Drie genomineerden voor de Responsible Care-prijs 2016
Andrew Hopkins over de oorzaken van incidenten
Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
VNCI-VOORZITTER MARK WILLIAMS
De chemie van het (thuis) bierbrouwen
JAARGANG 58 • 05 • 26 MEI 2016
‘ALLES DRAAIT OM INVESTERINGEN’
Maak je ambities waar met VAPRO trainingen! De trainingen van VAPRO zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend. Leren is doen!
Ons aanbod richt zich op de expertgebieden: 1.
HRD/personeelsontwikkeling
2.
Persoonlijke effectiviteit
3.
Leidinggeven, operationeel management en communiceren
4.
Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model
5.
Procesoptimalisatie
6.
Duurzaamheid, veiligheid en milieu
7.
Vaktechnische trainingen
Ga naar VAPRO-Trainingen.nl voor actuele data en locaties
Loire 150
Postbus 24090
2490 AB Den Haag
T 070 337 83 01 F 070 320 51 86
E trainingen@vapro.nl
I www.vapro-trainingen.nl
EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES
INHOUD 05 | 26 mei | 2016
14
MARK WILLIAMS: ‘ALLES DRAAIT OM INVESTERINGEN’ Mark Williams, vice president Europe bij SABIC, is de nieuwe voorzitter van de VNCI. Chemie Magazine sprak met hem over het Beleidsplan 2016-2020 van de VNCI, met daarin de ambities van de Nederlandse chemische industrie voor de komende vijf jaar. Samengevat in drie strategische doelstellingen: concurrentiekracht, license to operate en maatschappelijke waarde. Williams’ belangrijkste boodschap: “De komende vijf jaar draait alles om investeringen.”
‘RAPPORTAGESYSTEEM IS MAATSTAF VOOR GEZONDHEID ORGANISATIE’ Incidenten zijn vrijwel altijd het gevolg van tekortkomingen in de organisatie, stelt Andrew Hopkins, expert in procesveiligheid. Een belangrijke oorzaak is volgens hem dat de verantwoordelijken voor de technische integriteit en veiligheid van de installaties geen seniorfunctie hebben, waardoor hun stem hogerop niet doorklinkt. “Het gaat erom of slecht nieuws de top bereikt. Het rapportagesysteem is een reële maatstaf voor de gezondheid van een organisatie.”
38 mei 2016 Chemie Magazine 3
Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.
Asset Integrity
Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.
Lek- en afsluitertesten
Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.
Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00
www.ApplusRTD.nl
E info.netherlands@applusrtd.com
Inspectie Niet-destructief onderzoek Certificatie Training & ontwikkeling Stralingsbescherming
INHOUD 05 | 26 mei | 2016
18
Innovatieve technologieĂŤn en toepassingen voor energiebesparing en broeikasgasreductie
24
DSM Sinochem Pharmaceuticals, ICL en SABIC genomineerd voor Responsible Care-prijs 2016
7
Voorwoord Colette Alma
7
Evenementen
NIEUWS 9 11 13
De chemie van het bierbrouwen: hoe zesring humulon naar vijfring isohumulon gaat
Ambitieuze toekomstvisie Chemelot Uitdaging voor katalyse-onderzoek Opleiding First Responder
ACHTERGROND 14
Interview
18
Energie en klimaat
22 24 28 30
42
Subtiele balans
35 38 42 46 48 53 54 54 54
VNCI-voorzitter Mark Williams TechnologieĂŤn voor energie-efficiency Onderwijs
Geslaagde Chemiedag Haagse basisschool Responsible Care
Drie genomineerden voor RC-prijs 2016 Wetenswaardig
Verplichte weging zeecontainers Arbeidsmarkt
Rob Rutjens over zijn werk bij Dow Terneuzen Transportveiligheid
Big data helpen spoor veiliger te maken Procesveiligheid
Andrew Hopkins over oorzaken van incidenten Chemie is overal
De chemie van het (thuis) bierbrouwen Uitgelicht
Recordcijfers voor Girlsday 2016 PMY
Wie wordt de Plant Manager of the Year? VNCI Nieuws Mensen Volgende maand Colofon
30
Rob Rutjens over zijn werk als directeur Industriepark bij Dow Terneuzen mei 2016 Chemie Magazine 5
Heeft u proceskoeling of tijdelijke stroom nodig? Zoekt u ervaring en expertise? Aggreko verhuurt al ruim 50 jaar aggregaten, koelmachines en koeltorens voor de petrochemische industrie. Dit doen wij met een team van specialisten die 24/7 voor u klaar staan. Van een calamiteit tot een volledige energievoorziening voor uw plant. Van het koelen van ruimtes tot het opheffen van bottlenecks in uw productieproces.
Aggreko, de expert in tijdelijke stroom en (proces)koeling voor de Petrochemische industrie Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie T: +31 (0)88 6441 441 E: John.Gijsbers@aggreko.nl Aggreko opereert vanuit meer dan 200 vestigingen wereldwijd. Voor de dichtstbijzijnde vestiging gaat u naar: www.aggreko.com/contact
Voorwoord
SUBTIELE BALANS
G
elukkig komen ze veel minder voor dan vroeger: incidenten waarbij mensenlevens in gevaar komen, grote schade aan installaties ontstaat en de omwonenden worden opgeschrikt. Elke keer dat het nog wel gebeurt komen we na onderzoek tot de conclusie dat het incident voorkomen had kunnen worden als we naar zwakke signalen hadden geluisterd, doorgevraagd hadden, extra voorzorgsmaatregelen hadden genomen. Dat is ook de boodschap van Andrew Hopkins, emeritus hoogleraar sociologie en internationaal expert op het gebied van procesveiligheid. Hij heeft vele zware incidenten geanalyseerd en erover gepubliceerd (zie interview op pagina 38). Als een van de weinige sociologen die zich in (proces) veiligheid heeft gespecialiseerd, kan Hopkins met name iets zeggen over hoe de organisatie en de samenwerkingspatronen tussen mensen van invloed zijn op de (proces)veiligheid. Twee van zijn uitspraken
verdienen onze speciale aandacht: “Groepen hebben de neiging zich minder verantwoordelijk te gedragen” en “Een leider moet open staan voor slecht nieuws”. Beide uitspraken zijn op zich niet wereldschokkend, maar in combinatie vragen ze van een leider een bijzondere kwaliteit: hij moet een open stijl van communiceren met zijn medewerkers ontwikkelen over alles wat met veiligheid te maken kan hebben, en tegelijkertijd moet hij steeds zelf ten volle de verantwoordelijkheid voor de veiligheid nemen. Die subtiele balans te allen tijde en onder alle omstandigheden vasthouden, dat tekent de ware leider. Colette Alma, directeur VNCI
EVENEMENTEN 2.6 VNCI-Jaarvergadering 2016 Staat in het teken van samenwerking en biedt een veelzijdig programma met mooie praktijkcases, interessante sprekers en een inspirerend netwerkplein. Locatie: Fokker Terminal, Den Haag Organisatie: VNCI 15.6 Process Safety Congres Process safety gaat over gevaren van processen die chemicaliën of energie bevatten. Persoonlijke veiligheidsincidenten zijn geen goede maatstaf voor deze procesrisico’s. Locatie: Van der Valk Hotel, Dordrecht Organisatie: PScongres
16.6 Biobased performance materials Symposium gericht op de R&D van biobased materialen in relatie tot de volatiele olieprijzen en de doelen van het klimaatverdrag COP21. Met onder meer SABIC en Croda. Locatie: Wageningen UR Organisatie: BPM 21.6 Voorlichting Omgevingswet Voorlichtingsbijeenkomst voor VNCIleden met het oog op de publicatie van de ontwerpbesluiten die onder de Omgevingswet komen. Locatie: Utrecht Organisatie: VNCI
VERGADERINGEN VNCI 2.6 WG Milieu 3.6 Overleg Regionaal Netwerken Veiligheid 3.6 WG Arbeidshygiëne 7.6 WG Arbeidsveiligheid 7.6 VNCI Advocacy Team 8.6 BG Energie en Klimaat 14.6 Dagelijks Bestuur 14.6 WG Logistieke Veiligheid 17.6 WG RC Global Charter 22.6 BG Veiligheid Gezondheid en Milieu
COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN mei 2016 Chemie Magazine 7
WIJ HEBBEN ENERGIE VOOR TIEN. Samen met u werken we aan een optimale aardgaslevering .
www.wingas.nl
Actueel
CHEMELOT ONTVOUWT AMBITIEUZE TOEKOMSTVISIE Chemelot werkt als een groeimotor voor economie en werkgelegenheid en behoort in 2025 tot de wereldtop op het gebied van chemie en nieuwe materialen. Krachtig concurreren en de transitie naar meer duurzame processen en producten zijn daarin essentieel. Daarmee bouwt Chemelot voort op de voor Europa unieke locatie waar R&D en productie al bijna honderd jaar zeer succesvol met elkaar verbonden zijn. Aldus de kern van de strategische visie Chemelot 2025, die op 11 mei is gepresenteerd aan het ministerie van Economische Zaken, de provincie Limburg en de gemeente Sittard-Geleen.
D
e chemische industrie in Europa staat flink onder druk door wereldwijde concurrentie. Om de werkgelegenheid op Chemelot op de lange termijn te behouden en verder uit te bouwen, moeten de fabrieken blijven behoren tot de Europese top. Daarvoor moet de kostenpositie worden verbeterd en moeten tegelijkertijd de processen en producten verder worden verduurzaamd. De visie Chemelot 2025 bevat de pijlers om deze ambities te realiseren. Chemelot wordt straks geleid door één organisatie die verantwoordelijk is voor beleid en communicatie van Chemelot als geheel. Ook wordt deze organisatie verantwoordelijk voor de acquisitie van nieuwe productiebedrijven die zich vestigen op Chemelot en profiteren van de integratie van grondstoffen, energievoorziening en onder-
zoeksmogelijkheden op één terrein. Op de Brightlands Chemelot Campus worden de innovatie- en onderzoeksinspanningen op het gebied van duurzame materialen en processen verder opgevoerd. Over tien jaar zijn er naar verwachting meer dan tienduizend arbeidsplaatsen op Chemelot. Chemelot wil met name haar unieke kwaliteit – de combinatie van onderzoek en ontwikkeling op de campus met industriële productie op het industriepark – verder uitbouwen. Op de site is voor nieuwe chemische bedrijven nog voldoende ruimte. De campus groeit nu harder dan verwacht en zal zodanig doorgroeien dat in 2023 op het huidige terrein geen ruimte meer is. Verdere uitbreiding van de campus in noordelijke richting lijkt de meest logische mogelijkheid. Belangrijk is dat de groei van Chemelot maatschappelijk verantwoord gebeurt. Een voorbeeld is de geplande aanleg van Het Groene Net, waardoor de omgeving straks profiteert van de restwarmte die op Chemelot vrijkomt. De visie benadrukt ook het belang van een verbeterde infrastructuur rondom Chemelot. Om de groei mogelijk te maken is de bereikbaarheid van het terrein van groot belang, onder meer door een zuidelijke spooraansluiting en een betere ontsluiting van Chemelot naar de A2. Een verdere scheiding van goederenen personenvervoer maakt het terrein niet alleen veiliger maar ook beter bereikbaar. p
VERSTERKING CHEMIECLUSTER AMSTERDAM Havenbedrijf Amsterdam en Innovation Lab Chemistry Amsterdam (ILCA) hebben de krachten gebundeld om het chemiecluster in de metropoolregio Amsterdam te versterken. Er is een gezamenlijke projectleider aangesteld, Soraya Sluijter, om de verbinding tussen innovatief chemisch onderzoek en de bestaande chemische industrie verder te vergroten.
S
luijter is gepromoveerd in organometaalchemie en katalyse aan het Van ‘t Hoff Institute for Molecular Sciences (Universiteit van Amsterdam). Haar chemische achtergrond stelt haar in staat de mogelijkheden en uitdagingen voor chemische innovatie te begrijpen en een bijdrage te leveren aan de transitie naar een circulaire economie in de metropoolregio Amsterdam. Haar doel is om mensen en innovatieve bedrijven van kennisinstituten, ILCA en Havenbedrijf Amsterdam te verbinden, om zo de groei van slimme, duurzame chemie in Amsterdam te bewerkstelligen. Havenbedrijf Amsterdam en ILCA op het Amsterdam Science Park werken sinds 2014 samen om kennisintensieve bedrijven te ondersteunen, van start-ups tot scale-ups en van onderzoekuitdagingen tot innovatiekansen. ILCA faciliteert en versnelt chemische innovatie. In de haven van Amsterdam bevindt zich een groot cluster van energie- en chemiegerelateerde industrie. Het Havenbedrijf heeft de ambitie om de chemische industrie te laten groeien door deze innovatiever en duurzamer te maken met een focus op de biobased en circulaire economie. Hiervoor is onder andere Prodock ontwikkeld, een broedplaats waar bedrijven, zoals start-ups van ILCA, hun processen kunnen opschalen en industriële testopstellingen kunnen bouwen. p mei 2016 Chemie Magazine 9
UW PARTNER IN CHEMIE Flexibele oplossingen voor opslag en transport van chemische vloeistoffen • Van levensmiddelenindustrie tot zware chemie • Inhoud van 5.000 tot 35.000 liter • Vele aanpassingen/aansluitingen mogelijk • Desgewenst verwarmbaar • ADR/RID/IMDG gekeurd • Lek-/calamiteitenbak mogelijk
tankverhuur b.v. Altermij tankverhuur b.v. | Westgeulstraat 5 | 3197 LD Rotterdam-Botlek (haven 4005) www.altermijverhuur.eu | info@altermijverhuur.eu | +31 10 820 84 70
CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl
Actueel Volgens Eelco Vogt spelen winden zonne-energie een steeds grotere rol, maar kunnen zij niet voldoen aan de voorspelde toename van het elektriciteitsverbruik in de komende 25 jaar.
‘ ONDERZOEK NAAR EFFICIENCY VAN OLIERAFFINAGEPROCESSEN MEER DAN OOIT NODIG’ De overgang naar een CO2-neutrale samenleving vormt een grote uitdaging voor katalyseonderzoek. De huidige katalysatoren en processen moeten op korte termijn verbeterd worden om een zo efficiënt en schoon mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen en grondstoffen te waarborgen. Op langere termijn moeten nieuwe katalytische materialen en processen ontwikkeld worden waarmee de overgang naar een CO2-neutrale samenleving mogelijk wordt, terwijl bovendien wordt voorzien in de voorspelde toename in het gebruik van elektriciteit en transport. Dit bracht professor Eelco Vogt naar voren in zijn oratie op 9 mei.
D
e eerste stap naar een CO2-neutrale samenleving is het op grote schaal kunnen omzetten van biomassa naar grondstoffen voor de chemische industrie en voor brandstoffen. Uiteindelijk ideaal is een directe omzetting van CO2. Voor beide trajecten zijn nieuwe typen katalysatoren en processen nodig, en fundamenteel onderzoek op dit gebied begint vruchten af te werpen. De huidige ontdekkingen produceren echter nog slechts enkele grammen producten, terwijl het verbruik van olie voor transport en de chemische industrie zo’n 12 miljoen ton per dag bedraagt. Onze totale energiebehoefte per dag, waarin we grotendeels voorzien door fossiele brandstoffen, is zelfs minstens twee keer zo hoog.
Daarnaast zullen we voor ons transport en de productie van energie nog enkele tientallen jaren fossiele brandstoffen nodig hebben vanwege hun hoge energiedichtheid en de goed ontwikkelde infrastructuur voor hun productie en distributie, aldus Vogt. Wind- en zonne-energie spelen weliswaar een steeds grotere rol in de productie van elektriciteit, maar niet genoeg om te kunnen voldoen aan de voorspelde toename van het elektriciteitsverbruik van 70 procent in de komende 25 jaar. Daarom is onderzoek naar de verbetering van de efficiëntie van de huidige katalytische olieraffinageprocessen nu meer dan ooit nodig. Zowel de Nederlandse katalyseonderzoekers, katalysatorproducenten en hun afnemers als de Topsector Chemie hebben roadmaps ontwikkeld om de uitdagingen op het gebied van katalyse te realiseren. Zij presenteren een traject van dertig jaar om een CO2-neutrale samenleving te bereiken in 2050. De roadmaps gaan uit van een drieledige aanpak: verbetering van de efficiëntie van de huidige processen, zowel voor de energie- als de grondstoffenvoorziening, het gebruik van biomassa als grondstof en uiteindelijk het gebruik van CO2 als grondstof. Dr. Eelco Vogt, distinguished advisor catalyst R&D bij Albemarle Catalysts in Amsterdam, werd eind 2014 benoemd tot bijzonder hoogleraar Katalyse van Olieraffinageprocessen aan de Universiteit Utrecht. Hij doet onderzoek naar de verduurzaming van raffinageprocessen door verbetering van katalysatoren. De samenwerking vormt een onderdeel van het strategisch thema Duurzaamheid van de Universiteit Utrecht. p
RESONATOR VAN DUPONT MAAKT HYBRIDE SPORTAUTO STILLER De BMW i8 plug-in hybride sportauto heeft een resonator van DuPonts hoogwaardig polyamide Zytel PLUS 95G35, dat is versterkt met glasvezel en speciaal werd afgestemd om het typische hogefrequentiegeluid van de luchtinlaat te dempen en zo het rijcomfort te verbeteren. Door zijn functie heeft de resonator een relatief groot volume. Toch weegt het apparaat slechts 1,5 kilo, dankzij de geoptimaliseerde wanddikte en de toepassing van een type Zytel PLUS met hoge rigiditeit en sterkte. De resonator, die wordt geïnstalleerd tussen het luchtfilter en de turbolader, werd ontwikkeld in nauwe samenwerking door BMW Group, DuPont Performance Materials en MANN+HUMMEL. p mei 2016 Chemie Magazine 11
De zomer is in aantocht, tijd om een mooie vakantie te plannen. Kunt u met een gerust hart alle REACH zaken loslaten? Sommigen zien de dreiging van de 2018 deadline als een donkere wolk boven zich hangen, anderen zijn zich er misschien nog niet eens van bewust. Knoell kan u helpen om aan uw REACH verplichtingen te voldoen en zodoende ook na 2018 verder te kunnen. » » »
Wij inventariseren uw situatie mbt de verplichtingen voor uw producten. Wij verzorgen de communicatie met andere registranten. Wij zorgen ervoor dat de registratie van uw stoffen efficiënt en op tijd gebeurt.
Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels ruim 480 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden- en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met: Knoell NL B.V., Wageningen Danny Haacke of Jan Tuinstra Tel +31 (0)317 466 800 info@knoell.com
Met Knoell heeft u een sterk team van specialisten op het terrein van chemie, toxicologie, ecotoxicologie, risico evaluatie en consortium management, dat meer dan 10% van alle registraties in de EU heeft verzorgd. Gebruik knoell om de juiste beslissingen te nemen en verzeker zo uw ononderbroken supply chain door compliance.
www.knoell.com
Milieu en Omgevingsvergunning vergt kennis m-tech is gespecialiseerd in : – – – – – – – – – – – – Nederland Dordrecht Pieter Zeemanweg 155 3316 GZ Dordrecht
Omgevingsvergunningen Managementsystemen Veiligheidsrapportages en -studies Milieueffectrapportages en -studies Ruimtelijke ordening Waterwet IPPC ADR-regelgeving Afval- en bodemwetgeving Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie Bestuursrechtelijke procedures Natuurbescherming
België Roermond Produktieweg 1g 6045 JC Roermond
Brussel Clovislaan 82 1000 Brussel
Gent Hasselt Namen Industrieweg 118 / 4 Maastrichtersteenweg 210 Route de Hannut 55 9032 Gent 3500 Hasselt 5004 Namur
T +31 475 420 191 T +31 475 420 191 T +32 2 734 02 65 T +32 9 216 80 00 info@m-tech-nederland.nl info@m-tech-nederland.nl info@m-tech.be info@m-tech.be
T +32 11 223 240 info@m-tech.be
T +32 81 226 082 info@m-tech.be
www.m-tech-nederland.nl m-tech_2014_scm_adv180x132_rev_adres.indd 1
9/09/14 21:37
TWI TTER Mark van Loosdrecht @MarkvLoosdrecht #zonnebrand #kassatv Als een deskundige niets van chemie weet stel dan geen chemische vragen Chemie Is Overal @chemieisoveral Chemie en tampons: wat zit er in, en wat niet? #chemieisoveral #indianenverhalen http://bit.ly/1SG3rbj martijn v calmthout @vancalmthout Fantastisch verhaal over de nederlandse Inglorious Bastard Hans Wijnberg, in de chemie leermeester van velen. http://www.ukrant.nl/magazine/inglourious-wijnberg … Sneek Nieuws @Sneek_Nieuws Jack de Vries duikt op in de chemie http://bit.ly/1NLktEI sjeemiej @Jamysaurus Het is altijd fijn als je chemie hebt met je scheikundeklas Wouter Scheepens @WouterScheepens Chemiemagazine van de @vnci bevat tegenwoordig eigenlijk geen artikelen die niet over #duurzaamheid gaan essenscia_NL @essenscia_NL Succes #Tesla is goed nieuws voor #Solvay. Chemie maakt batterijen efficiënter http://ow.ly/G1ne3006487 via @tijd
Actueel
TUSSEN BEDRIJFSHULPVERLENING EN BRANDWEER: DE FIRST RESPONDER Bezoekers aan de eRIC Expo (2 tot en met 4 juni) kunnen kennismaken met een nieuw type hulpverleningsorganisatie voor de industrie: First Responders. Dit zijn kleinschalige gespecialiseerde hulpverleningsteams die het gat vullen tussen de klassieke bedrijfshulpverleners en de overheidsbrandweer.
F
irst Responders is een slimme oplossing voor bedrijven die van oudsher altijd een bedrijfsbrandweer hadden maar daartoe op grond van de wet niet verplicht zijn en zoeken naar een alternatief. In stand houden van een kwalitatief hoogwaardige bedrijfsbrandweerorganisatie kost veel geld, menskracht en tijd, terwijl zo’n korps vaak helemaal niet is afgestemd op het risicoprofiel en de veiligheidsbehoefte van de onderneming. First responders zijn een belangrijke schakel in een moderne, meer risicogerichte bedrijfsnoodorganisatie voor bedrijven. Ze moeten wel goed beslagen ten ijs komen qua opleiding, training en uitrusting. Daarom heeft het Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening (NIBHV) in samenwerking met het Instituut Fysieke Veiligheid en de VNCI een speciale opleiding ontwikkeld. In zeven modules worden first responders geschoold in basisvaardigheden op het gebied van ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen, chemiepakken en industriële brandbestrijding. Volgens Nico van Etten van het NIBHV kunnen first responders vooral bij incidenten met gevaarlijke stoffen een duidelijke meerwaarde hebben. “Zij combineren redding en ontsmetting van personen met stabilisatietaken die de bedrijfscontinuïteit moeten waarborgen. Tijdens eRIC willen we samen met enkele opleiders een praktijksimulatie verzorgen om te laten zien wat first responders aan klussen kunnen behappen en hoe zij daarbij samenwerken met de overheidsbrandweer en andere hulpverleners.” p De Internationale Expo Rampenbestrijding, Incidentmanagement & Crisisbeheersing (eRIC Expo) vindt plaats van 2 tot en met 4 juni op Vliegveld Twente, Enschede. Meer informatie: www.exporic.nl
STOFFEN- EN ARBODAG 2016 Op donderdag 30 juni organiseren de VNCI en VHCP de jaarlijkse Stoffen- en Arbodag. Tijdens deze voorlichtingsdag komen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: • (Internationale) ontwikkelingen op het gebied van REACH, CLP en arbeidshygiëne; • gevolgen van REACH voor het mkb en de actuele ontwikkelingen hierbij; • 5 jaar inspectie door de Inspectie SZW: ervaringen, bevindingen en advies; • kankerverwekkende stoffen op de werkvloer; • compliance check: het veiligheidsinformatieblad als onmisbaar instrument voor veilig en gezond werken; • het delen van gegevens en kosten: best practices en de gevolgen van de Implementing Act on Data Sharing voor bedrijven. p De bijeenkomst is in het Woudschoten Conferentiecentrum in Zeist. Meer informatie: 070 3378744, dijkhuizen@vnci.nl
Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). mei 2016 Chemie Magazine 13
‘ ALLES DRAAIT OM INVESTERINGEN’ 14 Chemie Magazine mei 2016
FOTO: FLOREN VAN OLDEN
VNCI-VOORZITTER MARK WILLIAMS
VNCI
Veel ontwikkelingen bij de VNCI. Begin dit jaar kwam het Beleidsplan 2016-2020 uit, met daarin de ambities van de Nederlandse chemische industrie voor de komende vijf jaar. En onlangs werd een nieuwe voorzitter gekozen: Mark Williams, vice president Europe bij SABIC. Zijn belangrijkste boodschap: “De komende vijf jaar draait alles om investeringen.” Tekst: Igor Znidarsic
M
ark Williams is de nieuwe voorzitter van de VNCI. Hij volgde afgelopen april Eric Hogenboom op. Mark Williams is vice president Europe bij SABIC, verantwoordelijk voor regionale strategie en planning. Zijn benoeming tot VNCI-voorzitter valt samen met de presentatie van het Beleidsplan 2016-2020 van de VNCI, met daarin de ambities van de Nederlandse chemische industrie voor de komende vijf jaar. De sector streeft naar een toekomst waarin hij concurrerend, duurzaam, innovatief en zorgvuldig kan ondernemen; kan groeien en internationaal kan excelleren; wordt gezien als een onmisbare schakel in de duurzame samenleving; en gewaardeerd wordt om zijn bijdrage aan welvaart en welzijn. Om de industrie in staat te stellen deze ambities te verwezenlijken, heeft de VNCI samen met haar leden drie strategische doelstellingen geformuleerd voor 2030: concurrentiekracht, license to operate en maatschappelijke waarde. “Om succesvol te zijn is het belangrijk dat de prioriteiten van het Beleidsplan overeenkomen met die van de Europese industriekoepels Plastics Europe en Cefic”, zegt Mark Williams. “Het is belangrijk dat we met deze organen een consistente boodschap afstemmen over onze prioriteiten en doelen, bijvoorbeeld wat betreft de concurrentiekracht, de eerste strategische doelstelling.”
Mark Williams: ‘Geen woorden maar daden. Ik zal iedereen daartoe uitdagen.’
Hoe kunnen we onze concurrentiekracht volgens u de komende jaren vergroten? “De lage olieprijs heeft het mondiale level playing field enigszins gladgestreken en heeft ons a window of opportunity gegeven om onze concurrentiekracht te versterken. Maar tegelijkertijd bevinden we ons nog steeds in een van de minst concurrerende regio’s in de wereld, onder andere door de relatief hoge energie- en grondstofprijzen. Als gevolg hiervan worden nieuwe sites momenteel niet neergezet in Europa. Het gaat er daarom om dat we een klimaat creëren dat weer investeerders aantrekt.” Wat is daarvoor nodig? “Als we in Europa een concurrerende basischemie willen behouden, moeten we alternatieve grondstof- en
energiebronnen overwegen. Amerika heeft dat gedaan met schaliegas, het Verenigd Koninkrijk overweegt hetzelfde en China wil kolen gaan gebruiken. Nederland heeft gas, maar staat wat dat betreft voor een aantal uitdagingen. In andere delen van Europa is er potentieel schaliegas, maar de samenleving moet zich uitspreken over de aanvaardbaarheid van schaliegaswinning. Europa kan ook gaan voor meer resource efficiency en voorop gaan in de implementatie van de circulaire economie. Eigenlijk is dat de enige weg als we allemaal ons huidige levensstandaard willen handhaven en tegelijkertijd de aarde willen beschermen, in de context van COP21, de laatste klimaatconferentie. Door de producten die we maken ook weer als grondstof te gebruiken, door de cirkel te sluiten, kunnen we een substantiële bijdrage leveren aan de klimaatdoelen én onze concurrentiekracht vergroten. Dat moet wat mij betreft de toekomst zijn. Een van de belemmeringen hierbij is dat in het kader van de klimaatdoelen de inzet van biomassa voor de productie van materialen niet op dezelfde wijze wordt gewaardeerd en gestimuleerd als voor energie-inzet. Er is wat dit betreft geen level playing field. Daarom moet de wetgeving rond de circulaire economie stimuleren dat de grondstoffen en materialen die we gebruiken consistent worden beoordeeld op hun cradle to cradle CO2-footprint. Met zo’n life cycle analysis is voor elke applicatie de impact op de planeet bekend. De maatschappij kan dan vergelijken en de keuzes afwegen. Daarmee kun je het speelveld gelijk trekken en kunnen we de klimaatdoelen van COP21 halen. Nederland kan en moet hierin een leidende rol spelen in Europa. We hebben de mindset, de kennis, de technologie, de innovatie, de juiste facilities en een aantal al lopende projecten. Daarin moet verder worden geïnvesteerd. Onze toekomst is daarvan afhankelijk. We moeten de komende jaren sterk investeren in duurzame innovatie, in opschaling en in grootschalige demoplants.” De belemmeringen betreffen vaak wet- en regelgeving. In het Beleidsplan wordt bij concurrentiekracht ook een aangepast ETS genoemd dat carbon leakage tegengaat. e mei 2016 Chemie Magazine 15
‘ Het gaat erom dat we een klimaat creëren dat weer investeerders aantrekt’
“Het principe van het ETS-concept kan effectief zijn mits consistent en universeel toegepast. Het beloont investeringen in energie-efficiency en stimuleert gebruik van best beschikbare technieken. Maar in de praktijk kan het in de huidige vorm investeringen in Europa afschrikken en resulteren in carbon leakage. Hetzelfde geldt voor de Energy Efficiency Directive. Uiteindelijk telt voor de planeet hoeveel CO2-moleculen er de atmosfeer in gaan, en op basis hiervan moeten we meten en motiveren. En dan hebben we nog REACH. Natuurlijk is het belangrijk dat we onze verantwoordelijkheden om mensen en het milieu te beschermen tegen gevaarlijke stoffen nakomen, maar de administratieve lasten daar bovenop zijn enorm. Er is hier veel meer efficiency nodig om concurrentiekracht te garanderen.” De tweede strategische doelstelling is license to operate. Hoe bereiken we dat de chemische industrie in Nederland in 2030 nog steeds bestaansrecht heeft? “Tijdens de laatste bestuursvergadering van de VNCI hield reputatie-expert Cees van Riel een presentatie over de perceptie van het algemeen publiek ten aanzien van onze industrie. Gezien de prioriteit die we als industrie geven aan veiligheid, gezondheid en milieu was de feedback bemoedigend: het algemeen publiek beschouwt de chemische industrie als professioneel, technisch competent en ethisch ten aanzien van veiligheid en het milieu. De perceptie van onze industrie is bij het grote publiek beter dan we beseffen. Maar tegelijkertijd is door onze verhoogde standaarden en verbeterde performance de risicotolerantie verminderd en is 16 Chemie Magazine mei 2016
door de groei van ICT de roep om transparantie groter geworden. Mensen reageren bijvoorbeeld sneller op informatie over incidenten. We moeten op deze ontwikkeling anticiperen. Als je kijkt naar de gezondheid van onze medewerkers en de reductie van werkgerelateerde letsels en emissies, spreken de cijfers voor zich. We hebben enorme stappen vooruit gezet door de jaren heen. Je kunt vandaag de dag geen fabriek vinden waar veiligheid, gezondheid en milieu niet topprioriteit zijn. Toch staan we nog steeds soms negatief in de krant. Dat betekent dat we nog zo’n stap moeten maken. De maatschappij vraagt erom.” Die mooie cijfers zijn helaas snel vergeten als de industrie weer met een incident in de krant komt… “Laat ik voorop stellen dat als onze industrie de krant haalt vanwege incidenten, we nog steeds wat werk te verrichten hebben. Een incident kan inderdaad de vooruitgang die geboekt is in termen van een goede reputatie wegvagen. Daarom kunnen we niet zelfgenoegzaam zijn en moeten we door blijven gaan op het pad dat we zijn ingeslagen. Veiligheid, gezondheid en milieu zijn het fundament van onze license to operate. Onze industrie werkt met stoffen die gevaarlijk zijn, toxisch, brandbaar,
‘ Veiligheid, gezondheid en milieu zijn het fundament van onze license to operate’
VNCI
dus vragen ze om de hoogste integriteit, op het gebied van engineering, onderhoud, onderwijs, et cetera. Omdat ik een achtergrond heb in de maakindustrie, heb ik een persoonlijke passie voor dit onderwerp. We hebben als industrie door de jaren heen een sterk track record opgebouwd van voortdurende verbetering van onze standaarden en onze performance. We hebben grote vorderingen geboekt, die gemakkelijk meetbaar zijn. Vorderingen in de veiligheid en gezondheid van onze medewerkers en in de omgevingshinder en de missies van de fabrieken, die sterk zijn verminderd. De uitdaging is om dit te blijven doen. Je kunt nooit zelfvoldaan zijn, want onze materialen en ons proces blijven in potentie gevaarlijk. De essentie van wat we doen is niet veranderd, we zijn simpelweg beter geworden in het managen ervan en in het managen van de bijbehorende risico’s. Tegelijkertijd hebben we ook met onze concurrentiekracht te maken en moeten we letten op de kosten van het op de juiste wijze managen van de risico’s. Wanneer vervang ik de banden van mijn auto? Als je een klapband krijgt, heb je een verkeerde beslissing gemaakt. Vervang je de banden elk jaar, dan ben je niet kostencompetitief.” De derde strategische doelstelling is maatschappelijke waarde. Wat wordt daarmee bedoeld? “Het is voor het eerst dat we dit als strategisch doel stellen. Het is een nieuwe stap in onze ontwikkeling. Gezien de langetermijndoelstellingen om een duurzame wereldmaatschappij te bewerkstelligen, kunnen we niet langer alleen focussen op winst. We moeten ook focussen op duurzame oplossingen en op de voordelen die we de maatschappij kunnen bieden. Natuurlijk hebben we dat altijd al gedaan met onze producten, anders hadden mensen ze niet gekocht, maar onze relatie met de maatschappij wordt sterker. We’re all in this together. Als je kijkt naar het rapport van de Ellen MacArthur Foundation over de circulaire economie, zie je dat onze industrie een onmisbare bijdrage kan leveren. We moeten echt de cirkel gaan sluiten. De hele wereld streeft naar onze levensstandaard en tegelijkertijd willen we het klimaatprobleem aanpakken. Onze industrie is een belangrijke pilaar onder deze doelen. Neem bijvoorbeeld de nieuwste vliegtuigen. Het uitgebreide gebruik van de materialen en producten van onze industrie maakt ze lichter en daardoor brandstofefficiënter. Alleen de stoffen die wij produceren maken dat mogelijk. Onze producten bieden de maatschappij duurzame oplossingen. Het is bijvoorbeeld niet praktisch of betaalbaar om voldoende bomen te laten groeien of genoeg schapen te fokken om het gebruik van onze materialen in het dagelijks leven te vervangen.” Hoe kunnen we deze maatschappelijke waarde bereiken en hiervoor waardering krijgen? “Door de leidende rol te nemen in de circulaire economie en door te werken aan vermindering van de koolstof-footprint. De technologieën waar we over beschikken kunnen hierin een hoofdrol spelen. Sterker nog: zonder de chemische industrie is het nagenoeg onmogelijk. Onze materialen zijn de basis voor onze levensstandaard. We leven steeds langer, beschikken over voldoende en goed voedsel, we kunnen ons warm kle-
CV MARK WILLIAMS
Mark Williams (47) is vice president Europe bij SABIC. Hij is geboren in het Verenigd Koninkrijk en studeerde chemische technologie aan de University of Sheffield. Hij begon zijn carrière bij ICI Chemicals & Polymers in Teesside in 1989 en heeft 27 jaar ervaring in de petrochemische en polymeerindustrie, waarbij hij werkte in Europa, de VS en het Midden-Oosten. Mark Williams heeft een uitgebreide manufacturing-achtergrond en was hiervoor verantwoordelijk voor SABIC’s petrochemische en polymeer-fabrieken in Europa. Hij is gestationeerd in Sittard op het Europese hoofdkantoor van SABIC. Hij woont in Maastricht, is getrouwd en heeft twee zonen (van 17 en 18).
