Chemie Magazine - februari 2019

Page 1

Element 41, niobium, fotografeert ons brein

Provinciale Statenverkiezingen belangrijk voor chemie

Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

Is de chemische industrie te masculien?

JAARGANG 61 • 02 • 28 FEBRUARI 2019

MONIEK TROMP (RUG) EN SASKIA GOOLE (ICL-IP)

‘MEER DIVERSITEIT OP WERKVLOER NODIG’


NEW NAME, STILL YOUR TRUSTED GLOBAL INDUSTRIAL SAFETY PARTNER We do not make the world safer. We make sure you can. At our new training facility we prepare you optimally to deal with all kind of incidents. Do you want the best possible training? Sign up or ask for more information via fireacademy@nl.relyonnutec.com or call +31 (0) 181 376 666.

www.relyonnutec-fireacademy.com


INHOUD 02 | 28 februari | 2019

14

MEER VROUWEN IN DE CHEMIE De komende twintig jaar gaat de helft van de medewerkers in de chemische industrie met pensioen. Vooral mannen, want van de 88.000 banen in chemiegerelateerde sectoren worden er momenteel slechts 17.000 vervuld door vrouwen. Alleen al om die reden moeten er meer vrouwen de chemie in. Maar hoe krijgen we dit voor elkaar? Saskia Goole (ICL-IP), Moniek Tromp (RUG) en Hannah van de Kerkhof (UvA) geven antwoord.

MOET DE CHEMIE FEMINIENER WORDEN? Wil de chemische industrie haar reputatie verbeteren, dan moet zij opener zijn over haar praktijken, beter omgaan met gronden afvalstoffen en meer aandacht besteden aan vindingen die lokale gemeenschappen oplossingen bieden. Zou het helpen als de ‘masculiene’ sector het ‘feminiene’ karakter zou versterken?

26

februari 2019 Chemie Magazine 3


Cooling, power and heating

Tijdelijk stroom, koeling of verwarming nodig? Van Abeelen staat garant voor efficiency, 24/7 zekerheid en hecht grote waarde aan milieuvriendelijke oplossingen en duurzaamheid. Wij werken met een team van specialisten die oplossingen bieden speciaal voor de behoeften van petro(chemische) en pharmacy industrie. Van nood- tot seizoensgebonden situaties, van onderhoudswerkzaamheden tot volledige energievoorzieningen. Ongeacht hoe groot, klein, eenvoudig of complex de aanvraag is, wij zijn binnen zeer korte tijd op locatie voor de juiste oplossing. Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie: T +31 (0)161 219 031 | E john@vanabeelen.eu

25 jaar

019

1994- 2


INHOUD 02 | 28 februari | 2019

7 7

30

Provinciale Statenverkiezingen belangrijk voor chemieclusters

34

Alliance to End Plastic Waste investeert 1,5 miljard $ om plastic afval in milieu te verminderen

9 11 13 14 18 24 26 30 34 38

43

ICL zet in Amsterdam op grote schaal fosfaathoudende reststoffen in als bron voor meststoffen

40 43 46 46 46

Voorwoord Colette Alma Passie Evenementen

NIEUWS

Edith Schippers president DSM Nederland Gecertificeerde circulaire polymeren Grote stap naar circulaire polyesterketen

ACHTERGROND

Human capital Meer vrouwen in chemie nodig Periodiek systeem Niobium fotografeert ons brein Wetenswaardig Chemelot krijgt biogasinstallatie Cultuur Moet de chemie feminiener worden? Politiek Provinciale Statenverkiezingen Milieu Alliance to End Plastic Waste gestart Uitgelicht SABIC neemt oude fabriek in productie Opinie Linksom of rechtsom, de burger betaalt Kunstmest Grote stap naar volledige fosfaatkringloop VNCI Nieuws VNCI Online Colofon

18

2 aflevering van serie over bijzondere elementen: niobium, onmisbaar voor hersenonderzoek e

februari 2019 Chemie Magazine 5


Smart Maintenance met Ultimo

Hoe richt u als Maintenance Manager uw onderhoudswerkzaamheden nog efficiënter in? En hoe maakt u onderhoud nou echt voorspelbaar? Koppel uw assets en processen aan elkaar en ga gewoon aan de slag. Voor meer inspiratie over Internet of Things, de rol van Ultimo hierbij en praktische voorbeelden nodigen wij u graag uit op ons blog: www.ultimo.com/blog

INTEGRALE OPLOSSING Met Ultimo legt u niet alleen de verbinding tussen machines en mensen, maar ook tussen afdelingen en werkprocessen. Zet Ultimo in voor Maintenance Management, Safety Management (HSE), Fleet Management, Facility Management, IT Service Management en ondersteun in één gebruiksvriendelijk systeem al uw ondersteunende processen.


Voorwoord

PASSIE Als vrouw in de chemie ben ik vanaf het begin van mijn loopbaan gewend te werken in een omgeving die gedomineerd wordt door mannen. Het was voor mij dan ook een geheel nieuwe ervaring om op het Global Women’s Breakfast (een wereldwijd estafette-event ter gelegenheid van 150 jaar periodiek systeem, zie pagina 14) in een gezelschap te verkeren met bijna alleen maar vrouwelijke chemici. Het was een ochtend die bol stond van de passie die al deze getalenteerde vrouwen uitstraalden: passie voor het vak chemie en passie voor de bijdrage die ze daarmee aan de maatschappij willen leveren. En ik heb geen vrouw gesproken die ‘achteraf’ spijt had dat ze voor chemie had gekozen. Toch is er iets vreemds aan de hand. In de hbo- en wo-omgeving is de participatie van vrouwen inmiddels gelijk aan die van mannen. In de chemiesector daarentegen blijft het percentage

vrouwen de laatste jaren constant laag: tussen 15 en 20 procent. En in het mbo lopen juist de opleidingen die direct gericht zijn op beroepen in de sector (zoals procesoperator) ver achter. De conclusie dringt zich op dat niet het vak chemie, maar de sector chemie onaantrekkelijk is voor vrouwen. Door die ochtend tussen vrouwelijke chemici begin ik een vermoeden te krijgen waarom. Ik kan me voorstellen dat jonge getalenteerde, passievolle vrouwen zich moeilijk kunnen identificeren met de zakelijke uitstraling van de sector. Ik weet langzamerhand dat de huidige top van de sector eenzelfde passie voelt als deze groep vrouwen, maar we slagen er blijkbaar niet in om dat ook naar buiten over te brengen. Meer vrouwen in de sector zou daarom zeker helpen. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 1.3 Training Process Safety Risk Screening Tool (RAST) Training in het gebruik van de screeningtool RAST voor procesveiligheidsrisico. Locatie: volgt (regio Breda). Alleen voor VNCI-leden. Organisatie: EPSC, VNCI 25.3 CO2 Conferentie 2019 Op de derde editie van de CO2 Conferentie staan kansen en uitdagingen voor de transitie centraal. Locatie: Theater De Stoep, Spijkenisse Organisatie: Management Producties

1.4 Masterclass Quickscan Duurzame Energie voor industrie Uitleg van RVO.nl over Quickscan DE om energievoorziening te verduurzamen. Locatie: RVO.nl, Utrecht Organisator: RVO.nl 15.5 Process Safety Doel is het versterken van de regionale Process Safety-cultuur door te netwerken en kennis te delen. Locatie: Van der Valk, Dordrecht Organisator: PScongres

VERGADERINGEN 28.2 5.3 5.3 5.3 6.3 11.3 12.3 13.3 14.3 19.3 21.3 22.3

WG Security VNCI Advocacy Team VNCI Communicatie Netwerk WG Arbeidsveiligheid MKB Kopgroep Operationeel overleg RID WG Milieu BG Veiligheid Gezondheid en Milieu WG Logistieke Veiligheid Dagelijks Bestuur BG Duurzaamheid WG Procesveiligheid

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/AGENDA februari 2019 Chemie Magazine 7


Profiteer van de nieuwste kennis en kunde VIND JOUW CURSUS OP PAOTM.NL

SPROEIDROGEN k 2 en 3 april # ir. C.M. van ‘t Land (Van ‘t Land Processing)

TOXICOLOGIE k 5, 10 en 11 april # prof. dr. N.P.E. Vermeulen (VU AIMMS) en prof. dr. B. van de Water (LACDR, Division of Toxicology)

PBM’s Verhuur ademlucht

Workwear

Safety middelen

Service onderhoud

Gasdetectie

Industrial Supplies

VEZELVERSTERKTE KUNSTSTOF COMPOSIETEN k 6 en 7 mei # ir. R. Grefhorst (Sirris, SLC-Lab)

EXPLOSIEVEILIGHEID k 8, 9 en 10 mei # dr. ir. S.M. Lemkowitz (TU Delft)

NIEUW LEIDERSCHAPSONTWIKKELING VOOR INGENIEURS

Supply Mr. F.J. Haarmanweg 75 4538 AN Terneuzen Tel. +31 (0) 115 688 888

Volg het complete programma of modules k start 14 mei # ir. G.H.S. Weisz (Canitiem)

CONFIGURATIEMANAGEMENT k 28 en 29 mei # D. Terleth (ADSE Consultancy & Engineering Services)

Supply Chr. Huygensweg 17 3225 LD Hellevoetsluis Tel. +31 (0) 181 661 600

PRACTICAL DATA SCIENCE k 5, 12, 14 en 19 juni # dr. J.J.M. Rijpkema (TU/e)

NIEUW BETROUWBAARHEIDSANALYSE VOOR TECHNICI k 18, 19 en 20 juni # ing. P.C. de Groot en ir. J.L. Brinkman (NRG Arnhem)

INSCHRIJVEN? Dat kan op www.paotm.nl Vragen? 015 278 46 18 of info@paotm.nl

Rental Chr. Huygensweg 21a 3225 LD Hellevoetsluis Tel. +31 (0) 181 727 272

www.allsafety.com


Actueel

KALENDER ZET BRZO-BEDRIJVEN IN HET ZONNETJE Met het uitbrengen van de Best practices kalender 2019 zet de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) zes BRZO-bedrijven die proactief werk maken van veiligheid in het zonnetje.

Atzo Nicolaï

Edith Schippers

EDITH SCHIPPERS NIEUWE PRESIDENT DSM NEDERLAND Edith Schippers, van 2010 tot 2017 minister van VWS, is de nieuwe president van Koninklijke DSM Nederland. Zij volgt Atzo Nicolaï op, die heeft besloten om vanaf medio 2019 zijn carrière buiten DSM voort te zetten.

E

dith Schippers studeerde politicologie aan de Universiteit Leiden en begon haar loopbaan als politiek adviseur voor de Tweede Kamerfractie van de VVD en specialiseerde zich in de gezondheidszorg. Daarna werkte ze voor VNO-NCW met gezondheidszorg en arbeidsmarkt in haar portefeuille. In 2003 werd zij gekozen tot lid van de Tweede Kamer en in 2010 benoemd tot

minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In 2017 kondigde ze aan niet meer terug te keren in een nieuw kabinet. In haar nieuwe rol als president DSM Nederland zal zij rapporteren aan Dimitri de Vreeze, lid van de raad van bestuur en voorzitter van de raad van commissarissen van Koninklijke DSM. Atzo Nicolaï kwam in 2011 in dienst bij DSM. Hij heeft bijgedragen aan DSM’s duurzaamheidsambities en versterkte DSM’s innovatieve infrastructuur in Nederland, met name de R&D-centra in Geleen en Delft. Daarnaast bewerkstelligde hij de integratie naar één cao voor medewerkers van DSM in Nederland. p

”Als het bij BRZO-bedrijven misgaat, kunnen de gevolgen groot zijn. Overheden zijn daarom voorzichtig met het geven van complimenten, het kan immers altijd beter. Toch gaat het vaker goed dan fout”, schrijft programmamanager BRZO-Oost Mike van Sambeek in de bureaukalender, die ODRN naar alle BRZO-bedrijven in Gelderland en Overijssel heeft gestuurd. “Vergunningverleners en toezichthouders zien goede ontwikkelingen bij een aantal BRZO-bedrijven. Wij vinden dat dit best eens gezegd mag worden. Daarom willen wij met deze kalender graag de aandacht vestigen op de goede voorbeelden.” Via de kalender wil ODRN kennis en ervaringen delen. Er staan interviews in met vertegenwoordigers van zes BRZO-bedrijven, die vertellen hoe ze werken aan het verbeteren van de veiligheidscultuur en hoe ze een veilige omgeving bevorderen. Daarnaast wordt een aantal ODRN-medewerkers voorgesteld. p https://bit.ly/2DfnQBz

RECTIFICATIE

Het nieuwsartikel ‘BASF ontwikkelt CO2-vrije route voor waterstof uit aardgas’ op pagina 8 van Chemie Magazine januari is per abuis zonder toestemming en bronvermelding overgenomen van Petrochem. Auteur is Wim Raaijen. februari 2019 Chemie Magazine 9


Veilig werken met VAPRO

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

11/01/17 09:36


Actueel

AIR PRODUCTS START MET CERTIFICERING DUURZAME WATERSTOF Air Products, leverancier van waterstof, is begonnen met een pilot voor de uitgifte van de eerste garanties van oorsprong voor waterstof geproduceerd uit hernieuwbare energie. Jeroen Castelijn, general manager van de locatie Geleen, en Frank Kuijpers, general manager Corporate Sustainability, met de eerste productie van de gecertificeerde polymeren.

SABIC PRODUCEERT GECERTIFICEERDE CIRCULAIRE POLYMEREN SABIC heeft in Geleen als eerste gecertificeerde circulaire polymeren geproduceerd op basis van pyrolyse-olie afkomstig van gemengd plastic afval. De productie is een belangrijke eerste stap naar een nieuwe circulaire waardeketen voor plastic.

