Dropzone december 2022

Page 1

Tijdschrift voor lokaal beleid voor kinderen en jongeren Dropzone PB- PP BELGIE(N) - BELGIQUE Bataljong · Ossenmarkt 3 · 2000 Antwerpen · P206352 · Afgiftekantoor: 2000 ANTWERPEN Stuivenberg December 2022 –jaargang 31 –Nr. 4 · Verschijnt 4x per jaar: maartjuniseptemberdecember Maak kennis met de laureaten KINDVRIENDELIJKE STEDEN EN GEMEENTEN Maak kennis met de laureaten Ook herkenbaar voor jou? Een lokale trekker kindvriendelijk beleid TENDENSEN OVER KINDVRIENDELIJKE STEDEN EN GEMEENTEN HEEN Ook herkenbaar voor jou? UIT HET DAGBOEK VAN Een lokale trekker kindvriendelijk beleid

Hannes Jossart

Colofon Met de medewerking van Frauke Baeyens Leen Bartholomeus Kristof Bouvard Bert Delville
Cato De Craene Ellen De Grauwe Jolijn De Haene Zita De Pauw Saar De Wulf Ilse Holvoet
Coördinatie Leen Bartholomeus Vormgeving hierbenik.be Druk Drukkerij Jansen Coverfoto Inge Delee Verantwoordelijke uitgever Jurgen Sprangers, Brasschaat Contact Bataljong vzw, Ossenmarkt 3 2000 Antwerpen info@bataljong.be 03 821 06 06 www.bataljong.be Interview Ingelmunster Intergemeentelijke samenwerking Verder in dit nummer: Laureaten Kindvriendelijke Steden en Gemeenten Beringen, Beveren, Dendermonde, Geraardsbergen, Hasselt, Herenthout, Kortrijk, Leuven, Malle, Menen, Nazareth, Poperinge, Temse, Wemmel, Wortegem-Petegem, Wuustwezel en Zwijndrecht halen het label. Proficiat! Infographic Het label Kindvriendelijke Steden en Gemeenten 2022: het traject in cijfers Tendensen over Kindvriendelijke Steden en Gemeenten heen Herkenbaar voor jouw stad of gemeente? Uit het dagboek van Evy Huybrechts, de lokale trekker kindvriendelijk beleid in Keerbergen. Plancheckers Tips voor een gesprek met effect en voor je communicatie De commissies: inhoudelijk kompas voor Bataljong Commissie beleidsparticipatie Driehoeksverhouding Hoe werken schepen, jeugdambtenaar en jeugdraad samen in Kindvriendelijk Roeselare? Stel je vraag Hoe kan ik ervoor zorgen dat collega’s van andere diensten aan de slag gaan met kindvriendelijkheid ook als we niet voor het label kunnen of willen gaan? 4 20 12 28 30 32 34 38 26 Belevingsonderzoek vrije tijd Concrete wins 24
Priscillia Kalonji Indy Marchal Emily Mortier Bieke Nackaerts Imke Pichal Wim Soontjens Filip Stallaert Jurgen Sprangers Hans Theuns Koen Van Boxem Tieme Verlinde Jimmy Wertelaers

Bataljong is supertrots op de 17 laureaten van 2022 die zich sinds 14 november officieel Kindvriendelijke Stad of Gemeente mogen noemen. Kindvriendelijk beleid? Dat is kinderen en jongeren als volwaardige actor zien in de lokale samenleving, hun rechten centraal zetten en helpen garanderen… Dat is beleid maken mét hen, en dat over alle beleidsdomeinen heen... Dat is zo het lokaal beleid beter maken voor élke inwoner.

17 steden en gemeenten liepen de voorbije jaren een traject waarbij ze een straf draagvlak vonden, ambtelijk en politiek, voor dit soort lokaal beleid. Ze vertaalden het in structuur, strategie en cultuur. En daarom kende een jury van experten hen voor de komende zes jaar het Label Kindvriendelijke Stad en Gemeente toe. Minister Dalle reikte de labels uit in het Vlaams Parlement.

Dikke proficiat aan Beringen, Beveren, Hasselt, Herenthout, Malle, Nazareth, Menen, WortegemPetegem, Wemmel, Wuustwezel en Zwijndrecht! Warme felicitaties voor Dendermonde, Geraardsbergen, Kortrijk, Leuven, Poperinge en Temse, die na zes jaar als labelstad of -gemeente, zich nog steeds ontwikkelen op gebied van kindvriendelijkheid. Ze mogen met trots nog eens zes jaar verder op de ingeslagen weg.

Samen met nog 17 lokale besturen met een lopende erkenning, zijn er nu 34 labeldragers. Goed voor in totaal zo’n 25% van de kinderen en jongeren die opgroeien in een kindvriendelijke stad of gemeente. Uit de tweemeting lokaal jeugdbeleid blijkt dat nog een hele golf andere steden en gemeenten mee de weg van kindvriendelijkheid inslaat, ook al kiezen ze niet altijd om daarbij te kandideren voor het label. Sowieso verdient iedere stad en gemeente die bewust aan de weg timmert een pluim. Kindvriendelijke stad of gemeente zijn is een voortdurend proces. Het werk is nooit af. Als kind opgroeien in een labelgemeente is dus geen automatische garantie dat al je rechten worden gegarandeerd. We roepen alle labeldragers op om de erkenning in te zetten als een blijvend hefboom om de rechten van alle kinderen en jongeren als toetssteen te nemen voor het ganse beleid. Maak daarbij een belangrijke speerpunt van de strijd tegen armoede. Opgroeien in armoede zet heel wat rechten tegelijk onder druk. Denk aan het recht op leven, ontwikkelen en een goede opvoeding, het recht op voeding, kleding en een veilig huis, het recht op gezondheid en goede zorg, het recht op informatie, ontmoeting en vrije tijd... Geen enkel kind mag leven in armoede.

Jurgen Sprangers Directeur Bataljong

Laat ons weten hoe jij werk maakt van #sterkbeleidvoorjongeinwoners

facebook.com/Bataljong @Bataljong

instagram.com/Bataljong linkedin.com/company/Bataljong

3
Een nieuwe generatie kindvriendelijke steden en gemeenten zet de toon

Welke boosts geeft werken aan kindvriendelijkheid?

Waar het hart vol van is loopt de mond van over. Beleidsparticipatie van kinderen en jongeren, integraal samenwerken en mentaal welbevinden (p. 36-37) zijn de thema’s die uitgesproken naar voor kwamen in de interviews met de laureaten. Lees mee, laat je prikkelen door het enthousiasme van de kindvriendelijke steden en gemeenten 2022 en steel slim!

Menen

Kasper Vandecasteele, Schepen van Participatie, Sport, Jeugd, Evenementen & Senioren: “Kinderen worden vaak als doelgroep over het hoofd gezien, terwijl ze een groot deel van de bevolking vertegenwoordigen. In Menen is 29% van de bevolking jonger dan 26 jaar, bijna een derde. Net daarom zetten we volop in op een stad op maat van kinderen en jongeren. We willen hen betrekken in de ontwikkeling van de stad, omdat we ervan overtuigd zijn dat hun kijk anders en waardevol is.

En dat was voor ons de motivatie om van Menen een kindvriendelijke stad te maken! Van het begin van de legislatuur werd duidelijk: dit wordt onze topprioriteit! We willen een kindvriendelijke stad voor de kinderen, maar vooral mét de kinderen. We willen hun mening weten en horen, over wat er allemaal beter kan en anders moet in onze stad. Want we weten allemaal: “de waarheid komt uit een kindermond”. We willen benadrukken dat kinderen en jongeren hier welkom zijn. Dat ze kunnen meedenken én zelf kunnen bouwen aan een kindvriendelijk Menen.”

Participatie van kinderen en jongeren als maatstaf voor onze dienstverlening

Frederic Dehaudt, Kabinetsmedewerker schepen van Jeugd: “In Menen zijn kinderen geen passieve inwoners. Ze hebben een mening over de inrichting van de openbare ruimte, over het verkeer, over de evenementenkalender… en over de wereld van morgen. Omdat Menen resoluut de weg is ingeslagen van een kindvriendelijke stad, willen we de stem van de kinderen klaar en duidelijk horen. Dat is een grote uitdaging. Kindergemeenteraden, meer en intensere samenwerkingen tussen scholen en stad, een gebruiksvriendelijk participatiedraaiboek, een sterke communicatiestrategie en andere maatregelen willen het DNA van de stadsadministratie stap voor stap veranderen. Het zal tijd en moeite kosten om alle medewerkers en diensten van die aanpak te overtuigen, want vandaag is participatie (van kinderen en jongeren) nog geen maatstaf voor onze dienstverlening. De werkgroep KVSG zal daarop toezien door de administratie uitdrukkelijk en systematisch uit te nodigen om op zoek te gaan naar de beste participatie van kinderen en jongeren. We zullen hen hierin zo goed mogelijk begeleiden. Het is een proces dat we nauwgezet zullen monitoren. Over drie jaar moet Menen zowel in zijn uiterlijke verschijningsvorm als in zijn interne werking een stad zijn waar duidelijk naar de stem van kinderen wordt geluisterd.”

4
Tekst: Leen Bartholomeus Beeld: Menen, Nazareth, Wuustwezel, Beringen, Herenthout, Malle, Wortegem-Petegem, Beveren, Wemmel, Hasselt en Zwijndrecht
“We betrekken kinderen in de ontwikkeling van de stad, hun kijk is anders en waardevol”
- Kasper Vandecasteele, schepen van Jeugd Menen

Nazareth

Lien Renaux, Deskundige Jeugd: “We organiseerden twee nazomerbars in september. Het doel was vooral de tieners, ‘hangjongeren’, skaters te bereiken. Maar het werd veel betekenisvoller dan dat. Hier viel echt alles samen, alles waar we naar streefden in dit kindvriendelijk traject: we hebben er jongeren ontmoet die we anders niet of moeilijk bereiken, de ‘beruchte’ buurt van het skatepark werd positief in de kijker gezet. Er was heel wat inspraak met een veel breder bereik dan voorzien. Maar ook: de kinderen, jongeren, buurtbewoners… leerden de medewerkers van het lokaal bestuur beter kennen en ook de jeugdraad was massaal vertegenwoordigd. We konden zien en voelen dat deze initiatieven sterk buurtversterkend werken, zeker door de heerlijk onbezonnen nazomersfeer waar volop ruimte was voor ontmoeting. De jongeren/skaters konden ons niet alleen hun kunsten laten zien, maar we kwamen vooral ook te weten wat hen bezig houdt en waar ze van dromen”.

Thomas Van Ongeval, Schepen van Jeugd: “We willen implementeren wat we hebben voorgesteld en kinderen en jongeren daar nog meer in betrekken. Veel meer uit handen geven en kinderen en jongeren de ruimte bieden om te experimenteren. Kinderen en jongeren echte ambassadeurs laten zijn en hen vanuit het lokaal bestuur ondersteunen.”

5

Veel beslissingen die wij als gemeente nemen, hebben impact op de leefwereld van kinderen en jongeren. Het zou een evidentie moeten zijn dat we vragen wat ze daarvan vinden en dat ze weten dat ze bij ons terecht kunnen als ze zelf met iets zitten.

Wuustwezel

Luc Loos, Algemeen Directeur: “Veel beleidsbeslissingen van vandaag krijgen pas uitvoering in de loop van de volgende jaren. Het is dus goed dat kinderen en jongeren van het begin betrokken worden in het besluitvormingsproces: het zijn zij die de resultaten er zeker van zullen zien en ervaren. Hopelijk ziet men dan ook in dat participatie wel degelijk werkt.”

Kris Van Looveren, Schepen van Jeugd, Openbare Werken en Participatie & Buurtontwikkeling: “Als we kinderen en jongeren al van jongs af aan mee betrekken in ons beleid, dan gaan we van hen ook in het latere leven betrokken burgers maken. Wie weet zullen ze zo later ook zelf initiatief nemen en mee nadenken en/of werken aan onze mooie gemeente.”

Kinderen en jongeren als grootste gebruikers van een gemeente Amber Daniels, Jeugdconsulent: “Kinderen zijn misschien wel

de grootste gebruikers van een gemeente; ze gaan er naar school, naar de vereniging, naar het speelterrein… Ook jongeren vertoeven nog heel vaak in hun eigen gemeente, al steken die ook al eens graag de grenzen over. Veel beslissingen die wij als gemeente nemen, hebben dus een impact op hun leefwereld. Het zou dus eigenlijk een evidentie moeten zijn dat we hen ook vragen wat ze daarvan vinden en dat ze weten dat ze bij ons terecht kunnen als ze zelf met iets zitten.

