Chemie Magazine december 2017

Page 1

Risicobeoordeling stoffen aan herziening toe

Chemie: materialenleverancier of probleemoplosser?

Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

Het pyrolysewonder van Empyro

JAARGANG 59 • 12 • 14 DECEMBER 2017

MET SPECIALE BIJLAGE

EMRE Bijlage bij Chemie

2017 Magazine • 14 december

Emre Kaya

R PLANT MANAGE17 OF THE YEAR 20 Betrokken en empathisch manager Het gaat goed met Organik Kimya Vijf inspirerende personen

DE VLOOIENDE CEO WAT KUNNEN WIJ LEREN VAN APEN?


Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.

Asset Integrity

Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.

Lek- en afsluitertesten

Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.

Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00

www.ApplusRTD.nl

E info.netherlands@applusrtd.com

Inspectie Niet-destructief onderzoek Certificatie Training & ontwikkeling Stralingsbescherming


INHOUD 12 | 14 december | 2017

14

VLOOIEN CREËERT BETROKKENHEID “Als je chimpansees observeert zie je dat de alfaman dagelijks meerdere keren door de groep loopt. Daardoor weet hij wat er leeft en creëert hij betrokkenheid.” Aldus Daniel Seesink, gedragsbioloog met speciale interesse voor mensapen. Volgens hem zou ook bij de mensen de alfaman – lees: de CEO – zich vaak onder de medewerkers moeten begeven en hen moeten vlooien – lees: een praatje met hen moeten maken.

RISICOBEOORDELING EFFECTEN VAN STOFFEN KAN VEEL BETER Volgens toxicoloog Peter Boogaard kan de risicobeoordeling van de effecten van stoffen zodanig worden herzien dat het gebruik van proefdieren sterk vermindert en er bovendien heldere uitspraken kunnen worden gedaan over de gezondheidsrisico’s van stoffen. Hij hekelt de effecten van risico-gedreven maatregelen, volgens welke de officiële veilige dosis van aardappelen een halve gram per dag is.

24 december 2017 Chemie Magazine 3


Industriële complexen met reactievermogen

Duurzaamheid, veiligheid en productiviteit hebben prioriteit bij de bouw en het onderhoud van industriële complexen. En worden steeds vaker gewaarborgd door intelligente, zelfdenkende systemen en installaties. Door state-of-the-art elektrotechniek, werktuigbouw, automatisering en informatisering. Technologieën die elkaar aanvullen én versterken. Bij Croonwolter&dros passen we ze geïntegreerd toe in projecten die de toekomst van de industrie in Nederland vorm geven en onze leefwereld veiliger, duurzamer en comfortabeler maken.

intelligentie door technologie


INHOUD 12 | 14 december | 2017

7

19

7

BTG-BTL zet in de Empyrofabriek in Enschede al sinds 2014 biomassa om in pyrolyseolie

9 11 13

14

28

19 22

Digitalisering: Amazon, Google en Apple zijn straks de nieuwe concurrenten van chemiebedrijven

24 28 32

32

Bioplastics kunnen bijdragen aan minder CO2-uitstoot en minder vraag naar fossiele grondstoffen

3 4 8 10 14

EMRE Bijlage bij Chemie

34 34 34

Voorwoord Colette Alma Chemie 4.0 100 jaar VNCI

NIEUWS

10 miljoen voor duurzame grondstoffen Responsible Care Rapport vernieuwd MEE-convenant driijvende kracht verduurzaming

ACHTERGROND

Gedrag Biologische kijk op leiderschap Duurzaamheid Het pyrolysewonder van Empyro Uitgelicht Huntsman Holland wint AWVN-trofee Stoffen Risicobeoordeling van stoffen kan beter Digitalisering Materiaalleverancier of probleemoplosser? Circulair Bioplastics passen goed in circulaire economie Mensen VNCI Online Colofon

EMRE

Column Het betrokken leiderschap van Emre Kaya Bedrijven die als voorbeeld dienen Organik Kimya breidt productie uit Wie inspireren de Plant Manager of the Year?

r 2017 Magazine • 14 decembe

Emre Kaya

BIJLAGE OVER PLANT MANAGER OF THE YEAR

ER PLANT MANAG 17 20 R A OF THE YE Betrokken en empathisch manager Het gaat goed met Organik Kimya nen Vijf inspirerende perso

december 2017 Chemie Magazine 5


The difference between a packaging supplier and a value added packaging partner is the difference between spending money and saving money

Want to know why and how?

Contact us!

Packaging Management From Another Perspective

Coldenhovenseweg 79 - 6961 EC Eerbeek - Postbus 108 - 6960 AC Eerbeek - Tel: +31 (0)313- 67 95 30 Fax: +31 (0)313- 67 95 31 - E-mail: bark@bark-verpakkingen.com - Internet: www.bark-verpakkingen.com


Voorwoord

CHEMIE 4.0 Met de grote aandacht voor de klimaattransitie, waar de chemische industrie vol op heeft ingezet, zou je bijna vergeten dat er nog een andere transitie aan de deur van de chemie klopt: de digitalisering. Gelukkig zijn er onze oosterburen, die ons daaraan herinneren. Onze Duitse zustervereniging VCI (Verband der Chemischen Industrie) heeft, in samenwerking met Deloitte, het afgelopen jaar een uitgebreide studie gedaan naar de mogelijke gevolgen van digitalisering voor de chemie. Wie zegt: ‘automatisering is al gemeengoed bij ons, dus disruptieve veranderingen zitten er voor mij niet in’, moet onder de kerstboom toch eens het artikel daarover op pagina 28 van deze Chemie Magazine lezen. Want de Duitse studie, ‘Chemistry 4.0 Growth through innovation in a transforming world’ geheten, zegt iets heel anders: disruptieve veranderingen bij onze eindklanten maken dat er andere producten

gevraagd worden. Die producten zullen met digitale hulpmiddelen veel slimmer gebruikt gaan worden, en de leverancier van al die slimmigheid gaat de toekomstige markt beheersen. De grote vraag voor chemiebedrijven is dan: gaan zij aan hun klanten die extra toegevoegde waarde leveren of laten ze dat aan ‘die andere’ over? Waarbij met ‘die andere’ bedrijven als Amazon, Google en Apple worden bedoeld, want dat zijn straks de nieuwe concurrenten. Het is een belangrijke keuze, die de chemiesector op een heel nieuw ontwikkelpad kan brengen. En dat kun je met recht een transitie noemen. Ik wens u fijne feestdagen en een mooi transitiejaar! Colette Alma, directeur VNCI

IN 2018 BESTAAT DE VNCI 100 JAAR WE VIEREN DIT MET: • VNCI 100 Jaar Event • Dag van de Chemie / Weekend v/d Wetenschap (oktober) • Cefic General Assembley in Amsterdam (oktober) • En nog veel meer december 2017 Chemie Magazine 7


Goede voornemens om te groeien in 2018? Ja, het is weer de tijd van het jaar om terug te kijken en vooruit te plannen. Wat zijn uw plannen voor 2018: groeien, nieuwe landen introduceren? De grootste uitdaging is misschien niet die nieuwe klant vinden, maar om te zorgen dat je goed met alle regelgeving omgaat in andere landen. Nu kunt u proberen om al die regelgeving bij te houden, maar u kunt dat ook aan ons laten, zodat u zich kunt richten op uw eigen bedrijf. Met kantoren in 7 Europese landen, in China, Thailand, Zuid Korea, Japan en de VS, en partners in andere landen, kunnen we dit bijna wereldwijd organiseren. Met meer dan 550 mensen, bieden wij een enorme capaciteit, een breed scala aan expertise en vele jaren ervaring. Wilt u vrijblijvend een orienterend gesprek voeren, neem dan contact met ons op om te bespreken wat uw behoeftes zijn en wat knoell voor u kan betekenen. Wetgeving is complex. Waarom zou u dat niet uitbesteden aan een deskundige partner?

Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels ruim 550 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met: Knoell NL B.V., Wageningen Danny Haacke of Jan Tuinstra Tel +31 (0)317 466 800 info@knoell.com www.knoell.com

Verkoop stoom- en warmwaterketels

Eco Steam Trading & Consultancy bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com


Actueel Ondertekening van de overeenkomst door Peter Wolfs (TNO), Bruno Reyntjens (VITO), Jaap Kiel (ECN) en Bert Pauli (provincie Noord-Brabant).

DSM SINOCHEM PHARMACEUTICALS BREIDT ANTIBIOTICAPRODUCTIE UIT

€10 MILJOEN VOOR ONTWIKKELING DUURZAME GRONDSTOFFEN Provincie Noord-Brabant, TNO, ECN en het Vlaamse VITO investeren gezamenlijk 10 miljoen euro in de ontwikkeling van bio-aromaten, duurzame grondstoffen voor de chemische industrie. Shared Research Center Biorizon zal hiermee verschillende projecten financieren die commerciële productie van bio-aromaten voor de industrie mogelijk moeten maken in 2025.

B

iorizon wil met de financiering de ontwikkeling van bio-aromaten versnellen. Het Shared Research Center werkt op dit moment samen met de industrie aan technologieën om aromaten te winnen uit plantaardige (rest)stromen. Hiermee kan Biorizon de chemische en toeleverende industrie een winstgevend én duurzaam alternatief bieden voor het winnen van grondstoffen uit aardolie. “De provincie wil met de investering de sector stimuleren meer kennis te delen

en het midden- en kleinbedrijf te betrekken bij onderzoek en ontwikkeling”, aldus Bert Pauli, gedeputeerde Economie en Internationalisering van de provincie Noord-Brabant. “We verankeren de biobased sector daarmee stevig in Brabant en verbinden de Green Chemistry Campus, waar Biorizon is gevestigd, Nieuw Prinsenland en het Haven- en Industrieterrein Moerdijk met elkaar. De investering versterkt zo de werkgelegenheid in de regio en op de lange termijn de concurrentiekracht van de industrie in heel Nederland.” Momenteel zijn ruim 200 bedrijven lid van de Biorizon Community, waarvan enkele tientallen participeren in projecten, waaraan ze ook financieel bijdragen. Een voorbeeld is het succesvolle Waste2Aromatics-project, waarin uit afval als gft, luiers, zeefgoed en mest, waardevolle grondstoffen worden geproduceerd voor de chemische industrie. p

DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP) Delft heeft een nieuwe fermentor in gebruik genomen. De nieuwe aanwinst is een direct gevolg van de stijgende vraag naar duurzaam geproduceerde 7-ADCA, een belangrijke bouwsteen voor cefalosporine antibiotica. DSP Delft is de enige overgebleven producent van 7-ADCA op het westelijk halfrond.

I

n tegenstelling tot de traditionele chemische productiemethode, is DSP’s fermentatieve productiewijze van 7-ADCA beter voor het milieu, sneller en efficiënter. In oktober 2016 vierde de locatie Delft 15 jaar duurzame productie van 7-ADCA met behulp van deze technologie. In die periode heeft DSP’s 7-ADCA bijgedragen aan meer dan 2,5 miljard patiëntbehandelingen, alsmede aan een schonere planeet door een significante reductie van CO2-emissies en het terugdringen van antibioticaresistentie. DSP zuivert al zijn afvalwater minutieus in eigen zuiveringsinstallaties en gaat daarmee het vrijkomen van antibioticaresiduen in het milieu tegen. Daarnaast voert DSP wereldwijd campagne op het gebied van farmaceutische vervuiling als oorzaak van antibioticaresistentie, om bewustzijn te bevorderen en regelgeving op dit gebied aan te scherpen. p

ABSTRACTS INDIENEN VOOR ‘LOSS PREVENTION 2019’ De TU Delft organiseert van 16 tot 19 juni 2019 de 16e editie van het ‘International Symposium on Loss Prevention and Safety Promotion in the Process Industries’. Deze driejaarlijkse pan-Europese bijeenkomst is een must voor iedereen die betrokken is bij veiligheid in de procesindustrie. Wie een paper/abstract wil indienen, kan dat tot 27 maart 2018 doen via www.lp2019.org p december 2017 Chemie Magazine 9


PEGASUS® MIXER Onze nieuwste Pegasus® menger is naast accuraat, efficiënt en easy-to-clean nu ook nat reinigbaar (CIP). Ieder component in het procedé moet goed toegankelijk en gemakkelijk te reinigen zijn. Zo wordt kruisbesmetting voorkomen en kan de productie zonder zorgen plaatsvinden. Meer informatie

www.dinnissen.nl

Logi Label heeft oog voor kleur


Actueel

CHAINCRAFT BOUWT DEMONSTRATIEFABRIEK

RESPONSIBLE CARE RAPPORT VERNIEUWD Het Responsible Care Rapport is nu online te bekijken. Nieuw zijn ook de ‘Drie duurzame actielijnen’, waar de beleidsgroep Duurzaamheid aan werkt. Deze actielijnen zijn nodig om invulling te geven aan een duurzame toekomst en als sector een bijdrage te leveren aan het behalen van de UN Sustainable Development Goals.

I

eder jaar rapporteert de VNCI de prestaties van haar leden op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu (VGM). Ook duurzaamheid en transparantie zijn een vast onderdeel van het RC-programma. Vanaf dit jaar gebeurt dat online. Responsible Care omvat procesveiligheid, arbeidsomstandigheden, milieu, transport(veiligheid), communicatie over Responsible Care, security en product stewardship (ketenbeheer). De laatste jaren heeft de VNCI het Responsible Care-programma verbreed tot duurzaam ondernemen en het nadrukkelijker gericht op verbeteringen binnen de waardeketen. p

www.responsiblecare.nl

PRIJSVRAAG VOOR EXCELLENTE MASTER- EN PHD-STUDENTEN In het kader van het programma ‘Duurzame Veiligheid 2030’ organiseert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een prijsvraag voor master- en PhD-studenten.

O

m een vitale, duurzame en veilige (petro)chemische sector te bewerkstelligen, is innovatie nodig. Maar op welke ontwikkelingen en toekomstscenario’s moeten we inzetten? Voor de prijsvraag moeten de studenten een van de onderstaande vragen beantwoorden in een essay van 500 woorden: • Hoe moet de (petro)chemie zich voorbereiden op 2030?

• Wat is een innovatief idee om chemische processen te optimaliseren? • Wat hebben overheid en bedrijfsleven nodig om gezamenlijk te zorgen voor een betere (petro)chemie? De eerste prijs is 250 euro, de tweede prijs 100 en de derde prijs 50 euro. De winnaars mogen hun essay presenteren op de wetenschapsbijeenkomst voor aankomend (petro) chemisch talent van het programma Duurzame Veiligheid 2030 bij het ministerie. p Essays kunnen tot 1 maart 2018 gestuurd worden naar: postbusduurzameveiligheid2030@minienm.nl

Dankzij een investering van het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland, kan ChainCraft direct starten met de bouw van een demonstratiefabriek en op korte termijn laten zien dat zijn innovatieve technologie op industriële schaal concurreert met aard- en palmolie. De fabriek in het Amsterdamse havengebied gaat organische reststromen omzetten in hoogwaardige vetzuren voor de chemie.

