Chemie Magazine - september 2015

Page 1

In Zweden is hout de nieuwe aardolie

Klimaattop: CEO’s dringen aan op actie

Europese subsidie voor biobased projecten

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • jaargang 57 • 09 • 23 september 2015

ALLES WORDT BETER!

VOLGENS SIMON ROZENDAAL


Maak je ambities waar met VAPRO trainingen! De trainingen van VAPRO zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend. Leren is doen!

Ons aanbod richt zich op de expertgebieden: 1.

HRD/personeelsontwikkeling

2.

Persoonlijke effectiviteit

3.

Leidinggeven, operationeel management en communiceren

4.

Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model

5.

Procesoptimalisatie

6.

Duurzaamheid, veiligheid en milieu

7.

Vaktechnische trainingen

Ga naar VAPRO-Trainingen.nl voor actuele data en locaties

Loire 150

Postbus 24090

2490 AB Den Haag

T 070 337 83 01 F 070 320 51 86

E trainingen@vapro.nl

I www.vapro-trainingen.nl

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES


INHOUD 09 | 23 september | 2015

‘CHEMIE IS ENORME BRON VAN WELVAART’

16

Wetenschapsjournalist Simon Rozendaal schrijft in zijn nieuwste boek ‘Alles wordt beter! Nou ja, bijna alles’ dat het steeds beter gaat met de wereld. “De chemische industrie is een enorme bron van welvaart en prachtige producten.” Volgens de vooruitgangsoptimist worden mensen vergiftigd met pessimisme en heeft vrijwel niemand door dat we elke dag in een betere wereld leven dan gisteren, met dank aan de technologie en de chemie.

DE ZWEDEN DOEN HET Waar veel landen nog in de fase van plannen maken zitten, doen de Zweden het gewoon: grootschalige raffinage van biomassa, in dit geval naaldhout. Ze maken er viscose van, luiers, visvoer, bio-ethanol en allerlei chemicaliën. Het bedrijvencluster in Örnsköldsvik is een koploper in de biobased economy.

21

september 2015 Chemie Magazine 3


ASBEST IN UW PROCESINSTALLATIE? Wij creëren veilige oplossingen en maken efficiënt en kosteneffectief asbest saneren in procesinstallaties mogelijk!

SCAN DE CODE EN BEKIJK DE VIDEO

SANEREN NIEUWE STIJL: • Saneren in risicoklasse 1 (i.p.v. RK2) • Saneren zonder containment • Saneren in uw eigen beheer met

getraind personeel • Minimale stilstandtijden • Minimale belasting productieproces • Correcte en besparende afvalstromen • Overall besparing • Maximale resultaten

BATTERYSPRAY.COM SCHOTERHOEK 55 • 2441 LC NIEUWVEEN +31(0)172 - 53 05 25 • INFO@BATTERYSPRAY.COM


INHOUD 09 | 23 september | 2015

26

Van kunststofafval naar chemische grondstoffen

7

Voorwoord Colette Alma

7

Evenementen

9 11 13 15 16

34

Ton BĂźchner (AkzoNobel) over de klimaatbrief aan wereldleiders

21 26 30 32 38

48

Europese subsidie voor kansrijke biobased projecten

42 46 48 52 57 58 58 58

Duurzame toekomst

NIEUWS

Masteropleiding Biobased Materials Workshops veiligheid in de keten Croda bespaart energie OCI Nitrogen opent terminal in haven Stein

ACHTERGROND Publicatie

Simon Rozendaal bejubelt rol chemie Biobased

Zweden walhalla van de houtraffinage Recycling

Van kunststofafval naar chemische grondstoffen Wetenswaardig

Kunstwerk vestigt aandacht op plastic soep Proeffabriek

Doorstart voor Plant One Arbeidsmarkt

Floris Rutjes over zijn werk bij de Radboud Universiteit Recycling

Cumapol wil pilotplant voor biobased PET bouwen Uitgelicht

AkzoNobel beschermt de Sagrada FamĂ­lia Biobased

Europese subsidie voor biobased projecten Onderwijs

Bedrijven en Stichting C3 trekken samen op VNCI Nieuws Mensen Volgende maand Colofon

42

Cumapol gaat pilotplant voor biobased PET bouwen september 2015 Chemie Magazine 5


The difference between a packaging supplier and a value added packaging partner is the difference between spending money and saving money

Want to know why and how?

Contact us!

Packaging Management From Another Perspective

Coldenhovenseweg 79 - 6961 EC Eerbeek - Postbus 108 - 6960 AC Eerbeek - Tel: +31 (0)313- 67 95 30 Fax: +31 (0)313- 67 95 31 - E-mail: bark@bark-verpakkingen.com - Internet: www.bark-verpakkingen.com


Voorwoord

DUURZAME TOEKOMST

V

oor de zomer hebben 43 topmannen van grote bedrijven een open brief gestuurd naar de wereldleiders waarin zij aandringen op effectieve stappen tegen klimaatverandering (zie artikel op pagina 34). Onder de ondertekenaars zijn ook chemiebedrijven, zoals AkzoNobel, Dow, Solvay en DSM. De private sector moet volgens hen actief deelnemen aan de inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Zij hopen dat de wereldleiders hun oproep meenemen naar de klimaatconferentie eind dit jaar in Parijs, waar afspraken worden gemaakt over de aanpak van klimaatverandering. De chemie-industrie doet volop mee in deze duurzaamheidsdiscussie en wil dat er een politiek antwoord komt op een vraagstuk dat de markt alleen niet kan oplossen: betaalbare energie belast het milieu met te veel CO2, terwijl CO2-arme energie te duur is om – zonder overheidsingrijpen – op de markt een kans te krijgen. Er is dus overheidsbeleid nodig, maar overheden van individuele landen zien zich voor een typisch prisoner’s dilemma gesteld: ze ondervinden allemaal de nadelen van klimaatverandering als ze niet ingrijpen, maar de landen die het eerst en het zwaarst ingrijpen beta-

len wel de hoogste prijs. Als energie-intensieve industrie streven wij ernaar dat mondiaal gelijkwaardige maatregelen gelden, zodat we kunnen opereren in een level playing field. Het gelijke speelveld helpt ons om onze onmisbare rol in de transitie naar een duurzame toekomst beter waar te kunnen maken. Hoe? Door als producent van restwarmte energiehergebruik te bewerkstelligen. Door opslag- en balanceringsmogelijkheden te creëren om de variaties in het duurzame-energie-aanbod op te vangen. Wij kunnen processen en technologieën perfectioneren die duurzame energie goedkoper maken dan fossiele. Onze sector is in staat slimme materialen te maken die licht en sterk zijn en veel energie besparen. Die duurzame toekomst is al begonnen: dankzij chemie kunnen we op lage temperatuur wassen, worden auto’s steeds lichter, kan plastic slim gerecycled worden, etc. Voorbeelden te over. Al met al meer dan voldoende redenen om prominent van ons te laten horen op de klimaatconferentie in Parijs. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 26.9 Dag van de Chemie Chemiebedrijven en gerelateerde organisaties laten aan de omgeving zien welke rol chemie speelt in het dagelijks leven en wat het belang van chemie is. Locatie: Heel Nederland Organisatie: VNCI 1.10 Topsector Chemie dag De dag staat in het teken van innovatie en de voortgang in de Topsector Chemie. Locatie: Jaarbeurs, Utrecht Organisatie: Topsector Chemie 3-4.10 Weekend van de Wetenschap Bedrijven, instituten, universiteiten, onderzoeksinstellingen, musea en sterrenwachten gunnen bezoekers een blik in de wereld van wetenschap en technologie. Locatie: Heel Nederland Organisatie: NEMO

6.10 Agri meets Chemicals Ontwikkeling van bioraffinage en de urgentie om actie te ondernemen. Locatie: Rabobank, Utrecht Organisatie: Deloitte en Rabobank 7.10 Uitreiking Topsector Chemiebeurzen 2015 Uitreiking van COAST-, ISPT- en VNCI-Topsector Chemiebeurzen. Locatie: Jaarbeurs, Utrecht Organisatie: COAST, ISPT en VNCI 14.10 (vanaf) Fraude en cybercrime Fraude en cybercrime kosten ondernemers 35 miljoen euro per dag. Dat bedrag kan en moet omlaag. Hoe? Die vraag staat centraal tijdens vijf voorlichtingsbijeenkomsten. Locatie: Den Haag (14.10), Sint-Michielsgestel (21.10), Oranjewoud (29.10), Oosterbeek (11.11) en Herkenbosch (19.11)

Organisatie: VNO-NCW en MKB-Nederland i.s.m. de regionale verenigingen 30.11-2.12 CHAINS 2015 CHAINS brengt chemici vanuit alle subdisciplines samen om de nieuwste wetenschappelijke doorbraken in de chemie te delen en om elkaar te inspireren. Locatie: NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven Organisatie: NWO VERGADERINGEN VNCI 25.9 Dagelijks Bestuur 30.9 BG VGM 2.10 BG Communicatie 15.10 Overleg Regionaal Netwerken Veiligheid 29.10 BG VGM (telcon) 30.10 BAC

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN september 2015 Chemie Magazine 7


Magnetrol werkt.

Dus dit werkt.

Dus dit werkt.

Chemische producten zijn van cruciaal belang in het leven van uw klanten. Niveauen debietcontrole op zijn beurt is van cruciaal belang om er voor te zorgen dat die chemische productie niet stokt. Vertrouw daarom op MAGNETROL voor controleoplossingen die werken. Al meer dan 80 jaar zorgen wij voor niveau-instrumentatie in de olie- en gasindustrie. Bovendien bieden we de technologisch meest geavanceerde niveau- en debietmeting die vandaag beschikbaar is. Vertrouw op MAGNETROL om uw proces zorgeloos en veilig te laten verlopen, zodat uw klanten op u kunnen rekenen.

magnetrol.com • +32-(0)52-45.11.11 • info@magnetrol.be

© 2015 Magnetrol International, Incorporated


FOTO: SHUT TERSTOCK

Actueel

OLIFANTSGRAS ALS VERVANGER VAN AARDOLIE IN KUNSTSTOFPRODUCTIE Een dashboard en bumpers gemaakt uit vezels van olifantsgras? Op de Green Chemistry Campus op het terrein van SABIC in Bergen op Zoom is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor olifantsgras als vervanging van aardolie in de kunststofproductie.

SABIC wil startende bedrijven de kans bieden om milieuvriendelijke alternatieven te vinden voor aardolie als basis voor de productie van kunststoffen. Daarbij speelt ook een rol dat olie schaarser en daardoor duurder wordt. Het bedrijf NNRGY Crops heeft op het terrein van SABIC olifantsgras geplant op een akker. De vezels van dit gewas zou-

den gebruikt kunnen worden als vulmiddel en versteviging van hoogwaardige kunststoffen. De plastics worden onder andere gebruikt voor dashboards, bumpers en koplampen in de auto-industrie. Het gewas groeit uitstekend op braakliggende grond en neemt in minder tijd ruim vier keer zo veel CO2 op als een bos. p

MASTER BIOBASED MATERIAALWETENSCHAPPEN VAN START Aan de Universiteit Maastricht (UM) is de masteropleiding Biobased Materials gestart. De opleiding richt zich op biologische én chemische productietechnieken om uit biologische grondstoffen functionele materialen en producten te ontwikkelen. De nieuwe opleiding is gevestigd in het nieuwe Centre Court-gebouw op de Brightlands Chemelot Campus. Het visitatiepanel van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), die de opleiding accrediteerde, is in zijn rapport vooral te spreken over het ambitieuze programma en de maatschappelijke relevantie van de opleiding. Studenten kunnen zelf hun vakken kiezen en zich zo specialiseren in de diverse aspecten van de biobased materiaalwetenschappen. De opleiding creëert daarmee afgestudeerden die verschil-

lende wetenschappelijke ‘talen spreken’ en specialisten in multidisciplinaire teams met elkaar verbinden. Het bedrijfsleven heeft aangegeven sterke behoefte te hebben aan zulke ‘transdisciplinaire’ wetenschappers. De steun van de regionale industrie, academische partners en de provincie Limburg wordt ook gewaardeerd door het panel. Dat komt onder andere tot uiting in de bijdrage van bedrijven op de Brightlands Chemelot Campus aan het programma, in de vorm van personele inzet, labfaciliteiten en projectvoorstellen. Op termijn stromen naar verwachting jaarlijks 25 studenten in: afgestudeerden van bacheloropleidingen aan de UM en buitenlandse bachelors. In het eerste jaar gaat een selecte groep studenten van start. p september 2015 Chemie Magazine 9


REACH heeft gevolgen voor iedereen die met chemicaliën omgaat. Of u nu producent, importeur of gebruiker bent. Voor chemicaliën of artikelen die gevaarlijke stoffen bevatten, » Als producent: controleer uw grondstoffen en eindproduct » Als importeur: controleer de herkomst en samenstelling van uw stoffen » Als gebruiker: controleer of het gebruik gedekt is in de blootstellingsscenarios U kunt zelf uw weg zoeken in het oerwoud van regels en de benodigde registraties zelf verzorgen. Of u geeft dit in handen van een ervaren deskundige, die efficiënt de zaken afhandelt. Die neemt u het meeste werk uit handen en stelt u in staat uw handel ongestoord te vervolgen.

Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels ruim 450 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden- en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met:

Wij kunnen voor u de registraties verzorgen en de rol als OR voor uw niet-Europese leverancier.

Dr. Knoell Consult GmbH, Wageningen Danny Haacke of Jan Tuinstra Tel +31 (0)317 466 800 info@knoell.com

Neem contact op voor een vrijblijvende kennismaking.

www.knoell.com

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl


Actueel

INNOVATIELINK: NIEUW STEUNPUNT VOOR MKB

MILJOENENFINANCIERING VOOR PET-RECYCLING VAN IONIQA Het Eindhovense hightechbedrijf Ioniqa heeft een financiering van 2,5 miljoen euro ontvangen via Chemelot Ventures voor zijn techniek die het mogelijk maakt om PET (verpakking van frisdrank) chemisch te recyclen.

I

oniqa is erin geslaagd PET om te zetten in grondstoffen, als bouwstenen voor nieuwe PET. Uniek daarbij is dat Ioniqa ook de kleur uit het PETmateriaal kan verwijderen.

“De bijdrage van Chemelot Ventures is een belangrijke mijlpaal in de financiering van de opschaling tot industrieel niveau en de opbouw van een (mini)fabriek”, zegt Tonnis Hooghoudt, CEO van Ioniqa Technologies. “Met onze game changing chemische recycling zijn we in staat om bij te dragen aan de circulaire economie door het omzetten van gekleurde, gebruikte PET in pure en heldere grondstoffen voor virgin PET.” p

WORKSHOPS VEILIGHEID IN DE KETEN Wat zijn de uitdagingen op het gebied van het veiliger maken van de keten in de chemiesector? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat er één solide en veilige keten ontstaat waar je als bedrijf en contractor op kunt vertrouwen? Veiligheid Voorop organiseert samen met de zes Regionale Veiligheidsnetwerken de workshop ‘Veiligheid in de keten’.

T

ijdens de workshop wordt vanuit de position paper en de checklist een vertaalslag gemaakt naar de praktijk. Hoe is dit toe te passen in het dagelijks werk? En wat is de eigen rol in

de keten? Een korte videoboodschap, pitches van een ‘best practice’ en een visuele denksessie vormen de basis om met elkaar tot deze praktische vertaalslag te komen. De eerste workshop vond plaats op 23.9 bij SABIC in Sittard, in samenwerking met de Masterclass Veiligheid Zuid Oost. De overige workshops (in samenwerking met de andere veiligheidsnetwerken) vinden plaats op 20.10, 28.10, 17.11, 24.11 en in de derde of vierde week van januari. p Meer informatie: www.veiligheidvoorop.nu/contact www.veiligheidvoorop.nu/activiteiten

Om innovaties in de chemie en energiesector kansrijker te maken, helpt InnovatieLink bedrijven verder in hun zoektocht naar concrete oplossingen voor financiering, kennis, huisvesting (start-ups) en samenwerkingspartners. De nieuwe non-profitorganisatie, ondersteund vanuit het Topsectorenbeleid van EZ, ging onlangs officieel van start.

D

e komende jaren moet InnovatieLink honderden mkbondernemers verder helpen. Directeur Chris Bruijnes gaat die uitdaging graag aan: “De innovatiekracht in het mkb is ontegenzeggelijk, en ook aan kennis ontbreekt het niet bij de kennisinstellingen. Toch weten de partijen elkaar niet altijd te vinden. Daardoor blijven veel innovatiekansen onbenut. Zonde! Dat geldt ook voor de contacten tussen bedrijven onderling: mkb-ondernemers ervaren het gesprek met elkaar vaak als erg inspirerend.” InnovatieLink biedt een overzicht van wat er landelijk zoal beschikbaar is op het gebied van kennis, samenwerking en financiering, onder andere via de met zo’n 250 organisaties gevulde InnovatieAtlas.nl. Daarnaast onderhoudt InnovatieLink FinancieringsAtlas.nl, die inclusief de alternatieve financieringsvormen meer dan 200 financiers bevat. Ten slotte zet de organisatie ervaren deskundigen in om de bedrijven wegwijs te maken en te verbinden met de juiste partners. “Dat is en blijft mensenwerk”, aldus Bruijnes. De boegbeelden van beide betrokken Topsectoren, Manon Janssen voor Energie en Gerard van Harten voor Chemie, hebben de handen ineengeslagen. “Chemie en Energie hebben veel gemeen. Denk bijvoorbeeld aan de opkomst van biobased grondstoffen en opwekking en benutting van duurzame energie. Dat zijn eigenlijk mkb-brede vraagstukken, die onze sectoren overstijgen.” Meer informatie: www.innovatielink.nl

september 2015 Chemie Magazine 11


Uw afval is bij ons in goede handen Op zoek naar een oplossing voor uw afval? Graag nemen we dit uit handen en vinden voor u een passende oplossing. Kwaliteit, duurzaamheid en verwerkingscapaciteit zijn in een notendop de redenen waarom klanten voor ons kiezen én blijven kiezen. We hebben jarenlange ervaring in het vinden van integrale afvaloplossingen en denken graag met u mee.

We kunnen een grote verscheidenheid aan afvalstromen verwerken zoals verontreinigde grond

verpakt chemisch afval oliehoudend slib afvalwater scheepsafvalstoffen. Ook voor

overige afvalstoffen die wij niet direct kunnen verwerken, hebben we een oplossing. Neem vrijblijvend contact op met één van onze adviseurs en wij ontzorgen u.

Afvalstoffen Terminal Moerdijk | 0168 - 389 289 | info@atmmoerdijk.nl | www.atmmoerdijk.nl

SOLIDS EUROPEAN SERIES

Ahoy Rotterdam

Bent er ook u bij?

30 / 09 - 01 / 10 / 2015 Trade show for powder & bulk solids technologies

Vakbeurs Solids Benelux

www.solidsrotterdam.nl

@SolidsBenelux #SolidsBenelux

2015

Rotterdam

Gelijktijdig met Pumps & Valves


TWI TTER Herm Hendrikx @HermHendrikx Meer studenten #chemie ondanks Minder studenten voor Zuyd Hogeschool - www.1limburg.nl/l/15130 #1Limburg

Actueel

GLASCOATING LEVERT STROOM Mitsubishi Chemicals en 3M brengen een glascoating op de markt die duurzame energie opwekt. Tegelijkertijd reduceert de coating de energie die nodig is voor koeling. De coating, slechts 0,2 micrometer dik, zet 3 procent van het invallende zonlicht om in stroom.

