SDG 12 biedt chemiebedrijf voordelen
Start-up Pectcof kan bijna fabriek gaan bouwen
Bijdrage chemie aan vermeden emissies in luchtvaart
Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
DE UITDAGINGEN VAN PLASTIC
JAARGANG 62 • 06 • 23 JUNI 2020
NIEUW Toxic® e-learning voor de werkvloer Veilig werken met gevaarlijke stoffen Toxic.nl Uw partner bij veilig werken met chemische producten
g de a a r V aan! o m de gang e o t ct Dire
Dit nieuwe e-learning platform: • bevat korte interactieve modules en is dus praktisch in gebruik; • toont via animaties op ongedwongen wijze herkenbare situaties; • laat niet alleen zien hoe je veilig handelt, maar ook waarom het belangrijk is.
Vraag de demo aan op Toxic.nl/bewustleren
INHOUD 06 | 23 juni | 2020
14
DE UITDAGINGEN VAN PLASTIC Er is geen materiaal dat ons de afgelopen 100 jaar zoveel welvaart en welzijn heeft gebracht als plastic. Tijdens de coronacrisis is het in de vorm van gezichtsbescherming en beademingsapparatuur zelfs levensreddend. De keerzijde is dat de lineaire keten veel afval oplevert. Hoe kijken experts uit de wetenschap en de industrie hiernaar? Eerste deel van een tweeluik over plastic.
CHEMIE DRAAGT BIJ AAN CO2-REDUCTIE LUCHTVAART De chemische industrie reduceert de uitstoot van broeikasgassen niet alleen door de eigen processen te verduurzamen, maar zorgt via haar producten ook voor emissiereductie in andere sectoren. Bijvoorbeeld in de luchtvaart door lichte en sterke materialen en door bio- of synthetische kerosine. Deel 5 van een serie over vermeden emissies.
18
juni 2020 Chemie Magazine 3
Industry
Een veilige opslaginstallatie voor mens en milieu. • Nieuwbouw en keuring/her-classificatie volgens PGS 31 • Opslaginstallaties voor chemicaliën • Onder- en bovengrondse opslaginstallaties • Staal en kunststof tankinstallaties
Wilt u meer informatie of advies voor uw project? Neem contact op met onze experts. Tel.: 088 147 15 30 | Email: sales.dordrecht@tsgnortheurope.com
FULL SERVICE RENTAL OF TEMPERATURE CONTROL
KOELOPSLAG
PROCESKOELING
KLIMAATBEHEERSING
Flexibele en betrouwbare oplossing bij: • Capaciteitstekorten • Verbouwing of revisie • Testopstellingen
• Seizoenspieken • Evenementen • Calamiteiten en storingen
VERWARMING
24/7 SERVICE T. 0800 266 5000 (gratis)
INHOUD 06 | 23 juni | 2020
7
18
In het 2e deel van de serie over SDG’s laten Allnex en Corbion zien hoe hun bijdrage aan SDG 12 ook hun eigen bedrijf ten goede komt
9 11 13 14 18 22
36
Plastics en kerosine maken uit lucht: 2e deel van een drieluik over Carbon Capture and Utilisation (CCU)
26 28 32 36
41
Na 10 jaar kan start-up Pectcof binnenkort gaan beginnen met de bouw van een grootschalige fabriek
41 46 49 50 50
Voorwoord Manon Bloemer Nieuwe kijk op plastic
ACTUEEL
Europese RC-awards in teken van corona SABIC doneert 2000 yogamatten aan zorg Hernieuwbare grondstoffen voor kunststoffen
ACHTERGROND
Product De uitdagingen van plastic Duurzaamheid SDG 12 biedt ook chemiebedrijf voordelen Klimaat Bijdrage chemie aan CO2-reductie in luchtvaart Wetenswaardig Shell wil op Maasvlakte groene waterstof produceren VNCI-lid Wilmar in Rozenburg draait op volle capaciteit Human capital Sherman de Lima over zijn werk bij Emerald Kalama CCU Gert-Jan Gruter over plastics maken uit lucht Start-up Pectcof kan bijna grootschalige fabriek gaan bouwen Uitgelicht Sonnenborgh Nationaal Chemisch Erfgoed Column Martijn Broekhof over klimaatambities VNCI Nieuws Colofon
32
‘Er zijn weinig sectoren waar je raakvlakken hebt met zoveel disciplines’, zegt Sherman de Lima, senior project engineer bij Emerald Kalama juni 2020 Chemie Magazine 5
Cooling, power and heating
Tijdelijk stroom, koeling of verwarming nodig? Van Abeelen staat garant voor efficiency, 24/7 zekerheid en hecht grote waarde aan milieuvriendelijke oplossingen en duurzaamheid. Wij werken met een team van specialisten die oplossingen bieden speciaal voor de behoeften van petro(chemische) en pharmacy industrie. Van nood- tot seizoensgebonden situaties, van onderhoudswerkzaamheden tot volledige energievoorzieningen. Ongeacht hoe groot, klein, eenvoudig of complex de aanvraag is, wij zijn binnen zeer korte tijd op locatie voor de juiste oplossing. Neem voor meer informatie contact op met: T +31 (0)161 219 031 | E rental@vanabeelen.eu
25 jaar
019
1994- 2
Kempenbaan 1 5121 DM Rijen Nederland
Voorwoord
NIEUWE KIJK OP PLASTIC Afgelopen maand heb ik in een webinar mogen toelichten wat de coronacrisis betekent voor de chemische industrie. Ik begon met de boodschap dat niemand de pandemie heeft voorzien of gewild, maar dat corona voor de maakindustrie, en dan specifiek voor de chemie, wel een positief bijeffect kent. Met name het sentiment rond het gebruik van kunststoffen (plastics) is sterk verbeterd. Plastic is opeens levensreddend, en specifiek single use-plastics, want die zijn hygiënisch en bieden daarmee bescherming tegen ‘het virus’. Allerlei materialen voor de zorg zijn van plastics gemaakt, zoals jassen, handschoenen en brillen, maar ook mondstukken en injectiespuiten. Ook zien we overal kunststof schermen in de winkels en werken kappers en andere ‘contactberoepen’ nu intensief met plastic wegwerpmateriaal. In deze Chemie Magazine het eerste deel van een tweeluik over plastics. Het materiaal is ‘een zegen’ (zeg ik, zeker in deze tijd) en brengt ons veel welvaart en welzijn. Het is echter in de ‘afvalfase’ dat plastic een probleem wordt, terwijl het zo goed gerecycled zou kunnen worden. De afgelopen 50 jaar heeft het gebruik van kunststoffen een enorme vlucht genomen, want plastics zijn sterk
INFORMATIE OVER CORONA LIVEBLOG: https://vnci.nl/liveblogcoronavirus
MEER INFO: https://www.vnci.nl/corona
en flexibel en dragen bij aan comfort, veiligheid, houdbaarheid, hygiëne en energie-efficiëntie. Ook worden bijvoorbeeld auto’s en vliegtuigen lichter door toepassing van kunststof, wat zorgt voor lagere CO2-emissies. De nadelige kant van de medaille komt naar voren in de plastic soup en de zorg rond microplastics. De 2050-toekomstvisie is een circulaire economie. Na gebruik wordt kunststof niet zomaar ‘afgedankt’ maar blijft waarde houden, als grondstof voor nieuw plastic. Een wereld met de voordelen van plastic zonder de nadelen. De visie is dat in 2050 kunststoffen gemaakt worden van gerecyclede of hernieuwbare (biobased) grondstoffen. Oplossingen voor (chemische) recycling zijn er al, op kleine schaal. Samenwerking is noodzaak: producenten, retailers, consumenten, afvalinzamelaars – alle partijen zijn nodig om de visie werkelijkheid te laten worden. Terug naar vandaag, corona en het webinar. Ik ben mijn verhaal geëindigd zoals ik was begonnen: dit is de tijd om met recht trots te zijn op de chemische industrie. Ik hoop dat dit gevoel blijft hangen op basis van de maatschappelijk relevante positie die de chemische industrie inneemt. Het verhaal van plasticrecycling hoort daarbij. Werk aan de winkel dus, werk om heel trots op te zijn. Manon Bloemer, directeur Koninklijke VNCI
Webinar terugkijken (alleen leden)
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
TWITTER.COM/VNCI
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland
De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
WWW.VNCI.NL/NIEUWS/
Discussieer mee met meer dan 3500 Gratis nieuwsbrief met daarin betrokkenen uit de wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedInde VNCI groep van de VNCI CHEMIE-NIEUWSBRIEF
juni 2020 Chemie Magazine 7
Explosieveilige AR-021 bewegingsmelder voor zone 2 /22 ATEX gecertificeerd Geschikt voor gas- en stofomgevingen Beschermingsgraad IP66 Schakelvermogen tot 4.000 VA Openingshoek 140° Reikwijdte instelbaar van 1 – 8 m Schermerschakeling: 2 – 2.000 Lux Inclusief RVS montagesteun
Artidor Explosion Safety B.V. Emopad 38 • 5663 PB Geldrop • The Netherlands artidor.com • sales@artidor.com • T: +31 (0)40 7873911
Choose better technology Accurate, versatile chemical pumps Flow rates from 0.1 to 2000 ml/min at 7bar Simple drop-in installation eliminates ancillary equipment One minute tool-free maintenance
Solenoid
PC pump
wmftg.com/qdos-pumps-nl | sales.nl@wmftg.com | +31 (0)85 5360010
Actueel
TU/E ONTWIKKELT NIEUWE PRODUCTIEMETHODE VOOR POREUZE SILICA Onderzoekers van de TU Eindhoven (TU/e) en Nouryon hebben een proces ontwikkeld om op grote schaal silica-microbolletjes te synthetiseren, waarbij de porositeit en omvang van de poriën heel nauwkeurig kunnen worden bepaald.
EUROPESE RESPONSIBLE CARE AWARDS IN TEKEN VAN COVID-19
E
lk jaar reikt Cefic de Responsible Care Awards uit voor uitmuntende en innovatieve projecten van chemiebedrijven en nationale chemiebrancheverenigingen. De awards laten de beste voorbeelden van de industrie uit heel Europa zien en onderstrepen tegelijkertijd de betrokkenheid bij gezondheid, veiligheid en milieu. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van covid-19 heeft Cefic er dit jaar voor gekozen om initiatieven in de spotlights te zetten die gericht zijn op de bescherming van medewerkers en de volksgezondheid, op het draaiende houden van kritische waardeketens en op het ondersteunen van de samenleving met innovatieve oplossingen, producten/processen en donaties. Aanmelden kan tot 31 juli. De awards worden uitgereikt tijdens een speciale digitale ceremonie. p
S Meer info:
PCO ONTWIKKELT DESINFECTIEMIDDEL ZONDER SNEL VERDAMPENDE OPLOSMIDDELEN PCO Europe is bezig met de ontwikkeling van een desinfectiemiddel dat vrij is van vluchtige organische stoffen (VOC) zoals ethanol en isopropylalcohol. “Natuurlijk moet je in een noodsituatie zoals nu het virus zo snel mogelijk de kop in proberen te drukken, maar op de lange termijn zou je andere producten kunnen gebruiken die milieuvriendelijker zijn”, zegt technisch directeur Ben van Loon.
D
e vraag naar (alcoholhoudende) desinfectiemiddelen tijdens de coronacrisis werd door de chemische industrie snel en adequaat opgepakt, ook door mkb-bedrijven zoals PCO Europe. Het bedrijf vroeg een Nederlandse vrijstelling aan voor de productie en kreeg deze, om zo een bijdrage te leveren aan de behoefte aan alcoholhoudend desinfectiemiddel. Vluchtige organische stoffen (VOC) zoals ethanol en isopropylalcohol zijn echter brandgevaarlijk. Een
aantal recente incidenten bevestigen dit. “In de grafische industrie, waarvoor wij veel producten leveren, worden deze stoffen zoveel mogelijk gereduceerd”, zegt Van Loon. De ontwikkeling van desinfectiemiddelen staat daarom niet stil. De chemie zoekt naar alternatieven die (mogelijk) nog beter scoren door toepassing van alternatieve grondstoffen die leiden tot minder VOCemissies en tot een veiligere producttoepassing. PCO is een formulering aan het ontwikkelen die vrij is van isopropylalcohol en ethanol. “Het product is gebaseerd op speciale oppervlakte-actieve stoffen, dat als bijkomstigheid een desinfecterende werking heeft”, aldus Van Loon. “In eerste instantie gaan we het toepassen als reinigingsmiddel voor oppervlakken. Afhankelijk van de resultaten gaan we het product vervolgens optimaliseren voor huidontsmetting.” p
ilica (siliciumdioxide) heeft verschillende toepassingen. In poreuze vorm wordt het in de chemische en farmaceutische industrie gebruikt. Omdat het poreus is kunnen vloeistoffen erdoorheen stromen en kunnen ze worden gefilterd en gescheiden. Om dit scheidingsproces efficiënter te maken en de zuiverheid van producten te verhogen, is poreus silica nodig met een poriegrootte en porositeit die precies zijn afgestemd op de specifieke grondstof en het specifieke scheidingsproces. Volgens de TU/e draagt het onderzoek bij aan een beter inzicht in de assemblage van microbolletjes in emulsies en maakt het de weg vrij voor een volgende generaties silica-microbolletjes. De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het tijdschrift Advanced Functional Materials. p
juni 2020 Chemie Magazine 9
INDUSTRIËLE KOELING ? VERTROUW OP DELTA-TEMP !
Uitgebreide chillervloot Met vermogens van 25kW tot maar liefst 1500kW
Levering & installatie Uitgevoerd door onze eigen koeltechnici
Snel inzetbaar Met snelkoppelingen voor water en elektriciteit
Alle accessoires beschikbaar Zoals luchtbehandelingskasten, pompen, warmtewisselaars, waterslangen, buffertanken, ...
Bij Delta-Temp kan u terecht voor het huren van industriële koeling. Met onze uitgebreide huurvloot en service op maat kan u ons uw project van A tot Z toevertrouwen. Aarzel niet ons te contacteren via onderstaande gegevens. Ons team van vakspecialisten helpt u graag verder. Verhuur | Verkoop | 24/7 support
010 799 53 90
www.delta-temp.nl
info@delta-temp.com
Meten van (nano)deeltjes
De Disc Centrifuge van CPS Instruments meet nauwkeurig de deeltjesgrootte in suspensies en emulsies door middel van differentiële sedimentatie. De CPS Disc Centrifuge is zeer geschikt voor het meten van nanomateriaal en voor kwaliteitscontrole en -beheersing, wanneer de kwaliteit van het product afhankelijk is van de deeltjesgrootte. Met het instrument is zowel een kwalitatieve, als kwantitatieve meting uit te voeren. Pluspunten van de CPS Disc Centrifuge: • 0,005 – 50 micron (µm) • Zeer hoge resolutie • Hoge gevoeligheid en nauwkeurigheid • Breed dynamisch bereik • Reproduceerbaar
Wilt u meer weten of heeft u interesse in een test? Wij helpen u graag verder: info@inventech.nl of 0162-460404. Bezoek in september ook het CPS-user event. Aanmelden kan via Inventech.nl/cps
Actueel
FABRIEK VOOR VERGASSING PLASTICAFVAL Het bedrijf S4 GroNext krijgt van de provincie Groningen 2,8 miljoen subsidie voor de investering in productiefaciliteiten voor een nieuwe fabriek in de Eemshaven om plasticafval dat niet recyclebaar is te verwerken tot gas. Dit gas kan de chemische industrie gebruiken als duurzame grondstof.
