jeugdcultuur etc.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


1.2

Noden en behoeften

Toegankelijkheidsparagraaf Inspraakprojecten in het kader van de toegankelijkheidsparagraaf vinden plaats bij heraanleg van straten en (her)aanleg van speelruimte (Hal 9, Sint-Lambertus). Dit gebeurt in samenwerking met de dienst Welzijn en met de inter-ambtelijke werkgroep speelterreinen. Kinderen en jongeren reageren zeer enthousiast tijdens deze projecten.

Inspraak jeugdbeleidsplan

Jeugdraad De jeugdraad kampt momenteel met een identiteitsprobleem . Een aantal deelraden van de jeugdraad (JWO, jeugdwerkraad, overkoepelende stuurgroep, skaters…) functioneert redelijk goed en heeft impact op haar eigen beleidsdomeinen. Maar er is een gebrek aan gedeelde identiteit, de verschillende deelraden hebben niet of te weinig het gevoel dat ze samen de jeugdraad vormen. Daardoor wordt nu vaak de jeugdwerkraad als jeugdraad aanzien, hoewel de jeugdwerkraad aangeeft vooral jeugdwerkaangelegenheden als zijn eigen taak te beschouwen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

84

Ook tijdens de verschillende acties in het inspraaktraject voor dit jeugdbeleidsplan waren kinderen en jongeren erg enthousiast dat ze hun zegje mochten doen over vrije tijd, jeugdcultuur en Leuven in het algemeen. Ze gaven aan dat er wel vaker naar hen geluisterd mag worden of dat beslissingen beter waren geweest als hun raad gevraagd was. Hieruit concluderen we dat kinderen en jongeren graag hun zeg willen doen en willen zien dat er effectief iets mee gebeurt. In het inspraaktraject hebben een aantal kinderen en jongeren op de vraag ‘wat zou je doen als je burgemeester van Leuven werd?’ geantwoord dat ze dan zeker jongeren zullen opzoeken om met hen te praten en hen raad te vragen.


DEEL 2: JEUGDBELEID 1.3

Proces

Draaiboek stratenheraanleg Een inter-ambtelijke werkgroep werkte in 2009 het draaiboek Stratenheraanleg uit waarin drie trajecten van burgerparticipatie bij heraanleg beschreven staan. De werkgroep is samengesteld uit ambtenaren en medewerkers van de technische dienst, de groendienst, de verkeerspolitie, de reinigingsdienst, de dienst ruimtelijke planning, het infohuis stadsvernieuwing, de cel gebiedsgerichte werking, de jeugddienst, de dienst welzijn, de milieudienst en de dienst middenstand. Bij elke heraanleg is een specifieke opdracht voor de jeugddienst weggelegd om de stem van kinderen en jongeren te versterken tijdens de ontwerpfase. Dit draaiboek en de verschillende soorten trajecten worden uitgetest en geëvalueerd in 2010. In 2011 start de stad met het bijgestuurde draaiboek.

Samenwerking wijkontwikkeling In 2009-2010 vormden medewerkers van de groendienst, de cel wijkontwikkeling en de jeugddienst de stuurgroep van het inspraaktraject bij de heraanleg van het Sint-Lambertusplein in Heverlee. Deze samenwerking leidde tot een interessant en kwalitatief sterk traject.

Visie op kwalitatieve participatie Beleidsparticatie: proces in het kwadraat Beleidsparticipatie gaat over het vormen van een mening, die mening mogen geven via al dan niet formele kanalen en het beleid mee vormgeven door ideeën en alternatieven aan te reiken en uit te denken. We willen kinderen en jongeren betrekken in het hele beleidsproces, van voorbereiding over uitvoering tot en met evaluatie. Daarnaast is beleidsparticipatie ook een pedagogisch proces: kinderen en jongeren leren bijvoorbeeld eerst een mening te vormen om ze daarna te uiten. In het participatieproces gaat aandacht naar de beide partijen en proberen ze elkaar te begrijpen. Kinderen en jongeren leren het ruimere kader kennen en begrijpen beter waarom bepaalde wensen niet realiseerbaar zijn. Ook de Verenigde Naties geven via het Kinderrechtencomité van Genève een invulling aan het artikel 12 in het Verdrag, en stellen zo een aantal kwaliteitseisen voor participatie in een General Comment. De randvoorwaarden zijn: participatie moet vrijwillig zijn, respectvol, relevant, in een kindvriendelijke omgeving en met kindvriendelijke methode plaatsvinden, het proces moet transparant zijn, … 85

Beleidsparticipatie: dansen en ontspringen Bij beleidsparticipatie is het belangrijk dat kinderen en jongeren met de ‘andere partij’ (de beleidsmaker, architect of ontwerper, schepen, gemeenteraad…) in dialoog kunnen gaan. Zo leren ze elkaars noden, behoeften en verwachtingen kennen, elkaars taal spreken en samen verantwoordelijkheid opnemen. Dit noemen we het dansen: elkaar zoeken en naar elkaar toegroeien. Daarnaast is beleidsparticipatie ook de dans ontspringen: via ongekende, onverwachte, ongevraagde en soms ongewenste kanalen toch je stem laten klinken, je ding doen… Op deze manier is er veel informele en onbewuste participatie , want elk kind en elke jongere laat op een of andere manier een spoor na. Het is aan ons om de betekenis van dat spoor te achterhalen. Hier leggen we graag de link met jeugdcultuur, waarbij we er ook vanuit gaan dat de dingen die jongeren doen of laten, wat ze dragen, waar ze naartoe gaan… een betekenis hebben die voor ons niet altijd duidelijk is. Kinderen en jongeren kunnen op vele verschillende manieren participeren aan het beleid (formeel/ informeel, rechtstreeks/gemedieerd, resultaatproces/procesgericht, algemeen of specifiek). Jonge mensen moeten kunnen kiezen op welke manier en in welke mate ze willen participeren aan het beleid. Het is onze plicht om jonge mensen op dit vlak alle kansen te geven. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


De conversatieparadox Conversatie is de hoeksteen van het publieke en politieke leven, denk maar aan de parlementen in ons land, het college van burgemeester en schepenen, maar ook aan onze Vlaamse vergadercultuur, de jeugdraad… We gaan ervan uit dat goede discussies binnen de formele instellingen leiden tot beleidsvoering. Maar het is niet evident om binnen de formele instellingen tot een goede conversatie te komen. Ook in het privéleven neemt conversatie een belangrijke plaats in. Op veilige plaatsen en in vertrouwde kringen praten we over persoonlijke en publieke aangelegenheden. Denk maar aan gezellige etentjes, praatjes na de vergadering, kletsen tijdens de rookpauze…

vrienden, na de vergadering aan de toog… loopt de conversatie vlot en gemakkelijk, en praten we over persoonlijke én publieke thema’s. Sociale en

politieke thema’s komen zeker geregeld aan bod, maar niet of minder op plaatsen waar het er echt toe doet. We bespreken ze in privékring waar iedereen een vertrouwd en veilig gevoel heeft, maar niet op de formele momenten. Onze inspraak- en participatieorganen zijn niet aangepast aan de huidige manieren van converseren. We moeten onze formele structuren in vraag stellen en hervormen en de conversatie stimuleren op verschillende plaatsen, niveaus en tussen verschillende mensen.

Beleidsmakers hebben de plicht om kinderen en jongeren te betrekken bij hun beleid omdat

 kinderen en jongeren expert zijn in het jong zijn. Er wordt te veel óver hen gesproken en niet mét hen;

 de stem van kinderen en jongeren niet kan gehoord worden tijdens de verkiezingen, terwijl kinderen en jongeren evenveel impact voelen van de beslissingen als alle andere burgers;

 een gedragen beleid een beter beleid is;  kinderen en jongeren zo beslissingen leren begrijpen en er wederzijds respect groeit;  artikel 12 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind stelt dat ieder kind het recht heeft zijn mening vrij te uiten in zaken die het kind aangaan, waarbij aan de mening van het kind een passend belang moet worden gehecht.

Tegelijkertijd lijkt de gewone conversatie met uitsterven bedreigd: op de trein of metro kruipen we in onze iPod, we maken geen praatjes met onze buren, we kennen zelfs hun naam niet. Maar thuis achter de computer kunnen we de conversatie met iemand aan de andere kant van de wereld starten… Conversatie is dus zeker niet verdwenen, maar veranderd van vorm en plaats in ons dagelijks leven. In de publieke sfeer, zoals op een jeugdraad, op een hoorzitting of binnen andere formele structuren, loopt de conversatie en dialoog stroef. Pas wanneer we ons op ons gemak voelen tussen Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

1.4 Analyse

Vanuit deze visie willen we de inspraak en participatie voor kinderen en jongeren in onze stad herschrijven en opnieuw vormgeven. Inspraak en participatie worden heel vaak door elkaar gebruikt. Zonder een echte definitie te willen maken, proberen we toch een omschrijving te geven.

86


DEEL 2: JEUGDBELEID Inspraak Bij inspraak mogen kinderen en jongeren uitspraken doen over bepaalde thema’s en met deze wensen, verzuchtingen en meningen houdt de beleidsmaker al dan niet rekening bij zijn beslissingen. Inspraak organiseren en luisteren naar kinderen en jongeren zijn vaak te vrijblijvend voor beleidsmakers. Inspraak vraagt specifieke competenties van kinderen en jongeren, zoals het verwoorden van je mening, uitspraken durven doen… Op die manier kan inspraak ver afstaan van de leefwereld van kinderen en jongeren. Participatie Daarom kiezen we voor het bredere begrip participatie. Participatie van kinderen en jongeren zien we als mogelijkheid om actief betrokken te zijn bij hun leefomgeving , en inspraak is een onderdeel van participatie. De ruime invulling van participatie bevestigt de aanwezigheid van kinderen en jongeren in onze stad op een positieve manier en erkent elk kind

en elke jongere als een individu dat iets kan, iets wil, iets droomt. Participatie omvat maatschappelijke participatie (publieke ruimte) en participatie aan het beleid. In dit hoofdstuk hebben we het vooral over beleidsparticipatie, aangezien het hele jeugdbeleidsplan gaat over maatschappelijke participatie:

- actieve deelname aan bijvoorbeeld jeugdwerk, cultuur, sport;

- aanwezig zijn in de samenleving en er mogen zijn (tolerantie van kinderen en jongeren in de stad, mogen spelen, mogen rondhangen…);

- vormgeven aan de eigen vrije tijd: engagementen in jeugdwerk, projecten, jeugdconcertenfonds…;

- jeugdruimte: speelterreinen, fuifinfrastructuur… Vanuit de uitgebreide visie op participatie, noden en behoeften en het beschreven proces, formuleren we volgende uitdagingen: 1. Participatie structureel maken, maar flexibiliteit garanderen We willen een structurele aanpak voor participatie zodat binnen verschillende instanties en diensten de participatiereflex gaat leven. We moeten er vanuit gaan dat wij niet enkel voor maar ook mét kinderen en jongeren het jeugdbeleid moeten maken. We willen participatie van kinderen en jongeren garanderen zonder vast te roesten in structuren en procedures. De toegankelijkheidsparagraaf en het draaiboek Stratenheraanleg garanderen bijvoorbeeld de participatie bij ruimtelijke planning.

87

2. Participatieondersteuning voor iedereen

Alle kinderen en jongeren hebben het recht om te participeren. Daarom moeten we op zoek gaan naar verschillende manieren om hen bij het beleid te betrekken en de werkvormen zo goed mogelijk afstemmen op de leefwereld van alle kinderen en jongeren. Hierbij schenken we extra aandacht aan de participatie van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. De samenwerking met andere stedelijke diensten en organisaties is hierbij belangrijk. 3. Inzetten op verschillende complementaire sporen Verschillende werkvormen hebben in het verleden in Leuven, maar ook in andere steden en gemeenten hun meerwaarde bewezen. Daarom willen we inzetten op verschillende sporen die complementair zijn aan elkaar.

 De jeugdraad als formeel en structureel orgaan en erkende adviesraad voor jeugdbeleid, moet nieuw leven ingeblazen worden en aan daadkracht winnen.

 We werken verder aan specifieke participatieprojecten in het kader van de jeugdparagraaf. De expertise vanuit planningsprocessen moeten we gebruiken om processen en trajecten op te zetten over andere thema’s, zoals mobiliteit. Daarnaast willen we niet enkel zelf processen opJeugdbeleidsplan 2011 – 2013


zetten, maar bestaande participatieve processen ondersteunen en versterken.

4. Participatie van kinderen en jongeren afstemmen op andere kaders van burgerparticipatie

5. Expertise- en netwerkopbouw over participatie

We moeten jeugd zeker als een specifieke en kwetsbare doelgroep beschouwen, maar kinderen en jongeren mogen als volwaardige burgers soms ook net als andere burgers aangesproken en betrokken worden. Als we kwalitatieve jeugdparticipatie in Leuven willen garanderen in de toekomst, is het aangewezen om ze voldoende af te stemmen op de verschillende methoden van burgerparticipatie. Ook hier is samenwerking met andere diensten en organisaties waardevol.

 Expertise : werken aan effectieve en kwalitatie-

 We houden de vinger aan de pols bij kinderen en jongeren in Leuven. We moeten bestaande processen en conversaties oppikken, interpreteren en stimuleren, in dialoog gaan met kinderen en jongeren. Aanwezig zijn op verschillende plaatsen en momenten, fysiek en virtueel, is cruciaal. We moeten de meerwaarde van informele contacten inzien en er bewuster mee omgaan.

 We leggen de link tussen jeugdparticipatie en jeugdinformatie . We willen de resultaten van participatieprojecten bundelen, vertalen naar het beleid en terugkoppelen aan kinderen en jongeren.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

88

ve beleidsparticipatie van kinderen en jongeren vraagt specifieke competenties. Om deze expertise op te bouwen moeten we ons voldoende verdiepen en verrijken met interessante voorbeelden uit andere steden en gemeenten, de jeugdsector en andere sectoren.  Netwerk: In Leuven zijn vele verschillende organisaties en instellingen bezig met kinderen en jongeren. Zij houden ook een vinger aan de pols en vangen signalen op. Deze signalen moeten we kunnen bespreken en van hieruit plannen maken.


DEEL 2: JEUGDBELEID 1.5

Doelstellingen, acties en financieel plan

1.6

Ondersteuning en ontwikkeling van de jeugdraad

1

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

Ondersteuning jeugdraad

76170/332-02

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

TOTAAL

SU

Participatieprojecten in het kader van de jeugdparagraaf Acties 1 Inspraakprojecten Jeugdparagraaf

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

nvt

nvt

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

nvt

nvt

€0

TOTAAL

Begr ’12

Begr ’13

€0

SU

Interactief bestuur

Kinderen en jongeren die deelnemen aan participatieprojecten bepalen mee het verloop van het project. Daarom is er tijdens de trajecten ook oog voor (tussentijdse) evaluatie en bijsturing. Het beleid rond participatie wordt opgemaakt in interactie tussen medewerkers van de jeugddienst, leden van de raad van bestuur en algemene vergadering van vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven en leden van de jeugdraad en het netwerk waarvan sprake bij de uitdagingen.

€0

Participatieprojecten rond specifieke thema’s Acties 1 Participatieprojecten Specifieke thema’s TOTAAL

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

nvt

nvt

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

nvt

nvt

€0

€0

Begr ’13

SU

€0

89

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


2. JEUGDINFORMATIE 2.1

Situatieschets

Coachingstraject Kind en Samenleving In samenwerking met Kind en samenleving onderzochten we - verschillende stadsdiensten van Leuven - in 2008 onze jeugdinformatie. Uit dit onderzoek kwamen de volgende aanbevelingen: • De

nieuwe media zijn aantrekkelijk en goed

bekend bij kinderen en tieners. Toch mogen we hun invloed niet overschatten. Als informatiedragers voor activiteiten op lokaal niveau is hun gebruik beperkt. Hun nut is vooral aanvullend t.o.v. andere informatiedragers. • Ouders zijn een belangrijke doelgroep als men

informatie over activiteiten voor kinderen en tieners wil verspreiden. Zij zijn - voor de kinderen én tieners - een zeer belangrijke informatiebron. Kinderen en tieners gaan zelden zelf gericht op zoek naar informatie. • De

verspreiding van informatie verdient veel

aandacht. Het persoonlijk overbrengen van een boodschap is altijd efficiënt maar vergt veel tijd. Eenzelfde boodschap via verschillende dragers (folders, affiches, websites, artikels, …) aanbrengen is een basisregel in de communicatie. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

bevraging van kinderen en tieners rond dit thema is zeker relevant. Zowel de informatiedrager zelf als de distributie en de vormgeving kan daarbij ter sprake komen. Door elk jaar bij een andere leeftijd, in een andere school of jeugdgroep een gesprek op te zetten aan de hand van het verspreide materiaal, krijg je een berg bruikbare informatie.

• De

Op basis van deze aanbevelingen besliste de werkgroep jeugdinformatie dat stad Leuven vanaf 2009 gezamenlijk het aanbod van sport, bibliotheek, cultuur en jeugd zou communiceren naar tieners, en extra inspanningen zou leveren om deze doelgroep te informeren. (zie lager)

Nog in 2009 nam de jeugddienst een gelijkaardig initiatief met de tiener- en jongerenkalender. Deze tweemaandelijkse uitgave licht de middelbare scholieren (12-18 jaar) in over de vrijetijdsmogelijkheden binnen de stad. Stadsdiensten en andere organisaties kunnen hun aanbod op de kalender communiceren, de jeugddienst voert de hoofdredactie. De kalender wordt verspreid via de Leuvense secundaire scholen, zodat elk tiener en jongere die in Leuven naar school gaat, in principe een tienerkalender krijgt. De oplage is 10.000 exemplaren. Onder hoofdredactie van culturele zaken is er ook

Uit in Leuven , vrijetijdsinformatie voor iedereen Uitbreiding van categoriale initiatieven De jeugddienst hecht belang aan categoriale jeugdinformatie, over de verschillende beleidsdomeinen heen. Al in 2003 verscheen de eerste Hinkedoe, een tweemaandelijkse stedelijke vrijetijdskrant voor kinderen (6-12 jaar). Deze publicatie was en is niet sectoraal georganiseerd, maar gaat uit van heel de stad onder hoofdredactie van de jeugddienst. De verspreiding gebeurt via de Leuvense scholen, zodat elk kind dat in Leuven naar school gaat, in principe een Hinkedoe krijgt. De oplage is 8.000 exemplaren. In 2009 kreeg Hinkedoe een grondige restyling , om qua inhoud en vormgeving, kleur- en beeldgebruik de doelgroep beter aan te spreken. 90

op maandelijkse basis.