Het belevingsonderzoek was misschien wel het leukste om te doen: we kregen heel veel te horen van alle kinderen en jongeren waar we mee gesproken hebben, van kleuters tot studenten. Dat was altijd interessant, soms grappig en soms ook confronterend. Met sommige input konden we gelijk aan de slag, andere dingen hebben we mee verwerkt in onze strategie.”

6

Beringen

Karoline Lenaers, Directeur Mens: “‘Wat is het belangrijkste,’ vroeg Grote Panda, ‘de reis of de bestemming?’ ‘Het gezelschap,’ zei Kleine Draak. In het geval van Kindvriendelijke Stad zou ik durven zeggen dat én de reis én de bestemming én het gezelschap absoluut de moeite waard zijn. Binnen de organisatie word je uitgedaagd om met tal van beleidsdomeinen aan de slag te gaan; ook werelden die soms wat verder af liggen zoals publieke ruimte of mobiliteit. Buiten de organisatie zijn het de kinderen en jongeren die je doen verwonderen. Het traject naar het label kindvriendelijke stad is een mooie leerschool in een integraal en geïntegreerd beleid ontwikkelen. Je komt tot een strategie kindvriendelijkheid waar élke Beringenaar wel bij vaart. Zeker een aanrader dus!”

Geert Gielis, Deskundige Educatie: “Het behalen van het label is een erkenning voor alle lokale initiatieven met een aanbod voor kinderen en jongeren. Een kindvriendelijke stad bouwt verder op alle basisvoorzieningen: de scholen en opvanginitiatieven, de speelmobiel op de buurtpleintjes, de brede school, de academie voor muziek, woord en dans, de sportclub en de jeugdvereniging, het vakantieaanbod, het kinder- en jongerenaanbod vanuit het cultuurcentrum en de bib, toegankelijke recreatiecentra en evenementen. Het zijn de plekken bij uitstek om te luisteren naar de dromen en zorgen van kinderen en jongeren, om hun talenten te

helpen ontdekken en ontwikkelen. Al deze lokale partners en hun medewerkers of vrijwilligers maken samen een kindvriendelijke stad.

Vanuit de stad proberen we al deze initiatieven zo goed mogelijk te ondersteunen. We brengen ze samen om nog meer te kunnen betekenen voor kinderen en jongeren.

Initiatieven samenbrengen en ondersteunen In Beringen doen we dit zeker ook vanuit een gedeelde bezorgdheid voor de kinderen, jongeren en gezinnen die het wat moeilijker hebben. Je hebt een netwerk van verschillende partners nodig om ondersteuning op maat te bieden voor verschillende leeftijdsgroepen en op verschillende levensdomeinen. De voorbije jaren hebben we dan ook sterk ingezet om die netwerken vorm te geven. Ik denk bijvoorbeeld aan de brede school in samenwerking met Saamo die vrije tijd toegankelijk maakt voor alle kinderen uit de buurt, aan de uitbouw van een aanbod voor jongeren in het JAC, de werking van Arktos en de opstart van het OverKop-huis. Outreachende medewerkers helpen gezinnen mee op weg of begeleiden transitieperiodes naar de kleuterschool, naar het secundair onderwijs of naar de arbeidsmarkt. In samenwerking met de sociale dienst, het Huis van het Kind, Rap op stap en het lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie werken we drempels weg zodat alle kinderen en jongeren volwaardig kunnen participeren.”

“Een mooie leerschool in integraal en geïntegreerd beleid ontwikkelen”
- Karoline Lenaers, Directeur Mens Beringen
7

Herenthout

Julie van Orshaegen, voormalig Deskundige Jeugd, huidig Deskundige Cultuur & Toerisme: “In 2016 behaalde Herenthout een eerste keer het label Kindvriendelijk Steden & Gemeenten. We hadden al enkele projecten op poten gezet, maar die waren nog niet ingebed in een structureel beleid. Vandaar dat we dit jaar niet gegaan zijn voor een verlening van onze titel op basis van de bouwstenen, maar opnieuw een portfolio hebben ingediend met de aan te tonen criteria, zoals een gemeente die voor het eerst indient. Voor die inbedding wilden we deze keer wél echt gaan: een breed gedragen beleid waarin kinderen als topprioriteit gezien worden en waar iedereen mee aan sleutelt.”

Duurzame samenwerking vanuit expertise en engagement

Clara Cambré, Deskundige Jeugd: “We hebben in het traject gemerkt hoe nauw kinderen aan het hart liggen bij al onze departementen. Iedereen heeft vanuit zijn eigen expertise enorm hard zijn best gedaan om zijn steentje bij te dragen om het label binnen te halen. De banden die tijdens het traject zijn gevormd, zijn zeker en vast van een duurzame aard en zullen in de toekomst samenwerkingen zeker vergemakkelijken.”

Liesbeth Lambaerts, Algemeen Directeur: “Ik ben het meest trots op de afgelegde weg en de samenwerkingen die hierdoor tot stand gekomen zijn over departementen heen. Collega’s hebben elkaars werking en elkaars sterktes leren kennen. Het is mooi dat Kindvriendelijke Gemeente een hefboom is geweest voor een nog betere interne werking binnen ons lokaal bestuur. Daarnaast is ook het beleid gedurende het ganse traject betrokken partij geweest en hebben zij hun steentje bijgedragen, dat maakt ook dat de besluitvorming vlot verliep.”

Malle

Elisabeth Joris, Schepen van Jeugd, Sport, Onderwijs, Senioren, Mondiaal Beleid, Dierenwelzijn en Landbouw: “De uitreiking van de Gouden Kinderschoen aan onze gemeente in 2017 voor de werking van ons Huis van het Kind had ons eerder al geleerd dat het kandideren voor een prijs of label de zaken intern vaak nog eens op scherp zet. Je stelt je zelf en je werking in vraag, en dat komt de dienstverlening ten goede. Daarom kozen we er reeds bij de start van de legislatuur voor om het behalen van het label Kindvriendelijke Gemeente op te nemen in ons meerjarenplan. We legden onszelf daarmee expliciet op om ons beleid voor kinderen en jongeren te analyseren en onder de loep te nemen, maar ditmaal samen met kinderen en jongeren.”

Vernieuwde dynamiek, beter op de hoogte én elkaars klankbord

Sofie De Keuster, Coördinator Vrije Tijd en Onderwijs: “Wat voor mij de grootste winst is binnen dit verhaal, is de vernieuwde dynamiek en samenwerking die ontstaan is tussen de verschillende diensten en collega’s die binnen ons eigen lokale bestuur bezig zijn met welzijn van kinderen en jongeren. Wij zijn geen grote gemeente, en je denkt dan nogal snel dat iedereen wel alles van elkaar weet. Maar al vroeg in het proces bleek dat dit toch niet altijd het geval was. De betrokken collega’s in de stuurgroep houden elkaar nu veel meer op de hoogte van elkaars werking, activiteiten en dergelijke. Maar wat het belangrijkste is: ze hebben elkaar ook gevonden als klankbord. Daarom hadden we in de loop van het traject al besloten om met deze stuurgroep verder te gaan, of we nu het label zouden krijgen of niet. Al zijn we natuurlijk heel blij dat we nu het label krijgen.”

8

Hasselt

Femke Hendriks, Diensthoofd Jeugd: “Het is een aanrader om voor het label Kindvriendelijke Stad te gaan omdat het de werking binnen je stad of gemeente in goede zin kan veranderen. Je maakt andere diensten bewust van de stem van kinderen en jongeren in jouw stad en dat is erg waardevol. Als jeugddienst schuif je mee aan tafel bij projecten waar je anders nogal snel vergeten kan worden. Op die manier kan je van bij de start ervoor zorgen dat de bril van kinderen en jongeren ook wordt opgezet. Zeker in projecten op vlak van stadsontwikkeling kan dit een wezenlijk verschil maken.

Door het belevingsonderzoek en de data-analyse krijg je bovendien een grondig beeld van de kinderen en jongeren die in je stad wonen en bewegen. Dat is een schat aan informatie en een solide basis om je activiteiten en projecten als dienst de komende jaren op af te stemmen. Het maakt je als dienst nog veel meer expert op vlak van kinderen en jongeren dan je voorheen was.”

Impact monitoren met dashboard kindvriendelijkheid

Hugo Cuyvers, Directeur Vrije Tijd: “Het blijft een uitdaging om te meten of we reële impact genereren met onze strategie. Het is dan ook belangrijk dat we die impact proberen meetbaar te maken. We streven naar een systeem om onze aanpak rond kindvriendelijkheid binnen onze stad en organisatie te kunnen monitoren. Met het ‘dashboard kindvriendelijkheid’ zetten we een eerste stap om een aantal cijfers continu op te volgen (die rechtstreeks komen van hasselt.incijfers.be), en maken we ook de link tussen het bestuursakkoord en kindvriendelijkheid zichtbaar en concreet. Op deze manier brengen we goed in kaart hoe onze projecten bijdragen tot kindvriendelijkheid in Hasselt.”

Zwijndrecht

Koen Bettens, Directeur Vrije Tijd: “Het mee opnemen van dit traject in de beleidsprioriteiten van deze bestuursploeg alleen al opende poorten die vroeger slechts op een kiertje stonden, of zelfs dicht waren. Diensten die traditioneel de kindvriendelijkheid niet echt tot hun core-business rekenen zijn mee op de kar gesprongen. Diensten als omgeving, technische dienst, interne zaken en zelfs politie sloten aan bij ons platform. MAT-leden merkten dat de planmatige en goed onderbouwde aanpak er één was die respect afdwingt. De stand van zaken van het traject werd een weerkerend punt op college en MAT. Consequenties werden aanvaard, enzovoort.

De blik van ons bestuur wordt stilaan mee gevormd door de blik van kinderen en jongeren.

 En ja hoor – dit is een blijvend aanporren, opstoken, sensibiliseren van de collega’s en de politiek verantwoordelijken

 En ja hoor, niet alle diensten hebben zich die reflex al eigen gemaakt  En ja hoor – het loopt nog wel eens mis

Maar het feit dat kinderen en jongeren, op een professionele manier ondersteund, hun stem bijna drie jaar lang hebben kunnen laten horen, veranderde toch wel wat in de beleidsaanpak van de gemeente.

9

- Team dienst Mobiliteit Beveren

Beveren

Team Dienst Mobiliteit : “Een traject afleggen waarbij je de hele gemeentelijke werking bekijkt vanuit de beleving van kinderen en jongeren, is voor alle beleidsdomeinen een zeer grote meerwaarde. Dat merkte ook onze dienst heel sterk. Mobiliteit start en eindigt aan de voordeur en is dus overal. Tijdens het traject zagen we mobiliteit door een kinderoog en hoorden we het vanuit een kindermond. Dit gaf een zeer belangrijk extra perspectief aan dit thema. Dit zal de komende jaren gebruikt worden om voor een kindvriendelijkere en veiligere mobiliteit te zorgen.”

Kinderarmoede als topprioriteit

Kimberly Colman, Jeugdwerker: “Kinderarmoede is een groeiend probleem in Beveren. Met het kinderarmoedeplan maken we van kinderarmoede een topprioriteit! Aan de hand van verschillende doelstellingen en uitdagingen zetten we de komende jaren hier sterk op in. De verbinding met het kindvriendelijk beleid zal hier zeker bij helpen.”

Rudi Seghers, Adjunct Algemeen Directeur: “Wemmel heeft door zijn ligging naast Brussel een aantal grootstedelijke kenmerken: superdiversiteit, hogere armoedecijfers, een hoog aantal verhuisbewegingen, een toename van het aantal jonge gezinnen. Het feit dat Wemmel een faciliteitengemeente is, maakt de bestuurlijke context extra uitdagend. In het verleden was er slechts beperkte aandacht voor de jeugd in het algemeen. Bij de nieuwe meerjarenplanning 2020-2025 was het dus belangrijk te zorgen voor een sterke basis voor de uitrol van het lokaal jeugdbeleid. Het label heeft haar nut en meerwaarde zowel in de internationale - als nationale context reeds bewezen. Ons lokaal jeugdbeleid kreeg dankzij de wil en goesting van onze diensten en dankzij het traject naar het label een goede basis waarop komende jaren verder kan gebouwd worden.”

