2008Lokaal06

Page 1

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

NR 6 VAN 1 april 2008

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Hogerop met het ervaringsbewijs

Dirk Van Mechelen: ‘Ik ben een betrouwbare partner van de lokale besturen’ Vijf jaar gemeentefonds: een evaluatie Gemeenteraadscommissies in elke gemeente anders


Wij werken

vandaag aan een

proper morgen

Werken aan een proper morgen begint vandaag. Daarom hebben de drie Limburgse afvalintercommunales Intercompost, I.V.V.V.A. en Regionale Milieuzorg besloten om de handen in elkaar te slaan. Voortaan vormen wij ĂŠĂŠn afvalintercommunale en hebben we een nieuwe naam: Limburg.net. Limburg.net zal voor de gemeenten en inwoners uit haar werkingsgebied zorgen voor een comfortabele en betaalbare dienstverlening die bovendien goed is voor het milieu. En omdat het milieu niet aan een gemeentegrens stopt, wil Limburg.net ook de goede samenwerking met alle andere gemeenten en afvalintercommunales voortzetten.

www.limburg.net

Gouverneur Verwilghensingel 32, 3500 Hasselt, Tel. 011 28 89 89, Fax. 011 28 89 30 e-mail info@limburg.net


INHOUD

LOKAAL NUMMER 6 VAN 1 APRIL 2008

14 BART LASUY

‘Ik ben een betrouwbare partner van de lokale besturen’

STEFAN DEWICKERE

Patrick Bruyneel, Hassan Daikh, Rico Bouchez en Joeri Vanderschraeghe hebben in maart de test voor het ervaringsbewijs verhuizer afgelegd.

‘We hebben begrotingszekerheid gecreëerd door het Gemeentefonds een groeivoet van 3,5 procent per jaar te geven,’ zegt minister Dirk Van Mechelen die borg staat voor het financieel pact. Voor een betere ruimtelijke ordening en voor betaalbaar wonen garandeert hij nieuwe decreten die op 1 januari 2009 in werking treden.

5 Opinie: Als het goed is, zeggen we het ook

KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

24

ORGANISATIE

FORUM 24 Gemeenteraadscommissies, in elke gemeente een ander verhaal 26 Lokale raad 27 Geknipte politicus Raf Drieskens

Gemeenteraadscommissies in elke gemeente anders In veel gemeenten worden er raadscommissies belegd. Maar de reden waarom en de domeinen waarvoor ze georganiseerd worden, zijn uiteenlopend.

stefan dewickere

14 Interview met Dirk Van Mechelen 18 Vijf jaar nieuw Gemeentefonds 22 ICT: hindernissenparcours of hulpmiddel

WERKVELD

28 31 34 37

Ervaringsbewijs evenwaardig aan diploma Groepswonen in Abbeyfieldhuis Veranderingen in het voorkooprecht De donderdag van Luc Van Der Plas

28

WETMATIG

38 Berichten, boekbesprekingen

Verhuizer met ervaringsbewijs

BART LASUY

42 Agenda & Triljoen

Wie geen diploma of attest heeft maar wel ervaring heeft opgedaan op de werkvloer of in het verenigingsleven, kan dit sinds kort ook aantonen met het ervaringsbewijs behaald in een erkend testcentrum. 1 april 2008 LOKAAL 3


GEMEENTEFINANCIEN VOOR NIET-SPECIALISTEN ! NIEUWDE ZEVENIE EDIT

Nieuwe fase in de uitvoering van het Gemeentedecreet

Zopas verscheen de zevende, herziene editie van de pocket "Gemeentefinanciën voor niet-specialisten". Deze nieuwe uitgave komt op een scharnierpunt, want de overgangsperiode (t.e.m. september 2007) voor de invoering van een aantal nieuwigheden van het Gemeentedecreet is ondertussen afgelopen. Dat heeft heel wat implicaties, onder andere voor de definitieve start van het managementteam, de definiëring van het dagelijks bestuur door de gemeenteraad, de uitwerking van een systeem van interne controle, enzovoort. De gemeenteraad had eveneens tot eind september 2007 de tijd om te bepalen welke handelingen vrijgesteld zijn van een voorafgaand visum. Voorheen waren alle financiële verbintenissen met een bedrag onder de 5500 euro (exclusief btw) sowieso vrijgesteld, maar als de gemeenteraad hierover ondertussen geen beslissing genomen heeft, dan is vanaf 1 oktober 2007 elke handeling onderworpen aan een voorafgaand visum. De financiële situatie van lokale besturen is sinds de invoering van het Gemeentedecreet bijzonder complex, omdat voorlopig ook nog een aantal regels van het vroegere systeem overeind blijven, en omdat het onduidelijk is wanneer de modernisering helemaal ingevoerd zal zijn. In de pocket “Gemeentefinanciën voor niet-specialisten” vindt u hoe dan ook steeds de meest recente stand van zaken, zodat u niet verdwaalt in het kluwen aan overlappende regelgeving.

de uitgaven, de ontvangsten en de gezamenlijke balans en resultatenrekening. De auteur gidst u doorheen de complexe wereld van begrotingswijzigingen, 'het formulier T', de analyse van de jaarrekening, het verschil tussen gewone en buitengewone uitgaven, enzovoort. De theorie wordt steeds gestaafd met tal van tips en voorbeelden. In deze nieuwe editie werd bovendien het meest recente statistische materiaal verwerkt (o.a. de Vlaamse gemeenterekeningen 2006), zodat de pocket weer 100% up-to-date is.

Bestel deze bestseller vandaag nog!

Een heldere uiteenzetting, gestaafd met de meest recente cijfergegevens

Gemeentefinanciën voor niet-specialisten is ondertussen al zes edities lang hét basiswerk voor lokale mandatarissen en personeelsleden die in hun job met de financiën van de gemeente te maken krijgen. Verwacht in deze pocket dus geen academische of al te theoretische beschouwingen, maar wel alle broodnodige informatie en concrete antwoorden waar u zelf mee aan de slag kunt.

In zes hoofdstukken geeft Jan Leroy, VVSG-stafmedewerker financiën, uitleg over de gemeentelijke begroting, de boekhouding, de jaarrekening,

Prijs: 25 euro VVSG-leden, 29 euro niet-leden*

BESTELBON

Stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19

JA, ik bestel … ex. van de pocket “Gemeentefinanciën voor niet-specialisten”

Naam

� Mijn bestuur is lid van de VVSG. Ik betaal 25 euro*

Functie

� Mijn bestuur is geen lid van de VVSG. Ik betaal 29 euro*

Bestuur/Organisatie E-mail Adres

BTW Datum * Deze prijzen zijn inclusief btw maar exclusief verzendkosten. Prijzen geldig tot 30.09.2008, consulteer onze website voor actuele prijzen.

Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Tel.


opinie Piet Van Schuylenbergh

Stefan Dewickere

Als het goed is zeggen we het ook

Piet Van Schuylenbergh is directeur van de VVSG-afdeling OCMW’s

S

teeds meer mensen in Vlaanderen zitten met een schuldenberg waar ze niet meer overheen kunnen kijken. Niet alleen mensen die leven van een leefloon of een vervangingsinkomen, maar ook mensen met een modaal inkomen. Overkreditering is een van de oorzaken, stijgende huurprijzen en energiekosten doen er nog een schep bovenop. OCMW’s en CAW’s die aan schuldbemiddeling doen worden ermee geconfronteerd. Ze stellen vast dat het aantal dossiers van schuldhulpverlening almaar toeneemt, met wachtlijsten tot gevolg. De diensten schuldbemiddeling kunnen de toevloed van dossiers niet meer aan.

Nochtans is het heel belangrijk dat er zo alert mogelijk gereageerd wordt. Mensen met schuldoverlast worden het best zo vroeg mogelijk geholpen, precies om te vermijden dat de schuldenberg nog aangroeit. Afbetalingsplannen met schuldeisers hebben maar zin als het schuldenprobleem nog enigszins beheersbaar is. Anders dreigt het persoonlijke failliet, wat zowel Schuldhulpverlening van goede voor schuldeisers als voor de schuldenaar een slechte zaak is.

kwaliteit vergt een intensieve

begeleiding en ondersteuning. Dit kost geld, Vlaams geld.

Tijdige schuldhulpverlening van goede kwaliteit vergt echter een intensieve begeleiding en ondersteuning. Het is specialistenwerk voor juristen en maatschappelijk werkers. Dit kost geld. Vlaams geld, want hulpverlening is een Vlaamse bevoegdheid. En dat geld is er momenteel niet.

Vlaanderen verwijst steevast door naar het Gemeentefonds en het Federale Energiefonds. Het Gemeentefonds betekent concreet: als de OCMW’s middelen willen voor schuldbemiddeling, moeten ze die afpakken van andere lokale budgetten (lokale autonomie, niet waar), wat de goede samenwerking tussen gemeente en OCMW niet echt zal bevorderen. Het Federale Energiefonds is maar een druppel op een hete plaat: de meeste OCMW’s kunnen er met moeite één halftijdse medewerker mee betalen. Met deze beperkte middelen kunnen ze onmogelijk een fatsoenlijke schuldhulpverlening op het getouw zetten én de werking van de lokale adviescommissies voor energie bekostigen én ook nog eens financiële steun verlenen aan mensen die hun energiefacturen niet meer kunnen betalen. Dit is gewoon niet realistisch. Gelukkig lijkt er een kentering te komen. De meerderheidspartijen in het Vlaamse Parlement hebben een voorstel van decreet ingediend dat de basis legt voor een Vlaamse financiering van de schuldbemiddelingsdiensten. Dit is een hele stap vooruit en een krachtig politiek signaal dat de schuldbemiddeling in Vlaanderen ernstig genomen wordt. Het is nu aan de Vlaamse regering om dit uit te werken. I

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

Bladmanagement Jan Van Alsenoy Abonnementen VVSG-leden: 78 euro, vanaf 10 ex. 65 euro; niet-leden: 145 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures VVSG, Nicole Van Wichelen, T 02-211 55 43

Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, Evelyne Van Riet T 03 326 18 92, media@cprojects.be Hoofdredactie Marlies van Bouwel

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Marlies van Bouwel, Bart Van Moerkerke Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist), Pol Despeghel (schilder)

Eindredactie Marleen Capelle

Vormgeving visueel denken (Gent)

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus

VVSG-bestuur Jef Gabriels, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

1 april 2008 LOKAAL 5


KORT LOKAAL NIEUWS

Open projectoproep lokale diensteneconomie Nieuwe diensten voor de bevolking en gelijktijdig werk voor mensen uit kansengroepen: lokale diensteneconomie krijgt langzaam maar zeker vorm. Door de open projectoproep lokale diensteneconomie is het mogelijk effectief aan de slag te gaan met het decreet lokale diensteneconomie.

V

anaf nu kan een lokaal bestuur intekenen voor een nieuw project of voor een uitbreiding van een erkend initiatief lokale diensteneconomie. Er zijn geen Een lokaal beperkingen opgelegd betreffende de aard bestuur kan ook van de dienstverlening. als klant de lokale Via de open oproep kunnen er 300 voltijdse diensteneconomie werknemers aan de ondersteunen. slag in projecten lokale diensteneconomie. Projecten indienen kan tot 30 april 2008. Een lokaal bestuur kan zelf projecten indienen, en krijgt dus twee maanden om een dossier samen te stellen. Geen gemakkelijke opdracht. De blaadjes van de klaverbladfinanciering De projectfinanciering verloopt via het klaverbladprincipe. Via het decreet ontvangt een project 8000 euro per erkende doelgroepwerknemer, dit staat voor één blaadje van het

Ik weet al veel, maar ik zoek iemand om samen nog veel meer te weten...

6 LOKAAL 1 april 2008

klaverblad en komt ongeveer overeen met één vierde van de loonkost van een voltijdse doelgroepwerknemer. De andere blaadjes moet het project aanvullen met andere middelen of subsidies, bijvoorbeeld federale middelen in het kader van de sine– maatregel, lokale ondersteuning en gebruikersbijdragen. Kleinere gemeentebesturen kunnen de krachten bundelen en samen een project indienen. Dit vergt een geschikte structuur, voorbereiding, overleg en afstemming. Niet gemakkelijk om dan nog de deadline van 30 april te halen! Gelukkig is dit geen unieke kans. De Vlaamse overheid plant volgend jaar een groeipad en lanceert daarvoor binnenkort een aantal gesloten projectoproepen. Deze gesloten projectoproepen regelen financiering in een ander belendend beleidsdomein, er worden dus twee blaadjes ingevuld. Daartegenover staan wel bijkomende voorwaarden. Er zouden oproepen

Maar wat wij weten mag jij niet weten

komen in het kader van aanvullende thuiszorg, sociale huisvesting en buurtsport. Let wel op, het is of de open of de gesloten projectoproep. Via de open oproep kun je enkel genieten van financiering in het kader van het decreet lokale diensteneconomie, en wordt er dus maar één blaadje ingevuld, via de gesloten oproep worden er twee ingevuld.

Regisseren Gemeentebesturen en OCMW’s kunnen, naast de opstart van een project, ook een andere rol opnemen in het kader van deze lokale diensteneconomie. Het decreet duidt immers het lokale bestuur aan als regisseur

Ik zoek zo’n charmante man die alles over mij wil weten...


PRINT & WEB

van alles wat te maken heeft met de lokale diensteneconomie. Daarnaast wordt het lokale bestuur sinds de opstart van de werkwinkels aangeduid als voorzitter van het werkgelegenheidsforum. Een lokaal bestuur kan de lokale diensteneconomie ook prima ondersteunen door als klant een beroep te doen op deze dienstverlening. De lokale diensteneconomie telt dus tal van uitdagingen. Maar hoe begin je hieraan? De VVSG helpt u op weg. Als voorzitter van het werkgelegenheidsforum, als OCMW-voorzitter of als schepen bevoegd voor lokale diensteneconomie ontvangt

u eerstdaags per post een overzichtelijke brochure met informatie en nuttige tips. Deze brochure werd ondersteund door Vlaams minister van Sociale Economie Kathleen Van Brempt. Ann Jughmans

ĂŽĂŽDe handleidingen en het aanvraagdossier zijn terug te vinden op www.vvsg.be. Voor andere informatie in verband met de oproep lokale diensteneconomie kunt u bellen naar de Gecofoon 0800-141 87. Als u graag een brochure ontvangt, kunt u deze aanvragen bij ann.jughmans@vvsg.be.

Iedereen kan zetelen Met de campagne ‘Iedereen kan zetelen’ wil de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd en Sport de samenstelling van bestuursorganen, commissies, adviesraden en jury’s in de cultuur-, jeugd- en sportsector diverser en ruimer maken. De campagne moet resulteren in een divers samengestelde pool van geĂŻnteresseerde en geĂŤngageerde mensen die een vrijgekomen mandaat binnen de organen kunnen opnemen. Daaruit kan de Vlaamse overheid putten voor de samenstelling van haar commissies, raden en jury’s binnen de cultuur-, jeugd- en sportsector. Vanaf mei kunnen ook organisaties uit de sector de pool raadplegen voor de samenstelling van een raad van bestuur. www. iedereenkanzetelen.be werd specifiek voor deze campagne ontwikkeld en bevat informatie over de doelstellingen van de campagne en campagnemateriaal voor verdere communicatie. Via de site kunnen geĂŻnteresseerden zich ook kandidaat stellen voor een mandaat.

TOT 1 JUNI Europese subsidies voor administratieve vereenvoudiging en dienstverlening aan bedrijven Tot 1 juni kunnen lokale besturen projecten indienen voor administratieve vereenvoudiging ten gunste van ondernemingen, of ruimer, projecten die het ondernemingsvriendelijke klimaat wensen te bevorderen (via dienstverlening aan bedrijven). Het subsidiepercentage kan oplopen tot 85 procent van de projectkosten, de Europese bijdrage en eventuele Vlaamse cofinanciering gecombineerd. De projectduur bedraagt in principe maximaal twee jaar. Langdurige projecten kunnen worden opgedeeld in fasen. Dit is een van de drie nieuwe projectoproepen in het kader van het Europese EFRO-Doelstelling 2-programma 2007-2013. ĂŽĂŽwww.efro.be

www.iedereenkanzetelen.be

Zullen wij samen lekker vanalles weten?

Wow! Dat heb ik altijd al ‘ns willen doen.

Ah, de jeugd. Had ik dat in mijn tijd geweten.

Wij dĂ chten dat we al veel wisten...

Ze weten nu wel beter, haha

1 april 2008 LOKAAL 7


KORT LOKAAL NIEUWS

GIPOD: Zonder omwegen naar Minder Hinder

STEFAN DEWICKERE

gemeenten ondersteunende instrumenten ter beschikking krijgen om hun burgers via de gemeentelijke website te informeren over de geplande en in uitvoering zijnde werken op hun grondgebied. Een utopie?

Door het GIPOD zal iedereen op voorhand de hinder kennen.

B

eeldt u zich een Vlaams landschap in, waar alle wegwerkzaamheden, nutswerken, manifestaties en andere activiteiten op het openbare domein op voorhand gekend zijn. Waarbij alle betrokken partijen samenwerken om de hinder maximaal te beperken in tijd en ruimte. Waarbij de steden en

Geen utopie Het nieuwe GIPOD – Generiek Informatie Platform Openbaar Domein, een samenwerkingsovereenkomst tussen het AGIV, AWV, De Lijn, de VVSG en de VRN – tracht dit doel te verwezenlijken. Vertrekkend van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs Gemeentewegen streeft het GIPOD ernaar alle informatie betreffende de hinder op het openbare domein te ontsluiten. Het platform baseert zich op al bestaande informatiebronnen – denk aan het recent gelanceerde Coördinatiepunt Wegenwerken en het KLIP – en op nieuwe informatiebronnen zoals een Synergiemodule die de samenwerking tussen de beheerders van het openbare domein en de nutsbedrijven kan ondersteunen. Door het engagement van alle betrokken partijen is de slaagkans van dit ambitieuze project groter dan ooit. Erwin Debruyne

TOT EIND APRIL: Ontspannen plannen Op 29 mei vindt de PlanDag plaats in Rotterdam. Tijdens deze jaarlijkse ontmoeting tussen Vlaamse en Nederlandse ruimtelijke planners staat het thema ‘vrije tijd’ centraal. De organisatoren nodigen jongeren uit om een paper in te dienen over de ruimtelijke vorm die vrije tijd in de praktijk in hun gemeente krijgt. Dit kan tot eind april. De winnaar ontvangt een prijs van 1000 euro. ÎÎwww.plandag.org

Jaja, ik weet het!

Wij weten zoveel meer samen dan apart. Dat is ongelooflijk! En allemaal plezante dingen. Zeker. Veel weetjes en zo...

8 LOKAAL 1 april 2008

Ik kan bijna niet wachten om meer te weten!


PRINT & WEB

Genderneutrale beroeps- en functienamen

D

e gemeentelijke overheid is een belangrijke werkgever die jaarlijks duizenden vacatures opstelt. Het is daarbij belangrijk dat de functie in de vacature op een neutrale wijze wordt vermeld. Op die manier wordt het non-discriminatiebeginsel concreet gemaakt en zal een zo ruim mogelijke groep zich aangesproken voelen door de functie. Maar wat is dat dan, een neutrale wijze, en zijn er bepaalde regels? Wettelijke regels voor het formuleren van de beroeps- en functienaam zijn er niet. De lokale overheid heeft dus een zekere marge. Wel zijn er de afgelopen jaren verschillende adviezen gegeven door diverse instellingen en instanties, onder andere door de Raad

van de Gelijke Kansen, een adviesorgaan van de federale overheid. Deze Raad is voorstander van een neutralisering van de beroepsnamen. Beter ‘leerkracht’ dus dan ‘leraar’ en liever ‘Orde van Artsen’ dan ‘Orde van Geneesheren’. De sectorconsulenten van de lokale besturen adviseren om bij vacatures zoveel mogelijk deze sekseneutrale benadering aan te houden. Dus, niet in een vacature vermelden ‘Gezocht: een medewerk(st)er onthaal’, maar ‘Gezocht: een medewerker onthaal’ of ‘onthaaldeskundige’. Pol Despeghel ĂŽĂŽwww.raadvandegelijkekansen.be

Vierde pijler leren kennen

D

e vierde pijler in de sector van ontwikkelingssamenwerking werd in Lokaal 4 gelanceerd tijdens het interview met Patrick Develtere, auteur van de term en directeur van het HIVA. De benaming omvat alle initiatieven van mensen en groepen die niet tot de traditionele ontwikkelingssamenwerking behoren.

Wij willen vanalles weten

Het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking (VAIS) wil graag een beeld krijgen van de vierde pijler. Om bij te dragen aan deze databank en om de omvang ervan te kennen voor de lokale besturen, willen we graag weten welke vragen er bij u binnenlopen voor (administratieve) ondersteuning van het Noord-Zuid-

Hey ladies, ik weet vanalles dat jullie ook wel willen weten...

beleid en de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (GROS), en welke vragen NoordZuidambtenaren of (administratieve) medewerkers moeten beantwoorden over deze vierdepijlerinitiatieven. Uw bijdrage is welkom tot eind april bij christophe. ramont@vvsg.be

Expo ’58:

Back to the Future

Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van Expo ’58 bundelden de veertien erfgoedcellen van Vlaanderen de krachten in het project ‘Expo ’58: Back to the Future’. De erfgoedcellen gingen op zoek naar de verhalen van mensen die erbij waren: sommigen gingen op schoolreis naar de Expo, anderen werkten er als hostess of bouwden mee aan paviljoenen. Er werd een groot aantal getuigenissen uit Vlaanderen verzameld en allerlei beeldmateriaal bij elkaar gebracht. Het resultaat is te beluisteren en bekijken op www.expo58.eu. Daar staat ook een overzicht van alle activiteiten die de erfgoedcellen ter gelegenheid van ’50 jaar Expo ’58’ organiseren. Zij stellen er ook het boek Expo ’58, het wonderlijke feest van de fifties voor, dat de boeiendste getuigenissen van het Back to the Future-project bundelt. www.expo58.eu

Christophe Ramont

Ik weet het niet, zenne.