D

e technologie zet organisch afval van bijvoorbeeld de agro-, food- en feedsector om in biobased chemicaliën. “Die zijn een-op-een-vervangers van petrochemische en palmolie-producten”, stelt Niels van Stralen van ChainCraft. “Je kunt ze inzetten voor de productie van smeermiddelen, weekmakers, verven en coatings, maar ook in de diervoederindustrie.” Het productieproces zorgt niet alleen voor hergebruik van restmaterialen en dus een sluitende afvalkringloop, maar ook voor een significant lagere CO2-uitstoot. Er wordt uitgegaan van een jaarlijkse besparing van minstens 6 miljoen kilogram CO2 in de provincie NoordHolland. Het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland is een investeringsfonds voor gevestigde en startende bedrijven en projecten die zich richten op biomassa, duurzaam bouwen, wind (op zee) en zonne-energie. “Als deze exploitatie slaagt, willen we – ondernemers, participatiefonds en co-financiers Amsterdams Klimaat en Energiefonds AKEF en Havenbedrijf Amsterdam – opschalen naar een commerciële fabriek met een productiecapaciteit van 10.000 à 20.000 ton vetzuren”, zegt fondsdirecteur Bart Blokhuis. “Naar verwachting zijn we in 2021 of 2022 al zover.” p

december 2017 Chemie Magazine 11


Wil jij werken een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan

nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid

• Uitvoering grote projecten/turn arounds

• Procestechnologie en installaties

• Externe veiligheid/BRZO/PGS6

• Processchema’s, P&ID’s

• Kwalificeren en kwantificeren van risico’s

• Mechanische veiligheid, PED

• Explosies

• Maintenance

• Gevaarlijke stoffen

• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti)

• Incidentenonderzoek

• Instrumentele beveiliging

• ATEX

Schrijf je alvast in, deze opleiding zit altijd snel vol.

Data: 8, 22 maart, 5, 19 april, 17, 31 mei, 13 juni en het tentamen op 27 juni 2018.

Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl

Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl

PHOV_171008_Adv PV NPT 185x130_wt.indd 1

Veilig werken met VAPRO

24-10-17 14:14

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

11/01/17 09:36


TWI TTER Marco Wiesehahn @Marco_Wiesehahn Dankzij metaal- en chemische industrie daalt werkeloosheid in noordzeekanaalgebied met 2,4%. @vnci @ metaalunie. @PortofAmsterdam @ vvdnh #havenmonitor Carina Nieuwenweg @CarinaNieuw Vandaag op de JetNet Career Day als topsector chemie ambassadeur namens DSM OCI Nitrogen @OCINitrogen OCI Nitrogen and Re-N Technology develop a large-scale biogas plant on the @Chemelot industrial site Pauline Westendorp @paulinewes NL: 1/5 van fossiele brandstof gaat naar de chemische industrie. Wereldwijd is dat 1/20e. Laat chemische sector circulair worden zegt @ vnci Topsector Chemie @topsectorchemie The steel industry can drastically reduce #CO2 emissions by recycling part of its carbon emissions in the chemical industry Thomas Reitsma @ThomasReitsma1 @vnci geven inzicht in aankomende wijzigingen opslagrichtlijnen #pgs 15 en #pgs31 #ctgg Roderik Potjer @potjer Onbekend maakt onbemind. Daarom is het zo belangrijk dat uw bedrijf de deuren opent voor het grote publiek zegt Nobelprijswinnaar Ben Feringa. Doe mee aan Dag van de Chemie

Actueel

DSM EN AUPING GAAN RECYCLEBARE MATRASSEN MAKEN DSM-Niaga, een joint venture tussen DSM en Niaga, en beddenfabrikant Auping zijn een langetermijnsamenwerking aangegaan om volledig recyclebare matrassen te ontwikkelen.

H

et doel van de samenwerking is om een economisch interessant recyclebaar alternatief voor matrassenafval te ontwikkelen. Beide bedrijven melden zich ervan bewust te zijn dat er veranderingen in de productieprocessen en bedrijfsmodellen noodzakelijk kunnen zijn om een volledig circulair matras te produceren. DSM-Niaga is in 2014 opgericht met als doel alledaagse producten te herontwerpen zodat ze beter recyclebaar zijn. De innovatieve lijmtechnologie die DSM-Niaga voor tapijt heeft ontwikkeld, kan ook worden toegepast in matrassen, waardoor lagen van een oude matras makkelijker van elkaar kunnen worden gescheiden, zodat de verschillende materialen kunnen worden teruggewonnen. p

ENERGIECONVENANT DRIJVENDE KRACHT ACHTER VERDUURZAMING Alle 116 deelnemers aan het MEE-convenant hebben de plannen voor 2017-2020 ingediend en RVO.nl heeft ze goedgekeurd. “Met de energieconvenanten is afgelopen periode meer energiebesparing gerealiseerd dan was afgesproken en voor de komende periode zijn de plannen wederom zeer ambitieus”, aldus VNCI-directeur Colette Alma. “Naast het succes van de convenanten, lijken de aanvullende afspraken met de industrie in het kader van het energieakkoord ook binnen bereik. De chemische industrie laat hiermee wederom zien verduurzaming uiterst serieus te nemen.”

D

e succesvolle MEE-convenant-aanpak, waarin overheid en bedrijven sinds 2009 afspraken maken over energiebesparing, heeft wederom voor goede resultaten gezorgd. Over de afgelopen vier jaar realiseerde de chemiesector ruim 16PJ energiebesparing via procesefficiency en bijna 10PJ aan besparingen in de keten met toeleveranciers, distributeurs en klanten. Dit is in totaal 8PJ meer dan bedrijven in hun oorspronkelijke plannen hadden voorzien. Ook voor de komende vier jaar (2017-2020) is een forse besparing voor in totaal 26PJ aan proces- en ketenmaatregelen opgenomen in de bedrijfsplannen van de chemische industrie. Alma: “Mede door de succesvolle aanpak met convenanten loopt de Nederlandse industrie voorop in het besparen van energie.” Afgelopen voorjaar maakte de VNCI samen met VNO-NCW en andere brancheorganisaties met het ministerie van Economische Zaken een afspraak over individueel commitment van bedrijven aan het realiseren van in totaal 9PJ tot 2020 boven op de afspraken in het MEE-convenant. Op basis van de ingediende projecten, die nog beoordeeld worden door RVO.nl, lijkt dit binnen bereik. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). december 2017 Chemie Magazine 13


FOTO: DANIEL SEESINK

Alfaman Mike (52) in DierenPark Amersfoort wordt gevlooid door een mogelijke opvolger (Karibuna).

14 Chemie Magazine december 2017


Gedrag

D BIOLOGISCHE KIJK OP VEILIGHEID EN LEIDERSCHAP

DE CEO MOET DE MEDEWERKERS VLOOIEN

Hoe creëer je leiderschap en eigenaarschap, twee aspecten die onlosmakelijk verbonden zijn met veiligheid? Daniel Seesink zoekt daarvoor de antwoorden bij het gedrag van apen, meer specifiek: de chimpansees. “Wij mensen willen risico´s uitsluiten, en dat doen we niet door individueel naar gedrag te kijken, maar door allemaal regels en procedures op papier te zetten. Maar gedrag was er eerder dan papier.” Tekst: Igor Znidarsic

aniel Seesink is van oorsprong gedragsbioloog, met speciale interesse in het gedrag van (mens)apen. Hij gaf vijf jaar biologieles op een middelbare school, ging daarna het bedrijfsleven in, onder meer als artsenbezoeker voor de farmacie. Daarbij leerde hij tijdens trainingen ook veel over gedrag. In 2013 besloot hij zijn kennis en zijn werkervaring te verenigen. Als zelfstandig spreker en gedragsbiologisch adviseur laat hij nu leidinggevenden onder de naam Bewust Zoo zien wat zij over zichzelf kunnen leren van apen en hoe je aan de hand van hun gedrag samenwerking binnen een organisatie beter kunt begrijpen en kunt sturen. Hij kijkt daarbij vooral naar de chimpansee. Want: “Van alle mensapen lijkt die het meest op ons. Wat betreft de DNA-structuur zijn mensen zelfs méér verwant aan de chimpansee dan de chimpansees en de gorilla’s onderling.” Waarin uit zich die gelijkenis? “Ten eerste in de organisatie. De gorilla, de bonobo en de chimpansee zijn mensapen. Bij de gorilla’s bestaat de organisatie uit één onbetwiste leider, zijn harem en een aantal kinderen. Als de leider niet bedreigd wordt en er is genoeg voedsel, is er niks aan de hand. Bij de bonobo’s maken de vrouwen de dienst uit, de leidster bepaalt wat er gebeurt en er heerst over het algemeen harmonie. Bij de chimpansees daarentegen is er altijd wat aan de hand. Een groep chimpansees bestaat uit de alfaman, een aantal mannelijke chimpansees die ook die leiderschapspositie ambiëren, en er is de vrouwengroep, van wie de alfaman de steun nodig heeft om aan te kunnen blijven. Omdat er politiek e december 2017 Chemie Magazine 15


FOTO: X X X

Daniel Seesink: ‘Als ik met een groep leidinggevenden voor de apenkooi sta, herkennen ze vrij snel wat voor type leider ze zijn en in wat voor organisatie ze werken.’

wordt bedreven, moet de leider voortdurend opletten of er niet aan zijn stoelpoten wordt gezaagd. Omdat belangen en politiek een belangrijke rol spelen, durven chimpansees ook meer risico te nemen, want daarmee vergroot je je kans op de toppositie, op meer eten, op de dames. Een mensen-organisatie lijkt daarom van alle apen het meest op een chimpansee-organisatie, met de alfaman als de CEO. Bij apen is seks een van de motivaties om leider te willen worden. Ik heb dat naar mensen vertaald als het voortplanten van je ideeën in een organisatie. Als leider heb je het privilege dat je ideeën worden uitgevoerd.” Seesink maakte met de chemische industrie kennis toen hij in 2014 meedeed aan de essaywedstrijd van Veiligheid Voorop, in samenwerking met het ministerie van IenM. Hij won niet, maar zijn essay ‘De biologische kijk op veiligheid en leiderschap’ werd wel opgenomen in de uitgebrachte bundel. Sindsdien heeft hij 16 Chemie Magazine december 2017

onder meer de QHSE-managers van de VOTOB-leden meegenomen naar DierenPark Amersfoort en heeft hij voor de managers van caprolactamproducent Fibrant een managementdag verzorgd. Seesink: “Ik liet ze aan de hand van gedrag van de chimpansees zien hoe leiderschap en samenwerken in de basis werken.” Neem ons mee naar de apenkooi. “Als je chimpansees observeert, zie je dat de alfaman dagelijks meerdere keren door de groep loopt. Daardoor weet hij wat er leeft. Of hij aan alle wensen tegemoet kan komen is nog de vraag, maar hij creëert zo wel betrokkenheid. Daarbij deelt hij overigens ook hier en daar een tik uit en peilt hij hoe de reactie is. Als het geaccepteerd wordt, weet hij dat zijn positie goed is. Dat doen wij mensen niet meer. Wel zou ook bij ons de alfaman zich geregeld op de werkvloer moeten laten zien en de tijd moeten nemen om met iedereen een praatje te

maken. Dat is dé manier om vertrouwen te winnen, zeker voor een nieuwe leider. Je krijgt dan een beeld van waar mensen behoefte aan hebben. Een beetje het Undercover Boss-idee. Maar in hoeveel organisaties gebeurt dat? Daarnaast weten apen heel duidelijk wat ze wel en niet moeten doen. Ze hebben drie gezamenlijke drijfveren of doelen: een veilige omgeving, voldoende voedsel en je kunnen voortplanten. In bedrijven zie je vaak dat elke afdeling een eigen doel heeft en dat het gezamenlijke doel niet duidelijk is. Als je aan tien mensen vraagt wat de missie of visie is, krijg je vaak tien verschillende antwoorden. Als ik met een groep leidinggevenden voor de apenkooi sta, herkennen ze vrij snel wat voor type leider ze zijn en in wat voor organisatie ze werken. Dan snappen ze vaak ook de miscommunicatie in het geval dat de leider boven een chimpanseeorganisatie staat als ware het een gorilla.”


Gedrag

‘Om vertrouwen te winnen moet de alfaman zich geregeld op de werkvloer laten zien’ Bij veiligheid gaat het vooral om leiderschap en eigenaarschap. Wat kunnen we wat dat betreft leren van apen? “Bij de Veiligheidsdagen van Veiligheid Voorop gaat het de laatste jaren terecht steeds meer over gedrag en eigenaarschap. Dat creëer je door betrokkenheid en daarvoor is contact met elkaar nodig. Apen hebben het meeste contact door elkaar te vlooien. Daardoor komen er stoffen in de hersenen vrij die binding stimuleren. Apen vlooien vooral van beneden naar boven. De hogere in rang wordt gevlooid door de lagere in rang. Wij zouden dat ‘hielen likken’ kunnen noemen. Mensen doen dat subtieler. Vertaald naar mensen-organisaties heb ik dat professioneel vlooien genoemd. De omslag die we nu aan het maken zijn en die misschien een beetje tegen de natuur ingaat, is dat er verwacht wordt dat er ook van boven naar beneden wordt gevlooid, dat de CEO of manager zijn medewerkers vlooit. We ervaren dat het basisgedrag voor ons niet meer werkt, omdat onze organisaties zo veel groter en complexer zijn. Emancipatie is een voorbeeld. Het vlooien van boven naar beneden is een andere omslag die we aan het maken zijn. Er is behoefte aan empathische leiders, die zich daadwerkelijk onder de collega’s op de werkvloer begeven, al hebben velen er nog moeite mee. Maar het is nodig voor de betrokkenheid en het vertrouwen van de mensen lager in de organisatie. Hoe je dat voor elkaar krijgt, dat is waar ik me mee bezighoud.” Accepteren mensen een dictatoriale leider, zeg maar een gorilla die een groep chimpansees leidt? “In sommige gevallen wel. Als er bewust iemand van buitenaf als tijdelijke leider wordt benoemd om even de boel op orde maken, een interim-manager dus, accepteren

de meesten dat. Je wilt dan even geen politiek gedoe, geen intriges en tegenstrijdige belangen.” Leren van elkaar is ook een belangrijk thema bij veiligheid. Kunnen apen leren van near misses en incidenten? “Apen hebben een aantal aspecten die wij ook hebben: een zelfbewustzijn, snappen dat ik ik ben en jij jij. Ze snappen ook dat hun eigen gedrag effect heeft op een ander. Chimpansees zijn bovendien in staat om dat gedrag positief of negatief in te zetten en van tevoren te bedenken wat ze gaan doen om een bepaald effect bij iemand te bereiken. Vooruitdenken dus. Tegelijkertijd zijn ze in staat om ervaringen uit het verleden – recenter dan bij de mens, vanwege het kortere geheugen – te gebruiken om dezelfde fout niet meer te maken of niet meer in dezelfde negatief ervaren situatie terecht te komen. Zo weet de leider nooit of hij de leider blijft. Hij moet daardoor risico’s nemen. En dat gaat weleens fout. De volgende keer zal hij dat anders doen. De mens is ook een risicozoekende soort, maar wij willen de risico´s uitsluiten, en dat doen we niet zozeer door naar gedrag te kijken, maar door allemaal regels en procedures op papier te zetten. Maar gedrag was er eerder dan papier. Chimpansees leren ook van elkaar. Een aap ontdekt dat als je een stokje in een termietenheuvel steekt en die eruit haalt, er termieten aan zitten die je kan opeten. Andere apen gaan dat na-apen. Het verschil tussen apen en mensen is dat apen doen wat ze van nature kunnen. Wat ze niet kunnen, doen ze niet. Wij mensen begeven ons wel op allerlei nieuwe gebieden. We bouwen auto’s, vliegtuigen, gaan naar de maan, zetten chemische fabrieken neer, willen de Mount Everest op. Dan gaat er weleens iets fout, ondanks alle voorzorgsmaat-