M SABIC DONEERT 2000 YOGAMATTEN AAN ZORGWERKERS SABIC en partners hebben tweeduizend yogamatten geproduceerd om medewerkers in ziekenhuizen in Sittard en Tilburg tijdens de coronacrisis ondersteuning te bieden en hen te helpen een gezonde levensstijl te behouden.
M
entale gezondheid is uiterst belangrijk voor zorgwerkers die zich inzetten voor het bestrijden van de coronapandemie. De twee ziekenhuizen waren daarom initiatieven aan het ontwikkelen om hun medewerkers ontspanning te bieden naast hun belangrijke werk om de samenleving te beschermen. “Covid-19 is een crisis die een onwaarschijnlijke impact heeft op onze levens”, aldus Ramon Meijers, global business leader Foam & Lightweight SABIC. “Goede mentale gezondheid en ontspanning komen in zo’n periode in gevaar. Dus toen wij hoorden dat deze ziekenhuizen
bezig waren met het ontwikkelen van initiatieven wilden wij ons steentje bijdragen.” SABIC’s trouwe klant NMC, fabrikant van geschuimd polyethyleen, werd gevraagd om een donatie te doen van de LDPE-foam solution voor het maken van yogamatten. Logistiek bedrijf Bruhn Spedition heeft de matten vervolgens vervoerd naar het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg en het Zuyderland Medisch Centrum in Sittard. “We danken SABIC en partners hartelijk voor deze donatie”, zegt Ab Hollanders, beleidsadviseur Facilitair Bedrijf van Zuyderland Medisch Centrum. “De yogamatten dragen zeker bij aan het helpen ontspannen na een lange dag werken. We zullen de matten ook gebruiken voor revalidatieprojecten voor coronapatiënten en voor lichaamsbeweging en ontspanning voor de patiënten in onze cure and care-faciliteiten.” p
et de subsidie schaft het bedrijf een machine aan om het plasticafval te verwerken tot korrels. Een chemische installatie verwerkt de korrels vervolgens tot duurzaam gas. Een deel van dit gas wordt omgezet in elektriciteit voor eigen gebruik. De chemische installatie wordt gecombineerd met een Kinext-unit, een systeem voor energieopslag dat onder meer wordt gebruikt voor het stabiliseren van het elektriciteitsnet in de Eemshaven. De provincie Groningen ziet het nieuwe bedrijf als een aanwinst voor de chemische industrie in Groningen. Volgens directeur Cas König van Groningen Seaports gaat het om “een prachtige innovatieve installatie, die het recyclen van plastic combineert met het ondersteunen van het lokale elektriciteitsnet”. S4 GroNext is naar verwachting half 2021 operationeel en levert 28 arbeidsplaatsen op. p
De chemische installatie wordt gecombineerd met een Kinext-unit.
juni 2020 Chemie Magazine 11
Process Automation Solutions is een wereldwijd opererende, merkonafhankelijke Solution Provider. Met meer dan 1600 medewerkers ontwerpen en realiseren wij uw proces controle systemen (DCS), veiligheidssystemen (SIS), E&I, en historians (MES). Process Automation Solutions beschikt over een Functional Safety management systeem volgens IEC61511v2. Samen met onze dochteronderneming Industrial Automation Partners BV bieden wij complete geïntegreerde logistieke en procescontrole oplossingen
Process Automation Solutions BV An ATS Company Nikkelstraat 2, 4823AB BREDA 076 – 65876738 Email: Info.nl@pa-ats.com
Industrial Automation Partners BV A PA Solutions company Zekeringstraat 17B, 1014BM AMSTERDAM 020 – 4472727 Email: Info@iapbv.nl
Geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE
Ga naar www.vnci.nl/chemie-magazine en kies voor print of digitaal CM1915_Stopper Chemie 210x148.indd 1
02-09-19 14:02
Actueel
Flipflops van het merk Allbirds gemaakt uit suikerriet.
BRASKEMS BIOPLASTIC ERKEND DOOR VN-ORGANISATIES Braskems biobased kunststof I’m green is door de VNorganisaties ECLAC (Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied) en UNGC (Global Compact Network Brazil) erkend als een transformerend voorbeeld van duurzame ontwikkeling in Brazilië in de categorie Industrie & Energie.
B
raskem is het grootste Braziliaanse (petro)chemiebedrijf, met ook productiefaciliteiten in Duitsland en een Europees hoofdkantoor in Rotterdam. De erkenning werd gegeven voor de biobased polyethyleen I’m green, waarvan jaarlijks 200 kiloton wordt geproduceerd uit suikerriet. Volgens de VN-organisaties draagt het product bij aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen door meer dan 3 ton CO2 op te vangen voor elke geproduceerde ton, met behoud van dezelfde eigenschappen, prestaties en veelzijdigheid als fossiele kunststoffen. Het I’m green-portfolio is onlangs uitgebreid met een productlijn voor de circulaire economie, zoals hernieuwbare harsen, oplossingen gemaakt van gerecyclede kunststoffen en toepassingen die zowel gerecyclede als hernieuwbare oplossingen gebruiken. Op het gebied van chemische recycling zet Braskem ook studies voort – met steun van universiteiten en onderzoekscentra – om technologieën te ontwikkelen die bestaande alternatieven voor mechanische recycling uitbreiden om kunststofafval, zoals plastic tassen en verpakkingsfolies, opnieuw tot grondstoffen te transformeren. In 2011 sloot het concern een Green Deal met de Amsterdam ArenaA voor de levering van tweeduizend ‘suikerstoelen’ voor het stadion. p
HERNIEUWBARE GRONDSTOFFEN VOOR KUNSTSTOFFEN Neste gaat Covestro voorzien van hernieuwbare grondstoffen, die bij de productie van polycarbonaten een aanzienlijk deel van de tot nu toe gebruikte fossiele grondstoffen zullen vervangen. Dit type kunststof wordt gebruikt in koplampen voor auto’s, ledverlichting, elektronische en medische apparatuur en autobeglazing.
H
et is de bedoeling om op korte termijn enkele duizenden tonnen fossiele grondstoffen te vervangen door grondstoffen op basis van de hernieuwbare koolwaterstoffen die Neste produceert uit onder andere afval en restoliën en -vetten. Doordat de producten van Neste fossiele grondstoffen in de productie van polymeren een-op-een kunnen vervangen, zijn ze geschikt voor gebruik in bestaande productie-installaties. “De chemische en kunststofindustrie zal een belangrijke rol spelen in de circulaire economie en de strijd tegen de klimaatverandering. Daarom zet Neste zich in om voortrekkers als Covestro te ondersteunen op hun duurzaamheidsreis”, zegt Neste’s Voorzitter en CEO Peter Vanacker. In de toekomst willen beide bedrijven de reikwijdte van hun partnerschap uitbreiden, ook naar andere soorten polymeren. p
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). juni 2020 Chemie Magazine 13
IN HET KORT o Gestegen welvaart en welzijn dankzij plastic, maar ook plasticsoepprobleem. o Sleutelrol voor chemie in verduurzamen plasticketen. o Oplossingen: meer reuse plastic, closed loop- en chemische recycling, en biobased grondstoffen.
PLASTIC DEEL I
CHEMIE HEEFT DE SLEUTEL TOT DE OPLOSSING
DE UITDAGING VAN PLASTIC Er is geen materiaal dat ons zoveel welvaart en welzijn heeft gebracht als plastic. Tijdens de coronacrisis is het in de vorm van gezichtsbescherming en beademingsapparatuur zelfs levensreddend. De keerzijde is dat de lineaire keten veel afval oplevert. Hoe kijken experts uit de wetenschap en de industrie hiernaar? Eerste deel van een tweeluik over plastic. Tekst: Igor Znidarsic
14 Chemie Magazine juni 2020
I
n zijn NRC-column beschrijft Ilja Leonard Pfeijffer de impact van het coronavirus op het leven in zijn woonplaats Genua. Onlangs ging het over de kapster van zijn familie, die klaagde over plastic: ‘Om elf uur ’s ochtends had zij al twee vuilniszakken vol wegwerpschorten, steriele zakjes voor de persoonlijke bezittingen van de klanten en handdoeken voor eenmalig gebruik naar de container gebracht. “Laat Greta Thunberg het maar niet horen”, zei ze.’ Beter kan het dilemma van plastic niet worden samengevat. Aan de ene kant is het materiaal onmisbaar en zelfs levensreddend, aan de andere kant zorgt het voor een afvalberg die tot in de oceanen te vinden is. Dankzij plastic zijn onze welvaart en ons welzijn enorm gestegen de afgelopen 100 jaar. In de verschillende hoedanigheden zorgt plastic voor comfort, veiligheid, houdbaarheid, hygiëne en energie-efficiënte. Zo maakten plastic irrigatiepijpen het voor boeren mogelijk om het hele jaar door gewassen te verbouwen en werd voedsel door kunststof verpakkingen beter en langer houdbaar. In de zorg nam door het gebruik van plastic handschoenen de hygiëne toe. De medische zorg verbeterde dankzij injectiespuiten,
bloedzakken, implantaten en recent beademingsapparatuur en mondkapjes. En het polyurethaan in ons matras zorgt voor een aangename nachtrust. “Alle plastic vervangen is onmogelijk”, zegt dan ook Gert-Jan Gruter, professor Industrial Sustainable Chemistry aan de Universiteit van Amsterdam en bij Avantium verantwoordelijk voor R&D omtrent hernieuwbare chemie. “In een aantal applicaties zou het kunnen, zoals bamboe rietjes in plaats van plastic, maar het wordt een stuk moeilijker bij medische toepassingen, coatings en slangen en koppelingen onder de motorkap.”
Bord vol plastic
De keerzijde van het enorme succes is te lezen op de site van de Plastic Soup Foundation: ‘Van de noordse stormvogels in de Noordzee heeft 95 procent plastic in de maag. Omgerekend naar de mens gaat het om een bord vol plastic.’ “Het probleem is de combinatie van een lineaire keten en de wegwerpcultuur”, zegt John Grin, hoogleraar systeeminnovaties aan de Universiteit van Amsterdam. “En het ontbreken van een prikkel om er anders mee om te gaan, zowel bij producenten als bij consumenten.” Verpakkingen herbruikbaar maken
‘Een oplossing is closed looprecycling, maar we staan nog helemaal aan het begin’
zou enorm helpen. “Voor veel producten kan dat.” “80 procent van de plasticsoep bestaat uit single use-producten”, weet Gruter, die al meer dan 25 jaar betrokken is bij onderzoek naar polymeren. “We moeten plastic daarom veel beter herbruikbaar maken, door middel van reuse. Vanaf volgend jaar zijn in de EU plastic wegwerpbestek, wattenstaafjes, rietjes en roerstaafjes verboden. Er is ook een verbod op single use-verpakkingen in voorbereiding. Als je bijvoorbeeld een grote verpakking wasmiddel koopt, is er geen reden waarom je die fles of doos niet tien keer opnieuw zou vullen. Schoonmaken is voor nonfoodapplicaties nauwelijks een issue. Dat zou al een gigantische reductie van het plastic afval geven. De politiek kan hier een heel belangrijke rol spelen, zowel qua faciliteren als qua Europese wetgeving.” Een andere oplossing is volgens Gruter closed loop-recycling. “Daarbij zorg je ervoor dat je het materiaal na gebruik weer gebruikt voor hetzelfde product als waar het ooit voor is gemaakt. Op dit moment zijn er petflessen die in een closed loop worden hergebruikt. En er wordt veel gewerkt aan chemische recycling, waarmee je teruggaat naar de bouwstenen en opnieuw de polymeerketen opbouwt. Er gebeurt van alles, maar we staan nog helemaal aan het begin.”
Nieuwe technologieën
De loop sluiten is ook het doel van SABIC, een grote producent van
e
FOTO’S: BERT SAL ARI
Plastic
juni 2020 Chemie Magazine 15
hoogwaardige kunststoffen. “Wij voelen heel sterk die verantwoordelijkheid”, zegt Frank Kuijpers, general manager Corporate Sustainability. TRUCIRCLE, zo heet het initiatief waarin SABIC de duurzame oplossingen heeft ondergebracht: ontwerp voor recyclebaarheid, mechanisch gerecyclede producten, gecertificeerde producten van gerecycled afvalplastic en gecertificeerde producten uit biobased grondstoffen. Kuijpers: “Wij helpen op alle fronten mee, zitten in associaties zoals de Alliance to End Plastic Waste (zie kader – red.) en werken in de keten samen met partijen als Unilever en verder upstream met afvalproducenten, inzamelaars en sorteerders. Met als doel om samen een
ALLIANCE TO END PLASTIC WASTE
In het tweede deel van dit tweeluik, in de juli/ augustus-editie, komt onder meer de Alliance to End Plastic Waste (AEPW) aan bod. Deze wereldwijde alliantie van bijna dertig bedrijven in de keten wil oplossingen bevorderen die plastic afval in het milieu, met name in de oceaan, verminderen en tegengaan. AEPW wil hierin de komende 5 jaar 1,5 miljard dollar investeren. Leden zijn onder meer BASF, Clariant, Covestro, Dow, DSM, ExxonMobil, LyondellBasell, SABIC, Shell en Total.
16 Chemie Magazine juni 2020
circulaire economie op te zetten.” Maar de weg is nog lang. “Momenteel wordt wereldwijd minder dan 9 procent van alle geproduceerde plastics teruggebracht in de waardeketen, in Nederland zitten we net iets hoger. Opschalen naar 20 of 30 procent in 2030 is al heel ambitieus. Dat zijn namelijk gigantische stappen qua capaciteit. Nieuwe technologieën zoals chemische recycling versnellen dat proces, maar om verder te komen moeten deze worden doorontwikkeld, net als verdere optimalisatie van het verzamelen van plastic afval en het scheiden voor het juiste gebruik.” Met de bijbehorende investeringen. “Verreweg de meeste recycling is momenteel mechanisch. De investering daarvoor is, vergeleken bij een polymeerfabriek, relatief gezien niet groot. Als je in een petrochemische omgeving iets wilt opzetten, ligt de investering veel hoger én ben je 5 jaar verder voor je resultaat ziet.” De producten die mechanische recycling oplevert zijn bovendien vanwege de nog aanwezige contaminaties niet geschikt voor onder andere de medische en de foodsector, grote afnemers van plastic. Chemische recycling levert wel een ‘schoon’ virgin product op. “Zo maken wij momenteel al virgin resins van afvalplastic die worden gebruikt in verpakkingen voor voedsel. Maar de capaciteit daarvoor is momenteel nog heel beperkt”,
aldus Kuijpers. “De petrochemische industrie produceert wereldwijd jaarlijks meer dan 350 miljoen ton plastic, dat zijn enorme volumes, en de vraag neemt alleen maar toe, terwijl we pas aan het begin zitten van nieuwe technologische ontwikkelingen en procestechnologische opschalingen. Voor je enkele procenten verder bent, zijn we minimaal 10 jaar verder.” SABIC’s doelstelling is om in Europa in 2025 200 kiloton plastic te recyclen. “Dat is een exponentiële groei, en de stappen die daarna komen zullen naar verwachting sneller gaan vanwege nieuwe technologische en systeemoplossingen.”