D

e gepatenteerde grondstof is vervaardigd door Plastic Energy uit gemengd plastic afval van lage kwaliteit, dat anders wordt verbrand of gestort. De productie en commercialisering van de eerste maandelijkse volumes van gecertificeerde circulaire polymeren – polyethyleen (PE) en polypropyleen (PP) – zijn een belangrijke stap naar de in 2021 geplande opstart van de commerciële fabrieken die SABIC en Plastic Energy willen bouwen in Nederland. De circulaire PE en PP zijn gecertificeerd volgens het International Sustainability and Carbon Certification Plus (ISCC+), dat hiertoe de gehele waardeketen toetst. Er wordt gebruikgemaakt van een massabalansprincipe. Hierin mag voor iedere 1000 kilo alternatieve grondstof die in de kraker wordt verwerkt en dus 1000 kilo fossiele grondstof vervangt, ook 1000 kilo polymeren als gecertificeerd circulair product worden bestempeld. Gecertificeerde circulaire polymeren zullen de klanten van SABIC helpen tegemoet te komen aan de vraag van de consument naar meer duurzame producten. p

D

e garanties worden uitgegeven voor waterstof geproduceerd bij de chloralkali-elektrolysefabriek van Nouryon in Rotterdam. Als onderdeel van haar energiemix gebruikt de fabriek windenergie afkomstig van de onlangs opgeleverde windparken Krammer en Bouwdokken. De waterstof wordt door Air Products opgewerkt voordat het via de bestaande waterstofpijpleiding in het Rotterdamse havengebied voor commercieel gebruik wordt aangeboden. Als onderdeel van de pilot ontvangen twee klanten de garanties van oorsprong. De eerste is H2 MOBILITY Deutschland, een organisatie die een netwerk van waterstoftankstations in Duitsland exploiteert; de tweede is Transport for London, een openbaarvervoerbedrijf dat waterstofbussen in de Britse hoofdstad heeft rijden. De pilot is onderdeel van CertifHy, het eerste Europese programma voor Guarantees of Origin voor koolstofarme en duurzaam geproduceerde waterstof. p

ESIG SOLVENTS AWARD GELANCEERD De European Solvents Industry Group (ESIG) heeft de ESIG Solvents Award gelanceerd, om daarmee het veilige en duurzame gebruik van oplosmiddelen onder de aandacht te brengen. Sinds 1 februari is de inschrijving geopend voor downstreamgebruikers van oplosmiddelen, inclusief bedrijven die betrokken zijn bij de distributie, formulering, opslag of het gebruik van een oplosmiddel, en hun handelsassociaties. De prijs biedt deelnemers de gelegenheid om te vertellen hoe zij de productprestaties verhoogden, de milieubescherming verbeterden of zorgden voor de gezondheid en veiligheid van hun werknemers. p www.esig.org/solventsaward2019

februari 2019 Chemie Magazine 11


op an 00 s s v 2.2 n o ur C ek -be and o a t z Be aum ril, s B ap de 14 t to 8

Nauwkeurige, veelzijdige doseerpompen • Reduceert de kosten van chemicaliën door een hogere doseernauwkeurigheid • Gemakkelijk te installeren geen randapparatuur nodig Vervang uw pompkop in seconden zonder extra gereedschap REVOLUTIONAIRE POMPKOPTECHNOLOGIE

wmftg.com/qdos-pumps-nl +31 10 462 1688

Wil jij werken aan een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid • Uitvoering grote projecten/turn arounds • • • •

Procestechnologie en installaties Processchema’s, P&ID’s Mechanische veiligheid, PED Maintenance

• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti) • Instrumentele beveiliging

• • • •

Externe veiligheid/BRZO/PGS6 Kwalificeren en kwantificeren van risico’s Explosies Gevaarlijke stoffen

• Incidentenonderzoek • ATEX

Data: 26 september, 10 oktober, 7, 14, 21 en 28 november,

Schrijf je snel in, deze opleiding zit altijd snel vol!

12 december en het tentamen is op 19 december 2019.

T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl

PHOV_190205_Adv Procesveiligheid_185x130-wt.indd 1

12-02-19 12:42


Actueel

EEhmen @EEhmen EEhmen heeft geretweet Koninklijke VNCI. Bijzondere verhalen en inspiratie aan de tafels. Nu de boodschap nog breder verspreiden: #chemie is overal! @vnci #EmpoweringWomen Chemie Park Delfzijl @CPDelfzijl Een energieproeftuin bij de #Hanzehogeschool om de groene waterstofeconomie in onze provincie te stimuleren. Jos Cozijnsen @timbales Synthetische CO2-negative kerosine zou uit CO2, afgevangen uit de lucht of van biobijstook afkomstig kunnen komen. Dan zijn de kosten ook kleiner omdat de CO2-reductie groter is https:// fd.nl/ondernemen/... remco dijkstra @remcovvd Als antwoord op @remcodb @NEaOnline Interessant is ook hoeveel productie van raffinage en chemie voor export bestemd is. Soms wel 80-90%. Wij produceren meestal met een lagere footprint dan elders. Meten op nationaal niveau doet hieraan totaal geen recht essenscia_NL @essenscia_NL Gelukkige 185ste verjaardag Dmitri #Mendelejev! Als grondlegger van het periodiek systeem der elementen is hij de enige echte Mister #Chemie Roald Lapperre @lapperre “De toekomst van de chemie ligt in de vergroening ervan”. In Groningen doen ze dat bijvoorbeeld door bioplastics te produceren uit houtsnippers: https://nos.nl/... WillemHazenberg @WillemHazenberg @VPROTegenlicht, waterstof prima uitzending, alle groepen benoemd bebouwde omgeving, mobiliteit, chemie. Kritiek punten benoemd en goed weerlegt

Het CuRe Team: (v.l.n.r.): Marco Brons, directeur Cumapol, ACES en DuFor; Josse Kunst, directeur Chemical Recycling Cumapol; Arjen van Kempen, commercieel directeur Cumapol, ACES en DuFor; Elsa Wanders, communicatie Cumapol, ACES en DuFor; Mark Ruesink, Morssinkhof, directeur Production & Innovation (r)PET en Lukas Hoex, manager Strategic Growth bij DSM-Niaga.

BELANGRIJKE STAP NAAR CIRCULAIRE POLYESTERKETEN Cumapol, DSM-Niaga en Morssinkhof investeren in een proeffabriek die de technische en financiële duurzaamheid van een nieuwe technologie voor polyesterrecycling moet bewijzen. Het doel is om polyester afvalstromen geschikt te maken voor veeleisende toepassingen zoals tapijten, textiel en voedselverpakkingen. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet richting een volledig circulaire polyesterketen.

B

estaande technieken voor het recyclen van polyester vereisen een relatief schone afvalstroom van heldere of lichtblauwe polyester flessen. Om die reden eindigen gekleurde of gemengde polyesters (tapijt, textiel en voedselverpakking) vaak op de stortplaats of worden ze verbrand. De CuRe Polyester Recycling-technologie maakt het mogelijk om met lage energie in een continu proces elk type gebruikt polyester, inclusief verpakkingsmaterialen en textielproducten, te behandelen, de kleur te verwijderen en terug te zetten in doorzichtige pellets met dezelfde eigenschappen als virgin polyester. Polyester gerecycled met de CuRe-technologie voldoet aan de voedselnormen en kan daarom opnieuw worden aangebracht in elke polyester-toepassing. De proeffabriek wordt geïnstalleerd in het Cumapol-gebouw in Emmen en zou medio 2019 operationeel moeten zijn, met een capaciteit van 25 kiloton per jaar. Cumapol biedt recyclingoplossingen voor post-consumer en post-industriële polyesters. Morssinkhof is gespecialiseerd in recycling van kunststoffen. DSM-Niaga heeft de missie om alledaagse producten van de grond af opnieuw te ontwerpen. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). februari 2019 Chemie Magazine 13


GLOBAL WOMEN’S BREAKFAST BRENGT VROUWELIJKE CHEMICI BIJEEN

’LATEN WE SAMEN STERK ZIJN’ Het was een informeel samenkomen met grootse ambities, het Global Women’s Breakfast op 12 februari in de Utrechtse Metaal Kathedraal. Om hun ambities in de chemie waar te kunnen maken, zullen vrouwen elkaar daarin moeten steunen en een goed voorbeeld moeten stellen voor de volgende generatie.

FOTO: ROB TER BEKKE

Tekst: Klaartje Jaspers

14 Chemie Magazine februari 2019

Tijdens het Global Women’s Breakfast verzamelden zich niet alleen vrouwelijke hoogleraren en leidinggevenden uit de chemie, maar ook studenten en scholieren.


Human capital Saskia Goole: ‘Een vrouw in het team geeft minder haantjesgedrag en meer openheid.’

FOTO: ROB TER BEKKE

Z

e eindigde de middelbare school met hoge cijfers voor de bètavakken, maar toen ze universiteiten bezocht om chemie te gaan studeren, werd dat haar aan alle kanten afgeraden: ‘veel te moeilijk’ (voor een meisje). Het zijn dat soort keuzemomenten waarop je sterk moet zijn, weet Colette Alma, inmiddels directeur van de Koninklijke VNCI. Ondanks tegensputterende professoren en ontmoedigende ontmoetingen, haalde ze haar PhD in biofysische chemie. Ze moest ten strijde trekken tegen de sollicitatiecommissie (‘vrouwen krijgen kinderen en maken hun promotie niet af’) en haar eigen ticket betalen voor een belangrijke conferentie (‘je bent er nog niet klaar voor’), maar ze kwam waar ze heen wilde. Laten we samen sterk zijn en elkaar steunen, benadrukte ze tijdens het Global Women’s Breakfast op 12 februari in Utrecht ter gelegenheid van 150 jaar periodiek systeem. Onder de gewelven van de oude Metaal Kathedraal verzamelden zich niet alleen vrouwelijke hoogleraren en leidinggevenden uit de chemie, maar ook studenten en scholieren. Zoals een 16-jarige vwoscholiere die werkt aan een profielwerkstuk over het optimaliseren van een waterstofbrandcel. Ze vraagt zich af hoe ze haar ideeën het snelst tot uitvoering kan brengen, want de wereld heeft geen tijd meer om te wachten, de bijen sterven uit. Dat gevoel van urgentie speelt ook op de arbeidsmarkt in de chemische industrie: er is al krapte, en de komende twintig jaar gaat meer dan de helft van de medewerkers met pensioen. Vooral mannen, want van de 88.000 banen in chemie-gerelateerde sectoren worden er momenteel slechts 17.000 vervuld door vrouwen. Dat moet veranderen, vinden Moniek Tromp, Saskia Goole en Hannah van de Kerkhof.

‘Je niet als man gaan gedragen’ Saskia Goole, algemeen directeur van ICL-IP Terneuzen, voorheen de ‘BroomChemie’. Het moederbedrijf in Israël levert broom en nieuwe toepassingen, Terneuzen vertaalt dat naar een fabrieksproces.

“W

ij zijn een Israëlisch bedrijf. We moeten dagelijks dingen met de leiding daar afstemmen. Dan is het goed als je een stuk begrip hebt naar elkaar. Je hoeft zelf niet anders te worden, maar wel openstaan voor verschillende culturen, verschillende seksen, verschillende leeftijden. Als je hier nu rondkijkt, zie je veel Nederlandse mannen die hier al veertig jaar werken en richting hun pensioen gaan. De komende jaren hebben we nieuwe, goede mensen nodig. Diversiteit is dan wel een pro: het daagt mensen uit om

op andere manieren naar dingen te kijken, en maakt het werk aantrekkelijk. Wat mij betreft wordt ICL-IP Terneuzen een afspiegeling van de hedendaagse globale maatschappij, waarin iedereen in connectie staat met elkaar. We moeten leren kijken naar hoe anderen naar ons kijken. Die verbinding zoeken we ook op: bijvoorbeeld met open dagen, Girlsday, algemene techniekdagen, de Open Dag Chemie en door vrouwen die hier werken presentaties op scholen te laten geven. Uiteindelijk wil je laten zien dat het leuk is om hier te werken: het is een groot bedrijf, 11.000 mensen wereldwijd, met vestigingen over de hele wereld, waar je ook in kan rouleren. Tegelijk heeft de site in Terneuzen maar 120 mensen, zodat je veel kan e februari 2019 Chemie Magazine 15


betekenen. Het werk is heel creatief, we hebben veel nieuwe producten. Dat is fijn als je van uiteenlopend, innovatief werk houdt. We maken bijvoorbeeld elektrolyt voor de opslag van windenergie, maar ook nieuwe types vlamvertragers en bouwstoffen voor medicijnen. Toen ik zelf in 1995 bij DSM als eerste vrouw in de kunstmest begon, moest er in allerijl een vrouwentoilet worden gemaakt. Sommigen maakten zich zorgen over hoe dat moest als ik nachtdienst had – alsof verpleegsters dat niet hebben. Inmiddels hoor ik dat veel mannen het wel fijn vinden als er een vrouw in het team zit: het is minder bedreigend, het geeft minder haantjesgedrag, meer openheid. Als vrouw moet je wel zorgen dat je gewoon jezelf blijft. Je moet je niet als man gaan gedragen, en je eigen grenzen stellen. Mijn kinderen weten dat ze me alleen moeten bellen als het urgent is, maar dan stap ik ook net zo goed uit een vergadering. Daar moet je duidelijk over zijn. In de ‘Bloomberg 2019 Gender Equality Index’ zie je dat het aantal vrouwen in topposities groeit, maar ik maak me wel zorgen over de middenlaag. Op het hbo en de universiteiten studeren inmiddels veel vrouwen chemie, op het mbo veel minder. Vaak worden de werktijden als obstakel genoemd. Die kan je in overleg afstemmen, als mensen maar weten dat je deur openstaat. Het hangt er ook van af hoe je leiding geeft. Vroeger was dat vaak heel directief: je moest voortdurend erbij zijn. Maar ik spendeer heel veel dagen buiten het bedrijf. Dat kan best – als je vertrouwen hebt in je mensen en ze laat doen waar ze goed in zijn. Daarvoor moet je ze wel kennen. Ik heb de eerste tijd heel veel rondgelopen, geluisterd en gekeken. Je wordt weleens teleurgesteld, maar tot nu toe heeft mijn gevoel me daarna steeds de goede kant op gestuurd.” 16 Chemie Magazine februari 2019

FOTO: ROB TER BEKKE

Moniek Tromp: ‘Niet het gevoel dat ik mezelf in deze mannenwereld steeds moet bewijzen.’