Stedelijke website www.leuven.be Een citaat uit een onderzoeksrapport van Indigov (november 2007) over een nieuwe stedelijke website: “Leuven heeft een gebruiksvriendelijk, informatief stadsportaal nodig, dat ingang biedt tot verschillende subsites (het digitaal stadhuis, In&Uit, een jongerensite, cultuurhuizen, enz.). Deze deelsites moeten, naargelang de eigen aard, doelstellingen en behoeften van de diensten en organisaties, ruimte bieden om qua content en look&feel op een wervende, doelgroepgerichte manier te communiceren. (…) Specifiek voor jongeren is een sectorale/ambtelijke opdeling erg storend en


DEEL 2: JEUGDBELEID wordt de nood gevoeld aan een eigen jongerensite. De jeugddienst moet jongeren aanspreken en aantrekken, maar de huisstijl leent zich daar niet toe.” In de praktijk heeft de jeugddienst een gedeelte van Leuven.be waar vooral gecommuniceerd wordt naar ouders en het jeugdwerk . De stedelijke website is weinig geschikt voor de doelgroep jeugd zelf. Jongeren InformatiePunt – JIP-zuilen De jeugddienst kocht 15 JIP-zuilen aan en plaatste die in Leuvense scholen. De verschillende jeugdhuizen in Leuven toonden geen interesse in deze zuilen. Multimedia De jeugddienst werkte de afgelopen jaren projectmatig met multimedia. In de zomer van 2009 startten we een blog , www.vleugelf.be, met sfeerverslagen, foto’s en filmpjes van onze activiteiten en werkingen. We werden actief op communities als Facebook (voornamelijk communicatie met animatoren en vrijwilligers) en Netlog (communicatie met tieners). We hadden projecten rond radio maken, filmen en fotografie. Met de oprichting van de M-crew (multimedia-vrijwilligers) startten we een denkgroep rond nieuwe media. De M-Crew nam deel aan het NuGames-traject van Steunpunt Jeugd, omtrent nieuwe media in spelontwikkeling.

Projectmedewerker jeugdinformatie

2.2

Vzw Stedelijk jeugdwerk Leuven nam voor 2 jaar een projectmedewerker jeugdinformatie aan. Zij nam onder andere de eigen communicatie onder de loep, en herwerkte die volgens de noden van kinderen en jongeren. Ze zette projecten rond film, radio en foto op, en werkte intensief rond bloggen . Niet alleen voor de eigen werking, maar ook voor het jeugdwerk en het jongerenadviescentrum JAC zette zij projecten rond jeugdinformatie op.

Om te weten te komen welke noden en behoeften er nog zijn op vlak van jeugdinformatie binnen de stad Leuven, gingen we gesprekken aan met medewerkers van JAC, bibliotheek Tweebronnen en antennejongeren . Zij formuleerden de volgende aanbevelingen.

Netwerkvorming Zonder netwerk geen jeugdinformatiebeleid. De jeugddienst investeerde in de kennismaking met de Leuvense middelbare scholen , en er zijn intensieve contacten geweest met het JAC. Daarnaast bleef de werkgroep rond Hinkedoe (met sport, cultuur, bibliotheek etc.) bevoorrechte partner in al onze communicatieactiviteiten.

91

Noden en behoeften

Jongerenadviescentrum JAC JAC: “Voortbouwend op vorige verwezenlijkingen, en met het oog op de plannen voor 2011-2013, willen we graag voorstellen onze samenwerking met de Stad inzake jongereninformatie te bestendigen en verder uit te bouwen. Omdat het JAC zich tot dezelfde doelgroep richt is deze samenwerking, in het licht van een geïntegreerd jeugdbeleid , niet alleen nuttig maar ook noodzakelijk. Het JAC richt zich naar jongeren tussen 12 en 25 jaar. Het JAC informeert, adviseert, begeleidt. Je kan er terecht met allerlei vragen. Wanneer de stad actief jeugdwerk gaat ondersteunen, jongerenacties opzet, vrijetijdsprojecten uitbouwt, is het belangrijk dat de inspanningen gedeeld kunnen worden. En dat de informatie/communicatie hierover ook verloopt via gedeelde kanalen.”

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Tweebronnen Voor de bibliotheek mag zowel Hinkedoe als tienerkalender opengetrokken worden naar ruimere jeugdinformatie, bijvoorbeeld voor Hinkedoe ook rond kinderrechten, interviews met acteurs, etc. Tweebronnen vond onze werkwijze rond ZAP erg inspirerend en zeer to the point, vond dat wij zeer sterk de look and feel gevonden hadden om tieners aan te spreken. Volgens de bibliotheek mogen we ook meer inzetten op vorming , bijvoorbeeld rond voorbereiding op je rijbewijs, assertiviteit, etc. JIP-zuilen: de bibliotheek vindt dat het aanbod te fel gericht is op problematische en gestigmatiseerde thema’s en te weinig op “ik ben jong en ik wil …”. De zuilen kunnen geplaatst blijven, maar geven weinig meerwaarde.

De bibliotheek wil ook inzetten op participatie bijv. in aanbod van de bibliotheek, in inrichting van de bibliotheek, in aanbod 30cc, …

Antenne-jongeren met cultuurreflex De jongeren van Antenne namen kritisch de ‘Uit in Leuven’ en de tienerkalender onder de loep. Zij vinden het goed dat de stad ruim communiceert naar jongeren, maar vragen naar hapklare , goed geselecteerde en visueel gecommuniceerde brokken informatie. Onder andere ‘Maks’, het tijdschrift van Klasse vinden zij een inspirerend voorbeeld. Volgens de Antennes verliest email effect, teveel e-zines belanden ongelezen in de prullenbak. Onderzoek over jeugd en communicatie ondersteunt deze vaststelling trouwens. Mond aan mond reclame blijkt als enige goed te werken, zeker als de communicator een ‘goede naam’ heeft.

Betrokken bevoorrechte getuigen: de jeugddienst had gesprekken met bibliotheek Tweebronnen (Dany Theuwis en An Steppe), met het Jongerenadviescentrum (Tom Couillier) en met de Antennejongeren. Ook uit het inspraakproject met kinderen, tieners en jongeren in het kader van het jeugdbeleidsplan 2011-2013 haalden we veel nuttige informatie over communicatie en jeugdinformatie.

2.4 Analyse Jeugdinformatie als prioriteit van het jeugdbeleidsplan 2008-2010 zette voor Leuven de jeugdinformatie heel centraal. De inspanningen van voordien, bleven behouden en nieuwe projecten zagen het levenslicht. De keuze om jeugdinformatie bij de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven onder te brengen, maakt dat we vlot konden inspelen op noden en behoeften en vlot konden bijsturen in acties, onder andere door de raad van bestuur. De extra projectmedewerker jeugdinformatie zorgde voor voldoende onderbouwing en ondersteuning van de projecten.

De bibliotheek deelt de zorg van de jeugddienst om apart te communiceren naar kinderen en jongeren met behulp van aangepaste internetcommunicatie. Ze raadt aan om zeker actief te blijven op Facebook, Netlog, blog etc., en als het kan een “jongerensite” voor Leuven uit te bouwen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

2.3 Proces

92


DEEL 2: JEUGDBELEID We hebben ingezet op contacten met middelbare scholen en hen gevraagd om mee te werken in communicatie-initiatieven. We plaatsen Jongeren informatiezuilen. We maakten informatie rond vrije tijd op, zowel voor kinderen (Hinkedoe) en voor tieners (ZAP-campagne en tienerkalender in 2009) als voor onze vrijwilligers (groene-schoen) en verspreidden die. In 2010 bleef de aandacht niet beperkt tot enkel vrijetijdsinformatie, er werkten we gezamenlijke projecten uit met het Jongerenadviescentrum en met het Leuvense jeugdwerk. Op het vlak van het jeugdportaal zijn de keuzes uit het vorige jeugdbeleidsplan 2008-2010 én in het cultuurbeleidsplan 2008-2013, doorgeschoven naar de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven. In 2010 ontwikkelden we het jeugdportaal. Met project-websites (blog vleugelf.be), NUgames en de werkgroep nieuwe media ondernam de jeugddienst acties in het nieuwe medialandschap. Vanaf 2011 bundelen we deze onder een ruimer jeugdportaal. De inspanningen van vroeger en de nieuwe projecten van 2008-2010 mogen we zeker niet terugschroeven. Ze zijn eerder voorzichtige stappen in de juiste richting dan een eindpunt. Het uitblijven

van een gepast antwoord op de noden van internet (het jeugdportaal) maakt dat jeugdinformatie ook in de periode 2011-2013 een prioritaire keuze moet zijn.

met culturele zaken (vrijetijdsinformatie), met de Leuvense scholen en aan projecten vanuit onze eigen werking met vrijwilligers of met het Leuvense jeugdwerk.

Meer bepaald de ruimere jeugdinformatie (meer dan enkel vrije tijd), de nieuwe media (een goeddraaiend jeugdportaal voor kinderen en jongeren) en het behouden van de huidige communicatie (drukwerk én netwerk) lijken ons de krachtlijnen voor 2011-2013.

Dit alles moet zoveel mogelijk samen met kinderen en jongeren gebeuren, zodat het resultaat op hun maat is. We moeten ook op vlak van jeugdinformatie oog hebben voor kansengroepen . Het participatieve luik van jeugdinformatie moeten we vergroten en verdiepen. Wij zien jeugdinformatie als tweerichtingsverkeer: niet alleen de jeugd informeren, maar in dialoog gaan. De verantwoordelijkheid over deze taken lijkt ons het beste te passen binnen de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven.

In ruimere jeugdinformatie willen we de nodige aandacht besteden aan welzijnsthema’s, maatschappelijke tendensen , kinderrechten en positieve beeldvorming. Binnen nieuwe media is de ontwikkeling van een

doelgroepgericht en interactief jeugdportaal essentieel. De huidige printcommunicatie naar jongeren gaan we hervormen naar een eigentijds participatief magazine. In onze communicatie moeten alle leeftijden aan bod kunnen komen. We moeten niet enkel producten maken, verspreiden en evalueren, maar ook projectmatig werken als een belangrijk aandachtspunt zien. We denken dan vooral aan samenwerkingsprojecten met het Jongerenadviescentrum (ruimere jongereninformatie), 93

De raad van bestuur van de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven zal de stappen van 2008-2010 verder uitbouwen in de periode 2011-2013. Het contract van de jeugdinformatiemedewerker is al verlengd en in 2010 hebben we geïnvesteerd in het jeugdportaal, zodat middelen aanwezig zijn voor de komende periode. Om de lange termijn van deze doelstellingen te vrijwaren, spreekt het voor zich dat er voldoende personeel en financiële middelen beschikbaar moeten zijn binnen de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


2.5

Doelstellingen, acties en financieel plan

Ontplooien van een jeugdportaal voor kinderen, tieners, jongeren, ouders en jeugdverenigingen Acties

Artikel

Rek ’09 Begr ’10

Begr ’11

1 jeugdportaal vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

TOTAAL

€0

€0

€0

Begr ’12 Begr ’13

€0

SU

€0

Behouden huidige drukwerk Acties 1 drukwerk

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

761-000000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000 € 50.000

€ 50.000

€ 50.000 € 50.000 € 50.000 € 50.000

TOTAAL

Begr ’12

Begr ’13

SU

€ 50.000

Projecten rond jeugdinformatie Acties

Artikel

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Projecten naar het jeugdwerk nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

2

Projecten ruime jeugdinformatie in samenwerking Jongerenadviescentrum

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

3

Projecten nieuwe media in stedelijk jeugdwerk

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

4

Projectmedewerker ‘jeugdinformatie’ behouden

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

€0

€0

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Rek ’09

94

€0

€0

€0

SU


DEEL 2: JEUGDBELEID Ondersteuning Link in de Kabel via middelen Stedenfonds Acties 1 Samenwerkingsover-eenkomst met vzw Link in de Kabel TOTAAL

2.6 Interactief bestuur

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

Stedenfonds

€ 51.000

€ 52.020

€ 53.060

€ 54.122

€ 55.204

€ 51.000

€ 52.020 € 53.060

€ 54.122 € 55.204

95

SU

Binnen dit gedeelte zijn er verschillende bevoorrechte partners waar we graag dit beleid willen aan toetsen en een traject willen mee afleggen. De vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven en in zijn structuren de raad van bestuur en de M-crew zijn meesturende krachten die mee vorm geven aan dit beleid. Ook de jongeren vanuit het Riso of de jeugdadviseurs betrekken we verder in het jeugdportaal en andere jeugdinformatie-iniatieven. Het Jongerenadviescentrum zien we als een belangrijke partner binnen het ganse jeugdinformatiebeleid van de stad Leuven. Projectmatig zien we participatiemogelijkheden ofwel in combinatie met het jeugdwerk, met individuele jongeren of het onderwijs. We willen de jeugd zelf zoveel mogelijk betrekken bij onze jeugdinformatieplannen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


3. JEUGDCULTUUR 3.1 Situatieschets Aanbod culturele activiteiten Leuven kan bogen op een actief cultureel leven. Vele organisaties in het culturele veld spelen niet alleen landelijk of provinciaal een rol, maar nemen ook binnen Leuven hun specifieke rol op. Enerzijds zijn er centra als 30CC, Stuk, Het Depot, M en Slac, anderzijds zijn er een 40-tal verenigingen actief die op een specifieke manier betoelaagd of ondersteund worden, al dan niet via de stad. Ook de link met jongeren is de laatste jaren sterk uitgebreid. Uit de lijst in bijlage kunnen we afleiden dat er heel wat culturele verenigingen actief zijn voor kinderen en jongeren.

Magda In Leuven brachten enkele organisaties in 2006 ‘cultuureducatie’ op de agenda van de deelraad kunsten. Hieruit volgde een onderzoek van Mooss vzw en Artforum vzw naar cultuureducatie voor kinderen en jongeren. De belangrijkste knelpunten die uit dit onderzoek naar boven kwamen waren:  het ontbreken van een langetermijnvisie op het kunst- en erfgoedbeleid voor kinderen & jongeren in Leuven; Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

 de gebrekkige en versnipperde communicatie voor deze doelgroep;  tal van problemen op het vlak van infrastructuur;  lacunes in de samenwerking met andere sectoren (onder andere de Jeugddienst, de KU Leuven, kansengroepen, ...). Vanuit deze vaststellingen richtten de stad Leuven en de provincie Vlaams Brabant het cultuureducatie netwerk Magda op, actief sinds 1 december 2008. Magda streeft naar uitwisseling van informatie en expertise inzake cultuureducatie, afstemming van werkingen, uitbouw van visie en gezamenlijk onderzoek van de sector. Magda stimuleert het opstarten van concrete cultuureducatieve projecten daar waar hiaten vastgesteld zijn of vragen gesignaleerd. Deze projecten zijn vaak experimenteel en kunnen in een tweede fase gespreid worden. Initiatieven die cultuureducatie evidenter maken, kunnen rekenen op Magda als duwer en wegwijzer. Magda promoot, adviseert, moedigt aan en spreidt.

Brede school Binnen brede school voor de basisscholen is een ruim aanbod van jeugdculturele activiteiten ontplooid voor basisschoolkinderen.

96

Binnen de jeugddienst Algemeen Alle geledingen van de jeugddienst ondersteunen op de één of andere manier jeugdcultuur. Zowel binnen het reguliere als binnen het stedelijke jeugdwerk ondersteunen we activiteiten binnen het thema cultuur:

 Jeugdmuziekateliers o Full flavour, Rozemarijntje, …  Jeugdhuizen o aanbod van concerten, stand up comedy, activiteiten allerhande

 Projecten- en concertenfonds o ondersteuning van projecten  heel diverse projecten, die dikwijls vertrekken vanuit de insteek jeugdcultuur

o ondersteuning van concerten  Orange factory  Funtime  Folk in Leuven  jeugdhuizen / jeugdverenigingen  leerlingenradenfestivals  diverse subculturen  eigen werking jeugdcentrum Vleugel F o Skool of hiphop o sKill the deejay o Vleugelrock


DEEL 2: JEUGDBELEID Samenwerkingsprojecten In het verleden zijn een aantal samenwerkingsprojecten tussen jeugd en cultuur uitgevoerd, zoals de

Volle Tent (een cultuurdag met workshops en optredens in samenwerking met CJP, Stuk, 30 CC en KU Leuven) en de kunstbende (een wedstrijd in kunst voor 13-19 jarigen). De jeugddienst werkte hier vooral faciliterend aan mee. Projectenfonds Jaarlijks voorziet vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven een budget om vernieuwende projecten te ondersteunen. Het reglement erkent vier categorieën: een startsubsidie, een renteloze lening, een buitenlands kamp en andere projecten. In de loop van 2008 hebben we het reglement herzien en vereenvoudigd om de toegankelijkheid te verbeteren. Enkel de categorie renteloze lening en projecten bleef behouden en een aantal verplichtingen werd afgeschaft. 2005

2006

2007

2008

2009

Aantal gesteunde initiatieven

1

6

9

7

8

Bedrag

€ 1.000,00

€ 6.950,35

€ 8.205

€ 5.525

€ 10.618,72

Aantal renteloze leningen

1

2

0

2

1

Bedrag

€ 3.750,00

€ 8.750,00

€0

€ 8.000

€ 5.000

Jeugdconcerten Vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven ondersteunt jeugdconcerten die plaatsvinden in Leuven. De organisator moet ofwel een erkend jeugdwerkinitiatief zijn, ofwel een groep van Leuvense jongeren. Op basis van de vaste kosten kunnen zij een toelage krijgen als op de affiche minstens 1/3de geregistreerde Leuvense bands staan. 2005

2006

2007

2008

2009

Aantal concerten

20

34

30

41

46

Bedrag

€ 14.710,00

€ 28.820,00

€ 31.000,00

€ 36.750,00

€ 35.000,00

97

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Binnen participatieorganen

Stadsmonitor

Binnen de stedelijke jeugdraad komt dit thema zelden aan bod, behalve in verband met fuifinfrastructuur.

