2008Lokaal08

Page 1

Publiek en privĂŠ: samen scoren

Samenwerken met derden


STEFAN DEWICKERE

96 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008 16 april 2008


INterview

OCMW en CAW samen in de bres voor meer welzijn Jan Vos werkt als stafmedewerker op het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk mee aan kwaliteitszorg, lokaal sociaal beleid en de schuldenproblematiek. Lut Verbeeck is VVSGteamcoördinator Sociaal Beleid. Ze zijn het er roerend over eens dat een dialoog en samenwerking in het belang van de cliënt gewenst zijn, maar ze vinden het ook prima dat er verschillen blijven bestaan.

Marlies van Bouwel

I

n de welzijnswereld werken de OCMW’s en de Centra Algemeen Welzijnswerk intenser samen sinds de 250 kleine private welzijnsdiensten in de loop van de jaren negentig fuseerden tot 27 regionale CAW’s. ‘Dit heeft de communicatie onderling gemakkelijker gemaakt,’ vertelt Jan Vos. ‘De eerste structurele samenwerking is vooral ontstaan met de thuislozenzorg. Begin jaren negentig werd er al een protocol gesloten tussen de CAW’s en de OCMW’s over wie wat zou doen voor de opvang van thuislozen. De hotelkosten van de grootste groep worden gedragen door de OCMW’s, terwijl de CAW’s zich engageren voor de begeleiding.’ Lut Verbeeck: ‘Vanaf het moment dat een OCMW bevoegd is voor een dakloze die opvang nodig heeft in een opvangcentrum van het CAW is er geen discussie over de prijs. Daarnaast zijn er in het protocol afspraken over de inhoudelijke uitwisseling en de begeleiding van de opgevangen daklozen. Er zijn echter nog veel andere CAW-werkingen die materieel ondersteund worden door de lokale besturen, zoals de vluchthuizen.’ Jan Vos: ‘Dat is zeker. Het CAW is een fusie van de vroegere Centra voor Maatschappelijk Werk, de Jongeren Advies Centra, de Centra voor Levens- en Gezinsvragen, de Centra voor Justitieel Werk, Slachtofferhulp, verschillende soorten onthaaltehuizen en sinds kort ook de bezoekruimtes waar een neutrale plaats geboden wordt aan ouders en kinderen na een moeilijke echtscheiding. Het CAW werkt voor het ruime publiek en voor een aantal afgebakende doelgroepen, zoals jongeren, gedetineerden en slachtoffers. De thuislozen vormen de meest gemeenschappelijke doelgroep. In tegenstelling tot het OCMW richt het CAW zich minder tot ouderen.’ Het Centrum voor Schuldbemiddeling is een gezamenlijk project van zowel de CAW’s als de OCMW’s? Jan Vos: ‘De OCMW’s bieden aanvullend op hun materiële steun ook dikwijls budgetbeheer. Zowel OCMW’s als CAW’s bieden

schuldbemiddeling. De collectieve schuldenregeling, een soort faillissement voor natuurlijke personen, is vooral een zaak van de OCMW’s. Er bestaat nu een discussie over de verdere professionalisering. De laatste tien jaar heeft de Vlaamse overheid dit volledig doorverwezen naar het werkveld, zonder extra ondersteuning van de CAW’s of OCMW’s. Daardoor is schuldbemiddeling ook onvoldoende ontwikkeld.’ Lut Verbeeck: ‘We houden vanuit de CAW’s en OCMW’s een scherp pleidooi om niet enkel het Centrum voor Schuldbemiddeling te subsidiëren, maar er ook voor het werkveld een prioriteit van te maken. De diensten schuldbemiddeling kunnen de werklast niet meer aan.’ Jan Vos: ‘De Vlaamse overheid lijkt niet te beseffen hoeveel werk erbij is gekomen in vergelijking met vroeger. Voor een goede schuldbemiddeling of schuldenregeling kan een schuldbemiddelaar door de kosten en interesten goed te onderzoeken, de schuld met een derde verminderen. In de praktijk gebeurt dit dikwijls niet omdat er geen tijd voor is. Bovendien hangt het aanbod ook af van de lokale context. Vlaanderen is verantwoordelijk voor een fatsoenlijkere spreiding.’ Lut Verbeeck: ‘De samenwerking voor schuldbemiddeling loopt heel goed, de behoeften worden ook samen aan de overheid gesignaleerd. In het Centrum voor Schuldbemiddeling zijn de OCMW’s en de CAW’s echte partners.’ Jan Vos: ‘Ook voor de belangenbehartiging op het vlak van huisvesting loopt de samenwerking goed. De voorbije tien jaar hebben CAW’s en OCMW’s samen socialeverhuurkantoren opgericht die op de privémarkt huren en onderverhuren aan mensen die anders niet op de private huurmarkt terecht kunnen. Zo wordt de private huurmarkt toegankelijker gemaakt. We moeten ook aandacht hebben voor de sociale huurmarkt. Samen moeten we waarborgen dat ze ook toegankelijk blijft voor onze cliënteel.’ Lut Verbeeck: ‘Het nieuwe sociale-huurbesluit geeft aanleiding 16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 97