‘Diversiteit loont’ Moniek Tromp, hoogleraar Materiaalchemie aan het Zernike Institute for Advanced Materials van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze werkt aan batterijen en katalysatoren die nodig zijn om de energietransitie te realiseren.

“H

et idee dat vrouwen andere kwaliteiten zouden hebben vind ik lastig, maar diversiteit op de werkvloer loont wel. Niet alleen qua sekse of gender, maar ook qua leeftijd, cultuur, ervaringen: hoe meer informatie, hoe meer achtergronden een groep heeft, hoe creatiever die is. Je komt sneller op echt nieuwe ideeën en met de problemen waar we nu voor staan op het gebied van duurzaamheid en de energietransitie, hebben we echt hele creatieve ideeën nodig. Je hoort weleens dat je als vrouw ‘je mannetje’ moet staan om in de

techniek te werken, maar mannen moeten dat ook: ze moeten hard werken en in ‘het kringetje’ bekend zijn om iets gedaan te krijgen. Ik val meer op in een ruimte met 29 mannen in blauwe pakken. Dat kan ook een voordeel zijn: na afloop weet ik misschien niet meer wie zij zijn, maar iedereen weet wie ik ben. Studentes zijn weleens bang dat ze zichzelf in deze wereld voortdurend zouden moeten bewijzen. Ik voel dat zelf niet zo, maar begrijp dat idee wel. Er is ook veel onderzoek naar gedaan: academische papers worden bijvoorbeeld heel anders beoordeeld als er een vrouwennaam boven staat, dan met een mannennaam erbij. Je zou gender bias-cursussen kunnen geven waar iedereen verplicht heen moet: mannen én vrouwen, want die zijn ook biased. Mannen denken vaak dat ze het wel snappen,


Human capital

maar in praktijk werkt het toch heel anders. Het hele sollicitatieproces zou bovendien heel transparant moeten zijn, en er zouden meer vrouwen in de commissies moeten zitten. Daarvoor hebben we wel meer vrouwen nodig: in Duitsland werd ik daar zo vaak voor gevraagd dat ik nauwelijks meer aan mijn eigen werk toekwam. Denk daarnaast aan maatregelen die voor iedereen gelden: biedt ook hogere functies als een vierdaagse werkweek aan, geef mensen de mogelijkheid hun tijden flexibel in te delen. Dan kunnen partners gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het gezin nemen, en elkaar steunen in hun ambities. Uiteindelijk is het gebrek aan diversiteit in de chemie een gezamenlijk probleem, dat we gezamenlijk op moeten lossen. Vroeger zei ik altijd: ‘Ik zou niet aangenomen willen worden omdat ik vrouw ben, maar omdat ik goed ben.’ Een Duitse topvrouw wees me er echter op dat een quotum vrouwen de kans geeft om te laten zien dát ze het kunnen. Om de bestaande cultuur open te breken, schijn je 20 procent nodig te hebben. Dat geeft je de steun die je soms toch nodig hebt, en moet leren aannemen. Ik zat bijvoorbeeld een keer in een vergadering met een kind aan de borst, en een doek erover. Ik gaf ze de keus: ‘Ik ben hier met kind, of ik ben hier niet.’ Twee mannen liepen weg, maar de meerderheid van de aanwezigen begreep en accepteerde het.”

‘Waar zijn de vrouwen?’ Hannah van de Kerkhof, scheikundestudent aan de Universiteit van Amsterdam, deelnemer aan het VNCI-talentprogramma en auteur op surebuthow.com “Dit is voor het eerst dat ik een echte mannenmaatschappij zie. Misschien komt het door mijn Amsterdamse bubbel; mijn moeder werkt minstens net zo hard als mijn vader, ik kom uit een vrije omgeving, heb een gemengde vriendengroep en begon mijn studie met een interdisciplinaire richting waarin het aandeel jongens en meisjes niet heel opvallend anders was. Nu ik de onderzoeksgroepen en de chemische industrie binnenkom, valt het me echt op: waar zijn de vrouwen? Die mannenwereld maakt het toch minder aantrekkelijk om daar te gaan werken. Ik hoef geen 50/50werkomgeving, maar mis een vrouwelijk rolmodel, een soort madame Curie van nu. Als je als enige vrouw in een kamer vol mannen staat, ligt er een bepaalde lading op. Je krijgt opmerkingen als ‘je bent een meisje, dus zullen wij ‘t maar even doen’ of je wordt gevraagd de minder zware dingen te tillen. Het is natuurlijk een grijs gebied, maar ik vraag me af in hoeverre we onszelf hebben aangeleerd dat mannen en vrouwen andere

vaardigheden hebben, of dat er echt een verschil is. In mijn studie zie ik dat verschil in ieder geval niet: de meisjes doen het vaak net zo goed als de jongens, of beter. Toch zie je dat niet terug in de hogere functies op de werkvloer: de bestuurders zijn bijna allemaal mannen. Het kan niet zo zijn dat zij steeds de beste waren. Blijkbaar hebben mannen steeds mannen uitgekozen, of zijn vrouwen afgeschrikt om te solliciteren. Ik wil best de vrouw zijn die dat doorbreekt, maar het moet wel een baan zijn waarin ik veel impact kan hebben op de transitie naar een circulaire economie. Ik zoek nog naar de manier waarop ik daar het beste aan bij kan dragen. Misschien is dat in het toegepast onderzoek, als beleidsmaker of in de politiek. Daar zitten ook veel meer mannen en hebben ze ook niet de makkelijkste werktijden, maar dat maakt me niet uit. Ik wil iets relevants doen met waar ik goed in ben, in de vertaalslag van de chemie naar de maatschappij bijvoorbeeld. Ik hou ervan prototypes te testen, aan de slag te gaan met nieuwe ideeën. In de grote industrie moet je vaak vooral kleine aanpassingen doen. Dat lokt me nu minder, maar wie weet.” p

Hannah van de Kerkhof: ‘Ik mis een vrouwelijk rolmodel, een soort madame Curie van nu.’

OP BASISSCHOOL BEGINNEN

FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN

Naast haar werk aan het Zernike Instituut, doceert Tromp aan de Universiteit van Amsterdam en geeft ze les op verschillende basisscholen. Je moet kinderen al op heel jonge leeftijd voorhouden dat meisjes ook brandweerman of chemicus kunnen worden, weet Tromp: genderstereotypering begint al bij 5 of 6 jaar. Meisjes pas benaderen als ze op de middelbare school zitten, is dan ook veel te laat. Initiatieven als ‘Beeldenbrekers’ brengen zowel de meisjes als hun ouders op nieuwe gedachten. www.vhto.nl/projecten/ beeldenbrekers

februari 2019 Chemie Magazine 17


VANWEGE 150 JAAR PERIODIEK SYSTEEM BESTEEDT CHEMIE MAGAZINE DIT JAAR AANDACHT AAN EEN AANTAL BIJZONDERE ELEMENTEN

41

SUPERGELEIDEND NIOBIUM ONMISBAAR VOOR HERSENONDERZOEK

NR. 41 FOTOGRAFEERT ONS BREIN

Nb Niobium 92.906

Ooit een MRI-scan gehad? Het beeld kwam tot stand dankzij het supergeleidende metaal niobium. In een MRI zit zo’n 10 kilo, het maakt hersenonderzoek mogelijk. Daardoor weten we nu bijvoorbeeld hoe het brein van een puber werkt. In elke auto, brug en pijpleiding zit overigens ook een ‘snufje’ niobium, maar dan voor de sterkte.

’E

igenlijk ben ik nog steeds op zoek naar het antwoord op een vraag die me als kind al fascineerde: zien jij en ik de wereld hetzelfde?”, vertelt neurowetenschapper Lara Wierenga van de Universiteit Leiden. Om het antwoord te vinden, scant ze breinen met MRI (magnetic resonance imaging). “MRI is voor hersenwetenschappers echt van onschatbare waarde, er is geen andere techniek waarmee je in het hoofd van levende mensen kunt kijken zonder schade toe te brengen.” “Eerlijk gezegd had ik nog nooit van niobium gehoord”, geeft ze toe. “Ik zit zelf regelmatig achter het apparaat, maar in de techniek achter de magneet heb ik me nooit echt verdiept.” Wierenga brengt de grootte en dikte van hersenstructuren bij kinderen in kaart en onderzoekt hoe de vele hersenverbindingen zich ontwikkelen. “Onze hersenschors is een sterk gevouwen vlak. Vanaf een jaar of drie verandert de dikte niet

18 Chemie Magazine februari 2019

veel meer, maar het oppervlak wel. Ook in de pubertijd.” Wierenga hoopt meer te leren over afwijkingen of bijzonderheden in ontwikkeling. Maar daarvoor moet eerst duidelijk zijn hoe gewone ontwikkeling er eigenlijk uitziet en welke variaties daarin normaal zijn. Daarom volgt ze een groep van driehonderd kinderen vanaf hun zevende jaar, jongens en meisjes. “Jonger kan niet, want ze moeten een half uur helemaal stil kunnen liggen.” Elke twee jaar wordt hun brein gescand, dat is inmiddels driemaal gebeurd. De eerste kinderen komen dus nu in de pubertijd, waarin de hormonen gaan ‘gieren’ en het brein er duidelijk anders uitziet dan bij kinderen en volwassenen. Eveline Crone, onderzoeksleider in Leiden, schreef er eerder het bekende boek Het puberende brein over, dat aan de hand van hersenwetenschap pubergedrag verklaart voor ouders, leerkrachten en jeugdwerkers. Belangrijkste conclusie van Wiee

FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

Tekst: Marga van Zundert

Niobium maakt de MRI-scanner mogelijk. Daarmee wordt in Leiden al jaren hersenonderzoek gedaan bij kinderen, wat leidde tot het bekende boek ‘Het puberende brein’ van onderzoeksleider Eveline Crone, dat pubergedrag verklaart voor ouders, leerkrachten en jeugdwerkers.


Periodiek systeem

februari 2019 Chemie Magazine 19


In een MRI-scanner lig je in een sterk magnetisch veld dat is opgewekt door een spoel van supergeleidende niobium-titaandraad.

‘Er is geen andere techniek dan MRI waarmee je zonder schade in het hoofd van levende mensen kunt kijken’

FOTO: SHUT TERSTOCK

In de tunnel van een MRI-scanner lig je in een sterk magnetisch veld dat is opgewekt door een grote spoel van supergeleidende niobiumtitaandraad. Een lichaam bestaat voor 55 tot 60 procent uit water. De kernen van de waterstofatomen (protonen) daarin, zijn geladen en tollen razendsnel rond. Daardoor wekken ze zelf elk een (piepklein) magnetisch veld op. In de scanner zullen deze ‘magneetjes’ zich richten naar het grote veld. Maar het MRI-apparaat zendt radiopulsen uit waardoor de ‘magneetjes’ een tik krijgen en kunnen ompolen. Stopt het pulsen dan zullen ze weer omdraaien en daarbij zelf een radiosignaal uitzenden. Dat signaal is de basis voor het beeld dat een scanner geeft. Het wordt namelijk beïnvloed door de directe omgeving van de watermoleculen: water in bloed levert bijvoorbeeld een ander signaal op dan water in spierweefsel of organen.

99,95% puur niobium.

TWEE KEER ONTDEKT

FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

HOE WERKT MRI?

renga tot dusver: “We zien vooral grote overeenkomsten in hersenontwikkeling tussen de jongens en meisjes. Dat jongens in de pubertijd achter zouden lopen op meisjes en daarom bijvoorbeeld anders les zouden moeten krijgen, daar zie ik op scans geen reden toe.” Ze is ook pas gestart met onderzoek bij eeneiige en twee-eiige tweelingen. “Zo kunnen we ook de invloed van genen en omgeving op hersenontwikkeling bij kinderen goed bestuderen.”

Tumoren lokaliseren

Vrijwel alle lichaamsdelen, organen en bloedvaten zijn goed in beeld te 20 Chemie Magazine februari 2019

In 1801 vond de Engelse scheikundige Charles Hatchett een nieuw element, opvallend genoeg in een museumobject: een steen uit de collectie van het British Museum in Londen, een stuk rots, ‘columbiet’, uit Massachusetts, Amerika. Het nieuwe element noemde hij columbium, een Latijnse naam voor Amerika. Andere onderzoekers dachten dat Hatchett het al bekende tantaal (of tantalium) had gevonden, de ‘onderbuurman’ van niobium in het periodiek systeem. Niobium en tantaal worden wel ‘tweelingelementen’ genoemd, omdat ze altijd samen voorkomen en erg lastig te scheiden zijn. Element nr. 41 werd 45 jaar later herontdekt door de Duitse chemicus Heinrich Rose, opnieuw in tantaalerts. Hij noemde het niobium, naar de Griekse godin van tranen Niobe, dochter van de mythische koning Tantalus, waarnaar tantaal is vernoemd. In 1864 lukte het zowel de Zweedse chemicus Christian Wilhelm Blomstrand als zijn Zwitserse collega Jean Charles Galissard de Marignac om puur, metallisch niobium te maken. Het duurde tot 1950 voordat niobium de officiële naam werd.

brengen met MRI. Het is ook de enige techniek waarmee het ruggenmerg in zijn geheel goed kan worden bestudeerd. Dankzij MRI is het mogelijk hersentumoren of gebieden die zware epilepsie veroorzaken precies te lokaliseren. Een operatie kan dan een oplossing zijn. Ook om de omvang van hersenschade na een herseninfarct of hersenbloeding te taxeren, is de MRIscan niet meer weg te denken. Uniek aan MRI is dat het geen enkele schade veroorzaakt aan het lichaam. De techniek is gebaseerd op magnetisme en radiogolven. Begin jaren tachtig werden de eerste


Periodiek systeem

STERK STAALTJE Het is wijsheid achteraf, maar de Twin Towers hadden op 9/11 de aanslag langer weerstaan als het staal van de wolkenkrabbers wat niobium had bevat. “De torens waren dan tweemaal zo lang blijven staan”, schat Erik Offerman, metaalonderzoeker aan de TU Delft. “Dan was er meer tijd geweest voor reddingsacties, dat had mensenlevens kunnen schelen.” Veel niobium is er niet voor nodig om staal te versterken. Het lijkt haast magie: voeg een honderdste tot maximaal een tiende gewichtsprocent van het metaal toe en staal wordt tot 50 procent sterker. Bovendien stijgt de temperatuur waarbij het materiaal bezwijkt met bijna 100 graden. Dat komt, legt Offerman uit, doordat niobium tijdens de productie reageert met koolstof in staal tot niobiumcarbide (NbC). “En dat ligt als nanobolletjes op de grenzen tussen staaldeeltjes en remt de vervorming en verschuiving van korrelgrenzen in het materiaal bij hoge temperaturen en druk. Vanadium en titaan vormen ook carbides, maar niobium geeft uiteindelijk de beste eigenschappen.” Bovendien wordt staal met niobium taaier en minder bros bij lage temperaturen. Niobium heeft zelf een zeer hoog smeltpunt, 2477 graden Celsius, en is zeer resistent tegen corrosie. Zeker 90 procent van al het geproduceerde niobium belandt nu in staal. Vooral voor constructietoepassingen: bruggen, olieplatforms en scheepsbouw bijvoorbeeld. Maar ook in straal- en raketmotoren. De motoren van de Apollo-maanlanders in de jaren zestig en zeventig bestonden voor het overgrote deel uit

niobium, vanwege de hoge temperatuurbestendigheid. En de meer dan 3,5 miljoen kilometer aan hoge druk olie- en gasleidingen in de wereld bevatten een laag percentage niobium omdat ze dan meer druk en hogere en lagere temperaturen kunnen doorstaan. Ook kan 10 euro aan niobium een auto tot 100 kilo lichter maken, en daarmee een stuk milieuvriendelijker. Ruwweg bevat een tiende van al het staal dat nu wordt geproduceerd een ‘snufje’ niobium.

