Onder nemers
Orsi (Melle): trainingscentrum in robotchirurgie op wereldniveau Is er een dokter in de operatiezaal?
Orsi (Melle): trainingscentrum in robotchirurgie op wereldniveau Is er een dokter in de operatiezaal?
Vorige maand was de beloftevolle Waalse staatssecretaris Thomas Dermine bij Voka te gast voor een gedachtewisseling over de perceptie van Wallonië in Vlaanderen. Niet zozeer de analyse van de staatssecretaris verbaasde, wel enkele opvallende getuigenissen van Oost-Vlaamse ondernemers die actief zijn in het zuiden van het land.
De grote lijnen zijn gekend. Wallonië, de oudste industriële regio van continentaal Europa, kijkt bitter terug op de economische glorietijd. Vandaag gaapt een welvaartskloof van 27 bbp-punten met Vlaanderen. In alle Waalse provincies is de werkloosheid hoger dan waar ook in Vlaanderen. De helft van de werkzoekenden in Henegouwen beschikt niet over een diploma secundair onderwijs, noch over een rijbewijs en is langer dan twee jaar werkloos. Een blauwdruk voor voortgezette collectieve armoede.
Alles toeschrijven aan de teloorgang van de steenkoolnijverheid – la malédiction du charbon – is te gemakkelijk: de laatste Waalse mijn sloot al in 1984. Andere getroffen Europese steenkoolgebieden (Ruhr, NoordFrankrijk, Baskenland) doen het vandaag beter dan Wallonië. In Vlaanderen kijken wij fundamenteel anders naar mogelijke oplossingen voor de Waalse uitdagingen. De Belgische politiek weet er onvoldoende raad mee. In spreidstand, op twee uit elkaar drijvende ijsschollen, creëert die vooral een peperdure en matig presterende overheid.
De diepe malaise in delen van Wallonië is mee het gevolg van beleidskeuzes die de Parti Socialiste, de leidende politieke kracht, gedurende decennia heeft gemaakt. Schoorvoetend geeft men toe dat in de jaren 1980-1990 zware fouten werden gemaakt. “Wallonië bleef veel te lang hangen in oude sectoren en moet ambitieuzer zijn.” Het probleem erkennen is een teken van wijsheid.
Convergentie met Vlaanderen is op korte termijn niet mogelijk. Om het gat met Vlaanderen dicht te rijden moet Wallonië gedurende 20 jaar (!) met 2% meer groeien dan Vlaanderen. Dat is zelfs voor Flandriens zwaar labeur. Maar de belangrijkste handelspartner van Vlaanderen heeft geweldige mogelijkheden. Ruimte, groen en water worden onbetaalbare assets. Bedrijventerreinen zijn ruim voorhanden en goedkoper dan in Vlaanderen. Bovendien hanteert de overheid een soepel vergunningenbeleid en is er veel menselijk kapitaal beschikbaar –de arbeidsmarkt is minder krap.
Vlaamse ondernemers in Wallonië stellen vooral een flagrant gebrek vast aan opleiding, talenkennis en ondernemerschap. En, in de voorbije 10 jaar steeg het aantal langdurig zieken in Wallonië vier keer sterker dan in Vlaanderen. Is werken daar zoveel slopender? Onze Waalse buren moeten – op zijn Vlaams gezegd – vooral ‘uit hun kot komen’ en op zoek gaan naar de verloren spirit of conquest, John Cockerill en Ernest Solvay achterna. De wereld met een open blik benaderen, ook Nederlandstalig België. Zich wél bereid tonen een job te vinden op een uur van huis. Dat vraagt een dwingender uitkeringsstelsel: een aanpak met wortel én stok. Als de maat vol is (en de kas leeg), kan het niet anders dan een werkzoekende verplichten opleiding te volgen of een job aan te nemen. Dat gebeurt in een aantal landen, waarom niet in Wallonië?
Een jaar voor de verkiezingen is de vraag welke weg de leidende politieke klasse in Wallonië zal inslaan. Wie gaat voor een meer eigentijds en realistisch sociaal-economisch beleid dat welvaart creëert voor de Waalse burger? De verantwoordelijkheid is verpletterend. De PTB kijkt toe.
JEF WITTOUCK Voorzitter Voka –Kamer van Koophandel Oost-VlaanderenKANTOREN
9000 Gent – Lammerstraat 18 –
T 09 266 14 40
9300 Aalst – Werf 8
Web http://www.voka.be/oost-vlaanderen
BESTUURSCOMITÉ VAN VOKA
OOST-VLAANDEREN
Jef Wittouck, An Bels, Erik Chabot, Jan Cornelis, Ann De Clercq, Ilse De Smedt, Christiaan De Wilde, Siegert Dierickx, Farida Doulami, Stefan Fesser, Dieter Hillaert, Alexander Hoogewijs, Geert Moerman, Griet Nuytinck, Karen Pieters, Wim Pynaert, Roseline Van Damme, Christine Van den Berghe, Katrien Vanden Bulcke, Jens Van Mol.
EREVOORZITTERS VAN VOKA
OOST-VLAANDEREN
Luc De Bruyckere, Chris De Hollander, Ronald Everaert, Jean-Paul Van Avermaet, Marc Vereecken en Marcel Verschelden.
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Geert Moerman
Lammerstraat 18 – 9000 Gent
HOOFDREDACTIE
Jan Geers – jan.geers@voka.be
EINDREDACTIE
Sam De Kegel – sam.dekegel@voka.be
WERKTEN MEE
Jolyn De Baets, Sven Decaestecker, Sam De Kegel, Hendrik De Schrijver, Nathalie Dolmans, Laurens Fagard, Jan Geers, Wim Kempenaers, Luc Nimmegeers, Ann Vandamme, Jan Van Gyseghem en Dirk Van Thuyne.
MAGAZINE REALISATIE LAYOUT
Karakters, Gent, www.karakters.be
DRUK
Drukkerij Perka, Maldegem, www.perka.be
PUBLICITEIT
Rik Vyncke
rik.vyncke@voka.be – T 0477 30 21 32
Ann Vandamme, ann.vandamme@voka.be – T 09 266 15 71
44
Actueel
6 Op de cover
Orsi Academy: wereldtop in robotchirurgie, made in het Oost-Vlaamse Melle
Telexen
Vers ledennieuws
Trends
16 Dossier financieel
De financiële staat van ons land door de bril van onze financiële partners
Opinie
1 Aan zet
Sors de ton Kot
26 In de lobby
Een stevige brok belangenbehartiging uit de Vlaamse Ardennen
68 Geert Dacht
HR: van ‘war for talent’ naar ‘less is more’
Baanbrekers
48
Inspiratie
4 Belle Vue
Het ‘schuun zicht’ van ‘detergentenaars’ bij Christeyns
24 De cijferfabriek
Overheidsinvesteringen: meer en beter aub!
36 Thuishaven
Havensprokkels uit North Sea Port
52 Bamboe
Vloerspecialist Nivolo groeit fors, maar blijft met de voetjes op de … grond
56 Het zit in de genen
Derde generatie familiebedrijf
Deconinck-Wanson stoomt zich klaar voor de toekomst
62 Horizon
Hightech uit Aalst: de beademingstoestellen van Medec veroveren nu ook Brazilië
De maand van Voka
33 Vraag het @Voka
Wat is een ‘(onder)aanneming’ precies?
66 Binnenkort bij Voka
Op de agenda bij Voka Oost-Vlaanderen
Those Vegan Cowboys ontdekken
Duurzame koplopersAchter de Nieuwe Dokken heeft het Gentse chemiebedrijf Christeyns een schuun zicht – lees: prachtig panorama – op de (drie) iconische torens van Gent.
Christeyns begon 75 jaar geleden als kleine wasmiddelenproducent en groeide uit tot een internationale speler van detergenten en desinfectiemiddelen in tal van sectoren zoals de voedingsindustrie, de medische sector en de wasserijsector.
Genesteld tussen de al even iconische Culture Club van weleer en de toekomstige Verapaz-brug stelt Christeyns in Gent 150 mensen tewerk. Stuk voor stuk detergentenaars in hart en ziel. En het chemiebedrijf is nog op een andere manier geconnecteerd met de Arteveldestad. Restwarmte uit hun productieprocessen wordt gebruikt om in de Nieuwe Dokken huizen, een school en een sporthal te verwarmen. In de andere richting verwerken ze huishoudelijk afvalwater van die Nieuwe Dokken, met gedeeltelijke recyclage tot proceswater. Proper werk!
Orsi Academy: trainings- en expertisecentrum in robotchirurgie op wereldniveau
Eind maart investeerde Orsi Academy, het trainings- en expertisecentrum voor robotchirurgie in Melle, in nieuwe technologie van Siemens Healthineers. De combinatie van robotchirurgie met medische beeldvorming opent wagenwijd de deur voor een meer precieze geneeskunde bij minimaal invasieve ingrepen. Simpel gezegd: de robot verbetert de precisie van de handen van de chirurg, terwijl de beeldvorming de ogen verbetert. Oprichter dr. Alexandre Mottrie twijfelt geen milliseconde: “De komende tien jaar zullen we veel meer innoveren in de geneeskunde dan we de laatste honderd jaar gedaan hebben.”
Maakt naam en faam als uroloog bij OLV Ziekenhuis in Aalst en als pionier in robotchirurgie.
Is in 2010 medeoprichter van de Orsi Academy, dat het levenslicht ziet vanuit de schoot van OLV onder de naam OLV Robotic Surgery Institute. Sinds 2014 is het een onafhankelijk en inclusief platform slash ecosysteem voor de veilige en effectieve implementatie van nieuwe technologieën in de medische praktijk. Via opleiding in beeldgestuurde robotchirurgie wil de Orsi Academy ook de kwaliteit en veiligheid van onze moderne geneeskunde verbeteren.
Is samen met zakenpartner en medeoprichter Geert Vandenbroucke aandeelhouder van de Orsi Academy.
Dr. Alexandre Mottrie is een homo universalis. Met de blik op de wereld, net zoals het state-of-theart trainings- en expertisecentrum voor robotchirurgie dat hij mee oprichtte in 2010. Dat merk je meteen aan de voertaal van de chirurgen die – tussen de trainingen door in een van de vele ‘operatiezalen’– even komen chillen in de coffee corner van de Orsi Academy, in Melle. De voertaal is Engels, af en toe hoor je ook een streep Duits of Frans. Vorig jaar kreeg Orsi ruim 3.000 chirurgen (in spe) over de vloer die hier voor enkele dagen, weken of maanden de kneepjes van de robotchirurgie leerden.
Alexandre Mottrie is ook een beetje zoals de man van het kunstwerk van de ondertussen omstreden kunstenaar Jan Fabre, De man die de wolken meet. Vanop een trapladder met gestrekte armen en een meetlat naar de wolken reiken in een poging die te meten, staat voor: het schier onbereikbare nastreven. Ook al moeten daarvoor heilige huisjes sneuvelen.
Het kunstwerk pronkt bij de inkom van een gebouw dat onversneden klasse uitstraalt.
Binnen word je ook omsingeld door kunst. Een voetbalgoal voorzien van een glas-in-loodraam van Wim Delvoye. Foto’s als schilderijen van topfotograaf Stephan Vanfleteren. En twaalf litho’s van René Magritte.
“Ik zie graag schone dingen. Bijna alles wat je hier ziet, is Belgische kunst”, zegt Alexandre. Sommige kunstwerken kochten we, maar de meeste kregen we in bruikleen, onder andere van galerijhouder Guy Pieters. Die zegt, terecht, dat de grens tussen wetenschap en kunst niet groot is. Kijk naar Leonardo da Vinci of Galileo Galilei. Dat zijn én kunstenaars én architecten én wetenschappers.”
Alexandre Mottrie is ook de man van de onversneden oneliners in sappig WestVlaams en ze, eenmaal neergeschreven, ook onveranderd laat. De dictafoon inhaleert ze, met volle teugen. Maar genoeg over de persoon Mottrie. “Ik ben slechts een kleine en perifere uroloog”, zegt hij, waarmee hij zijn eigen kwaliteiten speels afzwakt. “Laten we het over de Orsi Academy hebben”, zegt hij. Dat is sinds zijn oprichting in 2010 uitgegroeid tot een wereldwijd gerenommeerd
trainings- en expertisecentrum rond robotchirurgie. Het breidt zijn expertise nu uit naar beeldgestuurde robotchirurgie met technologie van Siemens Healthineers, waarin het investeert met financiële ondersteuning van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en onder supervisie van VLAIO.
Hoe is de idee en behoefte gegroeid voor de oprichting van Orsi Academy ?
Alexandre Mottrie: “Robotchirurgie bestaat zo’n 25 jaar, de eerste robots kwamen op de markt rond 2000. In het OLV ziekenhuis in Aalst, waar ik toen fulltime werkte als uroloog en chirurg, arriveerde de tweede robot in Europa. De eerste robots waren eigenlijk gemaakt voor hartchirurgie. They aimed for the heart, but they hit the prostate. Eigenlijk heeft de prostaat de robot van de ondergang gered. Doordat zo’n robot in het OLV zijn intrede deed, was ik een van de eerste in de wereld die ermee leerde werken. Ik deed veel pionierswerk en leidde anderen op. Ik was zo vaak onderweg dat ik niet meer voor mijn eigen patiënten kon zorgen. Waarom laten we de chirurgen niet
tot hier komen, dacht ik. Lees: we hebben een trainingscentrum nodig. Zo is OLV Robotic Surgery Institute opgericht, als spinoff van ons ziekenhuis, met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en OLV zelf. In 2014 hebben we beslist om een onafhankelijke koers te varen omdat we een open en inclusief platform nastreefden. Samen met twee peteruniversiteiten hebben we zo Orsi Academy opgericht. Onze missie is helder: de moderne geneeskunde verbeteren en de kwaliteit en veiligheid ervan verhogen, mét de nadruk op verbeterde opleidingen en mét innovatie rond onze corebusiness: opleidingen in minimaal invasieve (robot) chirurgie. Bij ‘minimaal invasief’ denken we aan lasers, stenten steken via de bloedvaten, hartkatheterisatie ... Alles wordt vandaag steeds meer gerobotiseerd en gedomotiseerd. Kijk naar je eigen keuken of auto … Zelfs foto’s, muziek en andere kunstvormen worden al met AI en slimme machines gemaakt. Wij hebben in onze sector ondertussen een robot voor hartoperaties, voor rugchirurgie, voor orthopedie… Het is niet meer beperkt tot mijn specialisme: urologie.”
“
Het is niet de robot die opereert, maar de chirurg die met de robot opereert.
A fool with a tool is still a fool
DR. ALEXANDRE MOTTRIE, MEDEOPRICHTER ORSI ACADEMY
OLV was de tweede kliniek in Europa met een robot, maar kwamen de eerste surgical robots niet uit de VS?
“Klopt. De eerste grote speler was Intuitive. Deze pionier was in 2003 40 miljoen dollar waard, nu zijn ze 100 miljard dollar waard. De komende acht jaar zal de robottechnologie in de geneeskunde jaarlijks met circa 18 procent groeien. De tijdsgeest zit nu dus perfect voor ons trainings- en expertisecentrum in robotchirurgie. We zijn op dit moment het bekendste in Europa en wellicht zelfs in de wereld. We zijn op dit moment ook sterk aan het diversifiëren. Met de uitbreiding van ons trainingscentrum koppelen we nu het potentieel van robotchirurgie aan de kracht van medische beeldvorming. Zo openen we ook de deuren voor andere klinische disciplines waaronder interventionele radiologie, cardiologie, vasculaire chirurgie en orthopedie. Op die manier kunnen we nog meer clinici en bedrijven ondersteunen. De komende tien jaar zullen we veel meer innoveren in de geneeskunde
dan we de laatste honderd jaar gedaan hebben. Dat zal niet zozeer gebeuren door de fysieke instrumenten die verbeteren, maar door AI, deep learning, augmented reality, image guided surgery …
Wat is het grote verschil tussen klassieke en robotchirurgie?
“In klassieke chirurgie zijn de chirurg en de patiënt direct met elkaar verbonden, er zitten enkel een ‘mes en een vork’ tussen. Bij robotchirurgie heb je tussen de chirurg en de patiënt – naast de robot die hij bedient met een joystick of hendeltje – ook een computer met software die de chirurg veel beter begeleidt met geïndividualiseerde data van de patiënt. De chirurg kan ook meteen nadien het succes van de ingreep beoordelen. De patiënt moet na de ingreep niet onder de scanner om na te gaan of de ingreep geslaagd is. En de chirurg zal zelf veel beter beoordeeld worden hoe goed hij het gedaan heeft. Want, voor alle duidelijkheid, het is niet de robot die opereert, maar de chirurg die ermee opereert. A fool with a tool is still a fool.”
De chirurg blijft dus de grootste variabele bij robotoperaties?
“Helemaal juist. De robotchirurgie is bij wijze van spreken het beste instrument dat je kan hebben. De beste wagen in de wereld is de Formule 1, maar als jij of ik erin stappen, raken we niet door de eerste bocht. Je moet er leren mee werken, net als met robots. De geneeskunde is technologisch enorm aan het verbeteren, maar de opleiding is nog bijzonder archaïsch. We zijn 2023 en nog steeds trainen we de assistent-chirurgen in een echte operatiezaal op een echte patiënt. Waarom zien we ziekenhuizen nog als plaatsen om mensen op te leiden als je zoveel kan simuleren? Dat is absurd! (in de opleidingen verpleegkunde en vroedkunde wordt wel al meer getraind in simulatieomgevingen, met ‘levende poppen’, red.) ”Het is ook veel duurder, want 1 minuut operatietijd kost tussen de 20 en 50 euro. Je opereert langer –wat niet goed is voor de patiënt – en je maakt meer fouten. Patiënten worden trouwens steeds mondiger en laten minder toe dat assistenten hen nog opereren. We noemen dit ‘leercurves’, maar dat is onzin. Want die zogenaamde leercurve is dat wij, chirurgen, onze patiënten misbruiken om onze eigen skills te verbeteren. Daarom hebben wij in Orsi een nieuwe methodologie ontwikkeld, waarbij chirurgen moeten bewijzen dat ze een ingreep perfect beheersen alvorens ze naar een patiënt gaan. Vergelijk het met de
“
We zijn 2023 en nog steeds trainen we de assistentchirurgen in een echte operatiezaal op een echte patiënt. Dat is absurd
luchtvaart; daar moet je ook eerst honderden uren in de simulator oefenen vooraleer je een cockpit binnen mag. Eenmaal je chirurg bent, moet je ook openstaan voor reassesments, nieuwe opleidingen. Ik ben al zo lang uroloog, maar niemand heeft me ooit al gevraagd of ik Parkinson heb of een alcoholist ben. Plus: de technologie verandert zo snel, dus moet de chirurg mee evolueren.”
Wie leiden jullie in Orsi op?
“We leiden vooral mensen op die bijna chirurg zijn of gevestigde chirurgen die een nieuwe technologie willen leren. Die komen via universiteiten, ziekenhuizen, bedrijven en op eigen initiatief. Uit een wetenschappelijk onderzoek in 2017 bleek dat één op drie chirurgen die opgeleid zijn in de VS op de klassieke manier, niet op een veilige manier kunnen opereren. Dat is hier niet beter, geloof mij. Daarnaast willen we nieuwe instrumenten veilig op de markt brengen. Robotisering zorgt ervoor dat je veiliger en preciezer kan
werken, maar wat wij bij Orsi doen is niet de nieuwste robot uitvinden, we willen ook niet het zoveelste trainingscentrum zijn. Onze USP is dat we een nieuwe trainingsmethodologie ontwikkeld hebben: Proficiency based Progression training. Wij gaan ingrepen ‘mathematiseren’: in verschillende stappen onderverdelen en die stappen definiëren. Per stap tellen we alle (kritische) fouten op. Dat is objectief, transparant en meetbaar. Er zijn verschillende levels: beginner, advanced beginner, competent, proficient en expert. Nu wordt een chirurg getraind tot het niveau competent: hij kent de ingreep en weet hoe het moet maar hij heeft nog nooit bewezen dat hij die zelf veilig kan uitvoeren. Wij trainen iemand tot proficient niveau met een hele methodologie, inclusief feedback en assessments. Hij bewijst dat hij die ingreep kan uitvoeren op een veilige manier. Dit zorgt ervoor dat iemand die tot op proficiency niveau is opgeleid, tot 50% (!) minder complicaties heeft.”
In theorie kan je ook perfect vanop afstand opereren met robotchirurgie. Chirurgen voerden eerder al langeafstandsoperaties uit, maar op juridisch vlak zijn er nog veel obstakels. Wat als er met de wifi iets gebeurt en alles blokkeert? Of hoe omzeil je de latentietijd, de periode tussen het moment van prikkeling (van zenuwen of spieren) en het tijdstip van de eerste waarneembare reactie? Alexandre Mottrie: “Meer dan 0,2 seconden latentietijd kunnen onze hersenen niet goed verdragen. Als je vanop afstand opereert, is die latentie- of vertragingstijd momenteel tussen de 0,5 en 0,7 seconden.”
Hoe opereren jullie hier en waarop ‘oefenen’ de chirurgen hun skills?
“Alles gebeurt stapsgewijs. Als je thuis een huishoudapparaat koopt, moet je ook eerst de gebruiksaanwijzing lezen, ook al doen we dat vaak niet. Waarvoor dienen de knopjes, dat is het eerste wat je moet leren. Daarna leer je de basisvaardigheden aan met de robot: iets dissecteren (nauwkeurig ontleden, sdk), iets dichtbranden, een knoopje leggen en iets aan elkaar naaien. Daarna volgt het echte werk: opereren. In het begin werk je op een virtuele simulator, daarna op een spons met echte naald en draad, vervolgens oefen je op een kipje (zie coverbeeld, red.). De volgende stap is, afhankelijk van de procedure, oefenen op een menselijk kadaver, een hondenkadaver en ten slotte op een levend varken. We proberen zo ethisch mogelijk te werken en zo weinig mogelijk dieren op te offeren.”
Hoeveel opleidingscentra zijn er wereldwijd van dit type en niveau?
“In Strasbourg zit er een centrum van hetzelfde niveau, maar het grote verschil is dat wij een inclusief platform zijn: wij werken samen met een aantal Europese wetenschappelijke verenigingen en met heel wat industriële partners. Onze methodologie is uitgevonden door professor Anthony Gallagher. Hij heeft slechts twee problemen: hij is psycholoog en hij is Iers (iedereen barst in lachen uit). Maar toen ik hem tegen het lijf liep, voelde ik dat hij het verschil kon maken en hij is nu onze director of research & skills development. Samen met hem stellen we alle trainingsmethodologieën op voor de verschillende disciplines. We willen ook met nog meer bedrijven samenwerken. Siemens Healthineers plaatste hier onder meer een katheterisatielab en vasculaire robot, voor minimaal invasieve ingrepen zoals het plaatsen van stents in hart en bloedvaten, maar ook voor verschillende neurotoepassingen. Daarnaast leverde het ook verschillende mobiele C-bogen, ontwikkeld voor 3D-beeldvorming met behulp van röntgenstralen, die vaak bij orthopedische ingrepen gebruikt worden.
Via Orsi International willen we onze trainingsmethodologie ‘verkopen’ of scalen door de machines van die (robot)bedrijven te trainen. We willen ook met andere trainingscentra overeenkomen dat zij trainen volgens onze methodologie. Wij zijn eindverantwoordelijk en zorgen dat de logistiek, de methodologie en de assessments hetzelfde zijn. Ten slotte hebben we ook nog een afdeling Orsi Innotech, waarbij we willen innoveren in opleiding met o.a. hybride trainingsmodellen.”
Kort samengevat: jullie leiden hier, in Melle, duizenden chirurgen op, maar jullie willen in de nabije toekomst ook jullie opleidingsaanbod elders valoriseren?
“Dat is het doel. Je moet je business schalen als je vooruit wil, je kan niet in je eigen hoekje blijven zitten.”
Welke zijn nu de grote hypes in robotchirurgie?
