Onze organisatie werkte samen met de VODO-werkgroep Landbouw een consen-
Gert Engelen, Vredeseilanden:
sustekst uit over de basisdoelstellingen van het GLB. In deze werkgroep zijn orga-
“Het is heel moeilijk om te onderscheiden wat een product duurzamer maakt dan een ander. Wij hebben nood aan een duidelijk label dat de duurzaamheid aangeeft.”
nisaties actief die zich bezighouden met de Noord-Zuidproblematiek en/of met milieuproblemen. Samen met journaliste Alma De Walsche van MO* hadden we een gesprek met drie voortrekkers van dit akkoord: Piet Vanthemsche, Gert Engelen van Vredeseilanden en Jan Turf van de Bond Beter Leefmilieu.
Samen voor basisdoelstellingen GLB
– Wat zette jullie aan om samen te zitten rond het gemeenschappelijk landbouwbeleid? Piet Vanthemsche: “Welbegrepen eigenbelang. Wij zijn op zoek naar een maatschappelijk draagvlak voor een verantwoord Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.” Gert Engelen: “Het is ongepast om over landbouw na te denken met Noord-Zuidorganisaties en milieuorganisaties zonder dat de landbouw daar structureel bij betrokken is. Het oplossen van de moeilijkheden waarmee de landbouwsector geconfronteerd wordt, is niet enkel hun verantwoordelijkheid. Wij hebben daarin als samenleving een gezamenlijke verantwoordelijkheid. NoordZuidorganisaties interesseren zich ook voor landbouw in de Europese regio omdat die ook impact heeft op landbouw in bijvoorbeeld een Afrikaanse regio.” Jan Turf: “Voor ons is landbouw een maatschappelijk belangrijke en positieve activiteit, maar die op vlak van leefmilieu ook negatieve gevolgen heeft. Je kan dat op twee manieren benaderen. Wij kunnen de confrontatie aangaan met de landbouw en proberen een aantal wijzigingen op te dringen. Je kan er ook voor kiezen de problemen op te lossen door er samen aan te werken.” – Willen jullie vanuit de milieubeweging een groter draagvlak krijgen bij de landbouw? JT: “Wij zijn van oordeel dat de milieuthematiek niet moet voorbehouden worden aan één bepaalde organisatie of strekking. Ze moet voldoende aandacht krijgen binnen de hele samenleving. Wij willen komen tot een situatie waarbij men vanuit de economische hoek niet meteen panikeert wanneer wij
zeggen dat er een milieuprobleem is. Het is ons gezamenlijke probleem. We vragen om daar samen naar te kijken. We hebben een zeer groot draagvlak nodig om onze milieuproblemen op te lossen.” PVT: “Dat draagvlak is belangrijk voor onze bedrijven. In het dossier van de mestproblematiek hebben we ons vijftien jaar lang doodgevochten. Op het moment dat er van veel kanten een participatief proces werd opgestart, zagen wij vooruitgang. Ook wij hebben meer te winnen bij dialoog dan bij confrontatie. Aan de andere kant moeten we niet doen alsof wij het over alles eens zijn. Wij hebben het document ook zo opgebouwd. Eerst hebben we een consensustekst. Op het einde van de tekst maken we een lijst van de thema’s waarover geen overeenstemming bestaat of waarover nog verder dialoog nodig is. We wilden samen bekijken tot hoe ver we het met elkaar eens zouden zijn, en ik vind dat we vrij ver geraakt zijn.” – Het vertrekpunt is duurzame landbouw. Betekent dit dat de partners het erover eens zijn dat landbouw duurzaam is? PVT: “Dit gaat over de grote principes. Uiteraard verschillen we van mening in sommige invullingen, maar het is evident dat landbouw duurzaam moet zijn. Dit wordt in de toekomst nog een veel grotere uitdaging dan het vandaag is. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van grond, water en andere hulpmiddelen, zal de vraag naar grondstoffen vanuit de landbouw de komende vijftig jaar een enorme stress leggen op ons systeem.” JT: “Ook het economisch aspect van duurzaamheid hoort bij ons uitgangspunt. Uiteindelijk moet het ecologische in een economische aanpak al deels meegenomen worden.
