OPGEPAST
OF UW BOMEN WORDEN EEN BOS Bedrijven onzeker door bosonderzoek
Een maandelijkse uitgave van Voka vzw | Verschijnt niet in juli en augustus | Jaargang 1 - juni 2017 Koningsstraat 154-158, 1000 Brussel P912687
JUNI 2017
STEMACADEMIE
MAAKT JONGEREN WARM VOOR WETENSCHAP Voka zet schouders onder STEM-initiatieven
WERKLOOS IN EEN KRAPPE ARBEIDSMARKT
ACTIVEREN WE GENOEG?
Open Ondernemen
Zuurstof voor morgen Open Ondernemen, de juiste keuze voor morgen Met tal van gerenommeerde sprekers onderzoeken we hoe onder nemingen een antwoord kunnen bieden op de grote technologische, demografische en ecologische uitdagingen die op ons afkomen. Open Ondernemen is de juiste economische en maatschappelijke keuze om samen te werken aan een duurzame toekomst vol zuurstof (O2). Schrijf nu in via www.voka.be/vokacongres
Vokacongres
14 juni 2017• 16u
Koningin Elisabethzaal Antwerpen
Met dank aan onze partners
COLUMN
VOKA.BE
Over open ondernemen
E
nkele weken geleden stelde Voka zijn gloednieuwe transformatieindex voor aan een breed publiek. Het is een instrument dat aangeeft in welke mate wij in onze regio – landgenoten, ondernemingen, overheid – mee zijn met de technologische evolutie. Wat blijkt? We doen het zo slecht nog niet. Even in het kort de historiek van deze transformatie-index. Vorig jaar, mei 2016, organiseerden we een Vokacongres rond het drieluik ‘Durven, Ve r n ie u w e n , Ve rov e re n’. We wilden ondernemingen
sindsdien is op punt gezet, vergelijkt ons land met de 27 andere EU-lidstaten. We staan op een achtste plek: niet slecht, maar ook niet goed. Er is werk aan de winkel. En precies daarom organiseren we op 14 juni in de (mooi getransformeerde) Koningin Elizabethzaal in Antwerpen ons volgende Vokacongres, onder het thema ‘Open Ondernemen’. Want als we in de wereldwijde top-vijf willen geraken, dan gaan we dat moeten doen met een open geest, in een sfeer van samenwerking. ‘Open’ op verschillende fronten. Open met onze medewerkers, in een open relatie, in een open arbeids-
Voka_HMaertens @vokavzw
Word lid van de groep ‘Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen’
“De transformatie-index zal ons helpen om onze koers uit te zetten en open te ondernemen.” sensibiliseren om nog meer in te zetten op technologisering, informatisering, mondialisering, … woorden die allemaal eindigen op -ing, en die duiden op verandering en beweging. Op een kentering ook, de overgang naar een nieuw tijdsgewricht. Begin dit jaar, op 9 januari 2017 hadden we het op de Vokanieuwjaarsreceptie over digitalisering en technologisering, en de invloed daarvan op jobs. Voka-voorzitter Paul Kumpen kondigde toen aan dat hij het Voka-kenniscentrum opdracht had gegeven om een transformatienorm te ontwikkelen. “We willen meten in welke mate onze economie, ons beleid mee zijn in de transformatie van ons economisch weefsel”, zei hij. De transformatie-index die
markt. Open voor innovatie, samen met kennisinstellingen, met onderzoekers, met andere ondernemingen. Open ook met overheden en overheidsinstellingen, bereid om nieuwe vormen van samenwerking te exploreren. En, last but not least, open voor een duurzame wereld. Dat is het thema waarover we zullen debatteren en converseren. Een objectief debat kan echter niet zonder data en cijfers. De transformatie-index zal ons helpen om onze koers uit te zetten en open te ondernemen. Hans Maertens Gedelegeerd bestuurder Voka - Vlaams netwerk van ondernemingen
Voka Topics is een magazine van Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen Koningsstraat 154 – 158, 1000 Brussel Tel. 02 229 81 11, Fax 02 229 81 00, info@voka.be, www.voka.be | Redactie Peter De Brabandere, Erik Durnez, Sandy Panis | Verantwoordelijke uitgever Hans Maertens, i.o.v. Voka vzw Burgemeester Callewaertlaan 6, 8810 Lichtervelde Advertenties Chris Lens Tel. 0475 856 232, chris.lens@voka.be | Concept Propaganda, Zaventem | Vormgeving Martinique Salomons | Druk INNI group, Heule
MEI 2017 VOKA TOPICS 3
ARBEIDSMARKT
Te weinig controle op werkzoekenden Meer en meer ondernemingen in Vlaanderen hebben het moeilijk om nog geschikt personeel te vinden. We hebben er dus alle belang bij om de poule aan werkzoekenden allemaal aan de slag te krijgen. VDAB speelt hierin een cruciale rol. Uit cijfermateriaal van de RVA blijkt nu dat VDAB een pak minder werklozen sanctioneert dan zijn evenknie FOREM in Wallonië, wat er op zou kunnen wijzen dat VDAB ook minder controleert en opvolgt. En dat is geen goede zaak. Wat is er aan de hand?
