Kolb Moerdijk opent vierde reactor
DCMR klaar voor coördinatie BRZO-RUD’s
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie ä 12 ä 13 december 2012
OUD-MINISTER EN -DIPLOMAAT BEN BOT:
“Niet somberen over Europa”
Nederlandse chemie heeft goede reputatie
(Advertoriaal)
Procesverbetering en de inzet van hernieuwbare, biobased grondstoffen. Dat zijn voor de Margarine, Vetten en Oliën (MVO) industrie dé sleutels naar een duurzame en winstgevende toekomst. Belangrijke stap in het energie-efficiënter maken van processen is het programma Energiebewuste Operator ontwikkeld. ‘Duurzame bedrijfsvoering begint met gedragsverandering op de werkvloer’ . ‘Menselijk gedrag is bepalend voor energiegebruik’, zegt Dirk de Knecht van VAPRO. ‘Als een medewerker begrijpt waarom hij zijn werk efficiënt moet uitvoeren, is hij ook sneller geneigd om dat te doen. Ziet de operator, de spin in het web van de fabriek, de noodzaak van energiebesparing en duurzaamheid, dan straalt dit uit naar de rest van het bedrijf. Een energiebewuste operator is dus een belangrijk fundament voor duurzame bedrijfsvoering’. Begrijpen is doen In samenwerking met het Productschap MVO is een opleidingsprogramma ontwikkeld. ‘Dankzij het programma ziet de operator wat de impact van zijn handelen is op energiegebruik en kan hij daarop sturen’ zegt Frank Bergmans, adviseur duurzame ontwikkeling en energiebesparing bij het Productschap MVO. Als onderdeel van het energieprogramma maken de operators een businesscase met verbetervoorstellen. Deze kunnen het hoger management overtuigen van de noodzaak van maatregelen en zelfs de aanzet geven tot nieuwe technologieën. ‘De operators kijken op een andere manier naar het productieproces dan managers’, zegt De Knecht. ‘Ze zijn altijd bezig met de machines en zien vaak besparingsmogelijkheden die leidinggevenden laten liggen.’ Als voorbeeld noemt hij een bedrijf waar de transportband voortdurend draaide, terwijl er 40% van de tijd geen producten op stonden. ‘Dankzij het inzicht hoeveel energie er zo verspild wordt, is een sensor geplaatst en draait de band alleen als er producten op staan.’
Concurreren en verantwoordelijkheid nemen Het Productschap MVO ontwikkelde het programma in het kader van de routekaart, die de sector in april 2012 aanbood aan minister Verhagen. Hierin staat met welke innovaties de sector in 2020 30% energieefficiëntieverbetering wil halen ten opzichte van 2005.
Maatwerk per bedrijf Het programma wordt per bedrijf op maat samengesteld. Vooraf doen de operators een online kennistest. Op basis daarvan stelt VAPRO met het management van het betreffende bedrijf het programma samen waarin informatie over techniek, procesbeheersing, energie en milieu staan opgenomen. Opdrachten worden op de werkvloer uitgevoerd. Na afloop wordt niet alleen het kennisniveau getoetst, maar ook het effect op het energiegebruik van het bedrijf. Bottom-up Op het gebied van procesefficiëntie heeft de sector al veel bereikt. ‘Maar er zijn ook nog grote kansen onbenut’, benadrukt Bergmans. ‘De bedrijven gaan al heel bewust met processen om: ze produceren volgens strenge kwaliteitseisen van de afnemers. Energiebesparing is hierin relatief nieuw. Met het opleiden van de operators kiezen we voor een bottom-up benadering hiervan.’ Een aanpak waarin ook andere sectoren kansen zien, aldus De Knecht. ‘We zijn inmiddels benaderd door bedrijven uit de chemie en kalkzandsteen.’
Bent u geïnteresseerd in het Energiebewuste Operator programma van VAPRO? Neem dan contact op met Dirk de Knecht via d.d.knecht@vapro.nl of 06 523 51 504. Zie: www.vapro.nl. 1200935_sc_fc_1-52.pdf 2
13-12-2012 12:13:27
INHOUD 12 | 13 december | 2012
18
INTERVIEW BEN BOT afgrond is gegaan en dat de toekomst er slecht uitziet, is sterk overdreven, zegt Ben Bot. En hij kan het weten, als ex-minister van Buitenlandse Zaken en Permanent Vertegenwoordiger bij de EU van 1992 tot 2003. “De meeste mensen weten niet hoe de EU in elkaar zit en denken bij elk probleem dat de hele Unie in gevaar is.”
BRZO BRZO Brabant BRZO DCMR BRZO Groningen BRZO Limburg BRZO NZKG BRZO Nijmegen
RUD’S De oprichting van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) mag dan door een aantal tegenstribbelende gemeenten zijn vertraagd, de DCMR Milieudienst Rijnmond is klaar voor haar coördinerende taak als RUD voor BRZO-bedrijven, stelt directeur Jan van den Heuvel. DCMR gaat een aantal gemeenschappelijke taken uitvoeren namens de zes BRZO-RUD’s.
22 2 2 december 2012 Chemie magaz g ine 3
1200935_sc_fc_1-52.pdf 3
13-12-2012 12:13:30
DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG
ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)
1200935_sc_fc_1-52.pdf 4
13-12-2012 12:13:34
INHOUD 12 | 13 december | 2012
28
Opschaling biobrandstofproductie uit algen lijkt vooralsnog kansloos
34
Hoogleraar Maaike Kroon is op zoek naar renewable solvents
7 Opinie Inzichten voor een brug naar de toekomst
7 Agenda
9 11 13 15
NIEUWS Onderwijs Energie en klimaat Economie Actueel
ACHTERGROND
18 Europa
Interview Ben Bot
22 Veiligheid
DCMR klaar voor coordinerende taak BRZORUD’s
26 Wetenswaardig
Biologisch strooizout beschikbaar
28 Biobrandstof
Biobrandstof uit algen blijft toekomstmuziek
32 Onderhoud
40
Kolb profiteert van vraag naar alkoxylaten en oppervlakte-actieve stoffen
Huntsman vindt kritische inspectie een zegen
34 Hoogleraar
Maaike Kroon, hoogleraar scheidingstechnologie
38 Uitgelicht
TU Delft en BE-Basic openen kantoor in Brazilië
40 Uitbreiding
Kolb Moerdijk neemt vierde reactor in gebruik
Hoe denken Europeanen over de chemische industrie in hun land?
42 Starter
Elemetal wint koper terug uit huisvuilas
44 Onderzoek
Imago Nederlandse chemie: meer voor- dan nadelen
49 49 50 50 50
Bedrijven Column hoofdredacteur Mensen Volgende maand Colofon
44
december 2012 Chemie magazine 5
1200935_sc_fc_1-52.pdf 5
13-12-2012 12:13:37
Advies- en ingenieursbureau
dhv.nl
Economie, veiligheid, of win-win?
Hoe manage je risico’s op het gebied van milieu en veiligheid binnen een bedrijf? Welke maatregelen neem je zodat er veilig gewerkt kan worden? Wat zijn effectieve milieumaatregelen? En dragen Europese Richtlijnen echt bij aan een verbetering van de veiligheid in Nederland? Milieu en Veiligheid Industrie van DHV buigt zich over deze en nog veel meer vragen. De adviseurs kennen de brandstoffenbranche, ze spreken de taal en opereren gemakkelijk in het krachtenveld tussen bedrijf en belanghebbenden. Daarbij wordt bewezen dat innovatie en samenwerking leidt tot vooruitstrevende win-win oplossingen.
De adviesdiensten bestaan o.a. uit: • Ondersteunen bij vergunningsaanvragen, beoordelen van vergunningsvoorschriften; • Ondersteunen bij ruimtelijke ordeningsvraagstukken (bestemmingsplannen en vestigingsplaatsonderzoek); • Ondersteuning en advies bij diverse veiligheidsvraagstukken (BRZO, A(RI&E), PGS, ATEX, etc); • Uitvoeren van onderzoeken op het gebied van water, geluid, energie, geur en bodem; • Verbeteren van de veiligheidscultuur; • Opzetten en invoeren van managementsystemen (kwaliteit, Arbo, milieu en veiligheid). DHV doet dat al 90 jaar.
Meer weten? DHV B.V. Milieu & Veiligheid – Industrie Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort www.dhv.nl/mvi www.dhv.nl/mkb-desk Tel (033) 468 32 66
Altijd een oplossing verder
1200935_sc_fc_1-52.pdf 6
13-12-2012 12:13:40
AGE NDA 7 februari Praktijkdag Bio-energie Amsterdam Arena
14 maart The Chemical Conference 2013 De Fabrique, Utrecht
VNCI 17 december SusChem NL VNCI, Den Haag
19 december BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu Styron, Terneuzen
17 januari WG Energie en Klimaat Novotel, Breda
25 januari BG Communicatie Locatie nog nader te bepalen
31 januari Regiegroep Chemie Academiegebouw, Utrecht
12 februari VNCI Advocacy Team VNCI, Den Haag Meer agenda: www.vnci.nl
Voorwoord
BRUG NAAR DE TOEKOMST
D
it is het laatste nummer van Chemie Magazine van 2012. Nog even en het is 2013. Het jaar 2012 heeft ons veel nieuwe inzichten gebracht. Het beeld van de toekomst van de chemie in Nederland kreeg met de totstandkoming van de Visie 20302050 duidelijke contouren: ondanks de stormachtige groei van de sector buiten Europa liggen er ook in Europa volop kansen. Sterker nog, we hebben geconcludeerd dat de chemie als industry of industries essentieel is voor een vitale maakindustrie in Europa en voor het vinden van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op onder meer het gebied van energie, klimaat en vergrijzing. We maakten met de Routekaart Chemie 2012-2030 tastbaar hoe we onze bijdrage aan de oplossing van het energie- en klimaatprobleem in praktijk kunnen brengen. Tegelijk hebben we vastgesteld dat de potentie van onze sector alleen tot zijn recht komt als aan een aantal concreet benoemde randvoorwaarden wordt voldaan. Randvoorwaarden die het mogelijk maken dat de concurrentiekracht van de industrie intact blijft. Randvoorwaarden die bedrijven voldoende vertrouwen geven om te blijven innoveren en investeren. Want voor een industrie als de onze zijn innovaties en investeringen de brug naar de toekomst. Kijkend naar de cijfers constateerden we ook dat het huidig investeringsniveau ons niet brengt waar we willen komen, en dat daar onder de huidige randvoorwaarden geen verbetering in te verwachten valt. Een inzicht dat ons bewoog om eind november de alarmbel te luiden (zie onder meer Het Financieele Dagblad d van 30 november en pagina 13 in dit Chemie Magazine). Wat betekenen al die nieuwe inzichten nu voor 2013? Wat mij betreft betekenen ze een extra motivatie om gericht ons plan te trekken. We weten wat ons nu te doen staat; op het gebied van innovaties en investeringen, maar ook op het gebied van veiligheid, igheid, operational ti l excellen ll nce en andere d randvoorwaarden. Met een kabiinet dat bruggen wil slaan moet het mogelijk zijn om ook voor de chemie de brug naar de toeko omst te bouwen. Ik wens u heel ďŹ jne feestdagen en veel inspiratie en reectie, zodat we in 2013 onze nieuw verworven inzichten n gezamenlijk ten goede kunnen aanwende en en.
VNCI-directeur Colette Alma
december 2012 Chemie magazine 7
1200935_sc_fc_1-52.pdf 7
13-12-2012 12:13:43
Automation. Solutions. Competence.
Fully automated by M+W
M+W stands for
Just one of numerous projects realized by M+W over the last 25 years. Globally. Across all sectors of the Process Industry.
s
M+W Process Automation A Company of the M+W Group Korte Huifakkerstraat 32 4815 PS Breda, The Netherlands Phone +31 (0) 76 / 5 87 67 38 www.nld.pa.mwgroup.net
+25 years experience in Automation Chemical Processes Vendor independent DCS/PLC system integrator s Safety loop engineering (TÜV) s High performance HMI expertise s … s
M+W Process Automation NV A Company of the M+W Group Schaarbeekstraat 23C 9120 Melsele, Belgium Phone +32 (0) 3 / 7 10 99 70 www.bel.pa.mwgroup.net
M+W Process Automation NV A Company of the M+W Group Avenue Fleming 12 1300 Wavre, Belgium Phone +32 (0) 10 / 39 01 80 www.bel.pa.mwgroup.net
NIEUW Gezondheidsrisico’s op lange termijn beheersen?
Volg dan nu de opleiding Arbeidshygiëne! De arbeidshygiënist richt zich op risico’s die op langere termijn tot letsel of schade kunnen leiden. Hiermee is de arbeidshygiënist een belangrijke deskundige binnen het arbogebied. PHOV biedt daarom, naast de opleiding Hogere Veiligheidskunde, nu ook de opleiding Arbeidshygïene aan.
Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit • Docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied • Praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf • Waardevol netwerk van docenten, mentoren en medecursisten • HVK’ers kunnen in een verkort traject de Specialisatie Arbeidshygiëne volgen • Met ruim 20 jaar ervaring in de veiligheidskunde is de kwaliteit gewaarborgd De opleiding Arbeidshygiëne start op 30 januari 2013, avondopleiding, vaste lesavond is woensdag 9 april 2013, middag-avondopleiding, vaste lesdag is dinsdag 6 juni 2013, Specialisatie Arbeidshygiëne voor HVK’ers, avondopleiding, vaste lesavond is donderdag Schrijf je nu in op www.phov.nl
Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
1200935_sc_fc_1-52.pdf 8
13-12-2012 12:13:45
Onderwijs
Merel Hoogvliet is ‘Gouden Docent 2012’
“SCHEIKUNDE IS ECHT NIET ZO’N MOEILIJK VAK” Tweederde van de leerlingen van scheikundedocente Merel Hoogvliet haalt een acht of hoger voor het havoexamen. Als geen ander weet zij haar leerlingen bij de les te houden. De Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging bekroonde haar tot ‘Gouden Docent 2012’. V Tekst: Marloes Hooimeijer k zit nog met een leerling in gesprek. Kunt u mij over vijf minuten terugbellen?”, vraagt scheikundedocente Merel Hoogvliet als zij Chemie Magazine aan de lijn heeft. Het typeert de 35-jarige docente van het Regius College in Schagen: leerlingen gaan voor. De Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV) benoemde haar begin november tot ‘Gouden Docent 2012’. Hoogvliet: “Ik zal mijn leerlingen altijd stimuleren om het beste uit zichzelf te halen. Bij ons op school zetten zij de eerste stappen naar hun toekomst. Ik doe gewoon mijn werk, maar blijkbaar is dat bijzonder.” En dat is het: tweederde van haar leerlingen haalde afgelopen jaar een acht of hoger voor het havo-eindexamen. Bijna al haar leerlingen scoorden een zeven of hoger.
“I
Kwartet Met haar eigen kwartetspel haalt Hoogvliet bedrijven als Philips, Shell en Tata Steel de klas binnen. “Ieder bedrijf vormt een kwartet. Spelenderwijs leren de 3-havo-leerlingen wat voor banen die bedrijven te bieden hebben en welke vakken en profielen ze daarvoor nodig hebben.” Ze organiseert ook jaarlijks de Energieweek voor 4-vwo-leerlingen. “Dan gaan we langs bij Tata Steel om te kijken hoe dat bedrijf met energie omgaat. Verder maken de leerlingen zonnecellen en voeren zij een energiedebat.” De truc is volgens haar om op een speelse manier de aandacht te trekken. “Met een periodiek systeem van fruit laat ik leerlingen dezelfde euforie voelen die uitvinder Mendelejev ooit voelde. Of ik leg aan de hand van Magnum-ijsjes uit waarom mengsels zo belangrijk zijn; dat de verfijnde oliedruppels het ijsje zo lekker romig maken.”
Examentraining “Scheikunde is echt niet zo’n moeilijk vak”, zegt Hoogvliet met volle overtuiging, “zolang je de logica en gedachtegangen erachter maar goed uitlegt.” De jury prijst haar voor de examentraining die zij verzorgt voor 5-havo-leerlingen. “In twee dagen lopen we de hele examenstof door. Ze gaan murw de deur uit en willen mij voorlopig niet meer zien, maar ze weten hun vier wel om te zetten in een voldoende. Voor al mijn leerlingen geldt dat de punten omhoog schieten als ze de logica van de stof kennen, de logica van de vragen inzien en netjes werken.” De inspanningen van Hoogvliet leveren niet alleen hogere cijfers op, ze weet sommige leerlingen ook te interesseren voor een chemiestudie. “In zowel mijn havo- als vwo-groep overwegen twee leerlingen om voor chemie te kiezen. Dat is veel. Soms moet ik mezelf afremmen: mijn leerlingen moeten niet voor chemie kiezen omdat ik zo enthousiast over het vak ben, maar omdat ze het zelf willen en kunnen.” p
Merel Hoogvliet is Gouden Docent 2012 omdat zij chemie tot leven brengt.
JURY IS LOVEND KNCV-jurylid Jan Apotheker vindt het ‘ongelooflijk’ wat Merel met haar enthousiasme weet te bereiken. “Ze brengt scheikunde tot leven en laat zien hoe de chemiesector werkt. Het gros van haar leerlingen haalt hoge punten.” Apotheker is lovend over haar manier van werken: “Zij sluit daarmee naadloos aan op de vernieuwingen in het bèta-onderwijs per 2013. Docenten moeten leerlingen nieuwsgierig maken door de lesstof in een praktische context te plaatsen.”
december 2012 Chemie magazine 9
1200935_sc_fc_1-52.pdf 9
13-12-2012 12:13:49
Want to focus on your profession?