En we zijn NIET te jong!

1 april 2008 LOKAAL 9


KORT LOKAAL NIEUWS

Laat kinderen buiten spelen

O

p 25 juni 2008 vindt voor de eerste maal de Vlaamse Buitenspeeldag plaats. De Buitenspeeldag is een initiatief van de Vlaamse overheid en Nickelodeon in samenwerking met de Vereniging van Vlaamse Jeugddiensten (VVJ) en het Instituut voor Sportbeheer (ISB). In eerste instantie wil de Buitenspeeldag kinderen en jongeren aanzetten om buiten te spelen en/of te sporten in en op de publieke ruimte. Daarnaast wil deze Buitenspeeldag ook de aandacht vestigen op het belang van buiten spelen en buitenspeelruimte. Daarom richt de dag zich niet alleen tot kinderen en jongeren, maar ook tot de ouders, begeleiders

en openbare besturen om kinderen en jongeren kansen te bieden om buiten te spelen en te sporten. Aan de gemeentebesturen wordt gevraagd om op woensdagnamiddag 25 juni een specifieke buitenspeelactiviteit te organiseren. Nieuw onderzoek Het onderzoekscentrum Kind en Samenleving kreeg van de afdeling Jeugd van de Vlaamse Gemeenschap de opdracht om een onderzoek te voeren naar de relatie tussen de (on) beschikbaarheid van bespeelbare buitenruimte en de mate waarin buiten gespeeld wordt en naar de gevolgen van de bestaande situatie op de fysieke, sociale,

TOT 15 APRIL Participatietraject met jeugdraad, kinderen en jongeren OVER verkeersveiligheid

Mag ik weten wat je van mij wil weten?

10 LOKAAL 1 april 2008

De noodzaak erkennen van een verkeersveilige omgeving nabij cultuurcentra, jeugdlokalen, skate-infrastructuur en sportcomplexen is één ding, effectieve verbeteringen doorvoeren een

Wij weten eigenlijk niet of we wel zoveel willen weten...

psychische en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Kind en Samenleving gaat na of er echt minder buiten gespeeld wordt dan enkele decennia geleden en wat daarvan de oorzaken zijn. Hiervoor wordt onder meer een oud onderzoek herhaald. Daarnaast onderzoekt het of er patronen bestaan in het ruimtegebruik van kinderen en jongeren. Worden formele speelruimtes frequent gebruikt? Spelen kinderen en jongeren vooral in de woonomgeving? Beschikt uw gemeente over gegevens over buitenspelen (ook als ze niet recent zijn)? Dan is uw bijdrage welkom. Sabine Van Cauwenberge ÎÎwww.vvj.be of www.isbvzw.be Kind & Samenleving ontvangt graag alle gegevens over kinderen en buiten spelen bij pvanschel@k-s.be

ander. Zeker als je de kleine weggebruiker wilt betrekken bij dit verbeteringsproces. Omdat het opzetten van een participatietraject met kinderen en jongeren niet evident is, bieden we met steun

yip


PRINT & WEB

Speelweefsel in Gent

D

e denktank Ruimte (een samenwerkingsverband met onder meer Kind en Samenleving vzw, stad Gent, VVJ vzw en Steunpunt Jeugd) organiseert samen met de VVSG en de vzw Trage Wegen op 20 mei een praktijkdag over speelweefsel in Gent. Deze praktijkdag brengt een actuele kijk op de mobiliteit en het ruimtegebruik van kinderen en jongeren met inspirerende praktijkverhalen van lokale initiatieven in verband met speelweefsel. Een speelweefsel is een samenhangend geheel van plekken en verbindingen dat belangrijk is voor kinderen en jongeren. De term speelweefsel is al wat bekend in Vlaanderen, de praktijk volgt schoorvoetend. Bedoeling van de studiedag is de praktijk van speelweefsel een duwtje in de rug geven, door voorbeelden te tonen van gemeenten en steden die eraan beginnen of begonnen. Hoe deden ze dat, wie was de trekker, hoe

van de Vlaamse overheid vier tot zes gemeenten deskundige ondersteuning en begeleiding aan bij de realisatie van zo’n traject. Elke jeugdraad, jeugd- en mobiliteitsdienst kan zo de rode loper uitrollen voor kinderen en jongeren.

Onze Pukkie wil ook altijd vanalles weten...

Inspelen op verandering

loopt dat heel praktisch en ook, niet het minst, hoeveel heeft dat gekost? Daarmee wordt de voormiddag gevuld. In de namiddag volgen praktijkvoorbeelden die focussen op trage wegen, op de speelplekken in het speelweefsel, op de ruimtelijke planning en op het ontwerpen van het speelweefsel. Nog praktischer zijn enkele kijkwandelingen om zelf plekken en routes te beoordelen of er perspectieven voor te zien. Deze praktijkdag richt zich tot al wie op lokaal vlak begaan en bezig is met speelweefsel: mandatarissen, medewerkers diensten ruimtelijke planning, mobiliteit, jeugd, studiebureaus, planologen en tuinen landschapsarchitecten. De deelnemers krijgen ook een reader met diverse praktijkvoorbeelden. Sabine Van Cauwenberge ĂŽĂŽ www.k-s.be

ĂŽĂŽvzw Ondersteuning Lokale JeugdParticipatie, hanne.verhuizen@steunpuntjeugd.be, T 02-551 13 57

Het brede werkveld van sociaaljuridische dienstverleners verandert: juridisering, verzakelijking en privatisering zijn ontwikkelingen die zich definitief hebben doorgezet, andere ontwikkelingen dienen zich aan. Welke gevolgen heeft dat voor professionals en burgers en hoe worden die ervaren? Dit boek laat de lezer dagelijkse praktijkervaringen – toegespitst op de situatie in Nederland – overdenken en prikkelt hem met vragen zoals: Hoeveel ruimte wordt er aan de professional in de sociaal-juridische dienstverlening op de werkplek gegund en hoe wordt die benut? Burgers worden met kracht aangemoedigd tot zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, maar gebeurt dat ook op de manier die werd beoogd? Wordt de maatschappelijke participatie ermee gediend? Zijn burgers wel in staat om de trend van digitalisering bij te benen? Hebben burger en overheid last van elkaar? De publicatie richt zich tot professionelen, beleidsmakers en allen die geïnteresseerd zijn in de ontwikkelingen binnen de publieke dienstverlening en in de uitdagingen en kansen bij de uitvoering van wet- en regelgeving daaromtrent. A. Theunissen, D. van der Ree (Red.), Inspelen op verandering. Over actuele ontwikkelingen binnen de sociaal-juridische dienstverlening, Garant Uitgevers, Antwerpen-Apeldoorn, 20 euro

En als we iets niet weten begint hij te blaffen!

Kom daarom naar Trefdag en kom eindelijk te weten wat je altijd al wilde weten. Schrijf je nu in!

Wetenwetenweten... IEDEREEN mag altijd alles weten... Wij weten meer dan ik

TREFDAG ICC Gent 17 april 2008

1 april 2008 LOKAAL 11


PERSPIRAAT

KORT LOKAAL NIEUWS

“ Dit is geen grap, op 30 maart

wordt Gent onafhankelijk. Wij zetten gewoon de trend van regionalisering door. Alle WestVlamingen moeten buiten. Ze moeten hun cultuur in hun eigen regio beleven. Jan Beke en Mong Cocquyt van het politiek-satirische vereniging Nieuw Gentse Alliantie – Het Laatste Nieuws 27/2

“Gelukkig heeft men ingezien dat

er nood is aan een bestuursniveau dat de steden en gemeenten niet enkel controleert, maar vooral ondersteunt en versterkt. Het alternatief is centralisme. Cathy Berx (CD&V), toekomstig provinciegouverneur van Antwerpen – Het Nieuwsblad 26/1

“ Tegenwoordig krijg je enkel nog

een leefloon als je eerst toelaat dat je budget wordt gecontroleerd én je je inschrijft voor een resem tewerkstellingstrajecten én je je vier keer per maand meldt om te tonen wat je allemaal hebt gedaan. Je krijgt het grondrecht op een leefloon als je een ander grondrecht, dat van privacy en zelfbeschikking, inlevert. Voor mensen die vijf jaar in de wildernis van de straat hebben geleefd, zijn dergelijke voorwaarden moeilijk na te leven. Hans Bodyn, coördinator van de Gentse stedelijke straathoekwerking – Het Nieuwsblad 26/1

“ Ik vind dat integratiewerkers de

plicht hebben om ons democratische bestel uit te leggen aan nieuwkomers, zodat ze zich kunnen inpassen. Maar dat gebeurt niet, integendeel. De integratiesector is geïnfiltreerd door moslimfundamentalisten. Hoe wil je in godsnaam dat allochtone jongeren hier dan kansen grijpen? Peter Calluy, ex-straathoekwerker te Boom – Knack 12/3

“ Laten we zo snel mogelijk evolu-

eren naar e-government op grote schaal, dan zijn er geen loketten meer nodig en hoeven we de hoofddoekendiscussie niet meer te voeren. Vlaams parlementslid Jürgen Verstrepen (LDD) – Gazet van Antwerpen 1/3

12 LOKAAL 1 april 2008

Kondig uw zwerfvuilactie aan op www.indevuilbak.be

G

emeenten kunnen voortaan hun zwerfvuilacties aankondigen op de website www.indevuilbak.be van de Vlaamse overheid en FOST Plus. Niet alleen opruimacties komen in aanmerking. Ook andere initiatieven betreffende communicatie, voorkoming, beheer en optimalisatie van infrastructuur, handhaving enzovoort zijn van harte welkom. Onder info voor gemeenten kunt u via de module kenniscentrum uw actie aankondigen en desgewenst een kort verslag en foto’s toevoegen. Dit gebeurt via een standaardformulier.

Wilt u nadien nog iets wijzigingen aan uw aankondiging of verslag? Mail dan uw wijziging naar zwerfvuilactie@ovam.be. Verslaggeving via deze website komt ook in aanmerking voor de rapportage over de actie organiseren van een zwerfvuilopruimactie van de samenwerkingsovereenkomst (milieuconvenant). In het milieujaarprogramma moet dan enkel een verwijzing naar de website worden opgenomen. Liesbet Noé ÎÎwww.indevuilbak.be


Pieter Bos column

Een nieuw hoofdstuk Het OCMW van Gent produceerde samen met het sociaalartistieke project Victoria Deluxe de documentaire Een nieuw hoofdstuk. Deze documentaire zoomt in op wat mensen voelen bij opname in of inschrijving op de wachtlijst van het rusthuis. Door de ouderen zelf aan het woord te laten komt heel duidelijk naar voren dat ieder mens uniek is en dat dé rusthuisbewoner niet bestaat. Zoals een rusthuisbewoonster het zelf verwoordde: ‘We zijn allemaal anders, er is echter één ding dat we delen: het rietje van ons leven is kort en broos geworden.’ En als gevraagd wordt naar de wens van een van de bewoners: ‘Ik zou willen dat de maatschappij de mensen in een rusthuis vertroe-

telt. Dat wil zeggen dat er tijd is. Oude mensen willen praten.’ Een mooie documentaire met een zeer menselijke boodschap dus, voor de mensen uit ouderenzorg en vooral beleid die (opnieuw) willen focussen op de essentie van de ouderenzorg: de bewoners.

Klare taal Steve Stevaert komt de verdienste toe de keuken in de politiek te hebben gebracht. Bart De Wever slaagde erin de politiek in de keuken te brengen. Dat is geheel tegen elke ruimtelijke logica in, maar het is wel een verdienste. Want daar hoort hij thuis, de politiek: bij de mensen, in de keuken. Na jaren Kloof met de Burger, wordt eindelijk weer de Taal van het Volk gesproken: ‘ze’ bakken er niks van, koken kost geld en de vis wordt duur betaald. En het kleinste kind begrijpt dat een beleid dat vis noch vlees is, geen goed bestuur is. Daarom werd het de hoogste tijd dat er eens over het menu werd gepraat. Te lang werden de potjes gedekt gehouden. Decennialang werd er rond de pot gedraaid. Niemand die dorst te zeggen waar het op aan kwam. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt, weet u wel! Maar eindelijk is er iemand opgestaan die duidelijk zegt waar het op staat: vis moet er zijn, en een vette ook! Voor minder doen we het niet. Borrelnootjes, ja, dat is sympathiek. En wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd (of, zoals wij in Vlaanderen gemeenzaam zeggen, spiering is ook vis). We weten het. En versta ons weer niet verkeerd: een makreel als voorgerecht slaan we echt niet af – we zouden nogal dom zijn – maar we happen pas toe als we zeker zijn dat de hoofdschotel volgt. Kan iemand daar graten in zien? Wij willen klare wijn schenken. Een hoofdschotel voor ons, dat is er één met vette vis. Ce sont les fous qui troublent l’eau et ce sont les sages qui pêchent, n’est-ce pas? Dat sommigen ons appelen voor

citroenen willen verkopen en ons een peer willen stoven, sorry, dat nemen we niet. We zijn bereid tot toegevingen. Echt wel. We willen over eieren lopen. Geen probleem. We willen sommige verklaringen met een korrel zout nemen. Geen punt. Maar de boter bij de vis, de gepeperde rekening die sommigen eisen? Dat is erover! We zijn ons ervan bewust dat de enige gratis kaas zich in een muizenval bevindt. Voor vis zal dat wel niet anders zijn. Daarom, écoutez bien: voor een appel en een ei willen we het nog doen. En als het moet nog een lepel suiker er bovenop. Ons broodje is tenslotte al een tijdje gebakken en met een kruimeldief kunnen we nog leven. Mais n’oublions pas: zoals het spreekwoord zegt, gasten en vis blijven maar drie dagen fris. Trop is te veel en te veel is trop. Gegeven brokken zijn gauw gegeten. Ze mogen dan wel beweren dat zien eten doet eten en dat honger de beste saus is, het zal best, maar la faim est mauvaise conseillère. Dat moeten jullie toch ook weten. Daarom, beste disgenoten, als jullie niet de kip met de gouden eieren willen slachten, laten het dan geen vijgen na Pasen worden. Van honger lusten wij geen pap! Zijn wij niet duidelijk genoeg misschien? Geef ons die vis. Maintenant. Vandaag spreken we nog over het eten, maar als we scheiden, dan is het van tafel én bed. En dan is voor jullie het vet écht wel van de bouillabaisse. Is dat duidelijk? I

Elke Vastiau ÎÎEen stukje van de film staat op www.victoriadeluxe.be/2007-2008/ heiveld

1 april 2008 LOKAAL 13


STEFAN DEWICKERE

Dirk Van Mechelen: ‘In Vlaanderen doen we er alles aan om de werkzaamheidsgraad zo hoog mogelijk te hebben. Dan kun je toch geen belasting heffen op personeel!’

14 LOKAAL 1 april 2008


ORGANISATIE INterview DIRK VAN MECHELEN

‘Ik ben een betrouwbare partner van de lokale besturen.’

Minister Dirk Van Mechelen wil dat de Vlaamse overheid een coach van de lokale besturen is en de kwaliteit van het beleid bewaakt. Dat wil hij realiseren met een nieuw decreet op ruimtelijke ordening en met fiscale maatregelen als instrument om beleidsdoelstellingen te halen.

Marlies van Bouwel

V

laams minister Dirk Van Mechelen heeft veel bevoegdheden. Zowel Erfgoed als Ruimtelijke Ordening is van kapitaal belang voor de lokale overheden, zeker ook Financiën. Bij de aankondiging van de schuldovernameoperatie in november sloot hij niet uit dat deze operatie nog kon worden herhaald. Intussen is dit een stuk minder zeker. Wat is de recentste stand van zaken? ‘Ofwel doe je veel keren iets kleins, ofwel één keer een ingreep met structurele gevolgen. Door deze schuldafbouw komt er voor de gemeente jaarlijks extra beleidsruimte vrij. Veel burgemeesters zijn zeer enthousiast. In ’98 bedroeg de Vlaamse schuld 6,6 miljard euro, op 31 december van dit jaar wordt ze nul. Ondertussen evolueert de Vlaamse begroting naar een evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven. Enkel nu hebben we 600 à 700 miljoen euro over. Dit was dus gewoon een unieke kans.’ Hoe moeilijk is het om (titelvoerend) burgemeester te zijn en tegelijkertijd minister die ook soms moeilijke maatregelen moet nemen ten aanzien van de gemeenten? ‘Het is enorm verrijkend en zorgt voor een kruisbestuiving. Ik ben een actieve titelvoerende burgemeester. Op 30 maart ben

ik 25 jaar gemeenteraadslid in Kapellen, ik heb nog nooit een gemeenteraad gemist. Ik ken mijn begroting. Ik heb de onderhandelingen met Aquafin gevoerd. Mijn allereerste interpellatie als volksvertegenwoordiger in ’88 ging over de impact van een beslissing op de gemeente. Ondertussen is dat het gekende Belfortprincipe. We proberen dat zeer ernstig te bewaken.’ ‘Anderzijds leidt elke uitdaging ook tot kansen. Gemeenten betalen nu nog de tol van de plannen-Spitaels om de hoge werkloosheid te bestrijden door DAC’s en Gesco’s. Zo hebben we overtewerkstelling gecreëerd op gemeentelijk vlak, met alle budgettaire gevolgen van dien. In Kapellen heeft de technische dienst dertig werknemers, extreem weinig voor een gemeente met 26.000 inwoners. Dat kan enkel als je taken uitbesteedt. Zo wordt het werk aan de groene infrastructuur uitgevoerd door een beschutte werkplaats. Dat is dubbele winst: je hebt minder arbeiders op de loonlijst en je biedt uitstekende werkgelegenheid aan de moeilijkste doelgroep. Ook het reinigen van de straatkolken of het onderhoud van de belijning besteedt Kapellen uit. Net als de Vlaamse en federale overheid moeten gemeenten evalueren of hun manier van werken wel past in een modern management en op een krappe arbeidsmarkt.’ 1 april 2008 LOKAAL 15


ORGANISATIE INterview DIRK VAN MECHELEN

STEFAN DEWICKERE

Het lokale pact focust vooral op bedrijfsfiscaliteit. Hoe komt het toch euro. Dit is al een punt voor de regeringsonderhandelingen van dat de gemeentelijke bedrijfsfiscaliteit zo in de kijker loopt, terwijl 2009: wie verantwoord wil besturen zal een maximale rechtsburgers driekwart van de gemeentelijke belastingen betalen en bozekerheid willen garanderen.’ vendien van alle in ons land betaalde belastingen maar zeven procent gemeentelijk is? Met andere woorden, zit de grootste fiscale druk niet Is het tien jaar na het decreet op de ruimtelijke ordening tijd voor een bij de andere bestuursniveaus? feestje? ‘Nu de Vlaming 200 euro korting krijgt op zijn belastingen, ‘In Vlaanderen hebben we sinds ’99 een enorme weg afgelegd: is het toch logisch dat de federale en Vlaamse van ad-hocvergunningsmaatregelen naar een overheid willen verhinderen dat de gemeenten ruimtelijke visie in de gemeente. Ik weet wel hun belastingen verhogen. Ik weet wel dat geen dat het op Vlaams, provinciaal en gemeenteenkele burgemeester voor zijn plezier belastinlijk niveau met veel bloed, zweet en tranen gegen verhoogt. Ik zeg dat ook aan de collega’s. beurt. De decreetgever heeft in 1999 de taakIk ben me er meer dan ooit van bewust dat we stelling en de hoeveelheid werk enorm onderde gemeentebesturen geen lessen moeten geschat. In 2005 moesten de gemeenten eigenven. Ik ben een voorstander van autonomie. lijk ontvoogd zijn, maar er waren er toen maar Wat ik voor mezelf vraag, gun ik echt ook aan twee die aan alle vijf criteria beantwoordden, de gemeenten.’ ondertussen zijn het er 28. De lat lag dus veel ‘Europa, de federale overheid, Vlaanderen, de te hoog. Maar ondanks de druk zijn de meeste provincies, de gemeenten: iedereen heeft begemeenten mee in het verhaal, zes op tien geleidsdoelstellingen en die moeten gelijklopend meenten hebben een ruimtelijk structuurplan. zijn. Op milieuvlak legt Europa de ladder van De moeilijkste van de vijf voorwaarden bleek Lansink op om de afvalberg te verminderen. de opmaak van een vergunningenregister. Het wijst de forfaitaire huisvuilbelasting af en Toch vind ik het schrijnend dat in het gediwil het principe dat de vervuiler betaalt doen gitaliseerde Vlaanderen van 2008 gemeenten toepassen. Dat is geen aantasting van de auniet weten welke vergunningen ooit zijn uitgeDirk Van Mechelen: tonomie. Dat heb ik toch ook bewezen met de reikt. Het is een titanenwerk maar tegelijk erg successierechten. De fiscaliteit is een sturend dat dit nog moet gebeuren.’ ‘Net als de Vlaamse en federale element om je doelstellingen te behalen. In ‘De helft van de gemeenten heeft nu een reVlaanderen doen we er alles aan om de werkgister van onbebouwde percelen. Hoe kun je overheid moeten gemeenten zaamheidsgraad zo hoog mogelijk te hebben. een beleid voeren zonder die kennis? Die spiDan kun je toch geen belasting heffen op perraal zijn we aan het doorbreken. Bij de eerste evalueren of hun manier van soneel! We moeten gewoon de beleidsdoelstelgroep ontvoogde gemeenten zit bijvoorbeeld lingen op elkaar afstemmen en de fiscaliteit Gent. Daardoor krijgt het agentschap Ruimwerken wel past in een modern als een instrument gebruiken.’ telijke Ordening in Oost-Vlaanderen een pak ‘Zo willen we de Kyoto-norm halen door de beminder werk en dus meer tijd om in de nietmanagement en op een krappe lasting op outillage en materieel af te schafontvoogde gemeenten te investeren. Onze fen. Dan worden machines eerder vervangen ambtenaren kunnen nu gemeenten coachen arbeidsmarkt.’ door minder vervuilende toestellen.’ in de ontvoogdingsvoorwaarden. Wij zullen als coachende overheid aan kwaliteitsbewaHoe zeker kunnen de gemeenten ervan zijn dat ze king doen. Want als de gemeenten de volle verdaar zelf niet voor moeten opdraaien als Vlaanderen andere budgetantwoordelijkheid dragen voor hun vergunningenbeleid kan taire behoeften krijgt? de Vlaamse overheid worden wat ze moet zijn: een coach en de ‘De Vlaamse opcentiemen staan nu op nul, de gemeentelijke kwaliteitsbewaker.’ ook. Aan gemeenten waarin grote bedrijven hun machinepark vernieuwen, zullen we volledige compensatie bieden. Dat verBinnenkort komt er een decreetwijziging. Wat is de aanleiding daarankeren we bij decreet. Dit pact wordt gesloten door de drie voor en wat zijn de uitgangspunten? grote politieke families, ik kan me niet voorstellen dat ze hun ‘Het decreet van 18 mei 1999 is al ettelijke keren gewijzigd en woord zouden breken.’ dat was noodzakelijk. Als we dat niet hadden gedaan, hadden ‘De voorbije negen jaar heb ik bewezen een betrouwbare partner de niet-ontvoogde gemeenten in 2006 hun bevoegdheid zien te zijn voor de lokale besturen. We hebben begrotingszekerheid verdwijnen naar de deputatie. Dat aparte decreet wordt nu weggecreëerd door het Gemeentefonds een groeivoet van 3,5 progeschreven en het decreet van 1999 wordt fundamenteel herzien. cent per jaar te geven. Gemeenten en steden weten nu precies op Het attest bouwaanvraag wordt uniform, voor ontvoogde en welke middelen ze recht hebben, dat is een bron van stabiliteit. niet-ontvoogde gemeenten. Naast de huidige twee categorieën Het Gemeentefonds is sinds ’99 met 36,1 procent gegroeid, tervan bouwwerken, die met en zonder vergunning wordt er in dit wijl de inflatie in die periode 17,6 procent bedroeg. In concreto: decreet een derde reeks ingevoerd. Namelijk de werken waareen groei van 1,297 miljard naar 1,766 miljard. Als minister van voor je enkel een meldingsplicht hebt zoals kleine uitbreidingsBegroting kan ik hierdoor ook voorspellen welke ruimte er is. werken aan een woning in een verkaveling waar reeds stringente Zo konden we voor 2008 de Eliaheffing compenseren door er 30 verkavelingsvoorschriften gelden.’ procent aan toe te voegen. Bij de beschikbare 83 miljoen euro ‘En naar analogie met openbare werken komt er een as-builtkomt er dit jaar 25 miljoen bij en in 2009 en 2010 41 miljoen attest, een attest waarmee marginale afwijkingen van het oor16 LOKAAL 1 april 2008