S
inds 2016, na de zesde st aat sher vor m ing, is VDAB verantwoordelijk voor de uitvoering van de controle op werklozen. Voordien stuurde VDAB, wanneer ze vaststelde dat een werkloze niet reageerde op voorgestelde vacatures, het dossier door naar de federale RVA die dan verder opvolgde en indien nodig overging tot een sanctie. In vergelijking met het Waalse FOREM
stuurde Vlaanderen altijd een pak meer dossiers door naar de RVA. Op gebied van controle en activering was VDAB zo de beste van de klas. Maar sinds de zesde staatshervorming is dat dus plots niet meer het geval. Het goede nieuws is dat waar VDAB opvolgt en overgaat tot verhoor en eventueel een sanctie, het proces wel effi ciënter verloopt dan vroeger: er zijn
“Een beperking van de werkloosheid in de tijd maakt het ingewikkelde controlebeleid in één klap overbodig.” 4 VOKA TOPICS JUNI 2017
20
Duizend In 2016 werden in Wallonië 20.000 werkzoekenden gesanctionneerd omdat ze te weinig actief naar werk zochten.
meer ontvankelijke dossiers en de gemiddelde doorlooptijd daalt. Tweede goede nieuws: na jaren van daling in het aantal dossiers is er sinds het laatste kwartaal van 2016 opnieuw een toename, wat erop duidt dat er strikter wordt toegezien op rechten en plichten. Vervolgens het minder goede nieuws. Het gros van de sancties vroeger en nu gaat over afwezigheid of gebrek aan reactie op het VDAB-aanbod. Vroeger was dit het dominante beeld en dat was logisch: de VDAB maakte pas een dossier over aan de RVA met het oog op controle/sanctie op het moment dat ze vaststelde dat de werkzoekende
VOKA.BE
Meer inzage op de controle, aub Sonja Teug hels, ad v iseu r arbeidsmarkt bij Voka volgt het beleid op de voet op. Volgens haar zou een grondige analyse van de opvolgingsprocedures voor werklozen door de VDAB al heel wat klaarheid kunnen brengen. Sonja Teughels: “Er moet meer transparantie komen over wie wat aangeboden krijgt, hoe de opvolging precies verloopt, in welke mate werkgevers betrokken worden bij de sollicitatiefeedback, …” “Eens we weten waar we staan, moet er een plan van aanpak komen op twee fronten: enerzijds moet het strikte toezicht van de VDAB versterkt worden, waarbij sanctionering geen doel op zich is, maar wel een middel om mensen aan te sporen weer aan het werk te gaan. Anderzijds moet VDAB methodes ontwikkelen waarbij ze werkzoekenden kan aansporen om ook actief op zoek te gaan naar een job.” “Tot slot moeten we ook beleidsmatig tot actie komen. Werken moet veel meer lonend worden dan niet werken. Voor Voka is een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd hiervoor een optie. Het zou bovendien het ingewikkelde, omslachtige en kostelijke activerings- en controlebeleid in één klap overbodig maken.”
niet reageerde en af wezig bleef. Daar stopte dan ook de bevoegdheid van VDAB. Sinds de zesde staatshervorming moet de VDAB er ook op toekijken dat de werklozen zelf actief op zoek gaan naar werk. VDAB wordt dus geacht, net zoals de RVA dat vroeger deed, de werklozen regelmatig uit te nodigen om te kijken wat ze al dan niet ondernomen hebben in hun zoektocht naar een job. In 2016 zijn in Vlaanderen slechts 679 sancties gegeven omdat de werkzoekende zelf te weinig actief naar werk zocht. Dit is zeer weinig, zelfs verwaarloosbaar, en vooral opmerkelijk omdat in Wallonië bijna 20.000 sancties werden opgelegd om diezelfde redenen. Dat grote verschil in de cijfers lijkt erop te wijzen dat Vlaanderen deze nieuwe bevoegdheid nog niet volledig onder controle heeft. Meer nog, op dat vlak lijkt een proactieve aanpak van VDAB nog onbestaande. We hopen dan ook dat in de toekomst VDAB niet enkel gaat controleren of
679
In 2016 werden in Vlaanderen slechts 679 werkzoekenden gesanctionneerd omdat ze te weinig actief naar werk zochten.
de werkzoekenden ingaan op vacatures, maar ook of de dienst erop toeziet dat de werkzoekenden zich wel f lexibel genoeg opstellen in hun zoekgedrag en dat ze wel voldoende gemotiveerd zijn om ook effectief aan de slag te gaan. Op een krappe arbeidsmarkt waar we alle talent nodig hebben, kunnen we ons niet permitteren dat mensen om die redenen aan de zijlijn blijven staan.
WIE?
SONJA TEUGHELS
Hoofdeconoom van Voka sonja.teughels@voka.be Sonja Teughels volgt op het Vokakenniscentrum de dossiers op rond arbeidsmarkt.
Drie redenen waarom we werklozen beter moeten opvolgen
1.
2.
3.
