Reporter CONGO
VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT IN JANUARI-APRIL-JUNI-AUGUSTUS-OKTOBER | JAARGANG 30 NR 6 | editie oktober 2010 | AFGIFTEKANTOOR 8500 | KORTRIJK 1-2E AFD | P108038 | VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: LUUK ZONNEVELD, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN
nieuws VREDESEILANDEN
1
Kisangani Bunyuka
Butembo
CONGO Kinshasa
Lubumbashi
Een onafhankelijkheidsfeest? Met een groot feest opende Vredeseilanden haar kantoor in de stad Butembo. Dat was in het jaar 2005. Iedereen danste op een nieuw begin. Hoopvol en vol energie om aan de slag te gaan. De speeches bulkten van ambitie om uit een socio-politieke en economische crisis te geraken die al decennia lang duurde. Vijf jaar later valt de evaluatie van onze werking samen met de 50-jarige onafhankelijkheid. Is er opnieuw gefeest? Neen, omdat
volgens cijfers van de VN nog altijd drie kwart van de Congolese bevolking honger lijdt. Dat blijft onaanvaardbaar hoog. Neen, omdat de hooggespannen verwachtingen na de eerste democratische verkiezingen in het post-Mobutu tijdperk heel snel wegsmolten. Neen, omdat de bevolking zich nog altijd niet beschermd voelt door haar eigen leger en regering. Zeker in het oosten van het land. Moorden, verkrachtingen, plunderingen bleven helaas ook de afgelopen vijf jaar de rode draad. Het was
niet anders in de periode rond de 30ste juni 2010. En toch is er fierheid bij de 10 organisaties waarmee Vredeseilanden momenteel samenwerkt. Omdat de voorbije vijf jaren diepe sporen hebben nagelaten in 14 dorpen en daarbuiten. Omdat de impact van ons werk overduidelijk is. Omdat het leven van duizenden boeren wel degelijk veranderd is. Omdat de resultaten duidelijk maken dat, indien er vrede komt, de Congolese landbouw een enorm potentieel
heeft. Ze kan haar eigen bevolking voeden, en het surplus op interne markten en markten van de buurlanden verkopen. Dat moet de echte onafhankelijkheid worden: een onafhankelijkheid van buitenlandse hulp. Een onafhankelijkheid die ervoor zorgt dat iedereen kan leven. Een onafhankelijkheid die ervoor zorgt dat de bevolking kan genieten van de enorme natuurlijke rijkdommen in haar land. Léopold Mumbere, vertegenwoordiger van Vredeseilanden in Noord-Kivu
In deze Congo Reporter nemen we u mee doorheen onze werking in Noord-Kivu van de voorbije vijf jaar. Rode draad zijn de beelden van fotograaf Jimmy Kets die speciaal voor Vredeseilanden naar Congo reisde. Jimmy Kets is fotograaf voor De Standaard. Hij publiceerde twee fotoboeken, 'Brightside' en 'Volkscafés – vrouwentongen & mannenpraat', en exposeerde in het Flanders Center in Osaka. Hij won tweemaal de Sabam Award voor de beste humoristische persfoto en tweemaal de Nikon Promising Young Photographer Award. www.jimmykets.be De gedichten bij de foto's zijn van Ivan Godfroid. Hij is o.a. auteur van de dichtbundel "Omgewoelde aarde / Rwanda gedichten". Momenteel werkt hij voor Vredeseilanden in Congo. 2
3
Butembo,
uitvalsbasis van Vredeseilanden in Oost-Congo
Wie zich bij Butembo een stoffige, broeierige Afrikaanse stad voorstelt met dorre struiken tussen de huizen, heeft het mis. Het regent er dikwijls pijpenstelen, en de lucht kan er mistiger zijn dan op een Belgische herfstdag. Maar net dat vele luchtwater zorgt ervoor dat de heuvels rond de stad zo prachtig groen zijn. Butembo is een dynamische handelsstad van – naar schatting – 700.000 inwoners. Van hieruit is het nog een 100-tal km naar de grens met Oeganda. De populairste bestemmingen met het vliegtuig zijn Kampala en Dubai. De stad heeft geen meter asfalt en geen elektriciteitsnetwerk. Overal brullen de dieselgeneratoren die overdag computers laten werken en ’s avonds de huizen verlichten. Er zijn slechts een 100-tal – vaak dronken – politieagenten voor de hele stad.