regelen. Ook omdat wij, net als apen, de neiging hebben om als we ergens de kortste weg zien, die te nemen.” Welke lessen kunnen leidinggevenden nog meer leren uit het gedrag van apen? “Als leider van een chimpanseeachtige organisatie weet je dat er aan je stoelpoten wordt gezaagd, dus moet je alert zijn op wat je doet en hoe. Als mensen op de werkvloer de indruk hebben dat je je eigen belangen aan het verdedigen bent en niet die van hen, is het vertrouwen weg. Dan kun je niet meer spreken van eigenaarschap en verantwoordelijkheidsgevoel. Je moet daarom als leider aan mensen vragen wat ze nodig hebben om goed te kunnen functioneren. Als bij apen een mannetje minder begroet wordt door de andere apen, krijgt hij daardoor minder respect, zo is uit onderzoek gebleken. Het is een voorbode van het beëindigen van zijn leiderschap. Tegelijkertijd is het zo dat als een mannetje vaker begroet wordt, hij een leider kan worden. Je moet dus als je als manager minder begroet wordt uitzoeken wat er aan de hand is en waarom, en niet als reactie nog meer beleid gaan maken. Dan ga je in je ivoren toren zitten en krijg je op een gegeven moment een opstand.” Samenvattend? “De positie van de leider is zowel bij chimpansees als bij mensen hiërarchisch, desondanks is het een positie die hij steeds weer opnieuw moet verdienen. Net als bij de apen is het belangrijk dat hij zorgt voor een veilige omgeving. Professioneel vlooien is hiervoor het instrument: de dialoog aangaan met de medewerkers. Daarmee creëer je betrokkenheid en vertrouwen, onmisbaar voor eigenaarschap en veiligheid." p

december 2017 Chemie Magazine 17


waar zit uw WINST ?

Natuurlijk maakt u niet evenveel winst op elk product. Net zo min behaalt u dezelfde winstmarge bij elke klant. Precies weten waar uw winst zit, zal u andere en betere beslissingen doen nemen. Laten we samen ontdekken wat nodig is om uw winst veilig te stellen zodat u kunt blijven investeren.

T. +32 9 336 39 42 info@harmonize-it.be www.harmonize-it.be

ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen

RUIM 35 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

Verkoop en Verhuur info@hiltra.com - 0342-404160


EMRE Bijlage bij Chemie Magazine • 14 december 2017

Emre Kaya

PLANT MANAGER OF THE YEAR 2017 Betrokken en empathisch manager Het gaat goed met Organik Kimya Vijf inspirerende personen


Voorkom Voorkom calamiteiten calamiteiten met gevaarlijke Voorkom met gevaarlijke calamiteiten stoffen stoffen met gevaarlijke stoffen

® Chemiekaarten ® breidt haar service uit Chemiekaarten breidt haar service uit Naast ons online platform en nieuwste Chemiekaartenboek, bieden we nu ook de

Naast ons online platform en nieuwste Chemiekaartenboek, bieden we nu ook de Chemiekaarten® 2018 Light Editie. Een praktisch handboek speciaal voor uw medewerkers Chemiekaarten® 2018 Light Editie. Een praktisch handboek speciaal voor uw medewerkers in het veld! in het veld! ® Chemiekaarten breidt haar service uiten 500 met de de chemische chemische eigenschappen en basisgegevens basisgegevens 500 enkelvoudige enkelvoudige stoffen stoffen met eigenschappen

Naast ons online platform enontwikkeld nieuwste Chemiekaartenboek, bieden nu ookgebruik de De is speciaal als praktisch handboek voorwe dagelijks De Light Light Editie Editie ® is speciaal ontwikkeld als praktisch handboek voor dagelijks gebruik Chemiekaarten 2018 Light Editie. Een praktisch handboek speciaal voor uw medewerkers op op de de werkvloer werkvloer in het veld! U ziet U ziet zo zo in in één één oogopslag oogopslag welke welke risico’s risico’s het het werken werken met met een een stof stof met met zich zich mee mee brengt brengt 500 enkelvoudige stoffendoor met de chemische team eigenschappen en basisgegevens Gevalideerde informatie, onafhankelijk van chemische en medische experts ® De Light Editie ® is bewijst speciaalalontwikkeld alshaar praktisch handboek voor dagelijks gebruik Chemiekaarten ruim 30 jaar autoriteit op de werkvloer Sluit risico’s uit en haal benodigde kennis in huis. Een veilige gedachte. U ziet zo in één oogopslag welke risico’s het werken met een stof met zich mee brengt Gevalideerde informatie, door onafhankelijk team van chemische en medische experts Chemiekaarten® bewijst al ruim 30 jaar haar autoriteit Sluit risico’s uit en haal benodigde kennis in huis. Een veilige gedachte. Kom in in actie actie en en ga ga naar naar sdu.nl/chemiekaarten sdu.nl/chemiekaarten Kom

Kom in actie en ga naar sdu.nl/chemiekaarten 0371 Adv_Chemiekaarten_230x295mm.indd 1 0371 Adv_Chemiekaarten_230x295mm.indd 1

06-12-17 08:38 06-12-17 08:38


INHOUD 2017

DUURZAME GROEI

10

Het gaat goed met Organik Kimya

3 Column Emre Kaya 4 Het betrokken leiderschap van Emre Kaya 8 Bedrijven die als voorbeeld dienen 10 Organik Kimya breidt productie uit 14 Wie inspireren de Plant Manager of the Year?

4 Emre Kaya

heeft oog voor zijn medewerkers

LR

Toen ik in 2015 als site director bij Organik Kimya begon, had ik als leidinggevende van een jong bedrijf dat in Nederland wilde investeren en groeien een leuke en uitdagende opdracht. De vraag die in mijn hoofd zat was niet ‘wanneer’ het bedrijf zou groeien, maar ‘hoe’ die groei gemanaged moest worden. Mensen houden van helderheid en eenvoud. Helaas leven we, in tegenstelling tot onze menselijke aard, in een tijdperk met te veel informatie en onzekerheid. Een moderne leider moet in staat zijn om een complex geheel van informatie, doelen, feiten en emoties om te zetten in een visie die voor iedereen eenvoudig te begrijpen en te volgen is. Met dit in gedachten hadden ik en mijn collega’s een duidelijke, winnende strategie voor ons team, genaamd: ‘Duurzame groei’. Wat is dat eigenlijk, duurzame groei? Onze definitie zou ongeveer zoiets zijn als: een organische groei van het bedrijf waarbij alle aspecten van het bedrijf ertoe doen. Dus niet alleen een stijgende lijn van het productievolume, maar een totale aanpak waarmee de organisatie het welzijn van zijn medewerkers verbetert, zijn veiligheidscultuur transformeert, reactief onderhoud vermindert en de kosteneffectiviteit verhoogt. Een organisatie waarin we voortdurend werken aan het bouwen van bruggen tussen verschillende interne en externe stakeholders, waar medewerkers weten dat we zo sterk zijn als de zwakste schakel. Het hele Organik Kimya-team was afgelopen juni vereerd dat de jury van de Plant Manager of the Year-verkiezing iets unieks vond in deze visie en mij tot de winnaar uitriep. Zeker gezien het feit dat mijn medefinalisten Henk Veldink en Roelof van Wijk ook concrete succesverhalen hadden, die ik inspirerend vond en leerzaam. De benoeming heeft gezorgd voor meer bekendheid van ons bedrijf, wat bijzonder is voor een mkb-bedrijf dat alleen business-to-business opereert. Maar wat nog belangrijker is, is dat het ons hoop en energie heeft gegeven om onze inspanningen voort te zetten om onze visie van ‘duurzame groei’ te bereiken. In deze bijlage van Chemie Magazine leest u meer over Organik Kimya en over die visie. En over de mensen en bedrijven die mij inspireren. Ik wens u veel leesplezier! Emre Kaya, site director Organik Kimya Netherlands december 2017 EMRE 3


Emre Kaya: ‘Er is altijd een spanningsveld tussen veiligheid en productie, maar ik geef duidelijk aan dat operators moeten stoppen als het werk niet veilig kan.’

PLANT MANAGER OF THE YEAR ZETTE GROTE VERBETERSTAPPEN

‘IK PROBEER MENSEN TE INSPIREREN’

Emre Kaya werd tijdens het Deltavisie-congres afgelopen juni uitgeroepen tot Plant Manager of the Year. De site director van chemiebedrijf Organik Kimya in de Botlek zette volgens de jury met zijn team de afgelopen jaren flinke stappen op het gebied van veiligheid, productiviteit, klant- en medewerkertevredenheid. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

E

mre Kaya studeerde chemische technologie aan de Bosphorus Universiteit in Istanbul en rondde daarna een MBA af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam School of Management, gevolgd door een ‘executive studie’ aan de Amerikaanse universiteit Stanford. Zijn keuze voor een studie chemische technologie motiveert hij als volgt: “Ik heb bewust hiervoor gekozen omdat je als chemicus tastbare producten maakt die bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke uitdagingen. Ook lever je als chemicus een belangrijke bijdrage aan het vergroten van welzijn en welvaart in de samenleving.” Hoe bent u vervolgens bij Organik Kimya terechtgekomen? “Na mijn afstuderen werkte ik in Turkije eerst twee jaar als productie-engineer voor het Amerikaanse bedrijf Medtronic. Deze onderneming maakt onder andere stents voor hartpatiënten. Daarna was ik twee jaar productieleider bij een constructiebedrijf dat dakbedekking produceert. Vervolgens ging ik bij mijn derde werkgever, Organik Kimya, aan de slag als productieleider.

4 EMRE december 2017

De chemische industrie is voor mij een logische keuze, omdat ik hier de kans heb om mijn talenten en chemische kennis optimaal in te zetten. Organik Kimya kende ik al voor ik er aan de slag ging. Ik wist dat het bedrijf graag wilde innoveren en groeien en niet iemand zocht die uitsluitend op de winkel wilde passen. Dat zou niets voor mij zijn.” Hoe blijft u zich zichzelf ontwikkelen? “Eén keer in de twee jaar probeer ik een externe managementtraining te volgen. Niet om de wereld opnieuw te ontdekken, maar vooral om van andere deelnemers en docenten te leren. Ik vind het inspirerend en leerzaam om een week met professionals uit andere disciplines op te trekken. Eenmaal terug bruis ik altijd van de nieuwe ideeën.” Kunt u daar een voorbeeld van geven? “Vorig jaar sprak ik tijdens een training met de CEO van een chemiebedrijf in België. Ik vertelde hem dat wij participeren in het Great Place to Work-initiatief. Een van de doelen van deze internationale organisatie is om de


FOTO: JEROEN MOERDIJK

trots en het plezier van de medewerkers binnen organisaties te vergroten. De Belgische collega werkte bij een bedrijf met dezelfde omvang als Organik Kimya. Hij had voor iedereen in de organisatie visitekaartjes laten drukken. Deze actie werd ontzettend goed ontvangen door het personeel. Operators die soms al dertig jaar in de industrie werkten en nooit kaartjes hadden gehad, waren hier erg blij mee. Eenmaal terug heb ik mijn managementassistente meteen ook voor onze operators visitekaartjes laten bestellen. Ik heb ze persoonlijk uitgedeeld en ook hier waren de reacties erg positief. Je kweekt veel goodwill bij je medewerkers door persoonlijk aandacht te geven en even stil te staan bij hun succes.” U staat volgens de jury bekend als iemand die met passie en dialoog medewerkers in de organisatie weet te bereiken om veranderingen door te voeren. Hierbij neemt u ook de verbeterideeën van de medewerkers uiterst serieus. Kunt u daar een voorbeeld van geven? “Vorig jaar gaf een operator aan dat wij al tien jaar in de

Botlek zijn gevestigd, maar nog steeds geen naambord hadden. ‘Hoe kan ik dan tegen mijn kinderen vertellen waar ik werk als wij door de Botlek rijden?’, vroeg hij zich af. Ik vond het een prima idee en heb meteen een naambord laten maken. Sinds het er hangt heb ik veel positieve reacties gehad. Niet alleen van de medewerkers, maar ook van andere bedrijven. Er waren er zelfs bij die ons verwelkomden in Rotterdam, zich afvroegen of ze iets voor ons konden betekenen. En dat terwijl wij hier al tien jaar zijn gevestigd. Daarnaast hebben we hier een nieuw luchtventilatiesysteem geïnstalleerd, naar een idee van een operator. Uiteraard komt het management ook met ideeën, zo hebben wij bijvoorbeeld onlangs nieuwe bedrijfskleding voor de medewerkers aangeschaft.” Sommige verbeterideeën zijn zelfs door het moederbedrijf in Turkije overgenomen? “Klopt. Toen de jury van de Plant Manager of the Yearverkiezing hier op bezoek was, wilde ze graag met mijn leidinggevende praten. Ik heb toen een videoconferentie geregeld met onze CEO Stefano Kaslowski in Turkije. Hij e december 2017 EMRE

5


gaf aan bijzonder tevreden te zijn over een aantal Rotterdamse initiatieven. Zo zijn wij hier in 2012 gestart met de introductie van de Life Saving Rules. De regels geven een indicatie van onze risicovolle activiteiten en verschaffen voor de medewerkers een kader en richtlijnen voor een veilige manier van werken. De introductie was noodzakelijk, want wij hadden een moeilijke startperiode achter de rug met problemen met toezichthoudende instanties. In deze periode hebben wij helaas van een aantal medewerkers afscheid moeten nemen omdat zij zich niet aan de Life Saving Rules hielden. Sindsdien hebben wij grote stappen gezet om de veiligheid te verbeteren. Dat is ook de andere vestigingen van het bedrijf niet ontgaan. Daarom zijn de Life Saving Rules ook in Turkije en Zwitserland overgenomen.” Hoe is het u gelukt om de veiligheid te vergroten? “Dat is zeker niet alleen mijn verdienste, maar ook van mijn voorganger Jan Boon. Deze ervaren manager in de chemische industrie heeft de lat destijds hoog gelegd met ‘zero incidenten’ als doelstelling. Wij hebben daarna met alle collega’s ervoor gezorgd dat wij van een reactieve naar een meer proactieve veiligheidscultuur overschakelden. Zonder hem waren we niet gekomen waar we nu staan.” Hoe zag dat proces eruit? “Wij hebben niet alleen veel trainingen voor de medewerkers georganiseerd, maar ook als management het goede voorbeeld gegeven. Operators zijn natuurlijk niet gek. Er is altijd een spanningsveld tussen veiligheid en productie, maar als plantmanager geef ik duidelijk aan dat operators moeten stoppen als het werk niet veilig kan plaatsvinden. Wij zijn bereid om geld te verliezen als de veiligheid in het gedrang komt. Ik kom regelmatig op de werkvloer om medewerkers en contractors op eventueel onveilig gedrag te wijzen. Hierbij geef ik altijd het goede voorbeeld, bijvoorbeeld door de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Veiligheid is niet alleen een onderwerp van de HSEafdeling, maar voor iedereen van belang. Wij zijn erin geslaagd om een veiligheidscultuur te introduceren waarbij medewerkers niet alleen hun eigen veiligheid belangrijk vinden, maar ook op hun collega’s letten. Veiligheid is nu van iedereen in het bedrijf. Verder voeren wij regelmatig audits uit bij onze toeleveranciers om te kijken of ze volgens onze standaarden werken. Zo

