VVJ - Ossenmarkt 3 - 2000 Antwerpen ∫ P206352 juni 2018 ∫ Jaargang 27 nr. 2 ∫ verschijnt 4x per jaar maart - juni - september - december
DROPZONE TIJDSCHRIFT VOOR LOK A AL BELEID VOOR KINDEREN EN JONGEREN
T OE KOM S T
P16
De keuzes van VVJ P R A K T I JK
P20
Voluit voor een goede samenwerking A C T UE E L
P6
LAUREATEN KINDVRIENDELIJKE STEDEN EN GEMEENTEN 1
Geen illegalenjacht in het verenigingsleven Mensen zonder papieren oppakken wanneer ze zich in de warmte van een vereniging bevinden? Not done! Tal van (jeugd)verenigingen benaderen mensen als mensen en kinderen als kinderen. Ze weten vaak niet of ze als asielzoeker nog in hun procedure zitten of al geregistreerd vluchteling zijn. Hen oppakken in hun vereniging raakt deze in het hart van haar werking. Naar aanleiding van de inval bij Globe Aroma in Brussel groeit er in onze sector consensus om een gentleman’s agreement af te sluiten over het niet oppakken van uitgeprocedeerde gezinnen tijdens hun deelname aan het verenigingsleven. VVJ steunt dit. Uitwijzingsbeleid is een realiteit, maar laat het humaan gebeuren, met respect voor de warme plek die verenigingen aanbieden.
“Korting” op het leefloon voor wie kinderen niet naar de kleuterschool stuurt?
Kindvriendelijke steden en gemeenten
Onregelmatige of niet-deelname aan het kleuteronderwijs versterkt de onderwijskloof in Vlaanderen en vergroot ontwikkelingsachterstanden, vooral bij maatschappelijk kwetsbare kinderen. Er is een brede maatschappelijke consensus dat we kleuters moeten toeleiden naar ons onderwijs. Hiervoor werken acties op maat beter dan sanctionerende maatregelen. Kunnen alle kinderen effectief inschrijven in een school dicht bij huis? Is er voldoende fysieke en emotionele zorg op school? Welke drempels voelen kwetsbare gezinnen aan? Benut de mogelijkheden van een Lokaal Overlegplatform Basisonderwijs om dit te onderzoeken. Gebruik hiervoor de data over onderwijsdeelname van kleuters die beschikbaar zijn via www.agodi.be
06
AC TUEEL
Vlaams Netwerk Kind- en Jeugdvriendelijke Steden en Gemeenten in de steigers?
4
Proficiat aan de nieuwe lichting Kindvriendelijke steden en gemeenten! (p. 6) Kind- en jeugdvriendelijk beleid verdient alle kansen om te groeien. Onder leiding van enkele lokale besturen en samen met bovenlokale partners (VVSG, het Kinderrechtencommissariaat, Kind & Samenleving …) trachten we een netwerk op te zetten met als doel expertise rond breed kind- en jeugdvriendelijk beleid te delen en te verspreiden naar alle geïnteresseerde steden en gemeenten. We hopen dat minister Gatz en de Vlaamse Regering er ook warm voor lopen!
Jurgen Sprangers directeur VVJ vzw
2
INHO UD
OV ER V VJ
30
VOOR U BEKEKEN
31
C OLOFON
unique selling point
2
innovatieve organisatie
3
practice what you preach
VVJ durft kiezen
1
4 Voluit voor een goede samenwerking
De keuzes van VVJ TO E KO M ST
AC TUEEL
06 Laureaten Kind-
vriendelijke steden en gemeenten 2018-2023 Aarschot, Beersel, Brugge, Denderleeuw, Genk, Halle, Hoogstraten, Riemst en Sint-Katelijne-Waver halen het label binnen. Proficiat! AC TUEEL
13 20 jaar Kinderrechtencommissariaat
Bruno Vanobbergen blikt terug en kijkt vooruit
16
20
P RA KTIJK
PA R T IC IPAT IE
14 Test je jeugdraadkennis Schat jij de 10 veelvoorkomende misvattingen juist in? TOEKOMST
16 De keuzes van VVJ
Een nieuwe organisatiestructuur om je vanaf september nog beter te bedienen! PRAK TIJK
20 Voluit voor een goede samenwerking
Een gesprek met Meulebeke en Zonnebeke over de clustering van diensten
INHO UD
3
IN T E RN AT ION A A L
24 We love indicators!
Meet de effecten van het jeugdaanbod in jouw gemeente PRAK TIJK
26 Een make-over van je skateterrein
Jeugddienst Tessenderlo deelt insider tips voor een vlotte aanpak DRIEHOEKSVERHOUDING
28 Laarne
Drie kernspelers van het jeugdbeleid antwoorden op drie vragen
OVER
Vormingen in de kijker Verdiep je in lokaal jeugdbeleid
Plan & Play
In november starten we opnieuw met het Experttraject Lokaal Jeugdbeleid. Via themamodules verbinden we jeugdambtenaren die zich willen verdiepen in een of meerdere jeugdbeleidsthema’s om zo specialist lokaal jeugdbeleid te worden.
Ben je als jeugd- of vrijetijdsambtenaar verantwoordelijk voor de organisatie, planning en ondersteuning van gemeentelijk jeugdaanbod? Dan is ons Plan & Play vormingsaanbod zeker iets voor jou! In 3 sessiedagen stomen we je klaar om een stevig programma in elkaar te boksen. De vormingen zijn geschikt voor startende en geroutineerde programmatoren en het accent ligt zowel op kennisdelen als uitwisseling.
Om het hele traject te doorlopen, combineer je de starterstweedaagse, de themamodules en een portfolio. Zo kan je binnen de twee jaar je traject afronden of er enkele jaren (max. 4 jaar) de tijd voor nemen. Je kan ook 1 module kiezen vanuit je eigen praktijk of interesses.
∫∫ Dag 1: Plannen
In het werkjaar 2018 – 2019 bieden we 3 modules aan, van telkens 3 dagen: ∫∫ Gemeentelijk beleid: diverse aspecten van werken binnen een gemeentelijk kader komen aan bod: structuren, wetten en regels, budgetten … ∫∫ Interactie en participatie: luisteren naar en praten met kinderen en jongeren. Het democratisch model vanuit de blik van jongeren. ∫∫ Welzijn en onderwijs: mogelijkheden en beperkingen van de sociale kaart. Wat is de taak en rol van het lokale beleid op het gebied van welzijn en onderwijs? De modules ‘vrije tijd’ en ‘ruimte’ worden opnieuw aangeboden in het werkjaar 2019 – 2020. De starterstweedaagse kan je al volgen op 20 en 21 september.
Vanuit een visietekst over evenwichtig gemeentelijk jeugdaanbod bekijken we via een tool hoe je tot een ideale planning komt. En hoe je daarbij de stem van kinderen en jongeren integreert. ∫∫ Dag 2: (Speel)aanbod Hoe zorg je voor een uitdagend aanbod dat niet enkel fun is? We staan stil bij verschillende leeftijdscategorieën en hun leefwereld. Tieners blijven een uitdagende doelgroep en krijgen extra aandacht. ∫∫ Dag 3: Vrijwilligersbeleid Binnen je speelplein, Grabbelpas en andere vakantiewerking doe je vaak beroep op vrijwilligers. We tonen verschillende systemen, bekijken hoe je een vrijwilligersbeleid opmaakt en laten praktijkvoorbeelden aan bod komen.
“De Plan & Play analysetool geeft ons een prachtig overzicht van wat er al allemaal georganiseerd wordt vanuit de gemeente. Ideaal om de minst ondersteunde groepen te vinden en een kans te geven om zich te ontplooien.”
MEER INFO OVER ONS VORMINGSA ANBOD? Contacteer Frauke Baeyens, fbaeyens@vvj.be, 03 821 06 02 Inschrijven kan vanaf begin juli via www.vvj.be
Is o Dba al gir?
Do h ne nan GAS popet ! www.debattle.be 4
OVE R VVJ
OVER
BEDANKT STAGIAIRE KELLY Van februari tot mei liep studente Sociaal Werk Kelly De Sutter stage bij VVJ. Ze blikt nog even terug … “Ik vond het een aangename en leerrijke stage. Ik kreeg een bredere en ruimere blik op het lokaal jeugdbeleid in Vlaanderen, waardoor mijn interesse in de jeugdsector nog sterker gegroeid is. Ook vond ik het tof om VVJ en haar medewerkers te leren kennen. Maar ik ben VVJ vooral dankbaar voor de kansen die ik kreeg en voor het feit dat ik toch wel gegroeid ben op een aantal aspecten. Ik heb het gevoel dat ik door de stage meer zelfvertrouwen kreeg en mezelf beter leerde kennen.”
BEDANKT TINA Bijna drie jaar verrijkte Tina ons team met haar passie voor jeugd, haar professionele inzet en haar sprankelende persoonlijkheid. Vurig en met veel enthousiasme zette ze haar tanden in het organiseren van Triple Lokaal (tot driemaal toe!). Haar expertise op vlak van jeugdraadondersteuning en beleidsparticipatie deelde ze via vormingen en begeleidingen en kwam ten volle tot zijn recht in Debattle. En wie in de provincie Antwerpen aan het beleid voor kinderen en jongeren sleutelt, kon rekenen op haar steun. Met haar veelzijdige skills stampte Tina onze sociale mediakanalen uit de grond. Nu kiest ze ervoor om haar talenten in te zetten bij de Vlaamse Vereniging van Studenten en daar willen we haar heel veel succes en plezier in toewensen. Merci!
Ontvang je deze zomer jeugdbewegingen op kamp in jouw stad of gemeente? Enkele tips voor een goed onthaal: 1. Stel een welkomstpakket samen waarin je heel wat praktische info aanreikt. Denk aan een toeristische kaart, een lijst met lokale winkels en horeca, een afvalkalender, een kortingskaart voor het zwembad, een overzicht met noodnummers … 2. Voorzie de hele periode een telefoonnummer dat goed bereikbaar is, ook buiten de reguliere openingsuren. 3. Verkoop vuilniszakken per stuk, zodat er geen onnodige overschotten ontstaan. Surf naar www.opkamp.be/kampcharter voor nog meer inspiratie.
OVE R VVJ
5
EXPERIMENT VVJ Filip zoekt een drietal gemeenten die samen willen experimenteren rond het organiseren van een tijdelijke kampplaats op een gemeentelijk terrein (weide, voorlopig onbestemd terrein of tijdelijk beschikbare locatie). Het doel is expertise opbouwen als niet-kampgemeente en het vinden van good practices en valkuilen. Geef hem snel een seintje: fstallaert@vvj.be
ACTUEEL
Kindvriendelijke steden en gemeenten Maak kennis met de 9 gloednieuwe laureaten
Op 17 juni 2018 ontvingen Aarschot, Beersel, Brugge, Denderleeuw, Genk, Halle, Hoogstraten, Riemst en Sint-Katelijne-Waver het label Kindvriendelijke steden en gemeenten uit handen van minister Sven Gatz. Met enkele reflecties over het traject en de toekomstplannen, stellen ze zich aan jullie voor.
© Gemeente Beersel
Tekst: Mieke Vispoel
BEERSEL Constante reflex “Omdat we al een groot aanbod hadden, dachten we dat het label halen een evidentie was. Toch was én is er nog heel wat werk aan de winkel. We werken bijvoorbeeld aan een kindtoets voor elk besluit dat we nemen. Hebben we aan hen gedacht? Is de beslissing goed voor hen? We trachten sindsdien onze keuzes altijd te toetsen bij kinderen en jongeren zelf, om op die manier samen tot oplossingen te komen. Intussen passen we het participatieve denkkader ook toe bij andere doelgroepen.”