FOTO: SHUT TERSTOCK

90 procent van al het geproduceerde niobium belandt in staal, vooral voor constructietoepassingen. Met wat niobium in het staal waren de Twin Towers langer blijven staan.

MRI’s in gebruik genomen in academische ziekenhuizen. Het kostte destijds nog een paar dagen om iemand volledig te scannen. Wat voor patiënten geen pretje moet zijn geweest. Met een moderne versie is dat nu gelukkig in een uur gepiept. De populariteit steeg snel. In 1993 werden er in Nederland 75.000 scans gemaakt, in 2016 al bijna een miljoen. MRI heeft vooral de neurowetenschappen een flinke boost gegeven. Wierenga: “De hersenen zijn vooral veel dynamischer dan gedacht. En complexer. De hersenen van kinderen met ADHD of autisme verschil-

len op punten van andere kinderen, maar die verschillen zijn weer heel divers. Wellicht dat we in de toekomst op basis van scans richting kunnen geven welke therapie het beste past bij welk subtype.”

Supermagneet

Helaas zijn MRI’s nog steeds prijzig. Een nieuw exemplaar kost circa een miljoen euro. Een kostbaar onderdeel is de supergeleidende magneet (en het bijbehorende koelsysteem). Die is nodig om een sterk magnetisch veld te creëren. De sterkte is bij moderne scanners drie tesla, ter vergelijking: een koelkastmagneet

creëert een veld van enkele duizendsten tesla. Zo’n sterk veld is alleen te maken met een elektromagneet, misschien nog bekend van het natuurkundepracticum. Door stroom door een spoel van metaaldraad te sturen, ontstaat binnenin een magneetveld. Vandaar ook de kokervorm van het MRI-apparaat. De spoel van een MRI-magneet bestaat uit bijna 40 kilometer dunne niobiumdraad, weet Marc Dhallé, onderzoeker aan de Universiteit Twente. “Niobium is gekozen omdat het supergeleidend wordt bij temperaturen beneden -264 graden Celsius.” Dat is heel koud, maar nioe februari 2019 Chemie Magazine 21


De CERN-deeltjesversneller bevat 270 duizend kilometer niobium-titaandraad.

MONOPOLIE

FOTO: CERN

Het element niobium komt evenveel voor op aarde als lood, maar zit vooral in de aardkern. Bovendien zoekt het graag ‘tweelingbroer’ tantaal op, waarvan het weer lastig te scheiden is. Erts met minder dan een procent niobium is daarom al de moeite van het winnen waard. Maar ook dat is maar op een paar plekken op aarde te vinden. De belangrijkste zijn Brazilië, Canada, Congo, Rusland en Australië. Europa importeert alle benodigde niobium, dat te boek staat als critical raw material. Het Braziliaanse mijnbedrijf CBMM levert momenteel bijna 90 procent van alle niobium, Canada bijna 10 procent, andere landen samen nog niet 1 procent. De wereldvraag naar niobium ligt tussen 90 tot 100 miljoen kilo per jaar. De grootste voorraad niobium bevindt zich ook in Brazilië en wordt geschat op ruim 4 biljoen kilo. Een wereldmarktprijs voor niobium bestaat door het monopolie niet; de prijs wordt beklonken tussen grote staalproducenten en CBMM. Schattingen komen uit rond de 40 dollar per kilo.

DEELTJESVERSNELLER

bium is daarmee toch het element dat bij de hoogste temperatuur supergeleidend blijft. De weerstand voor stroom is dan nul. Dat is nodig omdat er veel stroom door de draden moet voor een sterk magneetveld: 250 ampère. Dhallé: “Aan het niobium is titaan toegevoegd. Daardoor stijgt de temperatuur nog een beetje, maar belangrijker is dat de legering bij hoge veldsterkte supergeleidend blijft en dat het materiaal goed te hanteren is.” In totaal bevat een MRI zo’n 10 kilo niobium. Om het te koelen, wordt vloeibaar helium gebruikt. Een scan telt al snel 35.000 voxels, 22 Chemie Magazine februari 2019

Het Braziliaanse mijnbedrijf CBMM levert bijna 90 procent van alle niobium.

de 3D-equivalent van een pixel. Ze meten een millimeter, bij een millimeter, bij een millimeter, weet Wierenga “Met driehonderd kinderen die driemaal gescand zijn betekent dat een hoop data. De meeste tijd gaat dan ook zitten in data-analyse.” Een voxel bevat overigens nog steeds duizenden hersencellen of verbindingen. “Een enkele hersencel of een uitloper, een axon, bestuderen, kan nog lang niet. Helaas.”

Reallife-data

Een nog sterkere magneet met meer niobium kan voor meer detail zorgen. Maar dat is bij kinderen

FOTO: CBMM

De niobiumrijkste plek op aarde is waarschijnlijk het Zwitserse Genève, dankzij de grote deeltjesversneller van het CERN: de Large Hadron Collider. Dat is een ruim 27 kilometer lange ondergrondse ring waarin natuurkundigen protonen (waterstofkernen) met bijna lichtsnelheid op elkaar laten botsen om meer te weten te komen over nog kleinere, subatomaire deeltjes. De tunnel waarin de deeltjes worden versneld ligt in een magnetisch veld dat is gegenereerd door spoelen met maar liefst 270 duizend kilometer niobiumtitaandraad. Momenteel is er een upgrade gaande waarbij ook een deel van het niobium-titaan wordt vervangen. Ervoor in de plaats komt nog meer niobium: een supergeleider op basis van niobium en tin: Nb3Sn. Daarmee kan een nog hoger magneetveld worden gemaakt en nog krachtigere botsingen.

geen optie omdat zulke sterke magneetvelden onaangenaam gaan voelen. Bovendien, hoger op Wierenga’s wensenlijstje staat data ‘uit het echte leven’. “We geven kinderen nu kleine opdrachten wanneer ze in de scanner liggen, bijvoorbeeld om over zichzelf na te denken. En dan bestuderen we de hersenactiviteit. Veel meer kun je niet doen in een scanner. Het zou geweldig zijn als je iemands brein echt in het dagelijks leven zou kunnen volgen, zonder beperkingen. Maar ik denk dat we wel honderd jaar verder zijn voor er een apparaat is dat zo’n onderzoek mogelijk maakt.” p


Verhuur heet- en warmwaterketels

Eco Ketelservice Verhuur bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com


FOTO: MARCEL OT TERSPEER

24 Chemie Magazine februari 2019


Uitgelicht

SABIC NEEMT OUDE FABRIEK WEER IN PRODUCTIE Vanwege dalende vraag sloot SABIC in 2014 de fabriek in Bergen op Zoom die PPE (polyfenyleenether) produceert, de basisgrondstof voor Noryl-kunststoffen. Maar nu de vraag weer toeneemt, wordt de fabriek opnieuw opgestart. Met de fabriek wil SABIC de wereldproductie van PPE met 40 procent verhogen. De vraag naar Noryl neemt vooral toe door de groeiende markt voor zonnepanelen. Verder wordt de kunststof toegepast

in onder meer de medische industrie, in printplaten in elektronica en in de autoindustrie (spatborden, dashboards). De kunststof maakt elektrische auto’s lichter. De goede staat van de installatie in Bergen op Zoom deed SABIC kiezen voor herstart in plaats van nieuwbouw. Naar schatting blijft 95 procent van de installatie staan. De heringebruikname levert 59 arbeidsplaatsen op. De productiestart staat begin 2020 gepland. p

Met de fabriek wil SABIC de wereldproductie van PPE met 40 procent verhogen. februari 2019 Chemie Magazine 25


MEER VROUWEN, OF MINDER HAANTJES? De chemie heeft een imagoprobleem. Wil de chemische industrie haar reputatie verbeteren, dan moet zij volgens Cefic opener zijn over haar praktijken, beter omgaan met grond- en afvalstoffen, en meer aandacht besteden aan vindingen die lokale gemeenschappen oplossingen bieden. Zou het helpen als de ‘masculiene’ sector het ‘feminiene’ karakter zou versterken? Tekst: Klaartje Jaspers

W

ie op een feestje vertelde in de chemie te werken, merkte het wellicht al: Nederlanders associëren de sector vooral met een gesloten, conservatieve industrie vol doelgerichte, grijze mannen in blauwe pakken. Een industrie die vooral werkt voor plastic, pillen en schoonmaakproducten, maar de gezondheid van gebruikers en het milieu daarbij op het spel zet, bespeurde Cefic’s laatste Pan European Survey in 2017. De chemie heeft echter een aanzienlijk betere reputatie in landen als Polen en Hongarije, met veel vrouwelijke chemici. De aanwezigheid van meer vrouwen kan positieve effecten hebben, bevestigt intercultureel consultant Loes Husain. Ze wijst op vergelijkend onderzoek naar Amerikaanse en Noorse olieboorplatformen. De Noorse platformen, waar circa één op de drie medewerkers vrouw is, bleken veel veiliger dan die van de VS, die bijna volledig door mannen bemenst worden. Hoewel ook de Noorse mannen de instructies misschien liever aan hun laars zouden lappen, wijzen de vrouwen hen regelmatig op de veiligheidsregels, waardoor ze die toch opvolgen. Toch kun je niet stellen dat de chemie een ‘masculiene’ cultuur is die ‘feminiener’ zou moeten worden, waarschuwt Husain. Die termen komen uit de vergelijking

26 Chemie Magazine februari 2019

FOTO: AL AMY

MASCULIENE CHEMIE GEBAAT BIJ MEER DIVERSITEIT

De aanwezigheid van meer vrouwen kan positieve effecten hebben.

van nationale culturen van de befaamde organisatiepsycholoog Geert Hofstede (zie kader), over wiens copyright ze zich al decennialang ontfermt. Ze karakteriseren in hoeverre een samenleving waarden als samenwerken, solidariteit, zorg en consensus voorop heeft staan (relatief ‘feminiene’ landen, zoals in Zweden en Nederland), of prestatie, succes en laten zien wat je kunt (relatief ‘masculiene’ culturen, zoals in de VS en Japan).

Bijsturen

In de chemie gaat het echter niet om een vergelijking van nationale culturen, maar om organisatieculturen, benadrukt Husain. Anders dan nationale culturen, die je met de paplepel ingegoten krijgt en nauwelijks van je af kunt schudden, zijn die wel degelijk te veranderen. Dat zal ook nodig zijn om aan de huidige duurzaamheidscriteria te voldoen, verwacht ze: mensen moeten zich meer bewust zijn van het effect dat hun werk op hun omgeving heeft, en bijvoorbeeld meer ruimte bieden voor initiatieven van onderop. Het doormeten en bijsturen van die organisatieculturen is het werk van Bob Waisfisz. Hij helpt bedrijfsstrategen nadenken over de organisatiecultuur die hun doelstellingen het beste ondersteunt. Dat is niet voor ieder


Cultuur

VERWARRING ROND ‘MASCULIEN’ EN ‘FEMINIEN’

‘Het meest geschikte moment voor cultuurverandering is vaak het moment dat de topman of -vrouw plaats maakt voor een opvolger’ bedrijf hetzelfde: een bedrijf in de bulkchemie gedijt onder andere omstandigheden dan een innovatieve voorloper in de fijnchemie die voortdurend met de klant overlegt. Bovendien kun je binnen een bedrijf verschillende subculturen koesteren: binnen een open organisatiecultuur kunnen onderdelen die zich bezighouden met intellectual property rights bijvoorbeeld redelijk gesloten blijven. e

Geert Hofstede ontwikkelde zijn ideeën over culturele dimensies in de jaren zeventig, tijdens de Koude Oorlog, en baseerde zich daarbij met name op data van mannelijke respondenten. Hoewel zijn meetinstrumenten vaak nog bruikbaar blijken, heeft hij onder meer kritiek gekregen omdat de internationale verhoudingen inmiddels ingrijpend veranderd zijn en culturen zich niet altijd aan landsgrenzen houden. Waar Hofstede de culturen ‘in het algemeen’ beschrijft, kunnen de verschillen binnen landen in praktijk soms groter lijken dan de verschillen tussen landen. Dat geldt bijvoorbeeld voor Zwitserland of Italië. Hofstede hanteert zes dimensies om nationale culturen te indiceren: 1. machtsafstand 2. individualisme vs. collectivisme 3. masculiniteit vs. femininiteit 4. onzekerheidsvermijding 5. langetermijn- vs. kortetermijn-oriëntatie 6. indulgence De termen ‘masculien’ en ‘feminien’ kunnen genderstereotypering in de hand werken, zo is gebleken. Ze leiden in de praktijk vaak tot verwarring, weet Waisfisz, omdat ze in het dagelijks verkeer worden geassocieerd met gender en/of sekse, terwijl het bij Hofstede met name gaat om de mate van solidariteit met ‘zwakkeren’. Om die verwarring aan te pakken, schreef Hofstede in 1998 het boek ‘Masculinity and femininity: the taboo dimension of national cultures’. februari 2019 Chemie Magazine 27


Van Hofstede’s zes dimensies voor organisatieculturen (zie kader), niet te verwarren met de nationale culturen, blijken veel strategen een voorkeur te hebben voor hoge scores op de assen ‘open’ en ‘professioneel‘, ziet Waisfisz. Het daadwerkelijk meten van die culturele dimensies kan soms onthutsende inzichten geven. Terwijl managers open zeggen te staan voor de input van anderen, blijkt in praktijk bijvoorbeeld vaak dat ze ondergeschikten als bedreigend ervaren wanneer die met slimme suggesties komen. Ze raken geïrriteerd, zeggen dat zij wel ‘denken’ als de anderen maar ‘doen’, en initieren daarmee onbewust een angstcultuur waarin nieuwe ideeën verzanden. De topmanagers moeten het eens zijn met de nieuwe koers, terwijl zij vaak de belichaming van de bestaande cultuur zijn, concludeert Waisfisz. Het meest geschikte moment voor cultuurverandering is dan ook vaak het moment dat de topman of -vrouw plaats maakt voor een opvolger. Dat opent ruimte voor een leider die de veranderende cultuur verwezenlijkt: iemand die niet alleen inhoudelijk sterk, maar ook flexibel genoeg is om binnen de bestaande context iets nieuws op te bouwen.

