de GROEIPAPERS
Een maandelijkse uitgave van Voka vzw Verschijnt niet in juli en augustus Jaargang 1 - oktober 2016 Koningsstraat 154-158, 1000 Brussel tel.: 02 229 81 11 fax: 02 229 81 00 info@voka.be, www.voka.be Afgiftekantoor: 8400 Oostende Erkenningsnummer: P912687
DE FEITEN ACHTER DE STELLING
Sociaal overleg 2025: Nieuwe wegen voor een noodzakelijke update De essentie Elk sociaal overleg verdient zijn geloofwaardigheid of legitimiteit door de resultaten dat het boekt. Verdient het Belgisch sociaal overleg zijn sporen? Jammer genoeg is er een probleem met de output. Telkens moet de regering tussenkomen om de loonkostenhandicap te corrigeren. Niet de sociale partners, maar de regering innoveert in het arbeidsrecht, for better or for worse. De paritaire comités beperken zich tot het uitvoeren van de interprofessionele kaders. De ondernemingen hebben weinig ruimte voor maatwerk. Het sociaal overleg kan dus beter. Het sociaal overleg moet zich herbronnen om in onze nieuwe maatschappij opnieuw beter zijn doelstellingen te kunnen realiseren, met name:
“Het sociaal overleg moet bijdragen tot groei, vooraleer we spreken over sociale bescherming en verdeling van rijkdom.”
1. evenwichtige machtsverhoudingen en sociale vrede; 2. een evenwichtige verhouding tussen concur rentiekracht, koopkracht en hoge werkzaam heid; 3. een evenwichtige verhouding werkbaarheid – wendbaarheid; 4. een evenwicht tussen sociale bescherming of sociale rechtvaardigheid en financiering; 5. versterking van werknemersinspraak in alle vormen; 6. efficiëntie of lage transactiekosten. Samengevat: het sociaal overleg moet bijdragen tot groei (de taart vergroten), vooraleer we spreken over sociale bescherming en verdeling van rijkdom (de taart verdelen). Het moet daarom eerst gericht zijn op gemeenschappelijke doelstellingen, niet op machtsverhoudingen.
Daarvoor zijn structurele hervormingen nodig op alle niveaus van het sociaal overleg. Daarom pleit Voka voor: 1. de aanmoediging van directe inspraak op de werkvloer; 2. de aanmoediging van meer informatie over de toekomst van de onderneming en van de medewerkers aan alle medewerkers; 3. mogelijkheden voor ondernemingen om buiten het toepassingsgebied van de paritaire comités te werken, zoals bijvoorbeeld bij onderhandelingen voor een cluster van ondernemingen die in een netwerk verbonden zijn; 4. de fusie van de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk in de middelgrote ondernemingen; 5. een gezamenlijke kandidatenlijst voor arbei ders en bedienden; 6. de invoering van een volwaardige rechts persoonlijkheid voor vakbonden; 7. de responsabilisering van het interprofes sioneel overleg door bepaalde taken van de sociale zekerheid onder te brengen in een apart ‘Fonds voor Aanvullende Zekerheden’; 8. de hervorming van de bescherming van de werknemersvertegenwoordigers om discrimi natie tussen gewone werknemers en werknemersvertegenwoordigers op te heffen; 9. een stakingswet die rechtszekerheid biedt en de virtuele staking wettelijk regelt. Samengevat: we moeten komen tot een sociaal overleg dat geschoeid is op maat van de industrie 4.0. Het sociaal overleg van vandaag is nog te veel gebaseerd op industrie 1.0.