VNCI jaarverslag 2013

Page 1

Jaar verslag 2013


Inhoudsopgave Dit is de VNCI

4

Voorwoord Europa moet wakker worden geschud!

5

2013 in teken van concurrentiepositie

7

1. Feiten & cijfers over de chemische industrie in Nederland - 2013

10

2. Energie & klimaat

20

3. Onderwijs & Innovatie

26

4. Veiligheid, Gezondheid & Security

29

5. Milieu

32

6. Stoffen

35

7. Responsible Care

39

8. Dienstverlening & ondernemingsklimaat

42

9. Wet- en regelgeving

44

10. Communicatie

46

11. Stichting C3 in 2013

50

VNCI-bestuur

52

VNCI-bureau

54

FinanciĂŤn

57

Controleverklaring

61

Klik hier voor het engelse jaarverslag Colofon

62

VNCI | Jaarverslag 2013

2



Vertegenwoordiging De VNCI vertegenwoordigt de lidbedrijven in werkgroepen van ministeries, uitvoerende overheidsdiensten, organisaties en belangenverenigingen. Ze overlegt met leden van de Tweede Kamer en het Europees Parlement. Via de VNCI heeft de

VNCI: de stem van de chemische industrie in Nederland

chemische industrie een belangrijke stem in de

In de keten van grondstof tot eindproduct verte-

(zetel in het hoofdbestuur) en de Europese bran-

genwoordigt de VNCI bedrijven die met behulp van

cheorganisatie Cefic. Daarnaast gaat de VNCI

chemische processen hun producten maken. De

samenwerkingsverbanden aan met partijen om

opdracht van de VNCI is daarbij duidelijk: ze wil

de belangen van de leden te behartigen. De VNCI

optimale voorwaarden creëren voor de chemische

is een slagvaardige organisatie met 30 gekwalifi-

industrie, zodat functioneren, groei en kwaliteit

ceerde medewerkers. Ze voert de besluiten van de

worden bevorderd en een duurzaam onderne-

leden uit en ondersteunt hen. De speerpunten van

mingsklimaat wordt gecreëerd. De leden spelen

het beleid zijn opgehangen aan de hoofdthema’s

in dat proces een belangrijke rol: zij bepalen het

Duurzaamheid, Economie, Energie en grondstof-

beleid van de vereniging en geven haar slagkracht.

fen, Innovatie, Klimaatbeleid, Milieu, Onderwijs,

De VNCI staat in goed contact met haar achterban,

Responsible Care, Stoffen en Veiligheid. De afdeling

vangt signalen op uit de industrie en fungeert als

communicatie verzorgt de communicatie over het

spreekbuis van de chemische sector in Nederland.

beleid’.

Nederlandse werkgeversorganisatie VNO-NCW

Zo draagt de VNCI eraan bij dat de chemische industrie optimaal kan ondernemen, strijdt ze voor

Concurrentiepositie

het beheersbaar houden van kosten en voor verde-

Het verslagjaar 2013 werd voor een belangrijk deel

re verlaging van de administratieve lastendruk.

gedomineerd door discussies over het al dan niet doorzetten van het economisch herstel, over het

Omzet en werkgelegenheid

Nederlands vestigingsklimaat en over de concur-

De chemische industrie in Nederland realiseerde

rentiepositie van energie-intensieve sectoren in ons

in 2013 een omzet van 57 miljard euro. Ze was

land, zoals de chemische industrie. De discussie

goed voor grofweg een vijfde van de productie, de

werd gevoed door ontwikkelingen in de Verenigde

export en de R&D-uitgaven in Nederland en voor

Staten waar de winning van schaliegas leidde tot

bijna een kwart van de investeringen. De sector

lage prijzen voor grondstoffen en energie.

telde 62.000 banen.

Chemistry Our passion Your future

4 VNCI | Jaarverslag 2013

Dit is de VNCI


De wereld verandert snel en Europa speelt on-

het gaat om grote nieuwe investeringen, en niet

voldoende op die veranderingen in. Die uitspraak

voor Europa.

tekende Chemie Magazine medio 2013 op uit mijn mond. Ik kwam tot die conclusie op basis van een

Europa moet wakker worden geschud. We le-

aantal feiten. Schaliegas is vaak genoemd. De

ven ten onrechte in de illusie dat dingen blijven

exploratie van schaliegasvelden in de Verenigde

voortbestaan, maar de crisis waarin we momen-

Staten heeft een schrikeffect tot gevolg gehad,

teel zitten, is geen normale crisis, waar we even

vooral op het ‘oude’ continent. De kosten van ener-

doorheen moeten voordat het leven weer wordt

gie zijn in de VS dermate gekelderd, dat andere

zoals het was. De problemen zitten dieper: Europa

delen in de wereld per definitie op achterstand zijn

moet oppassen dat het niet insignificant wordt als

gezet. Maar ook de opkomst van China, de keuze

het gaat om innovatie en productie.

van landen in het Midden-Oosten om downstream te gaan en de mondialisering van innovatie, spelen

Als het regent in Europa, houdt Nederland het ook

een belangrijke rol. Afzonderlijk, maar zeker in

niet droog. In 2013 speelde het gure economische

samenhang met elkaar, hebben ze grote gevol-

weer en de zwakker wordende concurrentieposi-

gen voor de verhoudingen in de wereld. Vier game

tie de Nederlandse chemiesector in toenemende

changers noemde ik ze daarom. Het vervelende is

mate parten. Door een sterke daling van de order­

dat alle drie die ontwikkelingen de VS, China en

ontvangsten zijn omzet en productie van chemie-

het Midden-Oosten in de kaart spelen en Europa

bedrijven de eerste drie kwartalen van het jaar

op achterstand zetten. Die dynamiek wordt onder-

met respectievelijk 6 en 5,5 procent gedaald ten

schat. Het is niet voor niets dat bedrijven al sinds

opzichte van dezelfde periode in 2012. Het prijs­

een jaar of vijf kiezen voor de VS of voor China als

niveau daalde in die periode met 2 procent.

5 VNCI | Jaarverslag 2013

Europa moet wakker worden geschud!


De uitvoer, goed voor 80 procent van de productie,

Met het realiseren van die beloften is in de loop

is de eerste drie kwartalen met ruim 2 procent

van 2014 een begin gemaakt. Ik hoop, in het

afgenomen. De bezettingsgraad van de chemie in

belang van zowel de chemische industrie als de

het derde kwartaal is 1,5 procent lager uitgeko-

Nederlandse economie, dat de maatregelen tot

men ten opzichte van het derde kwartaal in 2012.

resultaat zullen leiden. Ik ben van mening dat met

Grote producenten hebben reorganisaties moeten

spoed gewerkt moet worden aan herstel van het

doorvoeren en een enkel bedrijf is failliet gegaan.

level playing field zodat we een gezonde chemische industrie overeind houden die haar voortrekkers-

In dit jaarverslag is veel te lezen over de inspan-

rol kan vervullen in het proces naar een duurza-

ningen die de VNCI als belangenbehartiger van de

me, biogebaseerde samenleving. De VNCI zelf is

chemische industrie in 2013 heeft geleverd. We

vastbesloten het tij te keren door in te zetten op

waren weer op veel terreinen actief. Zonder uitput-

clusterversterking, energie-efficiĂŤntie en innova-

tend te zijn: we spraken mee in de SER over het

tief produceren.

nationaal Energieakkoord en met staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) over de voort-

Werner Fuhrmann

gang en ambities van het programma Veiligheid

voorzitter

Voorop. Met minister Kamp van Economische Zaken spraken we over de verslechterde concurrentiepositie van de sector. De minister heeft aangegeven zich te willen inzetten voor verbetering van de concurrentiekracht van de chemische industrie door middel van versterking van de chemische clusters en verlaging van de regeldruk.

6 VNCI | Jaarverslag 2013

voorwoord | Europa moet wakker worden geschud!


7 VNCI | Jaarverslag 2013

2013 in teken van concurrentiepositie

voorwoord | 2013 in teken van concurrentiepositie

In 2012 publiceerden de VNCI en onderzoekbureau

werd gemaakt. De conclusie was onrustbarend:

Deloitte de ‘Visie 2030-2050’, een studie naar de

het rijkelijk aanwezige schaliegas in de VS zorgt

toekomstkansen van de chemische industrie in

ervoor dat de productie van ethyleen, ammonia,

Nederland. Het rapport schetst vier scenario’s

chloor en natriumhydroxide in Europa gevaar

naar 2030-2050 en in alle gevallen kan de che-

loopt. En dat gaat wel om 29 procent van de

mie, als ze de juiste koers volgt, een rooskleurige

werkgelegenheid en 48 procent van de omzet in

toekomst tegemoet zien. Voor de korte termijn

de Nederlandse chemische industrie, aldus de

heeft onze sector echter te maken met een aantal

onderzoekers.

ingrijpende problemen. Zo was 2013 een jaar

Energie, grondstoffen, concurrentiepositie en

waarin wij in volle omvang werden geconfronteerd

investeringsklimaat waren in 2013 dan ook de

met de gevolgen van de ‘schalie­gasrevolutie’. Het

kernwoorden in het debat over de plaats en rol

grote verschil in prijs van energie en grondstoffen

van de chemische industrie in Nederland. Om

tussen Europa en de VS betekende voor de sector

de voorspellingen uit het Visie-onderzoek op de

een sterk verslechterde concurrentiepositie en

langere termijn te realiseren, zullen er op de korte

voor Nederland als vestigingsland een aanslag op

termijn beslissingen genomen moeten worden die

het investeringsklimaat.

onze uitgangspositie verbeteren. Gelukkig heeft de minister van Economische Zaken oog voor onze

In opdracht van de VNCI vulde Deloitte in 2013

problemen, zo bleek tijdens een door de VNCI ge-

onze toekomstvisie aan met een ‘addendum’,

ëntameerd rondetafelgesprek tussen de minister

waarin de impact van de schaliegasrevolutie in

en vertegenwoordigers van de chemische industrie

de VS op de Nederlandse chemiesector zichtbaar

in het najaar van 2013.


In dit jaarverslag blikken we terug op 2013, een

beschikbare budgetten kijken. De VNCI heeft

jaar waarin de druk op de sector verder toenam.

daarop ingespeeld, door serviceverlening hogere

Bij de verminderde concurrentiekracht wegen

prioriteit en zichtbaarheid te geven, onder meer

hoge kosten door administratieve lasten en regel-

door de introductie van het label ‘VNCI support’.

druk extra zwaar. Het was aan de andere kant ook

We realiseren ons dat die krachtsinspanning in

het jaar waarin de chemische industrie veerkracht

2014 en volgende jaren minimaal gehandhaafd

toonde door op diverse gebieden initiatieven

moet blijven. Daarnaast was 2013 een jaar waarin

te ontplooien: de Topsector gaf innovatie naar

wij intensief met onze leden discussieerden over

slimme en duurzame producten en processen een

de positionering van de VNCI in het maatschap-

extra impuls, Veiligheid Voorop groeide uit tot een

pelijk krachtenveld. In 2014 en volgende jaren zal

volwassen programma naar verdere verhoging

dat resulteren in een steviger positie en rol van de

van de veiligheid en met het ondertekenen van

organisatie.

het SER Energieakkoord kwam een meer consistent Nederlands energiebeleid in zicht. Allemaal

Colette Alma

onderwerpen die bijdragen aan de continuïteit van

directeur

ondernemingen, aan verduurzaming van onze economie en mede daardoor zorgen voor een stevige maatschappelijke inbedding. Voor de VNCI als belangenbehartiger was 2013 een jaar waarin lidbedrijven onze steun extra hard nodig hadden. Tegelijkertijd merkten wij dat het lidmaatschap soms onder druk kwam te staan omdat bedrijven noodgedwongen kritisch naar hun

8 VNCI | Jaarverslag 2013

voorwoord | 2013 in teken van concurrentiepositie



Feiten & cijfers over de chemische industrie in Nederland - 2013 Nederland heeft binnen Europa een gunstig vestigingsklimaat voor de

chemische industrie, omdat hiervoor de juiste randvoorwaarden aanwezig zijn. Zo zijn belangrijke grondstoffen beschikbaar of kunnen makkelijk worden aangevoerd en een uitgebreid transportnetwerk biedt toegang tot het Europese afzetgebied. Verder behoren chemisch onderzoek en opleiding in Nederland tot de wereldtop. Samen met de Nederlandse cultuur en mentaliteit, zorgen die voor een krachtige chemische industrie die een aanjager vormt van de economie en het voortouw neemt in duurzaam ontwikkelen en ondernemen.