Onbeperkte uitkeringen in de tijd. De controle is geen pestbeleid tegenover de werklozen maar vormt een belangrijk element in het historisch opgebouwd evenwicht tussen rechten en plichten. De Belgische werkloosheidsverzekering is in vergelijking met vele landen rondom ons atypisch. Uitkeringen zijn onbeperkt in de tijd en lopen dus niet automatisch af na 2, 3 of 4 jaar. Om die reden wordt ingezet op controle. De dag dat dit niet meer adequaat gebeurt, kunnen de uitkeringen best beperkt worden in de tijd zoals in de meeste andere landen. Dat zal mensen sneller aanzetten tot werk zoeken en het bespaart meteen uitgaven voor de organisatie van het controle-apparaat. Financiering sociale zekerheid. Meer mensen aan het werk, betekent meer inkomsten om onze sociale zekerheid te financieren. Door de vergrijzing komt de betaalbaarheid ervan steeds meer onder druk. Een hogere werkzaamheidsgraad is een efficiënte manier om dat probleem op te lossen. Knelpunteconomie. De belangrijkste reden is echter dat onze ondernemingen steeds moeilijker geschikt personeel vinden, zeker voor de zogenaamde ‘knelpuntvacatures’. Alle zeilen moeten dus bijgezet worden om zij die kunnen werken, ook effectief te laten werken. Dat vraagt uiteraard voldoende stimulansen: het verschil tussen wel of niet werken moet ook een tastbaar verschil maken in de geldbeugel van de werkzoekende, wat nu niet altijd het geval is. Het vraag ook een gedegen activeringsbeleid inclusief de controle erop.
JUNI 2017 VOKA TOPICS 5
RUIMTELIJKE ORDENING
Plant geen boom? De Vlaamse regering werkt aan een onderzoek dat tot op perceelsniveau de meest kwetsbare, waardevolle maar zonevreemde bossen defi nitief in kaart moet brengen. Het openbaar onderzoek daarover loopt sinds medio mei en wordt afgerond op 14 juli 2017. Maar de hele operatie zorgt wel voor onzekerheid bij heel wat ondernemingen. “We kunnen bedrijven niet langer aanraden nog in te zetten op tijdelijke natuur”, zegt Steven Betz, senior adviseur milieu & ruimtelijke ordening van Voka. 6 VOKA TOPICS JUNI 2017
V
laanderen telt zowat 185.000 ha bos. Daarvan ligt zowat 65.000 ha buiten natuur- of bosgebied, het zijn dus ‘zonevreemde’ bossen. Van die 65.000 ha wil de Vlaamse regering de meest ecologisch waardevolle bossen extra beschermen. In totaal gaat het om 12.262 ha, waarvan er 5.137 ha in de provincie Antwerpen is gelegen, 2.773 ha in Limburg en 2.207 in Vlaams-Brabant. Er wordt al een hele tijd gewerkt aan een kaart van de meest kwetsbare waardevolle bossen, op basis van criteria zoals oppervlakte, biologische waarde, historiek en ligging. Medio mei werden alle percelen voorlopig vastgelegd, het openbaar onderzoek daarrond wordt afgerond op 14 juli. Ontbossing op die percelen is sinds die tijd ook in principe verboden. Een afwijking kan alleen na een gemotiveerd verzoek, met een voorstel tot compensatie, bij de Vlaamse regering.
VOKA.BE
Bij de voorlopig vastgestelde percelen lig t het grootste gedeelte op terreinen die tot nog toe als landbouwgrond ingekleurd waren, maar ruim 500 ha is geregistreerd als industriegrond. Een aantal bedrijven wordt dus nu geconfronteerd met het probleem dat hun terrein plots (deels) bos wordt.
500
ha Industrieterrein zal misschien bos worden.
Links: Francis Vanackere, Rechts: Axel De Bruyn
Steven Betz, Voka: “Het grootste probleem is dat die plotse bescherming helemaal haaks staat op de pogingen om eigenaars van gronden warm te krijgen voor het concept van tijdelijke natuur. Terwijl er de voorbije jaren heel wat inspanningen zijn gedaan om eigenaars van braakliggende industriegronden ertoe aan te zetten om tijdelijk natuur te ontwikkelen, in afwachting van de realisatie van de uiteindelijke industriële bestemming.”
Ajinomoto OmniChem: het bos door de bomen
“Moet ik nu echt tegen collega’s in andere ondernemingen gaan zeggen: plant geen bomen op jullie terrein, want voor je het weet is het een bos?”
Het hoofdkwartier bevindt zich in Wetteren. Daar beschikt OmniChem over een industrieterrein van 24 ha. Een deel daarvan is een aantal jaren geleden reeds als beschermd landschap verklaard en daardoor niet bruikbaar voor industriële activiteit. “En nu is er nog eens zes ha dat bos dreigt te worden”, zegt Francis Vanackere. Er staan namelijk bomen op. Axel De Bruyn, milieucoördinator: “Het zijn populieren, dat zijn dus niet echt toekomstbomen.”
FRANCIS VANACKERE, OMNICHEM
Het probleem is dat er geen rechtszekerheid meer kan worden gegarandeerd. Betz heeft nog een andere bedenking. “Tijdelijke natuur wordt nu vaak gepromoot als een troef om de public relations van een onderneming te verzorgen. Maar de vraag is of deze positieve publiciteit niet volledig wordt teniet gedaan zodra het bedrijf wil overgaan tot verwijdering van de bomen. Dat zou tot imagoschade kunnen leiden die veel groter is.”