In de praktijk “Bij het ontwerpen van nieuwe speeltuinen vragen we de mening van de kindergemeenteraad en kinderen en scholen uit de buurt. We waarderen hun inbreng en houden er rekening mee. En de eerste resultaten zijn er al: vanuit hun input kwamen er nieuwe speeltuinen aan de gemeentelijke feestzaal en wijk ’t Geer.” - J E L L E D E S M E C H T, C O M M U N I C AT I E A M B T E N A A R
- J O VA NDE R ME Y L E N , S C HE P E N VA N JE U G D
Pluim van de jury Start van een proces “Wie naar het label streeft, zet een proces in gang. Stapsgewijs komt er een mentaliteitswijziging waardoor je inziet: we zijn misschien toch nog niet zo kindvriendelijk als we dachten. Collega’s en partners beseffen nu dat een kindvriendelijk beleid geen ver-van-je-bedshow is maar net de verantwoordelijkheid van ons allemaal. Pas als iedereen daarvan overtuigd is, komt kindvriendelijkheid op de eerste plaats.” - J A A N DE H A N T S C HU T T E R , IN T E GR AT IE A MB T E N A A R
6
∫∫ Grondige analyse naar de ‘Staat van Kindvriendelijkheid’, van waaruit dringende vaststellingen meteen zijn aangepakt (bv. maatschappelijk werker in elke school na signalen rond kinderarmoede). ∫∫ ‘De Superbeerselaar’ als lokale mascotte, op een slimme manier ingezet binnen de communicatie én in acties rond kindvriendelijkheid (bv. het kindvriendelijker maken van de ‘GAS-boetebordjes’ aan speelpleinen).
ACTUE E L
ACTUEEL
BRUGGE Een hart voor kinderen en jongeren “Het label vormt een hefboom om onze collega’s, acties en diensten op elkaar af te stemmen en een kindvriendelijke beleidsfocus te installeren. Ons doel: een (be)leefbaar Brugge voor iedereen. Een stad waarin iedereen de kindvriendelijke reflex maakt, in dialoog gaat met kinderen en jongeren en nadenkt over de impact van keuzes op hun leefwereld. Een historische stad met een hart voor kinderen en jongeren.” - F R A N K Y D E M O N , S C H E P E N VA N J E U G D
Participatie als blijvende uitdaging “Het is duidelijk dat we op beleidsniveau écht voor kinderen en jongeren kiezen! Het enthousiasme en de goesting die er leeft, willen we behouden om gezamenlijk verder te bouwen aan de stad. In de toekomst blijft het een uitdaging om participatie stevig te verankeren in onze stadsstructuur. We willen het actorschap van kinderen en jongeren versterken en hen een actieve rol geven, ze moeten hun stad mee kunnen creëren!” - JOCHEN SNICK, DIENSTHOOFD JEUGD
Nieuwe samenwerkingen “Het impactkader dat uit het traject voortvloeide, vormt een nieuwe manier van denken en een unieke tool voor de stad om de reflex naar een kindvriendelijk Brugge te maken. In de stadsorganisatie kwam het thema helemaal tot leven: muren werden doorbroken en nieuwe samenwerkingen kwamen tot stand.” - ROCKY ZUTTERMAN, DIRECTEUR OCMW DE BLAUWE LELIE
Pluim van de jury
∫∫ Doordachte visie en een sterk uitgewerkt impactkader om overkoepelend te werken aan kindvriendelijkheid.
∫∫ Groots participatieproces met een sterk resultaat. ∫∫ Co-creatie als rode lijn zorgt voor brede gedragenheid in de
© Stad Brugge
© Stad Brugge
© Michel De Pourcq
stad, intern én bij het middenveld.
ACTUE E L
7
© Stad Halle
Foto's: Stad Genk
ACTUEEL
GENK
HALLE
Een verhaal van iedereen “Wij zijn trots op de weg die we aflegden. Zowel kinderen en jongeren als (groot)ouders, leerkrachten, jeugdwerkers, personeel… gaven input. Het hele proces zette een enorme dynamiek op gang. We kunnen met fierheid zeggen dat dit een gedragen verhaal is. De neuzen binnen de stadsdiensten en -sectoren staan in dezelfde kindvriendelijke richting.”
Stimulerend en inspirerend “De vruchtbare discussies en interacties met de collega’s bij het nadenken over acties om ons stedelijk beleid écht kindvriendelijk te maken, werken stimulerend. Ze verbreden ons professioneel perspectief. Nu is het aan ons om er voluit voor te gaan en de strategische keuzes om te zetten in acties.”
- A N N I E K N A G E L S , S C H E P E N VA N J E U G D
- K AT R I J N M E I R L A E N , D I E N S T H O O F D T O E R I S M E
Kindvriendelijke mindset “We wilden een horizontale, kindvriendelijke mindset creëren in de eigen organisatie. Genk kent de traditie van participatie bij haar inwoners, maar had geen kader om kinderen en jongeren structureel te betrekken. Het label helpt om een breed draagvlak te creëren. Via de belevingsonderzoeken leerden onze diensten om geregeld de kinder- en jongerenbril op te zetten én te werken met ideeën van de jongeren zelf.”
De taal van kindvriendelijkheid “We willen alle diensten onderdompelen in kindvriendelijkheid, tot we allemaal dezelfde taal spreken. Zo kunnen we kindvriendelijkheid strategisch verankeren en wordt onze stad een betere plek om te leven, wonen en werken. Wat goed is voor kinderen, is ook goed voor hun ouders en grootouders. We kunnen hiermee een meerwaarde brengen voor al onze inwoners.”
- SIEN WILLEMANS, PROJECTVERANTWOORDELIJKE &
- AS T R I D R O E G E S , D I E N S T H O O F D J E U G D &
MAARTEN LUYTS, DIENSTHOOFD JEUGD
D I E U W E R TJ E P O T É , S C H E P E N VA N J E U G D
Veilige fietsstraten “Ons Junior Team, een inspraaktraject met leerlingen van het 6de leerjaar, adviseerde ons om meer fietsstraten aan te leggen. Tegelijk zetten we van alles op poten om de weg van en naar school veiliger te maken. We legden, op aanbevelen van de kinderen, zotte zebrapaden aan met leuke tekeningen en verdelen fluohesjes met toffe prints aan het 5de en 6de leerjaar.”
Een ruim begrip “De bevragingen en discussiemomenten geven ons meer dan ooit het idee dat onze mening belangrijk is. Tijdens de jeugdraad vormden we groepjes die elk een fictieve politieke partij voorstelden en met standpunten rond kindvriendelijkheid naar buiten mochten komen. De diverse invalshoeken toonden meteen hoe ruim 'kindvriendelijkheid' geïnterpreteerd kan worden.
- HILDE BELLEN, DIENSTHOOFD MOBILITEIT
- J O N AS VA N D E R K E L E N , J E U G D R A A D
Pluim van de jury
Pluim van de jury
∫∫ Sterke traditie om dicht bij kinderen en jongeren aanwezig
∫∫ Goed uitgewerkte analyse en vertaling naar concrete initia-
te zijn. Participatie is niet alleen de taak van de jeugddienst maar ook van buurtsportwerkers, straathoekwerkers, wijkmanagers ... ∫∫ Ruime betrokkenheid van het middenveld en sterke samenwerking met de Huizen van het Kind.
tieven, met zowel een korte- als een langetermijnperspectief. De metafoor van de boomhut is vernieuwend. ∫∫ Inzet op regierol: zowel door samenwerking intern als met partners. Dit wordt gebruikt om een breed draagvlak te creëren en te garanderen.
8
ACTUE E L
ACTUEEL
AARSCHOT Een win-win voor iedereen “Het traject creëerde een dynamiek tussen onze diensten met een hernieuwde goesting als gevolg. Door samen te werken met diensten waarmee we in andere projecten weinig contact hebben, kijken we nu met een andere bril naar elkaars dienstverlening. Een dubbele win-win. We merkten ook op dat kinderen en jongeren echt wel een mening hebben over hoe een ideale straat, wijk of gemeente er voor hen uitziet. Het is dus aan ons om hen kansen te geven, serieus te nemen en naar hen te luisteren.”
In de praktijk “We willen jongeren met ideeën stimuleren om zelf de handen uit de mouwen te steken. Daarom werken we aan een project waarbij ze bij ons kunnen aankloppen voor inhoudelijke en financiële ondersteuning. En tijdens de vorige Buitenspeeldag besteedden we extra aandacht aan kinderen en jongeren met een beperking. Samen met de dienst Welzijn en Inter Vlaanderen namen we hiervoor onze toegankelijkheid onder de loep.”
- S A M E E C K H O U T, J O N G E R E N W E R K E R O C M W &
N O O R TA L P E , M E D E W E R K E R J C D E K L I N K E R
- I N N E E E C K H O U T, D I E N S T H O O F D &
L I E S VA N D E V E N N E , H U I S VA N H E T K I N D
Artuur en De Vlieg “Artuur en zijn vriend, De Vlieg, vormen samen het gezicht van het traject kindvriendelijke stad. De mascottes leggen hun oor te luister bij de kinderen en duiken overal in de stad op: in ons magazine, op de bakfiets, op websites en posters en zelfs in levenden lijve. Ze vormen een herkenbaar symbool dat de kinderen stilaan leren kennen.”
gisch platform en betrokkenheid van alle diensten. Het structurele engagement van politie, OCMW en scholen is een grote sterkte en duidt op een stevig draagvlak. ∫∫ Intensief participatietraject met kinderen en jongeren, waarbij creatief gewerkt is met de ontwikkeling van participatiemethodieken en het gebruik van communicatiekanalen.
Foto's: Stad Aarschot
- M AT T I AS PA G L I A L U N G A , S C H E P E N VA N J E U G D
Pluim van de jury
∫∫ Zowel politiek als ambtelijk een sterk traject, met een strate-
ACTUE E L
9
ACTUEEL
HOOGSTRATEN Meer dan 750 betrokken jongeren “Bij het belevingsonderzoek werkte onze stuurgroep met gevarieerde en op maat gemaakte methodieken. Over de drie prioriteiten en domeinen heen, slaagden ze erin om een 750-tal kinderen en jongeren rechtstreeks en actief te betrekken. Op die manier leerden we dat kinderen en jongeren ook over minder eenvoudige thema’s een mening hebben. Iets wat we in de toekomst zeker meenemen!” - SARA DRIESEN, JEUGDCONSULENT
In de praktijk “Met ons project School-straten kijken we met een kindvriendelijke bril naar de omgeving van de acht basisscholen in Hoogstraten. Met verschillende partners gingen we aan de slag rond servicedesign-denken. Op dit moment zijn er al twee omgevingen onder de loep genomen en lopen er twee testopstellingen. Het enthousiasme waarmee kinderen zelf met nieuwe en toffe ideeën komen, werkt bijzonder aanstekelijk.” - JUDITH SCHRIJVERS, DUURZAAMHEIDSAMBTENAAR &
Link met SDG’s “We moeten de kindvriendelijke dynamiek verder uitrollen. In onze strategie legden we de link met de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) en de kinderrechten. De komende maanden zal in de beleidsplanning deze strategie tot op actieniveau geconcretiseerd worden. Een hele opdracht!”
SOFIE WILLEBRORDS, MOBILITEITSAMBTENAAR
Pluim van de jury
∫∫ Strategie met breedheid aan thema’s en meetinstrumenten op actieniveau. Koppeling van de strategie aan zowel het Kinderrechtenverdrag als aan de Sustainable Development Goals (SDG’s) zorgt voor een verankering, versterking en verbreding van de strategie. ∫∫ Mede-eigenaarschap in de volle betekenis van het woord. De jeugdraad zet thema’s op de agenda, bedenkt mee de methodieken en spreekt met, betrekt en informeert andere jongeren.