“De ‘klassieke’ robotchirurgie situeert zich rond de buik: abdominale heelkunde, urologie, gynaecologie, thorocale heelkunde… Daarnaast heb je de cardiologische robot waarmee je al robot-geassisteerd stenten plaatst. Sinds vijf jaar komen ook de eerste orthopedische robots op de markt. Die plaatsen knie- en heupprotheses. De beste orthopedist heeft bij een knieprothese een ‘variatie’ van 15°, de robot heeft maximaal een variatie van 1,5°. Er zit ook veel groeipotentieel in de zogenaamde flexible robots, de ‘slangen’. Een gastroscopie (kijkonderzoek van slokdarm en maag), colonoscopie (kijkonderzoek van dikke darm) of bronchoscopie (kijkonderzoek van longen) gebeuren nu met een diagnostische machine die met de hand begeleid wordt. Bij een letsel in de long heeft de longspecialist nu twee kansen op drie om een succesvolle biopsie te nemen. De flexibele robot neemt de 3D-gereconstrueerde beelden van de scanner en vindt via de luchtpijp en luchtwegen, zijn weg zoals een gps, waardoor de kans op een succesvolle biopsie stijgt naar
90%. Daardoor wordt een agressieve kanker zoals longkanker, sneller gediagnosticeerd en behandeld waardoor hij minder kans heeft om te groeien en zich te verspreiden doorheen het lichaam.”
Wordt ook de chirurg op die manier niet het ‘slaafje’ van de robot?
“De eerste 20 à 30 jaar zal dat nog niet het geval zijn. Wij zijn hier bezig met de nieuwste innovaties zoals beeldgeleide chirurgie en videoherkenning, maar stap voor stap zullen die geïntegreerd worden. We gebruiken nu al 3D-modellen waarbij we dankzij artificiële intelligentie exact kunnen weten welk deel van de nier niet meer zal doorbloed zijn als we een bepaald bloedvaatje dichtknijpen. Dat kan van belang zijn als we een stuk nier moeten wegsnijden omwille van een tumor, zodat die nier niet begint te bloeden. Ik sluit niet uit dat de robot in de toekomst bijna zelfstandig zal kunnen opereren.”
Maar de chirurg blijft, voorlopig althans, in de regisseursstoel zitten?
“Ik maak opnieuw graag de vergelijking met de luchtvaart. Als we vliegen, gebeurt 95% op automatische piloot. Als je evenwel een
bumpy landing maakt, wees dan maar zeker dat het niet de automatische piloot was.
Je kan innovatie echter niet tegenhouden. Samen met Siemens Healthineers ijveren we voor een grotere impact van medische beeldvorming in de klinische praktijk. Dat vertaalt zich in een nieuwe applicatie die chirurgen bijstaat tijdens ingrepen met behulp van augmented reality (AR) waarmee ook getraind zal worden in Orsi Academy. Zo profileren we ons als testhub voor nieuwe technologieën. Vroeger werd bij medische beeldvorming alles bekeken in snedes of coupes van het lichaam. Dankzij 3D-beeldvorming kan nu een meer fotorealistisch beeld gemaakt worden van de botstructuur of het vaatstelsel. Onze ‘Cinematic Anatomy’ laat toe om die beelden met AR en een bril op de patiënt te projecteren. De chirurg ziet dan het gescande volume en kan dit beeld manipuleren om de anatomie beter te doorgronden.”
Hoe zie jij eigenlijk de overlevering van kennis van de ene generatie chirurgen op de andere?
“Ik geef hier graag het voorbeeld van een oude meestergast die in een fabriek zijn kennis bijna intuïtief doorgeeft aan de jongeren. Daar schuilt een gevaar in. Want hij
zal ook zijn fouten overleveren, zonder dat hij het beseft. Je kan daarom veel beter een onafhankelijke methodologie creëren. Door de combinatie van robotchirurgie met medische beeldvorming willen we evolueren naar 50 procent minder complicaties. Door de robot te koppelen aan de ogen van de beeldvorming willen we procedures op revolutionaire manier niet enkel preciezer maken maar ook automatiseren met AI. De arts wordt tijdens de operatie geholpen door een automatische piloot, met als doel veiliger, preciezer en kostenefficiënter te werken. Dat betekent op termijn een enorme kostenbesparing voor de maatschappij, want die complicaties en heropnames door complicaties vormen een enorme meerkost die nu heel vaak niet wordt mee gerekend. Alleen moeten onze regeringen en overheden open staan voor deze redenering.”
Robotchirurgie is peperduur, zeggen sceptici, zoals het ziekenfonds Solidaris dat in oktober 2022 poneerde dat robotchirurgie voor prostaatverwijdering duur en niet altijd beter vindt…
(helemaal op dreef nu) “Laat ons alsjeblieft naar het totaalplaatje kijken. Door de terugbetalingsregels in België is robotchirurgie op
dit moment op micro-economisch niveau van een ziekenhuis verlieslatend omdat een ziekenhuis relatief te weinig uitbetaald krijgt van het RIZIV voor die robots. Maar op macro-economisch niveau – dus op het niveau van de nationale gezondheidszorg – is het wel winstgevend: patiënten zijn minder lang thuis en werkonbekwaam, ze hebben minder pampers nodig voor incontinentie, ze hebben minder complicaties en ze zijn minder lang in het ziekenhuis. Uit studies van National Health Service (NHS) in het VK blijkt ook dat, als je minstens 130 ingrepen uitvoert per robot, het winstgevend wordt voor de gezondheidszorg. Wat Solidaris betreft, over iets wat ze niet kennen, moeten ze zwijgen. Waarom moeten ziekenfondsen de kwaliteit van zorg controleren als ze de materie zelf niet kennen?”
Doe je zelf ook lobbywerk op hoog niveau om robotchirurgie te promoten?
“We doen liever alles gestructureerd. Als ik als klein en perifeer uroloog naar de overheid stap, maak ik geen enkele kans. Als we met de hele urologie naar de regering stappen, maken we nog steeds geen kans. Als we met alle disciplines, wetenschappelijke verenigingen en industriële partners samen gaan,
dàn maken we een kans. Wij hebben in ons ecosysteem ook een denktank waarin we met de verschillende industrieën en wetenschappelijke verenigingen OCERT hebben gevormd, oftwel Orsi Consensus Meeting on European Robotic Training. We willen de krachten bundelen, daarom zijn we ook een inclusief platform. We willen ook, o.a. met dit gebouw, sexy genoeg zijn opdat iedere multinational in innovatieve gezondheidszorg zijn Europese hub bij ons in Vlaanderen zou zetten. En we willen samen met hen en voor hen de training optimaal organiseren, want enkel als een toestel goed gebruikt wordt, zal het goed verkopen.”
Hoeveel bedrijven werken aan robots voor de geneeskunde en hoeveel specifiek voor chirurgie?
“In de geneeskunde minstens 400 en in chirurgie 40 à 50, waarvan de helft waarschijnlijk failliet zal gaan of zal overgekocht worden door 4 à 5 grote spelers.”
Orsi Academy zit in het onooglijke Melle en niet in pakweg Gent, Brussel of Antwerpen. Waarom?
“Orsi is in 2010 niet enkel ontstaan vanuit OLV Aalst, maar ook dankzij Europa, Vlaanderen en de Provincie Oost-Vlaanderen hebben we extra financiële steun gekregen om dit nieuwe gebouw hier te kunnen neerpoten. Aalst was ook een optie, maar uiteindelijk zijn we hier beland omdat ook de proefhoeve hier gevestigd is, die de nodige documenten heeft als dierenlabo.
Om af te ronden: wat zijn nu de voornaamste drie uitdagingen voor jou?
“Voor de infrastructuur hebben we fantastische steun gekregen van EFRO en de Vlaamse overheid. De opleiding van chirurgen wordt echter nog steeds onvoldoende
gerenumereerd, we moeten dus creatief zijn om elk jaar de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. We investeren heel veel in een innovatieve manier van opleiden, maar we betalen dat wel zelf. Hiervoor krijgen we momenteel geen steun van de overheid, al zijn we wel heel blij met de subsidie van EFRO, dat focust op investeringsprojecten met een grote economische en meetschappelijke meerwaarde. Ondertussen staan er hier 36 m/v/x op de payroll, we hebben ook 15 dokters die voor ons werken en 8 PhD’s van de KULeuven. We hopen zeker nog extra subsidies te krijgen, maar dat is niet evident. Soms word je in dit landje ook van Pontius naar Pilatus gestuurd.
Ik vind ook dat iemand die start met robotchirurgie een bepaald certificaat moet hebben dat hij op een bepaald niveau opgeleid is. Dat ontbreekt nu nog.
Tot slot zijn er juridische hordes die moeten genomen worden. Wat als er iets gebeurt met een robot: wie is dan aansprakelijk? Dat kan de firma zijn, maar evengoed de chirurg als hij die robot verkeerd gebruikt. Op dat vlak is er nog werk aan de winkel.”
Samen met Voka Health Community excellent zijn in welzijn & zorg?
Health Community laat vernieuwers op een open en ondernemende manier samen bruggen bouwen tussen de toenemende inzichten, de technologische mogelijkheden en de veranderende noden in de gezondheidszorg.
Digitalisering en technologie
Preventie en gezondheidsbevordering
Personeelstekort
Geestelijke gezondheidszorg
Staatshervorming
Welzijn op en naast het werk
Financiering van ons zorgsysteem
De wereld is één groot dorp en verbindt lokale behoeftes met internationale interacties. Als adviseur begrijpen we je business en denken we heel graag met je mee. We identificeren snel bedreigingen en opportuniteiten en geven een antwoord op je vraag die nog komen moet.
Het is onze lokale kennis en wereldwijde visie, die van ons een sterk team maken
Hoewel de daling van de energieprijzen in de afgelopen maanden een verdere versnelling van de economie zou moeten inluiden, is de realiteit vermoedelijk anders: de positieve effecten van de heropening na de coronacrisis zullen wegebben, de verslechtering van het concurrentievermogen dreigt de werkgelegenheid onder druk te zetten en vooral het monetaire en het fiscale beleid zullen restrictiever worden. Bijgevolg zullen we de komende twee jaar waarschijnlijk een eerder matige groei zien, waarbij de inflatie slechts geleidelijk daalt.
In de loop van 2022 is de activiteit blijven vertragen, zonder te krimpen. In het laatste kwartaal bleef de groei beperkt tot 0,1% op kwartaalbasis, ondanks de goede prestaties van de gezinsconsumptie. De vertraging van de activiteit is uiteraard toe te schrijven aan de geopolitieke spanningen, de inflatiegolf en de hogere rentevoeten.
Sinds het najaar zijn de energieprijzen, en met name de gasprijzen, echter beginnen te dalen, wat een snel effect lijkt te hebben gehad op het vertrouwen van bedrijven en huishoudens. De terugkeer naar meer ‘normale’ energieprijzen (de gasprijzen zijn nog steeds twee keer zo hoog als begin 2021...) biedt zeker uitzicht op betere omstandigheden op korte termijn. Momenteel schommelt de gasprijs op de groothandelsmarkt (TTF) rond 45 euro/Mwh. Dit moet worden vergeleken met een gemiddelde van €122/MWh in 2022. Hoewel wij verwachten dat de energieprijzen (inclusief
olie) later dit jaar weer enigszins onder druk komen te staan, zouden zij op een zodanig niveau moeten blijven dat het economisch herstel kan worden voortgezet.
Voorts blijkt duidelijk dat de problemen in de toeleveringsketens goed op weg zijn om te worden opgelost. De voorraden in de bedrijven worden weer aangevuld en de transportkosten zijn terug op een normaal niveau. Ook de enorme investeringen in de productie van halfgeleiders hebben de tekorten weggewerkt. Dit zou de bedrijven moeten helpen om in de komende maanden hun orderportefeuille af te werken. Bovendien maakt het einde van het nulcovidbeleid in China een volledige heropening van de economie mogelijk, wat op zijn beurt een versterking van de Chinese productie impliceert.
Toch zullen verschillende tegenkrachten het economisch herstel in de komende kwartalen waarschijnlijk verzwakken.
• Enerzijds zal het herstel van de consumptie, dat in 2022 vooral diensten betrof, dit jaar waarschijnlijk geleidelijk verdwijnen. Het ziet er echter niet naar uit dat de consumptie van goederen dit zal kunnen opvangen: de enquêtes bij de detailhandel wijzen eerder op een verslechtering van de vraagvooruitzichten. Ook in de industrie verslechteren de vooruitzichten. Het ontbreken van een echte groeiaanjager na de dienstengolf in 2022 kan op de economische activiteit wegen.
• Bovendien is er een vertraging van de aanwervingen (de werkgelegenheid was in het laatste kwartaal van 2022 nagenoeg stabiel), terwijl er dit jaar slechts één overschrijding van de centrale index (de referentie voor de indexering van de lonen, pensioenen en sociale uitkeringen van de ambtenaren) wordt verwacht. Bijgevolg zal het beschikbare inkomen van de huishoudens naar verwachting niet meer in dezelfde mate groeien als vorig jaar.
• Ten slotte zal de belangrijkste tegenwind voor het herstel de hogere rente zijn. Als reactie op de enorme inflatiegolf is de Europese Centrale Bank namelijk in juli 2022 begonnen met het verhogen van haar belangrijkste rentetarieven. De verhogingen zijn doorgegaan en zullen naar verwachting tot de zomer aanhouden vanwege de huidige stijging van de kerninflatie. Na een periode van turbulentie is het echter atypisch dat de economie haar herstel inzet in een omgeving met hogere rentetarieven. Normaal gesproken zijn de tarieven dan het laagst. Daarom zou de aanscherping van de financieringsvoorwaarden voor de economie een negatief effect moeten hebben op de investeringen van huishoudens en bedrijven en, in mindere mate, op de particuliere consumptie. Dit effect zou tot 2024 kunnen aanhouden.
Rekening houdend met al deze factoren verwachten wij een bbp-groei van 1,0% in 2023
en 0,8% in 2024. De inflatie, die in maart 6,7% bedroeg, zal naar verwachting blijven dalen tot gemiddeld 5,7% op jaarbasis in 2023 en 2,4% in 2024.
Gevaar voor het
In België dreigen twee andere elementen het potentieel van het herstel te beperken, zowel op korte als op middellange termijn.
Enerzijds is het concurrentievermogen van de ondernemingen in 2022 sterk aangetast. Geconfronteerd met een sterke stijging van hun kosten, met name de loonkosten als gevolg van de automatische loonindexering (die in 2022 de 10% benadert of zelfs overschrijdt), hebben de ondernemingen tot dusver hun marges kunnen handhaven of zelfs verhogen door hun verkoopprijzen in dezelfde mate te verhogen. Met de verbetering van de aanbodbeperkingen en het aflopen van bestaande contracten zal de concurrentie, zowel nationaal als internationaal,
echter toenemen. Bijgevolg zal de loonhandicap als gevolg van de automatische loonindexering in België en mogelijke minder genereuze loonakkoorden in de buurlanden het concurrentievermogen van de Belgische ondernemingen op de exportmarkten verslechteren.
In feite zien Belgische bedrijven hun concurrentiepositie op buitenlandse markten nu al sterk verslechteren. Op korte termijn zal dit waarschijnlijk een negatief effect hebben op de bedrijfsmarges. Na een goede vooruitgang in de afgelopen twee jaar zou dit de financiële gezondheid van de bedrijven niet direct in gevaar mogen brengen. Aan de andere kant zullen de bedrijven trachten hun marges op middellange termijn te herstellen door middel van productiviteitswinsten, hetgeen zal wegen op de werkgelegenheid, het gezinsinkomen en uiteindelijk de bedrijvigheid.
Met dank aan ING
Digitaliseren kan kmo’s helpen om efficiënter te werken, betere beslissingen te nemen en hun concurrentievermogen te verbeteren, wat kan resulteren in meer winstgevendheid en groei op lange termijn. Dat is ook nodig in een tijd waarin technologieën snel evolueren, er een war for talent heerst en de administratie door wetgeving steeds complexer wordt.
Digitalisering door procesoptimalisaties binnen de financiële afdeling
Hoe kunnen we het inboeken van inkomende facturen versnellen? Hoe kunnen we betalingen in bulk verwerken? Hoe kunnen we de fase van offertes versnellen en professionaliseren?
Kunnen we een digitaal goedkeuringsproces opstarten? Hoe kunnen we de tijd voor (maandelijkse) afsluiting minimaliseren?
Een digitaal futureproof financieel departement centraliseert informatie uit verschillende systemen om zo de besluitvorming van het bedrijf te ondersteunen. Dit door gebruik te maken van mature technologieën (OCR, RPA,…) om processen op een efficiënte manier te laten verlopen. Daarnaast fungeert het departement als een stabiele ruggengraat
voor de organisatie en biedt het zinvol werk voor medewerkers.
Welke technologie(ën) kiezen?
Het antwoord is niet éénduidig. Ervaring leert dat er heel wat betaalbare en stabiele oplossingen bestaan.De technologie moet ons in staat stellen om het proces van data verzamelen en verwerken te beperken in tijd, zodat er tijd vrijkomt voor rapportering en analyses.
De tijd voor en ervaring met dergelijke projecten binnen een bedrijf zijn meestal beperkt. Een goede combinatie van interne mensen en externe ervaring is een must om de implementatietijd en kost zo laag mogelijk te houden en de digitale transformatie succesvol te maken. Onderschat zeker niet
UITGANGSPUNTEN EN VISIE
Hoe financiële processen automatiseren?
Een futureproof-organisatie = vlotte closing
het noodzakelijke change management rond dit project.
Cloudapplicaties en ecosystemen voor een solide basis
Vaak zie je bij de kmo’s dat er verschillende bronnen van data zijn. Dit resulteert in meervoudige ingaven, wat het tijdsintensief maakt en veel kans op fouten geeft.
Vandaag zien we binnen het IT-landschap van een bedrijf opnieuw verschillende systemen opduiken, echter in tegenstelling tot vroeger, zien we nu systemen in de cloud die eenvoudig met mekaar integreren, met een focus op gebruiksvriendelijkheid.
De cloud speelt hierin een essentiële rol omdat het een flexibele en schaalbare
Analyse
Rapportering
Dataverwerking
Dataverzameling & input
Verschillende uitdagingen per laag
Analyse
Rapportering
Dataverwerking
Data verz.
infrastructuur biedt voor het beheren van gegevens. Bovendien is het mogelijk om op afstand toegang te krijgen tot gegevens en applicaties, waardoor werknemers vanaf elke locatie kunnen werken en klanten gemakkelijker toegang kunnen krijgen tot de diensten van een bedrijf.
Daarnaast biedt de cloud, via API’s (gestandaardiseerde manier van communicatie tussen systemen) betere mogelijkheden voor samenwerking en gegevensuitwisseling tussen verschillende organisaties en afdelingen.
Belangrijk bij de keuze van tools en software is om allereerst in kaart te brengen welke de huidige processen zijn en hoe deze werken (AS-IS). Zo creëer je duidelijkheid over welke processen geoptimaliseerd moeten worden en krijg je een lijst van de vereisten, en wat de gewenste situatie (TO-BE) is. Met deze lijst kun je gepersonaliseerde demo’s opvragen bij leveranciers, zodat je bijvoorbeeld een goed overzicht krijgt van de voor- en de nadelen per tool en een gefundeerde beslissing kan maken.
Maak voldoende tijd voor deze demo’s en de evaluatie van tools en leveranciers. Wees kritisch en voorzie een budget rekening houdend met recurrente kosten en éénmalige kosten. Externe objectieve ondersteuning kan in deze fase een meerwaarde brengen.
VDAB gaf aan dat er in 2022 4.365 vacatures waren voor de functie boekhouder-accountant ten opzicht van 1.476 in 2018. Het zoeken en behouden van gemotiveerde medewerkers
is dan ook een grote uitdaging vandaag. Digitalisatie kan repetitieve taken verminderen en medewerkers in staat stellen om meer tijd te besteden aan productieve taken waardoor de werktevredenheid zal verhogen. Daarnaast kunnen digitale tools medewerkers in staat stellen om efficiënter en effectiever samen te werken waarbij ze informatie delen en communiceren.
Snel evoluerende omgeving - rapportering
Centralisatie van informatie en betere en snellere besluitvorming binnen een bedrijf zijn essentieel in een snel veranderende omgeving: digitale tools kunnen bedrijfsgegevens vastleggen, analyseren en rapporteren, waardoor kmo’s betere beslissingen kunnen nemen op basis van feitelijke informatie.
Statutaire rapportering is veelal verplicht om extern te publiceren, zoals een jaarrekening. Echter deze rapportering is statisch en na-datum.
Voor het leiden van een bedrijf en om gestaafde beslissingen te nemen, is er nood aan een proactieve, flexibele en dynamische rapportering, zijnde dagdagelijkse operationele rapportering, zoals opvolging van voorraad, opvolging van openstaande vorderingen, en management en executive rapportering onder de vorm van KPI’s.
Om te komen tot relevante KPI’s, is het belangrijk stil te staan bij de ondernemingsdoelen voor de komende jaren en hoe deze opgevolgd moeten worden. Dit is vaak een combinatie van operationele en financiële informatie. Om bijvoorbeeld te weten hoe winstgevend een bepaald contract is, moet je
weten hoeveel uren je werknemers hebben gespendeerd aan deze dienst (uit tijdsregistratiesysteem), tevens de kost van deze werknemers (uit loonverwerking en boekhoudpakket) en eventuele aankopen van basisproducten (uit boekhoudpakket).
Het kiezen van de juiste tool om rapporteringen te visualiseren, hangt af van de specifieke behoeften en vaardigheden. Het is belangrijk om te bepalen welke gegevens je wil visualiseren en welke functionaliteiten je nodig hebt om je doelen te bereiken.
Met dank aan Sandra Peeters
Director Accounting & Reporting
bij Deloitte Private + 32 (0)9 393 74 02 sandpeeters@deloitte.com
Blijf op de hoogte via LinkedIn en volg de hashtag #digitaliseernu voor allerlei interessante tips & tricks vanuit onze teams.
https://www2.deloitte.com/be/en/ pages/accountancy/topics/ accounting-and-reporting.html
https://www2.deloitte.com/be/en/ pages/accountancy/topics/ strategy-and-performance.html
Het faillissement van Silicon Valley Bank (SVB) als gevolg van rampzalig balansbeheer en de instorting en daaropvolgende overname van Crédit Suisse door concurrent UBS hebben een nieuwe bankencrisis veroorzaakt. Sinds het begin van de maand zijn de financiële sector en cyclische aandelen in het algemeen daardoor fors gedaald.
Moeten we ons zorgen maken over de economie?
Het faillissement van Silicon Valley Bank (SVB) als gevolg van rampzalig balansbeheer en de instorting en daaropvolgende overname van Crédit Suisse door concurrent UBS hebben een nieuwe bankencrisis veroorzaakt. Op het einde van het eerste trimester zijn de financiële sector en cyclische aandelen in het algemeen daardoor fors gedaald.
Hoewel de vrees voor een sterke economische vertraging inmiddels is afgenomen, is het duidelijk dat de redenering van de centrale banken sinds deze gebeurtenis is veranderd en dat beleggers waakzaam moeten zijn.
Naar een nieuw monetair beleid?
Deze bankencrisis heeft ook de geld-en obligatiemarkten danig verstoord. De renteverwachtingen voor de Federal Reserve, zijn aanzienlijk neerwaarts bijgesteld. De markten verwachten nu een piek van de rente op een niveau in de buurt van 5% (tegen 5,5% vóór het faillissement van de SVB) en een eerste neerwaartse beweging in de tweede helft van het jaar. Ook de langetermijnrente is duidelijk aan het dalen: de Amerikaanse rentevoeten op 10 en 30 jaar staan meer dan 50 basispunten lager dan hun recente hoogtepunten.
Die daling van de volledige curve lijkt misschien overdreven, maar duidt ook op
de vrees dat die bankschokken negatieve gevolgen zullen hebben voor de economie als geheel. Het risico bestaat dat de kredietvoorwaarden, en de financiële voorwaarden in het algemeen, strenger worden, wat de nu al wankele economische dynamiek nog meer uit balans zou brengen. Dat bemoeilijkt dan weer het werk van de centrale banken, die de inflatie immers nog niet helemaal onder controle hebben gekregen.
