Peter Nieuwenhuizen reageert op Wouter van Dieren
Kansrijke biobased richtingen, deel twee
Maintenance-opleidingen van drie naar vier jaar
Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
EMMO MEIJER, BOEGBEELD TOPSECTOR CHEMIE
JAARGANG 59 • 09 • 21 SEPTEMBER 2016
‘WE MOETEN RADICAAL VERDUURZAMEN’
Full service dienstverlener
Mourik Sterk in ontwikkeling
MAXIMALE UPTIME
HYDRA™: Een nieuwe standaard in bundelreiniging Innovatie loopt als een rode draad door de geschiedenis van Mourik. Wij zoeken altijd al naar methodes voor een betere, efficiëntere en veiligere industrie. Hydra, de robotic exchanger cleaning, is hét voorbeeld waarmee wij er voor zorgen dat u homogeen schone bundels krijgt én inzicht in de conditie van uw bundels. U weet wat u kunt verwachten. Schoner, sneller + maximale uptime. Met Mourik, +31-10-296 54 00.
Mourik Services B.V. Telefoon +31-10-296 54 00
Twitter.com/mourikholding LinkedIn.com/company/mourik
www.mourik.com E-mail info@mourik.com
INHOUD 09 | 21 september | 2017
16
EMMO MEIJER ROEPT OP TOT MEER URGENTIE Emmo Meijer, sinds afgelopen voorjaar boegbeeld van de Topsector Chemie, pleit voor meer urgentie, radicalere innovatieprogramma’s en duidelijk leiderschap. Want: “Het is 2030 en 2050 voor je het weet. Als we de urgentie van de duurzaamheidsdoelen niet veel serieuzer gaan nemen, kan het aankomen op sluiting van installaties met een grote footprint. Als we niet radicaal verduurzamen, verliezen we onze license to operate.”
PETER NIEUWENHUIZEN: ‘DE CHEMIE BESTAAT UIT MENSEN’ Peter Nieuwenhuizen, global RD&I-director bij AkzoNobel, vindt dat milieu-nestor Wouter van Dieren in de vorige Chemie Magazine een karikatuur schetste van de chemische industrie. Hij komt met een nuancering en een tegengeluid. En een uitnodiging om samen weer een stap verder te komen.
32 september 2017 Chemie Magazine 3
INHOUD 09 | 21 september | 2017
7
28
Aad van Troost werkt al 27 jaar bij ExxonMobil en heeft er nu als supervisor ‘een fantastische job’
7
NIEUWS 9 11 13 15
32
Peter Nieuwenhuizen reageert op interview met Wouter van Dieren in vorige Chemie Magazine
Mbo-maintenance-opleidingen na protest verlengd van drie naar vier jaar
VNCI faciliteert verdeling energieoverschotten Ex-topman DSM Peter Elverding overleden Nationale aanpak elektrochemische conversie Lignine wordt scheepsbrandstof
ACHTERGROND 16 20 24 27 28
39
Voorwoord Colette Alma Urgentie Evenementen
32 36 39 45 46 46 46
Duurzaamheid Emmo Meijer over noodzaak verduurzaming Toekomst Kansrijke biobased richtingen, deel twee Wetenswaardig Ben Feringa opgenomen in eregalerij OCW Veiligheid Vernieuwd werkvergunningensysteem Arbeidsmarkt Aad van Troost over zijn werk bij ExxonMobil Reactie Peter Nieuwenhuizen reageert op Van Dieren Uitgelicht Groene CO2 bij BioMCN Onderwijs Minister verlengt maintenance-opleidingen VNCI Nieuws Mensen VNCI Online Colofon
20
Twee kansrijke biobased richtingen: recycling hoogwaardige grondstoffen en organisch afval omzetten in chemische producten
september 2017 Chemie Magazine 5
De dubbele Radar uppercut
Magnetrol
®
Complete Radar Oplossingen Reken op de prestaties van de zwaargewichtkampioenen in golfgeleide en contactloze radar om al jouw niveau controle uitdagingen uit te schakelen.
radar.magnetrol.com
magnetrol.com • +32-(0)52-45.11.11 • info@magnetrol.be
© 2016 Magnetrol International, Incorporated
Voorwoord
URGENTIE De klimaatverandering stelt ons voor grote opgaven. Zelfs als we de opwarming van de aarde weten te beperken tot 1,5 à 2 graden Celsius, leidt dit toch nog tot een merkbare verhoging van de zeespiegel, en verandering van het weerbeeld, waarbij stormen, regenval en droogteperiodes heftiger worden. Nederland is daarom sinds 2010 begonnen met het Deltaprogramma, een groot investeringsprogramma dat erop gericht is om Nederland klimaatbestendig te maken. Hoe je het ook wendt of keert, dit soort investeringen zijn noodzakelijk geworden als we in Nederland waterveilig willen blijven wonen. Die constatering heeft ons een les voor de toekomst geleerd: als we nu investeren in het voorkomen van verdere opwarming van de aarde, hoeven we later niet nog duurdere bescher-
mingsmaatregelen te nemen. Het Parijse klimaatakkoord is juist daarop gericht. Dat betekent voor ons als chemische industrie dat we moeten investeren in industrie met een lage CO2-emissie en in verbeterde producten. Als dat breed en wereldwijd gebeurt, zal dat de maatschappij overall minder kosten. Hoe we de verdeling van de kosten en de baten van zo’n megaoperatie regelen, is nog wel een ingewikkelde puzzel, maar dat mag ons niet ervan weerhouden om alvast de noodzakelijke stappen te nemen. Innovatie om te zorgen dat de juiste technologie beschikbaar is, is zo’n stap. In dat licht begrijp ik de roep van Emmo Meijer in het interview op pagina 16 om nog grotere urgentie voor klimaatinnovatie. Colette Alma, directeur VNCI
EVENEMENTEN 25-28.9 StartupFest ‘New materials’ Dagelijks events die focussen op startups in duurzame voeding, circulaire chemische industrie en energieopslag. Partners: AkzoNobel, Corbion, FrieslandCampina en ChemieLink. Locatie: Plant One, Rotterdam Organisatie: InnovatieLink 27.9 WE CARE Netwerkborrel N.a.v. 25 jaar Responsible Care in Nederland, met onder meer de drie actielijnen die dit jaar worden uitgewerkt om invulling te geven aan een duurzame toekomst. Locatie: Hortus Botanicus in Leiden. Organisatie: VNCI
28.9 Workshop Procesveiligheid Workshop voor VNCI-lidbedrijven waarin gekeken wordt welke vervolgstappen nodig zijn om de veiligheidsprestatie in de branche verder te verbeteren. Locatie: VNCI, Den Haag Organisatie: VNCI 12.10 Industrial Morning De Industrial Morning op de Vakbeurs Energie wordt dit jaar ingevuld door de VNCI, met een preview van de plannen voor de energietransitie en een aantal innovaties in de praktijk. Locatie: Brabanthallen, Den Bosch Organisatie: Vakbeurs Energie
2.11 Veiligheidsdag Veiligheid Voorop In het kader van leren van elkaar heeft deze vijfde editie van de Veiligheidsdag een link met de lucht- en ruimtevaart en is André Kuipers een van de sprekers. Locatie: AkzoNobel, Arnhem Organisatie: Veiligheid Voorop VERGADERINGEN VNCI 22.9 Dagelijks Bestuur 22.9 MKB Kopgroep 27.9 BG Energie en Klimaat 3.10 WG Juristen 7.10 WG RC Global Charter
COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN september 2017 Chemie Magazine 7
HET WAARDEVOLLE VERSCHIL IN BODEM- EN WATERKWALITEITSZORG!
Milieu & Water
Verhoeve Milieu & Water is een innovatief uitvoerend bedrijf gericht op het uitvoeren van bodem- en waterkwaliteitszorg. Onze primaire taak is het ontzorgen van onze opdrachtgevers op het vlak van realisatie, service en onderhoud aan diverse waterbehandelingsinstallaties.
Service & Onderhoud
VerhoeVe Milieu & Water Nederland Aventurijn 600 • NL-3316 LB Dordrecht T +31(0)78 652 00 70 • www.verhoevemw.com • www.verhoeve-so.com
HIT_Versie1_HighRes.pdf
1
22/01/14
21:37
raad niet naar
m-tech is gespecialiseerd in :
C
M
Y
UW KOSTEN
CM
MY
CY
CMY
K
Laten we ervoor zorgen dat u uw kosten voor inkoop, mengen,
– – – – – – – – – – – –
Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming
Nederland Belgiëen naleving van wetgeving tot bewerken, afvullen, verpakken, transport
in elk gewenst detail kunt beheren. Zo weet u waarGent u uw marges kunt Dordrecht Roermond Brussel Hasselt Namen verbeteren en uw onderneming competitiever maakt. Pieter Zeemanweg 155 Produktieweg 1g Clovislaan 82 Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 3316 GZ Dordrecht 9032 Gent 3500 Hasselt 5004 Namur 6045 JC Roermond 1000 Brussel
T +31 475 420 191 T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65T. T+32 +32 99216336 80 0039 T42 +32 11 223 240 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be info@m-tech.be
info@harmonize-it.be www.harmonize-it.be
m-tech_2014_scm_adv180x132_rev_adres.indd 1
T +32 81 226 082 info@m-tech.be
ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE
www.m-tech-nederland.nl
9/09/14 21:37
Actueel
MEST ALS WAARDEVOLLE GRONDSTOF
FOTO: SHUT TERSTOCK
VNCI FACILITEERT ONDERLINGE VERDELING ENERGIEOVERSCHOTTEN
Wageningen Environmental Research bewees onlangs dat ook het terugwinnen van fosfor uit dierlijke mest in het lab en op kleine schaal werkt. Van stikstof en kalium was dat al bekend. Of dit in de praktijk ook grootschalig een succes is, gaan Wageningse onderzoekers nu in het EU-onderzoeksproject SYSTEMIC uitzoeken.
H
et idee is om uit mest nutriënten terug te winnen en het water te verwijderen. De teruggewonnen nutriënten worden zodanig bewerkt dat ze dezelfde effectiviteit bieden als minerale NPK-meststoffen (die stikstof, fosfor en kalium bevatten), geproduceerd van aardgas of fossiele ertsen. De moeilijkheden bij het ontwerpen van een dergelijk proces zijn de wisselende samenstelling van de mest, de beheersing van de kwaliteit en de beheersing van de kosten. “We hebben als uitgangspunt de prijs genomen die een varkensboer nu betaalt om van z’n mest af te komen, 20 tot 25 euro per kuub”, stelt SYSTEMIC-coördinator Oscar Schoumans. “Dat gaat nu vooral op aan transport- en afzetkosten. Als je proces minder dan 20 euro per kuub kost kun je quitte draaien.” De pilot vindt plaats bij Groot Zevert Vergisting in Gelderland. Eerst wordt door vergisting biogas gewonnen, dat via een pijpleiding naar de nabijgelegen Campina-fabriek wordt getransporteerd. Het resterende digestaat wordt gescheiden in een fosfaatrijke dikke fractie en een stikstof-kaliumrijke dunne fractie. In verschillende stappen worden microdeeltjes, ammoniumsulfaat (stikstof) en kalium uit de dunne fractie weggevangen. Het overgebleven water is zo schoon dat het op het oppervlaktewater geloosd mag worden. Uit de dikke fractie wordt calciumfosfaat teruggewonnen. Dat zou, net als de stikstof- en kaliumfracties, weer in kunstmest, en wellicht op termijn ook in veevoer verwerkt kunnen worden. Wat overblijft is een fosfaatarme meststof, geschikt voor de landbouw. Binnen SYSTEMIC starten nog vier pilots, in het Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland en Italië. De pilots moeten uitwijzen of een dergelijk proces, dat voor een paar kuub mest of slib per keer aantoonbaar werkt, ook is op te schalen naar 50.000 tot 200.000 ton. Wageningen Livestock Research onderzocht in het ‘Mest Vol Waarden’onderzoek of uit mest ook hoogwaardige componenten, die meer waard zijn dan het op zich goedkoop te produceren fosfor, stikstof en kalium, gehaald kunnen worden. “In de agrarische sector doen verhalen de ronde dat er een goudmijn aan waardevolle componenten in mest zit”, zegt projectleider Nico Verdoes. Een eerste studie leverde een rij componenten op die mogelijk geld waard zijn, zoals aminozuren, organische stof, zware metalen zoals zink, vluchtige vetzuren en hormonen. Het merendeel viel echter in een vervolgstudie af. “Hormonen en zware metalen brengen wel geld op, maar de concentraties zijn zo laag dat het economisch onrendabel is om ze uit mest te winnen.” Mineralen als stikstof, fosfor en kalium zijn volgens Verdoes met de huidige technologie nog niet winstgevend voor een boer, maar wellicht wel via grootschalige mestverwerking. “Ik wil niet te veel vooruitlopen op de uitkomsten van het onderzoek, maar er zijn een paar stoffen die je wellicht wel economisch rendabel uit mest kunt halen.” p
Bedrijven die deelnemen aan het MEEconvenant mogen energie-overschotten en -tekorten onderling verevenen, mits hiervoor in de EEP’s van de betreffende bedrijven afspraken worden gemaakt. Via het ledennet van de VNCI kunnen bedrijven met elkaar in contact treden.
