Vredeseilanden Magazine - oktober 2014

Page 1

MAG

ZINE

VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT IN JANUARI-APRIL-JUNI-AUGUSTUS-OKTOBER JAARGANG 34 NR 7 | EDITIE OKTOBER 2014 | AFGIFTEKANTOOR 8500 | KORTRIJK 1-2E AFD | P108038 | VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: MARIANNE VERGEYLE, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN


toekomst van ons voedsel De

Grote bedrijven kijken naar kleine boeren


“ Voedingsbedrijven en supermarkten maken zich al ernstige zorgen over hun toekomstige bevoorrading van landbouwproducten.” De wereld evolueert razendsnel van een tijdperk van voedseloverschotten naar een tijdperk van schaarste. Het voorbije decennium verdubbelden de voedselprijzen, wat een wedloop ontketende naar vruchtbaar land. De wereld leeft van jaar tot jaar, hopend dat de volgende oogst de nieuwe vraag kan bijhouden. Boeren plooien zich dubbel om bij te blijven, maar hebben tegelijk moeite om hun bedrijven boven water te houden. De reden achter die beweging? De vraag naar voedsel stijgt terwijl onze capaciteit om voedsel te produceren sterk onder druk staat. We zien een stijgende wereldbevolking die meer en meer in de steden gaat wonen en een welvarender dieet aanhoudt. Daarbovenop komt de groeiende vraag naar biobrandstoffen waardoor minder landbouwgronden beschikbaar zijn voor voedselproductie. We verspillen wereldwijd 1,3 miljard ton voedsel, grofweg een derde van de totale productie. Ondertussen

staat die productie onder druk door bodemdegradatie, watertekorten, klimaatopwarming en een verouderende landbouwbevolking. Een nieuwe sprong van de voedselprijzen kan nieuwe voedselcrisissen veroorzaken. Als belangrijke producerende landen in de verleiding komen om bij een tegenvallende oogst exportbeperkingen in te voeren, komen importafhankelijke landen onmiddellijk in de problemen. We praten niet over een verre

toekomst. Het kan ieder moment gebeuren, zoals al bleek in 2008 en 2011. Geen wonder dat de zenuwachtigheid toeneemt. Hoewel het politiek nog geen groot issue lijkt, maken voedingsbedrijven en supermarkten zich wel al ernstige zorgen over hun toekomstige bevoorrading van landbouwproducten.

“ Ik heb goede jaren en slechte jaren. Door de klimaatsverandering is er soms te veel regen, soms is het te koud…. dan oogst ik minder cacao. Ik heb geprobeerd uit te breiden, maar ik had geen schaduwbomen. Mijn cacaobomen zijn uitgedroogd. Dus ik moet eerst mijn schaduwbomen zetten. Dat was een leerproces. Ik heb nu een ander stuk grond waar al bomen opstaan. Daar ga ik proberen nieuwe cacaobomen op te zetten.” German Garcia, cacaoboer

3


“ Boeren die meer kwaliteitsvolle cacao kunnen leveren? Dan zijn er eerst investeringen nodig.” Neem nu chocolade…. Jaarlijks wordt ongeveer 3,5 miljoen ton cacao geproduceerd. Tegen 2020 zou er jaarlijks 4,5 miljoen ton nodig zijn. Verschillende chocoladebedrijven worden stilaan wakker en waarschuwen voor een wereldwijd tekort van één miljoen ton tegen 2020. Ze realiseren zich dat een behoorlijk inkomen en technische ondersteuning voor de boeren nodig is om de cacaoproductie te verzekeren. Boeren die meer kwaliteitsvolle cacao kunnen leveren? Dan zijn er eerst investeringen nodig. Door de lage prijzen die boeren nu vaak krijgen, zijn de mogelijkheden om te investeren beperkt. Hun productiviteit is laag en de armoede bij families die cacao telen is hoog. De cacaoboeren gebruiken vaak verouderde landbouwmethoden. Het niet vernieuwen van de bomen en de beperkte toegang tot middelen zoals meststoffen hebben een negatieve invloed op de productie en kwaliteit van cacao. De toekomst van cacao hangt ook af van een nieuwe generatie boeren. Kinderen van boeren zien echter geen toekomst in de

cacaosector en stappen over op andere meer winstgevende teelten zoals rubber en palmolie of ze trekken naar de steden in de hoop daar een beter leven te vinden. Om de productie en kwaliteit te verhogen is er nood aan investeringen in nieuwe cacao­bomen, beter bodembeheer, geschikte naoogsttechnieken, nieuwe faciliteiten voor opslag, transport en verwerking en versterking van de organisatie van de cacaoboeren. Daar wil Vredeseilanden mee op inzetten.

