Bedrijven investeren in SDG 3, gezondheid en welzijn
De chemie van het mondkapje
Bijdrage chemie aan vermeden emissies in automotive
Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
CHEMISCHE INDUSTRIE TIJDENS EN NA CORONA
ERKENNING EN ONZEKERE TOEKOMST
JAARGANG 62 • 05 • 26 MEI 2020
So clean in here.
> 99.9 % combustion rate
DO YOU WANT A COMBUSTION RATE OVER 99 PERCENT? THEN USE OUR UNIQUE MOBILE FLARE SYSTEMS! From hydrocarbons to solvents to hydrogen-containing vapors: ENDEGS is the only company in Europe operating mobile combustion units that burn all kinds of gases, gas compounds and vapors in hazard groups IIA, IIB, and now IIC, while ensuring a combustion rate of almost 100 percent. Without open flame, noiseless and odorless. Want to learn more? Call ENDEGS at +31 614 5595 37 or visit our website.
ENDEGS Group Noiseless. Professional. Cost-efficient.
0.1 - 150 MW combustion capacity
ZERO VOC EMISSIONS
www.endegs.com
FOTO: BA S CZERWINKSI
INHOUD
Productie van polycarbonaatplaten bij SABIC Innovative Plastics in Bergen op Zoom.
05 | 26 mei | 2020
14
CHEMISCHE INDUSTRIE TIJDENS EN NA DE CRISIS De chemische industrie draait als vitale sector tijdens de coronacrisis door, maar heeft te maken met onder druk staande export en het wegvallen van afzetmarkten. Chemiebedrijven verwachten een volumedaling en grote druk op de marges. “Het zou jammer zijn als investeringen in de groene transitie hierdoor deels worden gecanceld.�
DE CHEMIE VAN HET MONDKAPJE Kunststofvezels samengeperst tot een vlies, een polyester elastiek, waterafstotend polypropyleen, gemaakt door polymerisatie van propeen, een hoofdproduct uit de petrochemische industrie: er komt heel wat chemie kijken bij de productie van een FFP2-mond-neusmasker.
18
mei 2020 Chemie Magazine 3
Cooling, power and heating
Tijdelijk stroom, koeling of verwarming nodig? Van Abeelen staat garant voor efficiency, 24/7 zekerheid en hecht grote waarde aan milieuvriendelijke oplossingen en duurzaamheid. Wij werken met een team van specialisten die oplossingen bieden speciaal voor de behoeften van petro(chemische) en pharmacy industrie. Van nood- tot seizoensgebonden situaties, van onderhoudswerkzaamheden tot volledige energievoorzieningen. Ongeacht hoe groot, klein, eenvoudig of complex de aanvraag is, wij zijn binnen zeer korte tijd op locatie voor de juiste oplossing. Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie: T +31 (0)161 219 031 | E john@vanabeelen.eu
25 jaar
019
1994- 2
INHOUD 05 | 26 mei | 2020
7
20
Bijdrage chemische industrie aan vermindering van CO2-uitstoot in het wegverkeer. Deel 4 van een serie over vermeden emissies
9 11 13 14 18 20
24
Carbogen Amcis in Veenendaal bestond op 8 mei 12,5 jaar, maar moest de viering vanwege corona uitstellen
24 28 30 34 39
30
Roy de Jonge over zijn werk als production engineer & coordinator bij Lubrizol in Farmsum
44 46 51 53 54 54
Voorwoord Manon Bloemer Duurzaam herstel
ACTUEEL
Neste gaat CO2-vrije biobrandstof produceren Solvay Chemie in Herten krijgt Zonnepark Alle hens aan dek bij SABIC Bergen op Zoom
ACHTERGROND
Corona Chemische industrie tijdens en na de crisis Corona De chemie van het mondkapje Klimaat Bijdrage chemie aan vermeden emissies in wegverkeer Jubileum Carbogen Amcis bestaat 12,5 jaar Wetenswaardig Miljoen mond-neusmaskers per week Human capital Roy de Jonge over zijn werk bij Lubrizol Duurzaamheid Investeren in SDG 3, gezondheid en welzijn Veiligheid Jop Groeneweg over just culture Uitgelicht Koele dakcoating Verkiezing Vier finalisten Plant Maganer of the Year Veiligheid ERICards geactualiseerd VNCI Nieuws Mensen Colofon
39
Vierde golf in ontwikkeling van ‘just culture’ is onvermijdelijk, meent cognitief psycholoog Jop Groeneweg mei 2020 Chemie Magazine 5
HOW INDIVIDUAL AND RELIABLE DO YOU WANT YOUR PROCESS SOLUTION?
LET’S TALK Jorden Ringoet, Sales Engineer Belgium Michiel Bakker, Sales Engineer Nederland
We would be pleased to present you personally how individual and reliable the design of your process solution can be - with customised engineering and an extensive series of process gas blowers and compressors made by AERZEN. Innovative technologies and our special quality standards ensure maximum process reliability and sustainable plant availability. With worldwide references for a wide range of gases and applications, the engineering knowledge from over 150 years of experience and a distinctive consulting competence, AERZEN can implement your wishes flexibly and individually. www.aerzen.com
jorden.ringoet@aerzen.com michiel.bakker@aerzen.nl
Voorwoord
DUURZAAM HERSTEL De vorige uitgave van Chemie Magazine was gewijd aan de bijdrage van de chemische industrie aan het bestrijden van de coronacrisis. In deze uitgave doen we een poging om vooruit te kijken. Wat is het effect van de crisis op de chemische industrie en wat betekent dat voor de toekomst? De wereldeconomie wordt getroffen door een recessie waarvan de omvang ongekend is. Aangezien de chemische industrie de ‘industry of industries’ is, en grondstoffen en materialen levert aan alle andere denkbare industrieën, is de logische conclusie dat wereldwijd de chemische industrie ook (zwaar) getroffen zal worden. Als mensen minder gaan besteden aan kleding, elektronica, auto’s, meubels, Nikes, gordijnen, matrassen en noem maar op, dan zijn er simpelweg minder grondstoffen en materialen nodig. Naast teruglopende volumes zal ook margedruk ontstaan door overcapaciteit op de wereldmarkt. Al met al zijn de voorspellingen niet rooskleurig. Door dit onzekere toekomstplaatje zullen bedrijven investeringen terugtrekken of toch minstens uitstellen. Dit is op korte termijn de beste overlevingsstrategie, maar kan
INFORMATIE OVER CORONA LIVEBLOG: https://vnci.nl/liveblogcoronavirus
MEER INFO: https://www.vnci.nl/corona
op langere termijn een risico vormen. Investeren in R&D en innovatie zijn namelijk hard nodig wil de chemie haar ambitieuze doelen voor 2050 halen. Vanuit de politiek wordt ingezet op de duurzame weg om uit de crisis te komen: op het ministerie van EZK wordt gesproken van ‘build back better’ en in Europa over ‘green recovery’. Zowel in Nederland als in Europa worden investeringssteun en innovatiefondsen opgericht met als doel innovatie in duurzaamheid nog meer dan voor de crisis te stimuleren. Hiermee worden bedrijven geholpen om a. te overleven (zonder overleving géén vergroening) en b. te blijven inzetten op onderzoek en innovatie, nodig voor de transitie naar een CO2-arme, duurzame industrie. Ook Von der Leijen maakte er in Brussel géén geheim van: de Europese Green Deal moet centraal staan in een ‘resilient recovery after Covid19’. De chemische industrie zal een centrale rol spelen in het economische herstel, zowel in Nederland als in Europa. De resilient recovery kent een dubbele doelstelling: behoud (groei) van banen en tegelijkertijd investeren in de technologieën die de doorbraak gaan geven in CO2-reductie en circulariteit. Ik kan alleen maar hopen dat onze bedrijven met succes door deze moeilijke periode heen komen. En hopelijk lukt het daarbij om het kompas op de duurzame toekomst te blijven richten. Manon Bloemer, directeur Koninklijke VNCI
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
TWITTER.COM/VNCI
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland
De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
WWW.VNCI.NL/NIEUWS/
Discussieer mee met meer dan 3500 Gratis nieuwsbrief met daarin betrokkenen uit de wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedInde VNCI groep van de VNCI CHEMIE-NIEUWSBRIEF
mei 2020 Chemie Magazine 7
Industry
Een veilige opslaginstallatie voor mens en milieu. • Nieuwbouw en keuring/her-classificatie volgens PGS 31 • Opslaginstallaties voor chemicaliën • Onder- en bovengrondse opslaginstallaties • Staal en kunststof tankinstallaties
Wilt u meer informatie of advies voor uw project? Neem contact op met onze experts. Tel.: 088 147 15 30 | Email: sales.dordrecht@tsgnortheurope.com
PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Ons programma bestaat uit: · Veiligheidskasten · Brandcompartimenten betreedbaar · Brandcompartimenten tbv IBC’s en pallets · Gasflessenopslagsystemen · Opslag- en laadstations tbv lithium-ion batterijen · Prefab technische ruimten
Verkoop en Verhuur
40 JAAR EXPERTISE
www.hiltra.com
info@hiltra.com - 0342-404160
Actueel
FOTO: SHUT TERSTOCK
AARDAPPELAFVAL MET ELEKTRICITEIT OMZETTEN IN CHEMICALIËN
Lars Kiewidt, postdoc bij Biobased Chemistry and Technology van Wageningen University & Research, wil met behulp van elektriciteit chemicaliën maken uit agro-reststromen. Daarbij richt hij zich in eerste instantie op zetmeelrijke afvalstromen die ontstaan bij de verwerking van aardappelen.
M
et een Tenure Track-beurs van NWO van 900.000 euro gaat Kiewidt op zoek naar elektrokatalysatoren die de biomassa efficiënt kunnen omzetten in nuttige chemicaliën, bijvoorbeeld coatings in de papierindustrie. Zijn grote opgave is: welke katalysatoren zetten biomassa om in nuttige verbindingen, en hoe moeten de katalysatoren er precies uitzien? Elektrokatalyse – chemische reacties in gang zetten met elektriciteit – is volgens Wageningen University & Research een hot topic in de life sciences. Omdat we in de toekomst een overschot hebben aan groene energie en een tekort aan grondstoffen voor de (op olie gebaseerde) chemische industrie, wordt het maken van chemicaliën uit biomassa een belangrijk segment van de chemische industrie, verwacht Kiewidt. p
Neste wil een wereldleider worden in
FOTO: NESTE
hernieuwbare en circulaire oplossingen.
NESTE GAAT IN ROTTERDAM CO2-VRIJE BIOBRANDSTOF PRODUCEREN De vestiging van Neste in Rotterdam krijgt ’s werelds eerste hogetemperatuur-elektrolyzer (HTE) op multi-megawatt-schaal. Met de hernieuwbare waterstof wil Neste CO2-vrije productie van biobrandstoffen mogelijk maken.
H
et consortium met CEA, Neste, Paul Wurth Group, ENGIE en Sunfire heeft onlangs in de raffinaderij van Neste in Rotterdam het MULTIPLHYproject (‘Multi-megawatt high-temperature electrolyzer to generate green hydrogen for the production of high-quality biofuels’)
gelanceerd. Het behelst de bouw en exploitatie van een HTE voor zeer efficiënte waterstofproductie. Neste produceert hernieuwbare brandstoffen en wil een wereldleider worden in hernieuwbare en circulaire oplossingen. “Groenewaterstof-productie bij onze Rotterdamse raffinaderij stelt ons in staat om de ontwikkeling van nieuwe duurzame technologieën aan te sturen om de CO2voetafdruk van onze klanten te verkleinen”, zei Lars Peter Lindfors, senior vice president Innovation bij Neste. Tegen het einde van 2024 zal de elektro-
lyzer naar verwachting 16.000 uur of langer in bedrijf zijn geweest, met een totaal van ongeveer 960 ton groene waterstof en een vermijding van ongeveer 8000 ton broeikasgasemissies. Het project heeft 6,9 miljoen euro aan financiering ontvangen van de Gemeenschappelijke Onderneming Brandstofcellen en Waterstof 2 (FCH2-GO). GO krijgt steun van het EUprogramma voor onderzoek en innovatie Horizon 2020 en van Frankrijk, Duitsland, Finland, Luxemburg. p
mei 2020 Chemie Magazine 9
In-line refractie-index (RI) of Brix meten
Met de robuuste en nauwkeurige in-line refractometers van Atago karakteriseert u vloeistoffen of slurry ’s op basis van hun brekingsindex, de Brix of de concentratie. Een continue meting maakt real-time procesbeheersing mogelijk; de productie wordt efficiënter en het waarborgt de kwaliteit en consistentie van het (eind)product.
Wilt u meer weten of heeft u interesse in een test? Wij helpen u graag verder: info@inventech.nl of 0162-460404.
Pluspunten van de CM800-alpha: • Nauwkeurig meetresultaat ± 0,1% • 0 tot 80 % Brix • Compact model • Zeer goede prijs-kwaliteit verhouding • Automatische temperatuur compensatie • Naadloos aan te sluiten op uw proces
Geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE
Ga naar www.vnci.nl/chemie-magazine en kies voor print of digitaal CM1915_Stopper Chemie 210x148.indd 1
02-09-19 14:02
Actueel
DSM PRODUCEERT 2,8 MILJOEN NEUSSTAAFJES DSM is op verzoek van de overheid gestart met de productie van 2,8 miljoen coronateststaafjes voor de neus, om een tekort aan coronatestkits in Nederland te voorkomen. DSM zal voldoende teststaafjes produceren om Nederland voor 3 maanden in de totale behoefte te voorzien.
DSM NEEMT OP CORONAWIJZE AFSCHEID VAN FEIKE SIJBESMA Omdat de maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus bijeenkomsten verhinderen, kon het DSM-personeel niet op gepaste wijze afscheid nemen van vertrekkend bestuursvoorzitter Feike Sijbesma. Daarom werd tv-presentator Robert ten Brink naar het privéadres van Sijbesma gestuurd, mét een videoboodschap.
I
n de opname die van het afscheidspresentje is gemaakt, staat Sijbesma met zijn echtgenote in de tuin bij het huis zichtbaar te genieten van de persoonlijke boodschappen van enkele oud-collega’s, onder wie zijn opvolgers Dimitri de Vreeze en Geraldine Matchett. De video werd vertoond op de zijkant van een kleine DSM-vrachtwagen, vergelijkbaar met de truck met videoscherm die in het programma All you need is love wordt gebruikt. De boodschappen zijn allemaal opgenomen via video calls. p
Link naar video
Op het terrein van Solvay Chemie in Herten komt een zonnepark van 6 hectare groot met 22.000 zonnepanelen. Een derde van de opgewekte stroom zal worden afgenomen door de Solvayfabriek, de rest wordt teruggeleverd aan het elektriciteitsnet, waarmee zo’n 1500 huishoudens van stroom kunnen worden voorzien.
FOTO: SHUT TERSTOCK
D SOLVAY CHEMIE KRIJGT ZONNEPARK VAN 22.000 ZONNEPANELEN
e zonneweide, die door KiesZon wordt gebouwd en geëxploiteerd, moet in juni klaar zijn voor gebruik en wordt gerealiseerd met subsidie uit de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+). Solvay, met het hoofdkantoor in Brussel, heeft in Nederland vestigingen in Herten, Moerdijk en Vlaardingen. In de vestiging te Herten werken ongeveer 65 mensen. p
D
e Nederlandse overheid gaf recent aan een urgente behoefte te hebben aan teststaafjes om meer coronatesten te kunnen uitvoeren. De staafjes die normaal in Nederland worden gebruikt, zijn geproduceerd in Italië en China. Vanwege een wereldwijd tekort en om minder afhankelijk te zijn van mondiale toeleveringsketens, heeft het ministerie van Volksgezondheid DSM gevraagd om dit vitale testonderdeel te produceren. Dankzij een vlotte samenwerking tussen het ministerie, het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) en lokale bedrijven en gezondheidszorgexperts, is DSM erin geslaagd om in 2 weken een productieketen voor teststaafjes op te zetten op Nederlandse bodem. Dit proces zou normaal maanden of zelfs jaren duren. DSM doneert het materiaal, 11.000 kilo in totaal, dat nodig is om de teststaafjes te maken. Het heeft ook zijn wetenschappelijke en productieexpertise ingezet en gebruikgemaakt van zijn internationaal netwerk om een schaalbare, betaalbare teststaaf te ontwikkelen. De teststaafjes zijn gecertificeerd door het RIVM. Voor de productie, het verpakken en steriliseren van de verpakte teststaafjes werkt DSM samen met de Nederlandse partners Molded, ECM Europe en Steris. Het LCH distribueert de teststaafjes over de testlocaties in heel Nederland. “Er is een dringende behoefte aan deze teststaafjes in het hele land, dus het is goed om te zien hoe de hechte samenwerking tussen oude en nieuwe partners in recordtijd heeft geleid tot het opzetten van een nieuwe Nederlandse productielijn”, aldus Dimitri de Vreeze, co-CEO van Koninklijke DSM. “Van idee naar uitvoering in slechts 2 weken, dat is slimme wetenschap, innovatie en Doing Something Meaningful ten voeten uit.” p
mei 2020 Chemie Magazine 11
(advertorial)
Optimizing Biotech Processes Scaling-up under pressure Vaccine development is in the news and the whole world is watching as organisations come together to find a solution to the COVID-19 outbreak. The urgency of the situation is forcing change at every step of the process. By its nature a pandemic generates simultaneous demand around the world – the sheer size of the market for a vaccine will require production to scale up rapidly and the capability for mass-production will be critical. The drive to make processes scalable and reproducible has always been at the forefront for biotechnology and pharmaceutical companies. The stakes may not have been quite this high before, but in the competitive biopharmaceutical and biotechnology marketplace, rapid innovation cycles and adherence to high-quality standards remain critical. Design decisions have a significant impact on speed as well as cost, with manufacturing aiming to make consistent and correct batches of high yielding product every time. Scientists need an efficient approach to optimise process development, leading to shorter development and production timescales. In these challenging times, biotech firms need ways to broaden their statistical and data science toolkits to help streamline development. A statistically designed approach to experimentation at the development stage helps biotech companies build process knowledge. This in turn helps to make development and manufacturing processes more rapid, robust and replicable.