A
lle bedrijven die deelnemen aan het MEE-convenant dienen per 1 november een aanvullend energie-efficiencyplan (EEP) op te stellen en in te dienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Dit plan moet voor RVO.nl inzichtelijk maken hoe ieder bedrijf invulling geeft aan zijn deel van de 9PJ extra energiebesparing tot 2020 die overeengekomen is in het kader van het Energieakkoord. Bedrijven kunnen energie-overschotten en -tekorten onderling verevenen, mits de afspraken hierover terug te vinden zijn in de EEP’s van de betreffende bedrijven. De VNCI faciliteert lidbedrijven hierin door op haar ledennet de mogelijkheid te bieden om met elkaar in contact te treden. Via dit Platform Energiebesparing kunnen lidbedrijven die een grotere besparing weten te realiseren dan strikt noodzakelijk, en dus een energie-overschot hebben, dit aan andere lidbedrijven kenbaar maken. Omwille van de mededingingsregels wordt er géén aanvullende informatie over de omvang van het overschot of gevraagde prijs verstrekt. Het is aan de vragende partijen zich kenbaar te maken bij een of meerdere aanbieders en daarmee rechtstreeks in gesprek te gaan. Gezien de deadline van 1 november is het zaak dat bedrijven die hun overschot willen aanbieden zich snel kenbaar maken, zodat er nog voldoende tijd is om tot een onderlinge match te komen. Het platform is te vinden op www.vnci.nl, thema Energie & klimaat (alleen zichtbaar voor VNCI-leden). Heeft u interesse maar bent u geen lid van de VNCI? Neem dan contact op met Reinier Gerrits, hoofd Energie & klimaat: gerrits@vnci.nl p september 2017 Chemie Magazine 9
Zaken doen in Zuid-Korea?
investKorea.org
In de afgelopen decennia heeft Zuid-Korea zich getransformeerd tot een technologisch zwaargewicht op het gebied van petrochemie. De Zuid-Koreaanse petrochemische industrie beschikt in dit veld over ’s werelds vierde grootste productiecapaciteit en is zelfs derde als het gaat om de nationale productie. Wat betreft productiecapaciteit, is Zuid Korea daarnaast wereldwijd de vierde grootste producent van ethyleen, polyethyleen (PE) en polypropyleen (PP), na China, de VS en Saoedi-ArabiÍ. Nederlandse bedrijven willen vaak meeprofiteren van de huidige economische
ontwikkelingen in Korea maar vinden het nog steeds lastig om de eerste stappen te zetten, voornamelijk door gebrek aan kennis van lokale wet- en regelgeving. Waar kunt u dan terecht voor advies over uw project in Korea? Korea Trade & Investment
Promotion Agency Amsterdam is de ideale partner voor al uw zaken m.b.t. Zuid-Korea. U kunt terecht voor vrijblijvend gratis advies over uw investeringsproject, maar ook als het gaat om het aangaan van partnerships met Zuid-Koreaanse chemiebedrijven.
Bel met een van onze adviseurs via 020-7546905 of stuur een email naar ricardo@koreatradecenter.nl
Logi Label heeft oog voor kleur
Actueel
EX-TOPMAN DSM PETER ELVERDING OVERLEDEN Voormalig DSM-topman Peter Elverding is op 31 augustus op 68-jarige leeftijd overleden. Elverding stond van 1999 tot 2007 aan het roer van DSM en werd in 2005 verkozen tot topman van het jaar.
V
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE/OL AF KR A AK
oor DSM werkte Elverding, die rechten heeft gestudeerd, onder meer bij AkzoNobel en De Bijenkorf. Na DSM vervulde hij verschillende commissariaten, bij onder meer De Nederlandsche Bank en de Universiteit Maastricht. Ook was hij lid van het dagelijks bestuur van de Chamber of Commerce Nederland en had hij toezichthoudende functies bij onder meer de Nederlandse Gasunie, Q-Park, Océ, BAM, FrieslandCampina en ING. In 2007 werd hij onderscheiden tot Commandeur in de Orde van OranjeNassau voor zijn inzet voor de ontwikkeling van de Nederlandse en internationale chemische industrie. Elverding was vanaf 2004 ook president van Cefic en ICCA. In die tijd heeft VNCI-directeur Colette Alma hem leren kennen. Zij zegt de wijsheid te bewonderen waarmee hij bij Cefic toen het ‘Chemistry for Europe’-project tot een succesvol resultaat heeft geleid. Dit project had tot doel om het Cefic-netwerk efficiënter en effectiever te maken. Elverding begon bij DSM in 1985 als directeur Personeel bij DSM Resins Zwolle en DSM Research. Daarna was hij hoofd P&O voor heel DSM. In 1995 werd hij tot lid van de raad van bestuur benoemd en in 1999 tot CEO/voorzitter van de raad van bestuur. Hij was betrokken bij enkele grote veranderingen, zoals de verkoop van de petrochemische activiteiten aan SABIC en de overname van Roche Vitamins & Fine Chemicals, nu de kern van DSM Nutritional Products.
Elverding werd in 2007 onderscheiden voor zijn inzet voor de Nederlandse en internationale chemische industrie.
“Terwijl DSM steeds meer een wereldwijd concern werd, behield hij een diepe waardering voor duurzaamheid, de people-planet-profit-benadering en het erfgoed van DSM”, zegt DSM-topman Feike Sijbesma. Hij prijst Elverdings visie, leiderschap en de langetermijnvisie tijdens de transformatie die het bedrijf in die jaren onderging. “Een diepe denker met een zachte manier van praten, waardoor je alles wilde horen wat hij zei, want wat hij zei was altijd de moeite waard”, zo omschrijft Sijbesma hem. “Hij was erg geliefd en gerespecteerd, zowel binnen DSM als daarbuiten. We herdenken hem met veel respect, genegenheid en dankbaarheid voor zijn visie, zijn toewijding en zijn menselijkheid. Hij zal zeer gemist worden.” p
PLA VAN GECERTIFICEERD SUIKERRIET Total Corbion is begonnen met de levering van polymelkzuur-bioplastic (PLA) van gecertificeerd suikerriet. De grondstoffen voldoen aan de Chain of Custody-certificeringseisen, wat betekent dat de telers werken volgens principes van duurzame landbouw en dat de herkomst volledig transparant is.
De joint venture Total Corbion werd eind 2016 opgericht door de twee naamgevende bedrijven en is gevestigd in Nederland. Om uitbreiding mogelijk te maken, bouwt het bedrijf in Thailand een nieuwe fabriek met een productiecapaciteit van 75.000 ton per jaar. PLA is een biobased en biologisch afbreekbaar polymeer op basis van sui-
ker of zetmeel, dat via fermentatie in melkzuur kan worden omgezet. PLA wordt vooral toegepast in verpakkingsmateriaal voor voedingsproducten en in wegwerpbestek en -textiel. Verder vindt het product zijn weg ook naar de olie- en gasindustrie, de elektronicasector, de auto-industrie en het 3D-printsegment. p september 2017 Chemie Magazine 11
Organised by EASYFAIRS
VA KB EU RS
Dé Nederlandse vakbeurs voor technologie en innovatie in pompinstallaties en industriële componenten
SCHRIJF JE NU IN
Gelijktijdig met:
www.easyfairs.com/pumps-nl
PV17_185x130_Adv_VNCI_Schrijf.indd 1
02/08/17 14:33
SPECIALIST IN TEMPERATUURBEHEERSING VOOR UW PROCES Advies op maat, ruim aanbod chillers uit voorraad leverbaar, capaciteit variërend van 0,9 kW tot 2,4 MW.
VERHUUR • VERKOOP • SERVICE 24/7 +31 (0)88 - 258 2580 info@icscoolenergy.nl T HE TE M P E R AT URE CONTROL SPECIALISTS. V E R H U U R . V E R KO O P. S E R V I C E .
Opmaak advertentie Chemiemagazine-185 x 130.indd 1
W W W. I C S C O O L E N E R G Y. N L
15/05/2017 09:40
TWI TTER Martijn de Graaff @martijndegraaff De toekomst van de Nederlandse chemie - Suikers en hout, het nieuwe zwarte goud. https://lnkd.in/ grQbYjG https://lnkd.in/gBBHTku
Actueel
DG Bedrijfsleven en Innovatie Bertholt Leeftink en DG Energie Sandor Gaastra ontvangen uit handen van Manon Janssen (TS Energie), Amandus Lundqvist (TS HTSM), Emmo Meijer (TS Che-
KNCV @KNCVchemie De eerste genomineerde voor de Gouden Spatel 2016 is bekend: Yoeri Janssen! #KNCV #chemie #AvondvandeChemie Henk Brink @HenkBrinkDr Prachtig mooi bedrijf @ ProvDrenthe Trots !Morssinkhof produceert rPET-garen - Agro & Chemie Groene Courant @GroeneCourant Chemische industrie: uitstoot #broeikasgassen met 80 tot 95 procent verlagen http://groenecourant.nl/algemeen... @VNCI reporter_wimraaijen @wimraaijen Nederlandse machines en chemie zijn gewild https://www.trouw.nl... via @trouw RTL Z Geverifieerd account @RTLZ Orkaan Harvey is een fikse financiële aderlating voor de olie- & chemische industrie rondom Houston, waaronder Shell www.rtlz.nl/beurs/ bedrijven... Reinier Gerrits @ReinierGerrits #klimaatcavia @vnci @IPO regio’s willen zowel het energie- als grondstoffengebruik voor chemie verduurzamen in kader van Parijs ambities
mie) en commissievoorzitter Richard van de Sanden het advies.
TOPSECTOREN ADVISEREN NATIONALE AANPAK ELEKTROCHEMISCHE CONVERSIE
Om met behulp van Elektrochemische Conversie & Materialen de transitie naar een duurzaam energie- en grondstofsysteem te versnellen, is een nationale meerjarige aanpak nodig. Dat staat in het advies ‘Elektrochemische Conversie & Materialen – Naar een CO2-neutrale energievoorziening in 2050’ van de Topsectoren Energie, HTSM en Chemie.
E
lektrochemische Conversie & Materialen (ECCM) bevat de sleutel tot het opslaan van hernieuwbare elektriciteit. Dit legt de basis voor toekomstige, duurzame, synthetische energiedragers en materialen, die op verschillende manieren een bijdrage kunnen leveren aan een duurzame energievoorziening en industrie. De Topsector-boegbeelden Manon Janssen (Energie), Amandus Lundqvist (HTSM) en Emmo Meijer (Chemie) en commissievoorzitter Richard van de Sanden boden het advies op 12 september gezamenlijk aan aan de directeuren-generaal Bertholt Leeftink en Sandor Gaastra van het ministerie van Economische Zaken. Het advies bevat aanbevelingen ten aanzien van governance, regelgeving, onderwijs en onderzoek & ontwikkeling, en adviseert bovenal een nationale aanpak in de vorm van een meerjarig publiek-privaat programma. “Het is duidelijk dat afzonderlijke marktpartijen niet in staat zijn zonder coördinatie een collectieve doelstelling te realiseren. Daarvoor is het systeem te complex”, aldus commissievoorzitter Van de Sanden. “Een belangrijke voortrekkersrol van de overheid ligt daarom voor de hand.” De beide DG’s zijn blij met dit rapport en vragen de Topsectoren de voorstellen verder in concrete programma’s uit te werken: “Nederlandse industriële bedrijven moeten kunnen concurreren met buitenlandse producenten die goedkope fossiele energie gebruiken. Met elektrochemische oplossingen kunnen we die goedkope duurzame elektriciteit opslaan en vooral ook gebruiken voor de verduurzaming van de industrie. ECCM levert hier een belangrijke bijdrage aan. Deze transitie kunnen we niet alleen vormgeven, de verduurzaming van de industrie vereist een gezamenlijke inspanning van bedrijfsleven, wetenschap en overheden. Die samenwerking is het uitgangspunt van onze Topsectoren, zij zullen ons helpen deze uitdaging aan te gaan. ” p
Het rapport is te lezen via www.co2neutraalin2050.nl
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). september 2017 Chemie Magazine 13
Process Automation Solutions is een wereldwijd opererende , merkonafhankelijke Solution Provider. Met meer dan 1200 medewerkers ontwerpen en realiseren wij uw proces controle systemen, (DCS) veiligheidssystemen (SIS) en historians (MES) Process Automation Solutions Nikkelstraat 2 4823 AB Breda, Nederland Phone +31 (0) 76 58 76 738 www.pa-ats.com/nl/ Info.nl@pa-ats.com
Tankmarkering
Visit our website:
Process Automation Solutions NV Schaarbeekstraat 23C 9120 Melsele, BelgiĂŤ Phone +32 (0) 37 109 970 www.pa-ats.com/be/ Info.be@pa-ats.com
Overzichtsborden
BLOMSMA-SAFETY.COM
Leidingmarkering
Process Automation Solutions NV Avenue Flemming 12 1300 Wavre, BelgiĂŤ Phone +32 (0) 10 309 180 www.pa-ats.com/be/ Info.be@pa-ats.com
Veiligheidssignalering
Total Project Service
Innovatie
LIGNINE WORDT SCHEEPSBRANDSTOF Na een lang ontwikkelingsproces door Chemelot InSciTe (Chemelot Institute for Science & Technology) wordt lignine binnenkort op commerciële schaal verwerkt tot een olieachtig product. Onderzoekers van het Lignin RICHES-project werken aan de finetuning van een thermokatalytisch chemisch proces dat is ontwikkeld door de TU Eindhoven.
D
e olie die wordt geproduceerd uit lignine (Crude Lignin Oil, CLO) zal worden gebruikt als brandstof voor schepen en boten. Deze olie is duurzamer dan de bunkerbrandstoffen die momenteel worden gebruikt en die een hoog zwavelgehalte hebben. CLO kan net als fossiele aardolie worden omgezet in andere waardevolle producten, zoals octaan-verhogende additieven voor benzine, fenol en verschillende polymeerharsen. De onderzoekers van InSciTe werken in hun zoektocht naar een biobased zware stookolie al een aantal jaar samen met onder andere een rederij en een bedrijf dat scheepsmotoren ontwerpt. “Lignine is een bijproduct van de productie van tweedegeneratie-bio-ethanol”, vertelt Michael Boot van de TU Eindhoven, de leider van het Lignin RICHES-project. “Normaal gesproken wordt deze stof verbrand. Maar als lignine wordt omgezet in CLO en wordt gebruikt als alternatief voor de duurdere en veel vervuilendere bunkerolie, levert dat naar schatting een verviervoudiging van de economische waarde van lignine op.”