Strategisch actieplan als houvast

Raf De Visscher, Schepen van Jeugd: “Het label bracht onze verschillende diensten samen en gaf richting aan het brede lokale jeugdbeleid waar elk van deze diensten vanuit hun expertise aan bijdragen. Het resultaat is een strategisch actieplan dat overheen de verschillende legislaturen gaat en fungeert als houvast. Het label creëert een intern draagvlak dat tot uitdaging heeft om het naar de inwoners en naar de doelgroep over te brengen.”

10
We zagen mobiliteit door een kinderoog en hoorden het vanuit een kindermond, dit geeft een belangrijk extra perspectief aan het thema.

Wortegem-Petegem

Hans Verhofstadt, Technische dienst: “Het traject naar het label plaatst kindvriendelijkheid organisatiebreed op de agenda. Het brengt diensten samen, ook diensten die op het eerste zicht niet vaak betrokken zijn bij kinderen en jongeren. Het leert je dus ‘out of the box’ te denken. De diensten leren elkaars werking beter kennen waardoor er gemakkelijker linken gelegd worden en er meer en betere samenwerkingen ontstaan. Het label kan zorgen voor een verankering van kindvriendelijkheid in het beleid en in de werking van de volledige organisatie. Kind- en jeugdvriendelijkheid wordt zo een blijvend en terugkerend aandachtspunt. De reflex om aandacht te hebben voor het standpunt van kinderen en jongeren geraakt op die manier verspreid over alle gemeentediensten heen.”

Stefanie Dhaenens, Diensthoofd Burgerzaken en Welzijn: “In Wortegem-Petegem werden er de laatste jaren heel wat samenwerkingen en projecten opgestart om in te zetten op een betere leefkwaliteit voor kinderen en jongeren in de gemeente. Zo zijn we gestart met een intergemeentelijk Huis van het Kind, een lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie voor personen in armoede en verschillende projecten in het kader van gezonde gemeente. Verschillende partners dachten mee na over het jeugdbeleid en er werd er een zaadje geplant om te werken aan kindvriendelijkheid in Wortegem-Petegem.

Bij de jeugddienst groeide ondertussen de nood om een grootschalig belevingsonderzoek te organiseren. Er werden op dat moment enkel ad hoc inspraakmomenten georganiseerd bij kinderen en jongeren, maar een visie op het jeugdbeleid in de gemeente was er niet. De jeugddienst was daardoor vooral bezig met losse projecten en vrijetijdsactiviteiten. Door het traject ‘kindvriendelijke gemeente’ hebben we een jeugdbeleid uitgewerkt gebaseerd op een uitgebreide analyse en dat gedragen is door alle gemeentediensten.”

Thematafels voor tieners

Silke Van der Schaeghe, Jeugdconsulent: “Doorheen het traject vonden we een aantal sterke kindvriendelijke partners die ook de komende jaren willen helpen om kinderen en jongeren te bereiken: de basisscholen, de buitenschoolse kinderopvang, verenigingen en de jeugdraad. Het idee van de thematafels, bijvoorbeeld, is gegroeid vanuit de doelstelling om een kindergemeenteraad te organiseren. Na input van de scholen, de jeugdraad, het Lokaal Overleg Kinderopvang en de resultaten van het belevingsonderzoek hebben we dit idee omgegooid tot thematafels waarbij tieners tussen 10 en 13 jaar kunnen aansluiten bij thema’s die hen interesseren en waar ze mee aan willen werken. De scholen bespreken de thema’s telkens op voorhand in de vijfde en zesde klassen en die klassen kiezen minstens één leerling die de klas zal vertegenwoordigen. Daarnaast worden de thematafels breed gecommuniceerd en zijn ook andere jonge inwoners welkom. Tijdens het startmoment eind 2022 kiezen we een naam en bespreken we welke thema’s er leven bij de tieners via een leuke, speelse methodiek. Dit moment mag geen ‘schools’ moment zijn. Daarna liggen er al twee thema’s op tafel vanuit de diensten: het nieuw decreet buitenschoolse kinderopvang en activiteiten, en tijdelijke natuurruimte in de gemeente. De ambtenaar van de betreffende dienst zal er telkens bij zijn zodat ze zelf ook over de drempel geraken om in gesprek te gaan met kinderen en jongeren.”

(Kijk voor nog meer inspirerende verhalen ook op p. 36)

11
12 Het label Kindvriendelijke Steden & Gemeenten 2022: het traject in cijfers 11 lokale besturen legden de afgelopen periode een intensief traject af naar kindvriendelijk beleid aan de hand van de toolkit Kindvriendelijkheid en behaalden het label. We hebben hun proces uitgedrukt in cijfers, wat je ziet zijn gemiddeldes. komen gemiddeld 6 keer samen voor de strategische opvolging en aansturing van het traject. De gemeente maakt een brede, kwantitatieve analyse om de staat van kindvriendelijkheid van de gemeente vast te stellen Kwalitatief en diepgaand onderzoek bij kinderen en jongeren over hun beleving 1 op 5 kinderen en jongeren in de gemeente 11 methodieken Beleidsuitdagingen en oplossingen voor verschillende thema’s Quickscan kindvriendelijkheid Bevraging met 822 respondenten 302 kinderen (-12 jarigen) 197 jongeren (+12 jarigen) 323 volwassenen Strategisch platform 17 ambtenaren en mandatarissen FASE 1: STAAT VAN KINDVRIENDELIJKHEID FASE 2: BELEVINGSONDERZOEK Focusgesprekken 3 x 12 deelnemers Kinderen en jongeren Gemeentediensten Middenveld Adviesraden Welzijn Vrijetijdsverenigingen Onderwijs Kinderopvang (Groot)ouders data-analyse Bepaling prioriteiten communicatie en participatie mentaal welbevinden publieke ruimte gemiddeld 11 maanden (*langer dan voorzien door corona) gemiddeld 8 maanden

mensgericht

plaatsgericht ondersteunende diensten schepen van jeugd MAT

FASE 3: STRATEGIE KINDVRIENDELIJKHEID

Visie

Uitwerken visie van het lokaal bestuur op kind- en jeugdvriendelijkheid.

PORTFOLIO

Portfolio

voorstellen aan de jury

Strategie tot op actieniveau

Uitdagingen worden vertaald in een langetermijnstrategie. Deze bestaat uit visie, prioritaire doelstellingen en concrete acties.

Goedkeuring door college en gemeenteraad

Hierin worden mandaten, budgetten en plaats van kindvriendelijkheid in de beleidsplanning vastgelegd.

De jury bepaalt of je aan de vijf vooropgestelde criteria voldoet.

Opgelet: het echte werk begint pas na het behalen van het label!

13
gemiddeld 6 maanden

Tips en praktijkverhalen van zes verlengers

Zes laureaten namen via het Kompas de 6 bouwstenen van een kindvriendelijke stad onder de loep om te kijken naar wat ze de voorbije zes jaar deden, welke lessen ze leerden, hoe ze met die lessen aan de slag zijn gegaan, om een blik op de toekomst te formuleren. Ze wisten de jury te overtuigen van hun realisaties op vlak van kindvriendelijk beleid sinds 2016 én van de daadkracht om ook in de komende zes jaar hun vurige ambities waar te maken. Proficiat!

Dendermonde

Wat betekent kiezen voor kindvriendelijkheid voor jullie?

Wouter Van der Vurst, Algemeen Directeur: “Kiezen om het traject te doorlopen is een eerste stap. Elke dag opnieuw kiezen om werk te maken van kindvriendelijkheid vraagt inzet en een goede samenwerking. Merken dat we zowel op vlak van vrije tijd, als op vlak van kinderarmoede, ruimtelijke ordening en mobiliteit stappen vooruit zetten, maakt mij enorm fier.”

Kindvriendelijk beleid in de praktijk Paulien Verbeeck, Jeugdconsulent en trekker: “Tijdens ons belevingsonderzoek legden we de focus op ‘kindvriendelijke openbare ruimte’. Kinderen en jongeren gebruiken onze stad op een heel andere manier en dat is meer dan oké. We sloegen bruggen naar collega’s die bezig zijn met het inrichten van onze openbare ruimte. Door intensiever samen te werken, creëer je meer verdraagzaamheid en begrip. Skaten op een trap of bank is niet langer overlast, maar een tiener die een hobby uitoefent. De herinrichting van de Oude Vest, de winkelstraat in Dendermonde is een eerste grootschalig dossier waarbij we kinderen en jongeren van dichtbij betrekken. We willen een stadskern die aantrekkelijk is voor alle gebruikers. Vooral jongeren zijn heel aanwezig in dit straatbeeld tijdens de middagpauze en voor en na school. Dé kans om hen een welkomstgevoel te geven, die we met twee handen grijpen. We kijken uit naar de realisatie op terrein, de plannen zien er alvast veelbelovend uit.”

14
Tekst: Leen Bartholomeus Beeld: Dendermonde, Temse, Leuven, Poperinge, Kortrijk en Geraardsbergen

Temse

Wat betekent kiezen voor kindvriendelijkheid voor jullie?

Nele De Cleen, Algemeen Directeur: “Ons lokaal bestuur maakte de afgelopen 6 jaar heel wat veranderingen door: de samensmelting gemeente-OCMW bracht een nieuw organogram, veel nieuwe mensen aan boord en vier nieuwe organisatiewaarden. Vier waarden die we verbinden met onze kindvriendelijke visie. Het was ook een bewuste keuze om kindvriendelijkheid als transversaal thema op te nemen in het meerjarenplan.

Hugo Maes, Burgemeester: “Samen met de Jeugdraad bouwden we aan nog meer plekken voor de jeugd: een jeugdhuis, kinderopvang, extra speelruimten… Die samenwerkingen waren elke keer opnieuw verrassend en verrijkend. Door te kiezen voor kindvriendelijkheid geven we de stem van de meest kwetsbare groep in onze samenleving een prominente plek en kiezen we expliciet voor breed jeugdbeleid over alle beleidsdomeinen heen. Het label is voor onze gemeente geen eindpunt, het zorgt voor extra uitdagingen en een groot gemeenschappelijk engagement gedragen door de volledige gemeenteraad.”

Wat is jouw tip voor steden en gemeenten die aan kindvriendelijkheid willen werken?

Emmeline Foubert, Jeugdconsulent en Coördinator

Kindvriendelijke Gemeente: “Omdat er, net zoals ik, de laatste jaren heel veel nieuwe werknemers aan boord kwamen bij het lokaal bestuur, grepen we het traject naar de verlenging van het label aan om alle medewerkers onder te dompelen in de kindvriendelijke visie van Temse. Elk team kreeg een werkboekje dat hen uitdaagde om een kindbril op te zetten en kritisch te kijken naar eigen beleid, aanbod en dienstverlening. We vroegen werkpunten en ambities op en gingen daarover in gesprek. Die gesprekken zorgden ervoor dat collega’s zich betrokken voelen op het thema, actief meedenken en meewerken aan meer kindvriendelijk beleid en bij vragen de weg naar ons vinden.

Kindvriendelijk beleid in de praktijk: verantwoordingstool MJP met indicator kindvriendelijkheid Joke Maes, Teamverantwoordelijke Opgroeien en Coördinator Kindvriendelijke Gemeente: “Bij de opmaak van ons Kompas werd ons gevraagd hoeveel budget ons bestuur investeert in kindvriendelijkheid. Niet makkelijk, omdat dat geen geoormerkte budgetten zijn. We dachten samen met onze strategische cel na over hoe we deze budgetten makkelijker in beeld konden brengen. Sinds januari 2022 hanteren we een nieuwe verantwoordingstool BEO, die vier keer per jaar een opvolging van de doelstellingen en acties uit het meerjarenplan registreert aan de hand van verschillende indicatoren. Een ervan is ‘kindvriendelijkheid’. Alle medewerkers kijken hoe hun doelstellingen en acties van toepassing zijn voor kindvriendelijk beleid, en schatten in hoeveel budget er gekoppeld kan worden aan kindvriendelijkheid. Zo krijgen we vier keer per jaar een overzicht van wat collega’s doen rond kindvriendelijk beleid. We gebruiken de resultaten vooral om in gesprek te gaan. Doen ze het goed, dan krijgen ze een pluim, is er nog marge of liggen er grote uitdagingen op de loer, dan gaan we hen graag inspireren.”

15

Leuven Poperinge

Wat betekent kiezen voor kindvriendelijkheid voor jullie?

Bart Wemaere, Beleidscoördinator Vrije Tijd: “Kind- en jeugdvriendelijkheid is een manier om continu de reflex te maken naar kinderen en jongeren. We doen het goed, maar wees gerust: we zijn lang niet perfect. Ter voorbereiding van het dossier voor de verlening namen we de 6 bouwstenen van een kindvriendelijk stad onder de loep. Uit de analyse kwamen genoeg verbeterpunten naar boven. Dus houden we elkaar scherp! En werken we samen aan een nóg betere kind- en jongerenreflex in de komende jaren.”