Uit de stadsmonitor 2008. Leuven heeft:  een divers en uitgebreid aanbod;  een hoge culturele participatie stabiel over de jaren heen;  een bijzonder hoog aantal actieve leden bij culturele verengingen;  een relatief hoge tevredenheid over vrijetijdsvoorzieningen.

Wel is er de deelraad kunsten die bestaat uit organisaties die ook voor de doelgroep kinderen en jongeren activiteiten ontplooien. Daarnaast is er Antenne: gestart door M, BIB Tweebronnen en 30CC als een cultureel participatieproject voor jongeren in Leuven. Antennes zijn jongeren tussen 16 en 20 jaar die als culturele vip hun voelsprieten willen uitsteken. Het streefdoel is dat de Antennes een beeld geven van de culturele belevingen en verwachtingen van de Leuvense jeugd en dat ze nagaan of de cultuurhuizen en hun jonge doelgroep op dezelfde golflengte zitten. Antenne jongeren ijveren met andere woorden voor een beter bereik tussen jongeren en cultuur in Leuven.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

98


DEEL 2: JEUGDBELEID Welke fuifzalen zijn er in Leuven? Er wordt momenteel in een 60-tal zalen en zaaltjes gefuifd (lijst dienst horeca).

99

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


3.2

Noden en behoeften

Vlaams minister van Jeugd Smet stelt jeugd- en jongerencultuur voorop als prioriteit in het lokale jeugdbeleid 2011-2013. Als jeugddienst van Leuven onderschrijven we deze prioriteit. Om te komen tot een gedragen Leuvens jeugdcultuurbeleid en een gezamenlijk project zijn we gaan samen zitten met de jeugd- en cultuurpartners van Leuven. Uit deze gesprekken kunnen we de volgende noden, wensen, vragen en kansen oplijsten:

Vanuit Magda – Laura van Bouchout:  In Leuven zijn er veel kansen voor jongeren die al ergens staan, maar er is te weinig mogelijk voor beginnende/jonge/amateuristische of kansarme jongeren.

 Er is geen “jeugdraad” of “cultuurraad” voor jongeren (Antenne komt hier wel deels aan tegemoet).

 Wordt het cultuuraanbod voldoende op jongerenmaat gecommuniceerd? Vertrekken we niet teveel vanuit het idee “dit is het cultuuraanbod” in plaats van “dit is het vrijetijdsaanbod (met sport en jeugdwerk en gaming etc.)”?

 Heeft Leuven voldoende infrastructuur voor jongeren met plannen? Repetitieruimte maar ook ruimte om te oefenen met theater/dans/etc.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

 Er gaat al voldoende aandacht naar doorstro-

ming van jongeren op het artistieke veld; Leuven is al erg sterk bezig op dit vlak.

Vanuit Magda netwerk 26 maart 2010:  Er is nood aan een traject rond ‘de eerste keer’,

met focus op actieve en productieve creatieve ontplooiing. Zelf op een podium/aan de muur/…  Ook bestaat er nog geen gezamenlijk initiatief rond kennismaking met het cultuuraanbod in de vrije tijd, met focus op reflectieve en receptieve invulling.  We moeten oningevulde plekken beschikbaar stellen voor individuele jongeren.  Het monitoren van effecten binnen samenwerking met welzijn zou heel nuttig zijn.  We willen gezamenlijke communicatie voeren over het vrijetijdsaanbod (cultuur, maar ook andere zaken als uitgaan voor jongeren).

Vanuit Brede school (Nieke Nouwen en Marion Hanot):  We

willen inzetten op samenwerking gezamenlijke communicatie.

en

Vanuit het Depot (Mike Naert):  Onze kerntaak is muziekcentrum zijn, meer voor de geoefende muzikant, minder voor de amateuristische beginnende jongere muzikant. Maar ook deze laatste groep heeft infrastructuur nodig. Het gebrek aan repetitielokalen voor amateuristische bandjes en ruimte voor kleinschalige projecten blijft een probleem in Leuven.

100

 De stad Leuven beschikt algemeen al over een goed jeugdbeleid.  Ondersteunende systemen voor jongeren die projecten willen opzetten (zoals projectenfonds en jeugdconcertenfonds) zijn heel belangrijk.  We mogen ook electronic music niet vergeten, en moeten proberen ook daar ondersteunend te zijn.  We geloven niet in één jeugdhuis of één jeugdcentrum voor Leuven, maar eerder in meer infrastructuur waar jongeren of groepen zich kunnen uiten.  Als er kansen zijn om samen een project op te zetten, zullen we dat zeker niet nalaten.


DEEL 2: JEUGDBELEID Vanuit de deelraad kunsten 15 maart 2010:  Er is geen structurele samenwerking tussen de jeugddienst en de verschillende cultuur-vzw’s die jeugd als doelgroep hebben.  De jeugddienst is vaak een afwezige partner maar wordt ook vaak vergeten.  We hebben begrip voor de kerntaken van de jeugddienst waarin “cultuur” niet als hoofdthema staat ingeschreven.  Er is nood aan overleg.  Samenwerking is wenselijk, zeker op vlak van communicatie, ruimte gebruik en inhoudelijke thema’s rond jeugd.  Kan de deelraad kunsten/ cultuurkoepel ook fungeren als adviesorgaan op het jeugdbeleidsplan?

 Kan de jeugddienst blijvend participeren aan de deelraad kunsten? Vertegenwoordiging en aanwezigheid zijn belangrijk.  Er bestaan spanningsvelden tussen de culturele sector met artistieke input, en de jeugdsector met doelgroepinput en ’vrije tijd’ als thema.  We moeten vooral nadruk leggen op samen denken en samen doen, evalueren en dan verder kijken, zeker inzetten op vorming van animatoren en vrijwilligers.  We mogen niet alleen werken rond rock ‘n roll maar willen ook ruimere artistiek veld bekijken.  De sterktes van het platform Magda kunnen we zeker gebruiken.

Vanuit 30 CC (Marijn Vandeweghe en Fernande Stas):  Wens om rond te werken, is ‘de eerste keer’, de eerste ervaring op een podium voor 15-18jarigen, eventueel met ondergrens 12-jarigen.  Opvolging van de Kunstbende, in samenwerking met academie, jeugdcentrum, cultuurhuizen kan zijn: o een festival zoals nu vooropgesteld, met meer bende en minder kunst, of; o een jaarwerking met een 10-tal activiteiten rond ‘eerste keer op een podium, of; o een soort van “jeugdcultuurhuis” waar we als jaarwerking een actieve jeugd cultuurwerking op jeugdwerkmanier organiseren en ontplooien.  Wij voelen de nood aan onderzoek: wat willen tieners en 15-jarigen van ons? 101

Vanuit bibliotheek tweebronnen (Dany Theuwis en An Steppe):  We moeten de prioriteit jeugdcultuur heel ruim aanpakken.  Er is werk aan beeldvorming van de jeugddienst (mee karretje aanhangen in projecten).  We willen inzetten op participatie (Antenne en meer).  Op vlak van aanbod kunnen wij nog wel een leemte invullen binnen het thema ‘de bib’, namelijk de bib als belevingsbibliotheek met knutselen voor kinderen, spreekbeurtbegeleiding of vorming op een open, vrije manier. Dat zou dan niet met inschrijvingen gebeuren, maar meer opgevat zijn als ‘belevingsplek’.  Ook voor tieners zijn er mogelijkheden: bijvoorbeeld de niet-lezen club (tieners die samenkomen rond een thema en daarrond een projectje uitwerken), of een uitwisselingsproject met een bibliotheek uit Nederland.

Vanuit Mooss vzw en Artforum vzw (Stijn Heitzman en Nele Van Bouwel):  We moeten de ruimtes die er binnen culture-

le infrastructuur zijn zichtbaar en toegankelijk maken en repetitieruimte creëren in het openbaar entrepot.  We willen inzetten op gezinsbeleid: kinderen en ouders samen laten participeren.  Laat ons inzetten op activiteiten voor jongeren die nog bijna nergens staan (bijvoorbeeld: foyer minnepoort voor open mic voor beginners).  Verdoken participatie van cultuuraanbod van jeugdhuizen zichtbaar maken. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


 Lokale talentenjachten.  Inzetten op “cultuur- culturele expressie” als the-

ma voor jeugdbewegingen, buurten, speelstraten, jeugdhuizen. Bijvoorbeeld: Upgrade your room project (creatief je kamer mogen inrichten) of Start to art voor jeugdbewegingen (creatief inkleden van ruimtes).  Bij Supervlieg vallen ideeën te rapen.  We kunnen Thuis in de stad op een creatieve manier voor kinderen brengen, evenals ‘jouw leukste plekje in Leuven’.  De kunstzinnige thema’s moeten toegevoegd worden aan de jeugdthema’s, en meer samenwerking tussen de diensten jeugd & cultuur is noodzakelijk.  De jeugddienst moet werken aan de eerste stapjes. Dat is belangrijk om de fase voor de cultuurhuizen uit te bouwen.

Vanuit jeugdconcerten:  Er is nood aan meer kleine, goed geïsoleerde en

uitgeruste ruimtes om kleinschalige concerten te organiseren.  De ondersteuning jeugdconcerten moet behouden blijven.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

102


DEEL 2: JEUGDBELEID Vanuit Straatrijk vzw (Stijn Luyten):  De Leuvense jeugddienst steunt ons financieel

en zonder deze steun zijn onze projecten niet mogelijk. In België is het Hiphopgebeuren eerder zeldzaam, en Leuven is één van de steden die het meeste met breakdance bezig is. Uit de projecten komen alleen maar positieve reacties. Dat helpt de straatcultuur in België op een positieve manier. Hoe meer financiële steun de jeugddienst deze projecten kan bieden hoe meer deze cultuur naar voor kan komen. Jongeren zijn op deze manier actief bezig. Een groter budget voor jeugd lijkt me heel verstandig.  Er zijn weinig goede jeugdlokalen zoals Vleugel F.

Vanuit de jeugdraad – werkgroep fuiven: Vanuit de jeugdraad werd er in 2008 een werkgroep fuiven opgestart. Aanleiding was de sluiting van de Vlierbeekzaal eind december 2007. Naast vertegenwoordigers van de jeugdraad zaten ook de jeugddienst en de dienst horeca van de politie in deze werkgroep. Hun werk resulteerde in een aantal aanbevelingen voor een beter fuifbeleid in Leuven.

Op het vlak van infrastructuur vraagt de werkgroep:

 aan de stad om actief te onderhandelen met particuliere uitbaters die hun zalen (willen) sluiten voor fuiven. Wij verwachten dat de stad zich ook bereid toont alle middelen uit te putten om het fuiven in deze zalen mogelijk te houden;

 een fuiflocatie in elke deelgemeente. Op korte termijn is de nood vooral het hoogst in KesselLo. Wanneer de stad geen zaal uit het eigen patrimonium ter beschikking kan stellen, moet nieuwbouw als een reële optie overwogen worden. Op het vlak van informatie vraagt de werkgroep vraagt de inzet van de stad Leuven om een evenementenloket op te richten en een draaiboek voor fuiforganisatie ter beschikking te stellen. Daarnaast wil de werkgroep ook de inzet van het nodige personeel om de fuifwebsite op te maken en te onderhouden.

103

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


3.3 Proces Bij het gedeelte jeugdcultuur betrokken we verschillende bevoorrechte getuigen. We hadden gesprekken binnen de stedelijke instellingen , met Steven Dusoleil (cultuurbeleidcoördinator), bib Tweebronnen (Dany Theuwis en An Steppe), Brede School (Nieke Nouwen en Marion Hanot), Magda-cultuureducatief netwerk (Laura Van Bouchout) en 30 CC (Marijn Vandeweghe en Fernande Stas).

Verder bevroegen we Straatrijk vzw (jongeren hip hop vzw – Stijn Luyten) en enkele organisatoren van jeugdconcerten over hun visie op jeugdcultuur binnen de stad Leuven. Er was inspraak mogelijk voor de jongeren van Antenne op 30 januari 2010 binnen het thema op café met Steven en Dénise. Op de algemene vergadering van de jeugdraad van 10 februari 2010, en op deelraad kunsten van 15 maart 2010 is het thema ook gekaderd en bevraagd.

Buiten de stedelijke instellingen praatten we met het Depot (Mike Naert), Artforum vzw en Mooss vzw (Stijn Heitzman en Nele Van Bouwel) en Stuk vzw (Steven Vandervelden).

Binnen de werkgroep rond Magda van 26 maart 2010 zijn er nog enkele aanbevelingen meegenomen naar een jeugdcultuurbeleid voor de stad Leuven.

3.4 Analyse Leuven leeft en bruist op cultureel gebied en het zou niet correct zijn om Leuven niet als een culturele groeistad te bekijken. Niet alleen het strikte cultuuraanbod groeide de laatste jaren enorm, ook de mogelijkheden om zelf actief mee te doen breidden uit. Zowel de cultuurtoeschouwer als de actieve deelnemer heeft een waaier aan mogelijkheden. De impact van het cultuurbeleidsplan 2008 - 2013 is op dit vlak niet te onderschatten. Ook kleinere systemen als het projecten- en jeugdconcertenfonds van de vzw Stedelijk jeugdwerk Leuven zorgden voor een actieve invulling van meer cultuur voor kinderen en jongeren. Daarnaast merken we in Leuven een duidelijke omschakeling in denken. De vraag ‘Wat willen kinderen en jongeren van ons?‘ in plaats van ‘Wat gaan wij voor kinderen en jongeren doen?’ komt zowel binnen de jeugd- als binnen de cultuursector vaker boven dan voorheen. Toch moeten we enkele belangrijke kanttekeningen maken met betrekking tot jeugdcultuur.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

104


DEEL 2: JEUGDBELEID Ruime invulling Wij vinden het erg belangrijk om te wijzen op de ruime invulling van het begrip ‘jeugdcultuur’ in dit jeugdbeleidsplan. We zien jeugdcultuur als alle creatieve uitingen van zowel kinderen als jongeren en waken erover dat de invulling hiervan niet eenduidig wordt bekeken als artistieke expressie. Daarnaast is jeugdcultuur voor ons een samenvallen van alle subculturen. In dit beleid willen we ook niet fragmentair een bepaalde subcultuur naar voor schuiven. Jeugdcultuur ruim bekijken, zien wij als een kans om de kaart van kinderen en jongeren te trekken binnen de culturele sector en meer kansen en mogelijkheden voor hen te creëren. Er bestaat zeker een ruim aanbod, maar de vraag is of iedereen hieraan kan participeren. Het lijkt soms alsof vooral de ‘happy few’ hun weg vinden, maar vele anderen niet deelnemen. Niet alleen wat betreft doelgroepen, maar ook wat de inhoud betreft. Binnen het jeugdbeleid is het voor ons belangrijk om in te zetten op de eerste stapjes in het aanbod en daar zoveel mogelijk kansen te creëren: ondermeer met talentenjachten, ruimte voor repetities en optredens, plaats om kansen te krijgen.

Voor ons is dit tweeledig: actief zelf projecten opzetten en jongeren passief kennis laten maken met het aanbod. Vroegere projecten zoals de kunstbende (stopgezet in 2009 in Leuven) en de Volle Tent (stopgezet in 2006 in Leuven) willen we nu evalueren op basis van deze analyse, en herdenken om ze nieuw leven in te blazen.

Samenwerking jeugd en cultuur Ondanks een gelijkaardige visie, blijken niet alleen de stedelijke diensten maar ook de actieve vzw’s rond cultuur een moeilijke verhouding te hebben met de jeugddienst. De jeugddienst moet zichzelf meer betrekken bij de culturele sector en zijn ervaringen, netwerk, kennis en mogelijkheden meer actief uitdragen. Niet alleen op projectmatig vlak (door actief mee projecten op te zetten en op te volgen) maar zeker ook op beleidsmatig vlak moeten we meer en meer intensieve samenwerkingen opzetten. Een eenduidige visie bewerkstelligen op het jeugdcultuurbeleid binnen stad Leuven lijkt ons de eerste stap. Daarop kan een intensieve afstemming tussen culturele diensten en jeugddienst volgen.

105

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Projectenfonds Het projectenfonds van vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven kan de motor zijn om kinderen en jongeren actief te coachen, te versterken in de uitwerking van ideeën en te ondersteunen als gelijkwaardige partners. We mogen het projectenfonds niet louter als een financieel instrument bekijken. De begeleiding en coaching van jongeren is minstens even belangrijk.

Fysieke ruimte / culturele infrastructuur en fuifinfrastructuur Op het vlak van fysieke en culturele ruimte voor jongeren zijn geen stappen vooruit gezet. Repetitieruimtes of ruimtes om creaties te brengen zijn niet altijd voorhanden of niet altijd even toegankelijk. Het aantal pure “ik ben mezelf ruimten” voor fuiven of hangen is zeker niet toegenomen de laatste jaren. Het nieuwe jeugdcentrum Hal 9 moet een jeugdcentrum worden met ruimte waar jongeren zich kunnen uitleven. Het lijkt ons daarom belangrijk om alle infrastructuur in kaart te brengen en bij eventuele noden samen met de partners in te zetten op meer en betere ruimtes, cf.:

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

• concertorganisatie zoekt een aangepaste zaal; • jonge band zoekt een podium; • jonge theatermakers willen try-outen in een

kleine zaal. In 2011 onderzoeken we de noden en de huidige ondersteuningsreglementen en bekijken we hoe we deze kunnen afstemmen op elkaar. Vanaf 2012 hopen we te kunnen voorzien in een stimuleringsfonds voor culturele infrastructuur en repetitieruimte. Binnen het fuifbeleid blijven we graag de dringende vraag van de jeugdraad naar voor schuiven naar een geschikte fuiflocatie in elke deelgemeente en naar actieve informatieverspreiding hieromtrent. Participatie Zowel in projecten (Licht gekanteld, Kunstbende) als met Antenne als met het projectenfonds is participatie aanwezig. Toch vragen we ons af hoe we meer aandacht kunnen krijgen voor actieve jeugdparticipatie. De vraag van de deelraad kunsten om actief betrokken te worden bij dit jeugdcultuurbeleid verheugt ons. We beschouwen hen graag als partner om dit beleid te adviseren en bij te sturen. 106

Informatie Eenduidige informatie over het aanbod blijft een zwak punt. Gezamenlijke communicatie naar de doelgroep kinderen en jongeren, zowel op papier als via internet, is een belangrijk gedeelde zorg van de jeugd- en cultuur sector. Meer hierover in het hoofdstuk ‘jeugdinformatie’.