Vredeseilanden in Nicaragua In Nicaragua, Honduras en Indonesië verbinden we cacaoboeren met chocolade­bedrijven om commerciële relaties op lange termijn aan te gaan. We engageren chocolade­ bedrijven om mee te investeren in infrastructuur op het veld en in de opleidingen van boeren. Vredeseilanden versterkt de coöperaties van boeren zodat ze de nodige slagkracht hebben om te voldoen aan de eisen van de markt. Verschillende universiteiten en onderzoeksinstellingen zoeken mee naar

oplossingen voor ziektes en de bedreigingen van klimaatverandering. Zo werken we in Nicaragua samen met 2 coöperaties: CACAONICA (cooperativa de Servicios Agroforestales y de Comercialización) en La CAMPESINA. Via deze coöperaties kunnen cacaoboeren zich verenigen. Samen leveren ze kwaliteitsvolle cacao aan chocoladefabrikant Ritter Sport en aan Ethiquable, leverancier van fairetradeproducten. Maar er zijn nog een hoop knelpunten voor de cacaotelers: plantages zijn vaak oud en kampen met ziektes, de ovens om bonen te drogen verbruiken zeer veel hout, het ontbreekt de coöperaties aan specifieke marketingstrategieën, er zijn te weinig vrouwen in de coöperatie en ook jongeren vluchten massaal weg van de boerderij. Nochtans zit er toekomst in de cacao. Als we investeren in boeren en hun organisaties.

“ Het regent hier heel veel. De regen maakt veel stuk, ook de wegen. De weercyclussen zijn aan het veranderen: droog, nat. Het weer slaat op hol. Daardoor is de productie niet goed. Als het droog is, komen de bloesems uit op de cacaobomen. Als het niet moet regenen, regent het plots heel hard en dan ben je al je bloesems kwijt.” Don Tito, cacaoboer

4


“ Ik heb een stukje grond met cacao. Maar wat ik verdien met de verkoop van cacao is niet genoeg. Mijn zoon en echtgenoot zijn in Costa Rica om geld te verdienen. Ik blijf thuis en zorg voor de bomen. In de maand mei moet ik snoeien. Dan zal ik iemand moeten aannemen, want mijn man en zoon zijn dan nog niet thuis.”

Honduras Waslala

Matiguás

Nicaragua

Paula García Blandón, cacaoboerin

5


“ Chocolade, dat lusten ze niet in Nicaragua” Melba Navarro,

cacaospecialist Vredeseilanden In Nicaragua zeggen de Nicaraguanen niet het voor hen onverstaanbare ‘Vredeseilanden’ maar ‘VECO Mesoamérica’. In de hoofdstad Managua heeft Melba Navarro haar bureautje van waaruit ze bergen werk verzet. Melba is specialiste voor het cacaoprogramma in Nicaragua en Honduras. Ze werkt nog maar net voor Vredeseilanden, maar de passie voor cacao zit er al veel langer in. Via haar vorig werk voor het nationale cacaoplatform van Nicaragua specialiseerde ze zich in cacao wereldwijd. Melba vertelt hoe haar werk eruit ziet en wat cacao betekent voor de Nicaraguanen. Cacao, geen chocolade, want dat lusten ze niet echt, zo blijkt. 6


“In Nicaragua maken we vooral drankjes met cacao: ‘pinolillo’. Cacao wordt gemengd met een aantal andere granen en dan voeg je water toe. Die drankjes zijn hier heel populair. De Maya’s mengden, voor de komst van de Spanjaarden, cacao met mais. Een drank voor de goden, voor aristocratieën en het leger want het gaf veel energie. Nu mengen we het met granen en water. Chocolade is een Europese uitvinding. Volgens de Nicaraguanen wordt de meeste chocolade gemaakt in Zwitserland. De associatie met België is er niet. Dat is trouwens net hetzelfde voor bier, dat komt uit Duitsland zeggen ze hier.”