In de eurozone is de kerninflatie (de inflatie zonder energie, levensmiddelen, alcohol en tabak) vorige maand verder gestegen (5,7% op jaarbasis in maart) en heeft de ECB haar richtrente 0.5% opgetrokken, wat
de herfinancieringsrente op 3,5% bracht, het hoogste niveau sinds 2008. De Europese monetaire overheden laten echter nog niet in hun kaarten kijken wat de nabije toekomst betreft. Ze gunnen zichzelf de tijd om de risico’s voor het Europese financiële stelsel en de ontwikkeling van de macro-economische cijfers onder de loep te nemen.
Centrale banken snellen het financiële systeem te hulp
In die turbulente omgeving hebben de centrale banken snel gereageerd, om een besmettingseffect zoals tijdens de grote financiële crisis van 2008 te voorkomen. Zij hebben snel de nodige liquiditeit verstrekt aan de instellingen die met uitstromende
deposito kampen om het banksysteem in zijn geheel overeind te houden en te stabiliseren. Die massale noodmaatregelen illustreren hoe belangrijk een pragmatische aanpak van de overheden is.
De sterk toegenomen risicoaversie en onzekerheid over de economische cyclus nopen tot voorzichtigheid. Daarom vinden wij het nu belangrijker dan ooit om uitsluitend naar kwaliteitsactiva te kijken. De kwaliteitsstijl is overigens helemaal terug en doet het sinds begin dit jaar beduidend beter dan de waardestijl, waarmee hij een deel van de achterstand die hij in 2022 het opgelopen, weer goedmaakt.
Met dank aan
Damien Petit, commercieel directeur Private Banking
Banque de Luxembourg
Banque de Luxembourg Belgium
Kortrijksesteenweg 218
9830 Sint-Martens-Latem
Tel.: 09 244 00 48
Steven Maertens, head of Private Banking Vlaanderen Banque de Luxembourg Belgium“De grootste uitdagingen op het vlak van technologie vandaag? IT-medewerkers vinden, de juiste applicaties doen draaien op maat van het bedrijf én dit alles betaalbaar houden in uitdagende tijden en op de cadans van groeiambities.”
De onzekerheid die bovenstaande zaken met zich meebrengen, daar moet je vanaf. Zowel qua mensen, tools als financiën. Een Managed Service Provider (MSP) kan daar mede voor zorgen en Tyneso is zo’n bedrijf, IT-specialist en MSP voor grote en middelgrote bedrijven.
Wat is een MSP?
Een MSP levert diensten aan ondernemingen via continue ondersteuning en actief beheer. In het geval van Tyneso zijn dat IT-diensten. We beheren volledige IT-omgevingen en werken proactief aan een efficiënte, veilige en moderne ITinfrastructuur bij onze klanten. Volledige ontzorging met een extra waakzaam oog voor cybersecurity, dat is Tyneso.
100% voorspelbaar & betrouwbaar
Interessant is de financiële en operationele meerwaarde van een MSP. De kosten zijn voorspelbaar en je krijgt meer zekerheid over de volledige lijn:
• Je weet exact wat je moet betalen per gebruiker.
• Je geniet van continuïteit, je bent niet afhankelijk van een werknemer die ziek valt of met vakantie gaat.
• Je kan heel makkelijk up- of downscalen bij groei, overnames of wijzigende economische omstandigheden.
• Je geniet meer zekerheid op vlak van cybersecurity, zowel qua knowhow als kosten, denk aan opleidingen, verzekeringen, awareness creëren bij werknemers, …
Intern IT-personeel daarentegen is geen goedkope en eenvoudige aangelegenheid. Als mensen de firma verlaten, ontstaan er continuïteitsproblemen en volgt een uitdagende recrutering. De vraag is nog maar wanneer je iemand vindt en wat er in tussentijd met de uit te voeren taken moet gebeuren. De focus verschuift dan onvermijdelijk naar brandjes blussen. Feit is ook dat IT-profielen hoogopgeleid zijn, maar daarom niet de volledige waaier aan vereiste skills in huis hebben. Cybersecurity, robuuste netwerken bouwen, een IT-platform onderhouden, maar ook vastgelopen printers repareren, software installeren … alleskunners zijn schaars en felbegeerd.
Een MSP zoals Tyneso is niet alleen een techbedrijf, maar bovenal een menselijke organisatie met veel kennis. Deze diverse groep van IT’ers – met complementaire vaardigheden – is misschien net wat je bedrijf nodig heeft. Er zijn behulpzame eerstelijnstechnici die nieuwe medewerkers het juiste IT-materiaal en toegangen kunnen geven. Of gespecialiseerde security engineers die opgeleid zijn in de laatste nieuwe beveiligingstechnieken. En er zijn de projectmanagers die de deadlines van je projecten bewaken en rapporteren met duidelijke SLA’s of KPI’s.
Tyneso is een MSP die focust op de cloud. Opnieuw omwille van de hoge graad van voorspelbaarheid versus eigen, lokaal geïnstalleerde infrastructuur, waarbij de kosten voor personeel, onderhoud, stroomverbruik etc. veel moeilijker in te schatten zijn.
De transitie van een eigen serverpark naar de cloud en Software-as-a-Service (SaaS) is kiezen voor schaalbaarheid. De juiste applicatie op het juiste moment, tools die meegroeien met je onderneming: daar wordt je organisatie efficiënter van en je kostenstructuur lichter. Je hoeft geen grote, dure servers aan te kopen, dat verkleint de impact op je cashflow en je hebt meer geld voor andere belangrijke investeringen.
Je verschuift kosten (gedeeltelijk) van CAPEX naar OPEX. Geen grote uitgaven vooraf, geen provisies en lange beslissingstrajecten meer. Dankzij een MSP kan je sneller schakelen.
Een optimale digitale transitie, daar is het Tyneso om te doen. De mix van MSP en SaaS is dan de beste combinatie die er bestaat. Op basis van een maandelijks model, user en asset driven, met een zeer voorspelbaar financieel plaatje – mede dankzij doorgedreven automatisatie.
Door samen te werken met een MSP kan je bouwen op een team van specialisten die elke dag met je organisatie bezig zijn, terwijl je automatisch beschermd bent tegen kennisvlucht of het vertrek van belangrijk IT-personeel. Toch al sterke in-house IT’ers? Perfect mogelijk in combinatie met een MSP. Je eigen medewerkers doen waar ze sterk in zijn en je MSP vult aan. Een vakbekwame MSP met een goede operationele maturiteit heeft bovendien een standaard product- en toolkit ontwikkeld. Die software en hardware mix is prijstechnisch in evenwicht. De aangeboden technologieën zijn gekend van A tot Z.
“Een efficiënte en veilige IT-omgeving gaat niet enkel om tools en technologie. Wel om verschillende bouwstenen die slim in elkaar zitten. Wij voorzien de lijm tussen al die IT-bouwstenen en laten ze zo communiceren.”
Steven Tytgat, CEO TynesoMeer financiële voorspelbaarheid, betrouwbaarheid & ontzorging op het vlak van IT. Het kan met Tyneso. Contacteer het team vrijblijvend voor meer informatie voor je MSP.
De Cijferfabriek
Aantallen en percentages die (kunnen) tellen
Overheidsinvesteringen beïnvloeden de aard en locatie van private investeringen en hebben impact op de levenskwaliteit. Het is een belangrijke bron van publieke uitgaven. Door hun impact op productiviteitsontwikkeling zijn vooral investeringen in O&O en kerninfrastructuur (wegen, havens, spoorwegen, luchthavens) groeibevorderend. Vergeleken bij 8 benchmarklanden* bevinden de overheidsinvesteringen in België zich evenwel op het laagste niveau.
BELGISCHE BEDRIJFSINVESTERINGEN
liggen 2,4% boven het gemiddelde in de EU.
OVERHEIDSINVESTERINGEN LIGGEN 0,3% onder het gemiddelde.
Als gevolg van een jaarlijks investeringstekort daalde de Belgische fysieke kapitaalgoederenvoorraad van 50,5% van het bbp in 1995, tot een dieptepunt van 38,3% in 2013.
Tussen 2016 en 2021 stegen de overheidsinvesteringen in België met 0,4% bbp.
Gemiddeld was de toename in Europa 0,8% bbp.
Vooral de Vlaamse overheid investeert in menselijk kapitaal: 65% van de investeringen in fundamenteel onderzoek in België en 50% van de rechtstreekse onderwijsinvesteringen.
In België zijn de deelstaten goed voor 55% van de overheidsinvesteringen, de lokale overheden voor 20%, de federale overheid
voor iets meer dan 20%
Een structurele toename van de overheidsinvesteringen op alle beleidsniveaus
van meer dan 4% bbp in de volgende legislatuur is essentieel.
België heeft een relatief hoge investeringsquote*: 24% van
het bbp (2021) of 2% bbp boven het eurogemiddelde.
*de verhouding van de totale investeringsinspanning (publieke en private investeringen samen) tot het bruto binnenlands product
De overheidsinvesteringen in België bedroegen in 2021 3,4% van het bbp (17,2 mjard €)
Het eurogemiddelde = 4% bbp
Zweden en Frankrijk investeren beduidend
meer: 5% bbp
Waarin investeren onze overheden?
34,9% in economische zaken (incl. vervoersmodi)
25,9% in algemeen bestuur (waarvan 17%-punt) in fundamenteel onderzoek
10,1% in onderwijs
*Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Nederland, Oostenrijk, Zweden, Zwitserland.
Bron: Voka Paper – Overheidsinvesteringen: meer, maar ook beter. Hoe we met investeringen onze toekomst voorbereiden Karl Collaerts
Na jarenlang onderhandelen is er eindelijk consensus over het toekomstige traject voor de ring rond Ronse. Zowel voor inwoners, bezoekers en bedrijven ligt een aantrekkelijk plan op tafel. Bedrijven maken zich samen met Voka Oost-Vlaanderen zorgen om de bezwaarplannen van milieugroep Climaxi. Hoewel alle maatschappelijke belangen meegenomen werden in het voorbereidend proces, lijkt de milieuvereniging de plannen alsnog te willen kelderen.
Volgens Voka Oost-Vlaanderen is het gekozen traject een absoluut win-winverhaal. Zowel voor de inwoners van Ronse en de bedrijven die er gevestigd zijn als voor de natuur. Dat een milieugroep een sterk project voor méér verkeersveiligheid, duurzame mobiliteit en een groene gordel tussen het Muziekbos en het Kluisbos probeert te torpederen, is onverklaarbaar. De milieugroepen waren nochtans uitgebreid vertegenwoordigd in het lange en gedetailleerde voorbereidend proces. Daar hebben ze alle kansen gekregen om bezorgdheden kenbaar te maken.
Het voorgestelde traject voorziet naast 350 ha extra bos ook onder andere extra investeringen in fietspaden, een fietssnelweg naar Oudenaarde, een betere en veiligere bereikbaarheid van industriezones Klein Frankrijk en Pont West en een tunnel die vrachtwagens uit het centrum van Ronse houdt. Veranderingen die de hele regio ten goede komen.
De trend waarbij milieu- en andere verenigingen veranderingen blokkeren, is onhoudbaar aan het worden. Er worden honderdduizenden euro’s uitgetrokken voor inspraakmomenten en participatietrajecten. Die hebben als doelstelling om tot een gedragen ontwerp te komen, waarin alle betrokkenen met constructieve voorstellen kunnen komen en bezorgdheden kunnen uiten. Zo zouden we tot een vlotter vergunningsproces moeten komen, maar het tegendeel is waar. Na een lange aanloopfase blijken er telkens verenigingen die koste wat kost een project willen saboteren. Dat de Vlaamse overheid ongewild haar eigen bezwaarschriften financiert (Climaxi ontving in 2022 144.678 euro aan subsidie van de Vlaamse Overheid), is hemeltergend.
Carina Van Cauter, gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen, bezocht onlangs Bekina in Kluisbergen. Het internationaal gewaardeerde familiebedrijf produceert er sinds 1962 laarzen.
Er liggen heel wat kleinere en grotere productiebedrijven verscholen in de Vlaamse Ardennen. Ze zorgen voor dynamiek en werkgelegenheid in de regio. De Bekina bedrijvengroep telt ondertussen 4 businessunits (Bekina Boots, Bekina Indurub, Bekina Compounds en BeSealed) en stelt alles samen 120 medewerkers tewerk.
Thomas Vanderbeke, CEO bij Bekina: “We kunnen het potentieel van de Vlaamse Ardennen voor bedrijven niet sterk genoeg benadrukken. We slagen erin om een familiale wereldspeler uit te bouwen, innovatief en koploper in een aantal nichesectoren. We produceren hier veel meer dan enkel polyurethane veiligheidslaarzen. Tijdens ons zestigjarig bestaan hebben onze ingenieurs en salesteams zich ook toegespitst op heel uiteenlopende niches, onder andere veerelementen voor lattenbodems, dichtingssystemen voor betonstructuren en rubbermengsels voor diverse hightechtoepassingen. Dat de gouverneur ook het economisch belang van deze regio in de kijker zet, betekent voor ons erg veel.”
Oost-Vlaanderen staat in de top 10 van meest competitieve regio’s van Europa volgens de EU Regional Competitiveness Index. Die index wordt om de drie jaar opgesteld op basis van 64 parameters. Voka Oost-Vlaanderen is tevreden met deze mooie erkenning en vraagt aandacht voor een aantal elementen die onder druk staan of die niet in de benchmark opgenomen werden.
De hoge plaats op de ranking hebben we in de eerste plaats te danken aan een uitstekende score op innovatie, onderzoek en ontwikkeling alsook aan de nabijheid en kwaliteit van onze onderwijs- en kennisinstellingen in onze regio. Die innovatiekracht is iets om erg trots op te zijn, maar die troef staat op dit moment wel onder druk, onder meer door de fiscale hervorming waar de ondersteuning voor Onderzoek en Ontwikkeling of auteursrechten voor technologiebedrijven gereduceerd of afgeschaft worden.
Een tweede verklaring voor de hoge ranking vinden we in de sterke arbeidsmarkt. Oost-Vlaanderen is met 80% de koploper in België en heeft ook de laagste werkloosheidsgraad van ons land. Dat betekent in realiteit ook dat de arbeidsmarktkrapte het hardst te voelen is bij bedrijven uit onze provincie. Voka blijft daarom hard inzetten op
activering, want dat is een belangrijk topic om onze concurrentiekracht te behouden.
Loonkosthandicap
Zoals dat gaat bij rankings en lijstjes moeten we ook hier de nodige kanttekeningen maken. De hoge score voor Oost-Vlaanderen is een erg mooie erkenning voor de innovatiekracht in onze provincie waarvan we hopen dat het bedrijven aantrekt om zich hier te vestigen. De belangrijkste bezorgdheid van bedrijven vandaag, zit hier jammer genoeg niet in verwerkt, namelijk de hoge loonkost onder impuls van de automatische loonindexering en het gebrek aan mogelijkheden om prestatiegericht en flexibel te verlonen. Hier beter op scoren zou ons in het absolute koppeloton kunnen brengen.
Lokale ondernemers en politici waren eind maart te gast op onze Voka Politica bij What’s cooking? (het voormalige Ter Beke). Op het menu stond een boeiende gedachtewisseling tussen de aanwezige ondernemers en de burgemeester en schepenen van Lievegem.
Ondernemers vroegen de gemeente om duidelijkheid te verschaffen over de rechtszekerheid van de bedrijven langs de N9. Rond laadpalen en duurzame mobiliteit willen ze een duidelijke visie en ondersteuning. Lokaal is er heel wat goodwill om te investeren in groene energie, helaas loopt het proces om een vergunning te krijgen niet altijd even vlot.
Een concreet aanspreekpunt op de gemeente waar ondernemers met al hun vragen terecht kunnen, kan een mogelijke oplossing bieden. Na de vorige Politica (in 2019) werd het jobplatform ‘jobsinlievegem’ gelanceerd. Er hebben zich intussen 26 bedrijven geregistreerd. Alle initiatieven om dit platform in de kijker te zetten, juichen de aanwezige ondernemers toe. Bedrijven willen zich bovendien via een Jobdreamday als aantrekkelijke werkgever in eigen regio in de kijker zetten. Tijdens een Jobdreamday bezoeken laatstejaarsstudenten van de middelbare scholen in Lievegem (en Eeklo) per fiets meerdere bedrijven in Lievegem. We vragen aan de gemeente om in samenwerking met Voka Oost-Vlaanderen laatstejaarsstudenten uit de buurt warm te maken om via dit initiatief de openstaande vacatures te promoten.
Voka Oost-Vlaanderen stelt Elisabeth Minnaert aan als nieuwe directeur voor de Vlaamse Ardennen en Leiestreek. De Kruisemse wordt het aanspreekpunt voor de ondernemers en het beleid in de regio.
Elisabeth Minnaert zet zich al tien jaar in voor kleine en grote bedrijven bij Voka Oost-Vlaanderen. Ze begeleidde familiebedrijven rond overdrachten en overnames en is een van de drijvende krachten achter de succesvolle techtrips naar onder andere Singapore, Mumbai en Sillicon Valley. Als regiodirecteur wordt ze hét aanspreekpunt voor bedrijven in de regio’s rond Ronse, Oudenaarde, Kruisem, De Pinte en Deinze.
“Nadat ik me een aantal jaren actief heb ingezet voor familiebedrijven en internationalisering ga ik met volle energie deze nieuwe
uitdaging aan”, vertelt Elisabeth enthousiast. “Het voelt dan ook als thuiskomen. Hoewel ik ondertussen een stekje in Gent gevonden heb, heb ik mijn hart verloren aan de Vlaamse Ardennen en Leiestreek. Ik groeide op in Kruisem, woonde een tijdje in Deinze en kom nog graag terug in de prachtige velden rond Horebeke, waar mijn roots langs moederskant liggen.”
In haar rol als regiodirecteur wordt Elisabeth een voltijds ambassadeur van de lokale bedrijven. Die neemt ze niet alleen op. Samen met regiovoorzitters Katrien Vanden Bulcke (Sharp Insurance Brokers) en Wim Pynaert (Icomet), die het bedrijfsleven rechtstreeks
vertegenwoordigen, gaat ze in gesprek met startende en gevestigde bedrijven.
Ruimte creëren om te ondernemen De regio staat voor heel wat kansen en uitdagingen de komende jaren. “De ring rond Ronse blijft voor ondernemingen een cruciaal mobiliteitsdossier. Ook blijven we ons maximaal inzetten voor meer ruimte om te ondernemen. Jaar na jaar wordt het moeilijker om plekken te vinden waar bedrijven welkom zijn of waar ze kunnen uitbreiden. Ik denk spontaan aan de ontwikkeling van bedrijfsruimte voor de Zaubeek en de uitdaging om voldoende ruimte voor bedrijven te houden in Oudenaarde.”
Vlaams minister van Energie Zuhal Demir communiceerde eerder dat ze de groenestroomcertificaten van ‘200 grote bedrijven’ wil afnemen. In realiteit blijkt dat er meer dan 2.000 bedrijven, ziekenhuizen, kmo’s, coöperaties en landbouwbedrijven worden getroffen, waaronder heel wat in Oost-Vlaanderen, leert ons eigen onderzoek. Voka Oost-Vlaanderen sprak zich uit tegen die knip en de bijhorende rechtsonzekerheid en is tevreden dat het voorstel on hold staat.
Ondernemingen zijn belangrijke voortrekkers in de klimaattransitie en met de geplande knip wordt hun ondernemingszin afgestraft volgens Voka Oost-Vlaanderen. Daarnaast is een rechtszeker kader voor bedrijfsinvesteringen een belangrijke voorwaarde. Ook in onze provincies worden er honderden installaties getroffen. Zo staat de stad Gent met 67 geviseerde installaties op haar grondgebied op de tweede plaats na Antwerpen met 84 installaties. Met Oudenaarde (33 installaties) staat er nog een Oost-Vlaamse stad in de top 20.
NOTEER ALVAST DE VOKA POLITICA IN LOCHRISTI OP 16 MEI, IN ZOTTEGEM OP 24 MEI EN IN ERPE-MERE OP 13 JUNI.
Neem zeker ook een kijkje op onze pagina rond belangenbehartiging met diverse domeinen waarin Voka jouw belangen behartigt.
EN VERSTERKT ZO LOKALE PROJECTEN MET FOCUS OP MENS EN OMGEVING
Al meer dan tien jaar lang werkt Sportaround aan een programma van sportieve activiteiten voor Gentse kinderen. Met de steun van Streekfonds Oost-Vlaanderen, #EenhartvoorGent, wil de organisatie het aanbod verder uitbreiden. De Sportbox past perfect binnen het sociale engagement van hygiënespecialist Christeyns die inzet op kleinere, lokale projecten.
Bashir Abdi, de winnaar van de bronzen medaille op de olympische marathon, en Bert Misplon leerden elkaar bijna 20 jaar geleden kennen tijdens een animatorcursus. Het was het begin van een hechte vriendschap die ook uitmondde in een mooi maatschappelijk project, de vzw Sportaround. “Door middel van sport willen we kinderen en jongeren ontwikkelkansen geven”, vertelt Bert Misplon. “Door de jaren heen hebben we onze werking fors kunnen uitbreiden. Het begon met de organisatie van naschoolse sportlessen in en rond Gent. Een laagdrempelige sportactiviteit in een vertrouwde omgeving onder begeleiding van een ervaren lesgever. Daarna zijn we gestart met een wijkwerking waarbij de kinderen wekelijks de kans krijgen om te bewegen en te ontspannen. Kinderen die de sportmicrobe helemaal te pakken hebben en willen aansluiten bij een sportclub, kunnen ook op ons rekenen. We doen aan trajectbegeleiding zodat ze snel de weg naar de juiste sportclub vinden.”
Ruim een jaar geleden deed zich een unieke opportuniteit voor.
“Samen met twee andere organisaties kregen we de toelating om op de voormalige site van hockey- en tennisclub Gantoise allerhande activiteiten op te zetten”, vertelt Bert Misplon. “Het is een tijdelijk project want op termijn komt er een nieuwe woonwijk op de site. Tot dan is de SPortspOT een plaats waar iedereen kan samenkomen om te sporten en te genieten.”
Voor dit project kon Sportaround vorig jaar al rekenen op de steun van Streekfonds Oost-Vlaanderen. Dit jaar heeft de organisatie een nieuw project ingediend. “We zien vaak dat kinderen die opgroeien in een maatschappelijk kwetsbare omgeving in de zomervakantie een beetje aan hun lot worden overgelaten. De dagelijkse routine van de school valt weg, de meeste sportclubs sluiten voor even hun deuren en de sportkampen zijn financieel niet haalbaar. Speciaal voor deze kinderen willen we onze werking uitbreiden zodat ze ook tijdens de zomervakantie op een structurele en laagdrempelige manier kunnen blijven sporten”, zegt Mats Verbist van Sportaround. “De Sportbox is een kist vol duurzaam sportmateriaal waarmee onze begeleiders één- of tweemaal per week naar een viertal Gentse wijken zullen komen. Concreet komt het erop neer dat we onze sterke jaarwerking doortrekken naar de zomermaanden.”
Om al deze activiteiten te financieren, organiseert Sportaround sportieve evenementen voor volwassenen. Maart staat in het loopwereldje intussen al bekend als de Gentse loopmaand met onder andere de Gent Trail, de halve marathon en een aflossingsmarathon.
Dit jaar stond er ook een team van Christeyns, de Gentse producent van reinigings- en ontsmettingsmiddelen aan de start van de aflossingsmarathon. “Zonder het te weten, hebben we toen
al Sportaround ondersteund. Ons engagement voor #EenhartvoorGent past volledig in onze bedrijfsfilosofie”, reageert Valérie Bostoen van Christeyns. “We kiezen er als multinationaal bedrijf bewust voor om kleinere, lokale projecten te ondersteunen.
We willen dit graag op een professionele manier doen en daarom hebben we de Christeyns Foundation opgericht die gespekt wordt met een deel van de bedrijfswinsten”, besluit Jef Wittouck, managing director bij Christeyns en voorzitter Voka Oost-Vlaanderen.
www.streekfondsoostvlaanderen.be
56 lokale initiatieven kunnen dit jaar rekenen op steun van Streekfonds Oost-Vlaanderen
De Sportbox van VZW Sportaround is één van de 56 projecten die dit jaar steun krijgt via het streekfonds. Het belang van een fijnmazig sociaal weefsel en lokale solidariteit zijn superbelangrijk voor het welzijn van de mensen. Letterlijk achter de hoek gaan zij aan de slag om hun verbindend project te realiseren. Het gaat niet alleen over geld inzamelen, de impact gaat ook dieper. Deze initiatieven zorgen voor community building
Vorig jaar vloeide er bijna 370.000 euro naar de projecten, de som van opgehaalde middelen via crowdfunding en verdubbeling door Streekfonds Oost-Vlaanderen. Voor dit jaar mikken we op 500.000 euro.