Het opzetten van een samenwerkingsproject jeugd-cultuur komt tegemoet aan de noden om zowel in het onderwijs (brede school concept) als in de vrije tijd en op jeugdwerkniveau culturele prikkels te geven.


DEEL 2: JEUGDBELEID 3.5 Doelstellingen, acties en financieel plan Begeleiding en ondersteuning van projecten en concerten van Leuvense jongeren Acties

Artikel

Rek ’09 Begr ’10

Begr ’11

1

Projectenfonds

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

2

Subsidie jeugdconcerten

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

3

Toeleiden andere subsidies

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

TOTAAL

Begr ’12

Begr ’13 SU

Inzetten op meer ruimte voor repetitie, concerten en fuiven Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10 Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

zaleninventaris

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

2. Onderzoeken toegankelijkheid jeugdcentrum en cultureel centrum

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

3.

761-*******

€0

€0

€0

€ 100.000 € 100.000

4. Overleg fuifruimte

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

5. Entrepot openstellen voor repetitie

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€ 100.000 € 100.000

1

stimuleringsfonds voor repetitieruimte en culturele infrastructuur

TOTAAL

107

SU

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Stimuleren van creatieve expressie in jeugdwerk en stedelijk jeugdwerk Acties

Artikel

Rek ’09

1

Jong geleerd

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

2

Stedelijk jeugdwerk nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

3

Acties naar het jeugdwerk

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

€0

€0

nvt

TOTAAL

Begr ’10

€0

Begr ’11

Begr ’12

€0

3.6 Interactief bestuur

Begr ’13

SU

€0

Samenwerkingsproject opstarten jeugd-cultuur rond ‘eerste keer op het podium’, jongeren in contact brengen met instellingen en verenigingen, projectdagen. Dit project ontplooit acties zowel op school, als in de vrije tijd als in het jeugdwerk. Acties

Artikel

Rek ’09 Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

SU

1 Samenwerkingsproject 761-****** Jeugd-cultuur

€0

€0

€ 50.000 € 50.000

€ 50.000

PR JC

TOTAAL

€0

€0

€ 50.000 € 50.000 € 50.000

Als jeugddienst actiever aanwezig zijn in het jeugdcultuurveld en actief werken rond inspraak en participatie. Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

Deelraad kunsten als adviesorgaan jeugd

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

2 Antenne jongeren mee opvolgen

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

1

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

108

SU

Binnen dit gedeelte zijn er verschillende bevoorrechte partners waaraan we graag dit beleid willen toetsen en met wie we een traject willen afleggen. Enerzijds nodigen we de deelraad kunsten uit om als deelgroep van de jeugdraad te functioneren en formeel dit gedeelte mee te adviseren. Anderzijds zien we een rol weggelegd voor Antenne-jongeren om blijvend de jeugdculturele voelsprieten uit te steken en ons te adviseren.


DEEL 2: JEUGDBELEID

109

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


4. JEUGDRUIMTE 4.1

Situatieschets

Welke speelterreinen zijn er? Leuven telt 84 openbare speelterreinen met in totaal 514 speeltoestellen. Gemiddeld ongeveer zes speeltoestellen per speelterrein.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

110


DEEL 2: JEUGDBELEID Deelgemeente Heverlee Heverlee telt momenteel 11 openbare speelterreinen en 87 speel- en sporttoestellen. Speelterrein

# speeltoestellen

AL

Alaudaplein

7

CE

’t Celestijntje

6

DU

Duinberglaan

PH

Philipsplein

SL

Sint-Lambertusplein

8

SO

Skateterrein Philips

7

SR

Sint-Reneldisplein

7

TE

Terbank

4

TO

Toverberg

7

TV

Tervuursevest

5

VO

Paul Van Ostaijenpark

8

TOTAAL

4 24

87

Recente realisaties:

Lopende projecten:

 heraanleg van het speelterrein Paul Van Ostaijenpark;  peuterplek op het speelterrein Philipsplein (via Kom op voor je wijk);  aanleg speelterrein in de Duinberglaan;  volledige vernieuwing van de speeltoestellen op het Alaudaplein;  gedeeltelijke vernieuwing speeltoestellen op het speelterrein Terbank.

 We overleggen met het leger om een deel van het militair domein (tussen klooster en de woningen van het leger in de Kerspelstraat) te ontsluiten en zo een trapveld te realiseren. Zeker sinds een deel van het Alaudaplein (grasplein) is bebouwd, bestaat hier grote vraag naar, zowel van de buurt als van de scouts Anne Frank / OLV van Troost. De ontsluiting van een deel van het terrein zou hieraan tegemoet komen.

 Heraanleg speelterrein Sint-Lambertus. 111

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Deelgemeente Kessel-Lo Kessel-Lo telt momenteel 30 openbare speelterreinen en 180 speel- en sporttoestellen.

Speelterrein Albert Dejongheplein

BE

Begijnenbos

7

BK

Boerenkrijgplein

11

BL

Boven-Lo

3

DI

Diestseveld

11

DO

Don Bosco

3

EM

EĂŠnmeilaan

8

GE

Genadedal

6

HH

Heuvelhof

9

KE

Kesseldal

19

KL

Klein Rijsel

KR

Krakauplein

2

LL

Lolanden

6

LO

Lovensveldwijk

2

ME

Meugenslaan

1

112

19

3

OV

Overwinningsplein

5

PM

Park Michotte

5

PR

Prins Regentplein

5

RI

Richard Valvekensplein

8

RN

Rerum Novarumplein

6

RU

Rustoordlaan

2

SC

Skateterrein sportcomplex

6

SP

Sportpleinpad

6

SS

Schoolstraat

3

SV

Scouts Vlierbeek

2

TP

Toekomstpad

VH

Eugeen Vanhoorenbekeplein

VL

Speelweide Vlierbeek

2

VP

Vredeplein

4

WI

Wilgenhof TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

# speeltoestellen

AD

3 10

3 180


DEEL 2: JEUGDBELEID Naast deze openbare speelterreinen van de stad is er in Kessel-Lo ook nog het provinciedomein. Recente realisaties:

 heraanleg speelterrein Wilgenhof;  heraanleg speelterrein Boerenkrijgplein;  heraanleg speelterrein Kesseldal;  aanleg speelweide Vlierbeek (via Kom op voor je wijk);

 aanleg speelterrein Meugenslaan / Vlierbeekveld;

 aanpassingswerken op speelterreinen Genadedal en Vredeplein;

 volledige vervanging speeltoestellen op speelterreinen Toekomstpad en Scouts Vlierbeek;

 gedeeltelijke vervanging speeltoestellen op speelterreinen Rerum Novarumplein, Eénmeilaan en Heuvelhof. Lopende projecten:

 In de deelgemeente Kessel-Lo zijn een aantal grote projecten in het vooruitzicht: Park Belle Vue, Centrale Werkplaatsen en Vlierbeekveld.

 Heraanleg Park Heuvelhof

113

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Deelgemeente Leuven Leuven telt momenteel 27 speelterreinen en 145 speel- en sporttoestellen.

Speelterrein Conscienceplein

DB

De Bruul

DG

Arthur Degreefplein

9

DS

Donkerstraat

1

DW

Tuin De Walque

5

FA

Fabota

11

GB

Glasblazerijstraat

3

GP

Groefplein

8

GR

Grasmushof

5

HO

Hoogland

KH

Katelijnenhof

KO

Kolveniershof

2

MA

Mariapark

3

MV

Mechelsevest

3

PA

Paardenweg

2

PS

Penitentienenstraat

5

PI

Pioengang

4

PP

Prosper Poulletlaan

3

RE

Redingenhof

6

SD

Sint-Donatuspark

6

SK

Spaanse Kroon

11

SM

Sint-Maartensdal

0

TH

Ten Hove

3

TW

Ten Wijngaard

4

VA

Valkenplein

4

VV

Vier Vaantjes

7

VW

Van Waeyenberghplein TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

114

# speeltoestellen

CO

2 17

10 2

9 145


DEEL 2: JEUGDBELEID Recente realisaties:

 aanleg speelterrein Donkerstraat;  aanleg speelterrein Mechelsevest;  volledige vernieuwing speeltoestellen op speelterrein Valkenplein;

 gedeeltelijke vernieuwing speeltoestellen op speelterrein Ten Wijngaard en in het Sint-Donatuspark;

 aanpassing ondergrond basketveld Van Waeyenberghplein. Lopende projecten:

 Na de renovatie van de blokken zal ook de buitenomgeving van Sint-Maartensdal volledig vernieuwd worden.

115

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Deelgemeente Wijgmaal Wijgmaal telt momenteel vier openbare speelterreinen en 26 speeltoestellen. Speelterrein RP

# speeltoestellen

Rietenspark

VD

Vaartdijk

1

WV

Wijveld

2

YM

Ymeria TOTAAL

Recente realisaties:

 heraanleg speelterrein Rietenspark;  heraanleg speelterrein Wijveld;  aanleg speelterrein Vaartdijk (via Kom op voor je wijk). Lopende projecten:

 Geen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

116

18

5 26


DEEL 2: JEUGDBELEID Deelgemeente Wilsele Wilsele telt momenteel 12 openbare speelterreinen en 76 speeltoestellen. Speelterrein

# speeltoestellen

BB

Bleydenbergh

3

BO

Bosstraat

7

EE

Eegveld

5

FO

’t Fort

HP

Hagelandpark

2

KW

Kwadenhoek

13

OP

Overloopplein

7

PE

Petrusplein

1

RO

Rommekes

3

RV

René Verbeeckplein

8

SH

Schorenshof

11

SW

Sportschuur Wilsele

16

0

TOTAAL

76

Recente realisatie:

 aanleg speelterrein Sportschuur (via Kom op voor je wijk);  aanleg speelterrein Rommekes (via Fortis Foundation);  gedeeltelijke vervanging speeltoestellen op speelterreinen ’t Fort, Petrusplein en René Verbeeckplein;

 onderzoek haalbaarheid speelterreinen Berg Boogaertlaan en Koksijdewijk;

 aanpassing ondergrond basketveld Overloopplein. Lopende projecten:

 heraanleg speelterrein Bosstraat;  aanleg speelterrein Corbeelsplein. 117

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Stadsmonitor De stadsmonitor levert ook nuttige info op over de aanwezige speelruimte, onder meer op het vlak van het bereik. In 2008 woonde 67,7% van de Leuvense inwoners binnen 400 meter loopafstand (300 meter vogelvlucht) van een speelruimte. Hiermee worden bedoeld: alle publiek toegankelijke open ruimtes waar een speel- of sporttoestel is opgesteld en die door de stad worden onderhouden (waardoor bijvoorbeeld het provinciedomein niet wordt meegerekend). Leuven scoort hiermee het best van alle centrumsteden.

Stad

Percentage inwoners met speelruimte op 400 meter loopafstand

Aalst

niet beschikbaar

Antwerpen

60,0 %

Brugge

59,1 %

Genk

61,6 %

Gent

44,0 %

Hasselt

niet beschikbaar

Kortrijk

53,1 %

Leuven

67,7 %

Mechelen

51,1 %

Oostende

66,5 %

Roeselare

niet beschikbaar

Sint-Niklaas

41,2 %

Turnhout

66,4 %

Er is in Leuven ook een duidelijke positieve evolutie:

 stadsmonitor 2004: 60,95 % (55.379 van 90.860 inwoners);  stadsmonitor 2006: 64,83 % (59.368 van 91.577 inwoners);  stadsmonitor 2008: 67,79 % (63.212 van 93.379 inwoners).

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

118


DEEL 2: JEUGDBELEID De stadsmonitor peilt ook naar de tevredenheid over speelvoorzieningen en geschikte plekken voor de jeugd. Zowel op het vlak van speelvoorzieningen voor kinderen als voor speelvoorzieningen voor jongeren staat Leuven op de derde plaats. Stad

Speelvoorzieningen kinderen (Helemaal) eens

2008

2006

Aalst

32,1 %

12

Antwerpen

49,1 %

Brugge

Speelvoorzieningen jeugd 2004

(Helemaal) eens

2008

2006

2004

13

13

30,6 %

12

12

12

5

5

6

34,2 %

10

11

11

57,2 %

2

1

1

47,6 %

1

2

2

Genk

42,9 %

8

8

9

41,4 %

5

7

7

Gent

40,5 %

9

9

8

36,5 %

8

10

10

Hasselt

51,1 %

4

4

4

43,9 %

4

1

1

Kortrijk

43,7 %

7

6

5

40,7 %

6

3

4

Leuven

54,3 %

3

3

3

44,6 %

3

6

3

Mechelen

36,1 %

11

12

11

30,3 %

13

13

13

Oostende

58,1 %

1

2

2

46,3 %

2

4

5

Roeselare

45,8 %

6

7

7

38,5 %

7

5

6

Sint-Niklaas

32,0 %

13

10

12

36,3 %

9

8

8

Turnhout

37,2 %

10

11

10

32,3 %

11

9

9

119

Relatieve positie

Relatieve positie

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Kwaliteitsbewaking speelterreinen Om de kwaliteit van de bestaande speelterreinen op punt te houden is er een onderhoudssysteem:

 wekelijks nazicht;  het preventief onderhoud en het herstellen van gebreken;

 de jaarlijkse controle. De jeugddienst is administratief verantwoordelijk en houdt onder meer het logboek bij. Jaarlijks is er een budget beschikbaar voor de (her) aanleg van speelterreinen en om een antwoord te kunnen geven op kleine bewonersvragen. Het gaat hier niet om een volledige heraanleg maar eerder om het bijplaatsen of vervangen van een toestel. De motor hiervan is de werkgroep speelterreinen, waarin de betrokken diensten zijn: jeugddienst, groendienst, sportdienst, technische dienst, dienst welzijn. Bij de plannen voor heraanleg van speelterreinen proberen we de uiteindelijke gebruikers nauw te betrekken, via infovergaderingen, via specifieke inspraakactiviteiten voor kinderen en jongeren, via de werkgroep skaters, … Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

120


DEEL 2: JEUGDBELEID Politiereglement Kinderen en jongeren zijn natuurlijk niet de enige gebruikers van de speelterreinen. Bij de (her)aanleg is daar al heel wat aandacht voor. Sinds 2005 is er ook een reglement op het gebruik van de openbare speelterreinen en een reglement op het gebruik van de openbare skateterreinen. Beide maken deel uit van het gecoördineerd politiereglement. De bedoeling is om via deze reglementen enkele afspraken vast te leggen die het samenleven bevorderen tussen verschillende gebruikers en omwonenden.

SKATEPARK

PHILIPS 2.

3.

4.

5. 6.

1.

9.

ALAUDAPLEIN Uittreksel uit het gecoördineerd politiereglement van de stad Leuven

2.

het gebruik van de openbare speelterreinen

1. 2.

Iedereen is welkom op het speelterrein, men zorgt er samen voor dat elk aan bod kan komen. Iedere gebruiker moet de rust en de eigendom van de buren van het speelterrein respecteren.

personen die de leeftijd hebben waartoe deze toestellen ontworpen werden. Opzettelijke beschadiging van de toestellen of het openbaar groen overgemaakt.

4.

Er zijn geen honden toegelaten op de speelterreinen, uitgezonderd bij aan-

De gebruikers hebben respect voor de omwonenden. Geluid kan vlug als storend worden ervaren, zeker na 22.00 uur ’s avonds. Na dit uur wordt roepen of hard praten als nachtlawaai aanzien.

6. 7. 8.

Voor deze uitzonderingen moet de hond aan de leiband begeleid worden

op het speelplein, uitgezonderd op de hiertoe voorziene paden. Gemotoriseerde voertuigen, uitgezonderd deze nodig voor het onderhoud, worden niet op het speelterrein toegelaten. Fietsen en brommers moeten gestald worden in de daarvoor voorziene fietsenstallingen en niet op het openbaar groen.

Het is verboden zwerfafval op het terrein achter te laten. De gebruikers stoppen het eventuele afval in de aanwezige vuilnisbakken.

4.

Het is verboden om voorwerpen vast te maken aan bomen en struiken.

9.

5. 6. 7.

Aangedragen materialen moeten functioneel zijn voor het spel en respectvol worden benut met het oog op de veiligheid van de andere gebruikers van het terrein. Deze materialen moeten achteraf terug meegenomen wor-

8.

den.

Fietsen bestuurd door personen ouder dan 9 jaar worden niet toegelaten

1. 2. 3. 4.

wezigheid van een hondentoilet, loopzone of hiervoor bestemde paden. naar deze plaats, via de hiertoe meest aangewezen weg.

De toestellen mogen enkel gebruikt worden voor de functies en door

zal aan de politie of de gemeenteambtenaar daartoe aangesteld worden

3.

5.

Uittreksel uit het gecoördineerd politiereglement van de stad Leuven het gebruik van de openbare skateterreinen

Het stadsbestuur van Leuven staat in voor het onderhoud en de herstellingen. Schade of andere gebreken worden gemeld aan het stadsbestuur op

7.

het nummer, vermeld op het infobord. Uitbater: Stad Leuven, Professor Van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven, tel. 016 210 700

121

De toestellen mogen enkel gebruikt worden voor de functies waarvoor ze ontworpen zijn. Het dragen van beschermkledij (valhelm, pols-, elleboog- en kniebeschermers) is Verplicht. Graffiti en beschadiging van de skatetoestellen en -terrein is verboden. Het is verboden zwerfafval op het terrein achter te laten.

9. 10. 11.

De gebruikers stoppen het eventuele afval in de aanwezige vuilnisbakken. Attributen uit de omgeving kunnen in geen geval aangeslagen worden om te skaten. Het is verboden met bromfietsen of andere voertuigen, buiten die waarvoor het terrein is voorzien, op het skateterrein te rijden. Fietsen en brommers moeten gestald worden in de daarvoor voorziene fietsenstallingen en niet op het openbaar groen.