Organisaties versterken “We werken heel erg hard op de versterking van boerenorganisaties. Wat is dat concreet? We bekijken wat er goed loopt binnen de organisatie en waar het nog kan verbeteren. Ik overleg met mijn collega’s: hoe gaan we dit en dat veranderen? Welke aanpak is nodig? Met dat plan gaan we dan terug naar de coöperatie waar we mee samenwerken. Vaak gaat het om ondernemingsgeest creëren, dat is heel belangrijk voor organisaties. Daarover geven we opleidingen. Maar alles is niet zomaar herhaalbaar. Je geeft bijvoorbeeld een algemene cursus; de ene kent het al en zit zich dood te vervelen, de andere snapt er niks van en geraakt niet verder. Je moet opleidingen heel concreet afstemmen op de leden en bestuursleden van de coöperaties.” “Soms moet een coöperatie nieuwe mensen aannemen. Ook dat bekijken we samen: CV’s opvragen, interviews afnemen, een contract afspreken. Dat zijn essentiële dingen als je een bedrijf wilt leiden. Dat is opnieuw een leerproces: hoe de beste persoon voor de job aannemen en niet zomaar een vriend of een zoon van één van de leden.”

Brandhout of biogas “Vredeseilanden heeft een fonds waarmee we innovatie willen stimuleren. In Nicaragua bekijken we met de universiteit of het hout in de ovens waarmee cacaobonen worden gedroogd, kan vervangen worden door meer duurzame brandstoffen. Zijn er alternatieven? Daarvoor werken we samen met een aantal ingenieurs. Niet alle voorstellen zijn haalbaar voor de boeren. Er was een idee om te stoken met de omhulsels van de cacaobonen. Want die liggen toch in de velden, zo redeneerde men. Maar dat is niet zo gemakkelijk te organiseren: je moet dat overal ophalen. Soms ben je zes uur lang onderweg om een veld te bereiken. Dat heeft geen zin. Plus: de boer is zijn meststof kwijt. Bij ieder innovatief project moet je vragen stellen. Is het toepasbaar? Hoeveel gaat dat kosten? Is dat kostenefficiënt? Wie gaat dat betalen? Je moet kosten berekenen, documenten opstellen, overleggen….”

biologisch. Uit noodzaak, want veel boeren zijn te arm om pesticiden te kopen.“ “In de jaren 1990-2000 waren er veel plagen en ziektes zoals monilia. De cacaoteelt zakte in elkaar. Die ziekte was nieuw in MiddenAmerika. Niemand wist toen hoe je dat moest bestrijden. Je moet de slechte vruchten verwijderen. Anders krijg je een soort van wit poeder, een schimmel die zich verspreidt. Dus als je niet naar je plantage omkijkt, dan gaat het mis. Maar door de slechte prijzen in die jaren hadden de boeren minder aandacht voor cacao. Tot de productie in Ivoorkust afnam door de burgeroorlog. De productie hier kreeg terug een boost en de prijzen werden weer beter. De vraag naar cacao stijgt wereldwijd. Boeren zien weer toekomst in de cacaoteelt.”

Cacao als inkomen “Er is nu ook veel aandacht van chocoladebedrijven omdat de vraag naar goede cacao zo groot is. Er zijn veel nieuwe bomen geplant. Maar voor je kan oogsten, moet je drie jaar wachten. Dus moet je ook drie jaar wachten op een inkomen. Het voordeel is wel dat cacao het hele jaar door opbrengt als je de plantage goed verzorgt. Bij koffie is dat anders. Dat brengt één keer per jaar op. Cacao brengt iedere maand op. Soms met een piek, soms valt het tegen. Maar je kan wel een betere planning maken voor je gezin. Ook ecologisch heeft cacao voordelen: het kappen van bomen wordt tegengegaan. Stukken land worden herbebost want je hebt schaduwbomen nodig voor de cacaobomen. Veel grasland voor vee wordt nu terug herbebost. En de teelt is vaak

“ We bekijken met de universiteit of het hout in de ovens, waarmee cacaobonen worden gedroogd, kan vervangen worden door meer duurzame brandstoffen.”