H

et Japanse Mitsubishi Chemicals gaat de coating in Japan produceren, met technologie van het Amerikaanse 3M. Het product is eenvoudig aan te brengen, op de binnenzijde van bestaande ramen. De coating laat het merendeel van het licht door,

maar een deel van het spectrum wordt door het materiaal geabsorbeerd of weerkaatst. Dat reduceert volgens de twee bedrijven 20 procent van het energieverbruik van airconditioners in gebouwen. Meerdere wetenschappers en ondernemingen hebben eerder zonnestroomopwekkende coatings gepresenteerd. Zo werkt de Griekse start-up Brite Solar aan transparante zonnecellen, voor gebruik in de glastuinbouw. Britse wetenschappers ontwikkelen een coating op basis van resten uit de garnalenindustrie, die op termijn mogelijk ook stroom kan leveren. p

Lisa Bakker-Ruggieri @Toothfairy4you #Chemie is prachtig en onmisbaar in de #mondzorg. Waarom plakt mijn pat. bij het woord ‘chemisch’, direct het woord ‘rotzooi’ er aan vast? CBS @statistiekcbs In #Limburg werken bijna 6200 mensen in de #chemie. Dat is 1,3% vd werknemersbanen #DSM

FOTO: RGBSTOCK

@michaeaeael Ik ben TE VOET onderweg naar een vriendin om haar VRIJWILLIG te helpen met haar vakantietaken van chemie en wiskunde #friendshipgoal DrzmBedrijfsleven.nl @DuurzaamBV De zoektocht naar #duurzame verf. Wat is er mogelijk? http://duurzaambv.nl/1PP2x8U @ tudelft @UniUtrecht @DSMNederland Arjan Sullock Enzlin @Sullock Chemie slaapverwekkend?! Wereldhavendagen #wereldhavendagen http://bit.ly/1Pv4cQi Priscilla Rolvers @Puur_Priscilla Zeep maken is een creatief en bijna magisch proces. Eigenlijk is het geen magie, maar geweldige chemie. #workshop http://bit.ly/1JzBQEj

CRODA PLAATST TWEE GROTE VERGISTINGSREACTOREN Croda Nederland in Gouda investeert in een installatie die het bijproduct glycerine gaat omzetten in biogas voor eigen gebruik. Daarmee worden energiekosten bespaard en wordt de CO2-uitstoot die is gerelateerd aan het gasverbruik met 25 procent verminderd.

H

et hart van de installatie bestaat uit twee vergisters, reactoren met een diameter van 15 en een hoogte van 22 meter. De vergisters werden vanuit Groot-

Ammers over het water aangevoerd en daarna (in fasen) geïnstalleerd op het buitendijkse fabrieksterrein. Op 11 september werden de vergisters eerst van het schip af getild en op het terrein gezet. Met een speciaal voertuig werden ze vervolgens verplaatst en daarna met behulp van twee kranen op hun definitieve positie getild. Op maandag 14 en dinsdag 15 september vonden hijswerkzaamheden plaats om de grote roerwerken in de vergisters te monteren. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). september 2015 Chemie Magazine 13


Your Application – Our Solution

NETZSCH Pompen Nederland B.V Tel.: +31 30 230 7160 Fax: +31 30 230 7161 info.npn@netzsch.com www.netzsch.com

����� p � � i � ��-��� Y��� �� i�� �r��ect� �� �

VEILIGHEIDSSIGNALERING LEIDINGMARKERING PROCESS IDENTIFICATIE TANKMARKERING ONTRUIMINGSPLATTEGRONDEN ANTI-SLIP SYSTEMEN EX ZONE MARKERING VERKEERSPLANNEN BLOMSMA-SAFETY.COM


Naast ammoniaktransport per trein kan OCI Nitrogen nu ook binnenvaartschepen inzetten.

EXTRA AAN- EN AFVOERROUTE VOOR AMMONIAK EN UREAN

OCI NITROGEN OPENT HAVENTERMINAL IN STEIN Kunstmestfabrikant OCI Nitrogen in Geleen opende 8 september een terminal in de haven van Stein. “Door deze strategische investering beschikken wij nu over een extra aan- en afvoerroute voor ammoniak en vloeibare kunstmest”, meldt plantmanager Patric de Konink. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

A

mmoniak is van groot belang voor de fabrieken van OCI Nitrogen en andere chemiebedrijven op het Chemelot-terrein in Geleen. Het is niet alleen een basisgrondstof voor urean (vloeibare kunstmest), maar ook een essentiële chemische bouwsteen voor tal van andere producten, zoals melamine. Toch hoopt De Konink zo min mogelijk gebruik te maken van de nieuwe terminal voor de aanvoer van ammoniak. “Want dat betekent dat onze twee ammoniakfabrieken voldoende produceren om in de eigen behoefte en die van andere bedrijven op het Chemelotterrein te voorzien. Maar mocht een van de fabrieken toch onverhoopt uitvallen, dan hebben wij nu een extra aanvoerroute”, licht de plantmanager de reden toe voor het project, dat vierenhalf jaar geleden van start ging. “Naast ammoniaktransport per trein kunnen wij nu ook binnenvaartschepen inzetten. Dat komt goed uit omdat ook de overheid de voorkeur geeft aan transport van gevaarlijke stoffen over water.” OCI Nitrogen heeft de afgelopen jaren drie

ondergrondse, parallel gelegen pijpleidingen laten aanleggen die de productielocatie op het Chemelot-terrein verbinden met de haven van Stein. In de terminal komen de leidingen bovengronds. Operators bedienen vanuit een lokale controlekamer de installatie die de binnenvaartschepen met behulp van een pneumatische laadarm verbindt.

Beveiligingsmaatregelen

Eén leiding gebruikt het bedrijf in noodgevallen voor de aanvoer van ammoniak, terwijl de tweede urean transporteert. Voorheen ging deze vloeibare kunstmest vooral met vrachtwagens naar opslagtanks elders in het land, waarna een deel van het product in schepen werd verladen om afnemers te bedienen. De derde leiding is aangelegd voor toekomstige toepassingen. De Konink benadrukt dat het bedrijf tal van maatregelen nam om de veiligheid voor de omgeving te waarborgen en de benodigde vergunningen van de overheid te krijgen.

FOTO: OCI NITROGEN

Transport

“Een groot deel van de investering in de terminal ligt in het water en bestaat uit een op maat gemaakte aanvaarbeveiliging. De overheid wil dat tijdens de overslag van ammoniak in binnenvaartschepen de haven afgesloten is voor andere scheepvaart. Daarom hebben wij een hefconstructie laten maken, die bestaat uit een 66 meter lange hoofdlegger van 125 ton en twee kolommen van elk 40 ton. De hoofdlegger gaat tien meter omhoog als een binnenvaartschip achteruit de constructie in vaart. Wanneer het schip aan de kade is afgemeerd, zakt de hoofdlegger, zodat het schip goed is beschermd tegen een mogelijke aanvaring met de andere schepen op het kanaal.”

Sprinklerinstallatie

Verder liggen de leidingen diep in de grond en zijn ze aan de bovenkant beschermd door een betonnen mat om mogelijke beschadigingen door graafwerkzaamheden te voorkomen. Daarnaast heeft OCI Nitrogen voor de gehele ammoniakleiding een modern lekdetectiesysteem aangelegd, die bij de detectie van ammoniak direct de installatie veiligstelt. Bovendien is er een automatische sprinklerinstallatie als er bij de haven onverhoopt toch ammoniak vrij mocht komen. Daarmee kan het bedrijf de vrijgekomen ammoniak met water afvangen. De laadarmen zijn beveiligd tegen het afdrijven van een schip met aangekoppelde laadarm. “Om een leidingbreuk te voorkomen, zijn de laadarmen voorzien van een bewegingsdetectie en een breekkoppeling. Deze maatregelen zorgen ervoor dat wij de installatie tijdig kunnen veiligstellen, om zo te voorkomen dat er bij een dergelijk incident product kan vrijkomen”, aldus De Konink.” p september 2015 Chemie Magazine 15


’ KUNSTMEST HEEFT TIENTALLEN MILJOENEN LEVENS GERED’ 16 Chemie Magazine september 2015

FOTO: CA SPER RIL A

WETENSCHAPSJOURNALIST SIMON ROZENDAAL BEJUBELT ROL CHEMIE


Publicatie

Simon Rozendaal, Nederlands meest dwarse wetenschapsjournalist, schrijft in zijn nieuwe boek ‘Alles wordt beter! Nou ja, bijna alles’ dat het steeds beter gaat met de wereld, met dank aan chemie. “Natuurlijk heeft de chemische industrie een hoop ellende geproduceerd, maar nu is het een enorme bron van welvaart en prachtige producten.” Tekst: Inge Janse

H

et is een indrukwekkende verschijning als de 1.90 meter lange Simon Rozendaal aan komt lopen bij het terras van het Westerpaviljoen in Rotterdam. Ondanks de naderende pensioengerechtigde leeftijd oogt Nederlands meest tegendraadse wetenschapsjournalist kwiek en fier. Dat komt niet alleen doordat hij veel tennist en golft, maar ook omdat hij gráág vertelt over zijn nieuwe boek, dat in september het licht ziet: ‘Alles wordt beter! Nou ja, bijna alles’. In dit magnum opus van vooruitgangsoptimisme vertelt de schrijvende chemicus dat het steeds beter gaat met de wereld, wat daar de drijvende krachten achter zijn en waarom vrijwel niemand doorheeft dat we elke dag in een betere wereld leven dan gisteren.

Wat is in een notendop de strekking van uw nieuwe boek?

“Ten eerste dat we veel zelfvertrouwen kunnen ontlenen aan het feit dat we de problemen van het verleden hebben opgelost. Ten tweede dat we onszelf niet hoeven te haten. De mens is niet slecht. Als we eenmaal brood op de plank hebben, krijgen we een fundamenteel goede houding ten aanzien van het milieu en de dieren. Dat zien we in het Westen en dat gaan we ook zien in

Afrika en Azië. Alles wordt steeds beter.” Waarom heeft u dit boek geschreven?

“Ik verbijster me er bijna elke dag over dat niemand inziet dat het steeds beter gaat. Als ik dat tegen de mensen hier in het café zeg, dan zeggen ze allemaal: nee joh, da’s niet waar. Niemand gelooft het! Mensen worden vergiftigd met pessimisme. Daarom schreef ik dit boek, want ik ben er heilig van overtuigd dat vooruitgang een diepe waarheid is. In alles wat leeft zit de

‘ Chemie mag zich gelukkig prijzen dat het imago niet meer zo erg is als twintig jaar geleden’

heel sterke neiging daartoe. Ik ben een vooruitgangsoptimist en schrijf deze verhalen al veertig jaar. Dat kun je als een heilige opdracht zien.” Wat zijn de motoren van deze vooruitgang?

“Er zijn drie stuwende krachten: biologie, technologie en sociologie. Bij biologie zit vooruitgang vreselijk diep verankerd in evolutie. Natuurlijk is dat een Echternachse processie van twee stappen voorwaarts en één achterwaarts, maar de hele ontwikkeling van eencelligen tot ons als naakte aap ís vooruitgang. De tweede, technologie, is gekristalliseerde vooruitgang. Door technologie gaat de samenleving continu vooruit. Natuurlijk heeft het nadelen, maar de technologie van nu lost de problemen van gisteren op, en de technologie van morgen die van vandaag. En in de sociologie, de derde kracht, is het onmiskenbaar dat mensen in onze samenleving er steeds beter in slagen om zichzelf te beheersen en een fatsoenlijke cultuur op te bouwen. We worden continu vredelievender, gaan fatsoenlijker met vrouwen, kinderen, andere etnische groepen en dieren om, en slaan elkaar minder vaak de hersens in dan vroeger. Dat is een onvoorstelbare vooruitgang.” Maar we zien het niet. Waar komt toch dat pessimisme vandaan?

“Geld. Daardoor zijn er altijd mensen die belang hebben bij pessimisme. Neem de asielindustrie of de milieubeweging: zij hebben geld nodig om onze angst weg te nemen. Dat geven we grif, want we geloven hen. Er is enkel aandacht voor zaken waar het slecht mee gaat. Vaak slaan we daarin door. Neem de berichten over fijnstof, iets waar ik me continu aan erger. Journalisten moeten dat in een groter kader plaatsen. Zeg dus: we hebben een probleem, maar het is heel klein in e september 2015 Chemie Magazine 17


vergelijking met vroeger. Van de 30 vormen van luchtvervuiling zijn er al 28 opgelost. Dat wordt er nooit bij verteld.” Maar door te zeggen dat het vroeger nóg slechter was, kun je alles weg relativeren.

“Dat bepleit ik ook niet! Ik ben een ken-doe-optimist. We hebben nog steeds problemen, maar die kunnen we aanpakken. Maar no way dat we niets moeten doen. Net zoals de Rode Koningin in Through the Looking Glass moeten we heel hard lopen om op dezelfde plek te blijven staan en twee keer zo hard rennen om zaken te verbeteren.”

Simon Rozendaal: ‘Ik kan me een klein beetje voorstellen dat mensen niet van pesticiden houden. Maar voedsel zonder kunstmest? Dat kan er bij mij niet in.’

WIE IS SIMON ROZENDAAL? Simon Rozendaal (1951) is geboren in Schiedam en getogen in Rotterdam, waar hij nog steeds woont. Na afronding van het Calvijn Lyceum op Rotterdam-Zuid studeerde hij scheikunde aan de TU Delft. Rozendaal was bijna gaan promoveren, maar besloot op het laatste moment daarvan af te zien. Als dienstweigeraar kreeg hij vervangende dienstplicht, die hij uitvoerde bij de stichting Biowetenschappen en Maatschappij. Zonder enige journalistieke voorkennis schreef hij daar artikelen over wetenschap voor huis-aan-huisbladen en merkte al snel dat dit zijn Umwelt was. Hierna begon Rozendaal als wetenschapsjournalist bij NRC, waar hij in zijn carrière van negen jaar onder meer medeoprichter was van de wetenschapsbijlage. Hierna vertrok hij naar het tijdschrift Elsevier, waar hij sindsdien werkt als wetenschapsjournalist. Af en toe treedt hij ook op in wetenschappelijke tv-programma’s. Naast zijn journalistieke werk schreef Rozendaal bijna dertig boeken, variërend van zijn jeugd op Katendrecht tot een overzicht van honderd jaar Nederlandse uitvindingen in de chemie. In 1987 ontving hij van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV) de Van Marummedaille voor zijn popularisering van de chemie. Inmiddels is hij ook al jaren erelid van de KNCV. 18 Chemie Magazine september 2015

FOTO: CA SPER RIL A

Welke andere redenen zijn er voor ons pessimisme?

“Schuldbesef. Zelfs de katholieken in Noord-Europa zijn calvinisten. We voelen ons daarom schuldig over onze welvaart en ons lange leven. Daarnaast is er ook zoiets als oikofobie, een diepgewortelde haat van mensen tegen de mensheid.” Wat zijn de drie belangrijkste bewijzen dat het toch écht beter gaat met de wereld?

“De afgenomen vervuiling in het Westen, de afname van oorlog en geweld en onze humanere houding ten opzichte van dieren. Maar er blijven uitdagingen, zoals de situatie in Afrika en de kloof tussen het christendom en de islam. En wellicht, met een vraagteken, de opwarming van het klimaat. Maar ik heb groot vertrouwen in wat welvaart vermag. Met geld kun je schone lucht kopen en vermoedelijk ook vrede. En mocht het klimaatprobleem echt zo erg zijn, dan kun je ook dat gedeeltelijk met geld oplossen, zoals met efficiënte zonnecellen, betere accu’s en thoriumcentrales.” Dat brengt ons bij de rol van chemie bij de vooruitgang van de wereld. In


Publicatie

het boek komt 34 keer het woord chemie voor, vermoedelijk vaker dan in ieder ander boek van uitgeverij Atlas. Wat zijn dé zegeningen van de chemie geweest voor de vooruitgang?

“Kunstmest staat met afstand op nummer één. Hierdoor zijn tientallen miljoenen mensen van de hongerdood gered en is er veel natuur gespaard. Het is onvoorstelbaar hoe groot deze humanitaire stap voorwaarts is. Daarom is het des te schokkender dat veel mensen het liefst groente zonder kunstmest willen. Ik kan me een klein beetje voorstellen dat mensen niet van pesticiden houden. Maar voedsel zonder kunstmest? Dat kan er bij mij niet in. Die mensen zijn ernstig misleid door de milieubewegingen uit angst voor alles wat ‘chemisch’ is. Een andere absolute zegening van de chemie zijn medicijnen. Die hebben zo onvoorstelbaar veel levens gered dat het in de buurt komt van kunstmest. Ik ben een groot fan van medicijnen en vind het daarom absurd hoeveel mensen hiertegen zijn. Je wilt niet weten hoeveel malloten er zijn. Een minder concrete zegening is hoe ons denken beïnvloed is door moleculen en atomen. Dat alles daaruit bestaat, brengt een verlichtende magie naar de wereld. Hiermee kunnen we allerlei zaken begrijpen die onze voorouders niet snapten. Lees je over de armoede en honger van onze verre voorouders, dan krijg je medelijden met hen. Maar het ergste was dat ze de wereld totaal niet begrepen. Waren onze voorouders ziek, dan beschouwden ze dit als een straf omdat ze vreemd waren gegaan met de buurvrouw. Zagen ze het noorderlicht, dan vreesden ze dat er een colonne soldaten zonder hoofd aan kwam marcheren om hen te straffen voor alles wat ze verkeerd hadden gedaan. Dat is niet leuk leven.”

Heeft de chemie de vooruitgang ook tegengewerkt?

“In voorgaande eeuwen kon je heel veel water- en luchtvervuiling op het conto van de primitieve chemische industrie schrijven. Neem de jeneverstokerijen uit de negentiende eeuw. Schiedam noemden ze toentertijd ‘zwart Nazareth’, want die stad was door zijn 150 stokerijen vreselijk vervuild. Die verbrandden allemaal midden in de stad kolen, waardoor heel Schiedam zwart zag van het roet en fijnstof. Ook liepen er overal varkens op straat, want die aten het afval van jeneverstokerijen. En van gifgas word je ook niet vrolijk. Gelukkig zijn we daarmee gestopt toen we inzagen hoe gruwelijk dat was.” Als je kijkt naar de grote uitdagingen voor de komende 25 jaar, waar gaat de chemie dan een grote rol spelen?