10 VNCI | Jaarverslag 2013

1 | Feiten & cijfers


11

Omzet

Productievolume

De netto-omzet in de chemische industrie is in

Het productievolume van de chemische indus-

2013 voor het eerst sinds 2009 weer gedaald. De

trie daalde in 2013 naar 100 indexpunten (o.b.v.

netto-omzet bedroeg € 57 miljard (€ 51 miljard

basisjaar 2010, inclusief farma). Dit betekent een

exclusief farma), een daling van ongeveer 6%

daling van 4% ten opzichte van 2012.

VNCI | Jaarverslag 2013

1 | Feiten & cijfers

ten opzichte van 2012. Deze daling werd veroorzaakt door zowel een afname van de prijzen als

Handel

een afname van de productie. De prijzen daalden

80% van de in Nederland vervaardigde chemische

naar het niveau van 2011, de productie naar het

producten wordt geëxporteerd. Hiervan gaat weer

niveau van 2010. De sector (inclusief de rubber-

80% naar landen binnen Europa. De export is in

en kunststofindustrie) blijft met ongeveer 3% een

2013 met ruim 3% gedaald tot een bedrag van

grote bijdrage leveren aan het Nederlandse Bruto

€ 75 miljard. Tegen de trend in is de export naar

Binnenlands Product.

Azië in 2013 licht gestegen. De export naar de

Figuur 1: Netto omzet Nederlandse chemische

Figuur 2: Index productievolume (jaar 2010 = 100)

65

110

60

105

55

100

50

95

45

90 miljard euro

miljard euro

industrie (in miljard euro)

40 35 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013 Bron: CBS

85 80 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013 Bron: CBS


Verenigde Staten is meer dan 25% gedaald.

Nederland geproduceerde geëxporteerde goede-

Hierdoor werden in 2013 sinds lange tijd weer

ren. De import steeg in 2013 met 3% naar € 52 mil-

meer chemische producten geëxporteerd naar

jard. De chemische industrie leverde in 2013 een

Azië dan naar Amerika.

positieve bijdrage aan de handelsbalans van € 23 miljard, dit is 52% van het goederentotaal.

De export van chemische producten bedraagt 17% van de totale goederenexport en 19% van de in

Figuur 3: Bijdrage Nederlandse chemische industrie aan handelsbalans (in miljard euro) 100 80 60 40 20 0 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

204060= invoer

= uitvoer Nederlands product

= wederuitvoer

= handelsbalans

Bron: CBS

12 VNCI | Jaarverslag 2013

1 | Feiten & cijfers


Bestemming chemische producten

hogere opleiding gevolgd, ruim twee derde van het

De chemische industrie levert producten aan

personeel een mbo-opleiding.

vele andere industrieën. Meer dan de helft van de verkopen van de chemische industrie betreft

Onderzoek en ontwikkeling

basischemicaliën.

Innovatie is essentieel voor de Nederlandse chemische industrie. Dit blijkt onder meer uit de

Werkgelegenheid

investeringen die de sector doet in onderzoek en

In 2013 werkten er ongeveer 62.000 mensen in de

ontwikkeling. De chemische industrie in Nederland

chemische industrie, waarvan dertien duizend in

geeft zo’n 1,5% van de omzet uit aan onderzoek en

de farmaceutische industrie. Ongeveer een derde

ontwikkeling binnen het eigen bedrijf, ongeveer

van het personeel in de sector heeft een hbo- of

900 miljoen euro (cijfers 2011).

Figuur 4: Export Nederlandse chemische industrie 2013

Duitsland

20%

België

13%

Verenigd Koninkrijk

8%

Frankrijk

9%

Italië

7%

Spanje

4%

Zweden

2%

Turkije

2%

Overig Europa

17%

Azië

9%

Verenigde Staten

5%

Overig Amerika

3%

Afrika

2%

Overig

1%

Bron: CBS

13 VNCI | Jaarverslag 2013

1 | Feiten & cijfers


Veiligheid, Gezondheid & Milieu

lichamelijk gebrek waardoor een werknemer lichamelijk of mentaal (vastgesteld door een com-

Bij de chemische industrie is er continue aandacht

petent medisch persoon) voor minimaal één dag

voor veiligheid, gezondheid en milieu en het ver-

niet in staat is om zijn geplande werkzaamheden

beteren van de prestaties. Bedrijven houden hun

uit te voeren. De LTIR (Lost Time Injury Rate) is het

prestaties bij om verbeteringen aan te tonen en

aantal LTI’s per miljoen gewerkte uren.

wijzigingen te signaleren. De meest recente cijfers over veiligheid, gezondheid en milieu zijn van het

Het aantal Lost Time Injury’s (LTI) is in 2012 voor

jaar 2012.

de eigen werknemers gestegen ten opzichte van het jaar ervoor, namelijk van 1,41 naar 1,79. Voor

Veilige werkomgeving

aannemers is het gedaald van 1,74 naar 1,67. De

In het algemeen geldt dat het aantal dodelijke on-

algemene wens voor de komende jaren is dat het

gevallen en de Lost Time Injury Rate (LTIR) op een

niveau van de LTI’s van de aannemers gelijk wordt

laag niveau liggen. In 2012 zijn er geen stergeval-

aan het niveau van de LTI’s van de eigen werkne-

len bekend in de chemische industrie.

mers. Drie jaar geleden is de VNCI gestart met een

Een LTI (Lost Time Injury) staat voor een direct

analyse van de inhoudelijke beschrijvingen van de

Figuur 5: Aantal sterfgevallen in de chemische industrie (werknemers en aannemers)

3,0

Aantal sterfgevallen

2,0

1,0

0,0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Werknemers Aannemers

Bron: VNCI

14 VNCI | Jaarverslag 2013

1 | Feiten & cijfers


LTI-incidenten. Hiermee wordt gerichte voor-

de ontwikkeling van het specifiek energiegebruik

lichting gegeven aan haar leden om daarmee het

(= energiegebruik per ton product) van de sector.

aantal voorvallen verder te reduceren. Bij melding

De absolute stijging van het energieverbruik in

van een incident wordt hierover nadere informa-

2012 (ca. 5% hoger dan in 2011) wordt veroorzaakt

tie opgevraagd en wordt dit meegenomen in de

door de hogere productie. Ter vergelijking: de

analyse.

productie(index) was in 2012 ook circa 5% hoger dan in 2011. De rapportages over 2012 van de

Energie en Klimaatbeleid

convenanten MJA3 en MEE vermelden de ener-

Door actief in te zetten op energiebesparing weet

gie-efficiencyverbetering van de bedrijven die ener-

de Nederlandse chemische industrie de trend vast

giebesparende maatregelen gerapporteerd hebben.

te houden van minder energiegebruik per ton pro-

Belangrijke constatering over 2012 is verder dat de

duct (en daarmee ook CO2-uitstoot). Figuur 7 toont

elektriciteitsproductie van de chemische industrie

Figuur 6: Lost Time Injury Rate in miljoenen gewerkte uren 5,0 4,5 4,0 3,5

aantal voorvallen/miljoen gewerkte uren

3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Werknemers Aannemers

Bron: VNCI

15 VNCI | Jaarverslag 2013

1 | Feiten & cijfers


(via de joint-venture-wkk’s die bij chemische bedrij-

Volgens de in het convenant gehanteerde monito-

ven staan opgesteld) in 2012 ruim 20% lager was

ringmethodiek is er over 2012 voor 1,3% efficien-

dan in 2011. Dit betekent een verslechtering voor

cyverbetering aan energiebesparende maatregelen

het opwekkingsrendement van het elektriciteits-

gerapporteerd door de MEE-bedrijven met

park in Nederland (dit wordt veroorzaakt doordat

daarnaast 0,3% aan besparende maatregelen in de

gasgestookte wkk’s voor het merendeel onrendabel

keten. De MJA-bedrijven hebben gezamenlijk voor

zijn in de huidige markt­situatie).

1,1% efficiencyverbetering aan energiebesparende maatregelen gerapporteerd en 3,4% in de keten.

Figuur 7: Energieverbruik chemische industrie

0,25

8500

0,20

8000

0,15

0,10

7000

0,05

kTOE

7500

0,00

6500 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

TOE (Ton Olie Equivalent) bron: CBS Specifiek energieverbruik (specifiek energieverbruik is het verbruik per ton product). Bron: Sinds 2011 worden deze cijfers niet meer separaat gerapporteerd door het CBS. De cijfers die hier staan zijn op dezelfde manier berekend als de CBS-cijfers in voorgaande jaren. TOE / ton productie

9000

16 VNCI | Jaarverslag 2013

1 | Feiten & cijfers


Luchtemissies Emissiereducties IMT

raffinaderijen, energiewinning en chemische

In 1993 is in Nederland de Intentieverklaring

industrie. Gelet op de huidige emissieniveaus

(Uitvoering Milieubeleid Chemische Industrie)

van 2012 ligt de chemische industrie op koers

ondertekend door de overheid en de chemische

voor haar bijdrage aan het behalen van de NEC-

industrie. De milieudoelstellingen voor de chemi-

doelstellingen 2010 en 2020. Dit wordt onder-

sche industrie, waaronder luchtemissiereducties

steund door de rapportage van de European

zijn verwoord in een Integrale Milieu Taakstelling

Environmental Agency (EEA)2, waarin is opgeno-

(IMT), gericht op de periode t/m 2010.

men dat Nederland de NEC-doelstellingen 2010

Deze afgesproken IMT-reductiepercentages voor

(voor alle sectoren) heeft gehaald.

2010 zijn door de chemische industrie ruimschoots gehaald voor zwaveldioxide (SO2), ammoniak (NH3)

N.B.: De grafieken tonen tot 2010 de emissies van

en vluchtige organische stoffen (NMVOS). Hoewel

bedrijven uit de chemiesector, die meededen aan

de reductiedoelstellingen voor de emissies voor

het milieuconvenant, dat toen afliep. In een tweede

stikstofoxiden (NOx) en fijn stof (PM10) in 2010 nog

lijn zijn de emissies weergegeven van de VNCI-

niet waren gehaald, geldt ook voor deze stoffen dat

leden. De populaties zijn niet helemaal gelijk wat

er sprake is van een sterke daling ten opzichte van

het kleine verschil verklaart.

het basisjaar 1985 (circa 75 % reductie voor NOx en

De emissiegegevens zijn gebaseerd op de inge-

circa 90 % reductie voor fijnstof).

diende (verplichte) milieujaarverslagen (MJV).

Emissiereducties NEC

1

NEC = National emission ceilings. Een stelsel van emissieplafonds

In Europees verband zijn voor 2010 en 2020

per lidstaat voor luchtverontreinigende stoffen (in jargon: de NEC-

zogenaamde NEC1-doelstellingen afgespro-

plafonds). Daarnaast zijn in VN-verband aparte afspraken over

ken. In tegenstelling tot de IMT-afspraken zijn voor de chemische industrie geen aparte

emissieplafonds voor 2020 gemaakt (Gรถteborg-afspraken). NEC Directive status report 2012, Reporting by the Member States

2

NEC-doelstellingen vastgesteld. Voor de NEC-

under Directive 2001/81/EC of the European Parliament and of the

doelstellingen 2010 zijn de plafonds onderverdeeld

Council of 23 October 2001 on national emission ceilings for certain

naar diverse sectoren zoals verkeer, landbouw en

atmospheric pollutants

industrie. Tot de industrie worden gerekend

17 VNCI | Jaarverslag 2013

1 | Feiten & cijfers


Figuur 8: Emissies NEC-stoffen naar lucht NOx, NMVOS, SO2 18 16 14 12

Totaal NOx (IMT convenant) NOx - Leden Totaal NMVOS rest - (IMT convenant) NMVOS - Leden Totaal SO2-(IMT convenant) SO2 - leden

10 8 6 4

kTon

2 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Figuur 9: Emissies NEC-stoffen naar lucht Fijnstof, NH3 4

3

2 Totaal fijnstof fijnstof - leden Totaal NH3 (IMT convenant) NH3 leden

kTon

1

18 VNCI | Jaarverslag 2013

1 | Feiten & cijfers

0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Bron: elektronische milieu jaarverslagen lidbedrijven (RIVM)



SER Energieakkoord In 2013 werd het veelbesproken nationaal

• Vervolgafspraken rond cascadering van biomassa.