Optimizing experimentation Statistically designed experiments are playing an increasing role in pharmaceutical and biopharmaceutical labs around the world. Statistical methods help research scientists to reduce the number of experimental runs that must be performed in a given test, thereby shortening development cycles. With locations in the UK, US and Denmark, Fujifilm Diosynth Biotechnologies (FDB) is a leading provider of contract biologics, gene therapy and vaccine process development and GMP manufacturing services. The company works in close partnership with customers around the world, offering extensive scientific expertise in cell culture, recombinant proteins, viral vaccines, microbial fermentation and gene therapies. FDB Staff Scientist Somaieh Mohammad works with internal clients to help establish new data science proficiencies. She explains how designed experiments help the organization “make better design decisions that will at the end of the day result in process understanding and product reproducibility.” For colleague Gwen Ninon, the key benefit of this approach is that scientists can plan experiments in advance, separating those factors that are important from those that are “just noise”. For FDB, robust statistical analysis incorporating a design of experiments (DOE) approach helps reduce the number of experiments that need to be conducted while delivering results more quickly.
Shortening development time Mohammadi and Ninon are working with their colleagues at FDB through formalized training, individual ad hoc consulting and the deployment of longer-term strategic development workflows to promote process innovation. It is their role to envision and implement new statistical and data science approaches that will inspire better performance in the lab by facilitating knowledgeable decision making. They are equipping the organization to better utilize high-throughput technologies like mini and micro ambr® bioreactor banks and automated liquid handling and analysis systems which can generate reams of data in very little time. “From a statistics point of view, we get to run experiments without worrying about lurking factors or randomization,” Ninon says. “Being able to test a range of conditions quickly at small scale in a proven model is key to getting through characterization and validation faster and with less risk.” These efficiencies all ultimately contribute to the speeding up of development cycles and, in turn, both profitability and scientific innovation.
Supporting scientists By helping scientists to make better decisions faster and meet project milestones more predictably, statistically designed experiments help biotech firms stay focused on their goals. Whatever the next breakthrough being pursued, discipline and scientific rigour are fundamental to ensuring success. DOE provides the framework for that rigour while shortening development timescales and enabling reproducibility and scalability. DOE drives the efficiency and predictability that could make all the difference to biotech firms as they adjust to new working practices and the economic impact of the pandemic. Whether the pressure is on to deliver a breakthrough, or to reduce costs and deliver results with limited resources, organizations should ensure they are supporting their scientists in every way possible with the right tools and techniques for survival.
Join us for a webinar:
A green process grows more efficient www.chemistryworld.com/webinars
July 7 at 12:00 BST | 13:00 CET
BEELD: OMROEP BR ABANT
Actueel
FOTO: SHUT TERSTOCK
ALLE HENS AAN DEK BIJ SABIC BERGEN OP ZOOM
CHEMELOT KRIJGT PROEFFABRIEK VOOR CHEMISCHE PLASTICRECYCLING Recycling Technologies gaat op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen een proeffabriek voor het recyclen van plastic afval bouwen. Het Britse bedrijf heeft een methode ontwikkeld om uit plastic afval een nieuwe grondstof voor de productie van plastic te maken.
R
ecycling Technologies gaat op Chemelot de ‘eerste Europese chemische recyclingmachine voor kunststof’, de RT7000, installeren. De schaalbare technologie kan laagwaardig plastic afval, dat normaal wordt gestort, verbrand of geëxporteerd, recyclen tot een grondstof (handelsmerk Plaxx) voor nieuwe plasticproductie. Het bedrijf, dat een fabriek heeft in het Schotse Perth, maakt met de nieuwe proeffabriek op Chemelot de overstap naar het Europese vasteland. Behalve de nieuwe techniek demonstreren en testen wil Recycling Technologies ook de technologie vanuit Chemelot uitrollen over Europa. Het bedrijf heeft voor Chemelot gekozen omdat het bedrijventerrein centraal ligt in Europa. p
“Het is echt alle hens aan dek”, zei Anco Fase van SABIC Innovative Plastics in Bergen op Zoom onlangs tegen Omroep Brabant. Bij het bedrijf draaien de lijnen voor de productie van polycarbonaatplaten volcontinu. De vraag naar dit materiaal is door de coronacrisis enorm.
D
e SABIC-vestiging in Bergen op Zoom produceert sinds het uitbreken van de coronapandemie ongeveer 400.000 kilo polycarbonaat per week, veel meer dan daarvoor. Van de platen worden gezichtsmaskers en beschermingsbrillen voor medisch personeel geproduceerd, en scheidingswanden voor in het openbaar vervoer, bij recepties en bij kassa’s. “We hebben een order binnen gekregen uit Spanje voor 16.000 platen. Ze zijn 3 meter per stuk. Dus dat is in totaal 48 kilometer plaatmateriaal”, aldus Anco. “We leveren voornamelijk voor Europa, maar we hebben ook opdrachten uit Australië en Nieuw-Zeeland.” In de vestiging, waar hoogwaardige kunststoffen worden geproduceerd voor de auto- en de medische industrie, werken zo’n 1300 mensen. Momenteel ligt de focus op de applicaties die te maken hebben met corona. Uitzendkrachten en operators van afdelingen waar het nu minder druk is, worden ingezet bij de productielijn voor de polycarbonaatplaten. p
Link naar video
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). mei 2020 Chemie Magazine 13
IN HET KORT
FOTO: BA S CZERWINSKI
o Coronacrisis zet chemische industrie positief op de kaart, maar zet sector ook onder druk. o Chemiebedrijven verwachten volumedaling derde en vierde kwartaal. o Toekomstambitie CO2-arme industrie blijft ondanks de crisis overeind.
Productie van polycarbonaatplaten bij SABIC Innovative Plastics in Bergen op Zoom. Van het ‘kunstglas’ worden gezichtsmaskers en beschermingsbrillen voor medisch personeel en scheidingswanden bij onder meer recepties en kassa’s geproduceerd.
CHEMISCHE INDUSTRIE TIJDENS EN NA DE CORONACRISIS
ERKENNING EN ONZEKERE TOEKOMST 14 Chemie Magazine mei 2020
Corona
Door de coronacrisis heeft de chemische industrie te maken met onder druk staande export en het wegvallen van afzetmarkten. Bedrijven vrezen in het derde en vierde kwartaal een volumedaling en onder druk staande marges. “Het zou jammer zijn als investeringen in de groene transitie hierdoor deels worden gecanceld”, aldus de ING. Tekst: Igor Znidarsic
H
et kan raar lopen. De afgelopen jaren haalde de chemische industrie de voorpagina’s vooral bij een incident of als het ging over CO2-uitstoot of gevaarlijke stoffen. Op andere momenten leek de sector niet te bestaan, de positieve verhalen werden genegeerd. Nu staan de media ineens vol over de onmisbare bijdrage van de vitale sector chemie aan ons welzijn en aan het oplossen van de coronacrisis. Zo besteedden zo’n beetje alle media aandacht aan de snelle respons van DSM en Shell op de oproep van VWS om het tekort aan desinfecterende handgel aan te vullen. FD en andere media zoomden in op SABIC in Bergen op Zoom, waar het ‘een gekkenhuis’ is vanwege de toegenomen vraag naar plexiglasplaten voor bescherming van werknemers in bijvoorbeeld winkels en bij receptiebalies. Plastic is ineens geen vies woord meer, maar een onmisbaar en in de vorm van beademingsapparatuur en gezichtsbescherming zelfs levensreddend product. ‘De chemie, met een jaaromzet van €52 miljard goed voor 14% van de Nederlandse industriële productie, is een van de meest cruciale vitale sectoren gedurende de coronacrisis’, schreef De Telegraaf. ‘Kunststoffen voor beschermingsmaskers, ingrediënten voor schoonmaak- en desinfectiemiddelen en zuurstof voor intensive-careafdelingen – van SABIC tot Dow en van DSM tot Nouryon, er wordt een groot beroep gedaan op de chemische industrie in Nederland.’
Olieprijs
Tot zover het goede nieuws. Er is ook minder goed nieuws. De impact van de wegvallende internationale vraag in belangrijke afzetmarkten raakt de chemiesector aanzienlijk. Het Economisch Bureau van ING ziet in zijn laatste scenario de omzet van de chemiesector het hardst dalen van alle industriële sectoren. Deels door de wegvallende vraag, deels door de lage olieprijzen die drukken op de omzet. “Tijdelijk profiteren chemiebedrijven van de lage olieprijs door de lagere inkoopprijzen”, legt ING-econoom Rico Luman uit. “Maar de afnemers zien ook de markt veranderen en vragen om een neerwaartse bijstelling van de afzetprijzen. Uiteindelijk werken de lage grondstofprijzen vrijwel volledig door in de afzetprijzen van producten.” Een reden voor de forse omzetdaling is ook dat de chemie, net als bijvoorbeeld
de uitzendbranche, een vroegcyclische sector is. De chemische industrie bevindt zich aan het begin van de waardeketen, waardoor de bedrijven als eerste de gevolgen ondervinden van economische ontwikkelingen. Ze merken als eerste een (aanstaande) conjunctuurverslechtering. Dit neemt niet weg dat het totale volume van de chemie in Nederland volgens ING zeker in het eerste kwartaal goed overeind is gebleven. De chemie heeft snel gereageerd op de toenemende vraag naar bijvoorbeeld desinfecteringsmiddelen en plexiglas. Daarmee zijn de productieniveaus enigszins op peil gehouden. Maar voor het derde en vierde kwartaal zijn de verwachtingen somber.
Risicospreiding
Hoe de coronacrisis uitwerkt op de subsectoren binnen de chemie is niet bekend. De ING maakt die splitsing niet. “De chemie heeft door de vele eindmarkten een zeer gediversifieerde portfolio,” aldus Luman, “wat
Plastic is ineens geen vies woord meer, maar een onmisbaar, soms zelfs levensreddend product. gunstig is voor de risicospreiding. Hoe hard de crisis je treft, hangt af van in welke eindmarkten je gespecialiseerd bent.” Een rondgang langs een aantal VNCI-lidbedrijven laat zien dat de vraag naar verpakkingsmateriaal (voor voeding o.a.), kunststoffen voor medische doeleinden en grondstoffen voor desinfectiemiddelen in het eerste kwartaal stabiel was of zelfs toenam. Ook de kunstmestsector is niet geraakt. De afzetmarkten infrastructuur en bouw liepen eveneens nog redelijk. Maar wie veel levert aan de automotive, een grote afnemer van kunststoffen, had vanwege de gehalveerde verkoop van auto’s een probleem. Hetzelfde geldt voor durables (koelkasten, wasmachines, televisies). “Mensen kopen geen keukens, kleding, elektronica, Nikes en gordijnen meer”, zo vat een lidbedrijf het samen. Ook voor methanol zijn het geen goede tijden, omdat bijmengen bij zo’n lage benzineprijs financieel niet aantrekkelijk is. e mei 2020 Chemie Magazine 15
‘Hoe hard de crisis je treft, hangt af van in welke eindmarkten je gespecialiseerd bent’ “Wij hebben afgelopen tijd verschuivingen gezien in onze productie”, zei Egbert Henstra, directeur van Nouryon Nederland, in april in De Telegraaf. “Wij maken een breed palet aan stoffen speciaal ingezet in deze coronacrisis. Van zout uit onze eigen winning maken we ingrediënten voor bleekschoonmaakmiddelen. Daarnaast maken we producten die ervoor zorgen dat schoonmaakmiddelen ontsmettend werken.” De fabrieken van Solvay die natriumcarbonaat (soda) en waterstofperoxide produceren, draaiden begin mei nog goed, meldde het Belgische blad De Tijd. De vraag naar soda voor onder meer de productie van glazen verpakkingen bleef sterk, waterstofperoxide is nodig voor ontsmetting. Maar de Solvay-onderdelen die composieten maken voor de automotive en de luchtvaart hadden het moeilijk. Wegens problemen bij Boeing en door de coronacrisis schrapt het concern zelfs vijfhonderd banen. Shell besloot, voor het eerst sinds WO II, het dividend te verlagen. Topman Ben van Beurden sprak van ‘extreem uitdagende omstandigheden’.
Opleving
Voor het derde en vierde kwartaal verwachten de geraadpleegde VNCI-lidbedrijven unaniem een volumedaling en grote druk op de marges, ook vanwege overcapaciteit uit andere delen van de wereld. ING voorspelt
voor het derde en vierde kwartaal en voor 2021 een recessie. De chemie profiteert als vroegcyclische sector ook als eerste van een (aanstaande) opleving van de conjunctuur. Wanneer die gaat plaatsvinden is volgens Luman moeilijk te voorspellen. Het hangt mede af van het consumentenvertrouwen, een niet onbelangrijke economische factor, dat volgens het CBS duikelde van -2 in maart naar -22 in april, de grootste daling ooit. Het gaat volgens Luman nog 2 jaar duren voor we op het niveau van voor de coronacrisis zitten. “Bij het meest optimistische scenario gaan we ervan uit dat vanaf juni alles weer grotendeels wordt opengesteld en het consumentenvertrouwen weer snel opveert, als mensen tenminste hun baan nog hebben. Er zal daarna herstel zijn, maar niet op het niveau van 2019. De chemie zal die opleving wat eerder merken, al hoeft dat zich niet te vertalen in bovengemiddelde groei. Het is structureel gezien geen sterke groeisector, die de afgelopen tijd in Nederland zelfs iets minder groeide dan de economie.” Waar de chemie als internationale sector last van heeft, is dat de wereldhandel tijdens deze crisis harder is geraakt dan tijdens de vorige crisis, zo blijkt uit ramingen van de WTO. Luman: “80 tot 90 procent van wat Nederland produceert is voor de export. Dat staat nu behoorlijk onder druk. De globalisering staat ook ter discussie, want we blijken erg afhankelijk van andere landen, zoals China. Bedrijven bekijken nu hoe ze dit risico kunnen beperken, bijvoorbeeld door met meerdere leveranciers samen te werken of het dichter bij huis te halen.” Dit laatste kan voor de industrie in Nederland en Europa een kans bieden. Over reshoring, het terughalen van bepaalde industrie naar Nederland en Europa, wordt volop gespeculeerd. p
DUURZAAMHEIDSAMBITIES BLIJVEN ONVERMINDERD STAAN Een lichtpuntje is wellicht dat de olieprijs ook bepalend is voor de energiekosten, niet onbelangrijk voor de hier goed vertegenwoordigde basischemie. “De aardgasprijs is weliswaar steeds minder gekoppeld aan de olieprijs,” zegt Luman, “maar je ziet wel dat energiemarkten daarin meegaan en dat de gasprijs, en ook de elektriciteitsprijs, nu lager is. Dat is een kostenvoordeel.” Maar de lage olieprijs is ook weer ongunstig voor duurzame energie, en daarmee voor de groene transitie. De vraag is wat de crisis zal doen met investeringen in verduurzaming. Luman: “De groene transitie biedt de chemie veel kansen, omdat de sector daarin een kernfunctie heeft. Er zijn veel plannen, op het gebeid van groene waterstof, bioplastic, circulaire econo16 Chemie Magazine mei 2020
mie, biochemie. Het zou jammer zijn als die investeringen deels worden gecanceld vanwege deze crisis.” De geraadpleegde VNCI-leden geven in ieder geval aan dat de duurzaamheidsambities onverminderd blijven staan. Maar dan moet de sector wel eerst de crisis overleven. De focus ligt nu daarop. “Investeringen worden extra tegen het licht gehouden”, meldt een lidbedrijf. Het besef dat de enige weg naar de toekomst een CO2-vrije weg is, wordt door de bedrijven nog steeds breed gedeeld, en dat geldt ook voor de politiek. Zowel Den Haag als Brussel ziet de duurzame weg als de enige juiste weg om uit de crisis te komen, waarbij de Europese Green Deal (een klimaatneutrale EU in 2050) onverminderd
centraal staat. De investeringssteun en innovatiefondsen die zowel in Nederland als in Europa worden opgericht, moeten innovatie in duurzaamheid nog meer dan voor de crisis stimuleren. Dit helpt bedrijven te overleven én te blijven inzetten op onderzoek en innovatie, nodig voor de transitie naar een CO2arme industrie. Het ministerie van EZK gaat nog voor de zomer een pakket aan maatregelen voorstellen voor economisch herstel, met daarin ook mogelijkheden voor duurzaam herstel, zoals het uitrollen van een groene infrastructuur, waarbij gefocust wordt op kosteneffectiviteit en of maatregelen snel te implementeren zijn. Wat dat betreft ziet de toekomst er toch nog hoopvol uit. Maar eerst nog even door de zure appel heen bijten.