Er is geen permanent toezicht op het skatepark voorzien. Het stadsbestuur zal echter controleren of laten controleren of de bepalingen van dit politiereglement worden nageleefd. Het is verboden om voorwerpen vast te maken aan bomen en struiken. Het college van burgemeester en schepenen kan steeds de toegang weigeren aan personen en hen de toegang voor een bepaalde periode ontzeggen bij het niet-naleven van dit politiereglement, bij verstoring van de orde of door het toebrengen van beschadigingen aan de toestellen, het openbaar groen of de omgeving. De toestellen kunnen elke dag gebruikt worden tussen 10.00 en 22.00 uur.

12.

Het stadsbestuur staat als uitbater in voor het onderhoud en de herstellingen van de toestellen. Om een maximale veiligheid te kunnen waarborgen, vragen we om beschadigingen of gebreken aan de toestellen onmiddellijk te melden aan het stadsbestuur op het nummer, vermeld op het infobord.

Op het terrein heerst een sportieve sfeer. Jongere skaters en minder ervaren skaters mogen niet weggestuurd worden. Men zorgt er samen voor dat iedereen aan bod kan komen. Er zijn geen honden toegelaten op de skateterreinen, uitgezonderd bij aanwezigheid van een hondentoilet, loopzone of hiervoor bestemde paden. Voor deze uitzonderingen moet de hond aan de leiband begeleid worden naar deze plaats, via de hiertoe meest aangewezen weg. Uitbater: Stad Leuven, Professor Van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven, tel. 016 210 700

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Welke speelbossen zijn er? Leuven telt momenteel 7 speelzones: 5 in Heverlee en 2 in Kessel-Lo. Speelzone De Jacht

Speelzone Egenhoven

 Gebied: Heverleebos

 Gebied:

 Type: bos

Egenhovenbos  Type: bos

 Reliëf: vlak terrein

 Reliëf: vlak terrein

 Permanente speelzone

 Tijdelijke speelzone

 Eigenaar: Vlaams

(van 1 juli tot 31 maart)

Gewest

 Eigenaar: Vlaams

 Oppervlakte:

Gewest

61.321 m²

 Oppervlakte:

 Deelgemeente:

26.903 m²

Heverlee

 Deelgemeente: Heverlee

Speelzone De Berg Patrijzen

Speelzone

 Gebied: Heverleebos

 Gebied: Heverleebos  Type: bos  Reliëf: vlak terrein  Permanente speelzone  Eigenaar: Vlaams Gewest  Oppervlakte: 83.681 m²  Deelgemeente: Heverlee

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

 Type: bos  Reliëf: terrein met niveauverschillen  Permanente speelzone  Eigenaar: Vlaams Gewest  Oppervlakte: 1.997 m²  Deelgemeente: Heverlee

122


DEEL 2: JEUGDBELEID

Speelzone

De

Linderonde Speelzone Wijnbergen

 Gebied: Heverleebos

 Gebied: Wijnbergen

 Type: bos

 Type: bos

 Reliëf: terrein met

 Reliëf: vlak terrein

niveauverschillen

 Permanente

 Permanente

speelzone

speelzone

 Eigenaar: privé

 Eigenaar: Vlaams

 Oppervlakte:

Gewest

9.674 m²

 Oppervlakte:

 Deelgemeente:

4.574 m²

Kessel-Lo

 Deelgemeente: Heverlee

Speelzone  Gebied: Kesselberg  Type: bos  Reliëf: terrein met niveauverschillen  Permanente speelzone  Eigenaar: Stad

Begijnenbos

Daarnaast zijn er nog 10 speelzones in de buurgemeenten die soms grenzen aan Leuven:

 Herent: Mollekensberg (3 zones);  Holsbeek: Chartreuzenberg (2 zones);  Lubbeek: Lindenbos (4 zones);  Oud-Heverlee: Heverleebos (1 zone) en Don Bosco (1 zone).

Leuven  Oppervlakte: 56.919 m²  Deelgemeente: Kessel-Lo

Lopende projecten:

 aanplanting geboortebos Egenhoven  aanplanting geboortebos site Abdij van ‘t Park.

123

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Speelstraten Sinds 2002 organiseren we in de maanden juli en augustus speelstraten. 2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

5

19

25

25

29

36

50

65

Aantal speelstraten

Speelruimte van derden Naast de openbare speelruimten van de stad is er ook nog het provinciedomein in Kessel-Lo, met een breed gamma aan spelmogelijkheden. In Leuven bestaat ook al langer vraag naar een permanente binnenspeeltuin. Het stadsbestuur is altijd van mening geweest dat dit geen taak van de stad is, maar dat moest overgelaten worden aan een privé-initiatief. In de zomer van 2009 opende Fun Oase de deuren.

Projecten rond recreatief medegebruik Omdat de beschikbare ruimte in Leuven eerder schaars is, streven we ernaar om bijkomend openbare ruimte te creëren via de ontsluiting van (semi-)private terreinen. Meestal stelt de eigenaar de grond ter beschikking, al dan niet gedurende beperkte uren en zorgt de stad voor het onderhoud. Er zijn op die manier al enkele bijkomende speelruimten gerealiseerd: sportterrein Redingenhof, speelterrein Bleydenbergh en speelweide Vlierbeek. We onderzoeken of we in de Kerspelstraat op die manier een trapveldje kunnen realiseren. Er werd gestart met de opmaak van een inventaris van terreinen die voor dergelijke projecten in aanmerking komen.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

124


DEEL 2: JEUGDBELEID

Speelplan Sinds 2008 stellen we jaarlijks een speelplan op, waarop we alle speelterreinen én alle tijdelijke initiatieven aanduiden (speelstraten, mobiele animatie cel, wijkspeelpleinen, speelpleinwerkingen).

125

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


4.2 Noden en behoeften Aanbod speelterreinen We leggen de vragen die binnenkomen in verband met speelruimte altijd voor aan de werkgroep speelterreinen en volgen ze van daaruit op. Specifieke noden in de deelgemeente Heverlee:

 Op een aantal speelterreinen zijn de toestellen

niershof, …). Op middellange termijn is minstens een vernieuwing van de speeltoestellen nodig.

 Van een aantal van deze speelterreinen kunnen we ons afvragen of ze als speelterrein moeten behouden blijven. Het Mariapark, de Paardenweg en Kolveniershof bijvoorbeeld worden weinig gebruikt. Ze hebben in de onmiddellijke nabijheid alternatieven die (eventueel) veel aantrekkelijker zijn (Van Waeyenberghplein, Grasmushof, SintMaartensdal…).

verouderd (’t Celestijntje, Tervuursevest, SintReneldis) en is op middellange termijn minstens een vervanging van de toestellen aan de orde.

 Op langere termijn komen er bij de heraanleg van

 In de wijk Toverberg is ook in de tweede

 De inplanting van een speelruimte in het project

verkaveling een terrein beschikbaar.

het Conscienceplein ook enkele speeltoestellen bij (en wordt het basketterrein behouden). Hertogendal.

Kwaliteitsbewaking speelterreinen Er zijn de afgelopen jaren heel wat middelen geïnvesteerd in het aanbod, met een belangrijke kwaliteitsinjectie gegeven als gevolg. De dagelijkse kwaliteitsbewaking volgt echter niet altijd. In 2010 startten we met een nieuwe aanpak van het onderhoud.

Speelbossen We hebben het bestaande aanbod van speelzones bekeken met de jeugdwerkraad. Hieruit bleek dat er de jeugdverenigingen geen bijkomende noden hebben op het vlak van speelbossen.

Specifieke noden in de deelgemeente Kessel-Lo:

Specifieke noden in de deelgemeente Wijgmaal:

Specifieke noden:

 Na de heropbouw van de sociale woonblokken

 Op middellange termijn moeten we ook het

 Een buurtbewoner suggereert om van een

in Lolanden pakken we het speelterrein Lolanden aan.

 Op een aantal speelterreinen zijn de toestellen verouderd en dringt een vernieuwing zich op: Schoolstraat, Don Bosco, Richard Valvekensplein, Overwinningsstraat, Boven-Lo. Specifieke noden in de deelgemeente Leuven:

 Een aantal terreintjes in de binnenstad zijn erg verouderd (onder andere in de Prosper Poulletlaan, Ten Hove, Grasmushof, Paardenweg, KolveJeugdbeleidsplan 2011 – 2013

speelterrein Ymeria aanpakken vervanging van de speeltoestellen).

(minstens

Specifieke noden in de deelgemeente Wilsele:

 Er is een voorstel van de werkgroep 3012WD voor het stuk onder het viaduct E314.

 Project Leuven-Noord.  Op middellange termijn zijn de speeltoestellen op een aantal terreinen wellicht aan vervanging toe (Eegveld, Overloopplein, René Verbeeck, …).

126

populierenbosje in de Van Der Nootstraat in Wilsele een speelbosje te maken (op ongeveer 200 meter op de rechterkant van de weg aan de linkeroever van de Vunt).


DEEL 2: JEUGDBELEID 4.3 Proces

Voor volgende terreinen wordt een heraanleg gepland: Sint-Lambertusplein, Corbeelsplein, Bosstraat, Heuvelhof, Sint-Maartensdal en Vlierbeekveld.

Bij de opmaak van dit deel waren volgende partners betrokken: jeugdwerkraad, werkgroep speelterreinen (groendienst, sportdienst, wijkontwikkeling, technische dienst) en de dienst ruimtelijke planning.

Het systeem van de kleine bewonersvragen blijft behouden. In 2010 startten we met een herstructurering voor het onderhoud van de speeltoestellen via een overeenkomst met Wonen & Werken Tewerkstelling vzw. We willen deze manier van werken de komende jaren behouden en verder op punt stellen.

4.4 Analyse Kwalitatieve uitbouw aanbod speelterreinen Het aanbod openbare speel- en sportterreinen is in Leuven erg goed uitgebouwd . Er zijn al jaren investeringen om het aanbod uit te breiden met nieuwe speelterreinen of om de bestaande terreinen opnieuw aan te leggen. In de voorbije planperiode 2008-2010 zijn maar liefst 10 projecten gerealiseerd: de aanleg van vijf nieuwe speelterreinen en volledige renovatie van vijf bestaande speelterreinen, waarvan het Paul Van Ostaijenpark, het Rietenspark en Kesseldal de belangrijkste zijn. Bovendien zijn op een twintigtal andere speelterreinen aanpassingswerken uitgevoerd.

127

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Opmaak speelweefselplan We willen het sterke kwalitatieve aanbod van speelterreinen versterken en aanvullen met de opmaak van een speelweefselplan . De uitwerking van een speelweefsel past in het streven naar een kwaliteitsvolle publieke ruimte. Het begrip ‘speelweefsel’ is een manier waarbij de publieke ruimte ‘ook’ op maat van kinderen, tieners en jongeren wordt geanalyseerd en ontworpen. Een speelweefselplan moet opgevat worden als een plan van de gewenste ruimtelijke structuur voor kinderen. Dergelijke structuur omvat een voorstel voor de uitbouw van plekken, verbindingen en ruimtelijke netwerken op maat van kinderen, tieners en jongeren. Het vertrekt vanuit de vaststelling dat kinderen de gehele publieke ruimte bespelen. Naast de formele speelruimtes en de specifieke jeugdvoorzieningen duidt het dus ook informele speelruimtes aan. Dit zijn plekken waar kinderen en jongeren gebruik van maken (spelen, rondhangen, …), maar waarvan ze niet de enige gebruikers zijn. De stelling is dat deze informele speelruimtes evenzeer in het speelruimtebeleid moeten worden opgenomen. Een speelweefsel beoogt een kwaliteitsvolle spreiding, inplanting en inrichting van plekken die belangrijk zijn voor kinderen, tieners en jongeren. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Speelweefsel verwijst ook naar een ruimtelijk netwerk. Het vat speelruimte niet meer op als een verzameling van losse plekken, maar als een samenhangende structuur. Hiermee komt het thema van verbindingen, verkeersveiligheid en mobiliteit van kinderen / jongeren en uitdrukkelijk in de aandacht. Bestemmingen die voor kinderen belangrijk zijn, moeten goed ontsloten en bereikbaar zijn, zodat zij de plekken zelfstandig kunnen bereiken en op eigen kracht van de ene naar de andere kunnen trekken. Die mobiliteit biedt ook de gelegenheid om onderweg iets te beleven, andere kinderen te ontmoeten en spelend onderweg te zijn. Veiligheid is hiervoor een belangrijke randvoorwaarde. Beleefbaarheid en speelwaarde zijn echter ook van belang. De term speelweefsel duidt verder op verwevenheid van activiteiten en functies: heel wat activiteiten van kinderen worden bij voorkeur niet geïsoleerd van activiteiten van volwassenen. Ook al hebben de activiteiten van kinderen een speels karakter, toch behoeven ze niet noodzakelijk een eigen ruimte. Het spel wordt vaak net rijker door de contacten tussen de generaties. De uitbouw van zo’n speelweefselplan vraagt natuurlijk heel wat werk en is niet meteen haalbaar met de huidige personeelsbezetting. We besteden de opmaak van een speelweefselplan en de implementatie ervan zal daarom uit. 128

Organisatie speelstraten Ook de komende jaren zullen we speelstraten organiseren. In 2011 bestaan de speelstraten in Leuven 10 jaar. We voorzien extra middelen om hiervan een feestelijk gebeuren te maken in de straten. De volgende jaren zal de nadruk nog meer liggen op goede informatie voor peters en meters om van hun speelstraat en echte leefstraat te maken met verschillende plezante activiteiten. Hiervoor voorzien we het nodige materiaal.


DEEL 2: JEUGDBELEID 4.5 Doelstellingen, acties en financieel plan Kwalitatieve uitbouw aanbod speelterreinen Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

1

(Her)aanleg speelterreinen

76120/721-60

€ 120.088

€ 300.000 € 300.000 € 300.000

€ 300.000

2

Kleine bewonersvragen

76120/744-51

€ 53.963

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

3

Buitengewoon onderhoud

76120/725-60 € 21.072

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

4

Onderhoud opvangzones en zandbakken

76120/125-06

€ 45.557

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

5

Overeenkomst 76120/122-01 Wonen & Werken 76120/332-02

€ 4.235

(€ 5.500)

€ 60.000

€ 60.000

€ 60.000

€0

(€ 50.000)

6

Wisselstukken

€ 13.607

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

7

Nazicht gemeen- nvt schapswacht

€0

€0

€0

€0

€0

€ 258.522

€ 555.500 € 560.000

76120/125-02

TOTAAL

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

SU

€ 560.000 € 560.000

Opmaak speelweefselplan 1

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

Opmaak speelweefselplan

afhankelijk

€0

€0

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

€0

€0

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

TOTAAL

129

SU

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Speelstraten

4.6 Interactief bestuur

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Organisatie speelstraten

nvt

€0

€0

€0

€0

0€

2

Drukken speelplan

76100/123-06

€ 1.603

€ 2.000

€ 2.500

€ 2.000

€ 2.000

3.

Drukken informatie peters en meters

76100/123-06

€4.000

€ 4.000

€ 4.000

4.

Aankoop mobiel verkeers-park

€ 6.000

0

0

5.

10 jaar speelstraten

€ 4.000 € 6.000

€ 6.000

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

€ 1.603

€ 2.000

€16.500

130

SU

Op het vlak van jeugdruimte betrekken we telkens kinderen en jongeren rond concrete projecten. De manier waarop dit gebeurt, kan verschillen van project tot project en hangt af van de omvang van het project, van mogelijke partners, van bepaalde opportuniteiten, …


DEEL 2: JEUGDBELEID 5. GEÏNTEGREERD JEUGDBELEID 5.1

Situatieschets

Het stedelijk jeugdbeleid is een doelgroepbeleid en komt op heel wat punten op terreinen waar andere diensten of overheden in eerste instantie verantwoordelijkheid dragen. Afstemming en coördinatie zijn dus van belang. Binnen dit gedeelte bekijken we de afstemming op een aantal specifieke diensten die minder rechtstreeks in andere hoofdstukken aan bod komen:

 sport  onderwijs o studentenzaken o brede school  welzijn  internationaal  toerisme  imago  mobiliteit

5.2

Noden en behoeften

Vanuit een aantal diensten blijkt de duidelijke nood aan gemeenschappelijke communicatie voor kinderen en jongeren . Dit nemen we verder op in het hoofdstuk jeugdinformatie. Vanuit de sportdienst: “We kunnen concreet samenwerken rond drie thema’s: 1. afstemming vrijetijdsprogramma’s onderzoeken (inschrijvingen, programmatie, …) niet alleen met onze eigen programma’s maar ook deze van sport- en/of jeugdwerkorganisaties; 2. gezamenlijk communiceren; 3. gezamenlijke noden en behoeften vanuit cultuur, sport en jeugd: belangrijk dat contacten gestimuleerd worden.” Vanuit de dienst onderwijs is er vraag naar meer afstemming en opvolging rond het brede school project. Vanuit de dienst welzijn is er vraag naar meer afstemming en uitwisseling van informatie en activiteiten om te voorkomen dat we naast elkaar door werken.

131

5.3 Proces In een eerste fase hebben we alle Leuvense stadsdiensten aangeschreven met een vragenlijst waarop ze linken tussen het jeugdbeleid en hun diensten konden aangeven. Een aantal diensten zijn specifiek gecontacteerd (welzijn – Kurt Peeters, sport - Diederik Van Briel, onderwijs – Marion Hanot en Nieke Nouwen). Vanuit het inspraakproces met kinderen en jongeren zijn een aantal specifieke aandachtspunten rond het imago van Leuven als jongerenstad en rond mobiliteit voor kinderen en jongeren naar voor geschoven.

