Bijbelstudiemagazine openbaring

Page 1

19 13 3 Vrouw BIJBELSTUDIES tot Vrouw 2023 / 2024 ds. M.K. de Wilde Interview ds. M.K. de Wilde Verwerkingen bij de Bijbelstudies Inleidende Bijbelstudie Uitgave van
Openbaring

Welkom

Verwerking bij bijbelstudie 1

Gertruud de Koeijer-Hoekman is voorzitter van het landelijk bestuur van Vrouw tot Vrouw

Maranatha!

Aan de hand van elf Bijbelstudies bespreken we het bijzondere Bijbelboek Openbaring. Een boek dat gaat over de tijd van toen, over de tijd waarin wíj leven, en over de toekomst. Soms houd je je hart vast omdat je schrikt van alle oordelen waarover je leest. Tegelijkertijd geeft het lezen van dit Bijbelboek je ook houvast: het Lam regeert!

Het lezen van dit Bijbelboek dwingt tot het maken van de keuze: geloof in Hem Die alles in Zijn hand heeft en Die komt!

Openbaring 22:20 en 21 zegt: ‘Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja kom Heere Jezus! De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.’

Ik wens je veel zegen toe bij het lezen en bespreken van deze Bijbelstudies.

Inhoud

02 Welkom

03 Inleidende Bijbelstudie

Leven in de eindtijd

09 Bijbelstudie 1

Wees niet bang Openbaring 1:9-20

14 Bijbelstudie 2

Jezus staat buiten Openbaring 3:14-22

19 Interview ds. M.K. de Wildee

20 Bijbelstudie 3

De troon, het boek en het Lam Openbaring 4-5

25 Bijbelstudie 4

Vier ruiters Openbaring 6

30 Bijbelstudie 5

Strijd en vrede Openbaring 7

35 Bijbelstudie 6

Hoopvol en moedig getuigen Openbaring 11

40 Bijbelstudie 7

Overwonnen vijand Openbaring 12

45 Bijbelstudie 8

Twee beesten Openbaring 13

50 Bijbelstudie 9

Gods nieuwe wereld Openbaring 21:1-8

55 Bijbelstudie 10

God woont bij de mensen Openbaring 21:1-8

Vragen stellen over de Bijbelstudies?

Dit kan via mdewilde@kliksafe.nl

Foto’s: Marika Rentier

Foto’s bij de verwerkingen:

Esther van der Ent-van Willigen

Omslagfoto: De Heere Jezus wordt in Openbaring getekend als de Leeuw van Juda (groot en sterk) en als het Lam dat staat als geslacht (zwak en nederig).

2

Leven in de eindtijd

Lezen

Openbaring 1:1-8 en 22:12-21

Zingen

Ps. 119 vers 53 en 65

Ps. 46 vers 1 en 2

Ps. 68 vers 16 en 17

WK 284

WK 230 vers 1, 3 en 4

Is de Bijbel één boek? Of is de Bijbel een bibliotheek van boeken? Het is allebei waar. Aan de ene kant is de Bijbel het ene boek van God, waarin Hij Zichzelf bekend maakt en vertelt over Zijn grote daden van schepping en verlossing. Aan de andere kant is een Bijbel een hele bibliotheek van maar liefst 66 boeken, geschreven door meer dan veertig verschillende auteurs in een periode van zo’n 1500 jaar, in allerlei verschillende genres en stijlen, boeken die elkaar aanvullen, verrijken en verdiepen.

Bijzonder Bijbelboek

De Bijbelstudies gaan dit seizoen over één van de meest bijzondere en fascinerende Bijbelboeken: Openbaring. Een boek vol beelden en indrukwekkende visioenen, strijd en verschrikkingen, maar ook vol troost en bemoediging. Een boek over de tijd waarin wij leven en over de toekomst, over de dingen die gebeuren en die nog gaan gebeuren. Eeuwenlang hebben christenen veel over dit boek

nagedacht en geprobeerd om deze woorden van God te verstaan en toe te passen. Daarbij hebben ze soms heel verschillende keuzes gemaakt, zowel wat betreft bepaalde gedeelten, als wat betreft het karakter van het hele Bijbelboek. Dat heeft voor een groot deel te maken met de bijzondere en beeldende stijl waarin Openbaring geschreven is. De uitleg en toepassing van dit Bijbelboek brengt heel wat hindernissen en struikelblokken met zich mee.

3 Inleidende Bijbelstudie

Onthulling

Tegelijkertijd mogen we dit Bijbelboek ook met veel verwachting lezen. Veelzeggend is de belofte aan het begin, in hoofdstuk 1 vers 3: ‘Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat.’ Blijkbaar zijn ook de woorden van Openbaring te begrijpen en te gehoorzamen.

Aan het eind van Openbaring, in hoofdstuk 22:18-19, wordt dat nog een keer benadrukt: ‘Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn.’ Zo’n indringend appel veronderstelt dat Openbaring te verstaan is. God heeft het gegeven om ons iets te ‘openbaren’, iets bekend te maken.

Het Griekse woord apokalypsis dat met ‘openbaring’ vertaald is, wijst daar ook op. Letterlijk betekent het: onthulling of het wegnemen van een bedekking. Als we Openbaring biddend en toegewijd lezen, mogen we erop vertrouwen dat ook deze woorden van God een lamp zijn voor onze voet en een licht op ons pad (Ps. 119:105).

Hieronder enkele lees- en uitlegregels onder elkaar die ons kunnen helpen bij het lezen van dit Bijbelboek. Daarmee vat ik ook de boodschap van Openbaring kort samen.

1 Zien

Openbaring is een boek dat je moet ‘zien’. De boodschap wordt, anders dan bijvoorbeeld in de Evangeliën of de brieven van Paulus, verteld in beelden of visioenen. Keer op keer lezen we dat Johannes iets ‘zag’ (alleen al in het eerste hoofdstuk: 1:1, 1:2, 1:12, 1:13, 1:17, 1:19-20). Dat heeft gevolgen voor de manier waarop we Openbaring moeten lezen. Je zou het kunnen vergelijken met het kijken naar een schilderij. Het is belangrijk dat we het geheel naar ons toe laten komen en ons niet allereerst of vooral richten op allerlei details. Die details doen er wel toe, maar alleen in het licht van het grote geheel.

2 Oude Testament

We kunnen Openbaring alleen goed verstaan in het licht van het Oude Testament. De meeste beelden uit Openbaring zijn niet nieuw, maar komen uit het Oude Testament. Bijvoorbeeld uit de profetische boeken, zoals Jesaja, Ezechiël en Daniël, of uit Exodus. Als we letten op al die verbindingen met het Oude Testament, weten we in welke richting we moeten denken bij beelden die op het eerste gezicht misschien onbegrijpelijk overkomen.

3 Getallen

Getallen hebben in Openbaring vaak een symbolische betekenis, net als andere geschriften die in deze apocalyptische stijl geschreven zijn, zoals de visioenen van Ezechiël of Daniël. Zo wijst bijvoorbeeld het getal zeven op een volheid. Er komen in Openbaring verschillende series van zeven voor, zoals zeven brieven (2:1-3:22), zeven zegels (4:18:6), zeven bazuinen (8:7-11:19) en zeven offerschalen (16:1-21).

4 Eindtijd

Openbaring gaat over de eindtijd, of zoals deze periode in de Bijbel vaak genoemd wordt: ‘de laatste dagen’ (zie o.a. Hand. 2:17 en Hebr. 1:1). Veel christenen denken dan aan het laatste stukje van onze geschiedenis, vlak voor de wederkomst van de Heere Jezus. Bijbels gezien gaat de eindtijd echter over de hele periode tussen Jezus’ eerste en tweede komst. De eindtijd is dus de tijd waarin de evangelist Johannes leefde, die het Bijbelboek Openbaring door de leiding van de Heilige Geest geschreven heeft. Het is echter ook de tijd waarin wij leven.

5 Tijd van verdrukking

De eindtijd is begonnen met het grote en definitieve ingrijpen van God: Hij stuurde Zijn Zoon naar deze wereld. In de eindtijd gaat de duivel geweldig tekeer, Openbaring onderstreept dat. De eindtijd is een tijd van verdrukking (zie vooral hoofdstuk 1:9 en hoofdstuk 12 en 13). De duivel verdrukt op verschillende manieren: door vervolging, verleiding en afleiding. God roept ons in dit Bijbelboek keer op keer op om in die verdrukking staande te blijven en niet toe te geven of ons aan te passen. Hij roept op om trouw te zijn en trouw te blijven, hoeveel het ook kost.

6 Het Lam regeert

Het kernhoofdstuk is Openbaring 5 waarin we lezen dat de Heere Jezus op de troon zit en Gods verlossingsplan (de ‘boekrol’ in 5:1) uitvoert. Hij heeft door Zijn dood en opstanding de zonde, de dood en de duivel overwonnen, bouwt Zijn Koninkrijk en bewaart Zijn kerk. Dat is in het kort de boodschap van Openbaring: de Heere Jezus, de Leeuw van Juda Die tegelijk het Lam is, regeert. Daarom is Gods kerk veilig ondanks het lijden en de tegenstand van de duivel. Daarom loopt het ook goed af voor allen die in de Heere Jezus geloven en voor Hem leven (zie vooral hoofdstuk 21 en 22). Dezelfde boodschap komt meteen in het eerste hoofdstuk al naar ons toe: ‘En Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste, en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf’ (1:17-18).

4

7 Niet chronologisch

Veel christenen zijn geneigd om Openbaring chronologisch te lezen. Alsof het Bijbelboek een soort film is van allerlei gebeurtenissen die achter elkaar plaatsvinden. Dat klopt niet en het lukt ook niet. Om een voorbeeld te geven: hoofdstuk 6 loopt uit op de wederkomst en toch gaat het in hoofdstuk 7 weer over de tijd vóór de wederkomst. Dit gebeurt verschillende keren in Openbaring. We kunnen het Bijbelboek beter vergelijken met een plaatjesboek met allerlei plaatjes die steeds over hetzelfde thema (de eindtijd) gaan, maar elk een ander perspectief laten zien. Zo vullen de plaatjes elkaar aan en verdiepen ze elkaar. Wel zit er progressie in het Bijbelboek. Gaandeweg wordt de waarschuwing ernstiger en de troost dieper en rijker.

8 Beginnen bij eerste hoorders

Als we willen weten wat God ons vandaag door Openbaring wil zeggen, dan moeten we beginnen bij de betekenis voor de eerste hoorders. Deze uitlegregel is voor elk Bijbelgedeelte cruciaal, maar zeker voor een lastig Bijbelboek als Openbaring. Anders halen we de woorden van God veel te gemakkelijk naar onszelf en naar onze tijd. Openbaring is allereerst bedoeld voor de zeven christelijke gemeenten die in hoofdstuk 2 en 3 genoemd worden. Wat zullen de visioenen die Johannes mocht doorgeven voor deze christenen betekend hebben? Pas wanneer we die vraag beantwoord hebben, kunnen we de lijn doortrekken naar onze tijd.

Structuur

Tot slot nog iets over de structuur van het Bijbelboek. We kunnen Openbaring gemakkelijk in drie delen onderverdelen:

• Introductie en de zeven brieven aan de gemeenten (hoofdstuk 1-3).

• Ontvouwing en karakterisering van de eindtijd, de geschiedenis tot de wederkomst (hoofdstuk 4-20).

• De nieuwe hemel en de nieuwe aarde (hoofdstuk 21-22).

Literatuurlijst

H.R. van de Kamp, Openbaring, profetie vanaf Patmos (Commentaar op het Nieuwe Testament), Kok 2000

R. van Kooten, De dingen die met haast geschieden moeten, Praktisch commentaar op de Openbaring van Jezus Christus aan Johannes, 2 delen, Groen 2002

Steef Post, Openbaring begrijpen, Leeswijzer bij het laatste Bijbelboek, De Banier 2019

Age Romkes, Alles wordt nieuw, Openbaring, Buijten & Schipperheijn Motief 2021

A.W.J. Theunisse, Mensenzoon tussen de kandelaren, Bijbelstudies uit het gehele boek Openbaring (serie Artios Bijbelstudies), Groen 2021

Studiebijbel HSV

5

Vragen

1. Welke eerste gedachten hebben wij bij Openbaring? Wat verwachten wij van de Bijbelstudies dit nieuwe seizoen?

2. Is Openbaring een Bijbelboek dat we juist in onze tijd nodig hebben? Waarom?

3. Welke leesregel springt er voor ons uit? Is er ook een leesregel die we lastig vinden?

4. Lees 2 Tim. 3:16-17. Hoe kan dit gedeelte ons helpen om Openbaring goed te lezen?

5. Openbaring wordt heel verschillend uitgelegd. Ook als wij dit nieuwe seizoen over Openbaring nadenken zullen we dat merken. Hoe moeten we daarmee omgaan?

Antwoorden

Bidden en danken

Dank God dat de Bijbel een zo’n rijk en divers boek is en dat Hij ons op zoveel manieren wil aanspreken. Bid om Gods leiding voor elkaar, dat de Bijbelstudies van dit seizoen ons tot zegen mogen zijn.

6
! ?

Openbaring 2 ̶ Weerklank 89

De Eerste en de Laatste spreekt, die dood geweest is, maar die leeft: O, kerk van elke plaats en tijd, Ik weet dat gij verdrukking lijdt.

Al is uw rijkdom in Mij groot, toch leeft g’ in armoe en in nood, gelasterd door een schijnvroom volk, dat satan dient, zijn haat vertolkt.

Straks wordt gij op de proef gesteld. vrees niet voor satans bruut geweld. Houd aan Mij vast in druk en strijd: uw lijden duurt een korte tijd.

Volhard in lijden en in nood en wees getrouw tot in de dood: Wie overwint, ontvangt de kroon, Het eeuwig leven is zijn loon.

Hoor wat de Geest u, kerk, belooft: verhef uw hart, richt op uw hoofd, wie in geloof hier triumfeert, wordt door geen eeuwige dood gedeerd.

1

Wees niet bang

Openbaring 1: 9-20

Lezen

Openbaring 1: 9-20

Zingen

Ps. 16 vers 1 en 6

Ps. 77 vers 6 en 7

Ps. 138 vers 4

WK 89 vers 1, 3 en 5

WK 211

God spreekt in de Bijbel op verschillende manieren tot ons. In het Bijbelboek Openbaring spreekt Hij door middel van beelden en visioenen. Je zou Openbaring een plaatsjesboek kunnen noemen. Niet letterlijk, soms denk je zelfs: had God er maar een plaatje bij gezet. Het gaat echter wel over plaatjes, visioenen die Johannes te zien krijgt en aan ons doorgeeft. Zo moet je ze ook lezen. Je moet ze voor je zien, op je in laten werken. Niet te snel zeggen: hoe zit dat dan precies? Net als bij een schilderij: je moet de tijd nemen om te kijken.

Verdrukking (vers 9)

Openbaring is dus een plaatjesboek. Het gaat over de eindtijd, zoals we in de inleidende Bijbelstudie al zagen, de periode tussen Jezus’ eerste en tweede komst, de tijd waarin Johannes leefde en de tijd waarin wij vandaag nog leven. Wat is dat voor een tijd? In het eerste hoofdstuk en vooral in de verzen 9-18 wordt het mooi samengevat. Het is

allereerst een heel moeilijke tijd, een tijd van ‘verdrukking’. Dat is het woord dat Johannes in vers 9 gebruikt. Hij is daar zelf een voorbeeld van, want Johannes was –omwille van het Woord van God en het getuigenis van Jezus Christus - door de Romeinen verbannen naar Patmos, een klein rotseiland in de Egeïsche zee, voor de kust van Turkije. De situatie van Johannes is echter ook een beeld voor de

9
Bijbelstudie 1

hele kerk. Johannes zegt: ik ben een ‘deelgenoot in de verdrukking’ die we als gelovigen allemaal ervaren.