Michael Boot van de TU Eindhoven leidt het Lignin RICHES-project.
Er wordt nog hard gewerkt om het raffinageproces te finetunen om de efficiëntie verder te verbeteren en de kosten te verlagen. Op dit moment wordt onderzoek gedaan met variabelen zoals procestemperatuur, oplosmiddelconcentratie, katalysatorconcentratie en verblijfstijd, om een olie te produceren met de juiste eigenschappen en viscositeit om door een leiding te kunnen worden gepompt en te worden verbrand in een scheepsmotor. De CLO zal daarna verder worden getest in een proeffabriek, die in 2018 operationeel zal zijn.
Het publiek-private partnerschap InSciTe is opgericht door DSM in samenwerking met de TU/e en Universiteit Maastricht, met steun van de provincie Limburg. InSciTe beschikt over eigen laboratoria, testfaciliteiten en kantoorruimtes op de Brightlands Chemelot Campus. Het Lignin RICHES-project is onderdeel van de grotere samenwerkings verbanden BIOHArT en SCeLiO-4B. p Meer informatie: www.chemelot-inscite. com/en/project/lignin-riches
DRIE FINALISTEN NORTHERN ENLIGHTENMENTZ Drie finalisten telde de Northern Enlightenmentz-verkiezing: BioMCN, HeatMatrix in een samenwerking met Lubrizol, en ESD-SIC samen met ENGIE. De winnaar mag zich een jaar lang het meest lichtende voorbeeld voor een duurzame industrie in Noord-Nederland noemen.
B
ioMCN produceert extra groene methanol door CO2 aan zijn restgas waterstof te binden. HeatMatrix wint warmte terug uit rookgassen. Het bedrijf heeft een warmtewisselaar van kunststof gemaakt die zelfs in de corrosieve omgeving van CPVC-fabrikant Lubrizol blijft staan. De derde finalist
is de combinatie van siliciumcarbideproducent ESD-SIC en energiebedrijf ENGIE. Zij zijn een unieke samenwerking aangegaan waarin ENGIE mag bepalen wanneer ESD-SIC wel of niet produceert. De Northern Enlightenmentz is in het leven geroepen om de noordelijke provincies te inspireren bij het toepassen van hoopgevende innovaties en is bedoeld om innovaties en processen die de groene industriële revolutie bevorderen, een duwtje in de rug te geven. p Zie voor de winnaar: www.petrochem.nl/eemsdeltavisie-2017 september 2017 Chemie Magazine 15
BOEGBEELD EMMO MEIJER: WE MOETEN KLIMAAT VEEL SERIEUZER NEMEN
‘HET IS TIJD VOOR EEN GROTE KLAP OP TAFEL’ Emmo Meijer volgde afgelopen voorjaar Gerard van Harten op als boegbeeld van de Topsector Chemie. Meijer, voorheen R&Ddirecteur van Unilever en FrieslandCampina en chief technology officer bij DSM, pleit voor duidelijk leiderschap in de chemie en radicalere innovatieprogramma’s. “Ik zou mezelf zien als falend als er binnen vier tot vijf jaar geen innovatie-portfolio is die radicaler gericht is op verduurzaming.” Tekst: Henk Engelenburg
aanzien van de chemie. Dat lijkt, zacht uitgedrukt, niet best. Daarmee ontstaat een paradox: die onbegrijpelijke chemie is voor diezelfde consument en de samenleving tegelijkertijd ‘ongelooflijk belangrijk’. De combinatie van Rotterdam, chemieclusters Chemelot, Ruhrgebied en Vlaanderen is een van de grootste chemische industriele complexen ter wereld, met honderden miljarden aan geïnvesteerd vermogen. Alleen al in Nederland goed voor een directe werkgelegenheid voor tienduizenden hoogopgeleide mensen, vermeerderd met een factor vier als de toeleverende industrie wordt meegerekend. Hier valt niets op af te dingen, stelt Meijer, “maar voor de burger is dat niet genoeg. Het negatieve sentiment in de maatschappij en de duurzaamheidsdoelen van Parijs en nationaal, dwingen ons als sector om veel serieuzer en radicaler werk te maken van de verduurzaming.”
Chemie zit achteruit
E
mmo Meijer noemt zich ‘een chemicus in hart en nieren’, die jarenlang leiding heeft gegeven aan het onderzoek van DSM en vervolgens sterk is beïnvloed door zijn jaren bij Unilever en FrieslandCampina. “Een geweldige blikverruiming”, zegt hij. “Fascinerend wat gedragspsychologen allemaal weten van consumentengedrag. Neem de weidemelk en de beelden van gelukkig huppelende koeien in de wei. Rationeel gezien totale onzin, maar de consument betaalt graag voor de beleving.” De ruim tien jaar consumentenervaring bij Unilever en FrieslandCampina hebben hem geleerd dat de business-to-businessomgeving van de chemische industrie onvoldoende voeling heeft met de wijze waarop de consument de chemie beleeft. De sector vaart in de communicatie met de ‘buitenwereld’ op ratio en inhoud, terwijl de consument de chemie beleeft als een mysterieus, onbegrijpelijk industrieel complex. Het gevolg, op zijn minst, is miscommunicatie. Meijer: “Ik pleit ervoor om uit ons rationele framework te stappen en de emotionele ondertoon van de consument te honoreren.” Hij is bezorgd over het sentiment in de maatschappij ten
16 Chemie Magazine september 2017
Het nieuwe boegbeeld pleit voor meer urgentie, grote programma’s, daadwerkelijke initiatieven. “Het is 2030 en 2050 voor je het weet. De chemie zit nogal achteruit. Ik heb de indruk dat de bestuurders het wel prima vinden zo en denken: we zien wel wat er van die doelstellingen komt, als het maar niet raakt aan onze businessmodellen, want die kunnen we niet zomaar veranderen.’’ Met die houding komt de sector in het verdomhoekje, stelt hij, verwijzend naar de energiesector. Wat zich daar afspeelt noemt hij alarmerend voor de chemie. “De RWE zag de Energiewende niet aankomen en betaalde in een klassiek investeringsmodel de hoofdprijs voor Essent. Dat mag ons toch niet gebeuren? Wie had een paar jaar geleden gedacht dat de zeer efficiënte kolencentrales gesloten zouden worden? Niemand. Zo kun je ook naar de chemie kijken. Als we de urgentie van de duurzaamheidsdoelen niet veel serieuzer gaan nemen, kan maatschappelijke druk leiden tot maatregelen die de bedrijven beter proactief kunnen nemen, op een betere manier. Of erger, dat het aankomt op sluiting van chemische en petrochemische installaties met een grote footprint. Als we niet radicaal verduurzamen, verliezen we onze license to operate.”
Moed
Er is volgens Meijer geen tijd te verliezen, want de grote investeringen van nu ‘werken door tot 2050 en daarna’. Met inachtneming van afschrijvingstermijnen kunnen e
Topsector
FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN
Emmo Meijer: ‘Wie klassiek door investeert, loopt in een val. Je moet nu herpositioneren en acteren.’
‘Stap uit je rationele framework en verdiep je in de emotionele wereld van de consument’ september 2017 Chemie Magazine 17
‘Als er één land is dat vorm kan geven aan de verduurzaming, is het Nederland’
grote, nieuwe investeringen uitsluitend worden gezien door de duurzaamheidsbril van 2050. “Wie klassiek door investeert, loopt in een val. Je moet nu herpositioneren en acteren.” Meijer kent het argument dat bestuurders van de meeste chemiebedrijven in Nederland geen vuist kunnen maken omdat hun hoofdkantoor in het buitenland staat. “Maar ook een bestuurder hier kan aan de buitenlandse stakeholders duidelijk uitleggen dat het spel in Nederland anders gespeeld wordt en dat de license to operate én het geïnvesteerd vermogen op het spel staan. Er is wellicht moed voor nodig, maar die opdracht ligt er wel.” Meijer kent ook het argument van de ongelijkwaardige internationale concurrentieverhoudingen. Europese en mondiale afstemming van klimaatmaatregelen zijn volgens hem zeker aan de orde, maar de sector kan het argument niet voortdurend als een soort voorwaarde voor verduurzaming hanteren. Het is aan dovemansoren gericht, omdat maatschappelijke en politieke krachten niet focussen op de positie van de industrie, maar op de urgentie van klimaatverandering. “Want de visie op de verduurzaming is heel helder. Of we nu in een mondiaal speelveld zitten of niet, laten we niet steeds met dat soort argumenten op tafel komen, anders komt er niks van de grond. Hetzelfde geldt voor de juiste CO2-prijs. Die laat op zich wachten, maar intussen kun je je innovatieprojecten wel al doorrekenen op een CO2-prijs waarin de milieueffecten zijn meegenomen. Dan zit je alvast in de goede beweging.”
Afbreukrisico
De ‘Routekaart 2050’, waar de VNCI momenteel aan werkt, is toch een bewijs van de duurzaamheidsinspanningen? Meijer hoopt dat ‘iedereen die daar zijn handtekening onder zet’, zich ook daadwerkelijk committeert: “Anders is het een loos gebaar.” Maar hij hoort de tegengeluiden nu al: “‘We doen toch al van alles?’ Prima, maar het daadwerkelijk realiseren van de grote, noodzakelijke initiatieven, dat is een ander verhaal.” 18 Chemie Magazine september 2017
De overheid dan, die moet toch eindelijk eens over de brug komen met investeringsondersteuning? Meijer erkent dat de overheid al langer niet veel te bieden heeft op dit punt. “Maar moeten we steeds wijzen naar de overheid als er iets moet gebeuren, zoals de agrarische sector vaak doet?”, vraagt hij retorisch. “De overheid kan regisseren en faciliteren, maar de industrie is aan zet.” Meijer refereert aan de ‘prima winsten’ die de chemieconcerns recent hebben gerapporteerd. Hij spreekt van ‘gouden tijden’ en van een ‘cashberg’ en vreest dat die positie acquisities uitlokt. “De bedrijven durven niet ruimschoots te investeren in toekomstige duurzaamheid, terwijl het afbreukrisico van een acquisitie vele malen groter is.”
Topmensen om tafel
De overheid heeft volgens Meijer een behoorlijke draai gemaakt met duurzaamheid. Maar de slagkracht die nu nodig is moet niet van de overheid maar van de sector zelf komen. “Zoals eind jaren negentig. Met de oprichting destijds van de technologische topinstituten zoals het Dutch Polymer Institute, maakten de CEO’s van de chemiebedrijven een handshake deal. Ze wisten niet eens precies wat er programmatisch moest gebeuren, ze legden gewoon in. Daarom moet verduurzaming bij de top beginnen. Eigenlijk is de VNCI bij uitstek het platform om de topmensen om de tafel te brengen en voor elkaar te krijgen dat de bedrijven in onze sector echt gaan investeren en niet zo armoedig blijven doen.” De terughoudendheid en benardheid signaleert Meijer ook in het mondjesmaat bijdragen van de chemiebedrijven aan de Topsector. “Vergeleken met de R&D-uitgaven van de chemiebedrijven zijn hun financiële bijdragen aan de Topsectorprojecten peanuts. Alsof het een soort afkoopregeling is om betrokken te zijn en niet verguisd te worden.” Meijer ziet dezelfde houding ten aanzien van onder meer biomassa voor materialen. De doelstelling 15 procent biomassa in 2030 gaat volgens hem niet lukken met de huidige initiatieven. Hij constateert dat de bedrijven op elkaar en op de overheid zitten te wachten. De drempelinvestering voor bijvoorbeeld grootschalige toepassingen moeten de grote bedrijven gewoon nemen. “Je kunt niet zeggen: we kijken weleens in het rond wie er gaat meebetalen en wanneer de overheid eens wat doet.”
Conservatisme
De Nederlandse chemische industrie is overigens geen uitzondering. Meijer ziet dezelfde passiviteit in Duitsland, Frankrijk en België. “De hele Europese chemie is conservatief in de benadering van verduurzaming.” Een verklaring ziet hij in het gegeven dat de chemische industrie altijd heeft geëxcelleerd in procesontwikkeling en procesoptimalisatie binnen de bekende businessmo-
Topsector
Emmo Meijer (1951) studeerde chemie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, waar hij in 1979 promoveerde. Hij werkte vervolgens bij DSM in verschillende functies in research en business management en werd uiteindelijk chief technology officer. Daarna werkte hij als directeur R&D bij Unilever en FrieslandCampina. Sinds 1 april is hij boegbeeld van de Topsector Chemie. Het Topteam bestaat verder uit Bert Weckhuysen (onderwijs), Bert Jan Lommerts (mkb) en David Pappie (overheid). Daarnaast is Meijer onder andere lid van de raad van bestuur van de KU Leuven, voorzitter van de raad van toezicht van de Universiteit Utrecht, raadslid van de AWTI en bestuursvoorzitter van TKI Agri & Food.
dellen. Het roer omgooien staat daar haaks op. “Als je ergens geweldig goed in bent, ben je minder bereid om dat te veranderen.” Meijer kent die weerstand van zijn tijd aan ‘het innovatiefront’ van de chemie: nieuwe ontwikkelingen uit de koker van de R&D-afdeling worden vaak argwanend bekeken en stuiten op vooroordelen en ingebakken conservatisme. “Zo bedrijven wij chemie.” Zijn conclusie: zonder dekking van een aantal mensen hoog in de organisatie komt innovatie gericht op verduurzaming niet van de grond. Leiderschap en innovatie, die combinatie lijkt de toverformule. Meijer pleit daarom voor duidelijk leiderschap en voor meer radicale innovatieprogramma’s. “Ook de agenda van de Topsector Chemie bestond in de afgelopen periode vooral uit incrementele innovaties. Maar die gebeuren toch wel, daar heb je de Topsector niet voor nodig. Ik zou mezelf zien als falend als er binnen vier tot vijf jaar geen innovatie-portfolio is die radicaler gericht is op verduurzaming, tastbaar.” Meijer vreest een herhaling van ‘Avantium’, dat jarenlang bij de grote nationale bedrijven in de sector aan de deur heeft geklopt om deel te nemen in de grootschalige productie van de nieuwe biobased technologie. Vergeefs, terwijl de grote klanten als Coca-Cola en Danone zich al hadden gecommitteerd. “Avantium zet nu zijn
FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN
CV
fabriek in Antwerpen, hoe is het in vredesnaam mogelijk? Er zitten eminente onderzoekers achter die technologie en nog een heel scala andere duurzame technologieën. Het had een geweldig Nederlands initiatief kunnen zijn.”