“Midden april vernamen we plots dat een kwart van ons industrieterrein als bos is ingedeeld”, vertelt Francis Vanackere, plant manager van OmniChem in Wetteren. “Dat was een complete verrassing. We vielen bijna letterlijk van onze stoel. Het gaat om 6 ha die we straks nodig hebben voor een reeks milieu- en uitbreidingsinvesteringen. Als dat echt bos wordt, dan bedreigt dat hier de toekomst van ons bedrijf.” OmniChem doet contract manufacturing voor de farmaceutische industrie. Het bedrijf, dat al sinds eind jaren 80 eigendom is van de Japanse groep Ajinomoto, heeft drie locaties: twee in ons land en een jointventure in India.
De mensen van OmniChem voelen zich ‘gepakt’. “We investeren heel sterk in milieu. We zijn een groen bedrijf. We hebben die extra ruimte nodig om op korte en middellange termijn onze milieudoelstellingen te behalen”, zegt Vanackere. “We willen een nieuw luchtbehandelingssysteem en een mogelijkheid tot uitbreiding van onze waterzuiveringsinstallatie. We plannen ook om een windturbine te zetten om onze energiedoelstellingen te halen. En we willen regenwater opvangen, om minder grondwater te moeten oppompen. En dan hebben we het nog alleen maar over de milieu-investeringen gehad.” Want OmniChem wil ook zijn productiecapaciteit verder kunnen uitbreiden. “In Wetteren hebben we op twee jaar tijd 150 mensen aangeworven. Dat wil zeggen dat we ook ruimte nodig hebben om te ondernemen.” Axel De Bruyn: “Natuurlijk tekenen we bezwaar aan. Maar de regelgeving voorziet dat we dat alleen op basis van ecologische argumenten zouden kunnen, en niet met economische, industriële of sociale.” Francis Vanackere: “Moet ik nu echt tegen collega’s in andere ondernemingen gaan zeggen: plant geen bomen op jullie terrein, want voor je het weet is het een bos?”
JUNI 2017 VOKA TOPICS 7
ZORG
Arbeidsongeschiktheid: een stap in de goede richting Om de tien jaar verdubbelt het aantal arbeidsongeschikten. De uitgaven aan uitkeringen voor langdurige ziekte liggen nu al hoger dan die voor werkloosheid, en elk jaar nemen ze nog een grotere hap uit de begroting. We evolueren richting 7,8 miljard aan uitkeringen in de sociale zekerheid in 2019. “Dat is onhoudbaar, en precies daarom is de nieuwe regeling voor responsabilisering rond arbeidsongeschiktheid een goede zaak”, zegt Pieter Van Herck, senior adviseur gezondheidszorg bij Voka.
V
oka steunt de visie dat er een grotere responsabilisering nodig is. Pieter Van Herck legde in Voka Topics van april 2017 al uit waarom. Maar nu de federale regering de nieuwe regels heeft uitgezet, gaat hij daar graag nog verder op in.
aanpak voor re-integratie van langdurig zieke medewerkers is een goede zaak: inclusief responsabilisering van alle betrokkenen in het verhaal: medewerkers, werkgevers, artsen, zorgverstrekkers,…”
In de pers heet het dan dat werkgevers schuld hebben aan een groeiende uitval op het werk.
Van Herc k: “De versc hillende doelgroepen worden aangepakt. Medewerkers die weigeren mee te werken aan re-integratie, ondanks het aanbod, krijgen een boete. Ze verliezen een deel van hun uitkeringen, en dat loopt trapsgewijze op: vijf procent minder bij administratieve tekortkomingen, tien procent bij afwezigheid op een gesprek rond
Van Herck: “Soms lees je dat, ja. Met impliciet de boodschap dat onder nemingen dus moeten bestraft worden en dat ze de rekening moeten betalen. Dat is natuurlijk misleidend en met zo’n visie los je niets op. Een ruimere
Wat heeft de federale regering nu precies beslist?
“Ik gebruik vaak de oneliner die ik ooit van een collega hoorde: ‘Technologie past het onderwijs veel minder aan dan onderwijs de technologie verandert.’ Ik denk dat dat klopt.” PIETER VAN HERCK, VOKA-KENNISCENTRUM
8 VOKA TOPICS JUNI 2017
300
duizend In de volgende tien jaar zullen we in Vlaanderen 300.000 banen moeten opvullen.
een re-integratietraject.” “Voor werkgevers geldt grosso modo hetzelfde, met een verplichting om herinschakeling in het bedrijf te bevorderen. Wie daar manifest nalaat of weigert aan mee te werken, wordt beboet. Kmo’s en hun medewerkers worden ontzien: de sancties zijn voor hen niet van toepassing.” “Ar tsen worden gescreend op hun voorschrijfgedrag, in functie van hun attesten en hun ondersteuning bij re-integratie. De responsabilisering
VOKA.BE
van preventiediensten en ziekenfondsen, helaas, ontbreekt. Op dat punt is er nog werk aan de winkel.”
Zal dit de kosten verminderen? Van Herck: “De regering rekent erop met deze maatregelen dit jaar nog 50 miljoen euro te besparen, en op kruissnelheid moet dat 100 miljoen euro minderkosten per jaar opleveren.”