Energieakkoord in de SER gesloten. De VNCI onderhandelingen werd overeengekomen dat

Toekomstkansen chemie en impact schaliegas

bedrijven die veel electriciteit gebruiken, compen-

In 2012 publiceerden de VNCI en onderzoekbureau

satie krijgen voor hun, als gevolg van het CO2-

Deloitte de ‘Visie 2030-2050’, een studie naar de

handelssysteem, hogere elektriciteitsrekening.

toekomstkansen van de chemische industrie. In

Van 2014 tot 2020 is daarvoor jaarlijks 78 miljoen

2013 werd de toekomstvisie aangevuld met een

euro beschikbaar.

‘addendum’, waarin de impact van de schaliegas-

was een van de participerende partijen. In de

revolutie in de VS op de Nederlandse chemiesector Warmtekrachtkoppeling (WKK) wordt niet additio-

zichtbaar werd gemaakt. Het rijkelijk aanwezige

neel gestimuleerd, wel zorgde de VNCI-inbreng er

schaliegas in de VS zorgt ervoor dat de compe-

voor dat bedrijven gevrijwaard blijven van verplich-

titiviteit van productie van met name ethyleen,

te inzet van WKK in de toekomst. Overigens blijft

ammonia, chloor en natriumhydroxide in Europa

de VNCI zich voor een kostenefficiënte warmte-

sterk onder druk staat. Daardoor loopt 29 pro-

voorziening inzetten en waar dat logisch is door

cent van de werkgelegenheid in de Nederlandse

middel van een tijdelijke ondersteuningsregeling

chemische industrie gevaar, en 48 procent van de

voor WKK.

omzet, aldus de onderzoekers. Bovendien heeft dit een sterk negatieve impact op de overige chemie-

Belangrijke resultaten uit het akkoord zijn verder:

ketens in Nederland vanwege de hoge mate van in-

• Het besluit om een gezamenlijke Nederlandse

tegratie in de chemieclusters. Voor de VNCI waren

lobby in Europa te voeren voor het overeengeko-

de onderzoeksresultaten voldoende reden om een

men structureel verbeterpakket voor ETS.

overleg met de minister van Economische Zaken te

• Een meer kosteneffectieve invulling van de

organiseren.

Nederlandse duurzaamheidsambities • Een duidelijk proces, gericht op versterking

Schaliegasboringen

concurrentiepositie en energie-efficiency van de

Intussen werd eind augustus het onderzoek

industrie door middel van één-op-één-afspra-

naar mogelijke risico’s van schaliegaswinning in

ken met de bedrijven onder het MEE-convenant.

Nederland gepresenteerd, dat in opdracht van de

VNCI | Jaarverslag 2013

20

Energie & klimaat


minister van Economische Zaken was uitgevoerd.

brief aan de Tweede Kamer deze afspraken toe-

Op basis van de discussies over de resultaten

gelicht en het belang van de chemiesector voor de

besloot minister Kamp de beslissing over

Nederlandse economie onderstreept.

boringen met ten minste een jaar uit te stellen. De VNCI heeft hier begrip voor, maar continueert

Cefic Roadmap

wel haar discussies met stakeholders om de nega-

In het eerste kwartaal van 2013 is de laatste hand

tieve (economische) gevolgen van de opkomst van

gelegd aan de Cefic Roadmap, de VNCI heeft

schaliegas uit de VS onder de aandacht te brengen

deelgenomen aan het projectteam en heeft kennis

alsmede de noodzaak voor een diversiteit aan

die ontwikkeld is in het kader van de Routekaart

energiegrondstoffen.

Chemie 2030 ingebracht. De Cefic Roadmap wordt vergelijkbaar met de Nederlandse routekaart

Rondetafelgesprek met minister Kamp (EZ)

ingezet om aan te geven waar de mogelijkheden

De VNCI en negen bedrijven uit de chemische

voor de chemie liggen voor verduurzaming en wat

industrie namen deel aan een rondetafelgesprek

de daarvoor benodigde randvoorwaarden zijn.

met minister Kamp van Economische Zaken. Er werd gesproken over een gezamenlijke aanpak

SPiCE3/ Responsible Care

om de chemische industrie door het zware weer

In december is de eerste gecombineerde SPiCE3/

te loodsen. Het overleg resulteerde in een aantal

Responsible Care bijeenkomst gehouden. Bij deze

gezamenlijke acties die gericht zijn op versterking

gelegenheid is de website van het platform gelan-

van de chemieclusters. De minister heeft in een

ceerd. Hierop kunnen bedrijven informatie vinden

Max van der Meer

Operations director Europe

Huntsman Polyurethanes “Ik vond het gesprek met minister Kamp zeer positief. De minister zat goed in het dossier en had goede intenties. Wat ik een beetje mis, is dat er nu wordt doorgepakt. De VNCI is er om een vinger aan de pols te houden.�

21 VNCI | Jaarverslag 2013

2 | Energie & klimaat


over best practices die zowel in Nederland als in

MEE & MJA3

andere lidstaten zijn ontwikkeld. De VNCI draagt

De resultaten van de convenanten Meerjaren­

aan het platform bij door onder meer de best prac-

afspraak Energie-efficiëntie ETS-ondernemingen

tices beschikbaar te stellen die in het kader van de

(MEE) en de Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie

recent vernieuwde Chemiewijzer (www.chemiewij-

(MJA3) over 2012 zijn begin november gepubli-

zer.nl) samen met Rijksdienst voor Ondernemend

ceerd met in de rapportage aan de Tweede Kamer

Nederland (RVO) ontwikkeld zijn.

een interview met de VNCI. De VNCI heeft namens haar leden deelgenomen aan diverse consultaties

Lees hier het artikel over de Spice3/Responsible

van de Europese Commissie waaronder het onder-

Care bijeenkomst in Chemie Magazine

zoek van de Europese Commissie over CCS en het groenboek 2030.

C-factor De VNCI heeft samen met VNO-NCW de Nederlandse overheid gevraagd om bezwaar te maken tegen de door de Europese Commissie ingestelde C-factor (Cross Sectoral Correction Factor) waardoor ETS-bedrijven gekort worden op hun CO2-rechten. De Nederlandse overheid heeft aangegeven begrip te hebben voor de argumenten vanuit de industrie, maar ziet geen juridische gronden om als lidstaat bezwaar te maken. Twintig Nederlandse bedrijven hebben nu bezwaar aangetekend (waarvan zeker tien chemiebedrijven) tegen het allocatiebesluit van Nederland. De VNCI heeft op verzoek van een aantal leden een attenderings- en afstemmingsrol vervuld naar de andere leden.

SER Energieakkoord

22 VNCI | Jaarverslag 2013

2 | Energie & klimaat


Onderwijs & Innovatie


Techniekpact 2020

Topsector Chemiebeurzen

In mei 2013 sloten onderwijsinstellingen, werk-

Tweeënveertig chemiestudenten (hbo en wo)

gevers, werknemers, topsectoren, studen-

ont­vingen van minister Jet Bussemaker van

ten, Rijksoverheid en regionale overheden het

Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, een zoge-

Techniekpact 2020. Hierin staan afspraken om het

noemde Topsector Chemiebeurs. De beurs is

aantal technici te vergroten en de aansluiting van

een initiatief van de Topsector Chemie in samen­

het onderwijs op de arbeidsmarkt te verbeteren.

werking met wo- en hbo-onderwijsinstellingen

In het kader van het Techniekpact neemt de VNCI

en chemiebedrijven. De deelnemende VNCI-leden

een aantal verplichtingen op zich: zo moeten in

financieren de beurs voor universitaire studen-

2016 het aantal Jet-Net-chemiebedrijven verdub-

ten. Deze beurs is bestemd voor toptalent uit het

beld zijn, moeten 150 Topsector Chemiebeurzen

vwo die een chemieopleiding aan een universiteit

worden verstrekt aan talentrijke bètastudenten en

in Nederland gaan volgen. Naast de beurs voor

moeten voldoende stageplaatsen voor studenten

universitaire chemieopleidingen biedt COAST

en docenten in de sector zijn gerealiseerd.

(Analytische Wetenschappen en Technologie) Topsector Chemiebeurzen aan voor de hbo-op-

Lees hier het artikel over Techniekpact in Chemie

leiding Analytische Chemie en voor de universi-

Magazine

taire Masteropleiding Analytische Chemie. Vanaf het eerste kwartaal 2014 biedt ISPT (Institute for Sustainable Process Technology) ook een Dieuwertje Modder

Topsector Chemiebeursstudent Scheikunde aan de UvA/VU]:

“De Topsector Chemiebeurs is een goed initiatief van de VNCI; het stimuleert leerlingen om voor scheikunde te kiezen. Ik heb op dit moment alleen nog maar theorie gehad in de vorm van colleges. Ik kijk er naar uit deze theorie toe te kunnen passen in de praktijk tijdens mijn stage bij een chemiebedrijf.”

24 VNCI | Jaarverslag 2013

Onderwijs

3 | Onderwijs & innovatie


Topsector Chemiebeurs aan voor de hbo-opleiding

tekorten en op het verbeteren van de duurzame

procestechnologie. De maandelijkse financiering

inzetbaarheid van vakmensen in de procesindus-

vindt plaats gedurende de bachelorfase van de

trie. Begin maart 2014 is het plan goedgekeurd

opleiding. Met de beurs wil de Topsector Chemie

door SZW en wordt het plan financieel onder-

veelbelovende scholieren uitdagen excellent te

steund door de overheid. De VNCI zal een actieve

presteren en te kiezen voor een opleiding schei-

rol spelen in de uitvoering van het plan.

kunde of scheikundige technologie. Dat is nodig om het tekort aan excellente afgestudeerde scheikundigen in Nederland te verminderen. Daarnaast wil de Topsector Chemie dat deze veelbelovende studenten de chemische industrie instromen. Voor de verschillende subsectoren en technologieĂŤn binnen de industrie is namelijk een breed palet van mensen nodig voor de ontwikkeling van de innovatieve industrie in Nederland. Lees hier het artikel over de Topsector Chemiebeurs in Chemie Magazine

Sectorplan voor werkgelegenheid in de procesindustrie Het Kenniscentrum PMLF (Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de sectoren Procestechniek, Operationele techniek, Media en Laboratoriumtechniek) en het opleidingsfonds OVP (Opleidingsfonds van en voor de procesindustrie) hebben namens de sociale partners een Sectorplan voor de procesindustrie ingediend bij het ministerie SZW. Dit plan is in het kader van het Sociaal Akkoord en heeft als doel om zoveel mogelijk mensen een eerlijke kans te geven op werk en economische zelfstandigheid. De negen maatregelen richten zich op de bestrijding van verwachte

Uitreiking TSC beurzen

25 VNCI | Jaarverslag 2013

3 | Onderwijs & innovatie


Biobased en chemiebedrijven

Green Deal en Ketenakkoord

Onderzoekbureau CE Delft (onderzoek en advies

In november werd in Amsterdam voor de vijf-

op het gebied van duurzame energie, transport en

de maal de Innovatie-estafette gehouden. “Een

grondstoffen) voerde in opdracht van de VNCI en

dag”, aldus de initiatiefnemers, ”om innovatief

RVO onder 50 bedrijven een quickscan uit naar het

Nederland te ervaren en om geestverwanten,

gebruik van biobased grondstoffen. Van de onder-

deskundigen en dwarsdenkers te ontmoeten, om u

zochte bedrijven bleek 76 procent betrokken bij de

te laten inspireren en om mee te bouwen aan een

productie van biobased chemicaliën en materialen

innoverend land.”

en/of bij onderzoek naar biobased producten en processen. De VNCI gebruikt de resultaten van dit

Tijdens de Innovatie-estafette kondigde minister

onderzoek om beter inzicht te krijgen in de benut-

Kamp van EZ de voortzetting aan van de Agro-

ting van biomassa in de chemische industrie en

Papier-Chemie Green Deal. In het platform Agro-

criteria te ontwikkelen voor de monitoring ervan.