Groot programma
Het ontbreekt volgens Meijer niet aan mogelijkheden, integendeel. Hij wijst op de potentie van nieuwe verdienmodellen zoals de circulaire economie, de verduurzaming van de energievraag, de grootschalige opslag van energie als oplossing van het wisselende energie-aanbod van windmolens en zonnepanelen. “De oplossing ligt vooral op het bordje van onze sector. Laten we er dan een groot programma van maken, waaraan partijen zich daadwerkelijk langdurig committeren.” Zo worden er nu binnen de Topsector Chemie ‘prachtige platforms’ ontwikkeld waar wordt gewerkt aan onder meer nieuwe bouwstenen voor allerlei toepassingen, nieuwe chemie voor medicijnen, adaptieve materialen met totaal nieuwe functies, industrie 4.0 met slimme technologieën voor verdere procesoptimalisaties en biobased. “Hier zou je toch een groot privaat commitment mogen verwachten.” Het kennisniveau in de Nederlandse chemie is volgens Meijer op alle belangrijke velden ‘fenomenaal, absolute wereld-wereldtop’: procestechnologie, materialen, katalyse, meet- en regeltechniek. “Als er één land is dat vorm kan geven aan de verduurzaming, is het Nederland. Maar dan is het nu wel tijd voor een grote klap op tafel.” Meijer is zich ervan bewust dat sommigen zijn uitspraken hard en misschien onnodig vinden. “Ik bedoel het niet verwijtend en wil niet met het vingertje wijzen. Ik spreek vanuit het gevoel dat het anders misgaat. Het gevoel van urgentie moet naar een veel hoger niveau.” p september 2017 Chemie Magazine 19
DE TOEKOMST VAN DE NEDERLANDSE CHEMIE
AANVAL OP HET AFVAL
De Nederlandse chemie heeft veel plannen voor biobased pilotplants en demofabrieken. Maar wat zijn de 4 meest kansrijke richtingen? En welke uitdagingen spelen daarbij? Het tweede deel van een tweeluik (zie Chemie Magazine juli/augustus voor het eerste deel). Tekst: Inge Janse
3
VIA CIRCULAIRE ECONOMIE HOOGWAARDIGE GRONDSTOFFEN RECYCLEN
D
e derde beloftevolle richting voor de chemische industrie zit in de hoek van recycling. Want waarom zou je bijvoorbeeld plastic afval verbranden? Je kunt die gemengde polymeerstromen net zo goed afbreken tot kleinere moleculen en er nieuw plastic van maken. Onderzoekscentrum ECN experimenteert hiermee via vergassing, vertelt innovation manager gasification Berend Vreugdenhil. Hij licht toe: “Bij 750 graden Celsius breken we het plastic afval af tot de bouwstenen waaruit het ooit bestond,
20 Chemie Magazine september 2017
zoals etheen, propeen, butadieen, benzeen en tolueen.” Dat proces is handiger dan afval verbranden voor energie: “Door vergassing behoud je waarde, in plaats van dat je het vernietigt.”
Minder vervuiling
Een andere vorm van plasticrecycling vind je terug bij QCP (Quality Circular Polymers) in Geleen. Dit bijna zestigkoppige bedrijf zet 24/7 plastic afval om in nieuwe bouwstenen. QCP werkt hiervoor samen met SUEZ. Het afvalbedrijf (tevens aandeelhouder) levert gesorteerd plastic verpakkingsafval uit het Plastic Heroes-inzamelsysteem, zodat QCP geen tekort aan grondstoffen heeft. De plasticfabrikant vermaalt dat binnenkomende plastic, verwijdert metalen en andere vervuiling, en wast het dan stapsgewijs tot schone plastic snippers (zogeheten flakes), waar het nieuwe korrels van maakt. Volgens QCP zorgt deze aanpak niet alleen voor twintig keer minder
benodigde grondstoffen in vergelijking met plastics uit olie, maar ook voor slechts 25 procent van de CO2uitstoot en tien keer minder vervuiling van het ecosysteem in de grond. Sinds eind 2015 is de fabriek in bedrijf, waarin jaarlijks meer dan 35 duizend ton plastic afval omgezet wordt naar nieuwe plastic korrels.
Coca-Cola en Ikea
Een derde aanpak van slim hergebruik van plastic komt uit de koker van Morssinkhof Plastics, een familiebedrijf dat al meer dan vijftig jaar kunststoffen recyclet. Met meer dan vierhonderd medewerkers verwerkt het op acht locaties jaarlijks 225 duizend ton plastic afval tot opnieuw bruikbaar plastic granulaat. Die korrels gaan naar grote plasticfabrieken in Europa, die er nieuwe producten van maken. Voor frisdrankfabrikanten (waaronder Coca-Cola) verwerkt Morssinkhof bijvoorbeeld lege Nederlandse pet-statiegeldflessen. Het bedrijf
FOTO’S: GREENTOM
Duurzaamheid
Greentom maakt zijn kinderwagens van gerecycled kunststof van QCP uit Geleen.
wast, versnippert en smelt het materiaal, waarna het granulaat via een vacuümproces voedselveilig wordt gemaakt. Het resultaat: grondstof van 100 procent gerecyclede flessen voor nieuwe flessen. Ook Ikea behoort tot de klanten. De meubelgigant kocht begin dit jaar 15 procent van de Morssinkhof-aandelen, iets wat het bedrijf nooit eerder deed bij een plasticverwerker. Daarnaast maakt Morssinkhof van het plastic hogesterkte-polyestergaren in de voormalige AkzoNobelfabriek in Emmen.
Groene kinderwagens
Chemisch recyclen kent twee grote uitdagingen, vertelt ECN-innovatiemanager Vreugdenhil. Ten eerste ontbreekt het vertrouwen van de industrie. “In Nederland is verbranden een technologie die draait en meer dan voldoende capaciteit heeft. Een vergasser neerzetten die extra scheidingen uitvoert, betekent risico door hogere investeringen en
minder zekerheid dat je de feedstock kan claimen.” Twee: ontbrekend overheidsbeleid. “Het geeft vertrouwen als er beleid komt dat over meer nadenkt dan energie alleen, zoals bij SDE (Stimulering Duurzame Energieproductie – red.) het geval is. Ook chemicaliënproductie uit biomassa en afval moet een voordeel krijgen, inclusief de voorwaarde dat dit voor de lange termijn geldt.” QCP kent een andere uitdaging: het negatieve imago van gerecyclede producten. De plasticfabrikant spreekt daarom liever niet over recycling, vertelt Marcel van Enckevort, account & application development manager. Want hoewel zijn plastic kostencompetitief is, maakt onbekend snel onbemind. “Klanten zijn wel bereid om meer te betalen voor biobased producten, maar niet voor producten uit recycling. Negatieve ervaringen in het verleden zorgen voor veel weerstand. Terwijl er met virgin plastic steeds weer
‘Klanten zijn wel bereid om meer te betalen voor biobased producten, maar niet voor producten uit recycling’ nieuw plastic bij komt, ook al is het van biobased grondstoffen. Een fles uit suikerriet moet ook gewoon gerecycled worden.” QCP richt zich daarom op klanten die duurzaamheid belangrijk vinden, zoals Greentom, een fabrikant die zijn kinderwagens maakt van gerecycled kunststof uit Geleen. Ook producent van verpakkingsmaterialen Mauser is in zee gegaan met QCP, voor duurzamere ziekenhuis-afvalbakken. Daar loopt QCP alleen tegen een andere barrière aan: omdat de wetgeving achterloopt op de realiteit, mogen deze bakken niet zomaar de markt op, aangezien het om secundaire grondstoffen uit verpakkingsafval gaat. Van Enckevort benadrukt daarom het belang van een stimulerende en meedenkende overheid. Wel merkt hij dat diezelfde overheid versneld dit soort tijdelijke belemmeringen op wil heffen. Hij hoopt daarnaast op een gedifferentieerde verpakkingsbijdrage. Oftewel: hoe e
september 2017 Chemie Magazine 21
Waste2Aromatics onderzoekt of je uit suikerrijke afvalstromen zoals gft suikers kunt halen.
meer gerecyclede grondstoffen je inzet, des te minder je betaalt. “Dat maakt de incentive groter voor bijvoorbeeld grote brand owners om te kiezen voor een gerecyclede grondstof.” Mark Ruesink, productie- en innovatiedirecteur (r)Pet van Morssinkhof Plastics, klinkt het meest radicaal. Hij vindt dat het verbranden van plastic ‘stap voor stap’ verboden moet worden. “Dan komen er vanzelf meer toepassingen voor recycling. Het hele systeem gaat dan harder draaien.” Hij pleit daarom voor vier veranderingen in het huidige systeem. Eén: verhoog de recyclingdoelstellingen in de wet. Twee: zorg ervoor dat recycling financieel altijd interessanter is dan plastic verbranden. Drie: stimuleer de grote retailers, zoals supermarkten, om meer gebruik van gerecycled plastic te eisen van hun toeleveranciers. En vier: vraag van producenten om hun artikelen altijd geschikt te maken voor recycling. Vooral aan dat laatste kan Ruesink zich ergeren: “Plastic voedselverpakkingen, zoals schaaltjes voor vlees of kaas, bevatten een folie met daarin soms wel tien lagen kunststof. Daar is bijna niets meer mee te beginnen.” Zijn advies: “Begin met design for recycling, en combineer dat met doelstellingen van de overheid voor de industrie en de markt.” Zo zouden aanbestedingen van de overheid veel meer gericht moeten zijn op duurzaamheid: “Leg leveranciers bijvoorbeeld een hoger percentage verplicht gerecyclede producten op.”
22 Chemie Magazine september 2017
‘Door SDE+ wordt de mindere technologie nu bevoordeeld, terwijl wij juist innovatief zijn’
4
VAN ORGANISCH AFVAL NAAR CHEMISCHE PRODUCTEN
A
fvalverwerkers roepen het al jaren: afval bestaat niet. Ook in de chemie zien steeds meer ondernemers dat in. Zo vergisten bacteriën bij het Amsterdamse ChainCraft groente- en fruitresten tot 1000 ton vetzuren per jaar. Dit gebeurt in de mengcultuurfermentatie van een 6 miljoen euro kostende demonstratiefabriek. Normaal worden die zuren gemaakt door de palmolie- en petrochemische industrie. De Amsterdamse vetzuren, vier tot acht koolstofatomen, gaan momenteel vooral naar producenten van dierenvoeding. Zij hoeven zo minder antibiotica te gebruiken en verbeteren diergezondheid en -pres-
FOTO: SHUT TERSTOCK
Design for recycling
taties. En omdat er wereldwijd meer vraag dan aanbod is, heeft ChainCraft een afnamegarantie voor de demoplant. In 2021 moet er – als alles goed gaat – een full scale fabriek verschijnen. Het is nu vooral zaak om de afzetmarkt voor vetzuren te vergroten, vertelt mede-oprichter en -directeur Niels van Stralen. ChainCraft ontwikkelt daarom toepassingen voor de chemische industrie, zoals in coatings, smeermiddelen, weekmakers en gewasbescherming. Technisch moet dat geen probleem zijn, aangezien de vetzuren van ChainCraft identiek zijn aan die uit palmen fossiele olie. “Maar omdat het aanbod van vetzuren altijd beperkt was, werd dit nog niet op grote schaal gedaan. Het succes daarvan kan ons verhaal groot maken.”
Slepende trajecten
Een hindernis daarbij is de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie, SDE+. “Door de subsidies
1á2
± 10
Support overheid nodig
Cascadering groene grondstoffen
Duurzaamheid
VIER BELOFTEVOLLE ONTWIKKELINGEN GRONDSTOFFEN
PRODUCTEN
ORGANISCH ‘AFVAL’
CHEMISCHE PRODUCTEN
groente/fruitresten
GRONDSTOFFEN
PRODUCTEN
HOUTAFVAL
CHEMISCHE GRONDSTOFFEN
vetzuren
houtpellets
suikers
plastic afval
synthesegas & methanol
lingucellulose
ethanol & butanol
SUIKERS
FURANEN
suikerbieten & maïs
PEF
voor biogas zijn de prijzen voor groente- en fruitafval kunstmatig hoog geworden. Dat betekent dat de mindere technologie nu bevoordeeld wordt, terwijl wij juist innovatief zijn”, aldus Van Stralen. Hij verwacht daarom dat er een soortgelijke SDE+-subsidie voor materialen uit afval komt en is hoopvol dat dit ook gaat lukken. Enerzijds door de inzet van de VNCI, anderzijds omdat hij zelf ook is uitgenodigd om bij de Sociaal-Economische Raad zijn visie te geven. Daarnaast merkt hij dat er een algehele beweging richting biobased grondstoffen is. “En wij zitten in de goede hoek. Maar het zijn gewoon lange, slepende trajecten, terwijl het ons natuurlijk nooit snel genoeg kan gaan.”