STEFAN DEWICKERE

spronkelijk vergunde bouwplan worden opgenomen in het veris dat ze gebouwd worden door een erkende huisvestingsmaatgunningenregister.’ schappij, ofwel als PPS-project met een gemeentelijke woonre‘Ook gaan we proberen in de kleine gemeenten de planlast te vergie ofwel als privéproject, maar met dezelfde infrastructuurlagen. Gemeenten kunnen in groep een ruimtelijk structuurplan subsidie als de socialehuisvestingsmaatschappij en ook aan zes opstellen. Ze kunnen ook samen een stedenbouwkundig ambteprocent btw. Als de privé hier positief op inspeelt, zal het pronaar aanwerven. Ook voor middelgrote gemeenten is dit handig bleem van de sociale woningbouw sneller zijn weggewerkt dan want als je enige stedenbouwkundig ambtenaar ziek is, gaat de iemand kon voorspellen. We houden wel een stok achter de deur boel plat. Als je met drie gemeenten samen vijf met het nakooprecht. Stel dat er een verkaveambtenaren hebt, is er een in elke gemeente en ling is van vijftig loten waarop tien bescheikunnen ze ook ervaringen uitwisselen, compeden woningen moeten komen. Dan geldt een tenties verhogen en zich voor elkaar inzetten. voorkooprecht, maar ook een nakooprecht: is Bovendien kun je dan in een ontvoogde geer na acht jaar nog geen huis gebouwd, dan meente waar de gemeentelijke stedenbouwkunkan de lokale overheid de grond terugkopen dig ambtenaar een voorstel van beslissing aan aan de waarde ten tijde van de vergunning.’ het schepencollege geeft, het vierogenprincipe ‘Ook de leegstandsheffing en de integrale optoepassen waarbij telkens twee mensen het dosbrengst ervan dragen we over aan de gemeensier doornemen om zich te beschermen tegen ten. Vanuit Brussel is dat een administratieve malversaties.’ lijdensweg, terwijl je op gemeentelijk niveau ‘Daarnaast heb ik de jaarverslagen en -programmaatwerk kunt leveren.’ ma’s afgeschaft. Het hoeft niet ook nog eens apart, als je al die informatie bij de begroting ‘Als gemeenten dan een register hebben op onin je algemene beleidsplan steekt. We willen dat bebouwde percelen, een vergunningenregister het decreet in werking treedt op 1 januari 2009. en een register van de leegstand, kunnen ze de We zitten nu in de finale fase. Er komt ook een toestand correct analyseren en hebben ze alles nieuw systeem voor de planbatenopbrengsten. in handen om een goed beleid te voeren. DeDirk Van Mechelen: Dat is het gevolg van het ruimtelijke structuurcretaal zal bepaald worden dat op gemeenteplan en wordt toegewezen aan de gemeenten. lijke gronden een kwart voorbehouden is voor ‘Vanuit Brussel is Zo financier je de kosten van de planning en sociale woningen. Zo zullen gemeenten hun het beleid weer.’ eigen gronden activeren, maar een speelplein de leegstandsheffing in een verkavelingsveld zullen we er wel van Veel gemeenten willen graag betaalbaar bouwen, vrijstellen. Ook voor de nulmeting willen we een administratieve maar zien hun mogelijkheden in de praktijk beperkt een fijnmazigere benadering dan het contaidoordat ze geen gronden kunnen voorbehouden. nerbegrip sociale woningen. Voor ons vallen lijdensweg, terwijl je op Zijn er aanpassingen in het verschiet om betaalbaar daar ook de RVT’s onder, de serviceflats maar bouwen echt mogelijk te maken? ook de opvangplaatsen voor asielzoekers of gemeentelijk niveau ‘Op 1 januari 2009 moet ook het gronden- en opvanghuizen voor alleenstaande moeders.’ pandenbeleid in werking treden. Voor het eerst ‘Dat is onze visie op gemeentelijk woonbeleid: maatwerk kunt leveren.’ in de geschiedenis van Vlaanderen zal er een uitdagend, maar ze geeft ook veel voldoening. gedetailleerd schema komen over hoe het beleid Het decreet ruimtelijke ordening is klaar, het werk maakt van betaalbaar wonen. De instrugrond- en pandendecreet ook. Nu wordt het menten zitten in het decreet. Voor een gebied dat met een RUP tijd om het erfgoeddecreet aan te pakken.’ of een verkavelingsvergunning aangeduid is als woongebied, kun je de projectontwikkelaar sociale lasten opleggen en hem Daar willen we het dan graag nog een andere keer over hebben! een percentage doen voorbehouden voor sociale en bescheiden woningbouw. Dat laatste kan de lokale overheid zelf vormelijk bepalen door de perceelsgrootte of gebouwgrootte. Het grote Marlies van Bouwel is hoofdredacteur verschil met de sociale woningen volgens de Vlaamse wooncode van Lokaal

Ruimtelijke ordening: wat we zelf doen, doen we beter? In de ruimtelijke ordening verschuift het zwaartepunt in de verhouding tussen de Vlaamse overheid en gemeenten langzaam van bevoogden naar begeleiden. Behalve de grotere

rol in de vergunningverlening wordt van een gemeente ook steeds meer verwacht op het

vlak van ruimtelijke planning en handhaving. Bovendien wordt de invloed van de sectorale regelgeving steeds belangrijker. Is dit nog allemaal haalbaar voor een gemeente? Trefwinkel van 9.30 tot 10.30 uur met minister Dirk Van Mechelen, schepen Karin Temmerman en schepen Bart Van de Keere.

1 april 2008 LOKAAL 17


STEFAN DEWICKERE

ORGANISATIE FINANCIËN

De politieke discussies over het Gemeentefonds draaien vooral rond het bedrag per inwoner voor elke gemeente. Dat verschilt zeer sterk tussen de gemeenten.

Vijf jaar nieuw Gemeentefonds Eind januari kregen de Vlaamse gemeenten en OCMW’s hun afrekening voor 2007 van het Gemeentefonds. Daarmee eindigde het vijfde jaar Gemeentefonds volgens de regels die in 2002 werden vastgelegd. Tijd voor een evaluatie. Jan Leroy

H

et Gemeentefonds zoals we het vandaag kennen, ging van start in 2003. Het groepeerde het oude Gemeentefonds, het Investeringsfonds en het Sociaal Impulsfonds (SIF). Dit betekende een belangrijke administratieve vereenvoudiging, want voor een pak meer middelen dan vroeger moeten de gemeenten geen plannen vooraf en verantwoording achteraf meer opstellen. De verdeling van het nieuwe Gemeentefonds is gebaseerd op vroegere criteria (met bijvoorbeeld voorafnames voor grote steden en centrumsteden, of een compensatie voor fiscale armoede), gecombineerd met de meer sociale maatstaven die eigen waren aan het SIF. Omdat niemand door het nieuwe Gemeentefonds mocht verliezen, kregen alle besturen de garantie dat ze ten minste recht hadden op de som van de drie oude fondsen in 2002. Een beetje on-Vlaams is alvast de vaststelling dat het decreet op het Gemeentefonds, dat dateert van juli 2002, sindsdien nog 18 LOKAAL 1 april 2008

maar vijf keer werd veranderd. De meeste van die aanpassingen gebeurden in de jaren 2002-2004 en kwamen er vooral om besparingsredenen. Zo verdween de verwachte economische groei als bepalende factor voor de stijging van het fonds en kwam er een regeling met een lager vierde kwartaalvoorschot. Dat laatste leidde alleen tot een verschuiving in de tijd van de betaling. De recentste aanpassing dateert van december 2007. Toen werd de 83 miljoen euro ter compensatie van de afgeschafte Eliaheffing aan het Gemeentefonds toegevoegd. Voor de rest heeft dat geld echter niets met het Gemeentefonds te maken, want het groeiritme, de verdelingswijze en de uitbetaling verlopen op een andere manier. Verder in dit stuk bekijken we dan ook alleen maar het Gemeentefonds zonder die 83 miljoen euro. Groeiritme van 3,5% Het Gemeentefonds is sinds 2002 flink gegroeid, zo blijkt uit tabel 1. Uit diezelfde tabel blijkt ook dat de Vlaamse overheid zich de voorbije jaren trouw hield aan het bij decreet bepaalde groeiritme van 3,5% per jaar. Het is met het oude Gemeentefonds ooit anders geweest. Het Gemeentefonds steeg de voorbije jaren sneller dan de inflatie, wat dus een reële groei betekende. Tegen eind dit jaar zal het Gemeentefonds in koopkracht uitgedrukt iets meer dan 9% hoger liggen dan de oude fondsen van 2002.


Uiteenlopende groei Deze mooie algemene groei van het Gemeentefonds verbergt echter grote verschillen tussen de gemeenten. Dat heeft verschillende oorzaken. Ten eerste is er de garantieregeling. Die bepaalt dat geen enkel bestuur door de nieuwe criteria minder kan krijgen dan de som van de fondsen van 2002. Blijkt bij de toepassing van de verdeelmaatstaven dat dit toch dreigt te gebeuren, dan krijgt een bestuur eerst een aanvulling alvorens er bijkomende middelen naar andere gemeenten gaan. Ten tweede is er de toepassing van de nieuwe verdeelcriteria. Besturen die op het vlak van centrumfunctie, open ruimte en fiscale armoede ‘beter’ scoren, zijn bij de winnaars van het nieuwe Gemeentefonds. Het is dan ook logisch dat die de voorbije jaren de sterkste groei hebben opgetekend. Ten derde is er het effect van de bestraffing voor ‘te lage’ (althans volgens de decreetgever) aanslagvoeten. Gemeenten die niet ten minste 5% aanvullende personenbelasting (APB) en 700 opcentiemen op de onroerende voorheffing aanrekenen, krijgen minder dan hun berekende aandeel uit het Gemeentefonds. In 2008 gaat het nog uitsluitend om gemeenten met een ‘te lage’ APB: Aartselaar (4%), Beveren (4%), De Panne (0%), Herstappe (3,5%), Knokke-Heist (0%), Koksijde (0%), Machelen (4%) en Zwijndrecht (1%). Tabel 2 bevat het aantal gemeenten volgens het groeipercentage tussen 2002-2007. We nemen er bewust 2008 niet bij, omdat de gemeenten hiervoor alleen nog maar over ramingen beschikken. Het bedrag van 2008 zal pas in januari 2009 bekend zijn. Tabel 2 levert enkele interessante conclusies op. De nieuwe verdelingsregels hebben duidelijk gewerkt. Terwijl het Gemeentefonds als geheel tussen 2002 en 2007 met 21,36% steeg, waren er gemeenten die hun aandeel in die periode bijna zagen verdubbelen. Aan het andere uiteinde zijn er besturen met een daling (door de penalisatie van de ‘te lage’ tarieven), maar ook 38 gemeenten die nog steeds op het niveau van 2002 geblokkeerd zitten. Verder zagen 60 gemeenten hun aandeel trager toenemen dan de inflatie. In totaal 104 Vlaamse gemeenten (33,76%) krijgen vandaag in reële termen dus minder uit het Gemeentefonds dan uit de gezamenlijke fondsen van 2002. De Vlaamse boodschap dat er de voorbije jaren veel extra geld naar het Gemeentefonds ging, klinkt voor die besturen wat wrang. Wie de sterkste groei optekende, staat in tabel 3. Bij die besturen kunnen we een onderscheid maken tussen twee types gemeenten. Het best vertegenwoordigd zijn de kleine landelijke gemeenten in onder andere de Westhoek, Zuid-Limburg en het Meetjesland. Meer dan vroeger vergoedt het nieuwe Gemeentefonds fiscale armoede en open ruimte. Die groep gemeenten plukt hier duidelijk de vruchten van. Een tweede groep (met in de lijst Turnhout en Tielt) profiteert van het systeem van de zogenaamde voorafnames. Een aantal soorten gemeenten (grote steden, centrumsteden, provinciesteden en kustgemeenten) krijgen een voorafname per inwoner, naast de middelen op basis van de socio-economische criteria. Turnhout wint door het feit dat het vroeger niet en nu wel bij de centrumsteden wordt gerekend. Tielt krijgt extra middelen doordat het bij de nieuwe categorie van de provinciesteden zit.

Tabel 1: Het Gemeentefonds 2003-2008: algemene evolutie (in miljoen euro)

Jaar 2002 2 2003 2004 2005 2006 2007 2008 3 2002-2008

Bedrag 1455,6 1542,8 1593,3 1649,0 1706,8 1766,5 1828,3 +372,7

Groei -6,00% 3,27% 3,50% 3,50% 3,50% 3,50% 25,60%

Inflatie 1 -1,74% 2,28% 2,88% 1,64% 3,09% 2,57% 4 15,06%

Reële groei -4,19% 0,97% 0,60% 1,83% 0,40% 0,91% 9,16%

(1) Indexcijfer consumptieprijzen (2) Som van de oude fondsen waaruit het nieuwe Gemeentefonds werd samengesteld (3) Zonder de extra 83 miljoen euro ter compensatie van de afgeschafte Eliaheffing (4) Raming Planbureau maart 2008 Tabel 2: Aantal gemeenten per groeipercentage van het Gemeentefonds 2002-2007

Groeipercentage <0% 0% 0-12,17% (1) 12,17-20% 20-30% 30-40% 40-50% 50-60% 60-70% 70-80% 80-90% 90-100%

Aantal gemeenten 6 38 60 45 63 58 21 7 3 4 2 1

(1) 12,17% is de cumulatieve inflatie 2002-2007. Gemeenten die minder stijgen dan dat percentage gaan er reëel op achteruit.

Tabel 3: Sterkste groeiers in het Gemeentefonds 2002-2007

Gemeente Lo-Reninge Zuienkerke Alveringem Voeren Spiere-Helkijn Baarle-Hertog Turnhout Herstappe Vorselaar Vleteren Heers Mesen Heuvelland Sint-Laureins Tielt Moerbeke Hamont-Achel

Groeipercentage 2002-2007 90,14% 85,53% 81,77% 76,46% 74,60% 70,81% 70,55% 66,29% 65,37% 65,12% 59,64% 59,10% 58,86% 56,52% 55,25% 54,33% 50,11%

Aantal inwoners 3 317 2 743 4 955 4 261 2 047 2 337 39 863 85 7 419 3 640 6 812 983 6 591 6 591 19 357 5 904 13 863 1 april 2008 LOKAAL 19


STEFAN DEWICKERE

ORGANISATIE FINANCIËN

De VVSG vindt het een ongehoorde inmenging in de fiscale autonomie dat gemeenten met ‘te lage’ aanslagvoeten bestraft worden.

Tabel 4: Gemeentefonds 2007: hoogste en laagste bedragen per inwoner

Gemeente Gent Antwerpen Brugge Oostende Mechelen Turnhout Genk Leuven Kortrijk Sint-Niklaas … Kortenberg Kraainem Wemmel Aartselaar Steenokkerzeel Keerbergen Boortmeerbeek De Pinte Zwijndrecht

Bedrag per inwoner 1002,23 987,98 458,57 404,14 367,47 363,90 361,45 359,80 344,00 338,10 … 108,42 108,32 107,31 106,81 106,54 105,76 105,45 103,60 94,86

Sint-Martens-Latem

94,52

Tabel 5: Aantal besturen volgens het aandeel van het OCMW in het Gemeentefonds (2007)

Aandeel Gemeentefonds voor het OCMW 0% 0-7,99% 8% 8,01-20% > 20% 20 LOKAAL 1 april 2008

Aantal besturen 25 28 211 39 5

En per inwoner? Het Gemeentefonds op een billijke manier onder alle gemeenten verdelen is onmogelijk. Elk verdelingssysteem is nu eenmaal een politiek compromis, waarin naast objectieve maatstaven allerlei meer betwistbare criteria een rol spelen. Telkens ook staat men voor de keuze in hoeverre een hervorming kan of mag afwijken van wat bestaat, en of door een eventuele herverdeling besturen ook minder mogen krijgen. De politieke discussies over het Gemeentefonds draaien vooral rond het bedrag per inwoner voor elke gemeente. In Vlaanderen lag dat in 2007 op gemiddeld 288,76 euro. Dat bedrag verbergt echter zeer sterke verschillen tussen de gemeenten onderling. Dat blijkt uit de gegevens in tabel 4.

Het is moeilijk aanvaardbaar dat meer dan een derde van de Vlaamse gemeenten al vijf jaar lang steeds minder kan kopen met het geld van het Gemeentefonds. Bij de toppers zitten alleen centrumsteden en grote steden. LoReninge (12de), Alveringem (14de), Voeren (16de), Heuvelland (17de), Zuienkerke (18de) en Mesen (20ste) volgen er echter niet ver achter. De laagste bedragen per inwoner vinden we vooral in besturen uit de ‘rijke’ rand rond Brussel, Antwerpen en Gent. Op de kaart zijn Sint-Martens-Latem en Gent buurgemeenten, voor het bedrag per inwoner uit het Gemeentefonds gaapt er een verhouding van meer dan 1 tot 10 tussen beide. En het OCMW? Vernieuwend aan het Gemeentefonds was de keuze die gemeente en OCMW zelf kunnen maken over wie wat krijgt. Alleen als ze er niet uitkomen, gaat er 8% naar het OCMW. In 2007 kregen de OCMW’s in totaal 5,52% van het Gemeentefonds. De 8% blijkt voor het grootste deel van de besturen nog steeds het ankerpunt, zo blijkt uit tabel 5. Ruim twee derde van de Vlaamse gemeenten past dit percentage toe. Er zijn ook een 25-tal bestu-


ren die de financiering van het OCMW volledig via de gewone gemeentelijke dotatie regelen. Aan het andere uiteinde zijn er ook vijf gemeenten met meer dan 20% van hun Gemeentefonds voor het OCMW: Holsbeek (50%), Zoersel (47,5%), Blankenberge (35%), Zelzate (25%) en Eeklo (22,8%). Tot slot Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen wil het Gemeentefonds in 2008 hervormen. Concrete plannen zijn er voor zover we weten nog niet. In elk geval wijzen de cijfers uit dat, als men wil dat het Gemeentefonds alle besturen ten goede komt, er toch een pak middelen zullen moeten bijkomen. Het is immers moeilijk aanvaardbaar dat meer dan een derde van de Vlaamse gemeenten al vijf jaar lang steeds minder kan doen met het geld dat Vlaanderen hun via het Gemeentefonds toekent. Verder blijven we vragen stellen bij de bestraffing van gemeenten met ‘te lage’ aanslagvoeten. De VVSG vindt dit een ongehoorde inmenging in de fiscale autonomie. Bovendien heeft de maatregel er tot nu toe niet toe geleid dat veel gemeenten hun fiscaal beleid hebben aangepast. Integendeel, de groep gemeenten zonder APB is sinds dit jaar zelfs uitgebreid met De Panne. Wat er met de verdeling zelf zal gebeuren, is absoluut onvoorspelbaar. Nu al worden in het parlement stilaan stellingen ingenomen en dat zal de komende maanden alleen maar toenemen, zo vrezen we. We hopen vooral dat de Vlaamse parlementsleden zullen kunnen en willen handelen vanuit de belangen van de lokale besturen als geheel, aan de hand van objectieve of objectiveerbare maatstaven. De decreetgever mag niet afhankelijk zijn of worden van parlementsleden die tegelijkertijd ook nog ergens een lokaal mandaat vervullen. Het Gemeentefonds gaat immers over 308 gemeenten, niet alleen over die besturen die toevallig over een vertegenwoordiger in Brussel beschikken. Als het tot een hervorming komt, zal de VVSG in elk geval opnieuw pleiten voor een hoger gewicht van het criterium van de fiscale draagkracht. Alleen als we besturen met een achterstand op dat vlak echt kunnen compenseren voor de inkomsten die ze buiten hun wil mislopen, kunnen we blijven verdedigen dat de fiscaliteit een belangrijke inkomstenbron voor de gemeenten is en moet blijven.