“Door chemie worden we minder afhankelijk van fossiele brandstoffen. Dat moet ook wel, ongeacht het eventuele effect op klimaatverandering, want over vijftig tot honderd jaar is er steeds minder olie. Dan is het mooi als we andere processen hebben voor elektriciteitsproductie en voortstuwing. Chemie kan daarbij een enorme rol spelen. De rol van chemie voor nieuwe materialen blijft ook spectaculair. Zo

‘ Ik ben er heilig van overtuigd dat vooruitgang een diepe waarheid is’

leerde ik vroeger tennis spelen met een Dunlop Maxply. Met dit houten racket kreeg je de bal alleen over het net als je hem precies goed raakte. Kwam-ie ook maar een beetje aan de rand van het racket, dan sprong de bal alle kanten op. Als je nu ziet wat moderne rackets kunnen! Hetzelfde geldt voor golf. Dat zou ik niet kunnen spelen zonder chemie en haar fascinerende materialen voor de clubs. En dan heb je nog medicijnen. Bacteriële infecties kunnen we inmiddels aanpakken, maar met virussen hebben we waanzinnig veel moeite en tegen hersenziektes is er nog niets. Voor al die farmaceutische doorbraken heb je chemici nodig.” Uw boek laat zien dat chemie meer voor- dan nadelen heeft gebracht. Toch vindt de maatschappij chemie vaak eng. Wat kan de sector daaraan doen?

“Het is vreselijk moeilijk om je te verdedigen als je in de hoek zit waar de klappen vallen. Mijn advies: wees eerlijk en open naar buiten. Dat helpt enorm. Niettemin mag de chemie-industrie zich gelukkig prijzen dat het imago niet meer zo erg is als twintig jaar geleden. Veel meer dan toen zijn mensen bereid om haar zegeningen te zien. Denk daarom goed na over wat je rol in de samenleving is. De voordelen van de chemie zijn gigantisch vergeleken bij de nadelen. Dat moet je continu benadrukken. En wees trots. Als je de chemische industrie in Rotterdam, Moerdijk, Terneuzen en Antwerpen combineert, dan heb je het grootste chemiecomplex ter wereld! Dat is iets waar je ook als samenleving vreselijk trots op kunt zijn. Natuurlijk heeft de chemie-industrie in het verleden een hoop ellende geproduceerd, maar nu is het een enorme bron van welvaart en prachtige producten. Dat moet je uitdragen.” En elk chemiebedrijf moet natuurlijk uw boek kopen en uitdelen aan zijn omgeving.

“Goed punt.” p

Meer informatie: www.atlascontact.nl/ boek/alles-wordt-beter

september 2015 Chemie Magazine 19


Verhuur stoom- en heetwaterketels

Eco Ketelservice Verhuur bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com


Biobased

ZWEDEN: WALHALLA VAN DE HOUTRAFFINAGE

FOTO: SHUT TERSTOCK

CREATIEF MET HOUT In Zweden verandert hout niet alleen in Ikeameubels, papier en haardblokken, ook textiel, visvoer, cementverbeteraar, luiers, bio-ethanol en andere chemicaliën zijn te maken uit naaldhout. Dat bewijst de moderne houtraffinaderij in Örnsköldsvik. Het Zweedse bedrijvencluster is een koploper in biobased economy. Tekst: Marga van Zundert

e september 2015 Chemie Magazine 21


’I

k was erg nieuwsgierig. Een houtraffinaderij omringd door chemische bedrijven en onderzoeksinstellingen, die samen nieuwe producten ontwikkelen en daarmee geld verdienen.” Klaas van der Vlist, innovatiemanager bij verpakkingsmultinational Smurfit Kappa, twijfelde niet toen hij de kans kreeg om het biobased fenomeen met eigen ogen te zien. Hij reisde mee naar Zweden met een excursie van het Dutch Biorefinery Cluster. “Het is een fantastische verknoping van bedrijven, researchorganisaties en een soort coördinerend ingenieursbureau. Ze verdienen geen goud geld, maar kunnen hun broek prima ophouden.” Het geheim? “Ik denk een lange adem. Ze hebben een stip op de horizon gezet en blijven volharden. Wellicht een kwestie van cultuur.” De standvastigheid vloeit misschien ook voort uit een bijzondere geschiedenis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was aardolie schaars en onbetaalbaar. Het maakte ingenieurs en chemici creatief met de grondstof die wel voor handen was: hout. Bedrijven die voorheen papier en karton produceerden, maakten al snel ook oplosmiddelen, kunststoffen en zelfs de insectenverdelger DDT. Allemaal op basis van naaldhout uit de eigen bossen. Biobased economy avant la lettre. Na de oorlog kwam de toevoer van goedkope olie snel op gang en verdween de innovatieve houtchemie als curiositeit in de geschiedenisboeken. Maar niet voor eeuwig: Zweden ziet hout opnieuw als universele grondstof, nu vanwege de duurzaamheid én economische redenen. Het Scandinavische hout is immers hernieuwbaar, volop aanwezig, concurreert niet met voedselproductie en vermindert de CO2uitstoot.

Zeer 2015

In het Midden-Zweedse Örnsköldsvik maakte de traditionele pulpfabriek daarom rond de eeuwwisseling weer plaats voor een bioraffinaderij. De oude kennis is een schatkamertje, maar wordt aangevuld met 75 jaar extra kennis in chemie en procestechnologie. Ook de organisatie is zeer 2015. Grote en kleine bedrijven en onderzoeksinstellingen werken strategisch sa22 Chemie Magazine september 2015

LIVA Collection 2014 van het kledingmerk AND, gemaakt van Birla Cellulose.

Een belangrijk deel van de Zweedse bussen rijdt op ED95, een dieselvervanger op basis van bio-ethanol.

men, vaak via open innovatie. Het gezamenlijk doel is helder: hout omzetten in een reeks (hoogwaardige) producten en chemicaliën. “Wereldwijd is er een wedloop aan de gang in technologieën om biomassa uiteen te rafelen in bruikbare grondstoffen voor de industrie”, vertelt reisgenoot Karin Weustink, plaatsvervangend directeur Biobased Economy bij het ministerie van Economische Zaken. “Scandinavië is top als het gaat om hout. De ontwikkelingen gaan snel. Drie jaar geleden dachten we dat het over tien tot vijftien jaar tijd was om hier serieus op in te haken, nu schat ik dat in op vijf tot acht jaar.” Nederland mag zelf maar een zeer bescheiden houtproducent zijn, via de havens is ons land een grote importeur. Het be-

zoek was voor Weustink daarom ook een verkenning van een mogelijke strategische, internationale partner. Ondanks de koploperspositie in houtraffinage is de overheid in Zweden minder actief betrokken bij het stimuleren van de biobased economy dan in Nederland. Weustink: “Er is geen topconsortium of onderzoekagenda zoals in Nederland, waarbij de chemie, de energiesector en agrofood nauw betrokken zijn. Zaken zijn veel meer op lokaal niveau georganiseerd. Wat dat betreft waren zij weer erg geïnteresseerd in onze aanpak.” Reinier Gerrits, speerpuntmanager Energie en Klimaat bij de VNCI, vond het inspirerend om met eigen ogen te zien hoe in Zweden een aantal processen al plaatsvinden in een


Biobased

HOUT RAFFINEREN

Visvoer via schimmels gemaakt uit hout kan tweederde van het gebruikelijke vismeelvoeder vervangen.

biogebaseerd cluster. “Processen die een belangrijk onderdeel vormen van het realiseren van de ambities van de Routekaart Chemie in Nederland.” Wie het bioraffinaderijcluster in Örnsköldsvik wil bezoeken, rijdt vanuit Stockholm vijf uur stug door in noordelijke richting. Al die tijd bestaat het uitzicht uit naaldbossen. Het hart van de raffinaderij, Domsjö Fabriker, staat op de plek waar in 1903 een papiermolen op basis van hout verrees. Nu rollen per dag 15.000 bomen de fabriek in (1,6 miljoen kubieke meter hout per jaar). Als eerste wordt de bast verwijderd en verbrand samen met takken en zaagafval. De stam gaat door een versnipperaar, waarna het hout wordt gekookt met toevoeging van enzymen en chemicaliën. Lignine en hemicellulose lossen op. De achterblijvende cellulose wordt gewassen, gebleekt en gedroogd. Hemicellulose en lignine worden ook gescheiden, waarna de hemicellulose via fermentatie wordt omgezet in bioethanol. Het hele proces van stam tot product kost zo’n veertig uur.

Upgrade

De Domsjö-raffinaderij benut hout anders dan een traditionele pulpfabriek voor papier. De verkregen cellulose is zuiverder; ze bevat geen hemicellulose meer. Hemicellulose en lignine verlaten als aparte stromen de fabriek. De ‘upgrade’ in producten kost wel meer energie en chemie. Cellulose is overigens nog steeds het meest waardevolle product van Domsjö. Het levert ruim tweemaal meer op dan bio-ethanol of lignine (zie tabel). Een groot deel van de cellulose wordt omgezet in viscosevezels,

‘synthetisch’ katoen. Moederbedrijf Aditya Birla brengt het materiaal op de markt als Birla Cellulose en heeft een wereldwijd marktaandeel van 22 procent. De viscose is een duurzaam alternatief voor Aziatisch katoen. De gangbare teelt vraagt daar namelijk veel water, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. De Zweedse cellulose zit ook in luiers, vaatdoekjes en worstvellen. De hemicellulose uit Domsjö Fabriker verlaat Örnsköldsvik vooral als bio-ethanol. De ethanolproductie op de site is in handen van het bedrijf Sekab. Fermentatie van reststromen van de papier- en pulpindustrie levert al sinds 1909 bio-ethanol. Door de houtraffinaderij is de productie toegenomen. Sekab ontwikkelde ook een proces om hele houtsnippers efficiënt om te zetten in bio-ethanol. Het gaat om een combinatie van enzymatische hydrolyse en vergisting. De demonstratiefabriek voor dit CelluAPP-proces e

CELLULOSE* (40-50%): Hoofdbestanddeel van hout en het meest voorkomende biopolymeer ter wereld. Het is een koolhydraat, een aaneenschakeling van glucosemoleculen, maar niet of moeilijk verteerbaar voor de meeste dieren en micro-organismen. Producten op basis van raffinage: hoogwaardig papier en karton, viscose, luiers, vaatdoekjes, worstvellen. HEMICELLULOSE* (15-30%): Polysacharide opgebouwd uit een mix van suikers, met xylose als meest voorkomende. In tegenstelling tot cellulose niet kristallijn, vertakt, makkelijk oplosbaar en afbreekbaar. De stof heeft net als cellulose geen voedingswaarde. Producten op basis van raffinage: bio-ethanol, visvoer. LIGNINE (CA. 20%): Een chaotisch netwerk van onderling verknoopte aromaten. De basiseenheden zijn fenolen: sinapyl-, conferyl- en coumarylalcohol. Ze worden gevormd uit het aminozuur fenylalanine. De stof is bijzonder moeilijk te hanteren en te bewerken, want lost nauwelijks op en het opbreken van verbindingen resulteert meestal in de spontane vorming van nieuwe bindingen elders. Producten op basis van raffinage: dispergeermiddelen en emulgatoren, fenolvervangers in harsen, vanille, energie. BAST, HARS, TAKSNIPPERS, ZAAGAFVAL (CA. 5 %): Weinig bruikbaar, maar brandbaar. Producten: stoom, energie. * In het traditionele pulpproces worden cellulose en hemicellulose niet gescheiden.

NAALDBOMEN EN NOG EENS NAALDBOMEN

Zweden is al meer dan een eeuw een grootleverancier van duurzaam geproduceerd hout. Sinds 1903 schrijft de wet herplanting van bos voor na kap, en sinds 1926 is de hoeveelheid bos ondanks de houtproductie alleen maar toegenomen. Jaarlijks groeit het volume met 120 miljoen kuub, terwijl 80 à 90 miljoen wordt gekapt. Het hout dient als energiebron, wordt benut voor bouw en meubels, maar vooral voor papier en karton. De productiebossen dragen het FSC-keurmerk (Forest Stewardship Council) en/of het PEFC-keurmerk (Programme for the Endorsement of Forest Certification). Beide zijn voor de Europese Unie een erkend bewijs van duurzaam bosbeheer. De houtindustrie is goed voor zo’n 10 procent van de Zweedse economie. Het land bezit minder dan 1 procent van ’s werelds commerciële bossen, maar zorgt voor ongeveer 10 procent van alle papier- en pulpproductie. 90 procent van het geproduceerde papier en pulp wordt geëxporteerd. De helft van de Zweedse bossen is privébezit. Een kwart is in handen van houtbedrijven. De staat bezit zo’n 15 procent, het merendeel via (staats)bedrijven. september 2015 Chemie Magazine 23


HOUTRAFFINAGE IN EURO’S Product

Waarde in euro/MWh*

Cellulose

174,30

Bio-ethanol

92,10

(op basis van hemicellulose)

Lignine

84,80

Hout

22,80

Bast/zaagafval

14,70

Het hart van de raffinaderij, Domsjö Fabriker, staat op de plek waar in 1903 een papiermolen verrees.

* Waarde op basis van energie-inhoud

draait sinds 2004 en produceert 15 miljoen liter bio-ethanol per jaar. De fabriek kan ook draaien op stro, bagasse (afval van suikerriet) of mais. En naast ethanol produceert Sekab ook de oplosmiddelen ethylacetaat en acetaldehyde. Een belangrijk deel van de Zweedse bussen en ook steeds meer Zweedse auto’s rijden op ED95, een dieselvervanger op basis van de bio-ethanol. Nieuwe vergezichten bij Sekab zijn een industriële bio-ethanolinstallatie en

een proeffabriek voor omzetting van hout in propyleenglycol in plaats van ethanol. Propyleenglycol is een van de uitgangsstoffen voor kunststoffen als polyester en polyurethaan.

Walhalla

Binnen het cluster is onderzoeksinstelling Processum het kloppend hart. Het instituut doet onderzoek samen met of in opdracht van de verschillende bedrijven. Het grote aantal onderzoeksinstellingen

HOUT VERSUS FOSSIEL

T-shirts, visvoer en ‘diesel’ uit duurzaam Zweeds hout. Mooi, maar verdien je er ook aan? Kan biobased concurreren met fossiel? Viscose, het belangrijkste product uit de Zweedse houtraffinage, concurreert niet direct met olie. Grootste concurrent is namelijk Aziatisch katoen. Hoewel een lage olieprijs zeker kleding van polyester stimuleert, blijven veel mensen bij voorkeur natuurvezels dragen. Bio-ethanol wordt in Örnsköldsvik voornamelijk gewonnen door fermentatie van hemicellulose, een reststroom. Competitie bestaat vooral uit ethanol op basis van biet- of rietsuiker of zetmeel (mais, tarwe, tapioca). Fossiel ethanol is geen concurrent, 90 procent van de wereldethanolproductie is biobased. Bio-ethanol als autobrandstof heeft wel fossiele concurrentie: benzine of diesel. Daar delft bio-ethanol momenteel het onderspit, ook omdat de verbrandingswaarde slechts 65 procent van die van benzine is. Visvoer uit hout heeft geen fossiele tegenhanger. De concurrentie bestaat uit vismeel: gemalen en gedroogde vis uit de oceanen. Volgens MoRe Research kan hout daar al prima mee concurreren. De prijzen van vismeel stijgen door bevolkingsgroei en overbevissing. Chemicaliën uit hout of bio-ethanol maakt de Zweedse houtraffinaderij nog niet. Momenteel is het perspectief dat ze nog niet op prijs kunnen concurreren. De olieraffinaderij is zeker geen een-op-een-concurrent van de houtraffinaderij. Voor beide geldt dat de optelsom van alle producten de investering rendabel moet maken. Waarbij de ‘truc’ juist vaak zit in het slim verwaarden van reststromen. Het cluster rondom de Domsjöraffinaderij bewijst al jaren dat houtraffinage bestaansrecht heeft. En het vertrouwen leeft dat hout, dankzij innovaties, de competitie met olie steeds meer zal en kan aangaan. 24 Chemie Magazine september 2015

maakt Örnsköldsvik tot een walhalla voor biobased wetenschap. Algenkweekbassins, vergassingsinstallaties, pyrolyseapparatuur, membraanfiltratie-units, versnipperaars, spin- en pelletiseermachines, allerhande bioreactoren en analyseapparatuur, alles is voorhanden. Binnenkort opent ook een pilotfabriek voor nanocellulose, een lichtgewicht, supersterke cellulosevezel. De vezel wordt een grote toekomst voorspeld, mits die eenvoudig en goedkoop te produceren is. Een verrassend project is het visvoeronderzoek van MoRe Research. Enzymen kunnen hemicellulose omzetten in hapklare koolhydraten voor schimmels. MoRe liet schimmelculturen uitgroeien tot dikke ‘koeken’. Die werden gemaald, gedroogd en als eiwitrijke biomassa aan tilapia gevoerd. De schimmelkoek kan tweederde van het gebruikelijke vismeelvoeder vervangen. In stilte werken chemici er ook aan nieuwe producten op basis van lignine. Nu zijn de opties verbranden of gebruik als dispergeermiddel in bijvoorbeeld cement, terwijl deze houtfractie in theorie waardevolle aromaten zou kunnen leveren. Van der Vlist was erg geïnteresseerd: “Maar daarin ben ik niet veel wijzer geworden, te vertrouwelijk.” “Je merkt dat het concept van de biobased economie echt geland is in Zweden”, zegt deelnemer Gerrit Jan Koopman, directeur van de Vereniging van Nederlandse Papier- en kartonfabrieken (VNP). Dat ze daar veel uit hout kunnen halen, wist hij: “Visvoer, vanille, textiel, worstvellen, dat verraste mij niet. Maar ik was wel onder de indruk van het precieze inzicht dat ze hebben in de economische waarde van hun producten.” p


We kwamen hier in 1974 en zijn geen minuut meer weggeweest

Bij DuPont in Dordrecht worden in negen fabrieken

Naast onderhoud doen wij ook nieuw bouw pro-

o.a. kunstharsen, koelmaterialen en Teflon geprodu-

jecten. Van het vernieuwen van verlichting tot

ceerd. De productie gaat 24 uur per dag, 7 dagen

de installatie van grote 500 kW compressoren.

per week door. Op het terrein van DuPont vind je

Voor het vaste team zijn er elke dag weer nieuwe

al 35 jaar onafgebroken vakmensen van Croon.

uitdagingen. Wilt u meer weten over het groot-

Ze staan niet alleen klaar om reparaties uit te

ste in elektrotechniek gespecialiseerde bedrijf,

voeren, maar ook om storingen te voor komen.

met meer dan 130 jaar ervaring? Kijk op croon.nl

ontwerp . realisatie . maintenance croon.nl


KLEINSCHALIGE, REGIONALE INSTALLATIES ZIJN COMMERCIEEL HAALBAARDER

NIET TÉ GROOT DENKEN IN CHEMISCHE RECYCLING Het omzetten van kunststofafval naar chemische grondstoffen wordt steeds kansrijker. Maar de chemie-industrie moet daarbij af van het idee dat alleen grootschalige installaties interessant zijn. Zo kwam onlangs naar voren tijdens een workshop over chemische recycling. “Kleinschalige, regionale installaties vergen aanzienlijk lagere investeringen en vergroten de commerciële haalbaarheid.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk

D

e technologieën om kunststofafval om te zetten in grondstoffen voor chemische producten zijn wereldwijd volop in beweging. Hoewel de commerciële haalbaarheid van grootschalige projecten nog nergens is bewezen, schieten kleinschalige initiatieven overal als paddenstoelen uit de grond. Technologen van chemiebedrijven, afvalverwerkers, overheden en kennisinstellingen kwamen daarom onlangs bij elkaar tijdens een workshop (bij adviesbureau Berenschot in Utrecht) om de mogelijkheden van chemische recycling van kunststofafval in Nederland te bespreken. “De deelnemers discussieerden met name over de ontwik-

26 Chemie Magazine september 2015

keling van de potentie van de diverse soorten technologieën om kunststofafval om te zetten in grondstoffen voor chemische producten”, vertelt senior managing consultant Joost Krebbekx van Berenschot. “Concrete toepassingen komen steeds meer in zicht.” En dat is weer goed nieuws voor de rubber-, kunststof- en chemie-industrie, weet Reinier Gerrits, VNCIspeerpuntmanager Energie en Klimaat. “Vier jaar geleden bracht de VNCI de ‘Routekaart Chemie 20122030 – De sleutelrol waarmaken’ uit om in 2030 de CO2-uitstoot met 40 procent te verminderen. Het sluiten van de materiaalketen is een van de zes opties om het doel te bereiken. Chemische recycling draagt bij om


Recycling

IONIQA TECHNOLOGIES ZORGT VOOR DOORBRAAK IN PET-RECYCLING Thermochemische recyclingroutes voor kunststofafvalstromen.

