Bijbelstudie Johannes

Page 1

Ds. J.A.C. Olie

Deze Bijbelstudie heeft ds. J.A.C. Olie voor het seizoen 2017/2018 geschreven.

Vrouw tot Vrouw

Telefoon: 06-4887 6370

E-mail: secretariaat@vrouwtotvrouw.nl

Website: www.vrouwtotvrouw.nl

Beeld cover: statenvertaling.net

Reageren op dit nummer? redactie@vrouwtotvrouw.nl

2

Inhoud

Delen in geloof

Blz.

04 Inleidende Bijbelstudie

Voorloper en wegbereider

08 Bijbelstudie 1

Groot voor de Heere

12 Bijbelstudie 2

Ontmoeting vol verwachting

16 Bijbelstudie 3

Johannes is zijn naam

20 Bijbelstudie 4

Levensdoel: bestemd voor de Heere

24 Bijbelstudie 5

Johannes de Doper, loopjongen van Jezus Christus

28 Bijbelstudie 6

Zie het Lam van God

32 Bijbelstudie 7

De doop van Johannes

36 Bijbelstudie 8

Vriend van de Bruidegom

40 Bijbelstudie 9

Twijfel en aanvechting

44 Bijbelstudie 10

De aardse loopbaan beëindigd

Voorloper en wegbereider

Lezen

Maleachi 3:1-7

Zingen

Psalm 19:4 en 5 Psalm 98:1 en 2 Psalm 103:9 en 10 Lofzang van Zacharias: 1 en 2 Gebed des Heeren: 1 en 3

Het zal je kind maar wezen. Dat zeggen we weleens wanneer iemand iets bijzonders meemaakt in het leven, of zelf een bijzonder persoon blijkt te zijn. Een bijzonder kind kunnen we Johannes de Doper wel noemen. Zijn ouders ontvingen hem op een bijzondere manier: Johannes de Doper, een profetisch figuur als voorloper en wegbereider voor de Heere Jezus Christus. Komend seizoen willen we in de Bijbelstudies gaan kijken naar zijn leven.

Tijd en situatie

Lukas 3:1 tekent ons de situatie waarin Johannes als kind van Zacharias en Elizabeth geboren wordt. Het is de tijd van de Romeinse keizer Tiberius, waarin

Pontius Pilatus stadhouder over Judea is en Herodes

Antipas viervorst over Galilea en Filippus over Iturea. Israël is al lang geen eigen baas in eigen land meer. De Romeinen hebben het voor het zeggen. Veel heidense invloeden worden vooral in het noordelijke deel van Israël gevonden: gemengde huwelijken en ook veel heidense (magische) praktijken, al of niet gecombineerd met het geloof in de God van Israël.

Gemengd beeld

Binnen Israël zijn veel verschillende groepen te vinden. Aan de ene kant zijn er groeperingen die zich vooral richten op de bestudering van Gods openbaring in wat is overgeleverd in de boeken van Mozes, de profeten en de geschriften. Denk aan de Farizeeërs rondom Jeruzalem, denk ook aan de Sadduceeën, die alleen de eerste vijf boeken van Mozes als Goddelijk accepteerden, en ook aan de Essenen, die in gemeenschappen verspreid over Israël leefden. Aan de andere kant zijn er ook groepen zoals de Zeloten die zich met hand en tand verzetten tegen de Romeinse bezetters.

Delen in geloof
4 Inleidende Bijbelstudie

Spannende kernvragen komen hier samen, wij herkennen dat wel in onze tijd: hoe ga je om met de huidige cultuur om je heen? Moet je die aanvaarden als een gegeven of er kritisch tegenover staan vanuit de Bijbel als Gods Woord?

Kortom, een veelheid van opvattingen ten opzichte van de God van Israël naast een vermenging met heidense praktijken van bijgeloof en magie.

God zwijgt

Wat nog veel aangrijpender is, is dat er al zo lang geen openbaar spreken van God werd gehoord. De HEERE lijkt er het zwijgen toe te doen. En dat al eeuwen sinds Maleachi. In onze Bijbel wordt dat zwijgen samengevat met één witte bladzijde tussen het Oude en het Nieuwe Testament. En dat terwijl God wel heeft beloofd dat er een vervolg komt: een engelbode zal voorafgaan aan de komst van de Heere naar Zijn volk. We horen ook in Maleachi 4 van een Elia-gestalte die voorafgaat aan de komst van de Messias Zelf.

Een nieuw begin

In deze situatie maakt God een nieuw begin. Zo is Hij. Dat is telkens de rode draad door alles heen. In de schepping, in Egypte met Israël, maar nu ook met Zacharias en Elizabeth, een Godvrezend echtpaar op leeftijd. Ze krijgen ongedacht gezinsuitbreiding.

Johannes dient zijn naam te zijn, als een prediking op zich: de Heere is genadig. Hij gedenkt aan Zijn verbond. Hij houdt getrouw Zijn Woord, dwars door alle afval en ontrouw van Israël heen. We komen dat ook tegen in Maleachi: ‘Mijn engel’, oftewel Mijn boodschapper, zal komen als wegbereider voor de Heere uit, die na hem komen zal. Een nieuw begin bij God vandaan. Hoopvol voor vandaag de dag, waarin het ook lijkt alsof God zwijgt en de stemmen van ongeloof en atheïsme de overhand lijken te krijgen. Dit zorgt vaak binnen kerken en onder christenen voor een zekere gelatenheid en moedeloosheid waarbij er weinig verwachting is in gebed en geloof voor een nieuwe (om)wending van Godswege. Laten we moed putten uit het feit dat God een nieuw begin maakt, dat geeft ons geloofsmoed en vrijmoedigheid voor het gebed, het geloof en het getuigenis naar buiten toe.

Kort maar krachtig

Kort maar krachtig, zo kennen we het spreekwoord. Zo is ook het leven van Johannes de Doper geweest. We weten niet exact hoe lang, maar wel dat hij

al eerder dan de Heere Jezus in het openbaar in Israël optrad. Het was kort, maar ook buitengewoon krachtig. In de Jordaanstreek in de woestijnen werd hij als de nieuwe Elia een Godsgezant met macht en gezag. Radicaal tot op het bot, zo eerlijk en scherp is zijn indringende boodschap. Niemand wordt gespaard. Heel de wereld, inclusief de godsdienstige wereld, ligt op één hoop voor God: verdoemelijk voor Hem. Het oordeel verdiend. De bijl ligt klaar om de boom zonder vrucht voor God om te hakken en in het vuur te werpen. Er zijn slechts twee mogelijkheden: of je bent kaf of je bent koren, met een eeuwig verschil.

Johannes spaart niemand. En toch horen de mensen hem graag, omdat ze Gods stem hierin herkennen. Dorpen en steden lopen uit om deze Godsgezant te horen. Tegelijkertijd is zijn optreden kort. De radicaliteit van de Bijbelse boodschap zorgt ook voor zijn martelaarschap. Hoewel Herodes Antipas hem graag mag, wordt Johannes op een gemene en listige manier om het leven gebracht in de gevangenis. Zo maakt hij ook letterlijk plaats voor Hem Die na hem komt: Jezus de Christus, de Heere, Die tot Zijn volk en tot Zijn wereld komt. Zowel de wegbereider als zijn Opvolger gaat de lijdensweg.

Boodschap

De boodschap van Johannes is een oproep tot radicale bekering: de doop is daarbij aanwezig als zichtbaar teken van levensverandering. Het oude, zondige leven wordt afgelegd en een nieuwe, hartelijke toewijding aan de God van Israël vindt plaats. Johannes wordt de Doper genoemd omdat velen zich laten dopen terwijl ze hun zonden belijden. Ook Jezus laat Zich dopen. Wanneer Jezus naar Johannes de Doper komt is de vinger van Johannes als een stille prediking: Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt.

Houding

Johannes bréngt niet alleen deze boodschap, maar ís ook de boodschap. Hij wijst met kracht van zichzelf af. Net zoals zijn hele leven in het teken stond van het optreden, zo is ook zijn houding tekenend: hij wil het volle licht laten vallen op de Heere Zelf. Johannes zelf is het niet waard om de sandalen van Hem te dragen. Hij moet meer worden, maar ik minder worden, zo is zijn lijfspreuk (Joh. 3:30).

Twijfel

Bemoedigend is het te lezen dat ook de ‘groten in

Bijbelstudie 10 Inleidende Bjbelstudie

Inleidende Bijbelstudie

Gods Koninkrijk’ van gelijke beweging als wij zijn. Wanneer Johannes de Doper in de gevangenis zit, klinkt de twijfel door in de vraag die zijn discipelen aan de Heere Jezus moeten stellen: Bent U het echt of verwachten wij een ander? Herkenbaar dat ook Johannes de Doper tijden van aanvechting en twijfel heeft gekend. De Bijbel is een eerlijk boek. Tegelijkertijd wijst de Heere Jezus altijd de weg van het Woord in deze geloofscrisis. In Zijn optreden worden immers de profetieën vervuld. Daar ligt ook voor ons het houvast: Wat de Heere zegt, wat Hij belooft, Wie Hij is, daar kunnen we op aan in leven en in sterven. De vaste grond van het geloof ligt buiten onszelf in Jezus Christus. De Heilige Geest kan ons doen wanhopen aan onszelf, maar nooit aan het volbrachte werk van de Heiland.

Nieuwe tijd breekt aan

Met het optreden van Johannes de Doper, maar ook met zijn voorbereidende taak als heraut en wegbereider breekt een nieuwe (heils)tijd aan: het Koninkrijk van God is gekomen in Jezus Christus. Met diezelfde prediking vangt de Heere Jezus Zijn werk op aarde aan. Bepalend blijft daarin de boodschap van zonde en genade, van wet en Evangelie, van geloof en bekering, van wedergeboorte en vernieuwing door de Heilige Geest.

Leerpunten

Wat kunnen we nu veel leren van deze oprechte Godsgezant. Het is moedgevend dat de Heere een nieuw begin maakt waar het over en uit lijkt. Waar God lijkt te zwijgen of wordt doodgezwegen, ook vandaag, kan God uit het niets een opwekking geboren laten worden. De God van Johannes leeft nog!

Als buitenstaander aan de rand van de maatschappij ziet hij scherp met profetisch gezag waar het diepste probleem lag en ligt: ons hart deugt niet voor God. Radicale ommekeer is nodig.

Zijn leven en zijn boodschap liggen daarbij in het verlengde van elkaar: hij draagt uit wat hij verkondigt en hij predikt wat hij uitstraalt. Zo is hij een getuige in woord en daad. Hij wijst van zichzelf af op Jezus Christus als het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt. In de weg van geloof en bekering ontvangen we toegang tot het Koninkrijk van God. Leven en sterven met Christus zien we letterlijk in het leven van Johannes de Doper gebeuren. Voor ons een blijvende oproep om onszelf voortdurend te onderzoeken of we uit datzelfde radicale geloof leven. Dat is vrucht dragen uit de ware Wijnstok, zonder Hem kunnen we niet(s), met Hem alles!

Literatuur

– Jakob van Bruggen, Christus op aarde; Zijn levensbeschrijving door leerlingen en tijdgenoten, uitgeverij. Kok, Kampen, 1998

– Jakob van Bruggen, Het Evangelie van Gods Zoon; persoon en leer van Jezus volgens de vier evangeliën, uitgeverij Kok, Kampen, 1996

– Studiebijbel Herziene Statenvertaling

– Korte Verklaring

Matthew Henry

Websites

– bijbelstudiesnt.nl/bijbelstudies/johannes-de-doper

– studiebijbel.nl (abonnement nodig)

– online-bijbel.nl

6

?

Vragen

1. Zoek met elkaar naar situaties in de Bijbel en/ of (kerk)geschiedenis waarin de Heere op een verrassende manier een nieuw begin maakt. Wat betekent dat voor ons?

2. Hieronder vindt u een aantal stellingen. Bent u/ben je het ermee eens of oneens, leg uit waarom:

a) In een tijd waarin veel kerken leger worden, is het vooral belangrijk aan te sluiten bij de vragen waar de moderne mens vandaag mee zit.

b) Vandaag de dag mag er in de prediking meer nadruk liggen op hoe je christen bent, dan de vraag of je christen bent.

c) Het is bemoedigend dat er ook over de twijfel van Johannes de Doper in de Bijbel geschreven staat.

Antwoorden

!
Bijbelstudie 10 Inleidende Bijbelstudie

Groot voor de Heere

Lezen

Maleachi 4:5-6

Lukas 1:5-25

Zingen

Psalm 6:9

Psalm 27:3 en 7

Psalm 78:2, 3 en 4

Psalm 142:1 en 2

Lofzang van Maria: 6 en 7

Wat wil je graag worden?’ vroeg oma aan haar kleinzoon. Zijn antwoord was duidelijk: ‘Ik wil groot worden en groot zijn’.

We glimlachen om de directheid van het kind en denken erbij: Hij moest eens weten… Maar tegelijkertijd zit dat verlangen om groot te zijn diep in ons genesteld. Herkennen we hierin iets van de oerzonde om als God te willen zijn? Verrassend licht valt er over dit woord als we denken aan de hemelse aankondiging van de geboorte van Johannes voor Zacharias: hij zal groot zijn voor de Heere.

Achtergrond (Luk. 1:5-7)

Lukas 1:5 tekent ons de situatie van Israël ten tijde van het Nieuwe Testament. Niet een Davidszoon regeert, maar de beruchte Herodes, Edomiet, een nazaat van Ezau. Vreemden hebben de macht, een aangrijpend beeld waarbij gevoeld wordt dat de stamboom van David omver ligt als een afgehouwen stronk (Jes. 11:1). Tegelijkertijd heeft de Heere in Zijn trouw en goedheid de priester- en tempeldienst door alle eeuwen heen in stand gehouden. Zowel Zacharias als zijn vrouw Elizabet stamt af van de priesterstam van Levi.

Wat het belangrijkst is, mag het eerst worden genoemd: Zacharias en Elizabet zijn rechtvaardig voor God. Heel concreet betekent dat, dat ze elke dag leven vanuit Gods Woord als de Weg ten leven. Onberispelijk wil zeggen dat wat ze belijden in overeenstemming is met een heilige levenswandel. Niemand kan ze daarin betrappen op ‘schijnheiligheid’. Een spiegel voor onszelf. Kan het ook van mij gezegd worden: onberispelijk in het leven met God? Kan het van ons gezegd worden: rechtvaardig voor God?

Delen in geloof
1
8 Bijbelstudie

De kinderzegen was uitgebleven in het leven van Zacharias en Elizabet. Het wordt als een voldongen feit weergegeven, ze zijn op leeftijd. Naast de pijn en het verdriet, wordt het in de Bijbel als een schande en smaad (Luk. 1:25) ervaren. God beloofde zegen en vruchtbaarheid aan hen die in Zijn wegen wandelen (zie Ps. 128). Het uitblijven van de kinderzegen kon worden gezien als het ontbreken van Gods zegen. Daarnaast werd het duidelijk dat de Messias niet via deze vrouw zou kunnen worden geboren.

Wat is het belangrijk dat er pastorale aandacht is voor hen die hieronder gebukt gaan of zijn gegaan. Sommigen ervaren dat in het ongewild alleen blijven, anderen juist in de kinderloosheid binnen het huwelijk, terwijl leeftijdgenoten vader en moeder of opa en oma zijn.

Aangezien Zacharias dienst doet als priester, moeten we bij de woorden ‘op hoge leeftijd’ eerder denken aan een leeftijd van 50-55 jaar, aangezien de gemiddelde leeftijd toen fors lager was dan nu.

Aankondiging en taak (Luk. 1:8-17)

Het priesterschap werd ingedeeld in 24 afdelingen. Zo’n afdeling verzorgde twee maal per jaar een week lang (van sabbat tot sabbat) de dienst in de tempel.

Dit is ingesteld door koning David (zie 1 Kron. 24:1-19).

Bij het reukoffer, waarmee als een lieflijke geur de gebeden van Israël werden opgezonden, verschijnt een engel van de Heere aan Zacharias. Een nieuw begin komt altijd bij de Heere vandaan. Het is het begin van het profetische spreken dat straks via Johannes zal komen. De engel komt in en met de volmacht van God. Heilig ontzag en bange vrees overweldigen Zacharias. Hij die onberispelijk voor en met God leefde, ervaart hier iets van de heiligheid van God.