In Butembo kan je je ook laten verwennen in twee sauna’s, het vlees van de ‘Boucherie d’Amour’ proeven, een dagelijkse karavaan van jonggehuwden en hun familie aanschouwen, het kleinste museum ter wereld bezoeken, gaan feesten in de Miami club (spreek uit: mie-a-mie), geitenbrochettes eten in pompeuze hotels, of een Primus van 72cl drinken.
Butembo heeft de heropbouw vooral aan eigen inspanningen te danken. Er wordt wel eens gezegd dat het een stad is die het niet slecht doet, maar dat de regering of internationale hulp daar weinig verdienste aan heeft. De baNande, de etnische groep die hier ongeveer 90 procent van de bevolking uitmaakt, zijn altijd handelaars en plantrekkers geweest. Terwijl tijdens de verschillende oorlogsperiodes in omliggende steden als Beni en Goma telkens al snel een
4
toestroom van internationale hulp op gang kwam, heeft Butembo de heropbouw vooral aan eigen inspanningen te danken. Op eigen kracht slaagden ze erin rebellen weerstand te bieden, op eigen houtje voerden ze een systeem van taksen in om de wegen te onderhouden. Ook lokale boerenorganisaties deden grote inspanningen om hun werking voort te zetten, zelfs tijdens de oorlogsjaren. Vredeseilanden is die boerenorganisaties altijd blijven steunen, zelfs al ging het over minimale bedragen tijdens de oorlogsperiodes. Zo konden de organisaties overeind blijven en slaagden ze erin hun leden te ondersteunen in penibele omstandigheden. Die continue steun heeft ons enorm veel vertrouwen opgeleverd. Zo konden we in 2005, na de grote oorlogsjaren, vanuit een nieuw kantoor heel snel van start gaan met grotere projecten. Op het Vredeseilanden kantoor werken momenteel vier Congolese medewerkers die alle activiteiten coördineren, opvolgen, bijsturen en de nodige controles bij onze partnerorganisaties uitvoeren.
De partners van Vredeseilanden werkten de voorbije vijf jaar in een relatief veilige zone. Toch waaiden er af en toe oorlogsvlagen of -stromen over het gebied die de activiteiten in meer of mindere mate beïnvloedden. In het begin van het programma roofden rondtrekkende bendes honderden geiten en konijnen. Meer dan eens hebben we nieuw zaaizaad moeten bezorgen in regio’s waar plunderingen plaatsvonden. Ook op het moment van het schrijven van deze Reporter kamperen Oegandese rebellen en een brigade van het Congolese leger in de vruchtbare vlakte waar de boeren hun velden moeten klaarmaken voor het volgende seizoen… Als het gebied de komende weken onveilig blijft, zal er ook binnen een paar maanden geen oogst zijn... En dreigt er weer honger. Zo stelt de veranderende context ons steeds voor nieuwe uitdagingen.