Darwin

Daarbij is het belangrijk dat die opvolger voldoende autonoom is, benadrukt Waisfisz. Als je klimaatdoelstellingen wil meenemen in een bedrijf dat voorheen alleen de winst najoeg, moet je de aandeelhouders

HOFSTEDE’S CULTURELE DIMENSIES VOOR ORGANISATIES • • • • • •

procesgericht vs. resultaatgericht mensgericht vs. werkgericht lokaal vs. professioneel open systeem vs. gesloten systeem strakke vs. losse controle pragmatisch vs. normatief

meekrijgen. Dat is precies de reden dat familiebedrijven vaak beter in staat zijn om zich aan te passen: ze hoeven niet steeds verantwoording af te leggen en kunnen zich richten op de lange termijn. Darwin schijnt het al gezegd te hebben: de langstlevende is niet de sterkste, maar degene die zich het best weet aan te passen. Zijn dat degenen met ‘feminiene’ kwaliteiten, v/m? De vrouwen die Chemie Magazine interviewde, vroegen het zich af (zie pagina 14). Zij geloven vooral in een open cultuur, met een divers pluimage aan karakters, die samen vooruitkomen door hun onderlinge verschillen te benutten. Hoewel in dat soort open organisatieculturen vaak veel meer vrouwen blijken te werken, willen ze niet zozeer meer vrouwelijke collega’s, maar een creatieve, innovatieve werkomgeving waarmee ze daadwerkelijk impact kunnen hebben op de wereld om hen heen. p

FEMINIEN NEDERLAND WATERLAND

28 Chemie Magazine februari 2019

diffuse onzekerheden doorgaans graag te vermijden. Dat geldt bijvoorbeeld voor het aardbevingsgevoelige Japan, en in mindere mate ook voor Nederland. Dat kreeg te maken met watersnoodrampen, maar leerde die vanaf de twaalfde eeuw al aan te pakken door het land in te polderen. Onzekerheidsvermijding is gekoppeld aan cognitieve dissonantie, merkt Waisfisz op. “Informatie die niet strookt met de algemene inzichten van je eigen groep, leg je dan naast je neer. Dat zie je bijvoorbeeld in de omgang met een diffuse

onzekerheid als klimaatverandering. Voor velen is het tot nu toe een ‘ver-vanmijn-bedshow’.” Vanuit hun eigen ‘bubbel’ bagatelliseren ze de klimaatproblematiek, constateert hij. “In Nederland zie je dat mensen vanuit verschillende ‘bubbels’ lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. De onveiligheid van het water konden we bevechten door ons land in te polderen, maar de klimaatproblematiek lijkt nog zo vaag dat men vaak grijpt naar conservatisme, orde en regels, in plaats van naar constructieve oplossingen.”

FOTO: SHUT TERSTOCK

Nederland heeft een relatief ‘feminiene’ cultuur, weet Loes Husain. Dat heeft wellicht te maken met onze ingewikkelde waterhuishouding: de instandhouding van dat systeem vergt immers zeer zorgvuldig werk, het telt talloze kleine onderdelen die constant verzorgd moeten worden. Doordat iedereen naar de waterschapspersoon kan lopen en kan zeggen dat er iets niet goed is, wordt dat proces voortdurend gecontroleerd. Anderzijds kan zo’n egalitaire cultuur ook betekenen dat niemand de kop boven het maaiveld uit durft te steken, waarschuwt Husain: wie het net iets beter doet dan de ander, wordt al snel het mikpunt van roddel en jaloezie. Met name de verschillen op de cultuurdimensies machtsafstand, individualisme versus collectivisme en onzekerheidsvermijding bleken in vervolgonderzoek van derden nog steeds te bestaan, weet Waisfisz. Kijk bijvoorbeeld naar onze neiging tot onzekerheidsvermijding. Mensen kunnen maar een zekere mate van onzekerheid aan. In landen waar men blootstaat aan veel risico’s probeert men


Chemiekaarten al meer dan 30 jaar lang uw onafhankelijk bron l het Beste artenieka m e h C 2019 boek

Betrouwbare, onafhankelijke stof- en veiligheidsinformatie Het werken met chemische producten/gevaarlijke stoffen vraagt om betrouwbare informatie. En dat is precies waarin ChemiekaartenÂŽ in voorziet. Wij zijn de enige uitgever in Nederland die haar chemiekaart laat toetsen door een onafhankelijk team van experts met een chemische achtergrond. U weet hierdoor zeker dat u bijvoorbeeld bij calamiteiten beschikt over de juiste actuele stof- en veiligheidinformatie. ChemiekaartenÂŽ bewijst al ruim 30 jaar haar autoriteit.

Bestel het Chemiekaartenboek via www.toxic.nl/chemiekaarten


Kanaal Gent - Terneuzen. Ingang kanaal en sluizen. In de achtergrond Dow Chemicals en de Westerschelde.

PROVINCIALE STATENVERKIEZINGEN BELANGRIJK VOOR CHEMIE

‘DE REGIONALE OVERHEID HEEFT WEL DEGELIJK IMPACT’ Op 20 maart kiest Nederland de leden van de Provinciale Staten. Behalve dat de Provinciale Staten bepalend zijn voor zaken als (regionale) ruimtelijke ordening, milieu, energie en economie, bepaalt de uitslag ook de samenstelling van de Eerste Kamer, die wetsvoorstellen van de Tweede Kamer kan afkeuren. Tekst: Igor Znidarsic

D

e opkomst voor de Provinciale Statenverkiezingen laat al jaren een dalende trend zien: van 79,6 procent in 1978 naar 47,8 procent in 2015. De verklaring die daarvoor wordt gegeven is de betrekkelijke onbekendheid met het middenbestuur. De burger laat hierdoor een kans lopen om direct invloed uit te oefe-

30 Chemie Magazine februari 2019

nen op zaken als aanleg en onderhoud van provinciale wegen, regionaal openbaar vervoer, natuurbeheer, bepaling van locaties waar bedrijven, windmolens en woningen worden neergezet en de regionale economie. Hoewel op het gebied van de energietransitie en verduurzaming van de (chemische) industrie vooral Den Haag aan de

touwtjes trekt, heeft de provincie ook hier heel wat in de melk te brokkelen, met name in de regio’s met een grote industrie- en chemiecluster, zoals Limburg, Zeeland en Groningen. Chemie Magazine vroeg twee lijsttrekkers en een nummer 2 uit deze provincies wat hun plannen zijn met betrekking tot de (chemische) industrie.


Politiek

‘We zijn hier bijzonder trots op Smart Delta Resources’

ZEELAND

COALITIE 2015-2019: CDA, SGP, PVDA, VVD ANITA PIJPELINK, STATENLID (FRACTIEVOORZITTER) EN LIJSTTREKKER PVDA ZET ZICH IN VOOR: WONEN, KLIMAAT, ENERGIETRANSITIE EN ONDERWIJS

FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

”D

e chemische industrie, en de industrie in het algemeen, is heel belangrijk voor Zeeland. Het is een van de grootste sectoren in de Zeeuwse economie en een van de grootste leveranciers van werkgelegenheid. Er zitten een aantal grote bedrijven bij, die veel CO2 uitstoten. Daar zijn we uiteraard alert op. Maar we zien ook dat ze hun verantwoordelijkheid nemen. Waar we in Zeeland bijzonder trots op zijn is Smart Delta Resources. Dit project startte al ver voor we het over de energietransitie en het Klimaatakkoord hadden. Hierin werken verschillende partijen, waaronder bedrijven als Yara en Dow, samen om de industrie te verduurzamen. De ambities gaan verder dan de opgave voor Zeeland voor vermindering van CO2-uitstoot in het Ontwerp van het Klimaatakkoord. Dit heeft de sector dus zelf geformuleerd, en dan ben ik de eerste die roept: Ga zo door! En ook de eerste die vraagt hoe we hen als overheid verder kunnen helpen en stimuleren. Want positief stimuleren is altijd beter dan negatief stimuleren. Overigens kijkt de PvdA hierbij altijd naar de hele keten, dus ook naar de havens en andere industriële bedrijvig-

heid. Chemiebedrijven vervullen daarin een belangrijke rol. De PvdA pleit voor een CO2-heffing voor de industrie. Een heffing stimuleert bedrijven tot innovatie en tot uitbouw van circulaire oplossingen zoals Smart Delta Resources en verdeelt de lasten van de CO2problematiek evenwichtig. De heffing hoeft wat ons betreft niet geheven te worden op alle CO2 die via SDR weer als grondstof kan worden hergebruikt. Zo worden bedrijven ook beloond voor de goede investeringen die CO2-uitstoot doen verminderen. Op het moment dat Smart Delta Resources niet voldoende bijdraagt aan het verminderen van de CO2-uitstoot, wijk ik niet af van de landelijke PvdA-lijn en moet je wat mij betreft de CO2-heffing volledig opleggen. Een groot probleem in Zeeland is het tekort aan arbeidskrachten, duizenden de komende jaren. Dat brengt het risico met zich mee dat de grote werkgevers vertrekken of zich hier niet vestigen. Daarom hebben overheid, onderwijs en ondernemers de handen ineengeslagen in het project Campus Zeeland. Dat is erop gericht om opleidingen aan te laten sluiten op wat

de markt nodig heeft, en dat zijn in Zeeland technisch goed opgeleide mensen, vooral op mbo-niveau. Daarnaast moet je mensen ook een omgeving bieden waarin ze willen wonen en leven, met bijvoorbeeld ook recreatie, zoals theaters en bioscopen. Dow Terneuzen – ik ben geboren en getogen onder de rook van – heeft dat ingezien en heeft haar maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen en geïnvesteerd in de ontwikkeling van de regio. Een ander punt is dat wat Den Haag bedenkt bij ons niet altijd opgaat. Als regio moet je daarom in De Haag soms extra je stem laten horen. We zijn bijvoorbeeld het tweede risicogebied van Nederland, vanwege de kerncentrale, de BRZO-bedrijven, de scheepvaart naar Antwerpen. Maar de middelen die wij krijgen voor de veiligheidsregio zijn geënt op het aantal inwoners, evenveel als in Rotterdam-Zuid. Wat dit betreft zijn we er trots op dat ons voormalig Kamerlid Albert de Vries, een Middelburger, erin geslaagd is om de specifieke situatie van Zeeland op de kaart te zetten in Den Haag.” e februari 2019 Chemie Magazine 31


LIMBURG

COALITIE 2015-2019: CDA, VVD, D66, PVDA JOOST VAN DEN AKKER, GEDEPUTEERDE EN NR. 2 VVD PORTEFEUILLE: ECONOMIE EN KENNISINFRASTRUCTUUR

“C

hemelot geeft een flinke impuls aan onze werkgelegenheid en export en is essentieel voor de kracht van de Limburgse economie. Chemelot, met in totaal 150 bedrijven, bestaat uit de industriesite en de Brightlands Chemelot Campus, opgericht op initiatief van de provincie Limburg, DSM en Universiteit Maastricht. Daardoor vindt er ook veel onderzoek plaats en kunnen studenten in een industriële werkomgeving experimenteren. Er werken direct 10.000 mensen en indirect 25.000. Daarom is de provincie Limburg en de VVD er alles aan gelegen om de concurrerende positie van Chemelot te behouden. Daarvoor moeten we de klimaatdiscussie op een realistische manier voeren. Chemelot loopt voorop in de ontwikkeling van nieuwe duurzame materialen en in de circulaire economie. SABIC hergebruikt plastic afval in de krakers, Ioniqa gaat PETflessen chemisch recyclen, Mitsui gaat in een nieuwe fabriek lichtgewicht kunststof produceren die auto’s lichter maakt, er komt een grote biogasfabriek die varkensmest omzet in energie. Om zo te kunnen blijven innoveren heeft Chemelot een gelijk speelveld in Noordwest-Europa nodig en een transitie die in een realistisch tempo verloopt. Als Nederland de klimaatambities eenzijdig realiseert, verlies je het gelijke speelveld. Een CO2-heffing heeft sowieso geen effect als de industriële regio’s in het Ruhrgebied of Vlaanderen die niet ook invoeren. Dan draaien de bruinkoolcentrales in Duitsland net zo hard door. De VVD in Limburg wil investeren in infrastructuur. Als we omschakelen van fossiele naar duurzame grondstoffen, moet daar de infrastructuur voor beschikbaar zijn, qua dikte van kabels en beschikbaarheid van leidingen, bijvoorbeeld voor waterstof.