Wat betekent kiezen voor kindvriendelijkheid voor jullie?

Dirk Vansina, Schepen van Jeugd: “We streven er naar om het jeugdige DNA in elke stadsdienst te laten doorsijpelen door samen te werken en andere diensten warm te maken voor jeugdinitiatieven. Met jongerenlabel MIJNLEUVEN en kinderlabel KabaaL spelen we in op de leefwereld door hen aan het woord te laten in onze magazines en hen te ondersteunen in hun ideeën.”

Kindvriendelijk beleid in de praktijk: mentaal welbevinden Friedel Verhaeghe, Beleidscoördinator Sociaal Beleid en Welzijn: “Jongeren zitten niet altijd goed in hun vel en verstoppen zich achter hun (figuurlijke) masker. Door corona (en het mondmasker) is dit nog versterkt, wat tot nog meer afstand en isolement leidt. Achter die maskers schuilen niet alleen pijn maar ook verlangens en ideeën die aandacht verdienen en betekenisvol zijn. Het project KIKTEKI (= kijk eens in het West-Vlaams) is een dubbele uitnodiging: om je te laten zien en je masker af te zetten, én om te kijken en je te laten raken door wat er écht speelt bij de jongeren.

Kindvriendelijk beleid in de praktijk: ruimte Katelijne Wouters, Jeugdconsulent & Jeugdruimte, Leuven: “Kind of jongere zijn in een stad: het brengt specifieke uitdagingen met zich mee wat de jeugdruimte betreft. We gaan regelmatig kijken hoe we bestaande plekken met kleine aanpassingen toch kindvriendelijk kunnen maken. Een concreet voorbeeld: ons fietstochtje in mei 2022 met een aantal skaters om de formele en informele skatespots te bekijken. De skaters konden ons en onze ontwerpers tonen wat zij fijn vinden om op te skaten en met welke kleine ingrepen we de ruimte skatevriendelijk maken. Wij leerden ook van hen hoe we op niet-belerende wijze verhinderen dat plekken gebruikt worden om te skaten, om zo overlast te voorkomen. Ruimte is er zelfs in een stad, samen kijken we hoe we ze ook jeugdig kunnen invullen.”

Het project verzamelt creaties van jongeren die een blik werpen achter de maskers van jongeren. Hun verhalen en ervaringen werden gebundeld en tentoongesteld tijdens de tiendaagse van de Geestelijke Gezondheid in oktober 2021. Met deze tentoonstelling wilden we zoveel mogelijk jongeren bereiken, (h)erkenning creëren en elkaar aanmoedigen om minder op te kroppen.”

16

Kortrijk

Wat betekent kiezen voor kindvriendelijkheid voor jullie?

Bert Herrewyn,Schepen van Kinderen en Jongeren: “Na het behalen van het label in 2016 was het voltallige schepencollege overtuigd dat het ook voor de beleidsperiode 2018-2024 zinvol en leerrijk was om ‘kindvriendelijkheid’ als invalshoek te kiezen. Niet voor niets werd “Kortrijk Kinderrijk” de opener van het nieuwe bestuursakkoord.

Door Kortrijk Kinderrijk als een stadsbreed beleidsprogramma uit te rollen, met stadsdiensten en lokale partners , bouwen we aan een leefbare stad waar het goed is voor iedereen. Kindvriendelijkheid is een beleving en onze inwoners zullen Kortrijk pas als een warme, kindvriendelijke stad ervaren als alle puzzelstukjes in elkaar passen. We spreken over: wonen, zich verplaatsen, werken, spelen, leren, ontspannen, winkelen, sporten, zich goed voelen… Dat kan je als stadsorganisatie onmogelijk op je eentje.”

Wat is je tip voor steden en gemeenten die aan kindvriendelijkheid willen werken?

Hannes Vanmeenen, Programmaregisseur Kinderen en Jongeren en trekker: “Door als programmaregisseur vanuit kinderrechten en volwaardig burgerschap constant verbinding te zoeken tussen bestaande en nieuwe initiatieven en de keuze voor kindvriendelijkheid consequent naar voor te schuiven, creëer je gaandeweg een coherent verhaal.

Net omdat het programma en netwerk vertrekken van de brede leefwereld van jonge inwoners, ontstaat het risico op verzanden. Daarom formuleerden we vijf speerpunten die via een heldere baseline het verhaal scherp houden én body geven. Ze zetten de toon en maken de ambitie van het programma duidelijk.

1. Jong Kortrijk Spreekt: We geloven in de stem van kinderen en jongeren in een divers Kortrijk.

2. We realiseren publieke ruimtes zoals parken, pleinen, buurten, straten die kinderen en jongeren uitnodigen om er te verblijven en waar ze de wereld leren kennen.

3. Kinderen en jongeren moeten zich veilig, vlot en zelfstandig kunnen verplaatsen doorheen de stad.

4. Kinderen en jongeren krijgen alle kansen om de beste versie van zichzelf te worden, ook tijdens hun vrije tijd.

5. Goed in je vel: Een sterke, gezonde en stabiele basis voor alle Kortrijkse kinderen en jongeren”

Kindvriendelijk beleid in de praktijk: Mentaal welbevinden Bert Herrewyn, Schepen van Kinderen en Jongeren: “Zoals overal was corona een gamechanger. We voelden aan dat we met onze kinderen en jongeren in contact moesten blijven om te weten welke impact de pandemie had op hun welbevinden. Door de resultaten van ons onderzoek ‘En… Oe ist nu?’ actief en breed te delen met jongeren en partners konden zij de inzichten gebruiken om bestaande werkingen bij te sturen of nieuwe initiatieven op poten te zetten. Zo werd het proeftraject ‘Verbinding binnen schoolklimaat’ opgestart waarbij leerlingen samen met het schoolteam ondersteuning krijgen voor projecten die inzetten op onderlinge verbinding en herstelgericht werken binnen de school, dé topprioriteit uit het onderzoek.”

Meer info over het onderzoek via QR code

17

Geraardsbergen

Wat betekent het voor jullie om te kiezen voor kindvriendelijkheid?

Fernand Van Trimpont, Schepen van Jeugdbeleid: “Kiezen voor kindvriendelijkheid is ervoor zorgen dat kinderen hun rechten kennen én ervoor zorgen dat elke organisatie en dienst mee de kinderrechten implementeert in haar werking. Kindvriendelijke stad zorgt er ook voor dat alle diensten en actoren van onze stad, inzetten op het belang en de leefwereld van kinderen en jongeren. Het is een uitdrukkelijk statement dat je maakt als lokaal bestuur.”

Wat is je tip voor steden en gemeenten die aan kindvriendelijkheid willen werken?

Tine Platteau, Deskundige Samenleven, Sarah Vanden Herrewegen, maatschappelijk werker Huis van het Kind, Barbara De Smet, Deskundige Jeugd, trekkers: Kies een ‘partner in crime’ uit een andere dienst waarmee je het kindvriendelijke verhaal in je stad of gemeente trekt, al dan niet in combinatie met een stuurgroep. Met deze partner kan je sneller eens kort overleggen en je hebt een andere invalshoek dan enkel de blik van de jeugddienst.

Kindvriendelijk beleid in de praktijk: alliantie met de politie Directeur Buurtpolitie bij de lokale politie Geraardsbergen-Lierde: Kindvriendelijkheid betekent dat kinderen en jongeren de kans krijgen om te genieten van de omgeving waarin ze opgroeien, zich kunnen ontwikkelen en contacten leggen met andere leeftijdsgenoten. Door nauwe samenwerking met de jeugddienst brengen we dit als politiedienst ook bij onze mensen en werken we aan deze kindvriendelijke mindset. De taken van politie worden vooral gezien in het repressieve onderdeel, maar we doen veel meer dan dat. Het is fijn om dit ook aan de buitenwereld te tonen. Een mooi voorbeeld is de gezamenlijke actie rond de mondmaskers. Jongeren konden slogans bedenken om op hun mondmasker te zetten. Als politiedienst zijn we ingeschakeld om de jongeren positief aan te sporen een mondmasker te dragen en deelden we er ook uit. Onze politiemensen hebben hier graag aan meegewerkt. We zijn ook nauw betrokken bij de projecten rond jeugdruimte. Ook daar gaan we met de buurt en jongeren in gesprek om het aangenaam voor iedereen te maken. We schreven samen een visie over spelende kinderen en die vertalen we samen naar alle inwoners.

We willen onze politiemensen blijven inspireren en hun mindset verder ontwikkelen. De belangrijkste boodschap is ‘Praat met de kinderen en jongeren en luister ook naar hun kant van het verhaal’.

18

Tendensen over kindvriendelijke steden en gemeenten heen

Herkenbaar voor jouw stad of gemeente?

We tellen in Vlaanderen 34 steden en gemeenten die het label Kindvriendelijke Stad of Gemeente met trots dragen. Wat leren we uit de trajecten die we mee begeleidden waarin de staat van het beleid voor kinderen en jongeren werd opgemaakt? Wat leeft er in de intervisiegroepen van de laureaten van de voorbije jaren?

We vroegen aan Imke Pichal, coördinator kindvriendelijke steden en gemeenten bij Bataljong, welke tendensen er te puren zijn over steden en gemeenten heen. Bevestigen ze wat jij ervaart in jouw stad of gemeente?

Mentaal welbevinden van kinderen en jongeren als topprioriteit

Lees even mee welke beklijvende uitspraken kinderen en jongeren in belevingsonderzoeken doen:

“Ik heb een vrij zwaar jaar achter de rug. Ik had er wekelijks wel last van. Ik heb geleerd om mezelf wijs te maken dat ik gelukkig ben. Ik ben nooit echt heel verdrietig. Als ik mij wijs maak en dat gevoel erin pers dan ben ik wel effectief gelukkig. Als ge echt verdrietig zijt moet ge dat er ook uitlaten.”

(V, 14 jaar)

Mentaal welbevinden is een paraplubegrip, je kan er veel onder verstaan, van je eens slecht in je vel voelen tot professionele hulpverlening nodig hebben. In het boek ‘Dwalen met een Doel’ over hoe je lokaal kiest voor kindvriendelijkheid, onderscheiden Bruno Vanobbergen en Eveline Meylemans drie samenhangende niveaus waarop lokale besturen rond het welbevinden van kinderen en jongeren kunnen werken: een sterke basis, een goede preventie en een sterke eerste lijn.

20
Tekst: Leen Bartholomeus Beeld: Koen Van Boxem

Want de realiteit is dat de kinderen en jongeren die deze problematieken ervaren, hun leven leiden in jouw gemeente. Ze gaan er naar school, zijn lid bij de sportclub, verplaatsen zich... En als je met die bril kijkt, is er heel wat dat je kan doen als lokaal bestuur.

Wie zijn de steunfiguren voor kinderen en jongeren: de trainer, de leerkracht… Je mag niet van hen verwachten dat ze (semi-)hulpverlener worden. Dat gewicht mag niet op hun schouders liggen. Zorg ervoor dat info rond thema’s en aanbod over mentaal welbevinden zo toegankelijk is dat ook deze steunfiguren daar vlot toegang toe vinden. Zodat ze zich ondersteund voelen en dat ze zich erkend weten in het feit dat ze vertrouwenspersoon zijn voor veel kinderen en jongeren, en dus meer dan ‘zomaar’ de juf, de trainer...

Met het beleid dat je voert als het gaat over vrije tijd, publieke ruimte, mobiliteit… heb je heel wat impact op het welzijn van kinderen en jongeren. Hoe je mobiliteit vorm geeft, bepaalt of kinderen zich vanaf jonge leeftijd zelfstandig kunnen verplaatsen naar plekken waar ze graag komen. Je beleid zorgt voor publieke ruimte waar ze kunnen en mogen zijn.

Groeiende creativiteit in gehanteerde participatiemethodieken

Corona vormde ook op dit vlak een uitdaging voor de steden en gemeenten in het traject naar het label. Velen stonden aan het begin van hun belevingsonderzoek toen het land in lockdown ging. Outreachend in de openbare ruimte met kinderen en jongeren het gesprek aangaan werd een must, want je kon niet naar de sportclub, school… Het vroeg creativiteit en flexibiliteit: waar, wanneer en hoe kunnen we toch nog praten met kinderen en jongeren? Ze durfden hun aanpak hertekenen en met resultaat.