Foto's: Stad Hoogstraten
- D A A N A E R T S , C O Ö R D I N AT O R C U LT U U R E N V R I J E T I J D
10
ACTUE E L
© Gemeente Riemst
Foto's: Gemeente Sint-Katelijne-Waver
ACTUEEL
RIEMST
SINT-KATELIJNE-WAVER
Van inspraak naar participatie “We streven naar een gemeente die zo dicht mogelijk bij haar inwoners staat, waarbij zowel de gemeente als de burger makkelijk kan anticiperen, communiceren en participeren. Het blijft een uitdaging om voor méér dan informeren en inspraak te gaan. Via inspraakprocessen willen we groeien naar echte participatie. We staan open voor initiatieven van onze inwoners en faciliteren waar mogelijk.”
Maatstaf voor élke inwoner “Het label biedt de nodige motivatie om blijvend werk te maken van kindvriendelijk beleid. Het is daarnaast een maatstaf voor kwalitatief beleid voor alle inwoners. Als kinderen zich goed voelen, is de kans groot dat ook volwassenen tevreden zijn. Met het label kunnen we kindvriendelijk beleid verankeren door diverse beleidsdomeinen heen.” - K L A A R TJ E M A R I Ë N , J E U G D C O N S U L E N T
- B E R T C I L I S S E N , S C H E P E N VA N J E U G D
- K R I S T I E N VA N L I E R O P, E X-J E U G D C O N S U L E N T E &
Kindvriendelijkheid in het meerjarenplan “Om het kindvriendelijke verhaal in de toekomst te verzekeren, hebben we in het meerjarenplan een pijler kindvriendelijkheid toegevoegd. Bij elke doelstelling, elk actieplan en elk project vragen we ons af hoe het nog kindvriendelijker kan. Onze eigen structuur is mee veranderd. Alle diensten die kinderen en jongeren als doelgroep hebben, smolten samen tot één dienst. Van hieruit zal het Huis van het Kind verder groeien.”
PHILIPPE REYNIERS, KABINETSMEDEWERKER
- G U N T E R D E S M E T, A L G E M E E N D I R E C T E U R
Gebundelde kracht “Door samen te werken met diensten waar je normaal minder contact mee hebt, leer je zoveel over je eigen werking. We weten vaak niet van elkaar waar we mee bezig zijn. Door de koppen bij elkaar te steken, ontdek je gemeenschappelijke doelen en kan je de krachten bundelen.”
In de praktijk “Tijdens een belevingsdag lieten we inwoners op een andere manier kennis maken met de dorpskern: een groene oase op een parking, een autoloze dorpskern … Daarna gingen we aan de slag met een focusgroep volwassenen om het dorpsplein effectief uit te tekenen. Kinderen van het vijfde leerjaar beoordeelden de ideeën en gaven hun eigen prioriteiten aan.”
Het nu én de toekomst “Een gemeente die toekomstgericht wil werken, moet haar jongeren betrekken. Zij zijn het nu én de toekomst. We moeten hen alle kansen geven in een gemeente waar het fijn is om te ravotten, te wonen, op te groeien en te leven. Een gemeente waar ze zich thuis voelen.”
- RONALD JEURISSEN, JEUGDWERKER & A N J A T H E U N I S S E N , M A AT S C H A P P E L I J K W E R K E R S O C I A A L H U I S
- VEERLE ROELANTS, TOERISMECONSULENT
Pluim van de jury
∫∫ Kindvriendelijk beleid is een gedeeld verhaal, in dialoog met
Pluim van de jury
alle diensten. Het traject was een leerproces voor de volledige administratie en dient als basis om verder op te werken. ∫∫ Inzet op gedecentraliseerde (basis)voorzieningen, waarbij zoveel mogelijk is samengewerkt met partners om het aanbod dicht bij de lokale jeugd te brengen.
∫∫ Sterke omgevingsanalyse en hoge betrokkenheid van een
ACTUE E L
groot aantal kinderen en jongeren bij de analysefase.
∫∫ De succesvolle inkanteling van gemeente/OCMW en de goede samenwerking met Huis van het Kind tonen een sterke interactie met het middenveld.
11
ACTUEEL
DENDERLEEUW Kwalitatieve keuzes “Onze diensten werken steeds vaker geïntegreerd. Het speel- en ontmoetingsweefsel is daarvan een goed voorbeeld, waarbij de diensten Vrije Tijd en Openbare Ruimte zelf het initiatief namen om samen te werken. Het traject versterkte deze evolutie en is het logisch gevolg van de verregaande samenwerking. Zo werken we nu met een strategische werkgroep, waarop projecten voorgedragen worden die organisatiebreed tot veranderingen leiden, zoals het uitwerken van een toolkit rond participatie. We kiezen steeds meer voor evidence based én participatief beleid. Via het label kindvriendelijkheid bewaken en versterken we de kwaliteit van onze beleidskeuzes.”
In de praktijk “Begin dit jaar splitsten we onze jeugdraad op in een jeugdwerkraad en een jeugdbeleidsraad, elk met hun eigen functies. Waar de jeugdwerkraad het eerste kanaal blijft voor jeugdwerkondersteuning, is de jeugdbeleidsraad bezig met breed jeugdbeleid. De splitsing laat ons toe een breder publiek aan te spreken. Chaud, zoals de nieuwe jeugdbeleidsraad noemt, organiseerde onlangs een eerste inspraakmoment op middelbare scholen, waarmee ze zich kenbaar maakten en versterking aantrokken.” - M A A I K E B I L L I E T, J E U G D B E L E I D S R A A D & PIETER DEMYTTENAERE, JEUGDCONSULENT
- JIMMY GEERAERTS, ALGEMEEN DIRECTEUR
Een nieuwe reflex “We blijven werken aan draagvlak binnen de organisatie en willen via een kindtoets reflexen invoeren bij alle collega’s. Op onze vorige denkdag zagen we dat verschillende medewerkers het belang van participatief en integraal werken reeds inzien.”
beleidsdomeinen. De aanpak van organisatorische veranderingen (inkanteling OCMW/gemeente, nieuw organigram, samenwerking) wijzen op een beleid om meer integraal te werken binnen de organisatie. ∫∫ Brede en diepgaande analyses, waarbij cijfers en perceptie aan elkaar getoetst zijn om de juiste keuze te maken.
Foto's: Gemeente Denderleeuw
- S O F I E VA N D O R P E , B E L E I D S M E D E W E R K E R K WA L I T E I T
Pluim van de jury
∫∫ Strategische werkgroep met sleutelfiguren uit verschillende
K L A A R O M U I T D E S TA R T B L O K K E N T E S C H I E T E N ?
Surf naar www.kindvriendelijkestedenengemeenten.be en ontdek hoe jouw stad of gemeente zich kan voorbereiden voor de volgende indienronde. Meer weten? Imke Pichal vertelt je er alles over! Mail naar ipichal@vvj.be of bel 03 740 76 44.
12
ACTUE E L
ACTUEEL
Hoera, 20 jaar Kinderrechtencommissariaat Tekst: Imke Pichal en Mieke Vispoel
Beeld: Koen Broos
20 jaar geleden zag het Kinderrechtencommissariaat het levenslicht. Op 15 juni 2018 vierden ze dit feestelijk in De Bijloke in Gent. Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen kijkt terug op de voorbije 20 jaar en werpt een blik op de toekomst.
Proficiat met jullie verjaardag! Wat is jullie belangrijkste realisatie sinds de opstart? BRUNO: “Voor mij is een van de grootste verdiensten dat kinderrechten in veel meer sectoren dan vroeger hun ingang hebben gevonden. Vroeger kregen ze vooral een plek in meer vanzelfsprekende sectoren als jeugdhulp, onderwijs en justitie. De voorbije tien jaar werden kinderrechten echter ook belangrijk in sport, wonen, de medische wereld, bij de politie ... Die verbreding is ontzettend belangrijk want dat zorgt ervoor dat het kinderrechtenperspectief meer en meer een rode draad wordt doorheen de Vlaamse en federale regelgeving.” Hoe sterk heeft het KRC mee aan het roer gestaan van deze verbreding? BRUNO: “Het KRC vatte haar adviserende opdracht altijd heel breed op en liet zich niet tot enkele domeinen beperken. Tegelijkertijd presenteerden we ons als gesprekspartner van veel organisaties en verenigingen. Als je kijkt naar hoe vaak we deelnemen aan stuurgroepen en studiedagen, vind ik dat we een heel sturende rol hebben gespeeld in die verbreding. Je kan natuurlijk enkel impact creëren en iets verwezenlijken als je verhaal aanslaat en als het mensen overtuigt om erin mee te stappen. Enkel zo kunnen we bereiken dat kinderrechten op veel domeinen een belangrijke plek krijgen. “ Wat zijn voor jou de belangrijkste evoluties als je terugkijkt op de voorbije 20 jaar? BRU N O: “De laatste tien jaar werd het lokale niveau steeds belangrijker voor kinderen en jongeren. We merken dat besturen zich bewuster zijn geworden van die impact en daarmee aan de slag gaan. Zo worden er op vlak van participatie veel inspanningen geleverd om kinderen en jongeren bij het beleid te betrekken. Toen ik jong was, was de jeugdraad zowat de enige manier om als jongere een stem te hebben in het lokale beleid. We zien tegenwoordig sterk dat participatie op veel verschillende manieren vorm krijgt. Al zijn we er nog niet. Wie de eenmeting lokaal jeugdbeleid bekijkt, weet dat we participatie aan lokaal beleid in het oog moeten houden. Want sinds de start van de meerjarenplanning lijkt die eerder achteruit te gaan. ACTUE E L
Het blijft nodig om lokale besturen te overtuigen om niet enkel te focussen op vrije tijd, maar participatie als rode draad doorheen het beleid mee te nemen.” Wat zijn de voornaamste speerpunten voor de nabije toekomst? B R U N O : “Er bieden zich constant nieuwe thema’s aan. Vaak gaat dat om nieuwe discussies die zich opdringen en waar het belangrijk is om ook daar het kinderrechtenperspectief ingang te doen vinden. Zo is er op dit moment nog steeds weinig aandacht voor de rechten van stiefouders, terwijl die vaak van groter belang kunnen zijn dan een weinig betrokken moeder of vader. Het thema diversiteit zal in de toekomst sowieso heel wat aandacht krijgen. Daarom hoop ik dat samen met de diverse culturele en religieuze gemeenschappen zal worden gekeken naar de rechten van het kind. Hopelijk kunnen we daar de komende jaren minder krampachtig mee omgaan.” Welke tip wil jij de kersverse laureaten nog meegeven? B R U N O : “Neem van bij de start van de nieuwe legislatuur de aandacht voor participatie van kinderen en jongeren meteen mee, om zo tot een participatief meerjarenplan te komen. We zijn nu al een viertal jaar bezig met kindvriendelijke steden en gemeenten. Ik hoop écht dat de meerjarenplanning van lokale besturen mét het label intussen kindvriendelijkheid ademen.” Bedankt, Bruno! Doe er met het KRC nog minstens 20 jaar bij! 13
PARTICIPATIE
TEST JE JEUGDRAADKENNIS We merken dat er nog heel wat misvattingen bestaan over de plaats en de rol van de jeugdraad. Denk maar aan de opmaak van je meerjarenplan: moet je de jeugdraad dan wel of niet bevragen? En onder welke vorm richt je zo’n jeugdraad best op? Doe de test en ontdek hoe het gesteld is met jouw kennis over de jeugdraad.
1
6
5
Je kan je jeugdraad best in een vzw onderbrengen.
7
2
Wanneer een jeugdraad advies geeft aan het college, moet er steeds een antwoord volgen.
Een jeugdraad bestaat minstens uit leden van erkend jeugdwerk.
Het college moet minstens advies vragen aan de jeugdraad over het meerjarenplan.
Een gemeente kan een vrijetijdsraad oprichten en enkel aan hen advies vragen, zonder een aparte jeugdraad te raadplegen.