den in de winter, we hebben allemaal een smartphone… We zijn zo ontzettend bevoorrecht, en dat hebben we mede te danken aan onze industrie. Die boodschap moeten we nog sterker over het voetlicht brengen. Overigens is economie ook onderdeel van de maatschappelijke waarde. Een concreet doel in het Beleidsplan is dat er voldoende start-ups uitgroeien tot nieuwe productie-units. Dat zou een grote bijdrage zijn aan de Nederlandse maatschappij. Het creëert banen, dynamiek, belastingbetalers. Zoals ik in het begin al zei, draait de komende vijf jaar alles om investeringen. Investment is the name of the game.” Welke bijdrage kan of moet de Nederlandse overheid leveren? “De wet- en regelgeving aanpassen en zorgen voor een level playing field. De overheid moet niet denken dat de problemen over zijn nu de economie weer wat aantrekt. We hebben de mogelijkheden om de drie doelstellingen te halen, maar we kunnen dat niet alleen. Ook moet de regulering van onze industrie en onze producten evenredig zijn aan de risico’s en eerder ondersteunend dan bestraffend zijn bij het waarborgen van de continue verbetering.” Hoe gaat u uw rol als voorzitter van de VNCI invullen? “Ik ga zo veel mogelijk uitdragen wat hier is besproken. De boodschap zal helder en consistent zijn, zowel op Nederlands en Europees als op provinciaal en buurtniveau. Geen woorden maar daden. Ik zal iedereen daartoe uitdagen.” p mei 2016 Chemie Magazine 17
WAARDEVOLLE INPUT VOOR ENERGIE-EFFICIENCYPLANNEN
INSPIRATIE VOOR INNOVATIE
De 114 chemiebedrijven die deelnemen aan een van de energieconvenanten moeten in het najaar hun energie-efficiencyplannen inleveren bij de overheid. Daarin geven ze aan hoe ze de komende vier jaar nog meer energiewinst willen boeken. Een recent overzicht van innovatieve technologieën en toepassingen in de branche biedt inspiratie. Tekst: Adriaan van Hooijdonk
SOLIQZ
ENERGIEBESPARENDE TECHNOLOGIE VOOR ZUIVERING CHEMICALIËN
T
NO ontwikkelde de afgelopen vijftien jaar de Hydraulic Wash Column-technologie om op een efficiënte en energiebesparende manier chemicaliën te zuiveren. SoliQz in Rotterdam brengt de technologie sinds vorig jaar op de markt. Volgens chief technology officer Dirk Verdoes van SoliQz is de technologie vooral geschikt voor chemicaliën waarvoor een hoge zuiverheid is vereist, zoals grondstoffen voor de productie van (bio)plastics. Daarnaast is de technologie geschikt voor bedrijven die door verhoogde zuiverheid de functionele eigenschappen van hun producten willen verbeteren, zoals de gewasbeschermingsmiddelen- en farmaceutische industrie. De Amerikaanse aandeelhouder en partner van SoliQz legt momenteel in Schotland de laatste hand aan een nieuwe proefinstallatie die over een paar weken bij Plant One in de Botlek operationeel is. Daarmee biedt het bedrijf de mogelijkheid aan klanten om haalbaarheidsonderzoeken uit te voeren om na te gaan of de technologie inderdaad toepasbaar is. Uit eerdere onderzoeken bij TNO blijkt dat de technologie niet alleen een productzuiverheid tot 99,9 procent oplevert, maar ook voor een energiebesparing tussen de 20 en 90 procent kan zorgen in vergelijking met destillatie. “Daarvoor zijn immers veel meer stappen nodig om een zuiver product te krijgen”, benadrukt Verdoes. De afgelopen vijftien jaar heeft TNO een vijftigtal toepassingen getest, waarvan er inmiddels twee naar industriële schaal zijn opgeschaald. “Zo gebruikt Solvay de technologie om fosforzuur te zuiveren, zodat de elektronica-industrie het als etsmiddel voor de productie van halfgeleiders kan inzetten.” 18 Chemie Magazine mei 2016
Twee toepassingen zijn naar industriële schaal opgeschaald.
Energie en klimaat
E
nergiespecialisten van (chemie)bedrijven die meedoen aan de MJA3- en MEE-energieconvenanten zijn druk bezig om hun energie-efficiencyplannen (EEP) op te stellen voor de periode 2017-2020. Daarbij kijken ze niet alleen naar efficiencymogelijkheden binnen het eigen proces, maar ook naar mogelijkheden om in de keten energiewinst te boeken. Op de langere termijn ligt er nog een stevige taak om de CO2-uitstoot naar beneden te brengen. Zo staat in het Energierapport van het kabinet dat de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 80 tot 95 procent moet zijn teruggedrongen. Het Klimaatakkoord van Parijs streeft naar 40 procent minder broeikasgasemissies in 2030. De VNCI heeft niet voor niets al in 2012
de Routekaart Chemie 2012-2030 gepresenteerd, een grondige inventarisatie van de innovatiemogelijkheden tot 2030 op het gebied van broeikasgasreductie. De energie-efficiencyplannen voor de komende periode (2017 tot 2020) moeten MEE-bedrijven uiterlijk op 1 oktober inleveren, MJA3-bedrijven op 15 november. Om de energiespecialisten te inspireren voor de invulling van de energie-efficiencyplannen, heeft de VNCI met ondersteuning van RVO.nl, Berenschot, Ecofys, Traxxys, ISPT, TNO, ECN en Synchem het Inspiratiedocument EEP 20172020 uitgebracht. Het bevat een overzicht van innovatieve technologieën en toepassingen voor energiebesparing en broeikasgasreductie in de chemische industrie. Chemie Magazine licht er een zestal uit.
CHEMIEBEDRIJVEN LATEN GEOTHERMIESCAN UITVOEREN
V
anuit de Nederlandse bodem is bij voldoende diepte (5 tot 7 kilometer) warmte van circa 200 graden Celsius te ‘oogsten’. Deze warmte is bruikbaar voor een groot aantal industriële processen in de chemische industrie. Daarvoor is het echter wel nodig om warmtepompen te gebruiken om de bron zo goed mogelijk te benutten en een hogere temperatuur te bereiken. ECN onderzoekt met IF Technology de mogelijkheid om diepe geothermie in Nederland toe te passen, meldt innovatiemanager warmtetechnologie Simon Spoelstra van
ECN. “Diepe-geothermieprojecten komen lastig van de grond omdat het erg kostbaar is om zo diep te boren. Ook is er onzekerheid over het beschikbare vermogen van de bron. Verder is de huidige energieprijs vooralsnog te laag om een goede businesscase rond te krijgen.” Dat neemt niet weg dat de chemiebedrijven Dow, AkzoNobel en DSM een geothermiescan door IF Technology laten uitvoeren om te kijken of hun locaties geschikt zijn voor het gebruik van diepe aardwarmte. Daarbij kunnen ze in de toekomst
Geothermische plant.
gebruikmaken van een SDE-subsidie voor duurzame warmte om het financiële plaatje rond te krijgen. Spoelstra schat de potentiële energiebesparing in Nederland op 20 petajoule per jaar, plus een CO2-emissiereductie van 1,2 megaton per jaar.
HERGEBRUIK VAN GRONDSTOFFEN UIT PROCESSTROMEN
H
oe kunnen we zo energie-efficiënt mogelijk zout en orga- Recente ontwikkelingen in de procestechnologie maken het volgens hem mogelijk om waardevolle bestanddelen selectief nische verbindingen uit processtromen terugwinnen? En en met minder energie uit proceswaterstromen te scheiden. welke nieuwe technologieën zijn daarvoor het De bedrijven hopen solide businesscases te ontwikkelen voor geschiktst? Deze vragen staan centraal in het EuRiDice-proeen technologie die niet alleen resulteert in een efficiënte ject. Binnen het Institute for Sustainable Process Technology selectieve scheiding, maar ook in een energiebesparing van 25 (ISPT) werken industriële partners AkzoNobel, Corbion, Dow procent binnen zes jaar. en Hexion en technologieleveranciers en partners ECN, VITO, De betrokken partijen streven volgens Plantenga naar de bouw KWR Watercycle Research Institute samen in het project. Volvan een proefinstallatie om de technologieën, of een combinagens Menno Plantenga, clusterdirecteur Water Processing van tie daarvan, in de praktijk te testen. Daarvoor is nu nog geen het ISPT, zijn er voor de terugwinning van zout uit afvalwaterfinanciering beschikbaar. Inmiddels is er wel een tweede prostromen al veel technologieën beschikbaar. “Maar als er orgaject gestart, Orpheus, dat zich richt op de concentratie van kleinische componenten in zitten, voeren bedrijven dat nu meestal afvalwaterof reststromen als afval af om het vervolgens ondergronds op te slaan of te Twee toepassingen zijnnere naar industriële schaal opgeschaald. om zo de scheiding en terugwinning te verbeteren. verbranden. Dat kost geld en past niet in de gedachte van de circulaire economie.” mei 2016 Chemie Magazine 19
Bij ECN draait sinds drie jaar een proefinstallatie.
ABSORPTIESYSTEEM WINT RESTWARMTE UIT DROOGPROCESSEN TERUG
I
ECN
SCHEIDINGSPROCESSEN COMBINEREN MET WARMTEOVERDRACHT
D
estillatie en absorptie zijn de twee meest toegepaste scheidingstechnologieën in de chemische industrie en verantwoordelijk voor meer dan 50 procent van het energieverbruik. Bij het Energie Centrum Nederland (ECN) draait sinds drie jaar een proefinstallatie om het scheidingsproces te combineren met warmteoverdracht. Yvonne van Delft, innovatiemanager vloeistofscheiding en conversie bij ECN, legt uit hoe de proefinstallatie werkt. “Wij hebben het bovenste en onderste deel van de destillatiekolom in elkaar geschoven, zodat ze onderling op een veel efficiëntere manier warmte uitwisselen. Dezelfde technologie – gestructureerde systemen met warmtewisseling – is ook bruikbaar om de efficiëntie van (exotherme) absorptieprocessen te verhogen.” ECN is nu bezig met de volgende stap. Zo startte begin januari 2016 het driejarige E-CHAMP-project, met als doel de technologie op industriële schaal te testen in een proefinstallatie bij een chemiebedrijf. Daarbij werkt ECN samen met chemiebedrijf Dow, techno-logieleveranciers Technip en Wijbenga en de Finse apparatenbouwer Vahterus. De betrokken partijen onderzoeken en testen twee technologische concepten die tot twee prototypes moeten leiden. De resultaten van het onderzoek gebruikt Technip voor het modelleren en opstellen van ontwerpregels. Van Delft wijst op het aanzienlijke energiebesparingspotentieel voor de Nederlandse chemische industrie. In 2030 kan toepassing van de technologie volgens haar leiden tot een CO2-emissiereductie van 160 kiloton per jaar en 2,3 petajoule per jaar aan energiebesparing.
20 Chemie Magazine mei 2016
edereen kent wel de zakjes silicagel in elektronicaverpakkingen. De stof haalt het vocht uit de lucht om te voorkomen dat de apparatuur beschadigd raakt. Ook industriële bedrijven gebruiken absorptiemiddelen en -systemen om vocht uit producten en processen te halen. Zo past FrieslandCampina de techniek toe in een proefproject met een sproeidroger om melk tot melkpoeder te drogen. Daarbij gaat het tot nu toe om processen op lage temperaturen. ECN is een onderzoek gestart om de restwarmte die vrijkomt bij de absorptie op te kunnen waarderen naar hogere temperaturen voor teruglevering aan het proces. Volgens Simon Spoelstra, innovatiemanager warmtetechnologie bij ECN, gaat het daarbij vooral om de zoektocht naar een absorptiemiddel dat de hogere temperaturen aankan. “Het onderzoek vindt nu op labschaal plaats, maar de potentiële energiebesparing in Nederland is 10 petajoule per jaar, evenals een CO2-reductie van 600 kiloton per jaar. Daarnaast zorgt het voor een reductie in geuremissie en een vergroening van het proces.”
CYCLISCHE DESTILLATIE VERHOOGT SCHEIDINGSEFFICIENCY
H
et Estlandse bedrijf Maleta Cyclic Destillation past cyclische destillatie naar eigen zeggen al sinds 2006 succesvol toe in chemieplants in Oost-Europese landen. Volgens consultant Henk Akse van Traxxys Innovation & Sustainability, die de referenties bekeek, werkt de technologie als volgt: “Net als bij een normaal destillatieproces gaat er constant een gasflow door de destillatiekolom omhoog en een vloeistofstroom omlaag. Het verschil zit hem in de speciale schotels in de destillatiekolom waardoor de vloeistof niet continu van boven naar beneden stroomt. Daardoor lijkt het proces efficiënter te werken in vergelijking tot traditionele destillatie.” Maleta Cyclic Destillation claimt dan ook diverse economische voordelen voor de gebruikers van de technologie. De investeringskosten zijn 20 tot 50 procent lager in vergelijking met traditionele destillatiekolommen omdat ze
een smallere diameter hebben en er minder staal nodig is. Daarnaast is er volgens het bedrijf minder energie (20 tot 35 procent) en minder elektriciteit (25 tot 30 procent) nodig. Akse wijst erop dat destillatieprocessen goed zijn voor ruim tweederde van het energieverbruik in de Nederlandse chemische industrie. “Daarom lijkt het potentieel voor energie en CO2-besparing groot.” p
Ethanol-plant van Chervonoslobodskoy in Oekraïne.
The perfect formula for your process automation.
Time to move on Technologische vooruitgang is niet te stoppen. Traditionele mechanische meetinstrumenten kunnen leiden tot onnauwkeurige metingen, veiligheidsrisico’s en hoge onderhoudskosten. Endress+Hauser biedt een breed scale aan MRO - maintenance, repair en operation – services om uw installatie te optimaliseren, inclusief het vervangen van verouderde technieken. Vervang nu uw mechanische flowmeters door moderne Proline flowmeters • Hogere beschikbaarheid: langere onderhoudsintervallen, proof test zonder procesonderbrekingen mogelijk • Hogere veiligheid: structureel ontworpen voor maximale veiligheid – safety by design • Hogere efficiency: groot meetbereik, hogere nauwkeurigheid en meerdere meetwaarden uit 1 instrument www.nl.endress.com/coriolis
Endress+Hauser BV Postbus 5102 1410 AC Naarden
Tel. (035) 695 86 11 info@nl.endress.com www.nl.endress.com
GEEN KONINGSSPELEN MAAR JAARLIJKSE CHEMIEDAG OP NUTSSCHOOL ZORGVLIET
’ LEERLINGEN ZIJN DOL OP PROEFJES’ Nutsschool Zorgvliet in Den Haag hield in april voor de tweede keer een Chemiedag voor al zijn leerlingen. Een bruisende dag, die kinderen niet alleen plezier laat beleven aan chemieproefjes, maar ook interesse voor een scheikundestudie aanwakkert. Tekst: Marloes Hooimeijer
T
erwijl op basisscholen in het hele land de Koningsspelen op 22 april in volle gang zijn, doen de leerlingen van de Haagse Nutsschool Zorgvliet mee aan ‘hun’ Chemiedag, een initiatief vanuit de VNCI. “In juni hebben we al onze eigen jaarlijkse sportdag voor de hele school,” zegt directrice Sylke Bosch, “dus hebben we besloten om op de
INITIATIEF VAN VNCI’ER
dag van de Koningsspelen voortaan onze jaarlijkse Chemiedag te houden.” (Zie kaders.) Het thema dit jaar is voeding. Zoals in de smaaktest, waarin de onderbouwleerlingen proeven hoe een cracker eerst zout is en dan zoet wordt. Hoe komt dat? “Omdat er spuug bij komt”, antwoordt een van hen. En dat klopt. De kinderen leren hoe het speeksel zetmeel omzet in
Twee jaar terug nam Hoofd Communicatie & Public Affairs Irene van Luijken van de VNCI het initiatief tot de Chemiedag op Nutsschool Zorgvliet, de basisschool van haar twee zoons (groep 2 en groep 5). “De directrice benaderde me om het dit jaar weer te doen”, aldus Van Luijken. “Ouders hadden het er volgens haar nog steeds over, zo enthousiast waren ze.” Er zijn wel basisscholen die bijvoorbeeld techniekmiddagen hebben, maar een Chemiedag is “uniek”, zegt Luijken. “Het is belangrijk om al in het basisonderwijs de kiem te leggen voor chemie. De kans te vergroten dat kinderen later voor een bètapakket kiezen. Kinderen zijn supernieuwsgierig.” Tijdens de Chemiedag worden proefjes van Stichting C3 gebruikt. Zelf begeleidt Van Luijken bovenbouwers bij de appeltaartproef, waarbij ze als chemici de smaak van appeltaart nabootsen. Andere ouders (en grootouders) doen weer andere proefjes met groepjes leerlingen. “Die betrokkenheid is de kracht van zo’n dag. Het is te veel voor leerkrachten om dit zonder hulp van ouders te doen.” 22 Chemie Magazine mei 2016
De bruisraketten worden klaargezet voor lancering.
suiker. “Mag ik de cracker nu doorslikken?”, wordt er gevraagd. En direct daarna: “Kunnen we het nog een keer doen?” De crackers vliegen de verpakking uit.