Daar hangt ook een sociaal aspect aan vast. Mensen moeten een basisinkomen kunnen verwerven. Het sociale, het economische en het ecologische zijn echt heel sterk verweven. Daarom hebben we er totaal geen probleem mee om een tekst te onderschrijven die heel uitdrukkelijk kiest voor economische duurzaamheid.” GE: “Het recht op voedsel is ons uitgangspunt wanneer er keuzes gemaakt moeten worden. We merken in Afrika bijvoorbeeld dat een oppervlakte zo groot als Duitsland niet meer beschikbaar is voor de voedselzekerheid van de regio omdat die opgekocht of geleased is door buitenlandse investeerders, zonder inspraak van de lokale gemeenschap.” PVT: “Dat is het nieuwe kolonialisme. De geschiedenis herhaalt zich. Tijdens de koloniale periode gingen de Westerse landen hun rijkdom halen in de kolonies. Dit is opnieuw begonnen, maar het gaat om het halen van voedsel.” GE: “Wij zijn voorstander van een landbouwbeleid dat geen verstorende effecten heeft in andere regio’s. Europa is op dat gebied vrij goed bezig, hoewel de subsidies ook verstorend werken. We zien dat China zowel voor het invullen van zijn energiebehoefte als voor zijn behoefte aan voeding beslag gaat leggen op grote oppervlaktes elders in de wereld.” – Wat willen jullie concreet met deze consensustekst doen? PVT: “Volgend jaar starten we het debat over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De discussie die we gevoerd hebben, is de aanloop naar dat politieke debat. Onze consensustekst gaat niet over het hoe, wel over
waarom een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid nodig is. Als eerste stap willen we met deze tekst op bezoek gaan bij minister Kris Peeters.” GE: “We willen laten zien dat deze consensustekst gedragen wordt door een zeer grote groep middenveldorganisaties. We verwachten van onze beleidsverantwoordelijken dat ze dit mee zullen verdedigen op het Europese niveau. Ik denk dat we zo ver moeten komen dat België met ons voor dit pakket gaat. Verder hebben we de verantwoordelijkheid om het ideeëngoed van deze tekst Europees en internationaal uit te dragen binnen de netwerken waarin we actief zijn.” PVT: “Het is belangrijk dat we de politiek ervan overtuigen dat een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in de toekomst wel degelijk noodzakelijk en zinvol is en dat is niet evident! Er zijn heel wat collega’s uit andere landen die geloven in het handelsmodel. Als Vlaamse organisatie zitten wij veel dichter bij de standpunten van onze Franstalige collega’s, denk ik, dan bij de standpunten van meer liberaal georiënteerde regio’s. We zijn van plan om hierover samen een colloquium te organiseren, maar een debat in het Vlaams Parlement zou ook zeer interessant zijn. Onze actie zal politiek en maatschappelijk zijn.” – Patrick Dieleman INFORMATIE – De consensustekst vindt u op onze website, www.boerenbond.be. Tot VODO (Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling) behoren een twintigtal ngo’s uit de Noord-Zuidbeweging, de milieu- en de vredesbeweging. (www.vodo.be)
Jan Turf, Bond Beter Leefmilieu:
Piet Vanthemsche, Boerenbondvoorzitter:
“Als je een economisch paradijs op een ecologisch kerkhof of een ecologisch paradijs op een economisch kerkhof toestaat, dan geraak je uiteindelijk allebei op het kerkhof.”
“Wanneer je nadenkt over landbouwbeleid in Noord of Zuid kom je automatisch ook bij het plattelandsbeleid terecht. Het platteland moet beschouwd worden als een economische entiteit op zich.” Boer&Tuinder, 24 december 2009 – 21