En iedereen kan hieraan bijdragen als donateur van een kleine gift. Samen maken we een immens verschil. Impact creëren op maatschappelijke noden, samen met onze meer dan 80 partnerbedrijven die zich hiervoor inzetten, dat is de missie van Streekfonds Oost-Vlaanderen.
Scan de QR-code en ontdek welke initiatieven in jouw buurt jij als ondernemer kan steunen met een kleine gift.
Strabag Belgium is al meer dan een halve eeuw actief in ons land en in die periode is het bedrijf uitgegroeid tot één van de toonaangevende spelers. Sinds kort ligt de focus vooral op enkele kernmarkten zoals industrie, gezondheidszorg en utiliteitsbouw. “Hoe complexer het project, hoe liever we het hebben”, klinkt het bij Tom Bosman en Glenn De Letter.
De internationale bouwgroep Strabag SE wil tegen 2040 klimaatneutraal zijn. Dat is de belofte die kersvers CEO Klemens Haselsteiner maakte bij zijn aantreden. Die ambitie betekent een enorme uitdaging voor de 75.000 medewerkers van de beursgenoteerde groep die samen een omzet van 16 miljard euro realiseren. “De bouwsector evolueert razendsnel. Digitale transformatie, duurzaamheid en circulariteit… Het zijn maar enkele van de uitdagingen waarvoor we staan. Er is echter geen weg terug”, benadrukt Tom Bosman. Hij is technisch directeur bij Strabag Belgium voor de regio Zuid-West die actief is in Oost- en West-Vlaanderen, Brussel, Wallonië en het Groothertogdom Luxemburg.
Het was in 1965 dat Strabag in België begon met bouwactiviteiten. In enkele decennia tijd is het bedrijf uitgegroeid tot één van de toonaangevende spelers van ons land. “Vroeger waren we in zowat elk segment van de bouwsector actief”, zegt financieel en administratief directeur Glenn De Letter die al 27 jaar voor Strabag werkt. “Sinds kort is er meer focus op enkele kernmarkten zoals industrie, gezondheidszorg en utiliteitsbouw. Daarnaast werken we ook regelmatig samen met residentiële opdrachtgevers die op zoek zijn naar een solide partner.”
Op het visitekaartje staan inmiddels al heel wat mooie referenties: industriële projecten voor VPK, Volvo Gent en Procter & Gamble, het zwembad Neptunium in Schaarbeek, het Kinderziekenhuis Sint-Elisabeth (UZ Gent), enzovoort. Het absolute paradepaardje is echter de bouw van het internationale hoofdkantoor van Booking.com in Amsterdam. Het multifunctionele gebouw met een oppervlakte van meer dan 70.000 m² is één van de grootste binnenstedelijke projecten van West-Europa. “Onze mensen houden van uitdagingen en dat op
verschillende vlakken: techniek, timing, logistiek, … Hoe complexer het project, hoe liever we het hebben.
Puur technisch kennen we (bijna) geen limieten”, zegt Tom Bosman.
Strabag Belgium heeft het statuut van algemeen aannemer klasse 8 en telt 230 werknemers waarvan een 100-tal arbeiders. “Daarnaast werken we zoveel als mogelijk samen met lokale onderaannemers. We beschouwen hen als echte partners voor onze projecten”, aldus Glenn De Letter.
Innovatie staat hoog op het prioriteitenlijstje bij Strabag. “Nog niet zo lang geleden zijn we op bezoek geweest bij de onderzoeksafdeling van de groep in Stuttgart die maar liefst 1500 werknemers telt. Zij zijn onder andere bezig met nieuwe technologieën zoals bewapening zonder staal, lichtgevend asfalt, beton zonder cement enzovoort. Als dochteronderneming kunnen we een beroep doen op de unieke knowhow van een wereldspeler”, vertelt Tom Bosman.
In deze moderne tijden is BIM-technologie (building information system) compleet onmisbaar geworden. Bij Strabag wordt het systeem systematisch toegepast. “Door het bouwen van een digitale tweeling – één keer virtueel in 3D, één keer op de werf zelf – krijg je alle betrokken partijen op dezelfde lijn”, aldus Tom Bosman. “De voordelen zijn duidelijk: minder fouten in ontwerp en bouw, een betere onderlinge communicatie en samenwerking en uiteindelijk tijds- en kostenbesparing.”
Tom Bosman en Glenn De Letter: “Als dochteronderneming kunnen we een beroep doen op de unieke knowhow van een wereldspeler.”De raad van bestuur heeft Peter Feld (57) met onmiddellijke ingang aangesteld als nieuwe CEO van de Barry Callebaut Group. De Duitser volgt Peter Boone op die om persoonlijke redenen terugtreedt.
Feld, voorheen CEO van Jacobs Holding, heeft leiderschapservaring in bedrijven op bijna elk continent. Hij leidde GfK, een van ‘s werelds toonaangevende marktonderzoekbureaus, en WMF Group, een bedrijf in premium kookgerei en professionele automatische koffiemachines voor particuliere en professionele klanten. Daarnaast deed hij tientallen jaren ervaring op in leidende posities in de consumptiegoederenindustrie, bij Procter & Gamble, Johnson & Johnson en Beiersdorf. Als voormalig vicepresident van de Duitse merkenvereniging heeft hij ook een sleutelrol gespeeld bij het bevorderen van duurzame ontwikkeling voor de industrie.
barry-callebaut.com
Hout-Bois van Steenberge neemt collega van Hoorebeke Timber over
Benoît en Véronique Clarysse-van Steenberge kondigden onlangs de overname aan van van Hoorebeke Timber, één van de belangrijkste Belgische spelers in de sector van de invoer en distributie van hout. Benoît Clarysse, gedelegeerd bestuurder van Hout-Bois van Steenberge: “van Hoorebeke Timber is al acht generaties lang een gerespecteerd bedrijf in onze sector. Hun team heeft een indrukwekkende staat van dienst in het importeren, opslaan, drogen en schaven van houtsoorten uit de hele wereld en de distributie van houtproducten in Europa. De vestiging in North Sea Port is strategisch gelegen met zijn zeer efficiënte houtterminal voor de invoer van houtproducten vanuit de hele wereld en de uitvoer ervan in heel Europa. Beide bedrijven, Hout-Bois van Steenberge en van Hoorebeke Timber, zullen onder hun eigen merk blijven opereren en hun respectievelijke markten blijven ontwikkelen.”
vansteenberge.be - vanhoorebeke.com
Op 16 maart werden voor de achtste keer de Best Brands Awards uitgereikt, de jaarlijkse bekroning voor sterke Belgische merken en een initiatief van onderzoeksbureau GfK en communicatiebureau the Serviceplan.
In de categorie Best Kitchen Retail Brand ging de award naar èggo Kitchen & House. De bekroning is een opsteker voor het Belgisch familiebedrijf dat precies 15 jaar bestaat. Het is vandaag actief in België, Luxemburg, Spanje, Senegal en het Midden-Oosten. Èggo ontwerpt, levert en installeert jaarlijks meer dan 20.000 keukens. In de showrooms van de keten vind je naast keukens ook dressings, meubilair voor livings en voor badkamers en andere opbergoplossingen.
De voorbije maanden opende het nog nieuwe filialen in Lochristi en Veurne, wat het totaal op 55 brengt voor België.
eggo.be
Peter Feld, nieuwe CEO van de Barry Callebaut Group Van links naar rechts: Paul David, Catherine Dejonghe en Renato BottiglieriWat is een ‘(onder)aanneming’ precies en omschrijf ik de overeenkomsten met freelancers best als ‘overeenkomst onderaanneming’ of als ‘dienstverleningsovereenkomst’?
Op grond van cassatierechtspraak wordt ‘aanneming’ gekwalificeerd als de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt om tegen een prijs een intellectueel of stoffelijk werk uit te voeren of een dienst te presteren in volle onafhankelijkheid, d.i. zonder vertegenwoordigingsbevoegdheid en zonder in ondergeschikt verband te staan t.a.v. de opdrachtgever. Een ‘onderaanneming’ is een overeenkomst waarbij de hoofdaannemer voor de uitvoering van zijn opdracht, geheel of gedeeltelijk laat uitvoeren door een door hem gekozen partij. Opdat sprake kan zijn van ‘onderaanneming’, dient de overeenkomst tussen jou en jouw klanten aldus zelf ook gekwalificeerd te worden als een ‘aanneming’.
De term ‘aanneming’ wordt in de praktijk en in de rechtspraak meestal gebruikt in haar enge betekenis, met name de overeenkomst met betrekking tot de constructie van een bouwwerk. Andere prestaties, zoals advies en studies, worden eerder omschreven als een overeenkomst tot levering van ‘dienstenprestaties’ en dus een ‘dienstverleningsovereenkomst’. Om verwarring te vermijden in de praktijk is het aldus aangewezen om eerder te spreken van een ‘dienstverleningsovereenkomst’ en ‘dienstverlener’ in plaats van ‘overeenkomst onderaanneming’ of ‘aannemer’,
hoewel dit juridisch niet strikt noodzakelijk lijkt te zijn.
Wat zijn de aandachtspunten voor een “overeenkomst onderaanneming”?
• EVENWICHTIGE CLAUSULES: Het wordt geadviseerd om clausules zoveel mogelijk wederkerig en evenwichtig te maken. Op grond van de b2b-wet zijn contractuele clausules die een kennelijk onevenwicht tussen de rechten en plichten van partijen creëren echter nietig. Denk aan de clausules m.b.t. beëindiging in geval van fouten, aansprakelijkheid, vertrouwelijkheid en geheimhouding, etc.
• RISICO HERKWALIFICATIE ARBEIDSOVEREENKOMST: Vermijd clausules die instructies/controle opleggen aan de consultant /onderaannemer (bv. wekelijks schriftelijk verslag, verplichting uitvoering van de opdrachten in jouw kantoren of bij de klant, ophalen van materiaal in jouw kantoor/magazijn …). Deze maken het risico op een herkwalificatie als arbeidsovereenkomst immers groter. Het is belangrijk dat de consultant/ onderaannemer zijn opdrachten in volle onafhankelijkheid en zonder band van ondergeschiktheid kan uitvoeren.
• NIET-CONCURRENTIE:
- Clausules die beschrijven dat de consultant/onderaannemer geen enkele dienstverlening mag verlenen aan de klanten vanuit mededingingsperspectief kan te ruim zijn;
- De combinatie tussen een forfaitaire schadevergoeding en de mogelijkheid tot vordering van hogere schadevergoeding is mogelijks nietig onder het nieuwe verbintenissenrecht.
• NIET-AFWERVING
Deze vraag werd beantwoord met de hulp van Deloitte.
Heb je een vraag voor Voka Oost-Vlaanderen en zijn netwerk?
Stuur je vraag dan naar ikvraaghet@voka.be of stel je vraag via onderstaande QR-code.
Terwijl de federale regering kibbelt hoe de pensioenen betaalbaar te houden en het begrotingstekort te verminderen en de Vlaamse regering zoet is met stikstof, hoogspanningslijnen en zonnepanelendiscussies, stoomt op Europees niveau de duurzaamheidstrein met nieuwe verplichtingen stevig verder.
Op het ogenblik van dit schrijven bereikten het Europees Parlement en de Raad een voorlopig akkoord om de hoeveelheid hernieuwbare energie tegen 2030 op te drijven tot 42,5% waar die drempel voorheen nog op 32% stond. Sinds 5 januari 2023 is de Richtlijn (EU) 2022/2464 duurzaamheidsrapportering voor ondernemingen (CSRD) van kracht. Vanaf boekjaar 2024 moeten ondernemingen gedetailleerd rapporteren over de maatschappelijke en ecologische impact van hun activiteiten. Ook de invloed van duurzaamheidsrisico’s en opportuniteiten op de financiële gezondheid van de ondernemingen dient bekendgemaakt. Die wederkerigheid staat bekend als de ‘dubbele materialiteit’.
Dit rapport moet de beleggers, de stakeholders en de maatschappij beter in staat stellen de niet financiële prestaties van een onderneming te beoordelen. Het einddoel is om ondernemingen aan te moedigen hun ondernemingsmodel en activiteiten aan te passen aan de doelstelling van het Verdrag van Parijs. Het duurzaamheidsrapport gaat evenwel over meer dan alleen het klimaat.
Duurzaamheidscomponent
Het bestuursverslag moet een duurzaamheidscomponent bevatten met informatie over a) het ondernemingsmodel en -strategie; b) de doelstellingen en strategie ten aanzien van duurzaamheidsfactoren; c) de rol van het bestuur inzake de duurzaamheid; d) het duurzaamheidsbeleid, e) informatie over stimuleringsmaatregelen ten gunste van het bestuur gerelateerd aan duurzaamheidsfactoren; f) het due diligence proces inzake duurzaamheid; g) de risico’s die
met de duurzaamheidskwesties verbonden zijn en h) de indicatoren die van belang zijn met betrekking tot de hierboven vermelde informatie. De informatie moet de waardeketen van de onderneming, met inbegrip van haar producten en diensten, haar zakelijke betrekkingen en haar toeleveringsketen meenemen.
ESRS
Om de rapportering in de Europese Unie in goede banen te leiden zijn er EUduurzaamheidsverslaggevingsstandaarden (of ‘ESRS’) opgesteld. Een eerste reeks van twaalf dergelijke standaarden is inmiddels bekend. Deze worden weldra met direct werkende Europese wetgeving ingevoerd (vermoedelijk deze zomer). Twee standaarden hebben een algemene strekking; vijf standaarden slaan op het milieu (klimaatwijziging, vervuiling, watergebruik, biodiversiteit en circulaire economie); vier standaarden kennen een meer sociaalrechtelijke invalshoek (werknemers, werknemers in de waardeketen, betrokken belanghebbenden en consumenten en eindgebruikers) en de laatste standaard heeft betrekking op het ondernemingsbeleid. Alles samen beslaan deze standaarden ruim driehonderd pagina’s. Andere standaarden, onder meer deze toegespitst op de rapporteringsverplichtingen van kleine en middelgrote ondernemingen, zijn op komst.
Rapportering
Ook de wijze van rapportering wordt aangepakt. De informatie moet worden ontsloten in een gespecifieerd elektronisch verslagleggingsformaat. Een zogenaamde ‘assurance’ toetst dit duurzaamheidsverslag. Het betreft een conformiteitsbeoordeling die een beperkte mate van zekerheid geeft dat het verslag in overeenstemming is met de rapporteringsverplichtingen. De commissaris of een onafhankelijke verlener van assurancediensten voert deze toets uit.
Rapporteringsverplichtingen
De nieuwe rapporteringsverplichtingen gaan stapsgewijze in. Voor grote beursgenoteerde
ondernemingen met meer dan 500 werknemers vanaf boekjaar 2024, voor andere al dan niet genoteerde grote ondernemingen die aan tenminste twee criteria – omzet 40 miljoen EUR, activa 20 miljoen EUR, minimaal 250 werknemers – voldoen, vanaf boekjaar 2025 en voor genoteerde kleine en middelgrote ondernemingen vanaf boekjaar 2026. Dit zijn de rapporteringsplichtige ondernemingen maar een veelvoud aan ondernemingen zal indirect met deze CSRD te maken krijgen omdat zij als dochtervennootschap, toeleverancier of afnemer informatie zullen moeten verstrekken aan CSRDplichtige ondernemingen.
Auteur: Christoph Van der Elst
Leopoldlaan 48 - 9300 Aalst Congreslaan 6 - 9000 Gent
Om te voorkomen dat schuldeisers beslag kunnen leggen op de gezinswoning van een zelfstandige, kan deze onbeslagbaar worden verklaard via een notariële verklaring
Principe
Elke zelfstandige die in België actief is, kan de gezinswoning onbeslagbaar laten verklaren. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt of er sprake is van vrije beroepers, bestuurders, hoofdberoep, bijberoep of een zelfstandige activiteit na pensionering.
De verklaring moet gebeuren voor de notaris en bevat een gedetailleerde beschrijving van de woning en vermelding van de eigen, gemeenschappelijke of onverdeelde rechten. Indien de zelfstandige gehuwd is, is de instemming van de echtgenoot vereist ongeacht het huwelijksstelsel en het eigen, gemeenschappelijk of onverdeeld karakter van het onroerend goed.
De bescherming eindigt bij overlijden van de zelfstandige. Hierdoor blijven de erfgenamen nog bescherming genieten t.a.v. vroegere schulden. Er komt tevens geen einde aan de bescherming bij scheiding, verandering van zelfstandige activiteit, verlies van hoedanigheid van zelfstandige of faillissement.
Bij een verkoop zal de verkregen verkoopprijs niet vatbaar zijn voor beslag ten aanzien van professionele schuldeisers wiens schuldvorderingen zijn ontstaan na het overschrijven van deze verklaring op het hypotheekkantoor. Dit op voorwaarde dat de verkregen geldsommen binnen een termijn van één jaar, te rekenen vanaf de datum van de authentieke akte, door degene die de verklaring heeft gedaan, wederbelegd worden om een onroerend goed aan te kopen waar zijn hoofdverblijfplaats is gevestigd. Er zal voor de nieuwe gezinswoning opnieuw een verklaring van onbeslagbaarheid moeten worden afgelegd.
Indien er afstand wenst gedaan te worden van de onbeslagbaarheid, dient er opnieuw naar de notaris te worden gegaan.
Gezinswoning en gebruik
Onder gezinswoning wordt de hoofdverblijfplaats van het gezin of de alleenstaande verstaan. Meestal gaat het om het domicilieadres. Echter is het niet omdat de zelfstandige zijn duurste woning opgeeft als domicilieadres, dat dit ook de effectieve gezinswoning is. Het gaat om een puur feitelijke situatie: de gezinswoning is de woning waar het gezin of de alleenstaande gewoonlijk leeft (het grootste deel van het jaar). Een tweede verblijf komt niet in aanmerking.
Daarbij zijn er ook nog enkele bijzonderheden van toepassing:
• In geval de zelfstandige de woning in onverdeeldheid bezit omdat de echtgenoot de andere helft bezit, heeft de onbeslagbaarheid enkel betrekking op het aandeel van de zelfstandige.
• Bij opsplitsing van de zakelijke rechten op de woning, slaat de onbeslagbaarheid enkel op het aandeel waarover de zelfstandige beschikt. Te denken valt aan de situatie waarin de bedrijfsleider enkel de blote eigendom heeft op de woning en het vruchtgebruik bij de vennootschap zit.
• In geval van gemengd gebruik dient de notariële verklaringsakte duidelijk het onderscheid te vermelden tussen het woon- en beroepsgedeelte. Wanneer de woning voor minder dan 30% beroepsmatig wordt gebruikt, geniet de volledige woning bescherming. Wanneer het beroepsgedeelte meer dan 30% bedraagt, dan heeft de onbeslagbaarheid enkel betrekking op het woongedeelte van de gezinswoning.
De gezinswoning zal enkel bescherming bieden t.a.v. schulden m.b.t. de professionele activiteit van de zelfstandige, dus de beroepsschulden
Gemengde schulden, dus schulden die ook deels privé zijn, schulden als gevolg van een (beroepsmatig) misdrijf en schuldvorderingen op basis van een kennelijke bestuursfout die heeft bijgedragen tot faillissement vallen niet onder het toepassingsgebied.
Wanneer je al een zelfstandige activiteit uitoefent, maar nog niet hebt geopteerd voor de onbeslagbaarheid van de woning, laat u dit best zo snel mogelijk doen om u preventief in te dekken. Let wel: de onbeslagbaarheid geldt enkel voor de beroepsschulden die ontstaan zijn na overschrijving op het hypotheekkantoor.
Kostprijs
Een verklaring van onbeslagbaarheid van de gezinswoning kost tussen de 1000 en 1250 EUR. Heeft u bijkomende vragen, opmerkingen of hulp nodig hierbij? Neem vrijblijvend contact op en wij helpen u graag verder!
Uw boekhouding digitaal, advies in mensentaal
Terranova Hydrogen is de nieuwe vennootschap die werd opgericht door Terranova, Luminus en Nippon Gases Belgium. De drie bedrijven werken samen aan de bouw en exploitatie van een installatie voor de productie van groene waterstof op de Zonneberg in Zelzate.
De drie bedrijven willen op de Zonneberg samenwerken aan de bouw en exploitatie van een elektrolyse-eenheid van 2,5 MW voor de productie van groene waterstof, inclusief opslagcapaciteit en een compressie- en vulstation. Bovendien bestaat de mogelijkheid om de installatie verder uit te breiden tot 5 MW.
Van brownfield tot productiecentrum voor groene energie
De groene waterstof zal geproduceerd worden op de terreinen van Terranova op de Zonneberg in North Sea Port te Zelzate met lokaal opgewekte groene stroom. DEME, Jan De Nul en Aertssen, de aandeelhouders van Terranova, slaan al meer dan 10 jaar de handen in elkaar om deze voormalige brownfield om te vormen. Op Terranova ligt inmiddels
een groot zonnepark. Hiermee wordt de conversie van het voormalige brownfield naar een productiecentrum voor groene energie verdergezet. Daarnaast is de locatie centraal gelegen langs de ring R4 rond de Gentse haven, op een kruispunt van snelwegen Antwerpen-Brugge en Rijsel-Rotterdam en ook langs het kanaal Gent-Terneuzen.
In het kader van de uitrol van de ‘Vlaamse waterstofvisie’ heeft de Vlaamse regering eind 2022 een strategische steun van 4,33 miljoen euro toegekend aan Terranova Hydrogen. Ondertussen werd ook de vergunning bekomen en startte Terranova met de voorbereidende werkzaamheden op het terrein. De productie van de eerste waterstofmolecule is voorzien begin 2025.
De goederenoverslag via zeevaart in North Sea Port nam in het eerste kwartaal van 2023 met 4% af door een daling bij vooral de vloeibare bulkgoederen. Dit is de eerste daling sinds ruim twee jaar. De EU-sancties tegen Rusland laten zich in de overslag steeds verder voelen.
In het eerste kwartaal van 2023 boekten de bedrijven in North Sea Port 17 miljoen ton goederenoverslag via zeevaart. In vergelijking met dezelfde periode in 2022 is dit een daling van 4%. Deze daling is enerzijds opmerkelijk want sinds het derde kwartaal van 2020 – het dieptepunt van de covidcrisis – bleef de maritieme goederenoverslag kwartaal na kwartaal stijgen met het absolute recordjaar van 2022 tot gevolg. Anderzijds werd in de tweede helft van dit recordjaar duidelijk dat deze groei niet zou aanhouden. Sinds het begin van dit jaar was de verwachting dan ook dat de goederenoverslag naar 5 tot 6 miljoen ton per maand zou normaliseren. De goederenoverslag via zeevaart voor het eerste kwartaal ligt in lijn met deze verwachting.
In het eerste kwartaal van 2023 kende de overslag van droge bulk via zeevaart een kleine toename, andere segmenten kenden minder overslag waardoor na het sterkste jaar
2022 een trendbreuk is ingezet. De overslag van droge bulk kent een kleine stijging (+1%) en bedraagt 9,5 miljoen ton. De oliehoudende zaden en de ertsen nemen toe, de overslag van steenkool, gips, meststoffen, cement en schroot nemen af. Met name de daling van vloeibare bulk (-13,9%) zorgt voor de lagere kwartaalcijfers en komt uit op 3,6 miljoen ton. De daling is te zien bij de vloeibare petroleumproducten en de chemische basisproducten.
De totale overslag via binnenvaart in het eerste kwartaal van 2023 bedraagt 15,3 miljoen ton, een daling van 6,7%. Deze dip is voornamelijk op te tekenen in de overslag van droge bulkgoederen. Net zoals bij de overslag via zeevaart is ook dit kwartaal voor binnenvaart een trendbreuk sinds de stijgende goederenoverslag die aanving eind 2020.