Papier-Chemie werken de VNCI en de Stichting

Op basis hiervan kan de VNCI de voortgang meten

Dutch Biorefinery Cluster aan businesscases

op weg naar de realisatie van haar doelstelling om

voor biomassa-benutting in waardeketens zo-

in 2030 vijftien procent van de fossiele grondstoffen

als verf, kleding, bouw enz. Daarnaast onder-

vervangen te hebben door grondstoffen gebaseerd

tekenden de Topsector Chemie, de VNCI, de

op biomassa.

Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK) en PlasticsEurope er het Ketenakkoord Kunststof Kringloop, waarin zij namens ruim 60 bedrijven de intentie uitspreken om te voorkomen dat plastic zwerfvuil in het milieu terechtkomt en om plastic afval uit het milieu terug te halen. Tijdens de Innovatie-estafette kregen de ruim 5.000 bezoekers de innovatieve kracht van de chemische industrie voorgeschoteld. Lees hier het artikel over de Agro-Papier-Chemie Green Deal in Chemie Magazine

Opening nieuwe iLABS en COCI’s In het najaar opende boegbeeld Gerard van Harten Innovatie estafette met Henk Kamp

van de Topsector Chemie drie nieuwe Innovation

26 VNCI | Jaarverslag 2013

Innovatie

3 | Onderwijs & innovatie


Labs: in Amsterdam, Zwolle en Delft. Het iLAB in

Topsector Chemie, na consultatie met TKI’s

Zwolle is geopend in combinatie met een COCI-

(Topconsortia voor Kennis en Innovatie) en VNCI-

locatie in Emmen, het iLAB in Delft in combinatie

leden, een programma ingediend voor 2014.

met een COCI-locatie op het DSM-terrein in Delft

Daarin wordt de focus gelegd op vier van de top-10

Noord. iLABS en COCI’s zijn cruciale schakels in

doellanden: VS, Duitsland, België/Vlaanderen en

het innovatieproces. Een iLAB helpt startende on-

Brazilië. Voor dit laatste land richten we ons op

dernemers de startfase (de fase van ‘product risk’)

een inkomende missie, de anderen zijn onder-

met succes door te komen en een nieuw bedrijf te

deel van de strategische reisagenda 2014 van de

starten. COCI helpt startende ondernemingen door

overheid. Daarnaast zijn het Bio World Congress

de fase van innovatieversnelling naar de markt.

in Philadelphia (mei 2014) en de Brazilian Bio-

Bestaande chemiebedrijven, veelal VNCI-leden,

energy Science & Technology conference (oktober

steunen de jonge ondernemers in beide fasen door

2014) opgenomen in het programma Strategische

hen te begeleiden en hun kennis en expertise voor

Beurzen 2014.

hen ‘in te zetten’ in de markt. Kennisinstellingen verzorgen de verbinding met fundamenteel en toe-

De Commissie Corbey heeft met actieve deelname

gepast onderzoek. In Amsterdam staat het iLAB

van VNCI, DSM en Corbion een advies voor duur-

op het Science Park, zij werken samen met UvA en

zame biomassa in de chemie uitgebracht. Daarin

VU. In Delft is dit de TUD en in Zwolle/Emmen zijn

staan aanbevelingen voor een integraal overheids-

het de hogescholen Windesheim en Stenden.

beleid dat aanstuurt op CO2-uitstootreductie. Ook stelt de commissie voor om met de sector een

Lees hier het artikel over

duurzaamheidsregime af te spreken.

COCI’s/iLABS in Chemie Magazine

Internationale Agenda Topsector Chemie De VNCI heeft, als coördinator en uitvoerder van de Internationale Agenda van de

Annita Westenbroek directeur Dutch

Biorefinery Cluster: “De VNCI legt met veel enthou­siasme de verbinding tussen haar leden en onze achterban. Een essentiële

stap om nieuwe biobased ketens ook daadwerkelijk te realiseren.”

27 VNCI | Jaarverslag 2013

3 | Onderwijs & innovatie



Basisnet

Druppellekkage

De Tweede Kamer nam in 2012 de Wet Basisnet

Naast de Wet Basisnet speelde in 2013 het

aan. De VNCI is erg blij met deze wet. Het Basisnet

onderwerp ‘druppellekkage in het vervoer van

heeft twee doelen: gevaarlijke stoffen kunnen ver-

stoffen per spoor’ een belangrijke rol. De VNCI

voeren tussen de belangrijkste industriële plaat-

richt zich samen met vervoerder DB Schenker in

sen in Nederland en het buitenland, en risico’s

eerste instantie op verbetering van het bewustzijn

voor omwonenden langs de routes binnen wettelij-

bij bedrijven. Daartoe werd in 2013 onder meer

ke grenzen houden. Hoewel het politieke besluit-

een informatiebijeenkomst gehouden met alle

vormingstraject is doorlopen, moet nog het nodige

stakeholders. Ook wordt een handreiking op het

worden uitgewerkt. Zo moeten nog (toegezegde)

gebied van tekortkomingen bij spoorvervoer zoals

investeringen in veiligheid en in nieuwe infrastruc-

druppellekkages ge-update. Deze zal in 2014

tuur voor goederenvervoer worden gerealiseerd

onder verladers en vervoerders verspreid worden.

en moet de status van emplacementen, waar

De VNCI stuurde een brief aan de veiligheidsre-

goederentreinen rangeren en worden samenge-

gio’s, brandweer en VNCI- leden over het belang

steld, duidelijk worden. Ook de investeringen in

van goede risicocommunicatie op het gebied van

veiligheid door bedrijven, zoals het aanbrengen

vervoer van gevaarlijke stoffen en over de moge-

van crashbuffers, zijn nog niet te kwantificeren in

lijkheid om bij transportongevallen met chemische

meer vervoer zoals door het Basisnet is bepaald.

producten gespecialiseerde hulp in te roepen.

Kort voor de behandeling van het wetsvoorstel

Als laatste ging de brief over de maatregelen die

in de Eerste Kamer ontspoorde overigens in het

de chemische industrie neemt om ongevallen te

Belgische Wetteren een met chemicaliën geladen

voorkomen of om de gevolgen van ongevallen te

goederentrein. Dat incident voedde de twijfel of

beperken.

het Basisnet voldoende borging biedt voor het veilig vervoer van gevaarlijke stoffen. De VNCI heeft

Lees hier het artikel over druppellekkage in

zich met argumenten in de discussie gemengd en

Chemie Magazine.

gewezen op de positieve effecten van het Basisnet. In de zomer van 2013 ging ook de senaat akkoord

Arbeidsveiligheid

met het Basisnet.

De VNCI heeft via een aantal leden intensief meegewerkt aan de verbetering van de Richtlijn

Lees hier het artikel over Basisnet in Chemie

steigers. De vorige versie van de richtlijn was voor

Magazine.

een belangrijk deel gericht op de bouwsector en niet op groot onderhoud bij chemiebedrijven.

29 VNCI | Jaarverslag 2013

Veiligheid

4 | Veiligheid


Voor wat betreft Arbeidsveiligheid is de jaarlijk-

chemiebedrijf hetzelfde moet zijn. De VNCI is nauw

se VNCI-enquête voor de derde keer aangevuld

betrokken geweest bij de invulling van de opzet via

met inhoudelijke informatie van incidenten die bij

de herziening van de werkwijzer bedrijfsbrand-

leden hebben plaatsgevonden. De analyse van de

weer. Deze is in 2013 afgerond.

ongevallen is als benchmark naar bedrijfsgrootte teruggekoppeld naar de leden die daarmee een verbeterproces kunnen doorvoeren.

Veiligheid Voorop

LTI-incidenten

Expertmeeting veiligheid

De VNCI analyseert al een paar jaar de LTI-

Begin april werd een zogenoemde ‘Expertmeeting

incidenten (zie figuur 6 bij Feiten & Cijfers) en

veiligheid’ gehouden, waarbij vertegenwoordigers

deelt deze analyses met haar leden. Het doel

uit industrie, overheid en wetenschap met elkaar

hiervan is dat bedrijven van elkaar kunnen leren

in gesprek gingen over veiligheid. De vier pijlers

en de veiligheid nog verder kunnen verbeteren. Het

van Veiligheid Voorop zijn vervolgens in de loop

betrof meestal reguliere arbeidsongevallen die vrij

van het jaar verder uitgewerkt en worden verder

divers waren. Op het gebied van persoonsgebon-

geconcretiseerd in 2014. Veiligheid Voorop heeft

den oorzaken is een groot deel terug te voeren op

vier pijlers: ketenverantwoordelijkheid, leider-

verkeerd gebruik van arbeidsmiddelen. Ook het

schap, excellente veiligheidsbeheerssystemen en

ontwerp van arbeidsmiddelen was een frequent

regionale veiligheidsnetwerken. In verschillende

terugkerend probleem. Het rapport is gedeeld met

gremia zijn deze pijlers uitgediept, onder meer in

alle leden en is vooral te gebruiken als benchmark.

een expertmeeting, regionale veiligheidsnetwerken en tijdens de landelijke Veiligheidsdag BRZO-

Lees hier het artikel over LTI-incidenten in Chemie

bedrijven (Besluit Risico’s Zware Ongevallen).

Magazine.

Bedrijfsbrandweer

Veiligheidsdag BRZO-bedrijven De bij Veiligheid Voorop aangesloten brancheor-

Wat betreft het hebben van een bedrijfsbrandweer

ganisaties, waaronder de VNCI, organiseerden in

gaat het om de vraag of een bedrijf een bedrijfs-

2013 een Veiligheidsdag voor BRZO-bedrijven. Meer

brandweer moet hebben en welke opleiding deze

dan 200 deelnemers wisselden kennis en infor-

mensen zouden moeten volgen. De VNCI is van

matie uit over verschillende veiligheidsthema’s,

mening dat de invulling vooral geënt moet zijn op

zoals het versterken van de veiligheidscultuur, het

de risico’s zoals die bij het bedrijf kunnen optre-

onderzoeken en leren van incidenten en keten­

den en dat de opleiding niet algemeen voor ieder

verantwoordelijkheid.

30 VNCI | Jaarverslag 2013

4 | Veiligheid


(onder andere VNO-NCW, VNCI, VOTOB, VNPI en

Verantwoordelijkheid voor toezicht bij één ministerie

VHCP) heeft in december met staatssecretaris

De VNCI heeft wederom bij de overheid gepleit

Mansveld van I&M gesproken over de voortgang en

voor minder gefragmenteerd, proportioneel en

ambities van het programma Veiligheid Voorop.

deskundiger toezicht en handhaving, waarbij de

Begin december publiceerde Veiligheid Voorop haar

verantwoordelijkheid voor toezicht bij één

tweede tussenrapportage. Gesproken is over het

ministerie moet worden neergelegd. Reden hier-

gezamenlijk pro-actief optreden van overheid en

voor is onder meer de zorg die de VNCI heeft geuit

bedrijfsleven waar de veiligheid mee gediend is.

bij de overheid- en toezichtdiensten over onder

Een delegatie van de Veiligheid Voorop-partners

andere de kwaliteit van het toezicht. De VNCI heeft Begin december publiceerde Veiligheid Voorop

het verzoek geuit om actie te ondernemen ter

haar tweede tussenrapportage.

verbetering van de BRZO-inspecties.

Henk Bril

Senior Distribution Safety Expert Sabic:

“Alle politieke commotie en media aandacht rond druppellekkages doet onze bedrijfstak geen goed. Voorkomen aan de bron is in deze onze eerste prioriteit en die van de VNCI! Samen met VNCI staan wij voor ‘Veiligheid Voorop’.”