Kookbanaan schijnstam ontstaan uit gedrang onderaan borg voor het doorgaan bewijs van bestaan hoe nu waarom nooit voordien ongezien
trossen versteend land beweend sedertdien inzicht bewapent veel meer dan een mes de warmte van water spelt ’t leven de les
5
Dieven worden ambassadeurs? Het werkveld van Vredeseilanden in Oost-Congo grenst aan natuurparken en wouden. Op de rand van het natuurpark Maiko leven waMbutifamilies (pygmeeën) in een zestal dorpen. Door de jarenlange houtkap, de aanwezigheid van gewapende groepen en vluchtelingen in die gebieden, kregen ook zij het zwaar te verduren. Ze kunnen amper nog leven van wat ze in het woud vinden en zijn daarom op dezelfde plaats gaan wonen als de landbouwers in de omgeving. Niet te verwonderen dat dit vaak aanleiding geeft tot conflicten. Goedkope werkkrachten werden ze. Met op het einde van de werkdag… een T-shirt of een fles bananenwijn als bedanking. Geen loon, geen arbeidscontract. Vredeseilanden werkt daarom al een paar jaar samen met Preppyg, een organisatie die de belangen van de waMbuti wil verdedigen. Buthelezi, de directeur, vertelt:
6
“We gingen op bezoek bij andere boerenorganisaties in de streek. Nu groeit er rijst, bonen en kolen in de pygmeeëndorpen. Het loopt zo goed dat er minder diefstallen zijn op de velden in naburige dorpen. Je moet weten dat veel waMbuti zijn verjaagd uit het woud, of zelf vertrokken omdat ze er niet genoeg te eten meer vonden. In de naburige dorpen werden ze beschouwd als dieven. Nu ze zelf aan landbouw doen, verbeteren de relaties en worden ze meer en meer als volwaardige boeren beschouwd.” En voor de waMbuti families zelf? Dit vraagt toch een enorme omschakeling van levenswijze? “Dat klopt, en het geeft zeker spanningen binnen hun gemeenschap. Maar ze hebben momenteel geen enkel ander alternatief om te overleven. De ‘sedentaire’ bevolking heeft hen niet altijd goed behandeld. Landbouw is niet hun
eerste keuze, maar het geeft hen op dit ogenblik wel de mogelijkheid om genoeg te eten te hebben. En het is iets waar ze fier op kunnen zijn.” De sociale verhoudingen zijn nu op sommige plaatsen helemaal veranderd. Af en toe komen de ‘sendentaire’ bewoners zelfs aan de waMbuti vragen of ze als dagloner mogen komen werken. Iets wat vroeger ondenkbaar was. Mensen uit de buurt weten de pygmeeëndorpen ook te vinden om er eieren en champignons te kopen. Stilaan verandert hun leven. Anderzijds blijven de waMbuti nog steeds een erg gemarginaliseerde groep in de samenleving en de onbereikbaarheid van de dorpen is een serieus obstakel. Wat heb je eraan als je een ton maïs kan kweken maar er geen weg is die breed genoeg is voor een vrachtwagen? In de dorpen vind je ook meer en
meer mensen die de Code Forestier kennen. Dat is de nationale wet die de activiteiten in en rond de bossen regelt. Preppyg heeft veel geïnvesteerd in opleiding. Nu kunnen de waMbuti op hun strepen staan en ingaan tegen handelaars die hun woud willen kappen. Alles ondergaan, dat is verleden tijd.
Op 27/11/2009 vertelde een radiostem dat pygmeeën een olifant hadden opgemerkt in de buurt van hun dorp en dat ze dit gemeld hadden aan het Congolees Instituut voor Natuurbehoud. Waarom was dit nieuws? Omdat ze hem niet doodden. Preppyg slaagt er beetje bij beetje in om hen echte ambassadeurs van het Nationaal Park te maken.
Sedentarisering hoe een woudreus valt haast neerstrijkt haast mooi hoe ademloos traag alsof het de aarde is die wegdraait hoe zwaartekracht afslacht wat eeuwen doorstond de kruin uiteenspat in een striemende kreet
en als het weer stil is geworden het stof door de regen de grond is ingeslagen kijken de kinderen van het woud beteuterd verstrengelde takken worden hun levenspad stronken verankeren voortaan hun bestaan het zal nog lang duren eer ze vergaan
Bunyuka:
verandering in cijfers gemiddeld 57 dollar per jaar. De huizen met een golfplaten dak waren op één hand te tellen. In 2007 bleek dit gemiddeld inkomen bijna verdubbeld tot 106 dollar per jaar . Meer recente cijfers zijn er niet, maar we weten wel dat vandaag 6 op de 10 grasdaken vervangen zijn door een golfplaten dak en dat voor 16% van de kinderen het schoolgeld kan betaald worden, waar dit vroeger maar 4% was. Een verbetering, maar tegelijkertijd een bewijs dat er nog veel werk aan de winkel is om de families echt uit de armoede te halen.
Trouwen kost geld “70% van de mensen in ons dorp zijn arm, 30% kunnen goed leven, maar niemand is rijk.” Dat was de conclusie van de dorpsvergadering in Bunyuka in 2004. Vredeseilanden had het uitgestrekte dorp Bunyuka geselecteerd om de impact van haar werking nauw op te volgen via enquêtes en interviews. Zouden er effectief minder mensen ondervoed zijn na vijf jaar? Zouden de boerinnen meer verdienen?