Geopolitieke omstandigheden laten zich in dit eerste kwartaal in 2023 nu wel duidelijk
zien. Rusland is na dit eerste kwartaal de 7de handelspartner geworden. Met een totale overslag van 0,9 miljoen ton goederen kent het een terugval met bijna de helft. Voor de oorlog stond Rusland nog op nummer één. Deze daling wordt opgevangen door extra overslag uit voornamelijk Australië.
In het eerste kwartaal van vorig jaar waren de gevolgen van de oorlog voor de handel met Oekraïne ook nog niet zichtbaar. In het eerste kwartaal van dit jaar is dat met een terugval van bijna een vijfde echter wel het geval. Deze overslag is nog wel goed voor bijna 300.000 ton.
Opmerkelijk is dat Polen met een groei van 184% naar 0,5 miljoen ton intussen de 15e handelspartner is. Dit bevestigt dat granen uit Oekraïne ook via landen als Polen over het water naar West-Europa komen. Bij Roemenië doet zich hetzelfde fenomeen voor: een stijging van de overslag met 144%. In absolute cijfers blijft dit eerder beperkt tot 0,1 miljoen ton.
De recente onthullingen over toxisch leiderschap en grensoverschrijdend gedrag bij een befaamd kinderpark zijn ontluisterend. Maar wat nog het meest verbaast, zijn niet de aard van de klachten. Wel dat het zo lang geduurd heeft voor er officiële klachten boven water kwamen. En dat blijkt jammer genoeg niet zo uitzonderlijk, weet dr. Gretel Schrijvers, CEO van Mensura groep.
In de nasleep van enkele spraakmakende zaken rond grensoverschrijdend (seksueel) gedrag in binnen- en buitenland leek het erop alsof er maatschappelijk een kantelpunt was bereikt. Slachtoffers zouden minder terughoudend zijn bij het aanklagen van wantoestanden. Ik geloof nog steeds graag dat zo’n effect effectief bestaat. Maar het mag ons niet blind maken voor wat er nog onder de radar passeert.
En dat blijkt nogal wat. Een onderzoek van uitzendbureau Tempo-Team en de KU Leuven toont aan dat de drempel om naar een vertrouwenspersoon of preventieadviseur te stappen te hoog ligt. Amper één op de tien werknemers zegt bij ongewenst gedrag de vertrouwenspersoon op te zoeken. In de eerste plaats zoeken ze gehoor bij collega’s of een leidinggevende.
WAAR KNELT HET SCHOENTJE?
Het is dus maar de vraag of werknemers voldoende op de hoogte zijn over wie de aanspreekpunten zijn voor klachten over grensoverschrijdend gedrag
(de vertrouwenspersoon, de psychosociaal preventieadviseur en de arbeidsarts). Misschien zelfs wie precies die personen zijn op de werkvloer en vooral, hoe ze te bereiken. Elke organisatie is wettelijk gezien verplicht om via het arbeidsreglement en affiches deze informatie bekend te maken, maar het (b)lijkt niet te volstaan.
Voor sommigen is dat aanleiding om voor te stellen een onafhankelijk meldpunt op te richten. Persoonlijk vind ik dat geen goed idee. We hebben geen nieuwe organen nodig, maar dienen de bestaande (beter) bekend te maken en ze correct (lees: meer) te gebruiken. Extra kosten voor de werkgever en meer complexiteit brengen in deze geen zoden aan de dijk.
Laat me duidelijk zijn: voor universiteiten en hogescholen ligt dit enigszins anders. Studenten zijn geen werknemers en hebben geen directe toegang tot een externe dienst. Daar zou een uitbreiding van de welzijnswetgeving een zinvolle stap kunnen zijn.
Een heel belangrijk element in dit verhaal is de heersende bedrijfscultuur. Als een CEO zich als een bullebak gedraagt, en daar door niemand op aangesproken wordt, dan ontstaat een sfeer van stilzwijgende goedkeuring. Misschien zet het zelfs aan tot navolging.
Inzetten op een positief arbeidsklimaat en psychosociaal welzijn bespreekbaar maken op de werkvloer zijn daarom een must. Bovendien zullen collega’s in organisaties met een veilig klimaat sneller bij elkaar aftoetsen of bepaalde gedragingen als grensoverschrijdend ervaren worden. Is dat het geval, dan zullen ze makkelijker voorstellen om naar de vertrouwenspersoon of preventieadviseur te gaan.
VEILIG KLIMAATMet wetenschappelijk onderbouwde vragen bouwde Wenite een softwaretool waar werknemers een welzijnsscore uit kunnen halen en opvolgen. Daarmee wil de Gentse start-up op consistente basis advies geven welke acties bedrijven op touw kunnen zetten rond welzijn en vooral welke impact die voortbrengen. “Zo tasten bedrijven niet langer in het duister en krijgen werknemers een persoonlijke aanpak. Welzijn is immers voor iedereen een ander begrip.”
Bedrijf
Het welzijn van medewerkers in een bedrijf verbeteren op basis van gefundeerde data die uit vragenlijsten voortkomen, is de missie van Wenite. De Gentse start-up wil daarvoor een brug slaan tussen aanbieders van welzijnsoplossingen en bedrijven die ze willen gebruiken voor hun werknemers”, legt medeoprichter Robin Vannieuwenhuijse uit. “Na een grondige marktanalyse en enkele gesprekken met mensen in een managementfunctie bleek er een grote vraag te zijn naar een tool die het welzijn mee helpt verbeteren en ook de impact zwart op wit kan aantonen. Bedrijven hebben er namelijk veel voor over om mensen aan boord te houden. De werknemerservaring is een groot argument in de zoektocht naar werk bij de jongere generaties.”
Met eigen software wil Wenite kmo’s en grote bedrijven helpen. “Afhankelijk van de fase waarin ze zich bevinden, kiezen ze voor een
instapmodel of een meer geavanceerde aanpak. Onze vragenbibliotheek bestaat nu uit een 400-tal vragen die wetenschappelijk onderbouwd zijn. We proberen zoveel mogelijk aspecten te betrekken want welzijn wordt vaak gezien als containerbegrip. Het gaat onder meer over teamcohesie, feedback, privé-werkbalans of mentale gezondheid. Medewerkers bepalen zelf de regelmaat van de vragen die ze binnenkrijgen. Op basis van de antwoorden die ze geven, worden de vragen specifieker aan de hand van artificiële intelligentie die we toepassen. Het is zoals een gepersonaliseerde coach die je in jouw broekzak meedraagt.”
Wenite is het geesteskind van Robin Vannieuwenhuijse en Jasper Dezwaef. Ze leerden elkaar kennen bij hun vorige werkgever. “We werkten beiden voor een marktonderzoeksbureau waar ik analyst-developer was en Jasper gelijktijdig zijn doctoraat in
de psychologie had opgestart”, vertelt Robin. “Toen hij deze aan het afronden was en ik mijn carrière een nieuwe wending gaf door freelance te werken, brak de pandemie uit. Een ideale gelegenheid voor lange gesprekken over de impact van hybride werken op onze naaste omgeving en onze ervaringen met vragenlijsten die peilden naar mentale gezondheid. Na wat marktonderzoek was ons bedrijfje geboren. Intussen zijn we met een team van zes mensen. Jasper houdt zich bezig met business development en marketing, terwijl ik product development en de technische kant van onze software behartig. Een datawetenschapper, onderzoeker en twee ontwikkelaars vervolledigen ons team.”
“Vaak doen bedrijven acties rond welzijn op buikgevoel of op basis van een jaarlijkse bevraging. Ze merken vervolgens ook dat niet alle medewerkers de vragen even consequent invullen omdat ze er de meerwaarde
niet van inzien. Bovendien zijn sommige acties die eruit voortvloeien gebaseerd op snapshots, one size fits all of vijgen na Pasen. Je kunt er moeilijk een volledig welzijnsbeleid aan ophangen. Dat wilden we veranderen. Tussen pot en pint verweefden Jasper en ik onze psychologische en technische kennis. Ik vind het immers enorm uitdagend om op moeilijke vraagstukken een oplossing te formuleren waar technologie een helpende hand in kan zijn.”
Dat welzijn na de coronaperiode nog meer aan belang wint, verbaast Robin niet. “De war for talent woedt nog hevig en daardoor halen werkgevers alles uit de kast. Maar het is heel moeilijk om aan te tonen of welzijnsacties ertoe doen. Er zijn nauwelijks tools die de effecten kunnen meten en proactief handelen. Dat komt ook omdat er weinig continuïteit is in data. Die gegevens zijn wel nodig als je een budget wilt besteden
aan welzijn. Met ons dashboard kan je de statistieken heel eenvoudig opvolgen en welzijnsacties plotten. Zo zie je mogelijke causale verbanden en breng je dus de impact goed in kaart.”
Wenite is volgens Robin ook de enige oplossing die het totaalplaatje overziet. “Er zijn tools waar je wel eenvoudig bevragingen mee opmaakt, maar hoe bepaal je dan de inhoud? Veel HR-diensten werken nog iets te veel op buikgevoel waardoor ze een aantal aspecten van welzijn over het hoofd zien. Aan de andere kant van het spectrum heb je de externe consultancypartners die gespecialiseerd zijn in een aantal vakgebieden en daardoor ook maar een deeltje van welzijn behelzen. Die kloof proberen we met Wenite te overbruggen door HR-diensten wat meer ruimte te geven zodat ze meer tijd hebben om zich met de essentie bezig te houden en aanbieders van oplossingen gerichter in te schakelen.”
“Dat niemand graag vragenlijsten invult, is een understatement”, zegt Robin fijntjes. “We proberen de vragen zo compact mogelijk te houden en de kaart van personalisatie te trekken. Ons model houdt ook rekening met het tijdstip waarop mensen de vragenlijst willen ontvangen. Daarnaast kan je ook punten verzamelen die je kan inwisselen voor oplossingen op maat in een soort marktplaats. Dat kan korting zijn voor een babysit om je work-lifebalans beter te respecteren of sportabonnementen om je fysieke gezondheid op peil te houden. Het zorgt ervoor dat de responsgraad op de vragenlijsten verhoogt, maar mensen schatten de tips en inzichten ook enorm naar waarde. Gelukkig maar (lacht). Bijkomend is het ook een uitdaging om een gulden middenweg te vinden in hoever je kan gaan met assumpties nadat iemand de vragen heeft beantwoord. Iemand die aangeeft zes uur te slapen ‘s nachts, is daarom nog geen slechte slaper. We moeten
© Danielle Rombautdus soms wel dubbel verifiëren vooraleer we inzichten geven.”
Welzijn is vaak nog wat taboe, maar ook daar ziet Robin gestaag verandering in komen.
“We merken dat dit bij de jongere generatie doorweegt in de keuze van werkgever. We doen de bevraging ook zowel bij bedienden als arbeiders. Bij die laatste groep is het soms nog wat zoeken naar geschikte manieren om hen te bereiken. Ze beschikken niet altijd over een e-mailadres dus houden we sessies op de middag of hangen we QR-codes zodat de stap naar de vragenlijst zo laagdrempelig mogelijk is.”
Grootste meevaller
“Hoe je het ook draait of keert, corona heeft onze tool in een stroomversnelling gebracht”, aldus Robin. “Het hele HR-beleid van een bedrijf stond plots voor een vernieuwingsoperatie. Dat welzijn nu belangrijker dan ooit is, bevestigt dat we op het juiste pad zijn. Daarnaast hebben we ons vanaf het begin omringd met een sterk netwerk van mensen met expertise waar we snel iets kunnen aan vragen.”
Toekomst
Op korte termijn willen Robin en Jasper hun team gevoelig uitbreiden. “In 2024 willen we graag verdubbelen in aantal medewerkers en plannen we een financieringsronde die hopelijk kan bijdragen aan die doelstelling. Met onze tool zijn we uniek in Europa en dat vertaalt zich dan ook in onze ambities. We willen uitgroeien tot een grote Europese speler die ook in Canada en de Verenigde Staten stevig voet aan wal kan zetten. Daar is immers al veel meer te doen rond welzijn. Momenteel verkennen we de buurlanden op
mogelijke partnerships. Maar het belangrijkste is dat we onze software sterker maken en medewerkers blijven motiveren om de vragenlijsten in te vullen. We kijken daarvoor ook naar hoe we onder meer Garmin- of Fitbittoestellen kunnen integreren met Wenite zodat je bijvoorbeeld je slaappatroon kan vergelijken met andere data. Zo willen we uitgroeien tot een centrale hub die alles rond welzijn verzamelt.”
Plato Young Leadership
Jasper en Robin laten zich graag inspireren door deel te nemen aan Voka-trajecten voor ondernemers. “Ik volg op dit moment het Plato-traject Young Leadership. Het is een groep van 15 ondernemers die met hun jonge bedrijven in een groeifase zitten. Een vertrouwde omgeving waarin we veel kennis en ervaring delen. Daar merk je snel dat je niet de enige bent met uitdagingen. Maandelijks komen we samen en soms komt er een expert langs die ons mee op sleeptouw neemt over manieren waarop je je team best begeestert, waar je profielen vindt die bij een start-up willen werken of hoe je aan de strategie van je bedrijf werkt. Een van mijn persoonlijke learnings was dat we meer onze successen moeten vieren. Vroeger gaven we elkaar al eens een vuistje, maar het is soms goed om stil te staan bij belangrijke mijlpalen en stoom af te laten (lacht).”
“Laat je meteen bijstaan door mensen die kaas hebben gegeten van ondernemen. En durf ook nee zeggen. Als starter wil je graag alle kansen verzilveren, maar dat kan soms verkeerd aflopen. We zijn altijd trouw gebleven aan onze visie. Als er geen match is, wees dan ‘brutaal’ eerlijk en kijk of je eventueel een
andere uitweg vindt. Het is goed om te luisteren naar de noden van je klanten maar hen er ook op te wijzen als ze zich vastklampen aan hun eigen idee.”
Klaar om je idee om te toveren tot je eigen bedrijf?
Als startende ondernemer zijn er een heleboel hordes die je moet nemen. Van de aanvraag van je ondernemingsnummer tot het kiezen van een boekhouder. Onze Voka-experts hebben de nodige ervaring en kennis om jou het juiste advies te geven.
Neem contact met sophia.debruyne@voka .be of vind alle info via de QR-code.
Ontdek zeker ook Voka Bryo en Plato Young Leadership, projecten die start-ups en scale-ups naar het volgende niveau brengen.
Je eigen bedrijf succesvol opstarten
“
Het is zoals een gepersonaliseerde coach die je in jouw broekzak meedraagt
ElaN Languages breidt opnieuw uit na overname Eloquentia
Talenbedrijf ElaN Languages uit Heusden-Zolder heeft Eloquentia overgenomen, een vertaal- en tolkenbureau uit het Oost-Vlaamse Mere.
ElaN Languages blijft daarmee op groeikoers. Eerder nam het al de Nederlandse vertaalbureaus Translavic en PassworD over. Met de recente overnames van B&D en The European House (ETH) kende ook opleidingspoot ElaN Learning een forse uitbreiding. Naast vertalingen biedt Eloquentia gespecialiseerde tolkdiensten aan. “Een uitstekende aanvulling op onze vertaaldiensten. Want met de ervaring en knowhow die Eloquentia door de jaren heeft opgebouwd, kunnen we onze positie op de tolkmarkt gevoelig versterken”, aldus Robrecht Belien, CEO van ElaN Languages.
eloquentia.biz - elanlanguages.com
Het voormalige hoofdkwartier van de failliete Optima Bank in Gent heeft een nieuwe eigenaar. ERA, de grootste vastgoedmakelaar van ons land, vestigt er tegen het einde van het jaar zijn nieuwe Gentse hoofdkantoor. De bijgebouwde kapel wordt helemaal gerenoveerd en CEO Johan Krijgsman zal er ook andere vastgoedgerelateerde bedrijven installeren. Het historische pand – in 1842 gebouwd voor de grootste textielfabrikant van Gent, Ferdinand Lousbergs – moet dienen als uitvalsbasis voor de verdere expansie van ERA in Gent. Zo opent ERA WONEN 2 kantoren in Gent en Gavere en komen er tegen eind 2025 al minstens 6 nieuwe kantoren in de regio bij.
“Ik heb een liefde voor architectuur en authentieke elementen die gebouwen karakter geven. Toen we dit pand vonden, zagen we vooral veel opportuniteiten om het in ere te herstellen. Voor de Gentenaars is het dan ook goed nieuws dat de historische waarde gewaarborgd blijft”, zegt Johan Krijgsman. ERA wil ook de Gentse proptech scene – bedrijven die technologische innovaties in de vastgoedsector ontwikkelen – een boost geven via dit pand.
era.be
Als bouwgroep werkt Camino Group zich al jaren uit de naad om duurzaamheid in elke vezel van hun beleid te verweven. Onlangs schaarde dochterbedrijf Durabrik zich bij een select clubje Belgische bedrijven die B Corp-gecertificeerd zijn, een prestigieuze erkenning voor duurzame en sociale inspanningen. En het belooft een boerenjaar te worden met In The Yard, een ultramodern kantorencomplex dat weldra opent. “In de bouwsector is er nog werk aan de winkel, maar je kan wel grensverleggende dingen doen.”
Met de premisse dat duurzaamheid niet altijd zichtbaar is, maakt bouwbedrijf Camino Group letterlijk komaf. Langs de E40 in Drongen kan je niet omheen het gloednieuwe kantorencomplex waar de holding de komende maanden de laatste hand aan legt. Het state-of-the-artproject, omgedoopt tot ‘In The Yard’, komt naast het huidige kantoor van de grootste dochter Durabrik te liggen en moet de duurzame ambities van de bedrijvengroep weerspiegelen.
Het familiebedrijf wil al lang toonaangevend zijn in de bouwsector en trekt daarvoor resoluut de kaart van duurzaamheid. Sinds 1996, wanneer Joost en Claudia Callens als tweede generatie Durabrik overnemen, gaat de groei in een stroomversnelling
door overnames en participaties. Nu telt het collectief 17 merken die onder het dak van Camino Group huizen (Durabrik, Istoir, Victor, Ecopuur, Plan E, In The Yard, Grondontwikkeling, Ebenti, Durabrik Invest, Durinvest, Patri-One, Veisters, Fyxt, Toontjeshuis, Miix, Homate en Coloc).
“Door bedrijven over te nemen in duurzame technieken zoals Ecopuur, maak je je snel die kennis eigen”, vertelt directeur ontwikkeling Wouter Coucke. “Daarnaast stelde de schaalgrootte van Durabrik ons in staat om meer budget te spenderen aan de duurzame transitie. Per slot van rekening wil je alle bedrijven onder de vleugels van Camino op dezelfde lijn krijgen en een olympisch duurzaamheidsminimum vooropstellen. Dat is een uitdagende evenwichtsoefening waar je alle medewerkers bij nodig hebt.”
Dat een langetermijnvisie van onmiskenbaar belang is, benadrukt Evelien van Kemenade maar al te graag. Als duurzaamheidscoördinator begeleidt zij alle bedrijven binnen de groep richting een duurzame werking. “Het helpt enorm dat de familie Callens een positieve nalatenschap wil voortbrengen die gestoeld is op duurzame drijfveren. Vorig jaar hebben we daar met het hele bedrijf een strategie rond uitgewerkt aan de hand van een heleboel workshops. Vijf hoofdthema’s staan centraal. Wat de ecologische thema’s betreffen, willen we emissievrij bouwen in de toekomst en zoveel mogelijk circulair werken door materialen te recupereren. Bij de projecten die we opleveren, willen we de biodiversiteit respecteren en verbeteren waar mogelijk, de waterhuishouding zo efficiënt mogelijk maken en de shift naar hernieuwbare energie maximaliseren.”
De overige thema’s draaien meer rond sociale duurzaamheid. “Veiligheid, gezondheid en inclusie zien we als één grote cluster die bedoeld is voor onze medewerkers, maar evengoed voor onze klanten. “We focussen immers op een heel breed woonaanbod”, vult Wouter aan. “Dat is overwegend voor de reguliere markt, maar even goed voor mensen met een bescheiden inkomen via sociale huisvesting als zorgbehoevenden via Toontjeshuis. En kennisborging is de rode draad doorheen de thema’s. Met Camino College krijgen alle medewerkers de kans om kennis over hun eigen bedrijf te delen met collega’s. Zo hebben we bijvoorbeeld met Victor en Istoir twee bedrijven die zich specialiseren in respectievelijk renovatie en restauratie. Zij zitten vaak samen en leren veel van elkaar. Zo blijven we onze mensen uitdagen om het beste van zichzelf te geven.”
Hoewel de medewerkers er al flink van zijn doordrongen, vallen klanten voorlopig nog niet massaal in zwijm voor duurzame woningen. “Als ontwikkelaar doen we ons best om ons duurzame aanbod in de kijker te zetten. Toch is ons bestverkochte product nog altijd de halfopen woning. Maar er is een maatschappelijke verandering op til. Meer en meer is er vraag naar gegroepeerde bebouwing met gemeenschappelijke tuinen. En ook energie is steeds belangrijker omwille van de crisis. Tien jaar geleden maakten we al bewust de keuze om enkel nog met
duurzame technieken te werken, maar pas nu begint het ook effectief door te wegen in een beslissing tot aankoop. Dat sterkt ons dat we met onze emissievrije en circulaire doelstellingen de goede weg zijn ingeslagen”, aldus Evelien.
Rent-to-own
Als bouwbedrijf wil Camino Group een voorloper zijn en blijven in de sector. Dat gaat af en toe wel gepaard met de nodige uitdagingen. “We stellen ons vaak de vraag hoever je moet gaan als schakel in de volledige keten”, zegt Wouter. “Maar het is goed dat we blijven denken buiten de geijkte kaders. Zo blijft de betaalbaarheid van de woning een onzekere factor voor veel mensen. Daarom zijn we net als andere ontwikkelaars begonnen met een rent-to-own-systeem, waar wij de huurtermijn wel hebben uitgebreid tot zes jaar. Op die manier kunnen de kandidaatkopers de nodige eigen middelen opbouwen en hebben ze toch gemoedsrust om aan de opbouw van hun sociaal leven te beginnen in de energiezuinige woning waar ze willen wonen. Zo trachten we toch vooruitstrevend te zijn vind ik.”
Binnen de Camino Group gaat DPS (Durabrik Publieke Samenwerking) nog een stap verder in dat sociale engagement. “Als aannemer deden we mee aan Design & Build-wedstrijden van Wonen in Vlaanderen (de vroegere Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, VMSW red.). We brengen daarvoor graag competenties samen vanuit de verschillende bedrijven. En dat lukt ons ook aardig, want we wonnen in maar liefst vier van de vijf provincies de wedstrijd ‘Design & Build Appartementsgebouw’ waardoor we in totaal ongeveer vijftien sociale appartementsgebouwen zullen ontwikkelen”, glundert Evelien.
De ecologische verduurzaming sijpelt hoe langer hoe meer ook binnen in de bouwsector en dat juicht Camino Group alleen maar toe. “Voorlopig beschikken we nog niet over voldoende data om concrete ambities uit te spreken. We verbinden ons aan de EU-doelen om tegen 2030 55% minder CO2 uit te stoten en dat in 2055 tot nul te herleiden. We starten binnenkort een proefproject om een emissievrije woning te bouwen, zowel in embodied als operational carbon
(CO2 die respectievelijk slaat op het vervaardigen van de materialen die gebruikt worden in de woning en bij het bouwen ervan). We zullen sowieso CO2 moeten verbruiken om de woning te bouwen, maar dat willen we compenseren met materialen die CO2 capteren, zoals hout bijvoorbeeld. Naast de emissies willen we in dat project het circulaire gegeven niet uit het oog verliezen door te kiezen voor ongeveer 80% herbruikbare of hernieuwbare materialen. Zoiets zou uniek zijn en we hopen er veel uit te leren voor onze toekomstige werking”, verduidelijkt Wouter.
“Om substantiële stappen in duurzaamheid te zetten, heb je natuurlijk de hele waardeketen nodig. We zitten al in verschillende werkgroepen zoals onder meer de technische comités van Buildwise, een initiatief dat innovatie bij bouwprofessionals aanmoedigt, dus we weten van elkaar goed waar we mee bezig zijn. Maar de echte brug naar samenwerking is nog volop in aanbouw”, zegt Evelien fijntjes. “Iedereen moet mee in het ‘duurzaamheidsbad’ want daar is de grootste impact in CO2 mee te boeken.”