Complexe
Regelgeving voor Food Contact Materials
Verschillende landen, verschillende regels. Met kantoren in 4 continenten en 14 landen en partners in veel andere landen, kunnen we globaal lokale ondersteuning bieden. Onze experts kunnen lokaal en globaal toelating verzorgen van voedselverbeteraars (additieven, enzymen en aroma‘s) en ‘Novel Foods’, maar ook voor materialen die in contact komen met levensmiddelen (‘FCM’) en met drinkwater. Uw lokaal contact in Nederland: Knoell NL B.V., Dr. Ioan Paraschiv, mail: FFCM@knoell.com
www.knoell.com
DE CHEMIE VAN HET MONDKAPJE Kunststofvezels, polyester, polypropyleen – er komt heel wat chemie kijken bij de productie van een mond-neusmasker. Tekst: Marga van Zundert
S
inds de uitbraak van het coronavirus is er een tekort aan mondkapjes. Lastig en nijpend voor de zorg in Nederland is de schaarste aan FFP2-mond-neusmaskers, die beschermen tegen de grote hoeveelheden virusdeeltjes die kunnen vrijkomen bij het intuberen (beademingsslang in de luchtpijp brengen) of bij het ‘uitzuigen’ van longen van coronapatiënten. Ze zijn voor eenmalig gebruik. Daarom zijn filterspecialist AFPRO en matrassenproducent Auping in samenwerking met DSM zelf FFP2maskers gaan produceren (tegen kostprijs). Auping gebruikt een ‘eendenbekmodel’ van Panton, ontwerpbureau voor de zorg. Binnen een paar weken is een prototype ontworpen, getest en met voorrang gecertificeerd. De productie bij AFPRO in Alkmaar en bij Auping in Deventer bedraagt 1 miljoen maskers per week, circa een kwart van de Nederlandse behoefte.
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE
DRUPPELS EN AEROSOLEN
Het coronavirus (SARS-CoV-2) is 0,1 micrometer (µm) klein. Ter vergelijking: een bacterie meet 1-5 µm, een gemiddeld stofdeeltje 5 µm en de diameter van een haar is 75 µm. Het virus hangt zelden los in de lucht. Ze komen vrij in druppels (5-60 µm) en aerosolen (druppels of deeltjes <5 µm) wanneer een besmet persoon hoest of niest, misschien ook bij spraak, en bij medische handelingen als intuberen. Druppels vallen door hun gewicht binnen een meter op de grond. Aerosolen kunnen zich verder verspreiden, ook omdat het water onderweg verdampt en de aerosol steeds lichter wordt. Het is nog onduidelijk hoe besmettelijk aerosolen precies zijn.
18 Chemie Magazine mei 2020
BOVENZIJDE: GOEDE AANSLUITING
Om een mond-neusmasker goed aan te laten sluiten, zit er een metalen strip aan de bovenzijde, binnen in het materiaal. De drager duwt bij het opzetten met de vingers de strip om de neus en op de wangen, zodat het masker het gezicht volgt. Baard of stoppels zijn lastig; glad scheren is dus het advies voor mannen. De strip is gemaakt van licht en makkelijk vervormbaar aluminium. Dit metaal wordt door elektrolyse gewonnen, in Nederland gebeurt dat in Delfzijl.
Corona
BUITENKANT: WATERAFSTOTEND
De buitenzijden van een FFP2-mondkapje bestaan uit kunststof. Polypropyleen is een optie, maar ook polyester of polyvinylacetaat voldoen, geweven of niet-geweven. De belangrijkste eigenschap van de buitenlaag is waterafstotendheid. Vocht en condens hopen zich namelijk langzaam op in het filter en maken het ademhalen zwaarder. De maximale gebruiksduur van een mondmasker voor zorgpersoneel is daarom 3 uur. Dan is er al meer dan 2000 liter lucht door het filter in- en uitgeademd. Omdat de buitenzijde besmet kan raken, mag het masker tussentijds niet aan worden geraakt. Afzetten gebeurt door de elastieken over het hoofd te trekken terwijl je voorover buigt, waarna het kapje in de afvalbak gaat en de handen weer goed gewassen moeten worden.
ELASTIEK: LINEAIRE REK
Het mond-neusmasker blijft op zijn plaats dankzij twee stevige elastieken om het hoofd, eentje boven en de ander onder de oren langs. Belangrijk is dat het elastiek lineair rekt, zodat een masker even strak om een groot als klein hoofd spant. Het Auping-exemplaar heeft een polyester elastiek.
FILTER: EEN DOOLHOFSTRUCTUUR
SEALEN
Sneller dan naaien is het sealen: dichtsmelten van de naden. De filterlagen worden tussen de buitenlagen gelegd, waarna een hete mal de naden op elkaar smelt. Polypropyleen is daar prima geschikt voor.
SCHOON
Sterilisatie of enkelstuksverpakking van mondkapjes is niet noodzakelijk. Ze worden in een schone omgeving geproduceerd en kunnen ook gestapeld in een kartonnen doos worden geleverd.
ZONDER VENTIEL
Sommige FFP2-maskers hebben in het midden een ventiel dat opent bij het uitademen. Lucht kan dan ongehinderd (en ongefilterd) naar buiten stromen, wat het ademen vergemakkelijkt. Deze maskers worden vaak in de industrie en bouw gebruikt tegen stof. De ventielen zijn gemaakt van (synthetisch) rubber. Het Auping-masker heeft geen ventiel, om het product zo eenvoudig en snel mogelijk te kunnen produceren.
Kern van een FFP2-mond-neusmasker is het filter. Dat bestaat uit een aantal lagen kunststof over elkaar. Kunststofvezels worden samengeperst tot een vlies, een non-woven (vergelijkbaar met vilt versus geweven doek). Het materiaal heeft dan moleculair gezien een doolhofstructuur. Grote deeltjes zoals hoest- of niesdruppels passen niet tussen de samengeperste vezels door en raken ingevangen. Kleinere druppels vliegen al snel â&#x20AC;&#x2DC;uit de bochtâ&#x20AC;&#x2122; wanneer de luchtstroom tussen de vezels door kronkelt. Bovendien schuren druppels en deeltjes langs de vele vezels en worden zo afgeremd. Ook elektrostatische interactie en hechting aan de vezels draagt bij aan het filtereffect. Het lastigst zijn deeltjes van 0,3-0,5 micrometer. Juist daar moet een FFP2-masker goed presteren. Een FFP-2- filter bevat zeker drie of vier verschillende lagen filtermateriaal. Gezamenlijk houden ze minstens 94 procent van alle deeltjes in een luchtstroom tegen. Een andere eis aan deze gecertificeerde filters is dat zeker 92 procent van de lucht die iemand inademt door het filter gaat (en niet langs de randen piept). Het meest gebruikte filtermateriaal is polypropyleen, bekend van jerrycans en de doppen van petflessen. Ook het filtermateriaal in de Nederlandse mond-neusmakers is van polypropyleen. De kunststof wordt gemaakt door polymerisatie van het gas propeen, een van de hoofdproducten uit de petrochemische industrie. p
mei 2020 Chemie Magazine 19
IN HET KORT o Chemie maakt auto’s steeds duurzamer. o Minder CO2-uitstoot dankzij lichtgewicht kunststof onderdelen en supersterke banden. o De grootste klapper CO2-reductie in het wegvervoer wordt verwacht van elektrische auto’s.
AUTO’S STEEDS SCHONER DOOR MEER KUNSTSTOF, STERKE BANDEN EN EFFICIËNTE BATTERIJEN
4
Chemie Magazine presenteert 10 klimaatinnovaties. De chemische industrie reduceert de CO2-uitstoot niet alleen door de eigen processen te verduurzamen, maar zorgt via haar producten ook voor minder uitstoot in andere sectoren. Deel 4: het wegverkeer.
FOTO: SHUT TERSTOCK
CHEMIE MAAKT DUURZAMER RIJDEN MOGELIJK
Mede dankzij de introductie van meer kunststof in auto’s daalde de CO2-uitstoot van nieuwe auto’s in de jaren 2000-2015 van meer dan 150 tot net boven de 100 g/km.
20 Chemie Magazine mei 2020
Klimaat
Een doorsnee nieuwe personenauto telt zo’n 10.000 onderdelen van kunststof, een derde van het totaal Wegverkeer zorgt voor een vijfde van de CO2-uitstoot in Nederland. De uitstoot per kilometer daalt door het gebruik van kunststoffen die auto’s lichter maken, door rubberadditieven die de rolweerstand verminderen en efficiënte batterijen voor elektrische auto’s. Tekst: Marga van Zundert
E
en doorsnee nieuwe personenauto telt zo’n 10.000 onderdelen van kunststof, een derde van het totaal. Dan denk je wellicht aan de bumper, het dashboard of het achterlicht, maar het gaat ook om tandwielen in de aandrijving en onderdelen van het motorblok, vertelt Bert Havenith, strategic and market intelligence director bij DSM Engineering Materials. “Een voorbeeld is het inlaatspruitstuk, dat lucht verdeelt over de cilinders voor de verbranding van benzine of diesel. 30 jaar geleden waren die allemaal van metaal, vanwege de hoge temperaturen, tegenwoordig bijna altijd van kunststof. Dat scheelt 2 tot 3 kilo.” Een moderne personenauto bestaat nu voor 10-15 gewichtsprocent uit kunststof. “Een achterklep van glasvezelversterkt polypropyleen geproduceerd in Genk is bijvoorbeeld meer dan de helft lichter dan een stalen exemplaar”, verklaart een woordvoerder van het automotive-team van chemiebedrijf SABIC. Maar ook isolerend kunststof levert een belangrijke bijdrage. Havenith: “Stroomdraden zijn al heel lang voorzien van een plastic omhulling ter isolatie, maar denk bij een moderne auto ook aan besturingselektronica die niet gestoord mag worden door signalen van buitenaf. En in elektrische auto’s staan honderden volts op de batterij, daar kun je alleen veilig in rijden dankzij uitstekend isolerend plastic.” En ook de klassieke kunststof onderdelen zoals bumper en interieurpanelen worden nog steeds lichter. Zo presenteerde BASF eind vorig jaar een nieuw type polyurethaan dat de dikte van een bumper terugbrengt van 3,0 naar 2,5 millimeter. Zonder in te boeten aan sterkte, want veiligheid blijft uiteraard voorop staan.
CO2-reductie
De 10-15 procent kunststof in een moderne personenauto vermindert het gewicht met zo’n 200 kilo, een
reductie van meer dan 10 procent van het totaalgewicht. Die besparing vertaalt zich in 15-20 gram minder CO2-uitstoot per gereden kilometer. Rijdt iedere Nederlander een dergelijke auto, dan sparen de kunststoffen met 120 miljard gereden kilometers in 2018 (alleen personenauto’s) meer dan 2 miljard kilo CO2 per jaar. Dat is meer dan een procent van de totale Nederlandse CO2-uitstoot. Mede dankzij de introductie van meer kunststof in auto’s daalde de CO2-uitstoot van nieuwe auto’s in de jaren 2000-2015 gestaag van meer dan 150 tot net boven de 100 g/km, dicht bij de doelstelling voor 2021 van de EU voor nieuwe auto’s: 95 g/km. Die daling stokte echter in 2015. Dat komt omdat Nederlanders meer grotere, zwaardere auto’s zijn gaan kopen, vaak SUV’s. De introductie van meer kunststoffen heeft de gewichtstoename niet kunnen compenseren. Zou het gewicht van de gemiddelde Europese personenauto omlaag gaan van 1380 kilo in 2017 naar 1000 kilo in 2050, dan zou dat de uitstoot met 40 procent verlagen, berekende het ITF (International Transport Forum).
Nog lichter
Qua gewicht kan er nog een flinke slag gemaakt worden. SABIC geeft als voorbeeld ruiten en panoramadak van doorzichtig, zeer slagvast polycarbonaat dat 25 tot 35 procent aan gewicht bespaart ten opzichte van glas. Havenith van DSM zegt hierover: “Kiezen voor een chassis van composiet op basis van supersterke koolstofvezels, zoals in de Formule 1 gebeurt, bespaart ook veel gewicht. Maar dat materiaal is prijzig, en automotive kent ook een enorme prijsdruk.” Een andere rem op het gebruik van meer lichtgewicht kunststoffen zijn toenemende eisen aan recycling. De circa 10.000 kunststof auto-onderdelen zijn gemaakt van zo’n duizend verschillende typen polymeren. Het gaat namelijk om gespecialiseerde kunststoffen zoals extra slijtvast en/of zeer temperatuurbestendig nylon of polypropyleen of hydrolysebestendig polyester. Havenith: “Voor recycling is de mix aan kunststoffen die je na demontage overhoudt een nadeel ten opzichte van metalen als staal en aluminium. Die smelt je relatief eenvoudig om voor hergebruik in de auto-industrie. Recyclingtechnologie om een plasticmix weer om te zetten in hoogwaardige producten is nog niet volwassen.” Kunststofproducenten zoals DSM, BASF en SABIC ontwikkelen en introduceren desalniettemin steeds meer recyclebare en gerecyclede kunststoffen, en ook biobased versies. e mei 2020 Chemie Magazine 21
CIJFERS 21 procent
van de totale CO2-uitstoot in Nederland komt door verkeer en vervoer. Personenvervoer is goed voor meer dan de helft daarvan (51,6 procent).
‘Ons doel is een betaalbare, middelgrote elektrische auto die 300-600 kilometer kan rijden en in 15 minuten oplaadt’
30 miljard kilo CO2
stootte het wegverkeer uit in 2017, 30 procent meer dan in 1990.
117 gram CO2
stoot een ‘gloednieuwe’ benzineauto uit per gereden kilometer (2019). De gemiddelde uitstoot per kilometer daalde van 193 gram in 1990 naar 174 gram in 2017.
30-70 procent minder CO2
SUPERSTERKE BANDEN
stoot een elektrische auto uit (indirecte uitstoot) ten opzichte van een benzineauto.
15-20 gram
minder CO2-uitstoot per kilometer dankzij lichtgewicht kunststoffen.
CHEMIE EN AUTOMOTIVE
Kunststofproducerende bedrijven zoals DSM, BASF en SABIC produceren in Nederland een reeks aan speciale kunststoffen voor zeer diverse automotive-toepassingen voor interieur, chassis en onder de motorkap. De kunststoffen reduceren het gewicht van auto’s en daarmee hun CO2uistoot. BASF is ook marktleider in nikkel-kobaltaluminium kathode-actieve materialen voor lithiumionbatterijen in elektrische auto’s. Bedrijven als PPG en Teijin Aramid produceren additieven en materialen die het gewicht en de rolweerstand van autobanden verlagen. 22 Chemie Magazine mei 2020
Als alle Nederlandse autobezitters met de zuinigste banden zouden rijden, vermindert de CO2uitstoot met zo’n 400 miljoen kilo CO2 per jaar.
Een moderne personenauto bestaat nu voor 10-15 gewichtsprocent uit kunststof.