Beperkt in opstellingsruimte? Mampaey heeft er wel de gepaste compacte en zuinige condensatieketel en boiler voor.

1. Remeha QUINTA. Vermogen van afgebeelde opstelling: 336 kW

2. Aquinox OLB. Debiet van afgebeeld model: 1.230l/10 min à 40°C

Jan Leroy is VVSG-stafmedewerker Lokale Financiën 3. Remeha Gas 210 ECO. Vermogen van afgebeelde opstelling: 400 kW

Lokaal Financieel Management Het handboek Lokaal Financieel Management blijft de actualiteit op de voet volgen. Nu lokale besturen moeten beslissen of ze voor hun nieuwe boekhoudsoftware bij hun leverancier blijven of de markt opgaan, biedt Lokaal Financieel Management een handige leidraad voor het opstellen van het bestek. Daarnaast is er een bijwerking over het thesauriebeheer. Hoe beheren besturen zo goed mogelijk hun liquiditeiten? Welke bancaire en andere instrumenten bestaan er om hen daarin te ondersteunen?

www.mampaey.be

J.L. Mampaey bvba Uitbreidingstraat 54 2600 Antwerpen Tel 03 230 71 06 - Fax 03 230 11 53 info@mampaey.be

U kunt dit losbladige handboek bestellen op de Politeia-website www.politeia.be. Het handboek kost 119 euro voor VVSG-leden en 139 euro voor niet-leden. Bij intekening op een abonnementsformule worden de bijwerkingen u automatisch opgestuurd tegen 0,44 euro per bladzijde, en dit tot schriftelijke opzegging.

MAMPAEY_adv.indd 1

12:22:59 1 april 2008 31-01-2008 LOKAAL 21


ICT: hindernissenparcours of hulpmiddel Het volstaat niet veelbelovende toepassingen aan te kopen om een meerwaarde binnen de organisatie te genereren.

Gemeenten worstelen vaak met de inzet van ICT in hun organisatie omdat ze niet goed weten waar ze naartoe moeten. Een eigen ICT- en e-governmentbeleid op poten zetten is moeilijk. De techniek van de I-Scan maakt het mogelijk om op een gestructureerde manier de stand van zaken voor ICT in kaart te brengen en duidelijke krijtlijnen voor de toekomst uit te tekenen. Elke Boudrie

G

emeenten vertrekken nog al te dikwijls van een traditionele visie op informatiemanagement en ICT. TechnologieĂŤn worden ingezet ter ondersteuning van de dagelijkse taken, met als resultaat dat diensten als eilandjes zonder enige samenhang werken. Taken worden los van elkaar geautomatiseerd en er is geen sprake van gegevensuitwisseling over diensten heen. De werking van de ICT-dienst beperkt zich bijgevolg tot een technische helpdesk. Gemeenten hebben vaak een beperkt zicht op de mogelijkheden die ICT de werking van hun organisatie biedt. Ze ervaren een gebrek aan kennis en inzichten om een eigen weg uit te stippelen. (Zo blijkt uit de studie Diffusie in kleine Vlaamse gemeenten terug te vinden op www.steunpuntbov.be.) Omdat er geen algemeen aanvaarde kaders en richtlijnen zijn, stellen gemeenten zich 22 LOKAAL 1 april 2008

soms te afhankelijk op tegenover het aanbod van de ICT-leveranciers. Veel gemeenten beperken zich maar tot het aanbod van de huisleverancier, omdat ze opzien tegen hoge omschakelingskosten en omdat ze problemen verwachten bij de koppeling van toepassingen van verschillende leveranciers. Kortom, zowel intern als extern is de weg naar e-government voor gemeenten een hindernissenparcours. Nochtans kan de invoering van ICT een grote invloed hebben op het functioneren van gemeentelijke organisaties. Overstijg de automatisering Met informatie- en communicatietechnologieĂŤn krijgen gemeenten de kans zich beter te organiseren. Gemeenten zijn zich hiervan soms onvoldoende bewust of hebben onvoldoende idee hoe ze ICT kunnen

laten renderen. Door processen te gebruiken als basis voor het inzetten van ICT, maar ook door toepassingen op elkaar af te stemmen en gegevens doordacht te beheren (eenmalig invoeren en meervoudig gebruiken), helpt ICT gemeenten hun organisatie aan te sturen door een beter beheer en een goede ondersteuning. ICT is dan niet langer het verhaal van de systeemverantwoordelijke maar van de organisatie als geheel. Als gemeenten stilstaan bij hun keuzes en initiatieven en als ze werken aan een overkoepelende ICT-visie, kunnen ze voldoende daadkracht onwikkelen om prioriteiten vast te stellen en doordachte keuzes te maken. Door beter te weten waar ze naartoe willen, zullen gemeenten sterker in hun schoenen staan in het overleg, zowel met elkaar als met leveranciers en andere overheden. Inzicht in de rol die ICT kan spelen ter ondersteuning van de werking van de organisatie is de sleutel tot (meer) succes. Het is belangrijk dat ambtenaren zich niet blind staren op de technische problemen die de invoering van ICT vaak met zich meebrengt. Pas wanneer ICT door de organisatie wordt gezien als instrument om

STEFAN DEWICKERE

ORGANISATIE INFORMATICA


Het I-Scan-traject Het I-Scan-traject verloopt in drie fasen, waarbij het zwaartepunt ligt op een acht uur durende workshop met vertegenwoordigers van de organisatie. Fase 1: Intakegesprek (± 2 uur) met enkele sleutelfiguren om inzicht te krijgen in de gemeentelijke situatie op het vlak van ICT. De informatie verkregen tijdens het intakegesprek is een eerste kennismaking met de gemeente en dient ter voorbereiding van de workshop. Fase 2: I-Scan-workshop (1 dag) gebeurt met een groep van 12 à 14 vertegenwoordigers van de gemeentelijke organisatie. Deelname van secretaris, leden van het managementteam, ICT’ers en zeker een schepen voor ICT is hierbij van belang. Tijdens de workshop wordt aan de hand van een vragenlijst met stellingen het huidige ontwikkelingsniveau van de gemeente op ICT-gebied in kaart gebracht. Door het gesprek over de plaats en rol van ICT binnen de organisatie verkrijgen deelnemers een duidelijker beeld van de huidige stand van zaken maar ook van waar de organisatie naartoe wil. Knelpunten, sterktes en zwaktes worden besproken, alsook de doelstellingen en prioriteiten die verschillende diensten vooropstellen. Fase 3: Rapportering (± 2 uur): het traject wordt afgerond met een exitgesprek met de deelnemers en de schriftelijke rapportering van het ontwikkelingsniveau van de gemeente, de sterktes en de zwaktes en een reeks concrete verbeterpunten en aanbevelingen. De gemeente zorgt zelf voor enkele praktische zaken zoals een locatie, laptop, beamer, catering en uitnodigingen. Naast het engagement van de deelnemers is de deelname van leden van het bestuur en het managementteam van groot belang. In twee jaar wil dit I-Scan-project vijftig gemeenten scannen. 28 gemeenten hebben al ingetekend, nieuwe afspraken voor een scan kunnen ten vroegste in het najaar 2008 gepland worden. Informatie: herman.callens@vvsg.be, T 02-211 55 29 Intekenen: elke.boudry@hogent.be, T 09-242 26 56 Relevante documenten en voorbeeldrapporten: www.iscan.be

organisatieverandering en -verbetering te bewerkstellingen, kunnen gemeenten verder evolueren in de richting van een elektronische overheid waarbij burgers en bedrijven als klanten centraal staan. ICT raakt de hele organisatie ICT is niet enkel technologie, maar raakt de werking van de hele organisatie. Het volstaat niet veelbelovende toepassingen aan te kopen om een meerwaarde binnen de organisatie te genereren. Eigenlijk moet de organisatie ook weten wat ze van ICT verwacht, welk engagement en welke opvolging dit van haar vergt. De inzet van ICT in gemeenten heeft bijgevolg veel organisatorische implicaties. Gemeenten botsen daarbij ongetwijfeld op bestaande knelpunten binnen de organisatie. Deze problemen tekenen zich des te scherper af wanneer men ICT doorheen de hele organisatie wil inzetten en de

taakgerichte inzet ervan wil overstijgen. Om de organisatie en ICT op elkaar af te stemmen is het belangrijk de juiste vragen

in samenwerking met de VVSG en met de financiële steun van Corve, de I-Scan naar Vlaanderen. Deze I-Scan is gebaseerd op de Quick Scan, een Nederlands instrument dat werd ontwikkeld in opdracht van EGEM (het Nederlandse e-government-competentiecentrum voor lokale besturen, een gezamenlijk initiatief van de rijksoverheid en de lokale besturen) om de ontwikkeling van ICT in overheidsorganisaties in kaart te brengen. Deze interactieve benadering vertrekt van hoe de deelnemers ICT binnen hun organisatie ervaren en stelt hen in staat een beter inzicht te krijgen in de plaats en de rol van ICT binnen de gemeentelijke organisatie. Het is een handig middel om discussie over de inrichting en besturing van ICT in uw organisatie op gang te brengen. Doorheen het I-Scan-traject worden de verwachtingen vanuit de organisatie afgestemd op de mogelijkheden en kansen die ICT de gemeentelijke organisatie kan bieden. Knelpunten en sterktes en zwaktes worden in kaart gebracht, en op basis daarvan worden bruikbare beleidsaanbevelingen geformuleerd. Gemeenten voelen zich na het I-Scan-traject beter in staat prioriteiten vast te leggen en een ICT-beleid uit te stippelen dat gedragen wordt door de hele organisatie. De verworven inzich-

De I-scan is een handig middel om discussie over de inrichting en besturing van ICT in uw organisatie op gang te brengen. te stellen. Waarvoor staan we als organisatie? Waar willen we naartoe? Hoe kunnen we ICT daarbij inzetten? ICT is dus maar voor een klein deel een kwestie van technologie, het zet vooral aan tot nadenken over hoe de organisatie ICT inschakelt om haar doelstellingen te bereiken. De I-Scan, het duwtje in de rug Om gemeenten een stap in de goede richting te helpen, haalt de Hogeschool Gent

ten en de resultaten vormen een stevige basis om in de toekomst weloverwogen en doelgerichter in te spelen op de ontwikkelingen die op de gemeentelijke organisatie afkomen en een betere afstemming tussen ICT en de organisatie te bereiken. Elke Boudry is wetenschappelijk medewerker aan de Hogeschool Gent

Lokeren: Stad en OCMW delen een ICT-dienst Naast de trefwinkels en werkbezoeken vinden er tijdens deze Trefdag vele

tientallen thematafels plaats waar sterke praktijken worden gepresenteerd. Thematafel van 9.45 tot 10.30 uur door Eddy Van der Stock, diensthoofd ICT en Gis in Lokeren

1 april 2008 LOKAAL 23


STEFAN DEWICKERE

FORUM RAADSZAKEN

Op gemeenteraadscommissies komt weinig publiek af maar als het hun aanbelangt, vinden mensen wel duidelijk de weg.

Gemeenteraadscommissies, in elke gem Elke gemeenteraad kan één of meer gemeenteraadscommissies oprichten. Alleen gemeenteraadsleden kunnen er deel van uitmaken. Volgens het gemeentedecreet bereiden de commissies de besprekingen in de gemeenteraad voor, verlenen ze advies en formuleren ze voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. Gemeenteraadscommissies blijken een veelgebruikt instrument in de gemeenten. Lokaal nam een kijkje in drie gemeenten. Marian Verbeek

D

e gemeente Temse heeft vijf gemeenteraadscommissies, even veel als in de vorige bestuursperiode. ‘We besteden veel aandacht aan de goede werking van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies,’ zegt gemeentesecretaris Luc Verhulst. In februari paste de gemeenteraad het huishoudelijke reglement nog aan. Raadsleden krijgen maar presentiegeld 24 LOKAAL 1 april 2008

als ze minstens een derde van de duur van de vergadering, van de gemeenteraad of van de gemeenteraadscommissies, aanwezig zijn. ‘Het lijkt een strenge maatregel maar we zijn niet over één nacht ijs gegaan,’ zegt de secretaris. ‘Trouwens, de regel werd unaniem goedgekeurd.’ Het college van burgemeester en schepenen roept de gemeenteraadscommissies

samen. ‘We laten dit niet aan de voorzitters van de commissies over om vat te kunnen houden op het aantal vergaderingen. Een hoog vergaderritme zou immers het bedrag aan uit te betalen presentiegelden de hoogte in jagen. De gemeenteraad van Temse telt 29 leden. De vijf commissies hebben telkens vijftien leden. Bij de verdeling van de zitjes in de gemeenteraadscommissies kozen de raadsleden voor de breedste formule. Zo is de kleinste fractie, die maar één verkozene heeft, in elke commissie vertegenwoordigd. We plannen de gemeenteraadscommissies nauwkeurig,’ zegt Luc Verhulst. ‘Aan het einde van de gemeenteraad halen we de kalender erbij en kijken we na of er geen vergaderingen dubbel geboekt zijn.’ De gemeenteraadscommissie Financiën vergadert in de week voorafgaand aan de gemeenteraad. De andere commissies komen vroeger bijeen. Ook al vinden de


vergaderingen ’s avonds plaats, er komt weinig publiek op af. De data van de vergaderingen worden wel aangekondigd maar het publiek wordt niet actief gestimuleerd om aanwezig te zijn. Ook de pers vindt maar moeilijk de weg naar de gemeenteraadscommissies. ‘Maar in de commissies werden tot nu toe nog geen prangende dossiers besproken,’ merkt Luc Verhulst op. Voor hem is de openbaarheid van de gemeenteraadscommissies geen meerwaarde. ‘De discussies krijgen toch een ander karakter als er publiek bij is. De discussie is dan minder inhoudelijk en meer gericht op publiek vertoon. Discussies zonder publiek leveren meer op. Maar dat wil niet zeggen dat we het publiek buiten moeten houden. Je zou na elke gemeenteraadscommissie een communiqué kunnen verspreiden om het publiek op de hoogte te brengen van de besproken thema’s.’ Voor de personeelsleden zijn de commissies interessant. Zeker wie een bepaalde materie opvolgt, wil de vergaderingen bijwonen, maar Luc Verhulst probeert de aanwezigheid van personeelsleden in de hand te houden.

tevredenheid. Alle gemeenteraadsleden zijn lid van de gemeenteraadscommissie. In principe vergadert de commissie een week na de gemeenteraadszitting. Al is er niet elke maand een vergadering. Aan het einde van de gemeenteraad stellen de raadsleden de agenda van de gemeente-

Je zou na elke gemeenteraadscommissie een communiqué kunnen verspreiden om het publiek op de hoogte te brengen van de besproken thema’s. raadscommissie samen. Opmerkelijk is dat ze geen presentiegeld ontvangen voor de vergaderingen van de commissie. ‘Ze vragen daar ook niet om,’ zegt Jos Truyen. Net zoals in Temse is het publiek nauwelijks of niet aanwezig tijdens de commissievergadering. Ook tijdens de gemeenteraadszitting zit op de publieksbanken meestal enkel de lokale correspondent van Het Belang van Limburg.

meente een ander verhaal Een commissie in totaal In As is er maar één gemeenteraadscommissie. As, een gemeente met 7650 inwoners, heeft geen behoefte aan meer commissies. Gemeenteraadsvoorzitter Jos Truyen legt uit hoe de raadsleden het voorzitterschap van de enige gemeenteraadscommissie regelden. Er zijn vier partijen in de gemeenteraad en elke partij neemt gedurende anderhalf jaar het voorzitterschap waar. In de vorige bestuursperiode gebeurde het ook zo, tot ieders

beleidsplannen. ‘Door de beleidsplannen in de gemeenteraadscommissie op te volgen zal ze inhoudelijker kunnen werken en het beleid meer systematisch kunnen opvolgen. Het is nu toch nog een beetje te veel nattevingerwerk.’

Jos Truyen vindt dat de gemeenteraadscommissie efficiënter zou kunnen werken. ‘De werking zou op een meer gestructureerde wijze kunnen worden opgezet. Naast de punten over de wijze waarop de raadsleden werken (huishoudelijk reglement, deontologie, rechten en plichten) komen ook inhoudelijke punten aan bod (begroting, zoneringsplannen, meerjarenplan).’ De gemeenteraadsvoorzitter zou graag hebben dat de commissie zich meer boog over de uitvoering van de

Een commissie per schepen Lieven Dehandschutter is voorzitter van de gemeenteraadscommissie Cultuur, Evenementen, Onderwijs en Emancipatie. Sint-Niklaas heeft negen commissies of één per schepen. In de vorige bestuursperiode hadden sommige schepenen twee commissies. Het stadsbestuur besliste echter het aantal te beperken. Elke commissie telt veertien leden en elke fractie heeft minstens één vertegenwoordiger. Er zijn ook raadsleden die andere commissies bijwonen maar dat is enkel weggelegd voor de jonggepensioneerden. ‘Daar moet je tijd voor hebben,’ zegt Lieven Dehandschutter. Publiek en pers zijn weinig aanwezig. Maar toen onlangs het dossier over het bestek voor een masterplan op de agenda stond, bleek er toch een afvaardiging van bezorgde buurtbewoners aanwezig. Mensen vinden dus duidelijk de weg. Lieven Dehandschutter stelt vast dat de verslaggeving over de werking van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies in de pers drastisch achteruit gaat. Hij vindt dat een betreurenswaardige evolutie. Het college van burgemeester en schepenen heeft rechtstreeks contact met de pers. Journalisten zijn dus

Het college is niet onzijdig: de meerwaarde van een vrouw in het college Een thematafel onder leiding van Francy Van der Wildt, burgemeester van Rumst en voorzitster van de Nederlandstalige Vrouwenraad Thematafel van 15.45 tot 16.30 uur

1 april 2008 LOKAAL 25


LOKALE RAAD

FORUM RAADSZAKEN

?

Wat betekent budgethouderschap?

!

Het Gemeentedecreet definieert het budgethouderschap als volgt: ‘De toegekende bevoegdheid tot beheer van een budget dat taakstellend is in die zin dat het een norm inhoudt waarvan de budgethouder de realisatie nastreeft.’

niet meer afhankelijk van de informatie die op de gemeenteraad wordt gegeven. Het komt het democratische gehalte van de gemeenteraad niet ten goede. De aanwezigheid van de pers geeft immers kleur aan de discussies. De leden van de gemeenteraadscommissies krijgen een presentiegeld als ze de vergaderingen bijwonen. Dit is 60% van het presentiegeld voor de gemeenteraadszittingen. Dat de gemeenteraadscommissies aparte voorzitters hebben vindt Lieven Dehandschutter een goede zaak. De voorzitter kan een eigen dynamiek ontwikkelen en zelf initiatieven nemen. Zo vult hijzelf zijn rol als voorzitter van de gemeenteraadscommissie Cultuur, Evenementen, Onderwijs en Emancipatie zorgvuldig in. Hij leidt de discussies in goede banen. Een goede verstandhouding met de bevoegde schepen tilt het niveau van de commissiewerking op. Vroeger kwamen enkel de punten

Toegekende bevoegdheid: Een orgaan of persoon wordt door het

decreet (het college van burgemeester en schepenen) of door een expliciete beslissing (de secretaris) als budgethouder aangesteld.

Tot beheer van een budget dat taakstellend is: De budgethouder

krijgt een budget ter beschikking om de aan hem opgelegde doelstellingen te realiseren.