DRIE TECHNIEKEN

Tijdens de workshop kwamen drie technieken aan de orde om uit kunststofafval grondstoffen voor chemische producten te maken: Pyrolyse: de ontleding van polymeren en afval door verhitting onder uitsluiting van zuurstof. De procestemperatuur blijft onder de 700 graden Celsius. Het gebruik van katalysatoren biedt mogelijkheden om de samenstelling van het product te beïnvloeden. De producten variëren van functionele moleculen (als er veel verontreiniging in het afval zit) tot meer olefinen en monomeren (bij grote hoeveelheden plastics) met de mogelijkheid om een deel direct om te zetten in transportbrandstoffen. Vergassing op lage temperatuur: het verhitten van kunststofafval naar temperaturen tussen 700 en 900 graden Celsius met daarbij een beperkte hoeveelheid zuurstof. Hierbij ontstaat vooral gas, waarin aromaten en olefinen aanwezig zijn. Vergassing op hoge temperatuur: de vergassing van kunststofafval bij temperaturen boven de 900 graden Celsius. Hierdoor ontstaat syngas, dat weer als grondstof voor producten als methanol en ammoniak kan dienen.

deze doelstelling te behalen.” Krebbekx wijst erop dat er in Nederland al meerdere initiatieven zijn ontplooid om kunststofafval in te zamelen en te verwerken. “Denk bijvoorbeeld aan de Plastic Heroescampagne. Hierbij wordt kunststofafval ingezameld om vervolgens een deel mechanisch te recyclen. Bedrijven wassen, zuiveren en granuleren het kunststofafval en zetten het weer als grondstof in voor kunststofproducten. Maar het grootste deel van de gemengde kunststofafvalstroom wordt nu nog verbrand om energie op te wekken.”

Goed gepositioneerd

En dat kan veel duurzamer, want door technologische ontwikkelingen

heeft chemische recycling van kunststofafval veel meer potentie in zich. Bovendien zorgt de aanwezigheid van sterke chemische clusters er volgens Krebbekx voor dat er ook in Nederland kansen liggen. “Verder beschikken wij hier over de R&Dkennis, een netwerk van afvalbedrijven en de logistieke infrastructuur om projecten van de grond te krijgen. Maar om de commerciële haalbaarheid te vergroten, moet de chemie-industrie af van het idee dat alleen grootschalige installaties interessant zijn. Kleinschalige, regionale installaties vergen aanzienlijk lagere investeringen en vergroten de commerciële haalbaarheid.” Business developer Louis Jetten van het DPI Value Center in Eindhoven,

De start-up Ioniqa Technologies ontwikkelde een magnetische vloeistof en een magnetisch scheidingsproces. Op lab-schaal bewees het bedrijf hiermee al gekleurd PET-afval om te kunnen zetten in een hoogwaardige grondstof. CEO Tonnis Hooghoudt: “Het missende puzzelstuk om PET oneindig te recyclen. Nu is het niet meer nodig om gekleurd PET-afval voor te sorteren. Zo dragen wij bij aan de circulaire economie.” Ioniqa ontving begin september 2,5 miljoen euro via Chemelot Ventures, een durfkapitaalfonds waar onder meer DSM bij is betrokken. “Dit jaar bouwen wij proefopstellingen om de productie naar 1000 liter op te schalen”, vertelt Hooghoudt. “De grootste uitdaging is om de betaalbaarheid en de kwaliteit van een grootschalig proces in de praktijk te bewijzen.” Wanneer alles volgens plan verloopt, verwacht hij in 2017 de eerste fabriek van 10 kiloton op te kunnen starten. “Vervolgens overwegen wij om regionaal licenties uit te geven, zodat PET-fabrikanten het proces kunnen integreren in hun fabrieken. Zo kunnen ze de logistieke kosten voor de aanvoer van PETafval reduceren. Het Chemelot-terrein is daarnaast een interessante optie voor een standalone-plant, gezien de hoogwaardige kennisinfrastructuur en aanwezigheid van chemiebedrijven.”

die zich al ruim twintig jaar met het onderwerp bezighoudt, is het volledig met Krebbekx eens. “Al In de jaren negentig werd in Nederland de mogelijkheid onderzocht om een door Texaco ontwikkeld proces in te zetten om kunststofafval om te zetten in syngas, een mengsel van waterstof en koolmonoxide. Maar dat project is nooit van de grond gekomen. Het bedrijf kreeg de businesscase niet rond. Er was minimaal 200.000 ton kunststofafval nodig om het project rendabel te krijgen. De hoge logistieke kosten om de grote hoeveelheden kunststofafval aan te voeren, waren een van de struikelblokken. Kleinschalige, regionale installaties die op 25.000 ton kunststofafval kunnen

e

september 2015 Chemie Magazine 27


De fabriek van Enerkem in Alberta maakt van huishoudelijk afval via vergassing synthesegas.

‘Chemiebedrijven zullen straks zelf end-of-lifeoplossingen moeten regelen voor materiaalstromen die nog niet georganiseerd zijn’ draaien, zijn veel interessanter om de businesscase rond te krijgen.”

Kwestie van jaren

Hoewel de technologieën zich snel ontwikkelen, signaleerden de aanwezigen tijdens de workshop diverse uitdagingen om Nederlandse initiatieven op te zetten. Volgens Jetten gaat het daarbij vooral om de robuustheid van de processen. “Hoeveel werk is er bijvoorbeeld nodig om het kunststofafval voor te sorteren? Wanneer je bepaalde kunststofsoorten, zoals PET of PVC, eerst moet verwijderen uit de afvalstroom om ervoor te zorgen dat het proces goed verloopt en de gewenste producten levert, verhoogt dat de kosten. Dat is uiteindelijk niet rendabel.” Ook de ontwikkeling van de grondstofprijzen die aan olie gerelateerd zijn, speelt volgens hem een belangrijke rol. Met de huidige lage olieprijzen is het lastig om een sluitende begroting te krijgen. Daarnaast is de wet- en regelgeving op een aantal punten niet duidelijk. “Het is zeker geen kwestie van maanden, eerder van jaren, voordat wij in Nederland de eerste projecten kunnen verwachten.” Krebbekx denkt echter dat beleidsmakers eindfabrikanten binnen afzienbare tijd nog meer zullen aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor een goede end-of-lifeoplossing voor hun producten. “Dat gaan zij doorvertalen naar chemie28 Chemie Magazine september 2015

AKZONOBEL WERKT AAN BUSINESSCASE RECYCLINGFABRIEK AkzoNobel maakt deel uit van een Nederlands samenwerkingsverband dat samen met het Canadese Enerkem onderzoekt hoe lokale afvalstromen, waaronder gemeentelijk restafval en agrarisch afval, kunnen dienen als grondstof voor chemische producten. RD&I operations manager Martijn van Loon van AkzoNobel is nauw betrokken bij het project. “Enerkem heeft vorig jaar in Canada een fabriek opgestart waarin het bedrijf uit huishoudelijk afval via vergassing synthesegas maakt”, vertelt hij. “De onderneming verwerkt 100.000 ton afval per jaar, de eerste fabriek ter wereld op commerciële schaal.” Met veertien partners, waaronder afvalverwerkers, chemiebedrijven en regionale ontwikkelingsmaatschappijen, onderzoekt AkzoNobel nu of er ook zo’n fabriek in

bedrijven en kunststofproducenten. Ik ga ervan uit dat chemiebedrijven straks zelf end-of-life-oplossingen moeten regelen voor materiaalstromen die nog niet georganiseerd zijn, zoals composieten. Wanneer ze dat niet goed regelen, wordt het lastiger om hun producten op de markt te blijven brengen.”

Risicospreiding

VNCI-speerpuntmanager Gerrits bevestigt dat er nog een hoop moet gebeuren om ook in Nederland grote of kleinschaligere, regionale initiatieven voor chemische recy-

Nederland kan komen. Mogelijke locaties: Rotterdam of Delfzijl. “Eerst hebben we gekeken of er in Nederland genoeg huishoudelijk afval beschikbaar is en welke prijs hiervoor wordt betaald. Vervolgens benaderden wij partijen in de keten om de businesscase verder uit te werken”, licht Van Loon toe. Peter Nieuwenhuizen, RD&I-director Speciality Chemicals van AkzoNobel, geeft aan dat de bouw van diverse factoren afhankelijk is. “De prijsontwikkeling van het afval bijvoorbeeld, en de opbrengst aan chemische producten, zoals methanol. Ook moeten we het benodigde kapitaal aantrekken voor de investering van vele tientallen miljoenen euro’s. Verder gaat het om nieuwe technologie die de nodige risico’s met zich meebrengt.”

cling van de grond te krijgen. Toch zijn chemiebedrijven, ondanks de lage olieprijzen, hierin volgens hem wel degelijk geïnteresseerd. “Door een grotere variatie in beschikbare grondstoffen te krijgen, spreiden ze hun risico. Bovendien signaleer ik in de maatschappij een toenemende behoefte aan verduurzaming. Ook de Europese Commissie speelt hier met haar plannen voor een circulaire economie op in. Daarnaast is het een belangrijke pijler onder de Routekaart Chemie om onze ambitie voor 40 procent broeikasgasreductie voor 2030 te realiseren.” p


Technip: a leader in plant design and construction

Technip is een wereldwijd leider in design, engineering, levering en bouw van installaties in de olie & gas en (petro)chemie. Met vertegenwoordigingen in 48 landen en 40.000 medewerkers kan Technip projecten van elke omvang en op elke locatie uitvoeren. In Nederland werken 500 mensen bij Technip.

Technip Benelux B.V. Technip Benelux B.V. voert wereldwijd complexe EPC projecten uit op het gebied van o.a. ethyleen- en waterstof/ synthesegasprojecten, raffinaderijprojecten, gasbehandeling, alsmede, CO2-verwijdering en bio-energie. Onze activiteiten gaan van de haalbaarheidsstudiefase tot de ingebruikname, dus inclusief plant ontwerp, engineering, inkoop, bouw en management op basis van eigen technologie en onder licentie van derden.

Technip-EPG B.V. Technip-EPG levert, als multidisciplinair ingenieursbureau, al ruim 30 jaar haar diensten en services aan de Nederlandse markt. Om onze dienstverlening verder te optimaliseren en uit te breiden, werken we binnen de Technip Groep intensief samen. Hierdoor wordt onze ervaring op het gebied van olie & gas, (petro)chemie, offshore, bouw & infra, HVAC en energy & water gecombineerd met de uitstekende project- en constructiemanagement expertise van Technip.

Technip Benelux B.V. Postbus 86 2700 AB Zoetermeer Tel: 079 3293 600 Email: tpbenelux@technip.com URL: www.technip.nl

www.technip.com

Technip-EPG B.V. Postbus 8568 3009 AN Rotterdam Tel: 010 220 70 70 Email: infoepg@technip.com URL: www.technip-epg.nl


12 BEELD: ARNO BOSMA

KUNSTWERK VESTIGT AANDACHT OP PLASTIC SOEP

Een 12 meter lang beeld van een moeder die haar kind borstvoeding geeft, gemaakt van gerecycled zwerfplastic. Dit kunstwerk is volgend jaar tijdens de Olympische Spelen te zien op het strand van Rio de Janeiro. Met de Plastic Madonna wil Nederlander Peter Smith de aandacht vestigen op het probleem van de plastic soep.

Gerard van Harten liet tegelijkertijd met de aanschaf van de Tesla zonSmith maakte al eerder een wereldbol van zesduizend nepanelen op het dak van zijn flesjes die hij in Amsterdam als zwerfvuil had verzaschuur plaatsen.

meld. De wereldbol voer in 2013 door de Waal naar Rot-

30 Chemie Magazine september 2015

terdam, met als boodschap dat de plastic soep in de oceanen te voorkomen is. Naar schatting drijft er al zo’n 5 miljard kilo plastic in de oceanen. Daar komt elke dag 12 miljoen kilo bij. Volgens Smith is de groei van de plastic soep een nog veel groter probleem dan de plastic soep zelf. In Nederland is het probleem van zwerfafval volgens hem opgelost als een kwart van de bevolking dagelijks één stuk zwerfvuil in de afvalbak gooit. De missie van zijn Stichting Klean (‘Klagen Loont Echt Absoluut Niet’) is dan ook zo veel mogelijk mensen hiertoe verleiden.


Wetenswaardig

METER LANGE MADONNA

Met de Plastic Madonna wil Smith laten zien dat mensen met elkaar bergen kunnen verzetten. “Wij zijn zo sterk en talrijk dat we door allemaal slechts één klein dingetje te doen – bijna niets dus – grootse dingen kunnen bereiken.” De Maria met het kindeke Jezus wordt geplaatst vlak bij het beeld van Christus, dat vanaf een berg over Rio de Janeiro uitkijkt. Smith verwacht de nodige ophef hierover, en dus publiciteit. Het beeld is een symbool om te laten zien dat het plastic in onze voedselketen komt en dat we het probleem doorgeven aan volgende generaties als we niks doen.

Smith heeft er bewust voor gekozen niet bij goede doelen aan te kloppen voor financiering. Hij gelooft dat heel veel kleintjes samen veel sterker zijn dan één instantie met een grote portemonnee. Daarom is de maximum bijdrage aan het project gesteld op 1 euro. Meer informatie: www.stichtingklean.nl en https://plasticmadonna.com/nl

september 2015 Chemie Magazine 31


DOORSTART VOOR PL PROBLEEMOPLOSSER VOOR DE CHEMIE KENDE PIEKEN EN DALEN

De nieuwe Plant One biedt volop ruimte aan mkb’ers om hun innovatieve plannen te realiseren.

Plant One, de proeffabriek waarin chemiebedrijven op kleine schaal processen kunnen uitproberen, maakte dit voorjaar een doorstart. Directeur Gabriel Tschin legt uit waarom de hal op het terrein van Huntsman ditmaal wél een succes wordt. Tekst: Inge Janse

G

abriel Tschin is een man met een missie. De nieuwe directeur is er namelijk op gebrand om van Plant One Rotterdam een succes te maken. De proeffabriek voor de petrochemie in de Rotterdamse Botlek sloot dit voorjaar de deuren, maar onder zijn leiding maakt de bijna 12.000 vierkante meter grote hal een beloftevolle doorstart. Tschin, sinds 2010 plantmanager van Plant One, ziet meer dan voldoende potentie voor de proeffabriek. “Op 1 juni zijn we doorgestart als Plant One Rotterdam BV. Huntsman heeft hierbij ontzettend goed meegedacht. Samen hebben we ons plan opgezet om de komende jaren open te kunnen blijven.”

32 Chemie Magazine september 2015

Hoewel er steeds meer proeffabrieken verschijnen, heeft Plant One nog altijd een unieke positie, stelt Tschin. “Wij zijn dé probleemoplossers van de petrochemie. Wij hebben een overkoepelende vergunning, hanteren de zeer strenge Deltalinqs-normen voor veiligheid en hebben alle utilities beschikbaar tegen concurrerende prijzen, van stoom tot stikstof. Ik weet geen andere locaties die dat ook aanbieden.”

Zelf draaien

In de eerste vijf jaar kende Plant One pieken en dalen (zie kader). Waarom gaat het dit keer wél werken? “Oorspronkelijk moesten bedrijven hun hele proefinstallatie hiernaartoe verhuizen. Dat nam een berg werk met zich mee. Tegenwoordig bieden

we daarom ook de laboratoriumfase aan. Alles kan nu dus in één omgeving.” Bovendien geeft de nieuwe Plant One volop ruimte aan mkb’ers om hun innovatieve plannen te realiseren. Vaak blijven deze namelijk op de plank liggen. “Opschalen betekent veel kosten maken, terwijl kleine bedrijven het lastig vinden om subsidie te krijgen doordat er zoveel regels zijn.” Ook gaat Tschin opleidingen verzorgen voor functies in de (petro)chemie. Hij kwam op dat spoor toen chemiebedrijven aangaven geen personeel te kunnen vrijmaken om installaties te testen in de hal. “Bij veel projecten geldt de voorwaarde dat we deze zelf moeten laten draaien. We hebben daarom drie leerlingen van het Albeda College opgeleid tot proces-


Proeffabriek

ANT ONE 100 % TEVREDEN

DE OP- EN ONDERGANG VAN PLANT ONE

Ondanks dat de betrokken partijen de proeffabriek met woord en daad bleven steunen, kwam Plant One financieel niet uit. Dit voorjaar besloot de directie daarom om de activiteiten stop te zetten. Maar met de hulp van de betrokken partijen kon Tschin een doorstart maken. De nieuwe directeur benadrukt dat Plant One geen tegenvaller was. “Het heeft allemaal even geduurd, maar de proefinstallatie van Huntsman voor katalysatoren was bijvoorbeeld een groot succes. Ook de marktplaats heeft vier partijen opgeleverd die nu problemen kunnen oplossen.” En hoewel het niet stormliep in de hal, had Plant One vermoedelijk ook niet meer klanten aangekund. “Dan waren er meer mensen nodig geweest en waren er misschien problemen ontstaan. Nu hebben we als Plant One ervaring opgedaan, zodat we elke installatie goed en veilig kunnen opereren. Bovendien waren alle klanten 100 procent tevreden.” Al met al beschouwt hij de afgelopen periode daarom als een goede opstartfase. “We hebben vijf jaar nodig gehad om Plant One te laten worden wat het nu is.”

De geschiedenis van Plant One is er een met pieken en dalen. In 2010 ging de hal met veel bravoure open. Plant One, zo was de belofte, zou helpen om innovatieve producten en processen op te schalen, zodat de chemieindustrie milieuvriendelijker, CO2-armer en energie-efficiënter kon gaan werken. De hal bood daarvoor alle faciliteiten om innovaties die op labschaal werken op groter formaat uit te testen. Een overkoepelende vergunning, grondstoffen, medewerkers, subsidies van de overheid en de status van Centre for Open Chemical

operator. Dat is zo goed bevallen dat we nu dertien nieuwe studenten zoeken die bij Plant One tot operator-B worden opgeleid.” Tschin kreeg bovendien ook verzoeken voor andere opleidingen. “Daarom hebben we Plant One Opleidingen opgericht, zoals voor procesoperators, heftruckchauffeurs, kraanmachinisten en verladingsoperators.”

