4 minute read
7. 1910-1915 | Het herdenkingstegeltje van de Valeriuskliniek
7
Al sinds de oprichting van de Vrije Universiteit in 1880 bestond de wens om tot een eigen faculteit geneeskunde te komen voor het opleiden van ‘christen-artsen’. Officieel zou de medische faculteit pas in 1950 van start gaan, maar ze heeft een veel langere voorgeschiedenis. Dit verder onbekende tegeltje laat iets zien van deze geschiedenis. En het roept bij Abel Thijs, internist aan Amsterdam UMC, gedachten op over verbinding: tussen lichaam en ziel, levensovertuiging en zorg, heden en toekomst.
Van hoogleraar tot ziekenhuis, en de waarde van een tegeltje
Dit tegeltje is een van de weinige fysieke objecten die herinneren aan de roerige voorgeschiedenis van de medische faculteit van de VU. Het toont een afbeelding van de entree van de Valeriuskliniek en de openingsdatum: 3 november 1910. De ingang lijkt gelijk aan een foto uit ca. 1935, vóór de grote verbouwing in 1937-1941. Dergelijke tegeltjes werden vaak gemaakt bij een jubileum of herdenking. En zowel het vijftig- als het honderdjarig bestaan van de kliniek zijn uitgebreid gevierd. Er is echter geen concreet bewijs om het aan een van beide gelegenheden te koppelen. In 2017 is het pand na veel ophef gesloopt, maar toen was de gewoonte om tegeltjes te maken helaas verdwenen. Het tegeltje kan ook gecreëerd zijn naar aanleiding van de verbouwing in 1937. Toen verdwenen namelijk de karakteristieke torentjes, en kreeg het gebouw een nieuwe, minstens even karakteristieke gevel.
In 1907 werd de eerste hoogleraar geneeskunde aangesteld, de psychiater Leendert Bouman. De universiteit werkte intensief samen met de ‘Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders’. Dit leidde in 1910 tot de opening van de Valeriuskliniek aan het Valeriusplein in Amsterdam-Zuid, waar Bouman geneesheer-directeur werd. In 1919 werd een tweede hoogleraar aangesteld, Frits Buytendijk, voor wie naast de kliniek een Physiologisch Laboratorium werd gebouwd. Bij drie hoogleraren mocht van een zelfstandige faculteit gesproken worden. Zo ver kwam het niet: Buytendijk vertrok in 1924 naar Groningen, en Bouman werd in 1925 hoogleraar in Utrecht, waarnaast hij slechts enkele uren per week aan de VU kon besteden. Zijn opvolger Lammert van der Horst begon in 1924 als psychiater bij de Valeriuskliniek en werd in 1928 benoemd tot hoogleraar bij de VU.
De VU verzorgde ook zonder complete medische faculteit onderwijs voor geneeskundestudenten. Een groot deel van de opleiding werd aan de Universiteit van Amsterdam gevolgd. In 1950 kwam het eindelijk tot de oprichting van een echte medische faculteit en dit werd beklonken met de bouw van het Academisch Ziekenhuis VU in Buitenveldert, dat in 1966 officieel opende. Op dezelfde plek bevindt zich nu nog steeds het Amsterdam UMC, locatie VUmc.
Tegeltje met de afbeelding van de Valeriuskliniek, maker en jaartal onbekend, 15 x 15 cm.
Verbinding: gedachten bij een tegeltje
Abel Thijs
We kennen de herkomst van dit tegeltje niet precies, noch de aanleiding voor het maken ervan. Niet alleen over het verleden van dit tegeltje, maar ook over de toekomst van de universitaire zorg in Amsterdam kunnen we weinig met zekerheid zeggen. Dat geeft ruimte om met een open vizier wat weg te dromen.
Het woord dat mij te binnen schiet bij dit tegeltje, en bij de situatie waarin het VUmc of preciezer gezegd ‘locatie De Boelelaan van Amsterdam UMC’ zich bevindt, is verbinding. Heel direct is dat op dit moment de verbinding tussen twee universitaire instituten, de medische centra van de UvA en de VU, die elk een eigen geschiedenis hebben en nu een gezamenlijke toekomst tegemoet gaan. Maar die associatie ligt misschien te veel voor de hand. Ik zie nog drie andere betekenissen.
De eerste betekenis is de verbinding tussen physis (φυσις) en psyche (ψυχη). Dit door de leerstoelen van de beide begin-hoogleraren (de psychiater Bouman en de fysioloog Buytendijk) met elkaar in verband te brengen. Beide hoogleraren waren er overigens ook zelf van overtuigd dat de (zieke) mens als een eenheid van lichaam en ziel moest worden begrepen. Voorwaar nog steeds een belangrijke uitdaging voor de moderne geneeskunde: zowel in de psychiatrie als in de vaak hoogtechnologische zorg in een algemeen of universitair ziekenhuis. Het mysterie van de interactie tussen deze twee aspecten van het menselijk leven blijft ook voor professionals in onze tijd een uitdaging. Ontrafeling ervan is niet geheel mogelijk.
In de tweede plaats denk ik aan de verbinding tussen (al dan niet sterk geprofileerde) levensovertuiging en zorg. Je zou het idee kunnen hebben dat medische zorg, het opleiden tot zorgverlener en het doen van onderzoek in dat veld op gespannen voet staan met zo’n levensovertuiging. De geschiedenis die bij dit tegeltje hoort, laat zien dat deze verbinding juist vruchtbaar kan zijn, mits breed opgevat en niet klemmend opgelegd.
En in de derde plaats is er de verbinding tussen verleden en toekomst. Ook destijds was er net als straks samenwerking nodig tussen universiteiten, disciplines, instituten. Maar vooral: tussen mensen met hart voor de zaak, om zo’n mooie opleiding als die tot arts tot stand te brengen. Daar is niets nieuws onder de zon.
Moge dit drietal verbindende elementen tot de kern blijven behoren van de academische zorg in de stad, met een uitstraling tot ver daarbuiten!
Abel Thijs is, als internist in Amsterdam UMC, nauw betrokken bij het geneeskundeonderwijs aan de VU.
Gevel van de Valeriuskliniek, Amsterdam, 1935.
College psychiatrie in de Valeriuskliniek, 1935, met hoogleraar L. van der Horst