32 Chemie Magazine februari 2019

‘We willen investeren in infrastructuur’ Daarnaast bevindt Chemelot zich wat betreft infrastructuur in een andere positie dan provincies die aan zee liggen. Op landelijk niveau wordt gezegd dat de energie straks van de windmolenparken op zee moet komen. Maar Limburg ligt niet aan zee. Die energie moet eerst hiernaartoe getransporteerd worden. Men heeft het over CO2-opslag onder de grond. Die CO2 zal eerst van hier naar zee getransporteerd moeten worden, want in binnenlandse provincies is er geen plaats voor. Dat kost veel geld. Er is wat betreft beperking van de CO2-uitstoot op Chemelot veel te halen, de site is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de CO2-uitstoot in Limburg. Maar daarvoor moeten de energieprijzen en de infrastructuur net zo aantrekkelijk zijn als voor de kustprovincies. Als provincie en als VVD hameren wij er daarom steeds op dat de energieprijs overal in het land hetzelfde moet zijn en dat je daar op landelijk niveau afspraken over moet maken. We willen ook concurrerend zijn

vanwege het aantrekkelijke werkklimaat. Ook hierin is er intensieve samenwerking tussen overheid en industrie. Onlangs nog hebben twee Japanse bedrijven, Mitsui en Sekisui, nieuwbouw en uitbreiding van bestaande fabrieken aangekondigd op Chemelot. Dat doen ze omdat we ze een makkelijk thuis bieden, met hulp van expat-centers, en er is een Japanse basisschool in Maastricht. En we kunnen vanuit gemeente en provincie snel duidelijkheid geven over de vestigingsvoorwaarden en het verkrijgen van de vergunningen verloopt soepel. Provincie, Sitech, TNO en Universiteit Maastricht werken ook samen in Brightsite, het nieuwe Sustainable Technology Center, dat onderzoek gaat doen naar duurzame productie, zoals elektrisch kraken. We willen hiermee de omzetting naar duurzame technologie gedreven vanuit de industrie mede mogelijk maken, zodat Chemelot ook in 2050 een concurrerende, veilige en de meest duurzame industriesite van Noordwest-Europa is.”


Politiek

GRONINGEN

COALITIE 2015-2019: CDA, SP, D66, GROENLINKS, CU

NIENKE HOMAN, GEDEPUTEERDE EN LIJSTTREKKER GROENLINKS PORTEFEUILLE: ENERGIETRANSITIE, MILIEU, ICT, PERSONEEL, FACILITAIRE ZAKEN

”D

e vergroening van de chemie op het Chemie Park Delfzijl is een belangrijk puzzelstukje in de grote legpuzzel van het klimaatprobleem. De chemie heeft hierin een sleutelrol en biedt grote kansen. Delfzijl heeft die kansen al voor een deel opgepakt en goede plannen op tafel gelegd. We moeten de komende jaren vol inzetten op de uitvoer daarvan en de basischemie vergroenen, door andere grondstoffen te gebruiken. We moeten als overheden, ook de landelijke, nu de volgende stap zetten en de chemie ten eerste duidelijkheid geven waar we naartoe gaan en vervolgens investeren in de verduurzaming. En we moeten niet vergeten dit ook te promoten, want weinig mensen weten hoe belangrijk de chemie is voor de oplossing van het probleem. Als regionale overheid kun je daar zeker aan bijdragen. We hebben een Industrieagenda gemaakt samen met Emmen, als onderdeel van het Klimaatakkoord. GroenLinks wil alle zeilen bijzetten om de agenda de komende jaren te realiseren. Provincie Groningen heeft al heel duidelijk een groen profiel, en je ziet dat dit enorm veel energie vrijmaakt bij bedrijven. Ze voelen zich gesteund, zowel door de gemeente als de provincie. Daar ben ik wel trots op. Als een bedrijf zich gesteund voelt door de regionale overheid, heb je het halve werk gedaan. Wij steunen bedrijven ook door bijvoorbeeld de processen voor vergunningaanvraag sneller te laten verlopen. Dat een CO2-heffing nadelig zou werken, daar ben ik het niet mee eens. De Industrietafel NoordNederland heeft een plan neergelegd waarbij we nog verder gaan dan nul CO2-uitstoot. De meeste bedrijven hier zijn dus niet bang voor een CO2-heffing. Natuurlijk heb je altijd

achterlopers, maar die worden door een CO2-heffing gedwongen om ook te vergroenen en te kiezen voor alternatieven: biomassa, waterstof, elkaars restproducten gebruiken, de keten sluiten. Waar ik heel trots op ben in het Ontwerp van het Klimaatakkoord is werken aan de CO2-voetafdruk per product. Er is bijna geen aandacht voor, maar het staat er wel in. Dat betekent dat mensen straks veel makkelijker voor een duurzamer product kunnen kiezen. En daar gaan bedrijven die vergroenen enorm van profiteren. De regionale overheid heeft wel degelijk impact. Het begint met een visie op hoe je wilt dat de regionale economie wordt gestimuleerd. Daar kun je als provincie keuzes in maken. Wij kiezen voor duurzame energie en vergroening van de chemie. Daarmee trek je bedrijven aan. Dat onze regio kampt met een tekort aan arbeidskrachten, is een reden des te meer om te vergroenen. We hebben hier jaren geleden een analyse gemaakt en geconcludeerd dat als je vergroent en dat ook promoot, je jezelf daarmee sterk in de markt zet. Vergroening is ook voor de werkgelegenheid een duurzame oplossing, want het levert nieuwe banen op. Maar daar heb je uiteraard ook de wet- en regelgeving en de financiële middelen van de landelijke overheid bij nodig.” p

‘Delfzijl heeft de kansen al voor een deel opgepakt’

PROVINCIALE STATEN KIEZEN EERSTE KAMER De Provinciale Staten zijn de gekozen volksvertegenwoordiging van een provincie. Zij stellen het beleid van de provincie vast en controleren de uitvoering daarvan door het College van Gedeputeerde Staten. Voorzitter van de Provinciale Staten is de commissaris van de Koning, die benoemd wordt door de regering. Een bijzondere bevoegdheid van de Provinciale Staten is het kiezen van de leden van de Eerste Kamer. Dit gebeurt binnen drie maanden na de verkiezingen voor de Provinciale Staten. De Eerste Kamer stemt over de wetsvoorstellen die de Tweede Kamer heeft aangenomen, maar kan deze niet aanpassen – wel afkeuren. Het is voor een kabinet daarom belangrijk om een meerderheid in de Tweede Kamer te hebben. februari 2019 Chemie Magazine 33


INTERNATIONALE BEDRIJVENALLIANTIE IN ACTIE TEGEN PLASTIC AFVAL IN MILIEU

’DE PLASTICSNELWEGEN NAAR DE OCEAAN ALS EERSTE AANPAKKEN’ Een alliantie van 28 internationale bedrijven in de waardeketen van kunststof, waaronder chemiebedrijven, komt in actie om het plastic afval in het milieu, vooral in de oceanen, te elimineren. De komende vijf jaar investeert de Alliance to End Plastic Waste (AEPW) 1,5 miljard dollar in oplossingen voor deze “complexe en serieuze wereldwijde uitdaging”. Tekst: Leendert van der Ent

34 Chemie Magazine februari 2019

’I

edereen is het erover eens dat plastic afval niet in onze oceanen hoort, of waar dan ook in het milieu”, zei David Taylor, CEO van Procter & Gamble en voorzitter van de Alliance to End Plastic Waste (AEPW ), bij de lancering van de alliantie op 16 januari. “Dit is een complexe en serieuze wereldwijde uitdaging die vraagt om snelle actie en sterk leiderschap. Deze nieuwe alliantie is de meest veelomvattende inspanning tot nu toe om een einde te maken aan plastic afval in het milieu.” De AEPW is een non-profitorganisatie die bestaat uit mondiale bedrijven in de hele waardeketen van kunststoffen: chemiebedrijven, kunststofproducenten, bedrijven voor consumptiegoederen, detailhandelaren en afvalverwerkers. De alliantie steekt de komende vijf jaar 1,5 miljard dollar in oplossingen die zijn gericht op

het minimaliseren van plastic afval en op het mogelijk maken van een circulaire economie. “De discussie startte vorig jaar onder onze leden tijdens de jaarlijkse meeting in Montreux, nadat Sir David Attenborough dit onderwerp had geagendeerd”, vertelt Maria Mendiluce over het ontstaan van de AEPW. Zij is managing director Climate, Energy & Circular Economy van de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD). “De leden vroegen zich af: hoe kunnen we dit mee helpen oplossen? Antwoord: een wereldwijd initiatief starten en daarvoor 1 miljard dollar investeren. Inmiddels is dit doel opgeschaald naar 1,5 miljard. We zijn onder de indruk van wat de bedrijven in zeven maanden hebben bereikt.” WBCSD is strategisch partner van AEPW en levert advies en coördinatie om de AEPW


Duurzaamheid

FOTO: BRET T COLE

Plastic afval in de Ganges in India. 90 procent van het plastic afval in de oceanen wordt aangevoerd via tien rivieren: acht in Azië en twee in Afrika.

als zelfstandige organisatie op te zetten. Jim Seward, vice president Sustainability van LyondellBasell, een van de deelnemende bedrijven: “Verschillende CEO’s van bedrijven in de hele plastic-waardeketen kwamen min of meer tegelijkertijd tot hetzelfde besef, namelijk: plastic zwerfafval is een groot en acuut probleem. Dat moeten we nú aanpakken. Geen enkel bedrijf of sector kan dit alleen; brede samenwerking tussen merkeigenaars, plastic- en verpakkingsproducenten, recyclingbedrijven en anderen moet de oplossing brengen.” Opvallend is dat de bal bij de AEPW nadrukkelijk bij CEO s ligt. Waarom is dat? Seward: “CEO’s hebben de benodigde positie om de ambitieuze doelen te realiseren: zaken snel en grootschalig in gang zetten en investeringsbudget genereren. Maar dat doen ze niet alleen. Zo bieden de American Chemistry Council en Cefic ondersteuning. Bedenk wel dat de chemiesector maar een onderdeel van de keten is. De AEPW partnert daarom bijvoorbeeld ook met de WBCSD, als wereldwijde organisatie die de hele waardeketen vertegenwoordigt. Het is verder belangrijk om te benadrukken dat de AEPW onafhankelijk is en een eigen staf krijgt.” Heeft de AEPW een actielijst en een tijdlijn? Zijn er meetbare doelen opgesteld? Seward: “Dit probleem is niet in een paar jaar opgelost. De AEPW is er voor de lange termijn. De grootte,

‘Als we preventie op gang krijgen en inzameling langs de rivieren kunnen organiseren, hebben we veel gewonnen’

diversiteit en de vele facetten van het vraagstuk maken het lastig om einddata aan concrete doelen te koppelen. We starten net.” Mendiluce: “We hebben al enkele criteria en onderliggende principes vastgesteld. Ook analyseren we met de AEPW-leden hoe de plasticstroom in elkaar zit. Data zijn nodig om te bepalen waar je je investeringen het meest effectief kunt inzetten. We werken met zijn allen aan streefcijfers. ” Seward: “Op veel punten zal eerst nog op feiten gebaseerde inventarisatie en monitoring moeten worden opgezet: welke afvalmanagementsystemen werken het best? Om een vliegende start te kunnen maken, sluit de AEPW aan bij bestaande projecten zoals Renew Oceans vanuit MIT, dat is gericht op chemische recycling. Andere voorbeelden zijn het Indonesische Project STOP en

het Incubator Network van Circulate Capital. De AEPW is een breed initiatief. Behalve het schoonmaken van bestaande rommel is het vooral ook gericht op preventie, door de ontwikkeling van (recycling)infrastructuur, innovatie en opleiding & bewustwording.” Bepleit de AEPW ook een verbod op bepaalde plastic producten, zoals de EU heeft ingesteld? Seward: “Preventie is essentieel, maar de AEPW neemt geen politieke standpunten over wetgeving in. Ook weten we dat substitutie van plastic door andere materialen alleen maar tot een verviervoudiging van de milieu-impact leidt, dus dat is niet de weg.” Wie gaan de projecten uitvoeren? Seward: “Deels komen deelnemende bedrijven zelf in actie. Voor een ander deel gaat het om derden, zoals in eerdergenoemde projecten. De AEPW zelf is er om de ontwikkelingen te versnellen en te katalyseren op verschillende niveaus: door te partneren met steden, nationale overheden en de VN.” Waaraan moeten projecten voldoen om financiering te kunnen krijgen? Seward: “Ze moeten minimaal een effectieve bijdrage leveren aan een van de vier actiegebieden: infrastructuur-ontwikkeling, opruimen, innovatie, educatie & dialoog. Bijna altijd zullen meerdere actiegebieden samenkomen in geïntegreerde projecten. Het een is verbonden met het ander. Zeker preventie vraagt erom meerdere thema’s samen te e februari 2019 Chemie Magazine 35


OPRICHTENDE LEDEN BASF, Berry Global, Braskem, Chevron Phillips Chemical Company LLC, Clariant, Covestro, Dow, DSM, ExxonMobil, Formosa Plastics Corporation USA, Henkel, LyondellBasell, Mitsubishi Chemical Holdings, Mitsui Chemicals, NOVA Chemicals, OxyChem, PolyOne, Procter & Gamble, Reliance Industries, SABIC, Sasol, SUEZ, Shell, SCG Chemicals, Sumitomo Chemical, Total, Veolia, Versalis (Eni).