Een norm waarvan de budgethouder de realisatie nastreeft: Aan

budgethouderschap zijn rechten maar ook plichten verbonden. De budgethouder mag namens de gemeente verbintenissen aangaan in overeenstemming met het hem toevertrouwde budget. Hij voert ook de procedure van overheidsopdrachten, inclusief de toewijzing van de opdracht. Financiële verbintenissen zijn eerst onderworpen aan een visum door de ontvanger, die hiermee attesteert dat de verbintenis wettig en regelmatig is. De gemeenteraad kan, binnen de perken bepaald door de Vlaamse regering, bepaalde verrichtingen van dagelijks bestuur vrijstellen van een dergelijk visum. De budgethouder keurt de te betalen bedragen goed. De gemeenteraad en het college kunnen beslissen dat dit aspect van hun budgethouderschap gedelegeerd wordt naar de gemeentesecretaris, die het niet verder kan delegeren. Budgethouders kunnen door de gemeentesecretaris na advies van de financieel beheerder ook een provisie ter beschikking gesteld krijgen om geringe exploitatie-uitgaven van dagelijks bestuur te verrichten. In dat geval is de budgethouder persoonlijk verantwoordelijk voor het geld dat hij in een dergelijke provisie moet beheren. De financieel beheerder moet trouwens ten minste één keer per jaar deze provisie en de boekhouding die ermee samenhangt controleren. In verband met personeel is het budgethouderschap beperkt. Door het gemeentedecreet kunnen uitsluitend de gemeenteraad (voor de (adjunct-)secretaris en de financieel beheerder) en het college personeel aanstellen. Dit is eventueel delegeerbaar naar de secretaris maar niet verder. De budgethouder mag de beslissingen, akten en briefwisseling die verband houden met zijn bevoegdheid zelf ondertekenen. Volgens het gemeentedecreet moet de gemeentesecretaris elk kwartaal rapporteren aan het college over de uitvoering van zijn budgethouderschap en van dat van de door hem met het budgethouderschap belaste personeelsleden. De door de gemeentesecretaris als budgethouder aangestelde personeelsleden rapporteren hierover elk kwartaal aan de gemeentesecretaris en de door het college als budgethouder aangestelde personeelsleden rapporteren hierover elk kwartaal aan het college. Op hun beurt rapporteert het college minstens elk semester aan de gemeenteraad over de uitvoering van het budgethouderschap. Het gemeentedecreet zegt niet of het hier alleen gaat om het eigen budgethouderschap van het college of ook over gedelegeerd budgethouderschap. De wijkcomités of burgerinitiatieven die een budgethouderschap krijgen, hebben geen rapporteringsplicht maar niets belet de gemeente om dat te eisen. Het budgethouderschap houdt bepaalde verantwoordelijkheden in. De definitieve vaststelling van de gemeentelijke jaarrekening door de gemeenteraad of de gouverneur betekent ook automatisch de kwijting van het beheer van de budgethouders. Als in de jaarrekening geen bewuste fouten of weglatingen staan, zijn de budgethouders niet meer aansprakelijk voor hun beheer.

Een goede verstandhouding met de bevoegde schepen tilt het niveau van de commissiewerking op. voor de volgende gemeenteraadszitting aan bod. Nu bespreekt de commissie ook lopende projecten en volgt ze inhoudelijke thema’s op. ‘Zo ging deze commissie onlangs op plaatsbezoek in het stedelijke museum. Er zijn geen formele regels voor het samenstellen van de agenda van de commissie maar het is duidelijk dat een voorzitter zijn stempel kan drukken.’ Democratisch recht Minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen gelooft in gemeenteraadscommissies. In een antwoord op een parlementaire vraag uit april 2007 stelde de minister dat alle raadsleden, ook diegenen die geen officieel lid zijn van de commissie, aan de besprekingen moeten kunnen deelnemen. ‘De goede besluitvorming in de gemeenteraad is immers de essentie van het politieke mandaat,’ zo zei de minister. Wanneer een commissie een instrument zou worden om dit voor sommige verkozenen onmogelijk te maken, dan verliest de oprichting van commissies haar zin. De volledige bespreking die er plaats heeft gehad zou dan in de gemeenteraad zelf moeten worden overgedaan, om te waarborgen dat de verkozenen tot de besluitvorming kunnen bijdragen. Dat is hun democratische recht dat op geen enkele wijze in het gedrang kan of mag komen. Huishoudelijke reglementen mogen dus niet bepalen dat gemeenteraadsleden het woord niet mogen nemen in een commissie.

(art. 106, art. 156, art. 158, art. 159, art. 160, art. 162, art. 167, art. 168, art. 175 en art. 182 Gemeentedecreet) Mail uw vraag naar jan.leroy@vvsg.be 26 LOKAAL 1 april 2008

Marian Verbeek is VVSG-stafmedewerker Gemeentelijke Werking en Organisatie


Raf Drieskens is pas 36 jaar en al voor de tweede legislatuur burgemeester van Neerpelt. ‘Ik was zes jaar gemeenteraadslid voordat ik burgemeester werd, ik was nooit schepen. Ik heb mijn engagement meteen vol overtuiging trachten in te vullen zodat de inwoners zagen dat ik geen eendagsvlieg zou zijn.Je geleidelijk inwerken in een functie, daar geloof ik niet in.’

STEFAN DEWICKERE

Voor raadsleden van de meerderheid ligt het zwaartepunt van hun werk in de eigen fractie.

DE GEKNIPTE POLITICUS

Raf Drieskens, Elke dag hard werken In 1994 vroeg de toenmalige CVP Raf Drieskens of hij niet wou opkomen bij de gemeenteraadsverkiezingen van het najaar. Raf Drieskens was pas afgestudeerd als advocaat en liep stage. Hij was tot kort voordien voorzitter van de Neerpeltse jeugdraad en actief in het lokale verenigingsleven, onder meer bij de scouts. ‘Ik werd meteen verkozen. Als gemeenteraadslid van de meerderheid had ik zeker het gevoel dat ik een inbreng had in het beleid. We hadden en hebben een goede fractiewerking, intern worden er heel open gesprekken gevoerd. Daar kun je zaken en dossiers bespreken en op bepaalde punten een kentering teweegbrengen. Dat werk in de partij krijgt niet veel aandacht van de buitenwereld maar daar ligt voor raadsleden van de meerderheid wel het zwaartepunt. Zij moeten investeren in die fractiewerking, voor het functioneren van de gemeente in haar geheel en voor hun eigen politieke loopbaan.’ ‘De onderwerpen die me als raadslid aanspraken waren mobiliteit en ruimtelijke ordening. Dat waren naar mijn aanvoelen de hefbomen waarmee je de gemeente kunt structureren en organiseren en ze toekomstkansen kunt geven. Ik was tegelijkertijd ook OCMW-raadslid, ik heb me dus ook verdiept in alles wat met welzijn te maken heeft. Nu nog vind ik het als burgemeester belangrijk voeling te houden met het welzijnsbeleid.’ ‘Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 stond ik niet boven aan de lijst, maar mijn voorganger als burgemeester werd gedeputeerde en zo schoof ik door. Dat was niet zo vanzelfsprekend, ik

werd burgemeester zonder ooit schepen te zijn geweest. Het burgemeesterschap vroeg een groot inlevingsvermogen, niet enkel in dossiers maar ook in mensen, in verenigingen. Ik heb mijn engagement meteen vol overtuiging trachten in te vullen zodat de inwoners zagen dat ik geen eendagsvlieg zou zijn en zodat ik hun vertrouwen kon winnen. De beste manier om ervaring op te doen, is elke dag hard werken. Ik geloof niet dat je je geleidelijk in een functie kunt inwerken.’ ‘Naast het algemene beleid leg ik me specifiek toe op het woonbeleid in de gemeente en op alles wat met lokale economie te maken heeft. Neerpelt staat voor enkele belangrijke infrastructuurprojecten. Er is de aanleg van een weg rond het centrum van de gemeente, een project van het Vlaamse Gewest dat veel vergader- en studiewerk vraagt. Er zijn drie belangrijke centrumvernieuwingsprojecten in het hart van de gemeente die voor bijkomende woongelegenheid, winkeloppervlakte en dynamiek zullen zorgen. En er is de uitbouw van een ambachtelijke zone van 27 hectare waardoor lokale ondernemers ruimte en zekerheid krijgen en andere plaatsen in Neerpelt weer meer zuurstof krijgen.’ ‘Ik ben tien uur per dag in de weer als burgemeester. Daarnaast probeer ik nog vier of vijf uur te werken op het advocatenkantoor dat ik samen met een vennoot run. Veel tijd is er dan niet over maar ik denk dat dit inherent is aan het engagement in de lokale politiek. Ik ben mijn vrouw en drie kleine kinderen zeer dankbaar dat ze dit mee mogelijk maken.’ I BVM

1 april 2008 LOKAAL 27


BART LASUY

WERKVELD ERVARINGSBEWIJS

28 LOKAAL 1 april 2008


Ervaringsbewijs evenwaardig aan diploma Mensen kunnen op verschillende manieren hun vak leren: door een opleiding te volgen, door het beroep uit te oefenen of door in hun vrije tijd actief te zijn in dit vakgebied. Zo doen ze ervaring op en worden ze goed in hun vak. Maar bewijzen dat je goed bent in je werk, zonder diploma’s of attesten, is vaak niet zo eenvoudig. Het ervaringsbewijs kan helpen. Ann Lobijn, Piet Wauters en Peter Neirynck

H

et ervaringsbewijs is een officieel document van de Vlaamse overheid dat aantoont dat mensen over voldoende ervaring en vakkennis beschikken om een bepaald beroep uit te oefenen. Mensen zonder diploma kunnen met het ervaringsbewijs zwart op wit aantonen dat ze vakbekwaam zijn, omdat ze ervaring hebben opgedaan op de werkvloer, tijdens opleidingen of via het verenigingsleven of vrijwilligerswerk. Voor verschillende beroepen worden de belangrijkste vaardigheden in kaart gebracht en gebundeld in de zogenaamde beroepscompetentieprofielen en -standaarden. Dit gebeurt door de sociale partners binnen de SERV. Deze standaarden vormen de basis voor de ontwikkeling van de procedure om het ervaringsbewijs te verwerven. Testcentrum verhuizer In 2007 opende het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) van het Gentse OCMW een erkend testcentrum voor verhuizer. Iedereen kan er terecht voor het behalen van een ervaringsbewijs voor ‘verhuizer-inpakker’ en ‘verhuizerdrager’. Het Europees Sociaal Fonds subsidieert het centrum. In 2007 werden ook al de eerste twee praktische proeven georganiseerd voor verhuizer-drager. Vier deelnemers slaagden en namen een ervaringsbewijs in ontvangst. Zij kwamen allen uit de kansengroepen en hebben nu een officieel attest op zak, wat hun kansen op werk aanzienlijk moet verhogen. De deelnemers hebben ondertussen via het statuut van artikel 60§7 bij de OTCverhuisploeg gewerkt of zijn aan het werk met een WEP-plus-contract en hopen zo een regulier arbeidscontract in de wacht te slepen. Anderen worden begeleid door een outplacementbureau (in het kader van herstructurering) en kunnen daar nu het er

varingsbewijs als extra troef inbrengen. Het OTC wil niet alleen testcentrum zijn voor het ervaringsbewijs verhuizer. Op termijn wil het ook opleidingmodules ‘verhuizing’ aanbieden en op deze wijze instaan voor de competentieontwikkeling. Begeleider buitenschoolse opvang Wie geen specifiek diploma heeft maar geslaagd is voor de VDAB-opleiding begeleider buitenschoolse kinderopvang, kan aan de slag als begeleider in een door Kind en Gezin erkend Initiatief voor Buitenschoolse Opvang (IBO). Vanaf 1 januari 2010 mag het aantal begeleiders in een initiatief dat enkel beschikt over een VDAB-attest ‘begeleider buitenschoolse opvang’ niet hoger zijn dan de helft van

kinderopvang de oplossing. Het ervaringsbewijs is bovendien door de minister erkend als een voldoende bewijs dat iemand over de kerncompetenties beschikt van een begeleider buitenschoolse kinderopvang om te behoren tot de 50 procent geschoolde begeleiders. Vandaag is enkel het testcentrum BuitenKans in Turnhout erkend voor het ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang. Dat beoordeelt of bij de kandidaat die het ervaringsbewijs wil behalen de kerncompetenties uit de standaard begeleider buitenschoolse kinderopvang aanwezig zijn. Het traject Mensen die een ervaringsbewijs verhuizer willen behalen, nemen contact op met het OTC in Gent. Daar worden ze uitgenodigd voor een eerste verkennend gesprek met de verantwoordelijke begeleiders. Zij leggen de hele procedure uit en vertellen wat je moet kunnen en kennen voor het ervaringsbewijs. Daarna volgt een begeleidingsgesprek waarin wordt overlopen welke ervaringen je allemaal hebt. Deze worden verzameld in een talentenmap

In 2007 werden de eerste twee praktische proeven georganiseerd voor verhuizer-drager. Vier deelnemers slaagden en namen een ervaringsbewijs in ontvangst. het totale aantal begeleiders. In het verleden betekende dit dat veel begeleiders in de buitenschoolse opvang verplicht werden om bijvoorbeeld de twee- of driejarige opleiding in het volwassenenonderwijs Jeugd- en Gehandicaptenzorg te volgen en met een attest te beëindigen om die 50%-norm te realiseren. Nuttige opleiding, zonder twijfel. Maar of veel van de zeer ervaren begeleiders daar ook zin in hadden, was een andere vraag. En net om die ervaren begeleiders vrij te stellen van die opleidingsplicht en diplomavereiste, maar anderzijds ook wel objectief na te gaan of ze beschikken over voldoende competenties biedt het ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse

(een soort portfolio) en aangevuld met de nodige documenten. Deze wordt uitvoerig besproken met de kandidaat. De talentenmap wordt vervolgens ingekeken door de beoordelaars. Komt uit de talentenmap voldoende naar boven dat de competenties verworven zijn, dan krijgt de kandidaat het ervaringsbewijs. Bij twijfel is er een praktische proef met rollenspelen en simulatie van reële werksituaties. Voor het ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse opvang vul je eerst het interesseformulier in en bezorg je dit aan het testcentrum Buiten-Kans in Turnhout. Alle kandidaten worden uitgenodigd voor een selectiemoment, waar informatie 1 april 2008 LOKAAL 29


WERKVELD ERVARINGSBEWIJS

Competenties en succescriteria Het ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang gaat na of de beroepsbeoefenaar beschikt over volgende kerncompetenties: met kinderen omgaan; kinderen stimuleren en betrekken; activiteiten begeleiden; structureren en grenzen stellen aan kinderen; met ouders omgaan; met diversiteit omgaan; samenwerken; veilig, hygiënisch en gezond werken. Deze kerncompetenties zijn elk op zich vertaald in succescriteria. Succescriteria zijn indicatoren die het voor het testcentrum mogelijk maken om gericht naar een kerncompetentie te kijken. Succescriteria zijn de operationalisering of uitwerking van kerncompetenties in observeerbaar gedrag specifiek per beroep. Het gaat daarbij opnieuw om gedrag dat het verschil maakt tussen een goede en een minder goede beroepsbeoefenaar. De kerncompetentie ‘met kinderen omgaan’ is bijvoorbeeld vertaald in volgende succescriteria: 1° spreekt kinderen vaak, spontaan en individueel aan 2° maakt uit zichzelf oogcontact met de kinderen 3° begroet en neemt afscheid van elk kind 4° speelt in op wat kinderen doen, vertellen, voelen en meebrengen, aangepast aan de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en de achtergrond van elk kind 5° nodigt kinderen uit te zeggen wat er aan de hand is wanneer ze zich anders gedragen dan gewoonlijk 6° laat emoties van kinderen toe 7° houdt contact met de groep 8° speelt mee met de kinderen zonder het spel te remmen wordt gegeven over de procedure, de competenties en de methodiek. Daarna kan de kandidaat een talentenmap of portfolio maken, de verzamelde bewijsstukken van de relevante ervaring. Het maken van zo’n portfolio is eigenlijk een zelfevaluatie. Als uit deze portfolio of het begeleidingsgesprek blijkt dat de ervaring relevant, authentiek, recent en voldoende is gezien de kerncompetenties, dan kan de kandidaat deelnemen aan de praktijkproeven. Deze praktijkproeven bestaan uit een rollenspel, een interview en een observatie op de werkvloer. De praktijkproef duurt één dag per deelnemer. Nadien volgt nog een persoonlijk eindgesprek over de bevindingen, zowel voor de geslaagden als nietgeslaagden. Want niet iedereen slaagt of behaalt aan het eind van de procedure het ervaringsbewijs. Momenteel ligt het slaagpercentage maar op 65 procent (90 deelnemers in 2007). De redenen hiervoor zijn uiteenlopend. Vaak gaat het om één of

meerdere competenties die onvoldoende verworven zijn omdat ze bijvoorbeeld te weinig omgaan met de ouders of omdat ze voor die competentie te weinig vorming hebben gekregen. Het is dan ook aan de werkgever om de tewerkgestelde begeleiders als volwaardige begeleiders te laten functioneren en vorming te laten volgen. Wie geslaagd is, krijgt zijn ervaringsbewijs opgestuurd vanuit het Vlaams Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie. Het ervaringsbewijs is gratis. Een belangrijk voordeel van de gevolgde methodiek is dat vooral gepeild wordt naar gedrag, attitude en kennis over de afspraken en regels in de buitenschoolse opvang. En niet naar schoolse intelligentie, mondelinge of schriftelijke vaardigheden. Iedereen tevreden Het ervaringsbewijs zorgt ervoor dat mensen sterker staan op de arbeidsmarkt. Ze kunnen objectief bewijzen over welke

competenties ze beschikken. In sollicitatieprocedures of bij interne besprekingen bij de huidige werkgever kan dit een belangrijke meerwaarde zijn. Ook voor de werkgever is het ervaringsbewijs bijzonder interessant. Het is niet steeds eenvoudig iemands competenties voor een bepaalde job tijdens een selectiegesprek te beoordelen. Wanneer de kandidaat een ervaringsbewijs voorlegt, mag de werkgever ervan uitgaan dat de competenties aanwezig zijn. Een tijdrovende en vaak dure selectieprocedure wordt hierdoor overbodig. Andere ervaringsbewijzen Het ervaringsbewijs bestaat al voor autobuschauffeur, autocarchauffeur, begeleider buitenschoolse kinderopvang, bestuurder mobiele kraan, callcenteroperator, industriële schilder, kapper, kappersalonbeheerder, koelmonteur, platwever, stellingbouwer, stikster, torenkraanbestuurder, verhuizer-drager en verhuizerinpakker. Vanaf 2008 wordt het mogelijk om ook voor andere beroepen een ervaringsbewijs te halen. Interessant voor lokale besturen is in dit kader het beroepscompetentieprofiel voor hovenier onderhoud parken en tuinen en hovenier aanleg parken en tuinen. De erkenning van een testcentrum is nog niet gebeurd, maar is voorzien voor dit jaar. Ann Lobijn is VVSG-stafmedewerker Kinderopvangbeleid Piet Wauters is vormingsmedewerker van het OCMW Gent Peter Neirynck is sectorconsulent Lokale Besturen • www.ervaringsbewijs.be • OTC: piet.wauters@ocmwgent.be • Buiten-kans: tanja.camps@spk.be

Energiesnoeiers: sociale werkgelegenheid, kansarmoedebestrijding en energiebesparing gaan hand in hand Energiesnoeiers zijn mensen uit de kansengroepen die een opleiding en werk krijgen om energiebesparende maatregelen uit te voeren. Wat zijn de mogelijkheden en de meerwaarde van energiesnoeiers in een gemeente?

Trefwinkel van 12.30 tot 13.30 uur met projectmedewerker Koepel van Vlaamse Kringloopcentra Etienne Rubens en schepen Frank Acke.

30 LOKAAL 1 april 2008


GF EN inge ruiters

WERKVELD OUDERENBELEID

In een Abbeyfieldhuis wonen tien tot twaalf bewoners, ieder met een privéruimte. Hélène de Burbure (87) is er één van.

Groepswonen in Abbeyfieldhuis Vlaanderen telt almaar meer actieve alleenstaande senioren die op zoek zijn naar een nieuwe thuis om zelfstandig en toch niet alleen te wonen. In de gemeenten Kruibeke, Zwijnaarde, Tervuren, Alken, Kortrijk en Zwijndrecht krijgen de eerste groepswoningen voor alleenstaande ouderen stilaan vorm. Ze inspireren zich op het Abbeyfieldconcept en de Abbeyfieldhuizen in Engeland. Inge Ruiters

A

bbeyfield is de naam van een straat in Londen waar het eerste gelijknamige huis in 1956 werd gesticht. Abbeyfieldhuizen staan open voor alleenstaande ouderen die met anderen samen willen wonen. De huizen liggen bij voorkeur in een woonkern. De bewoners zijn fysiek en psychisch zelfstandig. Bij ziekte doen zij een beroep op hun persoonlijke arts en/ of de thuiszorg. Op verzoek van de vzw Abbeyfield Belgium ging Lokaal een kijkje nemen in het Abbeyfieldhuis Entre Voisins. Het huis is gelegen aan de Waversesteenweg, temidden van winkels en vlak bij een idyllisch pleintje in het centrum van Etterbeek. We ontdekten een uniek woon- en welzijnsconcept voor actieve en zelfstandige ouderen die niet tegen de eenzaamheid

kunnen of zich onveilig voelen. België telt nog maar vier Abbeyfieldhuizen: drie in Wallonië en een in Etterbeek (Brussel). Entre Voisins is een sociaal initiatief van de gemeente. Het huis zelf is eigendom van de gemeente Etterbeek. De renovatiewerken zijn door de Regie der Gebouwen uitgevoerd. Dit woonconcept berust op drie pijlers: de bewoners, de vrijwilligers en het gebouw. De bewoners vinden in hun Abbeyfieldhuis een evenwicht tussen hun privéleven en het leven in gemeenschap. Iedereen wordt aangemoedigd om deel te nemen aan het leven in het huis en de buurt zonder zijn/haar persoonlijkheid en vrijheid daarbij prijs te geven. In Entre Voisins leven zes vrouwen en twee mannen tussen 65 en 89 jaar samen. Het is een smeltkroes van culturen. Hun achtergrond is zeer verscheiden, maar ze delen

hun positieve ingesteldheid. Ze komen nog allemaal buiten, maar hebben dezelfde keuze gemaakt. Ieder van hen heeft recht op een sociale woning. Ze betalen een maandelijkse bijdrage van ongeveer 660 euro per maand. Hierin zijn een warme maaltijd en alle andere kosten zoals onderhoud van de gemeenschappelijke delen en verzekeringen inbegrepen. De bewoners zijn vennoten die elkaar kiezen. Zij vormen de kern van een stichtingscomité en staan in voor het beheer van het huis. Tot het voltallige comité behoren zeer verschillend gekwalificeerde personen die zich vrijwillig engageren om de bewoners te helpen en te adviseren in functie van hun mogelijkheden. Dit gezelschap bestaat uit een jurist, iemand met financiële ervaring, mensen actief in de geneeskunde en de thuiszorg, een lokale serviceclub en een ervaren klusjes- of tuinman. Zeven jaar heeft het geduurd om Entre Voisins op te richten. Deze realisatie was alleen maar mogelijk door de medewerking van de ‘vrienden des huizes’. Dit zijn vrijwilligers, die regelmatig graag een handje toesteken en het project ondersteunen. Vele vrienden hielpen met de installatie van de 1 april 2008 LOKAAL 31


WERKVELD OUDERENBELEID

bewoners in het gerenoveerde pand en de aanleg van de tuin. Dat deze energieke mensen er al drie jaar lang in slagen om intens samen te leven en elkaar te helpen is alleen maar mogelijk dankzij de vrijwillige medewerking van Martine. Deze maatschappelijk werkster leidt maandelijks de vergadering Vivre Ensemble waar de bewoners het wel en wee van hun samenleven bespreken. Samen zoeken ze steeds naar oplossingen.