Ondervoeding Uit een uitgebreide enquête bij de start van het programma bleek dat ongeveer de helft van de families geen twee maaltijden per dag kon eten. Ze leefden van dag tot dag. De kindersterfte lag zeer hoog en 8% van de mensen was chronisch ondervoed. Vijf jaar later is nog slechts 3% van de mensen chronisch ondervoed, en 80% van de families eet minstens twee maal-
8
tijden per dag met de noodzakelijke proteïnen en vitaminen. In moestuintjes rond de huizen vind je meer en meer nieuwe soorten groenten. Resultaat: een gevarieerdere voeding, als aanvulling op een eenzijdig dieet van kookbananen, bonen en maniok.
Veestapel Tijdens de oorlog werd bijna al het kleinvee uit de streek geslacht of geroofd door rondtrekkende bendes. Vijf jaar later staat er weer af en toe vlees op het menu, noodzakelijk voor de proteïnen. Een intensief kweekprogramma heeft ervoor gezorgd dat er geleidelijk aan weer meer en meer kippen rond de huizen scharrelen. En met de kippen hebben de omelet en het hardgekookt ei ook terug hun intrede gedaan in de gezinnen. De kippen lieten zich niet gemakkelijk tellen, maar de resultaten
van het geitenproject werden wel goed bijgehouden. Dat ging zo: elke vrouw krijgt één geit. Daarvan mag ze de melk houden, maar het eerste jong dient als betaling van de moedergeit en wordt aan een volgende vrouw gegeven… Een steen die aan het rollen gaat. Tussen 2005 en 2007 kregen 462 vrouwen een geitje. In november 2009 stond te teller op 1050 vrouwen die één of meerdere gezonde geitjes in een eenvoudige stal op hun erf hebben. De mest kunnen ze gebruiken op hun velden of verkopen. Als je weet dat een geit op de markt gemiddeld 60 à 80 dollar kost, betekent dit een serieuze spaarpot voor de vrouwen. Een spaarpot die ze bovendien volledig zelf beheren, zonder inspraak van de mannen.
Tien tot twaalf geiten. Dat is het bedrag dat de familie van een Nande-man aan zijn toekomstige schoonfamilie moet betalen als bruidsschat. De betaling kan gebeuren in natura of in een enveloppe. In de dorpen wordt een geit verkocht aan 40 dollar, in de stad Butembo is dat al gauw 80 dollar. Als man ben je je vrouw onwaardig als je geen stuk grond bezit met een huis. Een eenvoudig huis uit leem met een golfplaten dak kost op het platteland ongeveer 300 dollar. In de stad is dat minstens het tiendubbele.
Inkomen
Een feest kan niet ontbreken. Op het platteland brengen familieleden rijst, fufu, aardappelen, vis en vlees mee om de kosten te drukken. Gemiddeld eten de feestvierders voor 500 dollar.
Bij de start van het programma verdiende een familie in Bunyuka
Minstens 1200 dollar. Nodig om te kunnen trouwen.
Justin Kasayi hij heeft en geeft het koestert en hoedt werk is een belevenis plannen waar hij op broedt
beladen met broosheid wordt traagheid een deugd bij aankomst vergroot nog de hoop van de jeugd
van onderuit kijken dan zie je ’t verschil beheers je het kunnen stuur je je wil
de klank van zijn lach? de kracht die ik zag? die man heeft de aard van een volbloed trekpaard
Bunyuka, Bulambo zijn aanblik volstaat geen slagboom, geen norsheid die niet overgaat
9
Doe de leiderschapstest Wat zijn de ideale eigenschappen van een leidersfiguur in een vrouwengroep? Lofepaco (La Ligue des Organisations des Femmes Paysannes au Congo) heeft ze op een blaadje:
ze is visionair ze deelt die visie met anderen van haar groep of buurt ze is moedig en dynamisch ze is intelligent ze gaat voluit voor een gemeenschappelijk doel ze is geduldig ze is tolerant ze kan conflicten oplossen en vooral… ze is discreet
Wie nog wat tips kan gebruiken om die eigenschappen volop te ontdekken en te ontplooien, kan module 1 van de cursus "leiderschapstechnieken" komen volgen. In de andere modules leer je hoe je een vergadering bijeenroept en leidt, hoe je conflicten oplost, hoe je een organisatie financieel beheert, hoe je een bedrijfje kan starten, hoe je vrouwen in je buurt overtuigt om niet bij de pakken te blijven zitten, hoe je onderhandelt met je –mannelijke- burgemeester, enz. De voorbije vijf jaar kregen 1038 vrouwen hun diploma van “femme leader”. Iedereen welkom voor de nieuwe cursus!