8
De gemeente is niet verplicht om een jeugdraad op te richten.
4
3 Vlaanderen geeft subsidies aan de gemeenten die specifiek voor jeugd moeten gebruikt worden.
De jeugdraad moet niet betrokken worden bij de opmaak, uitvoering en evaluatie van het meerjarenplan.
9
Er is een decreet waarin staat wat de jeugdraad moet doen.
10 DOE DE TEST Duid bij elke vraag je antwoord aan. Draai daarna deze Dropzone om en kijk op pagina 15 hoeveel juiste antwoorden je hebt. Elk goed antwoord levert je 1 punt op. Bij ‘Resultaat’ kom je te weten hoe goed je op de hoogte bent. Succes!
14
partici patie
Politieke jongerenpartijen kunnen lid zijn van een jeugdraad.
participatie
15
Laat maar horen! VVJ Ellen (edegrauwe@vvj.be, 03 821 06 01) loodst je met plezier door het jeugdraadlandschap.
VRAGEN?
0-5 punten
6-7 punten
8-10 punten
Oei, daar is nog wat werk aan de winkel. Bel VVJ voor een basisvorming voor de jeugdraad, we komen met plezier langs.
Je bent op goede weg, maar hier en daar zijn er nog wat werkpuntjes. Contacteer ons zeker bij specifieke vragen!
Proficiat! Je jeugdraadkennis is helemaal up-to-date!
Hoeveel vragen heb jij juist beantwoord? Tel ze bij elkaar op en bekijk jouw resultaat.
ANT WOORDEN
R E S U LTA AT
Het Vlaams decreet lokaal jeugdbeleid vormt de leidraad van de jeugdraad. Je vindt het op onze website: https://www.vvj.be/documenten/decreet/decreet-van-6-juli-2012-over-lokaal-en-provinciaal-jeugdbeleid
6.
1.
NIET WAAR. Een vzw oprichten mag, maar er is niets dat bepaalt dat een adviesraad een vzw moet zijn. Een vzw brengt ook extra verplichtingen met zich mee (oprichten van een raad van bestuur, statuten neerleggen ...)
NIET WAAR. Enkel wanneer het advies niet of slechts gedeeltelijk gevolgd wordt, moet het college binnen een afgesproken termijn een antwoord bezorgen. Afspraken met het college kan je vastleggen in een afsprakennota. Wanneer het advies gevolgd wordt, moet in principe geen antwoord volgen. 7.
NIET WAAR. De volgende personen zijn lid van de gemeentelijke jeugdraad: 1) de afgevaardigde van plaatselijke jeugdwerkinitiatieven die een actieve werking of rekrutering kunnen aantonen voor kinderen en jongeren uit de gemeente én 2) geïnteresseerde kinderen en jongeren uit de gemeente, aangeduid door leden van de jeugdraad.
2. WAAR. Volgens het decreet moet het college minstens advies vragen aan de jeugdraad. Bij negatief advies van de jeugdraad moet het college dit niet volgen, enkel motiveren. 3. NIET WAAR. Er zijn geen Vlaamse prioriteiten meer voor het jeugd(werk)beleid waar geoormerkte subsidies aan vasthangen. Alle middelen gaan naar het gemeentefonds. Zo kan elke gemeente/stad beslissen hoeveel centen zij besteden aan jeugd.
8. NIET WAAR. Volgens het decreet lokaal jeugdbeleid moet elke gemeente nog steeds een jeugdraad oprichten. 9.
4.
WAAR. In het decreet staan de taken van de jeugdraad minimaal omschreven. De jeugdraad mag advies geven over alles wat jeugd aanbelangt. Minimaal moet het college de jeugdraad betrekken bij de opmaak, uitvoering en evaluatie van het meerjarenplan.
NIET WAAR. Volgens het decreet moet de jeugdraad betrokken worden bij de opmaak, uitvoering en evaluatie van het meerjarenplan. Er moet minstens een adviesvraag gesteld worden over het meerjarenplan. 10.
5.
WAAR. Elke jeugdvereniging of individuele jongere kan lid zijn van
NIET WAAR. De jeugdraad is dé adviesraad die advies moet geven over alles wat met kinderen en jongeren te maken heeft. De vrijetijdsraad kan enkel aanvullend geraadpleegd worden.
de jeugdraad. Enkel de schepen van jeugd en andere lokale mandatarissen kunnen geen lid zijn en hebben ook geen stemrecht.
PARTICIPATIE
TOEKOMST
De keuzes van VVJ Tekst: Jurgen Sprangers
In een context van verandering op zowel lokaal (fusie OCMW en gemeente, meerjarenplannen, MAT’s, vrijetijdsdiensten ...) als bovenlokaal niveau (verdampen provincies, geen geoormerkte middelen voor jeugd meer) heeft ook VVJ een aantal beleidsuitdagingen. In dit artikel stellen we ze graag aan je voor.
Unieke positie
unique selling point
1
Als ledenorganisatie van lokale besturen gaat VVJ voluit voor transversaal lokaal totaalbeleid afgestemd op kinderen en jongeren, want zij zijn volwaardige burgers. Dat is dé kern van onze opdracht en zal altijd vooropstaan. VVJ richt zich daarbij zowel tot jongeren, ambtenaren als politici omdat we ervan overtuigd zijn dat kwalitatief kinden jeugdvriendelijk beleid tot stand komt in een samenspel tussen die drie. VVJ wil blijven verbinden, informeren, inspireren en belangen behartigen. Kwalitatief jeugdvriendelijk beleid komt slechts tot stand in voortdurende dialoog met kinderen en jongeren (ook bottom-up) en daarom besteden we extra aandacht aan de ondersteuning van jeugdraden en andere vormen van jeugdparticipatie.
Innovatieve organisatie – keuze voor expertise unique selling point
2
innovatieve organisatie
3
practice what you preach
VVJ durft kiezen
1
2
innovatieve organisatie
Ondanks de brede opdracht, de variëteit aan doelgroepen en de schaarse middelen, zet VVJ in op thematische expertise om voldoende proactief te ondersteunen. Niet alleen ontsluiten we expertise van anderen, we gaan ook zelf verdiepen in een aantal thema’s. Met onze missie voorop maken we werk van de zaken die morgen op ons afkomen, eerder dan te reageren op wat vandaag al realiteit is in het lokale jeugdbeleid. In een kennismaatschappij gaat expertise samen met invloed. Op die manier willen we ook namens jullie meer wegen op ontwikkeling van o.a. nieuwe regelgeving. Zo winnen we de sterkte van vroeger terug.
Practice what you preach – samen VVJ maken
3
practice what you preach
De mond vol hebben over participatie maar tegelijk vaststellen dat jeugdraders noch schepenen zeggenschap hebben over hun ondersteuningsaanbod. Of dat de inhoudelijke vernieuwingen op maat van jeugdambtenaren vooral vóór hen werden uitgewerkt en niet met en door hen. Daarom zal VVJ haar inhoudelijke werking voortaan laten sturen door 3 themacommissies waar de verschillende doelgroepen, mede-eigenaars én expertpartners samen verdiepen en aanbodontwikkeling aansturen. Dit is de nieuwe basis voor onze ledenorganisatie. De keuze voor thematische pijlers kwam er na bevraging van de provinciale besturen en de AV-leden.
4
16
TO E KO M ST
TOEKOMST Uit 4 mogelijke modellen sprong het thematische er duidelijk uit:
59,09%
60%
50%
geografie: provincies en regio’s zijn aparte pijlers (decentralisatie van aanbod is prioritair)
40% doelgroep: schepenen, ambtenaren en jeugdraden zijn aparte pijlers (identiteit per groep is prioritair)
30%
20%
18,18%
thematische pijlers die aansluiten bij onze visie en de kerntaken van een lokaal bestuur (expertise in de visie is prioritair)
13,64% 10%
9,09%
methodische pijlers zoals vorming, uitwisseling, events, informatie, producten, begeleiding, onderzoek, ...
0% Bron: Bevraging door VVJ, oktober 2017
VVJ durft kiezen
VVJ durft kiezen
4
WAT V E R A N D E R T E R V O O R J O U ?
We durven ervoor te kiezen om de provinciale werking als basis voor het ledenorganigram los te laten. Ondersteuningsnoden bij lokale besturen hebben meer te maken met factoren als de grootte van je gemeente, het gevoerde beleid, de bevolkingssamenstelling, de graad van verstedelijking, het pallet aan jeugdaanbod … dan met de ligging links of rechts van een provinciegrens. Provinciale identiteit en binding zijn zeker nog waardevol en kunnen blijven bestaan, maar we kiezen ervoor om de beperkte tijd aan personeelsondersteuning gerichter thematisch in te zetten. Dat neemt niet weg dat we ons aanbod nog steeds zullen uitrollen in heel Vlaanderen. Binnen de ‘commissie breed jeugdbeleid’ kiezen we voor één thema waar we extra aandacht op vestigen, personeelstijd voor vrijmaken en aan innoverende praktijkontwikkeling doen. Het thema ligt bij het maken van dit artikel nog niet vast, maar het wordt iets waarbij kinderrechten onder druk staan, waar er hefbomen liggen bij lokale besturen om er iets aan te doen en waarrond we een netwerk kunnen opzetten. Vanuit ons team zal Ilse Holvoet zich hier voluit op gooien. We durven ook kiezen voor een nieuwe, wervende naam en baseline. Want VVJ – Vereniging Vlaamse Jeugddiensten – is een vlag die de lading al een tijdje niet meer dekt. Dat proces pakken we ook participatief aan met een ledenstuurgroep van ambtenaren, schepenen en jeugdraders.
TO E KO M ST
In onze concrete output verwachten we enkele quick wins op korte termijn maar qua aanbod verandert er niet meteen veel.
∫∫ Ben je een schepen? Dan dompelen wij je graag onder in breed ∫∫
∫∫ ∫∫ ∫∫ ∫∫
∫∫ ∫∫
17
jeugdbeleid tijdens onze regionaal gespreide congressen voor startende schepenen en ambtenaren (februari 2019). Ben je een jeugdambtenaar? Dan mag je van ons nog steeds starterscursussen en thematische vormingstrajecten verwachten. De commissies voeden ook de inhoud van de ontmoetingsmomenten zoals de Vormingstweedaagse (maart) en provinciale vormingsdagen (december en mei). Ben je een jeugdrader? Blijf mee gaan voor Debattle en kijk uit naar de regionale Triple Lokaals en uitwisselmomenten. Nood aan een vorming of begeleiding (op maat)? Aanvragen maar! Een helpdeskvraag? We werken volop aan een systeem voor helpdeskregie zonder lokale ondersteuners en stellen er personeelstijd voor vrij. Info gezocht? Dropzone en Lopend Vuur blijven in je (digitale) postbus vallen en vanaf 2019 gaan we jullie beter digitaal informeren en verbinden via een nieuwe site en gekoppelde platformen. VVJ steekt in haar ondersteuning van kindvriendelijke steden en gemeenten én in de ontsluiting van expertise naar anderen een tandje bij. Wij blijven trekker van de Buitenspeeldag.
TOEKOMST
3 THEMACOMMISSIES: WAT, HOE, WAAROM? Commissie Beleidsparticipatie van kinderen en jongeren KERNVRAAG: Hoe kan de participatie van kinderen, jongeren en hun verenigingen aan het gemeentelijk beleid fundamenteel versterkt en verankerd worden? FOCUS: Jeugdparticipatie NETWERK: (Oud-)jeugdraders vormen de kern en leggen met jeugdambtenaren en experten de brug naar o.a. de Vlaamse Jeugdraad. TREKKER VANUIT DE STAF: Ellen De Grauwe – edegrauwe@vvj.be
WIE ZOEKEN WE?