Suikers uit afval
Een andere chemische benadering van organisch afval vind je terug bij het Shared Research Center Biorizon. Dit samenwerkingsverband onderzoekt via het project Was-
te2Aromatics of je ook suikers uit afval kunt halen, want dat is rijkelijk voorhanden en goedkoop. Het project – gecoördineerd door TNO en met onder meer de afvalindustrie en SABIC als partners – richt zich op vier suikerrijke afvalstromen: gft, zeefgoed, luiervulling en mest. Volgens Monique Wekking, senior business developer voor de duurzame chemische industrie bij TNO, neemt de animo voor afval als grondstof toe. Het huidige alternatief, afval als energiebron, is namelijk enkel mogelijk door SDE-subsidies. “Maar het is niet bekend hoe lang die regeling nog verlengd wordt, omdat het besef ontstaat dat afval als grondstof waardevoller is dan als brandstof. De afvalsector is zich daar al langer van bewust en wil graag bijdragen aan de circulaire economie door grondstofleverancier te worden.”
Pilotplant
Wel speelt wet- en regelgeving de
RECYCLING HOOGWAARDIGE RESTSTROMEN
plastic afval
kwalitatief plastic
ontwikkeling parten. “Afval mag niet zomaar de grens over of als grondstof dienen. We zijn beperkt in wat we kunnen doen. Zo hebben we tien maanden vertraging opgelopen omdat we afval niet mochten opsturen naar een proefinstallatie in het buitenland. Dat levert heel veel frustratie op en belemmert innovatie. De afvalindustrie baalt daar enorm van.” De discussie hierover loopt al jaren, maar er is nog geen vooruitgang zichtbaar. Toch houdt Biorizon vol, want zijn businesscase is veelbelovend. Momenteel bevindt het project zich op de schaal dat uit kilogrammen afval furanen gemaakt worden. De volgende stap moet een pilotplant zijn die tientallen kilogrammen per uur omzet. Tot het einde van het jaar maakt het consortium (geholpen door pilotbouwer Zeton) een design, inclusief businesscase. Het is vervolgens aan de industrie om te besluiten of de pilotplant gebouwd wordt. p
september 2017 Chemie Magazine 23
D P C (V
24 Chemie Magazine september 2017
17
NOBELE HOOFDEN
BEELD FERINGA TOEGEVOEGD AAN EREGALERIJ
Het portret (op de foto rechtsboven) is gemaakt door de kunstenaars Olivier van Herpt en Koos Breukel. Bij de onthulling benadrukte minister Bussemaker dat Ben Feringa anderen volop weet te inspireren en dat hij zelfs bij het maken van een bronzen hoofd werelden weet te verbinden: “Bij het maken van het portret hebben we alle facetten van OCW kunnen vieren. Het is een samensmelting geworden van kunst, creatieve industrie en wetenschap.” Bussemaker onderstreepte ook het belang van Feringa’s ambassadeurschap voor de wetenschap. Hij sluit met zijn moleculair onderzoek aan bij de ambities van de route ‘Oorsprong uit het Leven’ van de Nationale Wetenschapsagenda en blijft scholieren en studenten enthousiasmeren voor de wetenschap. “Feringa is een prachtige ambassadeur voor fundamenteel onderzoek, voor inspirerend onderwijs en voor de eeuwige zoektocht naar het onbekende.” p
Het is traditie bij het ministerie van OCW om iedere Nederlandse Nobelprijswinnaar te eren met een bronzen kop. Met het portret van prof. dr. Ben Feringa, die vorig jaar de Nobelprijs voor Scheikunde won, bestaat de eregalerij nu uit 17 hoofden.
Wetenswaardig
FOTO: ANP ROBIN UTRECHT / JULIA BR ABANDER
september 2017 Chemie Magazine 25
Pro Industry landelijk actief met 11 vestigingen. Vanaf 1 oktober ook in Goes!
Op zoek naar werknemers of een baan? Al meer dan 16 jaar werft en selecteert Pro Industry de beste vakmensen in de procesindustrie.
Onze accountmanagers kunnen u van het beste advies voorzien! Neemt contact op of kijk voor meer informatie op www.pro-industry.nl
Arnhem 026 744 07 44
Goes 0113 204 000
Haarlem 020 262 22 22
Oldenzaal 0541 201 000
Sittard 046 202 20 00
Breda 076 531 94 03
Groningen 050 205 22 22
IJsselstein 076 531 94 03
Rotterdam 010 707 01 00
Veghel 041 374 47 44
Zwolle 038 202 30 00
Veiligheid
RISICOBEHEERSING STAAT VOOROP
INDUSTRIE LANCEERT VERNIEUWD SYSTEEM VOOR WERKVERGUNNINGEN Leden van de regionale veiligheidsnetwerken en vertegenwoordigers van de olie- en gasindustrie hebben een vernieuwd en meer risicogebaseerd werkvergunningensysteem ontwikkeld. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
T
ien jaar geleden zag het eerste werkvergunningensysteem van ondernemersorganisatie Deltalinqs en de branchevereniging van de olie- en gasindustrie Nogepa het licht. Chemiebedrijven en contractors gebruiken werkvergunningen om ervoor te zorgen dat alle maatregelen zijn getroffen om medewerkers veilig aan een installatie te laten werken. Voor de olieen gasindustrie ligt het gebruik ervan vast in het Arbobesluit, voor de chemische industrie niet. Wel schrijft de NTA 8620 (Nederlandse Technische Afspraak) voor dat er een werkvergunningensysteem is. VNCI-leden, waaronder OCI Nitrogen, Dow, Shell en Emerald Kalama, participeerden in de werkgroep om tot het nieuwe systeem te komen. Volgens initiatiefnemers Frank Kasel (beleidsadviseur van Deltalinqs University) en Dirk van den Ottelander (Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging) waren er meerdere redenen voor een herziening. “Zo was er gebrek aan eenduidigheid in benamingen en inhoud van de diverse rollen”, legt Den Ottelander uit. “Wat bij het ene bedrijf de vergunningverstrekker heette, werd bij het andere bedrijf de vergunningverlener genoemd.
Daar kende men nog wel de rol van vergunningverstrekker als de persoon die de vergunning fysiek in het veld overdroeg.”
Veel discussie
“Daarnaast wilden wij de praktijkervaringen erin verwerken”, aldus Kasel. “Zo was er discussie ontstaan of de vergunning altijd op de werkplek moest worden overgedragen. Dat blijkt in de praktijk moeilijk uitvoerbaar. Uiteindelijk kwam de werkgroep met aanbevelingen die een risicogebaseerde aanpak voorstaan.” Verder waren er allerlei ontwikkelingen die om een kritische blik vroegen, zoals het gebruik van elektronische werkvergunningensystemen en addenda die in de loop van de tijd waren toegevoegd. In het vernieuwde systeem staat duidelijker omschreven welke stappen de betrokken partijen moeten doorlopen. Vooral de voorbereidingsfase is veel nadrukkelijker beschreven. “Dat is de sleutel voor een goede of slechte werkvergunning”, stelt Kasel. Ook zijn rollen en functies duidelijker beschreven. Er is volgens Den Ottelander veel gediscussieerd voordat iedereen op één lijn zat en hetzelfde begrip had bij de termen. “Dat illustreert hoe belangrijk en nodig het is geweest.
En hoe belangrijk het is dat bedrijven in hun werkproces aanhaken bij de definities.”
Aangescherpt
Het vernieuwde systeem stelt onderkennen van de risico’s centraal. De risico’s bepalen de zwaarte van de te nemen veiligheidsmaatregelen. Kasel: “Veel elementen zijn overeind gebleven. Het oude systeem heeft een bepaalde eenduidigheid gebracht. Deze lijn trekken wij met het vernieuwde systeem door. Alleen is het nu aangescherpt, duidelijker en met tien jaar praktijkervaringen aangevuld.” Ton Jeen (ExxonMobil), voorzitter van de Werkgroep Arbeidsveiligheid van de VNCI, juicht de aanpassingen toe, maar vraagt zich af wat de juridische status van het systeem is. “Moeten we het zien als een richtlijn?” Ook vraagt hij zich af in hoeverre de herzieningen corresponderen met de aanpassingen die sommige VNCI-leden recent hebben doorgevoerd in hun werkvergunningensystemen. “Het kan niet de bedoeling zijn dat zij het nu opnieuw moeten doen.” p
INFORMATIEBIJEENKOMST
Op 29 september organiseren ZW-MCV, Deltalinqs en Nogepa een bijeenkomst waarin de revisie van de werkvergunningprocedure nader wordt toegelicht. Locatie: Van der Valk Hotel Ara, Zwijndrecht. Tijdstip: 09.00 tot 12.00 uur. Aanmelden (kosteloos voor leden van Deltalinqs, Nogepa en de regionale veiligheidsnetwerken) via: oosterloo@deltalinqs.nl, o.v.v. naam, mailadres en functie. Meer info: Saskia Oosterloo, 010 402 03 19. september 2017 Chemie Magazine 27
28 Chemie Magazine september 2017
Arbeidsmarkt
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.
Aad van Troost SUPERVISOR BIJ EXXONMOBIL CHEMICAL HOLLAND
1
Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik ben Aad van Troost en werk sinds twee jaar als supervisor Process Division van ExxonMobil’s oxo-alcoholen-fabriek in Rotterdam Europoort. Uit een van onze raffinaderijen krijgen wij olefines als grondstof aangeleverd, en daar maken wij alcoholen van. In de fabriek heb ik de leiding over een groep operators. Ik hou alles in de gaten, van het menselijke tot de procedures. Ik ben heel erg gebrand op veiligheid, want dat is hier absoluut nummer één. Als supervisor heb ik veel controlerende taken. Ik zit regelmatig in vergaderingen of achter mijn laptop, maar ben ook veel in de plant. En ik heb altijd mijn radio aan. Hoor ik twijfels of iets waar ik het niet mee eens ben, dan geef ik – na goed overleg – aan wat we gaan doen. Ik werk hier al 27 jaar, dus ik kan situaties soms beter overzien dan jongens op de vloer. Zelfs mijn gezin weet dat ik ingrijp als iets niet klopt. Willen mijn kinderen bijvoorbeeld oversteken terwijl er 5 meter verderop een zebrapad is, dan zeg ik: ho, we gaan dáárheen!
‘IK HOU ALLES IN DE GATEN’ Op zijn 14e ontvluchtte Aad van Troost zijn geboorteland Liberia. Inmiddels woont hij al jaren in Spijkenisse en werkt hij 27 jaar bij ExxonMobil. Tegenwoordig als supervisor (‘een fantastische job’). Mede dankzij hem is veiligheid er nóg belangrijker geworden: “Dat is hier absoluut nummer één.”
2
FOTO’S: JEROEN MOERDIJK
Tekst: Inge Janse
Wat vertel je je kleine nichtje als zij vraagt wat voor werk je doet? Vroeger zei ik tegen mijn dochters: ik werk op een plek waar wij producten maken voor schoenen, auto’s en plastics. We kijken daar naar knopjes, toeters en belletjes. En omdat er zoveel vraag naar is, werkt dat bedrijf altijd door. Papa zorgt ervoor dat alles gaat zoals het hoort te gaan, zonder dat er gekke dingen gebeuren. Dus dat alles veilig gebeurt en dat mensen zich aan de regels houden. Maar uitleggen is lastig, ook omdat mensen echt geen benul hebben van wat zich hier afspeelt. Als het er op verjaardagen over gaat, vertel ik dat het een veilige industrie is die steeds veiliger wordt. Ik maak het niet mooier dan dat het is, maar probeer wel de werkelijkheid te schetsen. e september 2017 Chemie Magazine 29
‘Is er 100 procent commitment, dan kunnen we zonder incidenten werken’
NAAM Aad van Troost. LEEFTIJD 50 jaar. WOONPLAATS Spijkenisse. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Twee dochters, een van 20 (directiesecretaresse) en een van 17 (wil bij de marechaussee). OPLEIDINGEN Opleiding tot machinist bij de Koninklijke Marine (Den Helder, 1986-1990), lts op C-niveau, theoretische stroming (Spijkenisse, 1982-1986), Messorado Boarding school (Monrovia, 1972-1982). NEVENACTIVITEITEN Binnen ExxonMobil is Aad actief in het REACHteam. Buiten zijn werk is hij vanwege tijdgebrek nergens aan verbonden. “Ik werd ooit gevraagd om een hockeyteam te coachen. Maar als ik dat thuis moet verkopen, dan zegt mijn vrouw: nu is het genoeg.” WERKGEVERS ExxonMobil Chemical Holland: supervisor Process Division (2015-heden), head technician (2011-2015), operator (1990-2011).
3
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik ben geboren in Liberia, waar mijn vader shipping manager was in Monrovia, de hoofdstad. Ik had daar een superleuke jeugd, maar op mijn 14e is ons gezin gevlucht vanwege een coup. Ik was altijd al een technisch mannetje. Op mijn 7e kreeg ik een crossmotortje van mijn ouders. In Nederland ging ik naar de lts, de theoretische stroming. Ik wilde daarna naar de machinistenopleiding in Brielle, maar mijn vader raadde aan om te informeren bij de marine. Die hadden dezelfde opleiding. Daarom zat ik vier jaar op een mijnenjager. Toen vond ik het wel
30 Chemie Magazine september 2017
mooi geweest, ik was ook heel erg zeeziek. Het klinkt onlogisch, maar die marine-opleiding was de basis om hier binnen te komen. Vroeger kwamen heel veel oud-machinisten in de industrie. Aan boord heb je ook pompen, oliesystemen, drukmeters en turbines. En ExxonMobil sprak me aan omdat het een Amerikaans bedrijf is. In Liberia zaten ook veel Amerikanen, dus ik spreek redelijk goed Engels.