10
Rijst rijst, wijst ze aan rijst is een feest rijst is een zegen een zalf voor de geest
eens gepolijst wordt de rijst opgeĂŤist door de hand die van over de kim is gereisd
graai in die korrels vul op die maat tot onder de blikken een kegel ontstaat
rijst, wijst ze aan rijst is ons streven rijst hijst de zorgen voorgoed uit ons leven
11
Voedselhulp...
uit Congo Wanneer je “voedselhulp” zegt, denkt iedereen nog altijd aan grote zakken voedsel uit het rijke Westen die gedropt worden in arme Afrikaanse dorpjes. Voedselhulp is nochtans al lang niet meer wat het geweest is. De eerste zakken voedselhulp waren 50 jaar geleden inderdaad voedseloverschotten uit het Westen. Ondertussen heeft men ingezien dat voedselhulp bij voorkeur beter lokaal wordt aangekocht. Het is goedkoper, sneller ter plaatse en de bevolking lust het voedsel. Ook de grootste aankoper en verdeler van voedselhulp, het Wereldvoedselprogramma (WFP), koopt een groot deel van zijn voedselhulp lokaal aan. Als de aankopen doordacht en goed gecoördineerd gebeuren, kan deze hulp bijdragen tot de lokale economische ontwikkeling.
Hoge eisen Het voedsel mag dan al frequenter in het Zuiden aangekocht worden, cijfers tonen aan dat de aankopen vaak bij enkele grote handelaars gebeuren. Is dat ook goed voor de kleinschalige boeren? De handelaars strijken vaak de winsten op voor zichzelf en geven de boeren daarom niet altijd een betere prijs. De boerenbeweging van Noord-Kivu, de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en Vredeseilanden gingen samen lobbyen tot in het hoofdkwartier van het WFP in Rome. Samen wilden ze hen ervan overtuigen om – waar mogelijk – de lokale boerenorganisaties op hun lijst van leveranciers op te nemen. Het lukte. Maar de voorwaarden om te mogen leveren aan het Wereldvoedselprogramma zijn niet min. Het gaat altijd over grote bestellingen. Honderden tonnen. De vochtigheidsgraad van maïsmeel en de bonen mag niet te hoog zijn (wat als je geen goede
12
opslagplaats hebt?), de boerenorganisaties moeten zelf het transport regelen, ze moeten zelf het maïs malen (wat als er geen maalderijen in de buurt zijn?), op de verpakking moet het logo en de naam van het donorland staan (wat als je geen machines hebt die dat logo kunnen printen op zakken?). Bovendien moet je als boerenorganisatie genoeg geld ter beschikking hebben om een garantievoorschot van 5% van de totale waarde te betalen.
Leren door te doen De boerenorganisaties SYDIP en COOCENKI hebben in ieder geval bewezen dat ze in staat zijn aan de eisen van het WFP te voldoen. Samen hebben ze momenteel bijna 25.000 leden. Ze leveren nu regelmatig de gevraagde hoeveelheden bonen en maïsmeel van de gewenste kwaliteit. Maar het liep in het begin niet van een leien dakje. De nodige maal- en
opslaginfrastructuur in de regio was nauwelijks ontwikkeld. Maar ook in de communicatie en het begrijpen van de kleine lettertjes liep heel wat mis. Ondanks de moeilijkheden hebben de boeren heel wat geleerd. Ze hebben geleerd hoe ze de kwaliteit van hun voedsel kunnen verbeteren en hoe ze zich beter en efficiënter kunnen organiseren. Voldoende krediet krijgen bij privé-banken is nog steeds niet evident, al hebben de bestellingen van het WFP voor meer “sérieux” gezorgd en is het vertrouwen gegroeid. Een eigen maalderij en grote opslagplaats bleek ook onontbeerlijk. Die is er nu. Een enorme verandering. Al draait die maalderij voorlopig nog op dure dieselgeneratoren, waardoor het maïsmeel nog niet echt competitief is met het andere meel op de markt. Binnen een jaar zou echter een waterkrachtcentrale af moeten zijn, die de maalderij van waterkrachtenergie zal voorzien.