Toveren
”Kleuters zijn heel nieuwsgierig”, vertelt juf Marianne. “Dit soort proefjes voelt voor hen als toveren.” De twee moeders die in haar lokaal de Melkregenboogproef uitvoeren, staan voor een grote uitdaging. De een heeft een rode veeg kleurstof op haar wang, de ander gekleurde handen, en beiden lopen ze af en aan met keukenpapier. In het kommetje melk dat voor ze staat, hebben de kinderen zojuist nog met voedingskleurstoffen en een wattenstaafje met afwasmiddel een prachtig kleurenspektakel gecreëerd. “Dit kunnen we thuis ook wel een keer doen”, klinkt er. “Ja, maar dan moeten we wel kleurstof hebben.” Het enthousiasme bij begeleider Monique van de Akker straalt er vanaf: “Het is toch ongelooflijk dat een 5-jarige al weet te vertellen dat het afwasmiddel de kleur wegduwt.
Onderwijs
De colafonteinproef.
Kinderen zijn supernieuwsgierig.
En ik hoorde van de groep hiernaast dat eentje het woord smaakpapillen al kende.” Je kunt volgens haar niet vroeg genoeg beginnen om kinderen ook wat van chemie mee te geven. “Maar toen de dag dichterbij kwam, dacht ik wel even: wat heb ik gedaan? Ik ben communicatiewetenschapper, weet niets van chemie. Maar we hebben vanochtend goede instructies gekregen en alles lag al klaar.”
Gebiologeerd
Volkert Keizer, opa van drie leerlingen op de school, begeleidt middenen bovenbouwers bij de proef ‘Onder of boven water’. “De leerlingen zijn hartstikke geïnteresseerd, ik hoef geen moeite te doen om ze bij de les te houden.” En inderdaad, ze staan gebiologeerd te kijken wat er gebeurt met de laagjes water, olijfen slaolie, spiritus en stroop die één voor één in een bekertje worden gedaan. “Waar zal de slaolie heen gaan?” “Tussen het water en de stroop.” “Nee, ik denk dat het erop blijft liggen.” Keizer: “Inderdaad, dat komt door het verschil in soortelijk
gewicht: de slaolie is lichter. En de olijfolie nóg lichter, kijk maar.”
Antioxidanten
Bij meester Peter bepalen bovenbouwleerlingen met een proefje welke van vier pakken vruchtensap de meeste antioxidanten bevat en dus het gezondst is. “Heb je het water echt goed afgemeten? Laat de rest het maar even controleren”, zegt hij tegen een van zijn leerlingen. “Ja jongens, proefjes doen is vrij nauwkeurig werk. Bij een andere groep is de proef al mislukt omdat ze niet goed hadden gelezen wat ze moesten doen.” Dat was bij het groepje van Jetze van Sminia uit groep 8. “We hadden een eetlepel in plaats van theelepel gebruikt”, aldus Sminia. “Dat het ook kan mislukken, maakt scheikunde alleen maar boeiender. Ik kan wel uren in zo’n les zitten en proefjes doen waarvan je niet weet wat eruit komt.” Misschien dat hij scheikunde wil gaan studeren: “Dat lijkt me nu wel leuk in ieder geval.” p
’VIJF LEERLINGEN DENKEN AAN VERVOLGOPLEIDING SCHEIKUNDE’ Directrice Sylke Bosch knutselt samen met een medewerker nog snel vier bruisraketten in elkaar. Vanmiddag gaan vier teams – onder-, midden-, bovenbouw en leerkrachten – de strijd met elkaar aan om de raket zo hoog mogelijk te lanceren. “Basisschoolleerlingen zijn dol op proefjes”, zegt Bosch. “Met de Chemiedag geven wij invulling aan ‘de vaardigheden 21ste eeuw’: zelf ontdekken, nadenken, afvragen hoe iets zit, minder ‘consumeren’. We willen ook het idee ontkrachten dat chemie op de basisschool eng is, of veel gedoe.” Sinds haar school extra aandacht besteedt aan chemie, hebben vijf leerlingen aangegeven te denken aan een vervolgopleiding in de richting scheikunde. “Dat hadden we nog nooit meegemaakt.” Dus volgend jaar (en het jaar daarna) wéér zo’n dag. Bosch: “Als een bedrijf hier een bijzondere proef wil komen voordoen of bijvoorbeeld labjasjes wil sponsoren, zou dat super zijn.” mei 2016 Chemie Magazine 23
DSP, ICL EN SABIC GENOMINEERD VOOR RESPONSIBLE CARE-PRIJS 2016
’WE KUNNEN DIT NIET IN ONS EENTJE OPLOSSEN’ Ook dit jaar reikt de VNCI de Responsible Care-prijs uit aan de grootste uitblinker op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en duurzaamheid. De drie genomineerden willen antibiotica-resistentie tegengaan, bijdragen aan duurzame energie-opslag en duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers. Samenspel is steeds het sleutelwoord. Tekst: Igor Znidarsic
Een onafhankelijke jury heeft in april uit zeven inzendingen de drie genomineerden gekozen. Daarna bezochten de juryleden die drie bedrijven en werden de projecten gefilmd. Op 12 mei publiceerde de VNCI de films op haar website, waarna het publiek kon stemmen. De jury neemt deze stemming mee in haar uiteindelijke besluit. De winnaar wordt op 2 juni bekendgemaakt tijdens de VNCI-jaarvergadering. 24 Chemie Magazine mei 2016
FOTO: SHUT TERSTOCK
VERKIEZING WINNAAR
Responsible Care
Industriële antibioticavervuiling is een belangrijke oorzaak van antibiotica-resistentie.
Het complex van ICL IP in Terneuzen.
ICL (Terneuzen) ENERGY STORAGE
O DSM Sinochem Pharmaceuticals (Rijswijk/Delft) SUSTAINABLE ANTIBIOTICS
D
oor industriële vervuiling komen er onnodig grote hoeveelheden antibiotica in het milieu terecht, waardoor kweekvijvers ontstaan voor antibiotica-resistente bacteriën. Als de huidige trends aanhouden, zullen infecties veroorzaakt door resistente bacteriën rond 2050 jaarlijks tien miljoen mensenlevens eisen, wijst onderzoek uit. Daarnaast zal de wereldeconomie de komende 35 jaar zo’n 100.000 miljard dollar aan inkomsten derven. Met het Sustainable Antibiotics Program wil DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP), een van ‘s werelds grootste producenten van antibiotica, ervoor zorgen dat antibiotica beschikbaar blijven voor huidige en toekomstige generaties. Dat is belangrijk, want antibiotica vormen een hoeksteen van ons huidige gezondheidsstelsel. “We kunnen dit niet in ons eentje oplossen”, zegt HR-directeur Ella Groenendijk. “De hele industrie moet meedoen. Daarom praten we met andere bedrijven, leveranciers en klanten, belangengroeperingen en regelgevers om oplossingen te vinden en samen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.” Volgens DSP gaat het publieke debat over antibiotica-resistentie (terecht) vooral over het onverantwoord gebruik van antibiotica bij mens en dier, maar blijft een andere belangrijke oorzaak vaak onderbelicht: de industriële antibioticavervuiling. De AMR Review – een toonaangevend instituut dat aanbevelingen doet aan de G20 – heeft hier onlangs verandering in gebracht. Volgens zijn laatste rapport komt er jaarlijks tussen de 30.000 en 70.000 ton aan antibiotica-actief afval in ons milieu terecht tijdens de productie van de werkzame ingrediënten. Het Sustainable Antibiotics Program pleit daarom niet alleen voor verantwoord gebruik van antibiotica bij mens en dier en voor ontwikkeling van nieuwe antibiotica en diagnostiek, maar vooral ook voor duurzame productie met de schoonste (enzymatische) technologieën in combinatie met adequaat afvalwaterzuiveringsmanagement, waarbij elke fabriek is voorzien van een eigen afvalwaterzuiveringsinstallatie die permanent wordt gebruikt. Ook moet afvalwater worden getest op antibiotica-activiteit voor het de productiesites verlaat. DSP heeft hiervoor een methode ontwikkeld en geïmplementeerd (op basis van een gevoeligheid van 50 milligram per 1000 liter) en is trots dat sinds begin 2016 alle productielocaties schone afvalwaterstromen rapporteren. “DSP wil de drie voornoemde basisprincipes voor verantwoorde antibioticaproductie verankerd zien in bestaande regelgeving zoals GMP. Ook pleiten wij voor de invoering van een keurmerk voor verantwoord geproduceerde antibiotica. Hiervoor benaderen wij verschillende Europese instanties en organisaties zoals de WHO. Ook praten wij hierover met klanten en schromen wij niet om de politiek op te zoeken”, aldus Groenendijk.
pslag van energie wordt steeds belangrijker, bijvoorbeeld om pieken hernieuwbare energie van zon en wind op te kunnen slaan, of voor communicatie in afgelegen gebieden zonder elektriciteitsnet. Daarvoor zijn systemen nodig die grote hoeveelheden energie kunnen opslaan. Om optimaal duurzaam te zijn, moeten de grondstoffen onuitputtelijk zijn en relatief goedkoop. Dat geldt voor broom (volop aanwezig in de Dode Zee) en zink, grondstoffen voor de Zn/Br2-batterij (zinkbromide). ICL in Terneuzen speelde op deze ontwikkeling in door de productie van de benodigde chemicaliën voor deze batterij op te schalen en mee te denken met de chemische ontwikkeling ervan. De zoektocht naar de juiste materialen resulteerde in een sterke verbetering van de Zn/Br2-technologie. Dankzij samenspel tussen chemici en ingenieurs biedt ICL nu als enige partij in de wereld producenten van deze batterijen een totaaloplossing, een Total Electrolyte Blend (de vloeistof die in de batterij voor haar feitelijke werking zorgt). ICL biedt niet alleen de juiste kwaliteit chemicaliën, maar ook ondersteuning van de techniek door ontwikkeling van aanvullende (next generation) moleculen, bijvoorbeeld voor batterijen die ook bij hogere temperaturen goed hun werk doen. Verder garandeert ICL veiligheid voor het werken met broomhoudende systemen in de hele keten. “We hebben alle zaken die te maken hebben met het handlen van broom zo veel mogelijk hierheen gehaald”, vertelt chief chemist Peter Steunenberg. “En via veiligheidsaudits kijken we bij nieuwe klanten of ze toegerust zijn op het werken met broomhoudende producten, en geven eventueel veiligheidsinstructies.” Verder biedt ICL een oplossing voor de afvalstromen, door aan het einde van de levenscyclus van de electrolyt-oplossingen of bij vervanging om technische redenen deze terug te nemen voor regeneratie, recycling of bromine recovery. “Momenteel is het gebruik van reststoffen nog klein,” aldus Steunenberg, “omdat de electrolyt-oplossingen een werkingstijd hebben van zo’n vijftien jaar. Maar dankzij onze ervaring in andere processen zijn we volledig toegerust voor het verwerken van ook deze reststromen.” e mei 2016 Chemie Magazine 25
OVERIGE INZENDINGEN AKZO NOBEL INDUSTRIAL CHEMICALS
Meer dan 70 procent van de medewerkers wil niet meer terug naar de oude situatie.
SABIC (Bergen op Zoom) ZELFROOSTEREN
B
ij de Noryl-plant van SABIC lagen de ochtend-, middag- en avonddiensten ruim van tevoren vast. Dit vaste ploegenrooster heeft plaatsmaakt voor zelfroosteren, waarbij werknemers in ploegendienst zelf hun diensttijden bepalen. Zo kunnen bijvoorbeeld oudere werknemers ‘zware’ diensten verruilen voor lichtere. Dit zorgt ervoor dat zij gezond en gemotiveerd de eindstreep kunnen halen. En dat is nodig, aangezien in 2020 meer dan de helft van de ploegendienstpopulatie bij SABIC 55+ zal zijn. Spelregels en afspraken vanuit de Arbowet en cao zijn vastgelegd in een softwaresysteem waar men de diensten in plant. Elke werknemer heeft op jaarbasis 219 diensten. “Je maakt het rooster steeds voor een maand vooruit”, legt Henk Berends, acting general manager van de compounding-fabrieken, uit. “In de wensenfase geef je aan welke diensten je wilt doen. Na die fase zie je waar over- en onderbezetting is en kunnen mensen zelf de roosters kloppend maken. Pas in de derde fase wordt zo nodig een planner ingeschakeld.” Volgens Berends heeft een grote groep oudere medewerkers er moeite mee om drie nachtdiensten achter elkaar te draaien. “Dat is nu vaak teruggebracht naar twee.” Meer dan 70 procent van de medewerkers wil niet meer terug naar de oude situatie. “De overige 30 procent vond de oude situatie vooral prima omdat ze toen niks zelf hoefden te doen”, aldus Berends. Het aantal overuren is met bijna de helft afgenomen en het ziekteverzuim met 20 procent. Ook de bonden zijn enthousiast. De manier van werken is in de cao vastgelegd. SABIC voorspelt dat zelfroosteren over een aantal jaren gangbaar zal zijn, omdat het een positief effect heeft op de gezondheid van medewerkers die in ploegendienst werken en de aantrekkelijkheid van werken in continue dienst vergroot. 26 Chemie Magazine mei 2016
HERGEBRUIK ALFACELLULOSE Bij de chloorfabrieken van AkzoNobel krijgt de grondstof pekel een extra zuiveringsstap met papierpoeder (alfacellulose). De filterkoek die overblijft werd als afval afgevoerd. Sinds 2013 levert de chloorfabriek in Delfzijl het aan papierfabrikant Solidus Solutions voor de kartonproductie. De chloorfabriek in Rotterdam, met een jaarlijkse afvalstroom van 400 ton alfacellulose, heeft dit idee verder uitgewerkt. Een belemmering voor inzet van alfacellulose als grondstof voor karton was het hoge zoutgehalte. AkzoNobel heeft geanalyseerd hoe hoog dit is, hoe het fluctueert en hoe het duurzaam gereduceerd kan worden. Hiervoor is een extra spoelstap aangebracht, met hergebruik van spoelwater. Het materiaal heeft nu een acceptabel zoutgehalte. Resultaat: afname van het vaste afval van de chloorfabrieken met 400 ton per jaar en kostenreductie. De alfacellulose blijft langer in de keten.
CRODA NEDERLAND
ENERGIE UIT GLYCERINE Glycerine wordt vaak met andere voedingen gebruikt in vergisting. Croda voedt de vergistingsinstallatie uitsluitend met glycerine, rechtstreeks afkomstig uit het hydrolyseproces. Iets anders wat dit project uniek maakt is dat het vergistingsproces een concentratiestap vervangt, waarmee de vergisting niet alleen duurzame energie (biogas) oplevert, maar ook energie bespaart doordat er geen stoom nodig is voor die concentratiestap. Het biogas vervangt bij Croda een deel van de aardgasbehoefte. Het project is onder de noemer ‘Quarterback’ (met een overall CO2-reductie van 25 procent) uitgevoerd en omvat nog meer energiebesparende elementen, zoals verbetering van de beluchting van de afvalwaterzuivering, herinrichting van de afvalwaterzuivering voor de verwerking van effluent vanuit de vergisting en waterbesparing door inzet van warm
water uit de nieuwe WKK in plaats van stoom bij de verwarming van opslagtanks.
DOW CHEMICAL
GEZONDHEID WERKT! De verwachte stijging van de gemiddelde leeftijd van de werknemers triggerde Dow tot het ontwikkelen van het programma Gezondheid Werkt, dat de fitheid en vitaliteit van werknemers verhoogt, zodat ze langer gezond en veilig aan het werk blijven. Werknemers ‘at risk’ krijgen na een onderzoek, afhankelijk van hun risico, een multidisciplinair programma aangeboden, met sportarts, coaching door een sport- en healthcenter en professionele dieetadviezen. De investeringen en gemaakte kosten zijn zodanig verdeeld dat geen van de deelnemende partijen (Dow Chemical, Avero Achmea, werknemer) ze als bezwaarlijk ziet. De resultaten tonen significante medische, fysieke en mentale verbeteringen, onder meer een beter uithoudingsvermogen, meer spierkracht, meer verlies van overtollig gewicht en bewustwording van en kennis over het belang van voeding en dagelijks bewegen. De methode is reproduceerbaar.