31 VNCI | Jaarverslag 2013

4 | Veiligheid


Richtlijn industriële emissies

niveau is een onderzoek gestart over de compati-

Vanaf januari vallen alle VNCI-leden onder het

biliteit van ladingen en afgastechnieken. De VNCI

Activiteitenbesluit, de algemene regels op milieu­

heeft samen met VNPI, VOTOB en het Rotterdams

gebied. Tijdens een door de VNCI begin 2013

Havenbedrijf in een onderzoek naar ontgassen

georganiseerde informatiemiddag over de Richtlijn

(CE Delft, ‘Update estimate emissions degassing

industriële emissies in het Activiteitenbesluit voor

inland tank vessels’/ ‘Ontgassen Tank lichters’),

IPPC-bedrijven (Integrated Pollution Prevention

de aard en hoeveelheid vastgesteld van stoffen die

and Control), hebben de leden inzicht gekregen in

worden ontgast. De VNCI heeft zowel via Cefic als

de voor hen van toepassing zijnde wijzigingen. Zo

met de branches VOTOB, VNPI en Deltalinqs inten-

kunnen stookinstallaties gesaldeerd worden en

sief overleg over oplossingen voor het voorkomen

vallen kleine procesfornuizen onder de vergunning

van ontgassen van tankschepen en op termijn het

en niet onder het besluit.

stoppen met ontgassen voor de stoffen die belastend zijn voor het milieu.

Ontgassen Zowel in Nederland als Europa staat het ontgassen

Andere kijk op afval

van binnenschepen op de agenda, met name in de

De VNCI rondde het rapport over ‘een andere

Nederlandse havens en dicht bewoonde gebieden.

kijk op afval’ bij de chemie af en zal van de

De VNCI is in de Europese stakeholdersgroep ver-

uitkomsten gebruikmaken in zowel het Europese

tegenwoordigd via twee lidbedrijven. Op Europees

als het Nederlandse overleg over regelgeving. Koen de Snoo

directeur Duurzaamheid en Circulaire Economie Ministerie Infrastructuur en Milieu:

“Om van lineaire naar een circulaire economie te gaan is inzet van bedrijven essentieel. De VNCI en haar achterban spelen hierin een belangrijke voortrekkersrol door actief mee te helpen aan het denken over circulaire economie, door mee te werken aan pilots met nieuwe business modellen zoals chemical leasing en door actief te participeren in keteninitiatieven.”

32 VNCI | Jaarverslag 2013

Milieu

5 | Milieu


Het rapport geeft aan dat bedrijven een belangrijke

De wet is desondanks aangenomen, met dien

rol kunnen spelen in recycling. Voorwaarde is wel,

verstande dat het ministerie van Financiën in de

zo komt in het rapport duidelijk naar voren, dat

eerste helft van 2014 onderzoek zal doen naar ef-

voor relevante stoffen snel een ‘einde afval criteri-

fecten, kosten en baten van de maatregel. De VNCI

um’ vastgesteld kan worden en dat administratieve

is via VEMW bij dit onderzoek betrokken.

lasten beperkt zijn. De resultaten van dit onderzoek worden meegenomen in het programma ’Van

Lees hier het artikel over Belasting op leidingwater

Afval naar grondstof’ dat de overheid eind 2013 is

in Chemie Magazine.

gestart. Eén onderdeel van dit programma is erop gericht de relevante wet- en regelgeving beter af

Biodiversiteit

te stemmen op de ontwikkeling van de circulaire

In mei heeft een brainstorm plaatsgevonden met

economie.

een aantal leden over biodiversiteit, de impact van de chemische industrie op biodiversiteit en de rol

Circulaire economie

en activiteiten van zowel de sector als de VNCI. In

De chemische industrie levert met minder dan

het najaar is de VNCI samen met IUCN gestart met

één procent een bescheiden bijdrage aan de

het uitwerken van een workshop. Deze workshop

totale hoeveelheid afval in Nederland. De sector

zal voor de zomer van 2014 plaatsvinden.

streeft naar zo min mogelijk afval door het op een efficiënte en duurzame manier inzetten van

Kunststofketenakkoord

grondstoffen. Het onlangs door MVO Nederland

De VNCI heeft met meer dan 50 partijen het

uitgebrachte rapport ‘Ondernemen in de circulaire

Kunststofketenakkoord getekend. Doel hiervan is

economie’ bevat een handreiking aan bedrijven die

het terugbrengen van plastic zwerfafval in de

‘circulair’ willen werken. De VNCI is partner van

oceaan via bestrijding van zwerfafval en het ver-

MVO Nederland en heeft een bijdrage geleverd aan

groten van de recycling van kunststof. Voorbeelden

het rapport.

van deze bestrijding zijn: meer duurzame producten op de markt (reduce, replace, redesign)

Belasting op leidingwater (BOL)

brengen, brede implementatie van duurzame

In het najaar zijn bedrijven uit de chemische indus-

keten-verdienmodellen (circulaire business

trie geconfronteerd met aanzienlijke kostenstijgin-

modellen), duurzamer gebruik (reduce, reuse)

gen in de nabije toekomst die het gevolg zullen zijn

van producten en materialen en meer en betere

van de verhoging van de belasting op leidingwater

recycling (renew, recycle: inzameling, sortering,

(BOL). De VNCI heeft hierover intensief contact

bewerking en hergebruik van materialen).

gehad met lidbedrijven, overheid en Kamerleden.

33 VNCI | Jaarverslag 2013

5 | Milieu



REACH en CLP

niveau is de VNCI nauw betrokken bij de inspan-

De Europese wet- en regelgeving voor stoffen

ningen om REACH te vereenvoudigen en heeft ze

(REACH (Registratie, Evaluatie, Autorisatie

deelgenomen aan een door de EC georganiseerde

en restrictie van Chemische stoffen) en CLP

brainstormsessie in december. De inzet van de

(Classification, Labelling and Packaging)) blijft

VNCI bij deze activiteiten is dat ze moeten leiden

een belangrijk speerpunt voor de VNCI en haar

tot vereenvoudiging van de uitvoering van REACH.

leden. Op 1 juni 2013 verliep de deadline voor

Belangrijke rol voor de vereenvoudiging van de uit-

de registratie van stoffen die worden vervaar-

voering is er bovendien voor de Directors’ Contact

digd en geïmporteerd in hoeveelheden van meer

Group, waarvan de VNCI deel uitmaakt.

dan 100 ton. Voor zover is na te gaan heeft deze problemen opgeleverd. Maar het onderhoud van

CLP: harmonisatie van verplichtingen om informatie te leveren aan vergiftigingencentra

dossiers blijkt veel tijd en energie te kosten, vooral

Dit jaar is ook de discussie over de harmonisatie

vanwege de kritische houding van het Europees

van de informatieverplichtingen voor Europese

Chemicaliënagentschap (ECHA) ten aanzien van de

vergiftigingencentra afgerond. Deze discussie was

kwaliteit ervan. Inmiddels worden de eerste erva-

het gevolg van een bepaling in artikel 45 van de

ringen opgedaan met de autorisatie.

CLP-verordening. De informatievereisten voor

deadline de VNCI-leden geen onoverkomelijke

leveranciers van mengsels worden in alle

REACH en mkb

EU-landen in overeenstemming gebracht.

Begin 2013 publiceerde de Europese Commissie

Enerzijds heeft dit voor bedrijven het voordeel dat

een tussentijdse evaluatie van de REACH-

in de toekomst in alle landen dezelfde informatie

verordening. Daaruit bleek dat REACH goed

moet worden geleverd. Anderzijds zullen in de

functioneert, maar dat het mkb en fabrikanten/

toekomst aanvullende eisen gaan gelden voor

importeurs van ‘kleine’ producten voor grote

verpakkingen van mengsels.

uitdagingen staan. In reactie op dit rapport is in die uitgevoerd naar de effecten van REACH op

Betere afstemming tussen REACH, CLP en arbo- en milieuregels

Nederlandse bedrijven. Deze studie bevestigde de

Ook dit jaar is intensief overleg geweest tussen

resultaten uit de studie van de EC. Naar aanleiding

onder andere de VNCI en de ministeries van I&M

van de uitkomsten kondigde de staatssecretaris

en SZW over betere afstemming van REACH en

van I&M een project aan, gericht op het zo mo-

CLP met de nationale milieu- en arboregelgeving.

opdracht van het ministerie van I&M een stu-

gelijk verminderen van de lasten. De VNCI is een van de trekkers van dit project. Ook op Europees

VNCI | Jaarverslag 2013

35

Stoffen


Zo zijn in het Nederlandse prioritaire stoffenbeleid,

Gezondheid

van belang voor de milieuvergunningverlening, de

Ook dit verslagjaar heeft de VNCI veel aandacht

criteria van de zogenoemde Zeer Zorgwekkende

besteed aan het beleid rond blootstelling aan

Stoffen in overeenstemming gebracht met die

gevaarlijke stoffen op de werkplek. De VNCI orga-

van REACH. Ook zijn afspraken gemaakt met het

niseerde in samenwerking met de Inspectie SZW

ministerie van SZW over de betere afstemming van

twee workshops waarin experts van de inspectie

het Nederlandse beleid ten aanzien van werken

en een aantal bedrijven best practices presen-

met kankerverwekkende stoffen met de Europese

teerden voor het beoordelen en beheersen van

CLP-verordening. In de tweede helft van het jaar

blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De workshop

is, mede op initiatief van de VNCI, zowel in de

is herhaald tijdens de traditionele Stoffen- en

SER als binnen Cefic een start gemaakt met de

Arbodag. Dat het beleid rond dit onderwerp meer

discussie over internationale harmonisatie van het

aandacht verdient bij bedrijven, bleek uit de

grenswaardenbeleid.

inspectie­resultaten over het jaar 2012. Diana Martens

Projectleider Inspectie SZW: “De afgelopen jaren heeft de inspectie SZW veel inspecties uitgevoerd voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De resultaten van de inspecties zijn (nog) niet goed, er kan nog veel verbeterd worden. We zien dat het onderwerp hoog op de agenda staat en bedrijven en branche aan de slag gaan. Zaak is nu om deze beweging gaande te houden en samen te zoeken naar pragmatische en praktische oplossingen. Hierover blijft de Inspectie SZW in contact met de VNCI. Er is een platform opgericht waarop wij regelmatig overleg hebben met de VNCI over vraagstukken en invulling van de regelgeving. Een prima initiatief.”

36 VNCI | Jaarverslag 2013

6 | Stoffen


Asbest

Nanodeeltjes

Na een enkele jaren in beslag nemende discussie,

Eind 2012 heeft de Europese Commissie haar

die soms moeizaam verliep, is het overleg over de

tweede evaluatie van regelgeving ten aanzien

invoering van grenswaarde van asbest afgerond.

van nanodeeltjes gepubliceerd. Mede hierdoor is

De VNCI was daarbij (in SER-verband) betrok-

de discussie over de vraag hoe met nanodeeltjes

ken vanwege de belangen die de industrie heeft

in REACH om te gaan, in een stroomversnelling

bij de problematiek rond werkzaamheden aan

gekomen. De VNCI is betrokken bij deze discus-

chemische installaties waarin asbest is verwerkt.

sies. Prioriteit echter legt ze bij de veilige uitvoe-

Afgesproken is dat de in 2011 vastgestelde grens-

ringspraktijk. Na de publicatie van de Handreiking

waarde per 1 juli 2014 zal worden ingevoerd, met

veilig werken met nanodeeltjes en het SER-advies

een uitzondering voor werkzaamheden in de hoog-

betreffende nanoreferentiewaarden overlegt een

ste risicoklasse. Overigens blijft de grenswaarde

aantal brancheorganisaties, waaronder de VNCI,

voor asbest op de agenda staan vanwege nog te

over de uitvoering van een pilot over registratie van

ontwikkelen werknormen.

nanodeeltjes. Tijdens de Stoffen- en arbodag 2013 is het door de industrie voorgestane voorzorgbeleid uitvoerig toegelicht.

37 VNCI | Jaarverslag 2013

6 | Stoffen



Responsible Care (RC) is een wereldwijd initiatief

we via het RC-rapport over de prestaties van de

van de chemische sector, gericht op het conti-

sector. Als ‘enabling’ bedrijfstak ziet de chemische

nu verbeteren van prestaties op het gebied van

industrie het als haar opdracht om niet alleen zo

veiligheid, gezondheid en milieu. Open en trans-

schoon en veilig mogelijk te werken, maar ook om

parant communiceren met stakeholders vormt

opties en oplossingen te creëren voor de transitie

een belangrijk onderdeel binnen het Responsible

naar een duurzamere samenleving. Ook binnen

Care-programma. Om het belang van RC voor de

het RC-programma wordt hier steeds concreter

Nederlandse chemische industrie te benadruk-

invulling aan gegeven. Dit komt ook terug in de

ken, hebben alle VNCI-leden zich gecommitteerd

slogan: Responsible Care – our commitment to

aan het RC-programma. Ieder jaar rapporteren

sustainability.