Safety is
OUR PROFESSION Steeds meer moderne bedrijven in de industriële sector werken met gevaarlijke producten en chemische stoffen. De sector ziet zich geconfronteerd met steeds stringentere wettelijke eisen die in de bedrijfsvoering de nodige aandacht vergen. De opslag en distributie van deze stoffen brengen risico’s en forse investeringen met zich mee. Wanneer u niet de vereiste kennis in huis heeft
of liever de ‘focus on your profession’ legt, is uitbesteden een voor de hand liggende keuze. Safety is our profession. Wij leveren de specialist die u de zekerheid geeft die nodig is. In Van den Anker vindt u een partner die uw vertrouwen waarmaakt. Naast onze logistieke diensten biedt ons transport- en kennisnetwerk u grote voordelen.
vandenAnker.com
1200935_sc_fc_1-52.pdf 10
13-12-2012 12:13:51
KOSTEN ETS TOT 80.000 EURO PER MEDEWERKER Het emissiehandelssysteem ETS kan voor de chemische industrie tot 80.000 euro per medewerker kosten, grotendeels veroorzaakt door de extra ETSkosten die elektriciteitsbedrijven doorberekenen. Nederlandse chemiebedrijven moeten deze indirecte kosten gecompenseerd kunnen krijgen, zo luidt de conclusie van het VNCI-onderzoek naar de effecten van ETS op de bedrijfsvoering. Tekst: Inge Janse
H
et onderzoek maakt duidelijk dat chemiebedrijven gemiddeld 7 procent minder emissierechten krijgen dan dat zij nodig hebben. Tellen zij de indirecte uitstoot van elektriciteitsleveranciers - die doorberekend wordt in de stroomprijs - hierbij op, dan stijgt het percentage naar 28. Bij een prijs per emissierecht van 30 euro betekent dit een gemiddelde kostenpost van 2,7 miljoen euro per installatie, wat omgerekend neerkomt op 8000 euro per medewerker. De VNCI pleit er daarom al lange tijd bij de Nederlandse overheid voor om de indirecte ETS-kosten te laten compenseren. “Het is van cruciaal belang dat Nederland de mogelijkheden voor compensatie ten volle benut”, stelt Reinier Gerrits, speerpuntmanager Energie en Klimaat. ”Duitsland, Frankrijk en Engeland hebben name-
lijk al aangegeven dit te zullen doen. Zonder compensatie wordt het gelijke speelveld voor Nederlandse bedrijven ook in Europa ernstig geschaad.”
Uitschieters Het onderzoek laat ook uitschieters zien. Zo komt bij de 25 procent bedrijven met de hoogste ETS-kosten de meerprijs neer op 80.000 euro per medewerker, voor tweederde veroorzaakt door de indirecte ETSkosten die elektriciteitsleveranciers doorberekenen. De kosten die deze bedrijven maken om CO2 te mogen uitstoten, snoepen gemiddeld 28 procent van de winst op. De helft daarvan komt voort uit doorberekende ETS-kosten van energiebedrijven. Hoewel de prijzen voor emissierechten momenteel nog ver onder de 30 euro liggen, zijn de extra kosten voor ETS ook nu al fors. Bovendien is de Europese Commissie van plan om de emissierechten duurder te maken door schaarste te creëren en kunstmatig de prijs te verhogen. De VNCI heeft daarom de conclusies van het rapport onder de aandacht gebracht van minister Kamp van Economische Zaken. De vereniging merkt daarbij op dat het niet gaat om subsidie van de industrie, maar om teruggave van niet-vermijdbare kosten die de industrie op indirecte wijze via de energierekening aan de staat betaalt. p
FOTO: SHUTTERSTOCK
Energie en klimaat
EMISSIEHANDELSSYSTEEM ETS Het CO2-handelssysteem is ervoor bedoeld om bedrijven energiezuiniger te laten opereren. Elk bedrijf krijgt een beperkt aantal rechten om CO2 uit te stoten. Heeft het bedrijf er meer nodig, dan kan het deze kopen. Door steeds minder rechten uit te geven én de kosten hiervan te verhogen, hoopt de Europese Unie dat bedrijven kiezen voor het alternatief: investeren in zuinigere bedrijfsvoering met minimale CO2-uitstoot, zodat er überhaupt geen extra rechten nodig zijn. Mondiaal opererende sectoren zoals de chemie zijn het eens met de doelstelling, maar zetten vraagtekens bij het instrument. ETS zorgt voor een ongelijk speelveld: bedrijven buiten Europa maken geen of lagere kosten voor hun CO2-uitstoot, waardoor zij hun producten goedkoper in de markt kunnen zetten. De Europese maakindustrie waarschuwt geregeld voor het gevaar dat bedrijven hun activiteiten naar landen buiten Europa verplaatsen, om daar te profiteren van de gunstige CO2-positie.
Het rapport ‘Kosten van emissiehandel (EU-ETS) voor chemiebedrijven in Nederland’ is te downloaden op: www. vnci.nl/Files/vnci-kosten-ets-2012.pdf december 2012 Chemie magazine 11
1200935_sc_fc_1-52.pdf 11
13-12-2012 12:13:57
Transportservice van huis uit
GEVAARLIJK GOED VERPAKT?! CarePack Holland heeft het grootste assortiment UN-gekeurde verpakkingen voor gevaarlijke stoffen.
Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
1200935_sc_fc_1-52.pdf 12
T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl
I www.vanderlee.nl
monsterverpakkingen
medische verpakkingen
vaten
dozen, standaard maten
transportbakken
palletboxen
dozen, op maat
jerrycans
essen
4GV-dozen
blikken
zakken
Douglassingel 25 Schiphol-Rijk | The Netherlands | +31 (0)20 3540787 | Info@carepack.nl
www.carepack.nl
13-12-2012 12:13:59
Economie
Chemie in Nederland: vooruitzichten verslechteren
De chemische industrie in Nederland had dit jaar een goede start, maar de laatste maanden van 2012 laten een verslechtering zien. De VNCI verwacht dat die tendens zich doorzet in 2013.
D
e eerste drie kwartalen van 2012 liet de chemische industrie in Nederland een productiegroei zien van bijna 5 procent en een omzetgroei van 7 procent (ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2011). De laatste maanden van 2012 laten echter een verslechtering zien, waardoor de omzetgroei over heel 2012 naar verwachting 6 procent en de productiegroei bijna 4 procent zal zijn. De verslechtering zet volgens de VNCI door in 2013. Door de achterblijvende economische ontwikkeling in Europa neemt de bereidheid van chemiemultinationals om productie- of innovatiefaciliteiten uit te breiden af. Bedrijven anticiperen op de verslechterde vooruitzichten met reorganisaties en aanzienlijke afschrijvingen. Ook de hoge energie- en grondstofprijzen spelen de industrie parten. De VNCI wijst erop dat het investeringsniveau in Nederland te laag is om de noodzakelijke vernieuwing in de industrie te bewerkstelligen. De verwachting is dat het investeringsniveau voor 2013 22 procent lager zal liggen dan in 2012, zo blijkt uit CBS-cijfers. In 2010 en 2011 werd er gemiddeld één miljard geïnvesteerd in de industrie, terwijl het investeringsvolume volgens de VNCI structureel twee keer zo hoog zou moeten zijn.
Schaliegas In het Midden-Oosten en de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) groeit de productiecapaciteit. In de VS heeft de beschikbaarheid van schaliegas geleid tot een lagere energieprijs en een revival van de chemische industrie. Er wordt veel geïnvesteerd in de basischemie. Om Nederland aantrekkelijker te maken als investeringsland pleit de chemische industrie voor een consistent overheidsbeleid op Europees en landelijk niveau voor
FOTO: SHUTTERSTOCK
INVESTERINGEN BLIJVEN ACHTER
grondstoffen, innovatie en veiligheid. “Nederland betaalt een veelvoud voor gas in vergelijking met de prijs die de VS betaalt”, zegt VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann. “Dat is een nieuwe werkelijkheid waarmee wij rekening moeten houden. Hoewel Nederland eigen goedkoop winbaar gas heeft, hebben Nederlandse bedrijven geen toegang tot gas tegen op de wereldmarkt concurrerende prijzen. Daar moeten we een oplossing voor vinden.”
“SPEEL IN OP BEHOEFTEN AZIË EN MIDDEN-OOSTEN” Over drie jaar zijn 14 van de 43 Europese petrochemische fabrieken niet meer winstgevend, wat leidt tot 26 procent capaciteitsvermindering, voorspelt Roland Berger Strategy Consultants. Tegelijkertijd worden in Azië en het Midden-Oosten nieuwe state-of-the-art-installaties gebouwd met een enorme capaciteit. Experts van Roland Berger adviseren Europese chemiebedrijven daarom om gebruikmakend van hun technologische expertise en marktkennis - toegang te krijgen tot de goedkopere grondstoffen en groeimarkten buiten Europa. Dat
kan volgens Tijo Collot d’Escury van Roland Berger op drie manieren: “Door uit te breiden naar die regio’s, door Aziatische bedrijven over te nemen óf door samen te werken met lokale partijen die behoefte hebben aan technologische en bestuurlijke deskundigheid.” De petrochemische markt groeit in China tot 2015 met ongeveer 6 procent per jaar en in het Midden-Oosten met 11 procent. “Beide regio’s zullen blijven investeren in deze dynamische sector”, stelt Collot d’Escury. “In China ontbreekt het echter veel bedrijven aan kennis en
bestuurlijke deskundigheid om optimaal aan de binnenlandse vraag te kunnen voldoen. De regering stimuleert lokale partijen daarom samen te werken met Amerikaanse en Europese chemiebedrijven.” In de VS leveren de lage grondstof- en energieprijzen door de grootschalige schaliegaswinning Amerikaanse raffinaderijen een concurrentievoordeel op. Toch blijven de Amerikaanse groeicijfers volgens Roland Berger achter op de opkomende economieën. Dus richten veel Amerikaanse bedrijven hun pijlen op Azië en Latijns-Amerika.
december 2012 Chemie magazine 13
1200935_sc_fc_1-52.pdf 13
13-12-2012 12:14:04
Optimaal voeden van mengers en processen
Automatisch
The better match in Chemistry & Life Sciences Jobs
efficiënt Enorm bedankt voor het
vertrouwen dat u ons gaf in 2012! Wij zorgen dat u ook in 2013 weer goed zit
@ CheckMark
Voedingssystemen voor mengers : AZO • betrouwbaar • nauwkeurig • economisch Bedrijfszekere en economische oplossingen voor de automatisering van uw grondstoff f en en processen.
AZO N.V. V Katwilgweg 15 B-2050 Antwerpen T l. : +32-3-250 16 00 Te Fax : +32-3-252 90 02
www.azo.be
1200935_sc_fc_1-52.pdf 14
Sven Hemmink Algemeen directeur
Vestiging Gouda Tel: (0182) 590 210
Vestiging Hoogvliet Tel: (010) 231 09 75
w w w. c h e c k m a r k . n l
13-12-2012 12:14:07
Actueel
CHEMIEBEDRIJVEN VOORTAAN ONDER ACTIVITEITENBESLUIT Een recent gepubliceerde wijziging in het Activiteitenbesluit kan grote gevolgen hebben voor veel chemiebedrijven. Het is voor het eerst dat alle chemiebedrijven aan dit besluit moeten voldoen. De VNCI hoopt dat de overheid praktisch omgaat met de uitvoering van de zeer gedetailleerde set algemene milieuregels voor bedrijven. m het belang van de wijziging van het Activiteitenbesluit te begrijpen is er eerst een korte geschiedenisles nodig. Sinds 1996 vallen industriële installaties (zoals chemiebedrijven) onder de Europese IPPC-richtlijn (Integrated Pollution Prevention and Control). Deze richtlijn is bedoeld om de uitstoot (bijvoorbeeld van broeikasgas) naar water, lucht en bodem van onder meer chemiebedrijven te reguleren. Deze regelgeving is op 6 januari 2011 vervangen door de Industrial Emissions Directive, kortweg IED, waarna lidstaten twee jaar de tijd kregen om deze regels in de nationale wetgeving door te voeren. In Nederland is dit onder andere gedaan door de emissie-eisen van de IED op te nemen in het Activiteitenbesluit, en halverwege november zijn de gewijzigde onderdelen van dit besluit gepubliceerd.
O De eerste vijf studenten ontvingen een studiebeurs van AkzoNobel, Teijin Aramid, Sachem, Van Wijhe Verf en Synbra.
VNCI ZOEKT BEDRIJVEN VOOR CHEMIEBEURS Ongeveer 5000 euro per jaar per student, wat tijd en faciliteiten, dat is de investering die wordt gevraagd van bedrijven die mee willen doen aan de Topsector Chemiebeurs. De initiatiefnemers, waaronder de VNCI en de Regiegroep Chemie, zoeken chemiebedrijven die topstudenten door een studiebeurs aan de chemiesector willen verbinden.
I
n een notendop houdt de Topsector Chemiebeurs in dat een select aantal uitmuntende chemiestudenten een extra studiebeurs van 500 euro per maand ontvangt. Bovendien krijgen zij een extra honoursprogramma aan de universiteit met veel praktijkervaring en een stage bij het bedrijf dat de beurs betaalt. Met deze beurs hoopt de chemische industrie het aantal chemiestudenten te vergroten en het streven naar excellentie te verhogen. De chemiebedrijven die de beurzen betalen komen direct in contact met de beste chemiestudenten, misschien toekomstige werknemers. De studenten ervaren vanaf het eerste jaar hoe chemiebedrijven werken. In het studiejaar 2012-2013 is een pilot gestart op de Universiteit
Utrecht. Het resultaat: 50 procent meer inschrijvingen en vijf gemotiveerde studenten die gesponsord worden door AkzoNobel, Teijin Aramid, Sachem, Van Wijhe Verf en Synbra. De Topsector Chemiebeurs wordt vanaf 2013 landelijk uitgerold op alle universiteiten met een chemiestudie. Excellente hbo-studenten en afgestudeerde masters kunnen gebruik blijven maken van een specialisatiebeurs voor analytische chemie. Het doel van het beurzensysteem is om de chemie-industrie te positioneren als een sector die volop werkgelegenheid biedt aan creatieve en innovatieve topstudenten. Ook helpt de beurs om de aansluiting tussen studie en werk te verbeteren. Daarnaast vinden industrie en universiteiten dit initiatief noodzakelijk om het verwachte tekort aan bèta’s en technici terug te dringen. De industrie heeft toptalent nodig om de ambities van de chemiesector te realiseren, zoals de beoogde positie in de wereldwijde top-3 van slimme materialen in 2050. p Inschrijven kan via: www.vnci.nl/ werk/topsector-chemiebeurs.aspx.
Het vernieuwende is dat bedrijven die voorheen onder de IPPC-richtlijn vielen, nu onder het Activeitenbesluit vallen. Dit betekent dat deze IPPC-bedrijven niet alleen rekening moeten houden met de regels voor emissies, maar ook met de andere regels van het zeer omvangrijke Activiteitenbesluit, wat veel extra werk met zich meebrengt. Hoewel de VNCI begrijpt dat de Nederlandse overheid wetgeving zo veel mogelijk in algemene regels wil uitvoeren, vreest zij dat het Activiteitenbesluit de lasten voor chemiebedrijven niet vermindert. In de huidige situatie is er sprake van een integrale benadering: alle milieuaspecten van chemiebedrijven worden bekeken, en op basis daarvan wordt maatwerk geleverd. Zij hoopt daarom dat de overheid praktisch omgaat met het nieuwe beleid en oog heeft voor het voor de chemie noodzakelijke maatwerk. Tegelijkertijd met de opname van de IED in het Activiteitenbesluit zijn ook alle emissieregels voor stookinstallaties in dit besluit opgenomen. Chemiebedrijven die lid zijn van de VNCI krijgen uitgebreide informatie over deze wijzigingen. p
december 2012 Chemie magazine 15
1200935_sc_fc_1-52.pdf 15
13-12-2012 12:14:12
Bayer MaterialScience heeft in samenwerking met de Technische Universiteit Aken (RWTH) en het CAT Catalytic Center Bayer een katalysator ontwikkeld die het mogelijk maakt om CO2 als grondstof te gebruiken voor de productie van polyurethaan. Polyurethaan kan dienen als purschuim voor isolatie in de bouw en voor het maken van matrassen.
“H
et is een droom van de chemicus om CO2 te laten reageren”, zei Christoph Gürtler vorig jaar. Gürtler is leider van het Dream Productions-project van Bayer MaterialScience. Die droom is nu uitgekomen. Bayer heeft in Leverkusen een pilotplant in gebruik genomen die volgens het bedrijf voor het eerst op grotere schaal CO2 hergebruikt, dankzij een katalysator. De C02 is afkomstig van de nabijgelegen bruinkoolcentrale Niederaussem, eigendom van energieproducent RWE, die partner is in het project. De pilotplant produceert polyether polycarbonate polyols (PPP’s), een grondstof voor polyurethaan. De capaciteit bedraagt vooralsnog enkele kilo’s, maar Bayer verwacht het proces verder te kunnen opschalen en in 2015 te kunnen starten met de commerciele productie van op CO2 gebaseerde plastics. Uit de eerste testen is gebleken dat het schuim vergelijkbare eigenschappen heeft als het conventionele product, dat aardolie als basis heeft.
p
FOTO: CA SPER RIL A
V.l.n.r.: Chris Buijink, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken, Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie en voorzitter van de Regiegroep Chemie, Colette Alma, directeur van de VNCI, en Reinier Gerrits, VNCI-speerpuntmanager Energie en Klimaat.