PLANT MANAGER OF THE YEAR

De verkiezing van de Plant Manager of the Year wordt sinds 2008 jaarlijks georganiseerd en is een initiatief van het Petrochem Platform en de VNCI, in samenwerking met Deltalinqs en het Havenbedrijf Rotterdam. 6 EMRE december 2017

hebben wij onlangs nog een audit uitgevoerd bij onze afvalverwerker.” Betrokken leiderschap is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle veiligheidscultuur. Hoe omschrijft u uw leiderschapsstijl? “Ik ben een betrokken en empathisch manager die oog heeft voor zijn medewerkers. Ik probeer mensen te inspireren en ervoor te zorgen dat ze het beste uit zichzelf kunnen halen. Verder pas ik mijn leiderschapsstijl aan de behoefte van de organisatie aan. Stel dat hier een brand uitbreekt, dan ben ik geen dienend leider, maar geef ik duidelijk aan wat ik precies van de medewerkers verwacht. Verder stel ik duidelijke doelen en geef ik de kaders aan waarin medewerkers kunnen opereren. Medewerkers hoeven niet iedere keuze die ze maken aan mij voor te leggen. Ze kunnen zelfstandig beslissingen nemen als ze maar binnen de vastgestelde kaders blijven.” Welke stappen wilt u nog maken in uw loopbaan? “Ik ben nu vooral actief in de operatie, maar ik merk dat ik mijn strategische kant meer en meer aan het ontwikkelen ben. In de toekomst wil ik graag meer de strategische kant op, bijvoorbeeld als COO of CEO van een onderneming.” Welke reacties heeft u ontvangen toen u tot Plant Manager of the Year bent verkozen? “Ik heb veel telefoontjes en e-mails ontvangen van mensen binnen en buiten de organisatie. Ook op het hoofdkantoor in Turkije waren ze erg blij met deze prestigieuze prijs. Organik Kimya is een buitenlandse investeerder in Nederland, maar niet heel erg bekend. Dan is het toch bijzonder dat de plantmanager deze prijs in de wacht weet te slepen. Voor de medewerkers is het een morele oppepper, want het is voor hen leuk om te kunnen vertellen dat ze voor een bedrijf werken waarvan de manager tot Plant Manager of the Year is verkozen.” Als winnaar bent u nu een van de boegbeelden van de chemische industrie. Hoe vult u deze rol in? “Ik zie mijzelf niet zozeer als boegbeeld, maar probeer wel samen met de VNCI aandacht te vragen voor de behoeftes van de sector. Zo ben ik in juni met het mkbteam van de VNCI op bezoek geweest bij minister-president Mark Rutte. Wij hebben toen gepleit voor 1 miljard euro aan extra investeringen in innovatie gericht op toegepast onderzoek en de onderzoeksfase in proeffabrieken. In het regeerakkoord is hiervoor uiteindelijk 300 miljoen euro uitgetrokken. Daarnaast is het de bedoeling dat ik in samenwerking met de mede-organisator van de verkiezing, uitgeverij Industrielinqs, lezingen ga geven over diverse onderwerpen in de chemische industrie. En natuurlijk zit ik als winnaar volgend jaar in de jury om een nieuwe Plant Manager of the Year te kiezen." p


‘Ik pas mijn leiderschapsstijl aan de behoefte van de organisatie aan’

FOTO: JEROEN MOERDIJK

OVER EMRE NAAM Emre Kaya. WOONPLAATS Rotterdam-Nesselande. LEEFTIJD 37 jaar. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd met Meral. OPLEIDINGEN Hbo chemische technologie (Bosphorus Universiteit in Istanbul, 1997-2001), MBA (Erasmus Universiteit Rotterdam School of Management, 2013-2014), executive studie (Stanford University, 2016). WERKGEVERS EN FUNCTIES • Productie-engineer, Medtronic Turkije (2001-2003). • Productieleider, Atermit (constructiebedrijf in Turkije) (2003-2005). • Productieleider, Organik Kimya Turkije (2005-2008). • R&D-teamleider, Organik Kimya Turkije (2008-2010). • Productiemanager, Organik Kimya Netherlands B.V. (2011-2013). • Deputy site manager, Organik Kimya Netherlands B.V. (2014-2015). • Site director, Organik Kimya Netherlands B.V. (2015-heden). HOBBY’S Reizen, lekker eten, paardenraces. MUZIEK Vooral acid jazz, maar ook deephouse, chillout, lounge en soms ook klassieke muziek. LAATST GELEZEN BOEK Sapiens van Yuval Noah Harari. AUTO “Ik rij nu in een BMW 3.18, maar vanaf januari rij ik in een nieuwe Mercedes C-klasse. De BMW vind ik een prima auto, maar mijn voorkeur gaat uit naar de Mercedes.” TV-PROGRAMMA Zondag met Lubach, 2 voor 12. VAKANTIEBESTEMMING “Ik hou van lekker eten en reizen. Mijn vrouw Meral is mijn ideale reispartner. Wij zijn altijd op zoek naar nieuwe ‘culinaire bestemmingen’. Mijn favorieten zijn onder andere Turkije, Italië, Montreal, Londen, San Sebastian en Singapore.” ERGERNIS Continu zeuren en klagen. “Problemen netjes benoemen en discussiëren met het oog op verbetering kan mensen op scherp zetten, maar te veel zeuren zonder oplossingen te bieden, brengt negativiteit in het leven. Daar hou ik niet van.”

december 2017 EMRE

7


3M, IKEA, TOYOTA EN DSM

‘ELK BEDRIJF HEEFT ZIJN EIGEN STERKTE’ Emre Kaya houdt van bedrijven die zich durven te onderscheiden van andere en hun eigen koers varen. Bedrijven die niet volgend maar leidend zijn, krijgen zijn respect. 3M, IKEA, Toyota en DSM zijn daarvan mooie voorbeelden, vindt hij. Tekst: Marloes Hooimeijer

IKEA

EEN GEWELDIGE MERKSTRATEGIE IKEA werd in 1943 opgericht door de 17-jarige Zweed Ingvar Kamprad. Inmiddels bestaat de IKEA Group uit 340 winkels in 28 landen. IKEA positioneert zichzelf niet als meubelzaak maar als maker van ‘democratic design’, omdat het bedrijf vindt dat goede woonproducten er voor iedereen moeten zijn. Consumenten komen er graag: de winkels hadden vorig jaar 783 miljoen bezoekers en de IKEA Family telt al 100 miljoen leden, die bijvoorbeeld korting krijgen op de Zweedse gehaktballetjes in het restaurant. De verkoopomzet bedroeg 34,2 miljard en de nettowinst 4,2 miljard euro. Volgens Kaya heeft de Zweedse woongigant ‘een geweldige merkstrategie’. “Ze weten precies wie hun doelgroep is en wat die wil: grote winkels vlak naast de snel8 EMRE december 2017

weg, met aantrekkelijke prijzen en veel do it yourself producten. En ze zijn innovatief om hun doelgroep ook op lange termijn te kunnen bereiken. Kinderen groeien op met de Småland-speelplekken en als ze uit huis gaan om te gaan studeren, halen ze hun spullen ook bij IKEA. Het bedrijf creëert zo een band met de maatschappij.” De chemie kan daar nog veel van leren, zegt hij. “Ondanks de inspanningen om de chemiesector zichtbaarder te maken, wordt nog te vaak gedacht dat het een black box is wat in de chemiefabrieken gebeurt. Nog te veel jongeren zien een studie in onze richting als niet sexy. Als bedrijven kunnen we een steentje bijdragen aan een beter imago door open te zijn, meer interactief en ons te richten op de jonge generatie.”


3M

STOPT NOOIT MET INNOVEREN

TOYOTA

CONTINU VERBETEREN ALS BEDRIJFSCULTUUR “Tijdens mijn studie kwam Toyota vaak ter sprake, vanwege hun Kaizen-methode. Die staat voor een bedrijfscultuur die erop gericht is continu te verbeteren. Dat is echt Toyota’s kernkracht”, vertelt Kaya. “Het zit in de cultuur om te luisteren en leren van anderen, succesvol in teams te werken, te coachen en snel maatregelen te treffen als dat nodig is. Ik heb bij vorige werkgevers met Toyota samengewerkt en zag die eigenschappen niet bij één persoon van de tien terug, maar bij allemaal. Die normen en waarden worden continu benadrukt om zo de bedrijfscultuur te behouden. Verder kenmerkt Toyota zich door open communicatie en een sterke hr-aanpak, met lange dienstverbanden.” Het Japanse automobielbedrijf bestaat sinds 1937. De eerste Toyota in Europa werd in 1963 in Denemarken geïmporteerd; in 1964 volgde Nederland. De Corolla is het bestverkochte model en de Toyota Prius was in 1997 de eerste in serie geproduceerde hybride auto ter wereld. De meest recente halfjaarcijfers laten in Europa verkoopcijfers van 469.503 Toyota’s zien en een bedrijfsresultaat van 39 miljard yen (ruim 296 miljoen euro). In Nederland verkocht het in 2017 volgens Autoweek.nl 20.190 exemplaren, goed voor een marktaandeel van het automerk van 5,56 procent.

Misschien wel het bekendste 3M-merk is Post-it Notes. De zelfklevende blaadjes bestaan inmiddels dertig jaar en waren een toevallige ontdekking van 3M-onderzoeker Spence Silver. Eigenlijk zocht hij naar een betere lijm voor plakband, maar ontdekte juist een heel zwakke lijm die goed kleeft maar ook weer makkelijk loslaat. Een ander bekend merk van 3M is Scotch, waar allerlei soorten tape onder vallen. Om innovatie aan te jagen hanteert 3M al sinds jaar en dag de 15%-regel: iedere 3M’er wordt aangemoedigd om 15 procent van de werktijd te besteden aan zelfbedachte projecten. Heel veel uitvindingen van 3M, zoals de Post-it Notes, zijn hieruit ontstaan. 3M werd in 1902 opgericht in de VS, als Minnesota Mining and Manufacturing. In 1904 startte het met de productie van schuurpapier. 3M Nederland bestaat sinds 1958 en houdt hoofdkantoor in Delft. Wereldwijd heeft 3M 89.446 werknemers, waarvan 8300 in R&D. De omzet in 2016 was 30,1 miljard dollar en het bedrijf investeerde dat jaar 1,7 miljard dollar in R&D. “Which remains the heartbeat of our enterprise”, aldus CEO Inge Thulin over deze keuze in het jaarverslag. Kaya heeft respect voor de onophoudelijke innovatiekracht van 3M. ”Ze zijn een van de innovatiefste bedrijven ter wereld. Hun strategie is niet om andere bedrijven te volgen, te kijken wat zij doen, maar om altijd zelf met disruptive innovaties op de markt te komen. Jaar na jaar nemen ze dus ook de risico’s die horen bij innovatie.”

DSM

AANVOERDER IN DUURZAAMHEID

december 2017 EMRE

FOTO’S SHUT TERSTOCK, HOLL ANDSE HOOGTE

DSM doet het goed op het gebied van duurzaamheid. Het chemiebedrijf staat momenteel op plek 9 in de Global 100 Most Sustainable Companies. Op plek 1 in de eerste editie van de Management Scope Corporate Impact Index Award, waarin de positieve bijdrage van honderd grootste Nederlandse bedrijven aan de maatschappij inzichtelijk wordt gemaakt. En op plek 2 in Change the World van Fortune Magazine, een lijst met grote bedrijven die de sociale effecten van hun activiteiten meenemen in hun bedrijfsvoering. Fortune prijsde onder meer DSM’s duurzame oplossingen op het gebied van voeding, zoals de bestrijding van ondervoeding in Rwanda door een lokale fabriek voor verrijkte granen te realiseren, en op het gebied van klimaatverandering, zoals het project Clean Cow, dat zich richt op aangepast veevoer voor koeien waardoor zij 30 procent minder methaan uitstoten. En dan staan er ook nog drie DSM’ers in de Trouw Duurzame 100: bestuursvoorzitter Feike Sijbesma (plaats 8), manager duurzaamheid Paulette van Ommen (plaats 57) en manager duurzaamheid Jacobine das Gupta (plaats 70). Duurzaamheid zit onmiskenbaar in iedere vezel van het bedrijf. Het focust daarbij op duurzame groei in de volgende gebieden: voeding, klimaatverandering & energie, en circulair & biobased economy. Kaya: “DSM is een goed voorbeeld dat commercieel succesvol, innovatie en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan. Die mindset zie je nog niet overal in de industrie. Bij DSM is het vast onderdeel van de bedrijfsvisie en -strategie, geen papieren tijger.” 9


ORGANIK KIMYA INVESTEERT IN PRODUCTIECAPACITEIT, VEILIGHEID EN INNOVATIEKRACHT

‘WIJ ZIJN GEEN GROTE CHEMIEREUS, WEL FLE De vestiging van het Turks-Italiaanse familiebedrijf Organik Kimya in de Botlek wil de productie van polymeeremulsies de komende jaren verdubbelen. Er loopt een veiligheidscultuurprogramma en ook de innovatiekracht is volgens site director Emre Kaya kenmerkend voor het bedrijf. “We zorgen samen met onze klanten voor een oplossing voor hun probleem.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk

10 EMRE december 2017

H

et gaat goed met het Turks-Italiaanse bedrijf Organik Kimya, dat sinds 2007 in de Botlek is gevestigd. “Begin 2017 hebben wij het investeringsproject Bosphorus afgerond”, vertelt site director Emre Kaya. De chemisch technoloog werkt al twaalf jaar bij het bedrijf, eerst in Turkije en sinds 2011 in Nederland. Vanaf oktober 2015 is hij als site director verantwoordelijk voor de fabriek in de Botlek. ‘Bosphorus’ vloeide voort uit de wens van de aandeelhouders van Organik Kimya om in 2024 ’s


XIBEL’ werelds grootste, onafhankelijke bedrijf in specialty chemicals te zijn.