En wat betekent dit voor ondernemers? Van Herck: “We komen van een voorstel dat de hele rekening naar de werkgevers verschoof, en dat gemiddeld 3.414 euro
een re-integratieproject. En die medewerking wordt op twee manieren opgevolgd: via een automatische tool, en via inspectie.”
Wie is verantwoordelijk voor uitval, en dus ook voor re-integratie bij langdurige ziekte? Van Herck: “Dat is een complex verhaal. Ziekte is namelijk het gevolg van vele factoren, en vele daarvan liggen buiten de beroepssfeer: genetische factoren, leeftijd, infecties, privéproblemen,… Maar het is natuurlijk een feit dat mensen minstens een derde van hun tijd spenderen aan hun werk.
“Om de tien jaar verdubbelt het aantal arbeidsongeschikten.” PIETER VAN HERCK, VOKA-KENNISCENTRUM
per jaar per langdurig zieke medewerker zou vergen. Die piste is gelukkig vermeden. Ik bespaar u de nog altijd dure tussenvoorstellen die er daarna zijn geweest. De fi nale beslissing van de federale regering is in dat perspectief heel welkom. Het is een pragmatische stap vooruit. Nu wordt vooral gemikt op de probleemgevallen, werkgevers die om een of andere – niet gemotiveerde – reden niet meewerken aan
Hoe ze zich daar psychisch en lichamelijk voelen is dus ook een factor die meespeelt. Het is met andere woorden belangrijk om na een uitval wegens ziekte samen – werkgever en werknemer – de doelstellingen te bekijken: werkomstandigheden, interventies, opdrachten, tijdsbesteding. Dat stemmen ze allemaal best samen af.” “Maar elk individu, elke medewerker draagt natuurlijk als eerste de verantwoordelijkheid
3.414
euro Eerst werd de hele rekening naar werkgevers verschoven: gemiddeld 3.414 euro per jaar per langdurig zieke.
voor haar of zijn gezondheid. En het zijn de zorgprofessionals – artsen, preventiediensten, ziekenfondsen,… – die de kernexpertise hebben inzake preventie, omvang met en reintegratie na langdurige ziekte. We spreken dus over een brede verantwoordelijkheid. Met de werkgever als ‘slechts’ één van de schakels.”
Inzetten op responsabilisering is belangrijk? Van Herck: “De cijfers over de budgettaire kostprijs zijn hier al gevallen: 7,8 miljard aan uitkeringen binnen twee jaar. En dan hebben we het nog niet gehad over de kostprijs voor ondernemingen. Want ook zij worstelen steeds meer met de gezondheidsproblemen van hun medewerkers, mede als gevolg van de vergrijzing.” “En dan hebben we het nog niet gehad over de opportuniteitskosten. Elk talent dat – al dan niet tijdelijk – wegvalt, is een verloren kans. In de volgende tien jaar zullen we in Vlaanderen 300.000 banen moeten opvullen. Medewerkers met gezondheidsproblemen aan boord nemen en houden is een verstandige piste. Met bewuste aandacht voor een correcte omgang daarmee.”
JUNI 2017 VOKA TOPICS 9
MILIEU
Grondwaterheffingen: update op komst De tarieven voor het oppompen van grondwater worden in de volgende jaren verder aangepast. In enkele regio’s, zoals Aalst en omgeving, betekent dat goed nieuw. Maar over het algemeen gaat het toch om tariefverhogingen. Wat mogen we verwachten?
W
ater in grote hoeveelheden: voor landbouw en voor industriële processen is dat doorgaans een conditio sine qua non. Grondwater is traditioneel de evidente oplossing, want de alternatieven, zoals leidingwater, ‘grijs’ of licht vervuild huishoudelijk water, opvang van regenwater, zijn doorgaans een pak duurder. Elk jaar wordt 85 miljoen kubieke meter grondwater uit de Vlaamse grondwaterlagen opgepompt. Landbouw (48,3%), industrie (43,8%) en de dienstensector (6,7%) zijn de belangrijkste grondwaterwinners. Maar ook grondwater is sinds enkele decennia getarifeerd: iedereen in Vlaanderen die minstens 500 kubieke meter per jaar aan grondwater oppompt, moet daarvoor een heffing betalen. Vorig jaar brachten die heffingen 11,5 miljoen op. De EU wil dat alle lidstaten ten laatste tegen 2027 een goede kwantitatieve grondwatertoestand bereiken. In sommige grondwaterlagen is nu onvoldoende water aanwezig. Hoewel het vaak regent in Vlaanderen, is er in sommige regio’s een tekort aan grondwater. Sommige grondwaterlagen liggen diep of onder een ondoorlatende laag (klei) waardoor ze onvoldoende aangevuld worden met hemelwater. Als daar dan ook nog eens veel opgepompt wordt, kunnen die lagen opdrogen. 10 VOKA TOPICS JUNI 2017
Voorstel nieuwe gebiedsfactoren 2018: krijt- en sokkelsysteem
1,28
2,63
1,81
5,38
1,81
5,38
“Sommige bedrijven zullen vanaf 2018 minder moeten betalen omdat het grondwaterpeil verbeterde in hun regio en anderen zullen meer moeten betalen.” Om dat te vermijden, hanteert de overheid een gebiedsspecifieke aanpak, met een sturend heffi ngs- en vergunningenbeleid. Het bedrijfsleven heeft sindsdien grote inspanningen geleverd om efficiënter om te springen met grondwater.