Slechts het Woord van God (hier via de engel) kan een onrustig en angstig mensenhart tot bedaren brengen: Wees niet bevreesd. De naam Zacharias klinkt hier in de rijke betekenis van: de Heere gedenkt! Welk gebed is verhoord? Gaat het om het persoonlijk gebed om een kind of het priesterlijke gebed om de Messias? We mogen het breder trekken en het niet inperken tot het gebed van Zacharias en Elizabet om een kind. Bij het reukofferaltaar klinken de gebeden van het volk Israël om vervulling van Gods beloften. God gaat net zoals bij de aartsvaders/ moeders (Abraham en Sarah, Izak en Rebekka, Jakob en Rachel) door de onmogelijkheid heen een nieuw begin maken via het nageslacht. Een zoon wordt geboren, zijn naam is van hemelse komaf:

Johannes, dat betekent: de Heere is genadig. Met recht een speaking name. Bij de aartsvaders zien we naamswijzigingen (Abram wordt Abraham, Jakob wordt Israël), maar alleen hier en bij de Zaligmaker wordt de eerste naam door de Heere gegeven (Matth. 1:21 en Luk. 1:31).

Naast de gebruikelijke vreugde rondom nieuw leven en de extra blijdschap vanwege het onverwachte karakter wordt hier over de meest diepe blijdschap gesproken (vs. 14). Het raakt aan de hemelse vreugde wanneer een zondaar tot inkeer komt, en ook van de vreugde die er straks bij God zal zijn in Zijn eeuwig Koninkrijk. Waarom deze diepe blijdschap? Want hij zal groot zijn. En dan niet in wereldse zin, maar voor de Heere. Als zoon van priester zou hij al bestemd zijn om de Heere te dienen. Maar er ligt een andere roeping waardoor hij boven anderen zal uitsteken: Hij is de wegbereider van de Messias. ‘Hij zal groot zijn’, deze woorden klinken later ook bij Maria over Jezus (Luk. 1:32). In vs. 15 lezen we een verwijzing naar het Nazireeërschap (Num. 6:1-3). Daarbij ligt de nadruk op de volkomen toewijding aan de Heere en Zijn Koninkrijk. Hij zal zijn geesteskracht niet putten uit alcoholische drank, maar vanaf het prilste begin zal de Heilige Geest hem vervullen. Groot zullen de gevolgen ook zijn: hij zal velen van de Israëlieten bekeren tot de Heere, hun God. Het is een spiegel voor het doel van de opvoeding van onze kinderen; voeden we ze op voor de wereld of voor de Heere?

De geest en kracht van Elia (Luk. 1:16-17)

Johannes zal voor de Heere uitgaan in de geest en kracht van Elia. Je mag geest gerust met hoofdletter ‘G’ schrijven, want het is dezelfde Bron als bij Elia. Elia trad op in een tijd van geloofsafval onder Achab en Izebel. Na eeuwen zal het profetische Woord weer klinken: Zo zegt de HEERE! Net zoals Elia brengt Johannes een boodschap van inkeer, omkeer en terugkeer tot de Heere en Zijn Woord. De zonde wordt aangewezen en benoemd alsook het welverdiende oordeel. Maar ook zal Johannes wijzen op het Lam van God. ‘In de kracht van Elia’ laat ook iets zien van de onverschrokkenheid van Johannes. Zo moedig als Elia optrad tegenover Achab en de Baälprofeten, zo zal Johannes optreden tegen zowel de Joodse leiders, Romeinse soldaten of zelfs Herodes. Dat laatste zal hem uiteindelijk het leven kosten.

Een gedeeltelijk citaat uit Maleachi 4:5 en 6 wordt hier genoemd. Vanuit Maleachi 4:6 klinkt er het

Bijbelstudie 1

dreigende oordeel in door, dat Johannes in zijn boodschap zal laten weerklinken. Eerst zal ‘Elia’ komen met de boodschap van bekering. Bekering is concreet. Ongeloof maakt onverschillig en egoïstisch. Een ik-gericht leven zorgt ook binnen gezinnen voor grote geestelijke schade. Nodig is dat het hart van ouders in echt contact staat met de kinderen. Te denken valt hier aan de geloofsoverdracht van generatie op generatie (denk aan Ps. 78). Als het misgaat in de gezinnen, dan gaat het soms tot in generaties scheef. Andersom is ook waar: bekering van één persoon, leidt soms tot nieuwe generaties betrokken familieleden.

Wat een verantwoordelijkheid voor ons nu om samen te investeren in tijd en aanwezigheid in het gezin. De engel spreekt over een grote verandering: van ongehoorzaamheid tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen. Ongeloof is hier ongehoorzaamheid, het niet (willen) luisteren naar de Heere. Bedachtzaamheid heeft hier alles met wijsheid te maken, het inzicht van het geloof om te luisteren naar de Heere en Zijn Woord. Bekeren is niet minder dan het breken met alles wat niet bij de Heere en Zijn dienst hoort. [Zie Zondag 33 van de catechismus over de waarachtige bekering: afsterving van de oude mens en opstanding van de nieuwe mens]. Het betekent daarnaast trouw en volhardend terugkeren en zich toewijden aan de God van het verbond. Hij stond aan de wieg van Zijn volk en ook aan onze wieg als de Eerste.

Het doel van het optreden van Johannes is: voor de Heere een toegerust volk gereed te maken. Toegerust betekent hier letterlijk: klaar en gereed. Er klinkt iets in door van de bruid die zich gereedmaakt voor haar bruidegom. Johannes is zo vriend van de Bruidegom:

Jezus Christus, Die de hemel verliet voor Zijn kerk als bruidsgemeente. Wie hoort bij de Bruidegom zal straks in mogen gaan, alle anderen staan buiten in het oordeel van God (Matth. 25:1-13). We zien in het Nieuwe Testament werkelijkheid worden dat Jood en heiden door het geloof delen in hetzelfde Evangelie van Jezus Christus. Om samen toegerust voor de Heere te leven en klaar te zijn voor Zijn (weder)komst.

Ongelooflijk maar waar (Luk. 1:18-25)

Hoe geoefend Zacharias ook is geweest in het leven met de Heere, hij vond het moeilijk om het woord van de engel te geloven. Vanwege de onmogelijkheid zoekt hij naar extra bewijzen buiten het Woord om. Dit in tegenstelling tot de jonge Maria, die verlangt naar bevestiging van het Woord. Dat is een belangrijk verschil, ook voor ons. Het mag steeds een verlangen zijn om het Woord van de Heere bevestigd te zien in ons leven, maar het raakt aan ongeloof wanneer we het Woord terzijde schuiven vanwege het uitzien naar buitengewone tekenen.

Zacharias ontvangt een teken. Het ongeloof moet hier zwijgen, waar het geloof niet kan zwijgen. Het geloof ziet altijd reden om te spreken en te zingen van de wegen van de Heere.

Het gebeurt zoals de engel van de Heere heeft voorzegd: een nieuw begin bij God vandaan. Zacharias zwijgt en Elizabet zoekt de afzondering. Ze houdt zich vijf maanden verborgen. Is het vooral de afzondering om haar man te beschermen die er het zwijgen toe doet? Of moeten we het zien als een periode van toewijding en dank aan de Heere? In de zesde maand kan het niet verborgen blijven en krijgt ze haar nicht Maria op bezoek. Gods werk zal zichtbaar worden. Het is als met het zaad van het Woord: wat gezaaid is, groeit op en wordt zichtbaar.

10 Bijbelstudie 1

?

Vragen

1. Zacharias vindt het moeilijk de aankondiging van de engel te geloven. Wat valt u op in vergelijking met wat we lezen bij Abraham (en Sarah) in Gen. 11:30, Gen. 12:2, Gen. 15:2-6, Gen. 16:1-3 en Gen. 17:15-21.

2. Wat betekenen de woorden ‘in de geest en kracht van Elia’?

a) bij Johannes

b) met het oog op 500 jaar Reformatie (1517-2017)

c) in het verlangen naar en het gebed om een nieuwe reformatie?

3. Wie zelf geen kind(eren) heeft ontvangen, kan het verschillend ervaren hoe er vanuit de kerkelijke gemeente meegeleefd wordt. Hoe kunnen we elkaar hierin tot hulp en steun zijn?

4. In Maleachi 4 en Lukas 1 wordt gesproken over ’Het hart van de vaderen terugbrengen/bekeren tot de kinderen’. Waar liggen de uitdagingen en blokkades in het gezinsleven vandaag op geloofsgebied? Idee: neem deze mee als gebedspunten in de afsluiting evenals wellicht andere thema’s uit deze Bijbelstudie.

5. Wat heeft u/jou aangesproken in de Bijbelstudie?

Waar zitten bij u en jou vragen?

Antwoorden

!
Bijbelstudie 1

Ontmoeting vol verwachting

Lezen

Lukas 1:36-45

Zingen

Psalm 22:5

Psalm 98:1 en 2

Psalm 103:1 en 3

Psalm 119:32 en 53

Lofzang van Maria:1 en 3

Advent staat voor de tijd van verwachting. Is heel het christelijk geloof ten diepste niet het uitzien naar de Heere en Zijn Koninkrijk? Is het niet een zich uitstrekken naar Hem Die komen gaat?

In Lukas 1 ontmoeten we twee vrouwen met deze verwachting. Elizabet, die onvruchtbaar genoemd wordt, verwacht Johannes, de voorloper van de Messias. Zij ontvangt Maria, die zwanger is door de Heilige Geest en straks de Zaligmaker ter wereld zal brengen. Beiden zien ze uit naar de Heere.

Achtergrond

(Luk. 1:36-39)

Bij de bijzondere geboorte-aankondiging is er bij Maria het geloof in het Woord van de Heere (vs. 38). Maria ontvangt daarbij ook een geestelijk adres waar ze naartoe kan, haar nicht Elizabet. Om het woord van de engel (vs. 36) bevestigd te zien, gaat ze op weg. Vanuit Nazareth is dat een reis van enkele dagen. Maria buigt voor het wonderlijke Woord en tegelijkertijd staat ze op: Ze gaat met haast op pad. Het geloof is niet afwachtend maar het is ‘bidt en werkt’! Maria gaat met heilige haast naar Elizabet. We zien dat later ook bij de herders: ze komen met haast tot de geboren Heiland (Luk. 2:16). En in

Mattheüs 28:7 en 8 lezen we over de vrouwen die haastig weggaan om de discipelen te vertellen dat Jezus leeft. Wat het belangrijkst is, moet het eerst gebeuren. Prioriteit voor het Woord van de levende God. Heeft het Woord van God voorrang in ons leven en maken wij haast met de dingen van Gods Koninkrijk?

‘Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.’ Elizabet werd de onvruchtbare genoemd (vs. 36). Prof. Van Bruggen schrijft hier treffend: God doet echter een mens geboren worden na de menselijke sluitingstijd.

Delen in geloof
2
12 Bijbelstudie

Dubbele zegengroet (Luk. 1:40-41a)

Wanneer Maria bij haar nicht Elizabet komt, groet ze haar. In een groet wens je elkaar het goede toe. In de Hebreeuwse groet ‘shalom’ ligt alles opgesloten wat ieder mens nodig heeft: genade en vrede van God. Genade is de bron van Gods onpeilbare zondaarsliefde. Het is het fundament onder heel het christenleven. De vrede met God is wat de Heere vanuit Zijn genade geeft en waar het geloof uit leeft. Wat is dat al een verkondiging op zich dat we bij het begin van elke kerkdienst zo worden begroet van Godswege. De Heilige Geest wil ons brengen bij de vrede met God door Jezus Christus in de weg van geloof en bekering. Hier staat de ontmoeting in het teken van de blijde verwachting vanwege de grote daden van God in het leven van beide vrouwen. Allebei beleven ze het wonder van het nieuwe leven. Wat is het bijzonder als man en vrouw een kindje verwachten. Het is één van de grote geheimen van het leven waarin we zien dat het leven geen toeval is, maar een wonder uit handen van de Schepper. Tegelijkertijd is dit nieuwe leven ook kwetsbaar. De aanstaande moeder merkt van binnenuit hoeveel er verandert in haar eigen lichaam. Daarnaast voelt ze het nieuwe leven groeien naar de dag van de geboorte. Wat is er een grote zorg voor het nieuwe leven dat komt. Het is een bijzonder voorrecht om de kinderzegen te ontvangen. Laten we ook hierin niet werelds gaan denken, alsof alles te plannen valt. Kinderen worden niet genomen, maar gegeven en ontvangen.

Elizabet en Maria worden beiden ingeschakeld in Gods heilsplan met Israël en Zijn Koninkrijk dat komt. We horen dat terug in de ontmoeting van deze gelovige vrouwen. De zegengroet van Maria wordt beantwoord en vindt weerklank.

Wanneer Elizabet de groet van Maria hoort, springt Johannes in de baarmoeder van vreugde (zie vers 44) op. Een buitengewone bevestiging van God voor beide vrouwen. Het is hier een merkbaar teken bij Zijn wonderlijke Woord als onderstreping van Zijn beloften. Maria had het Woord van de engel geloofd. Ze verlangde naar bevestiging van het Woord, hier gebeurt dat door Elizabet.

Het is een ontmoeting vol verwachting voor de oudere Elizabet en de jongere Maria. Wat zijn ze hierin voor elkaar tot bemoediging. Elizabet heeft te maken met haar man Zacharias, die moet zwijgen tot Johannes geboren is. Maria moet het stellen zonder haar verloofde, Jozef. De Heere brengt de twee

vrouwen bij elkaar tot bemoediging en versterking van het geloof. Veel was er nog onzeker voor de toekomst, maar hier zien we dat de Heere door Zijn Geest stap voor stap meegaat. Ook in onzekere tijden op kruispunten van ons leven wil de Heere ons door Zijn Geest leiden door Zijn Woord, maar ook door ontmoetingen met anderen.

Wat is er een zegen wanneer er zulke geloofsontmoetingen plaatsvinden, ook door de generaties heen. Wat kun je ernaar verlangen dat er minder gebabbeld wordt over van alles en nog wat. Dat er meer gesproken en geleefd wordt uit dat wat God belooft. Laten we biddend zoeken naar zulke onvergetelijke ontmoetingen, leeftijd is daarbij van ondergeschikt belang. De vrouwenkring is een prachtige mogelijkheid om elkaar te ontmoeten bij de Bijbel en vanuit het geloof.

Zegen en bevestiging van het Woord (Luk. 1:41b-45)

Elizabet wordt vervuld met de Heilige Geest. Je kunt dan denken aan heel bijzondere dingen en soms gebeurt dat ook. Maar het belangrijkste werk van de Heilige Geest is dat Hij het Woord van de Heere bevestigt en zo het aangevochten en bestreden geloof versterkt. Zo stil als Zacharias is gebleven tot de geboorte door zijn ongeloof, zo luid en duidelijk klinken hier de hoge jubeltonen van het geloof: Gezegend ben je onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot. Wat een bijzondere boodschap voor Maria. De engel had wel verkondigd dat de Heilige Geest over haar zou komen, maar niet verteld hoe en wanneer. Hier is het Elizabet die laat horen dat Maria reeds in verwachting is.

Hoe weet Elizabet dat Maria zwanger is? Ze wordt vervuld met de Heilige Geest. En dat heeft ook te maken met de ruimte en tijd voor Gods Woord. In de afzondering van vijf maanden (Luk. 1:24) was er alle ruimte om de woorden van God gesproken tot haar man te overdenken. Hun zoon zou een Elia-figuur zijn, die voor de Heere uit zou gaan. Nu ziet ze de moeder van haar Heere komen. Wat een zegen is er ook voor ons wanneer er ruimte, rust en stilte is in het leven voor Gods aangezicht. Zo kunnen we Zijn Woord overdenken en de Heilige Geest krachtiger in ons laten werken.

In de hoge jubeltonen klinkt altijd de verwondering en ootmoed door. Elizabet kan het wonder niet klein krijgen dat zij, de onvruchtbare, ingeschakeld wordt

Bijbelstudie 2

door de Heere. Ootmoed is een vrucht van de Heilige Geest die altijd wordt geleerd in het geloofsleven. Bijzonder is ook wat de Heilige Geest hier bij Elizabet doet voor de geboorte van Christus: ze noemt Maria de moeder van mijn Heere die naar mij toekomt. Paulus schrijft later in 1 Korinthe 12:3 hierover: Niemand kan zeggen dat Jezus Heere is dan door de Heilige Geest. In die titel ‘Heere’ bevestigt de Heilige Geest voor Maria het Woord van de engel. Dit kind is de Heere Zelf, de Zoon van God. En Johannes zal voorloper, wegbereider en heraut van de Messias zijn.