Allemaal chemie
Een bottleneck is altijd dat nieuwe technologieën vanwege de aanvankelijke kleinere schaal moeilijk op prijs kunnen concurreren met de bestaande grootschalige productie. “Om in eerste instantie niet in competitie te hoeven gaan met het bulk fossiele plastic, is het handig om materialen te ontwikkelen met interessante eigenschappen”, zegt Gruter. “Zoals de betere barrièreeigenschappen van de biobased pef van Avantium. Dan bied je toegevoegde waarde.” Binnenkort komt Avantium met een biobased en closed loop pef-drankfles. Voor de fabriek die in Delfzijl wordt gebouwd is de financiering bijna rond, en de verwachting is dat het
Plastic
eerste product in 2023 uit de fabriek komt. Naast hergebruik en het gebruik van andere (niet-fossiele) grondstoffen pleit Gruter er ook voor om kunststoffen zo te ontwikkelen dat als ze toch in het milieu terechtkomen, ze daar niet honderden jaren blijven rondzwerven maar veel eerder afbreken. “Alle microvezels die vanaf het begin van pet-textiel (polyester) door het wassen in het milieu zijn beland, zijn daarin nog steeds aanwezig. Ze zitten in ons drinkwater, we ademen ze in. Stel nu dat die microvezels in 5 jaar zouden afbreken, dan zou alles wat ouder is dan 5 jaar er al niet meer zijn.” Chemie heeft volgens Gruter de sleutel tot de oplossing van het plasticprobleem. “Ik zeg vaak tegen mijn studenten: ‘Er is geen betere tijd om chemie te studeren dan nu.’ Alle omzettingen van biomassa of CO2 naar materialen, dat is allemaal chemie.”
Fossiele grondstoffen
Om de CO2-uitstoot terug te dringen, zou plastic uit niet-fossiele, biobased grondstoffen kunnen worden gemaakt. Maar dat is volgens
Kuijpers nog verre-toekomstmuziek. “Wij produceren op biogrondstoffen gebaseerde producten, maar die markt is klein en de grondstoffen zijn nog steeds veel duurder dan nafta. De komende 30 jaar zal de vraag naar kunststoffen zo groot zijn, dat we die gewoon niet kunnen bijhouden met gerecycled product en biogrondstoffen als feedstock. Plastic zal daarom nog grotendeels op basis van fossiele grondstoffen worden geproduceerd, al zal het aandeel fossiel wel afnemen, afhankelijk van de technologische ontwikkelingen. Europa zal daarin zeker vooroplopen.” Gruter ziet hierbij een belangrijke rol weggelegd voor de consument. “Daar begint het uiteindelijk mee. Uit recent onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat consumenten bereid zijn iets meer te betalen voor een product in een duurzame verpakking. Consumenten beginnen zich schuldig te voelen over plasticgebruik. En als zij om duurzame verpakkingen gaan vragen en ervoor willen betalen, volgt de keten vanzelf. En als uiteindelijk de nieuwe materialen net zo grootschalig worden geproduceerd, is er ook geen kostenverschil meer.” p
SABIC’s doelstelling is om in Europa in 2025 200 kiloton plastic te recyclen
WEGWERPKARAKTER EN GEMAK
Het wegwerpkarakter en het gemak zijn volgens John Grin bepalend geweest voor het enorme succes van plastic. De hoogleraar systeeminnovaties aan de Universiteit van Amsterdam is medeauteur van De kwetsbare welvaart van Nederland, waarin met een wetenschappelijk-technologische blik wordt gekeken naar welvaart en duurzaamheid. Plastic is een van de cases. “In de VS waren ingenieurs al snel gaan inzetten op het grote voordeel van plastic: dat je het kan weggooien. Met name bij verpakkingen speelde het een grote rol.” In de jaren 60 en 70 was er een spectaculaire groei. “Nederland had in 1960 een redelijke welstand bereikt. Het broek ophouden van de jaren na de oorlog was voorbij, aan de primaire levensbehoeften was voldaan en mensen gingen verlangen naar meer, naar uitbundiger levensstijlen. Naar luxe en gemak. Plastic maakte dat mogelijk. Designerproducten die voorheen alleen voor de elite beschikbaar waren, werden nu voor iedereen bereikbaar: meubellijnen, stereosets, fotocamera’s. Plastic democratiseerde de luxe.” Het succes van plastic, waarvan de naam is afgeleid van het Griekse plastikos, wat modelleerbaar betekent, hangt samen met een aantal unieke eigenschappen: het materiaal kan sterk, stijf, flexibel, vormvast of juist vormvrij zijn, en dat in elke gewenste vorm en kleur. De eerste synthetische kunststof kwam in 1908 op de markt: bakeliet. Vanwege de isolerende werking was het zeer geschikt voor stopcontacten en lichtschakelaars. In 1937 volgde de polyamide nylon, aanvankelijk vooral gebruikt voor nylonkousen maar later in ontelbare andere toepassingen (zoals parachutes). De meeste andere kunststoffen werden in de tweede helft van de 20e eeuw ontwikkeld: polyethyleen (plastic zakken, flessen), polypropyleen (dashboards, bumpers), polystyreen (wegwerpbestek, piepschuim), pet (textiel, drankflessen), polyvinylchloride (vloerbedekking, waterleiding), polyurethaan (schuimrubber), pmma (plexiglas), polyester (boten) en polycarbonaat (veiligheidsbrillen, verpakkingen van voeding).
juni 2020 Chemie Magazine 17
IN HET KORT o SDG 12 (verantwoorde productie) biedt ook chemiebedrijf voordelen. o Corbion: circulair productieproces resulteert in lagere kostprijs en minder CO2. o Allnex: zoektocht naar alternatieve grondstoffen leidt tot nieuwe producten
Op welke SDG’s legt de chemie zich toe? Derde deel van een serie: SDG 12, verantwoorde productie en consumptie
TOEKOMSTPROOF DANKZIJ SDG 12
VERANTWOORDE PRODUCTIE BETAALT ZICH UIT Hoe implementeren VNCI-leden de Sustainable Development Goals (SDGs)? Chemie Magazine maakt een rondgang langs verschillende bedrijven. In het derde deel van deze serie laten Allnex en Corbion zien hoe hun bijdrage aan SDG 12, verantwoorde productie en consumptie, ook hun eigen bedrijf ten goede komt. Tekst: Klaartje Jaspers
18 Chemie Magazine juni 2020
Duurzaamheid
‘Duurzaamheid verder vergroten door samen te werken met andere stakeholders’
CORBION
GROEIENDE MARKTEN TEGEN LAGERE KOSTEN
Met het credo ‘Championing preservation in all its forms: preserving food and food production, health, and the planet’ heeft biotechconcern Corbion zich ambitieuze doelen gesteld. Door nu te investeren in de circulaire productie van biobased producten, denkt het groeiende markten te veroveren, tegen lagere kosten.
“O
nze focus ligt op SDG’s 2, 3 en 12”, vertelt director sustainability Diana Visser. “Uit Life Cycle Assesments (LCA’s) bleek dat dat de doelen zijn waaraan we het meest kunnen bijdragen.” Corbions strategische inzet op biobased alternatieven lijkt het concern geen windeieren te leggen: de markten van nieuwe producten als PLA-bioplastic en DHA-algenolie groeien sterk.
Suikerriet
Natuurlijke hulpbronnen
Veel chemiebedrijven zijn al druk in de weer met subdoel 12.2: in 2030 moeten de natuurlijke hulpbronnen duurzaam beheerd en efficiënt gebruikt worden. Terwijl de beschikbaarheid van ‘zeldzame metalen’ als indium, tantalum, neodymium en grafiet al langer tot de nodige nervositeit leidt, wordt ook de voorradigheid van zaken als olie, aardgas, zoet water en biomassa steeds minder vanzelfsprekend. Willen bedrijven voorkomen dat hun productie in gevaar komt, dan moeten ze op zoek naar hernieuwbare bronnen. Een van die bronnen is recycling. Allnex herbruikt de hulpstoffen uit e
Duurzame biomassa
In Gorinchem staat inmiddels een demonstratiefabriek voor de circulaire productie van melkzuur. Hiermee moet Corbions nieuwe Thaise fabriek straks de wereld gaan voorzien. De nieuwe technologie verlaagt zowel de kosten als de CO2-uitstoot. Alle hulpstoffen in het nieuwe melkzuurproces worden gerecycled, het suikerriet komt uit gecontroleerde bronnen. Dat geldt ook voor andere grondstoffen die Corbion veel gebruikt: palmolie komt van RSPO-gecertificeerde leveranciers, soja komt uit Noord-Amerika – ver van de Amazone, waar de verbouw vaak gepaard gaat met ontbossing. Audits en satellietbeelden helpen controleren of leveranciers zich aan de afspraken houden. Duurzame biomassa is soms lastig te vinden, weet Visser. “Met name in Thailand was aanvankelijk geen enkele gecertificeerde producent te vinden. Als relatief kleine afnemer konden we producenten ook weinig voorwaarden opleggen. Door samen te werken met andere stakeholders in Thailand proberen we de duurzaamheid in de suikerindustrie verder te vergroten.”
Hobbels
Ook in Nederland zijn nog de nodige hobbels te nemen, constateert ze. “In het klimaatakkoord wordt alleen gekeken naar de CO2-uitstoot van energie, niet naar de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de productie of het transport van de grondstoffen. Voor de inzet in circulaire processen is dat jammer: we besparen juist daarop veel CO2, terwijl je wel wat meer energie nodig hebt voor de recycling. Desondanks hebben we onze CO2-impact met 20 procent weten te verlagen, tegen een lagere kostprijs.”
FOTO: ANP
‘V
erzeker duurzame consumptie-, en productiepatronen’, dat is de oproep van SDG 12. Overheden moeten subsidies aan fossiele brandstoffen verruilen voor actieplannen voor duurzame consumptie. In 2020 moeten diverse klimaatakkoorden zijn doorgevoerd, in 2030 moet de grondstoffenverspilling drastisch zijn teruggeschroefd. Met dreigende grondstoftekorten in de nek, sluit SDG 12 nauw aan bij Europa’s verplichting om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben, én bij de overlevingsdrang van bedrijven zelf.
Een groot deel van Corbions producten begint nog altijd met een stengel suikerriet, de basis van veel melkzuurgebaseerde producten. “Corbion maakt voedingsadditieven om de houdbaarheid van producten als brood en vleeswaren te verlengen, maar samen met Total maken we ook afbreekbaar bioplasEen groot deel van Corbions tic, PLA. Daarmee dragen we bij aan subdoel 12.3: het producten begint met een verminderen van voedselverspilling.” Daarnaast wordt de stengel suikerriet. rietsuiker gebruikt als grondstof voor algenolie DHA, dat gebruikt wordt bij de duurzame productie van kweekzalm. Wat dan nog van de stengel overblijft, is genoeg om Corbions fabriek in Brazilië van energie te voorzien. Daarmee draagt het bij aan de vermindering van een belangrijk negatief gevolg van zijn productie: de uitstoot van CO2. “Uit berekeningen van het Science Based Targets Initiative bleek dat we onze CO2-uitstoot met 33 procent moesten verminderen om aan het klimaatakkoord van Parijs te voldoen”, vertelt Visser. “In 2019 zaten we al op 12 procent. In Nederland halen we nu de helft van onze energie uit wind. Voor 2030 willen we ook hier 100 procent uit hernieuwbare bronnen halen.”
juni 2020 Chemie Magazine 19
zijn productieproces, Corbion haalt energie, melkzuur én algenolie uit duurzaam geteeld suikerriet. Wie zijn eigen grondstoffen produceert, spaart niet alleen de wereld, maar weet zich ook onafhankelijker. Om te kijken waar zijn kansen en kwetsbaarheden lagen, boog Corbion zich over Life Cycle Assessments (LCA), Risk Assessments en Product Social Impact Assesments. Het bedrijf ziet de duurzaamheidsdoelen als een kans, benadrukt woordvoerder Sanne Verhoeven: ze bepalen de markt en de mogelijkheden van de toekomst.
Minder uitstoot
Hoewel SDG 12.4 stelt dat de uitstoot van chemicaliën en andere reststromen dit jaar al had moeten voldoen aan internationale afspraken als de verdragen van Montreal, Stockholm, Basel en Rotterdam, zijn veel bedrijven nog druk bezig met methodes om hun uitstoot te verminderen. Het kost veel tijd om bestaande productieprocessen en recepten te vervangen, weet Allnex uit ervaring, maar het loont de moeite. Terwijl sommige bedrijven nog proberen te becijferen hoeveel CO2 ze moeten besparen om hun CO2-boekhouding op orde te krijgen, zijn andere al druk bezig met het ontwikkelen van nieuwe methoden of het doormeten van de resultaten. Zo zag Corbion al hoe zijn nieuwe productiemethode 20 procent energie kan besparen, én de kostprijs helpt verlagen. p 20 Chemie Magazine juni 2020
ALLNEX
EEN VEILIG EN DUURZAAM ALTERNATIEF
Toen de VN bedrijven opriep een paar SDG’s te kiezen om zich op toe te leggen, koos Allnex naast SDG 7 (energie) en 13 (klimaat) ook voor SDG 12: verantwoorde productie.
“W
ij zijn een coatingbedrijf: we maken beschermingslagen voor op andere artikelen. Onze producten zijn op zich slecht herbruikbaar: je kan een coating niet makkelijk terugnemen”, vertelt site leader Erik Meijer. “We richten ons dus op wat we wel kunnen: de duurzaamheid van de onderliggende onderwerpen verlengen, zoveel mogelijk met chemicaliën die wél in de circulaire economie te plaatsen zijn.” Hij vervolgt: “In 2023 moet 90 procent van het werk in onze onderzoeks- en ontwikkelingscentra draaien om het vinden van recepten die het milieu minder belasten. Dat is onze commitment, en waar onze klanten om vragen: veilige producten. Traditioneel bevatten coatings bijvoorbeeld vaak kankerverwekkende stoffen als formaldehyde. We zoeken nu naar formules en toepassingen waarin we dat soort stoffen niet meer nodig hebben. Daarbij kijken we of we alternatieve grondstoffen kunnen gebruiken. Is het bijvoorbeeld mogelijk om oude petflessen weer te gebruiken als coatinglagen? Kunnen we bestaande stromen vervangen door biomassa?”
Allnex streeft naar productie onder het Europese Ecolabel.
Ecolabel
Met de lancering van het nieuwe merk ECOWISE zette Allnex afgelopen mei een belangrijke stap in zijn duurzaamheidsprogramma. De lijn omvat alle producten die bijdragen aan zijn duurzaamheidsdoelstellingen. Denk bijvoorbeeld aan ACURE, een sneldrogende toplaag zonder isocynaten, en SETATHANE, een vloercoating op basis van natuurlijke grondstoffen als soja- en castorolie. De nieuwe huislijn helpt klanten producten te identificeren die duurzaam geproduceerd zijn, met name op het gebied van energie en milieu. “Allnex streeft naar productie onder het Europese Ecolabel, maar het wijzigen van formuleringen kan wel een tijd duren”, waarschuwt Meijer: met name in de auto-industrie zijn klanten zeer voorzichtig in het wijzigen van specificaties van grondstoffen.
Schonere productie
Ondertussen worden de veranderingen op het terrein van de onderzoek- en productielocatie in Bergen op Zoom langzaam zichtbaar. Het gebruik van gevaarlijke chemicaliën neemt af, recepten worden verwisseld, er verschijnen steeds meer herbruikbare grondstoffen. Vanouds worden reststoffen binnen de fabriek al zo veel mogelijk gerecycled. Toch zijn soms nog simpele maatregelen te bedenken om de afvalstromen verder te beperken, denkt Meijer. “Dit voorjaar wilden we aan de slag met afvalreductie,” vertelt hij, “maar de corona-maatregelen gooiden roet in het eten.” Na de zomer hoopt de productieleider de veranderingen alsnog door te voeren. Het afval dat Allnex nu produceert bestaat vooral uit luchtemissies, stoffen die bij de productie vrijkomen, en afvalwater. Door monsters op andere punten te nemen, komen veel minder reststromen vrij, verwacht Meijer, en kleine ingrepen in spoelprocedures moeten het vervuild afvalwater sterk kunnen verminderen. Juist in Brabant, zwaar getroffen door de nieuwe droogtes, kan zo’n simpele aanpassing niet snel genoeg komen.