Duivel

Bij die verdrukking mogen we denken aan alle moeilijke en verdrietige dingen in ons leven. In Openbaring gaat het echter vooral om de aanvallen van de duivel. Juist in de eindtijd, nu God beslissend heeft ingrepen door Zijn Zoon de Heere Jezus (Hebr. 1:1), gaat ook de duivel extra hard tekeer om dat werk van God weer af te breken, of om God in ieder geval tegen te werken.

In Openbaring 12 wordt de duivel vergeleken met een rode draak met zeven koppen en tien horens. Het is alsof God wil zeggen: ‘Pas op, als je met Mij wilt leven en mijn Zoon wilt volgen, zit je midden in een geestelijke strijd, dan heb je de duivel tegen je en hij gebruikt van alles.’ Bijvoorbeeld vervolging, soms zelfs door de overheid zoals bij Johannes en in onze tijd in Noord-Korea of China. Soms gebruikt hij groepsdruk: de verleiding om je aan te passen aan de mensen om je heen en compromissen te sluiten. Ook kan de duivel je afleiden van God en Diens plan met je leven, door middel van allerlei afgoden. Dingen die misschien op zichzelf helemaal niet verkeerd zijn, maar wel de plaats van God innemen.

Jezus (vers 10-16)

Gelukkig is de eindtijd niet alleen een tijd van verdrukking, het is ook een tijd waarin de Heere Jezus aan het werk is. Johannes wordt daar op een heel bijzondere manier aan herinnerd, want Jezus komt naar hem toe op de dag van de Heere, de zondag, Jezus’ opstandingsdag.

Jezus verschijnt aan Johannes in een visioen. Een soort droom, maar dan terwijl je wakker bent. Wat Johannes dan ziet en hoort, is zo bijzonder dat hij het eigenlijk niet goed kan beschrijven. Toch probeert hij het wel. Hij gebruikt daarvoor allerlei beelden die hij kent uit het Oude Testament, vooral uit het Bijbelboek Daniël.

Het eerste wat hij zegt, is dat Jezus’ stem klinkt als een bazuin, een trompet, waar iemand heel hard op blaast. Zo krachtig is de stem van Jezus! Daarna vertelt hij over de kleding die Jezus aanheeft: een gewaad tot op de voeten, met een gouden gordel. Kleding die ook door priesters of koningen gedragen werd. Jezus’ hoofd en haren zijn wit als witte wol of sneeuw, Zijn ogen schitteren als vlammen en Zijn voeten zijn als blinkend gesmolten koper. Opnieuw vertelt Johannes hoe krachtig Jezus’ stem is: als het geluid van een bulderende zee. Jezus’ stem is niet alleen krachtig, Zijn woorden leggen je leven en je hart open, het is alsof er een scherp zwaard uit

10

Jezus’ mond komt. Ten slotte zegt Johannes nog iets over Jezus’ gezicht: het straalt zo fel als de zon. Het is niet de bedoeling dat we te veel op de details letten of ons afvragen hoe dit allemaal samen kan gaan. Het gaat om het totaalbeeld, om het krijgen van een indruk van het overweldigende van dit visioen. Het is de bedoeling dat we ontdekken hoe groot en heerlijk Jezus Christus is.

Wees niet bevreesd (vers 17-20)

Als Johannes Hem zo ziet, valt hij ‘als dood’ aan Zijn voeten. Hoewel Johannes de Heere Jezus goed kent en Hem ook na Zijn opstanding gezien heeft, kan hij niet overeind blijven staan als Zijn Heere in dit visioen zo groot en overweldigend naar hem toekomt. Hij valt ‘als dood’ aan Zijn voeten.

Vervolgens lezen we de kernverzen van dit hoofdstuk: ‘en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd.’ Daarmee zegt Jezus: Johannes, je hoeft niet bang voor me te zijn, Ik ben het. Hij zegt echter nog meer, vooral: Johannes, wat je ook meemaakt in deze tijd van verdrukking, hoe de duivel ook tekeergaat, Ik ben er ook. Wat je ook aan tegenstand ondervindt, Ik ben bij je en Ik bewaar je.

Dit zegt Hij niet alleen tegen Johannes, maar tegen iedere gelovige. Daarom ziet Johannes die kandelaren met Jezus in het midden en die sterren in Jezus’ rechterhand. Dat zijn allereerst de zeven gemeenten in Klein-Azië: Efeze, Smyrna, Pergamus, Thyatira, Sardis, Filadelfia en Laodicea, de eerste lezers van Openbaring. Die zeven gemeenten staan echter tegelijkertijd voor alle gelovigen, voor de kerk van alle tijden en plaatsen.

Als wij moeten zeggen: Heere Jezus, dicht bij U is de beste plek maar ik vind geloven en blijven geloven zo moeilijk, ik word zo moe van die verdrukking en van die tegenstand van de duivel, dan zegt Jezus: Ik ben bij je, Ik houd je vast.

In vers 18 zegt Hij het zo, herinnerend aan Pasen: ‘Ik was dood, en zie Ik ben levend tot in alle eeuwigheid.’ Het is alsof Hij wil zeggen: al lijkt het alsof alles doodloopt, Ik zorg voor een nieuw begin al moet het dwars door de dood heen.

Eenmaal voorbij

Eenmaal is het voorbij met alle verdrukking. Dat is het derde wat in het Bijbelgedeelte naar ons toekomt. De eindtijd houdt een keer op. Straks komt Jezus terug om Zijn werk af te maken en is het voorbij met de duivel, de zonde, het lijden en de dood. Je zou het zo kunnen zeggen: wat Johannes hier meemaakt op Patmos, dat Hij Jezus ziet, zullen we allemaal een keer meemaken. Niet in een visioen, maar letterlijk, als Jezus terugkomt.

Bij Zijn eerste komst kwam Hij als een klein kindje, bijna niemand had het in de gaten. Bij Zijn wederkomst komt Hij echter als de grote Koning, dan zal iedereen Hem zien (vers 7) en moet iedereen voor Hem op de knieën (Filipp. 2:10-11). Als je dat dan nog nooit gedaan hebt, is het te laat. Openbaring waarschuwt ons keer op keer: je kunt straks ook buiten staan (6:15-17; 21:7-8), zonder Jezus loopt het slecht af. Wie wil er nu leven zonder Jezus? Dat hoeft gelukkig niet. Laten we niet te groot zijn en ons klein maken voor Hem, net als Johannes. Dan legt Hij Zijn rechterhand ook op ons.

Dit valt mij op

11

Algemene vragen

1. Johannes was verbannen naar Patmos.

Wat betekent ‘deelgenoot’ zijn in de verdrukking voor ons?

Hoe wordt de kerk in Nederland verdrukt in onze tijd? Waar denken we dan vooral aan?

2 Leven als christen is leven in de spanning tussen het Koninkrijk van God dat in de Heere Jezus gekomen is (Mark. 1:14-15; Hebr. 1), en de ‘verdrukking’ die de eindtijd kenmerkt. Hoe gaan wij met die spanning om?

Wat ervaren wij meer, het Koninkrijk dat al gekomen is of het Koninkrijk dat nog moet komen?

3 Hebben wij Jezus’ rechterhand weleens gevoeld?

Durven we daarvan iets te vertellen aan elkaar?

Of gaat het niet om een bepaalde ervaring? Probeer met elkaar te ontdekken hoe en waarin wij Jezus’ rechterhand kunnen zien.

Studievragen

4 De Engelse puriteinen legden veel nadruk op meditatie, ‘heilig nadenken’ over God en de belangrijke thema’s van het christelijk geloof. Zouden we juist in onze vluchtige tijd niet veel meer moeten mediteren? Hoe zouden we dat kunnen doen en wat kan daarbij helpen? Misschien is dit ook een mooie opdracht voor de komende week: mediteer over de Heere Jezus zoals Hij in Openbaring 1:10-16 beschreven wordt.

5 Waarom zouden de gemeenten in vers 20 vergeleken worden met sterren en kandelaren (zie Ex. 25:37; Matt. 5:14-15 en Filipp. 2:15)? Wie zijn de ‘engelen’ van de gemeenten?

6 Welke beelden uit Jesaja en Daniël komen we in dit visioen over de Heere Jezus tegen?

Antwoorden

Danken en bidden

Dank de Heere Jezus dat Hij waakt over Zijn kerk. Bid dat Hij je ogen opent voor Hem en voor Zijn heerlijkheid.

12 ?
!

Verwerking

1

Rondom Openbaring 1:1-20

Wees niet bang

De eindtijd kan ons zorgen baren, maar Openbaring 1:1-20 wijst ons erop dat de eindtijd uitloopt op

Verwerking

We maken een lauwerkrans die symbool staat voor overwinning. We houden het simpel en gebruiken de achtergrond van deze pagina als overtrekvorm.

Benodigdheden:

- IJzerdraad (ik gebruikte hier zwart plantendraad, maar ander ijzerdraad kan ook)

- Puntbektang/sieradentang

Aan de slag

• Neem een lang stuk ijzerdraad (laat het voor de zekerheid op de rol zitten).

• Gebruik de achtergrond van deze pagina als overtrekvorm.

• Begin bij het uiterste blaadje en werk richting de onderkant van de tak, bij elk blaadje kun je het ijzerdraad vastdraaien.

• Als je de hele tak af hebt, laat je er nog een stuk ijzerdraad extra aanzitten. Maak de tak twee keer.

• De basis is klaar. Als je één tak omdraait (spiegelt) heb je een krans. Met de overige stukken ijzerdraad kun je ze aan elkaar bevestigen en er een oog aan maken.

Tip

Leuke variatie: je kunt er (droog)bloemen doorheen verwerken

De verwerkingen zijn dit jaar gemaakt door Esther van der Ent-van Willigen uit Dordrecht. Esther is illustrator/vormgever en daarnaast begeleider in de zorg.

13
bij Bijbelstudie 2
1

Bijbelstudie 2

Jezus staat buiten Openbaring 3:14-22 2

Lezen Zingen

Openbaring 3:14-22

Ps. 139 vers 1 en 14

Ps. 32 vers 3

Ps. 25 vers 4

WK 287

WK 56

Stel je eens voor dat de Heere Jezus in onze gemeente op bezoek zou komen, Hij maakt onze kerkdiensten, Bijbelkringen en andere bijeenkomsten mee, merkt hoe we in de gemeente met elkaar omgaan en ervaart welke plek we als gemeente in onze stad of ons dorp innemen. Wat zou Hij over ons zeggen? Die vraag komt bij je boven als je de zeven brieven in Openbaring 2 en 3 doorleest.

Brief

Openbaring 2 en 3 hebben een wat ander karakter dan de overige hoofdstukken van Openbaring. Ze herinneren ons eraan dat Openbaring behalve slechts een Bijbelboek, tevens een brief is (1:3), gericht aan zeven gemeenten in Asia (1:4). In hoofdstuk 2 en 3 richt de Heere Jezus Zich persoonlijk tot elk van deze zeven gemeenten. Samen staan ze voor Christus’ hele kerk. De sterke en zwakke kanten van de afzonderlijke gemeenten zijn van alle tijden, net als de roeping en de bedreigingen.

Buiten (vers 20)

We letten in deze Bijbelstudie op één van de brieven: die aan de gemeente van Laodicea, een stad in het zuiden van het huidige Turkije. Het is een heftige brief. Jezus zegt nogal wat, zeker in vers 20. In dat kernvers zegt Hij: ‘Zie, ik sta aan de deur en Ik klop.’

Wanneer klop je op een deur? Als je buiten staat en ergens naar binnen wilt. Jezus staat dus buiten, terwijl het hier gaat om christenen!

We kunnen hierbij denken aan ongelovigen in de gemeente, mensen die wel bij de gemeente horen,

14

maar de Heere Jezus niet echt kennen, meelopers of naamchristenen. Veel uitleggers zijn er echter van overtuigd dat we vooral moeten denken aan gelovigen die lauw zijn geworden, oppervlakkig zijn gaan leven, zich hebben aangepast aan de mensen om hen heen en van de Heere Jezus en Zijn woorden zijn afgedwaald, op zo’n manier dat Jezus eigenlijk buiten staat. Ze hebben het niet eens in de gaten. Als we aan de christenen in Laodicea gevraagd hadden hoe het in de gemeente ging, zouden ze gezegd hebben: ‘Het gaat prima, niets aan de hand, in elk geval niets bijzonders.’

Zelfgenoegzaam en zelfredzaam (vers 17a)

Zo’n reactie past bij de hele sfeer in Laodicea en het levensgevoel van de inwoners. Laodicea was een rijke stad, er werd veel geld verdiend in de handel, het bankwezen en de textielindustrie. Ook op medisch gebied was men er heel ver. Jezus spreekt in vers 18 over ogenzalf, daar stond Laodicea om bekend. De mensen waren trots op wat ze bereikt hadden. Hun rijkdom gaf hun het gevoel dat ze de hele wereld aankonden. Toen de stad in het jaar 60 getroffen werd door een zware aardbeving, en de Romeinse

15

keizer Nero hulp aanbood, wezen de mensen in Laodicea die hulp af. Niet nodig, we doen het zelf wel. Die zelfgenoegzaamheid en die zelfredzaamheid waren ook doorgedrongen in de christelijke gemeente. Ook de christenen in Laodicea voelden zich rijk en sterk en hadden niet zoveel nodig. Zelfs de Heere Jezus hadden ze niet zo nodig, daarom stond Hij buiten.

Ik kan niet zonder U

Toen ik dit Bijbelgedeelte las, moest ik denken aan een mooi lied van Christian Verwoerd: Ik kan niet zonder U Het begint zo:

Laat mij vol zijn van U, heel de dag die voor me ligt, Laat me sterk zijn als ik voor mijn taken sta. Laat de keuzes die ik maak op Uw glorie zijn gericht, Heer, geef mij Uw wijsheid vandaag.

Laat mij liefdevol zijn als Uw warmte wordt gemist, Laat mij scherp zijn als de waarheid wordt verdraaid. Laat mijn daden mogen spreken als een goed getuigenis, Heer, geef mij Uw wijsheid vandaag.

‘Ik kan niet zonder U …’ Dat is toch geloven, net als steeds weer bidden: ik kan niet zonder U Heere Jezus, helpt U mij, redt U mij, zegent U mij, anders komt er niets van mijn leven terecht.

Lauw (vers 16 en 17b)

Dit gebed zijn de christenen in Laodicea echter verleerd, Jezus staat buiten. Wat ben je dan arm, hoe rijk je je misschien ook voelt. Dat is wat de Heere Jezus in vers 17 tegen hen zegt: ‘Jullie zijn ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt.’

In vers 16 maakt Jezus een vergelijking met het water in Laodicea. Dat was in die tijd lauw omdat het via een aquaduct aangevoerd moest worden. Heel anders dan het frisse en koele water van Kolosse of het hete water van de geneeskrachtige heetwaterbronnen van Hiërapolis, steden in de buurt van Laodicea. Nu zegt Jezus tegen de christenen in Laodicea: ‘Als Ik naar jullie leven kijk, dan kan Ik alleen maar zeggen dat jullie net

zijn als dat lauwe vieze water.’ Sterker nog, Hij zegt: ‘Ik zal jullie uit Mijn mond spuwen!’

Liefde (vers 19)

Is dat Jezus, Dezelfde Die in Openbaring 1 zegt: Wees niet bevreesd? Ja, dat is ook Jezus: heel erg boos als we Hem buiten ons leven houden of opnieuw buiten zetten. Juist omdat Hij ons zo liefheeft! Zo zegt Hij het ook in vers 19: ‘Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik.’ Met deze harde woorden laat Hij merken dat het zo niet kan blijven, je kunt Hem niet buiten laten staan. Daarom ook die oproep in vers 20: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop.’ Jezus wil naar binnen, Hij wil dat er een einde komt aan de verwijdering en de afstand. Daarom gebruikt Hij het beeld van de maaltijd, Hij wil dat de deur van ons hart wijd opengaat zodat we (opnieuw) samen met Hem gaan leven.