Hier begint het profetische werk van de wegbereider al! Er is vreugde bij Johannes nu de Messias er aan komt. Het is opvallend dat hier van een ongeboren kind in de zesde maand van de zwangerschap gezegd wordt dat het vreugde voelt. Dat is een bewijs dat de Heere reeds het ongeboren leven als een door Hem geschapen persoon ziet.

Vreugde omdat de Heere omziet naar Zijn volk. Hij maakt Zijn beloften waar. Hij is trouw aan Zijn verbond, hoe vaak en hoe diep Israël het ook heeft laten afweten. Vreugde is er als Johannes vriend van de Bruidegom mag zijn. Vreugde zal er zijn bij de engelen over elke zondaar die zich bekeert. Vreugde zal er zijn zelfs door de tranen heen voor een ieder die Jezus Christus leert kennen als Redder van zondaren.

Ten slotte is er nog een rechtstreekse bevestiging voor Maria via Elizabet. Zalig is zij die geloofd

heeft (vs. 45). Het klinkt als antwoord op het geloofsverlangen van Maria naar bevestiging. Hier wordt het nog eens onderstreept: want wat haar van de kant van de Heere gezegd is, zal volbracht worden. Door deze woorden van Elizabet zien we een groot contrast met haar eigen man Zacharias, die het wonder niet had geloofd: hij werd toeschouwer en moest zwijgen tot het grote moment. Maria antwoordde in geloof en ziet dat Woord op verschillende manieren bevestigd en versterkt worden. Zo kan ze verder.

Dit Bijbelgedeelte bemoedigt ons om het van de Heere te verwachten. Verwacht het van Hem in alle situaties van het leven: bij kinderloosheid, in het huwelijk rond de vragen rond gezinsvorming, in het gezin in de zorgen en vreugden van de (klein) kinderen, maar ook heel persoonlijk in Wie de Heere Jezus voor ons wil zijn. Steeds wil de Heilige Geest het Woord van God bevestigen in ons leven. De Heilige Geest wil ons afbrengen van de weg van ongeloof en ongehoorzaamheid en ons brengen tot een vruchtbaar geloofsleven. Wie met de Heere en Zijn Woord leeft, mag zich verwachtingsvol uitstrekken naar Zijn toekomst. Hij regeert en zal Zijn Woord waarmaken en bevestigen. Hij doet dat ook door de heilige sacramenten van Doop en Avondmaal, maar ook door een gezongen Psalm of lied en door ontmoetingen met andere mensen. Het is waar: Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft!

14 Bijbelstudie 2

?

Vragen

1. Het geloof van Maria wordt bevestigd in de ontmoeting met Elizabet. Zie voor ander gedeelte bijvoorbeeld bij Paulus in Hand. 9:10-18. Hoe bevestigt de Heere Zijn Woord in ons leven?

2. Herken je de zegen van geloofsontmoetingen zoals bij Maria en Elizabet? Wacht je daarin liever af of zoek je het zelf biddend op?

3. Iemand zei, toen gevraagd werd naar het persoonlijk geloofsleven: ‘Je moet maar afwachten.’ Bent u/ben je het hiermee eens of niet? Leg uit.

4. Wat zegt vers 41 ons over de waarde van het ongeboren leven? Welke andere Bijbelgedeelten verwijzen daar ook naar?

5. Welke concrete geloofslessen kunnen we trekken vanuit dit Bijbelgedeelte? Denk bijv. aan gezondheid en ziekte, beroep, huwelijk en gezin.

6. Extra: We hebben achterin ons Bijbeltje de lofzang van Maria, van Zacharias en van Simeon. Er is geen lofzang van Elizabet. Voor de doeners onder ons: maak (samen) een gedicht, een lied of een schilderij op de lofzang van Elizabet in Lukas 1:42-4.

Antwoorden

!
Bijbelstudie 2

3

Johannes is zijn naam

Lezen

Lukas 1:57-75

Zingen

Psalm 86:6 en 8

Psalm 103:2 en 4

Psalm 111:1 en 3

Psalm 118:1 en 13

Lofzang van Zacharias: 1, 2 en 5

‘Hij zal Johannes heten!’ Met overtuiging noemt Elizabet de naam van haar zoon. En Zacharias bevestigt het. In de naam Johannes schittert Gods trouw. Het Woord van God zal opnieuw tot Israël komen; eerst via Johannes als heraut en voorloper, daarna komt God Zelf in Zijn Zoon Jezus Christus. Hij is het vleesgeworden Woord. In de naamgeving van Johannes klinkt het gelovig beamen van het Woord van God via de engel. De ban is gebroken en hoge tonen van dankbaarheid, lof en jubel klinken vanuit het bergland over Israël.

Dubbele vreugde (Luk. 1:57-58)

Nieuw leven is en blijft een kostbaar geschenk van God. Of het nu het tweede kind of zevende kind is, laten we ook op dit terrein Bijbels denken. Psalm 127 noemt kinderen een erfdeel van de Heere. Zacharias en Elizabet ontvangen hun eerste kind, het is precies zoals de engel heeft gezegd. Het is een wonder, dat beseffen de buren en familieleden ook. Het volle licht valt hier op Elizabet, die moeder wordt. Zacharias wordt hier niet genoemd. Het tekent zijn rol aan de zijlijn.

Er is dubbele vreugde omdat de HEERE haar smaad (Luk. 1:25) heeft weggenomen. De Heere heeft grote

barmhartigheid bewezen aan Elizabet. De Heere heeft naar haar omgezien in haar verdriet en pijn. Ze wordt zelfs ingeschakeld in het grote heilsplan van de Heere. Het is goed om ook met elkaar mee te leven in vreugde en blijdschap. Buren en familie worden hier genoemd. Hebben wij tijd om zo ook in de buurt met elkaar (kerkelijk en niet-kerkelijk) mee te leven in blijdschap en verdriet? Trouwens, waar praten we over op kraambezoek? Is er verlangen om vanuit het geloof met elkaar te spreken? Klinkt er in ons gesprek iets door van de verantwoordelijkheid om onze kinderen voor God op te voeden?

Delen in geloof
16 Bijbelstudie

Besnijdenis en naamgeving (Luk. 1:59-63)

Op de achtste dag vindt de besnijdenis plaats (Lev. 12:3). Tegelijkertijd vindt dan ook de naamgeving plaats. De opdracht om de voorhuid te laten besnijden ‘zal een teken zijn van het verbond tussen Mij en u’ (Gen. 17:11). De symboliek van het verwijderen van de voorhuid laat de radicaliteit van onze zonde en van Gods genade zien. We kunnen niet blijven wie we waren, er moet van buiten af ingegrepen worden. Dit wordt onderstreept doordat er in de Bijbel gesproken wordt over de noodzaak van de besnijdenis van het hart (Deut. 30:6, Jer. 4:4, Rom. 2:29) alsook over de onbesnedenen van hart (o.a. Lev. 26:41 en Hand. 7:51).

Onder het nieuwe verbond worden de kinderen van de gemeente (en zij die tot geloof gekomen zijn en nog niet gedoopt waren) gedoopt in de Naam van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Het doopwater wijst heen naar de afwassing door het bloed van Christus. Tegelijkertijd blijft de radicaliteit van Gods verbond overeind: alleen door bekering en geloof in Christus door Zijn Geest is er vergeving, vernieuwing en eeuwig leven. Ook bij de doop worden we eraan herinnerd dat we niet dezelfde kunnen blijven zoals we geboren zijn. Een tweede geboorte is nodig: we moeten van boven geboren worden uit water en Geest, zegt de Heere Jezus tegen Nicodemus (Joh. 3:5) Het gaat om een zaak van vernieuwing van het hart. De Heidelbergse Catechismus spreekt over de afsterving van de oude mens en over de opstanding van de nieuwe mens (zondag 33). De Heere walgt van buitenkant-godsdienst, waarin met de lippen belijdenis wordt gedaan, maar waar het hart afwezig is.

De besnijdenis

De besnijdenis is een feestelijke gebeurtenis, waarbij ook waarschijnlijk buren en familie aanwezig zijn. Vanouds was het de taak van de vader, als priester van het verbond, om zijn zoon te besnijden. Tegenwoordig vindt dit ook in het ziekenhuis plaats, maar al eeuwen wordt de besnijdenis gedaan door een moheel, dat is een joodse rituele besnijder met medische kennis die speciaal hiervoor is opgeleid. Als de baby de kamer wordt binnengedragen heffen de aanwezigen de eerste woorden van Psalm 118:26 aan: Gezegend is hij, die daar komt in de Naam van de HEERE! Messiasverwachting klinkt erin door: zou dit jongetje Hem zijn?

Het kind wordt dan overgedragen aan de sandeek. Dat is een soort peetvader die het jongetje op schoot

houdt. De moheel verwijdert, onder het uitspreken van toepasselijke Bijbelteksten, de voorhuid van het jongetje. Eén van de teksten komt uit Ezechiël 16:6: ‘Toen Ik voorbij u kwam, zag Ik u trappelend in uw bloed en Ik zei tegen u in uw bloed: Leef! Ja, Ik zei tegen u in uw bloed: Leef!’ Wanneer de wond verbonden is, gaat de sandeek staan met de baby op zijn armen en bidt de moheel het kind Gods zegen toe en geeft het plechtig zijn Hebreeuwse naam. Bijzonder is dat men bij de besnijdenis dacht aan Elia, alsof hij bij iedere besnijdenis erbij was. Elia is de profeet van de handhaving van het verbond door alle eeuwen heen tot aan de Messiaanse toekomst. Hij wordt dus geacht in de geest aanwezig te zijn wanneer Israël het verbond met God bij de besnijdenis handhaaft. En hier wordt het kind besneden van wie later gezegd zal worden dat hij de Elia is die voor de Messias uit zal gaan.

De naam

De naam wordt bij de besnijdenis uitgesproken en bekendgemaakt. De omstanders denken aan de naam van vader Zacharias. Maar Elizabet doorkruist die gedachten: Nee, hij zal Johannes heten. Uit vers 62 zouden we kunnen opmaken dat Zacharias niet alleen niet kon spreken, maar waarschijnlijk ook niet kon horen. Via gebarentaal maken ze duidelijk wat de naam van het kind zal zijn. Zacharias bevestigt de naam via het schrijftafeltje: Johannes is zijn naam. Zijn naam heeft een prachtige betekenis: De HEERE is genadig! Niet voor niets is deze naam van hemelse komaf. In opdracht van de engel moest dit kind zo heten. Zowel de voorloper van de Messias als Christus Zelf ontvangt een naam die door de Heere gegeven is. Verwondering blijft er over: hier gebeuren grote dingen. Hier maakt God een nieuw begin met Israël, met hoop voor de volken.

Mooi is het wanneer in de naamgeving van kinderen iets mag doorklinken van wie de Heere voor ons is. Verwonderd mogen we zijn over Gods doorgaande trouw, zichtbaar gemaakt in het teken en zegel van de Heilige Doop. Ondanks onze zonden en ontrouw, verbindt God Zijn heilige naam aan ons en onze kinderen. De doop betekent Gods onvoorwaardelijke trouw persoonlijk aan ons en onze kinderen beloofd. Wat een houvast geeft de Heere hierin als onderstreping van Zijn eigen Woord. Op Hem kunnen we aan in leven en in sterven. Geloven we dat?

Lofzang van Zacharias (Luk. 1:64-75)

Nu Zacharias gehoorzaamt, is de ban gebroken.

Bijbelstudie 3

Gehoor en spraak komen terug. Hier klinkt als eerste geen klaagzang, maar hier horen we de lofzang. Hij sprak en loofde God. Opvallend is dat hier staat dat er vrees kwam over allen die rondom hen woonden. Er was een heilig ontzag voor wat God deed in het priestergezin in het bergland van Judea. Zacharias wordt vervuld met de Heilige Geest en profeteert. Namens de Heere mag hij zeggen wat de Heere wil zeggen. Het stijgt uit boven hun eigen geluk van een kind. Geprezen zij de HEERE, de God van Israël. Hij zag om naar Zijn volk. Hij bracht en brengt – ook aan ons als gelovigen uit de heidenvolken – verlossing. Oude woorden en profetieën krijgen nieuwe kracht vanuit de lofzang van Zacharias. Verlossing van vijanden en bevrijding van alle tegenstand. Hij gedenkt aan Zijn heilig verbond: de beloofde tijd van verlossing is aangebroken! De Heere brengt de eed die Hij aan Abraham gedaan heeft in vervulling: de wereld wordt gezegend door het Nageslacht van Abraham (Gen. 12:2 / Gal. 3:16).

Opnieuw klinkt de barmhartigheid van God erin door als reden om te zingen. Tegelijkertijd zingt Zacharias ook van Gods doel met ons aller leven: de Heere dienen zonder angst en vrees. Opdat we niet voor

onszelf leven, maar door de genade van God Jezus Christus ontdekken als het geheim van ons bestaan. Geloven is Hem leren kennen als Heere en Heiland en voortaan door de kracht van de Heilige Geest Hem volgen en dienen op de plek die Hij wijst. Dat geeft ook nu de hoogste vreugde. In het leven van Zacharias zien we dat ongeloof en geloof dichtbij elkaar liggen. Hij kon de woorden van de engel niet geloven en was daardoor het zicht op God kwijt. In zijn ‘stille tijd’ heeft God opnieuw het geloof gewerkt. Bemoedigend is wat hier gebeurt rond de geboorte en naamgeving van Johannes: Zacharias gaat gehoorzaam in de weg van het geloof en zo ontvangt hij stem en gehoor terug om God te prijzen. Herkenbaar wellicht voor ons: in het geloofsleven komen dalen en toppen voor. Ongeloof door eigen schuld, soms ook door gebeurtenissen die als Jobstijdingen alles overhoop werpen in ons leven. Dit gedeelte laat ons zien dat we nooit teveel van de Heere kunnen verwachten, Hij is trouw en genadig. Hem dienen en Hem kennen kost strijd, waarbij je jezelf meer en meer (pijnlijk) leert kennen. Maar daarbij krijg je steeds meer oog voor Wie Hij wil zijn voor zondige mensen die in Christus Jezus aangenomen zijn tot Zijn kinderen.

18 Bijbelstudie 3

?

Vragen

1. Wat betekent het verbond van God en de Heilige Doop voor ons?

Welke plek heeft ‘de besnijdenis van het hart’ daarin (denk bijv. aan het doopformulier)?

2. Zoekt u/zoek jij bewust contact met de buurt waarin je leeft om het geloof te delen? Waarom wel/niet?

Deel de mogelijkheden die u ziet met elkaar.

3. Bent u het eens of oneens met onderstaande stelling?

‘Onder christenen neemt het besef dat kinderen een geschenk van God zijn af.’

4. Hoogtepunten en dieptepunten in het geloof kunnen dicht bij elkaar liggen. Vergelijk samen de overeenkomsten van Zacharias met bijv. Abraham (Gen. 12, Gen. 15:1-6), David (2 Samuël 11). Is dit herkenbaar voor u/jou?

5. Hoe kan de lofzang in ons leven meer tot uiting komen?

Zie Lukas 1:64 en 67. Zijn hiervoor de omstandigheden bepalend?

Antwoorden

!
Bijbelstudie 3

4

Levensdoel: Bestemd voor de Heere

Lezen

Lukas 1:76-80 en Johannes 1:19-28

Zingen

Psalm 108:1 en 2

Psalm 139:1 en 14

Gezang 3, Lofzang van Zacharias:3 en 4 Gezang 4, Lofzang van Simeon:2

Gezang 12:4 en 5

Zo vader, zo zoon. Dat beeld ontstaat wanneer je het getuigenis van Zacharias (Lukas 1) en ook het optreden van zoon Johannes (Johannes 1) op je in laat werken. Niet het eigen belang staat voorop, maar in woord en daad laten beiden zien dat het gaat om de Heere in hun leven. Het volle licht valt op Hem Die komen zal als Heere en Heiland. Dat houdt ons een spiegel voor: Wat is ons levensdoel?