Als alle Nederlandse autobezitters met de zuinigste banden zouden rijden, dan vermindert de CO2-uitstoot met zo’n 400 miljoen kilo CO2 per jaar, berekende MilieuCentraal. “Je auto zet energie in benzine om in beweging, maar een deel daarvan raak je kwijt door rolweerstand”, vertelt Jos Hudepohl, vestigingsmanager van PPG Industries in Delfzijl. “De rolweerstand van een trein op de rails – staal op staal – is heel laag. Bij autorijden wordt die bepaald door de interactie tussen het asfalt en de band.” Wielrenners weten dat uit ervaring: met slappe banden moet je harder trappen. Een band vervormt wanneer hij over de weg rolt en warmt zo ook op. Dat zorgt voor energieverlies. Harde banden zijn dus beter, maar tegelijkertijd moet een band op de weg voldoende grip houden om snel te kunnen remmen. Sinds 2012 kent de EU een label voor autobanden. Dat geeft aan hoe energiezuinig de band is (categorie A t/m F) en geeft informatie over grip (veiligheid) en geluidsniveau. PPG produceert silica voor autobanden, een rubberadditief dat rolweerstand en slijtage vermindert en grip verbetert. Het is geschikt voor gewone autobanden, winterbanden en ook voor trucks. Hudepohl: “Het leidt tot 30-40 procent minder rolweerstand ten opzichte van het alternatief koolstof. Vooral wanneer je veel kilometers rijdt, tikt dat aan. Alle grote bandenmerken wereldwijd gebruiken silica.” Chemiebedrijf Teijin Aramid produceert de supersterke aramidevezel Twaron, die ook wordt toegepast in autobanden. Door het sterke, stijve materiaal kan de hoeveelheid rubber in een band omlaag, wat het gewicht reduceert. Maar ook de rolweerstand gaat omlaag door de supersterke vezels, de band deukt nauwelijks in. En er is nog een bijkomend voordeeltje: door het supersterke materiaal raakt je band vrijwel nooit meer lek.
Klimaat
STEKKERAUTO
De grootste klapper in CO2-reductie in het wegvervoer moet de komende decennia komen van elektrificatie. Het rijden in een stekkerauto veroorzaakt geen CO2-uitstoot, mits de stroom geproduceerd is uit waterkracht, windof zonne-energie. Maar ook op grijze stroom is een batterij-auto meestal beter voor het klimaat dan een benzineof dieselwagen. Alleen in landen als India en Polen, waar nog veel kolencentrales staan, levert elektrisch rijden geen klimaatwinst op, blijkt uit recent onderzoek van de Radboud Universiteit in Nature Sustainability. De onderzoekers analyseerden de hele keten voor brandstof- en elektrische auto’s, dus ook de CO2-uitstoot bij productie van alle materialen en de uiteindelijke afvoer en recycling. Volgens MilieuCentraal, een onafhankelijke voorlichtingsorganisatie over duurzaamheid, stoot een stekkerauto in Nederland nu ongeveer 40 procent minder CO2 uit dan een auto met een uitlaat. Met de verwachte toename aan duurzame energie zal dat voordeel alleen maar groeien. Bovendien worden accu’s steeds effi-
ciënter. Dessa Langevoort, hoofd communicatie Benelux bij BASF. “In samenwerking met de auto-industrie is ons doel om in 2025 een betaalbare, middelgrote elektrische auto te produceren die 300-600 kilometer kan rijden op een volle batterij en in 15 minuten weer helemaal oplaadt.” Dat is niet alleen prettig voor de eigenaar, een efficiëntere batterij is ook lichter en verlengt de levensduur, allemaal goed voor nog minder CO2uitstoot. BASF is specialist in kathodematerialen voor de meest gebruikte batterij: de lithiumionbatterij. De kathode is de negatieve pool van de batterij en de samenstelling ervan bepaalt hoeveel en hoe snel lithiumionen in de batterij hun lading kunnen overdragen. Dat bepaalt ook het rendement en de opslagcapaciteit, en voor een belangrijk deel de betrouwbaarheid, levensduur, grootte, gewicht en kosten. “Het draait bij kathode-actieve materialen vooral om deeltjesgrootte, zuiverheid en oppervlakstructuur van het gebruikte nikkel-kobalt-aluminium of nikkel-
kobalt-mangaan”, vertelt Langevoort. “BASF is een van de weinige die de fijnstructuur onder de knie hebben.” Behalve de structuur is ook de hoeveelheid kobalt van belang. Het gehalte van het dure, zware metaal is gestaag verlaagd in de afgelopen jaren. Kobaltwinning, met name het handmatig mijnen wat in Congo nog gebeurt, is omstreden. Langevoort: “BASF betrekt geen kobalt uit ambachtelijke mijnen en zet zich in voor een verantwoorde en duurzame wereldwijde toeleveringsketen.” Het bedrijf werkt ook aan een nieuw type lithiumionbatterij: de vastestofbatterij. “Hetzelfde werkingsprincipe,” vertelt Langevoort, “maar met een vast in plaats van vloeibaar elektrolyt waardoorheen de lithiumionen van pool naar pool reizen.” Ze beloven een hogere energiedichtheid tegen lagere kosten en hogere veiligheid. Extra CO2-besparing gebeurt ook in het productieproces. De nieuwste BASF-fabriek voor batterijmaterialen in Harjavalta, Finland, maakt enkel gebruik van hernieuwbare energiebronnen: water-, wind- en biomassa-energie. p mei 2020 Chemie Magazine 23
FOTO’S: SHUT TERSTOCK
Een stekkerauto in Nederland stoot nu ongeveer 40 procent minder CO2 uit dan een auto met een uitlaat.
IN HET KORT o Carbogen Amcis moest viering 12,5 jaar Dishman uitstellen door corona. o Los van stagnatie luchttransport ondervindt het weinig hinder van de crisis. o Het bedrijf in Veenendaal hoopt in de toekomst de activiteiten uit te breiden.
CARBOGEN AMCIS BESTAAT 12,5 JAAR
‘WE ZIEN IN ONZE PRODUCTIE GEEN VERSCHIL MET VOOR DE CORONACRISIS’
24 Chemie Magazine mei 2020
Jubileum
Op 8 mei was het 12,5 jaar geleden dat Carbogen Amcis in Veenendal onderdeel werd van het Indiase bedrijf Dishman. Het zou groots worden gevierd, maar corona gooide roet in het eten. Verder heeft de coronacrisis weinig effect op het bedrijf, behalve dat de communicatie is veranderd en dat de belangrijkste transportroute, via de lucht, stagneert. Tekst: Igor Znidarsic
‘T
ransport van materialen en eindproducten gaat in ons geval het meeste via de lucht”, vertelt directeur Rob Eijkman van Carbogen Amcis in Veenendaal. “Het uitvallen van lijnvluchten door de coronacrisis betekent een beperking van de transportcapaciteit, waardoor we aangewezen zijn op de DHL’s en de FedEx’en van deze wereld, die hun eigen transportvliegtuigen hebben. De consequentie hiervan is dat de transportprijzen explosief zijn gestegen. Daarnaast is het luchtruim van bepaalde landen gesloten, waardoor je op een andere manier je producten het land binnen moet zien te krijgen. Het is momenteel bijvoorbeeld heel lastig om naar Indonesië iets te exporteren.” Verder heeft de coronacrisis volgens Eijkman weinig invloed op de bedrijfsvoering. “We zien in onze productie geen verschil met voor de coronacrisis.” Dat komt doordat Carbogen Amcis geen producten maakt die cruciaal zijn voor de bestrijding van de pandemie of voor eindmarkten die geraakt zijn door de coronacrisis. In Veenendaal wordt uit de grondstof wolvet uit de wolwasserij cholesterol geproduceerd en daarvan afgeleide producten zoals garnalenvoeding, vitamine D3 en daarvan afgeleide API’s (active pharmaceutical ingredients) voor diverse geneesmiddelen.
Tijdens de laatste Dag van de Chemie liet Carbogen Amcis schapen grazen op het terrein.
FOTO: CARBOGEN AMCIS
Grote tenten
Op 8 mei zou gevierd worden dat de locatie 12,5 jaar geleden onderdeel werd van het Indiase bedrijf Dishman. Voor de feestelijke bijeenkomst op het terrein zouden grote tenten worden neergezet. Er waren circa 250 mensen uitgenodigd: de eigen medewerkers met aanhang, relaties en gasten uit het hoofdkantoor van Carbogen Amcis in Zwitserland en van het moederbedrijf Dishman in India. Uiteraard ging het jubileumfeest vanwege de corona-uitbraak niet door. Al vroeg in april werd het gecanceld en verschoven naar volgend jaar. Zoals alle bedrijven heeft Carbogen Amcis de RIVMrichtlijnen geïmplementeerd. Eijkman: “Dat betekent dat waar mogelijk mensen thuiswerken. Maar omdat we een productievestiging zijn, is een groot deel van onze medewerkers wel op de zaak. Naast de mensen in de productie zijn ook de primaire ondersteuning zoals kwaliteitscontrole en logistiek voor het grootste deel aanwezig, omdat anders de hele flow van producten e mei 2020 Chemie Magazine 25
De fabriek van Carbogen Amcis in het centrum van Veenendaal.
‘Cholesterol is een vrij stabiele business, waarin we een belangrijke positie in de markt hebben’
stopt. Gemiddeld is op een doordeweekse dag 60 tot 65 procent van de medewerkers aanwezig. Mensen die thuiswerken hebben voornamelijk een kantoorbaan. Zij zitten met hun laptop thuis en onderhouden het contact met elkaar via Skype, en komen soms naar kantoor om bepaalde zaken af te handelen.”
Markeringen
Verder zijn de gebouwen ingericht op de anderhalvemeter-samenleving. Er zijn markeringen aangebracht en looproutes uitgezet, zodat er op kritieke plaatsen eenrichtingsverkeer is. Ook in de vergaderruimtes zitten mensen op geruime afstand van elkaar. Misschien wel de grootste verandering die de coronacrisis heeft gebracht is de manier van communiceren, vertelt HR-manager Daniella Vrijling. “We overleggen en doen de eerste interviews met sollicitanten nu via Skype, en dat gaat prima. We waren altijd gewend om aan tafel te zitten, maar nu blijkt dat dat helemaal niet nodig is. Het geeft je ook een bepaalde vrijheid. Je kunt bijvoorbeeld met mensen spreken op een moment dat zij niet in staat zijn hiernaartoe te komen.” Toen Eijkman begin mei het woord ‘jubileum’ in zijn agenda zag staan, vroeg hij aan Vrijling wie er ook alweer 12,5 jaar in dienst was, want hij kon niemand vinden op zijn lijst. Door alle coronadrukte was hij het 12,5-jarige bestaan van het bedrijf straal vergeten. p 26 Chemie Magazine mei 2020
LANGE HISTORIE IN PRODUCTIE CHOLESTEROL EN VITAMINE D De fabriek van Carbogen Amcis in het centrum van Veenendaal is gevestigd op het terrein van de voormalige, in 1946 opgerichte Scheepjeswolfabriek. Een bijproduct van de wolfabriek was wolvet, een wasachtige substantie die men verkrijgt bij het wassen van schapenwol. Het wolvet ging toen nog gewoon als afval het oppervlaktewater in. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had men echter ontdekt dat wolvet een hoog gehalte aan cholesterol bevat, die als grondstof kon dienen voor bepaalde producten. Zo was Organon bezig met de ontwikkeling van synthetische hormonen op basis van cholesterol. Maar toen in Mexico een plantje werd ontdekt waarvan de wortel al een stof bevatte die de industrie enorm op weg hielp in de hormoonsynthese, verdampte die belangstelling. Intussen had Philips tijdens de ontwikkeling van de hoogtezon ontdekt dat door bestraling van cholesterol met uv-licht D-vitamines konden worden gemaakt, vergelijkbaar met wat er in de menselijke huid gebeurt bij zonlicht. Nadat in Veenendaal een fabriek was gebouwd die wolvet tot cholesterol verwerkte, werd deze in 1969 door Philips-Duphar overgenomen om er vitamine D2 en D3 te produceren. Voor D3 werd cholesterol gebruikt. De wolverwerkende industrie begon toen al uit Veenendaal te verdwijnen, het wolvet werd meer geïmporteerd van over de hele wereld. Naast vitamine D werden er later ook additieven voor garnalenvoer geproduceerd (in tegenstelling tot de meeste dieren kunnen garnalen zelf geen cholesterol maken en moeten die halen uit de voeding) en grondstoffen voor cosmetica.
Dishman
Later werd het bedrijf overgenomen door Solvay en ging het verder als Solvay-Duphar. Vanwege ontwikkelingen op de internationale markt stopte
Solvay in 2005 met de productie van vitamine D en werd het bedrijf 2 jaar later verkocht aan het Indiase Dishman. Dat was 12,5 jaar geleden. Later kwam de locatie onder Dishman-dochter Carbogen Amcis, die het hoofdkantoor in Zwitserland heeft. Sindsdien zijn er een aantal zaken veranderd. “We leveren nu ook cholesterol aan de hoofdvestiging in India, waar ook een vitamine D-fabriek staat”, aldus directeur Eijkman. “Ook hebben we een aantal nieuwe vitamine D-analoga ontwikkeld.” Hij doelt op uit vitamine D3 afgeleide API’s (active pharmaceutical ingredients), zoals calcifediol en calcitriol. Het lichaam zet vitamine D3 om in calcifediol en vervolgens in calcitriol, verantwoordelijk voor de juiste balans van calcium en fosfor in de botten. Dankzij deze synthetische stoffen, toegepast in geneesmiddelen bij nier- en leverfalen, kan het metabolisme van het lichaam omzeild worden en toch zorgen voor een gezond beenderstelsel. De cholesterol wordt ook toegepast in liposomen, die dienen als hulpstof in geneesmiddelen en zorgen dat de API’s op de juiste plek in het lichaam terechtkomen.
Uitbreiding
In de nabije toekomst gaat het bedrijf verder met de ontwikkeling van vitamine D3-analoga. “Het zijn stoffen die in een behoefte voorzien.” In de productie van cholesterol verwacht Eijkman weinig verandering. “Het is een vrij stabiele business, waarin we een belangrijke positie in de markt hebben.” Wel komt er in Veenendaal mogelijk een uitbreiding. “Onze Zwitserse collega’s hebben een aantal activiteiten die goed aansluiten bij onze activiteiten. Die zouden we kunnen overnemen. We hebben hier op de locatie in Veenendaal nog voldoende grond beschikbaar om onze basis te verbreden.”
Uw partner voor een duurzaam beheer van chemisch & sensitief afval
On-site manpower
Innovatief webportaal met reporting
Kennis & expertise
GeĂŻntegreerde totaaloplossing in lijn met uw budget en proces
Veilig ADRtransport
Hoogtechnologische verwerking
Ompakken, op- & overslag
Recycling van materialen & energie
Samen met de Nederlandse industrie naar een circulaire economie www.indaver.nl
Martin van Rijn, minister van Medische Zorg, neemt bij het Hilversumse Tergooiziekenhuis de eerste Nederlandse medische mond-neusmaskers in ontvangst uit handen van Karel Bosschieter, CEO Afpro, Jan-Joost Bosman, CEO Auping, en Edith Schippers, president DSM Nederland.
1.000.000
‘MADE IN HOLLAND’ MONDKAPJES PER WEEK 28 Chemie Magazine mei 2020
Het consortium van DSM, Auping en Afpro filtertechniek overhandigde op 28 april de eerste doos in Nederland gemaakte medische mond- en neusmaskers aan minister Martin van Rijn van Medische Zorg en Sport. Wekelijks worden inmiddels 1 miljoen van deze hoogwaardige FFP2-maskers geproduceerd, ongeveer een kwart van de Nederlandse behoefte. Nadat de eerste duizenden kapjes met de hand waren gemaakt bij beddenfabrikant
Auping, werden bij filterfabrikant Afpro in Alkmaar en bij Auping in Deventer machines geplaatst om de fabricage op te schalen. De mondkapjes zijn bedoeld voor de zorg. Omdat ze ook op de intensive care gebruikt worden, moeten ze aan strenge Europese richtlijnen voldoen. Daarvoor moet ook het productieproces worden gecertificeerd. De productie bij Afpro en Auping wordt gecoĂśrdineerd door DSM Nederland, geleid door oud-minister Edith Schippers.