Jezus binnenlaten

‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop.’ Wat is ons antwoord? Misschien wel: Heere Jezus, ik ben niet beter dan die christenen in Laodicea. Ik heb de deur voor U opengedaan en mag weten dat U ook mijn Redder en Zaligmaker bent, maar ik ben toch nog zo geneigd om langs U heen te leven en U weer buiten te zetten. Veel te vaak doe ik dat ook, los ik het zelf wel op, vertrouw ik op mijn eigen inzicht en laat ik me niet leiden door Uw woorden. Veel te vaak zoek ik ook een tussenweg, leef ik niet radicaal voor U. Wilt U dat vergeven en wilt U weer bij me binnenkomen?

Dit is wel een spannend gebed, want wat doet de Heere Jezus met ons als Hij dan binnenkomt? Wat moet er veranderen, wat moeten we loslaten, wat zal Hij van ons vragen? Tegelijkertijd is dat precies wat we nodig hebben: het is nodig dat Hij ons bekeert en vernieuwt, bevrijdt van onszelf en onze eigen belangen, en ons ombuigt naar God en de dingen van Zijn Koninkrijk. Misschien denkt iemand: ik weet dat ik Jezus nodig heb omdat ik dan pas echt rijk ben, maar ik krijg de deur van mijn hart niet open, wat ik ook probeer. Dat mogen we eerlijk tegen Hem zeggen. Als het Zijn verlangen is om binnen te komen, zou Hij ons dan niet willen helpen? ‘Bid en u zal gegeven worden!’ (Matt. 7:7).

Dit valt mij op

16

? !

Algemene vragen

1. Wat zou de Heere Jezus van onze gemeente zeggen? Waar zou Hij blij mee zijn? Waar zou Hij juist niet blij mee zijn?

2. In de Bijbelstudie wordt het lied Ik kan niet zonder U genoemd. Waar hebben wij de Heere Jezus voor nodig?

3. Staat Hij bij jou (weer) buiten? Hoe zou dat komen? Wat moet er veranderen in je leven?

4. Wat kun je zeggen tegen iemand die de deur van zijn hart niet open krijgt?

5. Kennen we andere voorbeelden uit de Bijbel waarin zelfgenoegzaamheid of zelfredzaamheid naar voren komen?

Studievragen

6. Wat bedoelt de Heere Jezus als Hij in vers 21 belooft dat de gelovigen met Hem op Zijn troon zullen zitten? Hoe zou deze belofte de christenen in Laodicea kunnen helpen?

7. Wat betekent het dat Jezus Zichzelf in vers 14 de ‘Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige en het begin van Gods schepping’ noemt?

Bidden en danken

Dank voor het gebed van de Heere Jezus, dank ervoor dat Hij ons steeds weer opzoekt. Bid dat je nooit vergeet dat we zonder Hem niets kunnen doen (Joh. 15:5).

17
Antwoorden

Verwerking bij bijbelstudie 1

Openbaring 3

Jezus staat buiten

Lees samen Openbaring 3:14-22 en beantwoord daarna de volgende vragen.

1. Wat zegt dit gedeelte over Jezus?

2. Welke waarschuwing komt erin naar voren, ook voor mij?

3. Welke belofte wordt hier weergegeven, ook voor mij?

5. Welk onderdeel kan ik gebruiken voor mijn persoonlijk gebed?

4. Welk gedeelte spreekt mij het meest aan?

18
Tekst Marja de Kruijf-Ros
2
Verwerking bij Bijbelstudie 2

Ontvang

Openbaring vooral als een geschenk van de Heere God.

Wilt u zichzelf aan ons voorstellen?

Ik ben ds. Marco de Wilde, geboren op het eiland Tholen, maar opgegroeid in Ridderkerk. Ik ben getrouwd met Marleen en we hebben twee kinderen. Binnenkort hoop ik bevestigd te worden als predikant in Nunspeet. We wonen nu in Sommelsdijk en daarvoor was ik predikant in Nijkerk.

Het is heel bijzonder om voor je werk bezig te mogen zijn met de Heere God en Zijn Woord. Het is mijn verlangen om daarbij steeds de Heere Jezus centraal te stellen, ‘Opdat Hij in alles de Eerste is’ (Kol. 1:18). Ik ben ervan overtuigd dat Hij ook het geheim van Openbaring is. In mijn werk en mijn lezen van de Bijbel laat ik me graag inspireren door Calvijn, de puriteinen en hedendaagse Engelse en Amerikaanse theologen.

U schreef 11 Bijbelstudies n.a.v. het Bijbelboek Openbaringen. Wat raakte u vooral?

Tijdens de tweede golf van de coronatijd heb ik een prekenserie over Openbaring gehouden. Toen ontdekte ik dat God precies de woorden gaf die we toen in die heftige en onzekere tijd nodig hadden. Twee dingen kwamen vooral naar me toe. Enerzijds de radicale oproep om te geloven en daarin te volharden,

wat dat ook kost en wat daar ook tegenin komt. Anderzijds de troost dat de Heere Jezus op de troon zit en dat Hij doorgaat met Zijn werk, wat er ook gebeurt. Wat me steeds weer raakt is hoe de Heere Jezus in Openbaring getekend wordt: als de Leeuw van Juda (groot en sterk) en als het Lam dat staat als geslacht (zwak en nederig).

Wat wilt u de vrouwen meegeven nu ze dit boek gaan bestuderen?

Ontvang Openbaring vooral als een geschenk van de Heere God. Hij wil ons iets laten zien. Daarbij moeten we bedenken dat Openbaring niet alleen over de toekomst gaat, maar ook en zelfs vooral over de tijd waarin we nu leven, de eindtijd.

Openbaring wil ons leren om vanuit God, Zijn plan en Zijn werk in Zijn Zoon de Heere Jezus, naar ons leven en deze wereld te kijken. Laten we daar ook om bidden. En nog iets: mooi om te bedenken als we de psalmen zingen en overdenken, dat we in het spoor van onze Heiland gaan, Die de lofzang gezongen heeft.

19
Interview
Tekst
Gertruud de Koeijer / Beeld M.K. de Wilde Ds. M.K. de Wilde

3

De troon, het boek en het Lam

Openbaring 4-5

Lezen

Psalm 42 en 43

Zingen

Lezen Zingen

Ps. 33 vers 6 en 10

Ps. 103 vers 10 en 11

Ps. 72 vers 10

WK 433

WK 438

Geloven heeft alles te maken met de ‘dingen die we niet zien’ (Hebr. 1:1). Daar hebben we in onze seculiere tijd en cultuur steeds minder gevoel voor. We zijn vooral druk met de dingen die we wel kunnen zien. Het Bijbelboek Openbaring kan ons helpen om meer oog te krijgen voor de geestelijke werkelijkheid waar we zo gemakkelijk aan voorbij leven. Dat geldt zeker voor de hoofdstukken 4 en 5. God doet de deur van de hemel voor Johannes open. Hij ziet van alles, maar vertelt vooral over drie dingen: een troon, een boekrol en een lam.

Troon (4:1-11)

Eerst lezen we over een troon, de troon van God. Mooi hoe

Johannes dat zegt: op de troon zat ‘Iemand’. Hij kan niet vertellen hoe God eruitziet, daar is Hij veel te groot en te bijzonder voor. Hij ziet alleen maar fonkelende, stralende kleuren, die Johannes doen denken aan edelstenen. Rond de troon van God staat een soort hemelse hofhouding van vierentwintig ouderlingen (met witte kleren en gouden

kronen) en vier bijzondere dieren. Zij maken de Heere God groot en eren Hem. Ook lezen we over bliksemstralen, donderslagen en stemmen, zeven vurige fakkels, een regenboog en een glazen zee.

God zit op de troon

Net als bij het eerste visioen in Openbaring 1 moeten we niet te veel op de details letten, en vooral het totaalbeeld

20 Bijbelstudie 3

naar ons toe laten komen. Dan is Openbaring 4 een plaatje, een visioen over de grootheid en de macht van de Heere God. Hij zit op de troon, wij niet, dat is een hele les. Het leven draait niet om ons, wij maken niet uit wat goed of fout is en kunnen onszelf niet gelukkig maken, dat kan God alleen. Hij zit op de troon, ook al lijkt het soms alsof dat niet zo is, wanneer we denken aan de macht van de duivel, de zonde en de dood. Maar God zegt door dit visioen: nee, Ik zit op de troon, en Ik voer Mijn plan uit, wat er ook gebeurt.

Boekrol (5:1-4)

Vervolgens komen we bij het tweede wat Johannes ziet: de boekrol in Gods rechterhand. Die boekrol is het plan van de Heere God, Zijn verlossingsplan voor de gevallen en gebroken wereld. Dat verlossingsplan is tot in de details uitgewerkt. Daarom is de boekrol vanbinnen en vanbuiten beschreven. Er kan niets meer bij. Er hoeft ook niets meer bij. Gods plan gaat over alle dingen, over de grote lijnen van de wereldgeschiedenis en over de kleinste dingen van ons persoonlijk leven.

Verzegeld

Het plan van God is echter verzegeld. Wie is het waard om de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken? Dat zou je kunnen opvatten als: wie mag weten wat erin staat,

wie mag er in de toekomst kijken? Het gaat hier echter om een veel belangrijker vraag: wie zorgt ervoor dat Gods verlossingsplan wordt uitgevoerd, zodat het nog wat wordt met deze gebroken en verloren wereld?

Het antwoord lijkt niet zo moeilijk: daar zorgt de Heere Jezus voor, de Zoon van God. Dat antwoord wordt hier echter niet meteen gegeven, want dat kun je ook te snel doen, zonder dat je echt beseft hoe wanhopig je er zonder Hem aan toe bent. Daarom moet Johannes zich eerst een wereld voorstellen zónder Jezus, en moeten wij dit als lezers ook proberen. Wie maakt er dan nog wat van? Waar is dan nog houvast en hoop te vinden?

Als Johannes erover nadenkt, moet hij hard huilen. Terecht! Er is geen andere redder. Niemand is het waard om de boekrol te openen, in de hemel niet, op de aarde niet en onder de aarde niet. Zonder Jezus heeft ons leven geen enkele zin, zonder Hem hebben we geen toekomst. Zonder Hem hebben zonde, onrecht, lijden, duivel en dood het laatste woord.

Leeuw van Juda (vers 5)

Dan zegt een van de ouderlingen: ‘Stop maar met huilen, want Jezus is er wel! De Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.’

21

Vooral de eerste naam voor Jezus valt op: Leeuw van Juda (zie Gen. 49:9-10). Onze Zaligmaker is als de koning van de dieren, zo groot en sterk. Hij is de grote Koning voor Wie we allemaal moeten buigen in diep ontzag, Die alle macht heeft in de hemel en op de aarde.

Een Lam

Maar dan het vreemde, het derde wat in dit visioen naar ons toekomt: als Johannes opkijkt, ziet hij geen leeuw maar een lam, geen sterk en levensgevaarlijk dier, maar een kwetsbaar en nederig dier. Geen dier dat brult en doodt, maar een dier dat stil is en zich laat doden. Je vraagt je af: hoe zit het nu, is Jezus nu een leeuw of een lam? Hij is het allebei! Hij is groot en klein tegelijk. Aan de ene kant is Hij sterk en gevaarlijk als een leeuw. Als we ons tegen Hem verzetten en dat blijven doen, dan hebben we echt een groot probleem. Aan de andere kant is Hij zwak, kwetsbaar en nederig als een lam. Een Koning Die van Zijn hemelse troon afstapt om naar deze verloren wereld te komen, midden in onze ellende. Een Koning Die met zondaren eet, vuile voeten wast, Zich gevangen laat nemen, Zich laat bespotten en zelfs Zijn leven geeft aan een kruis. Zo, door te knielen, door Zich te laten vernederen en doden, overwint Hij de zonde, de duivel en de dood en zorgt Hij voor een nieuw begin, voor een toekomst vol van hoop. Onvoorstelbaar, de Leeuw van Juda laat Zich slachten als een Lam.

Jezus lééft

Johannes ziet echter geen geslacht Lam. Hij ziet een Lam dat stáát als geslacht. Een herinnering aan Pasen. Jezus is wel in de dood geweest, maar niet in de dood gebleven. Hij leeft. Ook al is Hij teruggegaan naar de hemel en niet langer op deze aarde: ook in de hemel is Hij aan het werk om Zijn Koninkrijk te bouwen en Zijn genadegaven uit te delen, om ons tot geloof te brengen en ervoor te zorgen dat we in dat geloof volharden. Eigenlijk lezen we hier in Openbaring 4 en 5 dus hetzelfde als in Openbaring 1. Ja, de eindtijd – de tijd tussen Jezus’ eerste en tweede komst – is een moeilijke tijd. Een tijd van verdrukking, een tijd waarin de duivel tekeergaat. Hij probeert ons te laten vallen, zo hard dat we nooit meer opstaan. Maar de Heere Jezus is er ook. Soms laat Hij Zijn macht heel duidelijk zien. Hij werkt als een leeuw, zoals bij Paulus die op een heel bijzondere manier, met veel geweld, door Jezus tot bekering wordt gebracht.

Verborgen en kwetsbaar

Meestal werkt Jezus echter anders, meer als een lam. Op een stille, verborgen en kwetsbare manier. Soms denk je: waarom zie ik er niet meer van of waarom grijpt U niet in? Soms denk je zelfs: het lijkt wel alsof Jezus aan het verliezen is. Dan mogen we denken aan dit visioen, aan die troon, die boekrol, het Lam dat Gods verlossingsplan uitvoert. Vaak onder de schijn van het tegendeel, maar het gebeurt wel. Gods plan wordt uitgevoerd, Gods Koninkrijk wordt gebouwd. Straks is het een grote menigte die niemand tellen kan, uit alle naties, stammen, volken en talen (Openb. 7:9).

Dit wil ik delen

22

? !

Algemene vragen

1. Hoe komt het dat christenen vroeger over het algemeen meer oog hadden voor de ‘dingen die we niet kunnen zien’? Vraagt dat van ons misschien radicale keuzes? Waar denk je dan aan?

2. Als Johannes in de hemel kijkt, ziet hij eerst een troon. Wat zegt dat over de hemel?

3. Dat de boekrol vanbinnen en vanbuiten beschreven is, herinnert eraan dat Gods plan over alle dingen gaat. Kun je andere Bijbelgedeelten noemen die laten zien dat Gods plan over alle dingen gaat? Wat doen deze gedeelten met ons? Vinden we het lastig of bemoedigt het ons juist?

4. Wat doet de Heere Jezus nu in de hemel? Wat betekent dat voor ons persoonlijk?

Studievragen

5. Vaak werkt de Heere Jezus niet als een leeuw maar als een lam. Bespreek bijvoorbeeld eens Handelingen 7:54-60 over Stefanus en Handelingen 12:1-19 over het verschil tussen Jakobus en Petrus.

6. Hoe kun je in het dagelijks leven als gelovige en als gemeente lam en leeuw zijn? Of kun je dat niet? Zoek hiervan voorbeelden in de Bijbel.

Bidden en danken

Dank dat God Zijn Zoon heeft gegeven als het Lam van God. Bid dat we ons aan Hem en Zijn plan mogen overgeven, hoe Hij ons leven ook leidt.

23
Antwoorden

Verwerking

Rondom Openbaring 4:1-5:14

De troon 3

In dit visioen is de troon van God te zien, waarbij God regeert en niet wij, het kwaad en de duivel dus ook niet!

Verwerking

Deze verwerking is gericht op de koninklijkheid (van de troon) van God. Hier maken we kwastjes aan een slinger als koninklijke versiering.

Benodigdheden:

- Wol of katoen

- Kralen (hout)

- Stukje karton

- Schaar

Aan de slag:

• Knip een stukje stevig karton tot een vierkantje.

• Draai een bol wol/katoen minimaal 20 keer om het karton heen.

• Knip een draad van 30 cm en haal deze door het geheel heen. Leg bovenin twee knopen.

• Knip vervolgens de onderkant van het geheel door. Je hebt nu een kwastje.

