VNCI Jaarverslag 2008 - feiten en cijfers

Page 1

Feiten & Cijfers 2008

Facts & Figures 2008


Feiten en cijfers over de chemische industrie in Nederland- 2008 De Nederlandse randvoorwaarden creĂŤren een gunstig vestigingsklimaat voor de chemische industrie. Belangrijke grondstoffen zijn beschikbaar of kunnen makkelijk worden aangevoerd en een uitgebreid transportnetwerk biedt toegang tot het Europese afzetgebied. Verder behoren chemisch onderzoek en opleidingen in Nederland tot de wereldtop. Samen met de Nederlandse cultuur en mentaliteit, zorgen die voor een krachtige chemische industrie die een aanjager vormt van de economie en het voortouw neemt in duurzaam ontwikkelen en ondernemen. Omzet De omzet in de chemische industrie is de afgelopen jaren blijven stijgen. De omzet van â‚Ź 50 miljard in 2008 betekent een stijging in de omzet ten opzichte van 2007 van 2%. Met een (bruto) toegevoegde waarde van bijna â‚Ź 14 miljard in 2008 levert de sector daarmee een bijdrage aan het Nederlandse Bruto Binnenlands Product van 2,9%. Fig.1: Omzet Nederlandse chemische industrie (in mljrd e)

2008

60

50

40

20

1999

30


Productievolume In 2008 daalde het productievolume van de chemische industrie naar 135 indexpunten (o.b.v. prijsniveau 2000). Dit betekent een afname van 4,7% ten opzichte van 2007. Fig. 2: Index productievolume (jaar 2000=100)

2008

150

1999

120

90

Handel Ongeveer driekwart van de in Nederland vervaardigde chemische producten wordt geëxporteerd. Hiervan gaat 75% naar landen binnen Europa en 25% naar landen daarbuiten. De export, inclusief doorvoer chemische producten is in 2008 met bijna 5% gestegen ten opzichte van 2007. De export bedroeg in 2008 ruim € 62 miljard. Van de totale export van Nederland is dat ongeveer 17%. De import steeg met ruim 8% naar € 45 miljard in 2008. Dit betekent dat de chemische industrie in 2008 een positieve bijdrage aan de handelsbalans leverde van € 17 miljard.


Fig. 3: Bijdrage Nederlandse chemische industrie aan handelsbalans (in miljard euro) 80

invoer / import 70

2008

uitvoer / export

60

40 30

1999

50

20 10

Fig. 4: Exportverdeling Nederlandse chemische industrie

totaal AziĂŤ / Asia total: 7%

rest / rest: 4% Frankrijk / France: 9%

Verenigde Staten / United States: 7%

Duitsland / Germany: 21%

Afrika totaal / Africa total: 2% rest Europa / rest of Europe: 29%

Verenigd Koninkrijk / United Kingdom: 9% BelgiĂŤ+Luxemburg / Belgium+ Luxembourg: 13%


Bestemming chemische producten De chemische industrie levert producten aan veel andere industrieën. Ruim driekwart van de verkopen van de chemische industrie betreft basischemicaliën. Fig. 5: Verkopen chemische producten Overige chemische producten / Other chemical products: 1% Synthetische en kunstmatige producten / Synthetic and artificial products: 5% Zeep-, was-, reinigings- en onderhoudsmiddelen / Soap, washing, cleaning and maintenance products: 3% Farmaceutische producten / Pharmaceutical products: 11% Verf, lak, vernis, ink en mastiek / Paint, enamel, varnish, ink and mastic: 5% Landbouwchemicaliën / Agrochemicals: 1% Basischemicaliën / Basic chemicals: 78%

Werkgelegenheid In 2008 werkten er ongeveer 66.000 mensen in de chemische industrie. Ongeveer een derde daarvan heeft een hbo- of hogere opleiding gevolgd. Ruim tweederde van het personeel heeft een mbo-opleiding genoten. Onderzoek en ontwikkeling Innovatie is essentieel voor de Nederlandse chemische industrie. Dit blijkt onder meer uit de investeringen die de sector doet in onderzoek en ontwikkeling. De chemische industrie in Nederland geeft zo’n 2,5% van de omzet uit aan onderzoek en ontwikkeling binnen het eigen bedrijf (+/- 900 miljoen euro). Daarnaast wordt er nog eens voor ongeveer 200 miljoen euro aan onderzoek en ontwikkeling uitbesteed. Samen met de kosten voor innovatie beslaat het onderzoekswerk inmiddels zo’n 25% van de totale industriële uitgaven.