4
Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Ik vind de hele job fantastisch. Wat mij een kick geeft, is om alle afdelingen goed met elkaar te laten omgaan. Niet afwachten tot Pietje en Pukje elkaar bellen. Ik vind het ook uitdagend om ervoor te zorgen dat mijn groep veilig werkt. Hoe zorg ik ervoor dat de jongens de procedures goed volgen? Gelukkig lukt dat heel goed. Volgens mijn vrouw ben ik van nature geschikt voor deze baan. Ook operator is een boeiend vak. Elke dag is anders. Een pomp gaat stuk, een systeem vervuilt, een vergunning moet worden opgesteld. Bovendien kom je in de chemie heel veel facetten tegen: destilleren, kraken, reacties. Ik zeg daarom altijd tegen jonge stagiairs: chemie is fantastisch. Kun je dit, dan kun je alles. Maar mijn werk brengt ook heel veel verantwoordelijkheden met zich mee. Gebeurt er iets ongewoons, dan moet ik dat kunnen verklaren. Ik heb weleens alarm moeten slaan, waarna de brandweer kwam. Het is even afkloppen, maar tot nu toe gaat het me goed af.
5
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Op wat ik bereikt heb. Absoluut. Niet omdat ik dat als doel had, helemaal niet, maar soms realiseer ik me niet hoever ik geko-
men ben. Het is een hele job die ik nu heb. Ik ben er trots op dat ik die mag uitoefenen. Praktisch gezien ben ik er trots op dat ik zo gestructureerd werk. Mijn collega’s accepteren dat en nemen het soms zelfs van mij over. De jongens maken er weleens geintjes over. Ze gooien dan wat flesjes om of openen kasten als ik binnenkom. Zo zit ik gewoon in elkaar, mijn auto en motor kun je ook door een ringetje halen.
6
Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? Verbeteren is voor mij een continu proces. Gaan we bijvoorbeeld over naar een nieuw systeem, dan is het mijn absolute prioriteit dat de focus op veiligheid blijft. Geen fouten maken, blijven communiceren, niet in de val lopen. Ik wil dus helpen de veiligheid nog verder te verbeteren. Is er 100 procent commitment, dan kunnen we zonder incidenten werken. Daarnaast werk ik altijd aan de communicatie tussen afdelingen.
7
Wat levert je werk je op? Ik heb het zeker niet slecht. Maar, en daar ben ik heel stellig in: geluk vind je niet in geld. Dus ja, we wonen in Spijkenisse in een fijne woning. Dat is leuk, maar niet belangrijk. Geluk zit in een goede relatie met je partner. Want heb ik elke dag ruzie met mijn vrouw, dan ben ik niet gelukkig. Ik bedoel maar. Dit werk levert me vooral voldoening op. Ik word er blij van en ik ga er met plezier heen. Natuurlijk heb ook ik weleens een dag die ik beter weer kan vergeten. En ook ik neem soms een beslissing die anders had gekund; ik ben ook maar een mens. Maar die momenten zijn er niet al te veel. De nachtdiensten vond ik nooit een probleem. Ik zag mijn kinderen
Arbeidsmarkt Aad van Troost: ‘Ik zeg altijd tegen stagiairs: chemie is fantastisch. Kun je dit, dan kun je alles.’
opgroeien: ik heb ze luiers omgedaan, ik heb ze naar de kleuterschool gebracht, ik ben met ze naar zwemles gegaan. Tegenwoordig kan ik samen met mijn vrouw het huishouden doen. Daarom vind ik het een ideale combinatie. En krijg ik er in mijn laatste jaren last van, dan zijn er in een bedrijf als ExxonMobil meestal wel plekken in de dagdienst om naartoe te gaan.
8
Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Wij maken alcoholen. Die gaan of naar onze Rotterdam Plasticizer Plant voor verwerking in weekmakers, of ze worden verkocht aan afnemers. Onze weekmakers komen in flexibele plastics, zoals voor auto’s en kleding.
9
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Ik heb jaren vliegtuigen gespot. Daar ben ik helemaal gek van. Met mijn vrouw stond ik soms elk weekend langs de Polderbaan bij Schiphol. Ook op vakantie plan ik daar altijd een dag voor in. Dus had ik alles van tevoren geweten, dan was ik wellicht piloot geworden. Het lijkt me zo supergaaf om zo’n ding te besturen. Die Rolls Royce-motoren die zo veel ton in beweging krijgen, dat is fantastisch.
10
Hoe zie je jezelf over tien jaar? Misschien dat ik nog naar een functie wil waar de focus ligt op het stroomlijnen van werk tussen afdelingen. Maar zeker weten dat ik dan nog bij dit bedrijf zit. Ik zal never nooit een overstap maken. Ik heb het super naar mijn zin. En ik kreeg een gedegen opleiding, ExxonMobil heeft tijd en energie in mij gestoken. Dus ik wil mijn loopbaan hier eindigen. Daar zou ik ook trots op zijn. pP
?
WIE IS AAD NAAST ZIJN WERK?
Aad heeft altijd gevoetbald, maar is daarmee gestopt om zijn weekenden vrij te maken. Hij loopt al bijna dertig jaar hard in Spijkenisse (“Da’s mijn klepje waarmee ik alles kwijt kan”). Ook rommelt hij graag rondom het huis en is hij druk met zijn auto en motor. “En ik ga graag mee met mijn vrouw als ze een dagje wil shoppen.” september 2017 Chemie Magazine 31
PETER NIEUWENHUIZEN (AKZONOBEL) REAGEERT OP WOUTER VAN DIEREN
‘DE CHEMISCHE IND ZIJN OOK ALLEMAA ”De chemische industrie valt telkens terug op dezelfde reactiemodellen, zonder intellectueel een stap verder te komen”, aldus milieu-nestor Wouter van Dieren in de vorige Chemie Magazine. Peter Nieuwenhuizen, global RD&I-director bij AkzoNobel, komt met een nuancering en een tegengeluid. En een uitnodiging om samen weer een stap verder te komen. Tekst: Igor Znidarsic
DE PARADOX VAN DE CHEMIE
FOTO: LENNY OOSTERWIJK
De chemische industrie komt geen stap verder, betoogde milieupionier Wouter van Dieren in de vorige editie van Chemie Magazine. “De chemische industrie worstelt steeds met dezelfde soort conflicten en valt telkens terug op dezelfde reactiemodellen, zonder intellectueel een stap verder te komen.” De forse stappen in emissiereductie en duurzaamheid die de afgelopen jaren zijn gezet, zijn daarom niet voldoende. Van Dieren noemt twee oorzaken. Ten eerste dat chemische producten binnen vastgestelde risicogrenzen veilig kunnen worden gebruikt. Hij noemt dat half juist omdat de natuur heel wat kan hebben, en half niet juist omdat de natuur niet mag worden belast met stoffen die er van nature niet in die samenstelling en hoeveelheden in voorkomen. “Die paradox is nooit opgelost. Daarom wordt er nog steeds gesleuteld aan veiligheidsmarges. Er zit een fundamentele fout in het systeem.” Als tweede oorzaak ziet hij de terugkerende reactie op conflicten met maatschappij en milieu. “Het parmantige geluid dat de chemie sterk bijdraagt aan banen, welvaart en innovatie. Chemie is goed voor u. Dat moge waar zijn, maar tegelijkertijd zijn er veel welvaartsziektes en allerlei verschijnselen die we later blijken te kunnen traceren naar stoffen in het milieu. Er is het aanhoudende gevaar dat allerlei stoffen op termijn wel schadelijk blijken te zijn. Het is de paradox van de welvaartscreatie door de chemie en de schade die hetzelfde systeem veroorzaakt. Zolang die niet is opgelost, blijft het een oneindige strijd tussen voor- en tegenargumenten.” 32 Chemie Magazine september 2017
P
eter Nieuwenhuizen, global RD&I-director Specialty Chemicals bij AkzoNobel, snapt de kritiek van Wouter van Dieren (zie kader hiernaast), maar vindt dat hij te veel een karikatuur van de industrie schetst. Daarom wil hij er een genuanceerder beeld én een mogelijke oplossing tegenover stellen. Om te beginnen benadrukt Nieuwenhuizen dat de mensen die in de chemische industrie werken, gewone mensen zijn, “zoals jij en ik, zoals Wouter van Dieren. Het zijn mensen die houden van hun werk, met idealen om de wereld een stukje beter te maken, met kinderen, die gewoon ‘s avonds samen aan tafel willen zitten. Deze menselijke maat mis ik in het betoog van Wouter van Dieren. Het is ook de tragiek van de chemie: we zijn inderdaad overal, maar tegelijkertijd weinig als mensen zichtbaar.” Ten tweede moeten we ons volgens Nieuwenhuizen afvragen hoe het komt dat al die mensen als er problemen zijn met producten vanuit de chemische industrie die problemen, “die Wouter terecht noemt”, niet kunnen oplossen. “Kennelijk zijn er onoverkomelijke barrières waar de chemische industrie mee wordt geconfronteerd die ze als bedrijf of sector alleen niet kan wegnemen. Blijkbaar is de chemie zo verweven met leveranciers en klanten dat de barrières heel groot zijn geworden. Ik denk toch dat die barrières oplosbaar zijn, als we de cirkel groter maken en de overheid, de klanten, de ngo’s en de gebruikers erbij betrekken.” Nieuwenhuizen vindt niet dat de
Duurzaamheid
USTRIE, DAT AL MENSEN’
Succesverhaal
Laten we, aldus Nieuwenhuizen, niet vergeten dat de chemie bestaat omdat zij welvaart creëert (iets wat Van Dieren beaamt). “De chemie is fenomenaal succesvol in het leveren van voordelen: meer voedsel, veiliger voedsel, betere gezondheid, meer comfort. Iedere consument, iedere ouder met kinderen wil dat. Daarom kopen we deze producten
Peter Nieuwenhuizen: ‘Het is de tragiek van de chemie: we zijn inderdaad overal, maar tegelijkertijd weinig als mensen zichtbaar.’
FOTO: AK ZONOBEL
chemische industrie steeds terugvalt op hetzelfde reactiepatroon, zoals Van Dieren schetst aan de hand van ftalaten, fosfaten, monomeren en DDT. “De chemische industrie ontwikkelt een stof niet om een stof in het milieu te brengen, maar omdat die stof een oplossing biedt voor een vraag uit de samenleving. Dankzij DDT bijvoorbeeld is malaria uit Europa verdwenen. Vervolgens bleken er neveneffecten te zijn, en zijn we daar wat aan gaan doen. Enzovoort. Dat is een ontdekkingstocht die je steeds met elkaar – industrie, overheid, ngo’s, eigenlijk de samenleving – doormaakt. Bij het ontwikkelen van een product zijn vaak niet meteen alle eventuele neveneffecten zichtbaar – al worden we steeds beter in het voorspellen ervan. Polyethyleen bijvoorbeeld, een heel oud product, heeft heel veel voordelen gebracht, nu is er een neveneffect opgetreden: resten plastic in de oceaan. Dat is iets wat we met z’n allen in eerste instantie niet zagen aankomen. We moeten dit niet zien als een strijd, als een zwart-wit-discussie tussen goede milieubeschermers en foute industrie, maar als een gezamenlijk leerproces.”
massaal. Het is een succesverhaal van de eerste orde. Maar bijna elke activiteit levert op termijn neveneffecten op. De uitdaging is dat we allemaal wel de welvaart willen, maar niet de neveneffecten ervan. We willen wel een mobiele telefoon, maar geen gsm-antenne op ons dak, of kinderen die verslaafd zijn aan het apparaat. We willen wel het voordeel van een schoonmaakmiddel, maar niet de eventuele nadelige effecten daarvan. Wel de lusten, niet de lasten – natuurlijk snap ik dat. Maar het is te gemakkelijk om dan met de vinger naar de chemie te
wijzen, of in het geval van de smartphone naar de telefoonindustrie, als een soort abstracte, grote boze wolf die ‘het’ gedaan heeft. We moeten de verantwoordelijkheid ook bij onszelf zoeken.” Het interessante is volgens Nieuwenhuizen niet dat er geen beter schoonmaakmiddel voorhanden is, dat is er namelijk meestal wel, maar dat er in de markt geen plaats voor is. “Als er een probleem is met de producten die de chemie maakt, is dat eigenlijk nooit vanuit kwade opzet. Het heeft te maken met afwegingen die worden gemaakt bij het e september 2017 Chemie Magazine 33
‘Het moet een gezamenlijk leerproces zijn, geen zwartwit-discussie tussen goede milieubeschermers en foute industrie’ creëren van onze welvaart. Het Wereld Natuur Fonds zei ooit tegen mij: ‘Als jullie minder tijd besteden aan resisting us en die tijd gebruiken om betere producten te ontwikkelen, zou de wereld beter af zijn.’ Ik was stomverbaasd, want voor 95 procent van de problemen die zij signaleren hebben wij een beter product op de plank liggen. Maar we krijgen het niet de markt in. We kunnen de nadelen van de huidige producten aanpakken met nieuwe technologieën en nieuwe producten introduceren, maar die zijn vaak, zeker in het begin, duurder, omdat je nieuwe producteisen toevoegt. Onze klanten, en hun klanten en uiteindelijk de consument, blijken vaak niet bereid om die hogere kosten te betalen. Of ze kunnen het domweg niet betalen, vooral in opkomende economieën. Dus blijft het huidige, goedkopere product op de markt, mét de neveneffecten.”