Profetie (Luk. 1:76-80)

Zacharias, vervuld met de Heilige Geest, prijst de Heere en richt zich daarna tot zijn kind in de lofzang. Maar de nadruk valt niet op zijn kind, maar wie Johannes mag zijn voor God: Hij is bestemd voor de Heere. Dat houdt ons een spiegel voor: waar voeden wij onze kinderen voor op? Alleen voor het hier en nu? Of stempelt de dienst aan de Heere de inhoud van ons (gezins)leven? Letterlijk staat er: En ook jij zult een profeet genoemd worden. Daarmee staat Johannes op één lijn met de heilige profeten van God (Luk. 1:70), waarbij de Eliafiguur (Mal. 4:5 en 6) vooraf zal gaan aan de komst van de hoogste Profeet.

Bijzonder is dat – na aanvankelijk ongeloof – het geloofsoog van Zacharias nu gericht mag zijn op de Heere en de vervulling van Zijn beloften. Oude beloften aan Israël, maar ook nieuwe beloften bij monde van de engel, gaan in vervulling. Woordelijk herhaalt Zacharias de woorden van de engel: Hij zal voor de Heere uitgaan om Zijn wegen in gereedheid te brengen. Hij is zoals in Jesaja 40:3 en Maleachi 3:1 te lezen is, de voorloper van de Heere Jezus. Op welke wijze maakt hij Zijn wegen gereed? Door Zijn volk kennis van zaligheid en redding te geven. Het heil bestaat uit vergeving van zonden. Het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt

Delen in geloof
20 Bijbelstudie

schenkt verlossing. Helaas is de kennis daarvan diep weggezonken. Hier geldt het oordeelswoord uit Hosea 4:6a: ‘Mijn volk is uitgeroeid omdat het zonder kennis is’. Het licht van Gods openbaring was door de eeuwen heen verduisterd door zonde en onwetendheid. Nu brengt God Zelf Zijn Licht in de wereld. Hijzelf is de Bron van ontferming en vergeving. Hij heeft omgezien naar Zijn volk. We zien Hem in Zijn hart in het zenden van Johannes als voorloper en ook bij het zenden van Zijn Zoon: vol van barmhartigheid is de HEERE.

Hij zendt ons de Opgang uit de hoogte. Dat kan letterlijk betekenen: Hij is de Telg uit de hoogte. Ondanks de ontrouw van Davids huis groeit er toch een nieuwe loot uit de afgehouwen stronk (Jes. 11:1). God zendt Zijn Zoon, Die naar het vlees de grote Davidszoon zal zijn. Het kan ook dit betekenen: In het jodendom was de verwachting dat het komen van de Messias is te vergelijken met het opgaan van een ster.

Hierbij kunnen we denken aan het beeld van de Zon der gerechtigheid (Mal. 4:2) Die opkomt.

Het Licht der wereld zal Zijn ontdekkende en heilzame licht laten schijnen aan hen die vastgeklonken zijn aan de duistere machten van de dood. Hij is Bevrijder en Verlosser uit de schuld van de zonde, maar ook uit de knellende macht van de boze. Positief gezegd: We worden op onze voeten gezet om het smalle pad van de vrede te gaan, dicht achter Hem, de Vredevorst aan.

Johannes mag zijn leven in dienst van de Heere besteden. Hij verbleef in de woestijnen tot aan het moment van zijn verschijning aan het volk Israël. De Heere geeft daarin alles wat nodig: in de afzondering is hij niet alleen, maar hij wordt gesterkt in zijn geest. De Heilige Geest bereidde hem voor op de komende taak. Zo leert hij in de stilte Gods stem te verstaan en is hij onafhankelijk van mensen om het Woord van God door te geven. Wij leven vaak in de drukte en de stress van alle dag. Wat is het zoeken van stilte belangrijk en onmisbaar om Gods stem te horen en te leren verstaan in ons leven. Ook de Heere Jezus benadrukt de waarde van de binnenkamer in de Bergrede (Matth. 6:6). Juist in de stilte, als alle andere stemmen zwijgen, kan God door Woord en Geest duidelijk en ongestoord spreken. Ligt hier niet een onopgeefbare kern van het persoonlijke geloofsleven?

Ik ben het niet (Joh. 1:19-24)

Johannes is bestemd voor de Heere. Daar is hij diep

van doordrongen wanneer we hem zien optreden na zijn verschijning aan Israël (vs. 23). De periode in de woestijnen is als een leerschool geweest om als buitenstaander scherp te zien waar het grote probleem van het volk zit. Later horen we meer van zijn boodschap; zijn eerlijke, radicale boodschap brengt het volk in beweging. Hij is scherp vanuit de liefde. Het Woord van God is levend en krachtig en functioneert hier als een tweesnijdend zwaard (Hebr. 4:12).

Onder de geestelijk leiders van het volk ontstaan vragen. Een onderzoekscommissie moet antwoord krijgen op de vraag wie deze Johannes is. Veel vragen klinken: Is hij de Christus? Elia? De Profeet? Steeds klinkt: ik ben het niet. In Joh.1:8 begon Johannes al te getuigen dat hij het licht niet was, maar dat hij gezonden was om van het licht te getuigen. Indrukwekkend hoe Johannes in woord en daad zich niet in het middelpunt plaatst, ondanks de toeloop van veel mensen. Later heeft Christus van Johannes getuigd dat hij wel de Eliafiguur is (Matth. 17:12 en 13), hier ontkent Johannes het, wellicht opdat anderen niet te groot van hem zullen denken.

Op de vraag wie hij dan wel is en wat hij van zichzelf zegt, komt een bijzonder antwoord. Ik ben de stem van één die roept in de woestijn. Letterlijk klinkt zijn stem in de woestijn. Figuurlijk is het een citaat uit Jesaja 40:3. Johannes brengt zijn levenswerk terug tot het ‘stem geven’ en ‘stem zijn’ namens Zijn Zender. Met welk doel? Om de weg van de Heere recht te maken. De heraut werd door de koning vooruit gezonden om ervoor te zorgen dat de wegen begaanbaar waren en dat iedereen zich zou voorbereiden op de komst van de koning. Zo staat het optreden van Johannes in het teken van Hem Die komen zal als Koning en Heere tot Zijn volk. Die ontmoeting kan niet zonder voorbereiding. Al het kromme en verkeerde moet in het ontdekkend licht van Gods Woord gebracht worden. Iedereen wordt geroepen tot radicale ommekeer en tot onvoorwaardelijke geloofsvertrouwen in de Heere. Zo alleen worden zondaren bevrijd van het rechtvaardige oordeel van God.

Juist bij de farizeeën (vs. 19 en 24), die thuis zijn in de geschriften van Israël, moet nu het licht gaan branden dat de tijd is aangebroken dat de Heere tot Zijn volk komt. Maar het tekent hun verblinding en duisternis dat ze net als later bij Jezus gedetailleerde strikvragen gaan stellen in plaats van zich te scharen

Bijbelstudie 4

achter Johannes en het Woord van God. Hadden ze genoeg aan een uiterlijke godsdienst? Het is mooi om met elkaar Bijbelstudie te doen en over het geloof te spreken. Maar zelfs bij de heiligste verrichtingen van gebed en Bijbelstudie kunnen we heimelijk toch met onszelf bezig zijn. Kijk eens hoeveel ik weet of hoe goed ik kan bidden. Laat het ons altijd weer eerlijk maken met Psalm 139: Doorgrond en ken mijn hart, Heere, en leid me op de eeuwige weg.

Hij is het wel (Joh. 1:25-28)

Op de vraag waarom hij doopt, geeft hij een nuchter antwoord. Er zit ‘droge’ humor in als hij zegt: Ik doop met water. Want dat zien de mensen ook wel. Tegelijkertijd zit er diepe ernst in: De doop door Johannes wordt ook genoemd een doop van bekering tot vergeving van zonden (Mark. 1:4). Israël kende wel de proselietendoop, waarbij niet-joden door zichtbare reiniging van het water en na een offer ingelijfd werden in het volk. In de doop van Johannes ligt het feit dat jood en heiden voor God op één lijn staan en hetzelfde nodig hebben: alleen door geloof en bekering is er eeuwig leven met God. Zichtbaar werd gemaakt wat nodig was voor jood en heiden als voorbereiding voor de komst van de Messias om in te gaan in het Koninkrijk van God. Raadselachtige woorden klinken er: Hij is het Die na mij komt en toch is Hij voor mij geworden. De eeuwige Zoon van God is als Mens van vlees en bloed na Johannes geboren en komt na hem. Hij is echter als de Zoon van God

vóór mij geworden. Kijk daarom niet tegen mij op, wil Johannes zeggen. Ik ben het niet waard om zelfs het minste slavenwerk voor Hem te doen. Johannes laat horen dat het volle licht op de Heere Jezus moet vallen. De doop maakt zichtbaar dat het oude leven afgelegd wordt, in belijdenis van zonde. De doop, ondergaan in het water van de Jordaan, is het beeld van het sterven aan de zonde.

Een andere keer hopen we uitgebreider stil te staan bij de (unieke) doop door Johannes. Johannes is bestemd voor de Heere. Dat klinkt door in zijn boodschap van verootmoediging (vs. 17). Hij laat dat ook zien in zijn houding: Hij moet meer worden, ik echter minder (Joh. 3:30). Wat een verschil zien we in het optreden van Johannes de Doper en de joodse leiders. De laatsten spraken vrome woorden, maar hun houding was vanuit de hoogte. De mensen voelden dat aan en daarmee hadden ze geen gezag. Bij Johannes – en later bij de Heere Jezus – zien we het Goddelijke gezag van Woord en Geest. Vandaag de dag is het belangrijk dat je authentiek bent, dat je mens van één stuk bent en doet wat je zegt. Als christen zijn we geroepen om eerlijk en integer te zijn, onze beloftes na te komen. Bovenal dat we leven vanuit het Woord en dat we door de Heilige Geest geleid worden. Zo zijn we in onze omgeving leesbare brieven van Christus. Het wordt gemerkt wanneer ons leven is bestemd voor en gericht op de Heere en Zijn dienst.

22 Bijbelstudie 4

?

Vragen

1. Vergelijk de woorden van Zacharias in Lukas 1:76-79 met de woorden van de engel in Lukas 1:14-17. Wat valt u op? Wat roept vragen op?

2. Stille tijd is de tijd die we samen met de Heere (willen) doorbrengen. Hoe zien we dat terug in het leven van de Heere Jezus? Hoe geeft u/ geef jij daar vorm aan?

3. Ootmoed komt hier duidelijk naar voren.

a) Waarin komt dit tot uitdrukking?

b) Bespreek met elkaar andere Bijbelgedeelten en H.C. Zondag 34 (vr. en antw. 94), waar ootmoed als leerpunt in voorkomt.

4. Stellingen: Mee eens of oneens. Leg uit waarom.

● Bij de prediking gaat het niet om de persoon, maar om de boodschap die hij brengt.

● Ik ga geloofsdiscussies zoals tussen de joodse leiders en Johannes niet uit de weg.

5. Elk mens is bestemd om voor de Heere te leven. Welke verhinderingen herkent u/ herken je vanuit uw/jouw eigen leven? Hoe kunnen we een ‘leesbare brief’ voor onze omgeving zijn?

Antwoorden

!
Bijbelstudie 4

Johannes de Doper, loopjongen van Jezus Christus

Lezen

Jesaja 40:3-5

Lukas 3:1-18

Zingen

Psalm 1:1, 2 en 3

Psalm 51:1 en 2

Psalm 97:1 en 2

Psalm 126:3

Psalm 143:2 en 10

Op het wereldtoneel verschijnt Johannes de Doper als loopjongen van Jezus Christus. Wat bijzonder! De wereldheersers van toen zijn voorbijgegaan en zwijgen nu als het graf, terwijl de boodschap van Johannes en Jezus wordt verkondigd tot de laatste dag van de wereldgeschiedenis.

Lukas 3:1-2

Het Woord van God is niet zomaar een verhaal, maar is geschiedenis, door de Heilige Geest geschreven. Ook in onze tijd zet de Heere Zijn voetstappen op Zijn wereld. In vers 1 en 2 lezen we over de tijd waarin Johannes optreedt. Lukas noemt de keizer, die regeert over het Romeinse Rijk, en viervorsten van verschillende gebieden in en rondom Israël. Wat hier gebeurt (‘het Woord van God geschiedde tot Johannes’) is niet slechts bestemd voor Israël, maar is via Israël een boodschap voor ‘alle vlees’, heel de wereld. Wat een wonder van Gods trouw en genade: na eeuwenlange stilte ‘geschiedt’ het Woord van de Heere. Een aanduiding dat de Heere spreekt door één van Zijn profeten. Hier is Johannes de Doper

de laatste profeet als voorloper en loopjongen van de hoogste Profeet, Jezus Christus. De Heere doet er niet langer het zwijgen toe, Hij spreekt. Ondanks het oordeel over alle zonde en afvalligheid. Hij heeft gezwegen in Zijn toorn, zoals een moeder bewust haar kind een korte tijd kan negeren om te laten voelen dat het verkeerd heeft gedaan. Maar dat is niet het laatste. In Zijn trouw spreekt de Heere tot Zijn volk, nu via Johannes de Doper.

In de woestijn (vs. 3-6)

Johannes treedt op in de woestijn. De woestijn is de plaats waar geen mens woont. Die ervaring had Israël gehad toen het bevrijd was uit Egypte en op weg ging naar het beloofde land en ook toen het

Delen in geloof
5
24 Bijbelstudie

bevrijd was uit de ballingschap en terugkeerde naar het land Israël. Na terugkomst uit Babel leek alles weer goed te zijn. Maar de Heere kijkt dieper en verder dan de buitenkant. Hij kijkt naar het hart van ons, van Israël. De woestijn staat hier opnieuw symbool als plaats voor een nieuwe exodus: de uittocht uit de slavernij van zonde, dood en duivel. Het optreden van Johannes als heraut laat ook oude profetieën zoals Jesaja 40 in vervulling gaan. Johannes is en wil de stem zijn van de Heere, niet meer en niet minder. De boodschap is dat de Heere Zelf tot Zijn volk zal komen. Bereid je voor, doe al het kromme weg. De dalen zullen verhoogd worden. De dalen staan in de profetie van Jesaja 40 symbool voor de troosteloosheid van het volk. Ze ontvangen dubbele troost (zie het begin van Jes. 40). Met de bergen en heuvels wordt de hoogmoedigheid aan de kaak gesteld van de machthebbers. De bergen en heuvels zullen verlaagd worden. Babel zal tot niets worden. Zo zal de heerlijkheid van de HEERE zichtbaar worden. Lukas, de evangelist voor de heidenen, tekent het mooi: Alle vlees zal de zaligheid zien die van God komt.

De inhoud van de prediking (vs. 7-9)

In vers 3 lezen we samengevat dat Johannes een doop van bekering tot vergeving van zonden predikt. In één van de volgende Bijbelstudies over Johannes de Doper staan we stil bij die doop door Johannes. In de verzen 7 tot en met 9 horen we wat die prediking inhoudt. Het is een radicale boodschap om vruchten voort te brengen die bij bekering horen. Het oordeel wordt in levendige beelden getekend als aanstaande: de bijl ligt al aan de wortel van de boom. Net zoals slangen op de vlucht gaan voor brand die ze aan voelen komen, zo worden de hoorders vergeleken met slangenzaad dat weg wil vluchten. Elke boom die geen goede vrucht voortbrengt wordt omgehakt en in het vuur geworpen. De kracht van Johannes’ boodschap is dat hij in directe woorden helder maakt waar het om gaat in het leven. In de agrarische samenleving was het direct herkenbaar en invoelbaar wat dat betekende. Confronterend tot en met!

Johannes als buitenstaander, zichtbaar in zijn aparte kleding en voedsel, weet met indringende woorden door te dringen tot in de kern van het bestaan. Hij herkent de argumenten en de ‘ja-maars’. Het meest schokkende voor Israël is dat de boodschap zowel voor heidenen als joden hetzelfde betekent. Heidenen die zich bij het volk van Israël wilden voegen, de proselieten, werden gedoopt. Nu doopt

Johannes zowel jood als heiden. Schokkend voor het joodse volk, op één hoop geschoven te worden met de onreine heidenen. Johannes kent daarom hun argumenten: Beroem en beroep je niet op je afkomst. Van Bruggen zegt het kernachtig: Geboortegrond redt een boom niet, alleen het dragen van de goede vrucht van boete en verwachting bewaart voor kappen en verbranden.