Verder zien we steden en gemeenten succesvolle methodieken van andere steden en gemeenten inzetten, waar ze dan hun eigen lokale schwung aan geven. En er zit niet alleen meer variatie in de methodieken, ze zetten participatie bewuster in, met aandacht voor de geografische spreiding (zijn alle deelgemeenten gecoverd?) en spreiding in de betrokken leeftijdsgroepen bijvoorbeeld. Gemeenten stemmen methodieken ook af op de context waarin de participatie plaatsvindt: een stelling voorleggen aan een klas versus aan een groepje peers in hun vrije tijd vraagt om een andere aanpak. Ze denken ook na over hoe de output van de gekozen methodiek kan helpen om de boodschap uit te dragen. Bv. de beelden van een camera op de helm van een kind dat naar school fietst als eyeopener. Daarnaast merken we dat er bewuster nagedacht wordt over communicatie. De communicatiedienst is vaker, meer en sneller betrokken. Een goede zaak! De gemeente staat stil bij: wat zeggen we wanneer tegen wie en op welke manier? Tijdens het traject maar ook erna. Goedgekozen doelgroepgerichte communicatie draagt bij aan de groei van je draagvlak. Uiteraard moet je er wel over waken dat je niet in de valkuil trapt om er citymarketing van te maken.

21

Kinderrechten meer en meer kompas in het denken

In de trajecten merk je op ambtelijk niveau dat de aandacht en gevoeligheid voor de rechtenbenadering van kinderen en jongeren groeit. Bijvoorbeeld tijdens overleggen van het strategisch platform, het gemeentebreed platform dat het traject strategisch aanstuurt. Ook ambtenaren van andere diensten maken vaak die klik. Kinderen en jongeren zien als volwaardige burgers, dat idee is ingeburgerd merk ik. Dat staat nog amper ter discussie. Wel worden kinderen en jongeren nog vaak – zij het onbewust - over het hoofd gezien. Maar als je dat aankaart dan groeit het besef en reflecteren ze erover, mensen staan er wel voor open. Zo zei een schepen me: “We zetten sterk in op wijkgesprekken, maar ik kom er nu achter dat wij daar nog nooit kinderen of jongeren bij betrokken hebben.”

De expertise van de jeugdambtenaar wordt benut en gezien. Eén van de sterktes van het traject is hoe je dat

ziet groeien doorheen het traject, hoe de jeugdambtenaar een plek verwerft en meer legitimiteit: mensen nemen je au serieux omdat je weet wat er leeft bij kinderen en jongeren, je het brede traject coördineert en een breed netwerk hebt opgebouwd.

Hier en daar zien we ook dat er voor de trekkersrol gewerkt wordt met tandems: bijvoorbeeld de combi met de communicatieambtenaar. Dat biedt kansen omdat die een grote rol kan spelen in intern draagvlak en een transversale bril heeft, niet gekoppeld aan een beleidsdomein. Geraardsbergen is zelfs van een tandem naar een driewieler gegaan: Huis van het Kind, jeugddienst en dienst Samenleven nemen er samen de trekkersrol op. Het wordt een gedeelde verantwoordelijkheid van verschillende diensten of van een kerngroep van ambtenaren die zich nauw betrokken voelen, ruimer dan de jeugddienst. Meer en meer diensten zien kindvriendelijkheid als hun taak en niet meer enkel hun zaak.

22
2020 2014 2022 2018 2016
Gemaakt met ANP/LocalFocus Brugge Gent Hoogstraten Genk Riemst Turnhout Sint-Niklaas Beveren Nazareth WortegemPetegem Menen Wuustwezel Malle Herenthout Hasselt Beringen Zwijndrecht Geel Pelt Oudsbergen Laarne Roeselare Leuven Geraardsbergen Dendermonde Kortrijk Poperinge Temse Aarschot Beersel Halle Denderleeuw Sint-Katelijne-Waver Wemmel Deze Kindvriendelijke Steden en Gemeenten haalden het label in...

Een nieuwe golf kinderarmoede Blijf pionieren in vernieuwend beleid

Een feit waar alle steden en gemeenten en dus ook de huidige lichting kindvriendelijke steden en gemeenten rekening mee zullen moeten houden is de groeiende groep kinderen en jongeren in armoede. Nog veel meer gezinnen zullen compromissen moeten maken die effect hebben op kinderen als het gaat over onderwijs, vrije tijd, gezondheid… Ook rijkere gemeenten bereiden zich maar beter voor op stijgende kansarmoedecijfers en hoe dat kinderrechten op de helling zet.

Onderzoekers benadrukken vaak en terecht dat kinderarmoede as such niet bestaat: een kind is niet arm, een kind groeit op in een gezin met inkomensarmoede. Maar vanuit de kinderrechten is het toch belangrijk om het perspectief van een kind binnen een gezin in armoede te benadrukken. Omdat de rechten van een kind dat opgroeit in armoede op zoveel vlakken onder druk staan. In die zin zou het bestrijden van armoede in elke stad of gemeente, of de cijfers nu hoog of laag liggen, prioriteit moeten zijn.

De grootste impact maken kan op andere beleidsniveaus, maar onderschat de troeven niet die je als lokaal bestuur in handen hebt.

Als lokaal bestuur zit je op de eerste rij, heb je vaak een goed beeld van de gezinnen die het moeilijk hebben. Monitor dat; hoe evolueert het? Waar zitten de grootste kwetsbaarheden? Vaak zijn er sterke verschillen tussen wijken/deelgemeenten op vlak van armoede. Werk samen met sociale dienst, Huis van het Kind, middenveld, partners om de krachten te bundelen en gericht in te zetten.

De analyses die in een kindvriendelijk traject samen met ambtenaren, kinderen en jongeren, middenveld en politiek gemaakt worden, zijn vaak heel rijk. Kindvriendelijk beleid maken, transversaal met kinderrechten als basis, is niet makkelijk. Dat vergt richting politiek, ambtenarij en inwoners overtuigingskracht dat dit het te volgen pad is, dat doen in contact met kinderen en jongeren én omzetten in goed beleid. Midden in de legislatuur is er vaak politiek al een en ander aan het bewegen, maar is er tegelijkertijd weinig ruimte voor nieuw beleid door lopende meerjarenplannen. Daarnaast zijn er veel beleidsaanbevelingen die om structurele veranderingen vragen op Vlaams of federaal niveau.

Maar dat neemt niet weg dat je hefbomen in handen hebt als lokaal bestuur. Lokale besturen zijn vaak de pioniers in vernieuwend beleid, dat niet zelden opgepikt en geëxtrapoleerd wordt naar andere plekken. Kijk maar naar de groeiende groep kindvriendelijke steden en gemeenten en het breder draagvlak ervoor. Werken aan kindvriendelijk beleid werkt aanstekelijk. Jaag je ambitie na en we zien het ook vonken en impulsen geven aan hoe het Vlaams en federale beleid vorm krijgt.

23
via
?
Meer weten? Contacteer Imke
imke.pichal@bataljong.be

Belevingsonderzoek als basis voor goed vrijetijdsbeleid

Identikit Ingelmunster 11.500 inwoners 2.963 kinderen en jongeren

dienst Jeugd is geïntegreerd in de dienst Vrije Tijd (sport, jeugd, bib & cultuur en evenementen)

Dag Kevin en Trui, tijd om even kennis te maken. Hoe lang zijn jullie al jeugdambtenaar en schepen?

Kevin: Ik ben begonnen in oktober 2007. Trui: Ik ben schepen van Jeugd sinds januari 2019.

Waarom kozen jullie ervoor om een belevingsonderzoek te organiseren?

Vertrek van de leefwereld van kinderen en jongeren: dat is ook het credo bij het nadenken over vrije tijd in de gemeente. In Ingelmunster organiseerde de jeugddienst begin 2021 een belevingsonderzoek vrije tijd. Bataljong mocht meewerken aan de focusgesprekken. Leer van jeugdambtenaar Kevin Samyn en schepen van Jeugd Trui Lambrecht hoe belevingsonderzoek een meerwaarde kan betekenen om voeling te krijgen met de leefwereld van kinderen en jongeren.

Kevin: We wilden werk maken van een geïntegreerd vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren. En checken of we goed bezig waren. Vroeger had je bij het jeugwerkbeleidsplan de verplichting om te polsen bij kinderen en jongeren. Nu gebeurde dit enkel nog informeel, maar niet meer via gerichte bevragingen.

Trui: Ik vond het ook belangrijk om de sterktes en zwaktes van de programmatie te kennen. We monitorden wel welke activiteiten succes hadden en welke niet. De focusgesprekken gaven de kans om uit te zoeken waarom dat zo was.

24

 De
1 VTE Jeugdbeleidsmedewerker en coördinator buitenschoolse opvang

Was het bestuur meteen gewonnen voor het idee van een uitgebreid belevingsonderzoek?

Trui: Het bestuur overtuigen ging niet vanzelf. Vooral omdat aan het inschakelen van experten een kostenplaatje hangt. En men was vooraf sceptisch of er wel iets met de resultaten zou gebeuren.

Dat we via het onderzoek een goed zicht kregen op wat er leeft in de gemeente en dat de jeugddienst het engagement nam om met de resultaten keuzes te maken, gaf de doorslag.

Kevin: Ik vond het belangrijk om met externe organisaties te werken. Zo konden we gebruik maken van hun expertise en werd de jeugddienst ook voldoende ondersteund.

Wat waren de grootste verrassingen en belangrijkste resultaten uit het onderzoek?

Kevin: De belangrijkste les: onze communicatie aanpassen. Onze brochure ‘De Max’ was vooral gericht op ouders. Kinderen en jongeren hebben heel andere verwachtingen over communicatie.

De verrassendste ontdekking: zowel in de gesprekken met tieners als die met ouders kwam naar boven dat tieners zich niet ver buiten de gemeente mogen verplaatsen. We gingen er vanuit dat tieners zich vlot naar de buurgemeenten bewogen voor vrijetijdsactiviteiten.

Kevin, jij nam zelf deel aan de focusgesprekken. Trui, jij kwam als schepen ook op bezoek. Wat was de meerwaarde om aanwezig te zijn?

Trui: Zo zagen zowel kinderen, jongeren als ouders dat ik hun input belangrijk vond. Het is ook een grote meerwaarde dat ouders bevraagd werden, zodat we hun noden ook konden meenemen.

Kevin: Rechtstreeks in gesprek gaan met kinderen, jongeren en ouders. Via gerichte vragen kwam ik veel meer te weten en kwamen zaken naar boven die ik in sporadische gesprekjes voor en na activiteiten nooit te horen kreeg.

Hoe gingen jullie aan de slag met de resultaten?

Kevin: ‘De Max’ evolueerde van een brochure met een schematisch activiteitenoverzicht naar een volwaardige brochure met duidelijk omschreven activiteiten en foto’s van eigen activiteiten.

Trui: Ook het type aanbod veranderde: meer STEM-

activiteiten, dansen en koken. We maken meer onderscheid in leeftijdsgroepen omdat oudere kinderen aangaven dat dit voor hen belangrijk was.

Kevin: Bovendien werd er voor het aanbod en voor ‘De Max’ meer budget vrijgemaakt.

Hadden de aanpassingen effect?

Kevin: Zeker! Activiteiten slaan beter aan, een heel deel zijn in geen tijd volgeboekt. Op uitstappen krijgen we al wat makkelijker tieners mee.

Trui: Al blijft het een kwestie van vallen en opstaan, want soms plan je een activiteit gebaseerd op de input en blijft het succes uit. Dan is de reflex er om te zoeken wat er nog fout zat.

Wat zijn de plannen op lange termijn?

Trui: Het skatepark komt er sneller omdat er zo veel vraag naar bleek. Volgend jaar starten we met bouwen. Vooraf organiseren we nog een inspraaktraject met skaters en andere jongeren.

Kevin: We willen nog meer inzetten op het bereiken van tieners. En de stuurgroep van het speelplein denkt volop na hoe ze aan de slag kunnen met wat er uit de gesprekken kwam. We plannen binnenkort opnieuw gesprekken om de connectie met kinderen, jongeren en ouders te behouden en te peilen of de aanpassingen het gewenste effect hebben.

Wat was de grootste meerwaarde van het belevingsonderzoek?

Trui: Laten zien dat we als gemeente met onze inwoners in gesprek willen gaan en samen willen nadenken. En voor mij als schepen gaf het onderzoek ook voeding om beleidskeuzes te staven met duidelijke argumenten.