ORGANIK KIMYA NETHERLANDS
COOL RUNNINGS Organik Kimya Netherlands heeft door slimmer te werken een besparing kunnen behalen op het energie- en waterverbruik. Door de koelcapaciteit van de koeltoren efficiënter te benutten, kan de chiller voor een deel van het jaar buiten gebruik worden gesteld. Dit levert een besparing van 5 procent op het elektriciteitsgebruik op, goed voor 230 megawattuur en 121 ton CO2-reductie per jaar. Tevens wordt 5 procent minder drinkwater gebruikt. Dit alles is bereikt met minimale investeringen en met gebruik van het huidige equipment. Organik Kimya hoopt als mkb-bedrijf met dit project de industriële partners te inspireren tot dergelijke verbeteringen met maximaal rendement en minimale middelen. p
Samenwerken met Vinçotte biedt u: de oplossingen de mensen de kennis de ervaring om VEILIGHEID, KWALITEIT, MILIEU en DUURZAAMHEID te verzekeren
110 BAR GEMOEDSRUST, ALSTUBLIEFT Veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid zijn niet altijd in eenheden te vatten. Als onafhankelijke inspectieen keuringsinstantie leveren wij o.a. diensten op het gebied van NDO, drukapparatuur keuringen, elektrotechnische keuringen en lifting.
U mag gerust zijn. Vinçotte vinkt het voor u af.
Veiligheid, kwaliteit en milieuvriendelijkheid Met onze inspecties, testing, certificatie en opleidingen bieden wij alle oplossingen onder één dak om u en uw omgeving veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit te garanderen en te zorgen dat uw investeringen renderen.
vincotte.nl // follow us on
YOUR REPUTATION IS MINE.
CHEMIEBEDRIJVEN MOETEN GEWICHT CONTAINER AAN REDERIJ DOORGEVEN
VERPLICHTING GELDT VANAF
1 JULI 2016
FOTO: SHUT TERSTOCK
Chemiebedrijven moeten vanaf 1 juli het gewicht van een beladen container doorgeven aan de rederij die de container vervoert. “Zo kan de rederij een goede verdeling van de containers op het schip maken om te voorkomen dat ze overboord slaan”, legt Tonnie Rupert van AkzoNobel uit. De Internationale Maritieme Organisatie (IMO), onderdeel van de VN, besloot in 2014 de weging van containers voor schepen wereldwijd verplicht te stellen. De verplichting geldt voor containers met verpakte chemische goederen en niet voor tankcontainers met vloeistoffen. AkzoNobel Industrial Chemicals startte een jaar geleden met de voorbereidingen door eerst informatie in te winnen over de nieuwe verplichting. “Ook volgden medewerkers bij de brancheorganisatie voor verladers EVO een training”, vertelt Tonnie Rupert, transport safety, security and emergency response manager CT HSE&RA. Na analyse van de informatie werd duidelijk dat het gewicht van een container op twee manieren kan worden bepaald: door weging met gecertificeerde apparatuur, zoals een weegbrug, of door middel van een berekening. AkzoNobel koos voor de laatste optie (alleen toegestaan voor bedrijven met de juiste certificaten). Rupert benadrukt overigens dat AkzoNobel het transport van chemicaliën om veiligheidsredenen en kostenbesparingen zo veel mogelijk beperkt en het liefst produceert in de omgeving van de klanten. Om het gewicht van een container te bepalen, telt AkzoNobel het gewicht
28 Chemie Magazine mei 2016
van de verpakkingen, het stuwagemateriaal, het product en de container bij elkaar op. Verder laat het bedrijf het gewicht steekproefsgewijs controleren op een gecertificeerde weegbrug van een extern bedrijf, om te checken of de berekeningen correct zijn uitgevoerd. “Daarbij lopen we tegen een paar problemen aan”, vertelt Rupert. “Zo weten we van tevoren niet welke container er komt voor het transport. Wij kunnen het gewicht dus pas vaststellen als de container arriveert. Daarom zouden wij het prettig vinden als de transportonderneming vooraf het gewicht kan doorgeven.” Ook weet AkzoNobel nog niet op welk moment een rederij het gewicht van de container wil ontvangen. “Iedere rederij gaat daar anders mee om. Als een rederij de informatie een paar dagen voor het transport wil hebben, lukt dat niet omdat wij het gewicht van de container pas kunnen vaststellen als hij binnen is”, aldus Rupert. Daar komt bij dat IMO de exacte invulling van de regels aan de lidstaten heeft overgelaten, waardoor de rekenmethode en toegestane marges van het containergewicht per land verschillen. “In Nederland mag de toegestane afwijking tussen het opgegeven en het werkelijke gewicht 5 procent bedragen. In België is dat 2 procent. Dat is voor internationaal opererende chemiebedrijven, zoals AkzoNobel, een onwenselijke situatie. Daarom pleit de chemische industrie via EVO voor een vergelijkbaar speelveld. Maar vooralsnog is EVO van mening dat chemiebedrijven individuele afspraken met de rederijen moeten maken.” p
Uitgelicht
mei 2016 Chemie Magazine 29
Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.
Rob Rutjens DIRECTEUR INDUSTRIEPARK BIJ DOW TERNEUZEN Elke vijf jaar een nieuwe werkgever? Niet voor Rob Rutjens. Hij werkt al 36 jaar naar tevredenheid bij Dow. In die tijd doorliep hij twaalf functies. Altijd met dezelfde missie: Ik observeer, kijk hoe het beter kan en breng dat tot een resultaat. Tekst: Inge Janse
‘IK RAFEL PROBLEMEN UIT ELKAAR’ 30 Chemie Magazine mei 2016
Arbeidsmarkt
1
Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Mijn naam is Rob Rutjens en ik ben als directeur verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het Industriepark van Dow in Terneuzen. Een paar jaar geleden verkochten we een aantal activiteiten op ons terrein. Sindsdien stellen we onze fabrieksterreinen ook open voor andere bedrijven, zoals Trinseo en Olin. Het is mijn taak om die ontwikkelingen in goede banen te leiden. Verder ben ik verantwoordelijk voor het opzetten van het Maintenance Value Park en is het mijn taak om nieuwe bedrijven aan te trekken. We hebben bij onze eigen haven nog zo’n 70 hectare beschikbaar industrieterrein, maar ook op onze locatie zelf hebben we nog hectares. Dit doen we samen met andere partijen, zoals het havenbedrijf Zeeland Seaports en de NFIA. Ik heb bijvoorbeeld de komst van het Indonesische Maschem van de initiatie tot de afronding mogen begeleiden en leiden. Zij produceren op ons terrein schuimvormende ingrediënten uit duurzame palmolieproducten voor bijvoorbeeld vloeibare shampoos en zepen. Wij leverden daarbij de ethyleenoxide.
2
FOTO: JEROEN MOERDIJK
Wat vertel je je kleinkind als zij vraagt wat voor werk je doet? (lachend) Onze kleindochter kent de chemische industrie als ‘wolkenfabrieken’. Opa maakt wolken! Ik leg dan uit dat heel veel van onze spullen uit de fabriek komen. Wat wij maken is minder bekend, maar wordt gebruikt in elektronica en auto’s. Wij maken ook een heel belangrijke grondstof voor matrassen. Zonder ons zou je op een strobed moeten slapen. Ik vertel dan ook dat het mijn rol is om te zorgen dat die fabrieken blijven draaien en dat efficiënt doen. Verder kijk ik, samen met mijn collega’s, hoe we hier nieuwe producten en bedrijven naartoe kunnen halen.
3
Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik ben 58 en werk nu 36 jaar bij Dow. Ik kreeg iets met chemie toen ik havo deed in Heerlen. Daarmee kon ik iets nieuws e mei 2016 Chemie Magazine 31
CURRICULUM VITAE NAAM Rob Rutjens. LEEFTIJD 58 jaar. WOONPLAATS Terneuzen. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Twee zoons, een dochter en zeven kleinkinderen. OPLEIDINGEN Procestechnologie (HTS Heerlen, 1974-1979), Havo (Coriovallum College in Heerlen, 19681974). NEVENACTIVITEITEN Rob zit in de bedrijfsadviescommissie van Zeeland Seaports. Eerder was hij commissielid voor Innovatiecentrum Zeeland en het subsidieorgaan OP Zuid. “En vijftien jaar geleden zat ik in de evenementencommissie van Terneuzen, want daar moest wat veranderen.” WERKGEVERS Rob werkt sinds 1980 bij Dow. Hij begon destijds als process engineer, nu is hij er (sinds 2009) industry park leader en development manager valuepark Terneuzen. Daarvoor was hij onder meer global champion Six Sigma Dow Hydrocarbons and Energy (2005-2009) en corporate technology leader design for Six Sigma (Midland, VS, 2001-2005).
creëren. Je hebt A, doet wat, en krijgt dan B, wat opeens heel andere toepassingen en mogelijkheden heeft. Dat vond ik heel erg intrigerend. Na de havo ben ik daarom naar de HTS in Heerlen gegaan voor chemische technologie. Na mijn afstuderen was ik een half jaar op zoek naar werk. Het was eind ‘79, dus net crisis. Ik moest buiten de regio solliciteren, tot IJmuiden en Zeeland aan toe. Ik solliciteerde bij Dow en begon als procesontwikkelaar. Ook dook ik diep de techniek in om problemen te identificeren en te elimineren. Ik heb bij Dow meer dan twaalf functies gehad. De huidige doe ik al zes jaar, maar er waren er ook van anderhalf. Dat is niet erg, want er kwam altijd 32 Chemie Magazine mei 2016
‘Een combinatie van analytisch vermogen en goed kunnen luisteren maakt dat ik mijn werk goed kan doen’ een nieuwe uitdaging. Midden jaren negentig ben ik uit de techniek gegaan om standaarden op te zetten. Dat resulteerde in Dow’s wereldwijd ingevoerde Operating Discipline Management System. Hoor ik nu iemand praten over ODMS, dan denk ik: dank je wel, graag gedaan. Er waren in die tijd momenten dat ik 80 procent van de tijd wereldwijd onderweg was. Ik kwam een keer op een zaterdagochtend terug op Schiphol, terwijl zondagochtend de taxi weer klaarstond om te vertrekken.
4
Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Dat ik heel veel mogelijkheden heb om mijn eigen werk te creëren. Natuurlijk doe ik dat binnen bepaalde kaders, maar er zit veel vrijheid in hoe ik ergens uitkom. Daarnaast zijn er bij Dow meer dan vijftigduizend banen. Er is dus vaak een match met iets dat mijn interesse heeft. Door zelfevaluatie bepaalde ik welke kant ik op wilde, waarna ik daar sturing aan gaf. Bovendien gebeurde het een aantal keren dat anderen dachten dat ik de juiste persoon was voor een functie. Daarnaast vind ik techniek nog steeds leuk en ik merk steeds weer dat dit nog van pas komt. Laatst wilde een partij hier een achtduimsleiding leggen. Ik zei: da’s te klein, dat gaat niet werken, het moet minstens tien duim zijn. Dat bedrijf dacht: hoe komt híj daarbij? (lacht) Maar ze deden het, want ik kon het aantonen.
5
Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Toen ik 26 was, mocht ik heel mooie energieprojecten doen. Ik zag toen mogelijkheden om gigantische hoeveelheden energie te besparen door mijn oplossingen voor problemen in installaties elders toe te passen. Daarmee kon ik toen echt de naald van de energiemeter verplaatsen. Ondanks mijn
leeftijd werden die oplossingen geaccepteerd, maar ik moest wel eerst aantonen dat daar een technische onderbouwing voor was. Collega’s geloofden me niet alleen op mijn blauwe ogen. Ik ben er ook trots op dat Maschem zich hier gevestigd heeft. Dat heb ik geïnitieerd en afgerond. Zo laat ik iets achter.
6
Wat drijft je in je werk? Ik wil veranderingen ten goede in gang zetten. Dat is altijd mijn drive geweest. Hier werken geeft die mogelijkheden. Maar het kan ook op andere plaatsen. Ik was bijvoorbeeld lid van een evenementencommissie in Terneuzen. Zij werkte al jarenlang volgens hetzelfde patroon voor Koninginnedag. Ik zei: ‘En nu gaan we het anders doen.’ We gooiden het programma compleet om, waarna er veel meer mensen kwamen. Dat is wat ik doe: observeren, kijken hoe het beter kan en dat tot resultaat brengen.
7
Wat levert je werk je op? Het gaat voornamelijk om de genoegdoening die het geeft om veranderingen tot realisatie te brengen. Ik vind het bovendien leuk om samen met andere mensen aan projecten te werken. Dat is voor mij het belangrijkste aspect: iets oppakken, samen de schouders eronder zetten, energie erin stoppen en de veranderingen zien gebeuren. Dat ik mijn werk goed kan doen, komt door een combinatie van analytisch vermogen en goed kunnen luisteren. Iemand geeft aan wat het probleem is voor de volgende stap, waarna ik dat uit elkaar rafel tot bijvoorbeeld vier kleine problemen. Ik zorg er vervolgens voor dat de juiste mensen erbij betrokken worden.
Arbeidsmarkt Rob Rutjens: ‘Ik wil veranderingen ten goede in gang zetten.’
8
Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Uit het Maintenance Value Park komen een industriepark en banen. Maar dat is geen product dat de consument in handen krijgt. Een paar weken geleden liet de directeur van Maschem een potje zien dat op dit terrein geproduceerd is. Dan denk ik: ja, ik heb eraan bijgedragen dat er flessen shampoo in het schap staan waarvan ingrediënten nu in Terneuzen zijn gemaakt.
9
Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Mijn vrouw Jeanny en ik houden van warmte. Het mooiste zou zijn als ik het huidige werk zou kunnen oppakken in een warme omgeving. Jeanny zegt altijd: ‘Als ze je ooit vragen om in het Spaanse Tarragona te werken, dan vind ik dat prima.’ Daar zijn we het over eens. Maar voor de rest? Als ik nog iets ambieer, dan zou ik daar wel op toegestuurd hebben. Voor ons is de balans tussen werk, familie, reizen en sporten erg belangrijk. Ik ben heel tevreden met wat ik heb en kan.
?
WIE IS ROB NAAST ZIJN WERK?
Rob is een familiemens en bezoekt graag zijn (klein)kinderen in Zuid-Holland, Gelderland én de Verenigde Staten. Verder sport hij graag, zoals golfen, skiën en snowboarden, en wil hij zo veel mogelijk van de wereld zien. Zijn favoriete vakantie tot nu toe: een rondreis door Kenia, inclusief op 2 meter afstand leeuwen zien die een gnoe verorberen. “Dan voel je je heel erg klein.”
FOTO: JEROEN MOERDIJK
10
Hoe zie je jezelf over tien jaar? Ik heb projecten lopen die ik zeker nog wil afronden, zoals bedrijven die zich hier willen vestigen en het Maintenance Value Park-project. Maar het kan best zijn dat er nog een keer een andere functie komt. Ik was eerder betrokken bij acquisities en opsplitsingen. Een belangrijke rol spelen bij de integratie van een nieuw bedrijf in Dow of op ons terrein, ja, dat zou een mogelijkheid zijn. De voorgenomen fusie tussen Dow en DuPont is een heel interessante ontwikkeling. Daar zou ik ook graag aan willen bijdragen. Ik vind veranderingen altijd leuk. p
mei 2016 Chemie Magazine 33
32-35% minder tijd
40-41% minder oplosmiddel
Professioneler werken met Tork Cleaning Cloths Poetspapier en werkdoeken die hun werk goed doen, zijn in de meeste industriĂŤle werkplaatsen van cruciaal belang voor zowel de veiligheid als de productiviteit. Als u momenteel lompen of huurtextiel gebruikt, dan kunt u direct besparen op het gebruik van oplosmiddel.
www.tork.nl / www.tork.be
530278
654008
Transportveiligheid
BETROKKENEN BIJ RAILVERVOER MOETEN MEER GEGEVENS UITWISSELEN
VEILIGER SPOOR DOOR BIG DATA
Spoorwegvervoerder DB Cargo en enkele chemiebedrijven verwachten dat big data hen kunnen helpen het railtransport van gevaarlijke stoffen nog veiliger te maken. Alle betrokken partijen moeten dan wel bereid zijn de nodige gegevens met elkaar uit te wisselen. Dit kwam naar voren tijdens de Rail Safety Days van DB Cargo begin mei bij Dow Benelux in Terneuzen. Tekst: Erik te Roller
H
et Duitse bedrijf DB Cargo (in Nederland voorheen DB Schenker Rail geheten) verzorgt het railtransport van goederen, waaronder chemicaliën, in een groot deel van Europa. In feite verbindt het de chemische clusters in Europa per spoor. Kortgeleden is DB Cargo met een grondige analyse begonnen van waar de tankwagons met welke lading vandaan komen en waar ze naartoe gaan. “In de gegevens daarover willen we patronen ontdekken, die ons uiteindelijk kunnen helpen de treinen efficiënter samen te stellen. Hoe meer de treinen gemiddeld genomen zijn beladen, hoe minder treinen er hoeven te rijden en des te veiliger en goedkoper het vervoer per spoor zal zijn”, zegt Carsten Hinne, senior vice president industry sector Chemicals, Mineral Oil and Fertilizers/CEO DB Cargo BTT GmbH. Het project verkeert nog in een pril stadium, maar hij heeft er hoge verwachtingen van.
Dow gaat alle ketelwagons in het kader van big data met gps uitrusten. Het bedrijf weet dan precies hoeveel kilometers een gehuurde wagon heeft gemaakt en dus of die toe is aan een onderhoudsbeurt. Ook kan het bedrijf bij een incident de wagon meteen lokaliseren en de brandweer ter plekke te hulp schieten. Verder valt in combinatie met schoksensoren na te gaan waar ergens het spoor beschadigd is. ProRail of een andere infrastructuurbeheerder kan het defect dan ter plekke opsporen en verhelpen.