7




Esperanza en Armando: twee cacaoboeren. Twee verhalen over vallen en opstaan. Over overleven en leven van de cacao. En vooral: hoe meer kennis, beter materiaal, de co­öperatie en meer aandacht voor kwaliteit de weg banen naar een betere toekomst. Esperanza De Jesus Rios Rodriguez

10

“Met mijn cacao konden de kinderen studeren.”

beetje chaos, want ik kende er echt niks van. Zo dacht ik dat ik acht hectare had gekocht. Maar toen de gemeente de grond kwam opmeten voor de belastingen bleek het maar vier hectare te zijn.

Ik ben 59 jaar. Ik heb met veel moeite mijn lager onderwijs afgemaakt. Op mijn 18de ben ik getrouwd. Maar na de geboorte van de twee laatste, een tweeling, heeft mijn man me verlaten. Ik moest overleven, sterk zijn voor mijn kinderen. Ik ben een plantrekker. Het lukte om beetje bij beetje grond bij te kopen met bananen en cacao. Het was een

Ik heb acht kinderen grootgebracht. Alleen. Ik heb altijd gezorgd dat ze allemaal naar school konden. Ze hadden geen rugzakje, ze staken hun spullen in een plastiek zakje. Maar ik zei: het is niet belangrijk wat je meeneemt, maar wel wat je leert op school. Het waren soms moeilijke, bittere momenten. Ik heb heel vaak


zitten wenen. Het was vechten, vechten. Maar ik heb altijd mijn best gedaan. Mijn kinderen zouden geen honger lijden. In 1995 veranderde er veel. De coöperatie bracht ons, cacaoboeren, samen. Ze gaven workshops, leerden ons hoe beter te telen, hoe plagen te bestrijden. We konden eindelijk aan een goede prijs verkopen. Niet aan de tussenpersoon die langs kwam en veel lagere prijzen gaf. Met mijn cacao konden de kinderen studeren. Eén van mijn dochters heeft een beurs gekregen en is dokter geworden. Een andere dochter is boekhoudster. De oudste is nu 38 jaar, de tweeling is 27 jaar. Twee kinderen zijn leraar. Eentje wou niet verder studeren, maar ze zijn allemaal naar het middelbaar gegaan.

Silverio Arauz, technische ondersteuning cacaoboeren bij de cooperatie LA CAMPESINA “Vroeger had de plantage van Armando veel last van de schimmelziekte monilia. Armando wist niet hoe te snoeien. We hebben hem uitleg gegeven, meegenomen naar uitwisselingen. Nu is hij één van onze topproducenten.

Francisco Armando Chamorra “Mijn droom? Dat ik op pensioen kan gaan met voldoende geld om met mijn hangmat tussen de cacaobomen te gaan hangen.” Ik ben Armando. Al twaalf jaar teel ik cacao. In het begin had ik helemaal geen ervaring. Ik wist niks van techniek. Er was zaad en dat groeide. De opbrengst was niet echt groot. Tot er een medewerker van de coöperatie langskwam om technisch advies te geven. Die medewerker zag dat het een mooie plantage was, maar niet goed onderhouden. Hij leerde me hoe mijn bomen beter te verzorgen. Na een paar jaar kon ik de resultaten zien: meer opbrengst. Vroeger verkocht ik mijn cacao in het dorp aan om het

even wie. Tot de coöperatie zei: “Je cacaobonen zijn van een prima kwaliteit, verkoop aan ons, je gaat meer geld krijgen”. Het brengt dus goed op. Het is allemaal biologische cacao. Ik zou graag nog wat grond bijkopen. Als je cacao goed bewerkt, dan brengt het goed op. Ik heb nu ook een kweektuin. Ik selecteer de beste zaadjes en de plantjes daarvan verkoop ik aan andere producenten. Ook de mensen op straat stoppen om bij mij te kopen. Ik verkoop cacao, de zaden, de plantjes… Ik heb er een hele ‘business’ van gemaakt. Dat is allemaal recent. Vroeger had ik daar allemaal geen idee van. Mijn droom? Dat ik op pensioen kan gaan met voldoende geld om met mijn hangmat tussen de cacaobomen te gaan hangen.

Als we nu uitwisselingen organiseren, dan komen we naar zijn plantage om te leren. Voor veel boeren komen de belangrijkste inkomsten nog van andere producten, maar voor Armando is de cacao zijn belangrijkste inkomst. Dat is waar we naartoe willen, dat veel meer boeren een groter deel van hun inkomen halen uit cacao.”