Diepe duik

Daarnaast pakt Tschin uit met de

Innovation: alles was er. Toch leek het moeizaam te gaan. De eerste jaren ontbrak bijvoorbeeld een centrale sprinklerinstallatie, waardoor de vergunningverlening voor testinstallaties moeilijk liep. Ook ontbrak de mankracht (zowel bij chemiebedrijven als bij Plant One) om de hele hal vol installaties te laten draaien. In 2013 breidde het bedrijf daarom zijn diensten uit met een marktplaats voor energie-efficiency. Bedrijven die slimme producten maakten, konden deze hier laten zien, terwijl grote chemiebedrijven ze konden ruiken en voelen.

‘ We hebben vijf jaar nodig gehad om Plant One te laten worden wat het nu is’

presentatie van de innovatieve producten die Plant One huisvest. “Bezoekers kunnen deze niet alleen bekijken, maar ook testen. Neem problemen met geuremissies. De klant kan de probleemveroorzaker meenemen, waarna Colt kijkt of het iets aan die stank kan doen.” Ook staat er een testunit van Brilliant Water Solutions om vervuild water mee schoon te maken, terwijl via een stoom-ontgassingsinstallatie van Dura Vermeer klanten hun vervuilde

‘ Samen een testunit neerzetten en toepassingen verzinnen voor de grote chemie’

grond kunnen saneren. “We zijn dus niet alleen een plek waar innovaties staan, maar kijken ook voor welke doeleinden deze geschikt zijn. Zo helpen we om deze op de markt te krijgen.” Een nieuwe naam, een nieuwe website, een nieuwe directeur, een nieuwe aanpak: alles is gereed voor een succesvolle doorstart. Klanten zijn daarom meer dan welkom. Tschin kijkt vooral uit naar chemiebedrijven die problemen hebben met emissies, zoals geuroverlast of vervuild afvalwater. Daarnaast zijn alle organisaties welkom die een innovatief product hebben bedacht. “Zij kunnen hier samen met ons een testunit neerzetten en toepassingen verzinnen voor de grote chemie. Wij duiken daar heel diep in.” p september 2015 Chemie Magazine 33


WAAROM TON BÜCHNER (AKZONOBEL) KLIMAATBRIEF AAN WERELDLEIDERS ONDERTEKENDE

CEO’S DRINGEN AAN OP ACTIE

In de aanloop naar de klimaattop in december dringen de topmannen van 43 grote bedrijven, waaronder AkzoNobel en DSM, in een open brief aan de wereldleiders aan op actie. Volgens Ton Büchner van AkzoNobel kan de chemie-industrie een sleutelrol vervullen in de circulaire economie. “Als je materialen op een effectieve wijze wilt hergebruiken, moet je wel over de juiste chemicaliën beschikken.” Tekst: Joost van Kasteren

H

et is tijd voor concrete en effectieve stappen tegen klimaatverandering, vinden 43 CEO’s uit het internationale bedrijfsleven. Zij schrijven dit in een open brief aan de wereldleiders die aanwezig waren bij het jaarlijkse voorjaarsoverleg van de Wereldbank en het IMF in Washington. De CEO’s hopen dat de leiders de oproep meenemen naar de 21ste klimaatconferentie van de VN (de COP 21) van 30 november tot en met 11 december in Parijs. Die moet een nieuw klimaatverdrag opleveren voor een duurzame, koolstofarme toekomst, terwijl de temperatuurstijging onder de 2 graden Celsius

34 Chemie Magazine september 2015

blijft. De brief is onder meer ondertekend door de topmannen van Unilever, ING, Philips, Volvo, Solvay, Dow, DSM en AkzoNobel. Zij geloven dat de private sector een verantwoordelijkheid heeft om actief deel te nemen aan de wereldwijde inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en te komen tot een klimaatbestendige economie. Meer gebruikmaken van alternatieve energiebronnen en een beprijzing van CO2 zien zij als mogelijke oplossingen. Een van de ondertekenaars is Ton Büchner, CEO van AkzoNobel. Klimaatverandering is volgens hem al jaren een topprioriteit voor AkzoNobel, en dat zal ook zo blijven. Akzo-

Nobel ondersteunde in 2009 de gezamenlijke agenda van de klimaattop van Kopenhagen en in de aanloop naar deze belangrijke top ondersteunt het bedrijf deze agenda opnieuw. “We moeten veel krachtiger optreden tegen klimaatverandering”, zegt Büchner, “en voorafgaand aan de klimaattop in Parijs zien we bemoedigende signalen: het tij lijkt te keren. Met deze open brief willen we overheden laten weten dat het bedrijfsleven van hen verwacht dat zij het voortouw nemen door ambitieuze klimaatdoelen te stellen. We willen bovendien laten zien dat het bedrijfsleven bereid is regeringen daarbij te helpen en klaarstaat om praktische klimaatoplossingen in de praktijk te brengen.” De open brief verwijst naar de Sustainable Development Goals, die duurzame economische groei in ontwikkelingslanden stimuleren. Maar daar is energie voor nodig. Hoe verhoudt de noodzaak van economische groei zich tot het terugdringen van broeikasgassen?

Büchner: “We moeten afstappen van


Klimaat Ton Büchner: ‘De open brief is een oproep tot leiderschap.’

FOTO: ANP

SHELL: ‘MAAK CO2 DUURDER’

de veronderstelling dat economische groei onvermijdelijk gepaard gaat met een toename van de CO2uitstoot en het verbruik van grondstoffen. Er is ruimte voor baanbrekende innovaties binnen alle segmenten van de economie waar energie en natuurlijke hulpbronnen worden gebruikt, bijvoorbeeld voor huisvesting en voedselproductie. En ook onze eigen processen kunnen efficiënter. We moeten en kunnen ons grondstoffenverbruik radicaal efficiënter maken, zodat mensen van een hogere levensstandaard kunnen genieten. Dit vraagt doorzettingsvermogen en het vermogen om anders te denken, maar het is wel degelijk mogelijk. Hernieuwbare brandstoffen maken in veel landen een belangrijk deel uit van de brandstofmix, en binnen de juiste kaders zouden ze nog veel meer kunnen opleveren. Als toonaangevende producent van verf, coatings en specialistische chemicaliën concentreren we ons op de transformatie die binnen onze vier eindgebruikerssegmenten (gebouwen en infrastructuur, trans-

port, consumentenproducten en industrie) moet plaatsvinden. Op dit gebied streeft AkzoNobel al jaren naar de ontwikkeling van duurzame innovaties die als aanjager kunnen dienen voor de transformatie binnen deze sectoren – en daarbij ook de uitstoot van broeikasgassen helpen verminderen.” Over hernieuwbare brandstof gesproken: wat vindt u van het gebruik van biomassa voor energie?

“Voorlopig moeten we ervoor zorgen dat we toegang hebben tot allerlei verschillende energieoplossingen, zonder daarbij uit het oog te verliezen dat er aan sommige oplossingen nadelen kleven. Op de langere termijn is het doel geleidelijk over te stappen op meer hernieuwbare energiebronnen. We moeten iedere zinvolle stimulans om dit te bereiken ondersteunen, dus ook biomassa. Natuurlijk moet je ervoor waken dat de grond waarop je biomassa produceert niet ten koste gaat van landbouwgrond. Biomassa is echter ook een restproduct van de landbouw; het zou anders gewoon

Bij de ondertekenaars van de klimaatbrief zit maar een enkele CEO van een olie- of gasbedrijf, maar dat wil niet zeggen dat het klimaat hun niet aan het hart gaat. Zes van hen, waaronder Ben van Beurden van Shell, pleitten enkele maanden geleden in een ‘brandbrief’ voor een reële prijs voor CO2 als een van de meest efficiënte manieren om de doelstellingen van het klimaatbeleid dichterbij te brengen. Of dat moet gebeuren via een emissiehandelssysteem zoals in Europa of via een CO2-belasting laten ze in het midden. Zolang de kosten maar een afspiegeling zijn van de externe effecten van CO2uitstoot. Dus dichter bij de 40 euro per ton dan de 7 à 8 euro die het nu kost. De lage prijs van CO2 leidt volgens Dick Benschop, president-directeur van Shell Nederland, tot de Europese ‘Energie Paradox’: enerzijds investeren we tot 2020 zo’n 300 miljard in hernieuwbare bronnen, anderzijds stijgt de CO2-uitstoot doordat steeds meer gasgestookte centrales worden vervangen door kolencentrales, die per kilowattuur ruim twee keer meer CO2 uitstoten. “Het Europese energiebeleid is gas geven en remmen tegelijk”, aldus Benschop. “Als de CO2-prijs hoger wordt, wordt aardgas economisch weer een stuk aantrekkelijker. Niet alleen goed voor het klimaat, maar ook voor de leveranciers van aardgas.”

als afval worden vernietigd. Bovendien is het mogelijk land dat niet geschikt is voor landbouw te gebruiken voor de productie van biomassa. Tijdens de energietransitie moeten we overstappen van kolen en olie op gas, en van gas op hernieuwbare brandstoffen.” Wereldwijd werpen CEO’s zich op als ambassadeurs in de strijd tegen klimaatverandering onder het motto ‘het wetenschappelijk debat over klimaatverandering is voorbij’. Dat is natuurlijk waar, maar is het, met de eerdere pogingen nog in het achterhoofd, ook voldoende om mensen te overtuigen?

“De open brief is een oproep tot leiderschap. En als onderdeel hiervan vormt de brief een belangrijke stap om mensen ervan te doordringen dat we dringend actie moeten ondernemen. We moeten het wetenschappelijke debat over klimaatverandering achter ons laten. Bij AkzoNobel willen we via onze leiderschapspositie en via onze acties mensen inspireren de noodzakelijke veranderingen door te

e

september 2015 Chemie Magazine 35


‘ Bedrijfsleven staat klaar met praktische klimaatoplossingen’ voeren. Tekenend voor deze filosofie is ons Human Cities-initiatief. Zo heeft AkzoNobel vorig jaar publieke steun bekend aan het initiatief ‘100 Resilient Cities’ van de Rockefeller Foundation. Als onderdeel daarvan voeren we projecten uit in vier steden uit de lijst. We gaan ook een ‘gids voor stedelijke veerkracht’ samenstellen, om steden te helpen met de uitdagingen waar ze voor worden gesteld. We zijn ons er tevens van bewust dat wij als mondiaal opererend bedrijf een positieve verandering kunnen bewerkstelligen door met onze klanten en leveranciers samen te werken. We weten hoe belangrijk het is om binnen de volledige waardeketen te communiceren, samen te werken en strategische samenwerkingsverbanden aan te gaan.” Een impliciete of expliciete vaststelling van koolstofprijzen is een van de mechanismen om investeringen in koolstofarme technologieën te stimuleren en zo het huidige emissiepatroon te doorbreken. De vraag is: hoe?

“Het daadwerkelijk integreren van milieuvraagstukken binnen onze economische systemen zal een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van ander gedrag. Met onze nieuwe vierdimensionale economische benadering van milieukwesties proberen we hier meer inzicht in te krijgen. Een mondiaal vastgestelde koolstofprijs stimuleert de investering in alternatieve koolstofarme energiebronnen, omdat deze hierdoor economisch aantrekkelijker worden. Het is hierbij essentieel koolstof zo te prijzen dat dit wereldwijd tot een gedragsverandering leidt. Of er een handelssysteem of een belastingsysteem zal worden ingevoerd, is momenteel moeilijk te voorspellen. Maar als er belastingen worden geheven, dan is het verstandig de opbrengst hiervan te investeren in een koolstofarme economie.” 36 Chemie Magazine september 2015

De Global Commission on the Economy and Climate streeft naar nieuwe bedrijfsmodellen, zoals de circulaire of kringloopeconomie, om het grondstofverbruik terug te dringen. Wat vindt u daarvan?

“Wij ondersteunen de ambities, het arbeidsethos en het gevoel voor ondernemerschap achter de circulaire economie. AkzoNobel is zelfs een van de oprichters van Circle Economy, een coöperatie van publieke en private organisaties die tot doel heeft de overgang naar een circulaire economie te versnellen. We zijn al betrokken bij een aantal initiatieven waarin circulair wordt gedacht, zoals de ontwikkeling van chemische grondstoffen uit huishoudafval. Daarnaast hebben we diverse strategische partnerschappen gesloten om niet-hernieuwbare grondstoffen te kunnen vervangen. We denken dat de chemische industrie een sleutelrol binnen dit nieuwe economische model kan vervullen. Als je materialen op een effectieve wijze wilt hergebruiken, dan moet je wel over de juiste chemicaliën beschikken.” De overgang naar een koolstofarme, klimaatbestendige en circulaire economie vraagt om disruptieve innovaties. Hoe kunnen jullie die als gevestigde wereldspeler ontwikkelen en tegelijkertijd de continuïteit die aandeelhouders en andere belanghebbenden verwachten waarborgen? Is dat geen lastige paradox?

“Dit is iets wat toonaangevende bedrijven constant doen. Zij veranderen het spel en slagen erin groter te groeien dankzij de innovaties waarmee ze het spel hebben veranderd. Om de concurrentie voor te blijven, moet je het lef hebben om zo’n tactiek toe te passen. Centraal binnen deze tactiek staat ons streven onze klanten efficiënter te laten werken. Onze biocidevrije coatings voorkomen bijvoorbeeld dat orga-

JAN PAUL VAN SOEST: ‘KRACHTIG SIGNAAL AAN DE POLITIEK’ “Het effect van een oproep als deze van de CEO’s kun je natuurlijk nooit helemaal traceren, maar het laat wel zien dat steeds meer partijen ervan overtuigd zijn dat er nu actie moet worden ondernomen en dat de prijs van CO2 omhoog moet. Deze brief is een krachtig signaal aan de politiek om serieus in actie te komen”, zegt Jan Paul van Soest. Hij is onder meer partner bij De Gemeynt (coöperatie van zelfstandige adviseurs, denkers en entrepreneurs die samenwerking organiseren tussen sleutelspelers om duurzame oplossingen mogelijk te maken) en voorzitter van de raad van advies van De Groene Zaak (vereniging van 170 bedrijven die vaart willen maken met vergroening van de economie). “Je moet er niet te geringschattend over doen, want daarmee doe je veel bedrijven onrecht die al langer pleiten voor een wereldwijd klimaatbeleid. Bovendien onderschat je het prisoner’s dilemma waar bedrijven mee worstelen. Als alleen Europa een CO2-belasting zou invoeren, zet je juist deze bedrijven op achterstand ten opzichte van hun concurrenten elders.” Van Soest is voorstander van een belasting op CO2, “maar we zitten nu eenmaal met het emissiehandelssysteem ETS, en het vervangen ervan kost tijd. Je zou wel een bodemprijs kunnen invoeren. Een deel van de opbrengsten daarvan kun je dan gebruiken voor het ontwikkelen van en investeren in technieken om de CO2-uitstoot van energieintensieve bedrijven te verminderen.”

nismen zich aan de romp van een schip hechten. Zo kunnen deze schepen soepeler varen, waardoor ze minder brandstof verbruiken en minder CO2 uitstoten. Dankzij onze Rediset-additieven kan er asfalt worden gelegd met een lagere meng- en verwerkingstemperatuur, en daarmee een lagere CO2-uitstoot. En onze Dulux Weathershield KeepCool, een buitenverf die tot maar liefst 85 procent meer infraroodstraling reflecteert dan traditionele buitenverven, helpt het energieverbruik in gebouwen tot zo’n 15 procent te verlagen. Er is dus helemaal geen sprake van een paradox. Het leveren van innovatieve, baanbrekende oplossingen heeft altijd centraal gestaan binnen onze bedrijfsstrategie en vormt een integraal onderdeel van onze ambities. Duurzaamheid is ‘business’ en onze ‘business’ draait om duurzaamheid.” p


Your Partner for Design and Turnkey Realization of GMP Facilities Discover your benefits: Whether greenfield, expansion or optimization – our specialists develop high quality solutions for your projects in The Netherlands and all around the globe. Consulting Engineering Construction Validation TFM

M+W Central Europe GmbH A Company of the M+W Group www.ce.mwgroup.net

Kennis verbreden en verdiepen

pao.tudelft.nl

Sproeidrogen - 18 en 19 november Explosieveiligheid - 18, 19 en 20 november Toxicologie - 18, 25 en 27 november IndustriĂŤle meng- en roerprocessen - 24, 25 en 26 november Thermische analyse - 9, 10 en 11 december ATEX: Voldoet uw bedrijf aan deze richtlijn? - 1 dag, op aanvraag Dispersies in de industrie - 2 of 2,5 dag, op aanvraag Modulaire cursussen: volg het gehele traject of losse module(s):

Polymeerchemie en -technologie 22, 29 september, 6 oktober, 3 en 10 november. Het volledige traject start weer in 2016.

Chemical engineering 10 november, 8 december, 12, 26 januari, 9 februari, 8, 22 maart, 5, 19 april, 10 en 24 mei

Process Control voor procestechnologen 11, 12, 25 en 26 november

Leiderschapsontwikkeling voor ingenieurs 25, 26 januari, 17 februari, 7 maart, 8 april, 9 mei en 6 juni Interesse in andere cursussen op het gebied van chemie, procestechnologie of technisch management? Kijk voor alle cursussen op www.pao.tudelft.nl Postbus 5048 2600 GA Delft

015 278 83 50 info@paotechniek.nl

Advertentie PAO - Chemie Magazine - sept 2015.indd 1

15-9-2015 10:26:21


FOTO: ARJAN VAN DER VEGT

38 Chemie Magazine september 2015


Arbeidsmarkt

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

Floris Rutjes HOOGLERAAR SYNTHETISCH ORGANISCHE CHEMIE (RADBOUD UNIVERSITEIT)

‘CHEMIE IS EEN CREATIEVE WETENSCHAP’ Terwijl hij de 50 nog niet is gepasseerd, werkt Floris Rutjes al bijna zestien jaar als hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Bovendien is hij in 2008 uitgeroepen tot meest ondernemende wetenschapper. Zijn geheim? “Ambitie. Als ik dingen doe, vind ik het belangrijk om mijn stempel erop te drukken.” Tekst: Inge Janse

1

Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik ben iemand die zich al tijdens zijn promotieonderzoek in Amsterdam specialiseerde in het maken van moleculen. Tegenwoordig ben ik hoogleraar synthetische organische chemie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. We willen moleculen op een duurzame manier maken. Heel veel reagentia en oplosmiddelen moeten of willen we niet meer gebruiken. Ook willen we dat reacties efficiënter verlopen. In de Verenigde Staten maakte ik een natuurstof via 82 stappen. Toen was ik daar heel trots op, want ik had het wereldrecord voor de langste lineaire sequentie. Nu durf ik dat bijna niet meer te vertellen. Tegenwoordig wil je zo veel mogelijk chemische stappen in één pot laten verlopen. Zelf doe ik geen onderzoek meer. (lacht) Ik werk sinds 1999 in Nijmegen en heb hier nog nooit zelf een reactie uitgevoerd. Ik kom er gewoon niet aan toe. Maar ik houd alle literatuur bij en weet precies wat er gebeurt in alle projecten hier.

2

Wat vertel je je twee kinderen als zij vragen wat voor werk je doet? Als hoogleraar doe ik onderzoek en geef ik onderwijs over scheikunde. Dat gaat over moleculen en daar bestaat alles uit. Daarom is het belangrijk om te weten hoe je die moet maken. Dat kan zijn voor een medicijn, de bumper van een auto of een geurstof, noem het maar. Ik probeer die dingen uit te vinden.