Sterkte-zwakte-analyse

De plantmanager stelde met zijn team daarom eerst een groeitarget vast. “Vervolgens brachten wij met een sterkte-zwakte-analyse de verbeterpunten in de fabriek in kaart”, legt Kaya uit. “Hieruit bleek dat wij niet optimaal gebruikmaakten van onze reactorcapaciteit. Daarom investeerden wij het afgelopen jaar in nieuwe opslagtanks en mengmachines. Nu kunnen wij de komende jaren de productie uitbreiden naar

FOTO: JEROEN MOERDIJK

HISTORIE

200 kiloton per jaar.” Dit is een verdubbeling. Uit de analyse kwam verder de behoefte aan een lokale ICT-specialist naar voren. De Rotterdamse ICTafdeling was op het hoofdkantoor in Istanbul ondergebracht. Cultuur- en taalverschillen zorgden echter voor spraakverwarring. “ICT-problemen moet je snel kunnen oplossen. Daarom hebben wij in overleg met het hoofdkantoor een lokale ICTspecialist aangetrokken”, vertelt Kaya. De analyse bracht ook toekomstige bottlenecks in kaart. “Zo kwamen

De geschiedenis van het familiebedrijf Organik Kimya gaat terug tot 1924. Toen richtte de Italiaan Luigi Kaslowski in Turkije Elkasan op, een handelsbedrijf in chemische producten. Vervolgens startte zijn zoon Aldo Kaslowski in 1965 het bedrijf Organik Kimya, producent van polymeeremulsies en specialty chemicals. In 2004 nam het bedrijf ATR Chemicals in Zwitserland over, producent van oplosmiddelhoudende acrylaten. Daarnaast heeft het bedrijf twee fabrieken in Istanbul. De plant in de Botlek kwam in 2007 onstream en heeft een productiecapaciteit van 100 kiloton polymeeremulsies per jaar. Door de afronding van het investeringsproject Bosphorus kan het bedrijf in de Botlek de productie de komende jaren verdubbelen. Tegenwoordig staan de twee broers Simone en Stefano Kaslowski als derde generatie aan het roer van Organik Kimya. Het bedrijf behaalt de meeste omzet in Europa (55 procent), gevolgd door Turkije (32 procent) en de rest van de wereld (13 procent). De verfindustrie is de grootste afnemer, gevolgd door de textiel- en leerindustrie, constructiebranche, plakbandsector, industriële kleefstoffen en life sciences & material solutions.

wij erachter dat onze huidige afvalwaterzuiveringsinstallatie slechts tot 2020 aan de productiecapaciteit voldoet. Door onze groeiplannen neemt de afvalwaterstroom toe. Wij gaan daarom over twee jaar in de uitbreiding van de afvalwaterzuiveringsinstallatie investeren.”

Zelfstandig blijven

De plantmanager benadrukt dat het familiebedrijf zelfstandig wil blijven. Die zelfstandigheid maakt langetermijninvesteringen goed te verantwoorden. “Bij ons staan de continuïteit van de onderneming en

e december 2017 EMRE

11


dat onze medewerkers goed op de hoogte zijn van de risico’s.”

Polymeeremulsies

De ruim tachtig medewerkers van Organik Kimya in de Botlek produceren polymeeremulsies voor afnemers in de verf- en lijmindustrie, plakband- en tapijtindustrie en verwerkers van leerproducten. “Wij zijn een echt business-to-businessbedrijf. Consumenten zullen waarschijnlijk nooit van ons hebben gehoord”, vertelt Kaya. “De verfindustrie is een van onze grootste afnemers. Wij werken onder meer samen met klanten die onze polymeeremulsies in hun verfreceptu-

FOTO: SHUT TERSTOCK

duurzame groei op de langere termijn voorop.” Organik Kimya streeft naar een duurzame bedrijfsvoering, zonder gevolgen voor veiligheid, gezondheid en milieu. Het bedrijf probeert zijn VGM-prestaties continu te verbeteren. Het VGM-verbeterprogramma is gebaseerd op het beoordelen en minimaliseren van de risico’s en het voortdurend verbeteren van de technische installaties, het veiligheidsmanagementsysteem en de veiligheidscultuur. Kaya: “Alle medewerkers zijn betrokken bij dit verbeterprogramma.” De installatie komt uit 2007, maar toch heeft het bedrijf sindsdien al veel geïnvesteerd om de veiligheid van de installatie verder te verbeteren. Anderhalf jaar geleden startte de onderneming met een veiligheidscultuurprogramma onder het motto ‘Veilig werken doe je voor elkaar’. Door het organiseren van leiderschapstrainingen, de jaarlijkse veiligheidsdag en via kwartaalthema’s werkt Organik Kimya aan verdere verbetering. Kaya: “Ook hebben wij een zeer uitgebreid trainingsprogramma dat ervoor zorgt

‘Dankzij nieuwe opslagtanks en blenders kunnen wij de komende jaren de productie uitbreiden naar 200 kiloton’

ORGANIK KIMYA GEBRUIKT GROENE STROOM

Organik Kimya maakt voor alle fabrieken in Turkije, Zwitserland en Nederland gebruik van groene stroom, opgewekt door windmolens en zonnepanelen. Daarnaast brengt het bedrijf de mogelijkheden in kaart om over te schakelen op groene grondstoffen. “Hierbij zijn wij echter afhankelijk van onze grondstoffenleveranciers”, benadrukt Kaya. “De leveranciers van onze basismonomeren, zoals styreen, maken vooralsnog echter gebruik van oliederivaten.” 12 EMRE december 2017

ren verwerken.” Voor het polymerisatieproces maakt Organik Kimya gebruik van drie hoofdgrondstoffen: water, monomeren en zeepachtige stoffen. “Nadat wij deze stoffen hebben gemengd, gaan ze naar een reactievat”, licht Kaya de eerste stappen van het proces toe. “Vervolgens voegen wij een katalysator en andere hulpstoffen toe om de reactie op gang te brengen. Daarna voegen we in blenders stoffen toe die zijn afgestemd op de specificaties van de klant om tot het juiste eindproduct te komen. Daarna slaan we het eindproduct op in opslagtanks of IBC’s.”

Innovatiekracht

Het familiebedrijf besteedt jaarlijks 2 procent van de omzet aan R&D. In het Turkse hoofdkantoor in Istanbul is een R&D-centrum met tachtig medewerkers gevestigd. Samen met klanten voeren zij innovatietrajecten uit. “Onze klanten, beter gezegd partners, zoeken een oplossing voor hun probleem”, zegt Kaya. “Gezamenlijk zorgen wij hiervoor. Zo verbeterden wij samen met een plakbandfabrikant de hechting van de lijm.” De innovatiekracht van het bedrijf komt goed naar voren in de zogeheten Vitality Index van de onderneming. Kaya: “Dit betekent dat wij minimaal 15 procent van onze omzet willen halen uit producten die onze R&D-afdeling de afgelopen drie jaar op de markt heeft gebracht. Een ambitieuze doelstelling, zeker voor een bedrijf van onze omvang. Wij zijn immers geen grote chemiereus. Hierdoor zijn wij wel een stuk flexibeler. Het afgelopen jaar zijn wij er dan ook in geslaagd om meer dan 13 procent van de omzet uit deze producten te halen.” p


IEC 61482-2

Class 1 ATPV 11.5 cal/cm²

EN 1149-5

EN 13034-6

3 3 EN 343

EN ISO 11611 Class 1 A1

EN ISO 11612 A1B1C1F1

NEW

HAVEP® MULTI SHIELD

Feel like a hero. Act like a hero.

EN ISO 20471

GENORMEERDE VEILIGHEIDSKLEDING DIE EXCELLEERT IN COMFORT EN UITSTRALING Ontdek HAVEP® Multi Shield. De nieuwe generatie veiligheidskleding die lekker licht draagt, er goed uitziet en 100% bescherming biedt tegen de risico’s die met jouw werk gepaard gaan. Bovendien is de collectie industrieel wasbaar (EN ISO 15797). Kies voor veiligheid, comfort, uitstraling en duurzaamheid. Onderschat de invloed van werkkleding niet. Het maakt je dag. Dus ga ervoor!

TIE OP ONTDEK DE COLLEC /MULTISHIELD WWW.HAVEP.COM


WIE INSPIREREN DE PLANT MANAGER OF THE YEAR?

PERSONEN OM VAN TE LEREN Mandela was een verbinder en leider die iedereen gelijk benaderde. Curie en Atatürk hielpen de vrouwenemancipatie vooruit. Tesla verdient als een van de grootste uitvinders aller tijden wel wat meer respect. En de principes van Tzu zijn ook voor het bedrijfsleven van belang. Aldus Emre Kaya. In rolmodellen kopiëren gelooft hij niet, wél in leren van anderen. Tekst: Marloes Hooimeijer

Nelson Mandela

Marie Curie

“Ik heb het ideaal gekoesterd van een democratische en vrije samenleving, waarin iedereen samenleeft in harmonie en gelijke kansen heeft. Als het moet, is het een ideaal waarvoor ik bereid ben te sterven.” Zo sprak Nelson Mandela tijdens zijn proces in 1964, waarna hij werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf vanwege zijn leiderschap van de militaire vleugel van de politieke groepering ANC (Afrikaans Nationaal Congres). Tot 1990 zat hij vast op Robbeneiland. Mandela was sinds 1944 betrokken bij het ANC, dat streed tegen de apartheid. Aangezien geweldloze acties niet tot het gewenste resultaat leidden en het ANC in 1960 verboden werd, stichtte Mandela de militaire tak, die sabotageacties uitvoerde tegen militaire en publieke installaties. Na zijn vrijlating onderhandelde Mandela met president De Klerk over totale afschaffing van de apartheid. Zij kregen in 1993 samen de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. Bij de eerste vrije verkiezingen na de apartheid, in 1994, behaalde het ANC een klinkende overwinning. De inmiddels 75-jarige Mandela besloot om één termijn president te worden. Op 5 december 2013 overleed hij op 95-jarige leeftijd, maar bleef een inspirator voor velen.

Marie Curie werd 150 jaar geleden in Warschau geboren als Marya Sklodowska. De Pools-Franse schei- en natuurkundige was een pionier op het gebied van de radioactiviteit, ontdekte de elementen polonium (vernoemd naar haar vaderland) en radium, en ontving twee Nobelprijzen (voor de Natuurkunde in 1903 en acht jaar later voor de Scheikunde). Haar droom als tiener was om in Parijs aan de Sorbonne te studeren en die verwezenlijkte ze. Ze was de eerste vrouwelijke natuurkundepromovendus, de eerste vrouwelijke hoogleraar aan de Sorbonne en de eerste vrouwelijke Nobelprijswinnaar. Kaya: “Zij heeft de weg geopend voor vrouwelijke chemici.” Curie, getrouwd met de Franse natuurkundige Pierre Curie (die later verongelukte), stond aan de wieg van de inzet van radioactiviteit voor kankerbehandeling. Zelf stierf ze in 1934 aan de gevolgen van leukemie, opgelopen door de jarenlange straling waaraan ze had blootgestaan in het lab. Dochter Irène Joliot-Curie ontving ook een Nobelprijs voor de Scheikunde, in 1935, voor de ontdekking van kunstmatige radioactiviteit. En ook zij stierf aan leukemie, nog geen zestig jaar oud.

LEVENSLANG TROUW AAN ZIJN IDEAAL

14 EMRE december 2017

GAF HAAR LEVEN AAN RADIOACTIVITEIT


Nikola Tesla

Atatürk

Nikola Tesla werd in 1856 geboren in Smiljan in het huidige Kroatië en staat bekend als uitvinder van de wisselstroomgenerator. Eerst werkte hij nog in het bedrijf van Thomas Edison in New York om de gelijkstroomgenerator, de uitvinding van Edison, te verbeteren. Tot hij wegens meningsverschillen besloot zijn eigen bedrijf te beginnen, gericht op wisselstroom. Dit leidde tot de zogenaamde war of the currents. Zakenman George Westinghouse ging met Tesla in zee en kocht zijn patenten voor een wisselstroomgenerator en huurde Tesla in om die te ontwikkelen. In 1893 werd de Wereldtentoonstelling in Chicago aangedreven door wisselstroom en een paar jaar daarna werd een waterkrachtcentrale gebouwd bij de Niagarawatervallen die de hele stad Buffalo van wisselstroom voorzag. Kaya: “Dankzij hem werkt ons huidige elektriciteitsnetwerk naar behoren. Tesla’s wisselstroom heeft het van Edisons gelijkstroom gewonnen.” In 1917 ontving Tesla de hoogste Amerikaanse onderscheiding op het gebied van elektriciteitsonderzoek, de Edison Medaille. Hoewel hij honderden patenten op zijn naam had staan, is hij er nooit rijk van geworden. Hij raakte in de vergetelheid en stierf in 1943, 86 jaar oud. In 1960 werd de eenheid tesla geïntroduceerd, die staat voor de sterkte van een magnetisch veld, en ook het elektrische-automerk Tesla is naar hem vernoemd.

“Mustafa Kemal Atatürk is een van de belangrijkste personen uit de nationale geschiedenis van Turkije. Hij was een Ottomaanse legerofficier, politicus, schrijver en de stichter van de seculiere republiek Turkije op 29 oktober 1923”, staat te lezen in zijn profiel op Historiek.net. “In 1924 schafte de republiek het islamitische kalifaat af. Scheiding tussen kerk en staat was het nieuwe uitgangspunt.” Hij zorgde voor gratis en verplicht basisonderwijs, onder hem werd het Arabische alfabet door het Latijnse vervangen en kreeg Turkije in 1934 volledig kiesrecht voor vrouwen. In datzelfde jaar gaf het Turkse parlement Mustafa Kemal de bijnaam Atatürk, wat ‘Vader van de Turken’ betekent. Een naam die niemand anders mocht dragen. Mustafa Kemal Atutürk overleed op 10 november 1938 op 57-jarige leeftijd aan levercirrose en ligt begraven in een mausoleum in Ankara. Voor veel Turken is hij nog altijd een groot staatsman. Ook voor Kaya: “Ik woonde tot mijn 30ste in Turkije en heb respect voor Atatürk omdat hij er de normen en waarden van een modern land heeft geïntroduceerd, zoals het vrouwenkiesrecht. Zwitserland kreeg dat pas in 1971.”