FOTO: ALLNE X
‘In 2023 moet 90 procent van onze R&D draaien om het vinden van recepten die het milieu minder belasten’
HALLO,
WIJ ZIJN UW PARTNER IN VEILIGHEID!
Wij ontzorgen uw gehele (brand)veiligheidsinzet! Risk Safety levert gecertificeerde en gemotiveerde brandwachten-mangatwachten. Wij leveren vanuit eigen organisatie één of tientallen brandwachten. Voor spoedopdrachten, doorlopende projecten, onderhoud en turnaround. Onze brandwachten zijn multifunctioneel inzetbaar en in het bezit van de diploma’s: • VCA VOL • Gasmeten EX-OX-TOX • Buitenwacht-mangatwacht • Kleine blusmiddelen + water- en schuimvoerende armaturen * • Werken met onafhankelijke adembescherming * * Of Rijksdiploma brandwacht of IFV diploma manschap
Voordelen van Risk Safety: • Onze brandwachten zijn voorbereid en goed geïnstrueerd. • KVGM-managers (MVK) beschikbaar voor coördinatie brandwachteninzet. • Piketbrandwacht boven de sterkte voor directe opvang bij ongeplande afwezigheid of ziekte; Geen vertraging van uw project! • Wij ontzorgen u bij de brandwachtaanvragen van contractors, planning, operationele inzet, uitgifte apparatuur, werkplekinspecties en urenverantwoording. • Sluitende urenverantwoording en facturatie.
Wat kan Risk Safety nog meer voor u betekenen? Lees het op: www.risksafety.nl/petrochemie
Bij OMV GAS gaan flexibiliteit en exceptionele service samen met de internationale kennis en financiële kracht van de OMV Group. Wij leveren aardgasoplossingen op maat aan grote Europese klanten en distributeurs. Onze flexibele prijs- en leveringsconcepten evenals gedetailleerde kennis van de markt zorgen ervoor dat onze producten perfect aansluiten op uw specifieke behoeften. Neem contact met ons op als u wilt weten hoe onze aardgasoplossingen uw bedrijf kunnen ondersteunen: www.omv-gas.nl
IN HET KORT o Chemie maakt luchtvaart duurzamer. o Minder CO2-uitstoot dankzij lichte en sterke materialen in vliegtuigen. o Biokerosine kan CO2-reductie verdubbelen, synthetische kerosine is nog beter.
LICHTER MATERIEEL EN BETERE KEROSINE VERDUURZAMEN LUCHTVAART
Chemie Magazine presenteert 10 klimaatinnovaties. De chemische industrie reduceert de CO2-uitstoot niet alleen door de eigen processen te verduurzamen, maar zorgt via haar producten ook voor minder uitstoot in andere sectoren. Deel 5: luchtvaart.
FOTO: SHUT TERSTOCK
CHEMIE BRENGT CO2-NEUTRAAL VLIEGEN DICHTERBIJ
Het interieur – stoelen, bagagekasten en zelfs trolleys – en alle constructiematerialen zijn zo licht mogelijk.
22 Chemie Magazine juni 2020
5
Klimaat
‘Elk onsje telt voor vliegtuigfabrikanten. Ze kiezen voor lichtere maar toch sterke en veilige materialen’ Mede dankzij lichte, sterke materialen halveerde de CO2-uitstoot per gevlogen kilometer sinds 1990. Maar met jaarlijks al bijna 4,5 miljard luchtreizigers stijgt de uitstoot wereldwijd hard. Om CO2-neutraal te vliegen ontwikkelt de chemie biokerosine en synthetische kerosine. Tekst: Marga van Zundert
GROENE KEROSINE UIT FRIETVET, BERMGRAS OF CO2
Gewone kerosine is een aardoliefractie (C12-C16). SkyNRG, met KLM en Shell als belangrijke partners, produceert vanaf 2022 biokerosine in Delfzijl, met als belangrijkste grondstof afgewerkt frituurvet. Jaarlijks levert de fabriek 100.000 ton biokerosine, ruim 2 procent van de hoeveelheid getankte kerosine op Schiphol in 2018. Dat gebeurt via het zogeheten HEFA-proces (hydroprocessed ester and fatty acid). In een eerste hydrotreatingstap zorgt waterstof ervoor dat onverzadigde verbindingen en zuurstof verdwijnen. Verdere hydrogenering splitst het vet op in koolwaterstoffen en propaan (biolpg). Door katalytische isomerisatie en kraakprocessen wordt uit de koolwaterstoffen zoveel mogelijk kerosine gewonnen. Een andere route naar
H
et goede nieuws: wie straks weer in het vliegtuig stapt, stoot per gevlogen kilometer maar de helft aan CO2 uit als in 1990. Dat is te danken aan zuinigere vliegtuigen. Toestellen met efficiëntere motoren, verbeterde aerodynamica en gebouwd van lichtere materialen. Elk nieuw vliegtuigtype is 15 tot 20 procent zuiniger (en stiller) dan zijn voorganger. Neem de Airbus 320-neo, die verbruikt 15 procent minder kerosine dan de A320 en kan twintig passagiers extra meenemen. Zo komt het uit op een 20 procent lager brandstofverbruik per passagierskilometer. Elk onsje telt voor vliegtuigfabrikanten. Het interieur – stoelen, bagagekasten en zelfs trolleys – en alle constructiematerialen zijn zo licht mogelijk. In een vliegtuig tref je nauwelijks staal aan. Fabrikanten kiezen voor lichtere maar toch sterke en veilige materialen, zoals aluminium en speciale kunststoffen en composieten. Net als in de auto-industrie (zie Chemie Magazine mei) ontdek je kunststoffen niet alleen in het interieur, maar ook in de motoren, in het frame, de vele elektronica en de bekabeling. En ook hier speelt de chemie een belangrijke rol. Een paar voorbeelden: Solvay produceert epoxymaterialen die geschikt zijn voor bewegende vliegtuigmotoronderdelen en die meer dan de helft lichter zijn dan het titanium dat het vervangt. BASF levert polyamidepoeders waarmee lichtgewicht honingraatstructuren 3D-geprint worden voor bijvoorbeeld wandpanelen. SABIC levert een met koolstofvezel versterkte polyetherimide waarmee dunwandige armleuningen kunnen worden gemaakt, de helft lichter dan de aluminiumvariant. DSM levert lichtgewicht vrachtnetten gemaakt van supersterke polyethyleen kunststofvezels. En het nieuwste vliegtuig-van-de-toekomst-ontwerp van Airbus heeft een romp die deels bestaat uit transparant composietmateriaal: een vliegtuig met panoramadak.
De eerste Europese fabriek voor duurzame kerosine komt in Delfzijl
Condensstrepen
Het slechte nieuws: ondanks de efficiëntere, lichtere vliegtuigen verdubbelde de totale CO2-uitstoot van het
biokerosine is houtachtige biomassa fermenteren tot alcoholen en die vervolgens met behulp van groene waterstof omzetten in kerosine (alcohol-to-jet). Er wordt ook hard gewerkt aan technieken om kerosine te maken vanuit CO2 en groene waterstof. Rotterdam-The Hague Airport doet een haalbaarheidsstudie naar een demonstratiefabriek op het eigen vliegveld. Grondstoffen zijn CO2 gevangen uit de buitenlucht en water. Via elektrolyse met zonnestroom wordt syngas gemaakt dat omgezet wordt in een synthetische olie (Fischer-Tropschsynthese), waaruit via katalytische processen kerosine wordt gewonnen. De benodigde technieken bestaan, maar zijn prijzig vergeleken met fossiele kerosine.
e juni 2020 Chemie Magazine 23
DE TREIN: (G)EEN ALTERNATIEF?
Wie de trein kiest in plaats van het vliegtuig minimaliseert zijn CO2-uitstoot. MilieuCentraal stelt dat een vliegreis het milieu 7-11 keer zoveel belast als dezelfde reis per trein. Het verschil is het grootst op korte reisafstanden (minder dan 700 kilometer). Bij vliegafstanden tot 4 uur is de trein ook vrijwel altijd sneller van deur tot deur. In Duitsland en Zweden daalde in 2019 het aantal binnenlandse vluchten scherp en steeg het aantal treinreizen. Behalve verbeterde treinvoorzieningen lijkt de Zweedse flygskam (vliegschaamte) een belangrijke oorzaak, net als de oproep en belofte van drieduizend Duitse acade-
mici om niet meer te vliegen over afstanden korter dan 1000 kilometer of 12 uur reistijd per trein. “Mooi, maar 70 procent van de Nederlandse uitstoot wordt veroorzaakt op intercontinentale vluchten”, benadrukt Jasper Faber (CE Delft). “Daar is de trein geen alternatief.” Ook Joris Melkert (TU Delft) ziet de trein niet op korte termijn veel CO2-uitstoot door luchtverkeer wegnemen. “Vliegen vraagt weinig infrastructuur. In principe ben je er met een flinke strook asfalt. Daar is het succes ook in belangrijke mate aan te danken. De aanleg van hoog kwalitatieve spoorverbindingen kost jaren.”
vliegverkeer wereldwijd in de afgelopen 20 jaar. We vliegen namelijk steeds vaker. Verre vakanties zijn populair en globalisering leidt tot meer vliegende ondernemers, politici, wetenschappers, topsporters, dj’s etc. Wereldwijd namen er in 2018 4,4 miljard mensen het vliegtuig. In Nederland groeide het aantal passagiers van 20 miljoen in 1992 naar ruim 81 miljoen in 2019. Een gemiddeld groeipercentage van 5,3 procent per jaar. De precieze bijdrage van het vliegverkeer aan de Nederlandse CO2-uitstoot blijkt geen eenvoudig getal. In de media vind je percentages variërend van 1,5 tot 15 procent. “Er zijn veel verschillende manieren om de emissie te berekenen”, legt Jasper Faber uit, expert luchtverkeer bij het onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau CE Delft. “Tel je enkel de vertrekkende of ook landende vluchten? Belangrijk is ook de indirecte CO2-uitstoot. Roet en condensstrepen (contrails) dragen flink bij aan het broeikaseffect. Dat aandeel is zelfs twee tot vier maal groter dan de CO2-uitstoot door verbranding van kerosine.” Het CBS becijfert de (directe) CO2uitstoot van de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen op 12,7 miljard kilo (2018), circa 6 à 7 procent van de totale Nederlandse CO2-emmissie, evenveel overigens als het weg- en waterverkeer samen. De kerosine die in 2018 in Nederland werd verkocht, was goed voor 12,2 miljard kilo CO2-uitstoot.
Hybride vliegen
De internationale luchtvaart wil 35 procent minder CO2 uitstoten in 2030 dan voorspeld, en in 2050 moet de uitstoot minder dan de helft van 2005 zijn. Klimaatneutraal vliegen is technisch haast onmogelijk, zeker
24 Chemie Magazine juni 2020
‘Biokerosine kan de CO2-reductiecijfers verdubbelen’
KLM vliegt nu voor 1 à 2 procent op biokerosine.
niet op korte termijn, vertelt Joris Melkert, docent lucht- en ruimtevaarttechniek aan de TU Delft. “Het wegverkeer kan overschakelen op elektrisch rijden, maar batterijen de lucht in tillen werkt niet. Ze zijn simpelweg te zwaar.” Ook vliegen op waterstof is binnen afzienbare termijn geen optie. De brandstof zelf is weliswaar licht en duurzaam te produceren, maar het is een gas en neemt dus veel volume in. Compressietanks zijn weer zwaar. Hybride vliegen is misschien een optie. Daarbij start het vliegtuig met een boost van elektrische motoren op accu’s. De gewone motoren zijn gedimensioneerd en geoptimaliseerd voor de cruise-snelheid, waardoor ze een stuk lichter en efficiënter zijn. “Maar de laatste berichten zijn dat je zo toch maar een paar procent CO2-winst haalt”, tempert Melkert de verwachtingen.
Biokerosine
“Dubbele reductiecijfers halen kan wel door kerosine te tanken gemaakt van hernieuwbare grondstoffen, biokerosine”, vervolgt hij. In het Nederlandse klimaatakkoord staat dat in 2030 14 procent van de getankte kerosine duurzaam moet zijn. KLM vliegt nu voor 1 à 2 procent op biokerosine geproduceerd in Californië; in Delfzijl bouwt SkyNRG een eerste Europese biokerosinefabriek (zie kader). Grondstoffen zijn afgewerkt frituurvet en andere vetrestanten. Faber: “Life cycle analyses laten zien dat je 50 tot 80 procent minder directe CO2-uitstoot genereert op dergelijke biokerosine.” De indirecte CO2-uitstoot neem je niet weg. Melkert: “Het is dus zeker geen heilige graal. Maar biokerosine kan zo de tank in. Een makkelijke
Klimaat
CIJFERS De CO2-uitstoot per passagierskilometer
HALVEERDE
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE
sinds 1990.
manier om een belangrijke eerste stap te maken.” De hele luchtvaart op afvalvet laten vliegen is helaas onmogelijk. “Er is simpelweg niet genoeg van”, vertelt hoogleraar Biobased Economy Martin Junginger (Universiteit Utrecht). “Op termijn is het daarom logisch deze stroom te reserveren voor de luchtvaart. Nu gaat het ook in de vorm van biodiesel naar wegverkeer, terwijl daar elektrificatie mogelijk is.” Meer biokerosine maken kan door ook houtachtige reststromen zoals gemaaid gras om te zetten in biokerosine. Dat is technisch mogelijk en verlaagt de CO2uitstoot nog verder (circa 90 procent), maar is technisch ook ingewikkelder en duurder. Junginger: “Biokerosine uit afvalvet is nu circa twee keer duurder dan fossiele, met ‘hout’ als grondstof verdubbelt dat nogmaals. Maar opschaling kan de kosten weer drukken.” “De enige echte oplossing” is voor Melkert synthetische kerosine gemaakt van CO2 en duurzame waterstof (zie kader). “Er wordt flink in geïnvesteerd, want iedereen erkent: zo sluit je de CO2-keten.” Ook Junginger is enthousiast, maar benadrukt dat het een langetermijnoplossing is. “Technisch kan het, maar CO2 uit de lucht afvangen kost nog veel energie, en is dus prijzig.” Hij voorziet al eerder een handige combi in de productie van bio- en synthetische kerosine. “Bij de omzetting van biomassa in biobrandstoffen komt ook CO2 vrij. Een geconcentreerde stroom die je uitstekend kunt benutten voor synthetische kerosine. Dat maakt de technologie een stuk goedkoper.” p
Het aantal passagiers wereldwijd groeide van
1,1 MILJARD 4,4 MILJARD in 1990 tot in 2018.
Vliegtuigen worden jaarlijks gemiddeld
1-1,5 %
zuiniger.
81 MILJOEN passagiers telde Nederland in 2019,
20 MILJOEN in 1992.
12,7 MILJARD KILO CO2 stootte de Nederlandse luchtvaart uit in 2018, evenveel als het wegen watervervoer samen. Schiphol is de
DERDE GROOTSTE
luchthaven van Europa, en de twaalfde ter wereld.
juni 2020 Chemie Magazine 25
Het windpark levert ten minste 3,3 TWh per jaar, genoeg om meer dan 1 miljoen huishoudens van groene stroom te voorzien.