5.4 Analyse Binnen een vernieuwde missie van het stedelijk jeugdbeleid zien we het stedelijk jeugdcentrum Vleugel F meer taken opnemen binnen het stedelijk beleid, met de verbetering van de leefwereld van kinderen en jongeren als uitgangspunt. Uit het inspraakproces zijn er ook vele linken te leggen met domeinen waar we als stedelijk jeugdcentrum minder aanwezig zijn. In dit hoofdstuk willen we graag deze linken leggen en onze rol, visie, doelstellingen en taken beschrijven.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Imago

Sport

Onderwijs en ‘brede school’

Uit het inspraaktraject blijkt dat jongeren (1218 jarigen) Leuven niet als ‘hun Leuven’ bekijken. Zij voelen Leuven aan als een stad waar het beleid zich richt naar hun ouders, naar studenten of naar kinderen. Ondanks inspanningen van heel wat diensten is er geen gezamenlijk imago van ‘Leuven, jongerenstad’. We zien dit als een belangrijke uitdaging voor de komende jaren. Met een aantal acties binnen de verschillende hoofdstukken hopen we aan deze verzuchting tegemoet te komen. Binnen een geïntegreerd beleid proberen we op andere domeinen openingen te creëren.

De jeugddienst wil in al zijn communicatie het

De jeugddienst wil in eerste instantie onder-

sportaanbod voor kinderen en jongeren mee promoten. We kunnen hiervoor verder bouwen op

steunend werken aan de projecten van brede school en de nodige linken leggen met thema’s

de goede samenwerking uit het verleden.

zoals jeugdinformatie, jeugdcultuur of jeugdwerk. We willen actieve partner zijn in het brede schoolthema en er alle organisaties en diensten die werken met kinderen en jongeren bij betrekken.

Toerisme Kinderen en jongeren van andere gemeenten of uit andere landen die op bezoek zijn in Leuven, moeten zich binnen onze stad thuis voelen. De samenwerking van de dienst toerisme met Use-it zien we als een zeer sterk punt, omwille van de juiste en gerichte communicatie naar jonge backpackers. Het stedelijk jeugdbeleid kan in samenwerking met de dienst toerisme groepen ondersteunen die naar Leuven komen, zoals bij de EU-top rond jongeren en tewerkstelling in 2010. We willen verder samen met de diensten toerisme en communicatie nadenken over een duidelijk imago van Leuven als kinder- en jongerenstad . Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Verder willen we graag onderzoeken hoe we in de komende periode sportactiviteiten (kampen) en onze eigen vrijetijdsprogramma’s programma-

torisch en organisatorisch beter op elkaar kunnen afstemmen. We willen ons niet beperken tot het aanbod van de stad, maar ook het jeugdwerk en de sportorganisaties mee bevragen. Daarnaast zien we samen met de diensten sport en cultuur ook een aantal gezamenlijke noden en behoeften die we in gezamenlijk overleg kunnen oplijsten en aanpakken. .

Binnen de ‘brede school’ rond basisscholen zullen we eerder faciliterend werken. Binnen de projectoproep ‘brede school’ voor middelbare scholen, zien wij ideale kansen om met

het voorgestelde beleid rond jeugdcultuur extra impulsen in lokale scholennetwerken waar te maken. De combinatie onderwijs, jeugd, cultuur en welzijn komt mooi samen binnen het MAGDA-netwerk (cultuureducatie voor kinderen en jongeren), dat we vanuit de jeugddienst graag mee ondersteunen.

Studentenzaken De aanwezigheid van studenten in onze stad zorgt voor een groter aanbod van vrijetijdsvoorzieningen en draagt bij tot een ‘springlevende’ stad. Er zijn veel overeenkomsten te vinden in het studentenbeleid en het jongerenbeleid. Waar mogelijk wil132


DEEL 2: JEUGDBELEID len we deze bundelen om samen sterk te staan . We denken onder andere aan een gezamenlijk fuifbeleid of aan gezamenlijke communicatieinitiatieven. In dit gezamenlijk beleid willen we er over waken dat de fundamentele visie op Leuven als jongerenstad overeind blijft. Jonge Leuvense bewoners voelen zich vaak verdrukt onder al het studentengeweld.

Mobiliteit Mobiliteit is hét thema waarvan de Leuvense jeugd wakker ligt. Uit het inspraaktraject komt duidelijk naar voor dat jongeren zich vragen stellen over het beleid ten aanzien van: - (nacht) busvervoer; - fietspaden; - fietsparkeerplaatsen.

bij de werkgroepen van de stad rond mobiliteit. Ook de plannen over speelweefsel komen tegemoet aan dit thema.

Jong in een internationale context De jeugddienst gelooft sterk in de krachten van internationale uitwisselingen voor jongeren, zowel individueel als in groep. We zien het als onze taak om jongeren te stimuleren om internationale contacten aan te gaan en om intensief werk te maken van informatie, begeleiding en financiële ondersteuning van deze projecten.

We bestendigen volgende zaken:  jongeren actief informeren via een jaarlijkse vormingsavond, onze website en e-zines;  jongeren actief begeleiden en toeleiden naar Jint (Europese subsidies);  onze

eigen vrijwilligers actief ondersteunen

als zendorganisatie;  de jeugddienst wil in samenwerking met de dienst Noord-Zuid de mogelijkheden onderzoeken van de stedenband met Para die stad Leuven afsloot op 24 maart 2010. In 2013 hopen we een project op te zetten;  financiële

ondersteuning via het projecten-

fonds voor internationale projecten als deze in groep worden aangegaan. We gaan na of we in de volgende periode zelf als gastorganisatie kunnen fungeren en of we ons als zendorganisatie voor alle Leuvense jongeren kunnen openstellen.

Enerzijds denken we dat een beter communicatiebeleid hier aan tegemoet kan komen, en dat we met een aantal participatieprojecten eveneens een duidelijk signaal kunnen geven. Anderzijds speelt de jeugddienst binnen de toegankelijkheidsparagraaf nu al zijn rol en willen we als stedelijk jeugdbeleid actiever aan de kar trekken om de visie van kinderen en jongeren aanhangig te maken bij het beleid. In de komende periode willen we nagaan hoe we betrokken kunnen raken 133

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Welzijn Ook onze relatie met de dienst welzijn willen we in de toekomst versterken. In eerste instantie willen we goed op de hoogte zijn van elkaars projecten en samenwerkingen aangaan waar nodig. Door de komende jaren meer in te zetten op het aanbieden van activiteiten voor kinderen met

hun ouders, brengen we ‘het gezin’ binnen in het jeugdcentrum . Gezins- en opvoedingsgerelateerde vragen zijn mogelijk niet meer veraf. Als jeugdcentrum is het onze taak om goed op de hoogte te zijn van het aanbod van de dienst welzijn, die actief werkt rond gezins- en opvoedingsondersteuning, zodat we ouders gericht kunnen doorverwijzen. In de toekomst ondersteunen we speelpleinwerkingen in het opvangen van kinderen met een handicap. Ook de cel gelijke kansen van de dienst welzijn is bezig met het bevorderen van de integratie van personen met een handicap. Binnen het gelijkekansenbeleid zijn er uiteraard nog linken te leggen met de doelgroep jeugd.

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

5.5 Doelstellingen, acties en financieel plan Geïntegreerd jeugdbeleid, jeugddienst als horizontale dienst binnen de stad versterken Acties: De jeugddienst onderzoekt en volgt op hoe rond volgende thema’s samenwerkingen binnen stad Leuven mogelijk zijn:  het imago van de stad Leuven als kinder- of jongerenstad;  de gezamenlijke noden en behoeften van de studenten linken met onze thema’s;  brede school, zowel voor lagere school als voor middelbare scholieren;  de samenwerking met de sportdienst;  de mobiliteit van kinderen en jongeren;  de link met gezinsbeleid en opvoedingsondersteuning;  het stimuleren van internationale contacten.

134

5.6 Interactief bestuur Op het vlak van geïntegreerd jeugdbeleid betrekken we telkens kinderen en jongeren rond concrete projecten. De manier waarop dit gebeurt, kan verschillen van project tot project en hangt af van de omvang van het project, van mogelijke partners, van bepaalde opportuniteiten, …


DEEL 2: JEUGDBELEID

135

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

136


DEEL 3: FINANCIEEL PLAN 137

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


1.

Jeugdwerkbeleid

1.1 Particulier jeugdwerk Doelstelling: financiële ondersteuning Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

SU

1

Toelagen jeugdverenigingen

76101/332-02

€ 131.095

€ 145.000

€ 130.000

€ 135.000

€ 140.000

JW

2

Toelagen kadervorming

76102/332-02

€ 16.568

€ 27.000

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

JW

3

Samenwerkingsovereenkomsten speelpleinwerkingen

76104/332-02

€ 20.585

€ 22.000

€ 55.000

€ 60.000

€ 65.000

JW

4

Prioriteit duurzaamheid

76101/332-02

€0

€0

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

JW

5

Toeleiden andere subsidies

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

TOTAAL

€ 168.248 € 194.000 € 215.000

€ 225.000 € 235.000

Doelstelling: logistiek-materiële ondersteuning Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Kampvervoer

76100/124-06

€ 31.379

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

2

Investeringen uitleendienst

afhankelijk

€ 1.019

€ 1.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

3

Acties afvalbeheer

afhankelijk

€0

€0

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 32.398

€ 51.000

€ 70.000

€ 70.000

€ 70.000

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

138

SU


DEEL 3: FINANCIEEL PLAN Doelstelling: inhoudelijke en promotionele ondersteuning Acties

Artikel

Rek ’09

1

E-zine

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

2

Spelregels + jaarkalender

76100/123-06

€0

€ 2.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

3

Folders

76100/123-06

€0

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

4

Jong Geleerd

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

5

Website

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

6

Gezondheidsindex

nvt

€0

€0

7

Kampactie

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

8

Ondersteuning op maat

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

9

Jaar van de vrijwilliger

afhankelijk

€0

€0

€ 25.000

€ 5.000

€ 5.000

€0

€ 3.000

€ 29.000

€ 9.000

€ 9.000

TOTAAL

Begr ’10

€0

Begr ’11

Begr ’12

€0

139

Begr ’13

SU

€0

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


1.2

Jeugdwerkinfrastructuur

Doelstelling: collectieve ondersteuning Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

SU

1

Toelagen jeugdlokalen

76105/33202

€ 301.572

€ 295.000

€ 295.000

€ 295.000

€ 295.000

INFRA

2

Onderzoek jeugdlokalen

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

3

Planadvies duurzaamheid

afhankelijk

€0

€0

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

4

Flankerende maatregelen

zie part. JW

€0

€0

€0

€0

€0

5

Rondrit bouwprojecten

afhankelijk

€0

€0

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 301.572

€ 295.000 € 312.000

€ 312.000

€ 312.000

TOTAAL

INFRA

Doelstelling: individuele ondersteuning 1

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

Aanpak op maat

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

TOTAAL

SU

Doelstelling: prioriteit: brandveiligheid Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

OpvolgingsProgramma

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

2

Terugbetaling keuringen

76105/332-02

€0

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

3

Politiereglement brandveiligheid

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

4

Administratieve ondersteuning

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

140

SU

INFRA


DEEL 3: FINANCIEEL PLAN 1.3

Stedelijk jeugdwerk

Doelstelling: vzw Stedelijk Jeugdwerk is verantwoordelijk voor het stedelijk jeugdwerk Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

SU

1

samenwerkingsovereenkomst met vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

76102/33203

€ 486.500

€ 535.000

€ 535.000

€ 545.000

€ 555.000

JW

2

driejarenplan op te maken door AV van vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

3

voorbereiden verhuis naar hal 9

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

€ 486.500 € 535.000

€ 535.000

TOTAAL

141

€ 545.000

€ 555.000

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


1.4

Toegankelijkheid en diversiteit

Doelstelling: ondersteuning van buurtwerkingen via stedenfonds-middelen Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Overeenkomst ‘t Lampeke

Stedenfonds

€ 79.070

€ 81.000

€ 82.620

€ 84.275

€ 85.960

2

Jeugdwerking Sint-Maartensdal

Stedenfonds

€ 44.000

€ 47.000

€ 47.940

€ 48.900

€ 49.880

3

Overeenkomst vzw Riso

Stedenfonds

€ 120.261

€ 130.000

€ 132.600

€ 135.255

€ 137.960

4

Opvolgen traject MKJ’s.

€0

€0

€0

€0

€0

5

Aanbieden laagdrempelige kadervorming

nvt

nvt

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 243.331

€ 258.000 € 268.160

€ 273.430

€ 278.800

TOTAAL

SU

Doelstelling: ondersteuning van jeugdwelzijnsoverleg Acties 1

Artikel

Opvolgen jeugdwelzijnsoverleg

TOTAAL

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

SU

Doelstelling: ondersteuning van Arktos vzw voor een +18-jarigen werking 1

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

SU

Overeenkomst vzw Arktos

761**/332-03

€ 61.200

€ 62.430

€ 63.670

€ 64.940

€ 66.240

TOEG

€ 61.200

€ 62.430

€ 63.670 € 64.940

€ 66.240

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

142


DEEL 3: FINANCIEEL PLAN Doelstelling: ondersteuning van Integratiecentrum vzw voor een jongerenen kinderwerking 1

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

SU

Overeenkomst vzw Integratiecentrum

761**/332-03

€ 67.320

€ 68.670

€ 75.000

€ 76.500

€ 78.000

TOEG

€ 67.320

€ 68.670 € 75.000

€ 76.500

€ 78.000

TOTAAL

Doelstelling: ondersteuning van het reguliere jeugdwerk Acties 1

Artikel

Projecten lokaal jeugdwerk rond toegankelijkheid.

TOTAAL

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

€ 4.000

€ 5.000

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

€ 4.000

€ 5.000

€0

€0

Begr ’13

SU

€0

Doelstelling: ondersteuning van initiatieven naar kinderen met een handicap Acties

Artikel

1

Initiatieven kinderen met handicap

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

2

Projecten speelpleinen rond inclusie

€0

vzw stedelijk jeugdwerk Leuven

TOTAAL

Rek ’09

€0

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

€0

€0

€0

€0

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

nvt

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

nvt

nvt

€0

SU

Doelstelling: promoten projectenfonds Acties 1

Promoten projectenfonds.

TOTAAL

Artikel

€0

143

SU

€0

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


2.

Jeugdbeleid

2.1

Inspraak en participatie

Ondersteuning en ontwikkeling van de jeugdraad Acties

1 Ondersteuning jeugdraad

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

76170/332-02

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

Begr ’12

Begr ’13

TOTAAL

SU

Participatieprojecten in het kader van de jeugdparagraaf Acties

1 Inspraakprojecten Jeugdparagraaf

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

nvt

nvt

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

nvt

nvt

€0

TOTAAL

€0

SU

€0

Participatieprojecten rond specifieke thema’s Acties

1 Participatieprojecten Specifieke thema’s TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

nvt

nvt

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

nvt

nvt

€0

€0

144

Begr ’13

€0

SU


DEEL 3: FINANCIEEL PLAN 2.2 Jeugdinformatie Doelstelling: ontplooien van een jeugdportaal voor kinderen, tieners, jongeren, ouders en jeugdverenigingen Acties 1 jeugdportaal

Artikel

Rek ’09

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

€0

€0

TOTAAL

Begr ’10 €0

Begr ’11

Begr ’12 €0

Begr ’13

SU

€0

Doelstelling: behouden huidige drukwerk 1

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

drukwerk

761-000000

€ 50.000

€ 50.000

€ 46.000

€ 46.000

€46.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 46.000

€ 46.000

€ 46.000

TOTAAL

SU

Doelstelling: projecten rond jeugdinformatie Acties

Artikel

Rek ’09

Projecten naar het jeugdwerk

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

2 Projecten ruime jeugdinformatie in vzw Stedelijk samenwerking Jongerenadviescentrum Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

3 Projecten nieuwe media in stedelijk jeugdwerk

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

4 Projectmedewerker ‘jeugdinformatie’ behouden

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

€0

€0

1

TOTAAL

Begr ’10

€0

145

Begr ’11

Begr ’12

€0

Begr ’13

SU

€0

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Ondersteuning Link in de Kabel via middelen Stedenfonds Acties

Rek ’09

Begr ’10

1 Samenwerkingsovereenkomst met vzw Link in de Kabel

€ 51.000

€ 52.020 € 53.060 € 54.122

€ 55.204

TOTAAL

€ 51.000

€ 52.020 € 53.060 € 54.122

€ 55.204

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

Artikel

Begr ’11

Begr ’12

146

Begr ’13

SU


DEEL 3: FINANCIEEL PLAN 2.3 Jeugdcultuur Doelstelling: begeleiden en ondersteunen van projecten en concerten van Leuvense jongeren Acties

Artikel

Rek ’09

1

Projectenfonds

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

2

Subsidie jeugdconcerten

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

3

Toeleiden nvt andere subsidies

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

TOTAAL

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12 Begr ’13 SU

Doelstelling: inzetten op meer ruimte voor repetitie, concerten en fuiven Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Zaleninventaris

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

2

stimuleringsfonds voor repetitieruimte en culturele infrastructuur

761-*******

€0

€0

€0

€100.000

€100.000

3

Overleg fuifruimte

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

4

Entrepot openstellen voor repetitie

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€0

€100.000 €100.000

TOTAAL

147

SU

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Doelstelling: stimuleren van creatieve expressie in jeugdwerk en stedelijk jeugdwerk Acties

Artikel

Rek ’09 Begr ’10

Begr ’11

Jong geleerd

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

2 Stedelijk jeugdwerk

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

3 Acties naar het jeugdwerk

nvt

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven

€0

€0

1

TOTAAL

€0

Begr ’12

€0

Begr ’13

SU

€0

Doelstelling: samenwerkingsproject opstarten jeugd-cultuur rond ‘eerste keer op het podium’, jongeren in contact brengen met instellingen en verenigingen, projectdagen. Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

1 Samenwerkingsproject 761-****** jeugd-cultuur

€0

€0

TOTAAL

€0

€0

Begr ’12

Begr ’13

SU

€ 50.000

€ 50.000 € 50.000

PR JC

€ 50.000

€ 50.000 € 50.000

Doelstelling: Actiever aanwezig zijn in het jeugdcultuurveld als jeugddienst, en actief werken rond inspraak en participatie. Acties

Artikel

Rek ’09 Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12 Begr ’13 SU

1

Deelraad kunsten als adviesorgaan jeugd

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Nvt

2

Antenne jongeren mee opvolgen

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

TOTAAL

2.4 Jeugdruimte Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

148


DEEL 3: FINANCIEEL PLAN

Doelstelling: kwalitatieve uitbouw aanbod speelterreinen Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

1

(Her)aanleg speelterreinen

76120/721-60

€ 120.088

€ 300.000

€ 300.000 € 300.000

€ 300.000

2

Kleine bewonersvragen

76120/744-51

€ 53.963

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

3

Buitengewoon onderhoud

76120/725-60 € 21.072

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

4

Onderhoud opvangzones en zandbakken

76120/125-06

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

5

Overeenkomst Wonen & Werken

76120/122-01 € 4.235 76120/332-02 € 0

(€ 5.500) (€ 50.000)

€ 60.000

€ 60.000

€ 60.000

6

Wisselstukken

76120/125-02

€ 13.607

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

7

Nazicht gemeenschaps-wacht

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

€ 45.557

€ 258.522 € 555.500

TOTAAL

Begr ’12

€ 560.000 € 560.000

Begr ’13

SU

€ 560.000

Doelstelling: opmaak speelweefselplan 1

Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

Opmaak speelweefselplan

afhankelijk

€0

€0

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

€0

€0

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

TOTAAL

149

SU

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Doelstelling: speelstraten Acties

Artikel

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Organisatie speelstraten

nvt

€0

€0

€0

€0

€0

2

Drukken speelplan

76100/123-06

€ 1.603

€ 2.000

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 1.603

€ 2.000

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

150

SU


DEEL 3: FINANCIEEL PLAN

151

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


3.