DSM verzorgt ook de grondstoffen. Het beschermingsmiddel wordt tegen kostprijs geleverd aan het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH), dat de distributie naar zorginstellingen organiseert. Van Rijn hoopt dat er met de binnenlandse productie, aangevuld door grote hoeveelheden mondkapjes uit AziĂŤ, een voorraad aangelegd kan worden, zodat zorginstellingen zich niet elke dag hoeven af te vragen of er wel genoeg beschermende middelen zijn. p
mei 2020 Chemie Magazine 29
FOTO: ANP
Wetenswaardig
‘DOOR COACHING VIND IK MIJN FUNCTIE ECHT GEWELDIG’ Feesten, vrienden: Roy de Jonge vond studeren niet het belangrijkste doel in zijn leven. Als probleemoplosser bij Lubrizol heeft hij alsnog zijn ideale plek in de chemie gevonden. Hoewel? “Als ik écht mijn droom mag schetsen, dan zit ik op Bonaire met mijn basgitaar.” Tekst: Inge Janse
30 Chemie Magazine mei 2020
Human capital
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die een chemieopleiding hebben gedaan en nu in de chemie werken.
1
Aan welke consumentenproducten lever jij een bijdrage? Aan de grondstof polyvinylchloride, pvc, voegen wij wat chloor toe. Zo produceren we cpvc, de grondstof voor cpvc-buizen. Dat zijn net pvc-buizen, alleen dan bestand tegen chemicaliën en hogere druk en temperaturen. Ze worden gebruikt voor industriële toepassingen, zoals drinkwaterleidingen en sprinklersystemen. Onze afzetmarkt zit vooral in het Midden-Oosten en Azië, dus daar kun je ze als consument gewoon kopen in de bouwmarkt. Ik begon bij Lubrizol in Delfzijl als procestechnoloog en hield me voornamelijk bezig met procesoptimalisatie, dus verbeterprojecten en energiebesparing. Nu los ik acute problemen op. 90 procent is chemie- of procesgerelateerd, maar het kan ook met transport, IT of kwaliteit zijn. Je kan het zo gek niet bedenken of ik bemoei me er wel mee. Dat is het leuke aan mijn werk. Soms weet ik hoe iets opgelost moet worden, in de meeste gevallen weet ik wie ik moet bellen. Ik ben een verzamelbak voor alle problemen die er zijn. Dat geeft actie en sensatie.
ROY DE JONGE
PRODUCTION ENGINEER & COORDINATOR BIJ LUBRIZOL
2
FOTO’S: HENK VEENSTR A
Wat vertel jij je neefje en nichtje als zij vragen wat voor werk je doet? In onze fabriek maken we de grondstoffen voor heel stevige regengoten. Daarvoor zijn we aan het knippen en plakken, maar dan in het groot. In ons proces knippen en plakken we atomen en moleculen, en daar krijg je nieuwe dingen van. Ik help bij alle problemen die ontstaan, zoals de reparatie van een kapotte schaar of het regelen van nieuwe lijm. Zo kunnen mijn collega’s hun werk zo snel, veilig en goed mogelijk doen.
3
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Op de lagere school wist ik niet eens dat scheikunde bestond. Op de havo kreeg het vak mijn interesse, dus ik koos voor het profiel natuur gezondheid, en e mei 2020 Chemie Magazine 31
NAAM Roy de Jonge. LEEFTIJD 27 jaar. WOONPLAATS Groningen. HUWELIJKSE STAAT Samenwonend. KINDEREN Geen. OPLEIDINGEN Minor Renewable Energy (Renqi/Kema, 2012-2013), chemische technologie (Hanzehogeschool Groningen, 2009-2013), havo (Ubbo Emmius Lyceum Stadskanaal, 2005-2009). NEVENACTIVITEITEN Roy is examinator voor operators die een diploma Vapro B of Vapro C willen halen. “Dit doe ik zowel intern bij Lubrizol, als extern bij andere bedrijven. Het is ontzettend mooi om te zien hoe hard mensen hebben gewerkt voor hun diploma en hoe blij ze zijn als ze horen dat ze geslaagd zijn.” WERKGEVERS Production engineer & coordinator bij Lubrizol Advanced Materials Resin (2018-heden), process engineer bij Lubrizol Advanced Materials Resin (2014-heden), process engineer bij Actemium Nederland (2013-2014).
daarna chemie en chemische technologie op de Hanzehogeschool. Ik merkte dat je bij chemie veel precisie moest hebben, met dat afwegen tot drie decimalen nauwkeurig. Bij chemische technologie had je gewoon een bak met water, daar gooide je zetmeel in, en je roerde tot er wat gebeurde. Werken met tonnen en kilo’s sprak me meer aan dan met milligrammen. Wel moest ik er hard voor werken. Ik was dagen achter elkaar aan het studeren om een 5,5 te halen. Daarom ben ik ook niet verder gegaan naar de universiteit. Dan zou ik stranden. Ik begon bij een bureau om fabrieken te ontwerpen, dus het uitdenken van leidingen en het berekenen van warmtewisselaars. Dat trok me niet, want ik had er te weinig binding met de industrie en de processen. Toen na een half jaar de vacature voor procestechnoloog bij Lubrizol voorbijkwam, heb ik een gokje gewaagd. 6 jaar later werk ik daar nog steeds. 32 Chemie Magazine mei 2020
‘Ik ben een verzamelbak voor alle problemen die er zijn. Dat geeft actie en sensatie.’
4
Wat zou je je jongere zelf nu adviseren? Achteraf had ik graag wat beter mijn best willen doen tijdens mijn studie. Ik was bezig met school, maar deed vooral het hoogstnodige. Mijn prioriteiten lagen ergens anders: feesten, met vrienden omgaan. Stel dat ik beter mijn best had gedaan en wél had doorgestudeerd? Waar was ik terechtgekomen als ik de universiteit had afgerond? Intellectueel had ik dat misschien wel aangekund, maar de motivatie ontbrak om het te proberen. Tegenwoordig denk ik er nog steeds over na, maar er zit ook een enorme twijfel. Gaat het me lukken? En waar loop ik tegenaan? Daarom stel ik de start nog steeds uit. Maar als ik wil doorgroeien naar het management, dan moet ik me toch verder specialiseren, zoals via een master of business administration.
5
Wat levert je werk je op? Ik krijg enorm veel energie als ik met collega’s in problemen mag duiken om er een oplossing voor te vinden. Word ik gebeld, dan denk ik aan de ene kant: ah nee, het proces ligt weer stil. Maar aan de andere kant denk ik: yes. Is er een probleem in de fabriek, dan heeft iedereen in één keer hetzelfde doel: zo snel mogelijk weer kunnen produceren. Het is enorm mooi om die motivatie bij de rest van de mensen te zien. Doordat ik vanwege de coronacrisis thuis zit, heb ik op een andere manier contact met mensen. De binding met wat er gebeurt in de fabriek is minder, en ik merk dat ik me thuis ongelukkiger voel dan daar. Dus als ik weer terug kan, dan ga ik gelijk. De techniek verdient goed, maar voor mij is geld puur een middel.
Het maakt het leven vooral heel makkelijk. Ik had dit werk niet gedaan als ik geen binding had met techniek. Het inkomen is vooral een bijkomstigheid. Ik heb ook niet het doel om meer te verdienen dan ik nu doe. Ik heb het goed, mijn vriendin en ik kunnen de dingen doen die we willen doen, en ik ben gelukkig. Dat is het belangrijkste.
6
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Dat zijn er twee. Ten eerste hadden we een behoorlijke hoeveelheid materiaal geproduceerd buiten de specificatiegrenzen, met te veel ijzer erin. Iedereen had dat materiaal afgeschreven, het kon richting stort. Ik heb een manier gevonden om die partij weer binnen specificatie te brengen. Bij de productie van cpvc ontstaat namelijk zoutzuur, en ijzer lost daarin op. We hebben dat materiaal daarom opnieuw door het productieproces gehaald. Dat heeft ons een heleboel geld bespaard, iets waar ik enorm trots op ben. Het tweede heeft niet met techniek te maken, maar met persoonlijke groei. Sinds 2 jaar volg ik coachingsessies. Die helpen me om beter mijn eigen koers te volgen. Daarvoor had ik momenten dat ik me niet helemaal lekker voelde, of ongelukkig was. Dat uitte zich ook op mijn werk, dus mijn baas zei: ga maar eens bij een coach kijken wat er aan de hand is. Wat er toen kwam bovendrijven, gaf me enorm veel handvatten om mijn eigen leven in te richten en er grip op te krijgen. Niemand is perfect, dus ik denk dat iedereen hier baat bij kan hebben. Je moet er alleen wel voor openstaan.
Human capital
7
Als je iets zou mogen veranderen aan je baan, wat zou dat zijn? Voordat ik naar mijn coach ging, was ik ongelukkig in mijn functie als probleemoplosser bij Lubrizol. Ik heb als leidinggevende de mensen niet altijd voor het uitkiezen. Bij de een gaat het aansturen makkelijker dan bij de ander. Daar kon ik heel boos over worden. Maar daarna besefte ik: hé, ik kan ook gewoon zelf wat doen aan wat me ongelukkig maakt. Ik vroeg me bijvoorbeeld af wat ik zelf kon doen om een collega naar een hoger plan te tillen. En door mezelf te veranderen, veranderen de dingen om me heen automatisch mee. Daarom vind ik mijn functie momenteel echt geweldig. Ik haal er elke dag energie uit.
8
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? (Roy wijst naar de basgitaar die op de achtergrond van Skype zichtbaar is.) Ik speel daar dagelijks op en droom er af en toe van om een wereldtour te maken. Ik heb mezelf basgitaar leren spelen en volg sinds een jaar wekelijks les. Ik zou wel in een funkband willen spelen, maar ik ben nog te onzeker om dat te doen. Ik vind mezelf niet goed genoeg, en dat duurt ook nog wel even. Wel volg ik bandcoaching, daar maak ik samen met een groep mensen muziek. Ik merk vanzelf of er een klik is en dit iets wordt. Als ik moet kiezen tussen mijn baan en muzikant zijn, dan kan ik voor safe gaan en doorgaan met wat ik nu heb. Maar als ik écht mijn droom mag schetsen, dan zit ik op Bonaire met mijn basgitaar, en duik ik af en toe het water in. Dan is het plaatje wel compleet. p
?
WIE IS ROY NAAST ZIJN WERK?
Naast de basgitaar besteedt Roy veel tijd aan judo. “Daar zit ik al 20 jaar op. Ik was net bezig voor de zwarte band, maar die droom valt vanwege corona even in duigen.” Roy merkt dat het trainen goed werkt voor lichaam én geest. “Ik kan al mijn energie erin kwijt. Zit ik in de auto terug naar huis, dan merk ik dat ook mijn geest weer helemaal rustig is.” Verder spreekt hij veel af met vrienden voor kroegbezoek, feesten en festivals, iets wat deze zomer anders loopt dan verwacht. “Zwarte Cross, Mysteryland, optredens van De Jeugd Van Tegenwoordig, Chef’Special: het valt dit jaar helemaal in duigen. Helaas.”
Roy de Jonge: ‘Je kan het zo gek niet bedenken of ik bemoei me er wel mee.’
mei 2020 Chemie Magazine 33
IN HET KORT o Investeren in SDG 3 (gezondheid en welzijn) biedt ook chemiebedrijf zelf voordelen. o ICL: grondstof besparen, aantrekkelijke werkgever; Carbogen Amcis: buren beschermen en innovatie. o DSM strijdt tegen verborgen honger en corona én bouwt aan markt van de toekomst.
Op welke SDG’s legt de chemie zich toe? Tweede deel van een serie: SDG 3, gezondheid en welzijn.
CHEMIEBEDRIJVEN PROFITEREN MEE VAN INVESTEREN IN SDG 3:
EEN GEZONDE WERELD IS EEN GEZONDE MARKT Hoe implementeren VNCI-leden de Sustainable Development Goals (SDG’s) op de werkvloer? Chemie Magazine maakt een rondgang langs verschillende bedrijven. In het eerste deel van deze serie laten DSM, ICL en Carbogen Amcis zien hoe hun werk voor SDG 3, gezondheid en welzijn, ook hun eigen bedrijf ten goede komt. Tekst: Klaartje Jaspers
34 Chemie Magazine mei 2020
Duurzaamheid
Verontreiniging
Veel chemiebedrijven hebben direct te maken met subdoel 3.9: terugbrengen van het aantal sterfgevallen en ziekten als gevolg van gevaarlijke chemicaliën en de verontreiniging van lucht, water en bodem. Luchtvervuiling leidde in 2016 wereldwijd tot 7 miljoen doden, rapporteerde de secretaris-generaal in 2019. Daarnaast versterkt het de kans op cardiovasculaire ziektes en aandoeningen van de luchtwegen. Door de uitstoot van fijnstof en andere schadelijke stoffen te beperken, moet dat sterftecijfer voor 2030 ‘substantieel’ verminderd worden. De recente corona-maatregelen toonden al aan hoe effectief het stilleggen van de economie daarbij kan zijn: het aantal doden dat wordt bespaard door de schonere lucht zal het aantal doden ten gevolge van het virus ver overschrijden, voorspellen onderzoekers.
Gezondheidsproducten
Naast het reduceren van de uitstoot van schadelijke stoffen die vrijkomen bij hun eigen productie, dragen veel chemiebedrijven bij aan het ontwikkelen van producten die de menselijke gezondheid ten goede moeten komen. Zo maakt DSM dieetvoeding voor mensen die kampen met over- of ondervoeding, produceert Carbogen Amcis geneesmiddelen voor nier- en leverpatiënten en werkt ICL aan zonnebrandcrème en vegaburgers. De maatregelen die ze daarbij nemen helpen hen tegelijkertijd om op grondstoffen te besparen, risico’s te verminderen en nieuwe markten aan te boren.
CARBOGEN AMCIS
GEZONDE PRODUCTIE BESCHERMT DE BUREN
Gezondheid voor de één moet niet ten koste gaan van gezondheid voor de ander, benadrukt Carbogen Amcis’ duurzaamheidsmanager Jeroen de Jong. Gevestigd in centrum Veenendaal wil de vitamine D-producent er vooral voor waken dat zijn directe buren geen schade ondervinden van de oplosmiddelen op het terrein. In 2030 wil het bedrijf helemaal oplosmiddelvrij zijn. De zoektocht naar alternatieven zet aan tot onderzoek en innovatie.
W
ie aan de cosmetica en farmacie verkoopt, heeft te maken met buitengewoon kritische klanten. In geneesmiddelen mag geen enkele verontreiniging zitten, cosmetische ingrediënten zijn bij voorkeur veganistisch. Als leverancier van cholesterol en vitamine D, kijkt Carbogen Amcis daarom niet alleen uitgebreid naar de eigen bedrijfsvoering, maar ook naar die van toeleveranciers – of dat nu algenkwekers zijn of schapenboeren (voor het wolvet).
Wolwasserij
Vanouds doopten de boeren de schapen vier of vijf keer per jaar in bestrijdingsmiddelen, vertelt De Jong. Vervelend voor de schapen, maar ook voor de wolwasserij, die met het afvalwater zat. Door met de boeren in gesprek te gaan, werd de reguliere gifdoop vervangen door een incidentele, én een gezamenlijke communicatieset. Zo bespaarden schapenboeren op pesticides en bespaarde de wolwasserij op reiniging. Voor de eindgebruiker zal het niet veel uitmaken, legt De Jong uit: het eindproduct was en blijft schoon. De grootste gezondheidswinst zat hier bij SDG 3.9, het verminderen van verontreiniging van water, lucht en bodem met voor de gezondheid gevaarlijke stoffen; in dit geval onder meer belangrijk voor de schapenboeren en wolwassers.
Oplosmiddelvrij
Voor de oplosmiddelen die bij de productie worden gebruikt, geldt eigenlijk hetzelfde: de gezondheidsrisico’s liggen niet zozeer bij degenen die de vitaminen moeten slikken, maar bij de mensen in de omgeving waar het gemaakt wordt. “Het gaat om relatief onschuldige stoffen als aceton en methanol, en de concentratiegrenzen zijn nog nooit overschreden,” zegt de Jong, “maar je zit toch met 150 ton brandbare stoffen in een woonwijk. Op zo’n plek wil je elk mogelijk risico uitsluiten.” Als het aan Carbogen Amcis ligt, werkt het in 2030 helemaal oplosmiddelvrij. Dat is nog een flinke uitdaging, weet De Jong. Zeker voor de medicijnproductie, die werkt met geregistreerde processen die je niet zomaar mag veranderen. “We hebben al een gesloten proces. Nu kijken we welke technieken we kunnen gebruiken om de oplosmiddelen helemaal uit te faseren. Onze R&Dmanager scant haar wetenschappelijke omgeving, en heeft al wat veelbelovende processen gevonden. Die testen we. Dat gaat langzaam, maar we hebben al de eerste leuke resultaten. Het hele traject vergt veel investeringen, maar dan zijn we ook gelijk van het hele veiligheidsprobleem af.”
Carbogen Amcis bevindt zich in een woonwijk. ‘Op zo’n plek wil je elk mogelijk risico uitsluiten.’