∫∫ De stem van kinderen en jongeren helpen vertolken naar het lokale bestuur is je ding en je gaat daarbij de uitdaging aan om jeugdraden te ondersteunen, dynamiseren en innoveren. ∫∫ Je zegt “hell yeah” bij het lezen van: “Lokaal beleid, tot stand gekomen met actieve participatie van kinderen en jongeren en gericht op hun welbevinden, is de ultieme barometer voor een gezonde woonomgeving, een democratische gemeenschap en goed bestuur”.
Commissie Regie Vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren KERNVRAAG: Hoe regisseert, faciliteert en organiseert een lokaal bestuur een diverse waaier aan vrijetijdsaanbod voor álle kinderen en jongeren in (en om) de gemeente? FOCUS: Jeugdaanbod NETWERK: Jeugdambtenaren maken de link met jeugdwerk, sport, cultuur, welzijnsaanbod… TREKKER VANUIT DE STAF: Annelies Schepers – aschepers@vvj.be
WIE ZOEKEN WE?
∫∫ “Iedereen heeft recht op vrijetijdsaanbod op maat!”, roep je, terwijl je overloopt van de ideeën om allerhande groepen te verbinden met bestaand of vernieuwend aanbod. ∫∫ De uren, dagen, weken dat jij diverse groepen kinderen, tieners en jongeren de tijd van hun leven hebt bezorgd, zijn ontelbaar. ∫∫ Vanuit jouw kritische reflectie op vrijetijdaanbod in debat gaan met de visieschrijvers van ISB, VDS, Formaat, e.a.? Boeiend!
Commissie Breed lokaal beleid voor kinderen en jongeren KERNVRAAG: Hoe kan een gemeente doorheen al haar beleidsdomeinen een continue kinderen- en jongerenreflex integraal en gecoördineerd inbouwen, met de kinderrechten als vertrekpunt? FOCUS: Jeugdbeleid met extra aandacht voor 1 focusthema NETWERK: Schepenen, ambtenaren en experten van binnen en buiten de jeugdsector TREKKER VANUIT DE STAF: Tieme Verlinde – tverlinde@vvj.be
WIE ZOEKEN WE?
∫∫ Jouw GPS gidst je moeiteloos door je breed interesseveld. Van politiewerk over sociaal beleid tot bij brede school. Linksaf naar mobiliteit en ruimtelijke ordening, langs welzijn, aankomend bij ondernemerschap. Via het ronde punt van opvoedingsondersteuning, de oprit groenbeleid en afrit integratiebeleid tot je bestemming: leefbare gemeente. ∫∫ Als netwerker en belangenverdediger van kinderen en jongeren ga je elke dag de uitdaging aan om ambtenaren, mandatarissen en partners uit het middenveld te versterken met je visie en concrete ideeën.
18
TO E KO M ST
TOEKOMST
WAT Z I T E R I N V O O R J O U ALS JE JE ENGAGEERT ALS COMMISSIELID? Een tweemaandelijks verdiepingsmoment en dat extraatje aan inhoudelijke uitdaging dat je ook in je eigen gemeente scherp en gemotiveerd houdt.
ZELF MEE IN EEN COMMISSIE? Voel je het zelf kriebelen om deel uit te maken van een commissie? Dan kan je terecht bij de trekkers uit de staf: Tieme, Annelies of Ellen. Annelies Schepers, aschepers@vvj.be of 03 821 06 05 Tieme Verlinde, tverlinde@vvj.be of 03 821 06 04 Ellen De Grauwe, edegrauwe@vvj.be of 03 821 06 01
VVJ mee mogen sturen, als eerste op de hoogte van de laatste nieuwtjes, een VIP-behandeling op onze events en een onkostenvergoeding. Vragen over onze nieuwe structuur? Neem dan contact op met Jurgen Sprangers: jsprangers@vvj.be
wel! Geen idee? Wij
Hulp nodig bij je bestelling of een catalogus aanvragen?
OP ZOEK NAAR EEN ORIGINELE KNUTSELACTIVITEIT?
postorder@debanier.be
De Banier is specialist in creativiteit en helpt je graag! › We leveren met plezier ideeën en inspiratie
Meer weten over workshops en knutselpakketten? workshops@debanier.be
› In ons assortiment zitten duizenden creatieve materialen › Of keuze uit tientallen kant-en-klare pakketten › Indien nodig: met begeleiding
PRAKTIJK
Voluit voor een goede Tekst en beeld: Ilse Holvoet
© Ann Decroix
In Zonnebeke maakt de jeugddienst sinds kort deel uit van de clusterdienst vrije tijd. Thomas Saelen is er jeugdconsulent en stond vorig jaar nog heel aarzelend tegenover deze clustering, maar door de positieve aanpak is hij 180 graden gedraaid!
Wat was jouw eerste vrees bij de clustering? T H O M AS : “Mijn grootste vrees: de jeugddienst naar het achterplan en compromissen met nadelige gevolgen onder het mom van dienstoverschrijdend werken. Ik was zelf nog zoekende in mijn job als eenmansdienst, had duidelijke dromen en toekomstperspectieven en vreesde minder vrijheid te krijgen om op een idealistische en losse manier om te gaan met de doelgroep. Daarnaast roerde het ‘jeugdwerkbeestje’ in mij zich. Ik koos voluit voor een job binnen het jeugdwerk en plots werd een aanzienlijk deel van mijn takenpakket gericht naar andere doelgroepen. Hierdoor kreeg ik het gevoel dat ik minder bezig kon zijn met het jeugdhuis, ondersteunen van jeugdverenigingen of nieuwe extra’s opstarten.” Wie of wat zorgde voor de positieve ommezwaai? THOMAS: “Ons diensthoofd was de stuwende kracht in dit verhaal. Hij had veel geduld en liet iedereen geleidelijk aan wennen aan het idee en de samenwerkingen. Er werd een tweewekelijks overleg ingepland, iedereen
kreeg de mogelijkheid om het organogram mee in te vullen en we besloten samen om met de volledige dienst te verhuizen naar een nieuwe locatie. Een extra trigger is dat we nu inspelen op de kwaliteiten van de medewerkers. Vanuit mijn ‘flexibele’ rol neem ik geregeld de avond- en weekendactiviteiten op, een collega volgt dan mijn backoffice op. Hierdoor zijn we op elkaar afgestemd en werken we vlot samen.” Heb je de sterktes van de jeugddienst kunnen behouden? T H O M AS : “Meer zelfs: we hebben de sterktes verder kunnen uitbouwen. Zo kreeg ik een mooie budgetverhoging en betere ondersteuning bij grotere activiteiten en in de zomervakantie. Vroeger zorgde onderlinge concurrentie soms voor wat wrevel. Door de nauwe samenwerking groeide het aanbod: sportkampen, cultuurkamp, activiteiten grootouders-kleinkind … De samenwerking met het BKO is verfijnd en het aanbod onderling afgestemd.” Wat betekent de samenwerking voor je vrijwilligers? T H O M AS : “Ook voor hen is de samenwerking een meerwaarde. Zij kiezen nu uit een groter aanbod om te begeleiden of kunnen zich na verloop van tijd ten dienste stellen van bijvoorbeeld de sportdienst. Tijdens de sollicitaties voor de zomerwerking plegen we overleg en worden animatoren met specifieke sport- en/of cultuureigenschappen ook in die diensten ingeschakeld.”
20
PRAK TIJK
Heb je goede raad voor ambtenaren die in hetzelfde schuitje zitten? T H O M AS : “Bij eenmansdiensten is er wellicht meer ruimte voor betrokkenheid dan in grotere gemeentes of steden. Als jeugddienst sta je sterker dan je soms zelf denkt. Het kan nooit kwaad om te overleggen met je schepen, diensthoofd en collega’s. De evolutie is minder eng dan ze lijkt. Je moet de eigenheid van het departement jeugd niet laten varen omdat de dienst een nieuwe naam krijgt. Baken je eigen grenzen af, lijst activiteiten op en zoek naar de meerwaarde voor samenwerking. Maar vooral: neem de idealistische blik, geduld en geloof in anderen (kortom: het jeugdwerkersgevoel) mee in het proces en je ziet dat dit aanstekelijk werkt voor de andere collega’s.” Heb je een tip voor diensthoofden? T H O M AS : “Betrek je medewerkers bij dit
proces, neem een open houding aan en sta open voor feedback. Laat dit geen top-down proces zijn, want niets haalt de motivatie meer naar beneden dan in het ongewisse te worden gelaten.”
IDENTIKIT ZONNEBEKE ∫∫ Gemeente in de Westhoek,
provincie West-Vlaanderen
∫∫ 12 355 inwoners, waarvan 2 585 jonger dan 18 jaar
∫∫ Clusterdienst Vrije Tijd
PRAKTIJK
samenwerking Ook het gemeentebestuur van Meulebeke is in volle ontwikkeling. Enkele jaren geleden startte het proces voor de integratie van gemeente en OCMW, met een nieuw gezamenlijk logo en huisstijl als startpunt. Vandaag werken ze als één organisatie. Ilse zocht Virginie Hellebuyck (coördinator vrijetijdsdienst), Lore Beernaert (jeugd- en sportfunctionaris) en Tom Vanpoucke (algemeen directeur) op voor een gesprek.
IDENTIKIT MEULEBEKE
∫∫ Provincie West-Vlaanderen ∫∫ 11 041 inwoners, waarvan 2 014 jonger dan 18 jaar
∫∫ Vrijetijdspunt
Hoe is de positie van de jeugddienst veranderd? LO R E : “Vroeger was de jeugddienst een aparte dienst, maar sinds een jaar zitten alle vrijetijdsdiensten fysiek samen. Ondertussen zijn we op elkaar ingespeeld en hebben we het aanbod op elkaar afgestemd. Het voordeel is dat we nu voor alles de bril van jeugd opzetten. Deze samenwerking willen we doortrekken in het organogram.” Wat maakt dat jullie dit ervaren als een succesverhaal? TOM: “Enkele mensen met een gelijklopende visie hebben hun ideeën samengelegd, bijvoorbeeld over de fysieke inrichting van het gemeentehuis. De ideeën van verschillende diensten werden als puzzelstukken in elkaar gepast. En die puzzel wordt nog steeds groter. Burgers kunnen mee het verhaal schrijven en hun ideeën noteren op de ‘wonderwall’ in het gemeentehuis. Voor de realisatie maken we plannen op korte en op lange termijn met aandacht voor quick wins.”
Wie zijn de trekkers in dit verhaal? LORE: “De werkgroep ‘muzikale toekomst’ is een uitbreiding van het groepje mensen dat de eerste ideeën had. Het is een soort jongeren-denktank van medewerkers die jong van geest zijn, ongeacht voor welke dienst ze werken. Ze brengen ideeën aan, ondernemen actie en wachten niet op een beslissing van bovenaf. Van het beleid krijgen ze het fiat om eerst te testen, en als het werkt, wordt het bestendigd door het college.” Wat maakt dat het college hierachter staat? TOM: “Ze zien dat de administratie hetzelfde denkt als de burger én daar de dienstverle-
PRAK TIJK
21
ning aan aanpast. Eigenlijk zijn ambtenaren burgers die hun weg goed kennen. We willen werken met testimonials van burgers die gebruikmaken van de gemeentelijke dienstverlening. Van ‘I like’ naar ‘I love’. Ideeën moeten zo snel mogelijk doorgestuurd worden. Dat is een mentaliteit die moet groeien.” Hoe is de verhouding van de gemeente met de adviesraden en verenigingen? VIRGINIE: “De adviesraden zijn op de hoogte van de tendensen en worden onder andere betrokken bij de invoering van een nieuw reservatiesysteem. Verenigingen worden gehoord als gebruiker. Als gemeente willen
PRAKTIJK we meer de nadruk leggen op faciliteren in plaats van zelf organiseren. Onze rol is verenigingen en individuen helpen. De activiteiten van verenigingen krijgen een plaats in het gemeentelijk vrijetijdsaanbod.” Wordt die interactie ook doorgetrokken naar kinderen? LO R E : “Daarin zijn we nog zoekende. We zetten stappen vooruit in enkele concrete projecten. Zo is er voor de herinrichting van de markt een tekenwedstrijd in scholen, als voorbereiding op de opmaak van de plannen. En sinds kort hebben we een opbouwwerker in dienst, die scholen ondersteunt in hun omgang met kansarmoede.”