UITVINDER VAN WISSELSTROOM

VADER VAN DE TURKEN

Sun Tzu

MANAGEMENTGOEROE AVANT LA LETTRE

FOTO’S: SHUT TERSTOCK, HOLL ANDSE HOOGTE

Sun Tzu was rond 500 voor Christus generaal en militair strateeg van het Chinese koninkrijk Wu. Er wordt aangenomen dat het boek De kunst van het oorlogvoeren van zijn hand is. De stelregels die Sun Tzu daarin presenteert, heeft hij geleerd tijdens de door Wu gewonnen strijd tegen het aangrenzende, veel sterkere Chu. Zoals: “Strategie zonder tactiek is de langzaamste route naar de overwinning. Tactiek zonder strategie is het geluid voor de nederlaag.” Tzu’s gedachtegoed over oorlog en strategie is nog altijd in trek, óók in managementhoek. “In de visie van Sun Tzu richt strijd altijd schade aan, leidt elk conflict tot verlies, ook al win je de slag. Ontwijken is voor Sun Tzu altijd een goede optie. Is er daarentegen geen andere mogelijkheid, dan zijn alle middelen geoorloofd om zo snel mogelijk de slag te winnen”, aldus een analyse op Managementesite.nl. Kaya: “Je moet ook als bedrijf goed nadenken over welke strijd je wel en niet aangaat. Je afvragen wat de kans is dat je die kunt winnen en wat je daarvoor moet doen. Het verzamelen van de juiste kennis is daarbij heel belangrijk.” Of, zoals Tzu het zei: “Ken de ander en uzelf, en de overwinning zal geen gevaar lopen.” december 2017 EMRE

15


Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl


Biobased

DE TOEKOMST VAN DE NEDERLANDSE CHEMIE

Nieuwe initiatieven voor biobased chemie te over. Maar slechts een handvol bedrijven lukt het om écht aan de slag te gaan. BTG-BTL is er zo een, met zijn Empyrofabriek voor de productie van miljoenen liters pyrolyseolie uit biomassa. Waarom lukt het wél in Enschede? Dat doet directeur Gerhard Muggen uit de doeken, inclusief welgemeend advies voor duurzame concullega’s. Tekst: Inge Janse

D

ertien man personeel. Dat klinkt niet direct als de kritieke massa om een duurzame revolutie te realiseren. Toch bleek het voor technologiebedrijf BTGBTL uit Enschede genoeg om grote stappen te zetten – en verder te komen dan de meeste andere groene initiatieven. Het bedrijf is sinds 2007 gespecialiseerd in pyro-

lyse om biomassa om te zetten naar olie (zie kader), iets dat het sinds 2015 doet in zijn Empyro-fabriek. Niet dat BTG-BTL trouwens graag een eigen fabriek wilde hebben. In 2009 merkten algemeen directeur Gerhard Muggen en zijn collega’s alleen dat er in de markt veel angst is om te kiezen voor onbekende oplossingen, zoals pyrolyse. BTGBTL besloot zelf een fabriek op

FOTO: BTG-BTL

EMPYRO EN HET PYROLYSEWONDER

commerciële schaal te bouwen en te opereren, jaarlijks goed voor 20 miljoen liter pyrolyseolie uit houtafval. “Grof gezegd is Empyro een brochure van 25 miljoen euro om de wereld te laten zien dat de technologie van BTG-BTL werkt”, zegt Muggen met gevoel voor ironie. “De markt wil niet de eerste zijn die ergens instapt. Wij besloten daarom het risico zelf te lopen.” Bij de totstandkoming van Empyro speelde melkproducent FrieslandCampina een cruciale rol. “Het ondertekende in september 2013 een twaalfjarig contract voor volledige afname van onze olieproductie om in een ketel stoom mee op te wekken. Dat heeft ons door de valley of death gesleept.”

Heilige drie-eenheid

Links en rechts ziet Muggen duurzame initiatieven oplichten én uitdoven. De directeur geeft graag tips over hoe anderen óók kunnen sla- e december 2017 Chemie Magazine 19


‘Je moet ertegen kunnen om negentien keer je neus te stoten, om de twintigste keer succesvol te zijn’

HOE WERKT PYROLYSE?

Bij pyrolyse wordt biomassa (zoals zaagsel) in een paar seconden verhit tot 500 graden. Doordat er geen zuurstof aanwezig is, ontstaan er organische dampen. Na condensatie vormen die pyrolyseolie. Ongeveer 70 procent van de biomassa verandert in olie; de rest van de reactieproducten is bruikbaar als bron voor warmte en elektriciteit. Hierdoor is een rendement tot 90 procent mogelijk. 20 Chemie Magazine december 2017

gen in hun groene queeste. Nummer één: gedraag je als een volwassen bedrijf. “Voor FrieslandCampina is het cruciaal dat het altijd stoom heeft. Je oplossing moet bij de klant robuust zijn en altijd werken. Bij FrieslandCampina hebben we daarom gekozen voor aardgas als back-up.”Tip twee: begin niet te groot, maar werk stap voor stap. Volgens de Empyro-directeur is het niet de tijd voor duurzame projecten van honderden miljoenen, terwijl de kern van de technologie nog niet bewezen is. BTG-BTL koos ervoor om zo veel mogelijk in eigen beheer te doen en de schaalgrootte beperkt te houden. Tot ieders verbazing pakte dat succesvol uit. “Niemand snapt het. Er komt zelfs iemand bij ons promoveren om te achterhalen hoe het ons gelukt is, bijvoorbeeld om de miljoenen aan financiering binnen te halen.” Toch is het allemaal niet zo moeilijk, benadrukt Muggen. Zijn heilige drieeenheid is markt, techniek en geld. “Kennis van geld in het bedrijf is iets minder belangrijk, want dat kun je inhuren. Maar kennis van de markt en van techniek moet je ongelofelijk goed in de vingers hebben.” Ook doorzettingsvermogen is cruciaal. “Je moet ertegen kunnen om negentien keer je neus te stoten, om vervolgens de twintigste keer succesvol te zijn. Dat hebben we met Empyro wel gemerkt.”

Hekkensluiters

Dat doorzettingsvermogen is onder meer van belang om de duurzaamheid van pyrolyse duidelijk te maken. Zo staat biomassa al langere tijd in de negatieve belangstelling, onder meer vanwege concurrentie met voedsel. Muggen verbaast zich daarover: “In Enschede gebruiken we reststromen van hout. Dat zaagsel zetten wij om in olie. Veel duurzamer kunnen we het niet maken.” Nederlanders zijn volgens hem uitzonderlijk goed in dominee spelen. “Maar ondertussen zijn we de duurzame hekkensluiters van Europa.” Vraagtekens bestaan ook bij het proces zelf: kost pyrolyse niet veel meer energie dan het kost? Muggen ontkent het met klem. “Wij halen een rendement van 85 tot 90 pro-

cent. Elke 1000 kilo biomassa zetten we om in 650 tot 700 kilo olie. De rest is elektriciteit die we aan het net leveren, en warmte die naar AkzoNobel gaat.”

Verdere valorisatie

Als laatste is er discussie mogelijk over de toepassing van pyrolyseolie. Kun je deze niet beter cascaderen dan verbranden? Muggen is die discussie hoorbaar moe. “Zelfs de grootste cascaderingsfetisjist moet toegeven dat je ook nuttige, duurzame warmtetoepassingen nodig hebt om de businesscase haalbaar te maken. De CO2-besparing met energietoepassingen is bovendien goedkoper en groter.” Verder kost cascadering extra geld. “Je kunt wel waardevolle fijnchemicaliën maken, maar wat doe je met de rest van je olie? Cascadering levert alleen extra geld op als je alle deelstromen nuttig in kunt zetten. ” Bovendien: wie zich niet wil richten op de productie van energiedragers (zoals pyrolyseolie) en direct gaat voor de specialties, loopt het gevaar zijn eigen valley of death te vergroten. “Start-ups zeggen: ons idee wordt over tien jaar succesvol. Maar dat betekent dat je tot die tijd niets aan duurzaamheid doet. Ook daarom wordt cascadering zwaar overschat.” Muggen is er daarom ‘tot in mijn tenen’ van overtuigd dat je eerst grote volumes duurzame brandstoffen moet maken. Lukt je dat, zowel technisch als financieel, dan kun je gaan kijken naar verdere valorisatie, waarvoor cascadering uitstekend geschikt is.

Goede hoop

Volgens Muggen staat BTG-BTL aan de vooravond van commercieel succes via de verkoop van meerdere fabrieken met de schaalgrootte van Empyro. Die interesse komt vooral uit Scandinavië, waar de biomassa goedkoop en duurzaam beschikbaar is. In Nederland is het businessmodel voor vloeibare biomassa nauwelijks rond te krijgen vanwege de lage SDE-subsidie. “Wij willen natuurlijk graag dat dat verandert. Zoals het er nu naar uitziet, is de vergoeding in 2018 een stuk hoger. In dat geval kan pyrolyse-olie ook hier op grotere schaal worden toegepast.” p


LOGISTICON VERHUUR Opslag en dosering

Zand- & koolfiltratie

EUROPA’S GROOTSTE VERHUURVLOOT VOOR WATERZUIVERINGEN

Ultrafiltratie

Flotatie

Chemicaliën

Omgekeerde osmose

Uitgebreide keuze Voor de levering van installaties voor zowel korte als lange termijn verhuur, met capaciteiten van 1 tot meer dan 2000 m3/h voor toepassingen als: - Capaciteitsuitbreiding en/of back-up - Proefneming - Kwaliteitsverbetering Informeer naar Europa’s grootste verhuurvloot voor waterzuiveringen.

Logisticon Verhuur b.v. +31 (0)184 608266 www.logisticon.com/nl/verhuur


AWVN-directeur Harry van de Kraats (midden) reikt de trofee uit aan hr-manager Miranda Aleman en CEO Max van der Meer.

22 Chemie Magazine december 2017


Uitgelicht

HUNTSMAN HOLLAND WINT AWVN-TROFEE Huntsman Holland heeft de AWVN-trofee 2017 voor vernieuwend werkgeven gewonnen. Het bedrijf kreeg de prijs voor de large scale intervention waarmee afgelopen jaar een breed gedragen organisatieverandering werd ingezet. Die moet leiden tot een gemoderniseerde cao, maar bovenal tot nieuwe arbeidsverhoudingen, gebaseerd op dialoog en gelijkwaardigheid. Bij ‘vernieuwend werkgeven’ zoekt AWVN naar bedrijven die een stap

verder gaan dan modernisering van de cao-afspraken. Vernieuwend werkgeven gaat over het opnieuw inhoud geven aan arbeidsverhoudingen, het scheppen van draagvlak en eigenaarschap met medewerkers en het zoeken naar nieuwe vormen van overleg en participatie. Volgens de jury heeft Huntsman Holland vanuit een traditionele cao-vraag de stap gemaakt naar een veranderingsproces waar medewerkers, or en vakorganisaties betrokken worden, met als

doel om de beste werkgever te worden in 2020. Met een Amerikaanse moeder gaat het Rotterdamse chemiebedrijf op lokaal niveau op een vernieuwende, creatieve manier met zijn medewerkers om. “Ze doen het zelf, pakken de energie zelf op en ze verbinden zich aan het proces: iedereen snapt dat het niet morgen klaar is”, aldus Jan de Kramer, adviseur arbeidsvoorwaarden AWVN. “Er is veel aandacht voor het proces, en dat heeft effect.” p

december 2017 Chemie Magazine 23


HOOGLERAAR UIT ZORG OVER ‘RARE’ RISICO-GEDREVEN MAATREGELEN

MISPLAATSTE ANGST BIJ RISICOBEOORDELING De risicobeoordeling van de effecten van stoffen kan zodanig worden herzien dat het gebruik van proefdieren sterk vermindert en er bovendien heldere uitspraken kunnen worden gedaan over de gezondheidsrisico’s van stoffen. Dit stelt Shell-toxicoloog en buitengewoon hoogleraar Peter Boogaard. Tekst: Henk Engelenburg

P

eter Boogaard, toxicoloog bij Shell, gaat zich op de Wageningen UR richten op alternatieve testen van de effecten van stoffen: het gebruik van (menselijke) lichaamscellen in plaats van proefdieren en het in kaart brengen van de blootstelling aan stoffen door middel van biomonitoring. De laatste methode is voor het meten van de werkelijke blootstelling aan stoffen in de mens door chemische stoffen in urine of bloed te traceren. Recent werd Boogaard benoemd tot buitengewoon hoogleraar Environmental health and human biomonitoring of contaminants bij de leerstoelgroep Toxicologie in Wageningen (de leerstoel wordt gefinancierd door Shell). In zijn inaugurele rede ‘Towards an alternative human risk assessment paradigm’ stelde hij dat de risicobeoordeling van de effecten van stoffen in voedsel en milieu zodanig kan worden herzien dat het gebruik van proefdieren sterk vermindert. Bovendien kunnen heldere uitspraken worden gedaan over de gezondheidsrisico’s van stoffen. Biomonitoring komt als geroepen,

24 Chemie Magazine december 2017

aangezien steeds lagere grenswaarden worden vastgesteld. Zoals eerder dit jaar voor benzeen. De waarde is dermate laag geprikt, dat het uitermate lastig wordt om met bijvoorbeeld luchtbemonstering te toetsen of de blootstelling hoger is dan de grenswaarde. Biomonitoring door benzeen in bloed of urine te meten, biedt dan uitkomst.

In vitro testen

Het in vitro testen op cellen zal het aantal dierproeven – gebaseerd op levende zoogdieren zoals ratten en muizen – sterk terugdringen. Boogaard vindt dit van belang om ethische redenen en stelt dat het mogelijk is op basis van de kennis die is opgedaan met proefdieren. “Stoffen die fysisch-chemisch vergelijkbaar zijn, geven vergelijkbare reacties, zowel in vitro als in een levend dier. Zodoende kun je veel testen in vitro doen en van bepaalde groepen alleen de worst case in dierproeven testen, maar dan gebruik je al veel minder proefdieren.” Om dit te onderbouwen werkt hij in Wageningen aan onder meer het project Category Approach, waarbij

van tweehonderd stoffen de complete set chemische en fysische parameters wordt bepaald en tevens de reacties van deze stoffen in kaart worden gebracht in een serie humane celsystemen.

Wantrouwen

De combinatie biomonitoring en in vitro testen levert volgens Boogaard een diervrij en betrouwbaar inschattingsmodel op voor het in kaart brengen van gezondheidsrisico’s. Hoognodig, meent hij, omdat Brussel telkens nieuwe eisen stelt en steeds strengere grenswaarden vaststelt. Zoals de verplichting om alle stoffen die wijdverspreid worden gebruikt (meer dan honderd ton per jaar) te testen op hun invloed op de voortplanting en de ontwikkeling van het ongeboren kind. Dit vereist volgens Boogaard extreem veel proefdieren, terwijl de uitkomst niet altijd betrouwbaar zou zijn. Het nieuwe inschattingsmodel zou dat kunnen voorkomen. Of Brussel en Den Haag die overtuiging gaan delen? De deeltijdhoogleraar heeft er een hard hoofd in. De overheden hebben duidelijk voor-


Stoffen

keur voor ouderwetse dierproeven en wantrouwen alternatieve methoden. Iets vergelijkbaars zie je bij biomonitoring: hoewel de methode tot 25 jaar terug gangbaar was in Nederland, wordt hij tegenwoordig nog maar sporadisch toegepast, omdat de overheid vond dat de bedrijven het zelf moesten doen, maar het niet verplichtte. Sindsdien wordt de methode aanzienlijk minder toegepast. Terwijl biomonitoring gevoeliger, goedkoper en gemakkelijker is. “De methode heeft grote voordelen boven luchtmetingen en het bepalen van residuen in voedingsmiddelen omdat je direct bepaalt waar mensen aan blootgestaan hebben”, aldus Boogaard.