11


Als jongeren geen verantwoordelijkheid krijgen, gaan ze weg Dan zullen de ouders de eerste zijn die wenen


2,4 miljard mensen leven onder de armoedegrens van 2 dollar per dag berekende de Wereldbank. Twee derde daarvan leeft in een boerenfamilie. Voor veel jongeren staat een leven in de landbouw gelijk aan een leven in armoede. Een leven dat ze liever achter zich laten door naar de stad te trekken. Al liggen de kansen daar voor hen niet dikker gezaaid. Geen wonder dat de gemiddelde leeftijd van landbouwers in ontwikkelingslanden richting 60 jaar evolueert. Hoe zorg je dat jongeren opnieuw terugkeren naar de landbouw? In de boerenorganisaties wordt er ook aan de alarmbel getrokken en nagedacht over deze vraag in de hoop dat zonen en dochters kunnen kiezen voor een beroep met toekomst. Esmelda, technische ondersteuning CACAONICA “Je moet jongeren meer macht geven. Ze moeten verantwoordelijkheid krijgen en een inkomen. Niet alleen binnen een coöperatie. Ook binnen de familie moeten er afspraken zijn als de jongeren meehelpen op de boerderij van de ouders. Als een jongere meewerkt met zijn vader, dan moet die ook een deel van de opbrengst krijgen. Goede organisatie en delegatie van de verantwoordelijkheden binnen de familie dat bestaat niet. De boer zegt niet tegen zijn zoon of dochter: hou jij je bezig met het vee, jij met de bonen, jij met de cacao... Als jongeren geen verantwoordelijkheid krijgen, gaan ze liever weg. En dan zullen de ouders de eerste zijn die wenen omdat de kinderen weg zijn.

Eveline, dochter van cacaoboer “Mijn vader is lid van de coöperatie sinds 2002. Ik zie wel een toekomst in de cacao, ook naast het veld. Ik kon bedrijfsbeheer studeren. Jongeren moeten een studiekeuze hebben. Ik hoop dat de coöperatie in de toekomst beurzen aan jongeren kan geven om ze te laten studeren.” Jeremiez, cacaoboer en vader “Ik heb vijf zonen, ik zeg hen: ga maar oogsten, verkopen. Ik geef ze verantwoordelijkheid en dan komen er ook wat centen binnen. Dan denken mijn jongens: dat brengt hier op, we doen verder. Jongeren moeten opgeleid worden door de coöperatie en posities bekleden binnen de coöperatie. Zo kunnen ze met nieuwe ideeën afkomen, zo blijft de coöperatie nog lang bestaan. Silverio,technische ondersteuning LA CAMPESINA “We hebben binnen de coöperatie al heel veel gediscussieerd over jongeren. Vooral over jonge vrouwen, dochters van cacaoboeren. We vinden dat nieuwe stukken grond meer naar de jongeren en naar vrouwen moeten gaan. Cacao

brengt op vandaag. Alle grootgrondeigenaars komen hier grond opkopen. Een boer met een heel klein stukje grond zal dat verkopen. Een boer met voldoende grond, die heeft opbrengsten, die verkoopt niet. Die boer wil niet immigreren. Daar willen we sterk op werken. We willen niet dat mensen immigreren of hun grond verkopen. Dus gaan we ervoor zorgen dat mensen kunnen zeggen: wij verkopen niet, dat brengt hier op, dat is een goed inkomen. Als ze dat doorhebben en zien dat ze dankzij de cacao bijvoorbeeld een betonnen vloer in plaats van een aarden vloer in hun huis kunnen leggen, dan geraken ze gehecht aan dat huis en trekken niet weg. We moeten jongeren veel meer betrekken. Daar komt het op neer: zorgen dat jongeren en vrouwen genoeg grond hebben en genoeg inkomen.” Euglides, zoon cacaoboer “Ik kon mijn stage bij La CAMPESINA doen. Ik heb heel veel praktijkervaring opgedaan in de kweektuin. Ik heb geleerd over het fermentatieproces van de cacao. Dit jaar moet ik opnieuw een stage doen. Ik hoop dat ik het terug bij de coöperatie kan doen. Ervaring is belangrijk.”