Meer inzicht
Big data kunnen volgens senior distribution safety expert Henk Bril van SABIC ook op een andere wijze helpen de veiligheid te vergroten. Op sommige tankwagons is graffiti gespoten. Met behulp van onder meer gps-gegevens valt te herleiden waar jongeren met spuitbussen vooral actief zijn. Die terreinen moeten beter beveiligd worden,
ook om sabotage te voorkomen. Hinne van DB Cargo pleit voor meer uitwisseling van gegevens tussen vervoerders, infrabeheerders en chemiebedrijven om een volgende stap op veiligheidsgebied te kunnen zetten. Maar zeggen is één en doen twee. Zo probeert Cefic aan de achterban meer inzicht te geven in de veiligheid van transport met behulp van zogenoemde key performance indicators (KPI’s). Cefic zal enkel de geconsolideerde cijfers beschikbaar stellen, die geen concurrentiegevoelige informatie bevatten. DB Cargo levert inmiddels informatie over transporten in Nederland, maar met het leveren van informatie over Duitsland is het zeer terughoudend, omdat de Duitse gegevens volgens het bedrijf op een andere basis zijn samengesteld en daardoor niet bruikbaar zijn voor het Cefic-onderzoek. Jos Verlinden, directeur transport en logistiek van Cefic, ziet geen probleem: “Het gaat niet om de absolute cijfers e mei 2016 Chemie Magazine 35
maar om de trend en daarvoor zijn de cijfers van DB Cargo in Duitsland wel degelijk bruikbaar.” Deze discussie illustreert dat de informatie-uitwisseling nog maar net op gang begint te komen. DB Cargo maakt wel gebruik van SQAS, het systeem van Cefic waarmee logistieke dienstverleners zich op veiligheid, milieu en kwaliteit kunnen laten toetsen. Daarmee verschaffen ze hun klanten inzicht in hun omgang met veiligheid. DB Cargo heeft zich al in diverse landen laten inspecteren, zoals Nederland en Duitsland.
Aanbevelingen
Op de bijeenkomst in Terneuzen kwamen ook de aanbevelingen ter sprake van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van de treinbotsing in maart 2015 in Tilburg. Een van de aanbevelingen aan staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu is om spoorvervoerders te verplichten om aan een trein met ketelwagons met gevaarlijke stoffen een schutwagen te koppelen die geen gevaarlijke lading bevat en alle ketelwagons van een zogenoemde overriding protection buffer te laten voorzien. Dat laatste is bij de meeste gevaarlijke stoffen niet verplicht. Het ministerie denkt na over de aanbevelingen en het indienen van een voorstel tot aanpassing van de RID, het internationale reglement dat het vervoer van gevaarlijke goederen over het spoor regelt. “Voor het aanpassen van de RID heeft Nederland nog een lange weg te gaan, omdat zoveel nationale partijen uit verschillende landen het daarover
eens moeten worden”, zegt Bril van SABIC. Het wachten is nu op een Kamerbrief, waarin de staatssecretaris aangeeft hoe het nu verder gaat.
Spoorverkeer
Niet alleen de wagons en de treinen moeten volkomen veilig zijn, ook het spoorverkeer en de infrastructuur moeten dat zijn, zo benadrukken vertegenwoordigers van de chemische industrie. Zolang zich nog ontsporingen voordoen en machinisten door een rood sein rijden, zal het vervoer van gevaarlijke stoffen niet veilig genoeg zijn. Daarom laat SABIC bijvoorbeeld een hbo-student integrale veiligheidskunde de risico’s in kaart brengen van spoorwegtrajecten waarover treinen met producten van SABIC rijden. “We willen aan de hand van de resultaten van dit onderzoek met onze vervoerders gaan praten over het beperken van de risico’s. Nu weten we bijna niet wat er op het spoor gebeurt en vertrouwen we de vervoerders blindelings”, aldus Bril. Hij en anderen vinden dat chemiebedrijven zich zonder verbetering van de veiligheid op het spoor zullen moeten bezinnen over het railvervoer, want meer incidenten kan de chemie zich niet permitteren. “Het publiek ziet ketelwagons als iets van de chemie en verlangt terecht dat het transport van chemicaliën volkomen veilig is. Daar moet de gehele chemieketen, inclusief de vervoersketen, dan ook zorg voor dragen”, benadrukt Arnd Thomas, vice president of operations van Dow Benelux. p
ARND THOMAS (DOW):
‘Het publiek ziet ketelwagons als iets van de chemie en verlangt terecht dat het transport van chemicaliën volkomen veilig is.’
CARSTEN HINNE (DB CARGO)
pleit voor meer uitwisseling van gegevens tussen vervoerders, infrabeheerders en chemiebedrijven.
VEILIGHEID VOOROP SLUIT KETEN
Spoorvervoerders maken deel uit van de keten van bedrijven die met gevaarlijke stoffen omgaan, zo constateerde voorzitter Anton van Beek van Veiligheid Voorop, tevens CEO van Dow Benelux, op de Rail Safety Days 2016 in Terneuzen. Over enige tijd zullen ook spoorvervoerders als DB Cargo bij Veiligheid Voorop aangesloten zijn via de brancheorganisatie Koninklijk Nederlands Vervoer. In 2011 begon Veiligheid Voorop met zes deelnemende organisaties. Inmiddels zijn er veertien bij aangesloten. Zij vertegenwoordigen zo’n driekwart van de keten. De bedoeling is dat in 2018 alle relevante brancheorganisaties en alle BRZO-bedrijven bij Veiligheid Voorop aangesloten zullen zijn. 36 Chemie Magazine mei 2016
HENK BRIL (SABIC):
‘Nu weten we bijna niet wat er op het spoor gebeurt en vertrouwen we de vervoerders blindelings.’
���� � p � � i ��-���� �ect� � � � � � Y �r� �� �i��
VEILIGHEIDSSIGNALERING LEIDINGMARKERING PROCESS IDENTIFICATIE TANKMARKERING ONTRUIMINGSPLATTEGRONDEN ANTI-SLIP SYSTEMEN EX ZONE MARKERING VERKEERSPLANNEN BLOMSMA-SAFETY.COM
KENNIS DIRECT TOEPASBAAR MAKEN PAO Techniek en Management draagt met postacademische opleidingen en cursussen bij aan de ontwikkeling van de deelnemers tot voorlopers in techniek en management. Onze één- tot meerdaagse cursussen kunnen wij ook incompany verzorgen. Enkele cursussen op het gebied van Chemie en Procestechniek die u bij ons kunt volgen:
Process Control voor procestechnologen 8, 9, 22, 23 november en 6 december Volg het geheel of losse modules: van conventionele regelingen tot smart control solutions
Explosieveiligheid 9, 10 en 11 november Beheersen van gas-, damp- en stofexplosierisico’s
Op welk gebied wilt ú voorloper zijn? ZOEK UW CURSUS OP WWW.PAOTM.NL!
PAOTM advertentie Chemie Magazine mei 2016.indd 1
Chemical engineering 16 november, 7 december, 11, 25 januari, 8 februari, 8, 22 maart, 5, 19 april, 10 en 24 mei Volg het geheel of losse modules: grondslagen van de chemische technologie INSCHRIJVEN? Schrijf u in voor een cursus op www.paotm.nl Vragen? 015 278 46 18 of info@paotm.nl
11-5-2016 16:11:09
VEILIGHEIDSEXPERT HOPKINS: GROTE INCIDENTEN ZIJN TE VOORKOMEN
’ ER GAAN ALTIJD WAARSCHUWINGSSIGNALEN AAN VOORAF’ Catastrofale incidenten zijn vrijwel altijd het gevolg van tekortkomingen in de organisatie van bedrijven, stelt Andrew Hopkins. Hij heeft de oorzaken van diverse grote rampen grondig bestudeerd en geldt internationaal als groot expert op het gebied van procesveiligheid. “In essentie draait het om de vraag of slecht nieuws ook de top van de organisatie bereikt.” Tekst: Erik te Roller
A
ndrew Hopkins, emeritus hoogleraar sociologie in Canberra (Australië), heeft de oorzaken van diverse zware incidenten geanalyseerd en zijn bevindingen vastgelegd in diverse boeken. De rode draad in die boeken is dat het belangrijk is te weten wat mensen fout hebben gedaan, maar nog belangrijker waarom ze dat hebben gedaan. Hij raakte voor het eerst in veiligheid geïnteresseerd door een mijnramp ten zuiden van Sydney in 1979, waarbij veertien mijnwerkers omkwamen. Hij wond zich op over het feit dat de directie vrijuit ging, ook al was er sprake van wettelijke overtredingen, en schreef er een artikel over. In zijn boek over de Gretley-mijnramp in 1998 poneerde hij de controversiële stelling dat de top van een bedrijf verantwoordelijk is als er iets ernstigs gebeurt, los
CONGRES PROCESS SAFETY
Hopkins is op 15 juni keynote speaker op het congres Process Safety in Dordrecht (www.PSCongres.nl). Andere sprekers zijn onder meer Roger Slegt van Exxon, Piet Knijff van DSM en Rene Hoekstra van BASF. Ook wordt er ingegaan op de leermomenten met betrekking tot het ongeluk bij Shell Moerdijk. 38 Chemie Magazine mei 2016
van de vraag wie het ongeval direct veroorzaakte. Met spijt constateert hij een van de weinige sociologen te zijn die zich met veiligheid bemoeien. “De sociologie heeft heel wat te bieden als studie van menselijke en organisatorische factoren. Iedereen erkent nu dat die factoren er bij ongevallenpreventie echt toe doen.” U constateert dat de fundamentele oorzaken van grote incidenten vaak dezelfde zijn. Welke zijn dat? Hopkins: “Er zijn drie hoofdoorzaken. De eerste is dat ongevallencijfers meestal als maatstaf worden genomen voor het bepalen van de bonussen voor wat betreft veiligheid. Ongevallen met verzuim zeggen echter niets over het risico van een groot incident. Ze leiden de aandacht van de risico’s op een groot ongeval alleen maar af. Een tweede oorzaak is dat de verantwoordelijken voor de technische integriteit en veiligheid van de installaties geen seniorfunctie hebben, waardoor hun stem hogerop in de organisatie niet doorklinkt. Een derde oorzaak is dat catastrofes zeldzaam zijn, waardoor organisaties zelfvoldaan neigen te worden. Geleidelijk stappen ze over op procedures en werkwijzen die meer risico’s inhouden. Ze realiseren zich niet dat ze langzaam de
verkeerde kant op drijven, omdat er lange tijd niets misgaat, en besteden daardoor ook te weinig aandacht aan de mogelijkheid van een groot incident.” Waardoor gaan mensen de fout in? “Normaal zet iedereen zijn beste beentje voor. Als mensen foute beslissingen nemen zijn daar redenen voor. Als je daar niet naar vraagt, blijf je simpelweg achter met de constatering dat er grove fouten zijn gemaakt maar leer je er niets van. Na de ramp met de Deepwater Horizon in de Golf van Mexico, waarbij elf mensen omkwamen, heeft het Amerikaanse departement van justitie een procedure aangespannen tegen twee well site leaders, die toezicht hielden bij het boren. Zij negeerden signalen die hun vertelden dat de put niet helemaal veilig was. De Amerikaanse openbare aanklagers waren echter niet geïnteresseerd in het waarom van hun gedrag. Ze vervolgden hen aanvankelijk voor doodslag door onachtzaamheid, maar dat lukte niet. Vervolgens probeerden ze de mannen voor andere strafbare feiten veroordeeld te krijgen, maar de jury achtte hen ook daaraan niet schuldig. Daar was ik blij om. De Amerikaanse justitie had beter meteen kunnen vragen waarom beiden zo handelden in
Procesveiligheid
ANDREW HOPKINS
Andrew Hopkins is emeritus hoogleraar sociologie in Canberra in Australië. Hij heeft diverse boeken op zijn naam staan waarin hij zware incidenten analyseert, waaronder: The BP Texas City Refinery Disaster, The ESSO Gas Plant Explosion, BP and the Making of the Deepwater Horizon Disaster en The Human and Organisational Causes of the Gulf of Mexico Blowout.
‘Mindful leaders zijn sceptisch ten aanzien van goed nieuws en gaan op zoek naar slecht nieuws’ plaats van hen jarenlang te vervolgen. Dan was justitie veel sneller achter de diepere oorzaken van de ramp gekomen.” Waarom negeerden de well site leaders bepaalde signalen? “We hebben allemaal de neiging om bewijs te zoeken dat ons oordeel over iets ondersteunt en bewijs te negeren of af te zwakken dat hiermee niet strookt. Dat speelde ook bij de Deepwater Horizon. Het testen van een boorput op veiligheid leverde tegenstrijdige signalen op. In onderling overleg besloten de verantwoordelijke technici uit te gaan van de resultaten die hun vertelden dat de put veilig was. Daar kwam nog bij dat plotselinge toenames van de druk in de boorput of de afwezigheid daarvan geen indicator vormden voor de veiligheid. BP gebruikte alleen ongevallencijfers als maatstaf voor de veiligheid. Ook
rapporteerden de well site leaders aan een businessmanager, die uiteraard ging voor de laagste kosten en de kortste boortijd. Dat moedigde hen aan short-cuts te nemen. Al met al ging het om een ernstige fout in de organisatie die hen aanzette tot onachtzaamheid. In die zin kun je zelfs stellen dat sprake was van zakelijke criminaliteit. Na de ramp heeft BP de organisatiestructuur gewijzigd. Tegenwoordig hoeven de ingenieurs alleen te rapporteren aan een senior drilling engineer, die alleen verantwoording aan de top verschuldigd is. Op deze manier kunnen de ingenieurs hun beslissingen los van financiële druk nemen.” In hoeverre speelt geld een rol bij veiligheidsbeheer? “Er bestaat altijd de neiging in bedrijven om productie voorrang te geven boven veiligheid en kostenverlagingen door te voeren die de
veiligheid ondermijnen. Die zaken spelen eveneens een rol bij grote incidenten. Bedrijven doen er goed aan die neigingen continu te bestrijden.” Wanneer weet je dat je als bedrijf goed bezig bent met veiligheid? “In essentie draait het om de vraag of slecht nieuws ook de top van de organisatie bereikt. Rapporteren de mensen de dingen die misgaan, de abnormaliteiten en andere waarschuwingssignalen? Als ze dat doen, kan de organisatie tijdig maatregelen nemen voordat dingen misgaan. Het rapportagesysteem is een reële maatstaf voor de gezondheid van een organisatie.” Bieden zogenoemde high reliability-organisaties de oplossing? “Over die organisaties is veel geschreven. Eén element is resilience: de manier waarop ze ingrijpen als dingen misgaan. Daarvoor zijn bepaalde strategieën. Het belangrijkste kenmerk van high reliability-organisaties is echter dat ze een uitstekend rapportagesysteem hebben en dat ze dus ook rapporteren als er dingen misgaan. Het uitgangspunt daarbij is dat er aan een groot incident altijd waarschuwingssignalen voorafgaan. Als
e
mei 2016 Chemie Magazine 39
‘ De kritische vraag is hoe goed onze beveiligingen en barrières zijn. Weten we zeker dat ze werken?’