Fundamenteel probleem

Een ander probleem bespeurt hij ten opzichte van in vitro testen. Hij noemt het een ‘fundamenteel probleem’ dat vrijwel alle in-vitro-testmethoden zijn ontwikkeld voor de farma en de landbouw. Die stoffen geven al snel een positieve voorspellende waarde. “Precies wat de overheid accepteert. Maar de meeste stoffen van de chemie en de

‘Het grote probleem is onvermogen om te interpreteren wat veilig en wat kwalijk is’ petrochemie geven met deze testen negatieve waarden aan, geen effecten dus. En dat is precies wat de overheden liever niet accepteren. Omdat ze het niet vertrouwen, moeten er dan alsnog dierproeven worden gedaan.” Boogaard gaat zich daarom in Wageningen inzetten voor een fundamenteel andere opzet van de testmethoden, zodat de negatieve uitkomsten van testen uiterst betrouwbaar worden en dan hopelijk worden geaccepteerd. Het almaar opschroeven van het

FOTO: JEROEN BOUMAN

Peter Boogaard: ‘De uitdrukking waaraan ik de meeste hekel heb is: we kunnen niet uitsluiten dat.’

beschermingsniveau door Brussel en nationale overheden is volgens hem vooral gebaseerd op angst, niet op feiten. De eisen aan de testen en het steeds aanscherpen van de grenswaarden zijn dan ook risicogedreven. Er is huiver voor een omslag van ‘risico’ naar ‘veilig’. Boogaard: “De uitdrukking waaraan ik de meeste hekel heb is: we kunnen niet uitsluiten dat. Dat de maan naar beneden valt kunnen we evenmin uitsluiten. Door te redeneren langs kansberekeningen zijn er altijd juristen die zeggen: o, het is e december 2017 Chemie Magazine 25


‘Het overgrote deel van de stoffen doet helemaal niks, ze zijn doodsaai’ SUPEREXPERT RISICO-INSCHATTING Peter Boogaard is op het gebied van biomonitoring een van de gezaghebbendste autoriteiten ter wereld. Zijn onderzoek op dit gebied wordt veel geciteerd in wetenschappelijke onderzoeksrapporten. Hij heeft een grote staat van dienst op wetenschappelijk gebied: lid van de Gezondheidsraad, lid van SCOEL, lid van de Scientific Committee van ECETOC, opleider van de Nederlandse Vereniging van Toxicologie. Stellen dat Boogaard kan doorgaan als een superexpert risico-inschatting, lijkt niet overdreven. De toxicoloog bij Shell combineert zijn expertise al dertig jaar met het beklimmen van de hoogste bergen, naar eigen zeggen een ietwat uit de hand gelopen hobby. Hij is een van de weinige Nederlanders die de hoogste bergtop op elk van de zeven continenten heeft beklommen. Zonder ongelukken, ‘want’, zegt Boogaard, ‘ik neem geen risico’s’.

dus mogelijk! Het illustreert het onvermogen om te interpreteren wat veilig en wat kwalijk is, dat is eigenlijk het grote probleem. En dan volgen er rare maatregelen die heel veel geld kosten en die het paard achter de wagen spannen.”

Voorbeelden

Hij doelt op absurde effecten van risico-gedreven maatregelen die hij illustreert met enkele voorbeelden. Zo is de consumptie van bijvoorbeeld 1 eetlepel keukenzout dodelijk, zo blijkt uit proeven die met ratten zijn gedaan door via een slangetje het zout in hun maag te pompen. Absurd, want 1 eetlepel over een dag verspreid kan het menselijk lichaam best aan. De officiële veilige dosis aardappe26 Chemie Magazine december 2017

len per dag volgens de richtlijnen van de Europese voedselautoriteit (EFSA) is een halve gram. Want aardappelen, familie van de nachtschaden, bevatten de giftige stof solaline. Boogaard: “Een halve gram aardappelen per dag vinden we belachelijk, maar voor vele andere zaken wordt wel langs die lijn geredeneerd. Neem fipronil. Je moet krankzinnig veel eieren per dag eten om de veilige limiet te overschrijden. Een idiote redenering, maar intussen zijn wel op basis van die norm vele miljoenen kippen vernietigd. Uit ethisch en economisch oogpunt volstrekt onverantwoord.” Hij vervolgt: “Er zijn letterlijk duizenden onderzoeken in ratten gedaan naar de effecten van bisphenol A op de voortplanting. Met als uitkomst dat die dieren niks hadden. En dan moeten er, ook vanwege publicatiedruk van wetenschappers, nóg meer proeven gedaan worden, net zolang totdat er wat gevonden wordt. Intussen staat er in de VS op keukenpakken zout dat het ‘bisphenol A-vrij’ is, terwijl het er nooit in heeft gezeten.” De vrees van het publiek, maar ook van de overheid die vreest niet strikt genoeg te zijn, wordt nog eens aangezet doordat de analytische methoden van tegenwoordig dermate gevoelig zijn dat stofjes tot in de geringste hoeveelheden worden aangetroffen. Het leidt al snel tot de conclusie dat een stof schadelijk is. Vandaar, aldus Boogaard, ‘de onrust rond het drinkwater’.

Verkeerd beeld

De Shell-toxicoloog heeft zitting in de belangrijkste Europese organisaties die zich bezighouden met effecten van stoffen. Hij vermoedt dat Brussel streeft naar het inrichten

van een gegevensbank met een paar honderd parameters. “Dan vind je statistisch altijd wat. Je zou echter eerst moeten kijken of er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat er iets aan de hand is met een stof. Maar daar willen de autoriteiten omheen.” Hij zal niet ontkennen dat er ongelukken gebeuren met stoffen en stelt dat het terecht is dat de overheid er bovenop zit, overigens net als de chemische industrie. De angstige houding van de autoriteiten noemt hij misplaatst, een houding die nog eens wordt aangejaagd ‘door het journaille en door ngo’s die baat hebben bij onrust’. Boogaard constateert dat het publiek nu het beeld heeft dat alle chemische stoffen toxisch zijn doordat ze reageren met de omgeving. De werkelijkheid is volgens hem dat het gegevensbestand over toxische chemische stoffen vooral landbouwchemicaliën, biociden en farmaceutica betreft, allemaal moleculen die doelbewust zijn ontworpen om een specifiek effect te sorteren op het biologische systeem. Daarnaast zijn er historisch gegevens vergaard over reactieve intermediaire moleculen in de industrie, die ook vaak een effect hebben op biologische systemen. Boogaard bedoelt: die móeten reageren, want op die basis produceert de industrie zijn stoffen. “Maar het overgrote deel van de duizenden stoffen waarmee we te maken hebben, doet helemaal niks, ze zijn doodsaai.” Boogaard meent dat de overheid en de scholen voorlichting zouden moeten geven om het beeld bij te stellen, ‘want beelden worden van generatie op generatie doorgegeven’. p


TERRECO.COM

WE HELP NATURE TO BEAT YOUR SOIL POLLUTION!

Terreco is gespecialiseerd in het compleet reinigen van bodem en grondwater verontreinigd met koolwaterstoffen. Daarbij maakt Terreco onder andere gebruik van PuriSoil®, een door DSM ontwikkelde in-situ saneringstechnologie. Deze gepatenteerde milieutechnologie op bio-actieve basis heeft zich de afgelopen twintig jaar vele malen bewezen. TERRECO BIEDT U EEN: • Kosten efficiente en milieuvriendelijke oplossing • Veilige technologie (toepasbaar in Ex-area’s)

TERRECO B.V.

• ‘Proven’ Technology • Geen hinder voor bedrijfsvoering • Toepasbaar op grote dieptes

Kerenshofweg 200 | 6167 AE Geleen Nederland | (+31)46 - 476 0074 | info@terreco.com


CHEMIE 4.0:

VAN MATERIAALLEVERANCIER NAAR PROBLEEMOPLOSSER De chemie kan zich anno 2017 niet veroorloven de trends van digitalisering en duurzaamheid te negeren. Data bieden bedrijven de mogelijkheid aan te sluiten bij wensen van (eind)klanten en ‘probleemoplosser’ te worden. Zo luidt een van de bevindingen in het rapport over Chemie 4.0 van VNCI’s Duitse zusterorganisatie VCI en Deloitte. Tekst: Leendert van der Ent

‘H

et zijn interessante tijden”, zei VNCI-directeur Colette Alma in haar welkomstwoord aan de aanwezigen tijdens de rondetafelbijeenkomst over Chemie 4.0 op 22 november bij Deloitte in Amsterdam. Ze doelde daarmee op de ontwikkelingen in de chemiesector, die de laatste jaren in een hogere versnelling lijken plaats te vinden. “De sector verandert in hoog tempo”, beaamt Christian Bünger van de VCI, de Duitse zusterorganisatie van de VNCI. “Maar het is ons gebleken dat lang niet al onze

SAFECHEM EUROPE: MINDER IS MEER Safechem Europe richt zich op duurzame oplossingen voor klanten, namelijk de prijs per kilo schone kleding in plaats van de prijs per kilo geleverde oplosmiddelen voor stomerijen. De resultaten van deze kennisgebaseerde toegevoegdewaardeoplossing zijn verbluffend: per kilo gereinigde kleding is niet meer 400 gram oplosmiddel nodig zoals voorheen, maar nog slechts 5 gram. Intussen wist Safechem de winst uit deze activiteit te verdubbelen. 28 Chemie Magazine december 2017

1700 leden op strategisch niveau met deze veranderingen bezig zijn. We vinden het belangrijk het bewustzijn bij de leden te vergroten en willen hen graag ondersteunen bij het veranderen. Daarom hebben we in een onderzoek rond Chemie 4.0 in kaart gebracht welke belangrijke ontwikkelingen er spelen.” De uitkomsten delen de VCI en Deloitte met de VNCI-leden. Een van die uitkomsten: de Duitse chemisch-pharmaceutische sector doet het goed. “Desondanks moet je vaststellen dat ons marktaandeel in de wereldwijde chemiesector de laatste tien jaar is gehalveerd van 10 naar 5 procent”, stelt Bünger’s collega Wolfgang Falter vast. “Dat is deels logisch, gezien de opkomst van andere landen. Maar het roept de vraag op: is die relatieve achteruitgang een gegeven of kunnen we die ontwikkeling bijsturen en ombuigen?”

Netwerken

Even het geheugen opfrissen: Chemie 1.0 staat voor de start van de chemische industrie en kolenchemie rond 1865. Chemie 2.0 ving na de Tweede Wereldoorlog aan, toen de petrochemie dominant werd. Aan

Chemie 3.0 is het jaar 1980 gekoppeld. Vanaf die tijd zetten de trends van globalisering en specialisatie in. Verticale, nationaal georganiseerde chemiebedrijven maken plaats voor mondiale spelers die zich concentreren op (niche)marktgebieden waarin ze tot de wereldwijde top-3 kunnen behoren. Chemie 4.0 legt de nadruk op digitalisering en duurzaamheid en drukt inmiddels al sinds 2010 haar stempel op de sector. Welke gevolgen dat heeft? Dat is een van de zaken die de VCI en Deloitte door middel van onder andere raadpleging van de mkbVCI-leden in kaart brachten. Alexander Keller van Deloitte Duitsland: “De globalisering veroorzaakt nog altijd essentiële structurele veranderingen. De digitalisering voegt daar nieuwe aan toe. Een belangrijke verandering is dat lineaire productierelaties plaatsmaken voor complexere relaties in netwerken. Er zijn meer partijen en meer soorten partijen bij productieprocessen betrokken. Een treffend voorbeeld was een recente schaarste aan generieke medicijnen in Duitsland. Hoe kan zo’n commodity opeens schaars worden? Dat blijkt te kun-


Digitalisering

De probleemoplosser krijgt niet alleen het geld maar ook de eer nen als zich in India een of ander probleem voordoet. Moderne productieketens omvatten zo veel partijen dat er een grote onderlinge afhankelijkheid is ontstaan.�

Marginalisering

(Eind)klanten stellen nieuwe eisen en uit onverwachte hoeken dienen zich nieuwe concurrenten aan. Dat zijn niet alleen andere geografische hoeken, maar vooral andere secto-

ren. Wie zag tot voor kort de ICTreuzen met hun bijna almachtige digitale platforms, algoritmes en datastromen als concurrenten? De VCI-leden droegen voor de studie de dertig belangrijkste trends tot 2030 aan. Ze zijn ingedeeld in incrementele (geleidelijke) en disruptieve (revolutionaire) trends. Zo is de trend richting lichtere voertuigen al langer aan de gang. Die zal de chemie niet op zijn kop zetten. Maar de

transitie naar elektromobiliteit heeft enorme positieve en negatieve gevolgen. Batterijproducenten zijn er blijer mee dan makers van motorolie. Verder onderscheidt de studie politiek-maatschappelijk gedreven trends, zoals CO2-opslag, en economisch gedreven trends, zoals de industriĂŤle biotechnologie of de digitalisering van de landbouw. Het cruciale punt van al die veranderin- e december 2017 Chemie Magazine 29


Alibaba, Amazon, Microsoft, Google en Apple worden tot de nieuwe concurrenten van chemiebedrijven gerekend gen is dat ze invloed hebben op de positie van chemiebedrijven in de keten. Wordt het chemiebedrijf een eenvoudige materiaalleverancier? Dan kan de klap in veel sectoren dubbelhard aankomen, omdat de volumes omlaaggaan. Dat kan tot marginalisering van de positie leiden. Falter: “Neem als voorbeeld de verwachte trend richting autonome, gedeelde voertuigen. Dat vertaalt zich in een voorspelling van 23 procent minder auto’s, maar 45 procent meer kilometers. Als je alleen materiaalleverancier bent, zit je daarmee niet goed.” Het alternatief voor de materiaalleverancier is de rol van probleemoplosser voor de eindklant op te pakken. Daar zit de meeste toegevoegde waarde en de daarvoor benodigde chemische kennis hebben chemiebedrijven vaak al. Of chemiebedrijven slagen hangt voor een groot deel af van hoe ze digitalisering, in het bijzonder richting eindklanten, oppakken. Deze ontwikkeling verklaart waarom Alibaba, Amazon, Microsoft, Google en Apple tot de nieuwe concurrenten van chemiebedrijven moeten worden gerekend.

Duurzaamheid

De tweede grote trend naast digitalisering is duurzaamheid. Ook die dwingt tot keuzes. Kies je bij het ontwerpen van producten voor prestatie of voor recycling? In veel gevallen biedt een mix van materialen de beste functionele prestatie, maar past die minder goed in een circulaire economie. Een eenvoudig voorbeeld is een aluminium-kunststof laminaatfolie: chips blijft er een jaar vers in, maar de folie is niet te recyclen. Een complicerende factor is dat chemiebedrijven momenteel zelden de credits krijgen voor briljante oplossingen, terwijl allerlei negatieve factoren in de gedachten van 30 Chemie Magazine december 2017

de consument wél aan de chemie blijven kleven. Dat is het lot van de materiaalleverancier ten opzichte van de probleemoplosser. Deze probleemoplosser krijgt niet alleen het geld, maar ook de eer. Dat is dan ook de plek waar je als chemiebedrijf naartoe wilt opschuiven. Geografisch gezien heeft de WestEuropese chemische industrie niet altijd de beste positie. Zeldzame aardmetalen bevinden zich voor meer dan 95 procent in China en dat land heeft ook een sterke claim op cruciale grondstoffenvoorraden in Afrika, zoals die van kobalt in Congo. Wij zullen het meer moeten hebben van urban mining en – alweer – slimme digitale oplossingen. Keller: “De chemie is weliswaar een door fysieke materiaalstromen gedomineerde sector, maar er ligt ook een schat aan proces- en klantdata voor het grijpen. Analyseren, interpreteren, becommentariëren en visualiseren daarvan kan leiden tot efficiëntere processen, betere beslissingen en een beter zicht op hoe je toegevoegde waarde aan je klant kunt leveren met nieuwe pro-

ducten, diensten en businessmodellen.”