Zelfstandig maar niet alleen In een Abbeyfieldhuis wonen tien tot twaalf bewoners, ieder met een privéruimte. Elke individuele woning beslaat minimaal 40m² en bestaat uit minstens een woonkamer met kookhoek, een slaapkamer en een badkamer met een toilet. De privéruimten zijn met eigen meubels en persoonlijke voorwerpen ingericht. Aangezien het idee vooral op het collectieve aspect van de woning gericht is, nemen

Normaal gezien liggen de kosten voor een Abbeyfieldwoning lager dan bij andere woonformules omdat het project werkt volgens het principe van zelfbeheer tegen kostprijs.

Eveneens van cruciaal belang voor het welslagen van het project is de housekeeper of coördinator die instaat voor de algemene coördinatie. Zij helpt bij het organiseren van de maaltijden en het coördineren van het onderhoud van de gemeenschappelijke delen. Bovendien heeft zij aandacht voor de contacten van de bewoners onderling en met de buitenwereld. In Entre Voisins fungeert Magda, de jongste bewoonster van 65 jaar, als coördinator. Ze leidt het geheel in goede banen. Alle bewoners nemen deel aan diverse taken van het dagelijkse leven. Er worden regelmatig gezamenlijke activiteiten georganiseerd en de bewoners eten ook iedere middag samen. Tweemaal per week koken ze zelf en driemaal gaan ze samen eten in het nabijgelegen dienstencentrum. De coördinator van een Abbeyfieldhuis is steeds een bewoner. Soms nemen enkele bewoners de taak van coördinator met een beurtrol op zich. De ideale situatie is dat een deeltijdse housekeeper van buitenuit deze opdracht vervult.

de gemeenschappelijke ruimten een cruciale plaats in. Tot de gemeenschappelijke ruimten behoren minstens een grote keuken om de gemeenschappelijke maaltijd te bereiden, een eetkamer, een woonkamer, een vestiaire en een toilet evenals een wasplaats met wasmachine en droogkast. Waar er voldoende ruimte is, staan ook een fietsberging en parkeerruimte voor auto’s ter beschikking. In een Abbeyfieldhuis nemen de bewoners in de mate van het mogelijke deel aan de bereiding van de hoofdmaaltijd en nadien aan de afwas. De gemeenschappelijke ruimten moeten voldoende groot zijn zodat de genodigden samen met de bewoners de georganiseerde activiteiten kunnen bijwonen. Ten slotte is een gastenkamer of -flat ideaal om kandidaat-bewoners tijdelijk te herbergen en uitgebreid kennis te laten maken met het huis en zijn bewoners. Goede afspraken Alle bewoners zetelen in een raad die geregeld bijeenkomt om alle gemeenschap-

pelijke aangelegenheden van het dagelijkse leven te bespreken. De raad van bewoners stelt iemand aan om de raad samen te roepen, de agenda van de vergadering op te stellen, deze te leiden en een verslag op te maken met de beslissingen en inlichtingen. De bewoners stellen ook een housekeeper of één of meer coördinatoren aan die de dagelijkse organisatie van het huis regelen. Via de voorzitter of de afgevaardigde van het dagelijkse bestuur brengt de raad van bewoners de raad van bestuur op de hoogte van de belangrijkste beslissingen en van eventuele voorstellen. Groepswonen brengt steeds meningsverschillen en conf licten met zich mee. Regelmatig vinden vergaderingen in aanwezigheid van een externe bemiddelaar(ster) plaats om conflicten te voorkomen of op te lossen. Op financieel vlak is ieder huis in principe zelfstandig en dit tegen een aanvaardbare kostprijs voor iedereen, ook voor personen met een lager inkomen. Elke bewoner betaalt een maandelijkse bijdrage om alle kosten voor het gebruik van de gebouwen zoals huur en/of leningen en alle andere uitgaven zoals onderhoud en voedingswaren te dekken. Normaal gezien liggen de kosten lager dan bij andere woonformules omdat het project werkt volgens het principe van zelf beheer tegen kostprijs. Abbeyfield Belgium adviseert en begeleidt De vzw Abbeyfield Belgium is lid van Abbeyfield International. Het Abbeyfieldnetwerk telt meer dan duizend huizen in Engeland en is internationaal verspreid over een zeventiental landen. De vzw Abbeyfield Belgium stimuleert lokale projecten en waarborgt de kwaliteit van het concept. Ze geeft advies en richtlijnen op juridisch, financieel en organisatorisch vlak bij de oprichting van een lokale Abbeyfield vzw. Abbeyf ield be-

Het lokale dienstencentrum: een blijvende troef voor elk lokaal bestuur Het lokale dienstencentrum is een voorziening voor alle bewoners uit de buurt. Maar vooral ouderen komen er aan hun trekken. De Vlasschaard is een pas vernieuwd dienstencentrum waar de bezoekers het vraaggestuurde aanbod appreciëren. Er wordt gewerkt met veel vrijwilligers.

Werkbezoek van 10 tot 12.30 uur op uitnodiging van het OCMW van Gent.

32 LOKAAL 1 april 2008


PRAKTIJK

LEUVEN – Opdat mensen in rust- en ziekenhuizen opnieuw met smaak kunnen eten, werken enkele Vlaamse koks met hun culinair docent aan een kookboek met tips voor het bereiden van heerlijk geurende gerechten.

Geurige recepten voor senioren Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de mens maar voor twintig procent op de tong proeft. Via de tong neemt hij de basissmaken zuur, zoet, zout, bitter en umami (vlees- of bouillonsmaak) waar. De overige tachtig procent van de smaak zit op het olfactorische of geurniveau. De helft van de senioren tussen 65 en 80 jaar lijdt aan anosmie of geurverlies. De smaak op de tong blijft daarentegen zelfs op hoge leeftijd vrij goed functioneren. Vanuit die vaststelling stelt initiatiefnemer en smaakdocent aan de Leuvense Voreca Management School Edwig Goossens met zijn studenten een alternatief smaakmakend kookboek samen, gebaseerd op de recepten uit Ons Kookboek van de KVLV.

Gf

schikt over een modelstatuut van een Abbeyfieldhuis als een lokale vereniging zonder winstoogmerk en een model van een huishoudelijk reglement. Het reglement vult de statuten aan met verplichte bepalingen betreffende het kader waarin geleefd wordt, de toelatingsprocedure voor de kandidaat-bewoners en de banden met de Abbeyfieldbeweging. De bewoners van een Abbeyfieldhuis ondertekenen het Abbeyfieldcharter dat bestaat uit de statuten en het huishoudelijke reglement van de lokale vzw. Abbeyfield Belgium eist dat elke bewoner van het stichtingscomité een vertrouwenspersoon aanduidt die instaat voor de opvolging van de persoonlijke problemen van de bewoner. De vertrouwenspersoon moet kunnen optreden voor rekening van de bewoner in overleg met de verantwoordelijken van het huis, bijvoorbeeld in geval van ziekte en in het bijzonder wanneer die tot ernstige zorgbehoevendheid leidt. In dit geval wordt gezocht naar een zorggeoriënteerd verblijf, aangezien de medebewoners en de housekeeper niet aan intensieve zorg doen. De vzw Abbeyfield Belgium kan rekenen op de steun van de Koning Boudewijnstichting die dit groepswonen beschouwt als een interessante woonvorm met veel mogelijkheden in het licht van de vergrijzingsgolf. De Abbeyfieldformule is een woonvorm die actief en zelfstandig leven toelaat zonder het risico op vereenzaming. In Engeland blijven 90 procent van de bewoners tot het einde van hun leven in hun Abbeyfieldhuis, een bewijs dat dit een woonvorm met toekomst is. De oudere maakt deel uit van een gemeenschap waarin voldoende samenhorigheid is om het alledaagse leven te delen in een gezellige sfeer. Naast het behoud van privacy, vrijheid en verantwoordelijkheid beoogt Abbeyfield, in tegenstelling tot bijvoorbeeld servicef lats, onderlinge hulp te organiseren die vriendschap doet ontstaan en mensen bevrijdt van allerlei lasten en zorgen. Dicht bij de anderen staan en nuttig zijn is immers de basis van echt geluk.

Johan Peeters: ‘Een kok is een discjockey van de smaak. Hij beschikt over een mengpaneel om heerlijke en verrassende gerechten te creëren.’

Het kookboek Essentie en aspecten van smaak en smaaksturing. Aanzet tot culinaire oplossingen voor senioren geeft de Voreca Management School in eigen beheer uit. Ze verspreidt het gratis onder de Vlaamse verzorgingsinstellingen. De financiering gebeurt met sponsoring van voedingsleveranciers aan grootkeukens. De school publiceerde eerder al twee master-kok-jaarboeken, in 2005 en 2007. De nieuwe publicatie onderscheidt zich van de vorige door de wetenschappelijke fundering. Het boek is ingedeeld in drie delen. In het eerste deel geeft Edwig Goossens een wetenschappelijke benadering van het proeven. Hij beschrijft wat er door tussenkomst van de hersenen op de tong en in de neus met voeding en smaak gebeurt. In het tweede deel staan de experimenterende koks met hun persoonlijke visie op koken centraal. Het derde deel bespreekt de tests die in de verschillende keukens uitgevoerd zijn en levert concrete tips en aanbevelingen. Aangezien er zeer weinig nationale en internationale kookliteratuur over geur en smaak op de markt is, vormt dit kookboek een praktisch hulpmiddel voor wie op zoek is naar een gezonde en op geur geïnspireerde kookwijze om maaltijden meer smaak te geven. De kooktips vergen bovendien niet meer tijd en vereisen ook geen groter budget. Inge Ruiters

Inge Ruiters is redacteur van Lokaal

‘Dit wordt geen traditioneel kookboek met volledig uitgewerkte recepturen,’ stelt Edwig Goossens. ‘Dit boek vormt een aanzet voor culinaire oplossingen voor senioren. Het is een beschouwing over het smaakgegeven met tips of aanbevelingen hoe gerechten of gerechtcomponenten op olfactorisch niveau bijgestuurd kunnen worden.’ Onder zijn leiding hebben studenten van de postculinaire opleiding Master-Kok en de opleiding Gastro-Engineering in private en openbare instellingen tests uitgevoerd om basisrecepturen uit Ons Kookboek zodanig aan te passen dat er meer geurgewaarwording optreedt tijdens het eten. ‘Met dit kookboek willen we collega’s in instellingen tips aanreiken om de smaak van senioren te verhogen,’ verklaart Johan Peeters, een van de experimenterende koks die als chef-kok in de keuken van het OCMW-RVT Sint-Anna te Herentals werkt. ‘We experimenteren met zes elementen: kruiden, kooktijden, temperaturen, kooktechnieken, aromatisatie door middel van kruiden en groenten, variatie van receptuur en concentraties.’

• vzw Abbeyfield Belgium, T 02-687 51 79 en 0477-65 11 34, www.abbeyfield.be, abbeyfield.vzw@skynet.be

ii Johan Peeters, chef-kok RVT Sint-Anna OCMW-Herentals, T 014-22 16 02, jp57@skynet.be

1 april 2008 LOKAAL 33


WERKVELD RUIMTELIJKE ORDENING

STEFAN DEWICKERE

Veranderingen in het voorkooprecht Aan het recht van voorkoop zijn veel veranderingen op komst, zowel inhoudelijk als procedureel. Ze moeten het draagvlak en de slagkracht van het instrument vergroten. Het is nog even afwachten of dit inderdaad zo zal zijn. Bovendien kan de Vlaamse overheid nog meer maatregelen nemen die in onze ogen de slagkracht van het voorkooprecht vergroten. Xavier Buijs

Het draagvlak van het voorkooprecht is nu uitgehold.

O

p sommige onroerende goederen is een recht van voorkoop van toepassing. Dit betekent dat als het onroerende goed te koop wordt aangeboden en er daadwerkelijk een koop tot stand komt, de begunstigde van dit voorkooprecht het onroerende goed in de plaats van de oorspronkelijke koper mag kopen. Hij koopt het dus tegen dezelfde voorwaarden als overeengekomen met de oorspronkelijke koper. Wie de begunstigden zijn en in welke gevallen het recht van voorkoop kan worden toegepast, wordt meestal per wet of decreet bepaald. De gemeenten, OCMW’s, intercommunales en socialehuisvestingsmaatschappijen zijn veelvoorkomende begunstigden van het voorkooprecht. Daarnaast heeft de gemeente de bevoegdheid om zelf bijkomende gebieden af te bakenen. Onder andere in Mechelen gaf de stad het voorkooprecht aan de intercommunale en zichzelf via een ruimtelijk uitvoeringpslan. Dat bood mogelijkheden om de ontwikkeling van de gebieden beter in handen te nemen. Wetteren bakende dan weer ‘bijzondere gebieden’ af waardoor gemakkelijker sociale huisvesting kan worden gerealiseerd. Niet dat er veel gebruik wordt gemaakt van het recht van voorkoop. In het kader van de Vlaamse wooncode werd het in 2006 meer dan 13.000 keer aangeboden, maar er werd maar 38 keer gebruik van gemaakt. Logisch, indien een gebouw of grond wordt aangeboden, constateren veel begunstigden dat het aangeboden goed niet beantwoordt aan de vereisten om een project van een zekere omvang te realiseren. Belangrijk is ook dat sommige begunstigden het voorkooprecht niet wensen uit te oefenen als er al een 34 LOKAAL 1 april 2008

particulier initiatief is. Zo kan het recht van voorkoop worden gebruikt om verkrotting te bestrijden, maar een verkoop duidt erop dat ‘de markt’ de verkrotting oplost doordat de koper de boel wel zal renoveren. De vele aanbiedingen en het beperkte aantal keren dat het recht wordt gebruikt, hollen het draagvlak ervan uit. Toch is

de koper. Een goede zaak, vindt de VVSG, omdat dit gevallen zijn waar het recht van voorkoop in de praktijk vrijwel nooit werd toegepast. Door de ingreep vermindert de administratieve rompslomp. Het voorkooprecht zou echter toch van toepassing moeten zijn op percelen of woningen gekocht door iemand zonder andere onroerende bezittingen, voor zover

Binnenkort kan de huisvestingsmaatschappij in gemeenten met meer dan 10 procent sociale huurwoningen het recht van voorkoop maar uitoefenen als ze daarvoor toestemming heeft van het college. het recht van voorkoop een belangrijk instrument. Het stelt de begunstigden in staat om gericht strategische aankopen te doen die essentieel zijn voor het welslagen van een project in het kader van het algemeen, welomschreven belang, zonder dat zij daarvoor een hard (en harteloos) instrument als onteigening moeten gebruiken. De Vlaamse wooncode Recent besliste het Vlaamse Parlement dan ook om de regelgeving wat betreft het recht van voorkoop in het kader van de Vlaamse wooncode aan te passen. Met name dit voorkooprecht veroorzaakt een ‘lawine’ aan aanbiedingen. Binnenkort is het recht van voorkoop niet meer van toepassing op appartementen, garages en loten in verkavelingen. Bovendien zal het niet langer gelden indien de woning of de grond het eerste en enige eigendom is van

het goed grenst aan een perceel dat al in eigendom is van een begunstigde van het voorkooprecht. Het in bezit krijgen van een aangrenzend perceel kan immers cruciaal zijn om een sociaal woonproject te kunnen realiseren. Het hogere algemeen belang gaat in dat geval boven het individuele belang van de koper. Daarom is het belangrijk dat er een uitvoeringsbesluit wordt opgemaakt dat die uitzondering ook daadwerkelijk mogelijk maakt. Dat zo’n besluit wordt opgemaakt is echter nog niet zeker. Zolang dat niet gebeurt neemt de slagkracht van het instrument recht van voorkoop af. Nieuwe procedures Behalve inhoudelijk wijzigt er ook nogal wat op procedureel vlak. Ten eerste moeten in gemeenten met meer dan 10 procent sociale huurwoningen de socialehuisvestingsmaatschappijen en de


VSMW die het recht van voorkoop willen uitoefenen, daarvoor voortaan eerst toestemming krijgen van het college. Zonder akkoord kan het recht van voorkoop niet worden uitgeoefend. Ook dat is een goede zaak: op deze manier wordt de coördinerende rol van de gemeente versterkt. Ten tweede is er het decreet Vlaamse Grondenbank. Dit decreet regelt dat de instrumenterende ambtenaar, meestal de notaris, het recht van voorkoop voortaan enkel hoeft aan te bieden aan de Vlaamse grondenbank en niet langer rechtstreeks aan de begunstigden zelf (met uitzondering van de begunstigden op basis van federale wetgeving, deze zijn immers niet in de Vlaamse grondenbank opgenomen). Vervolgens stuurt de Vlaamse grondenbank de aanbiedingen door aan de begunstigden. Zij beslissen over het uitoefenen van het voorkooprecht en laten hun beslissing weten aan de Vlaamse grondenbank, die deze vervolgens meedeelt aan de betrokken notaris. Deze wijzigingen zijn vooral een verbetering voor de notarissen. Zij hebben voortaan maar één aanspreekpunt. Protocol Het decreet regelt echter niets over de wijze waarop de communicatie tussen de gemeenten en de Vlaamse grondenbank gebeurt. Vandaar dat de begunstigden van het voorkooprecht in de loop van vorig jaar gevraagd is een protocol met de Vlaamse Landmaatschappij, de beheerder van de Vlaamse grondenbank, te tekenen. Daarin zijn afspraken en termijnen opgenomen over hoe de begunstigde en de Vlaamse grondenbank met elkaar communiceren. Als ‘service’ geeft de Vlaamse grondenbank een beknopte samenvatting van de karakteristieken van het onroerende goed. Dat moet de begunstigden sneller in staat stellen een beslissing te nemen over het recht van voorkoop. Is de begunstigde geïnteresseerd, dan kan hij de volledige akte opvragen bij de Vlaamse grondenbank. Bovendien kan hij vooraf laten weten in welke gevallen hij het recht van voorkoop mogelijkerwijs wél of zeker niet wil uitoefenen. Een gemeente zou bijvoorbeeld bij de Vlaamse grondenbank kunnen aangeven dat aanbiedingen in bepaalde buitenwijken per definitie niet interessant zijn. Dat kan een hele hoop aanbiedingen schelen. In dat geval meldt de Vlaamse grondenbank direct aan de notaris dat de begunstigde niet zinnens is het recht van voorkoop uit te oefenen. Toch is het maar

de vraag of het zinvol is om dit als lokale overheid te doen. Ten eerste zijn veel gebieden waar het recht van voorkoop van toepassing is, juist op initiatief van de lokale overheid in het leven geroepen. Ten tweede voorkomt het recht van voorkoop dat er een deel van de koop ‘onder tafel’ wordt betaald. Een begunstigde die aangeeft per definitie geen gebruik te willen maken van het recht van voorkoop, neemt die barrière weg. Veel gemeenten hebben het protocol ondertekend. Hun ervaringen zijn wisselend. Sommige vinden het geen verbetering omdat het rechtstreekse contact tussen de gemeente en de notaris verdwijnt. Andere geven aan dat de nieuwe werkwijze kinderziektes kent, maar de werklast voor de gemeente wel degelijk vermindert. Binnenkort vindt er trouwens een overleg plaats tussen de VVSG en de VLM om te kijken waar er nog verbeteringen kunnen plaatsvinden. Toegang tot het e-notariaat Anderzijds is er het Harmonisatiedecreet. Dit decreet regelt de wijze waarop de notaris (of eigenlijk de instrumenterende ambtenaar) de opvraging doet bij de Vlaamse grondenbank. De Vlaamse grondenbank zal hiervoor een beroep doen op AGIV, een Vlaams agentschap dat belast is met de ontwikkeling van een databank voor het voorkooprecht. Aanbiedingen zullen in de toekomst via het e-voorkooploket verlopen. Met andere woorden, het wordt voor de notaris mogelijk om via de computer na te gaan of het recht van voorkoop van toepassing is en het ook via de computer daadwerkelijk aan te bieden. De VVSG vindt dat ook burgemeesters toegang moeten krijgen tot het e-notariaat. Zij kunnen immers ook optreden als notaris. Of het Harmonisatiedecreet meer of minder werk betekent voor de begunstigden van het voorkooprecht is nog onduidelijk. Zo is het op dit moment aan de notaris om na te gaan of het recht van voorkoop van toepassing is op een bepaald perceel en aan welke begunstigde hij het moet aanbieden. Deze verantwoordelijkheid wordt in de toekomst gelegd bij het e-notariaat. Het e-notariaat moet echter gevoed worden door de begunstigden. Hierdoor zullen gemeenten, OCMW’s en andere begunstigden van het voorkooprecht elk jaar opnieuw moeten doorgeven voor welke percelen zij een recht van voorkoop hebben en op basis van welke regelgeving. De kans is dan ook reëel dat veel

begunstigden het sop de kool niet waard vinden. Door niet aan te geven waar het recht van voorkoop van toepassing is, vervalt het in zijn geheel. Bovendien is het onzinnig dat elke begunstigde opnieuw zou moeten aangeven waar de onroerende goederen liggen waarop hij het recht van voorkoop heeft. Bij de Vlaamse wooncode hebben zowel de gemeente en het OCMW als de socialehuisvestingsmaatschappij een recht van voorkoop. Zij zullen dus onderling moeten overeenkomen wie de gegevens doorgeeft, maar ook daar zal weer tijd in gaan zitten. Voorkoop in het uitvoeringsplan Gemeenten kunnen het recht van voorkoop eveneens zelf in het leven roepen. Dit doen zij door zo’n gebied af te bakenen en de begunstigden ervan aan te duiden in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Andere overheden kunnen dit ook doen in hun respectieve uitvoeringsplannen. Dit instrument biedt mogelijkheden om een gemeentelijk grond- en pandenbeleid te voeren. Dit instrument wordt weinig gebruikt omdat decretaal is bepaald dat een voorkooprecht op basis van een ruimtelijk uitvoeringsplan maar vijf jaar geldig is. Die periode is in de praktijk veel te kort. Eigenaars wachten gewoon een paar jaar met de verkoop van een perceel om er zeker van te zijn dat het recht van voorkoop niet kan worden uitgeoefend. Minister Dirk Van Mechelen zal binnenkort het decreet Ruimtelijke Ordening wijzigen. Daarmee ontstaat er een mooie gelegenheid om daadwerkelijk de slagkracht van het recht van voorkoop te vergroten. Xavier Buijs is VVSG-stafmedewerker Ruimtelijke Ordening

• Decreet van 20 februari 2008 houdende de wijziging van art. 85 van het Decreet 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode wat het voorkooprecht betreft (stuk 1261 (2006-2007)). Dit decreet is nog niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten, BS van 24 juli 2007. De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt. Dit is nog niet gebeurd. • Decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse grondenbank en houdende wijzigingen van diverse bepalingen, BS van 9 februari 2007 • Kijk ook op www.rechtvanvoorkoop.be. 1 april 2008 LOKAAL 35


Stad Dendermonde telt ongeveer 43 000 inwoners. Dendermonde is niet alleen een belangrijke handels- en industriestad, maar heeft dankzij haar rijk historisch verleden ook een grote culturele uitstraling in de wijde omgeving. Wil je in de toekomst van Dendermonde een cruciale rol spelen, dan kan dat. We zoeken een m/v:

WZaZ^YhXd gY^cVidg

bVhiZg " 6)V"6)W " XdcigVXijZZa

Wdjl`jcY^\Z LZ\Zc Zc LViZgadeZc WVX]Zadg Wdjl`jcYZ " 7&"7( " hiVijiV^g

Jouw functie: je bent de rechterhand van de stadssecretaris. Je coördineert de administratieve en beleidsmatige voorbereiding van de dossiers van de bestuursorganen. Je volgt de rapportering op van de diensten en diensthoofden. Daarnaast organiseer je ook dienstoverschrijdende initiatieven en innoverende projecten. Je neemt actief deel aan het managementteam. Je ondersteunt de secretaris in haar functie van personeelshoofd en kunt haar vervangen bij afwezigheid.