Het optreden van Johannes is ook een spiegel: Raken we in de christelijke gemeente de scherpte van het Evangelie niet kwijt uit angst voor boze gezichten van mensen die afhaken? Zonde is en blijft zonde en moet aan de kaak worden gesteld, zo concreet mogelijk. Dat geldt voor het werk, in het huwelijk, in de opvoeding, in het gemeentewerk en in de prediking. Het gaat om een vruchtbaar leven. Paulus noemt de vrucht van de Geest (Gal. 5:22-26) tegenover de werken van het vlees (Gal. 5:19-21) als gevolg van het zijn en blijven in Jezus Christus als de ware Wijnstok (Joh. 15:1-8).

Pastorale toon (vs. 10-14)

Wie denkt dat Johannes door dit optreden in de categorie hoort van ‘botte bijlen’, heeft het mis. Hij hakt er niet op los, maar heeft een liefdevol pastoraal hart, oor en oog voor de concrete vragen die gesteld worden. Hoe moet dat concreet, wordt er vanuit de menigte gevraagd. Johannes maakt een concrete toepassing als het gaat om het delen van overvloed met hen die gebrek lijden op het gebied van kleding en voedsel.

Verder komt er reactie van hen die in de ogen van het volk en de joodse leiders niet meetellen: tollenaars en (ingehuurde) soldaten. Die beroepen waren in de ogen van velen onmogelijk te combineren met een oprecht geloof. Hier komen soldaten en tollenaars in verlegenheid bij Johannes met een vraag die iets van verslagenheid laat zien: Wat moeten wij doen? We komen de verslagenheid van hart ook tegen met Pinksteren (Hand. 2:37) en bij de cipier ’s nachts bij Paulus en Silas (Hand. 16:30). Onze verlegenheid is Gods gelegenheid. Johannes geeft concreet en pastoraal antwoord op wat goed en rechtvaardig is. Dit antwoord van Johannes moeten we niet zo lezen dat je met zo’n leven wel in de hemel komt, maar veel meer als een concreet wegdoen van de zonde als toeleiding tot de doop van de bekering en vergeving van zonden.

Loopjongen van Jezus Christus (vs. 15-18)

Het hele optreden van Johannes wekt vragen op of

Bijbelstudie 5

hij niet de Messias, de Christus, de Gezalfde is, Die zal komen. Maar opnieuw zien we Johannes geen enkele aandacht voor zichzelf vragen. Het volle licht wil hij laten vallen op Hem die na Hem komt. Hij is sterker dan ik. Vergeleken met Hem ben ik niet waard de riem van Zijn sandalen los te maken. Ik ben nog minder dan een slaaf als ik mezelf vergelijk met Hem. Indrukwekkend zijn het optreden en de boodschap van Johannes: Hij verkondigt de verootmoediging ook in zijn houding en in zijn woorden. Zo is hij stem van de Heere, Die tot Zijn volk komt. De boodschap van Zijn komst als Rechter brengt Johannes opnieuw in de vorm van een bekend beeld van het platteland. Bij het dorsen werd het koren van het kaf gescheiden. Het kaf was licht en het koren was zwaar vanwege de halmen. Met een wan, een soort schop, werd alles in de lucht gegooid zodat de wind het kaf weg zou blazen, het zwaardere koren viel weer terug in de wan. Het kaf was nutteloos en werd verbrand. Het koren werd in de schuur gebracht als oogst.

‘Ik doop met water, maar Hij zal dopen met de Heilige Geest en met vuur’ (vs. 16). Vuur is in de Bijbel teken van oordeel. Soms als reiniging en loutering door het oordeel heen, maar ook als eindoordeel. De Heere Jezus haalt in Handelingen 1:4 en 5 deze woorden aan als aankondiging van Pinksteren, waar tongen als van vuur werden gezien. We zien daar Petrus vol vuur en vrijmoedigheid het Woord verkondigen. De Heilige Geest en het vuur van God komen we ook tegen in het Oude Testament: te denken valt aan Jesaja 4:4-6, het visioen van Ezechiël (Ezech. 1:4), maar ook aan Mozes bij de brandende doornstruik

(Ex. 3:2). Er is sprake van het teken van Gods tegenwoordigheid; de kolom van vuur ’s nachts als Israëls geleide onderweg naar het beloofde land (Ex. 13:21-22) is daar ook een voorbeeld van.

In vers 17 wordt het vuur getekend als onuitblusbaar, dit onderstreept de ernst van Gods eeuwige toorn in de Godverlatenheid van de hel. Het dreigende oordeel hangt als een onweerswolk boven de prediking. Dat gaf en geeft ook nu, als het goed is, de geladenheid en de ernst aan waar het om gaat. Het is of binnen of buiten. We kunnen ons zelfs niet beroemen op het verbond, op de kerkgang of gang naar het avondmaal. Het is Christus alleen door het geloof uit genade. ‘Ja-maars’ helpen niet, er is slechts één weg: op de knieën in belijdenis van zonde en schuld voor Jezus Christus. Hij is Zelf de Weg. Zo is Johannes Wegbereider en wordt ons de smalle weg gewezen. Een weg waarin we zelf steeds meer ontdekken wie we zijn en blijven in onszelf: zondaar voor God. Tegelijkertijd ontdekken we steeds meer wie we door het geloof in Christus zijn en wat we in Hem hebben: aangenomen kinderen die delen in de rijkdom van wat Christus heeft verdiend. Het doopformulier zet kernachtig uiteen wat de belofte van de Heilige Geest van Christus inhoudt: vergeving van alle zonden, dagelijkse vernieuwing van ons leven, eeuwig leven, onderweg naar Gods Koninkrijk. Wat een waarschuwing en een spiegel: hoe is mijn leven? Belangrijker nog: wat een aanmoediging om de weg te gaan die Johannes ons wijst (vs. 18), achter Jezus Christus aan tot in het eeuwig Vaderhuis.

26 Bijbelstudie 5

?

Vragen

1. Wat wil het zeggen dat ‘het Woord van God geschiedde tot Johannes’? Waar komen we die uitdrukking vaker tegen?

2. Vuur in de Bijbel is een teken van Gods aanwezigheid en ook van het oordeel. Welke betekenis heeft vuur in vers 16 (dopen met de Heilige Geest en met vuur) en in Exodus 3:2-4, Exodus 13:21-22 en Jesaja 4:4-6?

Heb je nog andere Bijbelgedeeltes gevonden waar Gods aanwezigheid met vuur wordt verbonden?

3. Stellingen: Mee eens of oneens. Leg uit waarom.

● Er moet meer confronterend en ontdekkend worden gepreekt.

● Dreiging met het oordeel maakt mensen bang en stoot mensen juist af.

4. Wat bedoelt Johannes bijbels gezien met goede vrucht (vs. 9)? Zie ook bijvoorbeeld

Micha 6:8, Johannes 15:1-8 en Galaten 5:22. Wat betekent dat voor ons leven?

5. Wat spreekt je aan in dit Bijbelgedeelte? Wat neem je mee voor je eigen (gebeds)leven?

Antwoorden

!
Bijbelstudie 5

6

Zie het Lam van God

Lezen

Markus 1:4

Johannes 1:29-37

Zingen

Psalm 27:1 en 5 Psalm 32:1 en 3 Psalm 116:1, 2 en 3 Psalm 130:1, 2 en 4 Gezang 5:6 en 7

Soms zie je de betekenis van iemand haarscherp uitgetekend in één gebeurtenis of uitspraak. We zien alles bij Johannes de Doper samenkomen in zijn aanwijzen en aanprijzen van zijn Heere en Heiland: Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt.

De kern van Johannes’ prediking (Mark. 1:4; Joh. 1:29)

Bij de prediking van Johannes de Doper horen we van de doop tot bekering en vergeving van zonden. Tegenover de Joodse leiders is hij er duidelijk over dat ze zich voor God niet kunnen beroemen op hun (Joodse) afkomst, of op het feit dat Abraham hun vader is (Luk. 3:1-8). Het telt voor de Heere niet mee. Slechts persoonlijke verootmoediging als teken van een verbroken hart voor de Heere is de enige passende reactie op Johannes’ verkondiging. De doop is bij Johannes teken van persoonlijke verootmoediging en bekering. In de volgende Bijbelstudie meer over de doop van Johannes, nu willen we vooral ‘inzoomen’ op de verkondiging. In

de prediking laat God in Zijn hart kijken. Hij heeft Zijn Zoon Jezus Christus gegeven opdat een ieder die in Hem gelooft, eeuwig leven ontvangt en niet verloren gaat. In de verkondiging klinkt Gods zondaarsliefde door: Laat u met God verzoenen (2 Kor. 5:18-20). Zie het Lam van God. Bekeert u en gelooft het Evangelie van Mijn Zoon. Wend u tot Mij, word behouden alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand anders (Jes. 45:22).

Eerst heeft Johannes nadrukkelijk van zichzelf afgewezen en Iemand Die meer is dan hij aangewezen. Johannes de evangelist vermeldt hier niet van de doop van Jezus door Johannes de Doper zoals in de andere evangeliën (Matt. 3:13-17,

Delen in geloof
28 Bijbelstudie

Mark. 1:9-13, Luk. 3:21-22). Wel getuigde hij dat God de Vader Zijn Zoon aangewezen heeft doordat de Heilige Geest in de gedaante van een duif op Hem neerdaalde: Hij is het!

Onder het gehoor is ook Jezus Zelf. De dag ervoor was de Heere Jezus er ook geweest (Joh. 1:26). Toen legde Johannes de nadruk erop dat hijzelf niet de Messias is. Nu, een dag later, is het moment aangebroken dat de Messias aan Israël wordt bekendgemaakt. Opvallend is dat de Heere Jezus het initiatief neemt. Hij maakt Zich los van de menigte en komt naar Johannes toe. Een bijzonder moment. Kort maar krachtig concentreert Johannes de boodschap van heil met de woorden: Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt.

Er zijn in het Oude Testament heel wat lammeren geofferd. We denken allereerst aan Abraham in Genesis 22: God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer. Bij de uittocht van het volk Israël uit Egypte (Ex. 12) werd het Pascha ingesteld. Achter het bloed van het lam, dat gestreken werd aan deurposten, was men veilig. Niet voor niets grijpt de Heere Jezus hier Zelf op terug bij de instelling van het Heilig Avondmaal (Matt. 26:26-30; Luk. 22:14-20).

Paulus noemt Jezus later het Paaslam (HSV)/Pascha

(SV) voor ons geslacht (1 Kor. 5:7). We horen over de Grote Verzoendag (Lev. 16), waarop de zondebok de woestijn werd ingestuurd om symbolisch de zonde weg te dragen uit de gemeenschap van het volk. Later worden er op de berg Moria offers tot verzoening gebracht in de tempel. We horen in Jesaja 53 over de lijdende Knecht des Heeren, Die als een lam ter slachting werd geleid (Jes. 53:7).

Het loopt uit op het ene volmaakte Offer tot verzoening. Heel het leven en de Persoon van de Heere Jezus wordt samengevat in de uitdrukking: Lam van God. Daarin zit niet alleen de betekenis opgesloten dat Hij helemaal gaaf, volkomen en rein als offer aan God gewijd wordt, maar ook dat de Heere Zelf voorziet in hét Offer. Hij is het Lam van God afkomstig. Zo gaat de verzoening helemaal van de Heere Zelf uit. Zo mag Johannes - als zoon van de priester Zacharias - heenwijzen naar hét Offerlam van God! Later in het boek Openbaring horen we ook van het Lam van God Dat de boekrol opent (Openb. 5:6-14), het Lam op de berg Sion (Openb. 14:1-5) en van de bruiloft van het Lam (Openb. 19:6-10). Het is een rode draad van Gods Woord! Het gaat over het hart van het christelijk geloof, waarmee alles valt of staat. Geloven wij dat? Zonde wordt hier in enkelvoud genoemd. Dat is niet

omdat er slechts één zonde is, maar alle zonde en schuld wordt hier als in dat ene woord samengevat. In het woord zonde zit alles opgesloten wat verkeerd is in de relatie naar God, in de overtreding van Gods goede gebod en ook de opstand en rebellie tegen Hem.

De zonde van de wereld betekent dat heel de toorn van God over het menselijk geslacht straks op Hem zal neerkomen. Het woord wereld betekent dat het Evangelie er is voor Jood en heiden (vergelijk Joh. 3:16 en 1 Joh. 2:2). Niemand is buiten bereik van Gods liefde. Houdt dit in dat de hele wereld verzoend is met God? Hoe moeten we dit verstaan? In de prediking mag naar voren komen dat niemand te slecht is voor Gods genade. Het offer van het Lam van God is genoeg voor de hele wereld, maar bekering en vergeving van zonden zijn niet van elkaar los te maken. De Heilige Geest past dit toe in de weg van persoonlijk geloof en bekering. Zo wordt de gerechtigheid van de Heere Jezus ons toegerekend en zijn we door Zijn bloed verzoend met God. Het woord wegnemen betekent hier ‘uit de weg ruimen’ of ‘wegdragen’. Weg is ook echt weg bij de HEERE. Vergeven en vergeten. Wat een bevrijdend Evangelie. Wij worden geconfronteerd met de berg van zonde en schuld. Maar het Evangelie zegt: Ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee (Micha 7:19). Een zee van eeuwige vergetelheid. Corrie ten Boom schreef erbij: Verboden te vissen. Daarvoor is Jezus gekomen om hét Lam van God te zijn dat de schouders zal zetten onder die enorme schuldenlast van ons en het voor eeuwig weg te dragen. Zo groot is de oceaan van Gods liefde!

Johannes is niet alleen stem in de woestijn, maar ook de vinger van God. Zie! Je ziet de hand zich uitstrekken. De schilder Matthias Grünewald heeft Johannes de Doper geschilderd met een te grote vinger om aan te geven wat zijn taak is: te wijzen op het Lam van God. Het gaat om zien! Niet om kijken, maar het gaat erom dat onze ogen opengaan voor de Heere Jezus als het Lam van God, niets meer en niets minder. Zo eenvoudig is het geloof: het richt zich zonder voorwaarden op Jezus alleen. Het is ook radicaal: wie niet in geloof ziet op Christus, die plaatst zich buiten de verzoening met God. Zien betekent afzien van al het andere en opzien tot Hem, zoals het volk Israël in het oordeel van God op de koperen slang moest zien (Num. 21:1-9 en Joh. 3:14-16). Al is het een zien met gebroken oog door een kiertje in de tent, door dat geloof was men behouden en gered.

Bijbelstudie 6

Getuigenis van Jezus Christus (vs. 30-34)

In deze verzen onderstreept Johannes het unieke van de Heere Jezus en dat hijzelf als voorloper en wegbereider mag optreden. Het dopen door Johannes de Doper staat in het teken van Hem Die komen zal om te dopen met de Heilige Geest en met vuur. Het getuigenis van Johannes de Doper is te zien als een juridische verklaring waarbij hij in eigen woorden vertelt wat het unieke is van Jezus van Nazareth. Hij is gezalfd door de Geest van God, Die op Hem blijft. Zo is Hij de Christus, de Messias van Israël. Hij is wel na mij gekomen, maar Hij was voor mij geworden. Hij is de eeuwige Zoon van God, geboren voor alle eeuwen en tegelijk echt Mens.

Dezelfde prediking met gevolgen (vs. 35-37)

De volgende dag zien we Johannes weer optreden in de woestijn, nu worden ook twee discipelen genoemd. Opnieuw is de Heere Jezus erbij en weer klinkt de boodschap: Zie, het Lam van God! Een preek met dezelfde inhoud. Veel mensen komen naar de kerk om wat nieuws te horen. Teleurgesteld kunnen ze zijn, omdat het veel van hetzelfde is. Zou het te maken hebben met een bepaalde verveling bij ons en dat we ten diepste de diepte van het Evangelie niet vatten? Is de oude boodschap van zonde en genade niet telkens actueel omdat wij in oude en

nieuwe zonden vallen? En laat de Heere telkens niet blijken trouw en geduldig te zijn in Zijn opzoekende en vergevende liefde? Daar raak je toch niet op uitgekeken en over uitverwonderd?