SHELL WIL OP MAASVLAKTE 2 GROENE WATERSTOF PRODUCEREN
50.00060.000PERKG DAG 26 Chemie Magazine juni 2020
Wetenswaardig
Shell Nederland en Eneco, die een lange staat van dienst hebben in het succesvol ontwikkelen, bouwen en exploiteren van offshore windparken, zijn samen met het CrossWind-consortium van plan Hollandse Kust (noord) in 2023 in gebruik te nemen. Als zij de vergunning winnen, krijgt het windpark naar verwachting een geïnstalleerd vermogen van 759 megawatt en levert het ten minste 3,3 terawattuur per jaar. Genoeg om meer dan 1 miljoen huishoudens van groene stroom te voorzien. Op de Tweede Maasvlakte, op het bedrijfsterrein (2 gigawattuur ‘conversie-
park’) van het Havenbedrijf Rotterdam, zou met de groene stroom in een waterstoffabriek door middel van elektrolyse groene waterstof worden gemaakt, zo’n 50.000 tot 60.000 kilo per dag. Het definitieve investeringsbesluit voor de waterstoffabriek is nog niet genomen. Deze groene waterstof zou in het begin tijdelijk gebruikt worden in de Shell-raffinaderij in Pernis om de productie van fossiele brandstoffen gedeeltelijk te verduurzamen. Daarmee kan minimaal 200.000 ton CO2 per jaar bespaard worden. Daarnaast is de ambitie om vanaf 2023 voldoende groene waterstof te hebben om de transportsector rechtstreeks te verduurzamen. Zo zouden elke dag ongeveer 2300 vrachtwagens op groene waterstof kunnen rijden, terwijl de markt voor vrachtwagens op waterstof zich verder ontwikkelt. “Door de koppeling van dit windpark aan onze mogelijke toekomstige waterstoffabriek in de Rotterdamse haven willen we samen met onze ketenpartners en overhe-
den een nieuwe waardeketen – van wind tot waterstof – ontwikkelen en zo een groenewaterstofhub creëren”, zegt Marjan van Loon, president-directeur Shell Nederland. “Wij zien dit als de opmaat naar ons onlangs aangekondigde project NortH2. Deze projecten passen goed bij onze aspiraties om meer en schonere energie te leveren aan onze klanten. Thuis, onderweg en op het werk.” p
FOTO: SHUT TERSTOCK
Samen met partners wil Shell op de Tweede Maasvlakte groene waterstof gaan produceren met behulp van stroom uit windenergie. Deze windenergie komt bij voorkeur van het offshore windpark Hollandse Kust (noord). Via de joint venture CrossWind nemen Shell en Eneco deel aan de aanbesteding van dit windpark.
juni 2020 Chemie Magazine 27
IN HET KORT o Wilmar is sinds vorig jaar lid van de Koninklijke VNCI. o In Rozenburg produceert het vetalcoholen voor o.a. persoonlijke-verzorgingsproducten. o Wilmar committeert zich aan duurzame palmolieproductie en supplychain-transparantie.
WILMAR IN ROZENBURG VINDT HET TIJD VOOR VOLGENDE LEVENSFASE
‘ER IS VEEL OPTIMISME OVER DE MOGELIJKHEDEN’ Sinds 2014 produceert Wilmar, dat vorig jaar lid is geworden van de VNCI, op de Rozenburg-site vetalcoholen voor afnemers in de home en personal care-industrie. De fabriek draait inmiddels op volle capaciteit. Tekst: Igor Znidarsic
W
ie in de supermarkt voor het schap met persoonlijke-verzorgingsproducten staat, heeft grote kans dat hij iets gaat aanschaffen waarbij Wilmar betrokken is geweest. In veel van deze producten worden namelijk afgeleiden van palmolie toegepast, de basisgrondstof van Wilmar. Om meteen maar een misverstand uit de weg te ruimen: Wilmar gebruikt geen voedingsproducten voor non-food-toepassingen, maar voegt waarde toe aan de waardeketens die niet gebruikt worden in het foodsegment, zoals op palmstearine en palmkernel gebaseerde producten. De ruwe palmolie wordt eerst verwerkt tot oleine (80 procent) en stearine (20 procent). De bij kamertemperatuur vloeibare oleine bevat veel onverzadigde vetzuren en eindigt als bakolie in de supermarkt. De bij kamertemperatuur vaste stearine bevat voornamelijk verzadigde vetzuren en is daardoor ongeschikt voor food-toepassingen. Daarnaast bevat het palmfruit palmkernel (de zaden), die wanneer ze geplet worden olie opleveren met een hoog gehalte aan laurinezuur. Aan deze producten voegt Wilmar waarde toe door ze in wereldwijde fabrieken om te zetten in vetalcoholen. Een van die fabrieken staat sinds 2014 in Rozenburg. De vetalcoholen vinden hun weg naar producenten van reinigings- en persoonlijke-verzorgingsproducten zoals wasmiddelen, douchegel, zeep, shampoo en de glycerine in tandpasta. Afnemers zijn onder meer een aantal grote merken. 28 Chemie Magazine juni 2020
Daarnaast importeert Wilmar via de haven van Rotterdam basis-oleochemicaliën. Deze producten bestaan uit op palmkernel en palmstearine gebaseerde oliën en vinden hun eindtoepassingen in kaarsen en in de bakindustrie, zoals de stabilisator GMS (glyceryl monostearate). “De meeste van onze producten zijn tussenproducten die gebruikt worden in de eindproducten van onze klanten”, legt general manager Bernd Noldt uit. “De Rozenburg-site is onderdeel van een geïntegreerd supplychain-netwerk.”
Oppervlakte-actieve stoffen
De keten begint op de oliepalmplantages in ZuidoostAzië. Na het oogsten en vermalen van de palmvruchten wordt uit het vruchtvlees CPO (crude palm oil) gekookt. De palmkernels worden bij dit proces gescheiden. Ze worden geplet en verder omgezet in feedstock voor de fabrieken. Wilmar regelt de logistiek vanuit ZuidoostAzië via een interne transportdivisie, die deels uit eigen schepen bestaat. In Rozenburg wordt de feedstock omgezet in vetalcoholen en methanol als bijproduct van het in de fabriek toegepaste proces. Deze alcoholen worden geleverd aan klanten verderop in de keten. De vetalcoholen bijvoorbeeld worden in fabrieken in België, Frankrijk en Italië verwerkt tot tussenproducten voor oppervlakte-actieve stoffen. De Wilmar-fabriek staat op het terrein van Huntsman in Rozenburg. “Het helpt enorm dat we hier alles voorhanden hebben,” zegt sitemanager Job Dekker. Zo worden e
VNCI-lid
De keten begint op de oliepalmplantages in Zuidoost-Azië.
FOTO: WILMAR
WILMAR INTERNATIONAL
Wilmar International, opgericht in 1991, houdt zich naast met de verbouw van oliepalmen, het pletten van de oliezaden, raffinage van consumptieolie en productie van speciale vetten en oleochemicaliën, ook bezig met de productie van suiker en biodiesel en graanverwerking. Het hoofdkantoor staat in Singapore. Als grootste agroen oleochemische onderneming in Zuidoost-Azië omvat het 500 bedrijven in meer dan 50 landen, waaronder 250 in China. Er werken 90.000 mensen, waarvan 45.000 op de plantages in Maleisië en Indonesië. In Nederland werken 100 mensen in de fabriek in Rozenburg en het kantoor in Rotterdam, dat het Europese hoofdkantoor van Wilmar is. juni 2020 Chemie Magazine 29
Sinds 2014 staat een fabriek van Wilmar in Rozenburg.
‘Het is een jong bedrijf, met een nieuwe site en een enthousiast team, dat het spannend vindt om in een nieuwe business te werken’ waterstof en stoom betrokken van buurman Air Liquide en het water van Evides. Inmiddels draait de fabriek op de oorspronkelijk beoogde capaciteit. “Qua leeftijd hebben we de puberteit bereikt”, aldus Dekker. “Dat is een mooie mijlpaal, nu is het tijd om naar de volgende levensfase te gaan.” Er is uitbreiding in voorbereiding, maar de exacte plannen daarvoor kan Dekker nog niet prijsgeven. Hij is zeer te spreken over het bedrijf. “Het is een jong bedrijf, met een nieuwe site en een enthousiast team, dat het spannend vindt om in een nieuwe business te werken. Er is veel optimisme over de mogelijkheden.”
Sociale en milieu-issues
Duurzaamheid staat bij Wilmar hoog op de agenda. Noldt: “De palmolie-industrie is voortdurend in het 30 Chemie Magazine juni 2020
FOTO’S: WILMAR
Na het oogsten en vermalen van de palmvruchten wordt uit het vruchtvlees crude palm oil gekookt.
nieuws, en als marktleider in Zuidoost-Azië voelen we ons aangesproken om ervoor te zorgen dat we de industrie de goede kant op sturen, wat betreft sociale en milieu-issues.” Zo heeft Wilmar zich gecommitteerd aan een aantal certificeringen, waaronder de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO). Hierin participeren diverse partijen die betrokken zijn bij de palmolieindustrie, waaronder ook milieuorganisaties en ngo’s, om wereldwijde duurzaamheidsstandaarden te implementeren. Om Certified Sustainbale Palm Oil te kunnen produceren moeten bedrijven aan een aantal criteria voldoen. Wilmar is ook gecommitteerd aan de eigen NDPE Policy (No Deforestation, No Peat & No Exploitation), bedoeld om geen palmfruit te betrekken van leveranciers die zich niet houden aan hetzelfde beleid als Wilmar doet. Het wordt gezien als een belangrijke stap richting responsible en sustainable palmolieproductie. Daarnaast biedt Wilmar volledige supplychain-transparantie. Op de website is onder de button Sustainability exact te zien waar elke lading palmolie vandaan komt. De inspanningen die de palmolie-industrie levert zijn niet gratis, stelt Noldt. De meerderheid van de spelers heeft veel geïnvesteerd in de verschuiving van de industrie ten goede. “Toch zijn er bedrijven in de branche die markten voorzien van niet-duurzame olie. De industrie is daarom afhankelijk van de steun van de consument in de derde wereld om de inspanningen op het gebied van duurzaamheid te ondersteunen.” p
Een stap in jouw carrière maken?
Ga dan voor de opleiding Hogere Veiligheidskunde en/of Arbeidshygiëne
Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit! • docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied • praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf • PHOV al meer dan 25 jaar toonaangevend in veiligheidskunde
24 september 2020 (avondopleiding): Hogere Veiligheidskunde, Arbeidshygiëne, Combi HVK, AH en/of A&O
Met PHOV kom je echt verder in je loopbaan!
Al afgestudeerd HVK’er of AH’er? Volg dan: 6 oktober 2020 (middag-avond opleiding): Specialisatie Hogere Veiligheidskunde 7 oktober 2020 (avondopleiding): Specialisatie Arbeidshygiëne
T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
WATERSTRAAL SNIJDEN OP LOCATIE Tank Cutters is gespecialiseerd in hogedruk waterstraal snijden (ultra-high pressure water jet cutting) op locatie. Hogedruk watersnijden kan op diverse locaties worden toegepast. Dit heeft als groot voordeel dat het ook kan worden toegepast in brand en explosie gevaarlijke omgevingen. Snijbranden of gutsen is doorgaans niet toegestaan op dergelijke locaties.
Opening snijden in een opslagtank
demonteren van schoorsteenpijpen
Tank Cutters Schoor 2 1777 HV Hippolytushoef
ontmanteling van een opslagtankbodem
Tel.: +31 (0)6 - 255 882 82 info@tankcutters.com www.tankcutters.com
‘IK HOU TE VEEL VAN MIJN VAK OM HET LOS TE LATEN’ Toen Sherman de Lima op zijn 18e Curaçao verliet voor een studie chemische technologie, wist hij al: ik keer terug. Tot vorig jaar werkte hij er op de raffinaderij. Maar nu is hij weer in Nederland, om bij Emerald Kalama Chemical aan kapitaalprojecten te werken. “Er zijn weinig sectoren waar je raakvlakken hebt met zoveel disciplines.” Tekst: Inge Janse
32 Chemie Magazine juni 2020
Human capital
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die een chemieopleiding hebben gedaan en nu in de chemie werken.
1
Aan welke consumentenproducten lever jij een bijdrage? Wij maken componenten die gebruikt worden in smaak- en geurstoffen voor de voedingsmiddelenindustrie. We maken ook conserveringsmiddelen voor voedsel, cosmetica en farmacie, en weekmakers als veilig alternatief voor ftalaten. Ketchup, frisdranken, schoonmaakmiddelen, verven, vloerbekleding, het zijn allemaal consumentenproducten waar onze producten in zitten. Dat is iets om trots op te zijn, want wij geven onopgemerkt meer smaak, geur en flexibiliteit aan het leven. Als senior project engineer werk ik niet direct aan die eindproducten, maar ondersteun ik onze productieprocessen. Ik ben voornamelijk bezig met projecten voor verbeterde veiligheid en vermindering van energiegebruik en uitstoot. Ik voer als eerste haalbaarheidsstudies uit, waarvoor ik in de fabriek moet zijn om te kijken wat er mogelijk is. Vervolgens werk ik vanachter mijn bureau aan het uiteindelijke ontwerp. Vanwege de coronacrisis werk ik voornamelijk vanuit huis. Omdat ik niet even bij mijn collega’s kan binnenwandelen, loopt alles iets trager dan ik gewend ben. Maar het gaat wel.
SHERMAN DE LIMA
SENIOR PROJECT ENGINEER BIJ EMERALD KALAMA CHEMICAL
FOTO’S: HENK VEENSTR A
2
Wat vertel jij je kinderen als zij vragen wat voor werk je doet? Bij chemie hebben kinderen een beeld van iemand in een labjas die met glazen kolfjes en reageerbuisjes bezig is. Ik vroeg laatst aan mijn jongste zoon: ‘Heb je ooit een 10 meter hoge glazen kolf of reageerbuis gezien als we langs een fabriek rijden?’ ‘Nee’, zei hij toen. Nou, dat is mijn rol, verzinnen hoe je iets wat op het lab in glas is bedacht, in zo’n grote fabriek kan maken. Je hebt in een fabriek meer druk of hogere temperaturen nodig om het voor elkaar te krijgen dan op het lab. Ik bedenk de metalen apparaten die daarvoor nodig zijn.