• Knip een draad van 40 cm en draai dit om het kwastje heen. Leg er weer twee knoopjes in en knip de onderkant van het kwastje gelijk.

• Je kunt nu zoveel kwastjes maken als je wilt, afhankelijk van hoelang je de slinger wilt maken. Uiteindelijk knip je een draad op de gewenste maat van de slinger en knoop je daar de kwastjes aan. Tussen de kwastjes kun je (houten) kralen rijgen.

Tip

Je kunt van een kwastje ook een sleutelhanger maken. Rijg aan de bovenkant 2 kralen en knoop er een sleutelring aan vast.

1 1
bij bijbelstudie 1 24 1 Creatieve verwerking 2
Bijbelstudie 3

Vier ruiters Openbaring 6 4

Lezen Zingen

Openbaring 6

Ps. 9 vers 1 en 8

Ps. 119 vers 69 en 83

Ps. 90 vers 1 en 7

WK 503

WK 472

Openbaring is een plaatjesboek over de eindtijd, de periode tussen Jezus’ eerste en tweede komst. Daarbij legt elk plaatje, elk visioen weer een eigen accent. In Openbaring 6 wordt de eindtijd getypeerd aan de hand van vier ruiters die door de wereld gaan.

Wit

paard (vers 2)

Bij deze ruiters moeten we denken aan soldaten op oorlogspaarden. Vandaag zouden we zeggen: vier tanks die door de wereld rijden, met grote gevolgen. Het eerste paard is wit. De ruiter die erop zit, heeft een kroon op zijn hoofd en een boog in zijn hand. Uitleggers verschillen nogal van mening over deze eerste ruiter. Ik denk dat we hier het best kunnen denken aan Jezus Zelf. In Openbaring 19 lezen we ook over een ruiter op een wit paard en daar gaat het zeker over Hem.

Dat het hier in Openbaring 6 ook om Jezus gaat, sluit mooi aan bij het vorige hoofdstuk: Openbaring 5. Daarin ging het

over de boekrol in de hand van God, Zijn verlossingsplan voor deze wereld. Die boekrol was echter verzegeld. Een engel vroeg: ‘Wie is het waard om de boekrol te openen? Wie zorgt ervoor dat het nog wat wordt met deze verloren wereld?’ Toen wees een van de ouderlingen (waarschijnlijk engelen) op de Heere Jezus: Hij zorgt daarvoor.

Overwinnend door de wereld

Nu lezen we in Openbaring 6 hoe het verder gaat, hoe Jezus de boekrol opent en Gods plan uitvoert. Eerst gaat het dan over deze witte ruiter die overwinnend door de wereld gaat. Een schitterend beeld voor de Heere Jezus

25 Bijbelstudie 4

en Zijn werk. Hij bouwt Zijn Koninkrijk door Zijn woord en Geest, ondanks alle hindernissen en tegenstand. Niets of niemand kan Jezus tegenhouden. Ik hoop dat we dit ook over ons eigen leven mogen zeggen: ja, Jezus kwam er toch doorheen, door mijn verzet, door mijn verdriet, door al die dagelijkse beslommeringen. Jezus overwon.

Andere paarden (vers 3 tot 8)

We lezen ook over drie andere ruiters. Die hebben een heel ander karakter. Zij bouwen niet op, zij breken juist af. Eerst een ruiter op een rood paard – de kleur van bloed en vuur – met een groot zwaard in zijn hand. Hij rijdt door de wereld om vrede weg te nemen. Hij zet mensen tegen elkaar op en zorgt voor ruzie en oorlog. Ook in onze tijd merken we hoe hij aan het werk is.

Dan een zwart paard. De ruiter die erop zit, heeft een weegschaal in zijn hand. Dat wijst op voedselschaarste. Het graan en de gerst moet met kleine beetjes worden afgewogen. De prijs die betaald moet worden – een penning, dat is een dagloon – is meer dan tien keer zo hoog als normaal. Niet dat alles op is, er is bijvoorbeeld nog wel olie en wijn, er is echter wel een tekort. Voor de rijken is dat geen probleem, maar hoe is dat als je arm bent? Wat we hier lezen is voor veel mensen in bijvoorbeeld Afrika keiharde werkelijkheid.

We lezen ook nog over een grauw paard, een beeld voor de dood en vooral voor een gewelddadige, onnatuurlijke dood.

We zien zijn macht in het groot in de verschrikkelijke oorlog

in Oekraïne, maar ook in het klein (en dichterbij) in een moord of een verkeersongeluk. Elke dag zijn de media er vol van.

Het Lam regeert

Nu is de boodschap van Openbaring 6: toch zit God op de troon. Hij regeert, ook al gaan die paarden door deze wereld. Nog preciezer: God regeert door Zijn Zoon. Er staat met nadruk in vers 4 en 8 dat de ruiters ‘macht’ wordt ‘gegeven’ om hun werk te doen. Ze krijgen de ruimte. Bovendien opent het Lam de zegels. Ook het tweede, derde en vierde zegel. Wat deze ruiters doen, staat in het perspectief van Zijn verlossingsplan. Het moet meewerken ten goede (Rom. 8:28).

Daar begrijp je soms helemaal niets van. De manier waarop God ons leven leidt, doet soms ook verschrikkelijk veel pijn. Maar God zegt door deze woorden van Openbaring 6: ‘Vertrouw toch op Mij, Ik maak het goed.’ Of beter nog, God zegt: ‘Denk eens aan Mijn Zoon, de Heere Jezus.’ Hij is de Leeuw van Juda. Groot en sterk. Maar Hij is ook dat Lam: kwetsbaar, nederig. Hij laat Zich zelfs doden aan een kruis. Juist zo voert Hij Zijn plan uit en is Hij de Zaligmaker van deze wereld.

Openbaring leert ons om ons eigen leven te plaatsen in het grote verhaal van God, bij wat Hij aan het doen is in deze wereld. Dat is geen antwoord op al onze vragen, maar wel genoeg om het vol te houden. God staat erboven en Hij zorgt ervoor dat het goed afloopt. Nog even geduld.

26

Radicale keuzes (vers 9-11)

Er is ook geduld nodig als het veel kost om Jezus te volgen, een thema dat in Openbaring steeds op de achtergrond meespeelt en zeker hier in Openbaring 6. Jezus volgen, is wandelen over een smalle weg (Matt. 7:13-14). Dan is de verleiding groot om toe te geven en een middenweg te zoeken. Een beetje voor God en een beetje voor de mensen om ons heen, of een beetje voor God en een beetje wat we zelf graag willen.

Dwars tegen die verleiding in, worden we in Openbaring opgeroepen om niet toe te geven, maar te volharden. Zelfs al kost het ons leven, want zo ver kan het gaan (zie vers 9-11). Hoe dan ook moeten we radicale keuzes maken.

Als Jezus straks terugkomt, willen we toch niet aan de verkeerde kant staan? Dan lijk je nu misschien een winnaar, maar ben je straks een verliezer.

Jezus komt terug (vers 12-17)

Aan het eind van Openbaring 6 lezen we over Jezus’ wederkomst. Allerlei beelden uit het Oude Testament buitelen over elkaar heen. Een grote aardbeving, de zon die zwart wordt, de maan rood als bloed, sterren die uit de lucht vallen als vijgen die door de storm uit een boom worden

geschud, de hemel die wordt opgerold als een vel papier en alle bergen en eilanden die van hun plaats worden gerukt. Een uitlegger zegt: ‘Het lijkt wel alsof God de schepping terugdraait en ongedaan maakt.’ Genesis 1 maar dan andersom. Als Jezus terugkomt, is het echt voorbij met deze wereld. Dan kan niemand meer om Hem heen.

Nu kunnen we Jezus nog uit ons leven wegduwen, of Hem parkeren, maar dat kunnen we dan niet meer doen. Dan zullen we Hem allemaal zien, met onze eigen ogen (Openb. 1:7). Niet als dat kleine Kindje in de kribbe of als de Man

Die rondging in Israël en uiteindelijk stierf aan een kruis, maar zoals Johannes Hem zag in het eerste visioen in Openbaring 1: als die geweldig grote Koning Die alle macht heeft in de hemel en op de aarde.

Wat zegt Hij dan tegen ons? Zegt Hij: ‘Kom binnen’ of zegt Hij: ‘Ga weg van Mij?’ De belangrijkste vraag van ons leven is niet: wat maak ik allemaal mee. Dat weegt wel zwaar, ook voor God (Ps. 10:14; 56:9), maar het is niet beslissend. De belangrijkste vraag is: Wie is Jezus voor mij, ken ik Hem, leef ik met Hem, heb ik mijn vuile kleren gewassen in Zijn bloed, zoals we het zo mooi lezen in Openbaring 7?

Hier wil ik voor bidden en danken
27

Algemene vragen

1. Merken wij iets van het witte paard dat overwinnend door de wereld gaat?

2. Moeten we het werk van de drie andere ruiters ook zien als een straf van God?

3. Denken we weleens aan de ‘dag van de toorn van het Lam’ (vers 17)? Hebben we daar als christenen genoeg aandacht voor?

4. Sta jij soms voor radicale keuzes? Lees samen een getuigenis van een vervolgde christen op de website Van SDOK of kijk samen naar een filmpje op het YouTube kanaal van SDOK. Het kan je bemoedigen om zelf ook te volharden.

Studievragen

Scan deze QR-code voor een filmpje van SDOK

5. Waar in de Bijbel lees je nog meer over de kosmische tekenen die in vers 12 t/m 14 worden genoemd? Wat vertelt dit je over de betekenis van deze tekenen?

6. ‘God werkt vaak onder de schijn van het tegendeel’ (Luther), of in taal van Openbaring: de Leeuw van Juda werkt vaak als een Lam.

a. Noem voorbeelden uit de Bijbel.

b. Waarom zou dat zo zijn?

c. Herkennen we dat ook uit ons eigen leven?

Antwoorden

Bidden en danken:

Dank dat de Heere Jezus ‘overwinnend’ door de wereld gaat. Bid dat Zijn heerschappij ook in ons leven steeds meer zichtbaar wordt en dat we ons aan Hem toevertrouwen, wat er ook in de wereld en ons persoonlijk leven gebeurt.

28
? !

Verwerking bij bijbelstudie 4

4

Openbaring 6

Vier ruiters

Lees samen Openbaring 6 en beantwoord daarna de volgende vragen:

Wat leer ik over God?

Wat leer ik over de mens?

Wat betekent dit voor mijn leven?

29
Tekst Marja de Kruijf-Ros
Tekst Marja de Kruijf-Ros

Strijd en vrede Openbaring 7 5

Lezen

Openbaring 7

Zingen

Ps. 66 vers 3 en 4

Ps. 34 vers 4 en 11

Ps. 56 vers 2 en 6

WK 233

WK 448

‘Een christen kun je herkennen aan de strijd die hij voert én aan de vrede in zijn hart’ (J.C. Ryle). Die beide kanten van het leven van het geloof komen ook naar voren in Openbaring 7.

Verdrukking

In het vorige hoofdstuk, Openbaring 6, werden we al herinnerd aan een kernthema in Openbaring: verdrukking. Verdrukking is er ondanks de komst van de Heere Jezus naar deze wereld en de overwinning die Hij behaald heeft. Niet alleen de witte ruiter, de Heere Jezus, gaat door de wereld, maar ook die andere ruiters en ze maken veel stuk!

In de volgende hoofdstukken lezen we over nog meer verdrukking. Eerst gaat het in hoofdstuk 8-11 over zeven bazuinen. Als engelen daarop gaan blazen, gebeuren er opnieuw allerlei verschrikkelijke dingen. We lezen in hoofdstuk 12 over een draak, in hoofdstuk 13 over

het beest uit de zee en het beest uit de aarde en in hoofdstuk 15 en 16 over zeven schalen vol ellende die over de wereld worden uitgegoten. We moeten deze hoofdstukken niet zozeer chronologisch lezen, maar meer als een serie plaatjes over dezelfde verdrukking, verschillende beelden met eigen accenten over dezelfde werkelijkheid. God heeft door Zijn Zoon beslissend ingegrepen, maar de strijd is nog niet voorbij. Sterker nog, we zitten er middenin.

144.000 (vers 4-8)

In dat perspectief moeten we het visioen van Openbaring 7 lezen. Johannes ziet een grote groep

30 Bijbelstudie 5

mensen, 144.000 om precies te zijn. Deze groep mensen is een beeld voor de hele kerk, voor de gelovigen van alle tijden en van alle plaatsen. Dat getal moeten we namelijk niet letterlijk opvatten, maar symbolisch, zoals veel getallen in Openbaring. 144.000 is 12 x 12 x 1000. Een uitlegger zegt het heel mooi: de eerste twaalf wijst op de stammen van Israël, die herinneren aan hoe de Heere God begonnen is met Israël, het volk dat Hij uitkoos uit alle volken als Zijn eigen volk. Het is echter niet bij Israël gebleven. Dat had God ook al aan Abraham beloofd: in hem zou de hele wereld gezegend worden (Gen. 12:3). In de tijd van het Nieuwe Testament, als de Zoon van God naar deze wereld komt, zien we dat ook gebeuren. Bij de tweede groep van twaalf moeten we dan denken aan de twaalf apostelen die Jezus uitkoos om alle volken tot Zijn discipelen te maken. Hun werk, en dat van vele andere christenen die het evangelie doorgegeven en voorgeleefd hebben, is rijk gezegend, daar staat die 1000 voor. 12 x 12 x 1000, in totaal 144.000, is een enorme groep mensen. In vers 9 wordt diezelfde groep omschreven als een ‘grote menigte die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen.’

Soldaten in het leger van God

We kunnen nog meer over die 144.000 mensen zeggen. Ze zijn namelijk ingedeeld in 12 groepen van 12.000. Het beeld is dat van een leger, dat ook ingedeeld is in allerlei groepen (divisies, brigades, bataljons enz.). Zo wordt de kerk hier voorgesteld als een leger van 12 divisies van 12.000 mensen die mogen en moeten strijden voor God en Zijn Zoon de Heere Jezus. Christen zijn betekent vechten, de verdrukking verdragen, de smalle weg gaan, de aanvallen van de duivel weerstaan.

Pauze (vers 1-3)

Tegelijkertijd benadrukt Openbaring 7 ook die andere kant van het christen zijn, de vrede in je hart, daar ligt zelfs de nadruk op. Ik noemde het hierboven al: na Openbaring 6, het hoofdstuk over de ruiters, is het met de verdrukking nog lang niet voorbij. In hoofdstuk 8 gaat het alweer verder met de zeven bazuinen. Voordat dit gebeurt, is het net alsof de Heere God op een pauzeknop drukt en de wereld en alles wat daarin gebeurt even stilzet. We lezen in vers 1 over vier engelen die staan op de hoeken van de aarde en die de winden van de aarde tegenhouden. Dat heeft

31

te maken met wat een andere engel in vers 3 tegen deze engelen zegt: ‘Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.’

Verzegeld

Voordat alle ellende weer losbarst, moet er eerst nog iets gebeuren. De dienaren van onze God – zo worden de 144.000 hier genoemd – moeten verzegeld worden. Ze krijgen een teken op hun voorhoofd, dit doet denken aan wat we in Ezechiël 9 lezen. Hoe dat verzegelen precies gaat, lezen we niet, ook niet hoe dat teken eruitziet. Dat is ook niet zo belangrijk, het gaat om Gods zorg en Gods bewaring voor Zijn gelovigen. Het is alsof God zegt: ‘Ja, die verdrukking is er. Ja, je moet strijden, maar Ik ben er ook. Zou Ik je vergeten? Als je duivel je probeert te verleiden, als je zo vastzit in jezelf en in bepaalde zonden of verkeerde gewoonten, als je zo kunt twijfelen. Of als je zo moe wordt van die handicap of die chronische ziekte, als je sombere en angstige gedachten je zo gevangen kunnen houden, als je zo intens verdrietig bent omdat je een geliefde moet missen. Of, dat kan ook, als je denkt aan de geloofscrisis van deze tijd, dat er zoveel mensen afhaken. Nu geloven zo vreemd geworden is en je merkt dat seculiere gedachten ook in je eigen hart zitten. Dwars tegen dat alles in zegt God: ‘Je hoort bij Mij. Ik bewaar je. Ik blijf bij je. Dan is het toch goed?’