VNCI | Jaarverslag 2013

39

Responsible Care


Responsible Care Global Charter

wordt in 2014 voor de eerste keer een duurzaam-

Het RC-programma is in de tweede helft van

heidsrapport over de ontwikkelingen in de chemie

de jaren tachtig ontstaan in Canada. Inmiddels

uitgebracht. De chemische industrie schetst in

wordt het in zestig landen uitgevoerd, waaron-

het rapport de rol die zij voor zichzelf ziet bij de

der Nederland, waar het in 1992 is gestart. In

voor haar stakeholders belangrijke thema’s in de

2006 kwam de wereldwijde organisatie van de

verduurzaming van de samenleving. RC maakt

chemische industrie (International Council of

integraal deel van uit van het duurzaamheidsrap-

Chemical Associations (ICCA)) met een update: de

port. Lees hier meer over duurzaamheid.

Responsible Care Global Charter. Deze update is gericht op transparantie, meer interactie met

RC-prijs

de stakeholders, betere afstemming tussen de

De Responsible Care-prijs is dé prijs voor projec-

diverse landen en meer aandacht voor duurzaam

ten in de chemische industrie, die de prestaties

ondernemen. De VNCI helpt haar leden bij het

op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu,

invullen van de RC-doelen zoals aangegeven in de

duurzame ontwikkeling en ketenbeheer verder

Global Charter. Daarnaast werd verificatie geïntro-

verbeteren. Initiatiefnemer VNCI reikt de prijs jaar-

duceerd: de claims op het gebied van veiligheid,

lijks uit aan het meest inspirerende en aanspre-

gezondheid en milieu moeten worden geverifieerd.

kende project. Tijdens de VNCI-jaarvergadering

De VNCI laat daarom sinds 2009 het jaarlijkse

werd de RC-prijs 2013 uitgereikt aan OCI Nitrogen

Responsible Care-verslag formeel verifiëren door een onafhankelijke partij.

Responsible Care-rapport & duurzaamheidsrapport Grote maatschappelijke uitdagingen, zoals grondstoffenschaarste, toename van de wereldbevolking en de steeds grotere vraag naar energie zijn belangrijke onderwerpen in de samenleving. Ieder jaar rapporteert de VNCI via het RC-rapport over de prestaties van haar leden op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. Om het belang van duurzaam ondernemen verder invulling te geven,

40 VNCI | Jaarverslag 2013

7 | Responsible care


(COOL! Emissie naar nul, productie omhoog).

Small improvements, Great Effects

Andere genomineerden waren DOW (reductie van

Responsible Care en energie-efficiency waren de

Process Safety Incidenten) en DSM (arbeidsveilig-

hoofdonderwerpen van de Responsible Care en

heid en duurzame inzetbaarheid). Bekijk hier de

SPiCE3-conferentie ‘Small improvements, Great

filmpjes van de genomineerden van de RC-prijs

Effects’. De centrale thema’s waren de bijdrage

2013.

van de chemie aan een duurzame toekomst en de prestaties van de industrie op het gebied van vei-

Stakeholderdialoog

ligheid, gezondheid en milieu. Een aantal chemie-

In oktober hield de VNCI haar jaarlijkse stakehol-

bedrijven (Teijin Aramid, OCI Nitrogen, AkzoNobel,

derdialoog. Het thema van de bijeenkomst was

Solvay SA en GlaxoSmithKline Pharmaceuticals)

deze keer het duurzaamheidsrapport dat de VNCI

deelden hun ‘best practices’ op het gebied van

in 2014 gaat uitbrengen. Stakeholders spraken

onder meer recycling, duurzaam ondernemen

zich uit over de onderwerpen die zij willen terug-

en emissiereductie met de deelnemers. Tijdens

zien in het rapport. Belangrijke onderwerpen zijn

de bijeenkomst werd het online SPiCE3-platform

onder andere het sluiten van de materiaalketen

voor energie-efficiëntie in de chemische industrie

(circulaire economie), grondstofgebruik en keten-

gelanceerd. Via dit platform wil de VNCI haar

verantwoordelijkheid.

leden verder helpen op het gebied van energieefficiëntie. Michela van Kampen

Adviseur duurzaamheid, MVO Nederland:

“Een belangrijke boodschap uit de stake­holderdialoog was om samenhangend te communiceren over de nog liggende opgaven voor de chemische sector én de positieve bijdragen van de sector aan maatschappelijke vraagstukken. Het is mooi te zien dat de VNCI de handschoen heeft opgepakt via de publicatie van haar eerste integrale duurzaamheidsrapport.”

41 VNCI | Jaarverslag 2013

7 | Responsible care


Handelsmissie

gesproken over een gezamenlijke aanpak die de

Tijdens een gecombineerde handels- en

chemische industrie door het ‘zware weer’ zou

investerings­missie, waarbij de nadruk lag op de

moeten loodsen. Een belangrijk deel van de

energie- en chemiesector, bezochten premier

problemen werd veroorzaakt door de grote ver-

Mark Rutte en zijn Vlaamse collega Kris Peeters

schillen in energieprijzen tussen Europa en de VS.

het Amerikaanse Texas. De VNCI droeg bij aan de

Het gesprek resulteerde in een brief aan de Tweede

invulling van het ‘chemiegedeelte’ in het program-

Kamer waarin de minister het belang van de che-

ma. De gevolgen van het verschil in energiekosten

miesector voor de Nederlandse economie onder-

zijn overduidelijk in beeld gebracht.

streepte en gezamenlijke acties aankondigde.

Lees hier het artikel over de handelsmissie in

VNCI-jaardiner: concurrentiepositie van de Nederlandse chemische industrie

Chemie Magazine.

Met een sterke vertegenwoordiging vanuit de

Handelsakkoord

VNCI-leden, de ministeries van I&M en SZW en

In het televisieprogramma Nieuwsuur zei VNCI-

het parlement was het jaarlijkse VNCI-diner een

directeur Colette Alma uit te kijken naar een

succes. Thema van de avond was de concurren-

handelsakkoord tussen de EU en de VS (de TTIP,

tiepositie van de Nederlandse chemische indus-

Transatlantic Trade and Investment Partnership).

trie. Plenair en aan de verschillende tafels werd

Zo’n akkoord zou een einde moeten maken aan

levendig gediscussieerd over de uitdagingen en

invoerheffingen en moeten leiden tot gelijke stan-

de innovatieve oplossingen, over belemmeringen

daarden in regelgeving, zoals REACH en TSCA.

als regelgeving en over radicale transities in de chemie.

Rondetafelgesprek met minister Kamp In het najaar namen de VNCI en negen chemie-

Marktordening suiker

bedrijven deel aan een rondetafelgesprek met

Bij de herziening van het gemeenschappelijke

minister Kamp van Economische Zaken. Er werd

landbouwbeleid en de gemeenschappelijke

42 VNCI | Jaarverslag 2013

Dienstverlening & ondernemingsklimaat


43 VNCI | Jaarverslag 2013

8 | Dienstverlening & ondernemingsklimaat

marktordening van suiker heeft de VNCI met succes gepleit voor het in stand houden van een invoerrechtenvrij quotum.

Nieuwe bedrijvigheid Via de samenwerking met de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, entameert de VNCI nieuwe investeringen in de Nederlandse chemische industrie. Vaak resulterend in het versterken van de bestaande clusters. Ward Mosmuller

Director Corporate Public Affairs DSM: “DSM is gebaat bij duurzame grondstoffen tegen een gunstige prijs. Voor de fermentatieprocessen van DSM is suiker een belangrijke grondstof. De discussies over suikerprijzen in Europa zijn intensief en complex en kennen vele stakeholders en invalshoeken. Voor ons voegt het waarde toe als je in dergelijke gevallen als bedrijf wordt bijgestaan door een associatie zoals de VNCI die in de breedte en met kennis van zaken meedenkt, meepraat, informeert en acteert en op die manier de concurrentiekracht van DSM in Nederland en Europa verder versterkt.�


De VNCI probeert zowel in Nederland als in

grote stookinstallaties onder hoofdstuk 5 vallen

Europa de verplichtingen die voortkomen uit

en die van kleinere onder hoofdstuk 3. Daarnaast

nieuwe regels tot een minimum te beperken

gelden nu ook andere algemene regels voor

en ze voor de bedrijven werkbaar te houden.

IPPC-bedrijven. De VNCI organiseerde een voor-

Daarnaast maakt de VNCI zich sterk om belem-

lichtingsbijeenkomst om de nieuwe verplichtin-

merende of overlappende regels te veranderen.

gen te verhelderen.

Een voorbeeld hiervan is het onderzoek over de overlap van REACH met andere wetgeving, dat

Regeldruk verminderen

door de Europese commissie uitgevoerd wordt.

De VNCI was verheugd dat de chemie als doel-

Omdat veel regels van de Europese Unie komen is

groep werd aangewezen om de regeldruk

het samenspel met Cefic intensief.

merkbaar te verminderen. Aan de meest gevoelde, irriterende belemmeringen wordt in

Omgevingswet

deze maatwerkaanpak gericht gewerkt. Een van

Het plan om een Omgevingswet te maken met

de VNCI-leden deed mee aan een pilot om een

alle regels die het fysieke milieu betreffen kreeg

nieuwe methode te testen die regeldruk vanuit

in 2013 vorm door het verschijnen van een toets

de kostenkant bekijkt (de KAR-methode). Dit laat

versie. De VNCI volgt dit grootse project nauw-

zien dat een kleine verandering in regeldruk al

gezet. Zo werd naast commentaar van VNO-NCW

grote gevolgen kan hebben voor de innovatie-

een specifiek commentaar van de VNCI ingediend

kracht. De uitkomsten zijn achteraf getoetst in

dat zich richtte op het creëren van ruimte om de

een bijeenkomst met andere leden.

innovatie te bevorderen. Ook bij de gedachtenontwikkeling over specifieke onderwerpen is zij

Octrooirecht

betrokken, zoals het idee om meer over te laten

De VNCI mengde zich in 2013 in de discussie over

aan private borging en de discussie hierover.

de zogenoemde ‘uitgebreide veredelingsvrijstelling’ in het octrooirecht. Aanleiding was een door

IPPC-bedrijven en Activiteitenbesluit

kwekers aangezwengelde discussie dat zij geheel

Vanaf 1 januari 2013 vallen ook IPPC-

gratis gebruik willen maken van geoctrooieerde

bedrijven onder de algemene regels van het

planten die door de (chemische) industrie zijn

Activiteitenbesluit. Nieuw is dat emissies voor

ontwikkeld. Volgens de VNCI holt vrijstelling

44 VNCI | Jaarverslag 2013

Wet- en regelgeving

9 | Wet- en regelgeving


45 VNCI | Jaarverslag 2013

9 | Wet- en regelgeving

het octrooirecht uit, waardoor de animo om in Nederland of Europa nog te investeren in onderzoek en ontwikkeling afneemt.