13


Nu nog op uw bord, straks in het museum. #savethefoodture

Eten? Da’s toch evident. Ga naar de winkel en klaar. Toch? Dat lijkt maar zo. De voedselproductie sputtert: landbouwseizoenen worden onvoorspelbaar door klimaatverandering, boeren stoppen ermee, gronden en waterbronnen raken uitgeput. Ondertussen doet een groeiende stadsbevolking de vraag stijgen. Voor producten als cacao en koffie zijn er nu al tekorten.

Nu nog op uw bord, straks in het museum. Nu nog op uw bord, straks in het museum? Zover laten we het niet komen. Samen redden we de toekomst van ons voedsel. En die van miljoenen boerenfamilies wereldwijd.

#savethefoodture


“In het spoor van cacao en chocolade heb ik veel mensen ontmoet die er vol passie mee bezig zijn. Op het veld, in de coöperatie, op kantoor, in een verwerkingsfabriekje. Wat me bijblijft is de ijzeren wil van een boer als Don Armando om de beste cacaoteler te zijn. De hoop en toekomst die Esperanza, moeder en grootmoeder, blijft stellen op haar cacaoplanten. En de ambitie van een Esmeralda, dochter van cacaoboeren, om CACAONICA verder uit te bouwen.” Filip Cuypers Campagnecoördinator Antwerpen Tijdens het campagneweekend van 9, 10 en 11 januari 2015 kan je de bekende Vredeseilandengadgets kopen.

Chocoladeproducenten vrezen een tekort van één miljoen ton cacao tegen 2020. De vraag naar cacao stijgt, maar steeds meer boeren stoppen omdat ze te weinig verdienen. Een probleem, maar ook een kans. Daarom werken Vredeseilanden en Ethiquable in Nicaragua samen met boerencoöperatie CACAONICA om meer en betere cacao te telen. We zorgen dat chocoladebedrijven mee investeren in infrastructuur en opleiding en dat er lonende contracten tot stand komen. Want als iedereen zijn deel doet, als iedereen vooruit gaat, redden we vandaag de toekomst van deze heerlijke reep.

www.ethiquable.be 15


VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT IN JANUARI-APRIL-JUNI-AUGUSTUS-OKTOBER JAARGANG 34 NR 7 | EDITIE OKTOBER 2014 | AFGIFTEKANTOOR 8500 | KORTRIJK 1-2E AFD | P108038 | VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: MARIANNE VERGEYLE, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN HOOFDKANTOOR VREDESEILANDEN | Blijde Inkomststraat 50, 3000 Leuven | tel. ++32(0)16/31 65 80 | fax ++32(0)16/31 65 81 | E-MAIL EN WEBSITE: info@vredeseilanden.be | www.vredeseilanden.be | REKENINGNUMMER: BE64 0000 0000 5252 | Vrijwilligerscoördinatoren: Nationaal Verantwoordelijke vrijwilligers: Hannelore Tyskens | hannelore.tyskens@vredeseilanden.be | 0494 10.87.43 | Vrijwilligerscoördinator Regio West-Vlaanderen: Dries Aelter | dries.aelter@vredeseilanden.be | 0491 37.14.57 | Vrijwilligerscoördinator Regio Antwerpen: Filip Cuypers | filip.cuypers@vredeseilanden.be | 0485 57.54.66 | Vrijwilligerscoördinator Regio Oost-Vlaanderen: An Schepens | an.schepens@ vredeseilanden.be | 0472 24.33.07 | Vrijwilligerscoördinator Regio Vlaams-Brabant: Anne Verhaegen | anne.verhaegen@vredeseilanden.be | 0496 50.57.11 | Vrijwilligerscoördinator Regio Limburg: Linda Dirix | linda.dirix@vredeseilanden.be | 016/74.47.15 | Voor leerkrachten en scholen: Bert Wallyn | bert.wallyn@vredeseilanden.be | 016/31.65.80| Foto’s: Pascal Chaput, Frederieke Duchateau | Illustratie: Willem Pirquin | Teksten: Frederieke Duchateau, Jelle Goossens | Hoofdredactie: Frederieke Duchateau | Lay-Out: Kasper | Papier: dit magazine wordt gedrukt op gerecycleerd papier.

BELGIE/BELGIQUE PB/PP BC 6712


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.