Veiligheid, gezondheid en milieu Bij de chemische industrie staan veiligheid, gezondheid en milieu hoog op de agenda. Er wordt binnen de sector continu gewerkt aan het verder verbeteren van de veiligheid en milieuprestaties. Denk aan maatregelen voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, de certificering van aannemers of verplichte veiligheidscursussen. De meest recente cijfers over veiligheid, gezondheid en milieu gaan over het jaar 2007. Meer cijfers vindt u op www.vnci.nl/rc. Veilige werkomgeving Een LTI (Lost Time Injury) staat voor een direct lichamelijk gebrek waardoor een werknemer lichamelijk of mentaal (vastgesteld door een competent medisch persoon) voor minimaal één dag niet in staat is om zijn geplande werkzaamheden uit te voeren. De LTIR (Lost Time Injury Rate) is het aantal LTI’s per miljoen gewerkte uren. In Nederland is er de laatste jaren een licht dalende trend in de LTIR te ontdekken. De LTIR voor eigen werknemers daalde in 2007 van 1,93 naar 1,81. Op zo’n laag niveau is het lastig om nog een verdere daling te bewerkstelligen. Europees gezien is er ook een dalende trend te ontdekken. Fig. 6: LTIR 5

aannemers / contractors

4

2000

eigen werknemers / employees

2

1

2007

3


Energiebeleid De chemische industrie is energie-intensief. Sinds de jaren zeventig voert de industrie een actief energiebeleid. Daardoor kon de sterke groei van de industrie samen gaan met een beperkte toename van het energieverbruik en een vrijwel constante uitstoot van CO2 uit energieopwekking. Fig. 7: Energie Efficiency Index (in %)

2007

2000

100

80

Benchmark MJA-2

60

Emissies De chemische industrie wil zo min mogelijk emissies uitstoten naar water, lucht en bodem en zo min mogelijk afval produceren. Chemische bedrijven werken met succes samen met overheden hard om hun uitstoot te reduceren. Van de 74 stoffen uit het milieuconvenant zijn in 2007 voor 61 van de stoffen (83%) de doelstellingen voor 2010 al gehaald.


Fig. 8: Emissiereductie verzurende stoffen naar lucht t.o.v. doelstelling 2010 (in %)

40

20

0

VOS / VOC

60

Zwaveldioxide / Sulphur

80

Nieuw doel in het kader van de NEC-richtlijn: 30% reductie in 2010 voor de gehele Nederlandse industrie ten opzichte van doel in 2000.

Ammoniak / Ammoniac

Stikstofdioxide / Nitrogen dioxide

100

Doelstelling 2010 / 2010 objective Reductiepercentage 2007 / 2007 reduction percentage

Fig. 9: Reductie verspreiding milieubelastende stoffen naar lucht t.o.v. doelstelling 2010 (in %) 100

80

Zink / Zinc

Nikkel / Nickel

Lood / Lead

0

Kwik / Mercury

20

Koper / Copper

40

Chroom / Chromium

60

Doelstelling 2010 / 2010 objective Reductiepercentage 2007 / 2007 reduction percentage


Facts and figures about the Dutch chemical industry 2008 The Dutch preconditions create a favourable climate to establish a chemical business. Important raw materials are available or can be easily supplied, while an extensive transportation network provides access to the European markets. Furthermore, chemical research and education in the Netherlands rank among the world top. In combination with Dutch culture and mentality, they create a powerful chemical industry that forms a driving force behind the Dutch economy and which takes the lead in sustainable development and entrepreneurship. Turnover The turnover in the chemical industry continued to rise during the past few years. The € 50 billion turnover of 2008 constitutes a 2% rise in turnover compared to 2007. With a (gross) added value of € 14 billion in 2008, the sector contributed to the Dutch Gross Domestic Product with 2.9%. See Figure 1: Turnover of Dutch chemical industry (in billions of Euros).