“We doen al enkele jaren mee aan het Voka Charter Duurzaam Ondernemen. Dit jaar zijn we met Durabrik ook voor het eerst B Corp-gecertificeerd. Zulke labels belonen het mooie werk dat we als groep verwezenlijken, maar leggen ook nog de pijnpunten bloot. We zijn nog niet genoeg data driven. Daarom willen we de komende jaren werk maken van meetsystemen om de impact van onze projecten aan te tonen. In het kader van de Europese duurzaamheidsrapportering die op ons afkomt, wordt dat steeds belangrijker. Helaas zijn daar op dit moment nog geen hapklare oplossingen voor. Er zijn enkele systemen die interessant zijn, maar die zijn vaak niet complementair aan bestaande software. Vandaag hebben we voor al onze projecten een soort duurzaamheidsscan om te kijken welke aspecten nog voor verbetering vatbaar zijn.”
Je merkt aan alles dat we in een transitie zitten en iedereen zit te wachten op een soort Office 365-pakket rond duurzaamheid”, lacht Wouter. “Het is pas dan dat je vergelijkingen kan maken tussen bouwbedrijven. Nu zijn er simpelweg geen referentiekaders. Denemarken is bij mijn weten het enige land dat criteria heeft opgelegd over hoeveel
CO2-equivalenten in operational en embodied carbon je maximaal aan een gebouw mag spenderen. Daar staan we in Europa nog ver van. En dat moet snel gaan veranderen als je verandering wil katalyseren. Dat zagen we tien jaar geleden ook wanneer alle gebouwen plots met de EPB-eisen aan energieprestatienormen moesten voldoen, terwijl we dat nu de normaalste zaak vinden.”
Naast samenwerkingsvormen in de bouwsector, wil Camino Group ook zijn eigen bedrijven meer fysiek verenigen. Daar moet het nieuwe kantorencomplex In The Yard mee voor zorgen. “Ondanks de grote verbondenheid tussen onze collega’s, werken we nog veel op andere locaties. Onder meer Ecopuur zal zich hier komen vestigen, maar we zetten ook de deur open voor andere bedrijven die complementair zijn aan onze activiteiten. We willen niets liever dan dat dit een plek wordt waar alle mogelijkheden zijn tot kruisbestuiving”, benadrukt Evelien.
Het nieuwe gebouw is meteen ook het paradepaardje qua duurzaamheid. “We hebben ons wat laten gaan, maar ergens zijn we het ook wel verplicht aan onszelf en onze medewerkers”, geeft Wouter toe. “Welzijn van de gebruiker staat centraal en we hebben de WELL-principes gevolgd, een verregaande bouwstandaard die focust op tien concepten waaronder lucht- en lichtkwaliteit,
watervoorzieningen en akoestiek. Op het dak komt een grote patio met binnentuin waar mensen even kunnen ontspannen of telefoneren in het groen. Alle technieken zijn makkelijk toegankelijk met het oog op de modulaire en circulaire toekomst.”
“Hier word je als medewerker echt in de watten gelegd”, verzekert Evelien. “Iedereen die start, volgt een uitgebreid onboardingtraject en naast technische opleidingen moedigen we ook aan om aan je soft skills te werken. Een verplichte opleiding is verbindend communiceren omdat we sterk geloven dat er zo minder conflicten zijn. Hoewel het een uitdaging blijft om geschikte mensen te vinden, merken we wel dat onze medewerkers zich hier goed voelen. Het gebeurt vaak dat mensen hier terugkomen nadat ze een carrièreswitch hebben gemaakt. Sommigen zelfs tot meerdere keren (lacht).”
Laat je begeleiden en behaal net als Durabrik het Voka Charter Duurzaam Ondernemen.
Noteer alvast het gratis event uitreiking Voka Charter Duurzaam Ondernemen op 14 juni waarop een 100-tal bedrijven het certificaat ontvangen.
Die avond maken we van de gelegenheid gebruik om in kleine break-out-groepen kennis en ervaring te delen over verschillende aspecten verbonden aan duurzaam ondernemen. Op die manier keer je met praktische tips huiswaarts.
Meer info via de QR-code
Baanbrekers
Innoverende initiatieven van en voor de Oost-Vlaamse ondernemer
Gentse start-up Those Vegan Cowboys ontwikkelt plantaardige kaas in laboratorium via precisiefermentatie
Those Vegan Cowboys is erin geslaagd kaas te produceren zonder dat er een dier aan te pas kwam. De kaas kwam tot stand in een laboratorium in het Technologiepark in Zwijnaarde, waar door fermentatie microbiële caseïne wordt aangemaakt, het eiwit dat de basis vormt van kaas. De vegan kaas komt ten vroegste in 2026 op de markt. “We kunnen al kaasjes maken, maar je bent pas succesvol als je je op grotere schaal bewezen hebt en de kostprijs naar een niveau kan tillen wat grote ontsluiting van de markt mogelijk maakt.”
De labo-omgeving van Those Vegan Cowboys is geen dertien in een dozijn. Aan de muren van deze biotech ‘ranch’ hangen uitgesneden stierenkoppen in hout, her en der bengelen speelse signaalbordjes in westernstijl met opschriften als ‘The Cattle Drive’ en ‘The Barn’.
Het Wilde Westen stond ooit symbool voor ‘onontgonnen terrein’ en ‘pionieren’. En dat is exact wat ze bij The Vegan Cowboys doen. Zaakvoerders zijn de Nederlanders Jaap Korteweg en Niko Koffeman, die eerder De Vegetarische Slager oprichtten. Deze producent van vleesvervangers werd in 2018 verkocht aan Unilever. De leiding van de R&D-activiteiten van Those Vegan Cowboys is in handen van Will Van den Tweel, ook een Nederlander die in Wageningen promoveerde op industriële microbiologie en vervolgens bij de Nederlandse voedings- en gezondheidsmultinational DSM een carrière uitbouwde in de innovatieafdeling. “Ik ontwikkelde er o.a. duurzame processen voor farma en antibiotica die we vervolgens uitrolden op grote schaal.”
Zijn laatste project focuste op eiwitten van raapzaad, in een joint venture met het Franse Avril. Will: “Raapzaad is een oliegewas dat wordt geperst, maar er zit ook eiwit in.
De resten na het persen gaan naar dierenvoeding, maar eigenlijk bevat het een heel functioneel eiwit dat niet naar de mens ging omdat er ook anti-nutritionele factoren in zitten en de smaak is niet fijn. Maar wij slaagden erin om dat eiwit er toch uit te halen in een voldoende zuiverheid via een waterig extractieproces. Dat schaalden we vervolgens op.”
De wereld van de eiwitten is hem dus helemaal niet vreemd en via via belandde hij bij Those Vegan Cowboys. “Toen Jaap en Niko De Vegetarische Slager verkochten aan Unilever, wilden ze opnieuw iets innovatiefs ondernemen, maar dit keer in de zuivelindustrie. Wat ze wilden gaan doen, is niet eenvoudig. De Vegetarische Slager gebruikte bestaande, plantaardige ingrediënten die werden gemengd om daar een heel mooi product van te maken. Binnen de zuivel is er heel veel vraag naar kaas, gemaakt op basis van dierlijke melk. In die melk zit een klein percentage eiwitten, zo’n 3%, en daarvan is 80% caseïne. Die caseïnes, een polymeer van aminozuren, zijn heel unieke eiwitten die zorgen voor de unieke structuur, de textuur en de smaak van kaas. Alle zoogdieren maken caseïnes aan. Om echte kaas te maken heb
je dus caseïnes nodig. Wij ontwikkelen nu een microbieel proces voor het maken van caseïne, een proces waar geen dieren meer aan te pas komen. Iedereen weet immers dat de intensieve veeteelt een enorme impact heeft op onze planeet. De productie van dierlijke producten is heel inefficiënt en ook het dierenwelzijn wordt niet altijd gerespecteerd. Bedrijven wereldwijd zijn bezig met nieuwe manieren om vegan kaas te maken, zoals het DNA van caseïne in planten of micro-organismen steken en zo caseïne produceren of een uiercel met caseïne kweken in een labo. Wij kozen ervoor om caseïne in micro-organismen tot expressie te brengen.”
Niko is oprichter van de Partij voor de Dieren en zetelt in de Senaat in Nederland. Jaap is een biologische akkerbouwer. “Beiden zijn heel gemotiveerd om verandering teweeg te brengen en daarvoor risico te nemen”, weet Will. “In 2019 kruisten we elkaars pad. Het vorige bedrijf dat op deze plek gevestigd was, wou zijn product naar de markt brengen en had zijn researchgroep niet meer nodig. Die vijftien werknemers produceerden ook eiwitten in micro-organismen, maar voor medische toepassingen, zoals de ziekte van Pompe (erfelijke spierziekte). Ze hadden de juiste vaardigheden en de juiste apparatuur. Een unieke mogelijkheid voor overname van
TEKST SAM DE KEGEL – FOTO WIM KEMPENAERServaren mensen en geschikte apparatuur, en het maken van een vliegende start.”
Hun eerste kazen zijn dus tot stand gekomen in het Gentse Technologiepark waar eerder eiwitten werden gemaakt voor medische toepassingen. De hoogopgeleide medewerkers leggen zich toe op het produceren van caseïne met behulp van precisiefermentatie, een proces waarbij micro-organismen een voedingsbestanddeel maken. “Eigenlijk gaan we op basis van eenvoudige grondstoffen uit de landbouw (ammonia en glucose, red.) een micro-organisme kweken en in dat microorganisme brengen we DNA dat caseïne tot expressie kan brengen. Vervolgens wordt er door het micro-organisme caseïne geproduceerd in geroerde vaten. Daarna gaan we die caseïne isoleren tot een bepaalde zuiverheid en vervolgens kan je er kaas mee maken door ze te vermengen met water, vet en plantaardig stremsel.”
Op termijn willen Those Vegan Cowboys gras als basis gebruiken in plaats van glucose. “Voorlopig starten we nog vanuit ammonia en glucosesuiker (uit suikerbieten, red.), maar uiteindelijk willen we naar basisgrondstoffen evolueren die niet in competitie gaan met voeding voor de mens. We experimenteren met verschillende micro-organismen zoals schimmels en zijn deze organismen momenteel aan het verbeteren. Ook hebben we een ‘beloning’ uitgeloofd van 2,5 miljoen euro voor mensen/partijen die ons kunnen helpen het ontwikkelproces te versnellen of te verbeteren.”
Precisiefermentatie:
toepassingen legio
Precisiefermentatie trekt de aandacht van wetenschappers, investeerders en overheden als oplossing voor de voedselproblematiek bij een groeiende wereldpopulatie. “Het basisprincipe is dat je zo’n micro-organisme precies wil sturen om zo veel en zo efficiënt mogelijk een bepaalde component te produceren. Het wordt momenteel met name gebruikt voor enzymenproductie, zowel in de voeding als in de wasmiddelenindustrie. Heel notoire ‘enzymenproducenten’ zijn bijvoorbeeld schimmels. Schimmel is wellicht ook het beste productie-organisme voor caseïne.”
Those Vegan Cowboys heeft ondertussen een stam, een fermentatieproces en een zuiveringsproces ontwikkeld voor caseïne.
Parallel is het bedrijf ook met kaasbereidingsprocessen gestart. Will: “De hamvraag is: hoe gaan we die caseïne gebruiken om kaas te maken? Kaas bestaat grosso modo 50% uit water, 25% uit vet en 25% uit eiwit. Het vet kan een plantaardig of microbieel vet zijn, maar mag in ieder geval geen dierlijk vet zijn. Ook calcium voegen we toe. Ondertussen hebben we een proces ontwikkeld om op basis van onze caseïne kaasjes te maken, eind vorig jaar zijn we daar voor het eerst in geslaagd.”
In potentie kunnen Those Vegan Cowboys in de toekomst iedere soort kaas maken met dezelfde textuur, smaak en voedingswaarden als de kaas zoals we hem kennen. “Maar los van het ontwikkelingswerk – wat een heel belangrijke fase is – is er ook het goedkeuringstraject, want je produceert een bestaand ingrediënt, namelijk caseïne, op een heel andere manier. We moeten aantonen dat dit veilig is voor de mens. Zeker in Europa zijn de regels heel streng en zijn er extra eisen om precisiefermentatie goedgekeurd te krijgen. In Singapore bijvoorbeeld verloopt dit proces veel vlotter. Zeer recent hebben we een alliantie opgezet met vier andere precisiefermentatiebedrijven (Food Fermentation Europe; FFE), waarbij we samen met een Fins, Brits, Israëlisch en Duits bedrijf hetzelfde verhaal willen vertellen. De zuivelindustrie is sterk georganiseerd, weet je, en wij komen met een nieuw verhaal. De technologie zal zich moeten bewijzen zoals alle nieuwe technologieën, maar ze is zeker revolutionair. We zullen minder land nodig hebben, minder water consumeren, minder stikstofproblemen creëren (kaas gemaakt met hulp van precisiefermentatie zal naar verwachting slechts een vijfde van het land en water verbruiken dat reguliere kaas gebruikt, red.) Daarnaast reduceert de nieuwe productiewijze op dezelfde schaal de uitstoot van CO2. Maar we zullen nog steeds de boeren nodig hebben, want zij leveren nog steeds de basisgrondstoffen voor nieuwe processen. Kaas is wereldwijd een markt van zo’n 150 miljard euro, die van vegan kaas maakt vandaag ongeveer 1,5 procent uit, het potentieel is dus enorm.”
Hun kaas gaat nu dus door een traject om de voedselveiligheid aan te tonen. Dat zal nog enkele jaren duren. Daarnaast werken ‘de cowboys’ de komende jaren
aan de opschaling en de ontwikkeling van verschillende soorten kaas. Het bedrijf sluit ook niet uit om extra kapitaal op te halen. “We werken met zo’n 30 hooggeschoolde medewerkers, zoals moleculaire biologen, procestechnologen, voedingstechnologen en consultants die de zuivelsector heel goed kennen. We werken ook samen met partners zoals Westland Kaas. Naast de technologie moeten we ook de markt ontwikkelen, zeg maar ‘rijp maken’ voor de ontvangst van deze nieuwe producten. Melkveehouderijen zijn al enorm geëvolueerd – van handmelk naar machinemelk – nu willen we de koe uit het hele productiegebeuren halen en vervangen door een iron lady. Een van onze grote fermentoren (een reactievat, red.), heet trouwens Margaret, naar de voormalige iron lady uit het VK.”
De kaas van ‘Margaret’ ligt voorlopig nog niet in de supermarkt. “Nu zijn we nog op laboniveau bezig, maar we gaan in de Bio Base Europe Pilote Plant (een Gentse pilootfabriek
Bij Those Vegan Cowboys werken o.a. moleculaire biologen, procestechnologen, voedingstechnologen en consultants die de zuivelsector heel goed kennen. Het einddoel? Kaas op de markt brengen op basis van microbiële caseïne, het eiwit dat de basis vormt voor kaas.
in biogebaseerde procesontwikkeling, red.) nu een volgende stap zetten en de technologie op een grotere schaal onderzoeken slash valideren. Parallel daaraan gaan we een aantal kleinschalige productiebatches doen om te zien of we het productieproces onder controle hebben vooraleer we echt kunnen beginnen produceren. We hebben nu al micro-organismen die die caseïnes produceren. Zijn die optimaal? Nee, die moeten nog verder verbeteren. We kunnen al kaasjes maken, maar je bent pas succesvol als je je op grotere schaal bewezen hebt en de kostprijs naar een niveau kan tillen wat grote ontsluiting van de markt mogelijk maakt. Dat zal nog tijd vergen. Maar we zien wel dat bij de huidige producten en productiewijzen (met dieren, red.) de milieueffecten meer en meer in rekening zullen worden gebracht, waardoor ik er niet van zal opkijken dat die hoger belast zullen worden.”
Na het interview krijgen we nog een korte rondleiding in de wondere wereld van
micro-organismen en microbiële caseïne. “Kijk, hier doen we op kleine schaal fermentaties”, zegt Will fier. “En in dit labo worden de micro-organismen ‘gebouwd’ en steken we DNA in de micro-organismen.”
Zelf mag Will van de fotograaf poseren bij een van hun fermentoren, iron lady Margaret. In de ranch van Those Vegan Cowboys huizen niet enkel straffe wetenschappers, het zijn ook sterke verhalenvertellers. We zijn nu al razend benieuwd naar het volgende hoofdstuk dat geschreven wordt …
Duurzaam innoveren voor een sterke groeistrategie samen met Voka
Nu de wereld en je doelpubliek, aan een ongezien tempo evolueert, is innovatie een onmisbaar element van een sterke strategie. Om meer toegevoegde waarde te creëren, in te spelen op veranderende verwachtingen en ga zo maar door. Maar hoe innoveer je in je bedrijf? Onze Voka-experts helpen je met plezier bij het uitstippelen van een duurzame strategie op maat.
Contacteer carolyn.bednarz@voka.be of ga naar onze website via de QR-code
Bamboe
“ We zijn geëvolueerd tot een onestopshop voor alles wat onder de vloerbekleding ligt
BENJAMIN TALPE
Scheutig met groei(kracht)
Nivolo: gezonde expansie op nieuwe (onder)grond
In 2015 nam Benjamin Talpe Nivolo, toen nog Bracke Bouw, over. Sindsdien groeit de specialist in thermische en akoestische vloerisolatie, cementgebonden dekvloeren en decoratieve betonvloeren in een strak tempo. “We betalen onze mensen ruim marktconform, maar we leggen de lat wel hoog.”
Medio mei verhuist Nivolo, specialist in akoestische en thermische vloerisolatie en cementgebonden dekvloeren – chape in de volksmond – naar een nagelnieuwe stek in Kruisem. Benjamin Talpe: “We kijken er al sinds begin 2020 naar uit. We zaten de voorbije jaren gesplitst over twee sites in Kruisem en Zulte, nu lopen we allemaal op dezelfde vloer. De bereikbaarheid is top, pal naast de E17 van Gent naar Kortrijk. We hebben bewust gekozen voor veel lichtinval. En ook onze showroom is een toegevoegde waarde, om onze decoratieve betonvloeren te tonen aan architecten, aannemers en particulieren.”
Benjamin nam het bedrijf over in 2015. “Toen was het voornamelijk een PUR- (polyurethaan) vloerisolatiebedrijf dat ook chape plaatste. We hadden 5 vrachtwagens (3 chape & 2 PUR) en 18 medewerkers. Acht jaar later tellen we 10 chape vrachtwagens, 4 PURvrachtwagens, 2 schuimbetonvrachtwagens, 3 EPS-vrachtwagens, 3 zandvrachtwagens en 2 transport opleggers (24 stuks rollend materieel in totaal, red.) en 80 tal medewerkers, 20 tal bediendes en 60 tal in uitvoering, inclusief m/v/x in onderaanneming. We draaien een gecumuleerde omzet van 16 miljoen euro.”
Nivolo, voorheen Bracke Bouw, gaat prat op een betrouwbare planning, een correcte uitvoering en een goede opvolging. “Door op deze drie kernwaarden in te zetten, zijn we organisch sterk gegroeid”, zegt Benjamin
kordaat. “Tot voor kort hadden we zelfs geen commerciële buitendienst, het ene project vloeide voort uit het andere. We hebben 80% recurrente klanten. We zitten nu eenmaal in een specifieke activiteit die bouwbedrijven bijna altijd uitbesteden.”
Inspelen op nieuwe bouwtrends
Professionalisme in de bouwsector, het klinkt logisch, maar het is niet altijd even vanzelfsprekend. Benjamin: “De bouwsector is momenteel echt aan het professionaliseren, in organisatiestructuur, communicatie, planning en efficiëntie. Als je dat goed doet, kan je enkel wel varen. Wij hebben de ambitie om te groeien, maar op een strategische en gezonde manier en zeker niet te wild.”
Hun klanten in chape en vloerisolatie zijn heel grote projectontwikkelaars, middelgrote en kleinere aannemers, maar evengoed vloerders, verandabouwers en architecten alsook particulieren. “We doen projecten van 12.000 m² maar evengoed van 50 m², voornamelijk in Oost- en West-Vlaanderen, maar ook meer en meer in Antwerpen en Brussel.”
Dit bedrijf groeit al verschillende jaren door zowel productdiversificatie als gerichte overnames. “De planning zat steeds sneller vol en dan zet je al gauw een ploeg bij, maar we hebben nooit valse beloftes gemaakt. We zagen de voorbije jaren ook steeds meer vraag naar akoestische isolatie om contactgeluiden te elimineren. Wie wil er vandaag nog
een appartement kopen dat niet akoestisch geïsoleerd is?
Met die akoestische isolatie richt het bedrijf zich vooral op de b2b-markt: grote residentiële en publieke projecten, appartementsgebouwen, scholen … Altijd luisteren we naar wat de klant wil. Niet iedereen wil PUR-vloerisolatie. Daarom bieden we nu ook EPS-mortel (isolerende mortel waarin parels in piepschuim verwerkt worden, red.) en circulaire EPS-mortel (op basis van gerecycleerde piepschuimgranulaten, red.) aan. Daaruit is ook een overname gevloeid die gespecialiseerd was in die EPS-korrels en in schuimbeton. Schuimbeton wordt dan weer gebruikt op platte daken om een helling uit te werken, omdat het gewicht lager is dan chape.”
Ook anhydrietchape is een nichemarkt. “Traditionele chape is aardvochtig en een mix van rivierzand, cement en water. Die wordt manueel afgestreken, een vrij arbeidsintensief proces. Anhydrietchape is een vloeichape die gebonden is op basis van gips in plaats van cement. Het belangrijkste bestanddeel is anhydriet (calciumsulfaat). Het type bindmiddel is dus anders en geeft minder scheurvorming. Hij ligt ook meteen waterpas, want hij wordt via een slang gegoten en is zelf nivellerend. Prijstechnisch is het wel duurder. Ons grote voordeel is dat wij veel toepassingen in huis hebben, zodat we de klant het juiste advies kunnen aanbieden. We zijn geëvolueerd tot een onestopshop voor alles wat onder de vloerbekleding ligt.
TEKST SAM DE KEGEL – FOTO NATHALIE DOLMANSEen uitzondering daarop is Decolo, een apart bedrijf in residentiële betonvloeren, dat ook onder de Nivolo-groep zit. We kregen zo veel vraag naar hoog afgewerkte residentiële betonvloeren dat we daar op ingespeeld hebben. Het is een nicheoplossing t.o.v. de klassieke polybeton vloeren. Hier zijn de klanten 80% particulieren (via architecten) en 20% aannemers, waaronder een deel tuinaannemers.”
In de nabije toekomst willen ze nog een nieuwe businessunit opstarten in waterdoorlatende ondergronden (Terralo). “Dat zijn gebonden granulaten met een grote waterbuffercapaciteit, waar het water perfect door kan sijpelen. Denk aan opritten, wandelpaden, fietspaden, paden in parken. Zeker met de nood naar ontharding menen we dat die vraag steeds groter zal worden. Het toont dat we met Nivolo niet stilzitten”, lacht hij. “Hoe meer we kunnen aanbieden, hoe meer we onze bouwheren ontlasten. We houden de vinger aan de pols via Embuild en een actieve samenwerking met Buildwise en Ugent alsook via de deelname aan vakbeurzen om te zien wat er op de wereldmarkt gebeurt. We voeren ook akoestische testen uit met partners, enz …”
Even betrouwbaar als een waterpas Nivolo verwijst naar niveau de l’eau, waterpas. “Chappers werken tot op de millimeter, het is tegelijk bruut en heel fijn werk. Onze chappers zijn echte stielmannen. Wij opereren in de laatste fase van de ruwbouw en het begin van de afwerking. Eenmaal je huis gechapt en geplakt is, zie je plotseling hoe je woning er zal uitzien.”
Voorlopig vindt Nivolo die stielmannen nog. “We betalen onze mensen ruim marktconform, maar we stellen wel hoge eisen. We vragen een nauwkeurige afwerking, maar we zorgen er ook voor dat zij hun werk perfect kunnen uitvoeren, door onze werven heel goed voor te bereiden. Enkel onze werfleider communiceert met de klant. We doen veertig à vijftig werven per week. Ons klachtenpercentage schommelt slechts rond de 1%.”