Dit wil ik onthouden

De kerk in de hemel (vers 9-17)

Het loopt goed af, daar gaat het over in het tweede gedeelte van Openbaring 7. Het leger van 144.000 is de kerk die moet vechten, de kerk in de verdrukking, een verdrukking waar iedere gelovige doorheen moet. Maar die grote menigte die niemand tellen kon, van vers 9, dát is de kerk die al thuis is. God laat het Johannes (en ons) alvast zien. Hij zegt: ‘Wat je ook meemaakt, hier gaat het naartoe, hier loopt het op uit.’ Wat we in vers 15-17 lezen, lijkt wel op wat we later lezen in Openbaring 21, over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Daar zijn mensen dicht bij God om Hem te dienen en is God dicht bij hen: Hij zal zijn tent over hen uitspreiden. Er is geen honger of dorst meer, geen zonnesteek of hitte zal hen meer treffen. De woestijnreis is voorbij, de grote verdrukking is voorbij. Het Lam zal hen weiden en zal leiden naar de levende waterbronnen lezen we in vers 17. Met andere woorden: al onze verlangens zullen in vervulling gaan. Op Gods nieuwe wereld zegt niemand meer: ‘Ja mooi, maar ik zou toch graag nog wat meer willen.’ Nee, we krijgen alles wat ons hart verlangt. Om nog een keer te onderstrepen dat het dan met de verdrukking echt voorbij is, lezen we aan het eind van vers 17: ‘En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.’ Zou je daar niet naar uitzien? Nu komen we in het geloof niet verder dan: bedroefd én blij, zoals Paulus het in één van zijn brieven zegt (2 Kor. 6:10), maar dán is het alleen maar blij!

32

? !

Algemene vragen

1. Hoe strijden wij in het leger van God? Noem een paar concrete voorbeelden.

2. Moet iedere gelovige een strijd kennen?

3. Voelen wij ons ‘verzegeld’ door God?

4. Geeft het ons rust als we denken aan de hemel? Of worden we daar misschien juist onrustig van?

Studievragen

5. Wat lees je in Ezechiël 9: 4-6 over de verzegelden? Wat zegt dit over de verzegelden in Openb. 7? Vergelijk ook 2 Tim. 2: 19.

6. Wat vinden we van bovenstaande uitleg van de 144.000? Zijn er argumenten in de tekst of ergens anders in de Bijbel voor deze uitleg te noemen?

Bidden en danken

Dank voor Gods bemoediging in alle verdrukking, in ons hart en buiten ons. Bid dat we ons in Hem mogen sterken (1 Sam. 30:6).

Antwoorden 33

Verwerking

Bijbelstudie 5

1 1

5

Rondom openbaring 7:1-17

Veilig in de strijd

In dit gedeelte van Openbaring gaat het om de verzegeling ‘veilig zijn bij God’. Verzegeld tot de vervulling van al Gods beloften.

Verwerking

We maken in deze verwerking een zegel. Dit kan op vele manieren, je hebt vast iets in de kast waarmee je een zegel kunt maken.

Benodigdheden:

- Voor het zegel: zegellak, lijmpatroon, wascokrijt of kaarsvet

- Lijmpistool of oude lepel met een waxinelichtje

- Touw of lint

- Stukje mooi dik papier

- Munt of lakstempel

Aan de slag:

• Knip een stukje stevig papier (van bijvoorbeeld een oude kaart) tot een boekenlegger.

• Knip een stuk touw of lint dat je op het papier legt.

• Smelt de zegellak, wax, wasco of kaarsvet in een oud lepeltje met daaronder een waxinelichtje. Je kunt ook een transparante zegel maken met een lijmpistool.

• Giet de gesmolten substantie op het touw of lint op het strookje papier. Druk er een munt/stempel in. Laat het even zitten en trek de munt/stempel er af. Het zegel is klaar.

Tip

Als je transparante lijm van een lijmpistool gebruikt, kun je er droogbloemen onder bevestigen in plaats van touw of lint.

bij bijbelstudie 1 34 1

6

Hoopvol en moedig getuigen

Openbaring 11

Lezen

Openbaring 11

Zingen

Ps. 121 vers 1 en 4

Ps. 67 vers 1 en 3

Ps. 118 vers 3 en 8

WK 267 vers 1, 2 en 3

WK 297 vers 3 en 9

Geloven en wachten zijn nauw met elkaar verbonden (Ps. 27:14). Ook in Openbaring is wachten een kernthema. Aan de ene kant lezen we al in het eerste vers dat het in dit Bijbelboek gaat over dingen die ‘spoedig’ moeten geschieden, en Openbaring eindigt met een drievoudige belofte van de Heere Jezus dat Hij spoedig komt (22:7, 22:12 en 22:20). Aan de andere kant komen we in Openbaring ook allerlei aanwijzingen tegen dat het moment van Jezus’ wederkomst en de volkomen vervulling van Gods beloften nog best lang kan duren.

Vertraging

Vooral de manier waarop het Bijbelboek geschreven is, vormt een belangrijke aanwijzing. Er zijn christenen die Openbaring lezen als een soort film van gebeurtenissen die elkaar opvolgen. Ze vragen zich vervolgens af: welk hoofdstuk of welk vers past nu bij onze tijd?

In de vorige Bijbelstudies zagen we echter dat dit niet

werkt. Openbaring 6 eindigt met Jezus’ wederkomst (vers 12-17), toch blijkt in Openbaring 7 dat het nog niet voorbij is en lezen we in Openbaring 8-11 weer over zeven bazuinen, eigenlijk dezelfde boodschap als die van de zeven zegels maar nu in andere beelden. Daarna gebeurt dat nog een paar keer: je denkt dat we er zijn, maar het gaat toch weer verder. Dat laat ons zien dat we Openbaring niet chronologisch

35
Bijbelstudie 6

moeten lezen, als een film of verhaal van gebeurtenissen die na elkaar komen, maar veel meer als een plaatjesboek met allerlei verschillende plaatjes over dezelfde eindtijd, de tijd waarin Johannes leefde en waarin wij nog leven.

Witte ruiter

Er zit echter ook een boodschap in die ‘vertraging’. De boodschap dat het steeds weer verder gaat, van de zegels in Openbaring 6-7 naar de bazuinen in Openbaring 8-11, en van die bazuinen naar de schalen in hoofdstuk 16. Het einde lijkt maar niet te komen, het lijkt wel alsof God Zich inhoudt, alsof Hij het einde uitstelt.

Dat heeft alles te maken met die witte ruiter uit Openbaring 6, de Heere Jezus, Die aan het werk is om de grote menigte die niemand tellen kan, uit alle naties, stammen, volken en talen, bijeen te brengen. Dat kost tijd en daarom die

vertraging. Dus ja, het einde is echt nabij, de Heere Jezus komt spoedig, als je let op wat er allemaal gebeurt in de wereld dan is het net alsof je Zijn voetstappen al hoort. Tegelijkertijd is het ook waar dat God nog wacht, Hij wil nog mensen tot geloof brengen. Hij wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen (2 Petr. 3:8-10).

Getuigen

Daar gaat het over in Openbaring 11, een heftig visioen over twee getuigen. We moeten dan niet zozeer aan twee echte mensen denken (hoewel er best bijzondere ‘tweetallen’ te noemen zijn), maar meer aan de roeping van de kerk om te getuigen en te profeteren, om de woorden van God en het goede nieuws over de Heere Jezus door te geven. Zo werkt de Heere Jezus namelijk door middel van Zijn kerk, door Zijn volgelingen. Dat is de roeping van iedere

36

christen: zelf discipel van Jezus zijn om vervolgens door woorden en daden ook anderen tot discipel te maken (zie Matt. 28:18-20). Een christen is een bedelaar die andere bedelaars vertelt waar het brood te vinden is (Luther).

Rouwkleding (vers 3)

Het getuigen roept wel verzet op. In Openbaring 10 lezen we er al over. Johannes moet een boekje opeten, een beeld dat aangeeft dat de woorden van God echt bij ons naar binnen moeten, om ons hart en leven van binnenuit te vernieuwen.

Vervolgens lezen we dat het boekje zoet smaakt in Johannes’ mond, maar bitter in zijn buik. Aan de ene kant is de boodschap van de Bijbel zoet, het is de mooiste boodschap die er is. God heeft geen punt gezet nadat wij bij Hem zijn weggelopen, integendeel, Hij heeft de wereld zo liefgehad dat Hij zelfs Zijn Zoon gegeven heeft om ons te redden. Door het geloof in Hem mogen we, terwijl we de eeuwige dood verdiend hebben, het eeuwige leven ontvangen. Zou je daar niet blij van worden?

Aan de andere kant is de boodschap van de Bijbel ook confronterend. Geloven betekent ook je oude leven loslaten, je door de Heere Jezus onder handen laten nemen. Er is zoveel wat veranderd en vernieuwd moet worden! Hebben we onszelf daarvoor over? De ‘rouwkleding’ van de twee getuigen, de boeteprofeten uit het Oude Testament, en van Johannes de Doper, wijst op het radicale van het Evangelie. Jezus volgen betekent je omkeren, je radicaal bekeren.

Verzet (vers 7)

Dat doe je niet zomaar. Dat zien we hier in Openbaring 11. De getuigen doen hun werk, maar wat worden ze tegengestaan. Uiteindelijk worden ze zelfs gedood. Ook dat is allereerst een beeld, een beeld van het verzet tegen het getuigen van de kerk.

Soms gaat het dan om echt geweld en worden christenen gedood, dat gebeurde in de tijd van Johannes en het gebeurt vandaag nog. Je schrikt ervan als Open Doors vertelt over wat christenen moeten meemaken in landen als Noord-Korea, Afghanistan of Somalië. Openbaring 11 is een plaatje, een visioen, maar het gebeurt ook echt. Het kan echter ook anders. Je kunt ook spotten met de Heere God of met het christelijk geloof, of de Heere God gewoon negeren, te druk zijn met andere dingen. Ook dat is verzet.

Maar God zegent het getuigenis (vers

5-6)

Toch gaat dat getuigenis van de twee getuigen door. Het doet ook wat, lezen we in vers 5-6. Als iemand de getuigen schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en dat verslindt hun vijanden. Ook hebben ze

macht om de hemel te sluiten en om water in bloed te veranderen. Opnieuw een beeld, maar nu voor de zegen en de kracht van God. Hij zorgt dat het getuigenis van de kerk iets uitwerkt, hoeveel tegenstand er ook is. De manier waarop het door Johannes beschreven wordt, herinnert aan Elia en Mozes en aan hoe God hun werk gezegend heeft.

Wat een bemoediging voor ons vandaag, als we geroepen zijn om als christenen te leven in een seculiere tijd waarin ongeloof zo gewoon geworden is. Ik hoop dat het ook ons verlangen en gebed is: Heere, het gaat om U, dat ik in mijn leven laat zien hoe groot en hoe goed U bent en hoe U Uw liefde hebt laten zien in Uw Zoon. Wilt U geven dat ik de mensen om mij heen met mijn leven aan het denken mag zetten en mag wijzen op U (1 Petr. 3:15 en Matt. 5:13-16).

De kerk kan niet sterven (vers 11)

Vers 11 geeft ons veel verwachting voor dat gebed. Zelfs als het lijkt alsof het met de kerk bijna voorbij is, wil God zorgen voor een nieuw begin, een opstanding uit de dood. Soms gebeurt dat in het klein, als het na een winterse, koude en dorre periode in een gemeente weer lente wordt en God weer van alles laat groeien. Soms gebeurt dat ook in het groot, zoals in de tijd van de reformatie, of zoals in China waar de kerk de afgelopen vijftig jaar dwars tegen de verdrukking in, enorm gegroeid is. Zo is Openbaring 11 een geweldige belofte, ook voor onze tijd, onze gemeente, onze straat, ons gezin: Heere, wilt U laten zien dat Uw kerk nooit sterft. Uiteindelijk is er maar één organisatie, één instelling die voor altijd blijft bestaan en dat is Gods kerk. Daar wil je toch bij horen en je voor inzetten?

Verdieping

Getallen en tijdsaanduidingen hebben in Openbaring vaak een symbolische betekenis. Dat geldt ook voor de 1260 dagen in vers 3. In vers 2 wordt diezelfde periode aangeduid met 42 maanden. Volgens sommige uitleggers gaat het bij de 1260 dagen en 42 maanden om een tijd waarin de kerk op een bijzondere manier vervolgd wordt. In deze uitleg is het troostrijk dat deze tijd beperkt is. God laat het toe, maar wel voor een bepaalde tijd. Uiteindelijk staat Hij erboven en bewaart Hij Zijn kerk. Andere uitleggers denken dat de 1260 dagen en 42 maanden staan voor de hele eindtijd. De kerk zal altijd met vervolging te maken hebben, hoewel het karakter en de intensiteit ervan kan verschillen. Ik denk dat in het licht van het hele Bijbelboek, deze laatste uitleg meer voor de hand ligt. De kerk in de eindtijd is een verdrukte en vervolgde kerk (zie Openb. 1:9).

37

? !

Algemene vragen

1. Kennen wij in ons eigen leven een paar ‘getuigen’?

2. Vinden wij het mooi of juist moeilijk om te getuigen, of misschien allebei? Wat kan ons helpen?

3. Hoe zouden vers 5 en 6 in onze tijd concreet in vervulling kunnen gaan? Wat doet het met ons als we bijvoorbeeld via Open Doors of SDOK lezen of horen over christenvervolging?

4. Wat leert Openbaring 2:10 ons over verdrukking? Zijn er ook andere Bijbelteksten die over vervolging en verdrukking spreken?

Studievragen

5. Noem een paar ‘getuigen’ uit de kerkgeschiedenis. Kun je er ook enkele uit het heden bedenken?

6. Waarom moet Johannes alleen de tempel, het altaar en wie in de tempel aanbidden opmeten (vers 1-2)? Werpt het verzegelen van de 144.000 (Openb. 7) hier misschien licht op?

Antwoorden

Bidden en danken

Dank God dat Hij Zijn kerk bewaart en belooft dat Hij het getuigenis van Zijn kerk rijk wil zegenen. Bid dat we persoonlijk en als gemeente trouw en vrijmoedig mogen getuigen, met woorden en daden. .

38

Openbaring 11

Hoopvol en moedig getuigen

Benodigdheden:

- Voor elk groepje een groot vel (gekleurd) papier.

- Scharen

- Lijm

- Een grote stapel tijdschriften

In Openbaring 11 lezen we over de roeping die we hebben om te getuigen, om de woorden van God en het goede nieuws over de Heere Jezus door te geven. Welke boodschap over God wil jij graag delen met anderen?

Zoek afbeeldingen, woorden en zinnen die hierbij passen en plak ze op de collage. Deel na afloop met elkaar wat je hebt opgeplakt.

39
6
Tekst
Marja de Kruijf-Ros / foto’s Monica Molendijk en Marja de Kruijf
bij Bijbelstudie
Verwerking
6

Overwonnen vijand Openbaring 12 7

Lezen Zingen

Openbaring 12

Ps. 18 vers 9 en 10

Ps. 118 vers 7 en 14

Ps. 89 vers 8

WK 445

WK 462

Het sprookje dat echt gebeurd is. Zo omschrijft de Engelse schrijver C.S. Lewis de boodschap van het christelijk geloof. Het is inderdaad een wonderlijk verhaal: over God Die een Zoon heeft en Hem naar deze wereld stuurt om ons te redden. Gelukkig is het wel echt gebeurd, onze zaligheid hangt ervan af.