AMBITIE CHEMIE: 40% MINDER BROEIKASGAS IN 2030
D
e chemische industrie gaat tot 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent reduceren ten opzichte van 2005. Die ambitie staat beschreven in de ‘Routekaart Chemie 2030’, die de VNCI op 9 november aanbood aan het ministerie van Economische Zaken. De routekaart toont welke initiatieven bedrijven uit de sector al hebben genomen, welke ze nog oppak-
ken, en hoeveel ze bijdragen aan vermindering van de emissie van broeikasgassen. De chemiesector is overtuigd van zijn sleutelrol in het proces naar verdere CO2-vermindering in onze samenleving en wil die rol waarmaken. p
Meer informatie: www.routekaartchemie.nl
MINDER ZWAVELEMISSIE OP NOORDZEE DOOR GASTANKERS SABIC heeft als eerste chemieconcern ter wereld opdracht gegeven voor de bouw van zeegaande gastankers die worden aangedreven door motoren op aardgas (LNG). Hiermee loopt SABIC vooruit op de Europese wetgeving die tegen 2015 de emissie van zwavel door schepen op de Noordzee drastisch moet verminderen.
O
verstappen op brandstoffen die milieuvriendelijker zijn dan traditionele diesel, zoals LNG, is één van de mogelijkheden om aan de toekomstige wetgeving te voldoen. Schepen die worden aangedreven door motoren op aardgas stoten geen zwavel uit. Daarnaast is de uitstoot van kooldioxide tot 20 procent minder dan met diesel als brandstof, en de uitstoot van NOx is bijna 90 procent minder. Naast de milieuvoordelen is het ook een voordeel voor SABIC dat de prijs van LNG niet gekoppeld is aan de prijs van ruwe olie.
De twee gastankers die SABIC bij de Nederlandse rederij Anthony Veder heeft besteld, worden ingezet om olefine te vervoeren van Teesside in Engeland naar havens in Noordwest-Europa en Scandinavië. De Anthony Veder Groep beheert een vloot van gastankers voor het transport van petrochemische producten, vloeibaar petroleumgas, aardgas, ammoniakgas en kooldioxide. De twee gastankers komen begin 2014 in de vaart.p
Supersnelle en zuinige tanker van Anthony Veder voor short-sea transport.
FOTO: ANTHONY VEDER
BAYER STOPT CO2 IN MATRAS
FOTO: BAYER
De pilotplant in Leverkusen.
16 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 16
13-12-2012 12:14:15
Actueel
NIEUWE CCV-SCHEMA’S VOOR INSPECTIE BRANDBEVEILIGING
vuurwerk wordt verkocht. De drie inspectieschema’s gaan over: inspectie van de uitgangspunten voor de brandbeveiliging; inspectie van het ontwerp van een brandbeveiligingsinstallatie; en inspectie van blussystemen, brandmeldinstallaties, ontruimingsalarminstallaties en rookbeheersingsinstallaties. De Raad voor Accreditatie heeft het CCV geaccepteerd als beheerder van de inspectieschema’s.
et Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) heeft drie nieuwe schema’s voor de inspectie van brandbeveiligingssystemen gepubliceerd. Ingangsdatum was 1 december 2012. De nieuwe inspectieschema’s gelden voor alle gebouwen waarin volgens het Bouwbesluit een brandmeldinstallatie of ontruimingsalarminstallatie verplicht is, of waarin met een rookbeheersings- of brandblusinstallatie aan de wetgeving wordt voldaan.
H
De voordelen van de nieuwe inspectieschema’s zijn onder meer dat ze het inspectieproces transparant maken, er een duidelijk overzicht is van de informatie die een opdrachtgever aan de inspectie-instelling moet verstrekken, het bevoegd gezag en de verzekeraars de inspectierapporten en inspectiecertificaten accepteren en dat bij de inspectie rekening wordt gehouden met eventuele certificaten van leveranciers voor (onderhoud aan) brandbeveiligingsinstallaties. p
De nieuwe schema’s zijn ook belangrijk voor de 350 opslaglocaties van gevaarlijke stoffen en alle locaties waar consumenten-
Meer informatie: www.hetccv.nl/regelingen/inspectie-brandbeveiliging/index
DOW BENELUX WINT FEMME TECH AWARD
D
e jury prees Dow Benelux als voorbeeld voor de branche, met name vanwege de dual career-aanpak. Die aanpak houdt in dat Dow zich niet uitsluitend op de nieuwe medewerkster richt, maar ook op de eventuele partner, die vaak eveneens een volwaardige carrière heeft. Om de overgang voor de partner zo goed mogelijk te ondersteunen en soepel te laten verlopen, biedt Dow de partner diensten aan op het gebied van job search (intern en extern), sollicitatiebegeleiding, tijdelijke huisvesting en talencursussen. De jury was er bovendien over te spreken dat diversiteitsbeleid onderdeel is van de bedrijfsstrategie en dat Dow Benelux lid is van Jet Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland. Jet Net is een samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid, met als doel havo- en vwo-leerlingen een reëel beeld te geven van technologie en ze te interesseren voor een technische opleiding. Dow Benelux geeft breed voorlichting over de branche, en richt zich specifiek op meisjes tijdens Girlsdayy en Networking Breakfast-meetings. Uit de dertig voorgedragen bedrijven zijn vijftien genomineerden voor de Femme Tech Award
gekozen. Zij werden beoordeeld op onder meer het aantrekken van vrouwen, het benoemen van vrouwelijke werknemers op technische en leidinggevende functies en de deelname aan voorlichtingsactiviteiten om meiden en vrouwen te boeien voor techniek. De andere genomineerden in de procesindustrie waren BP Raffinaderij Rotterdam, Janssen Biologics en Hevea/Dunlop Protective Footwear. Heijmans en Nijdra Group wonnen in respectievelijk de installatiebranche en de metaalnijverheid.
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site).
Met de Femme Tech Dag wil TechniekTalent.nu, het samenwerkingsverband van acht technische branches, het belang van vrouwen op de werkvloerr benadrukken. p
FOTO: PETER NICOL AÏÏ
Binnen de procesindustrie is Dow Benelux in Terneuzen het beste in staat om vrouwelijke werknemers te werven en te binden. Tijdens de tweede Femme Tech Dag kreeg het bedrijf voor deze prestatie de Femme Tech Award uitgereikt.
Dow-medewerksters (v.l.n.r.): Els Van De Velde (Plant Manager), Annelies Hermans (Improvement Engineer) en Linda de Groene (Unit Coördinator). december 2012 Chem de mie m iie em ma aga gazzine in ne e 17 7
1200935_sc_fc_1-52.pdf 17
13-12-2012 12:14:18
Oud-minister en -diplomaat Ben Bot hekelt stemmingmakerij
”GEEN ENKELE REDEN VOOR SOMBERHEID OVER EUROPA” 18 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 18
13-12-2012 12:14:22
Politiek Ben Bot: “De beeldvorming deugt niet en wordt slecht gecorrigeerd”.
Er ging in 2012 geen dag voorbij zonder - veelal negatief - nieuws uit Europa. De sentimenten: Brussel haalt bevoegdheden bij ons weg en Brussel stuurt ons zuurverdiende geld naar het zonnige zuiden. De Britten dreigden zelfs met opstappen. Maar zo’n vaart zal het volgens oud-minister Ben Bot niet lopen, want we weten heel goed ‘aan welke kant de boterham geboterd is’. Tekst: Jos de Gruiter,
A
angewakkerd door eurosceptici als Geert Wilders vatte in Nederland de afgelopen jaren de overtuiging post dat ‘Brussel’ wel erg veel bevoegdheden naar zich toe harkt. En de geest was helemaal uit de fles toen bleek dat we de Grieken ‘ontwikkelingshulp’ moesten verlenen. Eenderde van de Nederlanders zou zelfs uit de Unie willen stappen, zo peilde Maurice de Hond afgelopen maand. Wankelt het geloof in een verenigd Europa? Wat betekent het voor de Unie als het draagvlak vermindert? Wat gaan bedrijven daarvan merken? Tijd voor een gesprek met een man die de Europese ontwikkeling vrijwel vanaf het begin professioneel en op ter zake doende posities heeft gevolgd en heeft meegestuurd: Bernard (‘Ben’) Bot, minister van Buitenlandse Zaken in twee kabinetten Balkenende en Permanent Vertegenwoordiger bij de Europese Unie van oktober 1992 tot januari 2003. De oud-CDA-bewindsman, oud-ambtenaar en -diplomaat werkt sinds zijn vertrek uit de politiek als partner bij lobby- en communicatieadviesbureau Meines & Partners in Den Haag.
FOTO: CHRIS BONIS
Meneer Bot, voor de oppervlakkige nieuwsvolger gaat het niet goed met Europa. De Europese Unie is het afgelopen jaar langs de rand van de afgrond gegaan en de toekomst ziet er belabberd uit. Klopt dat beeld?
“Het is op zijn minst sterk overdreven. De meeste mensen weten niet hoe de EU in elkaar zit en denken bij elk probleem en bij elk schandaaltje dat de hele Unie in gevaar is. Zo worden de euro en de eurozone vaak verward met de EU. De Unie telt 27 lidstaten waarvan er 26 nooit over piekeren om ooit het lidmaatschap te beëindigen. Los van het feit dat ze zich dat niet eens kunnen permitteren. De interne markt is zo wezenlijk voor onze economische groei en welvaart dat uitstappen zelfmoord is.”
De Britten spelen met hun leven?
“Dat de Britten weleens spelen met het idee is omdat de Britse publieke opinie niet goed op de hoogte is van de voordelen van aansluiting voor de Britse economie en omdat ze op die manier extra druk kunnen uitoefenen op de EU-begroting. Er zit een strategische component bij. De EU zit solide in elkaar en zal dat blijven.” Geldt dat ook voor de euro?
“De euro is een ander verhaal. Voor een deel loopt het parallel met het verhaal van de Unie: als je de enorme stap hebt gezet om een muntunie te vormen, kun je er wel uitstappen, maar dat gaat je dan buitengewoon veel geld kosten. Ik heb op verschillende posities en in verschillende functies het hele proces via monetaire unie naar euro meegemaakt en weet dus hoeveel kosten er gemoeid waren met het ombouwen van het financiële systeem. En zeg eerlijk: wie wil terug naar de oude situatie met wisselkoersen, fluctuaties en de noodzaak van het afdekken van de risico’s die daarmee gemoeid zijn? Dat brengt geweldige kosten met zich mee voor de industrie en remt dus de economische ontwikkeling. In de pers wordt daarover nog wel eens lichtvaardig geoordeeld. Ik heb sommige journalisten aangeraden een keer langs De Nederlandsche Bank te gaan en zich te laten voorrekenen wat uittreding kost.” Ook als het om Griekenland gaat?
“Dat zou geen onoverkomelijke ramp zijn, maar we zijn 40 procent kwijt van het geld dat we beschikbaar hebben gesteld voor hulp aan de Grieken. We staan garant voor 17 tot 20 miljard, dus je levert 10 miljard in. Als je dat geen probleem vindt: ga je gang. Maar als Griekenland de euro inruilt voor de drachme zal de speculatie zich richten op Spanje, Portugal en Frankrijk, want de e
december 2012 Chemie magazine 19
1200935_sc_fc_1-52.pdf 19
13-12-2012 12:14:26
markt ruikt dan bloed en financieel gewin. En we kunnen niet alles overeind houden. Het zou dus het einde van de eurozone betekenen. Er zit dus niets anders op dan Griekenland voorlopig te blijven steunen.” Tot nu toe hoorden we dat het ons geen geld ging kosten. Maar inmiddels zijn de voorwaarden versoepeld: het terugbetalen wordt over een langere periode gespreid en de rente op de lening is verlaagd. Dat kost Nederland veertien jaar lang 70 miljoen euro. En CPB-directeur Teulings pleitte onlangs voor volledige kwijtschelding. Moeten we niet eerlijk zeggen dat het die kant op gaat?
“De leningen zijn gekoppeld aan de verplichting om te hervormen. Dat is nog altijd onvoldoende gedaan. Als je op dit moment zegt dat de schulden niet terugbetaald hoeven te worden, haal je de stimulans om te hervormen weg. Pas als duidelijk is dat er serieus wordt hervormd en dat de belastinginning serieus wordt aangepakt, zou je kunnen besluiten een deel van de schuld kwijt te schelden.” Wordt de Griekse economie niet kapotgemaakt door die harde opstelling?
“De economie wordt niet gestimuleerd door het kwijtschelden van schuld. Het land heeft geld nodig om niet failliet te gaan. Als de Grieken hervormen, als iedereen belasting betaalt, dan moet het mogelijk zijn om de economie op peil te brengen. En we hebben wel degelijk oog voor de noden van het Griekse volk. Om die reden zijn de voorwaarden van de terugbetalingsregelingen versoepeld. Ik blijf zeggen: de ervaring leert dat er niets meer gebeurt als je te vroeg kwijtscheldt, dus doe dat niet. Ik vond het dan ook geen handige opmerking van Teulings. Het is bovendien de vraag of de directeur van het CPB de aangewezen man is om dit soort uitspraken te doen.” Het is wel het scenario dat veel mensen vrezen en dat het verzet tegen Brussel en de euro voedt. Eenderde van de Nederlanders wil dat Nederland uit de EU stapt. Is het anti-Europese sentiment een gevaar voor de toekomst van Europa?
“Politici moeten zich positiever uiten over Europa. De vorige coalitie had niet het lef om tegen Wilders in te gaan, nu is het gelukkig aan het kenteren. Timmermans is een man die zeer pro-Europa is. Overigens geeft de Eurobarometer een vrijwel stabiele voorkeur voor Europa van zo’n 70 procent aan. De Nederlander weet heel goed aan welke kant de boterham geboterd is. In vijf minuten is uit te leggen dat wij onze welvaart voor 70 procent in het buitenland verdienen en daarvan weer 70 procent in landen uit de EU. De helft van ons bruto
“De helft van ons bruto nationaal product komt uit Europa” nationaal product komt uit Europa. Dat ben je kwijt als je er uitstapt. De achterblijvende landen nemen je die stap kwalijk en richten tariefmuren op en alles wat daarmee samenhangt, zoals wachtende vrachtwagens voor de grens. Dat leidt ertoe dat bedrijven uit Nederland vluchten. De buitenlandse moederbedrijven van de hier gevestigde chemiefabrieken gaan zich afvragen of ze wel goed zitten in Nederland. Het is makkelijk om populistisch iets te roepen, maar ik hoor zelden iemand de consequenties erbij vertellen.” Er worden überhaupt weinig cijfers genoemd.
“Inderdaad. Ik hoor bijvoorbeeld steeds dat Nederland de grootste nettobetaler aan de EU is, maar ik lees zelden dat de hele EU-begroting een omvang heeft van niet meer dan één procent van het bruto binnenlands product van de EU. Aan ontwikkelingssamenwerking betaalden wij tot voor kort fluitend 5 miljard euro, aan zorg en welzijn geven we momenteel meer dan 90 miljard uit, defensie vraagt bijna 8 miljard en, om het in perspectief te plaatsen, aan Brussel dragen we jaarlijks 3 miljard af, waarvan een deel terugkomt in de vorm van landbouwsubsidies en structuurfondsen. De beeldvorming deugt niet en wordt slecht gecorrigeerd.” Is het alleen beeldvorming of zijn er ook fouten gemaakt? Griekenland toelaten tot de euro bijvoorbeeld, of geen sancties koppelen aan het stabiliteitspact?
“Griekenland had niet mogen toetreden tot de euro, daar heeft Nederland zich ook tegen verzet. We wisten zogezegd dat we werden gefopt, maar we konden het
20 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 20
13-12-2012 12:14:30
Politiek
CV VAN BERNARD BOT (BATAVIA 1937) > Ambtenaar Dienst Buitenlandse Zaken (1963 tot 1964) > Tweede ambassadesecretaris Permanente Vertegenwoordiging bij de EG in Brussel (1964 tot 1970) > Eerste ambassaderaad in Buenos Aires (1970 tot 1973) > Eerste ambassaderaad en hoofd consulaire afdeling in Oost-Berlijn (1973 tot 1976) > Ambtenaar ministerie van Buitenlandse Zaken (1976 tot 1982) > Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger bij de NoordAtlantische Raad (1982 tot 1986) > Ambassadeur in Ankara (1986 tot 1989) > Secretaris-generaal ministerie van Buitenlandse Zaken (1989 tot 1992) > Permanent Vertegenwoordiger bij de EU in Brussel (1992 tot 2003) > Partner consultancyfirma ‘Praaning en Meines’ in Brussel (2003) > Minister van Buitenlandse Zaken (2003 tot 2007) > Partner consultancyfirma ‘Praaning en Meines’ (nu: Meines & Partners) in Den Haag (sinds 2007) > Voorzitter Platform Europa van VNO-NCW (Sinds 2007)
niet bewijzen. En we hebben landen toegelaten met het idee dat ze onder de hoed van de EU zouden groeien. Ze zijn wat zwak, werd er gezegd, they cook the books a bit, maar als ze binnen zijn zul je zien dat ze snel op ons niveau zitten. Maar niemand had de financiële crisis voorzien.” “En wat betreft het stabiliteits- en groeipact, dat EUlidstaten verplichtte het financieringstekort niet boven de 3 procent te laten oplopen en de staatsschuld niet boven de 60 procent: daaraan waren wel degelijk sancties gekoppeld, ze zijn alleen nooit geëffectueerd. We durfden dat niet. En dat was geen enorm probleem zolang er sprake was van economische groei, maar in 2008 brak de crisis uit en liet de een na de ander de grenzen van het stabiliteitspact los. De oplossing is nu gevonden in aanstelling van een commissaris met extra bevoegdheden om sancties op te leggen en in te grijpen in de begrotingen van lidstaten. Het is een hele stap dat zoiets is geaccepteerd, want landen geven in feite de soevereiniteit over hun begroting op.” U bent niet van uw stuk te brengen: het Europees fundament is onwrikbaar.