Opvallend is wel dat de boodschap toch anders klinkt: Johannes heeft het nu niet over de zonde, alleen over het Lam van God. Laten we oppassen met onze meetlatten en lijstjes wat er allemaal wel of niet in moet zitten. Het Evangelie verrast, want nu gebeurt er wat onder de verkondiging met dezelfde inhoud. Twee discipelen van Johannes de Doper, Andreas en Johannes de discipel, volgen vanaf nu de Heere Jezus. Voortaan zullen ze het Lam van God volgen, waar het ook heen gaat. Het is het geheim van de dwaasheid van de prediking (1 Kor. 1:18-31) waardoor zondaren getrokken worden uit de duisternis tot het Licht van de wereld, Jezus Christus. Met een ieder gaat de Heere Zijn eigen weg. Toch blijft de verkondiging het meest geëigende middel om zondaren te brengen tot de Heiland. Wellicht die ene dienst die u en jij nooit vergeet. De één had er niet veel aan gehad, een ander vond dat de voorganger er niet zo inzat, maar voor jezelf was het een hemel op aarde. Een bemoediging om trouw te komen tot de werkplaats van de Heilige Geest. Nog steeds roept Hij zondaren om te komen tot het Lam van God. Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt.

30 Bijbelstudie 6

?

Vragen

1. Vooral de Hebreeënbrief onderstreept wat Johannes de Doper hier in Johannes 1:29 zegt.

Leg Hebreeën 4:14-16 en 9:12-14 naast Johannes 1:29. Geef in eigen woorden weer wat er gezegd wordt over het offer van de Heere Jezus.

2. …Dat de zonde van de wereld wegneemt! (vs. 29). Van wie heeft het Lam van God de zonde aan het kruis verzoend? Betekent dit dat alle mensen behouden worden?

Leg hier Johannes 3:16-19 en Dordtse Leerregels hoofdstuk 1 artikel 2 en 3 naast.

3. In de prediking ontvangen we onderwijs uit Gods Woord. Het is ook de bediening van de verzoening.

Wat vindt u belangrijke onderdelen van de prediking?

Denk samen na over een zegenrijke luisterhouding en voorbereiding voor jezelf en je gezin.

4. Welke geloofslessen kunnen we trekken uit het feit dat in het laatste bijbelboek, Openbaring, het Lam van God een belangrijke plek inneemt (bijv. Openb. 5:6-14, 14:1-5 en 19:6-10)?

5. Bijna nergens noemt de Heere Jezus de betekenis van Zijn lijden en sterven voor ons zo duidelijk als bij de instelling van het Heilig Avondmaal.

Zie bijvoorbeeld Lukas 22:14-20. Wat betekent dat voor (jo)u als het gaat om de inhoud en de beleving van het Heilig Avondmaal?

Antwoorden

!
Bijbelstudie 6

7

De doop van Johannes

Lezen

Mattheüs 3:5-8 en 13-17

Zingen

Psalm 81:12 en 13 Psalm 87:1 en 4 Psalm 103:8 en 9 Psalm 105:3 en 5 Gezang 12:1 en 7

Heel Nederland liep uit om de koning te zien. Deze manier van zeggen gebruikt Mattheüs ook bij het optreden van Johannes: Heel Israël (Jeruzalem, heel Judea en heel het land) gaat naar Johannes toe. Velen worden gedoopt in de Jordaan. Indrukwekkend!

Ook wij zijn gedoopt. De meesten zijn als kind gedoopt, sommigen als volwassene op de belijdenis van het geloof. De Bijbelstudie houdt ons een spiegel voor: welke plek had en heeft de doop bij ons?

De doop van Johannes (vs. 5-8)

De doop van Johannes is allereerst een boetedoop. Het is teken en symbool van de boodschap van Johannes: hartelijke belijdenis van zonde en schuld als zichtbaar teken van verootmoediging. Mensen ‘sterven’ in hun ondergang in de Jordaan. Er is niets meer zichtbaar van de mens wanneer deze onder water verdwijnt. Opmerkelijk is dat Johannes niet alleen heidenen doopt. Het was gebruikelijk in Israël dat heidenen die de Joodse godsdienst aannamen, gedoopt werden. Dit wordt de proselietendoop genoemd. In de doop werd als het ware het heidendom afgespoeld. Johannes wijst ook bij Joden

de zonde aan; ze konden zich niet beroemen op hun afkomst maar hebben ook vergeving van zonden nodig. Ook zij vallen onder het oordeel wanneer er in hun (godsdienstige) leven geen vruchten zijn die horen bij de bekering tot de levende God. Iedereen kon Johannes begrijpen bij het gebruiken van het beeld van vrucht dragen. Het is daarnaast ook een herkenbaar beeld uit de Bijbel (zie Jesaja 5 over Israël als wijngaard). ‘Geboortegrond redt een boom niet, alleen het dragen van de goede vrucht van boete en verwachting bewaart voor kappen en verbranden’ (citaat van prof. J. van Bruggen).

Deze boetedoop is helemaal in lijn met de houding

Delen in geloof
32 Bijbelstudie

en boodschap van Johannes zelf: Hij moet groter worden en ik minder worden. Het verbroken en verbrijzeld hart is de enige houding die past wanneer God tot Zijn volk komt. Zo alleen is men klaar voor de komst van Hem Die Johannes heeft aangewezen als het Lam van God. De doop van Johannes draagt daarbij een tijdelijk en voorlopig karakter: tot de komst van de Heere Jezus.

Later, in Handelingen 18 en 19, blijken mensen wel gedoopt te zijn met de doop van Johannes, maar weten ze niet van de Heilige Geest. Na onderwijs worden ze gedoopt in de Naam van de Heere Jezus. Sommigen zien hierin een bewijs dat de kinderdoop niet bijbels zou zijn en laten zich als volwassen gelovige dopen.

Kinderdoop en volwassendoop

In de discussie tussen kinderdoop en volwassendoop spelen emoties vaak een grote rol. Ouders voelen bijvoorbeeld pijn en verdriet wanneer de kinderdoop aan de kant wordt geschoven door de (klein)kinderen op grond van een aantal bijbelteksten. Waarom wordt er gekozen voor de kinderdoop en waarom voor de volwassendoop?

Redenen voor de kinderdoop:

• De Heere gaat in het Oude Testament op verbondsmatige manier met Zijn volk om. Hij belooft de God van Zijn volk te zijn, van generatie op generatie, dat zijn volwassenen en kinderen. Zie Genesis 17:1-7.

Het Nieuwe Testament gaat over dezelfde inhoud, maar verschilt in bediening. De God van Israël bevestigt het verbond met Abraham van kind tot kind ook wanneer de Heere Jezus gekomen is. Nu wordt zichtbaar hoe God Zijn verbond vervult, door Zijn Zoon Jezus Christus in de kracht van de Heilige Geest. Niet voor niets haalt Petrus bij Pinksteren dit aan (Hand. 2:39) waar hij spreekt over de belofte voor u en uw kinderen en allen die veraf zijn. Denk hierbij aan het wereldwijde perspectief van het Evangelie (Matt. 28:19-20).

Maar het is en blijft Dezelfde God Die Zijn verbond met Abraham door de geslachten heen bevestigt.

• Jezus zegent de kinderen en zegt nadrukkelijk dat ze niet verhinderd moeten worden tot Hem te komen (Mark. 10:13-16).

• Bij geloofsdoop is een ruimere kring betrokken. Denk aan Lydia (Hand. 16:14-15) en de cipier (Hand. 16:30-33) waarbij al de huisgenoten (familieleden, onder wie kinderen en/of slaven)

gedoopt worden.

Bij de kinderdoop kunnen en mogen we Gods beloften niet losmaken van het bevel tot waarachtig geloof. In de vervulling van het verbond is geloven de onmisbare levenshouding.

Redenen voor de volwassendoop:

• Als iemand niet als kind gedoopt is in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest (Mark. 16:16 en aan hen die in het Nieuwe Testament op hun belijdenis worden gedoopt, bijvoorbeeld de cipier en Lydia in Handelingen 16).

• Iemand die als kind is gedoopt laat zich na belijdenis van het geloof opnieuw dopen als volwassene (overdoop). De nadruk ligt hierbij op persoonlijke keuze en geloof. Deze keuze wordt vaak gemaakt op basis van een aantal ‘bewijsteksten’ uit het Nieuwe Testament. Te denken valt aan Markus 16:16 waarin de volgorde van geloof en doop volgens de voorstanders niet zonder reden is. Wat het vaak moeilijk maakt in de uitleg rond de doop is dat er in het Nieuwe Testament sprake is van een nieuwe situatie, namelijk een eerste generatie gelovigen en christelijke gemeentes.

• In aansluiting op het bovenstaande wordt er vaak nadruk gelegd op de emotionele waarde van het bewust laten dopen en persoonlijk ja zeggen tegen de Heere.

Er is een toenemend zoeken om begrip te hebben voor elkaars standpunten met betrekking tot kinder- en volwassendoop waar te nemen. Van beide kanten wordt geluisterd naar de bijbelse argumentatie, wellicht merken we hier de invloed van de wereldwijde kerk.

De visie op de doop is niet onbelangrijk, maar ook niet de hoofdzaak waar alles om draait. Het hoort bij de gebrokenheid dat we hier ten dele kennen en weten (1 Kor. 13:12 en 13) waarbij de oproep tot liefde het belangrijkste is.

Ook Jezus gedoopt (vs. 13-17)

Wanneer de Heere Jezus gedoopt wil worden, aarzelt Johannes de Doper. Het zou andersom moeten zijn. Wellicht wijst Johannes hier ook op de dooppraktijk van de discipelen van Jezus in opdracht van Hem (Joh. 4:1 en 2). De verbazing van Johannes past bij zijn hele houding van ootmoed en vernedering voor de Heere Jezus. De Heere Jezus antwoordt dat de doop past in Zijn opdracht om alle gerechtigheid te vervullen. Zo zal de hele wet in en door de Heere

Bijbelstudie 7

Jezus vervuld worden om een volkomen Borg en Zaligmaker te zijn.

Jezus vernedert Zich zichtbaar tot in onze dood en in ons oordeel. Hij gaat hier aan de oever van de rivier letterlijk tussen de mensen staan en wordt één met ons zondaren. Zijn ondergang in de Jordaan is er een voorspel van dat Hij onder zal gaan in de golven van Gods toorn over onze zonden. Op deze vernedering volgt een hemelse onderstreping: de Heilige Geest daalt zichtbaar neer in de gestalte van een duif. Jezus is de unieke Drager van de Heilige Geest. Zo wordt Hij als de Gezalfde, de Christus, de Messias bekwaam gemaakt voor Zijn taak. Hij wordt hoorbaar aangewezen door Zijn hemelse Vader: Hij is Mijn Zoon Die komt als Redder en Heiland voor Israël en de wereld.

Het onderstreept dat Hij de unieke Zoon van God is, dé Weg naar God voor zondaren. God de Vader maakt duidelijk: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!

Hier wordt de Heere Jezus aangewezen door God de Vader én de Heilige Geest. Hij wordt ook toegerust met de Heilige Geest. Daarmee bedoelen we niet dat de Heilige Geest nu pas voor het eerst komt, maar wel dat de Geest nu duidelijk maakt dat Zijn werk op aarde begint. In het woord welbehagen zien we God op het diepst in het hart: de eeuwige liefde van de Vader en de Zoon wordt erin getekend, alsook Gods wil om zondaren te redden en Zijn Schepping niet los te laten, maar via Christus te leiden tot Zijn eeuwig Koninkrijk.

Jezus doopt met de Heilige Geest en met vuur Johannes legt bij de komst van Jezus als Messias de nadruk op het verschil met hemzelf (vs. 11). Het

gaat hier niet om een aparte Geestesdoop die Jezus zou geven als een extra gave na en op het geloof. De nadruk ligt erop dat Johannes in Jezus’ komst ziet hoe Hij Drager is van de Heilige Geest. In het leven van de Heere Jezus blijkt ook dat Hij Gever is van de Heilige Geest (Joh. 20:22). De doop met de Heilige Geest wordt met Pinksteren werkelijkheid als de verhoogde Christus Zijn Geest van boven uitstort. In het vuur ligt ook het teken van het oordeel. Het dopen met de Heilige Geest en met vuur moeten we niet losmaken van elkaar, de komst van de Heilige Geest laat iets zien van reiniging van zonde en schuld, maar ook van oordeel. Allereerst is het reinigend om de zonde uit te branden. Niet voor niets worden er met Pinksteren tongen als van vuur gezien (Hand. 2:3).

Aan de andere kant ook scheiding makend tussen kaf en koren in het eindoordeel als Christus Rechter van hemel en aarde zal zijn.

Doopbevel

De Heere Jezus geeft opdracht (Matt. 28:16-20) om al de volken tot discipelen van Hem te maken. Het gaat samen op: onderwijs geven en dopen. Waar de doop plaatsvindt is niet belangrijk, wel in Wiens Naam het gebeurt: In de Naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest. We worden ondergedompeld in Gods eeuwige liefde, rijke beloften ontvangen we, die door een oprecht geloof werkelijkheid worden. De oproep klinkt nog steeds: Laat u/laat je met God verzoenen! Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt. Volg Hem.

34 Bijbelstudie 7

?

Vragen

1. Bij de doop van Jezus gaan oude profetieën over de Heilige Geest in vervulling. Lees Jesaja 42:1 en Ezechiël 36:26-27. Bespreek met elkaar wat die vervulling inhoudt.

2. ‘Bij de kinderdoop kunnen en mogen we Gods beloften niet losmaken van het bevel tot waarachtig geloof.’ Wat wordt hiermee bedoeld?

3. Wordt de doop bij ons overschat of onderschat? Waarom?

4. De Heilige Geest daalde zichtbaar in de gestalte van een duif neer op de Heere Jezus.

a) Wat maakt de Heere hiermee duidelijk?

b) Wat betekent de hoorbare boodschap bij de doop van Jezus?

5. De doop vindt plaats in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest (Matt. 28:19). In het doopformulier wordt uitgelegd wat de Personen van de drie-enige God doen. Zet dit op een rij om te overdenken en spreek er samen over.

6. Wat betekent voor u/jou dat u/je gedoopt bent?

Spreekt u/jij daar regelmatig met anderen over?

Antwoorden

!
Bijbelstudie 7

8

Vriend van de Bruidegom

Lezen

Johannes 3:22-36

Zingen

Psalm 45:1, 6 en 7 Psalm 115:1 en 7 Psalm 119:53 en 65 Psalm 133:1, 2 en 3 Gezang 9:4, 6 en 7

Een kerk die niet werft, sterft. Daar moest ik aan denken bij deze Bijbelstudie. Johannes als vriend van de Bruidegom laat het volle licht op de Heere Jezus vallen opdat ook anderen het gaan zien en ontdekken: Zonder de Heere Jezus kan ik niet.

Ik ben het niet (vs. 22-28)

Hoewel Johannes ‘de Doper’ wordt genoemd, hebben de discipelen van de Heere Jezus ook volop gedoopt (zie ook Joh. 4:1-2). Er is een periode geweest waarin de heraut Johannes en de Messias samen hebben opgetrokken. Zoals Johannes als voorloper begonnen is, zo zet de Heere Jezus het ook voort: de doop vindt plaats op basis van de verkondiging van het Koninkrijk van God met de oproep van bekering (Matt. 3:2, Matt. 4:17).

Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen, meldt Johannes in vers 24. Dit betekent dat Johannes 1-3 voorafgaat aan Markus 1:14. Er is een discussie tussen de discipelen van Johannes en de Joden over de reiniging. Spannend

wordt het als de discipelen van Johannes bij hun meester komen. Het heeft te maken met de stijgende populariteit van de Heere Jezus ten koste van Johannes. Zo is er plots een geest van jaloezie die opsteekt als een dreigende storm, om het werk van God kapot te maken. Wat een gevaar ook voor nu in de kerken om zegen te meten, alsof het hetzelfde is als succes. Alsof een groeiend aantal bezoekers in een bijeenkomst altijd automatisch het werk van de Heilige Geest zou zijn. En andersom: waar de kerk krimpt, alsof het te maken heeft met dat je het fout doet. Hijgerig kan er gezocht worden naar succesfactoren zoals bijzondere beleving en bijzondere diensten. De persoon die het brengt wordt belangrijker gemaakt dan de boodschap die

Delen in geloof
36 Bijbelstudie

gebracht dient te worden. Ryle (1816-1900) schrijft niet zonder reden: Die geest van de discipelen van Johannes (jaloersheid en partijdigheid) is aanstekelijk en besmettelijk voor het geloof en het Koninkrijk van God.