Chelaten
Nieuwenhuizen noemt een voorbeeld uit zijn eigen carrière: chelaten. Die worden gebruikt ten behoeve van onder meer schoonmaakmiddelen en shampoos. “Enorm succesvol product, omdat het zulke voordelen levert bij het reinigen. Op een gegeven moment werd het aangetroffen in het oppervlaktewater. De stof zelf is niet schadelijk, maar mobiliseert zware metalen in het slib, wat wel schadelijk kan zijn voor het leven aldaar. Wij ontwikkelden vervolgens bioafbreekbare chelaten. Maar waar voorheen één chelaat voldoende was voor diverse toepassingen, werkte een bio-afbreekbare variant 34 Chemie Magazine september 2017
niet in elke toepassing, waardoor er meerdere moesten worden ontwikkeld. Dat alles maakte ze duurder. Onze klanten waren in eerste instantie niet bereid die hogere prijs te betalen. Slechts heel langzaamaan zien we nu verandering.” Dit is volgens Nieuwenhuizen inherent aan het economische systeem waar we voor gekozen hebben en waarbij het streven is om producten zo goedkoop mogelijk bij de klant aan te bieden. “Dit systeem heeft ons heel veel voordelen gebracht, maar heeft ook moeite met het adresseren van neveneffecten op de langere duur. Het is een variant van wat de Engelsen ‘the tragedy of the commons’ noemen. De voordelen vinden we in ons eigen huishouden, de nadelen komen terecht in de algemene ruimte: de lucht, de grond, het water. Die kosten, daarvoor vind je niet makkelijk iemand die het gaat betalen.” Als iets beter is en groen, en net zo duur, hebben bedrijven er echt geen hulp bij nodig om het te vermarkten, stelt Nieuwenhuizen. “Maar als een product moet voldoen aan de nieuwe verwachtingen van de samenleving en het wordt daardoor duurder, dan moeten we dat gezamenlijk oplossen en moet er niet alleen naar de chemie, of wie dan ook, worden gewezen.”
Consortium
Op zoek naar een oplossing heeft Nieuwenhuizen recent in Brussel met REACH-autoriteiten gesproken over zoiets als ‘REACH Plus’. In zo’n programma kan een top-10 gemaakt worden van producten ‘waar de samenleving een uitdaging in ziet’.
Bijvoorbeeld kobalt, onder meer gebruikt in plastics. “Onder REACH Plus zou de industrie, de hele waardeketen, en de Europese overheid zich onder strikte voorwaarden kunnen commiteren om zo’n stof in vijf of tien jaar uit te faseren. Een belangrijk element is dat er door de industrie een alternatieve technologie met dezelfde functionaliteit zonder de neveneffecten wordt doorontwikkeld, en beschikbaar wordt gesteld aan de partijen die vandaag kobalthoudende producten verkopen. Op die manier hoeven die bedrijven niet bang te zijn dat ze business verliezen en mensen moeten ontslaan bij de omschakeling. Verwerkende industrieën committeren zich ook aan de nieuwe oplossing, zorgen dat het werkt in de consumentenproducten. De wetgever – de EU – verbiedt uiteindelijk de oude toepassing. Dit concept vereist dat onder overheidsregie een breed consortium van partijen samenkomt ten behoeve van nieuwe, vaak in eerste instantie duurdere technologieën voor alle stoffen in de top-10, die vervolgens verder uitgebreid kan worden.” Uiteindelijk zou dit tot een andere chemische en maakindustrie moeten leiden, die veel meer betrokken is bij de samenleving en die “veel meer in symbiose leeft met de eindklant”. Het idee werd in Brussel met interesse ontvangen, aldus Nieuwenhuizen. “Het is precies een voorbeeld van die betrokken en samenwerkende chemische industrie die we willen zijn. Ik zou Van Dieren van harte willen uitnodigen hier met ons mee aan de slag te gaan.” Wordt dus misschien vervolgd? p
WINGAS Energie voor winnaars. Zonder voldoende energie is het onmogelijk om op topniveau te presteren. WINGAS levert aardgas aan industriĂŤle bedrijven: snel, flexibel en voordelig.
www.wingas.nl
BioMCN is sinds 2015 onderdeel van OCI.
12 MILJOEN M3 MINDER AARDGAS EN EXTRA WERKGELEGENHEID
GROENE CO2 Voor haar bio-methanolproductie gebruikt BioMCN sinds kort CO2 die vrijkomt bij biogasproductie. Deze tweedegeneratie groene CO2 wordt geĂŻnjecteerd in een reactor. Hiermee kan BioMCN 15.000 ton bio-methanol extra produceren. Naast vergroening leidt dit tot extra werkgelegenheid.
36 Chemie Magazine september 2017
Uit de testperiode, die inmiddels is afgerond, zijn verbetervoorstellen gekomen die in het najaar worden geĂŻmplementeerd. In de eerste helft van september is de eerste groene CO2 verwerkt. De grootste uitdaging was om de bestaande installatie, met twee opslagtanks en een injectie-nozzle, te bouwen in een draaiende fabriek. Het belangrijkste hierbij was het inrichten van het
Uitgelicht
beveiligingssysteem op de aanpassing in de fabriek. Het complete leidingwerk is inmiddels geĂŻsoleerd, anders verdampt de CO2, die bij zeer lage temperaturen vloeibaar is, te vroeg. De CO2 wordt vloeibaar geĂŻnjecteerd. Het gebruik van tweedegeneratie groene CO2 scheelt op jaarbasis 12 miljoen m3 aardgas (hoogcalorisch gas,
onder andere afkomstig uit Rusland en Noorwegen). BioMCN, sinds 2015 onderdeel van OCI, investeert ruim 1,2 miljoen euro in dit vernieuwingsproject. Vanuit de provincie Groningen, de Economic Board Groningen en het Rijk wordt een subsidie verleend van 110.000 euro. p
FOTO: R.BIJL SMA
BIJ BIOMCN
september 2017 Chemie Magazine 37
Innovating together TechnipFMC is a world-class leader in design, engineering, procurement and construction of process plants for the oil, gas and petrochemical industries. Our office near The Hague is a dedicated technology center with a team skilled in worldwide execution of full EPC projects in: `` Ethylene production `` Hydrogen/syngas production `` Fast pyrolysis bio-oil production `` EDC, DRI, and special and refinery heaters We also specialize in modernizing: `` Ethylene furnaces and plants `` Reformers and hydrogen/syngas plants `` EDC, DRI, and special and refinery heaters Our dedicated service team is prepared to support the operation of your plants.
For more information, please contact us: tpbenelux@technipfmc.com Technip Benelux B.V. Afrikaweg 30 P.O. Box 86 2700 AB Zoetermeer TechnipFMC.com
Onderwijs
MINISTER VERLENGT MAINTENANCE-OPLEIDINGEN NA PROTEST CHEMIEREGIO’S
MEER DRAAIUREN Dankzij gezamenlijke inspanningen van drie chemieregio’s en landelijke agendasetting door de VNCI, heeft de minister de duur van twee mbo-opleidingen in onderhoud weer naar vier jaar verlengd. “Een driejarige opleiding biedt voor dit complexe vak echt onvoldoende startkwalificatie, vooral door een tekort aan draaiuren.” Tekst: Marloes Hooimeijer
FOTO: TECHNIEKBEELDBANK
E
ind 2016 trok het bedrijvenplatform Procestechniek & Maintenance Limburg (PML, 54 bedrijven) aan de bel bij Karin Straus, toen nog VVD-Kamerlid. PML uitte zijn zorgen over de regionale mbo-4-opleiding in maintenance, die door het Rijk was teruggebracht van vier naar drie jaar (zie kader SBB). “De opleiding zag zich daardoor genoodzaakt te bezuinigen op stageperiodes. Die werden minder en ook niet meer vanaf het eerste jaar aangeboden. Terwijl het juist zo belangrijk is de studenten zo snel mogelijk kennis te laten maken met de praktijk, om ze een beeld te geven van het mooie vak, de industriële omgeving en het belang van veilig werken”, vertelt PML-directeur Paul Jessen. “Ook de multidisciplinaire basisopleiding van de eerste twee jaar, waarin studenten nog niet hoefden te kiezen tussen elektrotechniek/instrumentatie en werktuigbouw en zo
Studenten mbo-maintenance weer vier jaar naar school.
september 2017 Chemie Magazine 39
‘MINISTER WILDE GEEN BLOKKADES OPWERPEN’ de taal van beide vakgebieden leerden spreken, kwam te vervallen.”
Op de agenda
Straus gaf te kennen dat er wel degelijk ‘reparatie’ mogelijk was en verwees PML door naar Onno de Vreede, hoofd Vernieuwing & Human Capital bij de VNCI. “Hij heeft echt het verschil gemaakt”, aldus Jessen. De Vreede: “Toen PML dit onderwerp bij me aankaartte was ik onmiddellijk van het belang doordrongen. Goede onderhoudstechnici zijn onmisbaar voor betrouwbare installaties in de procesindustrie, zeker in het geval van ageing assets. Een opleiding van drie jaar biedt voor dit complexe vak echt onvoldoende startkwalificatie aan de afstudeerders, vooral door een tekort aan draaiuren in de praktijk. Dit betekent dat de bedrijven de jonge onderhoudstechnici die zij in dienst nemen nóg meer begeleiding moeten bieden dan ze normaliter al doen.” PML ging in andere regio’s te raden en daar leefde dezelfde zorg. Bedrijvenplatforms Deltalinqs (regio Rotterdam) en Procestechniek Zeeland West-Brabant sloten zich, evenals de betrokken roc’s in de drie regio’s, aan bij de herstelactie richting het Rijk. Het doel was om de mbo-4-opleidingen ‘Technicus service en onderhoud elektrotechniek en instrumentatie’ en ‘Technicus service en onderhoud werktuigbouw’ weer voor vier in plaats van drie jaar bekostigd te krijgen. De Vreede zette het onderwerp op de agenda van de Landelijke Advies Commissie Procestechniek, de Beleidsgroep Onderwijs van de VNCI en het SBB-marktsegment ‘Procesindustrie en laboratoria’, waarvan hij voorzitter is. Hij zorgde er vervolgens voor dat het onderwerp op de agenda kwam van het aanpalende marktsegment ‘Technische installaties en systemen’. Dit leidde uiteindelijk tot een positief SBB-advies richting de minister en een aanpassing in de opleidingsduur per september 2017.
Succesverhaal
“Het is een echt succesverhaal”, blikt De Vreede terug. “We hebben er vanuit onze branche een punt van gemaakt door meerdere chemieregio’s erbij te betrekken. Hier zie je hoe het helpt om landelijk en regionaal samen op te trekken.” Jessen: “We hadden er vooraf een zwaar hoofd in, maar het was binnen een jaar geregeld. De puzzelstukjes zijn ontzettend goed in elkaar gevallen. Nu is het zaak dat we ook snel een vertegenwoordiger van de procesindustrie in het andere marktsegment krijgen. Er zit ook een stukje zelfkritiek bij: we zijn destijds wat minder alert geweest.” Het Techniekcollege Leeuwenborgh-Arcus in Sittard, waar PML nauw mee samenwerkt, gaat vanaf volgend schooljaar weer over naar vier jaar. “Ook de afstudeerders uit de lopende cohorten kunnen natuurlijk gewoon bij onze bedrijven als SABIC, ENGIE en Sitech Services aan de slag en krijgen extra begeleiding”, besluit Jessen. “We kunnen ze hard gebruiken, want er is meer vraag dan aanbod.” p
40 Chemie Magazine september 2017
De Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) onderhoudt de mbokwalificatiestructuur en adviseert de minister over benodigde aanpassingen. De input vanuit het veld komt via de SBB-marktsegmenten. De VNCI is vertegenwoordigd in het marktsegment ‘Procesindustrie en laboratoria’, UNETO-VNI in het marktsegment ‘Technische installaties en systemen’. Zij adviseren aan de SBB-sectorkamer ‘Techniek en gebouwde omgeving’, waarin onderwijs en bedrijfsleven sectorspecifieke afspraken maken. Per 2015 is de opleidingsduur van mbo-4-opleidingen teruggeschroefd van vier naar drie jaar. Het marktsegment Procesindustrie en laboratoria heeft er destijds voor gezorgd dat de opleidingen Laboratoriumtechniek en Operator C op de uitzonderingslijst kwamen en vier jaar konden blijven. Voor de opleidingen ‘Technicus service en onderhoud elektrotechniek en instrumentatie’ en ‘Technicus service en onderhoud werktuigbouw’, vallend onder het andere marktsegment, is dit destijds nooit gebeurd. Dat is nu hersteld. Daan van den Brand, beleidsadviseur SBB: “Het SBBbestuur heeft op basis van het positieve advies uit de sectorkamer de minister geadviseerd ook deze opleidingen op de uitzonderingslijst vierjarige opleidingen te plaatsen. Omdat deze wens zo breed werd gedeeld door mbo-onderwijs en bedrijfsleven (waar die mbo’s voor opleiden), was ook de minister doordrongen van het belang en wilde zij geen blokkades opwerpen.”
UNETO-VNI: ‘WERKVELD WORDT STEEDS COMPLEXER’
“Er is vanuit de installatietechniek veel vraag naar mbo-4-afgestudeerden service en onderhoud in de procesindustrie, zeker door de aantrekkende economie, vergrijzing en ontgroening”, zegt Judith van Heeswijk, programmamanager Ontwikkeling Scholing en Arbeidsmarkt bij UNETO-VNI en lid van de sectorkamer ‘Techniek en gebouwde omgeving’. Dat de nieuwe bekostigingsstructuur van het mbo stapelen van opleidingen op verschillende niveaus bemoeilijkt, was volgens haar nog extra reden om aandacht te hebben voor de verlenging van drie naar vier jaar. “De focus is meer komen te liggen op de directe instroom van vmbo-t-leerlingen (theoretische leerweg). Die studenten maken niet al op andere niveaus draaiuren in de praktijk. In een veld waarin werktuigbouw, elektrotechniek en digitalisering samenkomen, met een materie die steeds complexer wordt, zijn er meer draaiuren nodig dan in drie jaar opleiding geboden kunnen worden. Wij wilden dat studenten en onderwijs die ruimte kregen; dat maakt de opleidingen ook aantrekkelijker.”