je die signalen oppakt en daarop reageert, voorkom je zo’n incident. Om een voorbeeld te geven uit de luchtvaart: als twee vliegtuigen in de lucht te dicht bij elkaar komen en er nog nauwelijks gevaar is, spreken luchtverkeersleiders toch van een breakdown of separation. Het aantal van dit soort gevallen vormt een indicator voor hoe goed ze met veiligheid omgaan.” U heeft het ergens gehad over ‘risicomanagement dat leidt tot risicospreiding’. Wat bedoelt u daarmee? “Veel organisaties praten over single point accountability, dat wil zeggen dat één persoon ergens verantwoordelijk voor is. Dat is de formele situatie. De praktijk is dat die personen anderen in de groep zullen raadplegen voordat ze een beslissing nemen. Het wordt een groepsbeslissing in plaats van een individuele beslissing. Op die manier wordt de individuele verantwoordelijkheid overgedragen aan de groep, waardoor geen van allen meer de volle verantwoordelijkheid draagt. Dat is niet goed, want groepen neigen ertoe zich minder verantwoordelijk te gedragen. Vaak luidt de vraag: is iedereen het eens met deze gang van zaken? Dat is een heel slechte vraag, omdat die persoon niet vraagt ‘doen we het juiste?’, maar ‘is iedereen ermee akkoord?’. Dat is een slechte basis om een kritische beslissing ten aanzien van de veiligheid te nemen.” In Nederland benadrukken we het belang van leiderschap. Wat verstaat u daaronder? “Leiderschap is veruit de belangrijkste factor bij veiligheid. Maar het gaat niet om wat leiders zeggen, maar om wat ze doen. Waarderen ze bijvoorbeeld dat ze geïnformeerd 40 Chemie Magazine mei 2016
worden over slecht nieuws of ontmoedigen ze de rapportage, subtiel of onbewust, van slecht nieuws?” U spreekt ook wel van mindful leadership. Wat bedoelt u daarmee? “Dat is leiderschap dat altijd de mogelijkheid van grote ongevallen in gedachten houdt. Mindful leaders zijn sceptisch ten aanzien van goed nieuws en gaan op zoek naar slecht nieuws. Ze weten dat grote incidenten altijd voorafgegaan worden door waarschuwingssignalen. Door die signalen te identificeren en er actie op te nemen, kunnen ze grote incidenten voorkomen.” De chemische installaties in Europa zijn soms veertig tot vijftig jaar oud. Is dat een probleem? “Ja, voor wat betreft de integriteit van de constructies, vooral als ze ouder zijn dan hun ontwerpleeftijd. Als mensen van bedrijven inspecties uitvoeren om te kunnen beslissen of het veilig genoeg is om die fabriek door te laten produceren, staan ze altijd onder druk om te concluderen dat het veilig is. Onder die omstandigheden is het moeilijk om risicoanalyses geheel onpartijdig uit te voeren.” Bestaat er zoiets als nul risico? “We kunnen nooit alle risico’s elimineren. Het is ook niet zinvol ons daar geheel op te richten. Veel zinvoller is om op een praktische manier te kijken naar hoe goed we de risico’s onder controle hebben. Hebben we de gevaren in kaart gebracht en weten we welke beveiligingen aanwezig moeten zijn om ongelukken te voorkomen? De kritische vraag hierbij is hoe goed onze beveiligingen en barrières zijn. Weten we zeker dat ze werken? Als we daarvoor een management-
systeem hebben, moet dat een sceptisch systeem zijn, dat zoekt naar gebreken en niet aanneemt dat alles in orde is. Meer kunnen we niet doen. Er kunnen nog steeds dingen misgaan, omdat we niet alle risico kunnen elimineren, maar we zijn wel in staat het risico zodanig te verlagen dat het praktisch nul is.” Hoe kijkt u aan tegen de veiligheid in de Europese chemische industrie? “De veiligheidsniveaus zijn er hoger dan in de Verenigde Staten. Na de ramp in Seveso en andere grote incidenten is de EU overgegaan op striktere wet- en regelgeving. De Verenigde Staten lopen daarmee enkele decennia achter. Ook is de handhaving daar niet adequaat. Men probeert de achterstand in te lopen, maar dat gaat langzaam aangezien het bijna onmogelijk is wetsveranderingen door het Amerikaanse congres te krijgen. Het rechtssysteem verkeert daar echt in een crisis. In Europa vereisen wettelijke aanpassingen eveneens een meerderheid van stemmen, maar daar werkt het wel.” p
VNCI: ‘POSITIONERING PROCESS SAFETY-EXPERTS VERDIENT INDERDAAD REFLECTIE’
Dat een expert ‘van buiten’ vindt dat het veiligheidsniveau van de Europese chemische industrie op een hoog niveau ligt en dat de wetgeving op veiligheidsgebied beter is dan elders, is volgens VNCI-beleidsmedewerker Milieu en Procesveiligheid Edwin de Roij bemoedigend. Hij onderschrijft Hopkins’ bevinding dat mindful leadership van cruciaal belang is om (proces)veiligheid nog verder te verbeteren. “Zelfgenoegzaamheid is de dood in de pot. De process safety-experts van onze lidbedrijven weten als geen ander dat de kans op een zwaar ongeval weliswaar zeer klein, maar nooit nul is. Omdat de veiligheidsprestaties van de chemische industrie, zeker in vergelijking tot andere sectoren, op een hoog niveau ligt, kan het lastig zijn om scherp te blijven.” De Roij herkent de verhoogde aandacht voor arbeidsveiligheid. “Life saving rules en behavior based veiligheidsprogramma’s, hoewel van groot belang, gaan veelal niet in op procesveiligheid. De positionering van process safety-experts in organisaties verdient inderdaad reflectie. Geborgd moet worden dat zij die het management moeten wijzen op risico’s, voldoende stem, slag- en menskracht hebben.” ‘Leren van incidenten’ is niet voor niets een prioriteit in het Beleidsplan van de VNCI. “Een open en kwetsbare opstelling past daarbij”, aldus De Roij.
Your Partner for Design and Turnkey Realization of GMP Facilities Discover your benefits: Whether greenfield, expansion or optimization – our specialists develop high quality solutions for your projects in The Netherlands and all around the globe. Consulting Engineering Construction Validation TFM
M+W Central Europe GmbH A Company of the M+W Group www.ce.mwgroup.net
Wil jij werken een veiligere procesindustrie?
Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan
nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.
Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid
• Uitvoering grote projecten/turn arounds
• Procestechnologie en installaties
• Externe veiligheid/BRZO/PGS6
• Processchema’s, P&ID’s
• Kwalificeren en kwantificeren van risico’s
• Mechanische veiligheid, PED
• Explosies
• Maintenance
• Gevaarlijke stoffen
• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti)
• Incidentenonderzoek
• Instrumentele beveiliging
• ATEX
Volg ook deze opleiding! Ik ben al ingeschreven!
Data: 22 en 29 september, 6 oktober, 3, 17, 24 november, 1 december en tentamen op 8 december 2016.
Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl
Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
PHOV_160401_advNPTmagazine_185x130_wt.indd 1
11-04-16 16:01
OP CURSUS BIJ OLAF POST, VEILIGHEIDSSPECIALIST VAN AKZONOBEL
DE CHEMIE VAN BIERBROUWEN Wat shampoo maken is voor kinderen, is bierbrouwen voor mannen (en vrouwen): een heel toegankelijke manier van chemie bedrijven. Chemicus Olaf Post maakt al vijftien jaar bier in zijn schuur. Chemie Magazine ging op spoedcursus. “In hop zit humulon. Tijdens het koken gaat deze zesring open naar een vijfring, isohumulon.” Tekst: Inge Janse
Mout schroten (stap 2).
42 Chemie Magazine mei 2016
Wort filteren en overbrengen (stap 5).
Chemie is overal
Hop toevoegen (stap 6).
mei 2016 Chemie Magazine 43
Bier afkoelen (stap 7).
‘K
ijk, in deze molen gaat de mout. Die vermaal ik dan. Het is een soort molensteen.” Vol trots vertelt de 13-jarige Joris over de getroffen voorbereidingen. De brugklasleerling havo-vwo heeft zelfs de verjaardag van een vriend laten schieten om zijn vader te helpen. “Ik ben er altijd bij als hij bierbrouwt. Het is gewoon leuk, de gezelligheid tussen ons twee.” Hoewel Joris al sinds zijn tiende actief is als helpende hand, gaat het bierbrouwen voor Olaf Post nog veel verder terug. De veiligheidsspecialist van AkzoNobel begon na de studie organische chemie met zijn eerste brouwsels. “Ik zat een jaar of vijf bij het technisch bierbrouwgilde, net als veel andere mensen met een zekere exacte afwijking. Daar leerde ik veel over het proces van bier maken, want iedereen gaf hier lezingen over fysica en biochemie.”
Weken rekenen
Sindsdien brouwt Post drie à vier keer per jaar in zijn schuur. Onder meer aanwezig: enorme emaillen pan, zelf gesoldeerd filter, aquariumpomp, gasfles, slangen, maalmolen, zakken mout, hop en gist en thermometer. Plus natuurlijk de nodige kratten bier met daarin de opbrengst van vorige brouwsels. Van oud bruin tot een 44 Chemie Magazine mei 2016
stevige quadrupel: Post en zijn zoon hebben inmiddels alles op voorraad staan. Voor de kosten hoeft een beginnende brouwer het niet te laten. “Veel van de spullen komen van de rommelmarkt. Het gistvat komt bijvoorbeeld uit het leger. Daar zat vroeger soep in. Aan ingrediënten ben ik zo’n 30 euro kwijt. Daar brouw ik zestig flesjes van, dus het kost zo’n 50 cent per biertje.” Het geheim van een lekker bier brouwen? “Heel vaak doen. Ik noteer alles in een soort labjournaal. Mocht het een heel lekker bier worden, dan kan ik het reproduceren.” Post haalt zijn recepten vaak van het internet, maar soms brouwt hij ook naar eigen inzicht met toevoegingen als gember, honing, verhitte houtsnippers of zelfs valeriaan. “Ik begin vaak twee weken van tevoren te rekenen om de juiste kleur, soortelijk gewicht en bitterheid te krijgen.”
Temperatuurstappen
De belangrijkste chemie vindt plaats tijdens het zogeheten maischproces, waarin Post mout in water verwarmt. Door hier te spelen met temperaturen en tijden, kun je als bierchemicus zaken als de hoeveelheid vergistbare suikers en zoetheid regelen. Het zogeheten alfa- en beta-amylase is in die periode actief, en dat bepaalt hoe en wanneer het zetmeel opgeknipt wordt tot suikers.
Chemie is overal
‘Ik zat een jaar of vijf bij het technisch bierbrouwgilde, net als veel andere mensen met een zekere exacte afwijking’
Bier bottelen (stap 16).
“Zulke temperatuurstappen zijn thuis moeilijk te controleren. Daarom is het voor een thuisbrouwer ook zo moeilijk om twee keer exact hetzelfde bier te brouwen.” Ook als daarna de hop wordt toegevoegd, vindt er geavanceerde chemie plaats. Want hoewel bier voor 96 procent uit water en alcohol bestaat, zorgen de meer dan 250 componenten uit hop in grote mate voor het karakter van het bier. “In hop zit humulon. Tijdens het koken gaat deze zesring open naar een vijfring, isohumulon”, legt Post uit. “Deze ring heeft verschillende staarten: één voor de bitterheid, één voor de stabiliteit van het schuim en één voor de antiseptische werking. Je moet daarom flink koken om alle humulon om te zetten.” Wie Post hoort praten (en zijn zoon ziet glunderen), denkt dat bierbrouwen simpel is. Maar dat is zeker niet altijd het geval. “Twee brouwsels geleden is het echt mislukt.” Joris trekt een vies gezicht en mompelt iets over een “probleembiertje”. “Het was een tripel Karmeliet met havermout. Op internet discussieerden mensen over het wel of niet opkoken daarvan. Ik had een recept gevonden dat dit niet deed.” Dat bleek geen succes: “Het werd één grote, dikke lijm.” p
DE CHEMIE VAN 20 LITER STEVIGE ORVAL Bierbrouwen heeft soms iets weg van alchemie. Want waar een ‘echte’ werkinstructie voor de synthese van chemicaliën hermetisch dichtgetimmerd is, daar bieden recepten voor bier honderden variaties en interpretaties. Op menig website vinden daarom verhitte discussies plaats over hoe je deze vloeibare heilige graal het beste brouwt. Zelfs chemicus Post weet soms niet exact wat er allemaal gebeurt. Daarom een globaal overzicht van de chemie van het bierbrouwen, aan de hand van Posts methode voor 20 liter stevige Orval. 1. Maak twee dagen van tevoren een giststarter: gebruik hiervoor een halve liter wort (water met suiker en aminozuren) die je bij het vorige brouwsel hebt achtergehouden of appelsap. Na koken en afkoelen voeg je hier de korrelgist aan toe; na vermenigvuldiging van de gist is deze op de brouwdag in topconditie. 2. Schroot (bierbrouwterm voor malen) in een half uur tijd 5,5 kilo mout via de molen (niet te fijn, niet te grof). 3. Gooi de gemalen pilsmout in een grote pan met 21 liter water op 55 graden. Zorg voor een pH van 5,2 tot 5,5 voor de beste enzymactiviteit. 4. Verwarm het geheel 10 minuten op 55 graden, 90 minuten op 68 graden en 5 minuten op 78 graden (dit is het maischproces) . 5. Filter de maisch tot wort en breng deze over naar een nieuw vat. 6. Voeg de hop toe aan de wort en kook dit zo’n twee uur. 7. Koel het mengsel van 100 naar 20 graden af in 30 minuten via een spiraalkoeler. Let op: vanaf nu moet alles steriel gebeuren, want een infectie kan je bier volslagen ondrinkbaar maken! 8. Hevel het resultaat over naar het gistvat, dat steriel is gemaakt met kaliummetabisulfiet, kokend water en citroenzuur. Vang de eerste halve liter op als giststarter voor je volgende brouwsel. 9. Voeg de giststarter aan de afgekoelde wort toe (doe je dit eerder, dan is het nog te warm en gaat de gist dood). 10. Laat het mengsel 3 à 4 dagen gisten in een gistvat. Belucht de eerste dag twee keer via een steriele luchtslang, zodat de gist zich exponentieel vermeerdert. 11. Hevel het geheel over naar een glazen mandfles van 20 liter met waterslot. 12. Laat deze zes weken op kamertemperatuur staan. 13. Kenmerkend voor een Orval: voeg extra hop toe tijdens de nagisting. 14. Steriliseer bierflesjes met stoom en voeg hier een theelepel suiker aan toe. 15. Verdeel het bier over de flesjes. 16. Voeg nog wat gist toe (om zo via de suiker en nagisting op de fles CO2 te creëren) en dop de flessen. 17. Laat het bier een half jaar (!) op smaak komen. 18. Proost! mei 2016 Chemie Magazine 45
Meiden van gymnasium 2 van scholengemeenschap Trivianum in Sittard maken tijdens Girlsday bij SABIC zelf haargel.
RECORDCIJFERS VOOR GIRLSDAY Een recordaantal van ruim tienduizend meisjes en meer dan driehonderd bedrijven deden op 23 april mee aan Girlsday 2016. Neelie Kroes, ambassadeur voor startups, opende de dag. De meiden konden bij de bedrijven kennismaken met bèta, techniek en ICT. In Nederland kiezen nog steeds te weinig jongeren en vooral te weinig meisjes voor bèta, techniek en ICT. Met de jaarlijkse Girlsday wil landelijk expertisebureau VHTO meisjes van 10 tot 15 jaar laten kennismaken met deze 46 Chemie Magazine mei 2015
sectoren. De meisjes konden op 23 april bij de deelnemende bedrijven meerijden in een elektrische auto om een app te testen voor duurzaam en veilig rijden, ze konden een anker lassen, sensoren maken, orthopedische schoenen ontwerpen, robots solderen, programmeren, landmeten en zelf haargel maken, zoals bij SABIC. Andere chemiebedrijven die hun deuren openden waren onder meer Huntsman, Niacet, DSM, AkzoNobel, OCI Nitrogen, Dow, Chemours, DuPont, Croda en Shell. Op Brightlands Chemelot Campus konden de bezoek-
FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE / ROGER DOHMEN
Uitgelicht
sters speeddaten met bètavrouwen werkzaam op Chemelot. Veel meisjes toonden interesse in een baan in de techniek, maar zeiden bang te zijn dat ze niet goed genoeg zijn in wis-, schei- of natuurkunde. Onder het motto ‘Je kunt alles leren, als je maar gemotiveerd bent’ konden de ervaren bètadames een deel van die angst wegnemen. Daarna kregen de meiden een sitetour met een bezoek aan de meetkamer van een fabriek en aan een laboratorium. Bij Niacet konden de meisjes deelnemen aan smaak-
experimenten en chemische proefjes en konden ze leren hoe een microscoop werkt. Verder bezochten ze het magazijn en een automatische verpakkingslijn. Bij de technische dienst konden ze elektriciteit opwekken met behulp van citroenen, koperen munten, een stukje zink en wat elektriciteitsdraad, en daarmee een lamp laten branden. p
mei 2015 Chemie Magazine 47
2016
WORDT HET JEROEN VAN WOERDEN, KOOS DONKERS OF ROBERT VAN DEN KIEBOOM?
DE FINALISTEN VAN 2016 De drie genomineerden van de negende editie van de Plant Manager of the Year-verkiezing zijn bekend. Dit jaar wisten kandidaten van Kemira Rotterdam, Vopak Rotterdam-Botlek en Euroliquids Europoort tot de finale door te dringen. Tekst: Dagmar Aarts
De verkiezing van Plant Manager of the Year is een initiatief van het Petrochem Platform en de VNCI, in samenwerking met Deltalinqs, het Havenbedrijf Rotterdam en VOTOB. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. De focus ligt hierbij op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit, efficiëntie en duurzaamheid. Een vakkundige jury beoordeelt de kandidaten op hun maatschappelijke betrokkenheid, leiderschap en communicatieve vaardigheden. Daarnaast kan het publiek vanaf begin juni via de website van Petrochem (www.petrochem.nl) op zijn favoriete plantmanager stemmen. De winnaar wordt tijdens het congres Deltavisie 2016 op 16 juni in Rotterdam bekendgemaakt (www.deltavisie2016.nl). 48 Chemie Magazine mei 2016
FOTO'S: WIM R A AIJEN
PLANT MANAGER OF THE YEAR
Plant Manager of the Year
JEROEN VAN WOERDEN KEMIRA ROTTERDAM
Een aantal jaar geleden was het nog maar de vraag of Kemira in Nederland zou blijven produceren. Met zijn team heeft directeur en sitemanager Jeroen van Woerden veel veranderingen doorgevoerd, waardoor het bedrijf zijn bestaansrecht in ons land heeft behouden.
J
eroen van Woerden stapte drie jaar geleden aan boord van het Finse bedrijf Kemira, dat producten maakt voor de behandeling van industriewater. “We hebben sterk gefocust op de klant en op initiatieven van onze eigen mensen. De vijftig jaar oude site is door ons lean-programma sterk verbeterd in housekeeping, ondernemerschap, processen, executie en veiligheidsstandaarden. Wat je vandaag hebt gedaan is goed, maar morgen kan beter. Het hoe en waarom van fouten is eigenlijk alleen interessant vanuit de leeroptiek.” Van Woerden heeft meldingen aan de overheid en communicatie met omliggende gemeenten belangrijk gemaakt. “Toen ik kwam, was het bedrijf niet onveilig en we hadden ook geen slechte naam. Maar we krijgen nu als feedback dat we van een normaal bedrijf naar een proactief bedrijf zijn gegaan. Ik zie dat medewerkers nu in gesprek gaan met klanten en de overheid tijdens audits, terwijl die controles eerst vooral als belastend werden gezien.”