3

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Op de lagere school in Heiloo had ik nog niets met scheikunde. Ik wist al wel dat ik later professor wilde worden, ook al had ik geen idee wat dat inhield. Op het gymnasium in Alkmaar was ik september 2015 Chemie Magazine 39

e


‘ Mijn grote droom is dat een van mijn spin-offs een klapper maakt’ CURRICULUM VITAE LEEFTIJD 49 jaar. WOONPLAATS Wijchen. (“Dat is op dertien kilometer afstand van de Radboud Universiteit. Ik fiets het twee keer per week.”) HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Een zoon van 13 en een dochter van 10. OPLEIDINGEN Gymnasium met bèta-pakket (Petrus Canisius College, 1978-1984), scheikunde (Universiteit van Amsterdam, 1984-1988), promotieonderzoek organische synthese (Universiteit van Amsterdam, 1988-1993). NEVENACTIVITEITEN Floris was bestuurslid van het TKI Nieuwe Chemische Innovaties, maar dat is opgegaan in één groot TKI. “Wel bemoei ik me nog met de Innovation Labs. Ook zit ik in de programmaraad chemical conversion and synthesis en in de sectorraad, het klankbord van het TKI Chemie-bestuur.” Daarnaast is hij vicevoorzitter van de KNCV. WERKGEVERS Hoogleraar synthetisch organische chemie (Radboud Universiteit Nijmegen, 1999-heden), onderzoeker en universitair docent (Universiteit van Amsterdam, 1996-1999), postdoctoraal onderzoeker bij The Scripps Research Institute, Californië (1993-1995).

overal goed in, maar koos voor een bèta-pakket. Dat was de enige optie waar je echt wat mee kon. Bij mijn keuze voor de vervolgopleiding spraken de scheikundige experimenten mij het meest aan, dus ik ging scheikunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Omdat ik voor mijn afstuderen de hoogste cijfers had van mijn jaar, kreeg ik de jaarlijkse Unilever Research Prijs. In het tweede jaar van mijn promotieonderzoek besloot ik tijdens een congres in de VS dat ik een jaar 40 Chemie Magazine september 2015

onderzoek wilde doen bij een topgroep. Dat deed ik aan The Scripps Research Institute, een privaat onderzoeksinstituut dat gelijkwaardig is aan Princeton en Harvard. Maakte je daar een molecuul, dan had je zo ongeveer een baangarantie voor de Amerikaanse chemische industrie. Maar toen ik terugkwam in Nederland, was het mijn grote desillusie dat dit hier níét het geval was. Ik had mijn Nederlandse vriendin niettemin beloofd terug te komen. Omdat ik nog niet precies wist wat ik wilde en daardoor nergens werd aangenomen, ben ik een beetje tegen wil en dank postdoc geworden in Amsterdam. Toen ik daarna nog geen jaar universitair docent was, kon ik hoogleraar worden in Nijmegen. (lacht) Ik ben niet geniaal hoor. Sommige dingen moeten gewoon meezitten. En het bevalt hier nog steeds goed.

4

Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Ik heb enorm veel vrijheid. Zolang mijn wetenschappelijke output en mijn onderwijs in orde zijn, kan ik daarnaast doen wat ik wil. In die vrijheid doe ik mijn hobby: ondernemen. In de afgelopen twaalf jaar zijn er vijf spin-offs uit mijn groep voortgekomen. Bij drie ben ik medeoprichter en bij twee faciliteerde ik bij de oprichting. Dat heeft mij het label van ‘entrepreneurial wetenschapper’ gegeven.

5

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? (denkt lang na) Dat er direct uit ons onderzoek vijf bedrijfjes zijn voortgekomen. De eerste, Chiralix, was er zonder mij niet geweest. We onderhandelden anderhalf jaar met het faculteitsbestuur over voorwaarden. Dat waren eindeloze discussies. Naderhand werd Chiralix een enorme stimulans

voor andere promovendi. Het sprak enorm aan dat een promovendus voor zichzelf begon en na verloop van tijd zeven man in dienst had. Mijn wetenschappelijke activiteiten zijn heel robuust, maar niet de absolute top. Voor mij zorgde het ondernemerschap daarom voor een verhoogde zichtbaarheid. Zo kreeg ik in 2008 de prijs voor de meest ondernemende wetenschapper van Nederland. Door die zichtbaarheid ben ik bijvoorbeeld gevraagd voor activiteiten in de Topsector Chemie.

6

Wat drijft je in je werk? Ambitie. Als ik dingen doe, vind ik het belangrijk om mijn stempel erop te drukken. Dat is een soort geldingsdrang. Het is daarbij een enorme stimulans dat de dingen waar ik me voor inzet vaak met een mooie prijs beloond worden. Dat klinkt eerzuchtig, maar het is vooral een enorme stimulans om écht te gaan voor de dingen die je doet. Ik werk daarom een uur of zestig, zeventig per week. Mijn vrouw vindt dat goed. Denk ik.

7

Wat levert je werk je op? Ik krijg het salaris van een hoogleraar, dus ik hoef niet te klagen. Natuurlijk zijn er banen waar ik veel meer kan verdienen, maar het is me heel veel waard dat ik veel vrijheid heb. En door de dingen die op mijn pad komen, krijg ik heel veel mogelijkheden om te groeien, bijvoorbeeld in hoe ik mensen aanstuur en zaken organiseer. Over een jaar word ik voorzitter van de KNCV. Ook dat is weer een uitdaging waarin ik kan laten zien wat ik kan.

8

Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Als je een molecuul maakt, dan kun je het verkopen. Maar zo


Arbeidsmarkt Rutjes: ‘Chemie is nu eenmaal de enige wetenschap waarmee je moleculen kunt maken en modificeren.’

dicht bij de markt zit ik niet. Als wij een molecuul maken voor de farmaceutische industrie, dan is dat nooit het uiteindelijke medicijn. Een van onze spin-offs, FutureChemistry, zit met zijn flowchemie dichter bij de markt. Met zijn apparatuur kun je heel makkelijk radioactieve tracers maken voor patiënten die gescand worden. Ook de spin-off Synaffix praat met grote farmabedrijven om samen te werken. Zo kan er een medicijn op de markt komen dat de klikchemie bevat die wij hier ontwikkeld hebben.

9

10

Hoe zie je jezelf over tien jaar? Mijn grote droom is dat een van mijn spinoffs een klapper maakt. Tot nu toe kosten die bedrijven alleen maar geld, maar als investeerder van het eerste uur zou ik dan wat opstrijken. Ik zou vervolgens niet snel mijn baan als hoogleraar opgeven, maar ik kan me dan wel meer bezighouden met het investeren in nieuwe bedrijfjes. Dat is anders dan wat een bedrijfseconoom doet, want die kan alleen maar trucjes toepassen om de markt in kaart te brengen. De pre van een chemicus is dat hij iets van chemie weet. Chemie is nu eenmaal de enige wetenschap waarmee je moleculen kunt maken en modificeren. Het is daarom letterlijk en figuurlijk een creatieve wetenschap. p

?

WIE IS FLORIS RUTJES NAAST ZIJN WERK?

Floris zit ieder weekend op de racefiets voor een rit van 60 à 70 kilometer. (“We hebben hier flink wat heuvels en gemiddeld rij ik boven de 30 kilometer per uur, dus ik fiets best aardig door.”) ‘s Winters schaatst hij bovendien. Mocht er tijd over zijn, dan leest Floris af en toe een goed boek. Van Tonio, het laatste boek van A.F.Th. van der Heijden (“een van mijn favoriete schrijvers”), was hij zeer onder de indruk.

FOTO: ARJAN VAN DER VEGT

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Nóg liever? Voor nu heb ik geen andere ambities. Als ik alles over mocht doen, zou ik weer voor chemie kiezen. Wij chemici kunnen nog zo veel betekenen voor biochemici en biologen om de biochemische processen van het leven te ontrafelen. Je kunt daarvoor beter een chemische bril hebben dan die van een bioloog.

september 2015 Chemie Magazine 41


CUMAPOL GAAT PILOTPLANT VOOR BIOBASED PET BOUWEN

AARDOLIEVRIJE PET-FLES KOMT ERAAN Zo veel mogelijk PET recyclen, mechanisch of chemisch, en aanvullend biobased PET inzetten, dat is het doel van Cumapol in Emmen. Het bedrijf recyclet onder meer de ingezamelde PET-flessen van Lidl Nederland en heeft plannen voor een biobased demoplant. Tekst: Igor Znidarsic

’Z

o’n 60 procent van onze business is recycling van het polymeer PET”, vertelt Marco Brons, directeur van Cumapol. Een belangrijke klant is Lidl Nederland, waarvoor het bedrijf in Emmen sinds vorig jaar de ingezamelde PET-flessen recyclet. Eerst haalt een externe partij de ongewenste zaken, zoals metaal, lijm en andere plastics (doppen) eruit, waarna het materiaal gewassen en versneden wordt. In de Cumapolfabriek worden de snippers in een extruder gegranuleerd en vervolgens in de nacondensatie gezuiverd van alle verontreinigingen. Het product voldoet aan de voedselveiligheidsstandaard van de European Food Safety Authority (EFSA), wat betekent dat het in direct contact mag komen met voedsel. “Doordat wij een op virgin

42 Chemie Magazine september 2015

materiaal gebaseerde fabriek hebben overgenomen, kunnen wij een kwalitatief beter product leveren dan onze concurrenten, ook op het gebied van de zuiverheid”, vertelt plantmanager Louis Schaaf. “Wij kunnen meer reststoffen uit het product halen. Dat is een van de redenen dat Lidl voor ons heeft gekozen.” Tot slot wordt de viscositeit (sterkte) verhoogd. Lidl kan van de geproduceerde korrels weer PET-flessen maken of het bijmengen aan virgin PET. Afhankelijk van het type frisdrankfles van Lidl kan deze 25 tot wel 100 procent gere-

cyclede PET bevatten. Een andere belangrijke activiteit is, zoals de naam al zegt – Cumapol is een afkorting van custom made polyesters ­– het upgraden van virgin PET-specialiteiten. Meestal gaat het om het verhogen van de viscositeit. Klanten zijn onder meer Dufor, UPT, Indorama en Dupont. Uit het eindproduct worden tandwielen gemaakt voor de automotive, of verpakking voor voedsel, of het wordt versponnen tot ultrasterk garen, dat als basismateriaal dient voor aandrijfriemen. Verder verhoogt Cumapol de viscositeit van gerecyclede


VNCI-lid

STATIEGELD

Cumapol wil zo veel mogelijk blijven recyclen, en alles wat extra nodig is via de biobased route voor elkaar krijgen. “Zodat we geen op aardolie gebaseerde producten meer nodig hebben”, zegt Brons. De huidige statiegeldregeling levert volgens hem een goede bijdrage aan de vergroening. “Die geeft een goeie kwaliteit materiaal, een heel schone stroom. Flessen zijn bijna altijd leeg; er zit hooguit wat water of softdrink in. Als de regeling vervalt, gaat de kwaliteit van de grondstof achteruit. Dan krijg je meer menging met andere kunststoffen en meer vervuiling. In bakjes zit bijvoorbeeld vaak vet en etensresten. Het verdwijnen van de statiegeldregeling zou ons leven niet makkelijker maken, maar het is niet bedreigend. Het belangrijkste is dat de inzamelpercentages niet naar beneden gaan.”

CUMAPOL EMMEN

‘Een reden dat Lidl voor ons koos, is dat wij meer reststoffen uit het product kunnen halen’ PET voor bijvoorbeeld strapping, ultrasterk omsnoeringsband voor grote verpakkingen.

Chemisch recyclen

Naast mechanisch wil Brons, die van oorsprong chemisch technoloog is, binnenkort ook chemisch gaan recyclen. “Er zijn veel polyesterkwaliteiten in de markt die niet geschikt zijn voor mechanische recycling, maar die je wel prima chemisch kan recyclen.” Met engineeringfirma’s en de Stenden Hogeschool wordt daarvoor in Emmen momenteel onderzocht hoe een

polymerisatielijn omgebouwd kan worden. “We gaan depolymeriseren met glycol, waarbij we bij dezelfde temperatuur ook zuiveren, ontkleuren en direct weer polymeriseren, om energetisch zo gunstig mogelijk uit te komen. Bij andere vormen van chemisch recyclen moet je het product eerst afkoelen en daarna weer energie toevoegen.” Door bijmenging van biobased monomeren wil Brons de PET-productie nog verder vergroenen. “Afhankelijk van de beschikbaarheid en van de vraag van de klant kunnen we dan de percentages mechanisch e

Van oorsprong is de fabriek een Akzo-locatie. In 1996 werd de PETdivisie – inclusief Marco Brons, die er na de TU Eindhoven op de R&Dafdeling terecht was gekomen – overgenomen door het Amerikaanse Wellman. Toen Wellman in 2006 een aantal activiteiten, waaronder de polymerisatiefabriek in Emmen, wilde verkopen, begon Brons voor zichzelf. In 2008 nam hij met een partner handelsonderneming Dufor Resins over. In dat jaar nam private equity-fonds Sun Capital Wellman over en vroeg een jaar later het faillissement voor het bedrijf aan. Brons besloot met oud-collega Louis Schaaf, en in overleg met de curator, een doorstart te maken als Cumapol. Met steun van de bank en zonder investeringsmaatschappij (“wel zo prettig”). Hij zag vooral mogelijkheden in het nacondenseren van PET. Aanvankelijk gebeurde dat met één lijn in 2010, al snel werd ook de tweede in gebruik genomen. Cumapol is nu een serieuze speler in het nabewerken van (zo’n tien) polyesterspecialiteiten. Met 15 fte in zelfsturende teams wordt een omzet van 12 miljoen euro gehaald. De fabriek staat in Emmen, de administratie en het lab bevinden zich in Zevenaar. Er zijn in de toekomst vanwege de vergrijzing en de uitbreiding naar chemische recycling extra mensen nodig. Daarvoor onderhoudt Cumapol onder meer contacten met het Drenthe College. Momenteel is er plek voor een chemisch technoloog met veel eigen verantwoordelijkheid.

YouTube-video over Cumapol. september 2015 Chemie Magazine 43


De ‘input’.

FOTO’S: PHOTED EDWIN WIEKENS

‘GOEIE MARGES’

Het eindproduct.

Bij Lidl is sprake van closed loop-recycling. “De grondstofprijzen hebben daar geen invloed op”, aldus Brons. “Maar bij andere stromen is het vanwege de lage olieprijs momenteel moeilijk concurreren met virgin materiaal. Als in de toekomst de olieprijs weer omhooggaat, wordt dat makkelijker.” De verschillende PET-specialiteiten lopen wel goed, onder meer omdat niet iedereen de vereiste viscositeit kan bieden. “Daar halen we goeie marges.” Die verwacht Brons ook bij chemische recycling, waar de prijs van het inputmateriaal erg belangrijk is. “Polyester uit de nascheiding is momenteel goed beschikbaar en het prijsniveau maakt dat het voor deze toepassing geschikt is.”

PET en PEF

‘ De prijs staat altijd onder druk: een klant koopt een product en niet de verpakking’ en chemisch gerecyclede en biobased PET variëren. Uiteindelijk kunnen we een 100 procent biobased product op de markt zetten.” Een voorproefje daarvan presenteerde Cumapol afgelopen voorjaar, na een ontwikkelingsfase van vier jaar. De doorbraak kwam na samenwerking met het Groningse BioBTX, dat erin geslaagd is uit biomassa BTX (benzeen, tolueen en xyleen) te produceren. Brons: “BioBTX doet het eerste gedeelte van het proces (xylenen), wij werken de xylenen op tot paraxyleen en PTA, waar we polyester van kunnen maken. Het gaat nu nog om enkele grammen, maar uiteindelijk willen wij de grondstof leveren voor een volledig aardolievrije frisdrankfles.”

Pilotplant

Er zijn al concrete plannen voor een biobased pilotplant voor PET, met 44 Chemie Magazine september 2015

een productie van een ton per jaar. “Die komt waarschijnlijk in een van de gebouwen hier in Emmen”, aldus Brons. De voornaamste grondstof zal hout zijn. “Maar je kunt ook mixed plastics, zoals laminaat, gebruiken. En we zijn een proef aan het doen met een afvalproduct: glycerine van Sunoil Biodiesel. Suikerbieten zouden ook geschikt zijn. We zijn daarover in gesprek met Suiker Unie.” Het einddoel is een volledige biobased PET-fabriek met een capaciteit van zo’n 20 kiloton per jaar. Waarschijnlijk komt het eerste gedeelte – de omzetting van biomassa in bio-BTX – in Delfzijl, vanwege de aanvoer van biomassa. Daarna zal in de Cumapolfabriek de polymerisatie plaatsvinden. Gekeken wordt of er synergie mogelijk is met andere bedrijven. Wat betreft de financiering zijn er

PET (polyethyleentereftalaat) wordt gemaakt uit paraxyleen. Dit wordt omgezet in tereftaalzuur, dat als monomeer dient voor PET. PEF (polyethyleenfuranoaat) wordt gemaakt uit furaandicarbonzuur. Furanen zijn gebaseerd op koolhydraten. Volgens Avantium, dat samen met Coca-Cola en Danone een biobased PEF-fles op de markt wil brengen, is de barrièrewerking voor zuurstof van PEF zesmaal beter dan die van PET, en die voor kooldioxide driemaal. Ook is PEF gemakkelijker te verwerken door de lagere smelttemperatuur. Brons vindt PEF een interessant product. “De barrière-eigenschappen bijvoorbeeld zijn beter dan die van PET, waar nu barrièrematerialen aan worden toegevoegd, die de recycling bemoeilijken. Dit speelt met name bij (vers)fruitsappen, maar ook voor bier is PEF een betere oplossing. Verder is de Tg (smeltpunt – red) wat hoger, dus zou het ook voor hot-fill toepassingen beter geschikt zijn.” Maar hij ziet het niet snel gebeuren dat de hele flessenmarkt wordt omgezet naar PEF. “Bij verpakkingen staat de prijs altijd onder druk, want een klant koopt een product en niet de verpakking. En PET heeft een lagere prijs dan PEF. Als PET voldoet, zal het daarom moeilijk zijn dat te vervangen door PEF. Ik denk dat PEF zeker een kans heeft, maar PET zal altijd blijven, net als het recyclen ervan.”

onder andere contacten met NOM (Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij), ook ziet Brons mogelijkheden voor een Horizon 2020-subsidie. De fabriek staat gepland ergens tussen 2018 en 2020. “Maar de tijd vliegt”, zegt Brons. “Ik denk dat het eerder 2020 wordt.” p


VAKBEURS

Ahoy Rotterdam

Gelijktijdig met Solids

30 / 09 - 01 / 10 / 2015

DĂŠ Nederlandse vakbeurs voor technologie en innovatie in pompinstallaties en industriĂŤle componenten

Vakbeurs PUMPS & VALVES

2015

PUMPS & VALVES

@PumpsValvesRdam / #pumpsvalves

www.easyfairs.com/pumps-nl

Werkt u aan risicogestuurd verbeteren?