Overzicht Jeugdwerkbeleid

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Particulier jeugdwerk

€ 200.646

€ 248.000

€ 314.000

€ 304.000

€ 314.000

2

Jeugdwerkinfrastructuur

€ 301.572

€ 300.000

€ 317.000

€ 317.000

€ 317.000

3

Stedelijk jeugdwerk

€ 486.500

€ 535.000

€ 535.000

€ 545.000

€ 555.000

4

Toegankelijkheid en diversiteit

€ 375.851

€ 394.100

€ 406.830

€ 414.870

€ 423.040

€ 1.364.569

€ 1.477.100

€ 1.572.830

€ 1.580.870 € 1.609.040

TOTAAL

Jeugdbeleid

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Inspraak en participatie

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

2

Jeugdinformatie

€ 101.000

€ 102.020

€ 99.060

€ 100.122

€ 101.204

3

Jeugdcultuur

€0

€0

€ 50.000

€ 150.000

€ 150.000

4

Jeugdruimte

€ 260.125

€ 557.500

€ 637.500

€ 637.500

€ 637.500

5

Geïntegreerd jeugdbeleid

€0

€0

€0

€0

€0

€ 363.125

€ 661.520

€ 788.560

€ 889.622

€ 890.704

Algemeen overzicht

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

Jeugdwerkbeleid

€ 1.364.569

€ 1.477.100

€ 1.572.830

€ 1.580.870

€ 1.609.040

2

Jeugdbeleid

€ 363.125

€ 661.520

€ 788.560

€ 889.622

€ 890.704

3

Personeelskosten

€ 348.696

€ 345.100

€ 445.000

€ 460.000

€ 475.000

4

Algemene werkingskosten

€ 175.483

€ 238.076

€ 250.000

€ 250.000

€ 250.000

€ 2.251.873

€ 2.721.796

€ 3.056.390 € 3.180.492

TOTAAL

TOTAAL

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

152

€ 3.220.744


DEEL 3: FINANCIEEL PLAN Inkomsten

Rek ’09

Begr ’10

Begr ’11

Begr ’12

Begr ’13

1

MVG – jeugdwerk

€ 142.757

€ 147.944

€ 148.000

€ 148.500

€ 149.000

2

MVG – maatschappelijke achterstelling

€ 115.260

€ 118.725

€ 121.870

€ 122.000

€ 122.000

3

MVG – jeugdinformatie

€ 32.445

€ 34.060

€0

€0

€0

4

MVG – jeugdcultuur

€0

€0

€ 34.000

€ 34.500

€ 35.000

5

MVG – jeugdwerkinfrastructuur

€ 47.585

€ 49.314

€0

€0

€0

6

MVG – brandveiligheid

€0

€0

€ 49.000

€ 49.500

€ 50.000

€ 338.047

€ 350.043

€ 352.870

€ 354.500

€ 356.000

TOTAAL

153

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

154


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN 155

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

156


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN 1.

Goedkeuring ontwerp JBP door CBS

157

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


2.

Advies jeugdraad op ontwerp CBS

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

158


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN Advies op het ontwerp jeugdbeleidsplan 2011-2013 van Leuven···· De jeugdraad van Leuven adviseert positief op het jeugdbeleidsplan 2011-2013 van de stad Leuven. Wij zien grotendeels dezelfde kansen en uitdagingen. De jeugdraad van Leuven zet zich dan ook mee achter de verwezenlijking van dit plan. Desalniettemin zien we een aantal verbeterpunten die we willen meegeven aan het stadsbestuur om tot een goede uitwerking van dit plan te komen. Het ontwerp jeugdbeleidsplan is een lijvig document waarin veel thema’s aan bod komen. Maar het plan blijft op sommige onderdelen zeer vrijblijvend. We verwachten van deze vragen en opmerkingen een serieuze behandeling omdat dit het jeugdbeleid en jeugdwerk van Leuven ten goede komt. Opmerkingen bij deel 1: jeugdwerkbeleid 1. Particulier jeugdwerk • Geen opmerkingen

2. Jeugdwerkinfrastructuur • Er wordt behoorlijk wat geld uitgetrokken om jeugdverenigingen planadvies te geven over duurzaam bouwen. Op zich is dit een positief gegeven. Anderzijds verhoogt duurzaam bouwen de bouwkost aanzienlijk, terwijl de meerwaarde

voor de jeugdverenigingen beperkt is. De jeugdraad is vragende partij om voor de bijkomende bouwkost van duurzame ingrepen een hoger percentage te subsidiëren dan voor de overige bouwwerken. Indien dit niet gebeurd vrezen wij dat deze inspanning een maat voor niets zal zijn.

3. Stedelijk jeugdwerk • De jeugdraad gelooft in het verzelfstandigingsproces van de vrijwilligersgroepen en hoopt dat de stad dit alle kansen geeft. De jeugdraad zal dit proces mee ondersteunen vanuit de raad van bestuur van de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven. Als de stad in zijn visie participatie van alle burgers hoog in het vaandel draagt, dan is dit een goede aanleiding om deze visie kracht bij te zetten. • De taken van de vzw Stedelijk Jeugdwerk Leuven dragen op dit moment verder dan de opdracht. De jeugdraad stelt zich de vraag of deze opdracht herbekeken moet worden. De jeugddienst geeft zelf aan dat de vraag van ouders het aanbod overstijgt. De stad moet zich buigen over de vraag: hoe, waar en met welke middelen kunnen we het aanbod verbreden?

159

4. Toegankelijkheid en diversiteit • De jeugdraad onderstreept dat een transparant aanbod gekoppeld aan een laagdrempelig inschrijvingsbeleid de meeste garanties leveren op een brede en diverse groep gezinnen. Het inschrijvingsbeleid voor de speelinitiatieven van de vzw moet vereenvoudigd en flexibeler worden. • De jeugdraad vraagt de jeugddienst om vrijwillige begeleiders in het jeugdwerk te ondersteunen en begeleiden in hun omgang met kinderen (als deelnemer) en jongeren (als begeleider) van diverse achtergronden. Deze investering kan gebeuren door informatieverstrekking, vorming en het opzetten van een breed netwerk. Dit is minimaal een forum (bvb. een uitwisselingsdag) tussen verschillende (jeugd)(welzijns)organisaties in Leuven en dat op niveau van beroepskrachten en vrijwilligers. Maar het mag (en kan) veel verder gaan. De jeugdraad verwacht van de jeugddienst dat zij de brug zijn tussen het particulier jeugdwerk en het jeugdwelzijnswerk. Er zit heel wat expertise bij het jeugdwelzijnsoverleg. De jeugdraad nodigt de stad uit om dit overleg enerzijds meer te gebruiken en anderzijds genoeg slagkracht geven via ondersteuning (m.b.t. administratie, visie, structuur, continuïteit opbouwen, opdracht verbreden). De visietekst die het jeugdwelzijnsoverleg heeft opgebouwd, staat in het jeugdbeleidsplan (pag. 97) maar er staat

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


geen appreciatie bij. Wij verwachten van de stad dat ze zich uitspreekt of ze achter de tekst staat of niet. Opmerkingen bij deel 2: jeugdbeleid 1. Inspraak en participatie • Algemeen: het plan blijft in dit hoofdstuk oppervlakkig en vaag. Om concreet aan de slag te gaan met deze materie is het voor de jeugdraad wenselijk om op voorhand al mee te geven over welke thema’s de stad minimaal betrokkenheid wil van jongeren. Wij willen de stad vragen deze denkoefening ergens op te zetten en de jeugdraad daarvan op de hoogte te brengen. Wij denken daarbij zelf minstens aan jeugdcultuur, ruimtelijke planning, onderwijs en welzijn. Mobiliteit werd door de jongeren zelf al aangegeven als een relevant thema! • Het plan vermeldt de ambitie om ‘samen op zoek (te) gaan naar nieuwe en creatieve manieren om jongeren te betrekken’. Jeugd(welzijns)werkers zijn vragende partij om de trajecten die in functie van de participatie en inspraakprocessen staan, mee te ontwerpen en ze niet enkel te ondergaan. Jongeren en hun organisaties willen betrokken worden bij de aanvang van een traject. Wij geloven erin dat deze expertise een meerwaarde betekent voor het beleid. Trajecten mee uittekenen is participeren. Geconsulteerd worden in een

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

traject is inspraak. De jeugdraad pleit volmondig voor participatie. • Het plan vermeldt de noodzaak van het versterken van de jeugdraad. Die nood kunnen wij beamen. Door het proces van decentralisatie en het belang van de deelraden te vergroten, konden we meer jongeren volgens hun interesse laten participeren. Het nadeel blijft de betrokkenheid bij het grotere geheel en de officiële adviesvragen. Wij kijken met veel interesse toe hoe de stad deze doelstelling zal verwezenlijken. Volgens de jeugdraad moet enerzijds de structuur herdacht worden, maar anderzijds moet de jeugdraad meer politieke erkenning krijgen, door bijvoorbeeld actief om een advies verzocht te worden door de gemeenteraad. • De ambitie wordt uitgedrukt in het plan om specifieke participatieprojecten op te zetten in het kader van de jeugdparagraaf. De jeugdraad vraagt zich af of deze paragraaf nog gekend is door het middenveld en de beleidsmakers. Wij vragen de stad om eens in kaart te brengen waar deze nog wordt toegepast.

2. Jeugdinformatie • De jeugdraad vraagt naar participatie van jongeren bij initiatieven rond jeugdinformatie. In het plan worden daar geen acties rond omschreven.

160

Volgens de jeugdraad weten jongeren en hun organisaties zelf het beste welke informatie moeilijk voor handen is en hoe deze best wordt gecommuniceerd. De jeugdraad stelt voor om een jongerenredactie op te zetten bij het ontwikkelen en onderhouden van het jeugdportaal. • Wordt er bij de ontwikkeling van het jeugdportaal nog verder gewerkt aan de zoekrobot rond fuifzalen die door de jeugdraad gesuggereerd werd in het kader van de aanbevelingen rond het fuifbeleid?

3. Jeugdcultuur • Vanuit de consultatieronde kwam de tip nog naar boven om het Entrepotgebouw actief en zo snel mogelijk te gebruiken als ontmoetingsplaats voor jeugdcultuur in Leuven. • Het gebruik van de lokalen van het jeugd- en cultuurcentrum, respectievelijk Vleugel F en 30 CC, is niet klantvriendelijk. De jeugdraad vraagt om de klantvriendelijkheid eens te onderzoeken en zo nodig de regeling te herbekijken, zoals o.a. openingsuren, regeling rond werkuren professionelen, de optie om andere medewerkers in te schakelen (van vrijwilliger tot jobstudent). • Er staat niets in het plan over de link tussen het jeugdwerk en jeugdcultuur. Worden er ook acties ondernomen om deze prioriteit bekend te maken bij het jeugdwerk?


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN • Er is nog werk aan de winkel bij de promotie van het projectenfonds. De stad moet volgens de jeugdraad de zichtbaarheid van projecten die door het fonds worden gesubsidieerd verhogen. Een aantal stadsdiensten kunnen deze initiatieven ondersteunen in hun communicatie, reclame, sponsoring, perscontacten en andere. Op deze manier toont de stad actiever welk potentieel het fonds heeft en werkt zo de promotie ervan in de hand.

4. Jeugdruimte • De jeugdraad bewaakt scherp de uitlatingen rond het in vraag stellen van enkele speelterreinen. Dit staat haaks op het idee “Leuven, jongerenstad” waarbij de stad er net naar wil streven om kinderen en jongeren zoveel mogelijk ruimte te geven. Open ruimte, en zeker speelruimte is in de stad schaars goed. De jeugddienst moet deze schaarse ruimte te allen tijde verdedigen, tegen de druk van de andere sectoren. De jeugdraad wil betrokken worden bij de besluiten van de werkgroep speelterreinen. • De actie rond het speelweefsel is een dure actie. De jeugdraad ziet de kansen er van in maar vindt in het jeugdbeleidsplan nergens een verwijzing over wat de stad met dit plan wil bereiken? Welke resultaten en beoogde effect hoopt de stad

te bereiken met dit plan? De jeugdraad wil deze vraag beantwoord zien alvorens de opdracht uit te besteden. • De jeugdraad wil dat het speelweefselplan meer is dan een weergave van het huidige speelweefsel. Vanuit dat plan moeten er bepaalde acties of doelstellingen worden geformuleerd, zoals het aanleggen en aanwenden van verbindingswegen en het erkennen of waarderen van informele speelruimte. Zal de stad hier zelf doelstellingen over formuleren of vraagt de stad slechts aan het bureau om aanbevelingen te doen? • Naast een speelweefselplan is er nood aan het in kaart brengen van “tienerweefsel”. Wij pleiten voor een verruiming van de opdracht om ook de hangplekken van tieners in kaart te brengen. • Bij de uitbesteding van het speelweefselplan komt mogelijk de betrokkenheid van inwoners in het gedrang? De jeugdraad vraagt de stad om de optie te overwegen om zelf iemand aan te werven en de expertise dus binnen te halen. Op deze manier zijn de garanties groter om de Leuvense jeugd betrokken te krijgen en hoopt de jeugdraad op een langere termijn te genieten van de effecten van dit proces.

161

5. Geïntegreerd jeugdbeleid • Algemeen: Er staat in dit hoofdstuk veel over samenwerking. Toch vindt de jeugdraad geen enkele verwijzing naar welk doel dit dient. Wij denken dat het gemakkelijker is om resultaten te halen als de wenselijke effecten omschreven worden. Deze zijn, net als acties, weinig concreet in het plan. We willen graag de opdracht meegeven om na te denken over welke effecten we willen dat de geleverde inspanningen opleveren. • De jeugddienst moet zichzelf uitnodigen op bepaalde fora, of daar waar er nog geen overleg bestaat, het zelf inrichten. We missen een lijst met aan te spreken partners. Als dit niet geconcretiseerd wordt, dreigen vele intenties misschien een stille dood te sterven. • Brede school: als de jeugddienst actieve partner wil zijn, welke initiatieven wil ze dan nemen? Er is misschien geen nood aan een andere faciliterende partner, de rol die de jeugddienst zichzelf ziet doen. Misschien is er meer nood aan een gecoördineerd beleid. • Mobiliteit: de jeugdraad gaat niet akkoord met de stelling dat dit slechts een communicatieprobleem is. Er is te weinig! Zowel fietspaden, als fietsenparkings als nachtbusvervoer. Een communicatieplan alleen is geen antwoord op de nood. We vrezen dat het probleem van de fietsenparkings in Leuven vanuit een verkeerde vi-

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


sie wordt behandeld en vragen dat jongeren hier mee over mogen nadenken. Het principe van grote centrale fietsenparkings werkt niet. In de stationsbuurt is dit nog net werkbaar (alhoewel?) maar de jeugdraad vreest dat een doortrekking van dit principe in de binnenstad zal leiden tot een overwoekering van “wildparkeerders”. De stad volgt nu vooral de visie: ‘mijn auto, mijn vrijheid’. Als de stad het fietsgebruik wil stimuleren moet het uitgangspunt worden: ‘mijn fiets, mijn vrijheid’ en moet flexibeler parkeren mogelijk zijn. De stad moet prioriteit geven aan fiets- en openbaar vervoer. De jeugdraad vraagt snel werk te maken van een fietsenparking op de Oude markt, de Parijsstraat, de Diestsestraat en de Naamsestraat: de plaatsen waar veel jongeren starten en stoppen met hun mobiliteit. • Internationaal: hoe gaat de stad de effecten van uitwisselingen en internationale ervaringen van jongeren bestendigen op langere termijn? • Welzijn: de jeugdraad wil de ambitieuze doelstelling toejuichen om meer de tandem ouder-kind te gebruiken. Wij loven deze creatieve en innoverende aanpak. Maar de jeugdraad wil wijzen op de gevaren om zich onbezonnen te storten in een avontuur en schuift enkele vragen naar voor. Is het jeugdcentrum klaar om het gezin op te vangen? Als je gezinnen ‘binnenhaalt’, wie ‘steek’ je dan buiten? Welke flankerende maatregelen en beroepstijd kunnen daarvoor vrijgeJeugdbeleidsplan 2011 – 2013

maakt worden eens de vragen binnenstromen? Naar welke diensten wordt er in eerste instantie doorverwezen? Hoe wordt er structureel overlegd? Hoe worden beroepskrachten daarin ingeleid, ondersteund, gevormd? Waar ligt de grens van het jeugdcentrum, hoever gaat een ondersteuning of begeleiding? Opmerkingen bij deel 3: financieel plaatje • Speelweefselplan: er heerst onduidelijkheid over die jaarlijkse 75000 euro? Waarom is dit over drie jaar gespreid? Doet een externe organisatie (zoals vooropgesteld) er 3 jaar over en kost dit dan in het totaal 225 000 euro ?!? • Prioriteit jeugdcultuur en brandveiligheid: de inkomsten worden wel geboekt maar er zijn amper uitgaven opgenomen in het plan. De jeugdraad denkt dat dit mogelijk een probleem kan opleveren voor de verantwoording van de budgetten aan de afdeling Jeugd. • Speelstraten: vreemd dat er geen budget is voor speelstraten. Wat met vorming als inhoudelijke ondersteuning? En uitlenen van materiaal? Wordt hier rond niets meer ondernomen? In 2011 bestaan de speelstraten 10 jaar. Is dit geen mooie aanleiding om een actie te doen en er budget voor vrij te maken? • Geïntegreerd jeugdbeleid: Dit hoofdstuk is ambitieus en dit juicht de jeugdraad ook toe. Maar deze ambities komen niet serieus over doordat 162

er geen financiële vertaling is. Weten de partners dat er geen budget is voor een samenwerking vanuit de stad? Andere opmerkingen De jeugdraad van Leuven betreurt dat er in het plan niets geschreven staat over de verdere toekomst van het jeugdbeleid en hoe we in Leuven zullen omgaan met de nieuwe evoluties op vlak van strategische meerjarenplanning. Wij verwachten van de stad een stevig antwoord op de vraag hoe kinderen en jongeren kunnen en zullen blijven participeren in deze stad. De jeugdraad is vragende partij om een participatieplan of een participatieambtenaar. (Participatie, niet zomaar inspraak!) De nieuwe beheers- en beleidscyclus is een bedreiging voor het interactief bestuur. Wij zien de voordelen ervan op beheersniveau (voor de politici), maar wij zien de voordelen ervan nog niet op het gebruikersniveau (voor de inwoners). Met het wegvallen van een jeugdbeleidsplan ontstaat een inhoudelijke lacune. Wij verwachten betrokken te worden bij deze nieuwe evoluties, in eerste instantie om te kunnen anticiperen op wat ons te wachten staat, en anderzijds om onze kijk op de zaak te kunnen meegeven.