Coocenki, de Coopérative Centrale du Nord-Kivu, heeft vandaag 19 contracten lopen. Ze levert basisvoedsel aan noodhulporganisaties, waaronder het WFP als belangrijkste klant. En ze verkoopt zaden aan boerenorganisaties in de streek. Sinds 2005 zijn 2233 ton landbouwproducten van kleinschalige boeren verkocht. 2009 werd afgesloten met een omzetcijfer van 670.150 dollar. Ook het inkomen van hun leden is gestegen omdat Coocenki een goeie prijs onderhandelt, en door een ingenieus ophaalsysteem het aantal tussenhandelaars is verminderd. Coocenki is in de wijde omtrek een referentie geworden op het vlak van collectieve verkoop.
Eerst probeert een boer eigenaar te worden van een veld. Als dat lukt, zorgt hij ervoor dat hij minstens 3 geiten heeft. Nu kunnen zijn kinderen naar school. En dan bouwt hij een stenen huis met een golfplaten dak. Als hij nog meer geld kan sparen, koopt hij zich een brommer. Daarna komt een gsm of een radio. En als de familie nog meer verdient, dan kunnen hun kinderen naar de universiteit. In het dorp Mwenda gaan bijna alle kinderen naar school en zitten 50 jongeren op de universiteit. Dit dorp op de flanken van het Rwenzori gebergte valt op door zijn vele golfplaten daken. Hun geheim: rijst. Een reden voor de partnerorganisaties van Vredeseilanden om de komende jaren nog meer in te zetten op rijstteelt en -verkoop.
13
14
Gevleugelde start voor eerste kippenkwekerij Het lot van kippen, geiten en konijnen tijdens de oorlogsjaren in Oost-Congo laat zich raden: 10 jaar lang eindigden ze steevast in de maag van militieleden. Ook soldaten van het Congolees leger, die amper betaald worden, krijgen het advies van hun chefs om “te eten bij de burgerbevolking”. Eens de vrede min of meer teruggekeerd was, waren er dan ook nog weinig dieren over. Daarop besloten drie organisaties samen te werken om de kleinveestapel weer op peil te brengen. De meest kwetsbare families hebben zo opnieuw een kleine, levende spaarpot. Docteur Justin Eén organisatie heeft de kippenkweek zo goed kunnen ontwikkelen dat ze uitgegroeid is tot een referentie voor de wijde omtrek. Justin Kasayi, de veearts van de organisatie APAV vertelt: “In het begin gingen we kippen kopen in Oeganda en die verdeelden we onder onze vrouwelijke leden. Elke vrouw kreeg twee kippen, en gaf in ruil 15 eieren terug aan APAV. Maar dat systeem werkte niet zo goed.” Dus dachten we: "Kunnen we geen kuikens invoeren vanuit Oeganda, die opkweken, en er zo voor zorgen dat er gezonde kippen aan een betaalbare prijs op de markt komen? Dat zou goed zijn voor de klanten én voor APAV. Via de kippenhandel zou APAV een deel van haar sociale activiteiten kunnen financieren."