Een risico gebaseerde aanpak leidt tot inzicht in het verbeterpotentieel van uw organisatie. Met behulp van risicoanalyses, checks en registraties doorziet u juist die verbeterkansen die gekoppeld zijn aan uw doelstellingen op het vlak van kwaliteit, medewerkerstevredenheid en (financieel) resultaat. De professionals en tools van Infoland ondersteunen u bij dit verbeterproces van identificeren tot verbeteren en verankeren. Kijk voor meer informatie op www.infoland.nl

kwaliteitsmanagement | veiligheidsmanagement | risicomanagement | auditmanagement | procesmanagement


AKZONOBEL BESCHERMT DE SAGRADA FAMÍLIA

46 Chemie Magazine september 2015


Uitgelicht

De bouw van de Sagrada Família, een ontwerp van architect Gaudí, begon in 1882 en wordt naar verwachting in 2026 afgerond. Jaarlijks bezoeken zo’n drie miljoen

mensen het UNESCO-werelderfgoed. “In dit prestigieuze project kunnen we laten zien hoe belangrijk we het vinden om stedelijk erfgoed te beschermen en steden in de hele wereld levendiger en spannender te maken”, aldus Jose Luis Camargo, die bij AkzoNobel verantwoordelijk is voor de poedercoatings in Spanje. “We begrijpen hoe belangrijk de balans is tussen oud en nieuw in het gebruik van duurzame oplossingen en technologie. Met die kennis en deskundig-

heid kunnen we historische gebouwen beschermen en tegelijk hun onschatbare waarde behouden.” De poedercoatings zijn ook op andere beeldbepalende gebouwen in de wereld te vinden, zoals de Tower Bridge in London, Burj el Arab in de Verenigde Arabische Emiraten, de Petronas Twin Towers in Maleisië, de Shanghai Toren in China en het Rijksmuseum. p

september 2015 Chemie Magazine 47

FOTO: SHUT TERSTOCK

AkzoNobel levert verf voor de ‘Basílica i Temple Expiatori de la Sagrada Família’, de wereldberoemde basiliek in Barcelona. De speciale poedercoating wordt gebruikt om onder meer de balkons op de beeldbepalende torens te beschermen.


BIOBASED INDUSTRIES JOINT UNDERTAKING INVESTEERT FLINK IN NIEUWE WAARDEKETENS

EUROPESE KANSEN VOOR ‘BIOBASED’ NEDERLAND Nederlandse ondernemingen hebben al veel kennis en ervaring opgebouwd voor het ontwikkelen van biobased bedrijvigheid. Met hun internationaal gerichte houding biedt dat goede perspectieven voor een belangrijk aandeel in de Biobased Industries Joint Undertaking, een publiek-private samenwerking van de Europese industrie en de Europese Commissie. Toch zijn er ook nog wel wat hobbels te nemen. Tekst: Joost van Kasteren

‘A

ls Nederlandse bedrijven het slim spelen en interessante partners weten mee te krijgen, dan biedt de Biobased Industries Joint Undertaking (BBI JU) veel kansen voor de Nederlandse biobased industrie”, zegt Nelo Emerencia, programmacoördinator bij het Biobased Industries Consortium (BIC), dat de industrie vertegenwoordigt in de Joint Undertaking. “Voor de BBI JU heeft de Europese Commissie tot 2020 een kleine 1 miljard euro uitgetrokken in het kader van het onderzoeks- en innovatie-

48 Chemie Magazine september 2015

programma Horizon 2020. Bedrijven dragen de komende jaren 2,7 miljard euro bij. Inmiddels zijn tien projecten gehonoreerd met een bedrag van in totaal 120 miljoen euro (werkprogramma 2014). Daarnaast kunnen ook andere Europese fondsen worden aangeboord, zoals het regionale ontwikkelingsfonds. De Joint Undertaking is echt een forse impuls voor biobased bedrijvigheid – in Europa, maar zeker ook in Nederland.”

Ongelijk speelveld

Toch is het niet een en al botertje tot

de boom, vertelt Dirk Carrez, directeur van BIC. “Het grootste probleem is het ongelijke speelveld. We hebben te maken met de subsidie op bio-energie, zoals verstoken van biomassa in elektriciteitscentrales, waardoor de prijs van onze grondstoffen wordt opgedreven.” Ook wat regelgeving betreft zijn er volgens hem nog de nodige hobbels te nemen. “Biobased bedrijvigheid is een essentieel onderdeel van de circulaire economie, maar de focus ligt nog altijd op recycling en hergebruik van eindige grondstoffen. Hergebruik van renewables is een blinde vlek. Als gevolg daarvan zitten we nog met wetgeving die het erg lastig maakt om afval te benutten als grondstof. Ook hergebruik van elkaars reststromen is lastig, waardoor het ontstaan van industriële ecosystemen wordt belemmerd.”

Doorstart

Een probleem is ook de financiering, en dan vooral de doorstart naar commerciële bedrijvigheid. De Europese Unie beschikt over vele potjes, variërend van Horizon 2020 voor onderzoek en innovatie tot en met regionale ontwikkelingsfondsen en fondsen voor plattelandsontwikkeling. “De financiële ondersteuning


Biobased Speakers van het Finse merk Aurelia gemaakt van biocomposiet van UPM.

VALCHEM:

CHEMICALIËN UIT HET BOS

voor biobased initiatieven is sterk gefragmenteerd; ieder fonds heeft zijn eigen beoordelingscriteria en procedures zijn tamelijk bureaucratisch”, aldus Carrez. BIC wil de toegang tot financiering vergemakkelijken, om te voorkomen dat bedrijven voor commercialisering uitwijken naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Zo is er vorig jaar een gids verschenen met aanbevelingen hoe bedrijven maar ook regio’s gebruik kunnen maken van de verschillende fondsen. Verder overlegt BIC met de Europese Investeringsbank (EIB) over initiatieven die zich lenen voor financiering in het kader van het Europees Fonds voor Strategische Investeringen van commissievoorzitter Jean-Claude Juncker. En natuurlijk is er de Joint Undertaking met de Europese Commissie.

Nieuwe waardeketens

Het hoofddoel van de BBI JU is volgens Annita Westenbroek het realiseren van nieuwe waardeketens, van toeleveranciers van biomassa via verwerkers tot afzetmarkten. Westenbroek was indertijd programmacoördinator en als zodanig intensief betrokken bij de werkplannen voor 2014 en 2015. “In zo’n werk- e

”Wij willen met dit project laten zien dat we uit hout chemicaliën kunnen maken die qua prijs en prestatie kunnen concurreren met chemicaliën uit olie en gas”, zegt Juuso Konttinen, vicepresident Biochemicals van de Finse houtverwerker UPM. “Van oorsprong zijn we een klassiek bosbouwbedrijf. Uit onze bossen halen we hout voor de productie van onder meer papier, pulp en multiplex. Een paar jaar geleden hebben we onze ‘Biofore’-strategie ontwikkeld, waarin we onze kennis van hout en houtverwerking combineren met fermentatietechnologie om onze productportfolio te verbreden.” Het demonstratieproject heeft tot doel om samen met partners in Zweden, Frankrijk en Duitsland waardeketens te ontwikkelen voor MPG uit cellulose (monopropyleenglycol is een bouwsteen voor plastics) en voor een aantal chemicaliën op basis van lignine, de andere component waaruit hout bestaat. De totale kosten bedragen ruim 18 miljoen euro, waarvan 13 miljoen wordt bijgedragen door de EU.

FIRST2RUN:

BIO-RAFFINAGE VAN DISTELS

”Met FIRST2RUN willen we laten zien dat het mogelijk is om een technische, economische, ecologische en sociaal duurzame waardeketen te ontwikkelen op basis van laagwaardige gewassen als distels, die groeien op arme gronden in droge gebieden”, aldus Stefano Facco, directeur New Business Development van het Italiaanse bedrijf Novamont, op een recent congres over biotechnologie. Novamont wil met binnen- en buitenlandse partners bestaande installaties in de havenstad Porto Torres ombouwen tot een fabriek om olie uit distels (kardoen) om te zetten in waardevolle chemicaliën, met veevoer, compost en biobrandstof als bijproducten. De olie wordt verwerkt tot pelarPlant in Porto Torres waar distelolie wordt omgezet in goonzuur en azelaïnezuur. waardevolle chemicaliën. Beide kunnen als grondstof worden gebruikt voor smeermiddelen, plastics en cosmetica. De fabriek krijgt een capaciteit van 25.000 ton olie per jaar. In totaal is 25 miljoen euro uitgetrokken voor dit ‘vlaggenschip’, waarvan bijna 17 miljoen afkomstig van de Europese Commissie. september 2015 Chemie Magazine 49


FOTO: SHUT TERSTOCK

Doel van het project is een hogere waarde realiseren voor bietenpulp.

Werkprogramma’s

PULP2VALUE:

BIETENPULP OPWAARDEREN

”De ondersteuning vanuit BBI JU (een bedrag van ruim 6 miljoen euro) zorgt ervoor dat we samen met onze partners het project versneld uit kunnen voeren”, zegt Gert de Raaff, directeur New Business en lid van de concerndirectie van Royal Cosun. Doel van het project is om een flink hogere waarde te realiseren voor bietenpulp, een bijproduct van suiker, dat tot nu toe vooral wordt gebruikt als veevoer en voor het maken van biogas. Jaarlijks wordt er in Nederland circa 1 miljoen ton van geproduceerd en in de EU circa 13 miljoen ton. Het demonstratieproject is gericht op het ontwikkelen van waardeketens voor onder meer microcellulosevezels (BetafibMCF), voor toepassing in coatings, composietmaterialen en personal care-producten, en voor galacturonzuur, als grondstof voor polymeren en arabinose (een C5-suiker die zich leent voor de productie van chemicaliën). In het project werkt Royal Cosun samen met partners uit België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en met Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR). De totale kosten van het project bedragen circa 11 miljoen euro, waarvan de EU ruim de helft betaalt. De nieuwe waardeketens zijn bij elkaar goed voor een afzet van 350.000 ton en een omzet van 200 miljoen euro.

‘ Subsidie op bio-energie, zoals verstoken van biomassa in elektriciteitscentrales, drijft de prijs van onze grondstoffen op’ RESEARCHPROJECTEN

Van de 22 in 2014 ingediende researchvoorstellen zijn er 7 gehonoreerd: PROVIDES: milieuvriendelijke omzetting van hout in cellulosevezels; US4GREENCHEM: voorbehandeling van lignocellulose; SMARTLI EN GREENLIGHT: beide gericht op vezels en polymeren uit lignine; CARBOSURF: fermenteren van reststromen agrofoodsector tot koolhydraten; PROMINENT: eiwitten uit plantaardige reststromen; NEWFERT: terugwinning plantenvoedingsstoffen uit organisch afval. 50 Chemie Magazine september 2015

searchproject PROVIDES, gebaseerd op een vinding van de Eindhovense hoogleraar Maaike Kroon. Westenbroek: “Het is een oplosmiddel waarmee je op een milieuvriendelijke manier hout kunt omzetten in cellulosevezels. De papierindustrie heeft vanzelfsprekend grote belangstelling, maar het onderzoek is ook interessant voor de productie van chemicaliën.”

plan worden de thema’s aangegeven die op dat moment prioriteit hebben in de ontwikkeling van de biobased economy. Op basis hiervan kunnen combinaties van bedrijven en instellingen voorstellen doen voor research- en demonstratieprojecten tot en met semi-commerciële bedrijven, de vlaggenschepen.” Van de tien projecten die deze zomer zijn gehonoreerd, zijn er twee met een duidelijk Nederlands tintje. Het ene is een demonstratieproject dat wordt gecoördineerd door Royal Cosun en zich richt op het ontwikkelen van waardeketens op basis van bietenpulp (zie kader Researchprojecten). Het andere is het re-

Tot 2020 wordt er ieder jaar een nieuw werkprogramma opgesteld op basis waarvan voostellen kunnen worden ingediend. Deze zomer is dat van 2015 gepubliceerd, met een budget van 200 miljoen euro (www. bbi-europe.eu). De helft daarvan is bestemd voor een of meer ‘vlaggenschepen’, voorstellen voor semicommerciële bedrijvigheid, de rest voor research- en demonstratieprojecten voor ondersteuning- en coördinatieprojecten (zie drie kaders). Nelo Emerencia, die Westenbroek begin dit jaar opvolgde als programmacoördinator, is inmiddels bezig met het opstellen van het werkplan voor 2016. Hij hoopt dat het eind dit jaar gepubliceerd kan worden, waarna de industrie met voorstellen kan komen. Projecten worden, net als in voorgaande jaren, beoordeeld op drie criteria: excellentie, impact en wijze van uitvoering. Emerencia: “Van die drie weegt ‘impact’ het zwaarst. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het belang voor de industrie, werkgelegenheid en plattelandsontwikkeling, maar ook om de mate waarin het project bijdraagt aan de zogeheten Grand Challenges: de Europese uitdagingen op het gebied van klimaat, energie, grondstoffen en voedselzekerheid.” In principe loopt de BBI JU tot 2020, maar de omschakeling naar een biobased chemische industrie is een zaak van veel langere adem, aldus Emerencia. “De omschakeling van een chemie op basis van steenkool naar een chemie gebaseerd op aardolie en later aardgas heeft een halve eeuw geduurd. We zitten nu op 8 procent kort-cyclische biomassa als grondstof voor de chemische industrie, dus we hebben nog een aardige weg te gaan.” p


IMA

hét betrouwbare rI&e Instrument Maak uw RI&E MEt IMa onlInE Meer dan 35 modules Per vraag wetgeving, normen en toetsingscriteria die u aan uw rapport kunt toevoegen U kunt eigen vragen en modules toevoegen Met één muisklik uw RI&E rapport en plan van aanpak

Neem nu een licentie voor € 334,- per jaar. Hiermee kunt u tien RI&E’s maken. Of maak eerst de gratis module.

Voor meer informatie: www.riemaken.nl

HET WAARDEVOLLE VERSCHIL IN BODEM- EN WATERKWALITEITSZORG!

Milieu & Water

Verhoeve Milieu & Water is een innovatief uitvoerend bedrijf gericht op het uitvoeren van bodem- en waterkwaliteitszorg. Onze primaire taak is het ontzorgen van onze opdrachtgevers op het vlak van realisatie, service en onderhoud aan diverse waterbehandelingsinstallaties.

Service & Onderhoud

VerhoeVe Milieu & Water Nederland Aventurijn 600 • NL-3316 LB Dordrecht T +31(0)78 652 00 70 • www.verhoevemw.com • www.verhoeve-so.com


BEDRIJVEN EN STICHTING C3 TREKKEN SAMEN OP OM INTERESSE BIJ DE JEUGD TE WEKKEN

CHEMIE, WAT IS DAT?

AkzoNobel, BASF en ExxonMobil, ze zijn alle drie partner van Stichting C3. Stuk voor stuk maken ze gretig gebruik van het “práchtige materiaal” dat C3 ontwikkelde om chemie tot leven te brengen bij de jeugd. Daarnaast participeren ze in projecten gericht op het onderwijs en helpen ze bij het maken van bijvoorbeeld beroepenvideo’s en lespakketten. “De jongeren van nu zijn onze medewerkers van de toekomst.” Tekst: Marloes Hooimeijer

’V

eel van onze projecten richten zich op het onderwijs. We proberen het bedrijfsleven daarin zo veel mogelijk te betrekken, om de praktijk dicht bij de leerlingen te brengen.” Dit zei Marijn Meijer, directeur van Stichting C3, in het vorige nummer van Chemie Magazine. Steeds meer chemiebedrijven participeren (en investeren) in de diverse C3-projecten: Exact wat je zoekt! (middelbare scholieren

52 Chemie Magazine september 2015

enthousiasmeren voor een studie en beroep in onder meer de chemie), Expedition Chemistry (basisschoolleerlingen op speelse manier kennis laten maken met chemie), Lab Experience Days (middelbare scholieren laten ervaren hoe het is om in een laboratorium te werken), Week van de Procestechniek (vmbo-leerlingen bezoeken bedrijven in de procesindustrie) en Jet-Net Junior ‘Parels maken’ (ouders uit het bedrijfsleven en leerkrachten wer-

ken samen aan beter basisonderwijs in wetenschap en technologie). De stichting levert ook projecten op maat aan bedrijven (zie voorbeeld ExxonMobil). In 2014 wisten C3 en haar projectpartners via evenementen en workshops in totaal circa 18.000 kinderen, jongeren, docenten en ouders te bereiken. Meer informatie: www.c3.nl of Daphne Koeman, 070 - 337 87 86, dkoeman@c3.nl


‘Exact wat je zoekt!’ tijdens de Jet-Net Career Days Oost.

BASF NEDERLAND:

‘JEUGD LATEN ZIEN WAT WE DOEN VERSTERKT ONS IMAGO’

‘A

ls we vertellen dat onze kunststof wordt verwerkt in de zool van Adidas-hardloopschoenen, klinkt chemie gelijk een stuk catchier. Om duidelijk te maken wat chemie precies inhoudt, dat onze producten en halffabricaten bijdragen aan oplossingen voor een duurzame toekomst, moet je het concreet en tastbaar maken”, vertelt Freek Bosse, verantwoordelijk voor human resources bij BASF Nederland. “Het motto van ons bedrijf, dat dit jaar 150 jaar bestaat, luidt niet voor niets ‘We create chemistry’. De steeds intensievere samenwerking met Stichting C3 sluit hier goed op aan: we willen ons imago versterken door ook aan de jeugd te laten zien wat we doen. Daar zitten onze medewerkers van de toekomst.”

Verrassende vragen

De stichting ondersteunt en faciliteert BASF Nederland om de vertaalslag naar de jongeren te maken, aldus Bosse. “Samen kunnen we hierin meer bereiken

dan alleen. Het enthousiasme van C3 inspireert enorm. We participeren in de projecten Expedition Chemistry en Exact wat je zoekt!, om basisscholieren en middelbare scholieren een goed beeld van chemie te geven en hun interesse te wekken. We geven ook gastlessen met hun materialen, zoals de proevenwaaiers, en tijdens de Dag van de Chemie richten we op onze grotere locaties ‘KidsLabs’ in. Medewerkers vinden het prachtig om tijdens die dagen over hun vak te vertellen en de verrassende vragen van leergierige jongeren te krijgen. Het geeft een heel andere dynamiek op de locatie dan op normale werkdagen.” Over een tijdje organiseert het bedrijf voor het eerst een Lab Experience Day, op zijn locatie in Heerenveen, om middelbare scholieren te laten ervaren hoe het is om in een laboratorium te werken. Er zijn ook plannen voor deelname aan de Week van de Procestechniek, om vmbo’ers een beeld van het vak procesoperator te geven. Bosse: “De gemid-

delde leeftijd van onze procesoperators is 49 jaar. Dat wil niet zeggen dat we hier morgen al een probleem hebben, maar voor de toekomst moet er wel een nieuwe lichting beschikbaar komen. We moeten jongeren dus niet alleen voor chemie interesseren, maar ook de juiste student op de juiste plaats zien te krijgen.”

Neutrale partij

Een chemiebedrijf dat net als BASF wil samenwerken met C3, moet volgens hem ook bereid zijn daarin – in geld en mankracht – te investeren. “Alleen in die wederkerigheid kunnen we mooie dingen neerzetten. Je kunt als individueel bedrijf allerlei activiteiten doen om aan te haken bij de jeugd om het imago van de chemie te verbeteren, maar dan krijg je toch snel het beeld dat daarbij alleen het bedrijfsbelang telt. Het reikt echter veel verder; daarom is het zo belangrijk dat een neutrale stichting als C3 zich hiervoor inzet.” september 2015 Chemie Magazine 53

FOTO: C3

Onderwijs


Bedrijfsbezoek bij AkzoNobel tijdens Week van de Procestechniek.