“Het is al een geweldige toer dat de interne markt functioneert. Die is voor de industrie van levensbelang. Maar ook wat andere zaken betreft zie ik geen enkele reden voor somberheid. Ik heb onlangs voor een groot bedrijf een toekomstvisie mogen schetsen en ik heb verteld waarvan ik overtuigd ben: de groeiverwachting van de BRIC-landen is sterk overtrokken. Brazilië, Rusland, India en China krijgen net als Japan destijds te maken met een groeivertraging. De Braziliaanse en Russische
groei is al gehalveerd, India zit er dicht tegenaan en de Chinese economie groeit met 6 en niet meer met 9 procent per jaar. Het is ook flauwekul dat de VS in 2030 wordt voorbijgestreefd door China. Dat gebeurt alleen als het groeitempo in een rechte lijn wordt doorgetrokken, maar dat is nooit het geval. De Verenigde Staten zijn in 2023 de grootste olie- en gasexporteur. Dat betekent veel voor je groei en economische presentie. Amerika blijft de leading nation en als we de economieën van de 27 EU-lidstaten bij elkaar nemen, blijft de EU het grootste economisch blok van de wereld.” “Niet dat er geen verbeteringen mogelijk zijn. We zijn nog steeds bezig met het wegwerken van obstakels die het goed functioneren van de interne markt hinderen. Lidstaten zijn buitengewoon vindingrijk als het erom gaat hun eigen belangen te behartigen. Onder de noemer ‘veiligheid’ of ‘gezondheid’ worden maatregelen genomen die de eigen industrie bevoordelen. Hamburg werkt verlenging van de Betuwelijn tegen, Nederland en België ruziën over de Westerschelde. Het Platform Europa van VNO-NCW, waarvan ik voorzitter ben, verzamelt de knelpunten waartegen branches oplopen en rapporteert ze elke twee jaar aan de Europese Commissie en aan het Europees Parlement. Het is van groot belang dat ze uit de weg worden geruimd voor een goed functioneren van de interne markt en ook, als ik kijk naar de chemische industrie, om het zogenoemde ARRRA-cluster (de Antwerp-Rotterdam-Rhine-RuhrArea - red.) uit de Visie 2030-2050 van de VNCI, tot zijn recht te laten komen. De interne markt is in grote lijnen een feit, maar er is nog voor tientallen miljarden euro’s te winnen via het opruimen van obstakels.” p december 2012 Chemie magazine 21
1200935_sc_fc_1-52.pdf 21
13-12-2012 12:14:32
DCMR MILIEUDIENST RIJNMOND IS KLAAR VOOR COÖRDINERENDE TAAK BRZO-RUD’S
“BETERE SAMENWERKI INTEGRATIE TUSSEN DI Met wat vertraging wegens tegenstribbelende gemeenten moeten er medio 2013 zes BRZO-RUD’s in de lucht zijn. De DCMR Milieudienst Rijnmond is klaar voor haar coördinerende taak hierbij, stelt directeur Jan van den Heuvel. “De DCMR krijgt namens de zes Regionale Uitvoeringsdiensten BRZO een aantal gemeenschappelijke taken op het gebied van informatie-uitwisseling, monitoring en kwaliteit.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk
“H
et is een enorme stap vooruit in ons land dat vrijwel alle betrokken partijen in vergunningverlening, toezicht en handhaving nu met elkaar gaan samenwerken”, stelt voormalig VROM-minister Sybilla Dekker. Zij is boegbeeld van het programma Uitvoering met Ambitie (PUmA). In dit programma werken IPO, VNG, UvW en het Rijk sinds 2009 aan een aantal structurele verbeteringen van het stelsel vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). De afgelopen twee jaar is Dekker met een ‘oliekannetje’ door het land getrokken om lokale en regionale bestuurders te bewegen tot samenwerking in de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). Die waren niet allemaal direct enthousiast. Dekker: “Sommigen dachten dat ze al hun bevoegdheden moesten overdragen. Maar dat kan wettelijk gezien helemaal niet. Het gaat om de overdracht van bepaalde taken en bevoegdheden aan de RUD-directeur. Daarnaast komen bestuurders op grotere afstand te staan van de informatie over situaties in hun eigen gemeenten. Ik begrijp dat sommigen dit vervelend vinden, want zij willen uiteraard op de hoogte blijven van wat er speelt. Daarom zullen de RUD-directeur en zijn accountmanagers de bestuurders regelma-
tig informeren.” De RUD’s gaan dan ook niet zoals eerder aangekondigd op 1 januari 2013 van start, maar vermoedelijk pas in de zomermaanden, zo blijkt uit het overdrachtsdocument dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu begin november publiceerde. De oprichtingskosten van 180 miljoen euro van de RUD’s verdienen zich volgens de oud-minister vanzelf terug omdat er jaarlijks efficiencyvoordeel wordt geboekt door de schaalvergroting en professionalisering. Haar overtuigingskracht was blijkbaar groot, want inmiddels hebben alle gemeenten, op acht na, en alle provincies zich bij een RUD aangesloten. Voor de gemeenten die blijven weigeren om in het nieuwe RUD-stelsel te participeren, is een algemene maatregel van bestuur in de maak. Daarmee kunnen ze worden gedwongen bepaalde taken over te dragen aan provincies, die ze vervolgens bij de RUD onderbrengen.
Mandaat De VNCI pleit er al lange tijd voor dat gemeenten niet meer verantwoordelijk zijn voor vergunningverlening, toezicht en handhaving bij chemiebedrijven. Veel van deze bedrijven vallen namelijk in de hoogste risicocategorie (de BRZO-klasse), en volgens de VNCI is bij de inspectie hiervan dusdanig veel specialistische kennis nodig dat het beter is om deze taken onder te brengen bij gespecialiseerde RUD’s. In totaal komen er 28 RUD’s, waarvan zes zich specifiek richten op BRZO-bedrijven. De coördinatie van deze zes BRZO-RUD’s komt terecht bij de DCMR Milieudienst Rijnmond. “De DCMR krijgt namens de zes Regionale Uitvoeringsdiensten BRZO een aantal gemeenschappelijke taken op het gebied van informatie-uitwisseling, monitoring en kwaliteit”, vertelt directeur Jan van den Heuvel. “Daarnaast blijven wij verantwoordelijk voor de 120 BRZO-bedrijven in de regio Rijnmond en voor een aantal bedrijven in de rest van Zuid-Holland en Zeeland.” De invoering van de RUD’s betekent volgens hem niet dat er werkelijk onafhankelijk toezicht in Nederland komt. “Wij zijn en blijven een uitvoeringsdienst die verantwoordelijk is voor de advisering aan het bevoegd e
22 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 22
13-12-2012 12:14:36
Veiligheid
KING EN DIENSTEN” EN N”
BRZO-RUD Groningen
n
BRZO-RUD NZKG
BRZO-RUD DCMR BRZO-RUD Nijmegen
BRZO-RUD Brabant
BRZO-RUD Limburg
LANDELIJK NETWERK RUD’S
“Soms moet je ouderwets streng optreden”
Al in 2008 concludeerde oud-burgemeester Jan Mans van Enschede in het rapport ‘De tijd is rijp’ dat het bij de overheid ontbrak aan kwaliteit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Hij constateerde dat het toezicht op de bedrijven zo ingewikkeld was dat gemeenten en provincies deze kennis niet in huis konden hebben. Zijn advies: centraliseer het toezicht op BRZO-bedrijven en laat sancties door de minister opleggen. Dat voorstel heeft het niet gehaald, maar sinds 2009 werken IPO, VNG, UvW en het Rijk aan een aantal structurele verbeteringen van het VTH-stelsel onder de vlag van het programma Uitvoering met Ambitie (PUmA). De Onderzoeksraad voor de Veiligheid concludeerde na de brand bij Chemie-Pack opnieuw dat de versnippering van het toezicht ervoor had gezorgd dat de overheid onvoldoende kwaliteit kon leveren op VTH-gebied. Een van de belangrijkste afspraken die in 2009 werden gemaakt, was dat er vanaf 1 januari 2013 een landelijk dekkend netwerk van Regionale Uitvoeringsdiensten zou komen. Die uitvoeringsdiensten zouden verantwoordelijk worden voor bovenlokale, milieugerelateerde vergunningverlening, het toezicht daarop en de handhaving. In een recente brief aan de Tweede Kamer schrijft staatssecretaris Wilma Mansveld dat de 28 RUD’s medio 2013 in de lucht moeten zijn. december 2012 Chemie magazine 23
1200935_sc_fc_1-52.pdf 23
13-12-2012 12:14:39
“RUD AVANT LA LETTRE” “De tijd dat onze mensen alle flenzen in een chemiebedrijf controleerden, is echt voorbij”, stelt ambtelijk regisseur Evert Steijnebrugh van de provincie Limburg. Anderhalf jaar geleden werd hij als hoofd handhaving van de provincie vrijgemaakt om het proces van de RUDvorming in goede banen te leiden. Op 1 januari gaat er in Noord-Limburg een netwerk RUD van start (daarbij blijven de betrokken ambtenaren op hun eigen locatie werken) en zullen de betrokken ambtenaren in Zuid-Limburg een kantoor gaan delen. Steijnebrugh: “Ik ben een groot voorstander van systeemtoezicht. Daarbij kijk je vooral wat bedrijven doen met geconstateerde afwijkingen. Dit past ook veel beter bij de complexiteit van de huidige installaties.” De provincie biedt volgens hem al langer haar specifieke expertise aan gemeenten aan die met BRZO-bedrijven te maken hebben. “Wat dat betreft zijn wij een RUD avant la lettre.” Ook is er de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de kwaliteit van medewerkers. “Wij hebben alleen hbo-ers en academici, die ook nog eens tal van aanvullende cursussen hebben gevolgd. Zo krijgen de bedrijven de kwaliteit waar ze om vragen.” Bedrijven richten zich volgens Steijnebrugh in de praktijk vaak individueel tot een (gefragmenteerde) overheid. Met name de BRZO-RUD’s kunnen daarin volgens hem een coördinerende rol richting de overheid hebben. Hij roept chemiebedrijven in de regio en daarbuiten op zich beter te organiseren, gezamenlijk het probleem te definiëren en bij de overheid te adresseren.
“Sommige bestuurders dachten dat ze al hun bevoegdheden moesten overdragen”
gezag. Straks hebben wij het mandaat om alle besluiten op VTH-gebied voor te bereiden, maar het College van Gedeputeerde Staten, en in sommige gevallen gemeenten, blijft verantwoordelijk voor de bestuurlijke besluiten op dit terrein.” Van den Heuvel reageert hiermee op de kritiek van sommige partijen dat de milieudienst te dicht op de schoot van bedrijven zou zitten. “Het beleid staat straks vast en de ruimte voor bestuurders om een afweging te maken, neemt af. Maar het is nu eenmaal eigen aan bestuurlijk optreden dat een afweging wordt gemaakt. Dat schrijft de wet ook voor. De inzet van de handhavingsmiddelen moet proportioneel zijn ten opzichte van het belang dat wordt aangetast. Daarbij houden bestuurders ook rekening met de grote economische betekenis van sommige bedrijven.”
Inspectievakantie Volgens Van den Heuvel is het een illusie om te denken dat alle VTH-taken bij één landelijke organisatie belegd zouden kunnen worden. “Arbeidsveiligheid is bijvoorbeeld heel iets anders dan externe veiligheid of kennis van blussystemen. Daarvoor is heel specifieke expertise nodig. Maar de BRZO-RUD’s zullen er wel toe bijdragen dat de samenwerking en de integratie tussen de diensten die hiervoor verantwoordelijk zijn beter verlopen.” Feit blijft dat voor het toezicht op de BRZO-bedrijven drie overheden met ieder hun eigen wetgevingsstelsel en handhavingscultuur verantwoordelijk zijn.
Op de vraag of het Rijk genoeg budget ter beschikking stelt om haar ambities waar te maken, verwijst Van den Heuvel naar de bestuurders. “Dat moeten zij maar beoordelen. De laatste jaren is er echter al veel bezuinigd en ook nu staan de budgetten onder druk. De overheid treedt steeds meer terug, waardoor er in de praktijk minder toezicht is. Gelukkig ben ik de term ‘inspectievakantie’ niet meer tegengekomen in het nieuwe regeerakkoord. Daarmee gaf het vorige kabinet in mijn ogen toch een verkeerd signaal af.”
Zelfreflectie De afgelopen jaren werd door het bedrijfsleven meerdere malen gepleit om de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving te verbeteren. Chemiebedrijven vinden het vooral belangrijk dat de kwaliteit van de VTH-medewerkers van de overheid overeenkomt met het niveau van hun eigen medewerkers. Van den Heuvel benadrukt dat de overheid de afgelopen jaren veel heeft geïnvesteerd in het kennis- en opleidingsniveau van deze medewerkers. “Bovendien wordt er nu een aantal zaken wettelijk geborgd. Daarbij gaat het onder meer om de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken, onderlinge afstemming en gegevensuitwisseling. Het wetsvoorstel VTH is nu in consultatie en treedt in 2014 in werking.” Volgens Van den Heuvel is enige zelfreflectie van de VNCI-leden wel op zijn plaats. “Soms heb ik de indruk dat die bedrijven wel heel erg de nadruk leggen op de kwaliteit van het optreden van de overheid. De VNCI modelleert haar ideeën vaak op basis van de wensen van de koplopers in de sector. Maar als je, zoals DCMR, met de voeten in de klei staat, zie je dat veel bedrijven helemaal geen koploper zijn. Sommige bedrijven zijn ook geen lid van de VNCI. Daarom kun je in bepaalde gevallen ook niet volstaan met terugtreden, maar moet je ouderwets streng optreden.”p
24 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 24
13-12-2012 12:14:42
VED BY RO
NA
LS
AP P
Havep moe.t. TEL MAAR OP! je hebben. PR
OFESS
IO
Thomas Shiftleader
Bescherming Draagcomfort Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf Voor ons is er geen twijfel mogelijk als het om werkkleding gaat. Wij werken er elke dag in, dus wij weten waar we het
Peter Senior operator
over hebben. Als je alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt ook naar prijs, service en levering, kom je tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.
MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?
KIJK OP WWW.HAVEP.COM /CHEMIE T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com
1200935_sc_fc_1-52.pdf 25
13-12-2012 12:14:45
EUROSALT LEVERT VERANTWOORD STROOIZOUT
5000 TON 26 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 26
13-12-2012 12:14:49
W te Wete We tens ns swa waa ardi ar rd diig d dig Deze Dez e wint inter err kun kunnen nen st stroo roo oiwa iwa-g s op gen op pad pad met bi bio-z o-zou out.
Nede Ne ederlands d e gemeente ten kunn nn nen e dez e e wint wi intter voo voo o r he h t eers r t bio-zout ut o op p de wegen strooien. Dit biollogische strooiizout van importeur Eurosalt in Moerdijk komt uit restafval van de productie van biobrandstof. Vijf gemeenten hebben al gekozen voor bio-zout, omdat dat aansluit bij hun ambitie om duurzaam in te kopen. Het biologische wegenzout is een restproduct van de productie van bio-methanol. Uit de ruwe glycerine waarvan producent n en bio-methanol nt maken, worden eerst de ongewenste bestanddelen verwijderd d. Zout is zo’n ongewenst bestanddeel.. Het bio-zout is volgens e ee en woordvoerder van va n Eu Euro rosalt afkomstig van één Neder-
land land ndsse se pro rodu duce du cent n van an nb bio obr bra and tto ands offfen e , maar arr h hijj wil il uit i concu urrrenti entieo e ve eo verw rw weginge eg gen niet zeggen welke. Het is volgens hem m moge g lijk om alle Nederlandse gemee e nten vanuit deze fabriek te voorzien van biozout. Eurosalt levert jaarlijks gemiddeld 300.000 ton strooizout voor de bestrijding van gladheid aan Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten, waterschappen en private wegbeheerders. Daarvan zal dit jaar ongeveer 5000 ton biologisch zijn. Volgend jaar moet dit ruim verdubbeld zijn naar 12.000 ton. Bio-zout heeft dezelfde eigenschappen als gewoon strooizout uit zoutmijnen, alleen is de kleur wat donkerder.
ON
FOTO: NATIONALE BEELDBANK
BIO-ZOUT december 2012 Chemie magazine 27
1200935_sc_fc_1-52.pdf 27
13-12-2012 12:14:54
TECHNOLOGIEËN VOOR BRANDSTOF UIT ALG NOG NIET EFFICIËNT GENOEG
ALGENDIESEL BLIJFT BELOFTE De belofte van biobranstof uit algen is nog altijd niet ingelost. Recent Amerikaans onderzoek biedt ook weinig hoop op een vlotte doorbraak. Maar Nederlandse algenkenners laten zich niet uit het veld slaan en zoeken door naar een rendabele toepassing. Peter van den Dorpel, directeur van AlgaeLink: “Het break-evenpoint voor brandstof is nog niet bereikt, maar dit is op termijn zeker haalbaar.” Tekst: Emma van Laar
A
lgen lijken een goedkoop en gemakkelijk alternatief als biobrandstof, waartegen andere duurzame bronnen het moeten afleggen. Ze groeien snel en produceren veel olie per hectare, meer dan palmolie en sojabonen. Doordat ze groeien in fotobioreactoren of kweekvijvers zitten ze de voedselproductie niet in de weg. Een ander voordeel, boven een alternatieve brandstof als waterstof, is dat algendiesel gebruikt kan worden in de huidige dieselauto’s. Wereldwijd buigen bedrijven en onderzoeksinstellingen zich dan ook al jarenlang over biobrandstofproductie uit algen. De meeste initiatieven richten zich op auto’s, maar ook naar vliegtuigbrandstof wordt onderzoek gedaan. Zo had KLM in
ALGEN KWEKEN Algen worden gekweekt in kweekvijvers of gesloten fotobioreactoren. Zowel zout als zoet water als afvalwater zijn bruikbaar, zolang er voedingsstoffen en geen vervuilingen in zitten. Naast water hebben algen zonlicht, warmte, voedingsstoffen (fosfor en stikstof) en CO2 nodig. Ze zetten water en CO2 via fotosynthese om in opgeslagen energie (koolhydraten) en zuurstof. Onder bepaalde omstandigheden wordt de koolstof opgeslagen als triglyceriden (lipiden). Deze olieachtige stoffen kunnen na extractie via transesterificatie omgezet worden in biodiesel.