Kevin: Als jeugddienst zijn we erin geslaagd om de sportdienst en de bibliotheek mee rond de tafel te krijgen en beter af te stemmen. De jeugddienst heeft duidelijk de rol van regisseur als het gaat om jeugdactiviteiten in de gemeente. Die rol krijgen we ook voor de uitrol van het BOAdecreet, maar wordt zeker versterkt door de expertise die we uit het belevingsonderzoek halen.

Bedankt Trui en Kevin! Leuk om te horen hoe vertrekken vanuit de leefwereld van kinderen en jongeren energie geeft aan het jeugdbeleid in jullie gemeente.

25
?
Meer weten? Contacteer Bert via bert.delville@bataljong.be

Intergemeentelijk samenwerken versterkt de kernspelers en zo het lokaal jeugdbeleid

Een regionaal netwerk van collega’s die met hetzelfde bezig zijn, versterkt je lokaal beleid. Lees mee hoe regionaal samenwerken het verschil maakt mét impact op je lokaal beleid.

Lokale besturen winnen aan bestuurskracht door samen te werken Expertisedeling en het bundelen van middelen, tijd en krachten zijn een belangrijke hefboom voor succesvolle samenwerking. Straffe resultaten gaan vaak samen met straffe mensen. Je deelt expertise met elkaar en kiest welke partner zich waar op toelegt, vanuit zijn of haar sterkte.

“Nergens zo’n organische samenwerking gezien als in jeugdregio Pajottenland. De jeugdambtenaren kennen elkaars sterktes en motivaties, de taken lijken wel op voorhand al verdeeld, zonder veel woorden. Schatten van Vlieg, uitstapjes naar de zee met kinderen en tieners, cultuurvoorstellingen… elke schoolvakantie is een feest voor jonge inwoners van deze zes gemeenten.”

- Bieke Nackaerts, regio-ondersteuner Bataljong

Mensen en middelen worden gedeeld en met een gelijkwaardige inspanning en budget boek je een groter bereik, op grotere schaal en met meer diepgang. Samenwerken op intergemeentelijk niveau creëert bijkomende kansen. Zo kan je zaken realiseren die lokaal niet altijd haalbaar zijn.

“Door voor T-DAY met vijf gemeenten samen te werken bereiken we veel tieners, zijn er meer jeugdwelzijnsorganisaties aanwezig, zijn er ruimere budgetten voor aanbod, is er een nauwe samenwerking tussen de ambtenaren en schepenen van verschillende gemeenten én komen tieners op unieke locaties in eigen of omliggende gemeenten.”

26
Tekst: Saar De Wulf Beelden: jeugdregio Pajottenland, jeugdregio JoNK

Het belang van verbinding en zichtbaarheid

Elkaar kennen, vertrouwen en uitwisselen is een basisvoorwaarde voor samenwerken. Zeker binnen kleine lokale besturen duiden jeugdambtenaren hun kerncollega’s vaak aan als de jeugdambtenaren van de omliggende gemeenten. Dit netwerk werkt als een thuis, verhoogt de motivatie en verlengt de duur van hun engagement als jeugdambtenaar.

“Als regionaal jeugdconsulent, wil ik vindplaatsgericht werken naar jeugdambtenaren en schepenen van Jeugd. Ik probeer nooit meer dan twee dagen na elkaar op dezelfde plek te werken. Door actief te gaan werken bij de jeugdambtenaren in de verschillende lokale besturen, kan ik sneller connecteren met zowel jeugdambtenaren als schepenen van Jeugd. Zo maak je de regiowerking zichtbaar en tastbaar: je kan regionale samenwerkingsprojecten ook echt laten landen in elke lokale context.” - Pieter-Jan Teirlinck, Meetjesman

Intergemeentelijke samenwerking vergroot je slagkracht

Het leven van kinderen, tieners en jongeren stopt niet aan de gemeentegrens en ook als jeugdraad kan je door regionale samenwerking rond gedeeld belang de krachten bundelen en impact realiseren voor je jonge inwoners.

“Vervoerregio Limburg wil in 2024 de snelbussen vanuit Oost-Limburg naar de studentensteden schrappen. Deze bussen zitten bomvol Limburgse studenten op vrijdagen en zondagen. De jeugdraden van het Maasland willen hun krachten bundelen om impact te hebben op deze beslissing. Er zijn al contacten geweest met het kabinet van minister van Mobiliteit Lydia Peeters en er lopen gesprekken voor een opentafelmoment met de minister.”

– Naomi Vanhengel, jeugdambtenaar Dilsen-Stokkem

Steeds meer bevoegdheden komen bij de lokale overheden terecht, omdat dicht bij de burger de meest gepaste oplossingen worden gevonden. De lokale omkadering van het jeugdbeleid groeit echter niet even sterk mee. Er zijn meer (lokale én Vlaamse) investeringen nodig, maar ook intergemeentelijke reflexen helpen.

Daarnaast organiseren zo goed als alle andere beleidsdomeinen zich al op regionale schaal. De politiezone wil een project opzetten rond ‘jongeren en politie’ of wil het fuifbeleid regionaal afstemmen en vraagt overleg met de jeugddiensten uit de zone. Welzijnswerkers willen in het werkingsgebied van 1 Gezin 1 Plan een dossier indienen om een OverKop-huis in te richten en willen overleg met alle jeugddiensten.

Als jeugd niet buitenspel wil staan in nieuwe ontwikkelingen, moet het meespelen op dat intergemeentelijke niveau. In eerste plaats door zelf aan een regio te bouwen, waar de jeugdreflex centraal staat, en waar je de mensen en het beleid van je buren goed kent. Jeugdregio’s zijn daarvoor de ideale hefboom.

“Ik merkte bij een aantal jeugdambtenaren in de regio Zuid-West-Vlaanderen de nood om uit te wisselen en samen te werken met regionale collega’s. Zelf heb ik ook baat bij zo’n intergemeentelijk overleg: ik bereik veel mensen in één keer, leer hun lokale context beter kennen en zie sneller linken tussen de verschillende lokale besturen. Dankzij de grote interesse vanuit de jeugdambtenaren en de ondersteuning van Bataljong, ging de bal aan het rollen.” - Laurence Platteau, lokale preventiewerker Logo Leieland

Meer info? Publicatie ‘Grenzen over’ bataljong.be/publicatie-grenzen-over Saar De Wulf, saar.dewulf@bataljong.be

27
De vele gezichten van het breed jeugdbeleid vragen om intergemeentelijke reflexen
?

Uit het dagboek van Evy Huybrechts De lokale trekker kindvriendelijk beleid in Keerbergen

Evy Huybrechts werkt al 11 jaar voor het gemeentebestuur van Keerbergen. Eerst als combinatie-ambtenaar (jeugd, cultuur en evenementen) en sinds begin 2022 als teamleider Jeugd & Gezin.

In oktober 2021 ging Keerbergen aan de slag met de toolkit Kindvriendelijk beleid, wij mogen meelezen in het dagboek van Evy die als lokale trekker het traject richting het label Kindvriendelijke Steden en Gemeenten coördineert.

Maandag 23 mei 2022

Ik ben jarig, maar daar is in mijn agenda niet veel van te merken. De teller staat intussen zo ver van mijn favoriete leeftijd af dat het me niet zoveel uitmaakt wanneer ik die veel te veel kaarsjes effectief uitblaas. En het is druk op de jeugddienst: we zitten midden in de aanwerving van onze eerste voltijdse jeugdconsulent (hoera!), de voorbereidingen voor de zomervakantie zijn in volle gang en vanavond staat de laatste focusgroep op de planning over de brede data-analyse uit fase 1 van het traject. Vorige week leidde ik vijf focusgesprekken, gesteund door een collega. Zo ongelofelijk boeiend! Maar ook: wat een doodzonde dat we zoiets nooit eerder deden. Ik neem me voor dat we in de toekomst heel regelmatig in dialoog gaan met kinderen, jongeren en andere partners over het lokale jeugdbeleid. Moet lukken met die nieuwe jeugdconsulent in aantocht!

Maandag 7 juni 2022

De hele namiddag staat in het teken van ons kindvriendelijk traject. De resultaten van de eerste fase zijn binnen en op die basis bepalen we tijdens het strategisch platform de prioritaire uitdagingen. Ik bereidde samen met trajectcoach Wim van Bataljong de vergadering voor. Per thema formuleren we de uitdagingen die uit de verzamelde gegevens naar boven kwamen. Ik blijf me erover verbazen hoeveel wijzer ik op die paar maanden al ben over ons Keerbergen en kan niet wachten om die informatie te delen met collega’s en schepenen.

Tijdens het overleg merk ik dat sommige collega’s en schepenen de moed een beetje lijken te verliezen: ze zijn overdonderd door het aantal uitdagingen dat per thema aan bod komt. Gaandeweg slagen Wim en ik er gelukkig in om het tij te keren. We krijgen hen terug op de kar door via een slimme methodiek vanuit het standpunt van kinderen en jongeren drie prioritaire thema’s te formuleren. Creatieve bijdragen van collega’s waarvan ik het niet meteen gewoon ben en opmerkingen van schepenen dat ze door de bomen het bos weer zien, stellen me gerust: komt goed!

Maandag 13 juni 2022

Feest! En mijlpaal, want Keerbergen heeft voor het eerst een voltijdse kracht voor Jeugd in dienst. Ik heet onze nieuwe jeugdconsulent Milla warm welkom en dompel haar meteen onder in het verhaal van

28

Identikit Keerbergen 13.000 inwoners

1.399 kinderen en jongeren

Kindvriendelijke Steden & Gemeenten. Ik fiets naar huis als een fiere gieter en droom van de mogelijkheden die dankzij deze extra aanwerving in ’t verschiet liggen.

Donderdag 15 september 2022

Vandaag voelt als een grote dag. Ik mag de resultaten van de eerste fase van het traject voorstellen op het college. Hoewel ik mij daar redelijk thuis voel en de thematiek door en door ken, merk ik dat ik het toch een beetje spannend vind. Van enkele schepenen weet ik zeker dat ze helemaal mee zijn met het verhaal en de voorgestelde prioriteiten, omdat ze deel uitmaken van het strategisch platform en vanuit hun bevoegdheden duidelijk raakvlakken hebben met kinderen en jongeren. Maar hoe zit het met de rest? Ga ik hen vervelen? Slaag ik erin om het belang van kindvriendelijk beleid aan hen duidelijk te maken? Mijn bezorgdheden bleken nergens voor nodig. De presentatie was een succes! Ik voel me gesteund door het college en ben dubbel zo gemotiveerd om de volgende fase in te zetten. Fijn ook dat ze de tijd namen om me mijn verhaal te laten doen. Zo kon ik meteen antwoorden op vragen en kaders aanreiken waar nodig. Draagvlak? Check!

Woensdag 21 september 2022

Fun fact: mijn beste ideeën overvallen me terwijl ik met mijn honden op wandel ben. Vandaag is dat niet anders. Ik worstel al weken met het vraagstuk hoe we op een leuke manier de resultaten van fase 1 kunnen terugkoppelen aan

collega’s en plots, wanneer ik tijdens de middagwandeling mijn evenwicht probeer te bewaren op modderige bospaadjes, springt er mij iets te binnen. Ik rep me terug naar de jeugddienst om het idee bij jeugdconsulent Milla te pitchen. Die creatieve ziel springt meteen mee op de kar en hup, de bal is ein-de-lijk aan het rollen. Een pak van mijn hart, want die communicatie is superbelangrijk en deze kwestie hing echt nog als een grote zwarte donderwolk boven mijn hoofd.

Vrijdag 23 september 2022

De afgelopen dagen waren Milla en ik druk bezig met de voorbereiding van het belevingsonderzoek, vandaag gaan we voor het eerst de boer op. We werkten een methodiek uit om een gesprek aan te knopen met kinderen van de lagere school. Over leuke plekken in Keerbergen om te spelen of te sporten. We zijn heel blij wanneer we merken dat het werkt. Wat een heerlijk gevoel om tussen de kinderen te staan, hen te horen vertellen over hun ervaringen en hoe zij naar Keerbergen kijken. Moeten we meer doen. Gáán we meer doen.

Wanneer ik ’s avonds naar huis fiets, weet ik één ding zeker: ’t is al het werk meer dan waard. En ook: wat een absolute TOPJOB!