De kerk in de eindtijd

Openbaring 12 lijkt ook wel een sprookje. We lezen over een vrouw, een draak en een kind, een oorlog in de hemel, een vrouw die vleugels krijgt en over een rivier van water die opgeslokt wordt door de aarde. Opnieuw een visioen, een plaatje dat we naar ons toe moeten laten komen alsof we naar een indrukwekkend schilderij kijken. Intussen gaat het wel over echte dingen: de kerk in de eindtijd, de periode tussen Jezus’ eerste en tweede komst. Die eindtijd is een hele zware tijd. Dat zou je niet zeggen als je het eerste vers van dit hoofdstuk leest, de kerk wordt hier juist getekend

als een soort koningin: een vrouw die is bekleed met de zon, de maan onder haar voeten heeft, en op haar hoofd een kroon draagt van twaalf sterren. Als we doorlezen, wordt het echter heel anders. De vrouw wordt bedreigd, moet vluchten en moet wonen in de woestijn. Net als in Openbaring 11 wordt in vers 6 de periode van 1260 dagen genoemd. In vers 14 wordt met ‘een tijd, tijden en een halve tijd’ dezelfde periode bedoeld. Weer moeten we waarschijnlijk denken aan de hele eindtijd (zie verdieping Bijbelstudie 6). Ook Openbaring 12 tekent de eindtijd voor de kerk als een tijd van verdrukking.

40 Bijbelstudie 7

Gevaarlijke vijand (vers 3)

Nu wordt daarbij ook heel duidelijk gewezen op de duivel, Gods grote tegenstander die altijd maar bezig is om het werk van God kapot te maken. Daar was hij al mee bezig in het paradijs. Hij was ermee bezig toen Jezus geboren werd (vers 4). Nu richt hij zich op Zijn volgelingen. Als je bij Jezus hoort, dan heb je een machtige vijand. Hij wordt getekend als een grote rode draak met zeven koppen en tien horens. Je schrikt ervan als je het leest. Dat is ook de bedoeling, het is alsof God zegt: ‘Zul je niet vergeten dat je midden in een geestelijke strijd staat, een oorlog die al begonnen is in het paradijs en die pas is afgelopen als Mijn Zoon terugkomt?’

Misleiding (vers 9)

Het lastige van deze gevaarlijke vijand is dat je hem niet kunt zien. De duivel wordt hier voorgesteld als een draak, maar zo komt hij meestal niet naar ons toe. Het zou wel makkelijk zijn, als je de duivel zo kon aanwijzen,

maar dat is niet zo. In vers 9 lezen we: ‘hij is het die de hele wereld misleidt.’ Zo doet de duivel het liefst zijn werk: door te misleiden. Hij stelt je de dingen anders voor dan ze zijn en stuurt je de verkeerde kant op. Hij probeert je te laten geloven in leugens. Zo wil hij ons bij God vandaan houden als we nog zonder God leven, of als we naar Hem op zoek zijn. Als we met God mogen leven, dan zal hij er alles aan doen om ons bij God weg te trekken en te zorgen voor verwijdering, wantrouwen, twijfel, lauwheid en ongehoorzaamheid.

De namen die hij in vers 9 krijgt, zeggen genoeg. Allereerst wordt hij ‘duivel’ genoemd, dat betekent: lasteraar, iemand die aanklaagt, kwaadspreekt, met woorden uit elkaar drijft. Hij is uit op onenigheid en ruzie met God, en tussen mensen onderling. Hij wordt ook ‘satan’ genoemd, dat betekent: tegenstander. Als het maar tégen God is, en als hij God maar in de weg kan zitten, op welke manier dan ook, dan is hij tevreden.

41

Overwonnen vijand (vers 4-5)

Met zo’n gevaarlijke en machtige vijand is er alle reden om waakzaam te zijn. Tegelijkertijd is hij wel een overwonnen en verslagen vijand. Dat heeft te maken met het Kind van de vrouw, en dat Kind is niemand minder dan de Heere Jezus Zelf. Hij is de vervulling van de eerste evangeliebelofte in de Bijbel (Genesis 3:15), waar God meteen na de zondeval tegen de duivel zegt: ‘Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen jou en deze vrouw, en tussen jouw nageslacht en haar Nageslacht en dat zal jou de kop vermorzelen.’ Het Kind, Jezus, wint het van de duivel. Wel op een heel bijzondere manier, het lijkt alsof Jezus maar net aan de draak ontsnapt: ‘Het Kind werd weggerukt naar God en naar Zijn troon’ (vers 5). Zo is het ook gegaan. Wat heeft de duivel het de Heere Jezus moeilijk gemaakt. Vlak na Zijn geboorte probeerde hij Jezus al te vermoorden via Herodes, en aan het begin van Jezus’ openbare optreden, verleidde hij Hem veertig dagen lang. Hij gebruikte zelfs Petrus om Jezus van Gods weg af te brengen.

Vooral rond Jezus’ lijden en sterven heeft de duivel zijn macht laten zien. Toen Jezus gestorven was aan het kruis en Zijn lichaam in een graf was gelegd, leek het alsof de duivel gewonnen had. Wat was het stil op die stille zaterdag, doodstil. De Emmaüsgangers zeiden tegen elkaar: ‘Wij hoopten dat Hij het was Die Israël zou verlossen.’ (Luk. 24:21).

Maar als het dan Pasen wordt en Jezus opstaat uit de dood, valt er ineens een totaal ander licht op het kruis. Dan blijkt Jezus’ dood geen nederlaag, maar een grote overwinning. Niet Jezus, maar juist de duivel wordt te kijk gezet (Kol. 2:15).

Neergeworpen (vers 7-12)

Mooi hoe dat goede nieuws in de verzen 7 tot 12 beeldend onder woorden wordt gebracht. Het is oorlog in de hemel. Michaël – een soort generaal van de engelen – vecht samen met zijn engelen tegen de draak en diens engelen. De draak verliest het, hij wordt uit de hemel naar beneden gegooid. We lezen het drie keer in vers 9: ‘neergeworpen’. Het is alsof God zegt: ‘Dat is wat Mijn Zoon gedaan heeft. Hij heeft de duivel eruit gegooid en hij komt er nooit meer in.’ Als we dat tot ons laten doordringen, begrijpen we waarom

de kerk in vers 1 wordt voorgesteld als een koningin. Dat komt door Jezus! Zónder Hem staan we machteloos tegen de duivel en zijn leger, maar mét Hem kunnen we niet verliezen en zijn we meer dan overwinnaars (Rom. 8:37).

Zelf strijden

Intussen is het gevecht met de duivel er nog wel. Een uitlegger gebruikt het beeld van een wrede dictator die in een land de macht heeft gegrepen en een schrikbewind heeft gevoerd. Gelukkig is er een tegenaanval gekomen en is de dictator uit zijn paleis en de hoofdstad verdreven. Hij is niet langer de baas. Eigenlijk heeft hij al verloren, maar hij is het land nog niet uit en gaat nog flink tekeer. Hij lijkt zelfs nog wreder dan hiervoor, juist omdat hij weet dat hij verloren heeft. Anders gezegd: we ervaren Jezus’ overwinning pas als we zelf de strijd aangaan. Als we aan de kant blijven staan, het allemaal wel goed vinden, de duivel zijn gang laten gaan, dan verliezen we alsnog. Alleen als we weerstand bieden, zal de duivel van ons wegvluchten (Jak. 4:7).

Wat is weerstand bieden? Dat is waakzaam zijn, niet toegeven aan de verleiding, zoeken naar de waarheid, oppassen voor leugens, gehoorzaam zijn, en in dat alles volharden. Het is steeds weer schuilen bij de Heere Jezus, houvast zoeken en vinden in Zijn liefde, genade, overwinning, belofte, kruis, opstanding en voorbede. Dan mag je met Luther zeggen: ‘Duivel, je bent een overwonnen vijand. Ik ben niet meer van jou, ik ben van de Heere Jezus. Ja, er gaat bij mij nog van alles mis en ik ben nog steeds geneigd om weg te dwalen en ongehoorzaam te zijn, maar mijn Heiland houdt mij vast en leidt mij door Zijn Geest, daarom zijn al je aanvallen en verleidingen tevergeefs.’

Veilig in de woestijn (vers 13-18)

Als we zo bij Jezus schuilen, dan zullen we ervaren wat we lezen in de laatste verzen. De vrouw die de woestijn in moet vluchten voor de draak, krijgt vleugels van God en is veilig. Er wordt voor haar gezorgd, ook in de woestijn. Al moet er een wonder gebeuren en moet de aarde haar te hulp komen, er wordt voor haar gezorgd, totdat ze thuis is en het beloofde land binnengaat.

Dit wil ik delen

42

? !

Algemene vragen

1. Hoe ervaren wij de macht van de duivel in ons eigen leven, en in de wereld om ons heen?

2. Wat zegt het over de manier waarop God werkt, dat het Kind maar ternauwernood aan de draak ontsnapt?

3. Wat is het verschil tussen de tijd dat de duivel nog in de hemel was en de tijd dat hij niet meer in de hemel is? Wat betekent dat voor ons?

4. Hoe leef je in het geloof uit de overwinning van de Heere Jezus?

Studievragen

5. Waar verwijzen de vleugels naar die de vrouw krijgt?

6. Ook op andere plaatsen in de Bijbel wordt het geloofsleven wel vergeleken met een reis door de woestijn. In welke Bijbelgedeelten vinden we dat en welke betekenissen heeft de woestijn daarin? Hebben die teksten behalve de woestijn verder nog iets gemeen?

7. In vers 7 lezen we over Michaël. Waar lees je nog meer over hem in de Bijbel? Wat wordt er daar over hem gezegd?

Bidden en danken

Dank de Heere Jezus dat Hij de duivel verslagen heeft en dat we bij Hem veilig zijn. Bid dat we in Zijn kracht ook zelf dagelijks de strijd met de duivel zullen aangaan.

43
Antwoorden

Rondom openbaring 12:1-18

Strijden

Er wordt een geestelijke strijd gevoerd tussen God en de duivel. Gelukkig mogen we weten dat God de duivel al heeft verslagen. Wij mogen dagelijks strijden tegen de duivel en zoeken naar het licht.

Verwerking

We maken kaarsenhouders om symbolisch Gods licht een plek te geven in ons huis.

Benodigdheden:

- Zelfhardende klei

- Kaarsen

- Appelboor en een mesje

- Verf

Aan de slag:

• Neem een pakje zelfhardende klei en snijd dit in stukken.

• Geef een stuk klei de vorm die jij mooi vindt. Tip: met water kun je de klei helemaal gladstrijken.

• Als je een aantal kleistukken hebt voorbereid, kun je met een mesje of appelboor in ieder kleistuk een klein gat maken in het midden. Maak de doorsnee van het gat iets kleiner dan de kaars zelf.

• Als je klaar bent met de houders kun je de kaarsen er voorzichtig induwen, nu zijn de gaten exact op maat. Haal de kaarsen eruit en laat de klei drogen.

• Eventueel: verf de klei als het droog is.

Tip

Heb je nog wat muurverf of meubelverf over? Geef je houders die matchende kleur.

1
bij bijbelstudie 1 44 1
1 Verwerking
Bijbelstudie
7
7

Bijbelstudie 8 8

Twee beesten

Openbaring 13

Lezen Zingen

Openbaring 13

Ps. 139 vers 1 en 14

Ps. 31 vers 12 en 13

Ps. 25 vers 1 en 10

WK 297 vers 7 en 8

WK 237

Openbaring 13 is een hoofdstuk dat onder christenen allerlei discussies oproept. Recent gebeurde dit nog tijdens de coronacrisis. Wordt ook onze overheid door de duivel gebruikt? Kunnen we bij het teken van het beest ook denken aan de massale vaccinatiecampagne of het gebruik van de QR-code?

Uitlegregels

Juist bij zo’n controversieel hoofdstuk is het goed om onszelf te herinneren aan een aantal cruciale uitlegregels. Allereerst moeten we bedenken dat God in Openbaring tot ons spreekt door beelden en dat we ervoor moeten oppassen om die beelden en visioenen te snel in te vullen. Belangrijk is dat we ons steeds afvragen waar we deze beelden eerder in de Bijbel tegenkomen. Het Oude Testament helpt ons enorm om Openbaring beter te begrijpen. Ook moeten we ons afvragen hoe de eerste lezers Openbaring gehoord zouden hebben. Via de

betekenis voor hen, komen we bij de betekenis voor ons vandaag. Bovendien moeten we ons richten op de hoofdlijn en ons niet blindstaren op de details. Openbaring betekent ‘onthulling’, maar God laat ons lang niet alles zien.

Beest uit de zee (vers 1-10)

Toch schuift God het gordijn wel een stukje opzij. Dat doet Hij ook in Openbaring 13, waar Hij dieper ingaat op het werk van de duivel en vertelt hoe de duivel twee grote beesten gebruikt.

Eerst lezen we in vers 1 tot 8 over een beest dat opkomt

45

uit de zee. Het lijkt op een panter, maar ook op een beer en een leeuw. Het heeft zeven koppen en tien horens. Op die horens heeft hij tien diademen of kronen, alsof hij een koning is of zelfs God. Dat wordt ook bedoeld met de godslasterlijke naam en de grote en godslasterlijke woorden. Dit beest gaat op de plaats van God zitten. Hij maakt ook diepe indruk: wie is aan dit beest gelijk? Wie kan er oorlog tegen voeren?

Overheid

De meeste uitleggers zijn het erover eens dat we bij dit eerste beest moeten denken aan de overheid. Een overheid is op zich iets moois. Paulus noemt de overheid zelfs ‘de dienares van God’ (Rom. 13:4). Een goede overheid zorgt voor stabiliteit en bewaart voor chaos.

Johannes 13 laat ons echter zien dat de overheid ook gebruikt kan worden door de duivel en zo tot een beest wordt. Johannes had er zelf mee te maken. Hij was weggestopt op Patmos. Andere christenen werden zelfs vermoord, bijvoorbeeld tijdens de beruchte regering van keizer Nero.

We kunnen ook denken aan de Tweede Wereldoorlog, toen Duitsland onder leiding van Adolf Hitler als een beest tekeerging. In onze tijd denk ik aan een land als Noord-Korea. Wat je hier in Openbaring 13 leest, gebeurt daar letterlijk: een leider die zich als God laat aanbidden en christenen keihard aanpakt.

Onze overheid?

Kan ook onze Nederlandse overheid trekken van het beest vertonen, dat de overheid niet helpt en bewaart maar kapotmaakt? Misschien denken we aan de wetgeving over abortus of euthanasie. Sommige christenen wezen ook bij de coronamaatregelen op Romeinen 13. Zeker wat dat laatste betreft, moeten we voorzichtig zijn met snelle conclusies. Ik denk vooral aan een ander gevaar, namelijk dat de overheid ons helpt om een ik-gericht leven te leiden. Een leven waarin alles om ons draait, om onze vrijheid, ons geluk, onze behoeften, onze gezondheid, onze inkomens.

46

Seculier evangelie

Natuurlijk hoeft de overheid niet te preken, de overheid is geen kerk. Maar als onze overheid ‘preekt’, dan is het vooral een seculier, aardsgericht evangelie, een evangelie zonder God en zonder eeuwigheid.

Daar gaat een bepaalde druk vanuit. Gelukkig heel anders dan in Noord-Korea, maar onze overheid faciliteert het, maakt het gemakkelijker om zo te leven dat we God vergeten en vooral bezig zijn met onszelf. We hebben alle reden om God te danken voor onze overheid en de rust en de vrijheid waarin we mogen leven, maar Openbaring 13 leert ons ook om waakzaam te zijn en te bidden: maakt U ons trouw in het dienen van U, hoeveel druk er ook op ons wordt uitgeoefend, en maakt U ook onze overheid een trouwe dienares van U, dat ze ons niet voorgaat in een leven zonder U.