Jouw functie: je maakt deel uit van het team Wegen en Waterlopen dat verantwoordelijk is voor het uitbreiden en onderhouden van de openbare infrastructuur. Je voert berekeningen uit en maakt ontwerpen op. Je werkt bestekken uit en zorgt voor de technische opvolging hiervan. Je volgt werken op uitgevoerd door andere overheden of door derden. Je rapporteert aan het diensthoofd, vervangt hem bij zijn afwezigheid en ondersteunt hem bij het beleidsvoorbereidend werk.

Jouw profiel: je hebt een master of een diploma/getuigschrift dat voldoet aan de voorwaarden die je op de website kunt raadplegen. Je hebt een grondige kennis van administratief recht en managementtechnieken. Je hebt een basiskennis van het financieel beleid in een gemeente.

Jouw profiel: je hebt een bachelordiploma in de richting bouwkunde. Je hebt een grondige kennis van bouwkunde en materialen. Je werkt vlot met de pc.

<>H"Xd gY^cVidg

bVhiZg " 6&V"6'V " hiVijiV^g Jouw functie: je hebt de leiding over de werking van het geografische informatiesysteem van de stad. Ook werk je een beleid uit met betrekking tot de toepassingsmogelijkheden van het GIS-systeem en ondersteun je het bestuur en medewerkers in het gebruik ervan. Je tekent basiskaarten en plannen uit en controleert de opname van gegevens. Natuurlijk pleeg je ook overleg met stadsdiensten, leveranciers en andere instellingen i.v.m. het GIS-gebruik. Jouw profiel: je hebt een master geografie of informatica of je combineert een masterdiploma met 3 jaar relevante ervaring in GIS. Daarnaast heb je een goede kennis van wetgeving inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw en werk je vlot met pc. Je hebt een rijbewijs B.

Y^Zchi]dd[Y Gj^biZa^_`Z DgYZc^c\ bVhiZg " 6&V"6'V " hiVijiV^g

Jouw functie: je bent verantwoordelijk voor het beleid inzake ruimtelijke ordening, stedenbouw en huisvesting van de stad. Jouw beleidsvoorstellen en meerjarenplannen geven blijk van een strategische en integrale visie. Daarnaast geef je ook leiding aan de dienst waarbij je zowel het communicatie-, personeels- als financieel beleid van de dienst vorm geeft. Jouw profiel: je hebt een masterdiploma stedenbouw en/of ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 2 ministerieel besluit van 13 juli 2000). Je hebt een grondige kennis van de wetgeving m.b.t. stedenbouw en ruimtelijke ordening.

Ons aanbod: een boeiende job in een dynamische omgeving, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, een excellente verlofregeling, veel mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling, wervingsreserve met geldigheidsduur van 2 jaar.

WZaZ^YhbZYZlZg`Zg Y^Zchi HiVYhegdbdi^Z WVX]Zadg " 7&"7( " hiVijiV^g

Jouw functie: je ontwikkelt initiatieven voor de promotie van de stad en de regio Dendermonde. Je rapporteert aan het diensthoofd. Je creativiteit en visie zijn een bron om bestaande toeristische initiatieven en feestelijkheden zoals Reuzenommegang, Ros Beiaardommegang, nationale feestdag, feest Vlaamse gemeenschap, ... verder uit te bouwen. Jouw profiel: je hebt een bachelor marketing of toerisme. Of je combineert een bachelordiploma met 3 jaar ervaring in een toeristische dienst. Communicatie is voor jou een sleutelwoord! Bovendien begrijp je hoe een stadsbestuur werkt en ben je uiterst gemotiveerd om van Dendermonde een bruisende stad te maken. Je werkt vlot met pc.

_Zj\YXdchjaZci

WVX]Zadg " 7&"7( " hiVijiV^g Jouw functie: je bent verantwoordelijk voor de planning en uitvoering van het jeugdwerkbeleid van de stad. Naast het beleidsmatig werk geef je leiding aan een klein team. Zowel communicatie, coaching en evaluatie als administratie zijn hier belangrijk. Daarnaast ondersteun je de jeugdraad, volg je subsidiëringsdossiers op, enz. Jouw profiel: je bachelor maatschappelijk werk vul je aan met een grondige kennis van jeugdwerk en relevante wetgeving.

iZ`ZcVVg 6jid869

Y^eadbV ]d\Zg hZXjcYV^g dcYZgl^_h " 8&"8( " hiVijiV^g Jouw functie: je maakt deel uit van het team Gebouwen dat verantwoordelijk is voor de uitbreiding en instandhouding van de gebouwen van de stad. Je maakt plaatsbeschrijvingen op en voert controles uit van gebouwen. Je doet tekenwerk en bereidt bestekken voor. Je volgt de werken op die uitgevoerd worden door derden en door de eigen uitvoeringsdiensten. Ook ben je verantwoordelijk voor het energiebeheer. Je rapporteert aan het diensthoofd en de bouwkundige. Jouw profiel: je hebt een diploma hoger secundair onderwijs of gelijkgesteld. Je hebt een grondige kennis van bouwkunde, bouwkundig tekenen, lezen van plannen en materialen. Je kunt vlot met de AutoCAD werken.

Interesse? Voel je je aangetrokken tot één van deze functies? Stuur dan een sollicitatiebrief met uitgebreid cv en een kopie van je diploma uiterlijk op 13 april 2008 naar het College van burgemeester en schepenen, Administratief Centrum, Fr. Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Voor meer informatie over deze functies kun je terecht op www.dendermonde.be. Hier vind je een uitgebreide functiebeschrijving met de aanwervings- en toelatingsvoorwaarden. Je kunt hiervoor ook bellen naar de Personeelsdienst, tel. 052 25 10 80.

36 LOKAAL 1 april 2008

Stad Dendermonde let als werkgever op het bevorderen van gelijke kansen bij aanwerving. Kwaliteiten van mensen zijn belangrijker dan leeftijd, geslacht, etnische afkomst en nationaliteit.

www.jobpunt.be


DE DONDERDAG

‘Ik heb verschillende bestuursniveaus meegemaakt en kan je vertellen dat je in een gemeente het meest direct resultaat ziet van wat je onderneemt. Er is ook direct contact met het bestuur en met de inwoners, en je kunt veel beter initiatieven nemen.’

POL DESPEGHEL

De donderdag van Luc Van Der Plas, communicatieambtenaar Bonheiden

9.00 Vergadering met de collega-communi-

catieambtenaren van Duffel, Sint-KatelijneWaver en Putte, waarmee Bonheiden ook een politiezone vormt. Eens om de drie maanden komen wij samen om van elkaars praktijken te leren. We spreken dan over onderwerpen als het beheer van de website – we werken alle vier met dezelfde firma –, klachtenbehandeling, plaatsing en beheer van aankondigingsborden… Zulke uitwisseling gebeurt ook op grotere schaal in de collegagroep van communicatieambtenaren van de provincie Antwerpen (Comaan), waarvan ik trouwens voorzitter ben. Die groep komt volgende week samen in Olen over het thema ‘best practices’.

11.30 Voor de middag werk ik nog aan een

voorstel voor het college over een tevredenheidsonderzoek dat we onder het gemeentepersoneel willen houden. We organiseerden daarover al een interne bevraging en een toelichtingsvergadering voor het personeel. Dat doe ik in samenspraak met het managementteam, waarvan ik als communicatieambtenaar in Bonheiden deel uitmaak. In het managementteam denk ik mee na over strategische planning, financieel beheer, interne controle – en vanzelfsprekend ook over interne communicatie. Voor de tevredenheidsenquête stuur ik de verzamelde suggesties van de verschillende diensthoofden door naar de stagiaire van de Katholieke Hogeschool Mechelen (KHM), die het onderzoek zal uitvoeren. Met de KHM en haar onderzoeksgroep Memori werken we overigens in het algemeen nauw samen voor allerlei projecten. Vier communicatiestudenten deden ook al hun stage bij ons.

13.00 Overleg met de collega’s van commu-

nicatie. Sinds de verhuizing naar het nieuwe gemeentehuis is de communicatie samen met het centrale onthaal ondergebracht in één dienst. Aan het onthaal werken drie halftijdse bedienden, aan de communicatieprojecten werken twee halftijdse administratieve medewerkers en ikzelf. Vandaag hebben we het onder meer over de plaatsing van nieuwe folderrekken voor promotiemateriaal in de wachtruimte van de dienst Burgerzaken. Ook de aanschaf en het ontwerp van nieuwe draagtassen voor het ontvangstpakket dat de gemeente aan nieuwe inwoners schenkt, staat op de agenda. Het ontvangstbeleid voor nieuwe inwoners is overigens een van de initiatieven die de communicatiedienst de jongste jaren heeft uitgewerkt. We bieden een ontvangstpakket aan en organiseren ook een jaarlijkse rondrit per bus door de gemeente, gevolgd door een receptie met informatiestands. Daarnaast bespreek ik met de medewerkers van het onthaal routinetaken, zoals de invulling van aankondigingen en evenementen op de mediaschermen in het gemeentehuis en ons cultuurcentrum, de postbedeling en het beheer van de telefooncentrale.

14.30 Tijd voor de wekelijkse stafvergade-

ring met de diensthoofden van de gemeenteadministratie. We worden er gebrieft over de collegebeslissingen. Ook de secretaris en het hoofd van de sociale dienst van het OCMW nemen aan de stafvergadering deel. Het is een van de manieren om de samenwerking tussen gemeente en OCMW te verbeteren. Met de OCMW-voorzitter en het hoofd van de sociale dienst is volgende week een

overleg gepland over een betere zichtbaarheid en bereikbaarheid van de OCMW-diensten via de gemeentelijke website.

17.00 Voor de aanvang van de avonddienst – die hebben we hier elke donderdag van 18 tot 20 uur – sta ik nog even stil bij de projecten die op stapel staan voor de nabije toekomst. De laatste jaren is er veel verwezenlijkt. Het gemeentelijke informatieblad is volledig vernieuwd qua inhoud, structuur en lay-out. We werkten aan de invoering van een nieuwe huisstijl naar aanleiding van de verhuizing naar het nieuwe gemeentehuis, nu twee jaar geleden. En de huidige website van de gemeente is al mooi gegroeid sinds we hem hebben opgezet in 2003. We hebben nu een tweewekelijks e-zine en een aparte nieuwsbrief voor handelaars, een stratenplan, digitale formulieren, een discussieforum en een handelaarsgids. Die website geeft me veel voldoening en hij zal in de toekomst nog aan belang winnen door e-government en burgerparticipatie. Waar we nu werk van moeten maken, is het digitale loket van burgerzaken, dat in de komende maanden online zou moeten komen. Zo zullen burgers online attesten kunnen opvragen. Op het vlak van interne communicatie wordt het intranet dan weer de volgende grote uitdaging. Dat moet van de grond af worden opgebouwd. Communicatieambtenaar zijn verveelt echt nooit: alles is voortdurend in beweging en continu word je geconfronteerd met nieuwe, boeiende zaken. Het mooie is dan nog dat ik deze functie sinds 2000 in mijn eigen gemeente mag uitoefenen, waar ik veel mensen persoonlijk ken. I PP 1 april 2008 LOKAAL 37


Gemeentebestuur Overpelt

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én

Overpelt is een moderne en dynamische gemeente met een

op de VVSG-website

breed gamma aan dienstverlening en voorzieningen. Daardoor heeft de gemeente een bijzondere aantrekkingskracht die zich uit in een steeds stijgend aantal inwoners en de constante realisatie van projecten van uiteenlopende aard. Om ons team te versterken zoeken wij momenteel een:

Diensthoofd Interne Zaken (m/v) A-niveau

Inlevering van advertenties voor: Lokaal 9 (16 tot 31 mei 2008) 24 april 2008 Lokaal 10 (1 tot 15 juni 2008)

U leidt en coördineert de diensten binnen de afdeling interne zaken, zijnde de dienst overheidsopdrachten, verzekeringen, belastingreglementen en -kohieren, personeelsdienst, onthaal en schoonmaak. Deze diensten dragen bij tot de ondersteuning van alle andere gemeentelijke diensten. U verricht beleidsvoorbereidend werk, voert in samenwerking met de diensten beleidsbeslissingen uit en evalueert ze. Taakinhoudelijk heeft u een coördinerende functie en verder coacht u uw medewerkers volgens moderne managementtechnieken. Profiel • U bent houder van een universitair of master diploma • U heeft een goede kennis van de werking van lokale besturen en van moderne methoden van overheidsmanagement • U kent de regelgeving m.b.t. de activiteiten van de eigen diensten of u kunt zich deze op korte termijn eigen maken. • U bezit de nodige organisatorische, communicatieve en leidinggevende vaardigheden • U bent integer en heeft een professionele ingesteldheid • U bent dynamisch en staat open voor verandering en innovatie • U weet een grote organisatiebetrokkenheid aan de dag te leggen en u heeft een klantgerichte visie Ons aanbod: • Een boeiende job met verantwoordelijkheden in een aangename en uitdagende werkomgeving • Contractuele tewerkstelling met een overeenkomst voor onbepaalde duur • Verloning volgens wettelijke barema’s, hospitalisatieverzekering en maaltijdcheques • Degelijke begeleiding en opleidingen

Heeft u interesse voor deze functie? U kunt uw gemotiveerde kandidatuur, aangevuld met een cv, tot en met 11 april 2008 indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Oude Markt 2, 3900 Overpelt. De kandidaten die in aanmerking komen, zullen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de selectieprocedure. Bijkomende inlichtingen kunt u bekomen bij mevr. Liesbeth Tielens, personeelsdienst, T 011-80 94 25 of liesbeth.tielens@overpelt.be.

15 mei 2008

Informatie: Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

Stadsbestuur & OCMW Sint-Niklaas Om ons enthousiast team te versterken zoeken wij dynamische medewerkers voor ONMIDDELLIJKE indiensttreding :

Departementschef ICT m/v - statutair A4

Wij zoeken iemand: - met visie op ICT, om onze ambitieuze informaticaplannen concreet vorm te geven en te realiseren - die leiding zal geven aan de informatica-afdelingen van OCMW en stad - die goed kan plannen en budgetteren - met een academische opleiding en minimaal zes jaar relevante werkervaring. Wil jij die uitdaging aangaan? Wij bieden aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden en een salaris, dat afhankelijk van je werkervaring tussen de 3600 en 4700 euro per maand bedraagt. Maar bovenal een uitdagende job, met veel mogelijkheden. Het sollicitatieformulier, de gedetailleerde functieprofielen en examenprogramma’s kun je vinden op www.ocmwsintniklaas.be en www.sint-niklaas.be. Heb je daarnaast aanvullende vragen, dan kun je die richten aan de OCMW-secretaris Tjeu van Diessen, tel. 03-778 60 04. Tot en met 22 april 2008 kunnen kandidaturen met kopie diploma worden gemaild naar Vicky.Kisz@sint-niklaas.be of opgestuurd (postdatum) naar/ vóór 16 uur afgegeven aan dienst personeel of secretariaat, Grote Markt 1, 9100 Sint-Niklaas. OCMW en stad Sint-Niklaas besteden aandacht aan het bevorderen van gelijke kansen bij aanwerving. De kwaliteiten van de kandidaat-werknemer zijn belangrijker dan leeftijd, geslacht, etnische origine of eventuele handicap.


wetmatig berichten

Rookverbod in de rusthuizen correct toepassen

STEFAN DEWICKERE

De tabakscontroledienst van de FOD Volksgezondheid schreef in februari 2008 een rondzendbrief waarin het rookverbod in de rusthuizen wordt toegelicht. De doelstelling van de

tabakscontroledienst is niet-rokende bewoners en personeel te beschermen tegen de gevolgen van het roken. Sinds 1987 is er al wetgeving om het roken in voorzieningen bestemd voor mensen met een zwakkere gezondheid te verbieden (KB van 15 mei 1990). Dit heeft in de praktijk tot gevolg dat enkel in de kamers van de bewoners gerookt mag worden. Ook na de wetgeving uit 2005 (het KB van 19 januari 2005) blijft dit laatste gelden, toch wanneer de voorziening in haar huishoudelijk reglement heeft opgenomen dat roken in de individuele kamers mogelijk blijft. Een alternatief voor roken op de kamers is het

inrichten van een rookkamer. In zijn rondzendbrief somt de tabakscontroledienst de vereisten voor de rookkamer op: deze moet volledig afgesloten zijn, mag niet als doorgang gebruikt worden en moet beperkt zijn in oppervlakte. De rookkamer moet ook voorzien worden van een degelijk afzuigsysteem. De controledienst legt rusthuizen ook op rookverbodstekens aan te brengen aan de ingang van het rusthuis en de andere lokalen waar het rookverbod geldt. Deze rookverbodstekens kunnen gratis worden aangevraagd bij de tabakscontroledienst, apf.inspection@health.fgov.be.

Van de tabakscontroledienst moet in elk lokaal waar een rookverbod geldt, een verbodsteken hangen.

elke.vastiau@vvsg.be

Timing Europese dienstenrichtlijn niet realistisch De dienstenrichtlijn verplicht de gemeenten om na te gaan in hoeverre hun gemeentelijke regle-menten onterechte belemmeringen van het vrije verkeer van diensten bevatten. Dat zou moeten gebeuren tegen mei 2008, een timing die ronduit onrealistisch is. De dienstenrichtlijn gaat over het vrije verkeer van diensten en over de vrijheid van vestiging in de Europese interne markt. Onder andere buitenlandse dienstverleners in de bouw, de horeca en het toerisme, zoals reisbureaus en reisleiders, management-consultants, architecten, makelaars en marktkramers komen hierbij in aanmerking. Zoals alle overheidsniveaus in België moeten ook de lokale besturen hun verordeningen en reglementen nakijken, en dit in drie stappen. Eerst moet bij een vooronderzoek of prescreening een positieve lijst worden opgesteld van de reglementen

die mogelijk in aanmerking komen. Daarna moeten de geselecteerde reglementen grondig worden nagekeken volgens een stappenplan, en ten slotte moeten die reglementen aangepast worden. Alles moet rond zijn tegen 1 januari 2010, want dan wordt de richtlijn van kracht. De eerste stap, het vooronderzoek, zou moeten gebeuren tegen mei 2008. De VVSG acht dit voor veel gemeenten onhaalbaar en vraagt daarom meer ondersteuning voor de gemeenten, met concrete praktijkvoorbeelden en analyse vanuit het Europese recht. betty.dewachter@vvsg.be

www.binnenland.vlaanderen.be

advertentie

De gemeente Sint-Katelijne-Waver is een landelijke gemeente met een sterke dynamiek, die openstaat voor vernieuwing en in volle ontwikkeling is. We zijn op zoek naar een enthousiaste (m/v):

administratief medewerker

(C1-C3)

technisch medewerker

(C1-C3)

Voor de dienst ruimtelijke ordening • voltijds • statutair verband • werfreserve van 1 jaar

Voltijds • vervangingsovereenkomst • werfreserve van 1 jaar

Je staat mee in voor: • algemene informatie verstrekken, aan het loket en telefonisch, over stedenbouwkundige voorschriften, het gewestplan, het structuurplan en het kadaster • verschillende registers opmaken en bijhouden • de administratieve afhandeling doen van stedenbouwkundige vergunningsaanvragen, verkavelingsaanvragen, stedenbouwkundige attesten, verkopen, verdeling en andere stedenbouwkundige dossiers. Wij vragen dat je: • nauwkeurig, correct en ordelijk bent • klantvriendelijk en behulpzaam bent • minstens in het bezit bent van een diploma van hoger secundair onderwijs • een bouwtechnische achtergrond hebt of sterke interesse voor dit vakgebied • slaagt voor een selectieproef.