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE
‘V
erzeker een gezond leven en promoot welzijn voor iedereen, op alle leeftijden’, dat is de oproep van SDG 3, een van de zeventien Sustainable Development Goals van de VN. Behalve het terugdringen van kinder- en moedersterfte, epidemieën en tropische ziektes, moet de naleving ook leiden tot minder verkeers- en verslavingsslachtoffers, minder welvaartsziektes en minder depressies.
e mei 2020 Chemie Magazine 35
FOTO: ANP
DSM sloeg met bedden- en filterfabrikant de handen ineen voor de productie van medische mond- en neusmaskers
DSM
ONDER-, OVERVOEDING EN CORONA TE LIJF
“Binnen drie weken hebben we de productie van medische mondmaskers in Nederland weten op te schroeven van nul naar 1 miljoen per week”, vertelt DSM-woordvoerder André van der Elsen trots. DSM sloeg de handen ineen met een bedden- en een filterfabrikant om in recordtijd aan de vraag vanuit de regering te kunnen voldoen. Net als met de productie van gezonde voeding, draagt DSM hiermee bij aan SDG 3.
“W
e leven in een wereld waarin 821 miljoen mensen honger lijden, terwijl 650 miljoen mensen
‘In 3 weken hebben we de productie van medische mondmaskers in Nederland opgeschroefd naar 1 miljoen per week’ 36 Chemie Magazine mei 2020
obees zijn”, constateert DSM op zijn site. De voedingsingrediënten-tak draagt bij aan het terugdringen van het sterftecijfer van pasgeborenen en kinderen onder de 5 jaar (subdoel 3.2) en van niet-besmettelijke ‘welvaarts’ziektes als cardiovasculaire aandoeningen en diabetes (3.4). Ruim een kwart van de wereldbevolking is misschien niet zichtbaar onder- of overvoed, maar lijdt wel aan ‘verborgen honger’, becijfert DSM: 2 miljard mensen heeft een tekort aan vitaminen of mineralen. Denk daarbij aan kinderen met een tekort aan vitamine A, maar ook aan kantoormedewerkers met een tekort aan vitamine D, tieners met een tekort aan ijzer en ouderen met een tekort aan magnesium. Momenteel vullen ongeveer 100 miljoen mensen die tekorten aan met DSM’s ingrediënten.
Gebalanceerde voeding
Door samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie en hulporganisaties als Vitamin Angels moet dat aantal verder toenemen. Daarnaast zette DSM in Rwanda het publiek-private partnerschap Africa Improved Foods (AIF) op. Met producten van 36.000 lokale boeren en driehonderd medewerkers maakt AIF gezonde voeding verrijkt met vitaminen en
mineralen, in de vorm van een pap waarmee veel kinderen hun dag beginnen. Een kind dat in de eerste 1000 dagen na conceptie goede, gebalanceerde voeding krijgt, heeft een veel grotere kans om zich goed te ontwikkelen, het goed te doen op school en aan armoede te ontsnappen, redeneert DSM. Voor een bedrijf dat wereldwijd actief is, betekent dat niet alleen een bijdrage aan zijn ideële ambities, maar ook aan de ontwikkeling van zijn toekomstige markt. De kinderen die nu via hulporganisaties extra vitamine A krijgen, zijn straks wellicht de consumenten van DSM’s voedingsproducten.
Duurzame productie
Om de groeiende wereldbevolking ook in de toekomst van voldoende gezonde voeding te kunnen voorzien, werkt DSM daarbij aan methodes om minder landbouwgrond te verspillen. Zo maakt het kippenvoer dat de eierschalen sterker maakt en werkt het met plantaardige eiwitten. Door boeren op hun beurt te helpen hun productiemethodes duurzamer te maken, beschermt het niet alleen de toevoer van zijn eigen grondstoffen, maar werkt het ook aan SDG’s op het gebied van klimaat en biodiversiteit.
Duurzaamheid
FOTO: ICL
ICL-medewerkers wandelden met rolstoelgebruikers.
ICL
MINDER VERVUILING DOOR GERICHTE RECYCLING
Bij ICL ligt de focus van SDG 3 vooral op subdoel 3.9: een substantiële reductie van het aantal doden en zieken ten gevolge van lucht-, water- en bodemverontreiniging in 2030. Sinds 2014 legt ICL’s vicepresident Heinrich Berger zich toe op de ontwikkeling van ICL’s Global Procurement Center, dat moet zorgen dat alle grondstoffen uit verantwoorde bronnen komen. Inmiddels komt een groeiend deel van zijn fosfaat en broom in Europa uit recycling.
W
ie de online duurzaamheidsrapportage van ICL bekijkt, krijgt talloze voorbeelden te zien van projecten waarmee ICL aan uiteenlopende SDG’s wil bijdragen. “Als wereldwijd producent van uiteenlopende meststoffen, voedingsmiddelen en industriële producten, is ons werk met bijna alle SDG’s verbonden”, verklaart duurzaamheidsmanager Roy Weidberg. “We zien de veranderingen die we doorvoeren om aan deze doelen te voldoen niet als offer, maar als onderdeel van een vitale bedrijfsstrategie. Klanten, investeerders en andere belanghebbenden vragen bedrijven voortdurend om meer duurzaamheid. We zijn ervan overtuigd dat de aanpassingen cruciaal zijn voor de voorspoed van ons bedrijf, nu en in de toekomst.” ICL’s bijdrage aan SDG 3 blijkt onder
meer uit producten als plantaardige vleesvervangers en Merquel, een poeder dat over kolen wordt gestrooid om de uitstoot van kwik tegen te gaan. De Nederlandse productielocaties maken producten als granulair polysulfaat voor de biologische landbouw, maar ook ingredienten voor desinfecteermiddelen, zonnebrandcrème en medicijnen.
Reststromen
Reststromen worden zoveel mogelijk hergebruikt, zowel binnen fabrieken, tussen de vestigingen als in coalities met externe partners. Zo maakt de Zeeuwse bromideverwerker deel uit van Smart Delta Resources (SDR), waarin voedsel-, energie-, staal- en chemiebedrijven samenwerken. Daarnaast is ICL Terneuzen een van de initiatiefnemers van het Polystyreen Loop Project. Het broom dat zijn Bromine Recovery Unit (BRU) uit afgedankt polystyreenschuim haalt, wordt gebruikt voor de productie van nieuwe vlamvertragers. “Door met andere partijen samen te werken en onze waardeketens op elkaar af te stemmen, kunnen we veel meer effect hebben”, benadrukt vicepresident Heinrich Berger. “Wij zetten zelf druk op onze leveranciers om duurzaamheidsmaatregelen door te voeren, maar maken bijvoorbeeld ook deel uit van gezamenlijke initiatieven als Together for Sustainability (een initiatief waarin verschillende chemiebedrijven audits van hun toeleveranciers delen – red.). Met 22 bedrijven samen hebben we veel
‘Veranderingen die we doorvoeren voor de SDG’s zijn geen offer, maar onderdeel van een vitale bedrijfsstrategie’ meer effect. Daarnaast helpt die samenwerking om dingen in het groter perspectief te blijven bezien. Ketenverantwoording is vaak zo complex dat je al snel in de details dreigt te verdwalen.”
Wereldwijd en lokaal
Naast wereldwijde bijdragen, probeert ICL een positieve impact te hebben op gezondheid en welzijn van lokale werknemers, buurtbewoners en bezoekers. Zo zaagde Berger al ongewenste takken weg uit een Amsterdams bos, terwijl zijn collega’s wandelden met rolstoelgebruikers of kookten voor de ouderen. Zulke projecten worden niet alleen gewaardeerd door de buren, weet hij uit ervaring, maar ook door het personeel zelf. Behalve aan de versterking van het team en het welzijn van de buurt, dragen ze ook bij aan ICL’s andere ambitie: overal waar ze opereren de favoriete werkgever worden. p
mei 2020 Chemie Magazine 37
Verkoop stoom- en warmwaterketels
Eco Steam Trading & Consultancy bv
www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com
IN HET KORT o Cognitief psycholoog Jop Groeneweg: vierde golf in ontwikkeling just culture onvermijdelijk. o ‘Psychologische veiligheid’ in het team levert zowel meer meldingen als nieuwe ideeën op. o Gezamenlijke aanpak chemie gewenst om tools psychologische veiligheid te ontwikkelen.
Veiligheid Jop Groeneweg: ‘Bij een just culture gaat het erom dat je iets durft te melden of aan de orde te stellen’
COGNITIEF PSYCHOLOOG JOP GROENEWEG: TIJD VOOR ‘PSYCHOLOGISCHE VEILIGHEID’ IN CHEMIE
FOTO’S: ARNO MA SSEE
’VOLKOMEN VEILIG VOELEN IN HET TEAM’
De Nederlandse chemische industrie wil uitgroeien tot de veiligste in de wereld. Daarvoor moeten chemiebedrijven hun veiligheidscultuur naar een nog hoger niveau brengen. Cognitief psycholoog Jop Groeneweg benadrukt dat het creëren van ‘psychologische veiligheid’ hiervoor essentieel is. Hiervoor wil hij samen met bedrijven geschikte tools ontwikkelen. Tekst: Erik te Roller
e mei 2020 Chemie Magazine 39
HALLO,
WIJ ZIJN UW PARTNER IN VEILIGHEID!
5 emissiebeperkende maatregelen voor de procesindustrie Oplossingen en technologieën voor het realiseren van toelaatbare concentraties Verontreinigende stoffen zijn helaas overal te vinden in de geïndustrialiseerde wereld en kunnen schadelijk zijn voor mens en milieu, maar ook materiële schade veroorzaken. Emissiebeheersing is mede daardoor een mijlpaal in de wereldwijde milieubescherming voor mens en dier en voor de aarde zelf.
Lees de 5 oplossingen door de QR-code te scannen!
Mede door de steeds striktere wet- en regelgeving zijn bedrijven op zoek naar oplossingen en hoogwaardige reinigingstechnologieën om de concentratie van verontreinigende stoffen te reduceren. GEA Nederland, +31 570 66 33 66 gea.com/nederland
Wij ontzorgen uw gehele (brand)veiligheidsinzet! Risk Safety levert gecertificeerde en gemotiveerde brandwachten-mangatwachten. Wij leveren vanuit eigen organisatie één of tientallen brandwachten. Voor spoedopdrachten, doorlopende projecten, onderhoud en turnaround. Onze brandwachten zijn multifunctioneel inzetbaar en in het bezit van de diploma’s: • VCA VOL • Gasmeten EX-OX-TOX • Buitenwacht-mangatwacht • Kleine blusmiddelen + water- en schuimvoerende armaturen * • Werken met onafhankelijke adembescherming * * Of Rijksdiploma brandwacht of IFV diploma manschap
Voordelen van Risk Safety: • Onze brandwachten zijn voorbereid en goed geïnstrueerd. • KVGM-managers (MVK) beschikbaar voor coördinatie brandwachteninzet. • Piketbrandwacht boven de sterkte voor directe opvang bij ongeplande afwezigheid of ziekte; Geen vertraging van uw project! • Wij ontzorgen u bij de brandwachtaanvragen van contractors, planning, operationele inzet, uitgifte apparatuur, werkplekinspecties en urenverantwoording. • Sluitende urenverantwoording en facturatie.
Wat kan Risk Safety nog meer voor u betekenen? Lees het op: www.risksafety.nl/petrochemie
Veiligheid
E
en goede veiligheidscultuur maakt het mogelijk om van incidenten te leren, zodat soortgelijke incidenten zich niet meer voordoen. Maar in de praktijk blijkt het leren van incidenten niet zo eenvoudig te zijn, stelt Jop Groeneweg, die verbonden is aan de Universiteit Leiden, TNO en de Technische Universiteit Delft en al 35 jaar onderzoek doet naar de veiligheid in de petrochemische industrie. “Net als in de film Groundhog Day lijkt het soms alsof in de industrie elke dag opnieuw begint: 90 tot 95 procent van de incidenten blijkt al eens eerder te zijn voorgekomen. Uit die percentages blijkt ook dat bedrijven onderling te weinig van elkaar leren. Kennis delen is en blijft cruciaal voor het bereiken van een hoger veiligheidsniveau.” Een kwestie van informatie uitwisselen dus? “Nee, om informatie over veiligheid te kunnen benutten moeten bedrijven en organisaties hun lerend vermogen verhogen. Bij het leren gaat het om twee dingen. Ten eerste moet je weten waarvan je kunt leren. Hiervoor zijn meldingen en rapportages belangrijk. Ten tweede moet je weten hoe je daarvan kunt leren. Dat is niet door schuldigen aan te wijzen, maar door met z’n allen telkens weer te zoeken naar manieren om nog beter te werken, zodat je kunt voorkomen dat bepaalde incidenten zich herhalen. Al in de jaren 90 zag de industrie in dat melden, analyseren en bespreken van incidenten vraagt om een just culture, een cultuur waarin iedereen zich rechtvaardig behandeld voelt.”
BOEKENTIP
De onbevreesde organisatie, creëer psychologische veiligheid op de werkvloer om innovatie en groei te stimuleren Amy C. Edmondson
Hoever is de industrie nu met het invoeren van een just culture? “De invoering is via een aantal golven verlopen. Bij de eerste golf in de jaren 90 werden mensen aangemoedigd om meldingen te doen door erop te wijzen dat die nodig zijn om lessen uit incidenten te trekken. Dat heeft tot een flinke toename van het aantal meldingen geleid. De tweede golf was gericht op een eerlijker behandeling van mensen na incidenten. Er kwamen matrixen om per geval te kunnen beoordelen in hoeverre een betrokkene schuldig is of niet. In de praktijk blijken die matrixen echter niet bij te dragen aan het gevoel eerlijk behandeld te worden. Daarom moedigen ze mensen ook niet aan om meer meldingen te doen. Tijdens de derde golf, waar we nu in zitten, gaat het erom vanuit de organisatie meer compassie te tonen met
iemand die bij een incident betrokken was. Dus niet meteen zo van ‘heb je je wel aan de regels gehouden?’, maar eerst vragen ‘hoe gaat het nu met je en wat is er gebeurd?’. De bedoeling is ook om aan de betrokkene duidelijk te maken dat die informatie kan geven waar anderen veel aan kunnen hebben. En ook dat die persoon niet alleen staat, maar deel uitmaakt van een team dat werkt aan het verhogen van de veiligheid.” Dat vraagt ook om een bepaalde opstelling van het management. “Daarom komt er nu onvermijdelijk een vierde golf in de ontwikkeling van een just culture, die van psychologische veiligheid. Hierbij gaat het erom dat mensen zich in een team volkomen veilig voelen, waardoor ze hun vinger op durven te steken als ze ergens bezorgd over zijn en zonder aarzeling ideeën inbrengen. Zover is het nog lang niet. Op vragen als ‘heb je het idee dat jouw mening meetelt?’ antwoordt 60 tot 70 procent van de mensen in de industrie ‘nee’.”
‘Teams met een hoge mate van psychologische veiligheid werken efficiënter en effectiever’ Wat voegt psychologische veiligheid precies toe? “Het begrip psychologische veiligheid is in 1999 geïntroduceerd door professor Amy Edmondson van de Harvard University, die onderzoek deed naar gedrag in organisaties. Het is enkele jaren geleden doorgebroken bij een groot onderzoek van Google naar het functioneren van zijn eigen teams. Hierbij bleek dat teams met een hoge mate van psychologische veiligheid efficiënter, effectiever werkten, omdat ze de potentiële kennis van hun leden beter wisten te benutten. Bij een just culture gaat het erom dat je iets durft te melden of aan de orde te stellen. Net zo belangrijk is dat je ideeën kunt inbrengen e mei 2020 Chemie Magazine 41
zonder dat die meteen van tafel geveegd worden en dat je niet bang bent uitgelachen te worden. Met psychologische veiligheid stimuleer je zowel de meldingen als het aandragen van nieuwe ideeën. Het maakt het werken prettiger, waardoor het ziekteverzuim en het personeelsverloop dalen.”
CV
Jop Groeneweg is docent cognitieve psychologie aan de Universiteit van Leiden en hoogleraar Safety in Health Care aan de TU Delft. Ook is hij als senior researcher werkzaam bij TNO. Hij begon zijn carrière met het onderzoeken van oorzaken en achtergronden van ongevallen op zee. Midden jaren 80 verschoof zijn interessegebied naar de petrochemische industrie. Recent was hij samen met TNO betrokken bij een project gericht op het ontwikkelen van een procesbenadering van ‘Leren van incidenten’. Veel organisaties zouden zogenaamde terugkerende ongevallen kunnen voorkomen als ze de lessen uit incidenten effectief zouden implementeren.