EXXONMOBIL:

‘KINDEREN WETEN NIET WAAR WE OLIE VOOR GEBRUIKEN’

‘N AKZONOBEL:

‘ WIJ ZIJN VAN DE INHOUD, NIET VAN DE DIDACTIEK’

‘C

3 heeft práchtig materiaal om scholieren van basis- tot voortgezet onderwijs te enthousiasmeren voor chemie, zoals lesbrieven, websites, folders en video’s. Waar ik kan, wijs ik scholen daarop, zodat ze een kijkje gaan nemen op de website van C3”, vertelt Akkie Jonkman, coördinator arbeidsmarkt en onderwijs bij AkzoNobel Industrial Chemicals in Delfzijl. Ze vervolgt: “Soms breng ik ook zelf een stapeltje proevenwaaiers van C3 naar basisscholen in de regio of ik zorg dat het leuke bordspel ‘Future4U – Ontdek de bètawerelden!’ rouleert langs diverse middelbare scholen.”

Er loopt een pilot binnen het project waarin C3 medewerkers van de bedrijven coacht in het opzetten en geven van een gastles op de middelbare school. “Wij zijn als bedrijven van de inhoud, niet van de didactiek; C3 kan ons daarbij helpen”, aldus Jonkman. Overigens heeft zijzelf nooit moeite om collega’s te strikken voor voorlichting aan scholieren, zoals tijdens de Jet-Net Career Days voor havoen vwo-scholieren met een natuur- en techniekprofiel. “De collega’s zijn trots op wat ze doen en ik prikkel ze om dat ook uit te dragen. Ze brengen zóveel enthousiasme mee naar die klassen.”

Elkaar opjutten

Maar leiden al die inspanningen ook tot het gewenste resultaat? “We meten het effect niet, maar leerlingen reageren altijd heel enthousiast. Je ziet hun beeld van de chemie – als vieze-handenindustrie – gaandeweg veranderen. Tot nu toe hebben wij in ieder geval geen problemen om goed personeel te krijgen. Maar we doen de inspanningen richting het onderwijs niet alleen voor onszelf: met elkaar moeten we als bedrijfsleven proberen om van de jeugd van nu onze medewerkers van de toekomst te maken, zodat die vijver groot genoeg is om uit te vissen.”

Dat spel maakt deel uit van het project Exact wat je zoekt!, gericht op middelbare scholieren. AkzoNobel is een van de vaste projectpartners en draagt er financieel en in mankracht aan bij. Jonkman: “In de stuurgroep brengen we als projectdeelnemers al onze ervaringen bijeen, en jutten we elkaar lekker op om goede ideeën te verzinnen om de jeugd te laten zien hoe leuk werken in de chemie is. In de beroepenvideo’s op de projectwebsite komen bijvoorbeeld een jonge operator en procestechnoloog van AkzoNobel aan het woord.” 54 Chemie Magazine september 2015

Vieze-handen-industrie

et als dat veel kinderen tegenwoordig niet lijken te weten dat de melk van een koe komt, weten ze vaak niet waar olie vandaan komt en waar het allemaal voor gebruikt wordt. Dat verbaast me weleens”, aldus Ellen Ehmen (Public Affairs Advisor Nederland bij ExxonMobil). Haar bedrijf heeft er belang bij dat kinderen al op jonge leeftijd een beeld krijgen van wat petrochemie inhoudt, zegt zij. “Ze zijn op basisschoolleeftijd nog heel onderzoekend en ontvankelijk; vinden het hartstikke leuk om proefjes te doen. Door ze vervolgens op de middelbare school kennis te laten maken met de beroepen die daarbij horen, vergroot je de kans dat ze uiteindelijk voor een studie in die richting kiezen. Vanuit deze overtuiging draagt ExxonMobil bij aan de C3-projecten Expedition Chemistry en Exact wat je zoekt!.”

Speels en kleurrijk

Zelf ontplooit het bedrijf ook allerlei activiteiten om de zichtbaarheid bij de jeugd te vergroten. De “speelse en kleurrijke” materialen van Stichting C3 helpen daar volgens Ehmen heel goed bij. “Als sponsor van Jeugdstad Vlaardingen, een meerdaags evenement voor kinderen tijdens de kerstperiode, laten we proevenwaaiers en andere materialen leveren. Er zijn medewerkers van ons aanwezig om bij de proefjes, zoals shampoo en tandpasta maken, te begeleiden. Onze medewerkers geven ook gastlessen aan de hand van de voorbeeldlessen, bijvoorbeeld op de basisschool van hun kinderen. Of hun kinderen geven zelf een spreekbeurt met het spreekbeurtpakket. En middelbare scholieren vinden het boeiend als een jonge medewerker van ons over zijn vak en studie komt vertellen. Met hulp van C3 kunnen ze dat verhaal goed laten aansluiten op de doelgroep – een echt rolmodel zijn.”

Een gesmeerde les

ExxonMobil grijpt de contacten met scholen aan om ze erop te wijzen dat ze ook zelf allerlei handige materialen bij C3 kunnen verkrijgen (veelal kosteloos). “Dat weten ze vaak niet. Zo proberen we de drempel om iets met chemie te doen te verlagen.” Soms pakt het bedrijf extra uit, zoals rondom het Brielse Meer Spektakel in 2013. Het was een nieuw, door ons ondersteund evenement in de omgeving en we wilden daaraan meer bekendheid geven. “We hebben C3 toen gevraagd om voor ons pakketten met lesmaterialen over chemie en smeerolie samen te stellen voor de basisschool. Die hebben we met een begeleidende brief toegezonden aan alle klassen 7 en 8 van scholen in Voorne Putten, met diverse gastlesverzoeken en veel leuke reacties tot gevolg.”p


Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

“ Is your plant ready for the future? “

I www.vanderlee.nl

Op 19 en 26 november 2015 in NH Waalwijk

Basisprincipes toxicologie (incl. ARBO wetgeving) U krijgt iNzicHt iN : • Belangrijke toxicologische begrippen en principes • Opmaak en interpretatie van e-SDS • Toxicologische risico-evaluatie • Toxicologische informatiebronnen • REACH • Stoffenmanager en ECETOC TRA TOOL (incl praktijkgerichte oefeningen)

Making critical plant information fully visible is just the beginning of the vigilant cycle. Seeing clearly gives you the knowledge necessary to anticipate the changes required in your process. Knowing in advance brings you the speed and flexibility to optimize your plant in real time. And by acting with agility, you are able to adapt to the ups and downs of your business environment. VigilantPlant excels at bringing out the best in your plant and your people - keeping them fully aware, well informed, and ready to face the next challenge.

Please visit us at www.yokogawa.com/eu

Beneluxpark 1  B - 8500 Kortrijk +32 (0)56 20 36 23  info@amelior.be  www.amelior.be


INTERESTED IN SAVING UP TO 20% ON YOUR MAINTENANCE, REPAIR & OPERATIONS LOGISTICS COSTS?

WE CAN HELP! To find out more, download our MRO logistics whitepaper (www.dhl.nl/mro-logistics), talk to us at StrategieForum Chemie in Rotterdam on March 25 - 26 or contact us: supplychain.benelux@dhl.com DHL Supply Chain - the right chemistry

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Verkoop en Verhuur

RUIM 30 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

info@hiltra.com - 0342-404160

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

JA

, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS)

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE a gramm erkpro Leerw groot succes t DuPon

mert g belem Wetgevinreststromen k gebrui

ne artpho mie De sm de che barst van

h Chemie magazine abonnement h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

Lignine: de grondst of van de toekomst Duurzaamheid volgens Jan Paul van Soest

Maandblad

van de

g van Verenigin

rland de Nede

Indus

trie •

01 • 22

Adviezen voor circulair ondernemen

Maandblad van

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse

ische se Chem

Britten aan de slag met schaliegas

de Vereniging van

de Nederlands

Visiedocument basis dialoog onderwijs voor en industrie

e Chemische Industrie

• 03 • 19 maart

Chemische Industrie • 02 • 19 februari 2014

2014 januari

AS E D B I O BN O M Y E CO O M T K IJ TERB DICH

JOHAN SANDERS

(WAGENINGEN

‘ OV ERSTAP N AA R BI O GA AT TE TR AAG’

2014

Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail

Digitaal veilighe idspaspoort ingevoe rd

UR)

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/


VNCI

FOTO: BE-BA SIC FOUNDATION

VNCI NIEUWS

IN DE MEDIA AD, 12 juni. Kort artikel over TTIP na een interview met Werner Fuhrmann tijdens de VNCI-jaarvergadering. TECHNISCH WEEKBLAD, 17 juni. Aandacht voor innovaties getoond tijdens de VNCI-jaarvergadering, met nadruk op de magnetocalorische koelkast die BASF samen met een Chinese witgoedfabrikant en het Amerikaanse Astronautics gaat maken. Ook de overige innovaties komen aan bod, zoals Dutchfiets (kunststof fiets met tandwielen in plaats van een ketting), Healthy Seas (sokken gemaakt uit verloren visnetten), Waste2Ware (garen, kleding en gordijnen gemaakt van gerecyclede petflessen) en de Renewable Polymers van SABIC (toegepast in melkpak Campina). AD, 18 juli. Artikel over VNCI-lid Tanatex naar aanleiding van de VNCI-jaarvergadering, die ‘Productinnovatie door chemie’ als motto had. Tanatex is leverancier van chemische ingrediënten die kleding allerlei eigenschappen geven, zoals waterafstotend, insectproof of brandwerend.

Holland Biotech Pavilion.

BIO WORLD CONGRESS

De VNCI heeft met BE-Basic en NFIA de Nederlandse inbreng verzorgd voor het BIO World Congress on Industrial Biotechnology in Montreal in juli. Twaalf Nederlandse partijen op het gebied van biotechnologie, biochemie, energie, feedstock-productie, transport en logistiek presenteerden zich er. Ze voerden onder meer partneringgesprekken met andere deelnemers en gaven tijdens de Canadian Dutch Partnering-workshop een bedrijfspitch waarbij diverse zaadjes zijn geplant voor toekomstige samenwerking.

in de chemie-industrie sinds het verschijnen van de Routekaart 2030. Dit ten behoeve van het opstellen door Berenschot en de VNCI van een ‘inspiratiedocument’ voor de regionale bijeenkomsten voor de nieuwe energie-efficiencyplannen (EEP’s). Volgens Spaans is nog lang niet al het ‘laaghangend fruit’ geplukt.

WORKSHOP OVER AERIUS

De VNCI nam in VNO-NCW-verband deel aan een workshop over Aerius, het instrument waarmee bedrijven na de inwerkingtreding van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) hun stikstofemissies kunnen toetsen. Ook is overleg gevoerd met het ministerie van EZ over de toezegging van staatssecretaris Dijksma om een ‘verbindingsofficier’ en een stakeholdersplatform in te stellen om de gevolgen van PAS voor het bedrijfsleven te toetsen.

ENERGIEBESPARING

Tijdens een bijeenkomst bij RVO deed consultant Hans Spaans aan RVO, Berenschot en de VNCI verslag van zijn literatuuronderzoek naar energiebesparende projecten

DE TELEGRAAF, 25 juli. Aandacht voor de innovaties binnen de chemie, met een interview met VNCIbestuurslid Bert Jan Lommerts. C2W, 21 augustus. VNCI-speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie Onno de Vreede vertelt over de Topsector Chemiebeurs, waarbij het accent verlegd is naar de masterfase. HET FINANCIEELE DAGBLAD, 10 september. “De noodkloksituatie is er nog steeds, hoewel we nu een adempauze hebben gezien de lage olieprijzen”, aldus VNCIdirecteur Colette Alma. “Maar vrijwel iedereen weet: de prijzen komen weer op een structureel hoger niveau.” De sector zoekt, samen met overheid, universiteiten en onderzoekscentra, het antwoord in een compensatie aan de energie-intensieve industrie van jaarlijks 78 miljoen euro voor de indirecte kosten van CO2-heffingen, vermindering van de regeldruk en versterking van innovatie en onderwijs.

PERSONEEL

SJOERD LOOIJS

Sjoerd Looijs is, na zijn detachering van enkele jaren bij Cefic, weer teruggekeerd naar de VNCI als senior beleidsmedewerker Duurzaamheid en Responsible Care. Geoffrey Schouten, die hem gedurende die tijd heeft vervangen, is op zoek gegaan naar een nieuwe uitdaging.

LOESJE OVERBEKE

Sinds 1 september versterkt Loesje Overbeke de VNCI als communicatiemedewerker nieuwe media. Zij gaat zich richten op het uitbouwen en inzetten van online kanalen voor de vele activiteiten van de VNCI. Ook is zij verantwoordelijk voor de VNCI-website en verwante sites. Loesje werkte hiervoor als communicatiecoördinator bij de Fotoacademie. Daarvoor heeft zij verschillende communicatiefuncties gehad binnen de culturele sector. Zij volgt Linda Gerrits op, die een baan elders heeft gevonden. september 2015 Chemie Magazine 57


Service MENSEN KLESCH ALUMINIUM

Cas König is sinds 1 september algemeen directeur bij aluminiumverwerker Klesch Aluminium in Delfzijl. König was sinds 2009 directeur bij ESD-SIC, dat siliciumcarbide produceert. Beide bedrijven behoren tot de grootste stroomverbruikers van het land en zijn betrokken bij de realisatie van een directe stroomkabel naar Duitsland, zodat ze kunnen profiteren van goedkopere energie. In 2013 werd König uitgeroepen tot Plant Manager of the Year. Hij moet Klesch Aluminium leiden naar een langdurige stabiele bedrijfssituatie. De ovens van het bedrijf, een doorstart van het failliete Aldel, werden een paar maanden terug opgestart.

TEBODIN NETHERLANDS

Sinds 1 september is Ron Blokzijl directielid van Tebodin Netherlands. Hij volgt Niels van Rhenen op, die inmiddels managing director van Tebodin is. Tebodin is een internationaal opererend advies- en ingenieursbureau dat diensten verleent in diverse markten, waaronder olie en gas en (bio)chemie. Blokzijl heeft voor diverse technisch georiënteerde bedrijven in een internationale omgeving gewerkt, zoals CAG Holding, Stork Industry, Daimler en Brunel International.

COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Henk Engelenburg, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Joost van Kasteren, Emma van Laar,

KNCV GOUDEN MEDAILLE

Dr. Sjors Scheres krijgt op 1 december tijdens CHAINS de KNCV Gouden Medaille 2015 uitgereikt, de hoogste Nederlandse onderscheiding voor chemisch toptalent. Scheres promoveerde aan de UU op het gebied van eiwit kristallografie. Gedurende zijn carrière leverde hij een grote bijdrage aan de elektronenmicroscoop en structuurchemie. Dankzij software die hij ontwikkelde is het mogelijk om op bijna atomair niveau informatie te verkrijgen over de structuur van complexe (bio)moleculen, die daarvoor niet in kristalvorm hoeven te zijn. In 2014 werd hij door Nature uitgeroepen tot één van de tien wetenschappers waar de wereld nog veel van gaat horen.

Casper Rila, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid

VOLGENDE MAAND (22 OKTOBER)

van de redactie

CHEMIE BIEDT OPLOSSINGEN WORKSHOPS VEILIGHEID IN DE KETEN HEMICELLULOSE MISCHA ANDRIESSEN OVER WERKEN IN DE CHEMIE PROF. DR. IR. KITTY NIJMEIJER FLEXIBILISERING ENERGIEVRAAG

Druk

EN NOG VEEL MEER…

MediaCenter Rotterdam

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

WW.VNCI.NL/LINKEDIN

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

58 Chemie Magazine september 2015

gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover Casper Rila ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.

Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter

Production capabilities

Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

The Analytical Challenge

services

Houd jij net als CLS Services van inhoud, innovatie én van een uitdaging? Kom dan naar Utrecht om kennis en ervaringen uit te wisselen. Ben jij op zoek naar een nieuwe uitdaging met perspectief voor de toekomst? Wij zien veelbelovende functies en zoeken actief voor jou naar de ideale baan. In vaste dienst, maar ook voor tijdelijke jobs. Net wat bij jou past. Ben je nog niet helemaal zeker van wat je wilt? Misschien eens iets heel anders, maar hoe dan? In dat geval heb je wellicht baat bij onze loopbaancoach, want het kan zomaar zijn dat je toe bent aan een frisse start. Meer informatie vind je op www.cls-services.nl en www.labtechnology.nl

Bezoek ons op 7 en 8 oktober tijdens Labtechnology 2015 | Jaarbeurs Utrecht

Dedicated to Excellence for 10 years!

matching the best in chemistry & life sciences

www.cls-services.nl

recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food


Naadloos over naar ISO 14001:2015 Voor alle ISO-normen gaat de structuur flink op de schop. Eén gemeenschappelijke structuur voor het eenvoudig integreren van verschillende managementsystemen, dat is het idee. Wat is nieuw en wat gaat dit voor uw organisatie betekenen? Pak nu uw kans met onze praktische tips & trucs tijdens onze workshops en trainingen om de nieuwe elementen in te voeren in uw managementsysteem. September 2015 lijkt nog ver weg, maar begin op tijd met de voorbereidingen om een naadloze overgang zeker te stellen: - het plannen van specifieke trainingen op het gebied van Annex SL/High Level Structure - gap analyse en workshops specifiek op de voor u van toepassing zijnde norm: transitietraining ISO 14001:2015, ISO/DIS 14001:2015, ISO/DIS 9001:2015, enz. Voor een uitgebreider uiteenzetting van wat er staat te gebeuren bezoek:

www.lrqa.nl/herziening_iso_normen Gap-analyse nieuwe ISO-normen Om een goed beeld te krijgen van de impact van de nieuwe ISO 14001/9001 norm op uw managementsysteem, kunnen wij een gap analyse uitvoeren. Een Gap Analyse helpt u inzicht te krijgen in de status van uw managementsysteem: in hoeverre voldoet het systeem al aan de eisen van de betreffende norm? Aan het einde van de Gap analyse wordt er een rapportage en een eerste opzet voor een plan van aanpak opgeleverd. Elke Gap Analyse is maatwerk en uitvoerbaar vanaf € 1100,- (excl. BTW).

LRQA, uw partner voor certificatie en trainingen. • Annex SL • High Level Structure • Structuur ISO 14001 • Wat is nieuw? • Wat moet, wat mag? • Naadloze transitie • GAP Analyse • Coaching voor Integratie

Management Systemen

Transitietraining ISO 14001:2015 2-daags / € 875 incl. locatiekosten, uitgebreid lunchbuffet en alle trainingsmaterialen Regio West

10 en 11 november 2015

Workshop ISO/DIS 14001:2015 1-daags / € 495 incl. locatiekosten, uitgebreid lunchbuffet en alle trainingsmaterialen Regio Midden 22 september 2015 Regio West 24 november 2015

Workshop ISO 9001:2015 1-daags / € 495 incl. locatiekosten, uitgebreid lunchbuffet en alle trainingsmaterialen Regio West 27 oktober 2015 Regio Midden 17 november 2015 Regio West 3 december 2015

T +31 (0)10 201 8445 training@lrqa.nl • www.lrqa.nl

Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.

Genoemde prijzen zijn geldig in 2015 en excl. BTW


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.