Valse profeet (vers 11-15)

We lezen in dit hoofdstuk verder over een tweede beest, het beest dat opkomt uit de aarde. Nog een manier waarop de duivel werkt, namelijk door religie, door godsdienst. Dat blijkt uit vers 11 waar Johannes met nadruk zegt dat dit beest twee horens heeft ‘als die van het Lam’. Dit beest lijkt dus op de Heere Jezus. Het is een soort namaakredder. Luther noemde de duivel eens de aap van God: hij doet God na. In Openbaring 16 wordt dit tweede beest de ‘valse profeet’ genoemd. Hij heeft het over God, hij ‘profeteert’, maar wijst wel de verkeerde kant op, bij God vandaan. Dat ook de kerk door de duivel gebruikt kan worden, zien we bij veel Farizeeën en Schriftgeleerden. Ze zijn zo druk met hun geloof en toch zo vijandig tegen Jezus. Dat kan vandaag ook, dat je te vroom bent om naar Jezus toe te gaan en je godsdienst gebruikt om maar niet van Zijn genade te hoeven leven.

De eerste lezers van Openbaring zullen vooral gedacht hebben aan de keizerverering, ook omdat dat tweede beest probeert mensen zover te krijgen dat ze het eerste beest gaan aanbidden. Door de keizer als God te aanbidden, bijvoorbeeld door op feestdagen offers voor hem te brengen, verklaarde je dat je loyaal was aan de Romeinse overheid. Wie toen als christen beleed: ‘Wij hebben maar één Heere, één Kurios, en dat is Jezus!’ hoorde er niet meer bij, of raakte zijn baan kwijt, of nog erger.

Waar zien we vandaag dat tweede beest aan het werk? Ik denk vooral aan een manier van geloven die aansluit bij het seculiere leven van onze tijd. Bijvoorbeeld aan theologen, opiniemakers of dominees die op een heel eenzijdige manier zeggen: ‘Vroeger wisten christenen het allemaal zo zeker en moest je geloof vooral kloppen, maar God vindt het veel belangrijker dat jij je fijn voelt bij je geloof en dat

jij er wat mee kunt’, of ‘Denk je nu echt dat God in de Bijbel precies vertelt hoe je moet leven? God behandelt ons niet als kleine kinderen. We mogen samen met Hem onze weg ontdekken en dat is voor iedereen weer anders.’

Geen middenweg (vers 16-18)

Zo probeert dat tweede beest ons bij God en Zijn Woord vandaan te krijgen. Of hij probeert ons te verleiden tot een vage middenweg, terwijl die middenweg er niet is (Matt. 7:13-14).

In de laatste verzen van dit hoofdstuk wordt dat nog eens benadrukt als we daar lezen over het merkteken van het beest. Sommige christenen denken dan aan iets concreets. Er is al van alles genoemd: de betaalpas, het burgerservicenummer, het coronavaccin, maar dan vergeten we dat Openbaring een plaatjesboek is, vol symbolen en beelden. Zoals het beest zelf niet letterlijk een beest is, zo moeten we ook het merkteken van het beest niet letterlijk nemen, zoals trouwens dat merkteken in Openbaring 7:14 ook niet letterlijk bedoeld is. Het gaat hier om de vraag: bij wie horen we? Wie stempelt, wie tekent ons leven? Horen we bij God en volgen we in ons denken (teken op je voorhoofd) en handelen (teken op je rechterhand) Zijn Zoon de Heere Jezus? Of horen we bij de duivel en laten we ons leven bepalen door hem? Dat zie je bij een ander niet zomaar, daarom moeten we voorzichtig zijn met oordelen. Het is wel een vraag die we onszelf moeten stellen (zie Matt. 7:1-5).

Dat wil niet zeggen dat we niet moeten nadenken over vaccins en andere technologische ontwikkelingen en over de manier waarop de overheid met zulke ontwikkelingen omgaat. Wel moeten we voorzichtig zijn met grote woorden en vooral nadenken over die diepere vraag: ga ik de weg van God, ook als dat veel kost?

Overwinnaar

Dan loopt het ook goed met ons af. Soms lijken gelovigen te verliezen, zeker in landen als NoordKorea, toch is dat maar schijn. Vers 18 herinnert daaraan, waar het gaat over het getal van het beest, 666. Johannes schrijft: ‘Wie verstand heeft, laat hij het getal berekenen.’ Daarmee bedoelt hij niet dat het om een soort geheime code gaat die we moeten ontcijferen. Hij bedoelt dat we de symbolische waarde ervan moeten inzien. Drie keer zes is best een groot getal. Die beesten kunnen geweldig te keer gaan. Toch is zes geen zeven, het getal van de volheid, het getal van God. De duivel komt niet verder dan zes, zes, zes. God is groter. De Heere Jezus is groter. Dat zal blijken!

47

? !

Algemene vragen

1. Waar ben je dankbaar voor als je denkt aan onze overheid?

2. Welke zorgen hebben wij over onze overheid?

3. Hoe kan de duivel godsdienstigheid gebruiken?

4. Kan het teken van het beest ook een letterlijke uitleg hebben?

5. Waarom is het getal van het beest, 666, bemoedigend?

6. Hoe gevoelig ben jij voor het tweede beest? Wat doen jullie als vrouwenkring tegen de invloed van dit tweede beest? Welke rol zie je voor vrouwen in de gemeente hierin?

Studievragen

7. Wat leert de Bijbel ons verder over onze visie op de overheid en hoe we als christenen met besluitvorming van de overheid om moeten gaan? Zie je hierin verschillen tussen OT en NT of vooral overeenkomsten?

8. In artikel 36 van de NGB lezen we dat de overheid geroepen is om alle afgoderij en valse godsdienst te weren en uit te roeien. Tegen welke achtergrond moeten we deze woorden van Guido de Brès lezen? Hoe moeten we deze woorden in onze tijd opvatten?

Antwoorden

Bidden en danken

Dank God dat Hij ons in Zijn woord waarschuwt en oproept om waakzaam te zijn. Bid dat we zelf en als gemeente trouw zullen zijn en niet toegeven aan de verleiding of bedreiging door de duivel.

48

Twee beesten Openbaring 13

Sleutelwoorden

Sleutelwoorden kleuren is een goede methode om erachter te komen wat het thema van een Bijbelgedeelte is. Lees allereerst de tekst (een paar keer) rustig door. Het valt al snel op, welke woorden regelmatig terugkomen. Woorden als ‘een’, ‘en’, ‘de’ en ‘het’ tellen hierbij niet mee. Werkwoordvormen kunnen soms in verschillende vormen in de tekst terugkomen: aanbidden en aanbaden horen bij elkaar. Geef elk themawoord dat vaker terugkomt een eigen kleur. Na het kleuren van de woorden kun je samen bekijken welke woorden het vaakst terugkomen. Per woord bespreek je wat het zegt over het thema van dit Bijbelgedeelte. Wil je deze verwerking gebruiken als korte inleiding op de Bijbelstudie, kleur dan alleen de themawoorden van het eerste Bijbelgedeelte.

En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien horens had, en op zijn horens waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht. En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren? En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en het werd macht gegeven om dit tweeënveertig maanden lang te doen. En het opende zijn mond om God te lasteren, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent en hen die in de hemel wonen. En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk. En allen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, althans van wie de namen niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af. Indien iemand oren heeft, laat hij horen. Als iemand in gevangenschap voert, die gaat zelf in gevangenschap. Als iemand met het zwaard doodt, die moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is de volharding en het geloof van de heiligen.

En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee horens, als die van het Lam, maar het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was. En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerkomen op de aarde, voor de ogen van de mensen. En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer levend werd. En hem werd macht gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden. En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd, en het maakt dat niemand kan kopen of verkopen, behalve hij die dat merkteken heeft, of de naam van het beest of het getal van zijn naam. Hier is de wijsheid. Wie verstand heeft, laat hij het getal van het beest berekenen, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig.

Welke woorden heb je vaak gekleurd?

Wat zeggen deze woorden over het thema van het Bijbelgedeelte?

8 49
Tekst Marja de Kruijf-Ros
Verwerking bij Bijbelstudie 8

9 Gods nieuwe wereld Openbaring 21:1-8 deel 1

Lezen Zingen

Openbaring 21:1-8

Ps. 43 vers 4 en 5

Ps. 98 vers 1 en 4

Ps. 130 vers 3 en 4

WK 471

WK 212

De Engelse predikant John Bunyan beschrijft in ‘De Christinnereis’, het vervolg op zijn nog bekendere ‘De Christenreis’, een aangrijpend tafereel. Een man is druk bezig om takjes en stof en stro naar zich toe te harken. Ondertussen houdt iemand een kroon boven zijn hoofd. Maar de man merkt het niet en ziet het niet. Hij kijkt alleen maar naar beneden en is veel te druk met die takjes en dat stof en dat stro. Een ernstige waarschuwing om geen ‘schatten op de aarde te verzamelen’, maar ‘schatten in de hemel’ (Matt. 6:19-20). Zeker in onze seculiere tijd, waarin alle focus ligt op het hier en nu en op dingen die we kunnen zien en aanraken, hebben we die waarschuwing hard nodig.

Gericht op de toekomst

Een gerichtheid op de hemel is overigens geen vlucht uit dit leven. Want hoe we nu leven, bepaalt hoe het straks na dit leven zal zijn. Of het straks goed afloopt en de deur van de hemel voor ons opengaat, of dat het slecht afloopt en we straks buiten staan (vers 7-8). Dat maakt ons leven ook

zo serieus. Dit leven is gelukkig niet alles, als dat zo zou zijn, dan moet het nu allemaal gebeuren, dan moet je het leven uitpersen als een sinaasappel. Als je echter vertrouwt op de Heere Jezus en denkt aan de kroon die Hij voor ons verdiend heeft, dan hoef je niet in zo’n kramp te leven en hoef je niet zoveel mogelijk bij elkaar te harken. Dan ben je

50
Bijbelstudie 9

blij met wat God je nu al geeft, maar wacht je tegelijkertijd geduldig af. Het beste komt nog.

Als gelovige kun je ook anders omgaan met verdriet en teleurstellingen in je leven. Een ongelovige kan alleen maar zeggen: ik hoop dat ik niet te veel meemaak. Maar een gelovige mag met Paulus zeggen: wat ik nu ook meemaak, hoe zwaar het ook weegt, het is niets vergeleken met die schitterende kroon die God me straks geeft (2 Kor. 4:14-16). Nu moet ik strijden, ook tegen m’n zondige eigen ik, maar straks wacht me de overwinning.

In Openbaring 21 lezen we over die toekomst. Opnieuw spreekt God door beelden. Je houdt ook nog genoeg vragen over, maar dit visioen is genoeg om intens naar de hemel te gaan verlangen.

De hemel komt op aarde (vers 1-2, 5)

In dit Bijbelgedeelte worden drie dingen over de hemel gezegd. De eerste twee komen in deze Bijbelstudie aan de orde, het derde in de laatste Bijbelstudie. Het eerste wat God ons in Openbaring 21 over de hemel vertelt, is dat die op de aarde komt. Dat valt meteen op in vers 1. We lezen over de aarde, een nieuwe aarde, maar wel een aarde. Blijkbaar betekent verlossing niet dat we van de aarde afgaan en naar de hemel gaan. Als er in de Bijbel soms zo over gesproken wordt, dan gaat het over de tijd voor Jezus’ wederkomst. Als je in Hem gelooft en je sterft, dan mag je meteen bij Hem zijn (Luk. 23:43). Dat is echter nog niet het einde, Gods verlossing is nog groter

en gaat nog verder. Als de Heere Jezus terugkomt, krijg je als gelovige een nieuw lichaam en ga je terug naar de aarde. Daarom lezen we in vers 2 dat het nieuwe Jeruzalem neerdaalt uit de hemel op de aarde.

Wat we lezen in vers 5 bevestigt dit nog eens. God zegt niet: ‘Ik maak allemaal nieuwe dingen’, Hij zegt: ‘Ik maak alle dingen nieuw.’

Thuis

God gooit de aarde dus niet weg, Hij vernieuwt de aarde. Dat betekent dat het leven in Gods nieuwe wereld ook best zal lijken op het leven zoals we dat nu hebben. Het zal geen vreemde plek zijn. Dat hoeft ons ook niet te verbazen, God heeft ons niet voor niets een plek op de aarde gegeven. De aarde is ons thuis. Als we in de Heere Jezus geloven, dan blijft dat zo, ook in Gods nieuwe wereld. Dat is ook de reden waarom er zoveel beelden uit Genesis 1 en 2 terugkomen in Openbaring 21 en 22. Het zal worden zoals het was. Je zou het ook zo kunnen zeggen: God verlost ons niet als losse mensen, los van de wereld om ons heen, los van de rest van de schepping. Het gaat Hem om de verlossing van de hele schepping, met alles wat daarbij hoort. De schepping verlangt daar ook naar (Rom. 8:19-21).

De verbinding tussen dit leven en het eeuwige leven geldt ook voor ons lichaam. Gelovigen krijgen een nieuw, verheerlijkt lichaam, gelijkvormig aan het verheerlijkt lichaam van de Heere Jezus Zelf (Filipp. 3:21), maar het

51

is wel ons eigen lichaam. Daarom geloof ik vast dat er in de hemel herkenning zal zijn, al weet ik natuurlijk niet precies hoe. Ook de Heere Jezus werd na Pasen, met Zijn opstandingslichaam, door Zijn discipelen herkend.

Totaal vernieuwde aarde (vers 4)

Het tweede wat Openbaring 21 ons leert over de toekomst is dat de nieuwe aarde een totaal vernieuwde aarde is, in vers 4 staat het zo: de eerste dingen zijn voorbijgegaan. Gods verlossing gaat veel verder dan een opknappen of restaureren van de aarde.

Het leven in Gods nieuwe wereld zal dus ook heel anders zijn dan het leven dat we nu hebben. Het is immers een leven zonder pijn, verdriet, dood en zonde. De Heere God zal de aarde helemaal schoonmaken, zo grondig dat er niets kwaads of verkeerds meer overblijft (zie 2 Petr. 3:10-13).

We kunnen het ons nauwelijks voorstellen. Geen zieke kinderen meer, geen handicaps meer, geen angstige gedachten of onrust meer, geen honger meer, geen ziekhuizen meer, geen aftakeling meer bij het ouder worden, nooit meer afscheid nemen van geliefden, geen ruzie meer of onbegrip tussen mensen, geen scheidingen meer, geen oorlog meer, geen misbruik meer of uitbuiting, geen eenzaamheid meer.

God troost

Geweldig hoe dat er staat in het begin van vers 4: God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Hij gebruikt daar geen engel voor, Hij doet het Zelf. Natuurlijk, de Heere troost nu

Dit wil ik delen

al, dat merk je als je een beroep op Hem doet, dan helpt Hij, draagt Hij en troost Hij. Maar nu troost Hij ín het verdriet. Straks zal het verdriet definitief voorbij zijn, elke traan wordt afgewist.

Dat betekent ook dat al onze vragen worden beantwoord. Nu zeg je soms nog: ‘Heere, ik vertrouw op U, maar ik begrijp er niets van, waarom U het zo doet en wat het doel daarvan is.’ In de hemel zullen we echter zien hoe God het zag, wat Hij ermee voor had in Zijn plan met ons leven en in Zijn plan met deze wereld.

Alles wat mooi en goed is

In de hemel zullen er dus geen verdrietige of slechte dingen meer zijn. Wat zal er wel zijn? Alles wat mooi is en goed is in dit leven, alles wat we dankbaar als een geschenk uit Gods hand mogen ontvangen, maar dan nog mooier en nog beter.

Nu verlangen we altijd naar meer. Wat we ook van God ontvangen in een huwelijk, in een vriendschap, in kinderen of kleinkinderen, in werk, in studie, in een vakantie naar een ver land, een mooi boek dat we lezen of muziek die we luisteren, of een andere mooie ervaring die we hebben, onze verwachtingen worden nooit helemaal waargemaakt. In de hemel is dat voorbij. In Gods nieuwe wereld worden al onze verlangens en verwachtingen waargemaakt. Niemand zal meer denken: kon ik dat maar vasthouden, of: kreeg ik daar maar meer van. In de hemel is het elke dag feest, en hoe langer het duurt, hoe mooier het wordt!