11,5
miljoen Vorig jaar brachten die heffingen 11,5 miljoen euro op.
Het vergunde debiet daalde tussen 2000 en 2012 in handel en diensten met 46,1% en in de industrie met 44,5%. Voor grondwaterwinningen van meer dan 30.000 kubieke meter per jaar en voor winningen uit een afgesloten grondwaterlaag werkt de grondwaterheffing met een ‘gebiedsfactor’ en een ‘laagfactor’. Zo wordt de heffing gedifferentieerd in functie van de kwetsbaarheid van de grondwaterlaag. De laagfactor bedraagt nu 1 voor alle grondwaterlagen. De gebiedsfactor is stap voor stap gedifferentieerd en werd tussen 2010 en 2017 geleidelijk verhoogd. Tot en met 2023 zal die factor nog verder opgetrokken worden. In 2015 is een actualisatie doorgevoerd van
VOKA.BE
85
Miljoen Elk jaar wordt 85 miljoen kubieke meter grondwater uit de Vlaamse grondwaterlagen opgepompt.
Concordia Textiles: “Tot vier keer duurder water”
Concordia Textiles (Waregem) is begin deze eeuw overgeschakeld van het oppompen van grondwater naar grijs water (licht vervuild huishoudelijk water). Gedelegeerd bestuurder Manu Tuytens vertelt waarom. “Toenmalig Vlaams minister van Milieu Vera Dua besliste in 2002 dat de industrie geen sokkelwater meer mocht oppompen. Ook al ontbrak het aan wetenschappelijke studies met harde bewijzen dat het sokkelwater daalde, het was wet.”
de ‘probleemgebieden’ met te weinig grondwater In sommige grondwaterlagen is het peil immers gestegen, terwijl in andere lagen het peil onvoldoende is of nog is gedaald. In de regio rond Aalst heeft het grondwaterpeil zich bijvoorbeeld hersteld. Nu wordt hier nog het hoogste heffingstarief aangerekend, maar vanaf 2018 zal dat halveren. In WestVlaanderen en de regio rond Sint-Niklaas daarentegen zijn de grondwaterpeilen onvoldoende hersteld. Zo wordt vandaag enkel in Zuid-West-Vlaanderen het hoogste heffingstarief aangerekend, maar dat zal vanaf 2018 uitgebreid worden tot gans West-Vlaanderen en een stuk van Oost-Vlaanderen. De nieuwe gebiedsfactoren en de af bakening van probleemgebieden gelden voor 6 jaar. De nieuwe regels zullen bij gelijkblijvend grondwaterverbruik leiden tot een lichte stijging in de totale heffingsopbrengsten, van 11,5 miljoen euro in 2017 tot 12 miljoen euro in 2018 en tot 13,5 miljoen euro in 2023.
“Grootverbruikers zoals de voedings- en de textielsector werden dus verplicht te zoeken naar alternatieven. Voor een bedrijf als Concordia Textiles, met een verbruik van 800 kubieke meter per dag, was dat niet evident. Waar konden wij – en andere getroffen bedrijven – water vinden met een gelijkwaardige kwaliteit en in voldoende hoeveelheid, tegen een aanvaardbare prijs?” “Na heel wat studie- en laboratoriumwerk en na industriële proeven besloten we water te kopen van het zuiveringsstation van Waregem, en dat vervolgens nog een extra zuiveringsbeurt te geven. Maar toen werd ook de waterproductie-eenheid in Harelbeke opgestart, waar water van het kanaal Kortrijk-Bossuit wordt gezuiverd tot drinkwater. Deze installatie beschikte over voldoende capaciteit, de Watergroep (toen nog VMW) kon dus water verkopen aan de industrie.” “Om diverse redenen besliste Concordia Textiles op dat ogenblik over te schakelen naar dit ‘grijs’ water. Dat had ook een prijskaartje. We moesten alle was- en verfrecepturen aanpassen, toevoerleidingen bijwerken en water kopen dat toen drie keer duurder was. Na alle indexeringen ligt de kostprijs ondertussen vier keer hoger dan sokkelwater.”
WIE?
ELLEN VANASSCHE
Adviseur milieu en klimaat ellen.vanassche@voka.be Ellen Vanassche volgt bij het Voka-kenniscentrum dossiers op rond milieu en klimaat.
JUNI 2017 VOKA TOPICS 11
BELEID
Een regering van langlopende zaken
De federale regering, die haar beleid beloftevol had ingezet, heeft in het tweede deel van haar ambtstermijn momentum verloren. Dat is een ontgoochelende boodschap, maar Voka vindt het zijn plicht om ze te brengen, om zo de federale ministers aan te porren om opnieuw tempo te maken.
Paul Kumpen, Voka-voorzitter: “Er zijn een heleboel dossiers die stilliggen. Denk aan een oplossing voor het dossier van de geluidshinder rond Brussels Airport. Denk aan de stijgende energieprijzen. Denk aan de verlaging en de hervorming van de vennootschapsbelasting. Er moet nu iets gebeuren. Het is now or never.” Niko Demeester, secretaris-generaal van Voka: “De hervorming van de vennootschapsbelasting zit al maanden in een impasse,
“Ik hoop nog op een slotoffensief.”