De winst werd voortdurend geherinvesteerd in het bedrijf. “We groeien op eigen houtje. Mijn belangrijkste taak als zaakvoerder is om de juiste mensen op de juiste plaats te zetten. People management is heel belangrijk, want dit bedrijf verandert elk jaar. In het begin deed ik zelf heel veel kennis op en sprong ik nog mee in de vrachtwagen, de voorbije jaren zette ik steeds meer een stapje achteruit en komen er mensen die zaken beter doen dan jou omdat ze zich er dagelijks op focussen.”
Benjamin had altijd al affiniteit met de bouwsector – “Ik kluste graag en was geïnteresseerd in het technische aspect van woningen” – maar hij komt uit de voedingssector. “Dat is een heel streng gereguleerde sector. Ik werkte als plant manager bij Westvlees, een vleesverwerkend bedrijf. Daar leerde ik om problemen snel op te lossen en systemen op te zetten om eventuele toekomstige fouten tegen te gaan. Die kennis en mijn zin voor organisatie en structuur heb ik naar dit bedrijf meegenomen.”
Benjamin Talpe is een tevreden Accelero+ deelnemer. Dat lerend netwerk focust zich op groeibedrijven met een omzet tussen 5 en 30 miljoen euro die minstens 15 à 20% per jaar groeien. “Zo’n lerend netwerk is uitermate boeiend omdat je met gelijkgestemden zit in snelgroeiende bedrijven die dezelfde problemen ervaren, ook al zitten ze in andere sectoren. We hebben zelf eerst onze thema’s bepaald. Internationalisering is voor mij bijvoorbeeld minder aan de orde, maar wel een goede managementstructuur uitbouwen. Ook de gastsprekers zijn van hoog niveau.
Een grote uitdaging in ons bedrijf is de implementatie van een ERP-pakket, dan is het interessant om te luisteren bij collega’s hoe zij het aanpakten.”
Ook interesse in Accelero?
Mail naar anke.cosijns@voka.be of neem een kijkje op onze website
Toeleveranciers voor paardensport Nutriquine en EHS bundelen krachten in Pegasus Holding
In Pegasus Holding bundelen de Belgische bedrijven Nutriquine en European Horse Services samen met investeringsmaatschappij We are Jane hun krachten. Nutriquine (Cavalor) en European Horse Services (EHS) zijn wereldspelers op het gebied van voeding, verzorging en transport van sportpaarden. Pegasus Holding maakt het mogelijk voor paarden, ruiters en hun team om hun vleugels (nog) verder uit te slaan.
België behoort tot de wereldtop als het op sportpaarden aankomt: onder andere als aanvoerder van de wereldranglijsten in springpaardenfokkerij en met toptrainers van Arabian Show Horses. Lieselot Hamerlinck, CEO Pegasus Holding, zet in op groei door diversificatie en betrokkenheid bij ruiters en hun team. “Ik geloof in het ontzorgen van onze klanten, de hippische sporters, in de breedste zin van het management van hun topsportstallen. Zo bouwen we aan de toekomst van de sector én onze bedrijven.”
Nutriquine en EHS zijn verheugd dat We are Jane deze nieuwe venture mee financiert. We are Jane is het eerste Belgische investeringsfonds 100% van vrouwen en voor vrouwen.
cavalor.com – ehs.be – wearejane.be
Lemahieu en Timfin: samen sterker in ecologische houtmarkt
Lemahieu en Timfin gaan samenwerken voor het kleuren, beschermen en brandvertragend behandelen van hout. Ze hebben een joint venture gesloten.
“Door onze kennis en krachten te bundelen in een joint venture voor het kleuren, beschermen en brandvertragend behandelen van hout, verbreden we de mogelijkheden om het hout gecertificeerd af te werken”, stellen Mike Lemahieu en Lodewijk Kiekens van Timfin.
“Beide bedrijven behouden de eigenheid en strategische visie. Met de joint venture bieden wij een extra service aan de houtmarkt, zowel voor interieur als exterieur”, stellen de ondernemers.
Waar Lemahieu sterk is in het brandvertragend behandelen van hout (Burnblock-systeem) is Timfin gespecialiseerd in het kleuren en beschermen van hout. Samen willen de bedrijven ecologisch duurzame houten gevelbekleding aanbieden aan de markt.
lemahieu.be
Bij Van Cauter Multitechnieken kan u terecht voor advies betreffende totaaloplossingen op maat op vlak van elektriciteit, HVAC en beveiligingsinstallaties Keiberg 74 - 9340 Lede 053 83 13 38 info@vancauter.com Algemene elektrotechnieken HVAC Beveiligingsinstallaties Onderhoudsdienst www.vancauter.comNiet twee, niet drie maar zes familieleden werken in het familiebedrijf Deconinck-Wanson. Het werd opgericht door Robert Deconinck en staat sinds 1982 in voor warmte-installaties in de maakindustrie. Robert, de vader van Geert en Piet, was sinds 1957 in loondienst in een bedrijf in stoomketels. Toen dit in 1982 in faling ging, zagen Robert en Geert een unieke kans om het over te nemen. De zus en achternicht van Geert en Piet én twee zonen van Geert zijn nu ook actief in het bedrijf. “Ik vind het super dat twee van mijn drie zonen het bedrijf willen verderzetten”, zegt Geert.
Onderhoud en herstel van industriële branders en ketels was jarenlang de corebusiness, maar ondertussen heeft Deconinck-Wanson zich verder gespecialiseerd en is het ook actief in de constructie van industriële stoomketels, mobiele stoominstallaties en verhuur. Deconinck-Wanson zit over verschillende sectoren verspreid, met focus op textiel-, voeding-, transport- en chemiebedrijven. “Maar eigenlijk gaat het over de hele waaier aan industriële bedrijven. In principe hebben alle productiebedrijven warmte nodig. Om een product op te warmen of om
bijvoorbeeld directe stoominjecties in een oven toe te dienen”, vertelt Piet.
De industriebedrijven ontzorgen is cruciaal bij Deconinck-Wanson. Met hun 24/7 service staan ze hun klanten maximaal bij. “Bij ieder probleem zijn we bereikbaar. We hebben altijd een technieker beschikbaar die een storing kan oplossen. Ook voeren we preventief onderhoud uit en gaan we hen adviseren waar nodig. Deze aanpak zorgt ervoor dat ze zo weinig mogelijk stilstanden hebben. Met meer dan 40 jaar ervaring in de wereld van warmte-installaties, zoeken
wij de beste oplossing voor onze klanten”, vertelt Geert.
De broers Geert en Piet Deconinck zitten ondertussen al meer dan 35 jaar in het bedrijf. Geert stapte als eerste zoon in, zijn jongere broer Piet een paar jaar later. “Mijn broer en ik hebben de volledige geschiedenis van het bedrijf doorlopen. We hebben het bedrijf zien groeien en evolueren”, zegt Piet. De twee zonen van Robert Deconinck worden bijgestaan door de twee zonen van Geert.
TEKST JOLYN DE BAETS - FOTO HENDRIK DE SCHRIJVEREen van die zonen is Jonas. “Ik vind het heel fijn dat ik als derde generatie deel uitmaak van het familiebedrijf”, vertelt Jonas. Hij zit van kindsbeen af in het familiebedrijf. Letterlijk, want vroeger woonden ze met het gezin boven het bedrijf. “Ik heb altijd rondgelopen tussen de ketels. Ook tijdens mijn studies deed ik vakantiejobs bij mijn vader.” Ondertussen werkt Jonas dertien jaar fulltime in het bedrijf. “Binnen Deconinck-Wanson heb ik alle stappen van het proces doorlopen, van onderhoud tot interventies. Er was een duidelijke nood aan bedienden, ondertussen ben ik actief als operationeel manager. Mijn broer
Michiel is voornamelijk verantwoordelijk voor de commerciële tak van het bedrijf.”
De groei van Deconinck-Wanson ging gestaag. Tot in 1998. Wat begon als een bedrijf waarin Geert en zijn vader alleen werkten, groeide uit tot een bedrijf met 35 medewerkers door meerdere overnames. Een deel van hun bedrijfsnaam hebben ze hier ook aan te danken. “Wanson Industries is een bedrijf dat onze familie heeft overgenomen in 2004. Dit was een vrij groot en internationaal bedrijf in Vilvoorde en
Tienen. Wij hebben het volledige bedrijf en machinepark overgenomen. Aansluitend op de overname van de productiefaciliteiten van Wanson Industries werd in 2006 geïnvesteerd in een nieuwe productiehal op het bedrijfsterrein in Gavere. Een aantal ex-Wanson medewerkers maakten mee de overstap naar ons bedrijf. Dit gaf ons bedrijf een goeie groeispurt”, zegt Jonas.
Dat Jonas in het bedrijf zou stappen, stond in de sterren geschreven. Michiel maakte pas in september 2022 de overstap van een
managementpositie in de beautysector naar het familiebedrijf. “Op een bepaald moment kwam de vraag van Jonas of ik toch niet aan boord wou komen”, vertelt Michiel. Hij vormt nu de nieuwe generatie met Jonas. “Ik zie mezelf als de ondersteunende pilaar van Jonas”, zegt Michiel.
“Ze vullen elkaar perfect aan en zijn twee handen op één buik. Samen zetten ze de visie van het bedrijf op punt. Na mijn pensioen ga ik mijn best doen om alles los te laten. Zolang ze mij af en toe de nodige input geven over de gang van zaken, zal ik ze niet te veel storen op familiefeesten met vragen over het familiebedrijf”, lacht Geert.
Jong talent warm maken
Naast een vast en tevreden klantenbestand, kent het familiebedrijf ook een vast team. “We zijn zeer trots dat we een gemiddelde anciënniteit hebben van 13 jaar. Typisch aan een familiebedrijf is onze vlakke structuur. We kijken allemaal dezelfde richting uit. Daar ligt volgens mij onze sterkte”, vertelt Piet.
Een mooi retentiecijfer zorgt er natuurlijk voor dat, eenmaal je werknemers in pensioen gaan, er ook veel kennis verloren gaat. Daar is de familie Deconinck zich goed van bewust. “We werken ondere andere graag samen met stagiairs en nemen deel aan beurzen. Maar we gaan nog een stap verder. We leveren installaties in de scholen waar studenten op kunnen oefenen en geven zelf workshops. Op die manier komen de technische jongelingen in contact met ons en zullen ze hopelijk aan ons denken eenmaal ze de arbeidsmarkt
betreden. De kennis die we inhouse hebben, kan je nergens anders opdoen. Ook niet op school. Via deze kennisdeling maken we ze warm voor onze nichemarkt. Iedereen die bij ons binnenkomt, krijgt altijd eerst een interne opleiding en volgt dan een paar jaar mee met collega’s. Niemand komt van de schoolbanken en heeft die kennis in huis”, vertelt Geert.
“Het mooie aan werken in een familiebedrijf is de sterke connectie tussen ons. Het kan er soms hevig aan toe gaan, maar het is snel terug gekoeld”, besluit Michiel. “De regel is dat we op familiefeesten niet praten over het werk. Niet altijd evident voor mijn vader en ik. We kunnen veel werken en er veel over praten, maar niet altijd. Die duidelijke grens heb ik goed aangegeven”, lacht Jonas.
Meer leren over ondernemen als familiebedrijf?
Ontdek wat Voka voor jou als familiebedrijf kan betekenen:
Familio maakt de uitdagingen van beide generaties bespreekbaar en bereid je voor op de overdracht van het familiebedrijf.
Via Plato Next Generation deel je ervaringen met andere familiale opvolgers die zich voorbereiden op een generatiewissel.
Contacteer elisabeth.minnaert@voka.be
De Gentse PIA Group blijft bijzonder actief op het overnamefront in de accountancywereld. Opnieuw is het een Antwerps kantoor dat toetreedt tot de 3de grootste accountancy- en advisorygroep van België. Van Looy Accountants heeft kantoren in Ekeren en Turnhout. Daarmee telt PIA Group nu al 10 vestigingen in de provincie. Over heel België zijn dat er nu bijna 50. En het einde is nog lang niet in zicht. “We merken dat een groeiende groep toekomstgerichte accountants openstaat voor onze unieke combinatie van schaalvoordeel en lokale sterkte”, zegt Steven Brouckaert, stichter en voorzitter van PIA Group.
pia.be
argenx en Genmab willen samen antilichaamtherapieën in immunologie en oncologie bevorderen
argenx en Genmab hebben een meerjarige overeenkomst gesloten om samen nieuwe therapeutische antilichamen te ontdekken, ontwikkelen en commercialiseren met toepassingen in de immunologie en in oncologische therapeutische gebieden.
“Onze kernmissie is om te innoveren namens patiënten door immunologische doorbraken te vertalen naar nieuwe pijplijnkandidaten. We doen dit door middel van een model van co-creatie dat heeft geleid tot acht moleculen die menselijke proof-of-concept in onze pijplijn demonstreren,” zegt Tim Van Hauwermeiren, CEO argenx.
“Door onze samenwerking met Genmab brengen we onze gecombineerde expertise op het gebied van antilichaamontdekking, -ontwikkeling en -commercialisering samen om inzichten te ontsluiten over de ziekteroutes die we zullen aanpakken.”
argenx.com
Creative agency SAVA en Conversal bundelen sinds 3 april de krachten. Dankzij de overname van SAVA wordt Conversal het grootste agency in de streek, met meer dan 25 experten. Sam Vanaudenhove, zaakvoerder van SAVA, zal toetreden als partner en creative manager binnen Conversal.
Conversal is al jaren een gevestigde waarde in webdesign, SEO, SEA en digitale marketing. Met de overname van SAVA kan Conversal ook met creatieve campagnes, videoproductie en sterk grafisch ontwerp uitpakken.
conversal.be - heysavametu.com
IoT-specialist Sensolus neemt zijn intrek in nieuw Gents kantoor
Sensolus, gespecialiseerd in Industrial Internet of Things (IIoT) en connected asset management, is verhuisd naar een nieuw kantoor in Gent. De verhuis luidt een nieuw hoofdstuk in in het groeitraject van de scale-up. Met het ontwerp wisten de designers de benadering van kantoorleven heruit te vinden, met oog voor gezelligheid, duurzaamheid en het creëren van een plek waar de collega’s zich des te meer kunnen thuis voelen op het werk.
Sensolus werkte samen met interieurarchitect Han Baccaert en architect Tom Vandendriessche.
sensolus.com
v.l.n.r.: Erik Van Looy, Steven Brouckaert, Bart Sommen Steven De Wolf, digital architect & partner –Jens De Roeck , managing partner – Jeroen Buggenhoudt, managing partner – Sam Vanaudenhove, creative manager & partner © StijnLammertynVAN PLUSPLANNEN NAAR
DOELGROEPVERMINDERING
Sinds vele jaren geniet een startende werkgever een korting op de sociale bijdragen wanneer hij zijn eerste werknemers aanwerft. Er zijn belangrijke verminderingen voor de eerste tot en met de zesde werknemer. Vanaf 2024 snoeit de regering in die voordelen. Enerzijds zal de korting voor de eerste werknemer afgetopt worden. Anderzijds verdwijnen de voordelen voor de vierde, vijfde en zesde werknemer. voor de werknemer met het hoogste loon, en dat onbeperkt in de tijd.
Nieuwe en kleine werkgevers genieten al tientallen jaren een vermindering van werkgeversbijdragen bij de aanwerving van hun eerste werknemers. Oorspronkelijk in 1989 gestart voor een eerste werknemer, kwam er eind jaren 90 ook een voordeel voor de tweede en derde nieuw aangeworven werknemer. Het zogenaamde plus-één-, plus-twee- en plus-drie-plan was geboren.
Onder de regering Michel bereikte de maatregel een hoogtepunt. In 2015 en 2016, we spreken ondertussen over een ‘doelgroepvermindering voor eerste aanwervingen’, kwamen er ook voordelen voor de vierde, vijfde en zelfs zesde werknemer.
Bovendien werd de korting voor de aanwerving van een eerste werknemer aanzienlijk versterkt. De vermindering van patronale sociale zekerheidsbijdragen werd ongelimiteerd. Enkel de zogenaamde bijzondere bijdragen (bijvoorbeeld voor vakantiegeld van arbeiders) waren nog verschuldigd.
Omdat de werkgever het voordeel elk kwartaal voor een werknemer naar keuze mag gebruiken, ging het over een volledige vrijstelling van patronale basisbijdragen
EERSTE AANWERVING: ONBEPERKT
IN DE TIJD, BEPERKT IN BEDRAG
Onder de huidige regering keerde het tij. Het Rekenhof en het Federaal Planbureau maakten een kritische evaluatie. Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke besloot de RSZ-korting voor de eerste werknemer te beperken.
Vanaf 1 januari 2022 geldt nog altijd voor onbeperkte tijd een vermindering van patronale bijdragen. Maar het bedrag is wel beperkt: maximaal 4.000 euro per kwartaal. Met een voltijds brutomaandloon van 5.333 euro en 25% basisbijdragen, is dat maximum bereikt.
Vanaf 1 januari 2024 wordt het bedrag van de korting verder beperkt, tot maximaal 3.100 euro per kwartaal. Een voltijds brutomaandloon dat hoger ligt dan 4.133 euro zal met andere woorden geen volledige vrijstelling van basisbijdragen meer opleveren.
Voor de tweede tot de zesde werknemer gelden nu al kleinere kortingen, die
bovendien beperkt zijn tot maximaal 13 kwartalen. Ook daar grijpt de regering in. Voor de tweede en de derde werknemer wijzigt er niets. Maar vanaf 1 januari 2024 zullen nieuwe aanwervingen van een vierde, vijfde of zesde werknemer geen korting meer opleveren. De voordelen die gestart zijn vóór 2024, zouden niet geraakt worden.
Startende werkgevers zullen vanaf volgend jaar wat minder op een loonkostenvermindering kunnen rekenen. De maatregel maakt deel uit van de begrotingscontrole, en is uiteraard budgettair geïnspireerd. De korting voor de eerste drie werknemers blijft weliswaar grotendeels gespaard. Maar de volgende aanwervingen verliezen hun voordeel. Zeker met de hoge inflatie, en de daarmee verbonden hoge loonindexering, kan dat groeiende kmo-werkgevers doen aarzelen. Of dat ook het geval zal zijn, zullen we pas de komende jaren merken.
Bouwbedrijf Van Tornhaut behaalt het ‘Great Place to Work’ label
Bouwbedrijf Van Tornhaut uit Aalter heeft het ‘Great Place to WorkCertificaat’ behaald. Hiermee wordt het erkend als een uitstekend bedrijf om bij te werken.
Jaarlijks deelt het Great Place to Work Institute, in samenwerking met de Vlerick Business School, Great Place to Work certificaten uit aan bedrijven met de juiste visie en ingesteldheid. Hiervoor moet het desbetreffende bedrijf een enquête, opgesteld door Great Place to Work, laten invullen door de medewerkers en het management. Het volledig anonieme onderzoek peilt naar zaken als vertrouwen, trots en plezier binnen het bedrijf, met als doel goed werkgeverschap te erkennen en te belonen.
Alain De Groeve, CEO Van Tornhaut : “We zijn erg trots op dit resultaat. Op vrijdag 15 juli, bij de start van het bouwverlof, worden alle medewerkers uitgenodigd om tijdens een barbecue te klinken op deze prestatie. In september 2022 gaan we als extra bedanking met alle medewerkers voor een tweedaagse teambuilding naar Parijs.”
vantornhaut.be
Dendermondse Feestzaal Hof Ter Velden investeert in duurzame toekomst
Dendermonde wil tegen 2025 een verdubbeling van het aantal laadpalen én meer vergroening van de energie in de stad. Dat is Feestzaal Hof Ter Velden niet ontgaan. Met 18 laadpunten voor elektrische wagens en een zonnepanelenpark spelen de uitbaters in op de generatie van morgen. Het nieuwe zonnepanelenpark bestaat uit 632 panelen, verdeeld over twee locaties, die jaarlijks 262 MWh aan elektriciteit opwekken. “Dat is genoeg om 85 gezinnen van elektriciteit te voorzien en is het dubbele van wat we ongeveer zelf verbruiken om onze zaak draaiende te houden”, vertelt Lesly Volkaert.
Het overschot komt op het net én wordt gebruikt voor een tweede grote investering: het laadpark met 16 laadpunten voor elektrische wagens. De semipublieke laadpalen zijn 24/7 beschikbaar. Ook wie geen feest bijwoont in Hof Ter Velden kan zijn wagen op gelijk welk moment opladen.
Warmtepompen zorgen ook voor verwarming en afkoeling in de feestzalen, nieuwe daken en ramen zorgen voor een totaalisolatie en in de keuken wordt gewerkt met warmterecuperatie. Afvalstromen worden volledig gerecycleerd en het restwater van osmose wordt opnieuw gebruikt in de toiletten. “Bovendien bottelen we hier in de feestzaal ook ons eigen drinkwater met de hulp van een filtersysteem. Zo houden we kilo’s CO2 uit de lucht die anders geproduceerd worden door de productie en transport van flessenwater.”
hof-ter-velden.be
Bekaert breidt productie- en onderzoekscapaciteit uit van electrolysetechnologieën voor groene waterstofproductie in Wetteren
Onlangs kondigde Bekaert aan dat het investeert in bijkomende productie- en onderzoekscapaciteit in electrolysetechnologieën voor groene waterstofproductie. Zo komt er een nieuwe productieplant in Wetteren. Bekaert heeft een leiderschapspositie opgebouwd in poreuze transportlagen (PTL) voor elektrolysetechnologieën onder de merknaam Currento®. De nieuwe fabriek zal Bekaerts PTL capaciteit meer dan verdubbelen tot hoger dan 2 GW. Deze investering is onderdeel van een ruimer, multiple GW capaciteitsuitbreidingsprogramma dat wordt geïmplementeerd ter ondersteuning van klanten en van de groeiperspectieven gedreven door de energietransitie naar een globale waterstofeconomie. Daarnaast investeert Bekaert ook in een specifiek waterstoflaboratorium in het Bekaert Technologiecentrum in Deerlijk, om de volgende generatie innovatieve oplossingen en producten voor groene waterstofproductie te ontwikkelen.
bekaert.com
v.l.n.r.: Alain De Groeve CEO, Isabel Vercamer personeelsverantwoordelijke, Kristof De Brouwer COOSTAATSVORM
Federale republiek
OPPERVLAKTE
8.515.770 km² = 279 x België = vijfde grootste land ter wereld
INWONERS
207,69 miljoen
STAATSHOOFD
President Luiz Inácio Lula da Silva
REGERINGSLEIDER
President Luiz Inácio Lula da Silva
TAAL
Portugees
MUNT
Real (BRL) – 1 Braziliaanse Real = 0,18 € – 1 € = 5,59 Braziliaanse Real
HOOFDSTAD
Brasilia (4,15 mio. inw.)
BELANGRIJKE STEDEN
São Paulo (21 mio inw), Rio de Janeiro (12,9 mio), Belo Horizonte (5,7 mio), Fortaleza (3,9 mio), Recife (3,7 mio)
BELGISCH ZOMERUUR
5 uur verschil - São Paulo: 12 uur = Brussel: 17 uur
BRUTO BINNENLANDS PRODUCT (BBP)
1.609 miljard USD (594 miljard USD in België)
BBP/CAPITA
7.507 USD (51.247 USD in België)
EXPORTEREN NAAR BRAZILIË
Voor Vlaanderen was Brazilië in 2021 de 23ste uitvoermarkt met een goederenwaarde van 2,9 miljard euro of 0,76%. Brazilië bekleedt de 26ste plaats op de lijst van invoerlanden. Vlaanderen boekte een handelsoverschot van 603,7 miljoen euro. In 2022 (jan. Tot nov.) steeg de Vlaamse uitvoer naar Brazilië met 44%.
