Voka groeipapers - Ondernemingen stutten de welvaartsstaat

Page 1

de GROEIPAPERS

Een maandelijkse uitgave van Voka vzw Koningsstraat 154-158, 1000 Brussel tel.: 02 229 81 11 fax: 02 229 81 00 info@voka.be, www.voka.be

DE FEITEN ACHTER DE STELLING

Ondernemingen stutten de welvaartsstaat De essentie Ondernemingen vormen veruit de belangrijkste bron van onze welvaartsgroei. Volgens de nationale rekeningen genereren ze ongeveer twee derde van de totale toegevoegde waarde. Zonder bloeiende ondernemingen dus geen bloeiende economie. Die welvaartsmotor pruttelt echter. Tussen 2010 en 2014 daalde de jaarlijkse groei van de toegevoegde waarde bij niet-financiële ondernemingen stelselmatig. Zoals in Frankrijk ligt het aandeel ervan in het bbp nog steeds lager dan voor de Grote Recessie van 2008.

Karl Collaerts Senior adviseur fiscaliteit en begroting karl.collaerts@voka.be

Maar waarom is dat abstracte concept “toegevoegde waarde” van belang? Niet als doel op zich. Wel omdat die toegevoegde waarde inkomen genereert voor al wie bijdraagt aan de totstandkoming ervan: de ondernemers, de medewerkers en de financiers van de onderneming. Zonder creatie van toegevoegde waarde is er geen inkomen. Het aandeel van de lonen die de werknemers ontvangen, ligt ongeveer drie maal hoger dan dat van de vergoeding van de financiers (aandeelhouders en schuldeisers). De jongste jaren is dat loonaandeel nog gestegen. De toegevoegde waarde zorgt bovendien voor duurzame inkomsten om de werking van de overheid te financieren. De ondernemingen in dit land staan gemiddeld 42 procent van hun netto toegevoegde waarde af aan de overheid. Daarmee is de overheid veruit de belangrijkste begunstigde van de waardecreatie door ondernemingen. Naar lonen gaat netto (na belastingen en bijdragen) 38 procent van de toegevoegde waarde, naar de financiers gaat 20 procent.

Niet-financiële ondernemingen droegen in 2014 ongeveer 72 miljard af aan de overheid. Dat is goed voor ongeveer 39 procent van de totale (para)fiscale ontvangsten. Die bijdrage groeide tussen 2010 en 2014 gemiddeld sneller dan de toegevoegde waarde van de ondernemingen zelf. De ondernemingen hebben de voorbije jaren dus een toenemend deel van hun toegevoegde waarde afgestaan aan de overheid. Tussen 2008 en 2014 stegen ook de loonkosten sneller dan de toegevoegde waarde. De sterke stijging van de uurloonkosten, onder andere door de toepassing van de loonindexering, vormt hiervoor een belangrijke verklaring. De winstgevendheid van ondernemingen lag in 2014 nog altijd beneden het niveau van voor de crisis van 2008 en is ook lager dan haar historisch gemiddelde. De dalende rendabiliteit ging gepaard met een daling van de investeringsgraad in materiële vaste activa: die daalde van ongeveer 24 procent in 2008 tot amper 17 procent in 2014. Ondanks de lastenverlagingen van de voorbije jaren, blijven de werkgeversbijdragen de grootste afdracht van ondernemingen aan de overheid.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.