H
ans Maertens, CEO van Voka – Vlaams netwerk v an onde r ne m in ge n: “Deze regering was sterk begonnen. De taks shift is doorgevoerd en er was de indexsprong. Dat waren goede maatregelen die ook hun effect hadden. Wij hebben als ondernemers ook woord gehouden en jobs gecreëerd. Maar we zien nu dat de regering volledig is stilgevallen. Het is een regering van langlopende zaken geworden. Erger nog, we zien bij herhaling gekibbel en geruzie binnen de regering. Daar moet een einde aan komen, want we hebben nog twee jaar te gaan voor er nieuwe verkiezingen komen.
12 VOKA TOPICS JUNI 2017
terwijl de ondernemingen de voorbije jaren liefst 7 miljard meer vennootschapsbelasting ophoestten. Het tarief moet zakken naar het Europese gemiddelde van 22 procent om internationaal competitief te blijven.” Hans Maertens: “En dat is dringend, want sinds de brexit is de fiscale concurrentie overal toegenomen. Elk land probeert buitenlandse ondernemingen aan te trekken. Nederland heeft bijvoorbeeld al een belangrijke fiscale hervorming doorgevoerd. Ons land kan niet achterblijven. We zullen daarover zonder taboes moeten praten.”
PAUL KUMPEN Voka voorzitter
22%
Het tarief van de vennootschapsbelasting moet zakken naar het Europese gemiddelde van 22 procent.
Niko Demeester: “Er zijn nog een hele reeks andere dossiers. De nieuwe wet op de loonnorm, bijvoorbeeld. Die is beter dan de vorige, maar ze raakt niet aan het taboe van de loonindexering. Terwijl onze inf latie al maanden ontspoort. Als het zo verder gaat, zonder hervorming van ons mechanisme van de loonindexering, zal een tweede indexsprong noodzakelijk worden.” Paul Kumpen: “Het is onbegrijpelijk dat er zo geaarzeld wordt, net op een uitgelezen moment voor hervormingen: een aantrekkende economie, een lage rente, goedkope grondstoffen, een lage eurokoers. Ik hoop nog op een slotoffensief. Maar, om het in wielertermen te zeggen: het lijkt meer op een groepje ontsnapte renners die op 50 km van de aankomst alleen nog aan het discussiëren zijn over wie er niét mag winnen.”
ONDERWIJS
VOKA.BE
STEM voor ondernemingen Nog altijd studeren er onvoldoende jongeren af met een diploma in exacte of toegepaste wetenschappen, ICT en techniek. En dat terwijl een grote groep technici, ingenieurs en wetenschappers de pensioengerechte leeftijd naderen, … “Dat wordt een reëel bedrijfseconomisch probleem. Voka engageert zich daarom om de STEM-opleidingen te ondersteunen”, zegt Jonas De Raeve, adviseur onderwijs bij Voka.
H
e t le t te r wo ord lu idt ‘STEM’, wat staat voor Science – Technology – Engineering – Mathematics: de technische profielen waaraan vandaag op de arbeidsmarkt zo’n tekort is. Van onderhoudsmecanicien over technicus tot technisch leidinggevende: het blijft voor werkgevers problematisch om voldoende geschikte
kinderen en jongeren voor exacte wetenschap en techniek in vrijetijdsverband te stimuleren. Technopolis is de coördinator van de STEM-academie. Jonas De Raeve, adviseur onderwijs: “Voka steunt dit initiatief, want leerlingen doen via STEM-academies niet alleen interesse op voor techniek, ze
“Voka engageert zich voor de STEM-opleidingen.” JONAS DE RAEVE, VOKA
arbeidskrachten met een technische achtergrond te vinden. Dat is niet alleen in ons land een probleem: het relatief aandeel van STEM-gediplomeerden nam in de meeste landen af tussen 1998 en 2009. In België slonk het aandeel van 19 naar 17 procent. Maar er zijn landen die het fors beter doen: Oostenrijk en Finland halen nog rond 30 procent. Sinds enkele jaren is er een kleine, maar onvoldoende kentering merkbaar. De Vlaamse overheid is daarom gestart met de oprichting van de STEMacademie, om de interesse van
leren er op een speelse manier interpersoonlijke vaardigheden die meer en meer het verschil maken (aanpassingsvermogen, flexibiliteit, leervermogen, autonomie, communicatie, overtuigingskracht, …). Voka speelt regionaal een actieve rol in het ondersteunen van de STEM-academies, als bruggenbouwer tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Voka – Kamer van Koophandel Kempen-Mechelen zorgt er bijvoorbeeld voor dat de STEMacademie WiWeter van de T homas More Hogeschool
STEM Science Technology Engineering Mathematics
in Geel over hopen karton beschikt, die ze kan gebruiken om de techniek van 3D-printen uit te leggen. “Het STEM-actieplan loopt tot 2020. Dat is overmorgen. We moeten dus nu al beginnen nadenken om werk te maken van een vervolg. Er zijn namelijk een hele reeks mogelijkheden om de STEM-acties nog te versterken. Leerplannen en eindtermen aanpassen, bijvoorbeeld. Techniek sterker aan bod laten komen in het basisonderwijs. Incentives creeren om meisjes in technische richtingen te stimuleren. Meer aandacht aan STEM in de lerarenopleiding. Bijscholen van leerkrachten. Of structurele en permanente samenwerking tussen (hoge)scholen, universiteiten en bedrijven”, aldus nog De Raeve. ➜ Meer info:
http://stem-academie.be WIE?