Je staat mee in voor: • het toezicht op openbare werken • het opmaken van bestekken en toezicht op het onderhoud van wegen, rioleringen, straatmeubilair, infrastructuuraanpassingen in het kader van mobiliteit en verkeer. Wij vragen dat je: • in het bezit bent van een diploma hoger secundair onderwijs of gelijkwaardig in de specialiteit bouwkunde, bouwkundig tekenen, bouwtechnieken, bouwbedrijf, architectuurtekenen, openbare werken of technisch tekenen • kennis hebt van algemene begrippen over gebouwen, wegenwerken en verkeer • kennis hebt van materialen • sociaal en communicatief vaardig bent • een plan kritisch kan lezen en interpreteren • technisch doorzicht hebt • bereid bent te werken in alle weersomstandigheden • in het bezit bent van een rijbewijs B.

Wij bieden je: • een uitdagende job • werk in een aangename omgeving, zonder fileproblemen • extra voordelen in de vorm van maaltijdcheques, fietsvergoeding, glijdende werktijden en opleidingsmogelijkheden. Andersvaliden worden uitgenodigd om zich kandidaat te stellen. Wil je deel uitmaken van ons team? Richt dan je sollicitatiebrief, curriculum vitae en een afschrift van het vereiste diploma aangetekend of tegen ontvangstbewijs aan het College van Burgemeester en Schepenen, Lemanstraat 63, 2860 Sint-Katelijne-Waver, uiterlijk op woensdag 16 april 2008. Verdere inlichtingen kan je verkrijgen op de website van de gemeente: www.sintkatelijnewaver.be of bij de personeelsdienst, tel. 015-30 50 77 of e-mail: personeelszaken@sintkatelijnewaver.be.

1 april 2008 LOKAAL 39


wetmatig berichten

Milieuconvenant 2008: projectenveloppe per gemeente bekend zodoende voor welk bedrag ze dit jaar projectvoorstellen mag indienen. Projecten worden in principe voor 50 procent gesubsidieerd: voor elke euro die een gemeente investeert, legt de Vlaamse overheid er een euro bij. Het kabinet-Crevits is niet ingegaan op onze vraag om toch een minimum per gemeente op te nemen, zoals in de basis. Met een minimum van 12.420 euro (62,1 procent van het minimum in de basis) zou het globale budget maar met 2,66 procent verhogen. Nu hebben 74 gemeenten een enveloppe van minder dan 12.420 euro.

De subsidies voor hemelwater en voor MINAwerkers vallen niet onder de projectenenveloppe. De projectenmodule wordt jaarlijks toegekend. In oktober 2008 zal de Vlaamse overheid de verdeling voor 2009 bekendmaken, een raming op basis van het aantal gemeenten dat dit jaar effectief ingetekend zal hebben. Projecten voor 2009 worden tegen 1 januari 2009 ingediend. steven.verbanck@vvsg.be

STEFAN DEWICKERE

Half februari heeft de Vlaamse overheid op www.samenwerkingsovereenkomst.be de verdeling van het projectenbudget in enveloppen per gemeente bekendgemaakt. De enveloppe per gemeente zou als volgt berekend zijn: de basissubsidie van 1,7 euro per inwoner plus 1,4 euro per hectare, zonder het minimum van 20.000 euro per gemeente, en hiervan 62,1 procent. Op die manier wordt voor 2008 ruim 7 miljoen euro verdeeld in enveloppen per gemeente, een raming op basis van 308 deelnemende gemeenten. Elke gemeente weet

MINA-werkers kunnen nu ook ingeschakeld worden voor het verminderen van het gebruik van pesticiden.

Milieuconvenant 2008: meer MINA-werkers voor meer activiteiten Met de zogenaamde MINA-werkers geeft het milieuconvenant de gemeenten de mogelijkheid activiteiten uit te voeren met een grote ecologische meerwaarde op het vlak van energie, water, natuur en afval. In de praktijk worden deze activiteiten door de gemeenten meestal uitbesteed aan de sector van de sociale economie. In vergelijking met de vorige overeenkomst zijn de toegelaten activiteiten uitgebreid en het aantal MINA-werkers verhoogd. Zo is het beschikbare contingent toegenomen van 182 naar 260 VTE. De bijkomende 78 VTE’s zijn er onder andere gekomen ten gevolge van de nieuwe thema’s energie en water: MINA-werkers kunnen nu ook ingeschakeld worden voor het uitvoeren van energiescans en kleine energiebesparende maatregelen 40 LOKAAL 1 april 2008

(energie) en voor mechanisch onkruidbeheer en omvormingsbeheer gericht op pesticidenreductie (water). De subsidie vanuit het milieuconvenant blijft 12.400 euro per voltijdse MINA-werker per jaar. Nieuw is ook een verbreding naar beschutte werkplaatsen en het decreet lokale diensteneconomie (LDE). Dit maakt het mogelijk de subsidie vanuit het milieuconvenant te koppelen aan de financiering vanuit werkgelegenheid, een hele verbetering ten opzichte van vroeger.

fabio.contipelli@vvsg.be en steven.verbanck@vvsg.be


STEFAN DEWICKERE

Toeristische samenwerkingsverbanden op komst Zoals in het Vlaamse regeerakkoord bepaald, werkt de Vlaamse regering voort aan een volwaardige toeristische productontwikkeling in samenwerking met de private sector en met bijzondere aandacht voor strategische planning, marketing, communicatie en distributie. In dit kader heeft de Vlaamse regering principieel een voorontwerp van decreet goedgekeurd dat ernaar streeft de provincies, steden, gemeenten en de private sector de mogelijkheden te geven om Vlaanderen en zijn toeristische regio’s op een adequate en verantwoorde wijze verder toeristisch te ontplooien en te promoten. Het decreet regelt de oprichting en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid. Het voorontwerp van decreet wordt nu voor advies voorgelegd aan de Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen, de Vlaamse Adviesraad Bestuurszaken en daarna aan de Raad van State. stephen.lodewyck@vvsg.be

Het decreet regelt de oprichting en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid.

Oprichting meldpunten discriminatie Op initiatief van Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Gelijke Kansen, heeft de Vlaamse regering op 15 februari het ontwerpdecreet Gelijkekansen- en Gelijkebehandelingsbeleid goedgekeurd. Met het decreet zet de Vlaamse regering de Europese richtlijnen over antidiscriminatie om in Vlaamse regelgeving. Maar Vlaanderen gaat een stap verder dan Europa: naar federaal voorbeeld werd de lijst met discriminatiegronden en beleidsdomeinen fors uitgebreid. Bovendien zal in elke Vlaamse centrumstad een meldpunt discriminatie worden opgericht. De eerste vijf meldpunten worden opgestart in Antwerpen, Mechelen, Leuven, Gent en Genk. In opdracht van minister Van Brempt maakte het Vlaams Minderhedencentrum een inventaris van de bestaande meldpunten. Daaruit blijkt dat het bestaande aanbod erg divers is, zowel op vlak van geografische verspreiding als de inhoudelijke werking. Bovendien zijn de bestaande meldpunten vaak meldpunten racisme. Door dertien meldpunten te ondersteunen, zorgt de Vlaamse minister van Gelijke Kansen ervoor dat er een meer gestructureerd en eenvormig aanbod

komt. Het Vlaams Minderhedencentrum ontwikkelt immers ook een gemeenschappelijk draaiboek met een uniform stappenplan voor de afhandeling van klachten en een lijst met kwaliteitseisen. De nieuwe meldpunten moeten meldpunten discriminatie worden en moeten dus alle vormen van discriminatie aanpakken. De bestaande meldpunten racisme zullen omgevormd worden tot meldpunten discriminatie. Waar er nog geen meldpunt is, wordt er één opgericht. Momenteel zijn al een aantal centrumsteden in het proefproject voor de oprichting van een meldpunt gestapt. Deze steden zoeken met het Vlaams gelijkekansenbeleid, het Vlaams Minderhedencentrum en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding naar de meest geschikte structuren en samenwerkingsverbanden om tot een gebiedsdekkende werking te komen. Om te vermijden dat het gelijkebehandelingsbeleid dode letter blijft, is een lokaal draagvlak onontbeerlijk. katia.debock@dar.vlaanderen.be

Decreet flankerend onderwijs eindelijk beschikbaar Het heeft even geduurd, maar op 11 februari 2008 verscheen de definitieve tekst van het nieuwe decreet flankerend onderwijs in het Staatsblad. Nieuw ten opzichte van de ontwerpversie is de bijkomende procedurele verplichting voor de centrumsteden om een algemeen budgettair plan (Art. 17, 2f) toe te voegen aan het onderwijsplan. Ter herinnering: het nieuwe decreet betreffende het flankerende onderwijsbeleid op lokaal niveau is volledig in werking sinds 1 januari 2008. marleen.devry@vvsg.be

Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau van 30 november 2007, S van 11 februari 2008, Decreettekst en Memorie van Toelichting op www.vvsg.be

advertentie

en inzichtover DéVoor bronoverzicht van informatie in het winkelaanbod in uw winkels en winkelgebieden ingemeente België. en regio Drukpersstraat 4 1000 Brussel 02 2291936 mailbox@locatus.be  www.locatus.be

072649_LC_adv_186x62.indd 1 Locatus.indd 1

31-Oct-07 16:15:45 10-03-2008 11:50:59

1 april 2008 LOKAAL 41


AGENDA

Schoten start 8 april Methodiek van cliëntbegeleiding vanuit sociale dienst OCMW Vierdaagse module 2 van de basisvorming voor maatschappelijk werkers: de ondersteuning van OCMW-cliënten. www.vvsg.be (opleiding/kalender) Brussel start 8 april Functieprofielen, kerncompetenties, Investors in people Zesdaagse ondersteuningspunten voor vormings- en personeelsverantwoordelijken om ideeën en ervaringen uit te wisselen. www.vvsg.be (opleiding/kalender) Leuven start 10 april Omgaan met agressief gedrag van OCMW-cliënten Tweedaagse training voor maatschappelijk werkers. De nadruk ligt op het oefenen van vaardigheden om de agressor op te vangen, agressie in te dijken of agressief gedrag om te buigen tot hanteerbaar gedrag. www.vvsg.be (opleiding/kalender) Gent start 10 april Uitbouw van een doeltreffende vrijwilligerswerking Tweedaagse opleiding over de nieuwe regelgeving met ideaalmodel in functie van de ontwikkeling van een eigen authentieke vrijwilligerswerking. www.vvsg.be (opleiding/kalender) Aalst start 11 april Werken aan krachtengerichte hulpverleningsrelaties met maatschappelijk kwetsbaren Vierdaagse vorming met kaders en visie van ’Bind-Kracht’ als methodologisch concept. Sleutelbegrippen als leefwereld, empowerment, rolpatronen, basishouding, procesmatig werken, veerkracht en cliëntoverleg staan centraal. www.vvsg.be (opleiding/kalender)

NIX TrIljoen

42 LOKAAL 1 april 2008

Antwerpen 11 april Lokale overheden en Sociale Ondernemers: partners in Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Seminarie over de diverse mogelijkheden van lokale besturen om sociale en ecologische doelstellingen binnen hun aankoopbeleid te realiseren. www.esf-agentschap.be Gent 17 april Wij weten meer dan ik Meer en beter samenwerken, centraal thema van de vijfde VVSG-Trefdag. www.trefdag.be Gent 21 april - Hasselt 23 april Veiligheid bij bestrijding eikenprocessierups Hoe pak je de algemene en persoonlijke veiligheid aan wanneer je de eikenprocessierups bestrijdt met gasbranders? www.inverde.be (cursus) Deerlijk 22 april WELP en KLOS Demonstratie van elektronische instrumenten ‘KLachtenOpvolgingsSysteem’ en ‘WELkom Personeel’ om het onthaaltraject van nieuwe medewerkers op te volgen. www.vvsg.be (opleiding/kalender) Schoten 26 april SpeelpleinTreffen Organisatie van de Vlaamse Dienst voor Speelpleinwerking voor organisatoren en beleidsmakers. www.speelplein.net De Panne start 5 mei Projectmatig werken als hefboom tot organisatieontwikkeling Residentieel seminarie voor lokale topambtenaren over ontwikkelingsmanagement bij de lokale overheid. www.vvsg.be (opleiding/kalender)

De Panne start 5 mei Pensionering: een nieuwe start Residentiële cursus voor OCMW- en gemeentepersoneelsleden die met pensioen gaan en voor hun partner. www.vvsg.be (opleiding/kalender) Leuven 20 mei Autocontrole in grootkeukens Studiedag voor verantwoordelijken en personeel in grootkeukens over autocontrole- en traceerbaarheidssysteem in de voedselketen. www.vvsg.be (kalender) De Panne start 21 mei Coachend leiderschap Residentiële training voor directies en leidinggevenden van gemeenten en OCMW’s in verband met vaardigheden die van belang zijn om coachinggesprekken te voeren met medewerkers. www.vvsg.be (opleiding/kalender) Drongen start 23 mei Omgaan met (ex-)psychiatrische patiënten in de thuiszorg Driedaagse vorming voor verantwoordelijken thuiszorg, DGZ, schoonmaakdienst en dienstencheque over de belevings- en ervaringswereld van psychiatrische patiënten. Bedoeling is vanuit deze inzichten vaardigheden te ontwikkelen om beter met patiënten om te gaan. www.vvsg.be (opleiding/kalender) Schaarbeek 23 mei Horecavoorzieningen Studiedag over de verschillende mogelijkheden om een horecagelegenheid in een cultuur- of gemeenschapscentrum uit te baten via een concessieovereenkomst, met een uitbating door gemeentepersoneel of door vrijwilligers. nikolas.cloet@cultuurlokaal.be


DE VVSG-CODEXEN ELEKTRONISCH ÈN OP PAPIER VOOR EEN NIET TE EVENAREN PRIJS. EEN CODEX IS EEN ONMISBAAR INSTRUMENT OP IEDERE BOEKENPLANK. MAAR DIE PLANK MAG NATUURLIJK NIET BARSTEN ONDER TIENTALLEN KILO’S ONNODIG PAPIER. DE CODEXEN VAN DE VVSG BEVATTEN DAAROM ENKEL DE ESSENTIËLE WETGEVING: GECOÖRDINEERD, GECODIFICEERD EN VOORZIEN VAN ANNOTATIES VAN GESPECIALISEERDE AUTEURS. BIJ ELKE CODEX HOORT OOK EEN CD-ROM MET ZOEKROBOT. ZO KAN U OP ELK MOMENT VAN DE DAG SNEL DE JUISTE INFORMATIE OPZOEKEN. EN MET DE PAPIEREN VERSIE BIJ DE HAND HOEFT U NIETS MEER AF TE DRUKKEN. DE CODEXEN ZIJN LOSBLADIG EN WORDEN REGELMATIG UPGEDATE ZODAT U STEEDS OVER DE MEEST RECENTE WETSWIJZIGINGEN BESCHIKT. ZE ZIJN HET RESULTAAT VAN EEN NAUWE SAMENWERKING TUSSEN DE VVSG, INFORUM EN POLITEIA. TWIJFEL DUS NIET LANGER EN VUL UW BOEKENPLANK MET DEZE ONMISBARE NASLAGWERKEN! DE GEMEENTECODEX

DE OCMW-CODEX

(2 DELEN + CD-ROM) PRIJS: 99 EURO (VVSG-LEDEN) 119 EURO (NIET-LEDEN)*

(2 DELEN + CD-ROM) PRIJS: 109 EURO (VVSG-LEDEN) 129 EURO (NIET-LEDEN)*

DE GEMEENTECODEX VAN DE VVSG BEVAT NAAST HET GEMEENTEDECREET OOK ALLE GEMEENTELIJKE WETGEVING, GECOÖRDINEERD EN GECODIFICEERD, MET VERWIJZINGEN NAAR RELEVANTE OMZENDBRIEVEN, EN ANDERE WET- EN REGELGEVING.

DE OCMW-CODEX BEVAT DE BELANGRIJKSTE WETTEN EN UITVOERINGSBESLUITEN M.B.T. DE OCMW’S, TELKENS VOORZIEN VAN PRECIES DIE VERWIJZINGEN NAAR ANDERE WETTEN, DECRETEN, UITVOERINGSBESLUITEN OF OMZENDBRIEVEN DIE NODIG ZIJN OM HET WETSARTIKEL CORRECT TOE TE PASSEN.

DE PERSONEELSCODEX

CODEX OUDEREN -EN THUISZORG

(+ MAP PERSONEEL EN ORGANISATIE) (5 DELEN + 2 CD-ROMS) PRIJS: 199 EURO (VVSG-LEDEN) 249 EURO (NIET-LEDEN)*

(3 DELEN + CD-ROM) PRIJS: 129 EURO (VVSG-LEDEN) 149 EURO (NIET-LEDEN)*

DEZE PRAKTIJKGERICHTE CODEX WERD INGEDEELD OP BASIS VAN THEMA’S ZOALS ARBEIDSORGANISATIE, VAKBONDSSTATUUT EN GELDELIJKE REGELINGEN EN NIET VOLGENS DE ‘KLASSIEKE’ OPDELING STATUTAIR/CONTRACTANT. NAAST DE VIER DELEN REGELGEVING BEVAT DE CODEX OOK EEN DEEL ‘PERSONEEL EN ORGANISATIE’ OVER DE PRAKTISCHE AANPAK VAN HET PERSONEELSBELEID IN LOKALE BESTUREN MET MODELLEN. IN SAMENWERKING MET SCHAUBROECK.

DE CODEX OUDEREN- EN THUISZORG IS EEN VASTE WAARDE IN HET VVSG-FONDS. U VINDT IN DEZE DRIEDELIGE CODEX DE WET- EN REGELGEVING VOOR DE VERSCHILLENDE TYPES VOORZIENINGEN, INCLUSIEF DE THUISZORG.

CODEX KINDEROPVANG (+INSPIRATIEMAP)

DE CULTUURCODEX

4 DELEN + 2 CD-ROMS PRIJS: 129 EURO (VVSG-LEDEN) 149 EURO (NIET-LEDEN)*

(VOORLOPIG ZONDER CD-ROM) PRIJS: 49 EURO (VVSG-LEDEN) 69 EURO (NIET-LEDEN)*

DE VVSG-CODEX KINDEROPVANG IS BESTEMD VOOR ALLE VORMEN VAN KINDEROPVANG. NAAST WET- EN REGELGEVING BEVAT DE CODEX OOK VERWIJZINGEN NAAR MEDEDELINGEN EN REGELGEVENDE RONDZENDBRIEVEN VAN KIND&GEZIN. DE CODEX BEVAT EEN EXTRA CD-ROM MET MODELLEN EN FORMULIEREN EN EEN INSPIRATIEMAP VOOR EEN PRAKTIJKGERICHTE AANPAK.

IN DE NAGELNIEUWE CULTUURCODEX VINDT U ALLE ESSENTIËLE REGELGEVING OP HET GEBIED VAN CULTUUR EN ERFGOED, VOLLEDIG GECOÖRDINEERD. OOK HET PARTICIPATIEDECREET WERD AL OPGENOMEN.

BESTELFORMULIER

NIEUW!

STUUR OF FAX DEZE STROOK NAAR: UITGEVERIJ POLITEIA, RAVENSTEINGALERIJ 28, 1000 BRUSSEL, FAX 02 289 26 19

DE GEMEENTECODEX

NAAM

DE OCMW-CODEX

FUNCTIE

DE PERSONEELSCODEX

BESTUUR/ORGANISATIE

CODEX OUDEREN -EN THUISZORG

E-MAIL

CODEX KINDEROPVANG

DE CULTUURCODEX

ADRES

BTW * De bijwerkingen worden u automatisch toegezonden tegen de prijs 0,44 euro/blz. en 24 euro per cd-update tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 30.09.2008. Consulteer onze website voor actuele prijzen.

DATUM HANDTEKENING

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

TEL.


Energy Line, samen vechten

Op m a sn ge at

te rn ati eve energ ie

tegen de opwarming van de aarde

ed en al opl e ossingen inzak

Dexia is gespecialiseerd in de financiering van de lokale besturen en het beheer van spaartegoeden. Gelet op de aard van zijn activiteiten hecht Dexia veel waarde aan een langetermijnvisie en het algemeen welzijn. Dexia is op die manier uitgegroeid tot een wereldspeler inzake duurzame ontwikkeling, met name op het gebied van de hernieuwbare energie. Vandaag wendt Dexia met Energy Line al zijn knowhow op dit vlak aan ten behoeve van de lokale besturen, om de productie van schone energie aan te moedigen, het verbruik van fossiele brandstoffen terug te schroeven, de inspanningen voor biodiversiteit te steunen en de gepaste financiĂŤle instrumenten ter beschikking te stellen. Om te weten wat Energy Line concreet kan bijdragen aan de goede werking van uw bestuur en dus ook aan de welvaart van de planeet, contacteer uw Public Banker.

PUBLIC FINANCE

short term has no future


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.