KANSRIJKE SECTOREN
Voeding en dranken – 36.000 voedingsbedrijven – uitvoer naar België van bevroren en niet-bevroren sinaasappelsap, koffiebonen en soja
ICT – 7de interne ICT markt ter wereld – fintech is belangrijk segment – ook AgTech belangrijk voor connectiviteit op afgelegen velden
Infrastructuur en logistiek – belangrijke toegangspoort tot Latijns-Amerika voor Vlaamse bedrijven – 7500 km kust, 82 havencomplexen
Levensmiddelenindustrie – stijging van geïmporteerde voedingsmiddelen –private labels steeds belangrijker – nog maar weinig Vlaamse producten beschikbaar – ook belangrijke markt voor hoogtechnologische verpakkingsindustrie
Gezondheid en medische sector – is gezien de groeiende bevolking onderontwikkeld – wel wereldtop inzake hartchirurgie, maar weinig toegankelijk –registratie nieuwe medicijnen complex en tijdrovend
Lees: zakendoen in Brazilië op www.flandersinvestmentandtrade.com
Hightech uit Aalst: bij Medec produceren ze, als enige in België, beademingstoestellen. Die vertrekken naar ruim 100 landen.De exportstrategie van Medec:
Medec International is de enige fabrikant van beademingstoestellen in België. Alles wordt in huis ontwikkeld en geproduceerd, software inbegrepen. Toestellen van Medec worden gebruikt in operatiekwartieren om patiënten te beademen en indien nodig een verdovend gas toe te dienen. Ze genieten een sterke reputatie op vlak van betrouwbaarheid en patiëntveiligheid.
Sinds de start (1994 in Aalst) zet Medec sterk in op internationalisering. Het parcours verliep wat ongewoon: in de jaren 1990 waren de grotere spelers sterk aanwezig op de Europese thuismarkt. En dus wendt Medec zijn blik met succes op minder ontwikkelde markten als Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
Vandaag is 90% van de productie bestemd voor de uitvoer naar ruim 100 landen. Op de eigen website wordt het geheim van de Belgische aanpak in een internationale handelsrelatie verklapt: “Veel gezond verstand, onderhandelings- en compromisbereidheid.”
Het eerste kwartaal van 2023 dient zich alvast veelbelovend aan, al zijn er nog wel wat haperingen met de levering van elektronische componenten. Maar als het enigszins kan, lost Medec de problemen zelf op, zoals onlangs toen een kleine klep niet kon worden geleverd en het Medec-team ze dan maar zelf ontwierp en produceerde. Gelukkig voor de sterke exporteur zakken de transportprijzen ondertussen naar een aanvaardbaar niveau.
Ook al heeft Medec bakken exportervaring in huis, het bedrijf is pas sinds kort actief op de Braziliaanse markt. Bedrijfsleider Kristof Braem: “Wij voeren uit naar alle windstreken en werken in alle mogelijke tijdzones. Daarom hebben we geen echte Belgische dedicated exportverantwoordelijke meer. We trachten via een uitgekiende klantenservice paraat te zijn voor elke partner, in elk land, op elk moment.”
Braziliaans protectionisme
Wie de Braziliaanse markt – in theorie de grootste van Zuid-Amerika – wil veroveren, moet in het reusachtige land rekening houden met een flinke dosis protectionisme. Om de lokale productie of assemblage te stimuleren, gelden er hoge invoertaksen
of wordt men bij aanbestedingen verplicht lokaal aan te kopen. Daarom bouwde het Japanse Takaoka, een concurrent van Medec, een fabriek in Sao Paulo.
Kristof Braem: “De ervaring leert echter dat protectionisme het niveau van de producten en toestellen naar beneden haalt. Finaal komt men toch bij buitenlandse spelers terecht. Grote ziekenhuizen willen kwaliteit en betalen zelf de invoerrechten.”
In veel landen wordt medisch cruciale apparatuur, zoals de toestellen van Medec, overigens vrijgesteld van invoertaksen, maar niet in Brazilië.
Vanwege de registratieplicht voor de Medectoestellen – en voor veel andere producten en machines – is het erg belangrijk een juiste partner te kiezen. Die procedure is omslachtig en complex en zorgt voor veel rechtsonzekerheid omwille van een snel wijzigende wetgeving.
Voor Medec is de distributeur een sleutelfiguur. Hij neemt het transport voor zijn rekening, handelt de dedouanering af en brengt de hele papierwinkel tot een goed einde. In ruil krijgt hij exclusiviteit voor de verdeling van onze toestellen.
Brazilië stelt zich vrij defensief op ten voordele van de eigen industrie en is voor de buitenlandse speler dan ook vrij duur. Kristof: “Je betaalt invoertaks op de referentiewaarde, niet op de reële prijs die je hebt onderhandeld. Ook dat is een illustratie van het protectionisme dat men hanteert.”
Het belang van de man ter plaatse Medec werkt met twee medewerkers in Brazilië, een exportmanager en een product specialist. Zij reizen naar de verschillende landen in Zuid-Amerika (inclusief Brazilië) om daar de nodige ondersteuning te geven aan de distributeurs en eindklanten.
Kristof: “Het voordeel is dat ze in dezelfde tijdzone zitten en de taal spreken. Illya, een Engelse Peruaan, werkt vanuit Florida, terwijl Ricardo vanuit Colombia opereert.”
Medec klanten worden intensief ondersteund via producttraining, technische bijstand, demo’s, onderhoud en jaarlijkse kalibratie. Kristof: “Onze distributeur gaat mee naar het ziekenhuis voor de introductie van de toestellen. Het leuke is dat de dokters in Brazilië opener zijn en minder afstandelijk dan bij ons. Ze strooien gul met commentaar en verbetersuggesties, maar zeggen ook sneller wanneer het goed is.”
Kristof onderstreept het belang van de kwaliteit van de partner op de lokale markt: “Je bent maar zo goed als de kwaliteit van de distributeur. Er zijn gevallen bekend in Colombia waar concurrenten anesthesietoestellen lieten saboteren. Je mag er niet aan denken … Overigens is dat 30 jaar geleden ook in een Belgisch ziekenhuis gebeurd. We steken dan ook veel energie in de opleiding van onze lokale partners en brengen hen de waarden bij die Medec hanteert. We stellen duidelijke verwachtingen en monitoren voortdurend. We zijn niet geïnteresseerd in een single shot business maar willen zorgvuldig een reputatie opbouwen op basis van degelijke toestellen met een unieke beveiliging op het hoogste niveau. Het is net op dat vlak dat Medec het verschil maakt. Een intensieve begeleiding leert de gebruiker een bepaald probleem te herkennen en te beheersen.
Hij voegt er wat filosofisch aan toe: “Het is niet omdat een toestel van een andere producent niet deugt, dat je zelf goed bent.”
Groeimarkt
Medec heeft de ambitie om op termijn jaarlijks 250 toestellen voor anesthesie en ventilatie te leveren op de Braziliaanse markt waarop zowel laagwaardige als hoogkwalitatieve toestellen succes boeken. In Europa krijgen machines met een mindere reputatie maar weinig voet aan de grond.
Over de aanpak zegt Kristof: “We willen een lokale referentie zijn en moeten daarom de gunstige evaluatie door de anesthesist verdienen en uitspelen. In het verleden waren we geneigd om te veel low hanging fruit mee te pikken. Nu oefenen we geduld en kiezen wij ervoor om meer referenties op te bouwen. In Colombia hebben wij via de input van lokale referenties al toestellen kunnen optimaliseren en bijstellen.
Brazilië is voor de gezondheidsindustrie zeker een groeimarkt. Er is bovendien een trend van ‘hospitaaltoerisme’, aangevuurd door een bovengemiddelde aandacht voor ‘schoonheid’. Consumenten hebben veel geld over voor een stukje medische en esthetische ‘shopping’ die hen volmaakte tanden, lippen en borsten belooft.
“ Er zijn gevallen bekend in Colombia waar concurrenten anesthesietoestellen lieten saboteren.
Je mag er niet aan denken
BRAEM, BEDRIJFSLEIDER
Braziliaanse beursevents zoals Hospitalar in Sao Paulo verzamelen 1.000 merken uit meer dan 30 landen en trekken 50.000 bezoekers. Medec is er altijd aanwezig.
Geen financiële avonturen
Financieel neemt Medec geen risico’s. Zoals in andere Zuid-Amerikaanse landen wordt van de distributeur vooruitbetaling gevraagd van alle orders. Zijn financiële draagkracht is belangrijk, want zelf geniet hij niet het comfort van de voorafbetaling.
Kristof: “In landen zoals Brazilië werkt men blijkbaar niet graag met een letter of credit Procederen is in elk geval geen oplossing: de hele rechtsgang is complex en maakt alles veel duurder.”
Sommige klanten genieten bij Medec een open krediet: zij betalen 50% vooruit en 50% bij levering. In de toekomst zou Medec graag meer met open krediet werken. “Je moet respect hebben voor elkaar, dan lukt dat wel, ook in Brazilië,” besluit Kristof.
In de megasteden Sao Paulo en Rio de Janeiro is niet alleen financiële veiligheid een evident aandachtspunt. Kristof: “Ik maakte ooit ’s nachts een taxirit door de stad en merkte dat de chauffeur alle rode lichten negeerde. Hij maakte me duidelijk dat het dat was of kans lopen op een overval …”
De Brazilianen
Omgang met Brazilianen is, zoals veelal in Zuid-Amerika, aangenaam,” getuigt Kristof. “De mensen tonen een vorm van ongekunstelde alegria, ze zijn prettig nonchalant ook. Ze kijken met respect naar Europeanen. In Brazilië wordt veel op restaurant beslist. Niet
zoals in de VS, waar partijen meteen met een batterij advocaten aan tafel gaan.”
Toch doet men er goed aan om zich bij het begin van een zakelijk gesprek juridisch te laten bijstaan. Kristof: “Er zijn veel valkuilen, je moet je dus goed bevragen vooraleer een activiteit op te starten. Anders wordt het een bodemloze put.”
Het internationaal ervaren Medec maakt afspraken waarbij veel kosten bij de distributeur belanden. “Zo trachten wij onze risico’s te beperken. Belangrijk is niet alleen de aanvang en het traject van een samenwerking met derde partijen te bespreken maar ook het eventuele einde ervan. De regelgeving is zo beschermend dat je blijvend met een relatie dreigt opgescheept te zitten en er niet meer van af geraakt. Voor je het weet prijs je je zo uit de markt.”
Een lastig punt blijft de beperkte kennis van vreemde talen bij veel Brazilianen.
Verantwoordelijken op een hoger niveau met wie onderhandeld wordt over een mogelijke samenwerking, zijn het Engels wel machtig. Eenmaal het verhaal echt operationeel wordt in de ziekenhuizen, kom je zonder Portugees of Spaans niet ver. Kristof: “Om misverstanden en fouten te vermijden spreek je bij de ondersteuning best de lokale taal.”
Kristof Braem geeft nog mee: “Over twee zaken spreek ik nooit met buitenlandse partners: politiek en religie. Dat ligt gevoelig en emoties daarover kunnen impact hebben op de visie over jouw bedrijf.” En aan emoties, geen gebrek in Brasil.
De ‘verovering’ van de Braziliaanse markt kan voor Medec een opstap vormen naar andere Zuid-Amerikaanse landen, zoals Mexico. Maar ook dat zal stap voor stap gebeuren.
Traag als een Weense wals, niet meteen op een snel Latijns-Amerikaans ritme.
Onze Voka-experts hebben de nodige kennis om je bij te staan bij de heel specifieke kennis rond ondernemen in het buitenland.
Contacteer inya.synhaeve@voka.be of bekijk onze webpagina
23.05.2023
Stamgasten 2023
Maak op een ontspannen manier kennis en deel ondernemersverhalen. Kom inspiratie opdoen, leg contacten en drink uiteraard een pintje.
GENT GRATIS
07.06.2023
Breakfastclub: What’s New in the Creative Industry?
Voor en door jonge ondernemers – vijf pitchers –vijf slides – vijf minuten
GENT GRATIS
14.06.2023
Netwekkers in Meetjesland
bij M-accent
Ochtendstond heeft goud in de mond! Nog voor de werkdag aanvangt, verzamelen we met een enthousiaste groep ondernemers bij M-accent in Eeklo om te netwerken.
EEKLO GRATIS
14.06.2023
Uitreiking Voka Charter Duurzaam
Ondernemen
Een 100-tal bedrijven krijgen het Voka Charter Duurzaam Ondernemen overhandigd voor de duurzame inspanningen die ze het afgelopen jaar hebben geleverd. Laat jij je ook inspireren?
GENT GRATIS
15.06.2023
Lunch met de ambassadeur van Polen
Na een korte update over de Poolse economie door de ambassadeur, krijg je de kans om jouw onderneming voor te stellen, specifieke topics met de ambassadeur aan te kaarten en te netwerken met andere in Polen geïnteresseerde ondernemers.
GENT 120 €
25.05.2023
Jaarfeest & Statutaire
Jaarvergadering
Laat je meeslepen door een inspirerende keynote en geniet van een concert achteraf op dit exclusief jaarfeest. We sluiten de avond af met een uitgebreide netwerkreceptie.
GENT GRATIS
20.06.2023
Voka Visit
Breng een bezoek aan de site van Gadot Belgium in North Sea Port, een multimodale terminal gespecialiseerd in de stockage, productie en distributie van chemische producten. Zij claimen de meest duurzame terminal te zijn in Europa, doordat ze voor zowel elektriciteit als warmte beroep doen op lokaal opgewekte, duurzame energie
GENT GRATIS
22.06.2023
Voka Visit
Breng een bezoek aan de Kunstgieterij Van Geert en Atelier Sauveur en maak kennis met twee sterke ambachten tijdens dit dubbelbezoek.
AALST GRATIS
Lobby
Voka Politica
Ga in gesprek met lokaal bestuur en leer andere bedrijven uit jouw gemeente kennen GRATIS
24.05.2023
13.06.2023
ZOTTEGEM
ERPE-MERE
FINANCIEEL
01.06.2023
Financieel management voor niet-financiëlen Niet-financiële zaakvoerders en managers ontdekken de belangrijkste principes van financieel management. € 550
08.06.2023
BTW-class: abc van de btw
Wanneer moet btw aangerekend worden? Onder welke voorwaarden kan een handeling vrijgesteld worden? Wat zijn de geldende regels inzake recht op aftrek? Ontvang een volledig overzicht van de geldende btwregels aan de hand van praktische voorbeelden.
ONLINE OF OFFLINE (OOSTKAMP) € 450
Human Resources & talent
25.05.2023
De employee experience verbeteren
Ontdek hoe je als bedrijf een meer aantrekkelijke werkgever wordt en de retentie en het engagement van jouw medewerkers verbetert?
GENT € 200
05.06.2023
Een duurzaam en strategisch verloningsbeleid
Het verloningsbeleid is niet het enige dat mensen motiveert maar het blijft wel een belangrijk facet in het aantrekken en behouden van je medewerkers. Wat kan je doen om mensen gemotiveerd te houden op korte en lange termijn? Wat is haalbaar en past bij jouw bedrijfscultuur?
GENT
€ 200
06.06.2023
Loopbaanpaden ontwikkeling: interne mobiliteit en jobcrafting leiden tot retentie
Verbeter de interne mobiliteit in je bedrijf en bind je talent duurzaam.
GENT € 200
05.06.2023
Douane-update Een must voor iedereen die goederen in- en uitvoert. Actualiseer jouw kennis van de recente ontwikkelingen in de douanereglementering zodat je weer helemaal mee bent.
GENT
€ 200
20.06.2023
Beyond Borders Sub-Sahara-Afrika
Ontdek de pro’s van ondernemen in de regio SubSahara en laat je de basishandvaten van ondernemen aanreiken.
GENT
€ 550
25.05.2023
Lerend netwerk Sales Management
Laat je begeleiden door een ervaren salesexpert en vind een interessant klankbord bij andere salesmanagers om het salesteam in jouw organisatie te verbeteren.
GENT
€ 900
05.06.2023
Strategische marketing
Stap voor stap op weg naar een klantgericht marketingstrategie
GENT
€ 550
15.06.2023
Commercieel denken en doen voor niet-commerciëlen
Beschouw je jezelf niet als een ‘geboren’ verkoper maar wil je toch met kleine zaken het verschil maken ? Zorg dat klanten met plezier met je communiceren, leer omgaan met een ontevreden klant. Ontdek dit alles in een workshop waarbij de dagelijkse werksituatie van de deelnemers centraal staat.
AALST € 450
02.06.2023
Lab: Starten met een raad van advies of bestuur
We stomen je klaar om een raad van advies of bestuur op te starten die past binnen je bedrijfsstrategie, en die op een correcte manier wordt samengesteld en georganiseerd.
GENT € 4.950
Interesse om een opleiding te geven binnen het netwerk van Voka Oost-Vlaanderen?
NEEM DAN DEEL AAN ONS TRAINERSEVENT OP DONDERDAG 1 JUNI 2023.
Tijdens dit event bieden we sprekers, trainers, consultants & experts een platform aan om nieuwe ideeën te pitchen. Samen kijken we waar en hoe we deze kunnen vormgeven in ons opleidingsaanbod.
Vooraf inschrijven via onze website
Meer informatie kan je vinden op onze website via deze QR-code
Er is één absolute zekerheid in HR-land voor de komende 20 jaar. Niemand lijkt hier al echt rekening mee te houden. De gegevens zijn nochtans gekend: door onze omgekeerde bevolkingspiramide verlaten de komende 20 jaar 3 mensen de arbeidsmarkt voor 2 instromers. Aangezien de mensen die de komende 20 jaar op de arbeidsmarkt komen nu al geboren zijn, is dit een absolute zekerheid – geen voorspelling. Dit betekent 1/3e minder medewerkers voor onze bedrijven in de komende 20 jaar. Gerichte arbeidsmigratie uit het buitenland zal hier niets aan veranderen, België heeft sowieso een slechte trackrecord op dit gebied. En er zal internationale concurrentie zijn, vele landen zullen hun best doen om interessante profielen aan te trekken.
Je hoort nu al voortdurend de roep om “meer mensen, want zo lukt het niet meer”. Zoals gebruikelijk eerst en vooral bij allerlei overheidsdiensten. Maar ook in vele privébedrijven waar mensen steeds opnieuw een tandje bijsteken, tot de kruik op barsten staat. Hoe moet dat in de toekomst, als het aantal beschikbare mensen op de arbeidsmarkt bijna zal halveren? Bedrijven zullen even ambitieus blijven, er zijn ook vele maatschappelijke noden en ambities die moeten ingevuld worden, we zullen toch niet op een lagere levensstandaard terugvallen als consument-burger? Behalve voor wie al alles heeft en dus kan oproepen om het met minder te doen; een egocentrische vorm van progressiviteit, ironisch genoeg.
De enige oplossing ligt in technologietoepassingen die het werk van mensen deels overnemen, in alle sectoren. HR moet zelf aandringen op snelle technologische ontwikkeling in het bedrijf, zodat HR zich sneller op haar kerntaak kan richten: hoe gaat het bedrijf even (of meer) succesvol zijn met 1/3e minder medewerkers dan voorheen? Dit is een meer strategische en futureproof benadering voor HR dan als een kip zonder kop de roep om meer mensen achterna te hollen en steeds meer tijd te steken in rekrutering en meer risico’s te nemen met wie men aanwerft. War for people in plaats van war for talent is een slechte strategie.
HR moet dus een motor worden om het businessmodel maximaal tech driven te maken en zich richten op het aantrekken en behouden van wie in een tech driven omgeving cruciaal is. Welke taken, rollen, jobs kunnen geautomatiseerd of gedigitaliseerd worden, waar kan met artificiële intelligentie worden gewerkt? Denk niet alleen aan repetitieve uitvoerende taken, maar ook aan creatieve taken zoals teksten schrijven, lay-outwerk, nieuwe ideeën genereren. Artificiële intelligentie zal veel jobs kosten, gelukkig maar, we hebben er toch geen mensen voor. Welke competenties heb je nodig voor deze next level van toegepaste technologie? Hoe snel kan dit gaan? Welke mensen moet je dan nu al aanwerven? Wie moet je zeker behouden in je organisatie? En welke rollen worden misschien minder noodzakelijk, zodat je met enkele jaren voorsprong weet welke aanwervingen nu misschien dringend lijken maar op langere termijn minder cruciale competenties zijn? Kan je deze dan niet beter outsourcen voor die beperkte tijd, bijvoorbeeld?
Moeilijke vragen en afwegingen voor HR-diensten die nu met de dagelijkse druk uit alle hoeken van de organisatie worden geconfronteerd: snel meer mensen aanwerven, koste wat kost, financieel en in kwaliteit. Dit is een begrijpelijke reflex als je opgejaagd wordt, maar geen toekomstgerichte strategie.
Vanzelfsprekend kan het een tactiek zijn om – zolang het kan –maximaal aan te werven om na een aantal jaren af te slanken en zo de cruciale mensen over te houden. Maar de uitkomst is onvermijdelijk: gemiddeld zal elk bedrijf het met beduidend minder mensen moeten doen. Wie denkt dat hij dit axioma op de arbeidsmarkt de komende jaren kan verslaan, zal disproportioneel veel op tafel moeten leggen en zich uit de markt prijzen. De war for talent gaat over in een nieuwe strategie: hoe je met minder mensen meer kan bereiken.
Less is more, ook in HR.
GEERT MOERMAN gedelegeerd bestuurderVoka Oost-Vlaanderen“ Artificiële intelligentie gaat veel jobs kosten, gelukkig maar, we hebben er toch geen mensen voor
Bij de shift naar thuiswerk en cloudcomputing komen nogal wat security-vragen kijken. Catherine De Saedeleer, Head of Smart Networks bij Proximus, vertelt hoe SASE hier een unieke rol in kan spelen. De integratie van netwerk- en veiligheidsfuncties in één dienst zorgt voor een verbetering van de algemene securityaanpak.
In 2019 deed nog geen kwart van de Belgen minstens één dag per week aan telewerk. Sinds de coronacrisis is dat 40%. “We gebruiken clouddiensten, waarbij we connecteren vanop om het even welke locatie en met om het even welk toestel. Ook gevoelige bedrijfsdata bevinden zich zo niet langer in het datacenter, maar verspreid over uiteenlopende clouds. Dat vraagt om een andere benadering van het netwerk en uw beveiliging. Gelukkig bestaan er oplossingen om een eenduidig securitybeleid uit te rollen dat ook nog eens flexibel is”, zegt Catherine.
Netwerk en security in één
Dat is precies wat ‘SASE’ doet, een term die Gartner in 2019 introduceerde en uiteenvalt in ‘Secure Access’ en ‘Service Edge’. Het gaat met andere woorden om een veilige toegang tot bedrijfsapplicaties en data als een service geleverd waar de gebruiker zich ook bevindt.
“SASE is geen nieuwe technologie, maar een manier om anders naar uw netwerk en security te kijken. Het is een concept dat netwerk- en veiligheidsfuncties combineert, in een geïntegreerde approach. Het doel is om netwerkprestaties te verbeteren, de operationele complexiteit te verminderen en de beveiliging gevoelig te versterken.”
SASE volgt uw netwerk
“SASE maakt gebruik van geïntegreerde cloud beveiligingsdiensten. De beveiliging volgt de architectuur van de onderneming. Diensten worden geleverd op het niveau van de gebruikers en de applicaties, niet louter in een centraal datacenter. Als er iets wijzigt in de netwerkomgeving, dan verandert ook de manier van beveiligen.”
Veiliger en eenvoudiger
“SASE is een overzichtelijk ecosysteem waardoor u sneller problemen kan opsporen en uw strategie kan aanpassen. U bent niet langer enkel afhankelijk van het fysieke bedrijfsnetwerk, waardoor u de volledige controle behoudt. SASE gaat uit van een zero trust-aanpak, waarbij iedereen zich uitdrukkelijk moet verifiëren en alleen minimale toegangsrechten krijgt.
In de context van onder meer thuiswerk, het gebruik van cloudapplicaties en de opslag van data in diverse clouds, zorgt SASE dus voor consistentie in uw securitybeleid”, besluit Catherine.
“ SASE is geen nieuwe technologie, maar een manier om anders naar uw netwerk en security te kijken.”
“U bent niet langer enkel afhankelijk van het fysieke bedrijfsnetwerk, waardoor u de volledige controle behoudt.”
Je klanten rekenen niet alleen op jou voor de correcte afhandeling van hun boekhouding. Ze verwachten ook dat je beschikbaar bent voor accuraat fiscaal en financieel advies. Daarom helpen wij je graag met het ontcijferen van complexe zaken. Zo heb je meer tijd voor wat écht telt. Dit is het moment.