2008 het doel om binnen twee jaar het eerste vliegtuig op algenkerosine te laten vliegen. Maar zover is het nog niet en dit project staat inmiddels op een lager pitje. Nederland is een voorloper als het gaat om de ontwikkeling van algentoepassingen, met bedrijven als Ingrepro, AlgaeLink en Lgem en onderzoek aan onder meer Wageningen UR (University & Research centre). Ondanks dat de bijzondere eigenschappen van algen al jaren bekend zijn, is er op industriële schaal toch nog maar weinig mee gedaan. De industriële toepassing heeft lang in de kinderschoenen gestaan omdat het niet gemakkelijk is algen te laten groeien. De laatste jaren is er zeker ook in Nederland hard gesleuteld aan de productietechnieken en inmiddels zijn bedrijven in staat algen te kweken met een hoge opbrengst. “We maken elk jaar stappen, het rendement van oogsten gaat omhoog. Dat leidt tot een kostendaling van 10 procent per jaar”, vertelt Peter van den Dorpel, directeur van AlgaeLink.
Amerika In Amerika worden al sinds 1978 algensoorten met hoge oliegehalten bestudeerd. Het grootste probleem dat duurzame en grootschalige toepassing van algenbiobrandstof in de weg staat, is de hoeveelheid energie, voedingstoffen, water en ruimte
die nodig zijn voor een substantiële bijdrage aan de vraag naar transportbrandstof. In oktober concludeerde het Amerikaanse National Research Council daarom ook dat brandstoffen uit algen in de toekomst duurzaam kunnen worden, maar bij de huidige technologische staat kansloos zijn. Uit onderzoek in opdracht van het Amerikaanse ministerie van Energie concluderen de betrokken experts dat de technologieën nog niet efficiënt genoeg zijn. Voor opschaling van de biobrandstofproductie uit algen tot het niveau van 5 procent van de Amerikaanse transportbrandstofbehoefte - 39 miljard liter biobrandstof - zijn enorme hoeveelheden energie, water, stikstof en fosfor nodig. Voor 5 procent bijmenging is 6-15 miljoen ton stikstof en 1-2 miljoen ton fosfor nodig, wat neerkomt op respectievelijk 44 tot 107 en 20 tot 51 procent van het totale gebruik in de VS. Afhankelijk van het proces is 3,15 tot 3650 liter water nodig voor een liter brandstof. Zelfs de best scorende processen zitten volgens het onderzoeksrapport op het randje van wat duurzaam is. Een andere beperkende factor zijn mogelijk geschikte en beschikbare sites voor algengroei. De onderzoekscommissie noemt deze problemen niet onoverkomelijk, maar er moeten wel eerst oplossingen
28 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 28
13-12-2012 12:14:57
Biobrandstof
gevonden worden voordat opschaling van algendiesel een kans maakt. De algenkweek en de verwerking tot brandstof moeten verder ontwikkeld worden en de benodigde hoeveelheid energie moet gereduceerd worden. Wageningen UR berekende in 2010 dat een kweekbak ter grootte van Portugal nodig is om alle Europese transportbrandstoffen, 400 miljoen kubieke meter per jaar, te vervangen door algendiesel. Bovendien is daar twee keer de huidige Europese kunstmestproductie voor nodig.
Carel Callenbach, directeur van Ingrepro, is het deels eens met het Amerikaanse rapport. “Het rapport klopt maar is gebaseerd op standalone processen. Op die manier gaat het inderdaad niet lukken. Algenteelt kan niet als regulier proces voor enkel de productie van biodiesel gebruikt worden. Het moet geïntegreerd worden in andere systemen om rendabel te zijn.” Ingrepro heeft een waterzuiveringssysteem ontwikkeld waarin algen zuiveren en groeien op voedingsstoffen uit het afvalwater. “We benutten het feit dat algen zeer efficiënt stikstof en fosfor opnemen. De algen zijn een secundair product en kunnen zo goedkoop genoeg worden om ook naar de energiekant te kijken. De algen zullen in eerste e
Mederwerkers van Universiteit Wageningen voeren controles uit bij het Algae PARC.
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE
Geen stand-alone-productie
e december 2012 Chemie magazine 29
1200935_sc_fc_1-52.pdf 29
13-12-2012 12:15:00
“Als we niet anders gaan denken, blijven we stilstaan” LICHTPUNTJE Begin november maakte onderzoekers van de Universiteit van Michigan bekend dat via het hydrothermal liquefaction-proces algen voor 65 procent omgezet worden in biobrandstof. Via korte verhitting wordt niet alleen de olie uit de algen gewonnen, maar worden ook hun eiwitten en koolhydraten in olie omgezet. De betrokken professor Phil Savage durft nog niet te garanderen dat dit de biobrandstofproductie uit algen ook echt rendabel gaat maken.
instantie naar de hoogste bieder gaan, wat zal betekenen dat ze gebruikt worden als grondstof voor bijvoorbeeld verf. Biobrandstof zal aan de orde komen bij grotere volumes”, legt Callenbach uit. Ook AlgaeLink-directeur Van den Dorpel is van mening dat kleinschalige markten voor hoogwaardige producten het eerst rendabel zijn. “Ondanks de vooruitgang is het break-evenpoint voor brandstof nog niet bereikt, maar dit is op termijn zeker haalbaar. Als de behoefte aan water, CO2, nitraten, fosfaten en warmte via integratie in bestaande industrieën benut wordt, kan de kostprijs omlaag.”
Voedingsindustrie Algen bieden ook andere kansen. Ze bevatten eiwitten, onverzadigde vetzuren (olie) en suikers waarmee verschillende markten aangeboord kunnen worden. Verwerking in diervoeder, voedings- en farmaceutische middelen, chemicaliën en bioplastics behoren tot de mogelijkheden. Veel Nederlandse bedrijven zien dit in en richten zich op deze hoogwaardige producten. Ingrepro richt zich naast waterzui-
vering en biobrandstof op diervoeder, nutraceuticals en levensmiddelen. LGem legt zich met name toe op visvoer en voedingssupplementen, terwijl AlgaeLink fotobioreactoren verkoopt die voor al deze markten gebruik kunnen worden. Inmiddels heeft AlgeaLink ruim veertig operationele algenprojecten in meer dan twintig landen. Een van deze projecten is volledig geïntegreerd in de reststromen van de voedingsindustrie, waardoor de algenkostprijs tot 30 cent per kilo is gedaald. Wageningen UR heeft in 2011 het AlgaePARC geopend, waarin onderzoekers verschillende productiesystemen testen en de algenkweek opschalen naar semi-industriële schaal. “Zelfs als we algen kunnen produceren tegen een kostprijs van 50 cent per kilo, ons goal, dan kan algenbiomassa nog niet commercieel als biobrandstof ingezet worden”, zegt projectcoördinator Maria Barbosa. “We voeren pilotstudies uit om het kweekproces goedkoper te maken en zijn begonnen met de bioraffinage van algenbiomassa om de waarde te verhogen en het proces competitiever te maken. Hierbij werken we samen met onder meer oliemaatschappijen. Ze zijn geïnteresseerd maar ze zijn zich er ook van bewust dat het over de lange termijn gaat. De markt voor food en feed groeit, met de toenemende schaal en kennis zal de prijs dalen en zullen producten lager in de piramide, zoals bulkchemicaliën en diesel, ook in beeld komen.” Hoewel er nog de nodige horden te nemen zijn, denkt Barbosa dat grootschalige productie van biobrandstoffen uit algen over tien à vijftien jaar realiseerbaar is. “Realiseerbaar, maar waarschijnlijk nog niet commercieel haalbaar”, benadrukt zij.
Innovatieparadigma Callenbach van Ingrepro stelt dat niet de techniek het probleem is,
maar dat er sprake is van een innovatieparadigma. “Niemand durft de eerste stap te nemen en wil het aanvangsrisico nemen. Nieuwe systemen en veranderingen lijken voor angst te zorgen, terwijl ze de maatschappij juist verder kunnen brengen. Als we niet anders gaan denken, blijven we stilstaan. Algen kunnen een substantiële bijdrage leveren, maar willen ze echt een blijvertje worden dan moeten we geïntegreerd kweken en moeten we de economische structuren aanpassen.” Van den Dorpel van AlgaeLink is positiever en ziet dat Europa bewust is van de duurzaamheid van algendiesel. Het Biorenewables Business Platform (BBP), dat veelbelovende biobased mogelijkheden onderzoekt die van toegevoegde voor de Nederlandse economie kunnen zijn, is van mening dat er op korte termijn geen kansen zijn voor de inzet van algen als biobrandstof. Maar BBP-voorzitter Ton Runneboom is wel positief over de ontwikkelingen die rondom algen plaatsvinden. “Op papier en op termijn moet gebruik voor brandstof haalbaar zijn. Het is moeilijk te zeggen wanneer we dat punt bereiken. Vergeleken met een aantal jaren geleden zijn de te nemen stappen nu duidelijker. Door verdere ontwikkelingen zullen de kosten dalen en in de tussentijd is verwerking in andere producten goedkoper. Voor inzet als biobrandstof zijn algen ook afhankelijk van hoe alternatieven zich ontwikkelen.” Hoewel er wereldwijd enkele pilotplants (op de planning) staan, laat een doorbraak op het vlak van biodiesel ondanks alle inspanning nog op zich wachten. Waar algenkweek voor hoogwaardige componenten op korte termijn kansen biedt, is grootschalige inzet binnen de biobrandstofmarkt binnenkort nog niet te verwachten. p
30 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 30
13-12-2012 12:15:02
Zeven ...
... transporteren, doseren, mengen, breken: GERICKE beschikt over de kennis en de technieken voor iedere denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al meer dan 115 jaar machines en complete systemen als optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen. Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in combinatie met onze betrouwbaarheid, efďŹ ďŹ ciĂŤnte en wereldwijde service.
Ge eavanceerde stortgoedtechnologie e CH H- 8105 Regensdorf H T + 41 (0)44 871 36 36
DE-78239 Rielasingen T +49 (0)7731 92 90
Singapore 787813 T +65 64 52 81 33
FR R- 95100 Argenteuil R T +33 (0)1 39 98 29 29
NL-3870 CA Hoevelaken T +31 (0)33 25 42 100
ww ww.gericke.net w
gericke.nl@gericke.net
GB-Ashton-under-Lyne Lancashire, OL6 7DJ T +44 (0)161 344 1140
Intertek is able to support clients all over the world with a and over 30,000 people in more than 100 countries.
Intertek services include:
Laboratory support Quality assurance & testing (Cargo) Inspection
Regulatory advisory services
Technical inspection Auditing & business assurance Engineering support Training Laboratory management Outsourcing
Intertek is a global and trusted service provider for quality and safety solutions for many of the world’s leading brands and companies, including the chemical industries. Intertek Netherlands T: +31 88 126 8888 E: info.polychemlab@intertek.com
Intertek Belgium T: +32 3 543 90 89 E: info.benelux@intertek.com
www.intertek.com / www.intertek-nl.com
1200935_sc_fc_1-52.pdf 31
13-12-2012 12:15:06
INSPECTIE SZW CONTROLEERT BIJ HUNTSMAN TIJDENS ONDERHOUDSSTOP
“ZE NEGEERDEN OP GROTE SCHAAL HET AFZETLINT” De Inspectie SZW op de stoep: een vloek of een zegen? Polyurethaanproducent Huntsman kiest voor het laatste. Johan Polet, process & technology safety manager, vertelt hoe het bedrijf zijn voordeel deed met de uitkomsten van een kritische inspectie tijdens een onderhoudsstop. “We hebben het werk meteen stilgelegd toen bleek dat de veiligheid niet in orde was.” Tekst: Ingel Bierman
M
DI 2, een van de fabrieken van polyurethaanproducent Huntsman, ligt er deze middag rustig bij in de mist. Maar toen inspecteur Gosia Tabaka van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) er vorig jaar onaangekondigd langskwam tijdens een onderhoudsstop, trof hij er een hectisch tafereel aan rond twee mobiele hijskranen. Tabaka: “Die stonden weliswaar in een afgezet gebied, maar werknemers te voet, op de fiets en zelfs in een auto negeerden het afzetlint op grote schaal. Ook waren er mensen aan het werk met een vacuümwagen, waardoor voldoende overzicht in het gebied ontbrak.” De inspectie bij Huntsman was er een in het project Onderhoudsstops. In dit project komen Inspectie SZW,
PROJECT ONDERHOUDSSTOPS alleen dat bedrijf een boete, maar ook de aannemer en de opdrachtgever. - De risico’s en procedures op - Veel bedrijven weten nog niet dat papier zetten is pas het begin; zij voor tewerkstellingsvergunnin- bedrijven moeten ook toezien op de gen moeten zorgen voor alle werk- uitvoering. Bijvoorbeeld door in de werkvergunning precies te nemers van buiten de EER (Euroomschrijven wat iemand mag doen pese Economische Ruimte) of uit en hoe hij dat moet doen. Bulgarije of Roemenië. Als een onderaannemer iemand meeneemt - Het gevaar om van een steiger af te vallen is een onderbelicht risico. zonder vergunning, krijgt niet Uit de controles die tot nu toe zijn gehouden in het project Onderhoudsstops blijkt:
bevoegd gezag milieubeheer en de brandweer gezamenlijk controleren en beperken daarmee het aantal inspecties per bedrijf. En hoewel Huntsman uitgebreide veiligheidsprocedures kent, gaat het in de praktijk soms blijkbaar toch mis. Op het moment van de inspectie was het er - met ruim tweehonderd extra mensen, zoals steigerbouwers, monteurs en industrieel reinigers - een chaotische drukte van belang.
Lintjesbewaker Johan Polet, process & technology safety manager bij Huntsman: “De wet is helder: de werkplek onder de hijslast moet vrij zijn. Logisch, want het risico is groot. Toen we ontdekten dat dit niet in orde was, hebben we het werk meteen stilgelegd en een toolboxmeeting gehouden om iedereen ervan te doordringen hoe het hoort. Ook is het toezicht tijdens de rest van die onderhoudsstop aangescherpt door het aantal veiligheidsrondes en audits te verhogen. We hebben bij elke afzetting rond het hijswerk een lintjesbewaker neergezet.” Maar Huntsman ging nog een stap verder: het bedrijf maakte afspraken met aannemers en stelde instructies met ze op om voortaan veilig te hijsen. Gezamenlijk ontwierpen ze een poster om deze instructies onder de aandacht te houden van hun mensen, met de tekst ‘lintje negeren = leven riskeren’. Ook wordt dit punt sindsdien standaard behandeld in de startinstructies voor aanvang van de werkzaamheden. Omdat Huntsman zelf zijn verantwoordelijkheid nam en het werk stillegde, heeft de Inspectie SZW geen sanctie opgelegd. Wel eiste de inspecteur dat het toezicht zou verbeteren. Daarom lopen naast eerstelijnsmanagers
32 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 32
13-12-2012 12:15:09
Onderhoud
GROTERE ROL INSPECTIE SZW BIJ AFHANDELING SANCTIES Overtredingen van de Arbowet, dus ook het arbodeel van de BRZO, worden vanaf 1 januari 2013 zwaarder gesanctioneerd. Ten eerste gaat de hoogte van de boetes fors omhoog. Constateert de Inspectie SZW dat een bedrijf na een boete opnieuw de fout in gaat, wordt de boete verdubbeld, en bij een derde overtreding bedraagt de boete het drievoudige. Daarnaast kan de Inspectie na herhaling van eenzelfde overtreding na een waarschuwing (een deel van) de fabriek stilleggen. Momenteel kan dat alleen als er ernstig gevaar dreigt voor personen. De Inspectie krijgt vanaf 1 januari een grotere rol bij de afhandeling van sancties die kunnen volgen op het uitgevoerde toezicht. Alleen ongevallen met dodelijke afloop worden nog strafrechtelijk afgehandeld. Overige overtredingen worden via de bestuursrechtelijke weg, dus via boetes, dwangsommen en dergelijke, afgehandeld. De VNCI heeft haar leden hierover onlangs geïnformeerd. Meer informatie: Jos Roosen, bedrijfsjurist VNCI, 070 337 87 24, roosen@vnci.nl Johan Polet (links) van Huntsman en inspecteur Gosia Tabaka.
“De wet is helder: de werkplek onder de hijslast moet vrij zijn” en managementteam nu ook operators veiligheidsrondes en audits. “Tijdens die rondes schrijven we op wat we tegenkomen, om op die manier te kunnen aantonen dat we voldoende toezicht houden”, licht Polet toe.
Spoelprocedure De Inspectie SZW stelde nog een eis: Huntsman moest een procedure vaststellen om na het reinigen van de onderdelen die uit bedrijf worden genomen, te meten of zij schoon genoeg zijn. Inspecteur Tabaka: “Als je een installatie hebt gespoeld, moet je controleren of dat effectief genoeg is geweest. Dan weet je zeker dat er geen gevaarlijke stoffen meer aanwezig zijn als je er weer mee aan het werk gaat.” “Dat was een moeilijk punt voor ons”, zegt Polet. “De wet is in dit geval veel minder helder dan bijvoorbeeld bij hijswerk. Daardoor merkten we bij de inspectie dat onze spoelprocedure niet concreet genoeg was. Uiteindelijk gaat het om de veiligheid, dus we hebben deze opmerking aangegrepen om die te verbeteren.” In de
LOTO-procedure (Lock Out Tag Out) staat nu specifiek per leiding aangegeven hoelang er wordt gespoeld. De operator schrijft deze daadwerkelijke spoeltijd op en controleert daarna op een aantal punten of er nog reststoffen zijn. De veranderingen waren naar volle tevredenheid van inspecteur Tabaka: “Bij onze hercontrole bleek dat Huntsman meer had gedaan dan in de eis was gevraagd. Dat past prima in de benadering vanuit de wet: er moet sprake zijn van continue aandacht voor veiligheid en hoe het beter kan.”