3
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik ben op Curaçao geboren en opgegroeid. Ik wilde e juni 2020 Chemie Magazine 33
NAAM Sherman de Lima. LEEFTIJD 47 jaar. WOONPLAATS Nieuwegein. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Twee jongens, van 10 (die kok wil worden) en 14 (met interesse in elektrotechniek en industrieel ontwerp). OPLEIDINGEN Postacademische cursus Business management (Universiteit Hasselt, 2003-2005), postacademische cursus Process and Product Design (Technische Universiteit Eindhoven,1998-2000), master Chemical Engineering (Universiteit Twente, 1991-1998), vwo (Radulphus College Curaçao, 1985-1991). NEVENACTIVITEITEN Op Curaçao was Sherman actief bij een oudervereniging die elk jaar events organiseerde voor minderbedeelde kinderen. “Het is intensief, maar het voelt fijn om iets terug te kunnen geven.” In Nederland doet hij dat nog niet: “Maar dingen organiseren voor kinderen wil ik graag weer oppakken.” WERKGEVERS Senior project engineer bij Emerald Kalama Chemical (2020-heden); diverse functies, waaronder afdelingshoofd, bij Refineria ISLA Curaçao (2010-2019); diverse functies, waaronder performance & quality assurance manager, bij DSM NeoResins+ (20002010).
eerst dierenarts worden. Ik had dankzij mijn vader een miniboerderij thuis, met schildpadden, ganzen, geiten, noem maar op. Ik was daar helemaal door geïntrigeerd. Maar bij mijn eerste lessen scheikunde op het vwo deden we een practicum. We begonnen met een stof en na verschillende reactiestappen kregen we de oorspronkelijke stof weer terug. Ik vond het interessant dat ik door reacties stoffen kon manipuleren en dacht: nee, ik ga scheikunde studeren. Mijn scheikundedocent raadde chemische technologie aan, zodat ik terug kon keren naar het eiland om bij de plaatselijke raffinaderij te werken. Op mijn 18e kwam ik daarom naar Nederland voor chemische technologie op de Universiteit van Twente. Dat was een fijne opleiding, maar wel met een heel 34 Chemie Magazine juni 2020
‘Er zijn geen andere chemische bedrijven op Curaçao waar ik op mijn niveau kan werken, dus kwamen we weer naar Nederland’ andere cultuur dan ik gewend was op Curaçao. Dan geeft het voldoening als je toch alles voor elkaar krijgt, qua sociaal leven en studie. Daarna volgde ik nog een postacademische opleiding procesontwerp, voor een soepelere overgang naar de industrie. Ik deed mijn eindopdracht bij het toenmalige NeoResins in Waalwijk. Dat beviel voor beide partijen goed, dus na afronding ben ik daar meteen in dienst getreden. Na 10 jaar ging ik terug naar Curaçao. De raffinaderij bleef vragen of ik daar kwam werken, en ik zei steeds ‘Nee, nog niet’. Maar mijn vrouw kreeg ook een interessante baan aangeboden op het eiland. Dat gaf een voor ons unieke kans. Plus dat mijn kinderen op het eiland konden opgroeien en hun grootouders konden leren kennen. Vorig jaar nam alleen de zekerheid over mijn werk af doordat sluiting van de raffinaderij dreigde. Er zijn geen andere chemische bedrijven op het eiland waar ik op mijn niveau kan werken. We hakten de knoop door en kwamen terug. Omdat ik graag aan grote kapitaalprojecten wilde werken, koos ik voor Emerald Kalama Chemical, dat daar veel perspectieven voor bood.
4
Wat zou je je jongere zelf nu adviseren? Op onze miniboerderij verkochten we van alles, zoals dieren en eieren. Zo proefde ik op jonge leeftijd aan het ondernemerschap. Als tiener had ik daar minder interesse voor. Daar heb ik wel spijt van. Het was goed geweest als ik was blijven ondernemen, ook tijdens mijn studententijd. Niet per se om na mijn studie door te gaan met een eigen bedrijf, maar wel voor de commerciële vaardigheden. Die zijn handig, in wat voor positie ik ook werk. Ik heb later nog een cursus businessmanagement gedaan, want ik ben vooral een technisch iemand. Moet ik iemand van de commerciële
of financiële kant overtuigen van een project, dan is het handig om dezelfde taal te spreken.
5
Wat levert je werk je op? Ik verdien genoeg zodat ik een relaxed leven heb met mijn gezin. Ik word er niet zo rijk van dat ik direct een boot kan kopen, maar ik kan er wél een huren. Ik kan er ook op relaxte vakanties van. Dat is niet onbelangrijk. Mijn ouders gingen vaak met mij op mooie vakanties naar het buitenland. Die ervaringen wil ik ook aan mijn kinderen bieden. Ik heb veel behoefte aan afwisseling in mijn werk, en het moet uitdagend zijn, niet te makkelijk. Dat biedt dit werk. Als projecten dan lukken, geeft dat echt voldoening. Er zijn weinig sectoren waar je raakvlakken hebt met zoveel disciplines. De bioprocestechnologie van een waterzuiveringsinstallatie, procesbesturing, veiligheid, werktuigbouwkunde, civiele techniek, geautomatiseerde verpakkingstechnologie, je krijgt overal mee te maken. Zo leer ik continu van alles bij. Ik ben er ook trots op dat de chemiesector het tegenwoordig in toenemende mate mogelijk maakt dat wij een hoge levensstandaard hebben, maar dan op een duurzame manier. Dat moet ook wel, want de chemie vormt de basis van alles in ons leven, van voedsel tot onze elektronische apparaten. Ik kan met mijn werk daar direct aan bijdragen.
6
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Bij een eerdere werkgever maakten we gebruik van batchprocessen. Door een systeem met allemaal slangen die af- en aangekoppeld moesten worden, was er alleen veel productverlies en meer kans op fouten. We ontwierpen daarom een nieuw
Human capital
systeem voor deze transfers, maar voor de inbouw daarvan moest de fabriek een tijd stil liggen, wat kostbaar is. We kozen ervoor om eerst de helft van de fabriek over te laten stappen, terwijl de andere helft nog operationeel was op het oude systeem. Dat minimaliseert het verlies, maar het was een proces met veel risico’s, omdat bij opstartproblemen de fabriek nog langer stil kwam te liggen. Als commissioning manager heb ik met mijn team de risico’s geanalyseerd en de overstap goed voorbereid. En het is gelukt, binnen de afgesproken tijd.
7
Als je iets zou mogen veranderen aan je baan, wat zou dat zijn? Als ik mogelijkheden zie om zelf bij te dragen aan verbeteringen, doe ik dat ook zeker. Er zijn twee aspecten die ik niet alleen bij Emerald maar ook bij andere bedrijven graag zou zien. Ten eerste denk ik aan uitgebreide programma’s om jongeren te betrekken bij technologie. Daarnaast zie ik graag meer programma’s om met andere bedrijven, zowel downstream als upstream, te werken aan de circulaire inzet van grondstoffen.
?
WIE IS SHERMAN NAAST ZIJN WERK?
Sherman houdt van fitness (“De sportscholen zijn dicht, dus ik heb alles besteld om thuis te trainen”) en mountainbiken (“Dat deed ik op Curaçao vaak op zondagochtend, en mijn oudste zoon heeft ook een fiets, dus daar wil ik weer mee starten”). Daarnaast draait Sherman graag platen, zoals op events en bij feesten van vrienden. “Ik luister van metal tot latin, maar op feestjes draai ik vooral dansbare muziek zoals urban, latin en house.”
8
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Vooralsnog wil ik dit tot aan mijn pensioen blijven doen. Maar er zijn wel dingen die ik graag erbij wil doen. Het lijkt me bijvoorbeeld leuk om landelijk te wonen en weer een grote tuin met een boerderijtje te hebben. Daar kan ik na de hectiek van een project op het werk helemaal tot rust komen. Ik ben daarnaast een liefhebber van premium steaks en exclusieve rums, en daar zou ik graag events over willen organiseren. Maar als ik moet kiezen, dan hou ik te veel van mijn vak om het los te laten. Die andere dingen doe ik dan wel in het weekend. p
Sherman de Lima: ‘Ik heb veel behoefte aan afwisseling in mijn werk, en het moet uitdagend zijn, niet te makkelijk. Dat biedt dit werk.’
juni 2020 Chemie Magazine 35
IN HET KORT o Kooldioxide omzetten in producten is volgens Avantium zinvoller dan opslaan in de bodem. o Elektrochemische reductie van CO2 tot formiaat en koolmonoxide biedt perspectief. o (Eind)toepassingen lopen uiteen van huidcrème tot kerosine en monomeren voor plastics.
AVANTIUM BENUT AFGEVANGEN CO2
PLASTICS EN KEROSINE MAKEN UIT LUCHT Avantium werkt al jaren aan Carbon Capture and Utilisation (CCU). In de Amsterdamse haven is een pre-pilotinstallatie actief voor de productie van koolmonoxide. Grondstof is direct uit de lucht afgevangen CO2 . Begin volgend jaar komt daar in Duitsland een installatie voor de productie van formiaat bij. Zo heeft Avantium ijzers in het vuur voor zowel specialty-toepassingen als bulkproducten. Tweede deel van een drieluik over CCU. Tekst: Leendert van der Ent
E
r is een bijna eindeloos aantal alternatieven om energie te winnen uit hernieuwbare bronnen, waaronder waterkracht, zon, wind, getijden en aardwarmte. Maar voor het maken van materialen uit hernieuwbare bronnen zijn er slechts twee opties: biomassa en CO2. Avantium werkt al 15 jaar aan het maken van kunststof uit biomassa. “Sinds 6 jaar bestuderen we ook CCU serieus. We richten ons op elektrochemische reductie en oxidatie van CO2”, zegt Gert-Jan Gruter, CTO van Avantium en hoogleraar Duurzame Industriële Chemie aan de UvA. Opslag van CO2 in de bodem, Carbon Capture and Storage (CCS), is lineair, kost minimaal 100 euro per ton CO2 en levert verder niks op. “Daarom kun je beter het circulair inzetten van CO2 onderzoeken”, stelt Gruter. “Het ontwikkelen van commercieel haalbare methoden voor CCU is weliswaar niet makkelijk, maar al snel aantrekkelijker dan CCS.”
Elektrochemische reductie
CO2 vertegenwoordigt de hoogste oxidatiefase van koolstof. Daarmee is het een soort ‘chemisch eindstation’, vanwaar het moeilijk vertrekken is. “Chemische omzetting vanuit zo’n stabiele eindfase is lastig”, beaamt Gruter. “Daarvoor is een 36 Chemie Magazine juni 2020
zeer hoge temperatuur en hoge druk nodig. Het kost ontzettend veel energie en de reacties ontaarden, omdat ze bij hoge temperatuur moeilijk in de hand zijn te houden. Daardoor krijg je er niet erg selectief de producten uit die je zou willen.” Met elektrochemische reductie, waarbij het voltage de CO2 activeert tot omzetting, ligt dat anders. Die technologie begint de laatste jaren dan ook populair te worden. Op tientallen plaatsen in de wereld werken groepen inmiddels aan nieuwe toepassingen. Gruter: “Elektrokatalyse kan gewoon bij kamertemperatuur plaatsvinden. Bij die lage temperatuur is het reactieverloop veel beter te beheersen: er vinden minder nevenreacties plaats en het is mogelijk de reacties stop te zetten als de gewenste omzetting is bereikt. Je kunt dit proces via het voltage selectief sturen.” CO2 kan aan de basis van zeer veel verschillende eindproducten staan. Gruter: “Voor een optimale inzet van duurzame elektriciteit is het verstandig om producten te selecteren die door middel van een tweeelektronreductie per molecuul CO2 verkregen kunnen worden.”
Gert-Jan Gruter: ‘Het is en kwestie van het optimaliseren van de current density: de omzetting van de hoeveelheid CO2 per tijdseenheid en per oppervlak.’
CO en formiaat
Je zou theoretisch bijvoorbeeld ook methanol uit kooldioxide kunnen
CELBICON elektrolyser.
CO2
PRODUCTIE OP BASIS VAN GUNSTIGE ELEKTRICITEITSPRIJS
FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN
Elektrochemische omzetting van CO2 kan bijdragen aan vermindering van de hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer. Voorwaarde is wel dat het proces op basis van hernieuwbare energie verloopt – met fossiele energie zou het alleen maar meer CO2 opleveren. Een groot voordeel van elektrochemische omzetting is dat het makkelijker aan en uit te zetten is dan een chemisch proces. Dat komt goed van pas, want op momenten dat de elektriciteitsprijs op z’n hoogst is, kan omzetting verliesgevend zijn. Avantium heeft modellen die het optimum berekenen tussen Operational Expenditure (OPEX, kosten zoals elektriciteit en lonen) en Capital Expenditure (CAPEX, de procestechnologie). In de regel zal dat optimum betekenen dat een installatie 80 tot 90 procent van de tijd kan produceren. Nouryon past ook dergelijke modellen toe bij de elektrochemische productie van chloor uit zout.
In een laboratorium op het Amsterdamse Science Park zijn vijftien mensen druk doende verschillende chemische omzettingen als onderdeel van het Volta-technologieplatform door te ontwikkelen.
maken, maar daarvoor heb je acht elektronen nodig. Dat kost veel meer energie dan een twee-elektronreductie naar formiaat. Ook de atoomefficiëntie helpt een handje mee. In het geval van 100 procent opbrengst kun je uit een ton CO2 maar 727 kilo methanol maken. Gruter: “Kies je daarentegen voor formiaat, het zout van mierenzuur, dan kun je uit een ton CO2 ruim een ton formiaat (HCOO-) maken. Dat is dan ook het product waar wij ons in eerste instantie op richten.” Elektrochemische cellen bevinden zich tussen twee platen. Ze hebben een kant voor oxidatie en een kant voor reductie, met daartussen een membraan. De platte cellen hebben een optimale omvang van 1,5 bij 1,5 meter, dus 2,25 vierkante meter. Je kunt ze stapelen (stacken). De omzetting van CO2 naar formiaat of CO in deze elektrochemische cellen kent een belangrijk verschil met een ‘gewone’ chemische installatie, vertelt Gruter. “Waar de kosten van scale up van een chemisch proces bijvoorbeeld vier keer zo hoog zijn bij tien keer zoveel capaciteit, stijgen de kosten van een scale out van elektrochemische cellen lineair. Tien keer zoveel cellen zijn gewoon tien keer zo duur.” Daar staat tegenover dat het risico bij opschaling veel lager is. “Tien cellen gedragen zich hetzelfde als e juni 2020 Chemie Magazine 37
‘Het ontwikkelen van commercieel haalbare methoden voor CCU is weliswaar niet makkelijk, maar al snel aantrekkelijker dan CCS’
VOLTA TECHNOLOGIEPLATFORM
Avantium startte 6 jaar geleden dankzij een Europese subsidie met de bestudering van elektrochemische reductie en oxidatie van CO2. “We namen daarvoor Klaas-Jan Schouten aan, gepromoveerd bij professor Marc Koper aan de Universiteit Leiden. Schouten vormde een groep die zich in eerste instantie focuste op de reductie van CO2 tot mierenzuur. In 2017 nam Avantium een van de toonaangevende bedrijven op dit gebied over, de Princeton start-up Liquid Light. De apparatuur, tientallen patenten en een aantal onderzoekers van dat bedrijf kwamen naar het Science Park Amsterdam, waar de elektrochemische activiteiten in een nieuw laboratorium werden geïntegreerd. Vijftien mensen zijn daar nu druk doende verschillende chemische omzettingen als onderdeel van het Volta-technologieplatform door te ontwikkelen. Avantium wil deze technologie tot het punt brengen waarop het op commerciële schaal bewezen is en uitlicentiëring mogelijk wordt.
38 Chemie Magazine juni 2020
één cel”, weet Gruter. “Bij een chemisch proces kan een proces zich op pilotplant-schaal anders gedragen dan op plant-schaal.”
Specialty en bulk
Avantium participeert momenteel in drie Europese miljoenenprojecten: de OCEAN demo van CO2 naar formiaat, de CELBICON CO2 naar koolmonoxide demo en de TERRA Tandem-synthese met gelijktijdige reductie en oxidatie. Voor CELBICON staat een pre-pilot demonstratie-unit in Prodock in de Amsterdamse haven. Deze installatie oogst CO2 via een Direct Air Capture (DAC)-unit (kooldioxide direct uit de lucht) van het Zwitserse Climeworks. Vanaf het eerste kwartaal van 2021 zal voor OCEAN een unit bij de R&D-afdeling van RWE in Essen gereed zijn voor testen. Deze unit zet CO2 uit een energiecentrale om tot formiaat. Het formiaat uit Essen zou als grondstof voor monomeren voor polyesters kunnen dienen. Gruter: “Wij zien het formiaat als basis voor de productie van oxaalzuur en glycolzuur, stoffen die we gebruiken in de ontwikkeling van nieuwe polyesters. Daarnaast kan uit oxaalzuur ook glyoxylzuur worden gemaakt voor hoogwaardige toepassingen zoals huidcrèmes.” Koolmonoxide heeft een lagere waarde dan formiaat. Maar juist het feit dat het aan de basis van bulkproducten staat, heeft volgens Gruter een aantrekkelijke kant: “Van koolmonoxide en waterstof is syngas te maken als opstapje naar bijvoorbeeld de productie van benzine en kerosine. Aan de kathode (reductiekant) van de cel zet je CO2 en twee protonen om tot koolmonoxide en water, en aan de anode (oxidatiekant) splits je water in zuurstof en protonen. Protonen uit de splitsing van water kunnen ook worden gebruikt om waterstof te maken. De koolmonoxide en waterstof benut je voor de brandstofproductie in een Fischer-Tropsch-proces.”