JONAS DE RAEVE
Adviseur onderwijs jonas.deraeve@voka.be Jonas De Raeve volgt bij het Vokakenniscentrum de dossiers op rond onderwijs.
JUNI 2017 VOKA TOPICS 13
ACTUA
10 jonge CEO’s op stage in het Vlaams Parlement Elk jaar organiseert Voka stages in het Vlaams Parlement. Op dinsdag 14 en woensdag 22 maart ontdekten tien jonge CEO’s het leven in het parlement vanop de eerste rij, achter de schermen. Om de werking van het parlement beter te leren kennen, krijgen zij elk een Vlaams volksvertegenwoordiger als meter of peter toegewezen. Met dit initiatief willen Voka en het Vlaams Parlement de bruggen tussen ondernemerschap en politiek versterken.
Ondervoorzitter van het Vlaams parlement, Peter Van Rompuy, legt tijdens zijn tussenkomst op het gezamelijke debat met alle meters en peters de nadruk op goede contacten tussen politici en het bedrijfsleven. Stephan Bral (Coffee Company) was een van de jonge CEO’s die deelnam aan de stages. Hij liep mee in de voetsporen van Joris Poschet.
Vlaams parlementslid Koen Daniëls, lichtte het nieuwe duale leren toe aan de CEO’s: jongeren zullen in de toekomst een opleiding kunnen volgen binnen een onderneming. 14 VOKA TOPICS JUNI 2017
Tijdens de namiddag werden de CEO’s uitgenodigd om de plenaire vergadering te volgen.
Vlaams parlementslid Annick De Ridder, hier in gesprek tijdens de lunch met Mathieu Vandenhende, oprichter van Nestor.
VOKA.BE
Voka stelt transformatie-index voor: België geen koploper
Evenwichtige handelsbalans: een kwestie van geluk? Een land als België, met zijn vergrijzingsproblemen en hoge staatsschuld, heeft best een overschot op zijn handelsbalans. In België is dat maar nipt het geval. In 2012 was er zelfs een tekort van 2,8% van het bbp waardoor onze economie dreigde terecht te komen in een neerwaartse spiraal zoals in Spanje. Voka onderzoekt in zijn jongste paper hoe we onze handelsbalans weer in een gezond evenwicht kunnen krijgen.
Dat de handelsbalans weer positief raakt, heeft vooral te maken met de daling van de prijzen van olie en gas. Die zijn, vergeleken met 2011, goed voor een verbetering tussen 1,5 en 2 procentpunt van het tekort. Ook de daling van de euro heeft geholpen, net als het feit dat we de loonkosten sinds 2014 veel meer in lijn met de buurlanden konden brengen. Behalve grondstoffenprijzen en loonkostenbeleid bepalen ook clustereffecten het concurrentievermogen. Die hebben meestal te maken met de aanwezigheid van een ganse keten: toeleveranciers, kennisinstellingen, geschoold personeel, …
We hinken niet echt achterop wat transformatie betreft, maar in de top zit ons land toch niet. Volgens de transformatie-index die Voka heeft opgemaakt (te consulteren op www.vokatransformatie.be) staat ons land op de achtste plaats, in een internationale vergelijking met 28 EU-landen. Dat is net onder het Europees gemiddelde. Vooral op het vlak van arbeidsmarkt en onderwijs zijn er belangrijke uitdagingen. De resultaten van transformatie-index werden bekend gemaakt tijdens een persconferentie in aanwezigheid van vice-premier Alexander De Croo.
© Frederik Herregods
Vice-premier Alexander De Croo benadrukte in zijn tussenkomst het belang van de studie. Hij riep de ondernemers op om geen schrik te hebben van transformatie en digitalisering.
De uitdaging is om alle actoren in België beter op elkaar te doen inspelen zodat we meer en sterkere clusters ontwikkelen. Ook reshoring en circulaire economie bieden opportuniteiten voor de Belgische handelsbalans.
Na een aanhoudende daling volgde in 2014 gelukkig de kentering. Gelukkig, want een overschot op de lopende rekening is zowat de grootste garantie voor welvaart op lange termijn. Enkel Download met een overschot kunnen we de Voka Paper voldoende goederen en diensten ‘Uit het rood’ importeren en onze schulden ➜ www.voka. be/publicaties financieren.
Vokavoorzitter Paul Kumpen deed een oproep om duidelijke hervormingen aan te pakken. Zo stelde hij voor om meer in te zetten op STEM-richtingen in het onderwijs en langdurig werklozen sneller te activeren.
JUNI 2017 VOKA TOPICS 15
officiĂŤle partner
Neem deel aan
1 OKTOBER
VAN 10 TOT 17 U
: 7 1 0 2 N I NIEUW * ! L E E D R O O V N LEDE
*Vanaf nu is deelnemen aan Voka Open Bedrijvendag voordeliger voor Vokaleden. Zie www.openbedrijvendag.be/bedrijven/voka.
www.openbedrijvendag.be/bedrijven