Kers op de taart Maar Huntsman voldoet hiermee niet alleen aan de eis van de Inspectie, Polet ziet ook andere voordelen: “Met de gegevens die we noteren kunnen we bepalen of we een volgende keer misschien langer moeten spoelen, of juist korter. Daar kunnen we van leren. Het is ook makkelijk om de gegevens op papier te hebben voor de overdracht naar een volgende ploeg.” Ook andere opmerkingen heeft Huntsman serieus genomen. Polet: “Zo’n inspectie geeft waardevolle input. Waar mogelijk verbeteren we de situatie direct, bijvoorbeeld op een plek waar een steiger niet goed is gelabeld of mensen niet de juiste beschermingsmiddelen dragen. Daarnaast scherpen we procedures aan. We hebben al een hoge standaard voor onze veiligheidsprocedures het voorkomen van ongevallen heeft bij ons prioriteit maar met de verbeteringen na zo’n inspectie zetten we de kers op de taart.” p
december 2012 2 Ch C em Chemi emi emie m e maga maga g zin gazin zine e 33
1200935_sc_fc_1-52.pdf 33
13-12-2012 12:15:12
MA AIKE KROON, HOOGLERA AR SCHEID DINGSTECHNOLOGIE A AN DE TU EINDHOVEN
S
In 2010 was Maaike Kroon met haar benoeming aan de TU/e de jongste vrouwelijke hoogleraar van Nederland.
FOTO: WIEKE EEFTING
Hoogleraren staan vaak aan de basis van nieuwe inzichten, innovaties en verbeteringen van processen. In Chemie Magazine daarom een serie porrtretten. Maaike Kroon, hoogleraar scheidingstechnologie aan de TU Eindhoven, bijt het spits af. Haar onderzoeksgroep zoekt naar duurzame hulpstoffen die bepaalde stoffen zeer k t: t: Igo Igo g r Zn nid darsi rsi sicc selectief uit een mengsel kunnen verwijderen. Teeks
34 Ch 34 Che he h em miie ma mie mag ga gaz azzine a ine ne dec de d decemb eccemb emb em mber er 201 012 012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 34
13-12-2012 12:15:16
Hoogleraar
BIOMASSA ONTSLUITEN
SOLVENTS
C
hemiebedrijven, waterzuiveringsbedrijven, levensmiddelentechnologiebedrijven, ze staan allemaal bij haar op de stoep. Want grote kans dat zij het antwoord heeft op hun vraag naar renewable solvents, duurzame oplosmiddelen. Maaike Kroon, hoogleraar scheidingstechnologie aan de TU Eindhoven (TU/e), is namelijk gespecialiseerd in het uit natuurlijke stoffen ontwerpen van extractanten en absorbentia die heel selectief bepaalde stoffen uit een mengsel kunnen verwijderen. “En dan het liefst de minderheidscomponent.” Ze geeft als voorbeeld ontzilting, het scheiden van zout en water, en legt aan de niet-chemici onder ons geduldig uit: “Zeewater bevat 96,5 procent water en 3,5 procent zout. Logisch zou zijn om die 3,5 procent, de minderheidscomponent, af te scheiden. Maar bij een conventionele methode als destillatie of omgekeerde osmose wordt 96,5 procent van de stroom naar een andere fase gebracht. Dat kost veel energie. Ik probeer juist de minderheidscomponent, in dit geval het zout, selectief eruit te halen, door een stofje te vinden dat heel veel affiniteit heeft met dat zout en geen affiniteit met het water.” Een nadere toelichting: “De vloeistoffen waarmee ik werk lossen niet op in water maar zijn wel ionisch, dus geladen. Omdat zouten ook lading hebben, trekken de zouten en de ionische vloeistoffen elkaar aan, waardoor het zout uit de waterfase naar die ionische vloeistoffase gaat. Je houdt dan zuiver water over. Natuurlijk is er energie nodig om het zout uit die ionische vloeistof te halen, maar dat is maar 3,5 procent van je stroom. Het energieverbruik is met deze methode tot wel 90 procent lager.”
Jongste vrouwelijke hoogleraar Maaike Kroon werd in 2010 benoemd tot hoogleraar aan de TU/e en was toen de jongste vrouwelijke hoogleraar
Een belangrijke ontdekking deed de onderzoeksgroep van Kroon afgelopen april: een duurzame manier om biomassa te ontsluiten. Ze legt uit: “We hebben ontdekt dat mengsels van vaste stoffen uit de natuur (organische zuren zoals citroenzuur en melkzuur, suikers zoals glucose en fructose en aminozuren zoals proline en alanine) bij een kamertemperatuur van 25 graden een vloeistof kunnen vormen die als natuurlijk oplosmiddel kan dienen.” Dit soort nieuwe vloeistoffasen blijkt in staat te zijn om lignine - een van de belangrijkste componenten uit lignocellulo-
sische biomassa - op te lossen tot wel 15 gewichtsprocent. Kroon: “We mengen twee natuurlijke stoffen met elkaar, en daarin lost het lignine uit hout of stro op en de rest, zoals cellulose, niet. Die kunnen we affiltreren, waardoor de nieuwe solvent met lignine overblijft. Daar voegen we water aan toe, de lignine slaat neer - onoplosbaar in water en we kunnen de solvent hergebruiken.” Het is volgens Kroon een zeer energiezuinige manier om biomassa te ontsluiten, want je hoeft maar weinig energie toe te voegen. “Veel bedrijven hebben al interesse getoond.”
“Het energieverbruik is met onze methode tot wel 90 procent lager” van Nederland. Haar onderzoeksgroep zoekt naar solvents die in de natuur voorkomen en renewable zijn, want: “Fossiele grondstoffen raken op en zijn vervuilend. Ik vind schonere procesvoering heel belangrijk en vind dat we moeten inzetten op duurzaamheid.” Een voorbeeld zijn natuurlijke ionische vloeistoffen, bestaande uit natuurlijke ionen, zoals choline, betaïne, citraat en acetaat. Maar Kroon werkt ook aan andere natuurlijke chemicaliën. “Het zijn stoffen die gewoon in planten zitten. De synthese is veel schoner dan wanneer je ze uit aardolie haalt.” De hulpstoffen worden gebruikt als oplosmiddelen, extractanten en absorbentia. Ze kunnen onder meer worden toegepast bij ontzilting. De TU/e participeert hiervoor in een Publiek-Private Samenwerking met Wetsus (watertechnologie). Verder zijn ze toepasbaar in de chemische industrie, waarvoor nieuwe scheidingsprocessen worden bedacht die energie-efficiënter zijn, en dus ook voor minder CO2-uitstoot zorgen. Zo is een niet nader te noemen chemiebedrijf bij Kroon op bezoek geweest met de vraag of zij een duurzame vervanger kan vinden voor organische oplosmiddelen die vluchtig en gevaarlijk zijn, zoals benzeen. e december 2012 Chemie magazine 35
1200935_sc_fc_1-52.pdf 35
13-12-2012 12:15:19
“Onze oplosmiddelen zijn niet toxisch en niet vluchtig” Behalve duurzaam zijn de solvents van Kroon ook veiliger voor mens en milieu. “Wij kunnen toxische chemicaliën vervangen door niet-toxische oplosmiddelen. Ze zijn bovendien niet vluchtig, waardoor je ze niet kunt inademen. Een ander voordeel is dat je ze niet in de fik kunt steken.” De TU/e participeert bovendien in een project van het Institute for Sustainable Process Technology, dat Nederland leidend wil maken in het genereren van duurzame oplossingen voor de procesindustrie. Binnen dit project wordt gezocht naar nieuwe oplosmiddelen voor de chemische industrie. Partners zijn onder meer Shell, ECN en Dow.
Internationale erkenning Kroon kan niet aan elke vraag voldoen. “Niet alles werkt. Daarom proberen we heel veel nieuwe solvents uit. We doen iedere keer een enorme screening, om te zien wat er werkt. Veel testen dus, proefjes in het lab.
Het is veel trial and error. Als je eenmaal een beetje gevoel krijgt voor wat er werkt, ga je wel trends ontdekken en kun je makkelijker dingen voorspellen. Ik hoop ook een goed model voor dit soort solvents te kunnen ontwikkelen.” De solvents die werken zullen uiteindelijk toepassing vinden bij productie van hoogwaardige chemicaliën, bij dieselproductie uit synthesegas, bij opslag van waterstof als alternatieve vorm van energie en bij gebruik van biomassa. Bang om door anderen ingehaald te worden is Kroon niet. “Er zijn wel andere onderzoeksgroepen op dit vakgebied, maar wij zijn nu leading op het gebied van natuurlijke solvents.” Een nog grotere internationale erkenning van haar onderzoeksgroep is haar doel. En daarna? “Ik ben hier voorlopig nog wel even zoet mee. Maar als ik ooit aan een nieuwe uitdaging toe ben, dan denk ik dat een eigen bedrijf wel bij mij zou passen. Ik bepaal graag zelf wat ik doe.”p
CUM LAUDES SIEREN KROONS WETENSCHAPSCARRIÈRE De carrière van Maaike Kroon (1980) verliep in sneltreinvaart. Op de basisschool verveelde ze zich stierlijk. In groep zeven had ze alle rekenboeken van groep acht al achter de kiezen. In groep acht verdiepte ze zich alvast in de wiskundeboeken van de brugklas. Ook kreeg ze allerlei extra opdrachten, zoals: bereken de oppervlakte van het schoolplein. Op het voortgezet onderwijs vond ze eindelijk enige uitdaging. Ze slaagde met een 10 voor wiskunde, een 9,5 voor natuurkunde, een 9,3 voor scheikunde en voor de rest ruime achten - ook voor de talen. Maar dat ze de bètakant uit zou gaan, wist ze al snel. “Ik wil niet alleen graag weten hoe de natuur in elkaar zit en hoe iets werkt, maar vooral ook hoe je de natuur kunt manipuleren en nieuwe dingen kunt maken. Dan kom je al snel bij techniek uit.” Ze koos voor chemische technologie aan
de TU Delft, mede omdat het een brede studie is. Ook wilde ze iets doen voor de samenleving, voor een betere toekomst. “Schonere, groenere fabrieken.” Ze overwoog nog even een studie milieukunde, “maar om mensen nou te gaan vertellen dat ze hun levensstijl moeten veranderen, dat is niet helemaal mijn ding. Ik werk liever van binnenuit.” Ze voltooide in zeven jaar - normaal staat er elf jaar voor - een bachelor chemische technologie en chemische bioprocestechnologie, een master chemische technologie, een honor’s track program ‘Innovatieve ontwikkelingen in chemische procestechnologie’ en een promotie op de afdeling Process & Energy. Alles cum laude. Kroon was al dr. ir. op 25-jarige leeftijd. Ze studeerde af op het gebied van de thermodynamica en promoveerde op ‘Reacties en scheidingen in ionische
vloeistoffen en koolstofdioxide’. Het betrof een nieuw productieproces voor een medicijn tegen de ziekte van Parkinson, waarbij ze een nieuw type oplosmiddel gebruikte, zodat het proces veel energie-efficiënter werd en voor minder afval zorgde. Het scheelde 11 miljoen euro per jaar op 1600 ton product. Voor het promotieonderzoek kreeg ze onder meer de eerste prijs van de DSM Science & Technology Awards. Na haar promotie verbleef Kroon acht maanden als visiting scholarr in het MATGAS research centrum in Barcelona en werkte twee jaar als visiting assisting professorr aan de Stanford University in de VS. Daarna besloot ze haar opgebouwde kennis en expertise in Nederland in te zetten door een eigen onderzoeksgroep te starten. Die kans kreeg ze toen ze in 2010 werd benoemd tot hoogleraar aan de TU/e.
36 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 36
13-12-2012 12:15:21
Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie
Bekijk de DSM business case
Bereken nu zelf úw besparing op idsnl.com/besparing KKK"J9FGH9=>B9B"B@
CDG@5;
KUh ]g XY jccf ik VYXf]^Z3
<5B8@=B;
;97CB8=H=CB99F8 HF5BGDCFH
58F CDG@5; ?@5GG9 ' * , 9B - 8=F97H9 8=GHF=6IH=9 ;97CB8=H=CB99F8 HF5BGDCFH ;9GD97=5@=G99F8 =B H=>8@9J9F=B;9B =GC 59C 9B GE5G ;979FH=:=799F8
H\Y ]b mcif `c[]gh]Wg
1200935_sc_fc_1-52.pdf 37
13-12-2012 12:15:21
KROONPRINS OPENT BRAZILIAANS K Met het onthullen van een marmeren muurplaat heeft prins Willem-Alexander op 21 november de Braziliaanse vestiging van de TU Delft en BE-Basic formeel geopend. Dit gebeurde tijdens een seminar over de biobased economy, georganiseerd door het ministerie van Economische Zaken tijdens de staatsmissie van het koninklijk paar aan Brazilië. “De transformatie naar een biobased economy is noodzakelijk om het leven op deze drukke planeet vol te houden, maar biedt ook grote kansen voor business en industrie”, zo verklaarde de prins. Het kantoor van de TU Delft en BE-Basic is gevestigd in Campinas, waar veel chemische industrie en kennisinstellingen geconcentreerd zijn. “Een duurzame transitie naar een biobased economy is een globale uitdaging die nieuwe vormen van innovatie en samenwerking vereist”, zegt de Delftse hoogleraar Biotechnologie en Maatschappij Patricia Osseweijer “Het Osseweijer. Het Nederlandse bedrijfsleven speelt hierop in door samen met Braziliaanse partners duurzame opwerking van biomassa, in chemicaliën, materialen en brandstoffen, te
ontwikkelen. Dat is een winwinsituatie voor Nederland én Brazilië.” Volgens Luuk van der Wielen, professor Biobased Economy aan de TU Delft en directeur van BE-Basic, heeft Brazilië veel kennis en ervaring met grootschalige productie van bio-ethanol en voedsel. “Met een permanente vestiging zal de samenwerking geïntensiveerd worden voor biobased innovatie voor duurzame energie en chemie.” BE-Basic is een publiek-private samenwerking van (internationale) universiteiten, kennisinstituten en bedrijven, gecoördineerd door de TU Delft. Het doel is om de benodigde kennis te ontwikkelen en technologie te stimuleren op het gebied van duurzame chemie. Brazilië heeft de afgelopen dertig jaar grote stappen gemaakt in het creëren van een biobased economy. Brazilianen kunnen bij benzinestations bijvoorbeeld ethanol tanken, waarvan het land de een-na-grootste producent ter wereld is is. Brazilië investeert bovendien fors in onderzoek en onderwijs. p
Onthulling van de marmeren muurplaat. V.l.n.r.: Dirk Jan van den Berg, voorzitter college van bestuur TU Delft; prins Willem-Alexander; Luuk van der Wielen, professor Biobased Economy aan de TU Delft en directeur BE-Basic; en João Guilherme Sabino Ometto, tweede vice-president van FIESP (Federation of Industries of São Paulo State).
38 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 38
13-12-2012 12:15:22
Uitgelicht
S KANTOOR TU DELFT EN BE-BASIC
december 2012 Chemie magazine 39
1200935_sc_fc_1-52.pdf 39
13-12-2012 12:15:22
GENOEG VRAAG NAAR ALKOXYLATEN EN OPPERVLAKTE-ACTIEVE STOFFEN
DE GOUDEN FORMULE V Bij Kolb in Moerdijk is de economische crisis ver te zoeken. De Europese vraag naar alkoxylaten en oppervlakte-actieve stoffen, onder meer gebruikt in shampoo en tandpasta, blijft groeien. Met zijn gloednieuwe, vierde reactor is Kolb nu een van de grootste sites in Europa. “We zijn definitief tot de Champions League toegetreden.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk
Site-manager Jan Peters: “Het vereiste veel flexibiliteit van onze mensen.”
FOTO: EDWIN WEERS
T
ientallen gasten uit binnen- en buitenland, waaronder de Maleisische ambassadeur in Nederland, woonden begin november de opening bij van de vierde reactor van Kolb in Moerdijk. Bij aankomst werden ze begroet door een volledig in het goud geklede straattheaterartieste, die door haar lange stelten hoog boven het publiek uittorende. Een duidelijke verwijzing naar Midas, de naam van het uitbreidingsproject van het van oorsprong Zwitserse bedrijf Kolb. Deze koning uit de Griekse mythologie had de kracht om alles wat hij aanraakte in goud te veranderen. Sinds Kolb in 2007 werd overgenomen door het Maleisische moederbedrijf KLK gaan de zaken dan ook voor de wind. Ondanks de economische crisis is er steeds meer vraag naar de alkoxylaten en oppervlakte-actieve stoffen die de onderneming produceert. De internationale klantenkring van Kolb verwerkt de producten onder meer in was- en reinigingsmiddelen, cosmetica, shampoos, douchegels, tandpasta en smeermiddelen. Bovendien zijn deze producten veel minder gevoelig voor economische cycli, want we hebben ze immers allemaal dagelijks nodig. Reden voor het bedrijf om vier jaar na de opening van de derde reactor een nieuwe, vierde reactor in gebruik te nemen. De uitbreiding levert tien nieuwe banen op, waardoor het totale personeelsbestand stijgt tot tachtig medewerkers. Het bedrijf is nu een van de grootste sites
40 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 40
13-12-2012 12:15:24
Uitbreiding
E VAN KOLB voor alkoxylaten en oppervlakte-actieve stoffen in Europa. “Kolb is nu definitief tot de Champions League toegetreden”, zegt chief executive officerr Sven Abend.