Hoe gaat dit verhaal verder? TO M : “De stappen blijven elkaar constant opvolgen. De integratie van gemeente en OCMW krijgt meer en meer een tastbare vorm, diensten zitten dichter bij elkaar. We zien mensen letterlijk hun hokje verlaten. We hebben de sterktes van beide organisaties kunnen verzilveren. Verder willen we door minder zelf te doen, ruimte creëren om meer te faciliteren. Willen we goede medewerkers aantrekken, dan zullen we ook als werkgever aantrekkelijk moeten zijn, vertrouwen geven aan jonge medewerkers met veel goesting en de drive om hard te werken voor de gemeente. De structuur blijft dynamisch, gesteund door de langetermijnvisie.”
En de categoriale jeugdreflex?
Kinderen en jongeren zijn een groep in de bevolking, geen verticaal Stel jezelf de vraag: beleidsdomein, zoals sport en cultuur dat wel zijn. Dat betekent dat ∫∫ Als het vrijetijdsaanbod gewaarborgd is in de vrijetijdsdienst, wie met de clustering van een ‘jeugddienst’ in een vrijetijdsdienst de of welke structuren zorgen ervoor dat de blik van kinderen en jonkous niet af is. Zeker als de reorganisatie gepaard gaat met ‘efficigeren meegenomen wordt in andere beleidsdomeinen als welzijn, ëntiewinstoefeningen’ (lees: besparingen), bestaat het gevaar dat ruimte, gezondheid, wonen …? N DE DE ROL VAN DEop de dienstverlening DE ROL VAN ROL VAN DEgoede invalshoek DE ROL om VAN DE naar de structuur van je geer beknibbeld wordt en DE dat enkel DE de meest ∫∫ Een te kijken — — — — zichtbare zaken overblijven. Een efficiëntere werking en een beter meente, zijn de vijf rollen voor jeugdambtenaren die we schetsen R NETWERKMANAGER MANAGER BELEIDSMEDEWERKER MANAGER NETWERKMANAGER MANAGER NETWERKMANAGER NETWERKMANAGER BELEIDSMEDEWERKER BELEIDS intern netwerk kanNETWERKMANAGER evenwel een opstap zijn om de BELEIDSMEDEWERKER aandacht voor in onzeBELEIDSMEDEWERKER visieMANAGER op goed lokaal beleid voor kinderen en jongeren. Zijn de leefwereld van kinderen en jongeren meer binnen te brengen in deze gewaarborgd? Kun je daar mensen op plakken? Is hiertussen ERKER ADMINISTRATIEVE JEUGDWERKER ADMINISTRATIEVE KRACHT JEUGDWERKER ADMINISTRATIEVE KRACHT JEUGDWERKER ADMINISTRATIEVE KRACHT JEUGDWERKER ADMINISTRATIEVE KRACHT KRAC hoofden, woordenschat en beleid. nog een vorm van coördinatie of afstemming?
© katrien Delafaille
Vijf rollen voor jeugdambtenaren:
MANAGER NETWERKMANAGER BELEIDSMEDEWERKER JEUGDWERKER ADMINISTRATIEVE KRACHT Manager Netwerkmanager Beleidsmedewerker Jeugdwerker Administratieve ördineert Bouwt binnen bruggen de administratie tussen de het diensten Is beleid inhoudelijk en voor mensen kinderen specialist op vlak Isen diegene van adviseur beleid dieop voor hetvlak gemeentelijk kinderen van kinderen Duizendpoot, jeugdaanbod en jongeren zorgt organiseert, envooral voor aanstuurt de formele/logistieke en uitvoert. kant va bewaker coördinator bruggenbouwer tussen inhoudelijk specialist kennerhet en particuliere ondersteukracht — en enjongeren jongeren op enen het streeft hoogste naarvan een niveau het win-win lokalevoor beleid alle daarrond. betrokken Voedt partijen het binnen bestuur Kent en en met ondersteunt buiten zijn kennis van de leefwereld jeugdwerk. van het beleid mensen enen diensten die en jongeren adviseur, die het bener vanNood het reguliere duizendpoot die de — voor kin-de organisatie de vangemeente kinderen en binnen de gemeente — aan variatie aan kennis, vaardigheden en attitu en jongeren op streeft naar stuur voedt kennis jeugdwerk, die zorgt formele/logistieke kant aan variatiederen aan kennis, vaardigheden en attitudes —een winNood — met aan variatie aan kennis, vaardigheden en attitudes het hoogste niveau iedereen vanattitudes de leefwereld aansturing en van het beleid verzorgt Nood aan variatiewin aanvoor kennis, Nood vaardigheden aan variatie aan en kennis, vaardigheden envoor attitudes
uitvoering van gemeentelijk jeugdaanbod
BENIEUWD NA AR ONZE VISIE?
Je vindt ze op: https://www.vvj.be/documenten/visietekst-vvj/categoriale-jeugdreflex
22
PRAK TIJK
ADVERTORIAL
Gewoon als het kan, speciaal indien nodig
Voor kinderen en jongeren met een verstandelijke of lichamelijke beperking is het ontzettend belangrijk om zo veel mogelijk deel te nemen aan buitenspeelmogelijkheden. Voor kinderen en jongeren zónder beperking is het evenzeer van groot belang. Hierdoor ontstaat immers begrip en respect voor de ‘ander’. Naast de fysieke toegankelijkheid bestaat er ook nog zoiets als de ‘mentale toegankelijkheid’. Hiermee bedoelen we dat kinderen en jongeren een sterke behoefte hebben om ‘er-bij-te-willen-horen’.
Nog te vaak zien we bij speelplekken hoge drempels met betrekking tot de toegankelijkheid. Jarenlang werd de fitte mens als norm genomen, maar de aandacht voor de toegankelijkheid van een speelplek begint toch op de tekentafel van de ontwerper. Kan iedereen meedoen? Dat is de vraag of, zo je wilt, de opgave.
Mensen mét en mensen zónder een beperking? Het lijken soms twee aparte werelden. Terwijl we ons juist niet moeten focussen op een beperking. Eigenschappen als niet (goed) kunnen horen of zien maken inderdaad deel uit van een persoon, maar mensen zijn méér dan alleen oren en ogen. Inclusie denkt niet in termen van ‘wij’ en ‘zij’, maar in termen van “Wij zijn allemaal mensen en wij zijn sowieso verschillend”. De centrale trend van de Vlaamse overheid is het versterken van de positie van mensen met een beperking en zijn of haar omgeving in een maximaal inclusieve samenleving. Goede Speelprojecten richt zich nadrukkelijk op het onbeperkt buitenspelen van kinderen en jongeren met een handicap. Inmiddels groeit de belangstelling bij veel gemeenten voor het ontwerp ‘fun4all’; want meedoen is verbinden.
Spelen, het zit in onze natuur
www.speelprojecten.com
INTERNATIONAAL
We Tekst: Ellen De Grauwe
indicators!
Starten met het evalueren en bijsturen van je eigen gemeentelijk aanbod.
Beeld: Sara Lesch
Wat zijn indicatoren? Wanneer je wil nagaan of het jeugdaanbod dat je organiseert kwalitatief is, kom je al snel bij verschillende elementen die bijdragen tot kwaliteit. Daarom start je eerst met het bepalen van wat je gaat meten. Een indicator kan zowel kwantitatief als kwalitatief zijn. Zo kan je indicatoren over verschillende onderwerpen bepalen om daarna af te toetsen. VO O R B E E LDE N :
∫∫ Hebben kinderen en jongeren een stem gehad in het samenstellen van de activiteiten?
∫∫ Hoe bereikbaar is de locatie waar onze activiteiten plaatsvinden?
Waarom indicatoren gebruiken?
Een schouderklopje na een succesvolle Buitenspeeldag, ouders die je bedanken voor de superleuke vakantie of een positief gevoel na een grote opkomst bij een activiteit. Wanneer weet je of de jeugddienst goed werk levert in het gemeentelijk jeugdaanbod? Wanneer hebben de inspanningen het beoogde resultaat bereikt? Het is niet eenvoudig om het effect van jeugdwerk in kaart te brengen, maar indicatoren kunnen je daar al een flink eind mee verder helpen. In Scandinavische landen zijn indicatoren een vast onderdeel van het evaluatiesysteem. Maar ook in onze buurlanden worden indicatoren omarmd. De beweging is ontstaan door de economische crisis, waarbij heel wat sectoren onder druk stonden en ook de zachte sector subsidies zag verdwijnen. Via een opvolg- en evaluatiesysteem, gebaseerd op indicatoren, toonden jeugdcentra in Zweden aan dat jongeren wel degelijk iets opstaken van hun deelname aan het jeugdwerk. Hoewel we in Vlaanderen overtuigd zijn dat kinderen en jongeren heel veel leren in het jeugdwerk, durven we dit toch nog niet altijd te meten.
Indicatoren vertellen meer over het werk dat je aflevert. Zo kom je te weten of het voldoet aan de verwachtingen en of het de beoogde effecten bereikt. Wanneer je dit systematisch uitvoert (d.w.z. volgens een vast ritme: na elke activiteit, na elke vakantie, jaarlijks …) en telkens weer dezelfde indicatoren analyseert, dan kan je de resultaten vergelijken en op basis daarvan aanpassingen doorvoeren. VO O R B E E LD 1 :
Ik ben nieuwsgierig naar de verhouding jongens/meisjes bij de deelnemers van 6 tot 12 jaar. Ik stel vast dat er meer meisjes aanwezig zijn dan jongens. Hoe zou ik ervoor kunnen zorgen dat er meer jongens naar de werking komen? Indicator: Hoeveel jongens en meisjes worden er bereikt? Methode: Turven van het aantal jongens en meisjes die naar de werking komen. Actie: Aanpassen van het aanbod binnen de activiteiten. VO O R B E E LD 2 :
VVJ dacht samen met Intercity Youth (een werkgroep samengesteld uit 9 landen) na over welke indicatoren kunnen bijdragen tot kwalitatief jeugdwerk. Het resultaat van een jaar lang werken aan die indicatoren, is het IQ Youth Work Booklet. Daarin lees je hoe je aan de slag kan met een opvolg- en evaluatiesysteem.
24
INTE RNATIO NAAL
Kunnen kinderen inspraak hebben op het activiteitenaanbod? Na een rondvraag bij de kinderen blijkt dat ze weinig tot geen inspraak hebben. Indicator: Hebben kinderen inspraak op het activiteitenaanbod? Methode: Interviews Actie: Momenten waarbij kinderen zelf mogen kiezen.
INTERNATIONAAL “Met een eigen evaluatiesysteem breng je verschillende effecten van (gemeentelijk) jeugdwerk en -aanbod in kaart. Het is vooral een interne methode om je aanbod nog beter te maken.”
Hoe ermee aan de slag?
Inspiring Quality Youth Work — 1
Werken met indicatoren is een eigen lokaal verhaal. Het is niet de bedoeling om achteraf met een andere gemeente of werking te vergelijken, of om erop afgerekend te worden. Het is vooral bedoeld om uit je eigen indicatoren conclusies te trekken om je werk te kunnen verbeteren. Stap 1: Kies indicatoren die passen bij jouw context en type werking. (Tip: het ICY-booklet somt een hele reeks indicatoren op waaruit je kan kiezen) Stap 2: Bekijk per indicator hoe je hierop de nodige antwoorden kan vinden. Moet je een interview doen? Kan je dit turven? Heb je de gegevens al via de inschrijflijsten? Stap 3: Doe een grondige analyse van de gegevens. Wat valt op? Stap 4: Tijd voor actie: wat kan je aanpassen in de werking om het effect te vergroten? Stap 5: Herhaal voorgaande stappen zodat je evolutie ziet bij de geselecteerde indicatoren.