Nieuw businessmodel

Met die proceskant zit het wel goed: veel chemiebedrijven benutten hun procesdata. “Maar nieuwe producten, diensten en businessmodellen zien we nog niet genoeg”, zegt Bünger. Voorbeelden zijn er wel, vooral in de agrarische hoek. Met behulp van weermodellen en sensordata kan de kunstmestleverancier zeer gedetailleerd aan de boer aangeven wanneer, waar en hoeveel kunstmest hij het beste kan strooien. Op die manier kan de boer dezelfde oogst binnenhalen met de helft van de hoeveelheid kunstmest. Dit voorbeeld maakt als geen ander duidelijk dat chemie 4.0 zowel stokken als wortels te bieden heeft. De materiaalleverancier zal de helft van zijn omzet zien wegvallen, de partner van de eindklant kan met een goede app zijn toegevoegde waarde zelfs nog verhogen door te zorgen dat zijn beloning is gekoppeld aan de meeropbrengst die zijn klant behaalt. p

TEIJIN GROEP: WAT IS JULLIE PROBLEEM?

Onderdeel van chemie 4.0 is het bieden van toegevoegde waarde aan de eindklant. De Teijin Groep is traditioneel een materiaalleverancier, maar zoekt tegenwoordig de eindklant op om kennis in oplossingen te kunnen vertalen. Het team Solutions 2.0 van Teijin helpt om dit te realiseren. Gerben de Bree, senior manager New Business Development Solutions 2.0: “De materialen van Teijin bereiken bijvoorbeeld in de vorm van brandwerende aramidevezels in brandweerpakken een eindklant: de brandweerman. Door met deze eindklant te overleggen over problemen, werd de behoefte aan een goede oplossing tegen warmtestuwing duidelijk. Zo kon een actief cooling-vest worden ontwikkeld dat de persoonlijke veiligheid verder verbetert.” Uit dit directe contact met brandweerlieden kwamen meer verrassende ideeën voort. De Bree: “Zo zijn tijdens spoedritten naar incidenten de ogen en oren van bestuurders van brandweerwagens, politievoertuigen en ambulances hoog belast. Trillingen in de autostoel maken intuïtieve navigatie-aanwijzingen mogelijk die de aandacht over meer zintuigen verdelen. Dit kan overbelasting en ongelukken helpen voorkomen.” Teijin commercialiseert deze vinding genaamd ‘Sentaz’ samen met start-up Elitac. Sinds september 2017 rijden de eerste brandweerwagens ermee in Groningen (zie www.sentaz.com).


Tankmarkering

Overzichtsborden

Leidingmarkering

Veiligheidssignalering

Total Project Service

Visit our website:

BLOMSMA-SAFETY.COM

WWW.VERSTEIJNEN.NL

OPSLAG

Wat is de + voor uw bedrijf? The + in your logistics

HANDLING

(GECONDITIONEERD) TRANSPORT

ADR OPSLAG (KLASSE 3,6,8 EN 9)

DIRECTE DISTRIBUTIE

GECONDITIONEERD TRANSPORT

GESPECIALISEERD IN TIJDLEVERINGEN

ISO, AEO EN SQAS GECERTIFICEERD


BOEGBEELD MEIJER: VASTLEGGEN CO2 IN BIOBASED MATERIALEN FISCAAL STIMULEREN

BIOPLASTICS PASSEN GOED IN CIRCULAIRE ECONOMIE Bioplastics kunnen bijdragen aan minder CO2-uitstoot en minder vraag naar fossiele grondstoffen. Dit blijkt uit een recent verschenen rapport van onderzoeksbureau CE Delft. Daarom is het een goede zaak als de overheid het vastleggen van CO2 in bioplastics fiscaal gaat stimuleren, stelt Emmo Meijer, boegbeeld van de Topsector Chemie. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

32 Chemie Magazine december 2017

FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN

C

E Delft onderzocht in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu Infrastructuur en Waterstaat) en het ministerie van Economische Zaken de duurzaamheid van biobased plastics. Dit zijn kunststoffen gebaseerd op biomassa, kunststoffen die bio-afbreekbaar zijn, of een combinatie van beide. De belangrijkste conclusie is dat bioplastics goed passen in een circulaire economie: ze kunnen bijdragen aan minder uitstoot van CO2 en aan het verlagen van de vraag naar (fossiele) grondstoffen. CE Delft keek hierbij naar de gehele keten, waarbij de duurzaamheidsimpact vooral afhangt van het type grondstof en de verwerking aan het einde van de levensduur van een product. Hierbij zijn bioplastics die gebaseerd zijn op gefermenteerd suikerriet en suikerbiet te verkiezen boven op graangewassen gebaseerde bioplastics. Het onderzoeksbureau noemt vooral de productie van suikers uit lignocellulose veelbelovend. Hiervoor kunnen reststromen uit de landbouw worden gebruikt, zodat er geen competitie met de voedselvoorziening is. CE Delft benadrukt dat er ook voor de productie van biobased plastics natuurlijke hulpbronnen nodig zijn,

EMMO MEIJER:

‘De koppeling van biomassastromen aan de gewenste eindproducten vereist nog veel denkwerk’

zoals vruchtbaar land, zoet water en fosfaat-meststoffen. Daarom is het essentieel om duurzaamheidscriteria voor biobased plastics op te stellen, zoals regelgeving voor duurzame landbouwpraktijken. Daarnaast beveelt CE Delft aan de niet bio-afbreekbare bioplastics via bestaande systemen te recyclen. Door recycling wordt de milieudruk geminimaliseerd, evenals het gebruik van grondstoffen. Daarom is het belangrijk om sorteer- en recyclingtechnologieën te ontwikkelen waarmee biobased kunststoffen goed uit te sorteren zijn en apart gerecycled dan wel vergist en gecomposteerd kunnen worden.

Fiscale regeling

Emmo Meijer, boegbeeld van de Topsector Chemie, verwijst in een reactie op het rapport van CE Delft naar het ‘Streefbeeld voor de Nederlandse chemische industrie in 2030’. In deze publicatie uit 2015 staat dat de Topsector Chemie ernaar streeft om in 2030 sectorbreed 15 procent biobased grondstoffen en 10 procent gerecyclede grondstoffen in te zetten. Daarom is hij positief over het feit dat de subsidie voor bijstook van biomassa (houtpellets) in energiecentrales in het regeerakkoord tot 2024 wordt afgebouwd. Dat bijstoken drukt vol-


Circulair

BEELD: CE DELFT

ONTWERP EN RECYCLING AFSTEMMEN

Plastics in de circulaire economie.

gens hem namelijk op het systeem, want verbrande biomassa is niet in te zetten voor de productie van meer hoogwaardige toepassingen, zoals bioplastics. Tegelijkertijd stelt Meijer vast dat de overheid energieproducenten tot 2024 nog steeds miljarden geeft om biomassa bij te stoken. “Terwijl er nog steeds geen fiscale regeling is om het vastleggen van CO2 in (biobased) materialen te stimuleren. En die zou er wel moeten komen”, vindt Meijer. Biomassa die CO2 vastlegt tijdens het groeiseizoen is bruikbaar voor de productie van biobased plastics. Afhankelijk van de toepassing en verwerking vloeit het overgrote deel van die CO2 weer terug naar de atmosfeer. Nieuwe biomassa legt dezelfde hoeveelheid CO2 opnieuw vast, om zo de koolstofketen te sluiten.

Lange adem

De productie van biobased plastics is volgens Meijer echter geen panacee voor de overgang naar een duurzame economie. “Het is slechts een van de mogelijkheden, die bovendien een lange adem vereist.” Meijer verwijst hierbij naar de lange tijd die nodig was voor de ontwikkeling en commerciële introductie van de PEF-fles van Avantium, vervaardigd uit suiker.

Om impact te hebben op de verduurzaming van de chemie en ontwikkelingstijden zo kort mogelijk te houden, pleit hij ervoor dat de chemische industrie zich richt op de productie van een selectie van basischemicaliën uit biobased grondstoffen, waar alle mogelijke middelen voor worden ingezet. Door het loslaten van het Europese suikerquotum komen er bijvoorbeeld grote stromen melasse vrij die geschikt zijn voor deze productie. Dat vraagt volgens hem om de opbouw van een nieuwe keten. Hierbij zijn enorme investeringen nodig voor projecten die grote technische en commerciële risico’s met zich meebrengen. Daarom is het volgens Meijer essentieel dat de overheid financieel bijdraagt om de risico’s af te toppen. Verder pleit hij, net als CE Delft, voor het opstellen van duurzaamheidscriteria voor biomassa. “Het gebruik van biomassa mag niet concurreren met de voedselproductie. Ook mag het niet leiden tot een daling van de bodemvruchtbaarheid. Daarom is het belangrijk om bij grootschalige import van biomassa nutriënten, zoals fosfaat en mineralen, weer terug te brengen naar het land van herkomst. Ook moeten we ervoor waken dat er geen nieuwe geopolitieke spanningen ontstaan.”

De chemische industrie is een grote kunststoffenproducent. De nadruk ligt nu terecht op recycling van kunststoffen, stelt Meijer. Maar om het gerecyclede materiaal tot hoogwaardige nieuwe producten te verwerken, is het belangrijk om bij het ontwerp van kunststofproducten hier al rekening mee te houden. “Wanneer je kunststofproducten te complex ontwerpt en produceert, zoals op basis van verschillende kunststoffen, is het recyclen veel te ingewikkeld.” Ketenregie speelt volgens hem eveneens een grote rol bij de succesvolle introductie van biobased plastics. “Dat vraagt om nieuwe businessmodellen, waarbij de kunststofproducent tot aan de recycling verantwoordelijk blijft voor het product.”

CHEMISCHE INDUSTRIE MOET KEUZES MAKEN

De chemische industrie moet nu keuzes maken voor de uitvoering van een aantal biobased trajecten, meent Meijer. De kansrijke routes zijn volgens hem al uitvoerig in kaart gebracht. Hierbij gaat het overigens niet alleen om de productie van basischemicaliën uit melasse-stromen. Meijer ziet ook grote kansen voor de productie van bio-aromaten uit biomassa, met dank aan de kennis hierover van Nederlandse chemiebedrijven. “Daarnaast kunnen we ook vol inzetten op bestaande biobased productieprocessen, zoals polymelkzuur van Corbion, om bioplastics te maken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de volgende fabriek in Nederland komt?” Verder is het belangrijk om nog meer kennis over bioraffinage te verwerven. “Biomassa komt immers overal vandaan, van reststromen uit de landbouw tot hout uit bossen. De koppeling van biomassa-stromen aan de gewenste eindproducten vereist nog veel denkwerk. In het lab is alles mogelijk, maar de praktijk van grootschalige toepassing is weerbarstig.” december 2017 Chemie Magazine 33


COL OFON

MENSEN

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemi-

USG

Wouter Vermijs is per 1 januari 2018 de nieuwe managing director van USG (Utility Support Group) op Chemelot. Hij volgt Jos Visser op, die directeur operations bij SABIC wordt. Vermijs werkte na zijn studie bedrijfskunde aan de TU Eindhoven bij DSM in diverse marketing-, projectmanagement- en salesfuncties. Vanaf 2002 was hij voor SABIC werkzaam in international business management. Momenteel is er hij nog director supply chain chemicals Europe.

sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag

HAVENBEDRIJF ROTTERDAM

Wando Boevé heeft het Boeganker ontvangen. Met deze onderscheiding spreekt het Havenbedrijf zijn waardering uit voor de vitale wijze waarop Boevé zich heeft ingezet voor Rotterdamse haven. Boevé ging eerder dit jaar met pensioen als chief commercial officer van containeroverslagbedrijf ECT. Daarnaast was en is hij via diverse nevenfuncties bij onder andere Portbase, Deltalinqs, RPPC, Connekt, STC en het Strategic Logistics Platform zeer begaan met het wel en wee van de Rotterdamse haven en de logistieke sector.

T 070 337 87 28 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert

SHELL

Ronald Doesburg is de winnaar van de Young Captain Award 2017, een erkenning voor de meest getalenteerde zakelijke leiders in het Nederlandse bedrijfsleven. Doesburg is bij Shell als general manager Base Chemicals verantwoordelijk voor het managen van vijf productlijnen op zes locaties, waarbij zijn team bulkchemicaliën levert aan de Europese chemische industrie. Hij ontving de award namens de minister van Economische Zaken & Klimaat uit handen van Bertholt Leeftink, directeur-generaal Bedrijfsleven & Innovatie.

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl

UNIVERSITEIT UTRECHT

Bert Weckhuysen is per 1 januari 2018 benoemd tot universiteitshoogleraar ‘Katalyse, energie en duurzaamheid’ aan de Universiteit Utrecht. Die universiteit heeft een selecte groep hoogleraren benoemd tot universiteitshoogleraren. Dit zijn wetenschappers met een internationale en discipline-overstijgende visie en uitstraling. Rector Bert van der Zwaan: “De benoeming van Bert Weckhuysen zal de zichtbaarheid van het katalyse- en energie-onderzoek in Utrecht versterken, en daarmee ook van grote betekenis zijn voor het strategische thema sustainability.”

Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk MediaCenter Rotterdam

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

34 Chemie Magazine december 2017

toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI

De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover Daniel Seesink ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

chemical industry.

documentation and certification.

benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the

Overview of production capabilities

Production capabilities

is a part of AD International

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability,

Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen

adinternationalbv.com

Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

Prettige feestdagen • Season’s greetings

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food


Investeer in training

LRQA verzorgt al meer dan 30 jaar trainingen voor particuliere en zakelijke professionals die zich verder willen ontwikkelen in auditen en procesmatig werken. De trainingen zijn gericht op het verbeteren van managementsystemen gebaseerd op (ISO)-normen, EU-richtlijnen en procesverbeteringsmodellen en technieken. De trainingen worden verzorgd door enthousiaste trainers met praktijkervaring. Introductie ISO 9001:2015

Interne Audit Training ISO 9001:2015

Lead Auditor Kwaliteit 9001:2015

1-daags / € 530

2-daags / € 930

5-daags / € 2.195

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Regio midden: 9 januari 2018 Regio west: 6 februari 2018

Regio west: 22 en 23 januari 2018 Regio west: 7 en 8 februari 2018

Regio midden: 15 t/m 19 januari 2018 Regio west: 29 jan. t/m 2 feb. 2018

Transitietraining ISO 9001:2015

Workshop Wijzigingen ISO 45001

Interne Audit Training ISO 14001

2-daags / € 930

1-daags / € 530

2-daags / € 930

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Regio west: 15 & 16 januari 2018

Regio west: 10 januari 2018

Regio west: 24 en 25 januari 2018

Schrijf u nu in op www.lrqa.nl of bel +31 (0)10 201 84 45

Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.

Genoemde prijzen zijn geldig in 2017 en excl. BTW


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.