Ideale ligging De uitbreiding van de fabriek in Moerdijk is een van de grootste projecten van de Kolb-groep in de afgelopen jaren. Er is niet alleen een nieuwe reactor gebouwd, ook werden het tankenpark, de verlading en de controlekamer uitgebreid. Volgens site-manager Jan Peters had het project een grote impact op het dagelijkse werk van de eigen medewerkers. “Het vereiste veel flexibiliteit van onze mensen omdat het reguliere werk gewoon doorging.” Uitbreiding in Moerdijk lag volgens hem voor de hand omdat een optimale leveringsketen essentieel is voor een bedrijf als Kolb. Peters: “We hebben hier een ideale ligging door de aanwezigheid van een multimodale infrastructuur. Het stelsel van wegen, spoor, rivieren, havens en pijpleidingen zorgt voor een betrouwbare aan- en afvoer van onze grondstoffen en producten.” De nieuwe reactor is uitgerust met een innovatief systeem voor energieterugwinning dat de reactiewarmte opslaat, zodat deze ingezet kan worden voor het verwarmen van grondstoffen voor een volgende procesgang. Daarvoor ontving Kolb twee jaar geleden de Responsible Care-prijs van de VNCI. Kolb verwacht door het systeem een jaarlijkse besparing van 500.000 kubieke meter aardgas en als gevolg daarvan 1.000 ton reductie van de CO2-uitstoot. Peters wijst erop dat de CO2besparing wordt opgenomen in de Routekaart Chemie 2030. “De komende jaren verwachten we echter nog meer CO2 te kunnen reduceren als de nieuwe reactor optimaal in ons productieproces meedraait.”
Voorbeeld voor de regio Tijdens de openingsbijeenkomst prees burgemeester Klijs van Moerdijk het innovatieve en duurzame karakter van Kolb Moerdijk. “Maatschappelijke betrokkenheid is hier zeker geen lippendienst, maar een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering. Kolb werkt al jaren samen met scholen in de regio en probeert op deze manier jongeren voor een loopbaan in de techniek te interesseren. En met succes, want door de uitbreiding hebben ze tien nieuwe mensen aan kunnen nemen. Het spreekt voor zich dat de gemeente Moerdijk hier erg blij mee is, zeker in deze moeilijke economische tijden. Verder houdt Kolb de milieudruk voor de omgeving zo laag mogelijk, bijvoorbeeld door de aanvoer van grondstoffen per pijplijn. Kortom, een voorbeeld voor andere ondernemingen in de regio.” Directeur Van den Oever van het Havenschap Moerdijk sloot zich hierbij aan. “De opening van de vierde reactor
is niet alleen een grote stap vooruit voor Kolb zelf, maar ook voor het Havenschap Moerdijk. Sinds het bedrijf hier in het begin van de jaren ’90 neerstreek, is de productie flink uitgebreid met positieve gevolgen voor de lokale economie. Daarnaast is Kolb actief betrokken bij het project Duurzame Verbindingen in Moerdijk, waarbij verschillende partijen streven naar een optimale uitwisseling van energie, water en reststromen tussen de bedrijven in de gemeente.”
Gouden slingers De bedrijfsfilm die werd vertoond, schetste een helder beeld van de relatie tussen het Maleisische moederbedrijf KLK en de vestiging van Kolb in Moerdijk. De grondstoffen voor de productie van alkoxylaten komen immers van de gecertificeerde palmolieplantages van KLK (vetalcoholen) en het nabijgelegen Shell (ethyleenoxide). Door deze met elkaar te combineren, ontstaat het spreekwoordelijke goud van koning Midas. Die kwam na afloop van de film dan ook op het podium met een staf en een glazen kolf om de fabriek te openen. Met een luide knal daalden vervolgens gouden slingers uit de nok van de tent op de gasten neer, die vervolgens samen het glas hieven op de uitbreiding. p
DUURZAME PALMOLIE Kolb geeft op het gebied van duurzaamheid graag het goede voorbeeld. Zo is het bedrijf inmiddels in het bezit van het Round Table on Sustainable Palm Oil-certificaat. Dit certificaat garandeert dat het bedrijf elke stap van duurzame palmolie in de leveringsketen kan volgen en documenteren. Kolb heeft als eerste een gecertificeerde oppervlakte-actieve stof op de markt gebracht, onder de merknaam Greenbentin. Deze stof wordt onder meer gebruikt voor de productie van was- en reinigingsmiddelen. Hiermee stelt Kolb haar klanten in de gelegenheid duurzame producten te kopen en daarmee ook hun duurzaamheidsdoelen te realiseren.
CHEQUE VOOR JEUGDSPORTFONDS De regionale maatschappelijke betrokkenheid van Kolb Moerdijk werd bevestigd door de uitreiking van een cheque van 4000 euro aan het Jeugdsportfonds Brabant. Burgemeester Rijsdorp van Goirle, voorzitter van het regionale Jeugdsportfonds, bedankte het management van Kolb en verzekerde dat het geld besteed wordt aan kinderen die door de financiële situatie in hun gezin geen lid kunnen worden van een sportvereniging.
december 2012 Chemie magazine 41
1200935_sc_fc_1-52.pdf 41
13-12-2012 12:15:26
De dirrect ec ie e van va Ellem eme metal tal: l S van Thus en Sil e Ber ert-J t an Kui K per ers. s
Of Elemetal ook koper kon terugwinnen uit huisvuilas, vroeg een afvalverwerker. Nou en of! De starter heeft zelfs wereldwijd patent op een methode waarmee het bedrijf 99,99 procent puur koper uit huisvuilas kan wassen. Eigenaar Silvan Thus: “Bij andere methoden is een extra zuiveringsbehandeling nodig.” Tekst: Noortje van Dorp
FOTO: EDWIN WEERS
STARTER ELEMETAL ‘WAST’ VOLGENS GEHEIM RECEPT
42 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 42
13-12-2012 12:15:26
Starter
PROEF IN ZEECONTAINER
H
et is zo’n verhaal van twee mensen die elkaar op het juiste moment ontmoeten. Ingenieur Silvan Thus, afgestudeerd in ruimte- en luchtvaarttechniek, wil de wereld beter maken. Het liefst met een eigen bedrijf op het gebied van recycling. Nu alleen nog een goed idee vinden en gelukkig liggen er daarvan volgens hem stapels op de plank bij de TU Delft. Op een borrel komt Thus een student tegen die een methode onderzoekt om metalen terug te winnen uit een metaalhoudende vloeistof. Die ontmoeting leidt tot de geboorte van Elemetal BV. De twee stappen naar een afvalverwerker om te peilen of er interesse is. “En dat had hij dus niet”, glimlacht Thus. “Er zat volgens hem te weinig waarde in. De afvalverwerker wees naar buiten richting een berg huisvuilas en vroeg: ‘Kunnen jullie daar iets mee? Kunnen jullie koper terugwinnen uit huisvuilas?’” Uiteindelijk combineren ze de wens van de afvalverwerker met hun eigen techniek, waarop ze wereldwijd patent hebben. Thus: “We kunnen koper uit huisvuilas oplossen en het zo terugwinnen.”
Kopermijn Met een koperprijs op de beurs van 6 à 7 euro per kilo, een kopervoorraad die volgens Thus over vijfentwintig jaar op is en kranten die volstaan met koperdiefstal, lijkt het terugwinnen van koper een commercieel gat in de markt. Zeker als de ‘grondstof’ afval is en in overvloed aanwezig is. Thus: “Nederland produceert ongeveer 1,6 miljoen ton huisvuilas per jaar. Tot nu toe halen we zo’n 3 kilogram pure koper uit een ton huisvuilas. Dat is meer dan uit een ton kopererts, dat je ook nog eens uit de grond moet halen.” Het terugwinnen van koper uit huisvuilas is overigens niet nieuw. Dat gebeurt nu ook al in de afvalverwerking met elektromagneten. “Slechts 30 procent van de huisvuilas is echter groot genoeg om efficiënt koper terug te winnen, de overige 70 procent bestaat uit veel te kleine deel-
tjes”, reageert Thus. Zelfs het terugwinnen van koper met een chemische oplossing en een elektrolyt - de methode van Elemetal - wordt al toegepast in de kopermijnbouw. Maar de gebruikte oplossing is wel nieuw. Gebruikelijke vloeistoffen reageren met huisvuilas en geven onzuivere koper: naast het koper lossen ook andere metalen op. Daardoor is er een extra zuiveringsbehandeling nodig. De alkalische vloeistof die Elemetal gebruikt - geheim recept - lost alleen het koper op en levert 99,99 procent zuivere koper op.
Recycling Recycling klinkt groen, maar is de chemische wassing die Elemetal toepast niet schadelijk voor het milieu? “De vloeistof kan aan het einde van de wassing na een zuivering weer opnieuw gebruikt worden”, licht Thus toe. “We gebruiken wel energie, maar dat doen kopermijnen ook. Daarnaast kan koper de grond verontreinigen, dus is het goed dat wij het koper uit de huisvuilas halen. Bovendien kunnen we zo het opraken van de kopervoorraad terugdringen en tegelijkertijd schadelijke mijnbouw tegengaan. Deze manier van koperwinning is sneller, efficiënter en schoner.” Die aarzeling over de chemische toepassing merkt Elemetal ook onder de afvalverwerkers. “Afvalverwerkers blijken nogal voorzichtig met het toepassen van nieuwe technieken”, vertelt Thus. “Nu kunnen ze hun huisvuilas kwijt als opvulmateriaal onder snelwegen of in geluidswanden. Ze zijn huiverig of dit, na onze chemische toepassing, nog
Elemetal heeft zijn ‘wasinstallatie’ eerst in een laboratorium getest. Eigenaren Thus en Kuipers verwerkten 200 kilo huisvuilas per keer tot koper. Na dit succesvolle experiment bouwden zij een wasinstallatie in een zeecontainer, waarmee ze 8 tot 10 ton huisvuilas per keer konden verwerken. Ook die proef bleek een succes.
“Huisvuilas levert meer koper op dan kopererts” steeds mogelijk is. Uit onze testen blijkt dat de huisvuilas geschikt blijft als opvulmateriaal, maar die test moeten we telkens opnieuw doen als we kennismaken met een afvalverwerker. Om het vertrouwen te winnen.” Door een overheidssubsidie en door het winnen van zowel de ASN Wereldprijs (2010) als de Jonge Estafette (2011), krijgt Elemetal de mogelijkheid om door te groeien. Als Bert-Jan Kuipers zich in 2010 als mededirecteur bij Elemetal voegt en de student waarmee Thus het avontuur begon weer teruggaat naar de collegebanken, volgen twee succesvolle proefprojecten (zie kader). Over vier à vijf jaar wil Elemetal ‘wasinstallaties’ in Nederland én in het buitenland hebben staan. De installaties worden dicht bij de afvalverwerker gebouwd, omdat het volgens Thus zonde is om met afval te gaan slepen. De planning was om dit jaar voor het Zeeuwse afvalverwerkingsbedrijf Heros een grote wasinstallatie voor 100.000 ton huisvuilas te bouwen. Door overname van Heros door Remex staan de plannen momenteel on hold. Thus: “Erg jammer.” p
ZINK UIT VANGRAILS Samen met Arrosso en Agentschap NL Energie en Klimaat wint Elemetal zink terug uit vangrails. Is het niet verstandiger om op één product te blijven focussen, in dit geval het terugwinnen van koper? “Nee”, antwoordt Thus kordaat. Je kunt volgens hem niet vroeg genoeg beginnen met bedrijfsuitbreiding, want het duurt wel even voordat je nieuwe ontwikkelingen kunt verkopen. “Chemie is iets anders dan IT, waar een softwareprogramma in vier maanden wordt gebouwd. De techniekontwikkeling van een chemisch product op zich kost al veel tijd. Om ook nog voet aan de grond te krijgen bij miljardenbedrijven, heb je nog meer geduld nodig!”
december 2012 Chemie magazine 43
1200935_sc_fc_1-52.pdf 43
13-12-2012 12:15:30
PAN EUROPEAN SURVEY PEILT MENING EUROPEANEN OVER CHEMISCHE INDUSTRIE
IMAGO NEDERLANDSE CHEMIE: MEER VOOR- DAN NADELEN In vergelijking met omliggende landen heeft de Nederlandse chemie een goede reputatie. Ook vinden de meeste Nederlanders de voordelen van de sector groter dan de nadelen. Niettemin is het imago de afgelopen twee jaar minder geworden. Dat - en meer - blijkt uit de Pan European Survey, een tweejaarlijks imago-onderzoek in Europa naar de mening van mensen over de chemische industrie. Tekst: Inge Janse
H
et is een tweejaarlijks terugkerend fenomeen, de Pan European Survey (PES). In opdracht van de Europese koepelorganisatie Cefic krijgen duizenden Europeanen in dit onderzoek vragen voorgeschoteld die in kaart brengen hoe zij over de chemische industrie in hun land denken. In Nederland gaf 64 procent van de deelnemers aan de voordelen van de chemische industrie groter te vinden dan de nadelen. Het meest genoemde pluspunt van chemie is dat haar producten de kwaliteit van het dagelijks leven vergroten. De twee belangrijkste minpunten waren: de milieu-effecten van het
dumpen van chemisch afval en de gezondheidsrisico’s die chemicaliën in consumentenproducten opleveren. Ook peilden de onderzoekers hoe de respondenten vinden dat het staat met de controle op chemiebedrijven. Tweederde vindt dat er meer regulatie nodig is, terwijl 3 procent denkt dat de sector met minder inspecties afkan. Meer dan de helft van de deelnemers geeft daarbij aan te vrezen dat door meer regulatie chemiebedrijven mogelijk hun investeringen en banen naar andere landen verplaatsen.
om kennis van chemie’. Het meest oneens waren de respondenten het met de stelling ‘de chemische industrie is milieuvriendelijk’. De PES maakt ook duidelijk hoe de chemische industrie in Nederland scoort in vergelijking tot andere sectoren. Soeverein winnaar is de voedingsindustrie, die al jaren met de imagohoofdprijs naar huis gaat. Chemie eindigt in dit klassement op de dertiende plaats, waarbij het de financiële wereld, petrochemie, pesticiden en nucleaire energie voor blijft (zie figuur 2 en 3).
Chemische associaties
Verbeterpunten
Om meer inzicht te krijgen in het sentiment van de deelnemers over chemie, vroegen de PES-interviewers ook naar hun kennis over de sector. Als respondenten chemische producten moesten noemen, dan kwamen ze vooral op benzine, plastic en verf. 23 procent las weleens nieuwsberichten over de sector, waarbij het meestal over ongelukken en crises ging. Daarnaast mochten deelnemers reageren op een aantal stellingen. De meest onderschreven uitspraken waren ‘chemie is een sector voor leergierige mensen’ en ‘het ontwikkelen van medicijnen draait volledig
Hoewel het een positief teken is dat 64 procent van de Nederlanders de voordelen van de chemie ziet, is dit wel een daling ten opzichte van 2010. Toen vond zelfs 72 procent van alle Nederlandse deelnemers dat de voordelen groter waren dan de nadelen. Ook op andere vlakken heeft de reputatie van de Nederlandse chemie averij opgelopen. Zo vindt 10 procentpunt minder respondenten dat bedrijven proberen op een ethische en sociaal-verantwoordelijke manier te werken, en ook het enthousiasme over de stelling ‘wat goed is voor het bedrijf is ook goed voor de gemiddelde per-
OVER HET PES-ONDERZOEK Aan het Pan European Survey-onderzoek van afgelopen zomer deden 597 Nederlandse mannen en vrouwen van 18 jaar of ouder mee. In totaal sprak het onderzoeksbureau in Europa 5919 deelnemers. Voor het eerst in de geschiedenis van de PES bestond eenderde hiervan uit opinieleiders: mensen die zich actief met de chemische industrie bezighouden en goed weten wat er speelt. Gemiddeld zijn deze betrokken burgers iets positiever over de chemie dan de gemiddelde man of vrouw op straat.
44 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 44
13-12-2012 12:15:30
Onderzoek
FIGUUR 1 De reputatie van de chemiesector. Op een schaal van 100 scoort de Nederlandse chemie 57,9, wat één van de hoogste scores in Europa is.
soon’ leverde 9 procentpunt in. Volgens Irene van Luijken, manager communicatie en public affairs bij de VNCI, komt de daling niet uit de lucht vallen. “Het imago van de chemie heeft een behoorlijke knauw gehad door de incidenten bij Chemie-Pack en Odfjell. Als VNCI laten we daarom een stevig tegengeluid horen over veiligheid. Zo nemen we media en politici mee naar bedrijven om ze te laten zien hoe bedrijven in de praktijk werken. Bedrijven zouden daarnaast nog meer openheid kunnen geven aan de omgeving en overheden. De veiligheid op fabrieken is namelijk heel goed, maar het lukt de sector onvoldoende om dat over het voetlicht te brengen.” De VNCI gebruikt deze en andere inzichten uit de PES-resultaten om haar communicatie verder aan te scherpen, zoals over duurzaamheid.