‘Dit thema raakt een snaar: er is brede erkenning dat actie nodig is’ nemen. Ook belangrijk is de mogelijkheid van opschaalbaarheid. Als iets werkt, willen we dat opschalen en op meer plaatsen inzetten. Tot slot is de locatie belangrijk. We weten dat 90 procent van het plastic afval in de oceanen wordt aangevoerd via tien rivieren: acht in Azië en twee in Afrika. Niet toevallig liggen daar ook een aantal van de grootste steden van de wereld, vaak nog met een onderontwikkeld afvalmanagementsysteem. Samen met overheden en ngo’s kunnen we werken aan verbetering, en in sommige gevallen doen we dat al. Projecten moeten daar plaatsvinden waar ze het meeste effect hebben. Daarom moeten we deze ‘plasticsnelwegen naar de oceaan’ het eerst aanpakken.” Hoe belangrijk is het dat de hele waardeketen in de AEPW betrokken is? Mendiluce: “Samenwerking binnen de keten is essentieel. De kern van het huidige probleem ligt in een dubbele denkfout: ‘het is afval en het heeft geen waarde’. Het gaat om een waardevolle grondstof. Die kun je alleen benutten als alle schakels 36 Chemie Magazine februari 2019

in de keten waarde uit projecten kunnen halen. Als dat voor één schakel niet werkt, bijvoorbeeld afvalinzameling, krijg je de cirkel niet rond. Tot voor kort was contact tussen de chemiebedrijven aan het begin en de merkproducenten, de inzamelaars en recyclers aan het einde van de keten beperkt. Binnen de AEPW is de hele keten nu in gesprek. Daaruit komen nieuwe economische kansen voort.” Seward: “Binnen de kunststofketen kun je denken aan ontwerpen op duurzaamheid, naast functie en marketingwaarde. Maar dit cruciale punt is ondenkbaar zonder werkende afvalinzameling en zonder bewustwording in de hele waardeketen. Het komt erop aan de juiste businessmodellen te vinden om waarde aan te boren. Het gaat om ‘1 + 1 = 3’-concepten. Zoals in de Javaanse vissershaven Muncar, die meedoet aan Project STOP en waar plastic afval de rivier, de haven en het strand bedekt. De lokale gemeenschap profiteert op allerlei vlakken van opruimen, preventie en innovatie. Het is een krachtig voorbeeld van hoe het kan.” Mendiluce: “Behalve om nieuwe kansen gaat het ook om het wegnemen van economische schade door afval. Tot slot vertegenwoordigt een betere leefomgeving ook waarde. Het is belangrijk dat partijen dergelijke waarde gaan inzien. Daarvoor is samenwerking met overheden essentieel.” Kunnen meer bedrijven meedoen? Seward: “Absoluut, ze zijn welkom! De reacties op de lancering waren overdonderend. Dit thema raakt een snaar: er is brede erkenning dat actie

nodig is. We verwachten dat meer deelnemers zich zullen melden.” Mendiluce: “We betrekken zoveel mogelijk nieuwe bedrijven bij de AEPW, bijvoorbeeld tijdens het World Economic Forum in Davos. Er kunnen nog wel enkele grote bedrijven bij, maar het is ook belangrijk om enkele bedrijven met een omzet van minder dan een miljard binnenboord te hebben die lokaal een heel belangrijke rol vervullen.” Seward: “De initiatiefnemers zijn over het algemeen wereldwijd werkende bedrijven, die mede actief zijn in de regio’s waar het meeste plastic afval de oceanen in stroomt. Maar daar zijn natuurlijk veel meer bedrijven. We hebben een actief beleid om kleinere bedrijven in die regio’s bij de AEPW te betrekken.” Mendiluce: “Ook vanuit Azië is er veel interesse vanuit bedrijven, niet-gouvernementele organisaties en investeerders. Het is een belangrijke succesfactor om die interesse aan te grijpen en samen te werken om meer duurzame gewoonten in die regio te ontwikkelen. Daardoor kunnen we de instroom van nieuw plastic afval in het milieu beperken. Afrika en Zuid-Amerika zijn daarbij ook belangrijk, die mogen we niet vergeten. Als we preventie op gang krijgen en inzameling langs de rivieren kunnen organiseren, hebben we veel gewonnen. Dat is veel goedkoper en effectiever dan het achteraf schoonmaken van de oceanen – wat helaas ook hard nodig is. Vijf jaar klinkt lang, maar de tijd gaat snel. Ik ben benieuwd waar we over vijf jaar staan en hoop dat we tot die tijd de boodschap nog kunnen versterken.” p https://endplasticwaste.org


ROSER TURNAROUND SOFTWARE

25 Internationale klanten uit de olie- en gasindustrie 10 Jaar “Software as a Service” beschikbaar

www.roserconsys.com info@roserconsys.com +31 (0)78 614 62 88

ADA-065

18 Jaar ervaring in Turnaround Software

• Scope management • Werkpakket voorbereiding • Materialen & certificaten • Manuren & begrotingen (Normen) • Planning + P6 interface • Isolatie management (LoTo) • Werkvergunningen (PTW) • Mobiele oplossingen (apps) • Inzicht in meer- en minderwerk • Voortgangscontrole • Laslijst en lasopvolging


Met 700.000 ton varkensmest wordt jaarlijks 60 miljoen kubieke meter biogas opgewekt.

BIOGASINSTALLATIE OP CHEMELOT GAAT

700.000 TON Op Chemelot wordt een biogasinstallatie gebouwd waarmee veehouders in Limburg en daarbuiten hun mestoverschotten kunnen laten opwerken tot brandstof voor de industrie. Het biogas wordt ingezet ter vervanging van aardgas voor de kunstmestproductie op Chemelot.

38 Chemie Magazine februari 2019

De biogasinstallatie, Zitta Biogas Chemelot, gaat ruim 700.000 ton varkensmest uit Limburg en Brabant per jaar verwerken, waarmee 60 miljoen kubieke meter biogas kan worden opgewekt. De mest wordt zo vers mogelijk verwerkt, waardoor de milieubelasting – door uitstoot van methaan en ammoniak in de omgeving van

boerenbedrijven – geminimaliseerd wordt. De biogasproductie wordt daardoor juist gemaximaliseerd. Het grootste deel van het biogas wordt geleverd aan de industrie op Chemelot. Het overige biogas en restwarmte van fabrieken op Chemelot worden gebruikt voor het drogen van digestaat tot organische mestkorrel. Zo worden alle


Wetenswaardig

nutriënten uit de mest in geconcentreerde vorm beschikbaar gemaakt voor de landbouw. 4,5 miljoen kilo fosfaat per jaar wordt als droge meststof geëxporteerd naar landen die om fosfaat verlegen zitten. Tevens wordt jaarlijks ongeveer 2 miljoen kilo stikstof gevangen en omgevormd tot geconcentreerde vloeibare kunstmest.

Hiermee wordt de installatie aanzienlijk efficiënter dan conventionele biogasinstallaties. Zitta Biogas Chemelot, opgericht door Re-N Technology, kreeg voor het project een SDE+-subsidie (Stimulering Duurzame Energie) toegekend en zal het project gedurende 2019 verder ontwikkelen. p Artist impression Zitta Biogas Chemelot. februari 2019 Chemie Magazine 39

FOTO: SHUT TERSTOCK

VARKENSMEST VERWERKEN


OPINIE LINKSOM OF RECHTSOM, DE BURGER BETAALT

‘DOM POPULISME’ “Het idee om de lasten van de energietransitie bij bedrijven neer te leggen om zo de burger uit de wind te houden is totale onzin”, stelt Ewoud Jansen, docent Finance & Accounting aan de Fontys Hogescholen. Want ‘de bedrijven’, dat zijn de werknemers, de klanten, de investeerders, de aandeelhouders. Allemaal burgers. Tekst: Igor Znidarsic

D

e industrie of de burger. In de discussie over wie moet opdraaien voor de lasten van de energietransitie gaat het vaak over deze twee. Politici aan de linkerkant van het politieke spectrum willen de burger uit de wind houden en de rekening bij ‘het grootkapitaal’ – de industrie – neerleggen, onder het motto ‘de vervuiler betaalt’. In een Kamermotie pleitten zij voor een CO2-heffing voor de industrie en de energiesector, zodat Nederlanders ‘niet een te hoge prijs zouden moeten betalen voor de energietransitie’. Onzin, vindt Ewoud Jansen, senior docent Finance & Accounting aan de Fontys Hogescholen in Eindhoven. Hij schreef er een opiniestuk over voor de Volkskrant, dat werd ingekort tot een ingezonden brief. ‘Het kan niet’, stelt hij daarin. ‘Niet omdat de industrie te groot en te machtig en daardoor onaantastbaar is, maar omdat die bedrijven geen los van de rest van de wereld staande entiteiten zijn die we kunnen laten betalen zonder dat “Nederlanders” daar last van hebben.’

EWOUD JANSEN: ‘Prima dat de vervuiler betaalt, maar uiteindelijk is de consument, de burger, de vervuiler.’

40 Chemie Magazine februari 2019

“Een bedrijf, een nv of een bv, is een juridische fictie”, legt hij uit. “Het is niet meer dan een handige truc om belangen bij elkaar te brengen. Het is een knooppunt van belangen van de participerende stakeholders: werknemers, klanten, investeerders, aandeelhouders. Dat zijn allemaal burgers. Een bedrijf, de nv of de bv, heeft zelf geen belangen. Het zijn die stakeholders die in zo’n instituut samenwerken en belangen hebben. Wat ‘het grootkapitaal’ wordt genoemd, dat zijn wij allemaal.”


Opinie

Dus de rekening van de energietransitie bij het zogenaamde ‘grootkapitaal’ neerleggen kan helemaal niet? “Sommige politici zien bedrijven als een soort pinautomaat: daar zit kapitaal, daar kunnen we het weghalen. Maar als je een rekening bij een bedrijf neerlegt, gaat de burger daar uiteindelijk links- of rechtsom iets van voelen. De rekening wordt of doorbelast naar de consument, of naar de werknemer, die dan met een lager salaris genoegen moet nemen. Als je dat wilt voorkomen, betaalt de aandeelhouder de prijs, in de vorm van een lagere winstgevendheid. Die aandeelhouder is misschien niet de burger zelf, maar wel zijn pensioenfonds, dat met een lager rendement op pensioenvermogen te maken krijgt. De burger krijgt dan een kariger oude dag, of hij mag langer doorwerken. Dat politici zeggen: ‘haal het geld waar het zit, bij de grote bedrijven’, dat is je reinste kiezersbedrog. Het schept valse verwachtin-

‘Heel makkelijk om in wij-zij te denken en te geloven in een soort boeman waar geld te halen is’ gen. Want uiteindelijk betaalt toch de burger. Het idee om de lasten bij bedrijven neer te leggen om zo de burger uit de wind te houden is totale onzin. Het is dom populisme.” Er wordt gepleit voor een CO2-belasting voor bedrijven. “Zo’n maatregel kan bedrijven stimuleren om te investeren in innovatie in duurzame technologieën. Persoonlijk ben ik er niet op tegen, mits je het in Europees verband doet, zodat EU-landen elkaar hierop niet gaan beconcurreren. Maar je kan niet zeggen dat je hiermee de burger ontlast. Het enige wat je kunt doen is kijken welke burger uiteindelijk betaalt. Je kan de CO2-heffing opleggen aan het begin van de keten, bij de eerste uitstoter van CO2. Als die het niet doorberekent in de prijs en ook de salarissen en de bonussen van de werknemers niet omlaag gaan, komt de heffing bij de winstge-

Ewoud Jansen is als docent en coördinator internationale samenwerking verbonden aan de opleiding International Business & Management Studies van Fontys Hogescholen in Eindhoven. Hij heeft enkele studieboeken gepubliceerd en is auteur van Geld, schuld & banken (‘mythes en misverstanden rondom geldschepping en kredietverlening’). Hij schrijft regelmatig opiniebijdragen voor kranten en websites en is op de radio te horen in het economenpanel van BNR.

vendheid terecht, dus bij de aandeelhouders. Dan ligt de pijn bij de categorie burgers die aandelen hebben, de misschien wat meer vermogende burgers, maar uiteindelijk ook bij de gewone burger via zijn pensioenfonds.” Hoe komt deze denkfout in de wereld? “Het heeft te maken met het onvermogen om een bedrijf als een netwerk van belangen te zien. Men denkt, ook in de rechtse hoek, vaak in het belang van De Organisatie of Het Bedrijf. Maar die bestaan helemaal niet. Er bestaan alleen de participanten, en dat zijn uiteindelijk allemaal burgers. Daarnaast is het heel makkelijk om in termen van wij-zij en het grootkapitaal versus de burger te denken en te geloven dat er een soort boeman is waar geld te halen is. De industrie wordt ook als de grote vervuiler gezien, terwijl alle productie die in de industrie plaatsvindt er plaatsvindt omdat de burgers de producten van de industrie willen hebben. Waarom stoten Shell en de energiecentrales CO2 uit? Omdat de burger auto wil rijden en elektriciteit nodig heeft. Prima dat de vervuiler betaalt, maar uiteindelijk is de consument, de burger, de vervuiler.” Dit geluid hoor je zelden. “Ik vraag me af of Lodewijk Asscher en Jesse Klaver echt niet weten dat het een illusie is om de lasten van de energietransitie bij bedrijven neer te leggen, of dat ze het wel weten maar op deze manier kiezers proberen te winnen. Ik denk het eerste. Ze hebben er gewoon nooit over nagedacht.” Als het uiteindelijk allemaal bij de burger terechtkomt, kun je net zo goed meteen de burger belasten. “Economen kijken altijd naar de prijsprikkel: waar heeft die het meeste effect? Je kan de prikkel bij de burger neerleggen. Als je vliegtickets belast, gaat hij misschien minder vliegen. Ik ben geen expert hierin, maar ik denk dat je voor vermindering van CO2-uitstoot de prikkel toch het beste bij de industrie kan neerleggen, omdat daar meer mogelijkheden zijn om te innoveren en op zoek te gaan naar schonere alternatieven. Dat heeft veel meer effect dan een zonnepaneeltje op mijn dak.” p februari 2019 Chemie Magazine 41


Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE Digital SMART Sensor SENCOM 4.0 Platform

Hormoonverstore nde stoffen: criteria nodig

Nut van E-numm ers in voeding Maandblad van

Maandblad van

de Vereniging van

de Nederlandse

Chemische Industrie

• jaargang 57 •

ties Juridische implica BRZO 2015

Kansen voor verduurzaming

Chemie biedt oplossingen De vele voordele n van TTIP

de Vereniging

van de Nederlands

e Chemische

Industrie

• 10 • 22 oktober • jaargang 57

Zuiveringsin stallatie Croda nog niet optimaal

Bestaande indust vliegwiel voor rie innovatie

AkzoNobel vervan schadelijke stoffengt

2015

Maandblad

van de Vereniging

van de Nederland

se Chemisch e Industrie

• jaargang

MET SPECIALE BIJLAGE

5 • 21 mei 2015

57 • 12 • 17

december 2015

RONALD Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2015

pLant manaGer OF the Year 2015 Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren' Dyneema-vezel paradepaardje van DSM Wie verdient er een standbeeld?