29
Meer info? Meer weten? Contacteer Evy, evy.huybrechts@keerbergen.be Geïnspireerd? Vraag vrijblijvend
info
traject
?
meer
over het
en/of een gratis intakegesprek bij Imke, imke.pichal@bataljong.be

Plancheckers, de apotheose

Tijd voor het gesprek met de schepen(en)

Deze Dropzone duiken we voor de laatste keer in Plancheckers, ons supertoegankelijke 6-stappenplan om met de jeugdraad het meerjarenplan (MJP) onder de loep te nemen. Want het MJP is halfweg. Tijd voor een check-up! We zoomen in op stap 5: het gesprek met de schepen(en); en eindigen met stap 6: ga publiek. Heb je de vorige stappen gemist? Check plancheckers.be.

Stap 5: In gesprek met de schepen(en)

In de vorige Dropzone gingen we in op hoe je jeugdraad zich kan voorbereiden op het gesprek met de schepen(en). Tijdens deze stap is het tijd voor actie! Je schepen(en), de jeugdraad en jij gaan met elkaar in gesprek.

Is het gesprek nog niet gepland?

Soms kan het zijn dat de ‘uitnodiging tot dialoog’ van de jeugdraad wat extra gewicht of overtuigingspower nodig heeft. Bataljong staat voor hen klaar en onderschrijft mee hun boodschap! Jurgen (directeur Bataljong) schreef een brief die beleidsmakers oproept om de dialoog met de jeugdraad aan te gaan en om een gesprek te voeren over de voorbije en toekomstige beleidsperiode. Bekijk de brief met extra argumenten op plancheckers.be.

30

Tips voor een effectief gesprek

Is je jeugdraad op zoek naar tips om het gesprek vlekkeloos en constructief te laten verlopen? Schuif hen dit lijstje onder de neus:

1. Zorg voor een echt en oprecht gesprek. Toon dat je begaan bent met de kinderen en jongeren in je gemeente. Of vertel waarom je dit gesprek zo belangrijk vindt. Wat drijft jullie?

2. Wees constructief en respectvol in wat je zegt. Ga niet in de aanval, want dan schiet je gesprekspartner in de weerstand en creëer je geen open dialoog.

3. Leer actief luisteren. Heb niet alleen aandacht voor je eigen argumenten of replieken, maar probeer de boodschap van je gesprekspartner te begrijpen.

4. Stel passende vragen waar nodig.

5. Onderbreek je gesprekspartner niet.

6. Hou oogcontact.

7. Kom niet te vroeg tot (voorbarige) conclusies.

8. Glimlach.

9. Let op je eigen non-verbale communicatie en die van je gesprekspartner.

Jeugdraders, tijd voor actie!

 Sluit het gesprek af met een deal. Waarover zijn jullie het eens en welke toekomstplannen/acties wil je als jeugdraad graag op papier? Maak samen een Plancheckers-deal op! Maak een top 3 (of meer als je dat wenst) met topics die jullie samen aangepakt willen zien na deze beleidsperiode.

 Je kan als jeugdraad deze deal ook officieel maken met een fotomoment en die verder verspreiden. Volg vanuit de jeugdraad de afspraken verder op, je kan de schepen(en) regelmatig herinneren aan de ‘deal’ die jullie hebben gemaakt.

Stap 6: Ga publiek

Laat niet enkel de schepen(en) genieten van al het harde werk van je jeugdraad. Stimuleer de jeugdraad om de suggesties, oplossingen en aanbevelingen te delen met alle kinderen en jongeren in de stad of gemeente. Of bij uitbreiding: alle inwoners!

De jeugdraad denkt dan best goed na over:  Doelstelling: wat wil je bereiken met je communicatie? Wil je gewoon informeren? Of enthousiasmeren? Overtuigen? In actie laten komen?  Doelgroep: wie wil je bereiken met je communicatie? Maak het heel concreet, bv. alle jongeren tussen 16 en 18 jaar. Dat maakt het gemakkelijker om gericht te communiceren.

 Boodschap: wat wil je precies delen? Probeer niet te veel te vertellen, want dan gaat een deel verloren. Denk na over je kernboodschap: welke punten zijn het belangrijkst? Wat gaat bij de doelgroep het meest aanslaan? Welke toon hanteer je? Bedenk een slogan.  Kanalen: welk kanaal of welke kanalen ga je gebruiken (bv. website, sociale media, pers, huis-aan-huisflyer, affiches…)? Welke media gebruikt je doelgroep? Hoe kan je hen het best bereiken? Welk medium leent zich het best tot jouw boodschap of doelstelling?

Verpak het advies in een knappe lay-out en deel het via Facebook. Of laat de jeugdraad een indrukwekkende website bouwen voor hun aanbevelingen. Op die manier kunnen ze ook achteraf nog updates toevoegen. Of maak er een filmpje of podcast van. Organiseer een grote, ludieke guerrilla-actie. Ook hier zijn de mogelijkheden eindeloos!

Win een Bataljong-vorming

Post een ludieke foto van je jeugdraad, -ambtenaar en schepen(en) met jullie Plancheckers-deal op Facebook en Instagram, gebruik #Plancheckers, tag @Bataljong_jeugdraden en win een Bataljong-vorming naar keuze. Wil je meer impact hebben op het beleid? Werk maken van een stevig memorandum in aanloop naar de verkiezingen van ’24? Of brede participatie organiseren? Wij belonen vijf Plancheckers-jeugdraden met een vorming naar keuze!

Meer info? Bekijk het stappenplan op bataljong.be/plancheckers of contacteer Jimmy, jimmy.wertelaers@bataljong.be

31
?

Commissie Beleidsparticipatie

Participatief aan de slag voor een sterker Bataljong

Practice what you preach: een uitdrukking die wij bij Bataljong hoog in het vaandel dragen. Je kan moeilijk over participatie spreken en schrijven als je zelf niet participatief aan de slag gaat. In onze vier commissies brainstormen en discussiëren jeugdambtenaren, jeugdraders en partners om ons inhoudelijk te voeden en zelf met inspiratie naar huis te gaan. In deze editie stellen we graag de commissie Beleidsparticipatie voor.

Commissies beleidsparticipatie

Commissie? Kort samengevat

 Een groep van kernspelers die dienst doet als klankbord en Bataljong versterkt: ze dragen bij aan producten, tools en visie waar lokale besturen mee aan de slag kunnen.

 Die 4x per jaar samenkomt

 Waar je jeugdambtenaren met heel diverse profielen en partnerorganisaties van Bataljong ontmoet. Je hoort hoe collega’s uit andere steden en gemeenten aan de slag gaan met thema’s en haalt er inspiratie uit voor je eigen praktijk.

 Bataljong telt vier commissies, elk inhoudelijk team wordt aangestuurd door een commissie en we hebben een aparte commissie jeugdraden.

In 2018 werd de commissie Beleidsparticipatie opgestart. De focus? Hoe lokale besturen versterken in het uitvoeren van lokale beleidsparticipatie. Daar hoort natuurlijk ook de jeugdraad bij, daarom hebben we ervoor gekozen ons te laten aansturen door een commissie Beleidsparticipatie die bestaat uit ambtenaren en partners en een commissie jeugdraden. Daarover kon je lezen in onze vorige Dropzone.

Tijdens de commissiebijeenkomsten gaan we op zoek naar welke uitdagingen er liggen binnen participatie en welke ondersteuning (jeugd)ambtenaren hierbij missen. We buigen ons over:  Een participatieve grondhouding  Jongerenbegrotingen  Online participatie  De bouwstenen van beleidsparticipatie  Visie rond participatie  Hoe jongeren in kwetsbare situaties betrekken bij participatie  Hoe werken aan structurele participatie  Ambassadeurswerking Daarnaast laten we ook onze commissieleden zelf aan het woord om projecten, tools, visies en uitdagingen voor te stellen. We streven ernaar om de commissie van onderuit vorm te geven. We vertrekken ook vanuit de vraag: Wat hebben lokale besturen nodig om aan beleidsparticipatie te doen?

32

Waarom ben jij lid van de commissie Beleidsparticipatie?

“Ik ben sinds kort lid van de commissie en laat het graag nog wat op me afkomen. Ik vind de grootste meerwaarde de samenwerking met andere steden en gemeenten. Het is belangrijk om van het eiland van je eigen stad of gemeente af te komen. We moeten het warm water niet altijd opnieuw uitvinden. Vaak kunnen andere steden en gemeenten je inspiratie bieden en je verder helpen. Ervaringen en kennis delen is voor mij dan ook de grootste meerwaarde. Ik geloof erin dat we samen een verschil kunnen maken voor kinderen en jongeren in Vlaanderen, en dat zit niet altijd in de grootste dingen. Daarnaast is het een manier om de vinger aan de pols te houden van wat er elders leeft.”

– Ellen Olefs, deskundige Jeugd Hasselt

“Door kennisdeling tussen medewerkers van steden en gemeenten, helpen we elkaar om jongerenparticipatie op verschillende beleidsterreinen die impact hebben op het leven van kinderen, tieners en jongeren verder uit te rollen en te verfijnen. Deelname aan de commissie beleidsparticipatie is voor mij geen doel op zich, maar een middel om onze eigen stedelijke ambities te realiseren. Ik kan het andere steden en gemeente volop aanraden!”

– Roel Camps, expert inspraak, participatie en adviesraden Jeugd stad Antwerpen

Meer weten over onze commissie beleidsparticipatie? Of wil je graag deelnemen?

Dan kan je terecht bij Ellen ellen.degrauwe@bataljong.be

Meer te weten komen over onze commissie? Neem dan snel een kijkje op: bataljong.be/over-bataljong/commissies

33
?

Driehoeksverhouding

Roeselare

Roeselare is een West-Vlaamse centrumstad met iets meer dan 64.000 inwoners en 17.586 inwoners jonger dan 18 jaar. Roeselare is sinds 2020 Kindvriendelijke Stad. Jeugdraadvoorzitter Wolf France, beleidsmedewerker Jeugd Marte Huyghelier en schepen van Jeugd Matthijs Samyn vormen de driehoek van het jeugdbeleid in de Rodenbachstad.

Onze grootste verwezenlijking is ongetwijfeld het bereiken van het label Kindvriendelijke Stad. Er zijn hier vele jaren werk aan besteed en we zijn heel blij dat het ons samen met het stadsbestuur is gelukt.

- Wolf France, jeugdraadvoorzitter

Wat is je grootste ambitie op vlak van kind- en jeugdvriendelijk beleid?

Matthijs: Het verder uitwerken van kindvriendelijkheid in de stad. De jury van het label Kindvriendelijke Steden & Gemeenten geeft bij het behalen aan alle steden en gemeenten aandachtspunten mee. Het is onze ambitie om hier verder mee aan de slag te gaan en de vier speerpunten verder vorm te geven, in samenwerking met de jeugdraad: diversiteit, talentontwikkeling, speelruimte en participatie.

Marte: Het behalen van het label Kindvriendelijke Stad is een mooie kapstok om extra aandacht te creëren voor kinderen en jongeren binnen de stadsorganisatie. Het is een ambitie om steeds meer collega’s warm te krijgen om extra aandacht te hebben voor kinderen en jongeren. Het zou een automatisme moeten worden om kinderen en jongeren mee te nemen in het beleid van de stad.

Wolf: Onze grootste ambitie is om in de aanloop naar de verkiezingen te wegen op het beleidsplan en ervoor te zorgen dat het volgende stadsbestuur nog meer focust op kind- en jeugdvriendelijk beleid. Voor zaken die specifiek met kinderen en jongeren verbonden zijn zoals speelinfrastructuur en ruimte voor jeugdbewegingen, maar ook algemenere zaken als veilige mobiliteit en een ambitieus klimaatbeleid.

34
Driehoeksverhouding V.l.n.r.: Jeugdraadvoorzitter Wolf France, beleidsmedewerker Jeugd Marte Huyghelier en schepen van Jeugd Matthijs Samyn Tekst: Tieme Verlinde Beeld: Roeselare

Matthijs: We willen een groene en veilige omgeving creëren waar kinderen en jongeren kunnen zijn wie ze willen zijn. De afgelopen jaren is er sterk ingezet op het aanleggen van verschillende speelpleinen. Momenteel zijn er maar liefst 82 speelpleinen aangelegd in Roeselare. Deze zomer werd het Kerelsplein, het grootste speelplein van Roeselare, volledig vernieuwd en werd een speelruimtebeleidsplan opgemaakt dat de ambities alleen maar versterkt. Daarnaast zijn er in de zomerperiode tijdelijke speelprikkels geplaatst op de Grote Markt en het stationsplein. Kinderen en jongeren krijgen een plek in de stad.