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN 3.

Advies afdeling jeugd

163

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


4.

Antwoord CBS op advies jeugdraad

Stedelijke jeugdraad Leuven Kato Verbinnen - Voorzitter Brusselsestraat 61a 3000 Leuven

uw kenmerk ons kenmerk     telefoonnummer faxnummer 016 24 66 94 016 24 66 99

contactpersoon Hanne Schreurs  e-mail hanne.schreurs@leuven.be

datum 23 september 2010

Advies jeugdbeleidsplan 2011 – 2013 Geachte mevrouw Verbinnen Beste Kato Wij hebben het advies van de jeugdraad op het jeugdbeleidsplan 2011 – 2013 aandachtig doorgenomen. Een aantal van jullie verbeterpunten hebben we in het jeugdbeleidsplan opgenomen, met een aantal opmerkingen zijn we het niet helemaal eens. Hieronder vindt u een gedetailleerd antwoord op elk van jullie opmerkingen: Jeugdwerkinfrastructuur De planadviezen van vzw Dialoog op vlak van duurzaamheid hebben net tot doel om ondersteuning op maat te bieden van bij het begin van een (ver)bouwproject. Kleine nuances in het ontwerp of bij de uitvoering kunnen soms een groot verschil maken bij de voltooiing van het project. Het is niet de bedoeling om specifieke duurzame ingrepen te stimuleren, maar wel om de ingrepen die sowieso moeten gebeuren op duurzame wijze uit te voeren. We willen daarom niet ingaan op de vraag naar een hoger subsidiepercentage. De opdeling van diverse kosten in verschillende subsidiepercentages is ook niet altijd eenduidig te maken. Een positief element van het reglement is net dat er geen schotten zitten tussen verschillende kosten, zodat de administratieve last voor de verenigingen beperkt blijft. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

164


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN Stedelijk jeugdwerk Omdat we participatie belangrijk vinden, zullen we animatoren en vrijwilligers betrekken bij het uitdenken en uitwerken van het verzelfstandigingsproces van de vrijwilligersgroepen van de vakantiewerkingen. Zoals aangegeven in het plan streven we vanaf 2011 naar meer plaatsen binnen het grabbelpasaanbod. Op basis van deze uitbreiding kan de samenwerkingsovereenkomst met vzw Stedelijk Jeugdwerk herbekeken worden. Toegankelijkheid en diversiteit We zijn ons bewust van het feit dat het inschrijvingsbeleid van vzw stedelijk jeugdwerk verschillende drempels heeft. De vzw zal haar inschrijvingssysteem onder de loep nemen en in overleg met verschillende partners, onder andere uit het jeugdwelzijnsoverleg, proberen dit laagdrempeliger te maken. Het hoofdstuk diversiteit en toegankelijkheid is herschreven in het licht van dit advies. We gaven een appreciatie bij de tekst en omschreven een aantal acties concreter. Zo zullen we aan het begin van de volgende beleidsperiode in overleg met de verschillende soorten jeugdwerk bekijken hoe we de begeleiders in het jeugdwerk kunnen ondersteunen in hun omgang met kinderen en jongeren van diverse achtergrond en op welke manier we de brugfunctie tussen het reguliere en het categoriale jeugdwerk kunnen invullen. Momenteel ondersteunt de jeugddienst naast het jeugdwelzijnsoverleg ook de jeugdwerkraad. Op dit laatste overleg worden ook de categoriale jeugdwerkingen uitgenodigd, zodat linken tussen verschillende jeugdwerkvormen gelegd kunnen worden. We stellen echter vast dat het categoriale jeugdwerk niet structureel aanwezig is. Inspraak en participatie De stad zal zeker werken aan participatie bij jeugdcultuur, ruimtelijke planning en mobiliteit. Voor onderwijs en welzijn moeten we de mogelijkheden binnen bestaande structuren of daarbuiten nog onderzoeken. Punt 2 en 5 in de analyse van dit hoofdstuk verwijst duidelijk naar het netwerk dat de stad wil uitbouwen en de samenwerking die de jeugddienst wil aangaan met partners. We hopen dan ook dat partners actief mee vorm en inhoud geven aan het proces. 165

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Het is een doelstelling van de stad om de jeugdraad maximaal te ondersteunen en faciliteren. Ook wil de stad de jeugdraad politiek erkennen. Wel gelooft de stad dat jongeren zelf vorm en invulling moeten geven aan de jeugdraad. Niets belet de jeugdraad om zelf advies te geven en belangrijke thema’s voor kinderen en jongeren aan te kaarten bij het college en de gemeenteraad. De jeugdparagraaf is zeker gekend bij beleidsmakers, wordt actief toegepast in de werkgroep speelterreinen en is ingeschreven in het draaiboek stratenheraanleg. Jeugdinformatie Participatie van jongeren en organisaties is inderdaad niet opgenomen in deze acties. In het stukje interactief bestuur van het hoofdstuk jeugdinformatie komt dit echter wel duidelijk naar voor: vzw stedelijk jeugdwerk, de M-crew, Jongerenadviescentrum en Riso worden uitdrukkelijk vernoemd als partner. Bij de acties rond het jeugdportaal is het niet onze intentie om in het jeugdbeleidsplan inhoud en werkwijze van dit jeugdportaal gans te duiden. We willen wel duidelijk de keuze vooropstellen voor een user content generated website die voor kinderen, jongeren, jeugdverenigingen en zélfs studenten de online toegangspoort tot Leuven kan zijn. We benadrukken ook dat het jeugdportaal open staat voor alle inhoudelijke suggesties. Een jongerenredactie voor het jeugdportaal lijkt ons een minder goed idée. De bedoeling is net dat jongeren content kunnen aanleveren dankzij het systeem dat achter het jeugdportaal zal zitten. Uiteraard zullen we op vele momenten afstemming en ideeën zoeken bij jongeren en hun organisaties. De zoekrobot voor fuifzalen is een specifiek punt van de inhoud van het jeugdportaal dat volgens ons geen vermelding behoeft in een jeugdbeleidsplan. Maar het is zeker de bedoeling om op het jeugdportaal een intensief gedeelte rond fuiven uit te bouwen. Jeugdcultuur Wij zijn ons bewust van de krachten van het entrepotgebouw. We willen dit samen met de dienst cultuur opvolgen en kansen verhogen zodat hier een ontmoetingsplaats voor jeugdcultuur ontstaat. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

166


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN De stad ziet in dat haar jeugd- en cultuurcentrum maar tot op zekere hoogte gebruiksvriendelijk zijn. Vanuit de suggesties van de jeugdraad zal ze een onderzoek voeren om dit te verbeteren. Het is inderdaad zo dat we de link met jeugdwerk in het hoofdstuk jeugdcultuur niet leggen. In de concretisering van de actie ‘samenwerkingsproject jeugd-cultuur’ is het wel een expliciete keuze om naast acties in scholen en de vrije tijd, ook acties in het jeugdwerk uit te werken. We zullen dit in het plan vermelden. De jeugddienst vindt het een goed idee om uitgebreider te communiceren over initiatieven van jongeren of organisaties via het projectenfonds. Onder andere in het jeugdportaal en het jongerenmagazine zal dit aan bod komen. Jeugdruimte Het stadsbestuur is erg overtuigd van de noodzaak van speelterreinen in de stad. We streven ernaar om elke bewoner speelruimte aan te kunnen bieden op loopafstand van de woning. Uit de stadsmonitor blijkt dat in 2008 dit al voor 67,7 % van de inwoners het geval was. Leuven haalt daarmee de beste score van alle centrumsteden. Ook de investeringen die de stad al heel wat jaren doet op dit vlak onderstrepen dit streefdoel. Dit betekent echter niet dat bestaande speelterreinen niet in vraag gesteld kunnen worden. Voor een aantal terreinen kan het beter zijn om ze een andere functie te geven als er voldoende alternatieven in de buurt zijn. Om die reden kiezen we bewust om op bepaalde groene ruimtes geen speeltoestellen te voorzien, zoals op de Keizersberg of in het Wingerdpark. Een stad als Leuven heeft immers ook nood aan groene eerder rustige ruimtes en parkjes. De werkgroep speelterreinen doet heel wat inspanningen om bij projecten rond speelterreinen een inspraak- en participatietraject op te zetten met de gebruikers (verenigingen, scholen, kinderen, jongeren en buurtbewoners) en ook daadwerkelijk rekening te houden met de uitkomst van deze trajecten. We denken dat het zinvoller is op deze manier te werken dan via de jeugdraad als orgaan. Zoals in het Jeugdbeleidsplan omschreven staat, is speelweefsel een manier om de publieke ruimte ‘ook’

167

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


op maat van kinderen en jongeren te analyseren. Het beoogt een kwaliteitsvolle spreiding, inplanting en inrichting van plekken die voor hen belangrijk zijn. Het in beeld brengen van de gewenste ruimtelijke structuur voor kinderen en jongeren in een speelweefselplan zien we als een opdracht voor een externe organisatie. Uiteraard is het de bedoeling om nadien bij concrete projecten rekening te houden met dit speelweefselplan of specifieke projecten op te zetten. Dit zullen we later concretiseren. Het is nooit de intentie geweest om de focus enkel op kinderen te leggen. Uiteraard is het de bedoeling dat ook tieners en jongeren worden opgenomen. We hebben dit in het plan explicieter gesteld. We delen de bekommernis van de jeugdraad over de betrokkenheid van de inwoners. We nemen dit aandachtspunt expliciet op in het uitbestedingsdossier. Geïntegreerd jeugdbeleid We gaan akkoord dat hier inderdaad geen resultaatsverbintenissen beschreven staan, en dat de acties zeer algemeen blijven. Een geïntegreerd jeugdbeleid veronderstelt ook een lange termijn aanpak die per domein een andere werkwijze zal bevatten, maar wel vertrekt vanuit de manier zoals we ze in de acties beschreven hebben: - Opvolgen; - Onderzoeken; - acties rond samenwerking formuleren. Op die manier gaat de stad wel grondig de rol van de jeugddienst bekijken op elk domein, en zullen we met de juiste partners samenwerkingsverbanden leggen. Financiële consequenties hiervan kunnen we op dit moment niet inschatten, en zijn als dusdanig ook niet beschreven. Het brede school netwerk is een relatief nieuw netwerk onder coördinatie van de dienst onderwijs. De rol van de jeugddienst lijkt ons niet coördinerend maar faciliterend. Concreet vertaald betekent dit dat we jeugdorganisaties proberen te verbinden aan brede school. Binnen de middelbare scholen is dit concept op dit moment nog onbestaande, en willen we wel actief van de eerste dag het thema jeugdcultuur als basis nemen om mee aan de slag te gaan. De suggesties voor fietsenparkingen zullen opgenomen worden met de betrokken dienst en meegenomen worden bij de opmaak van het speelweefselplan. Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

168


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN Om effecten op lange termijn te bestendigen willen wij een jeugdbeleid dat inzet op: • actieve informatie over internationale contacten; • begeleiding en toeleiding naar Europese subsidies; • het stimuleren van eigen vrijwilligers; • financiële ondersteuning bij groepsuitwisselingen. Als jeugddienst die tot nu toe voornamelijk gericht was op de ‘vrije tijd’, maar in de toekomst wil streven naar een geïntegreerd jeugdbeleid, willen we in eerste instantie activiteiten organiseren waar ouders en kinderen aan deel kunnen nemen. Door gezinnen op die manier uit te nodigen naar het jeugdcentrum, zullen ze zich vermoedelijk ook makkelijker en sneller tot ons richten met betrekking tot andere thema’s. Het is onze intentie om ouders gericht door te verwijzen naar andere diensten, verenigingen en organisaties, niet om zelf de ondersteuning of begeleiding op te nemen. Om goed op de hoogte te zijn van het aanbod van de verschillende diensten en organisaties binnen dit domein, streven we er naar om in de toekomst regelmatiger contact te hebben met hen. In eerste instantie formeel en georganiseerd door hen uit te nodigen op het teamoverleg van de jeugddienst en door de jeugddienst voor te stellen om hun teamoverleg. Nadien zullen hieruit persoonlijker contacten tussen de verschillende diensten versterkt worden. Financieel plaatje De budgettaire prognose voor de opmaak van een speelweefselplan is een ruwe raming. We gaan er vanuit dat het opmaak van zo’n plan, rekening houdend met de gewenste betrokkenheid van verschillende partners, een proces is dat over een langere tijd zal lopen. Het voorzien van budgetten hiervoor geeft alleszins de mogelijkheid om dit grondig aan te pakken. Mocht blijken dat dit op kortere tijd lukt, is dat des te beter. We begrijpen de opmerking van de jeugdraad over de budgetten voor de prioriteiten niet. Het plan vermeldt duidelijk waarom de stad van mening is dat ze de prioriteitsmiddelen niet expliciet voor brandveiligheid moet voorzien, ze in wil zetten via het toelagereglement jeugdlokalen. De afdeling jeugd maakt hierover geen opmerking in haar advies. Ook staat duidelijk vermeldt in het plan dat er 50.000 EUR voorzien is voor een gezamenlijk jeugdcultuurproject. De afdeling jeugd maakt hierover geen opmerking in haar advies. 169

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Al 9 jaar bestaan er speelstraten in Leuven. Elk jaar zijn er kleine dingen bijgekomen om zowel de bewoners als de peters en meters beter te informeren. Op dit moment zit een deel van het budget van speelstraten bij het drukwerk jeugdinformatie. Hiervan worden een speelstraatfolder, speelstraatkaften en het speelplan aangemaakt. In de speelstraatkaft staat heel wat informatie voor meters en peters. De belangrijkste is een lijst van belangrijke contactpersonen en de rechten en plichten van de meters en peters. Inhoudelijk lijsten de infokaften de belangrijkste vragen op waarmee peters en meters geconfronteerd kunnen worden. Verder is er een deel rond veiligheid en worden er tal van mogelijke activiteiten aangereikt om te organiseren in speelstraten. Om de 2 jaar zit er een spelboekje bij met meer dan 100 spelen en knutselactiviteiten (tweejaarlijks omdat veel meters en peters zich elk jaar terug kandidaat stellen). De speelstraten mogen ook de speelkoffers van de uitleendienst lenen tegen een klein bedrag. Voor speciale activiteiten (bbq, buurtfeesten, enz. ) kunnen ze een aanvraag indienen bij het secretariaat om extra materiaal te lenen en om op aangepaste uren de straat af te sluiten. We houden de verdeling over de verschillende diensten zo, om een gemeenschappelijke procedure te hebben over heel Leuven en geen verwarring te krijgen over wie voor wat verantwoordelijk is. We voorzien dus wel degelijk heel wat middelen voorzien voor speelstraten. In 2010 hebben we met mobiel 21 samengewerkt om een vorming te organiseren voor meters en peters in verband met mobiliteit en kleuters. In het kader van ‘10 jaar speelstraten’ hebben we extra budget voorzien in de begroting 2011 om: • mobiele verkeersparken aan te kopen - 10 000 euro op de buitengewone begroting; • speciale activiteiten te organiseren in kader van het feestjaar en voor vorming - 6 000 euro op de gewone begroting.0

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

170


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN Andere opmerkingen Bij punt 4 engageert de stad zich om te werken aan kwalitatieve jeugdparticipatie en dit ook te garanderen in de toekomst, door onder andere jeugdparticipatie af te stemmen op andere participatieprocessen. Er loopt momenteel ook een traject onder begeleiding van Kenniscentrum Steden en Gemeenten over participatie. De jeugddienst neemt zeer actief deel aan dit traject en trekt ook daar de kaart van kinderen en jongeren.

Voor meer informatie kan u contact opnemen met Hanne Schreurs via bovenstaande contactgegevens. Hoogachtend Op last van het college: de stadssecretaris,

burgemeester en schepenen,

Gust Vriens

Herwig Beckers schepen van Ruimtelijke Ordening en Jeugd

171

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


5.

Goedkeuring JBP door CBS

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

172


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN

173

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


6.

Goedkeuring JBP door GR

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

174


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN

175

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

176


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN

177

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013

178


DEEL 4: VAN ONTWERP TOT PLAN

179

Jeugdbeleidsplan 2011 – 2013


vu Herwig Beckers, Schepen van Ruimtelijke Ordening en Jeugd, Professor van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven

Foto’s: Lisa Develtere, Stephanie Verbeken en Kwinten Rummens


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.