Production volume In 2008, the production volume of the chemical industry fell to 135 index points (year 2000= 100 index points). This constitutes a 4.7% decrease compared to 2007. See Figure 2: Index production volume (CBS production index, year 2000=100) Trade Nearly three-quarters of chemical products produced in the Netherlands are exported, of which 75% goes to countries in Europe, while 25% is exported to countries elsewhere. Compared to 2007, export - including the transit of chemical products - rose by nearly 5% in 2008. In 2008, export amounted € 62 billion. This accounts for 17% of the overall export of the Netherlands. Import rose by nearly 8% to € 45 billion in 2008. This means that the chemical industry made a positive contribution to the trade surplus in 2008 of € 17 billion. See Figure 3: Contribution of the Dutch chemical industry to the trade surplus (in billions of Euros). See Figure 4: Export distribution of the Dutch chemical industry.


Destination of chemical products The chemical industry supplies products to many other industries. More than three-quarters of sales by the chemical industry involve basic chemicals. See Figure 5: Sales of chemical products Employment Around 66,000 people were employed in the chemical industry in 2008. About one-third of personnel in this sector completed a study programme of a university of professional education or higher. More than two-thirds followed an upper secondary education study programme. Research and development Innovation is vital to the Dutch chemical industry. This is evidenced by, for instance, the sector’s investments in research and development. The Dutch chemical industry spends about 2.5% of its turnover on in-house research and development (approx. 900 million). In addition, another 200 million Euros worth of research and development is outsourced. Together with the costs for innovation, research activities account for approximately 25% of the total industrial expenditure.

Health, Safety and the Environment Health, safety and the environment are of paramount importance in the chemical industry. The sector is on a continuous quest to further improve safety and environmental performances. This includes measures to further reduce greenhouse gas emissions, accreditation of contractors and obligatory safety training courses. The most recent figures on safety and the environment apply to 2007. Further figures can be found on www.vnci.nl/rc. Safe working environment An LTI (Lost Time Injury) stands for a direct physical ailment as a result of which an employee is physically or mentally (as diagnosed by a competent medical authority) unable to carry out his planned activities for a period of at least one day. The LTIR (Lost Time Injury Rate) is the number of LTIs per million hours worked. During the last years, the Netherlands have shown a slight downward trend in the LTIR. In 2007, the LITR for own employees fell from 1.93 to 1.81. At such a low level, it is difficult to reduce this figure even further. The


downward trend can also be seen at a European level. See Figure 6: LTIR Energy policy The chemical industry is energyintensive. The industry has been pursuing an active energy policy since the seventies. This enabled the industry’s strong growth to go hand in hand with a limited increase in energy consumption and a more or less steady emission of CO2 from the generation of energy. See Figure 7: Energy efficiency index Emissions The chemical industry wishes to minimize emissions into the water, air and soil and generate as little waste as possible. Chemical businesses and the authorities together successfully reduced their emissions. Out of the 74 substances listed in the covenant, the objectives for 2010 for 61 of them (83%) were achieved as early as 2007. The emission of many of the earmarked acidifying and/or environmentally harmful substances into the air and water has been further reduced.

See Figure 8: Emission reduction of acidifying substances into the air compared to the 2010 objectives Note: New objective within the framework of the NEC directive: 30% reduction in 2010 for the entire Dutch industry compared to the 2000 objective. See Figure 9: Distribution reduction of environmentally-harmful substances into the air compared to 2010 objective (in %).

Bron/Sources: VNCI, CBS en Cefic.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.