Marte: In het najaar van 2022 en voorjaar van 2023 wordt een burgerbegroting opgezet in de wijk Krottegem. Hierbij is een budget van € 200.000 ter beschikking voor alle inwoners van Krottegem en waarvan € 40.000 specifiek voor kinderen en jongeren wordt gevrijwaard. Er wordt een apart traject opgezet voor kinderen en jongeren in samenwerking met verschillende partners uit de buurt. Kinderen en jongeren kunnen meebeslissen over hun wijk.

Wolf: Onze grootste verwezenlijking is ongetwijfeld het bereiken van het label Kindvriendelijke Stad. Er zijn hier vele jaren werk aan besteed en we zijn heel blij dat het ons samen met het stadsbestuur is gelukt. Nu is het onze taak om ervoor te zorgen dat de realiteit met dat label blijft overeenkomen, door te blijven hameren op kind- en jeugdvriendelijk beleid.

Wat was een struikelblok op vlak van kind- en jeugdvriendelijkheid waaruit je toch écht iets leerde?

Matthijs: Kinderen hebben een grote fantasie, wat geweldig is. De gekste ideeën komen soms eerst aan bod. Vanuit de stad kan er niet altijd snel geschakeld worden met de ideeën die kinderen en jongeren naar voor schuiven. Het is belangrijk om tijdens participatie duidelijk aan te geven, wat er mogelijk is. Tijdens de pilotering van de kinderraad hebben we hier veel uit geleerd.

Marte: Openbare ruimte is een zeer gegeerd goed. Iets waar iedere dienst binnen de stad eigenlijk naar op zoek is. Het wordt gebruikt voor sport, ontmoeting, speelpleinen, waterbuffering… en ga zo maar verder. We hebben geleerd dat er ook door kleine speelimpulsen zoals bijvoorbeeld origineel straatmeubilair, lijnen op het stationsplein… heel wat kan verwezenlijkt worden voor kinderen en jongeren.

Wolf: Het grootste struikelblok als jeugdraad is het feit dat het voor ons heel moeilijk is om kinderen en jongeren die niet actief zijn in jeugdverenigingen te bereiken. We bereiken met onze werking slechts een deel van de jeugd en dat zorgt ervoor dat vele problemen, vragen en suggesties ons niet bereiken. We blijven echter proberen om ook hun stem op het beleid te laten wegen.

Meer weten?

Dan kan je terecht bij Marte Huyghelier, marte.huyghelier@roeselare.be

35
?
Op welke verwezenlijking op vlak van kind- en jeugdvriendelijkheid ben je trots?

Ook mentaal welbevinden bleek een belangrijk thema bij de nieuwe lichting laureaten Kindvriendelijke Stad of Gemeente.

Hasselt

Habib El Ouakili, Schepen van Jeugd: “Hasselt is een aantrekkelijke stad! Het aantal inwoners groeit elk jaar. Zo zijn we ondertussen al met zo’n 80.000 Hasselaren, waarvan 1/4de jonger is dan 24 jaar. Kinderen en jongeren maken dus echt een groot en belangrijk deel uit van onze Hasseltse bevolking. Wij vinden het belangrijk dat deze 20.000 kinderen en jongeren zich goed voelen in Hasselt. Want vergis je niet, het is voor hen niet makkelijk geweest de afgelopen jaren, corona hakte serieus in op hun mentaal welzijn. We willen daarom hard werken aan een kindvriendelijke stad die een veilige haven is voor iedereen en waar iedereen zichzelf kan zijn.

Kindvriendelijke Stad en actieplan startpunt om samen te investeren in kinderen en jongeren

We zien Kindvriendelijke Stad en het actieplan als een startpunt, om samen met het stadspersoneel dagelijks inspanningen te leveren om te investeren in een kindvriendelijke stad, dit allemaal samen en transversaal. Investeren in kinderen, is in de eerste plaats investeren in die kinderen zelf, omdat ze het nodig hebben en verdienen. Maar investeren in kinderen is voor ons ook investeren in de toekomst. Hen de kans geven om gehoord te worden, bereid zijn om te luisteren en hen zien als volwaardige medeburgers om hen de kans te geven op te groeien tot warme Hasselaren, die op hun beurt kunnen zorgen voor een aangename stad voor de volgende generatie kinderen en jongeren.”

Ellen Olefs, Coördinator Hasselt Kindvriendelijke Stad: “Eind 2020, in volle coronatijd, organiseerde de stad Hasselt een bevraging bij jongeren over onder

meer mentaal bevinden. De resultaten van de bevraging zijn ontnuchterend. Hasseltse jongeren zijn vermoeid, gedemotiveerd en hebben moeite met stress. Over het algemeen bleek uit de bevraging dat Hasseltse jongeren vaak verdrietig en eenzaam zijn en somber naar de toekomst kijken.

Podcastreeks mentaal welzijn

Gedurende de tweede helft van 2021 voerden we het belevingsonderzoek uit. Hier vormde mentaal welzijn één van de prioritaire thema’s. De resultaten waren duidelijk: het mentaal welzijn van onze kinderen scoort goed, dat van onze jongeren daarentegen zeer slecht. We bevroegen bij hen hoe ze zich voelden, wat de oorzaak daarvan was, waar ze wakker van liggen, maar ook hoe ze geholpen willen worden en wat we als stad kunnen doen.

De bevraging ‘çava? çava!’ kreeg een verder leven en werd een project. Het project omvat een podcastreeks van 5 afleveringen over 5 verschillende thema’s. In elke aflevering komt er een ander thema aan bod waarbij jongeren uit Hasselt ook aan het woord komen. Belangrijk is dat er telkens ook een psycholoog of expert bij zit om het thema of onderwerp te kaderen. Los van de podcastreeks zal er aan elke aflevering ook een actie of evenement gekoppeld worden.”

36
“We willen hard werken aan een stad die een veilige haven is voor iedereen en waar iedereen zichzelf kan zijn”
- Habib El Ouakili, schepen van jeugd Hasselt
Meer weten? hasselt.be/nl/cavacava ?

Zwijndrecht

Sean Denissen, Jeugdhuismedewerker: “Het Ça va project is ontstaan vanuit enerzijds de vraag naar een laagdrempelige fysieke ontmoetingsplek voor jongeren en anderzijds naar aanleiding van de impact van de coronacrisis op het mentaal welzijn van jongeren. Naast de nood aan een laagdrempelige fysieke plek, werd ook duidelijk dat de communicatiestijl die de gemeente hanteert, gericht op jongeren, niet aansloot bij hun leefwereld. Hiervoor werd er in samenspraak met lokale jongeren gebrainstormd over een jongeren-huisstijl en werd er uiteindelijk een logo, huisstijl en eigen ‘brand’ ontwikkeld voor het Ça va-project. Op deze manier willen we informatie over verschillende thema’s met betrekking tot mentaal welzijn beschikbaar stellen aan lokale jongeren en hen ondersteunen in hun zoektocht naar antwoorden.

laagdrempelige ontmoetingsplek en info over mentaal welbevinden

Daarnaast werd er vorm gegeven aan de ontmoetingsplek in samenspraak met lokale jeugd. Niet enkel de inrichting van de plek zelf maar ook de activiteiten die worden aangeboden. De centrale functies van het project zijn:

 Bekendmaking van het bestaande hulpverleningsaanbod waar jongeren uit de omgeving beroep op kunnen doen  Beschikbaar stellen van educatieve spelen rond een brede waaier aan onderwerpen gerelateerd aan mentaal welzijn aan jeugd-, sport- en cultuurverenigingen

 Aanbieden van een luisterend oor aan jongeren die met vragen zitten

 Het inzetten van een outreachende jongerenwerker die op zoek gaat naar en in dialoog treedt met lokale jongeren.”

Meer weten? cavazwijndrecht.be ?

BENIEUWD NAAR MEER?

Kom meer te weten over de aanpak van deze nieuwe lichting Kindvriendelijke Steden en Gemeenten én van de andere labelhouders op www.kindvriendelijkestedenengemeenten.be

37

Stel

vraag

Zit je zelf met een vraag of heb je hier of daar nood aan een duwtje in de rug? Laat van je horen via www.bataljong.be/stel-je-vraag

First things first: zorg ervoor dat je zelf ‘gewapend’ bent en je inleest in wat het betekent om als gemeente kindvriendelijk beleid te maken. Enkele leestips: ‘Dwalen met een Doel’ en het Inspiratiekader voor een kindvriendelijke stad of gemeente. Maak ook dat je weet wat er leeft bij kinderen en jongeren in jouw gemeente. Waarvan liggen ze wakker? Wat vinden ze leuk aan jong zijn in de gemeente en wat kan beter? Versterk hun stem en breng wat zij zeggen naar voor in gesprekken met andere diensten.

Om collega-ambtenaren van andere diensten mee te krijgen, ga je in dialoog. Ga er niet van uit dat alleen een tekstje op intranet, een collegebeslissing, een ondertekend charter… mensen op de kindvriendelijke kar zal krijgen. Ga het gesprek aan en laat hen vooral vertellen over welke zaken zij doen of ondernemen, die volgens hen al kindvriendelijk zijn. Erken hen daarin, en geef hen zelf ook een voorbeeld van een plan, initiatief, aanbod… waarmee ze al bewezen hebben dat ze kindvriendelijk kunnen werken. Dat kan iets heel kleins zijn, de kleinste kiempjes kunnen uitgroeien tot een mooie bloem. Met andere woorden: steek wat pluimen op hun hoed. Zodat zij weten en voelen: ook voor mij zijn kinderen en jongeren een doelgroep. Ook ik ben een kindvriendelijke ambtenaar of kan dat zijn.

Breng succesverhalen ook actief in beeld. We zijn vaak veel te bescheiden, en voelen schroom of hebben niet de reflex om te ‘stoefen’ over zaken die we goed doen. Als je een succesvolle samenwerking hebt gehad over sectorale grenzen heen, laat dat ook zien. Toon aan dat samenwerken loont en dat het een positieve impact kan hebben op kinderen en jongeren.

Dat was het leuke deel. Het minder leuke deel is dat je ook de luis in de pels moet durven spelen. Wanneer een dienst iets doet dat niet kindvriendelijk is (bv. een ingreep in de publieke ruimte met impact op kinderen en jongeren, maar kinderen en jongeren werden niet betrokken), durf dan ook constructief aan te kaarten waar verbeterkansen liggen, en ook hoe je hen daarbij kan ondersteunen als jeugdambtenaar.

Succes, en geef de moed niet te snel op. Het duurt vaak een tijdje voor de bal aan het rollen gaat, maar eenmaal dat het geval is valt hij niet meer te stoppen!

Dwalen met een doel:

Inspiratiekader voor een kindvriendelijke stad of gemeente:

38
Vraag het aan Bataljong!
VRAAG
“Hoe kan ik ervoor zorgen dat collega’s van andere diensten aan de slag gaan met kindvriendelijkheid ook als we niet voor het label kunnen of willen gaan?” Jeugdambtenaar via helpdesk
je
Meer info? Trek aan de mouw van Imke imke.pichal@bataljong.be ?
38

bespeelbare kunst

Bespeelbare kunst, het lijkt een tegenstelling. Immers ‘kunst’ beleef je op afstand want je mag het zelfs niet aanraken. Geen wonder dat kinderen in een museum snel ‘uitgekeken’ zijn. Met bespeelbare kunst ligt dat anders. Door er mee of op te spelen word je als het ware deel van het object. Je fantasie wordt geprikkeld en je ontdekt eigen mogelijkheden om het kunstwerk te verrijken. Het speelse object nodigt uit tot een fysieke exploratie; je kan er omheen lopen, van onder of boven bekijken, van een afstand of heel dichtbij. Dit ruimtelijke aspect nodigt op een spannende manier uit tot ontdekken.

Soms refererend aan herkenbare sprookjes, dan weer aan een Peter Pan-achtige avonturenwereld, maar ook aan de dierenwereld met daarin thema’s en tegelijkertijd het spannende, het ‘mild-angstige’.

Goede Speelprojecten biedt voor school en kinderdagverblijf unieke speelkunst die naadloos aansluit bij de belevingswereld van kinderen. Spelen, het zit in onze natuur.

back-cover

Bij Bataljong, we’ve got your back. Onze collega’s zetten zich elke dag tomeloos in om jeugdambtenaren, jeugdraders en schepenen van jeugd te ruggensteunen in hun strijd naar beter en breder lokaal jeugdbeleid.

Zoals Imke, Ilse, Tieme, Jimmy, Bieke en Wim, die met vuur en expertise steden en gemeenten begeleiden in het traject naar het label.

Ook interesse? Contacteer Imke voor een vrijblijvend intakegesprek, gratis voor leden van Bataljong.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.