Jan van den Broek

Senior Legal Counsel

VNO-NCW - MKB-Nederland: “De VNCI praktiseert de chemie van een effectieve lobby: staan voor wat je leden willen zonder uit het oog te verliezen wat de wetgever wil. Voor het oplossen van de problemen en probleempjes die nieuwe wetten altijd meebrengen wordt vaak gekeken naar de VNCI, omdat de wetgever weet dat er wordt geleverd.�


De focus van communicatie lag op het verlies aan

Europarlementariërs. In het bijzonder werd gespro-

concurrentiekracht van de chemische industrie, de

ken over onderwerpen als Basisnet, PUR, energie-

invloed van de opkomst van schaliegas in de VS en

zaken en veiligheid, in veel gevallen in voorbereiding

de moeilijkheden die chemiebedrijven als gevolg

op algemeen overleg in het parlement.

hiervan ondervinden. Deze boodschappen werden bij elke gelegenheid uitgedragen. Daarnaast heeft

Dag van de Chemie

de afdeling communicatie zich intensief bezigge-

In 2013 organiseerde de VNCI haar tweejaarlijkse

houden met de zichtbaarheid en positionering van

evenement de ‘Dag van de Chemie’. Ruim 25.000

de VNCI en er werd een strategie ontwikkeld om de

bezoekers trokken tijdens deze dag naar één of

VNCI in het maatschappelijk krachtenveld te po-

meer van de veertig organisaties die een kijkje

sitioneren om de belangen van de leden optimaal

achter de schermen organiseerden. De duizenden

te behartigen. Zichtbaarheid werd onder meer

bezoekers zagen met eigen ogen hoe bijvoorbeeld

verkregen door een actief mediabeleid. Een weer-

het remvermogen van banden verhoogd wordt of

slag daarvan was de ruime aanwezigheid in de

hoe glossy magazines zo glossy gemaakt worden.

media. Met diverse onderwerpen haalde de VNCI

Ook lieten chemiebedrijven zien hoe zij hun fabrie-

in 2013 het landelijk nieuws. Voorbeelden daarvan:

ken zo goed en veilig mogelijk laten opereren.

hoge energiekosten (FD, Telegraaf), economische situatie sector (FD, Telegraaf, Volkskrant, Parool, NRC, Trouw, BNR, RTL Z), Basisnet (NRC), veiligheid (Telegraaf, AD, BNR, NOS, Radio 1), overleg minister Kamp (Telegraaf, Nederlands Dagblad, RTL Nieuws) en personeelstekort (NRC, Trouw, Nederlands Dagblad, Elsevier). Daarnaast was de imagocampagne ‘Chemie is overal’ nog actief en werd de website ‘Chemie is overal’ vernieuwd. Ze fungeert sindsdien als portal naar vele sites van organisaties in de chemische sector.

Public Affairs Ook op het gebied van Public Affairs was de VNCI actief. Er is over diverse onderwerpen bij verschillende gelegenheden en in verschillende samenstellingen overleg gevoerd met Kamerleden en

46 VNCI | Jaarverslag 2013

Communicatie

10 | Communicatie


47 VNCI | Jaarverslag 2013

10 | Communicatie

Crisiscommunicatie

dat er in 2020 in de chemie en procesindustrie een

De VNCI startte in 2013 bij regionale veiligheids-

tekort is van bijna 30.000 werknemers.

netwerken een serie workshops over crisis­ communicatie. De eerste vond plaats bij Deltalinqs

Chemical Conference

University. De workshops zijn onderdeel van een

De impact van de schaliegasrevolutie in de VS

strategisch programma crisiscommunicatie dat

op de Nederlandse chemische industrie en de

verder bestaat uit een brochure op zakformaat,

toegevoegde waarde van chemiebedrijven bij pro-

een (te bouwen) online platform voor en individue-

ductinnovatie (advanced material systems) waren

le ondersteuning ván leden.

onderwerpen die aan bod kwamen tijdens de goed bezochte Chemical Conference 2013 van VNCI,

VNCI-jaarvergadering

Deloitte en TNO.

De 250 bezoekers aan de VNCI-jaarvergadering discussieerden mee over de positie van Europa

Chemie Magazine

als vestigingsplaats voor bedrijven en over de

Het maandblad van de VNCI werd ook in 2013

verwachte tekorten op de arbeidsmarkt. Uit een in

volop ingezet om de chemische industrie te onder­

opdracht van de VNCI uitgevoerd onderzoek bleek

steunen door innovatieve voorbeelden te laten


Groot tekort aan personeel verwacht

Negen duivelse dilemma’s voor Cas König

OCI Nitrogen bleef geloven in goede afloop

voor internationalisering. Het MKB kreeg meer aandacht via een serie portretten van VNCI-leden. Uitgebreide interviews waren er met VNO-NCWvoorzitter Bernard Wientjes, commissaris van de

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 06 • 19 juni 2013

koningin in Zeeland Karla Peijs, veiligheidsexpert Ben Ale, VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann, president-directeur van Shell Nederland Dick Benschop, SER-voorzitter Wiebe Draijer, dwarsdenker Jan Rotmans en VNCI-directeur Colette Alma. In de december­editie verscheen de speciale

OP=OP

WESTEN VERLIEST MACHT OP GRONDSTOFFENMARKT

bijlage CAS, over de Plantmanager of the Year, Cas König van ESD-SIC in Delfzijl. In de nieuw geïntroduceerde rubriek VNCI Nieuws presenteerde de VNCI maandelijks haar wapenfeiten: de behaalde successen op het gebied van Public Affairs en de media-aandacht voor de chemische industrie die de VNCI had geïnitieerd. Het besluit in 2012 om de visie van de VNCI nog beter onder de aandacht van de stakeholders te brengen door de drempel van het betaald abonnement af te schaffen, heeft ook in 2013 geresulteerd in een gestage stijging van het aantal lezers, die ook meer gebruik gingen

zien en belangrijke issues aan de orde te stellen.

maken van de tablet-versie van het magazine.

Chemie Magazine hield de vinger aan de pols van de effecten van de schaliegasrevolutie in de VS en

Lees hier Chemie Magazine

de nadelige gevolgen voor de concurrentiepositie van de Nederlandse en Europese chemische

Online communicatie

industrie, de grondstoffen schaarste, het handha-

Het bereik van de online communicatiemiddelen

vingsbeleid van de overheid, het verwachte tekort

van de VNCI was in 2013 uitstekend. Per maand

aan chemici en de noodzaak tot verduurzaming.

werd de website www.VNCI.nl gemiddeld 11.000

Er kwam meer aandacht voor Europa, onder meer

keer bezocht. Eind 2013 was het aantal Twitter-

door interviews met Europarlementariërs, en

volgers gestegen tot ruim 2.700, een stijging van

48 VNCI | Jaarverslag 2013

10 | Communicatie


35 procent ten opzichte van een jaar eerder. De VNCI-LinkedIn-groep telde eind 2013 3.000 deelnemers, een stijging van twintig procent. Vooral het vacaturedeel van de LinkedIn-groep scoorde hoog. De Chemie Nieuwsbrief had eind 2013 ruim 4.400 ontvangers. De nieuwsbrief wordt goed gelezen: de opening- en doorclickratio zijn uitstekend. Voorts is in het verslagjaar hard gewerkt aan de realisatie van verschillende online platforms, zoals de vernieuwde VNCI-website (met daarin ge誰ntegreerd het Ledennet) en de website www.periodieksysteem.com. Lees hier de laatste nieuwsbrieven.

49 VNCI | Jaarverslag 2013

10 | Communicatie


Stichting C3 brengt chemie tot leven en geeft

ouders deel aan dit evenement. Uit de evaluatie

jongeren de kans hun talenten in de chemie te

bleek dat 89% van de scholieren en 93% van de ou-

ontdekken. Met Stichting C3 ervaart iedereen wat

ders na deze dag een beter beeld van het werken

chemie is, wat je er mee kunt en hoe chemie bij

in een laboratorium hebben gekregen.

het leven hoort. Samen met Stichting C3 ontwikkelden we nieuwe materialen en activiteiten om

Volwassenen als ambassadeur

de beeldvorming onder jongeren over chemie,

Volwassenen, zoals professionals in het onderwijs,

de chemische industrie en de beroepen hierin te

medewerkers van chemische bedrijven en ouders

verbeteren.

zijn voor C3 belangrijke ambassadeurs om chemie onder jongeren te promoten. Daarom ontwikkelt

Jongeren enthousiast voor chemie

Stichting C3 activiteiten en materialen om volwas-

Ruim 16.000 basisschoolkinderen maakten in

senen te ondersteunen, bijvoorbeeld bij het geven

kinderlabs spelenderwijs kennis met chemie.

van een (gast)les of organiseren van een activiteit

De 60.000 verspreide proevenwaaiers stimuleer-

voor jongeren.

den vele kinderen om thuis verder de chemie te ontdekken en te exploreren. Scouting Magazine,

Er werden 180 lespakketten chemie ‘Een gesmeer-

Tsjakka en JCWeetje plaatsen proeven in hun ma-

de les’ onder basisscholen verspreid. Deze kwa-

gazine met een bereik van 972.800 kinderen.

men tot stand in samenwerking met ExxonMobil.

Bijna 5.000 vmbo-scholieren bezochten bedrijven

Docenten in het voortgezet onderwijs ontvingen

tijdens de Week van de Procestechniek en

enthousiast het nieuwe lesmateriaal ‘Future4U

de PROEF! campagne ‘Een gezonde wereld’

– Ontdek de bètawerelden!’, bestaande uit een

trok 63.033 bezoekers naar de website

educatief bordspel en zeven experimentlessen.

www.proef.info. Nieuw in 2013 was de interactieve

Honderden leerkrachten en docenten staken hun

roadshow Chocolate Challenge voor vmbo-leer-

handen uit de mouwen tijdens C3-workshops die

lingen, een gezamenlijk project met Shell. Binnen

ze gemiddeld met een 8 beoordeelden.

no time hadden 62 scholen zich aangemeld. Ook de Lab Experience Days waar scholieren met hun

Samenwerking

ouders op bezoek gingen bij een labbedrijf viel in

Stichting C3 doet dit alles niet alleen. In de

goede aarde. In totaal namen 559 scholieren en

projecten wordt intensief samengewerkt met het

VNCI | Jaarverslag 2013

50

Stichting C3 in 2013


onderwijs, bedrijfsleven en brancheorganisaties.

initiatieven en maakte C3 deel uit van alle rele-

Zo steunen bedrijven uit de chemische sector de

vante netwerken op het gebied van scheikunde­

projecten financieel, organiseren zij activiteiten

onderwijs en de promotie van de chemiesector,

waar C3 bij ondersteunt of maken zij gebruik van

zoals Jet-Net, Techniektalent.nu, Techniekpact,

haar kennis en expertise voor een jongerenactivi-

PPN-netwerk en het Sectorplan Natuur- en

teit op maat.

Scheikunde.

De vaste partnerorganisaties VNCI, KNCV, OVP,

Ga naar de site van C3.

Stichting DAS en NWO-CW/ACTS bieden zowel inhoudelijke als financiële ondersteuning. Ook onderhield C3 in 2013 contacten met veel regionale

Marijn Meijer

Directeur Stichting C3: “Beleven en zelf je talenten ontdekken is de basis van alle materialen en activiteiten die Stichting C3 ontwikkelt. Ervaringen vormen namelijk de basis van ieders beeldvorming. Het afgelopen jaar hebben vele kinderen en volwassen de chemie en de chemische industrie op verschillende momenten kunnen beleven. De samenwerking met de VNCI en haar achterban was hierin zeer waardevol. Samen is het weer gelukt de chemische industrie op een aansprekende manier de klas in te krijgen.”

51 VNCI | Jaarverslag 2013

11 | Stichting C3 in 2013


Het algemeen bestuur bestond in 2013 uit 23 personen. De leden Dutrée, Lommerts en Pfeifer werden herkozen. De heer Gerard van Harten nam afscheid als vicevoorzitter en werd vervangen door

Algemeen Bestuur De heer W. Fuhrmann (voorzitter) Akzo Nobel N.V.

de heer Atzo Nicolaï. Er is afscheid genomen van de heer Gerardu, Demann, Olijve en van Damme. Naast de heer Nicolaï als vicevoorzitter voor het

De heer mr. drs. A. Nicolaï (vicevoorzitter) Koninklijke DSM

dagelijks en algemeen bestuur is de heer Huisman gekozen als lid van zowel het dagelijks als het algemeen Bestuur. Niew gekozen leden in het algemeen bestuur zijn de heer Gaanderse, Boon

De heer drs. W. Augustinus

Verbond van Handelaren in Chemische Produkten (VHCP)

en Langeveld.

Dagelijks Bestuur

(Samenstelling per 31 december 2013) De heer W. Fuhrmann Akzo Nobel N.V.

De heer mr. drs. A. Nicolaï DSM Nederland

De heer drs. D.A. Benschop

De heer drs. D.A. Benschop Shell Nederland B.V.