52

? !

Algemene vragen

1. Herkennen wij het tafereel van John Bunyan? Hoe kunnen we ons daartegen wapenen?

2. Kun je te hemels denken over de hemel? Waarom zou dat erg zijn?

3. Kun je te aards denken over de hemel? Waarom zou dat erg zijn?

4. Denk jij dat er herkenning in de hemel zijn? Kun je daar op grond van de Bijbel wel iets over zeggen?

Studievragen

5. Zoek enkele andere plaatsen op in de Bijbel waarin iets over het leven na dit leven wordt gezegd. Welke overeenkomsten en verschillen met Openbaring 21 zie je?

6. Wat zeggen de belijdenisgeschriften over de hemel en de nieuwe aarde?

7. Voor wie is de hemel en voor wie is de nieuwe aarde? Waar leid je dat uit af?

Bidden en danken

Dank God om deze toekomst vol van hoop. Bid dat we in het licht van deze toekomst zullen leven. .

53
Antwoorden

Gods nieuwe wereld

Openbaring 21:1-8 9

We hebben een prachtige toekomst voor ogen en dat is de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Verwerking

We maken van een globe/wereldbol een decoratief element dat ons herinnert aan de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Benodigdheden:

- Globe/wereldbol

- Schoolbordverf

- Kwast

- Krijtje of krijtstift

Aan de slag:

• Neem een wereldbol en probeer deze los te maken van het onderstel. Als dit niet mogelijk is kun je het onderstel met schilderstape beschermen.

• Schilder de wereldbol met schoolbordverf mooi egaal. Laat het vervolgens goed drogen.

• Zoek een Bijbeltekst rondom de toekomst en zet deze met een krijtje of krijtstift op de wereldbol. Je kunt de wereldbol elke keer blijven vernieuwen met andere teksten.

• Draai de wereldbol weer vast op het onderstel of haal de tape los. Je wereldbol is klaar.

Tip

Heb je nog wat muurverf, meubelverf of kalkverf over? Dit kun je natuurlijk ook gebruiken en de tekst hierna in wit of zwart op de wereldbol schrijven. Dat is alleen wel permanent.

1 1 Verwerking bij bijbelstudie 1 54 1
Bijbelstudie 9

10 God woont bij de mensen

Openbaring 21:1-8 deel 2

Lezen

Openbaring 21:1-8

Zingen

Ps. 62 vers 1 en 4

Ps. 73 vers 13 en 12

Ps. 84 vers 1 en 6

WK 427

WK 484

Wat is de hemel eigenlijk voor plek? In Openbaring 21 vertelt God erover. Twee dingen zagen we al in de vorige Bijbelstudie, allereerst dat de hemel op aarde komt. God vernietigt Zijn oorspronkelijke schepping niet, Hij vernieuwt Zijn schepping en verlost die van de zonde en alle gevolgen daarvan (Rom. 8:18-30). Als we in de Heere Jezus geloven, blijft de aarde dus ons thuis. De aarde heeft toekomst! De aarde in Gods nieuwe wereld is echter wel een totaal vernieuwde aarde. Dat is het tweede wat we in Openbaring 21 over de hemel leren. Gods nieuwe wereld is een wereld zónder ziekte, lijden, dood en zonde, maar mét alles wat mooi en goed is, nog mooier en beter dan het was in het paradijs. Eén groot feest, dat nooit meer ophoudt.

God dichtbij

Het mooiste van dat feest is dat God Zelf erbij is en dat Hij het middelpunt is. Dat is het derde wat Openbaring 21 over de hemel vertelt: het is de plek waar God is. We lezen in vers 3: ‘En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen:

Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn.’ De hemel is dus niet: je man of vrouw, je zoon of je dochtertje en je beste vriend weer zien. Mag je daar niet

55 Bijbelstudie 10
56

naar verlangen? Natuurlijk wel, maar het belangrijkste is God Zelf, van Wie je alle goede gaven gekregen hebt, zoals die liefste mensen om je heen en die mensen die je nu zo mist. God Zelf is onze grootste schat (Gen. 15:1), en in de hemel is Hij altijd dichtbij en is alles vol van Hem. De mooiste en diepste, Bijbelse omschrijving van de hemel is daarom waarschijnlijk gegeven door de Heere Jezus Zelf: de hemel is het huis van Mijn Vader (Johannes 14).

God is onze grootste schat

Dat accent op God gaat dwars tegen onze moderne seculiere en ik-gerichte cultuur in. Ik hoorde eens over een man die zei: ‘Jullie christenen moeten God ook overal bijhalen, moet God nu ook nog in de hemel zijn?’ Hij moest er niet aan denken.

Ons hart gaat toch sneller kloppen als we God hebben leren kennen door Zijn Woord en geraakt zijn door Zijn liefde en goedheid? Hij laat die beide zo duidelijk zien in Zijn Zoon en in alle zegeningen die we dag in dag uit van Hem ontvangen! Dáár mogen wonen, in het huis van de Vader, dát is de hemel!

Nu is de afstand tussen God en ons vaak nog groot. Soms omdat God Zich verbergt om ons op de proef te stellen, ons geloof te verdiepen of ons bepaalde dingen te leren die we anders niet zouden leren. Veel vaker echter, zorgen wij zelf voor die afstand. Door ons gebrek aan toewijding, door ongeloof, oppervlakkigheid, ongehoorzaamheid of door materialisme.

Johannes zegt: straks is dat voorbij, dan komt Gods tent op de aarde en woont Hij bij Zijn volk. Die woorden komen niet uit de lucht vallen. De tabernakel en de tempel lieten al iets zien van Gods verlangen om bij Zijn volk te wonen en beloofden Zijn nabijheid. In de geschiedenis met Israël heeft God die belofte waargemaakt. Hij woonde bij Zijn volk, op allerlei manieren. Nog rijker werd de belofte van Gods nabijheid en aanwezigheid vervuld, toen Gods Zoon naar deze wereld kwam en toen de Heilige Geest werd uitgestort: God mét ons en ín ons. Gods belofte dat Hij bij Zijn volk zal wonen, wordt echter pas werkelijkheid in Zijn nieuwe wereld.

God zien

In Openbaring 22:3-4 staat het nog mooier: ‘Zijn dienstknechten zullen Zijn aangezicht zien.’ Nu wandelen we door het geloof en niet door aanschouwen (2 Kor. 5:7). Nu kennen wij ten dele (1 Kor. 13:9) en kijken door middel van een spiegel in een raadsel (1 Kor. 13:12). Pas in de hemel, Gods nieuwe wereld, zullen we God echt zien en Zijn aangezicht aanschouwen!

Dat zien van God kun je figuurlijk opvatten: je kunt zó vol zijn van God en je kunt Zijn liefde en nabijheid zó krachtig

ervaren, dat het lijkt alsof je voor Hem staat en Hem ziet. Toch gaat het nog verder, we zullen in de hemel God ook letterlijk zien. We zullen namelijk de Heere Jezus zien, Hem in de ogen kijken en daarmee dus ook de Vader, want wie Jezus ziet, ziet de Vader (Joh. 14:6, 9). In het eerste hoofdstuk van zijn evangelie schrijft Johannes: ‘Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard’ (Joh. 1:18). Bij deze woorden denkt Johannes natuurlijk allereerst aan de komst van de Heere Jezus naar deze wereld, maar ook voor deze woorden geldt dat ze pas volkomen in vervulling gaan in Gods nieuwe wereld, als Jezus terugkomt.

Gods gaven

Dit alles doet niets af aan wat we eerder zeiden over de nieuwe aarde en het herkennen van elkaar. Terwijl we God en Jezus zien, zien we ook elkaar en de nieuwe aarde. Dat gaat helemaal samen. Hier op aarde lukt dat meestal niet en zien we vaak óf God óf Zijn gaven, meestal het laatste. We zijn vaak zo druk met Gods gaven dat we God (bijna) vergeten. We hebben de oproep van de Heere Jezus in de Bergrede hard nodig: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God’ (Matt. 6:33), evenals de oproep van Paulus: ‘Of u dus eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God’ (1 Kor. 10:31). Straks hebben we deze oproepen niet meer nodig. Ik las bij iemand: ‘In Gods nieuwe wereld is het verschil tussen de zondag en de maandag, tussen het leven met God en het gewone dagelijkse leven, definitief voorbij.’ Of je er nu speelt, werkt (want ook in Gods nieuwe wereld is genoeg te doen), rust, geniet, zingt, leert, ontdekt, of met elkaar praat, alles is vol van God!

Dorst (vers 6)

Openbaring 21 geeft allesbehalve een zakelijke omschrijving van de hemel. Het visioen is een uitnodiging om daar eenmaal te zijn. We kunnen die plek niet zelf verdienen, als we krijgen waar we recht op hebben, staan we voor altijd buiten (vers 8). We hoeven de hemel gelukkig niet te verdienen. God zegt in vers 6: ‘Wie dorst heeft, zal ik voor niets te drinken geven, uit de bron van het water des levens.’ Voor niets! Want de Heere Jezus heeft de hemel voor ons verdiend door Zijn dood aan het kruis. Hij zorgt voor plaats in het Vaderhuis van God (Joh. 14:1-6).

Dan kan er toch maar één antwoord zijn? Dan kunnen we alleen maar zeggen: Heere, ik heb dorst, ik verlang ernaar om voor altijd dicht bij U te zijn en om Uw Zoon met mijn eigen ogen te zien, op die totaal vernieuwde aarde. Samen met mijn geestelijke broers en zussen.

57

?

Algemene vragen

1. Welke woorden in Openbaring 21:1-8 raken je het meest?

2. In de hemel zullen we God ‘zien’. Hoe stellen we ons dat voor?

3. Voelen wij de spanning tussen liefde voor God en liefde voor Zijn gaven? Hoe gaan we daarmee om?

4. Augustinus zei dat we God mogen ‘genieten’ maar dat we Gods gaven alleen mogen ‘gebruiken’. Is het Bijbels om niet ook van Zijn gaven te mogen genieten?

Studievragen

5. ‘Richt je op de hemel en je krijgt de aarde erbij. Richt je op de aarde en je krijgt ze geen van beide’ (C.S. Lewis). Wat vind je van deze uitspraak?

6. Waarom wordt Gods nieuwe wereld vergeleken met het nieuwe Jeruzalem, en dus met een stad? Is dat een ontwikkeling ten opzichte van de tuin van Genesis 2 waarin Adam en Eva mochten wonen?

7. In Openbaring 21:24 lezen we dat de koningen van de aarde hun heerlijkheid en eer in het nieuwe Jeruzalem zullen brengen. Wat zou daarmee bedoeld worden? Wat gaat er van onze oude wereld mee Gods nieuwe wereld in?

Bidden en danken

Dank God dat Hij een zeer overvloedige fontein is van al het goede (NGB, artikel 1), onze grootste schat! Bid dat we nu al in Zijn nabijheid mogen leven en Hem steeds meer door het geloof mogen zien.

58 !
Antwoorden

10

Openbaring 21:1-8

God woont bij de mensen

Gedicht schrijven

Lees Openbaring 21:1-8 door en neem de tijd om de inhoud tot je door te laten dringen. Schrijf een gedicht dat past bij deze tekst. Een gedicht mag, maar hoeft niet te rijmen. Maak korte zinnen. Ben je muzikaal, dan kun je ervoor kiezen om het gedicht op een (bestaande) melodie te maken.

59
Tekst Marja de Kruijf-Ros
bij bijbelstudie 10
Verwerking

Openbaring 5 ̶ Weerklank 91

Wie is waard de rol te nemen die het heil voor ons ontsluit? Wie kan zeven zegels breken, zeggen wat de Schrift beduidt? Niemand heeft erin gekeken, niemand legt de toekomst uit.

Eén is waard het boek te lezen staande voor Gods hoge troon slechts de leeuw die lam wil wezen, koning met een doornenkroonHij, verrezen, zal genezen; wie een slaaf was, werd een zoon! Erfgenamen, vrijgekochten,

Hij heeft onze schuld geboet, haalde ons, die Hem niet zochtenHij betaalde met zijn bloed. Alle stammen, tongen, talen, wereldwijd zet Hij zijn voet!

Hij maakt van een knecht een koning, maakt ons priesters voor de Heer, noemt een tempel onze woning, met gezag zegt Hij: Regeer, heers als koning! Melk en honing, heel het paradijs keert weer!

Zie, het boek van Gods historie is ontsloten, en het wacht tot het volk van zijn victorie zingen zal uit alle macht: Lof, aanbidding, wijsheid, glorie, zij het lam, voor ons geslacht!

Woordzoeker Openbaring

Streep de woorden weg en vind de oplossing.

ALFA

BAZUIN BOEKROL

DRAAK

GETUIGEN HONGER JERUZALEM JOHANNES

KANDELAARS

KROON LAODICEA

LOFPRIJZING OLIJFBOMEN

OMEGA OUDERLINGEN OVERHEID

OVERWINNING PAARDEN PATMOS

SPOEDIG TOEKOMST TRANEN TROON

VERDRUKKING

VISIOEN WATERBRONNEN WEEGSCHAAL

ZEE

ZEGELS ZONDAG ZWAARD

62

Colofon

Dit is een jaarlijkse uitgave van Vrouw tot Vrouw, Hervormde Vrouwenbond.

Voorzitter bestuur

Gertruud de Koeijer-Hoekman

Hoofd- en eindredactie

Jacobi de Wildt-Rentier (hoofdredacteur – 078-6319474)

Marina Maas-Heijkoop (eindredacteur) redactie@vrouwtotvrouw.nl

Redactieleden

Simone Aantjes-Freije, Joanne Borsboom-Vergunst, Gertruud de Koeijer-Hoekman, Marja de Kruijf-Ros, Hannah Neele, Anne-Co Simonse, Babeth van der Werf.

Leden landelijk bestuur

Elsbeth ten Brinke-de Rijke, Corine de Jong, Erika de Jong-Borkent, Marja de Kruijf-Ros, Anita Maas-Lugthart, Monica Molendijk-van Bemmel, Alike Nijzink-Vrugteveen en Joanneke Vreeken-van der Giessen.

Tip voor bestuursleden:

De algemene ledenvergadering staat deze keer op de planning voor 14 mei 2024.

Vormgeving, drukwerk en verzending

AMV Lunteren

Contact Vrouw tot Vrouw organisatie

Johan Willem Frisostraat 38

7462 GX Rijssen

secretariaat@vrouwtotvrouw.nl 06-48 87 63 70

CBB

Vrouw tot Vrouw magazine is bij de CBB verkrijgbaar in grootletter, braille, gesproken en digitale vorm. Tel. 0341-56 54 77, e-mail: klantenservice@cbb.nl.

63

Bijbelstudies over...

Openbaring

Het Bijbelboek Openbaring daagt uit en roept vragen op. In elf toegankelijke Bijbelstudies bespreekt ds. M.K. de Wilde dit Bijbelboek.

Ds. De Wilde: ‘Twee dingen kwamen vooral naar me toe. Enerzijds de radicale oproep om te geloven en daarin te volharden, wat dat ook kost en wat daar ook tegenin komt. Anderzijds de troost dat de Heere Jezus op de troon zit en dat Hij doorgaat met Zijn werk, wat er ook gebeurt. Wat me steeds weer raakt, is hoe de Heere Jezus in Openbaring getekend wordt: als de Leeuw van Juda (groot en sterk) en als het Lam dat staat als geslacht (zwak en nederig).’

De Bijbelstudies zijn voorzien van vragen voor verder nadenken over de stof en voor bespreking op kringen en verenigingsavonden. Daarnaast is er bij elke Bijbelstudie een (creatieve) verwerking opgenomen.

Dit Bijbelstudienummer is een speciale uitgave van Vrouw tot Vrouw magazine

Lezen Zingen Bidden en danken Creatief

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.