IEC 61482-2
Class 1 ATPV 11.5 cal/cm²
EN 1149-5
EN 13034-6
3 3 EN 343
EN ISO 11611 Class 1 A1
EN ISO 11612 A1B1C1F1
NEW
HAVEP® MULTI SHIELD
Feel like a hero. Act like a hero.
EN ISO 20471
GENORMEERDE VEILIGHEIDSKLEDING DIE EXCELLEERT IN COMFORT EN UITSTRALING Ontdek HAVEP® Multi Shield. De nieuwe generatie veiligheidskleding die lekker licht draagt, er goed uitziet en 100% bescherming biedt tegen de risico’s die met jouw werk gepaard gaan. Bovendien is de collectie industrieel wasbaar. Kies voor veiligheid, comfort, uitstraling en duurzaamheid. Onderschat de invloed van werkkleding niet. Het maakt je dag. Dus ga ervoor!
S TIE OP DE A+A BEUR EC LL CO DE EK TD ON HAVEP.COM STAND 3D04 EN OP
5 - 7 DECEMBER 2017 VELDHOVEN
CHEMISTRY FOR THE FUTURE
5
WWW.NWOCHAINS.NL
TH EDIT I
2017
ON
FULL OVERVIEW OF THE STATE OF ART IN CHEMISTRY CONNECTING OVER 1.500 CHEMICAL SCIENTISTS FROM ALL DISCIPLINES PLENARY SPEAKERS
PROGRAMME
Zhenan Bao Selected as Nature’s Ten people who mattered in 2015 for her work on artificial electronic skin.
Ferdi Schüth Famous for his expertise in the field of synthesis and characterization of inorganic materials with an application focus in heterogeneous catalysis.
Jacqueline Barton Pioneered research on electron transport in DNA. Winner of the prestigious 2015 Priestley Medal. Ben Feringa World leading in organic chemistry. Has been awarded the 2016 Nobel Prize in Chemistry for his work on molecular machines.
• Share the latest scientific breakthroughs in the chemical and molecular sciences • Find a joint platform for all chemical subdisciplines and Study Groups • Connect with over 1500 fellow chemists and expand your network • Meet industrial scientists and engineers
Feng Zhang One of the pioneers of using CRISPR-Cas systems as genome editing tools. Received many awards for his work in genome editing and optogenetics.
PARTNERS PARTNERS
PARTNERS
Transportservice van huis uit
Betrouwbaar & nauwkeurig wegen Met de functionaliteit die u nodig heeft!
De nieuwe EX Catalogus 2017/2018 biedt u een compleet overzicht, zodat u de juiste apparatuur voor uw explosiegevaarlijke omgeving kunt selecteren. Garandeer optimale wegingen, veiligheid en compliance met de wet- en regelgeving. â–ş www.mt.com/NL-Catalogus
Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
Veilig werken met VAPRO
T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl
I www.vanderlee.nl
VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl
VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
11/01/17 09:36
Trade show for granules, powder & bulk solids technologies
Schrijf je nu in met code
2025
Gelijktijdig met:
Rotterdam Ahoy www.solids-rotterdam.com Vakbeurs Solids Benelux
@SolidsBenelux #SolidsBenelux
PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen
RUIM 35 JAAR EXPERTISE
www.hiltra.com
Verkoop en Verhuur info@hiltra.com - 0342-404160
VNCI
VNCI NIEUWS
Naar aanleiding van 25 jaar Responsible Care organiseert de VNCI het netwerkevent We Care.
WE CARE
Naar aanleiding van 25 jaar Responsible Care organiseert de VNCI op 27 september in de Hortus Botanicus in Leiden het netwerkevent We Care. Gert-Jan Gruter (Avantium) geeft een gastcollege over de uitdagingen die de sector moet oppakken. Sjoerd Looijs, hoofd Duurzaamheid en Responsible Care bij de VNCI, geeft een update over de drie actielijnen die dit jaar worden uitgewerkt om invulling te geven aan een duurzame toekomst. MVO Nederland presenteert samen met TNO de Sustainability Hot Spot Scan aan de hand van een case.
WORKSHOP PROCESVEILIGHEID
Het delen van geleerde lessen van zowel incidenten die zich in de ‘eigen’ organisatie hebben voorgedaan als van incidenten in andere bedrijven, is een goede praktijk en een fundamenteel onderdeel van Responsible Care. Maar hoe doe je dat? Zeker is dat de basis voor een goede analyse ligt in leiderschap en heldere afspraken over de rapportage van procesveiligheidsparameters. Tijdens een VNCI-workshop op 28 september wordt gekeken welke vervolgstappen nodig zijn om de veiligheidsprestatie in de branche verder te verbeteren.
ANDRÉ KUIPERS OP VEILIGHEIDSDAG
‘Eigenaarschap & Veiligheid’, dat is het thema van de vijfde editie van de Veiligheidsdag van Veiligheid Voorop. Het event vindt plaats op 2 november bij AkzoNobel in Arnhem. Omdat geen andere sector zo met veiligheid bezig is als de luchten ruimtevaart, is dit jaar een link gelegd met de ruimtevaart en is André Kuipers de gastspreker. Vanuit eigen perspectief zal hij zijn licht laten schijnen op het thema. De deelnemers gaan in twee break-outsessies aan de hand van een casus een ruimtemissie voltooien.
VAKBEURS ENERGIE 2017
IN DE MEDIA In het AD betoogde Genserik Reiniers, professor veiligheid van gevaarlijke stoffen aan de TU Delft, dat de chemiebedrijven een voorbeeld moeten nemen aan de luchtvaartsector. “Die delen hun problemen sectorbreed en zo leren de bedrijven van elkaar.” Als reactie gaf Peter Bareman, hoofd Veiligheid & Gezonde Werkomgeving bij de VNCI, aan dat de chemische industrie het delen van incidenten, het leren van elkaar belangrijk vindt. “Dat gebeurt onder meer in regionaal overleg en bedrijfsbezoeken. Maar informatie delen met de overheid zoals dat in de luchtvaart gebeurt, is voor ons lastig. De wettelijke regels voor het melden van incidenten, zoals die in die sector gelden, missen we helaas in onze industrie.” Hij legde uit dat de luchtvaart vrijelijk alle informatie kan verspreiden zonder dat de autoriteiten bedrijven meteen als verdachte aanmerken. “In de petrochemie gebeurt dat wel. Dat werpt een drempel op.” GroenLinks-gemeenteraadslid Arno Bonte uitte in het FD zorgen over de installaties uit de jaren 50, 60 en 70 in het Rotterdamse industriegebied. “Ze zijn voor een deel vervangen en onderhouden, maar sommige zijn toch zo oud dat onderhoud niet meer helpt. Dan wordt het risico op zware ongevallen groter.” De krant citeerde vervolgens de VNCI: “Er is onderhoud gepleegd. Voortdurend zijn vervangingsinvesteringen gedaan en uitbreidingen.” Ook werd Chemie Magazine aangehaald, waarin experts zeggen dat het herkennen van ageingprocessen “geen gemakkelijke opgave is. Het gaat vaak om onzichtbare processen die soms erg lastig zijn op te sporen met reguliere inspectiemethodes.” Het FD meldde verder dat in het afgelopen zomer verschenen overheidsrapport Staat van de Veiligheid ageing binnen de chemische industrie speciale aandacht krijgt.
De Industrial Morning tijdens de Vakbeurs Energie op 12 oktober wordt dit jaar ingevuld door de VNCI. Aan de vooravond van de energietransitie is de chemische industrie een van de sectoren die dit onderwerp heeft omarmd en voortvarend aan de slag is gegaan. De VNCI is druk bezig met het maken van plannen in drie richtingen: circulair & biobased, elektrificatie & energie-efficiency en CO2-afvang & -gebruik. De bezoeker krijgt een eerste preview over de plannen en een aantal innovaties in de praktijk. september 2017 Chemie Magazine 45
COL OFON
MENSEN
Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemi-
DSM
Olivier Janin is sinds 1 september vice president sales and marketing bij DSM Dyneema. Als lid van het strategic leadership team rapporteert hij direct aan president Golnar Motahari Pour. Janin heeft brede wereldwijde ervaring in sales en marketing en winst- en verliesposities in de material science. Recent was hij directeur verkoop in Europa voor Saudi Arabia Basic Industries. Daarvoor was hij werkzaam bij GE Plastics en Imperial Chemical Industries en bij SABIC. Hij studeerde bedrijfskunde en industriële marketing aan de University of Exeter en aan de Université Paris-Sud.
sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28 E redactie@vnci.nl
NRK
Per 1 oktober treedt John Voetman terug als algemeen directeur van de Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK) en gaat Aafko Schanssema, directeur NRK Verpakkingen, met pensioen. Zij worden opgevolgd door Jur Zandbergen, die algemeen directeur wordt van beide verenigingen om zo de synergie verder te versterken. Zandbergen was tot voor kort verantwoordelijk voor Veolia Polymers. Als ondernemer heeft hij ruime ervaring in diverse sectoren. Per 1 januari 2018 zal ook bestuursvoorzitter Joan Hanegraaf terugtreden. Hij maakt plaats voor Jac. Gofers, die zich voor de algemene ledenvergadering in april officieel kandidaat stelt. Gofers is directeur van Promolding en vicevoorzitter van de NRK.
Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag,
YARA SLUISKIL
Jon Sletten verruilt zijn functie als directeur bij kunstmestfabriek Yara in Sluiskil voor dezelfde functie in de Yara-fabriek in het Noorse Porsgrunn. Deze productielocatie maakt zogeheten NPK-meststoffen en behoort met de vestiging in Sluiskil tot de grootste kunstmestfabrieken van Europa. De Noor Sletten was vanaf medio 2012 algemeen directeur van Yara Sluiskil en van 2004 tot 2009 productiemanager NitraatUreum. Zijn primaire taak vond hij het leiden van veilige en excellent presterende fabrieken, waarin iedere medewerker de aandacht krijgt die hij of zij behoeft. Vanuit zijn rol als algemeen directeur was hij onder meer lid van het dagelijks bestuur van PORTIZ en bestuurslid van Meststoffen Nederland en Smart Delta Resources. Zijn opvolger is nog niet bekend.
T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie
Druk MediaCenter Rotterdam
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.
Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
46 Chemie Magazine september 2017
toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI
De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
gevallen zal die graag worden gegeven
Beeld cover Mirjam van der Linden ISSN 1572-2996
Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.
Production capabilities
is a part of AD International
adinternationalbv.com
AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.
Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers
Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food
ANALYTICAL STANDARD CO-ORDINATOR DSM FOOD SPECIALTIES - DELFT
As a part of DSM Food Specialties, a leading supplier for leading global and local food brands, the DSM Biotechnology Center (DBC) uses bright science to create better living ® through the development of new and improved products for several DSM Business Groups in close involvement with their customers. The Service Laboratory Delft is looking for an Analytical Standard Co-ordinator. Being the focal point between science, statistics and the customer, you are responsible for the management of Analytical Standards and Reference Substances used within the Food Specialties division and customers of the SLD laboratory. With a Bachelor’s or Master’s degree in analytical chemistry or biochemistry, you have experience with working in a laboratory environment and preferably experience with ISO (9901, 17025) and GMP. You thrive in a high demanding and complex environment. While being result driven, proactive and service minded you strongly understand both Quality and business needs, thereby you are able to translate this into setting priorities. Interested to know more about this position? Then visit our website for more information.
Investeer in training
LRQA verzorgt al meer dan 30 jaar trainingen voor particuliere en zakelijke professionals die zich verder willen ontwikkelen in auditen en procesmatig werken. De trainingen zijn gericht op het verbeteren van managementsystemen gebaseerd op (ISO)-normen, EU-richtlijnen en procesverbeteringsmodellen en technieken. De trainingen worden verzorgd door enthousiaste trainers met praktijkervaring. Transitietraining ISO 9001:2015
Verkorte lead auditor 14001, ook IRCA geregistreerd
2-daags / € 930
Lead auditor 14001 5-daags / € 2.215
3-daags / € 1.295
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Regio west: 6 t/m 10 november 2017
Regio west: 19, 20 en 21 december 2017
Incl. IRCA geregistreerd certificaat
Transitietraining 45001 (nieuwe OHSAS 18001)
Masterclass QHSE Manager
Lead Auditor Kwaliteit 9001:2015
4 middagen 12-17 uur / € 1475
1-daags / € 530
Incl. locatiekosten en cursusmaterialen
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Regio midden: Start najaar 2017 (26 okt, 28 nov, 18 jan en 15 feb 2018) Start begin 2018 (25 Januari, 8 maart, 5 april, 24 mei)
5-daags / € 2.195 Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Regio west: 6 en 7 november 2017 Regio midden: 12 en 13 dec. 2017
Regio zuid: 28 september 2017 Regio west: 10 oktober 2017 Regio Midden: 9 november 2017
Regio zuid: 9 t/m 13 oktober 2017 Regio noord: 13 t/m 17 november 2017 Regio west: 27 nov t/m 1 dec 2017 Regio zuid: 11 t/m 15 december 2017
Schrijf u nu in op www.lrqa.nl of bel +31 (0)10 201 84 45
Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.
Genoemde prijzen zijn geldig in 2017 en excl. BTW