De heer H. de Boon

LyondellBasell Industries Holdings B.V. De heer D. Camelot Corbion

Shell Nederland B.V.

De heer dr. M.A. Dutrée

SABIC

Geneesmiddelen Nederland

De heer ir. H.G.M. Egberink De heer ir. P.L.A. Hamm Bio MCN B.V.

De heer W. Huisman Dow Benelux B.V.

De heer dr. ir. B.J. Lommerts Latexfalt B.V.

Nefarma Vereniging Innovatieve

De heer S. Gaanderse

ExxonMobil Chemical Holland B.V. De heer ir. H.G.M. Egberink SABIC

De heer ir. P.L.A. Hamm Bio MCN B.V.

VNCI | Jaarverslag 2013

52

VNCI-bestuur


De heer W. Huisman Dow Benelux B.V.

De heer F.J.C.M. Kempenaars Styron Netherlands B.V. De heer dr. R.S. Koene RĂœTGERS Resins BV

De heer mr. P.B.J. Ottenbros

Vereniging van Fabrikanten van IndustriĂŤle Gassen (VFIG)

De heer C.P. Langeveld

Vereniging van Kunstmest Producenten (VKP)

De heer dr. ir. B.J. Lommerts Latexfalt B.V.

De heer G.A.D. van der Lubbe BASF Nederland B.V.

De heer J.H.M. van Noorden Vereniging van Geur- en

Smaakstoffenfabrikanten (NEA) De heer drs. C. van Oostenrijk

Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK)

De heer W.A. Pfeifer

Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten (NVZ))

De heer H.G.J. Regeer

Shell Nederland Chemie B.V. De heer A. Wagenmans Eastman Chemical B.V.

Mevrouw drs. M.L. van Wijhe Vereniging van Verf- en

Drukinktfabrikanten (VVVF) Mevrouw dr. ir. N.C.M. Alma-Zeestraten MBA (secretaris)

Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI)

53 VNCI | Jaarverslag 2013

VNCI-bestuur


Directie

Communicatie

dr. ir. Colette Alma-Zeestraten MBA

drs. Irene van Luijken

algemeen directeur

manager Communicatie en Public Affairs drs. Fien Bosman-van Gelder

Juridische Zaken

communicatieadviseur

mr. Jos Roosen

Henk Engelenburg Public Affairs adviseur

Beleid

Linda Gerrits

drs. Peter Bareman

communicatiemedewerker digitale media

speerpuntmanager Veiligheid,

Jos de Gruiter

Gezondheid & Milieu

redacteur

drs. Rein Coster

drs. Ingeborg van Honschooten

speerpuntmanager Dienstverlening &

communicatieadviseur

Ondernemingsklimaat

Igor Znidarsic

ir. Nelo Emerencia

hoofdredacteur

speerpuntmanager Onderwijs & Innovatie

ir. Reinier Gerrits

Secretariaat

speerpuntmanager Energie & Klimaat

Amber Cornelissen

ing. Macco Korteweg Maris

office manager

beleidsmedewerker Veiligheid en Gezondheid

Natasja Dijkhuizen

ir. Leantine Mulder-Boeve

secretaresse

beleidsmedewerker Milieu

Margaret van Polanen Petel

drs. Geoffrey Schouten

secretaresse

beleidsmedewerker Responsible Care &

Afra Schoen

Duurzaamheid

secretaresse

drs. Dirk van Well

Yvette van Steen

beleidsmedewerker Stoffenbeleid &

secretaresse

ArbeidshygiĂŤne

Anouk Wensveen

secretaresse Sylvia Wubben directiesecretaresse

VNCI | Jaarverslag 2013

54

VNCI-bureau


Administratie en Beheer Pieter Heemskerk AA controller en hoofd administratie Bibi van Duinen systeembeheer Anja Franchimon medewerker relatiebeheer Zeno Kong service desk medewerker Claudia Smit-Raaphorst hoofd beheer Jimmy Telwin boekhouder Klik hier voor ledenlijst VNCI

55 VNCI | Jaarverslag 2013

VNCI-bureau



De conceptbegroting voor het jaar 2013 werd vastgesteld door het bestuur in november 2011 en aangenomen op de algemene ledenvergadering van 20 juni 2012. Aan de hand van de verwachtingen over het jaar 2012 heeft het bestuur in november 2012 de definitieve begroting vastgesteld, die op de algemene ledenvergadering van 30 mei

• Ten bedrage van € 63.718 ten gunste van de algemene reserve. • Ten bedrage van € 77.424 ten laste van de bestemmingsreserve Imagotraject.

Toelichting op de balans

VNCI 2013 is gecontroleerd door Ernst & Young

Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Accountants. De jaarcijfers opgenomen in het

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming

jaarverslag van de vereniging vormen een verkorte

met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640

versie van het financiële jaarverslag. Het complete

‘Organisaties zonder winststreven.’

2013 werd goedgekeurd. Het financiële jaarverslag

financiële jaarverslag VNCI 2013 ligt voor de leden ter inzage op het secretariaat.

De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde minus lineaire afschrijvingen.

Resultaat

De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn

De rekening van baten en lasten over het jaar 2013

afhankelijk van de te verwachten economische

sluit met een tekort van € 13.706. Ten opzichte van

levensduur.

het begrote overschot van € 5.000 betekent dit een verslechtering met € 18.706.

De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale

De totale baten kwamen uit op € 5.616.483.

waarde, onder aftrek van een noodzakelijk geachte

Begroot was een bedrag van € 5.461.000. Een

voorziening voor oninbaarheid.

hogere opbrengst derhalve van € 155.483. De totale kosten kwamen uit op € 5.630.189.

De effecten betreffen obligaties welke tegen

Begroot was een bedrag van € 5.456.000, zodat

nominale waarde zijn gewaardeerd: verschillen

de lasten € 174.189 hoger zijn uitgekomen dan

in aan- en verkoop worden direct verwerkt in de

begroot.

resultatenrekening. De intentie is de obligaties tot einde looptijd aan te houden.

Algemene reserve Voorgesteld wordt het negatieve resultaat ad

De overige posten zijn gewaardeerd tegen nomina-

€ 13.706 over het boekjaar 2013, als volgt te

le waarde.

bestemmen:

VNCI | Jaarverslag 2013

57

Financiën


De baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar

De pensioenlasten hebben betrekking op gedu-

waarop zij betrekking hebben.

rende het jaar gefactureerde premies en koopsommen. Indien op balansdatum een juridische of

De huurlasten bedragen per ingangsdatum van het

feitelijke verplichting bestaat, wordt hiervoor ten

contract, zijnde 1 juli 2007, € 28.707 per maand.

laste van het resultaat een voorziening gevormd.

De huurovereenkomst wordt voorafgegaan door een huurvrije periode van effectief 8 maanden. De

Verbonden partijen

huurvrije periode wordt verdeeld over de looptijd

De stichting Synchem Plus kent een gelijke

van het contract inclusief de effectieve huurvrije

bestuur, waardoor conform RJ 640 deze stichting

periode en verlaagt de maandelijkse huurtermijn

dient te worden geconsolideerd. Vanwege de be-

met € 1.794.

perkte omvang van deze stichting in relatie tot de VNCI is ertoe besloten deze stichting echter niet te consolideren in de jaarrekening van de VNCI.

58 VNCI | Jaarverslag 2013

Financiën


Balans per 31 december 2013 (na voorstel resultaatbestemming)

Activa 2013

2012

139.240

178.026

Vaste activa Materiële vaste activa

Vlottende activa Vorderingen Effecten Liquide middelen

1.100.570

425.499

250.000

750.000

2.233.781

2.385.621 3.584.351

3.561.120

3.723.591

3.739.146

2013

2012

Passiva/ Liabilities

Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Imagotraject

2.711.693

2.647.975

54.585

132.009 2.766.278

2.779.984

957.313

959.162

3.723.591

3.739.146

Kortlopende schulden en Overlopende passiva

59 VNCI | Jaarverslag 2013

Financiën


Staat van baten en lasten over het jaar 2013 Begroting 2013 €

Realisatie 2013 €

2012

4.854.000

5.030.407

4.912.497

76.000

51.035

75.138

531.000

535.041

593.728

5.461.000

5.616.483

5.581.363

3.528.000

3.550.798

3.485.881

251.000

257.019

234.123

Catering

31.000

24.843

27.507

Inventariskosten

41.000

41.459

37.991

Afschrijvingskosten

65.000

58.941

67.684

Kantoorkosten

87.000

74.796

83.109

Reis- en vergaderkosten

133.000

118.717

130.738

Bijdrage Stichting C3

155.000

155.000

155.000

Voorlichtingskosten

211.000

331.298

161.254

Adviseurs

42.000

32.937

36.426

Algemene kosten

77.000

103.106

73.381

150.000

202.255

107.379

Baten Contributies Rente Overige baten Lasten Personeelskosten Huisvestingskosten

Speerpuntenbeleid Contributies en bijdragen

685.000

679.020

680.263

5.456.000

5.630.189

5.280.736

5.000

-/- 13.706

300.627

Toevoeging reserve Imagotraject

0

0

50.000

Onttrekking reserve Imagotraject

0

-77.424

-57.727

5.000

63.718

308.354

5.000

-/- 13.706

300.627

Resultaat Voorstel bestemming resultaat

Toevoeging algemene reserve

60 VNCI | Jaarverslag 2013

Financiën


van de onafhankelijke accountant Aan: Het bestuur van de Vereniging van de

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Nederlandse Chemische Industrie te Den Haag

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaar-

Bijgesloten, op pagina 57 t/m 60 van het jaar-

rekening in overeenstemming met de grondslagen

verslag weergegeven, samengevatte jaarreke-

zoals beschreven in de toelichting van de samen-

ning, bestaande uit de samengevatte balans per

gevatte jaarrekening.

31 december 2013 en de samengevatte staat van baten en lasten met bijbehorende toelichtingen,

Verantwoordelijkheid van de accountant

zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een

van Vereniging van de Nederlandse Chemische

oordeel over de samengevatte jaarrekening op

Industrie per 31 december 2013. Wij hebben een

basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in

goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarreke-

overeenstemming met Nederlands Recht, waar­

ning in onze controleverklaring van 9 april 2014.

onder de Nederlandse Standaard 810, ‘Opdrachten

Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting

om te rapporteren betreffende samengevatte

daarvan, bevatten geen weergave van gebeurte-

financiële overzichten’.

nissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 9 april 2014.

Oordeel Naar ons oordeel is de in het jaarverslag op pagina

De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toe-

57 t/m 60 weergegeven samengevatte jaarreke-

lichtingen die zijn vereist op basis van de Richtlijn

ning in alle van materieel belang zijnde aspecten

voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder

consistent met de gecontroleerde jaarrekening

winststreven’. Het kennisnemen van de samen­

van Vereniging van de Nederlandse Chemische

gevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats

Industrie per 2013 en in overeenstemming de

treden van het kennisnemen van de gecontroleerde

grondslagen zoals beschreven in de toelichting

jaarrekening van Vereniging van de Nederlandse

van de samengevatte jaarrekening.

Chemische Industrie. Den Haag, 19 juni 2014 Ernst & Young Accountants LLP

w.g. E.A.D. Buitelaar RA

61 VNCI | Jaarverslag 2013

Controleverklaring


Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) Postbus 443 2260 AK Leidschendam Telefoon: +31 (0)70 337 87 87 E-mail: info@vnci.nl www.vnci.nl juni 2014 Begeleiding en coördinatie: Fien Bosman Vormgeving: Delta3 Teksten: VNCI, Jos de Gruiter Eindredactie: VNCI Foto’s: VNCI, Delta3, Shutterstock Hoewel bij deze publicatie uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid, noch voor schade, van welke aard ook, die het directe of indirecte gevolg is van handelingen en/of beslissingen die (mede) gebaseerd zijn op de informatie uit deze uitgave. © Copyright 2014, VNCI, Leidschendam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens- bestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever: VNCI, Postbus 443, 2260 AK Leidschendam.

Het online jaarverslag met meer informatie, het bestuur, het bureau, de ledenlijst en financiën vindt u op www.vnci.nl.

62 VNCI | Jaarverslag 2013

Colofon


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.