Voor materialen zoals plastics heeft de productie van CO uit CO2 als nadeel dat je massa verliest. Voor brandstoffen gaat het om zoveel mogelijk energie per kilogram. Dat maakt de productie van benzine en kerosine uit CO2 en water (via syngas) interessant. We denken dat de elektro-katalytische productieroute van syngas uit CO2 en water op termijn concurrerend kan worden. Alle grote raffinagebedrijven kijken ernaar.”
Tweesporenbeleid
De commerciële haalbaarheid van kerosineproductie uit kooldioxide hangt nauw samen met de prijs van duurzame elektriciteit. “In het Midden-Oosten wordt al zonne-energie opgewekt voor een eurocent per kilowatt”, zegt Gruter. “95 procent energie-efficiëntie in een elektrochemische cel maakt dat een interessante combinatie. Het is verder een kwestie van het optimaliseren van de current density: de omzetting van de hoeveelheid CO2 per tijdseenheid en per oppervlak.” Door zowel op koolmonoxide als op formiaat te mikken volgt Avantium een tweesporenbeleid. Het doel is eerst ‘hoge toegevoegde waarde’toepassingen te realiseren met formiaat en al doende het proces te optimaliseren. Die procesoptimalisatie komt dan ook ten goede aan de productie van koolmonoxide voor de bulkproductie van commodities. De verwachting is dat commerciële toepassing van de productie van formiaten over 5 jaar aan de orde kan zijn. Commerciële koolmonoxide-installaties kunnen over 8 tot 10 jaar realiteit zijn. Gruter: “De toepassing met hoge toegevoegde waarde vormt daarbij een springplank naar de bulktoepassing.” p Zie Chemie Magazine van april voor het eerste deel van het drieluik, over afvalverwerker Twence die CO2 afvangt en hergebruikt.
PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Ons programma bestaat uit: · Veiligheidskasten · Brandcompartimenten betreedbaar · Brandcompartimenten tbv IBC’s en pallets · Gasflessenopslagsystemen · Opslag- en laadstations tbv lithium-ion batterijen · Prefab technische ruimten
Verkoop en Verhuur
40 JAAR EXPERTISE
www.hiltra.com
info@hiltra.com - 0342-404160
(advertorial)
The race for a sporting breakthrough With the Covid-19 pandemic causing the postponement of the Tokyo Olympics and marathons around the world, debate over Nike’s controversial Vaporfly shoes – the trainers that can improve marathon times by minutes in elite athletes – has quietened down temporarily. But the advantage these shoes offer to elite athletes, and ordinary runners looking to beat their personal bests, has already caused major upset in the running world. Long standing records have been smashed and competitor brands are racing to catch up. While the Vaporfly has not been banned in competition, World Athletics has put a temporary suspension on any subsequent new shoe technology featuring at the Olympics – before it was postponed. The governing body intends to conduct further research into the effect on athletic performance of the foam used and the construction of running shoes.
Achieving the discipline for innovation Where does this leave the researchers and scientists racing to develop the next major breakthrough in sportswear technology? Sporting regulations are unlikely to put the brakes on innovation. The ability to deliver a significant advancement in technology at an affordable, mass market price tag is a prize many brands will keep chasing. As costs come down and competitors catch up, Nike may not hold its advantage for long. For those organizations at the cutting edge of innovation in sports technology, taking a strategic, data-driven approach helps scientists and engineers work more productively. They are able to extract more valuable insights from their experiments – while also reducing product development costs.
Keeping ahead of the curve It is exactly this kind of disciplined approach to innovation that drives W.L. Gore to develop new technologies and create new products. The diamond logo label of GORE-TEX has been a mark of excellence in outdoor clothing and footwear for decades: ‘Guaranteed to Keep You Dry’ . Gore’s more recent innovation, GORE-TEX INFINIUM, is used in technical sportswear to deliver superior protection in drier conditions. Gore’s ability to stay ahead of the curve comes from the organization’s continued reliance on science not only in product design but in every aspect of its manufacturing processes worldwide. Maria Lanzerath, Global Head of Statistics at Gore explains the difference that data analytics makes for the organization: “We look at the data and make data-based decisions. It’s not like guessing or a gut feeling. Analytics is really deeply embedded in our organization.” Statisticians at Gore partner with engineers and scientists across the organization to ensure quality and reliability in all aspects of the business. The statistics team supports a wide range of Gore’s operations, ensuring data-driven decision making while also freeing up some of the industry’s most forward-thinking engineers to focus on product and process design. Data analytics helps Gore’s teams to ask the right questions, gather the right data and arrive at the right decision. Lanzerath says this approach allows her to solve even the most complex manufacturing challenges that Gore’s engineers bring to her. Using Design of Experiments, Lanzerath’s team can set up analyses that are specifically tailored to the needs of Gore’s engineers.
Delivering innovation for all Some sports technology innovations create a step change at elite level, smashing records and leaving governing bodies struggling to keep up. Some enhance human endurance in the harshest of climates and make ground-breaking achievements possible. Whatever the objective, the researchers and developers pushing the boundaries and transforming sporting performance for those at the front of the pack are just as important in changing the game for the masses. Join webinar On 4th August at 1pm https://www.chemistryworld.com/webinars
IN HET KORT o Start-up Pectcof maakt de emulgator en stabilisator pectine uit koffiepulp. o Pectine verslaat met gemak Arabische gom; Pectcof noemt het daarom Dutch Gum. o Over 3 jaar wil de start-up 100-150 ton pectine uit 1000 ton koffiepulp produceren.
Start-up Directeur Rudi Dieleman en Femke Vertregt, verantwoordelijk voor onderzoek en ontwikkeling.
VAN AFVALPRODUCT NAAR VOEDING: PECTCOF MAAKT DE CIRKEL ROND
FOTO’S: FREEK JE GROENEMANS
‘OVER 3 JAAR STAAT ER EEN FABRIEK’
In 2014 vertelde Rudi Dieleman, medeoprichter van Pectcof, in Chemie Magazine over de eerste succesvolle batch pectine uit koffiepulp. De pectine kan toegepast worden als emulgator en stabilisator in voedingsmiddelen zoals snoepgoed en sauzen en in cosmetica. 6 jaar later is het wachten op de Europese goedkeuring van het product, daarna ligt een grootschalige fabriek in het verschiet. Tekst: Igor Znidarsic e juni 2020 Chemie Magazine 41
Leading the way
Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11
4807338-LEE-Adv A5-v2.indd 1
◆
e. leebv@vanderlee.nl
◆
i. www.vanderlee.nl
23-07-18 11:59
Start-up
K ‘Producent kan besparen op zijn receptuur doordat onze pectine veel effectiever is’
offiepulp, wat overblijft van de koffiebes nadat de koffieboon eruit is gehaald, dat is de grondstof van Pectcof. De pulp is in de koffieexporterende landen in ruime hoeveelheden als afvalproduct voorradig, zo wist de uit Colombia afkomstige medeoprichter van Pectcof Andres Belalcazar. Omdat de pulp zich maar moeizaam laat composteren, wordt het vaak in de natuur gedumpt, met alle milieugevolgen van dien. Belalcazer en huidig directeur Rudi Dieleman studeerden aan de Wageningen University and Research (WUR), respectievelijk food chemistry en management and marketing, toen ze patent aanvroegen voor een door hen ontwikkeld bioraffinage-procedé om uit de koffiepulp pectine te extraheren. Pectine is als emulgator en stabilisator voor de voedingsindustrie een onontbeerlijk ingrediënt. Met de technologie, die traditionele pectinetechnologie combineert met membraantechnologie uit de watersector, wist het duo in een voormalig gebouw van FrieslandCampina in
Wageningen 40 gram pectine per 2 dagen te produceren. Na het schrijven van een businessplan en het pitchen van het idee in 2011 kregen ze een innovatielening van Startlife, de business incubator van WUR. Er kwam een lab met kantoor en het lukte om in de Bio Base Europe Pilot Plant in Gent op te schalen naar 1 kilo. Ook de volgende stap naar 15 tot 20 kilo verliep succesvol.
Dutch Gum
Na enige tijd bleek dat ze het oplosmiddel ethanol, traditioneel gebruikt in de pectineproductie, achterwege konden laten, wat de productie goedkoper maakte, bovendien was er geen ‘explosieproof’ installatie nodig. Daarnaast versloeg de pectine met gemak ‘concurrent’ Arabische gom. Onderzoek van NIZO Food Research wees uit dat er maar 1 gram Pectcof-pectine nodig was tegen 30 gram Arabische gom om dezelfde kwaliteit emulsie tot stand te brengen. “Wat ons product uniek maakt is de combinatie van pectine (voor stabilisatie) en eiwit (voor emulsie), waardoor deze niet gelerend is maar emulgerend én stabiliserend”, vertelt Dieleman. “Dat is een andere functionaliteit dan bij de gangbare gelerende pectine. De effectiviteit ligt veel hoger, waardoor je significant minder nodig hebt. Daardoor kan een producent besparen op zijn receptuur.” Met een knipoog naar Arabische gom werd het product Dutch Gum gedoopt. De doelgroep zijn ingrediëntenleveranciers van grote merken als Coca-Cola, Unilever en Procter and Gamble. Op de vraag waar VNCI-lid Pectcof meer thuishoort, in de chemie of in de voeding, zegt Dieleman: “We gebruiken geavanceerde chemie om een voedingsproduct te maken, maar vanwege het ontbreken van oplosmiddelen is het meer een groen chemisch dan een puur chemisch proces.”
Koffiebelt
Vruchten van de koffieplant.
2015 was even een moeilijk jaar. Niet alleen verliet Belalcazar om persoonlijke redenen het bedrijf (hij is nog wel aandeelhouder), er was ook behoefte aan nieuwe investeerders. De eerste business angel werd gevonden in de persoon van Hans Verhoef, die veel ervaring had in het begeleiden van start-ups naar commercialisatie en sindsdien CEO is. Een andere diende zich aan in 2016, die nu het gros van de financiering op zich neemt. Het team werd rond die tijd gecompleteerd met Femke Vertregt, verantwoordelijk voor onderzoek en ontwikkeling. De productie werd verplaatst naar service- e juni 2020 Chemie Magazine 43
‘We willen dat straks in de supermarkten producten met Dutch Gum liggen’
VEZELS
Uit de pectine kunnen ook antioxidanten en pigmenten (de rode kleur van de koffiebes) worden gehaald. Daarvoor zijn met de Avans Hogeschool een aantal trajecten uitgewerkt. Dieleman: “Daarin zie je dat het pas rendabel wordt als de fabriek vijf keer groter is dan de schaal die wij nu in het vooruitzicht hebben. Dat is dus iets voor de langere termijn.” Op de kortere termijn ziet hij meer kansen voor de vezels, qua volume de grootste reststroom. “Die vinden nu nog een toepassing in de papier- of pulpindustrie, maar omdat ze uit een voedselveilig systeem komen zijn ze geschikt voor een hoogwaardiger toepassing in de foodindustrie. Bijvoorbeeld voor waterbinding in vleesvervangers, wat nu een grote markt is.”
44 Chemie Magazine juni 2020
provider Bodec in Helmond. “We gingen vooral focussen op technologieontwikkeling”, aldus Dieleman, “en op de zuiverheid van het product en op alle mogelijke toepassingen. De schaal bedraagt inmiddels 1 kuub extractie per uur, binnenkort volgt 6 kuub, daarna gaan we opschalen naar 10 en naar 30. Dat is vooral een engineering-technische uitdaging, het kiezen van de best passende apparatuur. De theorie hebben we inmiddels wel onder de knie.” Over aanvoer van grondstof hoeft men zich geen zorgen te maken. “We halen nu veel pulp uit Zuid-Amerika, maar zijn nu ook met Ethiopië bezig. We krijgen eigenlijk uit de hele koffiebelt verzoeken, want de koffieboeren willen de afvalstroom graag vermarkten.” Omdat de koffiepulp al internationaal was geregistreerd onder een exportcode, zijn er nooit logistieke problemen geweest.
Fantastisch leerproces
“In het begin denk je dat je in een paar jaar klaar bent”, zegt Dieleman terugkijkend op de afgelopen 10 jaar. Maar het liep anders. “Dat komt vooral doordat er voor zo’n nieuw product nog geen standaarden zijn. Er zitten drie nieuwe aspecten aan ons businessmodel: het is een nieuwe grondstof, we gebruiken een nieuwe technologie, en we hebben een nieuw eindproduct. Dat is dus driemaal nieuw. Bij de meeste bedrijven gaat het om één nieuw
aspect: een rebranding of een andere verpakking of een andere samenstelling van bestaande producten. Wij innoveren aan drie kanten. Dat vergt gewoon veel tijd. Maar het is wel een fantastisch leerproces.” Pectcof is nu met een aantal partijen in gesprek voor de vervolgfinanciering voor 1,5 tot 2 jaar. Ondertussen loopt het traject voor goedkeuring van het product door de European Food Safety Authority (EFSA). “Als je in de EU een nieuw ingrediënt op de markt wilt brengen, moet je bewijzen en goed onderbouwen dat het een veilig product is.” Het dossier wordt binnenkort ingediend, dan is het wachten op de beoordeling, die 9 tot 24 maanden kan duren. Daarna kan Dutch Gum eindelijk geleverd gaan worden. “Met een aantal potentiële klanten hebben we vergaande mondelinge afspraken, die we schriftelijk gaan vastleggen zodra het product Europees is goedgekeurd en recept en dosering zijn uitgewerkt. We hebben bijvoorbeeld een snoepgoed-toepassing uitgewerkt en een saus-toepassing, en we zijn ook met verf en cosmetica bezig geweest, waar je overigens geen goedkeuring voor nodig hebt.”