Kloeke kweekhanen Justin zag het helemaal zitten om een professionele kippenkwekerij op te zetten. Er werden een paar raskippen overgevlogen uit Frankrijk en duizenden ééndagskuikens verhuisden van Oeganda naar Congo. In nieuw gebouwde kippen-
hokken kregen ze de beste zorgen en groeiden ze uit tot gezonde kippen. Justin vierde zo ontelbare nieuwe geboortes. Maar de kippen waren nog altijd te duur voor de armste mensen. Bovendien deden geruchten van vogelgriep de ronde waardoor de kuikens een paar keer de grens niet over mochten. Een grote, professionele broedmachine in Congo moest er komen. APAV bouwde een kleine centrale die elektriciteit uit waterkracht opwekt. Zo kan de broedmachine op temperatuur blijven en kunnen de eieren automatisch gedraaid worden. Op dit moment komen er elke twee weken 700 kuikens uit de broedmachine. De prijs voor een kip van 2,5 maand daalde van 5 euro tot 3,5 euro. Een acceptabele prijs voor de meeste families in de regio. En nog altijd maakt APAV winst om een deel van haar functioneringskosten zelf te betalen. In de toekomst zullen enkel af en toe een paar kloeke kweekhanen worden ingevoerd om een sterk kippenras te behouden. De kippenkwekerij kan binnenkort zelfstandig draaien, zonder hulp van Vredeseilanden. En indien APAV een slimme bedrijfsleider kan aantrekken, heeft dit pril kippenbedrijf een enorm potentieel.
15
VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT IN JANUARI-APRIL-JUNI-AUGUSTUS-OKTOBER | EDITIE oktober 2010 | JAARGANG 30 NR 6 | AFGIFTEKANTOOR 8500 KORTRIJK 1-2E AFD | P108038 | VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Luuk zonneveld, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN
Met steun van:
hoofdkantoor Vredeseilanden | Blijde Inkomststraat 50, 3000 Leuven | tel. ++32(0)16/31 65 80 | fax ++32(0)16/31 65 81 | E-mail en website: info@vredeseilanden.be | www.vredeseilanden.be | Rekeningnummer: 000-0000052-52 | vrijwilligerscoördinatoren: Nationaal Verantwoordelijke vrijwilligers: An Bosmans | Kaulillerweg 147, 3950 Bocholt | Tel 089/77.49.33 | 0496/27.79.17 | an.bosmans@ vredeseilanden.be | Vrijwilligerscoördinator Regio West-Vlaanderen: Werner Musenbrock | Guido Gezellestraat 42, 9050 Ledeberg | Tel: 0474/87.54.59 | werner.musenbrock@vredeseilanden.be | Vrijwilligerscoördinator Regio Antwerpen: Filip Cuypers | Elshage 10, 2850 Boom | Tel: 0485/57.54.66 | Vrijwilligerscoördinator Regio Oost-Vlaanderen: Arianne De Caluwe | Veldeken 1, 9240 Zele | arianne.decaluwe@ vredeseilanden.be | Tel: 0478/26.42.12 | Vrijwilligerscoördinator Regio Vlaams-Brabant: Hannelore Tyskens | hannelore.tyskens@vredeseilanden.be | Tel: 0494/10.87.43 | Vrijwilligerscoördinator Regio Limburg: Wim Vandenbrouck | Tel: 0494/26.87.65 | wim.vandenbrouck@vredeseilanden.be | Voor leerkrachten en scholen: Bert Wallyn | Tel: 016/31.65.80 | bert.wallyn@vredeseilanden.be | FOTO'S: Jimmy Kets | TEKSTEN: Nele Claeys | HOOFDREDACTIE: Frederieke Duchateau | LAY-OUT: theparkinglot.com | PAPIER: Dit magazine wordt gedrukt op gerecycleerd papier
Belgie/Belgique PB/PP BC 6712
Geboeid door Congo en genoten van de foto’s op deze pagina’s? Misschien wil u graag een gesigneerde foto van Jimmy Kets cadeau doen aan één van uw vrienden of familieleden? Stuur ons dan een e-mail (info@vredeseilanden.be) of bel ons (016/31.65.80) met de adresgegevens. Wij zorgen dat er in januari een A4 foto in hun bus valt, samen met dit magazine.
16
191 landen ondertekenden een akkoord om tegen 2015 de armoede in de wereld te halveren. Voer samen met de Vlaamse Noord-Zuidbeweging actie om de politici aan hun belofte te herinneren én de lat hoger te leggen. www.detijdloopt.be Armoede moet de wereld uit!