IQ YOUTH WORK BOOKLET Het boekje vol indicatoren focust zich op:
∫∫ Genderevenwicht ∫∫ Participatie ∫∫ (In)formeel leren Wil je graag een exemplaar van deze publicatie ontvangen? Stuur dan een mailtje naar edegrauwe@vvj.be Online kan je het raadplegen via www.intercityyouth.eu
WAT I S I N T E R C I T Y Y O U T H (ICY)? ICY is een Europees netwerk dat gemeenten vertegenwoordigt die bezig zijn met jeugdwerk. Via kennisuitwisseling, peer learning en beleidsontwikkeling wil het de kwaliteit en positionering van jeugdwerk in Europa verbeteren. Ontdek er meer over op www.intercityyouth.eu
MEER INFO
Ellen De Grauwe, edegrauwe@vvj.be, 03 821 06 01
INTE RNATIO NAAL
25
PRAKTIJK
Een make-over van je skateterrein Tekst: Mieke Vispoel
Beeld: Kristof Jacobs
In Tessenderlo heerst al jaren een echte skatecultuur en is er al heel lang een skatepark. Twee jaar geleden ging de gemeente voor een totale make-over van het terrein. Kristof Jacobs van jeugddienst Tessenderlo geeft in dit artikel enkele tips om van je plannen een succes te maken.
Win tijdig het nodige advies in over reglementering en veiligheid K R I STO F : “We hebben wel de knowhow om een risi-
Voorzie voldoende tijd om het proces van A tot Z te plannen K R I STO F : “Voor onze jaarlijkse Skatehappening huurden we vaak ma-
teriaal, omdat het eigen terrein te verouderd was om degelijke contests te organiseren. Hoewel de gemeente jaarlijks budget toekende om toestellen te vervangen, en dat telkens wel voor een opwaardering zorgde, was een investering in ons eigen park op lange termijn een betere optie. In het meerjarenplan was elk jaar een bedrag voorzien voor onderhoud en vervanging, maar we hebben uiteindelijk die verschillende bedragen samengevoegd zodat we een mooi bedrag hadden om een grondige én duurzame vernieuwing door te voeren. Begin 2016 zijn we beginnen nadenken over wat we precies wilden en hoe we het zouden aanpakken. Enkele maanden later zaten we met enkele skaters samen en schreven we het bestek voor ontwikkelaars uit. Na de gunning ging het vrij snel. De aanleg nam ongeveer 3 maanden in beslag, waardoor de eerste skaters in januari 2018 het terrein konden testen. Een goede tip: neem de tijd om alles grondig voor te bereiden en maak duidelijke afspraken rond budget, materiaal, veiligheid … Zo kom je niet voor verrassingen te staan.”
coanalyse uit te voeren bij speeltoestellen, maar een skatepark is toch nog iets specifieker. We wilden niets aan het toeval overlaten en namen de analyse én eindkeuring mee op in het bestek. We vroegen ontwikkelaars een ontwerp dat voldeed aan alle Europese normen inzake veiligheid van speelterreinen en –toestellen. Maar natuurlijk deden we ook navraag bij andere steden en gemeenten die recent een skatepark hebben aangelegd of vernieuwd. We werkten bovendien goed samen met onze eigen interne diensten zoals technische dienst en ruimtelijke ordening. Zij brachten onder andere de goedkeuring en bouwvergunning in orde.”
Denk goed na over het soort skatepark dat je wil bouwen KRISTOF: “Wij kozen voor een skatelandschap in beton,
omdat het heel wat voordelen biedt. Een daarvan is dat beton tegenover andere ondergronden veel geluidsarmer is. De betonnen skatetoestellen produceren een pak minder decibels, wat voor de omgeving erg fijn is. Hoewel we in een sportpark zitten, met slechts aan één kant bebouwing, was dit toch een prioriteit. Daarnaast is beton ook duurzamer: het terrein gaat veel langer mee en vraagt minder onderhoud. Ten slotte is beton voor de skaters zelf een aangename ondergrond. Ze kunnen in een vlotte flow van toestel naar toestel skaten én zonder vervelende hoekjes en kantjes is het ook veiliger.”
Jongeren en ervaren skaters zijn de belangrijkste participanten in dit verhaal KRISTOF: “Betrek van bij de start van het traject meteen
je lokale skaters en jongeren. Luister naar wat ze nodig 26
PRAK TIJK
PRAKTIJK
IDENTIKIT TESSENDERLO
∫∫ Provincie Limburg,
arrondissement Hasselt
∫∫ Jeugddienst met 2 medewerkers ∫∫ 18 507 inwoners, waarvan 3 500 onder de 18 jaar
VIDEO: Skatepark Tessenderlo in beeld https://bit.ly/2IZrXDD
Ga na wat de reacties zijn bij de verschillende doelgroepen K R I STO F : “We horen vooral positieve reac-
hebben, want zij zijn de ervaringsexperten. We lanceerden een open oproep om jongeren te verzamelen die met ons wilden meedenken. Zo verzamelden we een groep geëngageerde en ervaren skaters. Zij gebruiken het terrein zelf én komen op heel wat andere plekken, waardoor ze goed kunnen inschatten wat nodig is. Die groep zorgde samen met ons voor een grondig bestek, waarin die noden duidelijk werden. Achteraf maakten diezelfde skaters eveneens deel uit van de jury om de ontwerpen mee te beoordelen. De ontwikkelaar luisterde zelfs tot bij de aanlegfase écht naar hun feedback.”
Vergeet tijdens het plannen ook de buurtbewoners niet K R I STO F : “Al bij het opmaken van het be-
stek en ontwerp hielden we de buren in het achterhoofd. Zo werden heel wat hoge skateelementen aan de kant van de huizen geïnstalleerd, wat het geluid zo veel mogelijk in de andere richting stuurt. En we zaten onlangs met hen samen om het gebruiksreglement verder uit te werken. Omdat het terrein nu al even in gebruik is, konden zij het best inschatten wat er nog moest veranderen aan het door ons voorbereide reglement.”
MEER INFO
Kristof Jacobs, Diensthoofd Jeugddienst Tessenderlo, kristof.jacobs@tessenderlo.be VVJ Filip: fstallaert@vvj.be
PRAK TIJK
27
ties. Het park wordt gebruikt door jong én oud, wat we voor ogen hadden in de ontwerpfase. Zowel beginnende skaters, ouders met steppende kinderen en ervaren skaters komen er terecht. We merken dat erover gepraat wordt tussen skaters en dat we daardoor zelfs skaters uit omliggende gemeenten mogen ontvangen.”
Hou ook na de lancering het terrein levendig K R I STO F : “Op 30 juni organiseren we voor
het eerst opnieuw onze Skatehappening en pakken we uit met ons gloednieuw terrein. Rond 11u beginnen de eerste contests en doorheen de dag maken we er vooral een gezellige dag van met muziek en randanimatie. We willen hier bij het begin van de zomer echt een traditie van maken. Op dit moment staan er nog geen andere evenementen gepland, maar het terrein zal geïntegreerd worden in onze sport- en tienerwerking.”
DRIEHOEKSVERHOUDING
LAARNE In de rubriek ‘Driehoeksverhouding’ stellen we drie vragen aan de drie hoekstenen van het lokale beleid voor kinderen en jongeren: de jeugdambtenaar, de schepen van jeugd en de jeugdraad. Dit keer is het de beurt aan Laarne! VOORZIT TER JEUGDRA AD
Griet Declercq
Wat is je ambitie voor het jeugdbeleid? GRIET: ”Ik hoop onze jeugdverenigingen samen te brengen en de onderlinge band te versterken, zodat een kwaliteitsvolle samenwerking mogelijk is. Vertrouwen en bouwen op elkaar staan voor mij centraal. Daarnaast zou ik graag een gemeentelijke uitleendienst voor jeugdverenigingen oprichten. En via de jeugdraad wil ik ervoor zorgen dat iedereen een gelijkwaardige stem heeft en betrokken wordt om het jeugdbeleid mee vorm te geven. We gaan voor een enthousiaste, jonge en levendigere gemeente.“
S C HE P E N VA N JE U G D
PIETER-JAN: “De komende jaren blijf ik inzetten op de opwaardering van openbare speelruimte. Ik hoop hiervoor voldoende ruimte en middelen te krijgen om effectief werk te maken van meer en uitdagendere speelruimtes voor kinderen en jongeren. Zo wil ik het speelweefsel in kaart brengen en de speelkansen voor kinderen en jongeren meer zichtbaar maken.”
Andy De Cock
AN DY : “Als schepen van jeugd wil ik mij 200% inzetten voor álle jon-
DESKUNDIGE JEUGD EN VRIJE TIJD
Pieter-Jan Teirlinck
geren van onze gemeente. Het is vooral moeilijk om de niet-georganiseerde jeugd te bereiken. Die moeten we mee betrekken in het beleid om een bredere kijk te krijgen op hun noden en wensen. De inzet van sociale en digitale media kan ons hopelijk helpen om ook hen volop te betrekken.”
28
D RIE HO E KSVE RHO UD ING
DRIEHOEKSVERHOUDING
Tekst: Mieke Vispoel
Beeld: Jeugddienst Laarne
“Participatie van burgers zorgt voor een nauwe betrokkenheid van de lokale gemeenschap, wat een positieve vibe creëert.” Op welke verwezenlijking in het jeugdbeleid ben je trots?
Wat was een flopmoment waar je iets uit leerde?
GRIET: “We organiseerden met onze enthousiaste jeugdvrijwilligers dit jaar een fuif op de Dag van de Jeugdbeweging. De opkomst was groter dan verwacht en de onderlinge samenwerking verliep ontzettend vlot. Daarom zetten we onze jeugdvrijwilligers graag eens in de bloemetjes. Sinds enkele jaren organiseren we op de Dag van de Jeugdvrijwilliger een uitdagende paintball, trakteren we op een frietjesmaaltijd en spelen we een toffe quiz. Het einde van het werkjaar sluiten we traditioneel af met een gezellige barbecue.“
GRIET: “Ik werd voorzitster toen de jeugdraad al 2 jaar geen voorzitter meer had. Dat was niet evident, want er was weinig overdracht en ook de rol van voorzitter was niet erg duidelijk. Intussen voel ik dat we als jeugdraad terug sterk in onze schoenen staan en de draad goed opgepikt hebben. Een ander heikel punt is de afgezwakte populariteit van het jeugdhuis. Hoewel het steeds moeilijker is om jongeren hiervoor te engageren, blijven we toch de uitdaging aangaan, met de kracht én de steun van alle jeugdraadleden.”
PIETER-JAN: “In 2016 startten we met een participatietraject voor de herinrichting van een speelterrein. Met 80 kinderen uit verschillende scholen, de buurt en Speelplein Rollebolle maakten we een knap ontwerp, uitgevoerd door het Regionaal Landschap Schelde-Durme (RLSD). Het project is een voorbeeld van sterke partnerschappen. Zowel intern tussen de verschillende gemeentediensten (technisch, milieu, vrije tijd en jeugd) als extern met het RLSD, ouders die mee de constructies maakten en lokale aannemers. Natuur- en Landschapszorg toverde zo maar liefst 90 acaciastammen om tot uitdagende speelelementen voor klein en groot. Al voor de officiële opening merk ik een grote gedragenheid bij de terreingebruikers.