In de schappen
Ergens in 2022 hoopt Pectcof de financiering rond te hebben voor de bouw van een grootschalige fabriek. “We gaan of op zoek naar een bestaande fabriek die we kunnen uitbouwen of we bouwen een nieuwe fabriek, wat met vergunningen en dergelijke natuurlijk nog wel wat tijd gaat kosten. Nederland is daarvoor op dit moment de beste vestigingsplaats, omdat we hier al onze partners en expertise hebben en snel kunnen ingrijpen indien nodig. Het hangt natuurlijk ook af van de financiers die straks instappen. Maar voor nu ligt de focus in Nederland.” Het plan is om ongeveer 1000 ton biomassa om te zetten in 100 tot 150 ton eindproduct. “Voor de voedingsindustrie is dat weinig, daar gaat het meestal om duizenden tonnen. Maar met zo’n schaal kunnen we wel laten zien dat we dit kunnen, en dat is voor een multinational voldoende om samen te werken of om op te schalen naar hun niveau.” Dan breekt voor de start-up eindelijk de fase aan van omzet maken en op eigen benen staan. Over een jaar of 3 zou het zomaar kunnen dat er in het schap bij de supermarkt producten liggen waarin Dutch Gum is verwerkt. “Dat commerciële vooruitzicht is iets dat we heel graag realiteit willen zien worden”, aldus Dieleman. p
Verkoop stoom- en warmwaterketels
Eco Steam Trading & Consultancy bv
www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com
Standaard en maatwerk oplossingen voor
GAS EN VLOEISTOF FLOW METING EN DOSERING Vloeistof van 100 mg/uur tot 600 kg/uur Gas van 1 mln/min tot 11.000 m³n/uur Druk meten en regelen tot 400 bar PROFIBUS DP, DeviceNet™, Modbus, EtherCAT®, FLOW-BUS, PROFINET en nu ook CANopen™ interface Diverse uitvoeringen voor ATEX zone 1 of 2 beschikbaar
I www.bronkhorst.nl - E info@bronkhorst.nl
SONNENBORGH BENOEMD TOT NATIONAAL CHEMISCH ERFGOED De Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV) heeft het chemisch laboratorium in bastion Sonnenborgh in Utrecht benoemd tot Nationaal Chemisch Erfgoed. Dit laboratorium vormde in 1695 het begin van de beoefening van experimentele scheikunde aan de Utrechtse universiteit.
FOTO: JORDI HUISMAN
De uit Duitsland afkomstige apotheker en chemicus Johann Conrad Barchusen was in 1703 de eerste hoogleraar scheikunde in Utrecht. Hij nam het initiatief tot de oprichting van dit laboratorium bij de toenmalige Hortus Botanicus. Het is het oudste universitaire laboratorium in Nederland waarvan resten bewaard zijn gebleven. Momenteel is het bastion onderdeel van Museum & Ster-
Momenteel is het bastion onderdeel van Museum & Sterrenwacht Sonnenborgh.
46 Chemie Magazine juni 2020
renwacht Sonnenborgh. Aan de binnenkant zijn de gewelven van het oude laboratorium nog te vinden en te bezichtigen, inclusief bewaarde destillatieapparatuur. Het laboratorium was in gebruik van 1695 tot 1725, waarna het onder Barchusen’s opvolger samen met de Hortus naar elders werd verplaatst. Barchusen bereidde er chemische geneesmiddelen uit geneeskrachtige kruiden. Hij had een brede kijk op het vak en verdiepte zich ook wetenschappelijk in de oorzaken van chemische processen. Naast boeken over farmacie en geneeskunde schreef hij het chemisch leerboek Pyrosophia. Hij was een van de eersten die de chemie niet louter als een medische hulpwetenschap zag, maar als een volwaardig onderdeel van de natuurwetenschappen. Nederland kent een rijke chemische geschiedenis, met bekende Nobelprijswinnaars, een grote industrie en hoogstaand onderzoek. Om dit verleden te koesteren benoemt de KNCV, de Nederlandse beroepsvereniging voor chemici, life scientists en procestechnologen, jaarlijks een locatie tot Nationaal Chemisch Erfgoed. In 2018 werd deze titel toegekend aan het Teylers Museum in Haarlem en in 2019 aan het Grote Kantoor van Gist-Brocades in Delft. p Meer info: www.kncv.nl/nce
Uitgelicht
FOTO: TIMO VAN DER HORST
Aan de binnenkant zijn de gewelven van het oude laboratorium te bezichtigen, inclusief bewaarde destillatieapparatuur.
juni 2020 Chemie Magazine 47
Veilig werken met VAPRO
VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1
11/01/17 09:36
BOEKEL CHEMICAL REPACKAGING Wat kan Boekel Chemical Repackaging voor u: • Vermalen van granulaten en poeders • Schedderen van bijvoorbeeld kunstharsen • Ompakken/verpakken van 0,1 kg tot 1.000 kg • Verpakken in open-top, ventiel- zakken, drums,dozen en bigbags
• Zeven • Mengen/verpakken • Meedenken in oplossen van calamiteiten in of met materiaal of een combinatie van deze activiteiten
BOEKELCHEMICAL.NL
Boekel Chemical Repackaging bv Dommelstraat 49 • 5347 JK Oss • t 0412 651151 • f 0412 651765 • info@boekelchemical.nl
Column MARTIJN BROEKHOF HOOFD ENERGIE, KLIMAAT, INNOVATIE EN DUURZAAMHEID BIJ DE KONINKLIJKE VNCI
EEN NIEUWE TEST VOOR HET KLIMAATAKKOORD
H
oewel nog veel zaken uitgewerkt moeten worden, staat het een jaar geleden gepresenteerde klimaatakkoord voor de eerste grote uitdaging: kunnen CO2-reductie en economisch herstel hand in hand gaan? Mijn voorlopige antwoord: ja, mits we het doel voor ogen houden en zorgen voor de juiste randvoorwaarden. We leven inmiddels in een werkelijkheid die aanzienlijk anders is dan toen 2 jaar geleden de onderhandelingen over het klimaatakkoord begonnen. De ‘constante’ klimaatcrisis is er nog steeds, maar daar zijn een nog niet opgeloste stikstofcrisis en een onvoorspelbare coronacrisis bij gekomen. Aan het begin van de onderhandelingen heeft de VNCI aangegeven dat we – met de juiste wet- en regelgeving en met maximale inspanning van alle relevante partijen (overheid, industrie, utilities) – de 2050-klimaatdoelen kunnen halen. De chemie onderschrijft de politieke ambitie en we zien voor onszelf een belangrijke, zelfs cruciale rol in het bouwen van een circulaire en klimaatneutrale samenleving. Ook zagen we mogelijkheden om het tussendoel voor 2030 – zo’n 59 procent CO2-reductie ten opzichte van 1990 aan de eigen schoorsteen – te realiseren. Hoewel we met name voor de chemie steeds de beperkingen hebben benoemd: in tijd (we willen naar neutraal in 2050, dus houd de lange termijn voor ogen) en qua scope (we willen vooral ook onze materialen verduurzamen, niet alleen ons energieverbruik). En als alle partijen die ambitie en die uitdaging onderschrijven, dan moeten we ook samen zorgen voor de juiste en volledige invulling van de randvoorwaarden, zodat de benodigde investeringen daadwerkelijk van de grond kunnen komen. Hoe dramatisch de coronacrisis voor velen ook is, het heeft ook iets positiefs gebracht: een herwaardering van de Nederlandse basisindustrie en de chemie. Zonder de materialen die de chemie levert voor mondkapjes, ontsmettingsmiddelen en beschermingsmateriaal had de pandemie niet bestreden kunnen worden. En zo is zonder chemie ook de klimaattransitie niet mogelijk. De acute uitdaging voor veel bedrijven is echter ook overleven. Er is vraaguitval in veel afzetmarkten, omzet en winstgevendheid lopen terug. Meer dan ooit maken bedrijven strategische keuzes in waar en hoe ze gaan investeren. Ook klimaatinvesteringen worden langs de nieuwe meetlat gelegd. Internationaal georiënteerde bedrijven
‘Zonder investeringen in de industrie zijn we kansloos’
denken na over waar ze strategisch willen doorstarten. De uitdaging is om te zorgen dat de in de basis uitstekende condities in Nederland ook optimaal benut worden om bedrijven te verleiden juist hier de industrietransitie een volgende impuls te geven. De recent door minister Wiebes gepresenteerde ‘Visie voor verduurzaming van de basisindustrie 2050’ en het advies van de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI) stemmen me daarin hoopvol. Het kabinet laat ermee zien dat bewegingsruimte voor de industrie cruciaal is. Niet alle regio’s hebben dezelfde mogelijkheden en niet overal is toegang tot infrastructuur vanzelfsprekend. Technologische vergezichten zijn prachtig, maar om daar te komen is maatwerk nodig. Ik ben blij dat bijna alle technologieën die wij in onze routekaart ‘Chemistry for Climate’ hebben genoemd aandacht krijgen, zoals grootschalige elektrificatie, waterstof, CCU en in de tussentijd CCS. Mooie woorden maken nog geen investeringen. In onzekere tijden is het cruciaal om de randvoorwaarden in te richten: • Een SDE++-subsidie kan investeringen lostrekken, maar dan moet deze wel veel breder toegankelijk zijn dan nu het geval is. • Een CO2-heffing kan prikkelen om te gaan investeren, maar dan moeten bedrijven wel technologisch en economisch de mogelijkheid hebben om te kúnnen investeren. • Een bedrijf kan strategische investeringsbeslissingen nemen, maar dan moet er ook echt zicht op zijn dat de infrastructuur op tijd aanwezig is. • Een investering kan ook in moeilijke tijden aantrekkelijk zijn, maar dan moet kapitaal wel tegen laag risico aangetrokken kunnen worden. • Nederland kan aantrekkelijk zijn voor investeringen in verduurzaming, maar dan moeten we het internationale gelijke speelveld niet te negatief beïnvloeden met ODE-verhogingen en wegvallende indirecte kostencompensatie. Het klimaatakkoord staat dus voor een enorme uitdaging. Dit is hét moment om de industrie het vertrouwen te geven dat het Nederland menens is met het verduurzamen van de industrie. Dat betekent niet alleen slaan met de stok van de CO2-heffing, maar garant staan voor de duurzame toekomst van de chemische industrie in Nederland. Zonder investeringen in de industrie zijn we kansloos in de strijd tegen de economische crisis, de stikstofcrisis en vooral ook de klimaatcrisis. p juni 2020 Chemie Magazine 49
COL OFON
VNCI NIEUWS EFFECTEN CORONA OP ENERGIETRANSITIE
Op de korte termijn zouden bedrijven voldoende liquiditeit moeten houden en optimaal toegang moeten hebben tot de kapitaalmarkten om het investeringsniveau op
peil te houden en zelfs te verbeteren. Voor de lange termijn zijn bedrijven gebaat bij handelingsperspectief om te investeren in opties die noodzakelijk zijn om na 2030 grootschalige CO2-reducties te realiseren. Dit adviseerde de VNCI onlangs middels een position paper aan de Tweede Kamer. De paper is opgesteld op verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat van de Tweede Kamer, die zich bezighoudt met de effecten van de coronacrisis op de energietransitie.
Chemie Magazine is het maandblad
van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 06 284 730 51 E redactie@vnci.nl
Medewerkers FOTO: SHUT TERSTOCK
Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Klaartje Jaspers, Erik te Roller, Marga van Zundert
Download de position paper
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
Advertentie-exploitatie
IN DE MEDIA
Onder de kop ‘Van handgel tot spatscherm: leve de chemische industrie’ plaatste het Algemeen Dagblad op 20 mei een interview met VNCI-directeur Manon Bloemer en Anton van Beek, directeur Benelux, Noord- en Zuid-Europa bij Dow. Citaat: ‘Mensen zijn er zich niet van bewust hoezeer het leven verweven is met de chemie. “In meer dan 100.000 producten zitten kunststoffen die door chemische bedrijven zijn gemaakt’’, geeft Anton van Beek als voorbeeld. Chemie doet ertoe, wil hij maar zegen. En dat geldt deze dagen nadrukkelijk ook bij de bestrijding van de coronauitbraak. De zuurstof voor de beademingsapparatuur komt van chemiebedrijf Air Liquide. En DSM maakt de filters voor de mondkapjes voor zorgmedewerkers. Andere bedrijven produceren de hygiënische handgels of steriel verpakkingsmateriaal. “Of neem de speciale matrassen tegen doorliggen op de ic-bedden. Dat is pure chemie’’, aldus Bloemer. Toch is van een buitenkansje om extra winst te maken geen sprake. Eerder het tegenovergestelde, denkt de VNCI-directeur. “Je ziet dat bedrijven juist veel dingen gratis doen of tegen kostprijs verkopen.”’ Bij BNR Nieuwsradio kwam op 9 juni Martijn Broekhof, hoofd Klimaat en Energie van de VNCI, aan het woord. Volgens VNONCW en MKB Nederland hebben bedrijven 50 Chemie Magazine juni 2020
Mooijman Marketing & Sales,
door de coronacrisis nauwelijks ruimte om te investeren in vergroening. Niet zozeer de klimaatdoelstellingen zelf moeten worden aangepast, maar wél de weg ernaartoe. “De chemische industrie heeft het lastig, en dat verschilt heel erg per bedrijf”, aldus Broekhof, die erop wees dat alle strategische plannen van bedrijven richting de toekomst in het teken staan van duurzaamheid. “Covid raakt de investeringsbeslissingen op de korte termijn. Die investeringen zijn groot, de randvoorwaarden moeten in orde zijn. Subsidies zijn altijd onderdeel geweest van het klimaatbeleid, voor de decarbonisatie van de industrie geldt dat ook. Daar moet financiering voor zijn.” De huidige subsidies zijn volgens hem een te generiek instrument. De Telegraaf plaatste op 10 juni onder de kop ‘Vitale chemie vreest zwart gat na corona’ een artikel over de economische tegenwind die de sector, die zich tijdens de coronatijd ‘als een van meest vitale sectoren heeft bewezen’, te wachten staat. De ING verwacht over het hele jaar een krimp van 10 procent. Volgens VNCIdirecteur Bloemer maken veel bedrijven zich zorgen over hoelang de coronacrisis nog gaat duren. “Hoelang houd je het vol als je bijvoorbeeld op 60 procent draait, terwijl dat normaal 85 procent is. Dat is erg zorgelijk.” p
Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
Druk Impressed, Pijnacker
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 06 284 730 51.
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.
Beelden cover Bert Salari ISSN 1572-2996
Werken bij AD International Het meest innovatieve bedrijf in de regio Moerdijk (winnaar innovatieprijs)!
VACATURES
Wat bieden wij? •
Mooi salaris en secundaire voorwaarden
•
Werken in een no-nonsense werkklimaat
•
Opleidingsmogelijkheden
•
Senior Laborant
•
Chemical Support Engineer
•
Sales & Process Engineer
Stuur jouw CV en motivatie naar
•
Customer Service Representative
r.verbeek@adinternationalbv.com
•
Accountmanager
•
Office Manager Marketing & Sales
•
Financial Controller
Solliciteren Robbin Verbeek (HR):
0167 - 526982
Vragen? Mail Robbin!
Bekijk alle vacatures op www.adinternationalbv.com
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed
FIND THE NEWEST VACANCIES ON OUR WEBSITE Recruitment is about people. Our drive is to make people happy. Not only by having excellent employment conditions but also by trying to make the whole recruitment process a more fun and positive experience. Preparing you as good as possible for upcoming interviews, increasing the chance of finding you a suitable position. Offering (individual) support in order to achieve excellent and lasting results. Through our extensive experience we have built expert knowledge in our field when it comes to recruitment & selection. We speak your language and understand your needs and the challenges you face. Interested to know what we can do for you? Visit our website for more information, current vacancies or send an open application.
SLIMME DRIEHOEK … GOED VOOR UW KASBOEK U wilt uw (afval)water hergebruiken of uw ‘water-footprint’ verkleinen? U streeft naar een verlaging van chemische en biologische verontreinigingen? U wenst, ondanks de strengere lozingseisen, een lagere TCO? En u zoekt een (semi)permanente, mobiele of pilot-oplossing voor koop, lease, huur of volledige outsourcing? Logisticon: al 30 jaar uw bewezen partner voor heldere oplossingen. Bel of mail voor een antwoord op al uw watervragen, een TCO-berekening of een vrijblijvende waterscan. U wordt direct geholpen.
Logisticon Water Treatment b.v. Energieweg 2 2964 LE Groot-Ammers, Nederland
T +31 (0)184 60 82 60 E water@logisticon.com W www.logisticon.com