42 Chemie Magazine mei 2020
Zal de chemie dit gemakkelijk omarmen? “Zeker in de chemie, die vertrouwd is met een rationele manier van denken, zal men bereid zijn om te veranderen als bewezen is dat dit tot betere resultaten leidt. De financiële marges in de productie zijn smal. Alles wat kan bijdragen aan meer winstgevendheid telt.” Wie moet de eerste stap zetten? “Bij voorkeur de VNCI. Als die voor de hele branche een programma opzet, zullen bedrijven eerder aanhaken. Het voordeel is ook dat er bij een gezamenlijke aanpak meer geld beschikbaar zal zijn voor onderzoek, het ontwikkelen van tools en het terugkoppelen van resultaten van pilots aan de leden. Dat kan ook via de Safety Delta Nederland-organisatie en past binnen het programma Duurzame Veiligheid 2030.” Hoe maak je een werkomgeving psychologisch veilig? “Het goede nieuws is dat uit onderzoek blijkt dat psychologische veiligheid gunstig is, het slechte dat nog niet goed bekend is hoe je van A naar B komt. Mijn leerstoel aan de Technische Universiteit in Delft gaat over de vraag welke factoren kunnen bijdragen aan het realiseren van psychologische veiligheid en hoe je die kunt meten. Een manager zou kunnen zeggen ‘vanaf morgen doen we het zo’, maar zo werkt het niet. En wetenschappers kunnen ook niet vertellen hoe je van A naar B komt. Ze hebben bedrijven nodig om op basis van hun hypotheses tools te ontwikkelen, die effectief zijn en iedereen wil gebruiken. Ik werk nu samen met het RIVM aan het ontwikkelen van een database waarin we kunnen vastleggen hoe we tot goede praktijken zijn gekomen, om dat vervolgens te kunnen delen.” Vraagt psychologische veiligheid om een ingrijpende gedragsverandering? “De mensen zullen op een andere manier met elkaar moeten leren omgaan en hun rol in het team zal ook veranderen. Je moet je bij wijze van spreken kwetsbaar kunnen opstellen. Dat
‘Aangezien de chemie met veiligheid vooroploopt, ligt het voor de hand om juist hier tools voor psychologische veiligheid te ontwikkelen’ betekent niet dat je je als een zacht gekookt ei moet opstellen, maar wel dat je je vinger moet opsteken en voorstellen moet doen. Een idee hoeft niet meteen omarmd te worden, maar is het wel waard om niet meteen afgewezen, maar bestudeerd te worden.” Wat kan het management hieraan bijdragen? “Psychologische veiligheid vraagt om een bepaalde opstelling. Zeg bijvoorbeeld ‘we kunnen van elk project wat leren’ in plaats van ‘als er wat misgaat bij dit project dan leren we daarvan’. De bedoeling is ook om door vragen te stellen mensen nieuwsgierig te maken, zodat ze eerder op zoek gaan naar inventieve oplossingen. Tegelijk moet je je bewust zijn van je tekortkomingen. Niemand heeft de wijsheid in pacht. Alleen als team kun je slagen. Laat daarom een al te strakke rolverdeling los, zodat bijvoorbeeld niet alleen het hoofd van de onderhoudsdienst mag zeggen welke dienstverlener een klus het beste kan uitvoeren. Laat ook anderen meedenken en suggesties leveren.” Zal psychologische veiligheid snel ingang vinden? “Mijn inschatting is dat de wereld er over een aantal jaren heel anders uitziet. Dat mensen in teams anders samenwerken. Aangezien de chemie met veiligheid vooroploopt, ligt het voor de hand om juist in deze bedrijfstak tools voor psychologische veiligheid te ontwikkelen. Daarom hoop ik bedrijven te kunnen vinden die hieraan mee willen werken. Vooroplopen is mooi, maar heeft als nadeel dat de chemie bij het invoeren van psychologische veiligheid niet kan leunen op ervaringen in andere branches. Maar de wil om vooruit te komen is sterk aanwezig. Daarom denk ik dat de chemie in 2025 met psychologische veiligheid een flinke stap vooruit zal hebben gezet.” p
Een stap in jouw carrière maken?
Ga dan voor de opleiding Hogere Veiligheidskunde en/of Arbeidshygiëne
Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit! • docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied • praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf • PHOV al meer dan 25 jaar toonaangevend in veiligheidskunde
24 september 2020 (avondopleiding): Hogere Veiligheidskunde, Arbeidshygiëne, Combi HVK, AH en/of A&O
Met PHOV kom je echt verder in je loopbaan!
Al afgestudeerd HVK’er of AH’er? Volg dan: 6 oktober 2020 (middag-avond opleiding): Specialisatie Hogere Veiligheidskunde 7 oktober 2020 (avondopleiding): Specialisatie Arbeidshygiëne
T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
Milieu en Omgevings vergunning vergt kennis mtech is gespecialiseerd in : – – – – – – – – – – – – Nederland
België
Roermond Produktieweg 1g 6045 JC Roermond
Gent Hasselt Namen Brussel Esplanade 1 bus 16 Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 9032 Gent 3500 Hasselt 5004 Namur 1020 Brussel
T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65 T +32 9 216 80 00 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be
T +32 11 223 240 info@m-tech.be
Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming
T +32 81 226 082 info@m-tech.be
www.m-tech-nederland.nl m-tech_2020_scm_180x132.indd 1
10/01/20 11:37
44 Chemie Magazine mei 2020
Uitgelicht
Nouryon heeft een nieuwe oplossing gelanceerd die de effectiviteit van energiebesparende cool roof-coatings vergroot door hun vermogen om licht te reflecteren te verbeteren. In warme klimaten neemt airconditioning het leeuwendeel van het totale energieverbruik in beslag, met percentages rond de 70 in woonwijken. Speciale coatings van Nouryon met zogeheten Expancel Microspheres maken het mogelijk om dit energieverbruik te verlagen. Het nieuwe concept kan de externe opper-
vlaktetemperatuur van een gebouw met 15 graden Celsius verlagen. Door de coating aan te brengen op het metalen dak van een groot bedrijfsgebouw van één verdieping werd het energieverbruik voor koeling zelfs met meer dan 40 procent verminderd. “Naast temperatuurverlaging is het ook belangrijk dat de coating goed hecht aan het dakoppervlak en uitzet en samentrekt als de temperatuur verandert”, aldus Patrick Wilhelm, vicepresident van Colloidal Silica. De nieuwe oplossing is al beschikbaar in Azië, Europa en Mexico. p
mei 2020 Chemie Magazine 45
FOTO: NOURYON
KOELE DAKCOATING
IN HET KORT o Vier finalisten Plant Manager of the Year 2020 bekend. o Twee vrouwen en twee mannen genomineerd. o Verkiezingsuitslag tijdens Deltavisie-congres (3 september).
2020
VIER FINALISTEN BEKEND De vier ďŹ nalisten van de Plant Manager of the Year-verkiezing van dit jaar zijn bekend: Lennard Luijt (NAM), Mirjam Verhoeff (DSM Resins and Functional Materials), Ann Geens (Ducor) en Harry Talen (Engie). De winnaar wordt op 3 september tijdens het congres Deltavisie bekendgemaakt. Tekst: Dagmar Aarts, Petrochem
46 Chemie Magazine mei 2020
Verkiezing
‘Nominatie voelt als erkenning voor het team’
FOTO: NAM
P
lantmanager Mirjam Verhoeff van DSM Resins and Functional Materials vindt de nominatie voor Plant Manager of the Year een eer, maar zou liever willen dat het de Plant of the Year-verkiezing zou heten. “De afgelopen 3 jaar hebben we met het hele team heel veel gedaan en deze nominatie voelt dan ook als erkenning voor het team.” Het bedrijf in Hoek van Holland maakt uv-uithardende harsen die worden gebruikt als coating voor glasvezel en als 3D-printmateriaal. Dat laatste werd tot 3 jaar geleden op een andere locatie geproduceerd. “Doordat het nieuwe product hierheen kwam en de productievolumes van de bestaande productlijn hard stegen, zijn wij enorm gegroeid. 3 jaar terug hadden we 35 man in de fabriek, nu zijn dat er 100.” Verhoeff is trots dat het met een verbeterprogramma is gelukt om 55 verbeteringen door te voeren in 8 maanden tijd. Medewerkers kregen een coach, maar mochten zelf invullen wat ze gingen verbeteren. “Hierdoor konden ze aan verbeteringen werken waar ze zelf elke dag profijt van hebben. En daar zitten echt pareltjes tussen. Zo is een groot kwaliteitsprobleem opgelost door iemand van het lab.” Ook is Verhoeff trots op de SHE Improvement Award van DSM. “We hebben de afgelopen jaren hard gewerkt aan alle systemen en processen, en ook tijd gestoken in de leiderschapsstijl van leidinggevenden. We hebben grote stappen gemaakt en binnen DSM wordt dat nu ook erkend doordat een aantal door deze site ontwikkelde best practices breed door DSM worden gebruikt, bijvoorbeeld op het gebied van heftruckveiligheid.” Als Verhoeff de verkiezing wint, wil ze zich inzetten voor meer samenwerking in het verbeteren van het datagebruik en digitale oplossingen in de chemische industrie. “Iedereen is er wel mee bezig, maar vindt het voor zichzelf uit. Terwijl we het allemaal nodig hebben om te blijven verbeteren. Ik heb rondgevraagd, maar niemand kan mij een bedrijf in onze sector aanwijzen dat een echte koploper is op dit gebied. Door te delen wat werkt en wat niet kunnen we samen verder komen.”
P
FOTO: DAGMAR A ARTS
MIRJAM VERHOEFF
LENNARD LUIJT
‘Ik vind dat in ieder individu en team leiderschap zit’
roduction unit manager offshore Lennard Luijt is verantwoordelijk voor de gehele operatie van de NAM op de Nederlandse Noordzee. Hij wil zich inzetten om met meerdere partijen samen te werken aan de energietransitie en het enthousiasmeren van jonge mensen in de techniek. Hij is vooral trots op het empowering leadership. “Dat betekent dat medewerkers en teams echt verantwoordelijk zijn voor hun eigen acties. Ik vind dat in ieder individu en team leiderschap zit. Als je goed naar medewerkers luistert en hoort wat ze nodig hebben, kun je het niveau van de organisatie constant verhogen. En het is bewezen dat mensen door empowering leadership blijer en gezonder naar hun werk gaan.” Daarnaast ziet Luijt het terug in de businessperformance en de ontwikkeling van medewerkers. “Veel meer mensen maken stappen of groeien door, van operator naar bijvoorbeeld hmi (hoofd mijnbouw installaties – red.). En medewerkers groeien in hun huidige baan veel meer door en worden effectiever.” Als Luijt de verkiezing wint, wil hij zich ervoor inzetten dat energiebedrijven en de hele keten van energie zich meer samen inspannen voor een CO2-neutrale wereld. “Ook al klinkt dit misschien raar, omdat ik in de olie en gas werk. Maar we moeten ervoor zorgen dat dit de komende generaties doorgaat. Wij als NAM kunnen de energietransitie niet alleen doen en dat geldt voor iedereen on- en offshore. Daarom moeten we veel actiever kijken hoe we met elkaar kunnen samenwerken.” Belangrijk daarbij is dat er genoeg mensen zijn om oplossingen te bedenken om tot die CO2-neutrale wereld te komen. “Daarom ben ik heel erg gefocust op het enthousiasmeren van jonge mensen in de techniek. We moeten de jeugd de kans geven om zich te ontwikkelen in technische beroepen, zodat we kunnen bouwen aan een solide technische kennispool in Nederland. Techniek is fun.” e mei 2020 Chemie Magazine 47
ANN GEENS
‘Soms is het goed om een sense of urgency te voelen’
H
arry Talen is plantmanager van de vier gasgestookte elektriciteitscentrales van Engie in Nederland: Lelystad, de Eemshaven, Bergum en Harculo. Hij ziet zichzelf als een schakel in het geheel die niet meer of minder belangrijk is dan alle andere schakels. De nominatie ziet hij dan ook als waardering voor het hele team. Een team dat het de afgelopen jaren niet makkelijk had. De gasprijs was te hoog om te concurreren met bijvoorbeeld goedkope kolenstroom. Bovendien was de vraag afgenomen door de crisis. Het tij is inmiddels gekeerd. “Ik ben er trots op dat het team, ondanks dat we niet wisten of we over een maand of een jaar nog een job hadden, er wel vol voor is blijven gaan. We zijn erin geslaagd die moeilijke periode te overleven.” Achteraf gezien was die moeilijke periode bijna een zegen volgens Talen. “Soms is het goed om een sense of urgency te voelen. We moesten toen echt veranderen. Die spirit kunnen we nu in de energietransitie gebruiken. We weten dat we moeten blijven vernieuwen.” Als hij de verkiezing wint, wil Talen zich inzetten om de jeugd enthousiast te maken voor techniek door meer verbinding te zoeken met opleidingen en scholen. “We zijn veel minder aaibaar dan andere beroepen. Ook denk ik dat de beeldvorming is dat de industrie een rokende schoorsteen is met zwaar vies werk voor voornamelijk mannen. Terwijl wij zoveel verschillende mensen en kennis nodig hebben.” De nieuwe generatie is ook nodig om te helpen bij de energietransitie. “Als mensen echt het verschil willen maken voor de toekomst moeten ze in onze sector gaan werken. Daarin kunnen ze een bijdrage leveren aan de energietransitie en verduurzaming. Ik zou de industrie en het onderwijs nauwer willen verbinden, zodat de scholieren die straks een keuze moeten maken een richting kiezen waardoor ze ons kunnen komen ondersteunen.” 48 Chemie Magazine mei 2020
FOTO: DUCOR
FOTO: WIM R A AIJEN
HARRY TALEN
B
‘Er zijn nog niet genoeg vrouwen in onze sector’
ij chemiebedrijf Ducor in Rozenburg is de laatste jaren enorm veel veranderd en daar is plantmanager Ann Geens trots op. Het bedrijf maakt nu niet meer één product per productielijn, maar schakelt elke dag om. Geens moest even wennen dat ze is genomineerd, ze treedt liever niet zo op de voorgrond. Ze ziet zichzelf als een goede tegenpool van de technische medewerkers. “Op een samenwerkende manier probeer ik verandering en vooruitgang te bewerkstelligen.” Het bedrijf is gespecialiseerd in polypropeen-, polyetheen- en polyolefineproducten voor uiteenlopende toepassingen. Een aantal jaar geleden verkocht Ducor veel aan zijn moederbedrijf en Belgische textielbedrijven. “Zij begonnen ons meer en meer met onze rug tegen de muur te zetten en onze marges af te bijten. Toen zijn we omgeschakeld van massaproductie naar mixed specialties.” Dat bracht veel (cultuur)veranderingen met zich mee. “Eerst maakten wij op één productielijn één product per jaar. Nu maken wij op elk van de drie productielijnen één product per dag. We schakelen constant om en beleveren veel kleinere klanten. Ik denk dat het mijn sterkte is om zo’n verandering voor elkaar te krijgen.” Als ze de verkiezing wint, wil ze zich voor twee zaken inzetten. “Er zijn nog niet genoeg vrouwen in onze sector. De chemie staat voor grote veranderingen en het is noodzakelijk om daar alle denk- en doe-kracht bij te betrekken. Vrouwen voegen echt iets toe, zowel op uitvoerend als op managementniveau. Onze creativiteit en slagkracht kunnen verschil maken.” Daarnaast wil ze ervoor zorgen dat bedrijven zich samen inzetten om vervuiling in de omgeving tegen te gaan. Vorig jaar nagelde de Plastic Soup Foundation Ducor aan de schandpaal. Plastic korrels van de fabriek zwerven rond in nabijgelegen havens. Het bedrijf steekt de hand in eigen boezem, maar kwam bij onderzoek ook andere korrels tegen. “Die korrels moeten worden opgeruimd, maar we moeten vooral de bron aanpakken. Op ons eigen terrein hebben we dat gedaan. Nu moet de gehele industrie wakker worden.” p
De verkiezing van de Plant Manager of the Year wordt jaarlijks georganiseerd en is een initiatief van het Petrochem Platform in samenwerking met de Koninklijke VNCI, VOTOB, Deltalinqs, Nogepa, het Havenbedrijf Rotterdam en het kennisplatform Het Nieuwe Produceren. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse industrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. De focus ligt hierbij op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit en duurzaamheid.
GeĂŻnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE
Bij OMV GAS gaan flexibiliteit en exceptionele service samen met de internationale kennis en financiĂŤle kracht van de OMV Group. Wij leveren aardgasoplossingen op maat aan grote Europese klanten en distributeurs. Onze flexibele prijs- en leveringsconcepten evenals gedetailleerde kennis van de markt zorgen ervoor dat onze producten perfect aansluiten op uw specifieke behoeften. Neem contact met ons op als u wilt weten hoe onze aardgasoplossingen uw bedrijf kunnen ondersteunen: www.omv-gas.nl
Ga naar www.vnci.nl/chemie-magazine en kies voor print of digitaal
Standaard en maatwerk oplossingen voor
GAS EN VLOEISTOF FLOW METING EN DOSERING Vloeistof van 100 mg/uur tot 600 kg/uur Gas van 1 mln/min tot 11.000 m³n/uur Druk meten en regelen tot 400 bar PROFIBUS DP, DeviceNet™, Modbus, EtherCAT®, FLOW-BUS, PROFINET en nu ook CANopen™ interface Diverse uitvoeringen voor ATEX zone 1 of 2 beschikbaar
I www.bronkhorst.nl - E info@bronkhorst.nl
BOEKEL CHEMICAL REPACKAGING Wat kan Boekel Chemical Repackaging voor u: • Vermalen van granulaten en poeders • Schedderen van bijvoorbeeld kunstharsen • Ompakken/verpakken van 0,1 kg tot 1.000 kg • Verpakken in open-top, ventiel- zakken, drums,dozen en bigbags
• Zeven • Mengen/verpakken • Meedenken in oplossen van calamiteiten in of met materiaal of een combinatie van deze activiteiten
BOEKELCHEMICAL.NL
Boekel Chemical Repackaging bv Dommelstraat 49 • 5347 JK Oss • t 0412 651151 • f 0412 651765 • info@boekelchemical.nl
Veiligheid
CEFIC HELPT BRANDWEER MET GEACTUALISEERDE CALAMITEITKAARTEN De Europese chemiekoepel Cefic heeft de ERICards (Emergency Response Intervention Cards) geactualiseerd. Deze informatiebladen op A4-formaat vertellen per stof of stofgroep hoe brandweerlieden moeten handelen bij een transportongeval met gevaarlijke stoffen. “Het is ook waardevol om met specialisten uit de industrie te kunnen sparren over de juiste maatregelen.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk
met de landelijke meldkamer VGS-Alert.” Dat is de Nederlandse invulling van het samenwerkingsprogramma Intervention in Chemical transport Emergencies (ICE) van Cefic. Het systeem zorgt voor ondersteuning van het bedrijfsleven bij transportongevallen met gevaarlijke stoffen (zie: www.cefic.org).
FOTO: SHUT TERSTOCK
Landelijke meldkamer
De informatiebladen vertellen per stof hoe brandweerlieden moeten handelen bij een transportongeval met gevaarlijke stoffen.
D
e Europese chemiekoepel Cefic startte in 2019 met een groep specialisten om de impact van de wijzigingen in het Europees verdrag over het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (ADR) in kaart te brengen. “Dat was nodig omdat de classificatie van stoffen verandert en er nieuwe stoffen bij komen”, zegt Piet Tolsma, beleidsadviseur Risicobeheersing Veiligheidsregio Groningen. Hij is een van de geestelijk vaders van de informatiebladen die in 1999 voor het eerst verschenen. Ook is hij sindsdien bij alle updates betrokken. Hoewel de vorige versie van de ERICards voor 98 procent overeenkwam met eerdere wijzigingen in het ADR, vond Cefic het belangrijk om de kaarten volledig te actualiseren.
Water of schuim?
De kaarten zijn bedoeld voor de bevelvoerder van het eerste brandweervoertuig dat bij een ongeval met gevaarlijke stoffen ter
plaatse komt. Wanneer bijvoorbeeld een tankwagen is gekanteld, ziet de bevelvoerder vaak alleen het UN-nummer, dat een gevaarlijke stof identificeert tijdens het transport, volgens de voorschriften van de Verenigde Naties en overgenomen in het ADR. “Doel is om in eenvoudige taal duidelijk te maken wat brandweerlieden wel en niet kunnen doen. En om hun persoonlijke veiligheid te waarborgen”, zegt Tolsma. “Het eerste voertuig heeft twee mogelijkheden bij een ongeval met gevaarlijke stoffen: bestrijden met water of met schuim. Voor sommige stoffen is water echter geen optie. Maar dat moet de bevelvoerder wel weten.” Wanneer het om bijzondere stoffen gaat, kan de bevelvoerder het beste de adviseur gevaarlijke stoffen (AGS) benaderen, stelt Tolsma. Iedere veiligheidsregio beschikt over zo’n specialist. “Wanneer deze persoon aanvullend advies nodig heeft, kan de adviseur het beste contact opnemen
Henk Bril (van SABIC en tevens voorzitter van de werkgroep Logistieke Veiligheid van de VNCI) adviseert eveneens om bij een transportongeval met specifieke stoffen niet alleen de kaarten te gebruiken of de adviseur te benaderen, maar indien nodig ook contact op te nemen met VGSAlert. “De meldkamer kan de brandweer snel in contact brengen met de producent, transporteur of afnemer van de stof. Chemiebedrijven kunnen de brandweerlieden ter plaatse ondersteunen met advies en door materiaal aan te leveren. De gemiddelde brandweerman of -vrouw heeft immers niet vaak te maken met een (transport)ongeval met gevaarlijke stoffen.” De meldkamer is ondergebracht bij VNCI-lid Sitech op het Chemelot-terrein. Een snelle interventie is essentieel bij een ongeval met gevaarlijke stoffen, benadrukt Bril. “Brandweerlieden moeten snel over de juiste informatie beschikken om goed te kunnen handelen. De handzame kaarten op A4-formaat zijn hiervoor bij uitstek geschikt, horen we ook van brandweerlieden in de praktijk. Het is overigens zeker geen vervanging van het veel uitgebreidere veiligheidsinformatieblad.” De Nederlandse brandweer heeft volgens Tolsma een goed netwerk om ervaringen en leermomenten van ongevallen met gevaarlijke stoffen onderling te delen. Maar hij is blij met de ondersteuning door de industrie. “Ik werk al geruime tijd in het veld, maar het kan zomaar gebeuren dat ik morgen zelf bij een transportongeval met de handen in het haar sta. En dan is het heel waardevol om met specialisten uit de industrie te kunnen sparren over de juiste maatregelen.” p Meer informatie: www.ericards.nl mei 2020 Chemie Magazine 51
Leading the way
Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11
4807338-LEE-Adv A5-v2.indd 1
Veilig werken met VAPRO
â&#x2014;&#x2020;
e. leebv@vanderlee.nl
â&#x2014;&#x2020;
i. www.vanderlee.nl
23-07-18 11:59
VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl
VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
11/01/17 09:36
VNCI
VNCI NIEUWS IN DE MEDIA
VNCI-voorzitter Bernard Wientjes debatteerde op 26 april in het tv-programma Buitenhof met GroenLinks-voorman Jesse Klaver over onder meer de overheidssteun voor bedrijven tijdens de coronacrisis. Klaver pleitte ervoor dat voor het mkb, volgens hem alle bedrijven met meer dan 250 werknemers, de doorbetaling van loonkosten als een gift moet gelden, maar voor grotere bedrijven als een lening, die ze moeten terugbetalen. Wientjes was het
hiermee eens. Hij vertelde dat hij veel was gebeld door grote bedrijven, vaak multinationals, over de vraag hoe om te gaan met de regeling over doorbetaling van de loonkosten. “Ik heb alle bedrijven gezegd: als het water je niet echt aan de lippen staat, maak dan geen gebruik van die giften.” Als Klaver vervolgens een volgens Wientjes karikaturaal beeld schetst van de grote bedrijven, zegt Wientjes: “Het is niet waar dat het geld uit de ondernemingen wordt gehaald. Een paar voorbeelden staan altijd in de krant, en die noem je altijd, en dat begrijp ik ook, maar bij de AEX-bedrijven, waarvan een aantal lid is van de VNCI, is de cultuur de laatste jaren enorm veranderd. Het denken in shareholder value is echt omgeslagen naar denken in stakeholder value. Zelfs in de Verenigde Staten hebben 250 grote bedrijven gezegd: we moeten niet alleen gericht zijn op winst. En ook in Nederland is die maatschappelijke verantwoordelijkheid er, als je ziet hoe de chemie heeft gereageerd op de coronacrisis.”
NIEUWE LEDEN DUCOR PETROCHEMICALS, ROTTERDAM Ducor Petrochemicals, onderdeel van de BAZAN Group, is gespecialiseerd in kunststof grondstofproducten op basis van polypropyleen en polyethyleen. De site in Rozenburg produceert voor veel uiteenlopende toepassingen, zoals verpakkingsmaterialen, tal van huishoudproducten, textiel en toepassingen in de gezondheidszorg.
ZEOLYST, FARMSUM Zeolyst, een joint venture van PQ Corporation en Shell Catalyst & Technologies, maakt basis-zeolieten met behulp van onder meer waterglas. Het geproduceerde zeoliet in Farmsum wordt gebruikt in katalysatoren bij olieraffinage en bioraffinage, maar ook in katalysatoren voor de NOx-reductie in uitlaatgassen. Door specifieke toevoeging van zeoliet in katalysatoren kunnen efficiënter en meer hoogwaardige producten uit bijvoorbeeld de ruwe olie worden gehaald, en blijft er minder milieubelastend restproduct over.
In De Telegraaf van 27 april vertelden Nouryon-directeur Egbert Henstra en VNCIdirecteur Manon Bloemer over hoe de chemische industrie in Nederland razendsnel geschakeld heeft in de coronacrisis. De sector is hofleverancier van de belangrijkste stoffen voor producten die nodig zijn om de zorg en de anderhalvemetersamenleving te laten functioneren. “Wij hebben afgelopen tijd wel verschuivingen gezien in onze productie”, zei Henstra. “Wij maken een breed palet aan stoffen speciaal ingezet in deze coronacrisis. Van zout uit onze eigen winning maken we ingredienten voor bleekschoonmaakmiddelen. Daarnaast maken we producten die ervoor zorgen dat schoonmaakmiddelen ontsmettend werken.” Dat de Nederlandse chemische industrie zo snel heeft kunnen inspringen op het coronavirus, is volgens Bloemer typisch voor hoe de chemie in Nederland georganiseerd is. “De contacten in de keten tussen zowel grote als kleine bedrijven zijn heel goed.” De Provinciale Zeeuwse Courant van 29 april besteedde aandacht aan de invoering va een nationale heffing op CO2-uitstoot. ‘Het zal ons niet helpen’, reageerde Gijsbrecht Gunter van Yara Sluiskil. Martijn Broekhof, hoofd Klimaat en Duurzaamheid bij de VNCI, pleitte voor uitstel. ‘Te veel is nog onbekend, zoals wat de Europese Unie gaat doen. En de vraag is hoe bedrijven uit de coronacrisis komen.’
PERSONEEL Op 18 mei is Martijn van Engelenburg via het Nationaal Energietraineeship zijn energietraineeship gestart bij de VNCI. Met Martijn van Engelenburg haalt de VNCI een jong talent met een brede oriëntatie in huis. Hij zal zich gaan richten op de uitdagingen en kansen van de klimaattransitie voor de chemische industrie. Het Nationaal Energietraineeship brengt jonge talenten vanuit alle disciplines over de volle breedte van de keten bij elkaar in één groot netwerk en leert ze over grenzen van organisaties te kijken. De trainees werken bij de verschillende overheden, in de energiesector, in de gebouwde omgeving en in de industrie. De trainees volgen gedurende 2 jaar 1 dag per week een intensief programma, waarbij de focus ligt op de persoonlijke ontwikkeling en op een integrale aanpak van de transitie.
mei 2020 Chemie Magazine 53
COL OFON Chemie Magazine is het maandblad
van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
MENSEN
Redactie
NRK VERPAKKINGEN
Roger Loop is op 1 mei gestart als parttime directeur van NRK Verpakkingen. Hij volgt Jur Zandbergen op, die met pensioen is gegaan. Loop was sinds 2005 directeur van BureauLeiding, het kenniscentrum voor kunststof leidingsystemen. Daarvoor werkte hij 7 jaar als directeur van de Europese vereniging voor flexibele verpakkingsmaterialen. Met de benoeming van Loop zet NRK Verpakkingen nadrukkelijk in op het vergroten van de zichtbaarheid van de kunststofverpakkingsindustrie. Loop gaat hier vanaf 1 januari 2021 fulltime mee aan de slag. Tot die tijd combineert hij zijn nieuwe werkzaamheden met zijn huidige verantwoordelijkheden bij BureauLeiding.
Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 06 284 730 51 E redactie@vnci.nl
Medewerkers Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Klaartje Jaspers, Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
CIRCULAR BIOBASED DELTA
Freek van Eijk is benoemd als bestuurslid en vicevoorzitter van Circular Biobased Delta, die zich inzet om de transitie richting een groene en rendabele economie te versnellen. “Het bestuur heeft veel inhoudelijke expertise aan boord maar had behoefte aan versterking richting het initiëren van projecten en het aantrekken van partijen en financieringsbronnen”, aldus voorzitter Willem Sederel. Als CEO bij Holland Circular Hotspot creëert en versterkt Van Eijk export- en investeringskansen voor het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van de circulaire economie. Met zijn bedrijf Acceleratio was hij initiatiefnemer van de Green Deal ‘The North Sea Resources Roundabout’. Daarvoor was hij directeur strategie en public affairs bij multinational SUEZ en bestuurslid bij de Vereniging Afvalbedrijven en de Stichting Maatschappij en Onderneming.
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
Druk Impressed, Pijnacker
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking
FOTO: SYLVIA GERMES
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN
Hoogleraar chemie Sijbren Otto van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is gekozen als lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Hij is daarmee een van de achttien nieuw gekozen leden. Otto wordt gezien als een pionier in de systeemchemie, een nieuwe discipline in de scheikunde die netwerken van met elkaar reagerende moleculen en hun eigenschappen bestudeert. Hij is op zoek naar de chemische grondslag van leven. Zo slaagde hij erin met ‘dode’ moleculen die in het lab zijn gemaakt systemen te bouwen die zichzelf kunnen repliceren, en die in het klein Darwiniaanse evolutie kunnen ondergaan. Bij de replicatie ontstaan mutaties, en de omgeving bepaalt welke mutatie de concurrentiestrijd wint om een gemeenschappelijke grondstof.
54 Chemie Magazine mei 2020
voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 06 284 730 51.
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.
Beelden cover Bas Czerwinski ISSN 1572-2996
Werken bij AD International Het meest innovatieve bedrijf in de regio Moerdijk (winnaar innovatieprijs)!
VACATURES
Wat bieden wij? •
Mooi salaris en secundaire voorwaarden
•
Werken in een no-nonsense werkklimaat
•
Opleidingsmogelijkheden
•
Senior Laborant
•
Chemical Support Engineer
•
Sales & Process Engineer
Stuur jouw CV en motivatie naar
•
Customer Service Representative
r.verbeek@adinternationalbv.com
•
Accountmanager
•
Office Manager Marketing & Sales
•
Financial Controller
Solliciteren Robbin Verbeek (HR):
0167 - 526982
Vragen? Mail Robbin!
Bekijk alle vacatures op www.adinternationalbv.com
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed
PROCESS ENGINEER EQUIPMENT COVID
JANSSEN VACCINES & PREVENTION - LEIDEN
Dedicated to bringing meaningful innovation to global health, Janssen Vaccines & Prevention focus on the discovery, development, manufacture and marketing of vaccines to protect people worldwide from infectious diseases. They partner with many of the world’s leading experts, working in a dynamic culture with entrepreneurial and talented people who have the ambition to develop themselves. The Drug Substance Operations (DSO) department is looking for a Process Engineer equipment to strengthen the Operations Support Team within DSO to realise the upcoming COVID-19 vaccine manufacturing campaign. Together with the development teams and EVM you will be responsible for introducing new (and maintain the existing) equipment, ultimately assuring equipment is available at all times to allow smooth operation activities. Besides a B.Sc. you have at least 4 years of experience in the pharmaceutical industry/biotechnology. Experience with cGMP and EHSS standards is required. You also have a proven track record with handling change controls, deviations, etc and a good understanding of Quality Assurance. Is this the opportunity you are looking for? Visit www.cls-services.nl?vac=A2000053 for more information.
EXPERTISE THROUGH 40 YEARS OF EXPERIENCE AND INNOVATION IN THE CHEMICAL INDUSTRY We understand your industry your business your supply chain your MSDS to advise you the best possible packaging solution(s) RID/ADR and UN regulations regarding transport of dangerous goods
MEMBER OF THE
BARK PACKAGING GROUP