Bijzonder is dat Johannes met ootmoed bekleed blijft. Ook nu zijn populariteit tanend is, laat hij zijn boodschap en houding er niet van afhangen. Toen Johannes Jezus heeft aangewezen als het Lam van God (Joh. 1:29-43), raakte hij reeds enkele discipelen kwijt die voortaan Jezus gingen volgen. Johannes benadrukt in vers 27-28 dat hijzelf de Christus (Gezalfde) niet is, maar de voorloper van Hem. Johannes is slechts een mens, die de genadegift van boven om Zijn voorloper te zijn kan aannemen omdat deze hem van boven geschonken is. Het wonder dat Johannes voor de Messias heengezonden is, maakt hem ootmoedig. Deze woorden verwijzen naar Maleachi 3:1, waar we bij de inleiding van de Bijbelstudies bij stil hebben gestaan: Johannes is de engel of boodschapper die voor de HEERE Zelf zal uitgaan wanneer Hij tot Zijn volk zal komen. Dat doel van Johannes is bijna bereikt.

Vriend van de Bruidegom (vs. 29-30)

Wie Johannes dan wel is, doet hij uit de doeken met een prachtig beeld. Hij is de vriend van Bruidegom. Hij grijpt daarin terug op een Bijbels beeld dat zowel in het Oude Testament (Jes. 62:4-5, Jer. 2:2, Hosea 2:1519, Hooglied) als in het Nieuwe Testament (Ef. 5:25-27 en Openb. 19:7-8) voorkomt. De relatie tussen God en Zijn volk Israël wordt getekend in beelden van liefde en trouw van Gods kant, en andersom ook de spanning vanwege de voortdurende ontrouw van bruid Israël. In de teksten van het Nieuwe Testament gaat het over Christus als Bruidegom en Zijn bruidsgemeente. Johannes ziet zich als vriend van de Bruidegom. De taak van de vriend van de bruidegom was de bruid naar de bruidegom te leiden en de feestvreugde te bevorderen. Wanneer de bruid aan de arm van de bruidegom het bruidsvertrek binnenging, bleef de vriend buiten staan. Wanneer hij de stem van de bruidegom hoorde, verheugde de vriend zich in de blijdschap van de bruidegom. Dan zat zijn taak erop. Zo ziet Johannes zijn situatie nu. Daarom is hij juist blij en dankbaar dat de mensen Jezus weten te vinden. De blijdschap van Johannes is omgekeerd evenredig met zijn steeds verder slinkende aantal aanhangers Nu kan Johannes als vriend van de Bruidegom verdwijnen, zijn levenstaak

zit er bijna op (Joh. 5:35-36). Dat geeft blijdschap: Hoe meer mensen bij Bruidegom Jezus uitkomen, hoe groter vreugde. Laat het ook voor ons het verlangen en het gebed zijn om gunnende en wervende christinnen te zijn.

Kort vat Johannes zijn houding en levenswerk samen met deze woorden: Hij moet meer worden, ik echter minder. Heel zijn levenswerk was hierop gericht dat het volle licht op de Messias van Israël zou vallen. We kunnen bij deze woorden denken aan een ouderwetse weegschaal. Wanneer de ene schaal omlaag gedrukt wordt, gaat de andere omhoog. Zo heeft de verhoging van Christus alles te maken met het klein worden van Johannes. Ootmoed is nodig als houding van geloof ten opzichte van de Heere. Niet ik, maar Hij. Calvijn merkte op: God wordt het meest verhoogd, wanneer wij het diepst in het stof buigen. Vandaag de dag wordt veel nadruk gelegd op de christen, alsof alles om ons draait. Dat is juist wat niet moet, zou Johannes de Doper vandaag ons willen voorhouden. Het gaat om Christus alleen, Zijn Naam moet alle eer ontvangen. En onze naam? Waarom kunnen we zo druk zijn met wat anderen over ons zouden hebben gezegd? Die naam moet eraan in Jezus’ Naam! Wat hebben we nog veel te leren (en af te leren) als het gaat om wat blijvende bekering inhoudt (zie HC, zondag 33).

Geloof als getuigenis van Gods betrouwbaarheid (vs. 31-33)

Ook deze verzen zijn waarschijnlijk uitgesproken door Johannes de Doper. Hijzelf komt van beneden, maar Jezus komt van boven. Zijn woorden hebben Goddelijk gezag: Hij is immers de Heere Zelf, Die tot Zijn volk komt en via Israël tot alle mensen die uit Zijn hand voortkomen.

Luister daarom naar Hem. Zijn getuigenis is van hemelse komaf, omdat Jezus Christus de unieke Zoon van God is: Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien!

Maar de geschiedenis herhaalt zich: zoals in het Oude Testament Israël in ongeloof weigerde te luisteren naar haar God, zo gebeurt dat ook als de Zoon van God komt. Niemand neemt Zijn getuigenis aan. Het is een aangrijpend Bijbels refrein dat we ook kennen vanuit Johannes 1:10-11. Dat is geen vergissing, maar stelt ons allen schuldig vanwege ons ongeloof en ongehoorzaamheid aan de Heere.

Gelooft er dan niemand? Toch wel. De nadruk ligt

Bijbelstudie 8

op het wonder: Degene die wel in Jezus gelooft, neemt Zijn getuigenis aan (zie Joh. 1:12-13). En daarmee heeft hij verzegeld dat God betrouwbaar en waarachtig is. Bezegelen of verzegelen heeft hier de betekenis van het erkennen van de echtheid. Het geloof is hierin een erkenning dat Jezus Christus echt de Zoon van God is. Het is het menselijke amen op wat de hemelse Vader al eerder getuigde van Zijn Zoon (Matt. 3:17). Wie niet gelooft, maakt God tot een leugenaar (1 Joh. 5:10). Het gaat hier om Gods betrouwbaarheid. Geloven is niet anders dan de werkelijkheid en waarheid van God voor waar houden, ook al gaat dat soms tegen al het logische in.

Rijkdom van Christus (vs. 34-35)

De Geest zonder maat is een nieuwe onderstreping van de Heere Jezus als unieke Zoon van God. De profeten uit het Oude Testament ontvingen de Heilige Geest mondjesmaat, ze ontvingen wat nodig was voor vervulling van hun taak. De Geest bij Jezus rust blijvend en voorgoed op Hem. Woord en Geest mogen we niet losmaken van elkaar. Bij de Heere Jezus zijn ze één. Hij is gezalfd met de Heilige Geest en Hij is het vleesgeworden Woord van God. We horen van de unieke liefde tussen de Vader en de Zoon vanuit de eeuwigheid. De Vader heeft alle dingen in Zijn hand gegeven. De Zoon heeft van de Vader het hoogste mandaat ontvangen over de schepping. Dit blijkt ook uit andere teksten in het Nieuwe Testament (o.a. Joh. 3:16-17, Hebr. 1:2-3 en 13, 1 Petr. 3:22).

Grote, rijke woorden van Christus! Hij is als een diamant. Schitterend van alle zijden. Hoe langer je

naar Hem kijkt met het oog van het geloof, hoe meer rijkdom je ontdekt. Laat het in ons leven ook zo ver komen dat we Jezus zo leren kennen. Bisschop Ryle zegt het mooi: We kunnen nooit te veel van Christus zeggen, we kunnen nooit te hoge gedachten van Hem hebben, we kunnen Hem nooit teveel liefhebben. Hij is waardig alle eer die wij Hem kunnen geven.

Het Evangelie in één zin (vs. 36)

Het Evangelie in een enkele zin: eeuwig leven is geen toekomstmuziek, het staat niet in de toekomstige tijd, maar in de tegenwoordige tijd. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven. Het begint nu al door het geloof in Jezus Christus. Het tegendeel van het geloof wordt hier getekend als ongehoorzaamheid aan de Zoon. Die zal het (eeuwige) leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem rusten. Dit is ook tegenwoordige tijd! Zo is onze situatie van huis uit. Aangrijpende werkelijkheid waar we niet van weg mogen kijken.

Laat deze werkelijkheid het doel van ons (huwelijksen gezins)leven stempelen. Ongeloof is onwil om Jezus als Gods Zoon te erkennen. Het is een daad van verzet tegen God. Niemand is te verontschuldigen. Bijzonder hoe eenvoudig het Evangelie van Gods

Zoon is: geen prestaties hoeven er gedaan te worden, geen prijs hoeft er betaald te worden. Christus wordt het eigendom van de gelovige vanaf het ogenblik dat hij of zij in Christus gelooft. Zie door het geloof voor het eerst en opnieuw op Jezus alleen.

38 Bijbelstudie 8

?

Vragen

1. Het beeld van de Bruidegom roept allerlei vergelijkingen op. Welke aspecten van een bruiloft kunt u met elkaar vinden die van toepassing zijn op het geloofsleven?

Zie hiervoor o.a.

Jes. 62:4-5, Jer. 2:2, Hosea 2:15-19, Hooglied, Ef. 5:25-27 en Openb. 19:7-8.

2. De discipelen van Johannes vergeleken het aantal discipelen van Johannes en Jezus. Is het herkenbaar om te meten en conclusies te trekken?

Welke lessen liggen hier voor ons?

3. Geloven heeft alles met de betrouwbaarheid van God te maken.

Leg 1 Johannes 5:9-13 naast dit gedeelte en bespreek de overeenkomsten.

4. Waaraan kun je een vriend/vriendin van de Bruidegom herkennen?

Hoe komt dit in (jo)uw leven tot uitdrukking?

5. De tekst ‘Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar…’ heeft twee aspecten.

a) Bespreek samen deze twee kanten.

b) Wat betekent het voor u/jou dat er in de tegenwoordige tijd gesproken wordt over eeuwig leven (Joh. 5:24, 17:3, 1 Joh. 3:15, 5:11)?

Antwoorden

!
Bijbelstudie 8

Twijfel en aanvechting

Lezen

Lukas 7:18-23

Jesaja 35:5 en 6

Jesaja 61:1 en 2

Zingen

Psalm 73:1, 6 en 13

Psalm 77:1, 2 en 7

Psalm 99:1 en 2

Psalm 119:53 en 67

Psalm 125:1 en 4

Een anticlimax, een koude douche. Wie kent niet een ontnuchterende ervaring die tegen alles in gaat? Zo ook de Zaligmaker: nadat Hij de jongeman in Naïn uit de doden heeft opgewekt, krijgt Hij een vraag van Johannes de Doper: Bent U het echt of moet de echte Messias nog komen?

Twijfel en aanvechting (Luk. 7:18-20)

Hoe kan ‘de grote Johannes’ zo twijfelen? Zo kennen we hem niet uit de Bijbelstudies tot nog toe! De Heere Jezus neemt de vraag van Johannes serieus. Er is twijfel bij Johannes. De voorloper en wegbereider van de Messias zit in de gevangenis, omdat hij Herodes de viervorst heeft aangesproken op zijn overspelige relatie met Herodias, zijn schoonzus (Luk. 3:19-20). Hij zit in een geloofscrisis. Hij twijfelt! Zelfs hij. Enerzijds is dit voor ons, twijfelaars, tot troost. Ook de allerheiligsten hebben maar een klein beginsel van de gehoorzaamheid (HC Zondag 44, vraag en antwoord 114). We kunnen verschillende soorten twijfel onderscheiden. Objectieve twijfel: bestaat God wel? Is de Bijbel wel waar? Ook kan er subjectieve

twijfel zijn: dan ligt de nadruk vooral op of je zelf echt gelooft of niet. Het kan met je gevoel te maken hebben: wanneer weet je nu echt dat je een kind van God bent? Daarnaast is er ook existentiële twijfel (of wilstwijfel): wil ik mij echt overgeven in Gods hand of niet? Aan dit laatste denkt Jakobus in Jakobus 1:6-8 als het gaat over iemand die twijfelt die niets zal ontvangen van de Heere. Het is goed om dit onderscheid te maken. Ook is er verschil tussen twijfel en aanvechting. Het geloof kan aangevochten en bestreden worden. Dit kan leiden tot twijfel aan het geloof zelf of zelfs aan God in ongeloof. Aanvechting kan ons ook dichter bij de Heere brengen door de diepten heen wanneer we meer zicht krijgen op het Evangelie en de vastheid van

Delen in geloof
9
40 Bijbelstudie

Gods beloften. In de Dordtse Leerregels lezen we: ‘De Schrift getuigt dat de gelovigen in dit leven tegen onderscheiden twijfelingen van het vlees strijden en in zware aanvechting gesteld zijnde, dit volle vertrouwen van het geloof en deze zekerheid van de volharding niet altijd gevoelen’ (DL 5:11).

We mogen de twijfel niet verheerlijken en koesteren. Wat Johannes doet is goed: hij brengt zijn vraag bij Jezus, via zijn discipelen. Dat laat ons de manier zien waarop we met onze twijfels en worstelingen om moeten gaan. Biddend mogen we ze bij de Heere neerleggen, steeds verlangend naar antwoord vanuit het Woord van God. Laat het ons blijvend gebed zijn: maak in Uw Woord mijn gang en treden vast (Ps. 119:67 berijmd). Naast Zijn Woord geeft de Heere nog andere medicijnen ter genezing: het gebed, geestelijke muziek in Psalmen en liederen, omgang met andere christenen dichtbij en verder weg en de sacramenten.

Wat is de reden van de twijfel bij Johannes? Grote wonderen gebeurden, het is buitengewoon wat Jezus doet. Toch lijkt juist daar de angel te zitten voor Johannes de Doper. We zien hem in zijn optreden in de woestijn scheiding maken en waarschuwen voor het oordeel. Over de bijl die klaarligt om de onvruchtbare boom om te hakken. Johannes heeft vooral op de Heere Jezus gewezen dat Hij als Rechter scheiding zal aanbrengen tussen goddelozen en rechtvaardigen, tussen kaf en koren. Johannes ziet wel dat heel het volk Jezus achterna loopt. Maar waar blijft het oordeel? Waar blijft het scheiding aanbrengen?

Misschien is daarmee ook wel verbonden de klacht van Johannes de Doper zelf: Ik ben onterecht in de gevangenis gekomen, Herodes gaat nog vrijuit. De Rechter zou toch een eind aan al het onrecht maken?

Zo wordt Jezus als Messias gewogen. En te licht bevonden. Daarom die twijfel bij Johannes.

Ook wij kunnen van die keurmeesters zijn. Het staat wel in de Bijbel, maar ik voel het heel anders. Als God echt God is, waarom gebeurde dan dit? Als Jezus echt Messias was, dan zou het toch wel heel anders gaan... Ik heb zo gebeden...

Zo kan het ook gaan met de kerkdiensten op zondag. Het ging maar weinig over de zonde en het oordeel. De prediking was te weinig waarschuwend. Gewogen en te licht bevonden. Of aan de andere kant, als er gewaarschuwd wordt voor het oordeel van God kan het klinken: al die hel- en verdoemenispreken...

Gewogen en te zwaar bevonden. Maar wat namens God gezegd is, wordt niet ter harte genomen. Daarom moeten we maar niet teveel met een vinger wijzen naar Johannes de Doper. Laten we eerlijk zijn voor Gods aangezicht en onze vragen en twijfels bij de Heere Zelf brengen.

Jezus in het licht van het Oude Testament (vs. 21-22)

De vraag van Johannes komt juist op een moment dat de Heere Jezus talloze wonderen doet. Hij geneest velen van allerlei ziekten, drijft boze geesten uit en wekt zelfs doden op. In die context komen twee discipelen van Johannes de Doper naar Hem toe. Te midden van de verwondering van mensen die genezen worden, klinkt het wel wrang en bitter, de kritische vraag naar Jezus: Bent U het echt? Of moet er nog een ander komen? Wat moet het voor de Heere Jezus een onthutsende vraag zijn geweest. Buitengewoon pijnlijk! Niet alleen wordt Hij door de Joodse leiders niet geloofd, maar nu komt notabene deze vraag van Zijn voorloper en wegbereider. Van Johannes die Hem heeft gedoopt en Hem aanwees als hét Lam van God Dat de zonde van de wereld wegneemt. Het tekent het diepe lijden dat de Zoon van God dit moet meemaken.

De Heere Jezus antwoordt met te zeggen: Ga heen en zeg tegen Johannes wat je hier ziet en hier hoort. De Heere Jezus gaat de discussie niet aan. Hij gaat Zichzelf niet uitgebreid verdedigen maar wijst op de tekenen en werken die Hij doet (Joh. 10:37-38 en Joh. 14:11).

In wat de Heere Jezus hier als antwoord geeft, liggen veel verwijzingen naar profetieën over de Messias in het boek Jesaja opgesloten. In Jesaja 35 wordt gesproken over God Zelf Die zal komen en Zijn volk zal verlossen. Blinden zullen zien, doven zullen gaan horen, kreupelen springen als een hert, degene die niet kon spreken, zal juichen. Het onderstreept dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. We horen ook Jesaja 61 hierin doorklinken. De HEERE heeft Mij gezalfd om een blijde boodschap te brengen, om gebrokenen van hart te verbinden en te genezen.