SE: 53.8 Significantly higher than IT
UK: 63.8 Significantly higher than all other countries
NL: 57.9 Significantly higher than
DE: 60.1 Significantly higher than
FR, IT, ES, SE
FR, IT, ES, NL, SE, BE, PL
PL: 56.2 Significantly higher than FR, IT
BE: 56.7 Significantly higher than FR, IT, ES, SE
CZ: 58.9 Significantly higher than
FR: 52.2
FR, IT, ES, SE, BE
Trucks Stilzitten is in ieder geval geen optie volgens Van Luijken. “De belangen zijn groot. Op het moment dat we aanhoudend slecht in het nieuws zijn, zal ook de bereidheid van overheden afnemen om de industrie ter wille te zijn. Daarnaast moeten we e
IT: 51.6
ES: 54.1 Significantly higher than IT
< 52 52 – 55 56 –59 > 60
FIGUUR 2 EN 3 Hoe scoort de chemische industrie in Nederland bij het grote publiek (links) en bij opinieleiders in vergelijking met andere sectoren? 75%
Food
25%
67%
Telecom & electronics
33%
Food
75%
Telecom & electronics
25%
71%
29%
Electricity
63%
37%
Electricity
70%
30%
Biotechnology
61%
39%
Biotechnology
67%
33%
Nanotechnology
57%
43%
Nanotechnology
65%
35%
Airlines
56%
44%
Airlines
62%
38%
Automotive
56%
44%
Automotive
Pharmaceuticals
53%
47%
Pharmaceuticals
62% 54%
38% 46%
Detergents / cleaning products
48%
52%
Detergents / cleaning products
53%
47%
Paint manufacturing
48%
52%
Paint manufacturing
52%
48%
Plastics
42%
58%
Plastics
49%
51%
Financial services
40%
60%
Financial services
48%
52%
Chemicals
40%
60%
Chemicals
42%
58%
Perfume & cosmetics
39%
61%
Perfume & cosmetics
40%
60%
38%
62%
Petroleum/oil
40%
60%
Nuclear power
32%
68%
Nuclear power
38%
62%
Pesticides manufacturing
29%
71%
Pesticides manufacturing
Petroleum/oil
Positive (6 - 10) Negative (1 - 5)
33%
67%
Positive (6 - 10) Negative (1 - 5) december 2012 Chemie magazine 45
1200935_sc_fc_1-52.pdf 45
13-12-2012 12:15:30
Score in Europa Gemengde geluiden dus in Nederland. Maar hoe gaat het in omliggende landen? Om die vergelijking te maken, keek de PES naar de reputatie van de sector. Dit is een optelsom van prestaties op thema’s en de impact daarvan (zie kader). Op een schaal van 100 scoort de Nederlandse chemie 57,9. Dat is één van de hoogste scores in Europa. Helemaal bovenaan staan Engeland, Duitsland en Tsjechië, terwijl Italië, Frankrijk en Zweden de rij sluiten. In vergelijking met Europese collega’s doet de Nederlandse chemie het dus zo slecht nog niet (zie figuur 1). p
FIGUUR 4 De reputatie van de chemische industrie valt uiteen in zestien thema’s, waarvan bepaald is hoe de Nederlandse chemie daarop scoort en wat de impact is op de reputatie. De chemische industrie blijkt de meeste reputatiepunten te verdienen met energieefficiency en aandacht voor het veilige gebruik van chemische producten.
MORE IMPORTANT WEAKNESS
Safe Use
MORE IMPORTANT STRENGHT
* 8.5%,5.89
Energy Efficiency * 7.8%,6.03
Sutainability * 7.2%,5.60
RELATIVE IMPACT
zorgen dat voldoende mensen een chemiestudie gaan doen om voldoende personeel beschikbaar te hebben. Om die redenen werken we hard aan activiteiten die het imago van de sector verbeteren, zoals een website die snel en aantrekkelijk toegang geeft tot de belangrijkste chemiesites. Ook hebben we met ‘Dit is het verhaal van de Chemie’ een publicatie uitgebracht die chemiebedrijven kunnen gebruiken om hun rol en belang beter duidelijk te maken. Bovendien rijden er binnenkort trucks in Nederland waarop de tekst ‘Chemie is overal’ groot staat afgedrukt, om te laten zien dat chemie overal in zit.”
Plant Safety Community Involvement * 6.5%,5.26
* 6.8%,6.07
Government Cooperation
Innovation
* 6.6%,5.62
* 6.5%,6.05
Waste disposal * 6.3%,5.62
Emissions
6.1%,5.78 *
Research Transparancy
Transport Safety * 6.2%,5.89
Product Quality * 6.2%,6.48
European Competitiveness
* 5.6%,5.31
* 5.4%,5.91
Testing
* 5.1%,5.70
Economic Impact * 5.0%,6.10
Produkt Transparancy * 4.3%,5.13
LESS IMPORTANT WEAKNESS
LESS IMPORTANT STRENGHT
RELATIVE PERFORMANCE
HET REPUTATIE-DNA VAN DE CHEMIE
Irene van Luijken, manager communicatie en public affairs bij de VNCI: “De belangen zijn groot.”
Nieuw aan het PES-onderzoek van 2012 is dat er ook gekeken is naar de reputatie van de chemische industrie. Uit onderzoek blijkt dat die uiteenvalt in zestien thema’s, verdeeld over de categorieën milieu, innovatie & concurrentie, veiligheid, en betrokkenheid. Van elk thema is vervolgens bepaald hoe de Nederlandse chemie daarop scoort, en wat de impact van het thema op de reputatie is. Hieruit blijkt dat zij de meeste reputatiepunten verdient met haar energie-efficiency en aandacht voor het veilige gebruik van chemische producten. Ook gooit de Nederlandse chemie hoge ogen met de kwaliteit van haar producten, haar bijdrage aan de economie en de veiligheid in fabrieken, alleen is de impact van deze
thema’s relatief laag. Het thema met de grootste impact en de laagste score is duurzaamheid. Blijkbaar vinden burgers dit van groot belang, en vinden ze niet dat de chemie daar voldoende aan bijdraagt. Andere thema’s waar de chemie laag op scoort zijn: transparantie over wat precies de inhoud en risico’s van chemische producten zijn, de betrokkenheid bij de omgeving, en transparantie bij onderzoek naar de gevaren van producten (zie figuur 4). Van alle thema’s geldt wel dat de scores voor prestaties en impact niet ver uit elkaar liggen. Zo scoort het laagste thema een 5,13 (op een schaal van 10) en het hoogste thema een 6,48.
46 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 46
13-12-2012 12:15:30
Tillen met alle gemak van de wereld
â&#x20AC;&#x153;Voor elke toepassing een balancer op maat.â&#x20AC;? De Dalmec balancers zijn intelligente oplossingen die producten tot 900 kilo schijnbaar gewichtloos maken. De systemen zijn zo ontworpen dat elke producthandling met uiterste precisie, ďŹ&#x201A;exibiliteit en veiligheid gebeurt. Ă&#x2030;n met minimale fysieke inspanning van uw personeel. Zo verbeteren we zowel de efďŹ ciĂŤntie als de arbeidsomstandigheden binnen uw bedrijf. Neem voor meer informatie contact op via 0345 - 63 60 50 of balancers@dalmec.nl. Voordelen op een rijtje: t NPHFMJKLIFEFO WSJKXFM POCFQFSLU t IBOEMJOH VJUFSTU QSFDJFT FO n FYJCFM t FSHPOPNJTDI WFSBOUXPPSE
1200935_sc_fc_1-52.pdf 47
t FFOWPVEJH JO HFCSVJL t TFSWJDF FO POEFSIPVE www.dalmec.nl
13-12-2012 12:15:31
Aggregaten; Mobiele lichtmasten; Kabels; Trafo’s; Verdeelkasten; Tijdelijke stroom en lichtvoorziening voor industriële toepassingen. 24 UUR, 7 DAGEN PER WEEK
Parkweg 67a, 4153 XL Beesd T 0345 684000 - F 0345-680907 info@voetverhuur.nl - www.voetverhuur.nl
Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie? LESCHACO – your specialist for supply chain solutions.
NEEM EEN GRATIS PROEFABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE
We offer integrated,
r n ove ologe 50 Futur 2030/20 Visie
liegas t scha rzaak Veroogaslek? een
dblad Maan
van de
g van nigin Vere
Schaliegas game changer voor chemische industrie
Van Lieshout (Inspectie SZW) over veiligheid
Nanotechnologie lost grootste problemen op
ziine Maga
intercontinental logistics with
y cienc ie-effi n Energhoger pla naar
rland de Nede
ische se Chem
Indu
strie
ä 09
ä 19
Plannen politieke partijen voor chemie
Maandblad van
r 2012 mber septe
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse
Chemische Industrie ä 07-08 ä 22 augustus
de Vereniging van
de Nederlandse
Remt schaliegas de biobased economie?
Chemische Industrie
ä 10 ä 17 oktober
Afvalwater bron van energie en grondstoff en
2012
Magazine
2012
responsible care for the chemical industry.
EP, DE RTKLGEN E HA TISCHTDEKKIN NT N HEMI MIEON EM DE SY HE VANGROTE CH LOT HETANDERE EN
GSM A E LBAR OPRO
DSM-DIRECTEUR ATZO NICOLAÏ OVER RECENTE
R&D-INVESTERING:
“KEUZE VOOR NEDERLAND
NIEUW BOEGBE ELD TOPSECTOR CHEMIE GERARD VAN HARTEN
Chemie is noodza ! NUWAS ? NIET VANZELFSPREKEND”“als EKA we willen blij kelijk EURAR WAT leven zoals we ven A IK W WIIL EE EN N GR R ATI A IS S PROE EFAB F BONN FA BONNEMENT BON ONNEME ONNEMEN ONNEM E Nnu T doen” M , IK
JA A
IS
OP C CHEMIE MIE E MAGAZINE MAGA M MA AG GAZ A ZINE INE
h Chemie magazine proefabonnement (3 edities) h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)
Experienced. Dedicated. Customized.
Logistics – phone +31
and beyond.
(10) 2953 153
Since 1879.
Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet | info@leschaco.nl | www.leschaco.com
1200935_sc_fc_1-52.pdf 48
3x
GRAT
Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail Vul deze bon in en ontvang drie edities van Chemie magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Cyrille Timmerman, Loire 150, 2491 AK Den Haag, E-mail: timmerman@vnci.nl
13-12-2012 12:15:31
Column/Bedrijven
BEDR IJVEN
Dow Chemical sluit wereldwijd twintig fabrieken, waaronder een vestiging in Delfzijl. Het gaat om een fabriek waar natriumboorhydride wordt gemaakt, een stof die onder meer gebruikt wordt om papier te bleken. De sluiting kost 43 mensen hun baan. LyondellBasell gaat zijn LDPEproductielijn in het Duitse Wesseling medio 2013 weer opstarten. Deze was begin 2012 stopgezet. De lijn is altijd gebruikt voor de productie van LDPE-typen voor medische toepassingen. DSM neemt het Amerikaanse Fortitech over voor 495 miljoen euro. Fortitech richt zich op voedingsingrediënten voor de voedingsmiddelen- en drankenindusstrie, de kindervoedingsindustrie en de voedingssupplementenindustrie. Het bedrijf heeft zes productielocaties. BASF Polyurethanes in Lemförde wordt fors uitgebreid met een productiehal, magazijnen, tanks en een kantoorgebouw. Er wordt thermoplastisch pur onder de naam Elastollan geproduceerd voor de wereldmarkt. Het opstarten van de productie-eenheid is gepland voor eind 2014. DSM verkoopt DEXPlastomer aan Borealis AG. DEXPlastomer is een joint-venture tussen DSM en een dochteronderneming van ExxonMobil Chemical. Het bedrijf produceert C8 plastomeren en lineair lage dichtheid polyetheen. DSM verkoopt ook zijn LldPE Compactsolutietechnologie.
NL-ALERT
FOTO: CA SPER RIL A
DSM heeft in Geleen een derde productie-unit voor Stanyl ForTii hoogwaardige polyamide geopend. De verhoging van de capaciteit is nodig om tegemoet te komen aan de sterk groeiende vraag. De polyamide wordt gebruikt in onder meer elektronica en de auto-industrie.
HOOFDREDACTEUR
hoofdredacteur Chemie Magazine Igor Znidarsic
D
e overheid en ict, het blijft een moeilijke combinatie. Er is een lange reeks mislukte, geldverslindende en/of gebruiksonvriendelijke projecten uit voortgekomen. Om er een paar te noemen: het communicatiesysteem voor de politie C2000, het EPD (Elektronisch Patiënten Dossier), de elektronische stemcomputer en de ov-chipkaart. Aan dit rijtje kunnen we nu NL-Alert toevoegen, de recent gelanceerde alarmeringsdienst voor de mobiele telefoon. Stel: er doet zich in de buurt een ramp voor. Het introductiefilmpje op de website NederlandVeilig.nl geeft als voorbeeld een brand bij het fictieve ChemWerk, waarbij giftige stoffen vrijkomen. Maar het zou net zo goed een neergestort vliegtuig, een dijkdoorbraak of een lekkende kerncentrale kunnen zijn. Dankzij NL-Alert ontvangen mensen in de directe omgeving van de ramp op hun mobiele telefoon informatie over wat er
“Zelfs het mobieltje van minister Opstelten bleek ongeschikt” aan de hand is en wat ze het beste kunnen doen. In het geval van ChemWerk: blijf binnen en sluit ramen, deuren en ventilatiesystemen. Het is in zijn simpelheid een bijna geniaal idee, waarmee levens kunnen worden gespaard. Maar niet alle levens. Indien u in het bezit bent van een wat oudere gsm, een smartphone met het besturingssysteem Windows Phone of een iPhone, dan blijft u van de informatie verstoken. NL-Alert werkt namelijk niet op deze toestellen. Als u net als ik tot de 15 procent Nederlanders behoort die een iPhone gebruiken, heeft u dus niets aan NL-Alert. Volgens technologiewebsite Tweakers zijn in totaal vier op de tien mobiele telefoons niet geschikt voor de dienst. Zelfs de verantwoordelijke minister, Ivo Opstelten, bleek bij de introductie geen geschikt mobieltje te hebben. Kortom: een knullig, want veel te prematuur geïntroduceerd systeem. Volgens het platform voor ict-professionals Computable heeft het tot nu toe 21,4 miljoen euro gekost. Tel daar gerust enkele miljoenen bij op, want het duurt volgens het ministerie van Veiligheid en Justitie nog jaren voordat het systeem standaard beschikbaar is op alle mobiele telefoons. Aanleiding voor NL-Alert was onder meer de gebrekkige informatievoorziening bij de brand bij Chemie-Pack. Toen ging namelijk niet overal in de omgeving de sirene af. Dankzij NL-Alert zouden nu zes op de tien mensen gewaarschuwd worden - mits hun mobiel aanstaat. Voor die andere vier hoop ik maar dat ze bij ChemWerk de komende winter niet met gasbranders in de weer gaan.
december 2012 Chemie magazine 49
1200935_sc_fc_1-52.pdf 49
13-12-2012 12:15:32
Service
MENSEN ESSENSCIA Frank Coenen, CEO van Tessenderlo Group, is de nieuwe voorzitter van de Belgische chemiefederatie essenscia. Hij volgt in die functie Wouter de Geest op, gedelegeerd bestuurder van BASF Antwerpen. Volgens Coenen is de chemiesector de afgelopen decennia uitgegroeid tot de ‘sterkhouder’ van de Belgische industrie. Hij erkent de enorme verantwoordelijkheid die dit meebrengt voor de welvaart en het welzijn in zijn land en benadrukt het enorme belang van innovatie om industriële activiteiten in België te verankeren.
COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
DSM
Inge Janse (redacteur)
Mr. Inge Brakman is benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van DSM Nederland. Zij volgt Margo Vliegenthart op, die vanwege gezondheidsredenen de Raad van Commissarissen heeft verlaten. Brakman vervult verschillende functies, waaronder voorzitter van de Raad van Toezicht van Staatsbosheer en voorzitter van het Nederlandse Rode Kruis. Voorheen was zij onder meer voorzitter en lid van het Commissariaat voor de Media. De andere twee leden van de Raad van Commissarissen van DSM Nederland zijn Feike Sijbesma (voorzitter) en Jan Zuidam.
Jos de Gruiter (redacteur)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl
Medewerkers
DELTALINQS
Joost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje
Steven Lak k treedt op 21 januari aan als voorzitter van Deltalinqs en Rotterdam Port Promotion Council (RPPC). Wim van Sluis heeft aangegeven zijn voorzittershamer, na ruim zes jaar (twee termijnen), over te willen dragen. Lak kent de diverse ondernemingen in het Rotterdamse haven- en industriegebied van binnenuit en heeft gedegen kennis en ervaring opgedaan met het Havenbedrijf Rotterdam, de overheid en politiek. Hij heeft bovendien ruime internationale ervaring.
van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert
Vormgeving Curve, Haarlem
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag,
VOLGENDE MAAND (23 JANUARI)
T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl
SER-VOORZITTER WIEBE DRAIJER OVER NOODZAAK VAN EEN ENERGIEAKKOORD DE BELOFTE VAN MICROREACTOREN BIO-COKES: INTERESSANTE OPTIE VOOR CO2-REDUCTIE? HOOGLERAAR BERT WECKHUYSEN OVER BIOMASSACONVERSIE
Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
Druk DeltaHage, Den Haag
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci. nl of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad en u
EN NOG VEEL MEER…
krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer infor-
VNCI ONLINE
Overname
WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland
matie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.
Overname van artikelen uit Chemie magazine is TWITTER.COM/VNCI
De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
lijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven
Beeld cover WW.VNCI.NL/LINKEDIN
WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF
alleen toegestaan na voorafgaande schrifte-
Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
Chris Bonis ISSN 1572-2996
50 Chemie magazine december 2012
1200935_sc_fc_1-52.pdf 50
13-12-2012 12:15:34
chemistry, blends & knowledge
AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren
en mengen van chemische vloeistoffen en poeders
AD Productions B.V. Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart
T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com
services
Are you ready for improvement? Join the team and become a colleague of highly motivated, experienced and innovation driven people. DSM Biologics challenges you to come and work in the ‘City of talent’ in the north. One of the largest biotech cities within the Netherlands. With a focus on transformative and world-class technologies, to provide solutions and brighten the lives of people today and generations to come, you will find a nourishing and dynamic environment when working in the position of Bioprocess Engineer. The position focusses on technology transfer, the support of operations, improvement of products, processes and facility and all activities regarding commisioning and qualification. Responsibility, interpersonal skills, a quality mindset and a customer orientation are key competences for this position. Do you take up the challenge to improve your talents? We than invite you to read more about this position at our website.
DSM Biologics - Groningen Dedicated to Excellence
matching the best in chemistry & life-sciences
www.cls-services.nl recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food
1200935_sc_fc_1-52.pdf 51
13-12-2012 12:15:36
1200935_sc_fc_1-52.pdf 52
13-12-2012 12:15:39