‘We doen mooie dingen, dat moet je niet verhullen’
De toekomst is veiliggesteld. Het bedrijf gaat twee grote investeringen doen in Rotterdam. Er wordt geautomatiseerd en een oude plant wordt vervangen door een nieuwe. “Hier zit ook een keerzijde aan”, zegt Van Woerden. “De nieuwe plant is met minder mensen te bedrijven en daardoor hebben we voor een aantal mensen geen werk meer. Ik hoop dat we kunnen groeien en uiteindelijk juist weer voor meer werkgelegenheid zorgen.”
Verouderde industrie
Als hij wint, wil hij zich sterk maken voor de Rotterdamse industrie. “Ik zie hier nieuwe bedrijven die het fantastisch doen. Maar ik zie toch ook wel verouderde industrie, waar geen of beperkte groei is, men vast zit aan oude waarden en de blik naar binnen is gericht. Ik zou me hard willen maken voor een nieuwe manier van werken op het gebied van innovaties, producten, diensten en de manier waarop we dat allemaal aanbieden. Wij hebben als site laten zien dat je initiatief kan nemen richting klanten en businesspartners.” Hij is voorstander van meer transparantie bij BRZO-bedrijven zoals Kemira. “We moeten laten zien wat we doen en openstaan voor vragen en opbouwende kritiek. We doen hele mooie dingen en dat moet je niet verhullen. Daarvoor zou ik graag samen willen werken met bedrijven, overheden en vakorganisaties. Ik mobiliseer graag verschillende krachten. Als ik win, is dat een prestatie van het hele team.”
KOOS DONKERS
(VOPAK ROTTERDAM-BOTLEK) Zesendertig jaar geleden startte Koos Donkers als junioroperator bij Panocean, dat later opging in Vopak. Inmiddels is hij er als terminalmanager eindverantwoordelijke voor de chemiehaven en TTR, samen de Vopak Terminals Botlek West (voor op- en overslag van halffabricaten).
O
m zulke stappen in je carrière te maken, is het volgens Donkers belangrijk om je werk met heel veel plezier te doen en innovatief mee te denken. “Innovatief blijven houdt je scherp. Als ik te horen krijg dat iets niet kan, dan probeer ik om het toch te laten lukken.” Zo lopen werknemers binnenkort met industriële tablets in plaats van met allerlei papieren rond. “Hierdoor kan ook de tijdregistratie buiten worden bijgehouden, klanten kunnen real time meekijken met hun verladingen en daarnaast wordt men gedwongen om de officiële documenten echt goed in te vullen.” De afgelopen jaren heeft Donkers zich vooral gericht op de integratie e mei 2016 Chemie Magazine 49
‘Als ik te horen krijg dat iets niet kan, probeer ik het toch’ van verschillende Vopak-locaties. “Oude processen zijn tegen het licht gehouden. Bij elke plant hebben we een ploeg die 24/7 werkt. Voor al die ploegen hadden we in totaal tien shiftleaders. Dat hebben we terug-
gebracht tot vijf en die heb ik vijf maanden opgesloten in een kantoor om naar de huidige processen te kijken. Daardoor is een veel efficiëntere manier van werken ontstaan, die nu al zijn vruchten afwerpt. De taken zijn duidelijker, we hebben snellere doorlooptijden en duidelijker papierwerk.”
Gedragsprogramma
Als hij de verkiezing wint, wil Donkers zich sterk maken voor “de mens achter het productiedier”. “Als je je in werknemers gaat verdiepen en elkaar beter begrijpt dan zitten ze beter in hun vel en zijn ze minder vaak ziek. Ook veranderingen in het bedrijf worden dan beter geaccepteerd dan als je ze zomaar over de
ROBERT VAN DEN KIEBOOM (EUROLIQUIDS EUROPOORT)
Toen Robert van den Kieboom negen jaar geleden directeur werd bij Euroliquids, trof hij een verwaarloosd en vergeten bedrijf aan. De fabriek, die vloeibare meststoffen maakt, had achterstallig onderhoud aan de installaties, processen en mensen. Van den Kieboom moest de onderneming in Europoort weer laten floreren.
H
et was een heftige tijd, alle processen waren zo zachtjes aan tot stilstand gekomen. Van den Kieboom en zijn team kregen het voor elkaar om Euroliquids weer in de hoogste versnelling te krijgen. Van den Kieboom: “Dat is gelukt door een hoge mate van betrokkenheid, door voor niks weg te lopen en mezelf overal voor beschikbaar te stellen. Ik ben de kracht en sterkte van het bedrijf gaan herontdekken door de vloer op te gaan. Wat ook heeft geholpen is te vertellen wat ik deed en stap voor stap samen met anderen te kijken hoe we het bedrijf weer vorm konden geven.” Als directeur blijft Van den Kieboom niet achter zijn bureau zitten. Je kan hem overal in de fabriek tegenkomen. “Dat is hoe ik de fabriek heb hervonden en hoe ik de mensen aan mijn zijde heb gekregen. Bij hen is ook veel veranderd, net als in de processen. Negen jaar 50 Chemie Magazine mei 2016
heg gooit. Ik zie dat we hierdoor sterker worden.” Een gedragsprogramma, waarin medewerkers wordt geleerd hun collega’s op hun gedrag aan te spreken, heeft daar veel bij geholpen. Daarnaast is er een cirkel van invloed gerealiseerd. “Dit zorgt ervoor dat werknemers er over na zijn gaan denken wat ze kunnen beïnvloeden en waar ze geen invloed op uit kunnen oefenen. Werknemers stellen hierdoor bijvoorbeeld ook lastige vragen in een vergadering als het over een onderwerp gaat dat buiten hun eigen werkgebied ligt. Hierdoor is er meer discussie ontstaan, terwijl de meesten eerst vooral voor zich uit zaten te staren in zo’n overleg.”
geleden produceerden we met 25 mensen 35.000 ton eindproduct per jaar. Inmiddels produceren we 90.000 ton per jaar met hetzelfde aantal medewerkers. Dat lukt alleen met de juiste visie en de juiste mensen. Het is gaaf dat we met elkaar drie keer zoveel doen als op het dieptepunt. Iedereen is denk ik nog steeds dankbaar voor hoe de processen nu zijn georganiseerd. Daarom is deze nominatie nu ook zo mooi.”
Netwerken
Nu het goed gaat met het bedrijf wil Van den Kieboom de processen fijnslijpen en er wat meer afstand van nemen. “De afgelopen negen jaar heb ik lange dagen gemaakt en veel processen naar mij toegetrokken. Het is tijd om er meer structuur in te brengen, zodat er minder van mijn persoon afhankelijk is. Op die manier krijgen anderen ook de kans om door te groeien.” Als hij de verkiezing wint, hoopt hij er zelf veel van te leren en zijn netwerk uit te kunnen breiden. Daar heeft hij de laatste jaren de tijd niet voor gehad. “Dat hoop ik voor mijzelf, maar ik zou degenen onder mij ook willen laten groeien met behulp van de contacten die ik opdoe. Daarnaast zou ik graag andere mensen en bedrijven willen helpen met de ervaring die ik hier heb opgedaan.” p
‘Ik ben nergens voor weggelopen’
EE D
Windesheim zet kennis in werking
I LT JD
Word master in Polymer Engineering!
WWW.WINDESHEIM.NL/POLYMERENGINEERING Wilt u uw grenzen verleggen en uw expertise uitbouwen op het gebied van kunststoffen? Volg dan vanaf september de tweejarige master足 opleiding Polymer Engineering. Een in Nederland unieke vakopleiding op het snijvlak van werktuigbouwkunde en chemische technologie voor professionals met een diploma Bachelor of Applied Science
of Bachelor of Engineering die werkzaam zijn in de polymeerchemie of kunststofverwerkende industrie. U krijgt meer kennis van de kunststof足 chemie, leert hoe de eigenschappen van polymeren bepalend zijn in het verwerkingsproces van materiaal tot product en bent beter in staat om een ketenaanpak te realiseren. Meer informatie en aanmelden: www.windesheim.nl/polymerengineering
Verkoop stoom- en warmwaterketels
Eco Steam Trading & Consultancy bv
www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com
Transportservice van huis uit
Serie 40/45
Bray Vlinderkleppen High Performance, Zero Leakage Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl
Bray Controls Benelux Joulestraat 8 1704 PK Heerhugowaard
I www.vanderlee.nl
T: +31 72 572 1410 bcbe.sales@bray.com www.bray.com
PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Verkoop en Verhuur
RUIM 35 JAAR EXPERTISE
www.hiltra.com
info@hiltra.com - 0342-404160
Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?
JA
, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS)
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE ramma rkprog Leerwe groot succes DuPont
mert g belem Wetgevinreststromen gebruik
ne artpho mie De sm de che barst van
h Chemie magazine abonnement h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)
Lignine: de grondst of van de toekomst Duurzaamheid volgens Jan Paul van Soest
Maandblad
van de
iging van Veren
rlandse de Nede
ische Chem
trie •
01 • 22
Adviezen voor circulair ondernemen
Maandblad van
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse
Indus
Britten aan de slag met schaliegas
de Vereniging van
de Nederlandse
Visiedocument basis dialoog onderwijs voor en industrie
Chemische Industrie
• 03 • 19 maart
Chemische Industrie • 02 • 19 februari 2014
2014 januari
JOHAN SANDE
AS E D B I O BN O M Y E CO O M T K IJ TERB DICH
2014
Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail
Digitaal veilighe idspaspoort ingevoe rd
RS (WAGENINGE
‘ OV ERSTAP NA AR BI O GA AT TE TR AAG’ N UR)
Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/
VNCI
VNCI NIEUWS REINHARD BÜSCHER KEYNOTE SPEAKER TIJDENS JAARVERGADERING
Dr. Reinhard Büscher is de keynote speaker tijdens de VNCI-jaarvergadering op 2 juni. Hij is hoofd van de unit Chemical Industry van het directoraatgeneraal (DG) Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf (GROW) van de Europese Commissie. DG GROW is verantwoordelijk voor het beleid omtrent de interne markt, de industrie en het mkb. Het doel is een slimme en duurzame economische groei creëren. Reinhard Büscher
MARK WILLIAMS NIEUWE VOORZITTER VNCI
Mark Williams, vice president Europe bij SABIC, is de nieuwe voorzitter van de VNCI. Hij volgde afgelopen april Eric Hogenboom op. Williams is geboren in het Verenigd Koninkrijk en studeerde chemische technologie aan de University of Sheffield. Hij begon zijn carrière bij ICI Chemicals & Polymers in Teesside in 1989 en heeft 27 jaar ervaring in de petrochemische en polymeer-industrie, waarbij hij werkte in Europa, de VS en het MiddenOosten. Williams heeft een uitgebreide manufacturing-achtergrond en was voorheen verantwoordelijk voor SABIC’s petrochemische en polymeer-fabrieken in Europa.
TRANSPORTVEILIGHEID
Er heeft een breed overleg plaatsgevonden van de VNCI-bedrijven op Chemelot met ProRail over de veiligheid van het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. Er is besloten dat er op termijn een high level-overleg plaatsvindt met alle stakeholders om mogelijke verbeteringen te formuleren.
MINISYMPOSIUM STOFFEN
OPLEIDING FIRST RESPONDERS
Het Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening (NIBHV) heeft in samenwerking met het Instituut Fysieke Veiligheid en de VNCI een speciale opleiding ontwikkeld voor First Responders. Dat zijn kleinschalige gespecialiseerde hulpverleningsteams die het gat vullen tussen de klassieke bedrijfshulpverleners en de overheidsbrandweer. p
Tijdens het halfjaarlijkse Minisymposium Stoffen, dat deze keer geheel in het teken stond van voorlichting aan consumenten over veilig omgaan met chemicaliën, hield Dirk van Well, senior beleidsmedewerker Stoffen en Arbeidshygiëne bij de VNCI, een presentatie over het thema.
IN DE MEDIA Naar aanleiding van een voortgangsbrief van minister Kamp aan de Tweede Kamer over het SER Energieakkoord, heeft de VNCI in het FD en op BNR RADIO een reactie gegeven. De VNCI publiceerde een persbericht met de jaarcijfers van 2015 en het eerste kwartaal van 2016 en blikte vooruit op de rest van 2016. Het leverde publiciteit op in onder meer het AD en DE TELEGRAAF. Onder andere VNCI-directeur Colette Alma werd geïnterviewd. mei 2016 Chemie Magazine 53
Service MENSEN TECHNIEKTALENT.NU
TechniekTalent.nu, het samenwerkingsverband van technische sectoren dat zich richt op het enthousiasmeren van jongeren voor de techniek, heeft een nieuw, compact bestuur. Het bestaat uit Colette Alma (VNCI), Tineke Moleman (FNV), Jos Kleiboer (Koninklijke Metaalunie) en Bertho Eckhart (BOVAG). De leiding is in handen van onafhankelijk voorzitter Ruud Hagendijk, die tot in 2015 bestuursvoorzitter was van (pensioenuitvoerder) MN. TechniekTalent.nu gaat zich de komende tijd vooral richten op het funderend onderwijs.
TU EINDHOVEN
De Technische Universiteit Eindhoven heeft bio-organisch chemicus prof. dr. ir. Jan van Hest benoemd tot hoogleraar en leider van de nieuwe onderzoeksgroep Bio-organische Chemie. Daarmee ontstaat een gecombineerde leerstoel, verdeeld over twee faculteiten: Biomedische Technologie en Scheikundige Technologie. Van Hest stapt over van de Radboud Universiteit in Nijmegen. De nieuwe onderzoeksgroep Bio-organische Chemie van de TU/e werkt aan onderwijs en onderzoek op het snijvlak van (polymeer)chemie en biogeneeskunde. Het gaat hierbij onder andere om de ontwikkeling van nieuwe chemie zoals moleculen, materialen en technieken. Deze nieuwe disciplines moeten worden toegepast in de biomedische wetenschappen. Van Hest wil als hoogleraar baanbrekend werk verrichten op de gebieden artificial and hybrid cells en scaffolds and carriers for nanomedicine applications.
COL OFON Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar
Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)
Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl
Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Joost van Kasteren, Casper Rila, Erik te Roller, Marga van Zundert
Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem
Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius RĂśntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl
VOLGENDE MAAND (23 JUNI)
Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid
WINNAARS ESSAYWEDSTRIJD VEILIGHEID VOOROP CHEMISCHE FABRIEK VAN DE TOEKOMST VERSLAG VNCI-JAARVERGADERING SITECH ASSET HEALTH CENTER
van de redactie
Druk MediaCenter Rotterdam
Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie
EN NOG VEEL MEER‌
Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.
VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL
Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF
Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI
http://bit.ly/1MpcOFO)
Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI
Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven
Beeld cover INSTAGRAM.COM/VNCI_CHEMIE
VNCI brengt, in samenwerking met Chemie Is Overal, op Instagram in beeld wat chemie is, wat TWITTER.COM/VNCI De VNCI met het laatste nieuws, je ermee kunt en waarom chemie belangrijk is vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten
54 Chemie Magazine april 2016
Overname
Floren van Olden ISSN 1572-2996
Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can
AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line
benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.
capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.
Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter
Production capabilities
Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)
is a part of AD International
adinternationalbv.com
Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers
Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com
CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE
www.cls-services.nl
recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food
WE ARE RELOCATING
We are proud that, after having residence at the same location for 10 years, as of July 1st we will relocate to: Plus Ultra Building Bronland 12c 6708 WH Wageningen +31 (0)88 22 77 555 The labour market and our way of working are changing in time, so are our looks. Our core values remain. Making the perfect match by connecting people through a personal approach. We are looking forward meeting you in our new office in Wageningen.
Photography by Kim Zwarts
Implementeer de nieuwe ISO-normen in uw voordeel. Anders kijken naar ISO 14001/9001 Wat is de status van uw managementsysteem, waar moet het heen en hoe komt u daar? Dat zijn de cruciale vragen voor uw nieuwe ISO-normering. Lloyd’s Register neemt u via enkele praktische workshops en trainingen mee. Met een slimme aanpak en handige tips die de transitie drastisch versoepelen. Veranker de aanwezige kwaliteit in uw organisatie en voeg zekerheid toe aan uw prestaties. Lloyd’s Register staat u bij in elke fase van dit kansrijke traject op weg naar een succesvolle toekomst.
GAP-analyse, een scherp beeld van morgen
Transitietraining ISO 9001:2015
Workshop ISO 9001:2015
Transitietraining ISO 14001:2015
Met een GAP-analyse krijgt u snel inzicht in de huidige staat van uw systemen en de impact van de nieuwe ISO-norm (14001/9001) daarop. Het resultaat van die analyse is een transparante rapportage die toont in hoeverre u al voldoet en wat nog noodzakelijke stappen zijn. Kies Lloyd’s Register om risico’s te verminderen en prestaties te verbeteren.
2-daags / € 925
1-daags / € 525
2-daags / € 925
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen
Regio Midden: 15-16 juni 2016 Regio West: 24-25 aug. 2016 Regio Zuid: 21-22 sept. 2016
Regio Midden: 14 juni 2016 Regio West: 23 augustus 2016 Regio Zuid: 20 september 2016
Trainingsdata in overleg. Open trainingen van LRQA kunnen in-company worden aangeboden.
Schrijf u nu in op www.lrqa.nl of bel +31 (0)10 201 84 45
Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.
Genoemde prijzen zijn geldig in 2015 en excl. BTW