De wonderen zijn geen wonderen op zich. Ze staan in het teken van het Koninkrijk van God dat komt. Daar zal ziekte en zonde uitgebannen worden. Iets van het herstel wordt zichtbaar in het optreden van Jezus. Niet alleen worden zieken genezen, er is door

Bijbelstudie 9

genezing ook herstel van verhoudingen en relaties: melaatsen kunnen na genezing weer terug naar hun families en gezinnen. Blinden kunnen de andere mensen weer zien. Doven kunnen weer praten en horen. Communicatie is weer mogelijk. Kreupelen hebben niet langer hulp nodig, maar kunnen nu zelf naar de ander toegaan. Door deze tekenen wordt de gemeenschap weer gebouwd. Zo is Jezus de Zoon van God, de Christus, de Messias, de Gezalfde door God gezonden. Het gaat erom dat de Heere Jezus centraal staat in ons leven en in dat van de christelijke gemeente.

Ergernis van het Evangelie (vs. 23)

Aan de verwijzing naar de teksten uit Jesaja voegt Jezus toe: Zalig hij die aan Mij geen aanstoot neemt. In het Grieks klinkt ons woord schandaal erin door. Letterlijk betekent het aanstoot of ergernis. Het betekent een hindernis of barricade die je moet ontwijken. Waarom zegt Jezus dit? Hij komt hier Johannes niet pastoraal tegemoet in zijn twijfel, maar lijkt het op scherp te zetten. Jezus laat opzettelijk een woord uit Jesaja 61:1 en 2 weg. In Jesaja 61 wordt namelijk ook gesproken over bevrijding van gevangenen: Hij heeft Mij gezonden om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis. Dit gedeelte vertelt Jezus niet aan de discipelen van Johannes. Hij is dus niet gekomen om Johannes uit de gevangenis te bevrijden, mocht Johannes dat gedacht hebben. Nee, juist dat slaat Jezus over. Natuurlijk kende Johannes de Doper dit gedeelte uit

zijn hoofd. Hij zou het verschil meteen horen... Pijnlijk, dit antwoord van Jezus. Is het dan wel Evangelie? Jawel, Jezus zegt: Zalig! Toch ben ik het Johannes, Ik ben het Lam van God, de Zoon van God, de Messias, maar op een andere wijze dan je denkt! En daarom ook de oproep om zich niet aan Jezus te ergeren en geen aanstoot te nemen aan deze woorden. Dat geldt ook voor ons. Soms hoor je dat mensen door een wonder worden genezen of op bijzondere wijze door de Heere worden geholpen. Zelf bid je er ook om, of heb je erom gebeden voor degene die je lief en dierbaar was. Maar dat wonder waar je om bad gebeurde niet. Diep in je hart voel je er nog de pijn van, de teleurstelling. De weg is anders. Opgeven lijkt de eenvoudigste weg te zijn. Nee, zegt Jezus, niet opgeven, zalig wanneer je aan Mijn woorden geen aanstoot neemt.

Wat schrijven we vaak God onze weg voor. In ons denken stellen we de Heere voorwaarden en vinden we het moeilijk ons aan Hem over te geven. Het zijn hindernissen om eenvoudig als kind te kunnen en te willen geloven. In de wonderen gaat het niet om losstaande mirakels, maar om de Heere Jezus. In Lukas 4:21 betrekt Jezus de woorden van Jesaja 61 op Zichzelf (vs. 16-21). Blinden gingen Jezus zien. Doven konden Jezus horen spreken. Het doel van de wonderen was dat ze Hem leerden kennen als Gods Zoon, de gezonden Messias (Joh. 9:35-38). Het grootste wonder in ons leven is niet genezing van een ziekte, maar dat we Christus mogen zien als onze Verlosser (Luk. 10:20).

42 Bijbelstudie 9

?

Vragen

1. Er kunnen verschillende aanleidingen zijn voor twijfel en aanvechting. Leg Psalm 73, 77 en Johannes 20:24-29 naast het gedeelte van Lukas 7:18-23.

● Welke overeenkomsten zijn er in deze Bijbelgedeelten?

● Ziet u in deze gedeelten aanwijzingen om van twijfel af te komen?

● Is er verschil tussen twijfel en aanvechting?

2. Jesaja 61:1 en 2a heeft in eerste instantie betrekking op de ballingschap van het Joodse volk.

Welke betekenis hebben deze woorden in het licht van Lukas 4:21 en 24:44? Wat zeggen ze ons over de taak van Christus?

3. Lees HC zondag 16 vraag en antwoord 44. Op welke manier helpt dit antwoord ons in twijfel en aanvechtingen? (zie eventueel ook DL 5:11 en gedeelte uit doopformulier onder Ten derde: En wanneer wij soms...).

4. Bent u/ben jij het eens of oneens met de volgende stellingen:

● Iedereen heeft weleens last van twijfel en aanvechting, daar moeten we niet zo moeilijk over doen.

● Beter een leven lang getwijfeld, dan te denken dat je behouden bent en verloren te gaan.

● We mogen best twijfelen aan onszelf, maar nooit aan de Heere.

5. De Heere heeft in Zijn ‘apotheek’ zoveel liggen ter bestrijding van onze twijfel, aanvechting en ongeloof. Deel met elkaar welke medicijnen u en jou hebben geholpen.

Antwoorden

!
Bijbelstudie 10

De aardse loopbaan beëindigd

Lezen

Mattheüs 11:7-19

Markus 6:17-29

Zingen

Psalm 17:3 en 8

Psalm 49:1, 4 en 6

Psalm 52:6 en 7

Psalm 68:10

Psalm 73:13 en 14

Het lijkt een roemloos einde te zijn van deze grote in het Koninkrijk van God. Maar wie leert zien met de ogen van het geloof, ziet meer. Die ziet ook in de (gruwelijke) dood van Johannes dat hij de voorloper is van de Messias. Zo is hij bevorderd tot hoger dienst om eeuwig te delen in de heerlijkheid van de Bruidegom, van Wie hij op aarde de vriend mocht zijn.

Jezus’ getuigenis over Johannes (Matt. 11:7-19)

Nu Johannes de Doper van het toneel is verdwenen in de gevangenis, is zijn publieke rol uitgespeeld. Na de vraag van de discipelen van Johannes Wie Jezus is, werpt de Heere Jezus de vraag op wie deze Johannes was en welke plek hij heeft ingenomen. Met een drietal vragen stelt Jezus dat aan de orde. Nee, Johannes is geen riet dat heen en weer bewogen wordt en daardoor van geringe betekenis blijkt te zijn (vs. 7). Nee, Johannes is ook geen man in kostbare kleding van voorname komaf (vs. 8). Hij is een profeet, van God gezonden. Zelfs veel meer dan een profeet, want in zijn optreden heeft hij oude

profetieën vervuld (o.a. Mal. 3:1) door de engelbode van God te zijn die voor de Heere Zelf zal uitgaan om Zijn weg gereed te maken (vs. 10).

De Heere Jezus noemt in het raadselachtige vers 11 dat er niemand is zo groot als Johannes. We moeten hierbij denken aan de grote en unieke plek die Johannes mocht innemen: heraut en voorloper van de Messias. Als een profeet van de Allerhoogste (Luk. 1:76) wees hij Jezus aan als het Lam van God en doopte Hem. Tegelijkertijd breekt er met de Heere Jezus en Zijn heilswerk een nieuw tijdperk aan, dat van het Koninkrijk der hemelen. Zij die horen bij dit Koninkrijk van God zijn zij die door Christus met de

Delen in geloof
10
44 Bijbelstudie

Heilige Geest gedoopt worden. Die ‘minsten in het Koninkrijk’ zijn aangewezen op de onvoorwaardelijke liefde en genade van het Lam, Dat gekomen is om de zonde weg te dragen. Dezelfde Geest Die op Jezus is neergedaald werkt in hun harten het geloof. Vanaf de tijd van Johannes is er verdeeldheid en tegenstand tegen het Koninkrijk (vs. 12). Johannes is inderdaad Elia die komen zou (Mal. 4:5 en 6), ook al heeft Johannes dit zelf ontkend (Joh. 1:21). Zijn indringende prediking is niet tevergeefs. Nog steeds klinkt zijn boodschap van oordeel en verlossing: ‘Bekeert u. Zie het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt’. Hoor en gehoorzaam, wil Jezus hiermee zeggen.

De weigering van de hoorders om gehoor te geven aan de boodschap van Johannes wordt vergeleken met een kinderspel. De ene helft van de kleine kinderen speelt of zingt een vreugde- of rouwliedje maar de andere groep doet niet mee, in vreugde of in rouw. Zo is het ook gegaan bij Johannes, zo zal het ook gaan bij Mij, zegt Jezus. Altijd vinden mensen een excuus om niet te buigen voor de Heere en in Hem te geloven. Bij Johannes is het verwijt dat hij een buitenstaander was, te excentriek om serieus genomen te worden. Wat vreemd oogt, moet op afstand worden gehouden. Misschien is het wel duivels.

Aan de Heere Jezus wordt het andere uiterste verweten. Hij begaf Zich als Zoon des mensen wel onder de mensen. Hij was op de bruiloft in Kana en Hij at mee als Hij een uitnodiging ontving. Maar van Hem werd gezegd: Hij komt speciaal voor de feestjes om Zich vol te drinken en te eten en Hij voelt Zich thuis bij zondig volk als de tollenaars.

De Heere Jezus spreekt hier over Zichzelf als de hemelse Wijsheid van God gegeven. Wanneer door Gods Geest onze ogen zijn geopend, zien we Hem in het licht van God en vinden we in Hem alle schatten van kennis, wijsheid, verlossing en heerlijkheid.

Voorloper in lijden (Mark. 6:17-29)

De loopbaan van Johannes de Doper is kort geweest. Een lange voorbereiding in de woestijn liep uit op kort schitteren als een helder licht in de donkere nacht. Zijn leven eindigt in de gevangenis. Johannes is eerlijk geweest tegenover iedereen. Ook de zonde van overspel van Herodes stelt hij aan de kaak. Herodes Antipas was een huwelijk aangegaan met Herodias, de voormalige vrouw van de nog levende halfbroer Herodes Filippus. Zijn moed en eerlijkheid

leverde hem toch respect en ontzag van Herodes op (vs. 20). Hij besefte dat Johannes een rechtvaardig en heilig man was. Heiligheid geeft iets weer van het besef dat wijzelf niet de norm van alle dingen zijn. Waar dat wel gebeurt, blijft een platte cultuur over, die zelf het einde is van alle tegenspraak. Het is de sfeer waarin wij ademen en leven, waarin niets heiligs meer mag zijn. Het ontzag en de eerbied voor de norm van Gods Woord sijpelen weg, met de dood als onverbiddelijk gevolg. Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen.

Ontdekking van zonden was toen en is ook nu een bron van ergernis: bemoei je met je eigen zaken. Zo was er haat gekomen in het hart van Herodias en zien we in het duivelse spel van moeder en dochter iets terugkeren van de oude slang in het paradijs. Listig, doortrapt en gemeen. De duivel heeft heel wat medewerkers en heel wat ingrediënten tot zijn beschikking:

• De trots van een machthebber als Herodes, in aanwezigheid van zijn rijksgroten, oversten en voornaamsten uit zijn rijk (vs. 21).

• De hoogmoed om overdadig te leven in luxe en een overvloedige maaltijd (vs. 21).

• De drankzucht en grensoverschrijdend gedrag op seksueel gebied. Een (waarschijnlijk sensuele) dans van de jonge dochter voor volwassenen mannen onder invloed van alcohol (vs. 22).

• De grootspraak en eigendunk van Herodes: Wat je ook maar vraagt, ik zal het je geven (vs. 22b, 23). Herodes trapt in de val die zijn vrouw en dochter voor hem hebben gemaakt. Vanwege zijn trots, hoogmoed en wellicht beschonkenheid overschreeuwt hij zich al zwerend dat hij tot zelfs de helft van het koninkrijk wil geven.

Herodes is bedroefd, maar kiest voor zijn eigen hachje; Johannes wordt op gruwelijke wijze speelbal van duivelse machten. Het eindigt in dit geval met de dood voor deze trouwe dienaar van God. Gestorven voor de zaak van het Koninkrijk.

Het Griekse woord getuige betekent ook martelaar. Om stil van te worden. Hij is daarin niet alleen voorloper van Christus, maar ook van talloze broeders en zusters die vanwege het geloof geleden hebben en zijn gedood. Laten we ook nu voor vervolgde christenen bidden omdat ze horen bij hetzelfde lichaam van Christus.

Zelfs in het lijden en sterven gaat deze heraut zijn Heere en Meester voor. Door lijden tot heerlijkheid.

Bijbelstudie 10

De discipelen van Johannes horen ervan en begraven hem. Na het leven de dood, het is de weg van elk mens, ook voor Johannes. Dat is ook de weg voor ons indien de Heere Jezus nog niet teruggekomen is op de wolken van de hemel. Het is nodig om dat steeds te beseffen, want dan is de genadetijd voorbij. Geleefd zonder geloof en bekering betekent voor eeuwig verloren. En dat door eigen schuld. Een ontzagwekkende ernst voor ons allen. Tegelijkertijd is er geen onzekerheid over de troost en het houvast voor allen die van Christus zijn, die niet zonder Hem en zonder Zijn genade konden. Het is niet makkelijk om over ons sterven na te denken. Belangrijk is het om ons steeds te laten leiden door het Woord van God dat blijft, terwijl wij zijn als het gras dat voorbijgaat (Ps. 103, Jes. 40).

Het levenseinde van Johannes roept ook vragen op over de zin en betekenis van het leven, ook voor ons persoonlijk. Wat is een zinvol, een vervuld leven?

De les van Johannes de Doper is dat heel zijn leven in het teken stond van het Woord. Hij kreeg het mee van thuis, hij maakte het zich eigen door Gods genade, en heeft het ook zelf verkondigd.

Wij kijken vaak alleen vanuit onze beperkte menselijke blik, maar wat is het heilzaam om te leren denken vanuit de Heere en Zijn Woord. Niet de lengte van ons aardse leven of de manier waarop we sterven, maar wat de Heere Jezus over ons zegt is van belang. Wanneer we door het geloof een burger van Zijn Koninkrijk zijn, mogen we geloven door Christus gekocht te zijn met lichaam en ziel, voor tijd en eeuwigheid (HC Zondag 1). Voltooid leven is daarmee geen zaak van ons mensen, maar van de Heere Zelf: Mijn tijden zijn in Uw hand (Ps. 31:16). Zo nemen we afscheid van Johannes de Doper, maar wie zijn boodschap van het Lam ter harte nam door een oprecht geloof, die mag zeggen: A Dieu! Tot weerziens voor de troon van het Lam!

46 Bijbelstudie 10

?

Vragen

1. Niet alle hoorders geloofden de boodschap van Johannes de Doper of de Heere Jezus.

● Welke redenen werden aangevoerd? (Matt. 11:16-19)

● Welke argumenten worden nu gebruikt om niet in Jezus te geloven?

2. De uitspraak van de Heere Jezus ‘Hij is Elia die komen zou’ (Matt. 11: 14b) lijkt in tegenspraak met wat Johannes de Doper zegt: Ik ben het niet (Joh. 1:21). Probeer beide uitspraken met elkaar te verbinden, zie Lukas 1:17.

3. Wie het sterven van een geliefde van dichtbij heeft meegemaakt, weet hoe indrukwekkend dit is. Het is niet eenvoudig om het bespreekbaar te maken.

Hoe kijkt u/kijk jij aan tegen het van tevoren opschrijven van wensen met betrekking tot een Bijbelgedeelte, Psalmen en liederen die van grote waarde zijn?

4. In de discussie over voltooid leven staan meningen vaak lijnrecht tegenover elkaar. Heeft u/heb jij hier in de eigen omgeving van werk/wonen/familie mee te maken (gehad)? Welke Bijbelse argumenten zou u/jij aandragen?

5. Dit is de laatste Bijbelstudie over het leven van Johannes de Doper.

● Bespreek samen wat u in deze serie hebt geleerd.

● Wat heeft je geholpen in je eigen leven?

● Neem het als gebedspunt mee in het dankgebed.

Antwoorden

!
Bijbelstudie 10

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.