P I E T E R-JA N : “In 2016 startten we met een online inschrijfmodule, om de administratieve last te verminderen en de dienstverlening te verbeteren. Toch bleek het systeem niet voldoende flexibel. Zo was het niet mogelijk om de dag zelf nog te beslissen of je kind al dan niet naar het speelplein kwam, en bleef men vooral ter plaatse met pen en papier inschrijven. Het jaar daarna breidden we de mogelijkheden uit en kon men flexibel inschrijven voor bv. een halve dag. Waar in het eerste jaar slechts 18 kinderen online waren ingeschreven, waren dat er na de aanpassing maar liefst 100. Een cijfer dat we volgende zomer willen verdubbelen!” A N DY : “Vroeger werd de Buitenspeeldag afwisselend door enkele
A N DY : “Zoals Pieter-Jan aanhaalde, hebben we ons speelterrein
volledig vernieuwd. In het participatietraject waren de buurten en jeugdverenigingen nauw betrokken. De aanpak waarbij burgers kunnen meedenken over vernieuwingsprojecten was zeer geslaagd. Dit participatief werken wil ik in de toekomst doortrekken naar andere projecten, want zo krijg je een hele nauwe betrokkenheid van de lokale gemeenschap, wat een positieve vibe creëert. “
jeugdverenigingen georganiseerd, maar telkens op zaterdag. Hoewel we er heel wat tijd en energie in investeerden, bleef het aantal deelnemers dalen. Daarom besloten we om aan te sluiten bij de Nationale Buitenspeeldag op woensdagnamiddag. Ondanks wat twijfel bij de start, keerde het enthousiasme snel terug. Want met meer dan 400 kinderen tijdens onze laatste editie, was het lage aantal van weleer snel vergeten.
MEER INFO
Pieter-Jan Teirlinck, Deskundige Jeugd en Vrije Tijd, pieterjan.teirlinck@laarne.be, 09 365 24 11
DR IEHO E KSVE RHO UD ING
29
VOOR U BEKEKEN
GRENSLIJN.BE K E NNIS P L AT F ORM GRE NS O V E R S C HRI JDE ND GEDRAG
www.grenslijn.be In contact komen met anderen betekent grenzen aftasten. Soms wordt daarbij een lijn overschreden. Kinderen en jongeren slagen er niet altijd in om hun eigen grenzen te beschermen. Daardoor lopen ze dubbel zo vaak het gevaar om slachtoffer te worden van fysiek, psychisch en seksueel geweld, of pestgedrag. Maar ook voor wie met hen werkt is het niet altijd makkelijk om gepast te reageren bij (vermoedens van) grensoverschrijdend gedrag – of het te voorkomen. Grenslijn.be richt zich naar professionelen en vrijwilligers die actief zijn in jeugdhulp, onderwijs, sport, welzijn, kinderopvang en jeugdwerk. Op het platform vind je verduidelijkende artikels, diepgaande publicaties, praktijkgerichte werkmaterialen, verwijzingen naar studiedagen en vormingsaanbod terug.
F IL L E F OL L E – NO NON S E N S E , G E E N TA B OE
Te bestellen via www.vanhalewyck.be Hoe een vrouwenlijf verandert tijdens onze puberteit en hoe we zelf iets moois kunnen maken van een wereld die niet altijd even fraai is. Hoe we als jonge meisjes ons eigen lijf graag kunnen leren zien en niet alleen elkaars maar vooral onze eigen beste vriendin worden. Hoe liefde en seks nu eigenlijk in elkaar zitten – zonder het cliché romantische komedie-toer op te gaan – en dat menstrueren en masturberen echt doodnormaal is. Hoe we ons leven als tiener heus niet op een rijtje hoeven te hebben en dat we allemaal weleens per ongeluk mama zeggen tegen een wildvreemde. En meer, véél meer. En dat allemaal in tien simpele hoofdstukken. De tien vuistregels van een Fille Folle. Happy reading!
BUURTSPELERS: KINDEREN BEVRAGEN ROND SPELEN DICHT BIJ HUIS
Download de publicatie nu op www.k-s.be Niets is leuker dan kinderen buiten te zien spelen in hun buurt. De eigen straat en de pleintjes errond worden het toneel van verstoppertje, wat rondfietsen of een partijtje voetbal. Toch staat juist dat heel gewone buitenspelen in de eigen buurt onder druk. Kinderen zijn minder dan vroeger gewoon op straat terug te vinden en ze mogen minder ver van huis weg. Kind & Samenleving publiceerde eind maart ‘Buurtspelers’, waarmee ze dit buitenspelen een duwtje in de rug willen geven. Je kan meteen aan de slag met tips en tricks om te werken aan een beter bespeelbare buurt. Maar er is ook een checklist met wat een buurt wel of niet kwalitatief kan maken en concrete inspraakmethodieken om samen met kinderen een analyse te maken.
30
D RIE HO E KSVE RHO UD ING
Raadpleegbaar via www.formaat.be/publicaties
Kritisch zijn en samen met kinderen en jongeren strijden voor een sociaal rechtvaardigere samenleving is eigen aan het jeugdwelzijnswerk. Het zit in het DNA van de sector om structurele oorzaken van problemen blijvend bloot te leggen, te bekritiseren en machtsstructuren te bevragen. Dit boek gaat dieper in op deze kernopdracht. Het biedt inzicht in verschillende prak-
De artikels werden geschreven door medewerkers van Uit De Marge-CMGJ die met beide voeten in het jeugdwelzijnswerk staan.
In 2016 kwam Formaat naar buiten met vier verhaallijnen voor het jeugdhuiswerk van de toekomst. ‘Uitbrekend jeugdhuiswerk’ is er een van. Hoewel ze er heel wat snaren mee raakten, kregen ze ook heel wat vragen. Wat wordt er precies mee bedoeld? Hoe kan het jeugdhuis daar een rol in opnemen? Wat kan een jeugdwerker dan wel of niet doen? Mattias De Backer – die doctoreerde over jongeren in de publieke ruimte – antwoordt in deze publicatie genuanceerd en onderbouwd op die vragen. Want de kwestie is net als de publieke ruimte zelf immers bijzonder complex. Het onderwerp wordt zowel theoretisch als in de praktijk onder de loep genomen, met heel wat inspirerende praktijkvoorbeelden en inzichten. Met deze publicatie wil Formaat beroepskrachten en bestuurders van jeugdhuizen inspiratie bieden om met het jeugdhuis aan de slag te gaan in de publieke ruimte en met de jongeren die er zich bevinden. Maar ook jeugdambtenaren en beleidsmakers inspireren.
Dit boek is een initiatief van Uit De Marge-CMGJ vzw, het steunpunt voor jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Uit De Marge/CMGJ ijvert voor de rechten van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren door sociale verandering via belangenbehartiging van deze doelgroepen, visie- en expertiseontwikkeling, kadervorming en procesbegeleidingen, en jeugdopbouwwerk.
Fleur Van Oyen is stafmedewerker bij Uit De Marge-CMGJ vzw. Ikrame Kastit is co-coördinator bij Uit De Marge-CMGJ vzw.
9
COLOFON
Ikrame Kastit & Fleur Van Oyen (red.)
HOOFDREDACTIE Mieke Vispoel
MACHT IN VRAAG GESTELD
tijken op het vlak van politiserend werken, deontologie en personeelsbeleid.
Ikrame Kastit & Fleur Van Oyen (red.)
JONGEREN, JEUGDHUISWERK EN PUBLIEKE RUIMTE
VORMGEVING MadebyHanna.com
REDACTIE
Leen Bartholomeus Frauke Baeyens Kristof Bouvard Ellen De Grauwe Ilse Holvoet Hannes Jossart Imke Pichal Annelies Schepers Filip Stallaert Jurgen Sprangers Tieme Verlinde Mieke Vispoel Bert Heyvaert
Strategieën en werkvormen in het jeugdwelzijnswerk
789463 442190
MACHT IN VRA AG GESTELD
Te bestellen via https://www.uitdemarge.be/ webshop
FOTO’S
Kritisch zijn en samen met kinderen en jongeren strijden voor een sociaal rechtvaardigere samenleving is eigen aan het jeugdwelzijnswerk. Het zit in het DNA van de sector om structurele oorzaken van problemen blijvend bloot te leggen, te bekritiseren en machtsstructuren te bevragen. Dit boek gaat dieper in op deze kernopdracht. Het biedt inzicht in verschillende praktijken op het vlak van politiserend werken, deontologie en personeelsbeleid. De artikels werden geschreven door medewerkers van Uit De Marge-CMGJ die met beide voeten in het jeugdwelzijnswerk staan. Uit De Marge-CMGJ vzw is het steunpunt voor jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Het ijvert voor de rechten van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren door sociale verandering via belangenbehartiging van deze doelgroepen, visieen expertiseontwikkeling, kadervorming en procesbegeleidingen, en jeugdopbouwwerk.
DR IEHO E KSVE RHO UD ING
31
Koen Broos Ann Decroix Sara Lesch Kristof Jacobs Jeugddienst Laarne Ilse Holvoet Ellen De Grauwe Michel De Pourq Gemeente Beersel Gemeente Denderleeuw Gemeente Riemst Gemeente Sint-Katelijne-Waver Kristof Jacobs Stad Aarschot Stad Brugge Stad Genk Stad Halle Stad Hoogstraten
COVERFOTO iStock
V. U . J U R G E N S P R A N G E R S REDACTIE
Ossenmarkt 3, 2000 Antwerpen T 03 821 06 06, info@vvj.be Dropzone is het tijdschrift voor lokaal beleid voor kinderen en jongeren van VVJ. VVJ ijvert voor meer, beter en breder lokaal jeugdbeleid. VVJ ondersteunt en informeert jeugdambtenaren, schepenen van jeugd en jeugdraden in Vlaanderen bij het voorbereiden en uitvoeren van het lokale jeugdbeleid. Meer info: www.vvj.be
ADVENTURE IS A STATE OF MIND Tekst: Bert Heyvaert - microavonturier en journalist voor Het Nieuwsblad
“Papa, wat staat hier op die pijl?” KLAUTERPAD, staat er. Beetje krakkemikkig geschreven op een houten bord. De pijl wijst richting een klein bosje, waar takken over elkaar liggen en een struik in de weg staat. Meer bos dan pad, dus. Maar omdat de pijl het zegt, begint Norah te klauteren van boomstam naar tak naar steen naar struik: alles om maar niet de grond te raken. “Yes!” roept ze vijftig meter verder. “Ik ben er! Supercool!” Het is al wat je nodig hebt voor een microavontuur: een pijl en een bee tje verbeelding. Een plas is snel de zee, een kartonnen doos wordt een kasteel, één duivenveer is het begin van De-Grote-Indianenveren-Schattenjacht. Zelfs in de stad ligt onder elke kassei een avontuur verscholen, zolang je er maar naar zoekt. Deze zomer heb ik een perimeter ingesteld: microavonturen moesten micro blijven, binnen een straal van 15 kilometer rond ons huis. Kamperen in den hof, een boomhut bouwen, een binnenspeeltuin maken in de living … De kinderen vonden het even plezant en wij hadden geen gesleur. De echte microavonturen zitten in de manier waarop je naar de dingen kijkt. Of zoals Alastair Humphreys, de Britse bedenker van het concept, altijd zegt: “Adventure is only a state of mind.” Het kan gelijk waar, gelijk wanneer, gelijk hoelang. Maandenlang dacht ik: als afsluiter maak ik een ranglijst van de leukste dingen die ik dit jaar heb gedaan. Daar gaan de mensen wat aan hebben. Dat klopt niet. Het waardevolste wat we als gezin hieraan overhouden, is de way of life. We gaan niet meer gewoon wandelen, we gaan op Jakkiedingenzoektocht, of op Plassenspringexpeditie. Als je kinderen even de weg wijst, zien ze in alles een avontuur. Deze column verscheen op 30 december 2017 in Het Nieuwsblad.
32
D RIE HO E KSVE RHO UD ING