IN tV-hIts als BreakINg Bad NCIs, MythBusters eN

Vloeistof analyzer FLXA402

chemie spat van het scherm

• Touchscreen • Verbeterde visualisatie • Geavanceerde sensordiagnose

OON ‘HET IS GEW TEND FOrse invester EEN ONTZET inG eXXOn LEUK VAK’ NIJM ADEUR KITTY CHEMIE-AMBASS

mOBiL

EIJER

IN RAFFIN ADERIJ ROT TER

DAM

15-10-15 16:35

CM1511_01_

A_Cover.indd

Cover.indd 1

JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS) CM1509_01_A_

1

CM1505_01_A_Co

ver.indd 1

10-12-15

13-05-15 16:17

SA11 SENCOM Smart adapter

Bedrijfsnaam/Organisatie

• Herbruikbaar • Automatische buffer- en sensorbescherming • Verbindt met verschillende Modbus-hosts

Naam Functie Adres Woonplaats E-mail Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

www.yokogawa.com/nl | info@nl.yokogawa.com

Ad90x130-SENCOM40Platform-Oprex.indd 1

16:08

h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

18/02/2019 10:37 Chemie 105x148.indd 1 CM1614_Stopper

02-06-16 16:0

Leading the way

Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11

4807338-LEE-Adv A5-v2.indd 1

e. leebv@vanderlee.nl

i. www.vanderlee.nl

23-07-18 11:59


Kunstmest

FOTO: ICL

ICL in Amsterdam.

GROTE STAP NAAR VOLLEDIGE FOSFAATKRINGLOOP In een nieuwe installatie in Amsterdam zet ICL op grote schaal fosfaathoudende reststoffen in als bron bij het maken van fosfaatmeststoffen. Hiermee zet het bedrijf een belangrijke stap naar een volledige fosfaatkringloop. Tekst: Henk Engelenburg

I

n de nieuwe installatie van ICL, die op 7 maart in Amsterdam wordt geopend, gaan fosfaatreststoffen uit assen van rioolslib en assen van beendermeel tegenwicht bieden aan de uitputting van de wereldvoorraden fosfaaterts. Het toevoegen van de reststoffen aan het reguliere productieproces is niet het allergrootste technologische hoogstandje, maar met de schaal die ICL nastreeft vervult het bedrijf wel een pioniersrol. ICL is dan ook al vijf jaar doende met proefproducties om de ingebruikname van de installatie in Amsterdam voor te bereiden. Onlangs is de laatste drempel, het

juist doseren en milieukundig verwerken, verholpen met een ontvangstinstallatie en een doseerlijn. “Dus zonder morsen en zonder stofverspreiding”, stelt Anthony Zanelli, vice president ICL Fosfaat Operaties Europa. “Dit betekent dat we de fosfaatreststoffen nu op grote schaal kunnen gaan verwerken.” Die reststoffen komen ook op grote schaal beschikbaar, onder maatschappelijke druk om te verduurzamen. Zuiveringsslib van waterzuiveringsbedrijven is een reststroom die veel fosfaat bevat. Na verbranding van het zuiveringsslib blijven er fosfaathoudende assen over. Sinds de overheid het dumpen daarvan of het e februari 2019 Chemie Magazine 43



‘Als een van de eerste marktpartijen de omslag starten naar verduurzamen grondstof creëert kansen’

bijmengen in cement aan banden heeft gelegd, is het voor waterzuiveraars economisch aantrekkelijk om fosfaatreststoffen bij bedrijven als ICL aan te bieden. Andere toeleveranciers zijn slachthuizen in Europa, die beendermeel verhitten tot 750 graden om elk biologisch leven te doden. De resterende assen gebruikt ICL nu als grondstof.

Bijmengen

Na de opening van de nieuwe installatie, die een investering heeft gevergd van 2,2 miljoen euro (waarvan 0,5 miljoen subsidie van de provincie Noord-Holland), gaat ICL verder proefdraaien. Vanaf maart gaat het “full speed”, in eerste instantie naar een bijmengpercentage met reststoffen van 5 procent tot 10 procent. Dat lijkt bescheiden, maar dit komt op deze schaal nog nergens voor, stelt Zanelli. “De ambitie is heel hoog. Deze installatie is nog maar het begin. We gaan het aandeel fosfaatreststoffen de komende

DE ZOEKTOCHT GAAT VERDER

De zoektocht naar secundaire grondstoffen stopt niet bij rioolslib en beendermeel. ICL Nederland neemt bijvoorbeeld ook deel aan een Europees onderzoeksprogramma om fosfaatreststoffen te winnen uit dierlijke mest. Het bedrijf volgt nauwgezet het verloop van proeftrajecten in Duitsland voor het winnen van fosforzuur uit slibassen en broedt op een eigen proefinstallatie. ICL heeft in het Engelse Teesside een mijn voor het delven van kaliumchloride, die aan het eind is van zijn economische levensduur. Het concern heeft er nu een laag polyhalite aangetroffen. Dat mineraal kan dienen voor de productie van kunstmest en zwavel voor de landbouw.

jaren steeds verder opvoeren, totdat uiteindelijk een volledige fosfaatkringloop ontstaat. We zullen naar mijn inschatting rond 2030 kunnen spreken van een substantieel aandeel.” Het eindproduct is met of zonder fosfaatreststoffen gelijk en prijstechnisch is er evenmin een verschil. Er is wel sprake van een substantiële CO2-vermindering en energiebesparing. Het toevoegen van fosfaatreststoffen dringt het aandeel fosfaaterts immers terug en dat scheelt in transportbewegingen voor de aanvoer van fosfaaterts uit onder meer Israël en China. En er is minder energie vereist, omdat fosfaatreststoffen niet hoeven te worden vermalen, in tegenstelling tot fosfaaterts.

Winst

De belangrijkste winst maakt een wereld van verschil: ICL is hiermee klaar voor de toekomst, dat wil zeggen, het concern weet de continuïteit gegarandeerd ondanks de toenemende schaarste aan fosfaaterts. Het inzetten van fosfaatreststoffen illustreert bovendien dat de fosfaaterts consumerende industrie een methode heeft gevonden om een halt toe te roepen aan de almaar voortgaande uitputting van de wereldvoorraden fosfaaterts. Volgens de voorspellingen zijn die voorraden reeds over zeventig tot honderd jaar uitgeput, terwijl de omvang van de wereldbevolking intussen sterk toeneemt. Mensen, dieren en planten kunnen voor hun erfelijk materiaal en energievoorziening namelijk niet zonder fosfaat en de voedselproductie al helemaal niet. Boeren over de hele wereld

ICL NEDERLAND

ICL Nederland (700 werknemers in totaal) produceert in de fabriek in Amsterdam met circa 100 werknemers jaarlijks ongeveer 550.000 ton kunstmest op basis van fosfaat en kalium voor een breed productenpakket. De fabriek in Heerlen produceert gecontroleerd vrijkomende meststoffen. De locatie in Terneuzen is de grootste producent van broom ter wereld.

gebruiken fosfaatmeststoffen om hun gewassen te laten groeien. Zonder fosfaat geen groente of fruit.

Marktkansen

Als een van de grootste producenten van fosfaatmeststoffen ter wereld, met in Europa locaties in Nederland, Duitsland en België, zegt ICL de maatschappelijke druk te voelen om te verduurzamen richting secundaire grondstoffen, ook al betekent dat een afname van fosfaaterts binnen het concern in de komende jaren. Zanelli: “Ze snappen dat je een dochterbedrijf als ICL Nederland niet kunt isoleren van de maatschappelijke druk om te verduurzamen. Als een van de eerste marktpartijen de omslag starten naar het verduurzamen van de grondstof creëert bovendien marktkansen.” Zanelli bedoelt dat de inzet van verscheidene fosfaatreststoffen in combinatie met fosfaaterts en kalium allerlei nieuwe combinaties mogelijk maakt met sporenelementen, die leiden tot nieuwe kunstmestproducten met specifieke eigenschappen. Op die wijze verwacht ICL in te kunnen spelen op de transitie in de landbouw in Europa. ICL voerde bijvoorbeeld eerder gesprekken met een grote coöperatie van biologische boeren. “De boeren hebben fosfaten nodig, maar mogen die niet gebruiken vanwege de uitputting van de grondstofvoorraden. Dus als we producten kunnen aanbieden zonder fosfaaterts, zouden we wellicht een productenreeks specifiek voor de duurzame landbouw kunnen ontwikkelen en dan creëren we meer toegevoegde waarde.” p februari 2019 Chemie Magazine 45


COL OFON

VNCI NIEUWS GLOBAL WOMEN’S BREAKFAST

Chemie Magazine is het maandblad

Een ontbijt gericht op vrouwen in de chemie, dat was het door de VNCI georganiseerde Global Women’s Breakfast op 12 februari in de Metaal Kathedraal in Utrecht. Er kwamen 65 vrouwen bij elkaar, van middelbare scholier tot hoogleraar en topvrouw van een chemiebedrijf. Doel: Empowering Women in Chemistry. Ze spraken over hun favoriete elementen, wisselden persoonlijke verhalen uit over drijfveren, de keuze voor chemie, de veelzijdigheid van de sector en hun passie.

van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Henk Engelenburg, Leendert van der Ent,

in De meDia

VNCI-voorzitter Bernard Wientjes was de afgelopen tijd volop aanwezig in de media om het standpunt van de (chemische) industrie over het voetlicht te brengen. Op 9 januari zat hij in Nieuwsuur aan tafel met Greenpeace-directeur Joris Thijssen. Ze discussieerden onder meer over de CO2heffing. Op 13 januari was hij te gast in WNL op Zondag, waar hij onder meer sprak over het vestigingsklimaat en de reactie van Klaas Dijkhoff op het ‘Ontwerp van het klimaatakkoord’. In het NOS Journaal van 15 januari benadrukte hij dat de energietransitie een “grote revolutie” is die “enorm veel innovatie en investeringen eist van bedrijven”. Op 30 januari vroeg het AD zich af of een CO2-heffing voor de industrie ‘een rechtvaardige ingreep is om burgers en bedrijven gelijk te laten bijdragen aan de klimaatdoelen van Parijs’ of dat ‘zo’n taks juist onze concurrentiepositie sloopt’, en gaf het woord aan voorstander Lilian Marijnissen en tegenstander Bernard Wientjes. Over de CO2-heffing ging het ook in De Nieuws BV op Radio 1 op 8 februari. Daarin herhaalde Wientjes nog maar eens

Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse,

dat een CO2-heffing alleen voor Nederland bedrijven op een achterstand zou zetten ten opzichte van andere Europese landen en arbeidsplaatsen zou kosten. In het Eindhovens Dagblad reageerde Colette Alma op het besluit van het Britse Ineos om als locatie van een nieuwe fabriek (à 2,7 miljard euro) Antwerpen in plaats van de Tweede Maasvlakte te kiezen. “We moeten ons achter de oren krabben. Met een omzet van 50 miljard euro en 44.000 werknemers is de chemie een belangrijke industrie voor Nederland.” In Trouw van 16 februari stellen drie deelnemers aan de Industrietafel, Hans Grünfeld (VEMW), Colette Alma (VNCI) en Erik Klooster (VNPI), dat niet een CO2-heffing, maar een bonus-malusconstructie positief effect heeft. p

Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk Impressed, Pijnacker

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Bernard Wientjes in De Nieuws BV.

Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

46 Chemie Magazine februari 2019

Beeld cover TWITTER.COM/VNCI

De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

Rob ter Bekke ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.

Overview of production capabilities

Production capabilities

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed

SCIENTIST POLYMER MATERIAL TECHNOLOGY BRIGHTLANDS MATERIAL CENTER - GELEEN

The heart of Brightlands Materials Center (BMC) is an evolving ecosystem where scientific excellence, innovative applications and societal challenges come together. Offering a meeting place for - and close collaboration with - scientists, R&D researchers and students coming from a global network of leading companies along the value chain and renowned universities and institutes. As Scientist Polymer Material Technology you are responsible for advanced research in the field of process and material development of thermoplastic polymeric materials, particularly for inhomogeneous materials, reinforced with long or endless fibers (advanced composites). Contributing to the success of the BMC in Geleen by defining opportunities, analyzing them, and by developing and/or proposing the most efficient methods to come to new materials technologies. Besides project manangement experience, you preferably have a PhD degree in mechanical engineering or polymer materials and a background in polymeric materials science combined with knowledge and experience with material development and characterization. Interested to know more about this position? Then visit www.cls-services.nl?vac=A1900010 for more information.


LOGISTICON VERHUUR Opslag en dosering

Zand- & koolfiltratie

EUROPA’S GROOTSTE VERHUURVLOOT VOOR WATERZUIVERINGEN

Ultrafiltratie

Flotatie

Chemicaliën

Omgekeerde osmose

Uitgebreide keuze Voor de levering van installaties voor zowel korte als lange termijn verhuur, met capaciteiten van 1 tot meer dan 2000 m3/h voor toepassingen als: - Capaciteitsuitbreiding en/of back-up - Proefneming - Kwaliteitsverbetering Informeer naar Europa’s grootste verhuurvloot voor waterzuiveringen.

Logisticon Verhuur b.v. +31 (0)184 608260 www.logisticon.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.