SAMENWERKEN MET DERDEN

Lut Verbeeck: ‘We houden vanuit de CAW’s

STEFAN DEWICKERE

en OCMW’s een scherp pleidooi om niet enkel het Centrum voor Schuldbemiddeling te subsidiëren, maar er ook voor het werkveld een prioriteit van te maken.’

Zijn jullie samen gaan lobbyen voor het nieuwe sociale-huurbesluit? Lut Verbeeck: ‘Op een aantal dingen scoren we gelijk. CAW’s lobbyen voor huisvesting via het Vlaams Overleg Bewonersbelangen. Opvallend is dat volgens het vorige sociale-huurbesluit enkel OCMW’s aan de huisvestingsmaatschappijen konden vragen om daklozen voorrang te geven. Wij hebben ervoor gepleit dat ook CAW’s dat zouden kunnen doen, maar die tekst heeft het niet gehaald bij de decreetwijziging. Het is voor de huisvestingsmaatschappijen al moeilijk genoeg om met de OCMW’s te spreken. Nochtans is die afstand kleiner dan die met de CAW’s omdat de lokale besturen partners zijn in de socialehuisvestingsmaatschappijen. Als die maatschappijen met een huurder een probleem hebben dat buiten hun eigen begeleidingspakket valt, kunnen ze een beroep doen op de welzijnssector, maar het sociale-huurbesluit bepaalt dat dit steeds via het OCMW gebeurt. Het OCMW is dus voor de socialehuisvestingssector de toegangspoort tot de welzijnssector. Daarom moeten we goede afspraken maken.’ Jan Vos: ‘Dit is het verschil in de positionering. De OCMW’s dragen een grote verantwoordelijkheid in het toekennen van allerlei rechten, van leefloon tot stookoliepremie. De CAW’s hebben die niet. Ook al werken we vaak met cliënten die met controle en dwang te maken hebben, de beslissingen die tegenover de cliënten worden genomen, zijn altijd buiten het CAW om. De verantwoordelijkheid om zijn probleem op te lossen of om weerbaar te worden via hulpverlening in een CAW, blijft altijd bij de cliënt liggen. Dat kan de indruk wekken dat de hulpverlening van het CAW te vrijblijvend is, maar in de praktijk werkt dat natuurlijk niet zo. Zo engageren CAW’s er zich in de projecten Bemoeizorg voor om bij een dreigende uithuiszetting cliënten intensief te begeleiden zodat ze kunnen blijven wonen.’ Lut Verbeeck: ‘Het is niet omdat je mensen rechten toekent dat hun verantwoordelijkheid verdwijnt. De projecten Bemoeizorg tonen aan dat het toekennen van rechten en het mogelijke verlies ervan een hefboom kan zijn in een vastgelopen situatie. Het is een spanningsveld, CAW’s en OCMW’s hebben beide voor- en nadelen. Een CAW kan te ver meegaan in de rechten van de cliënt, terwijl het OCMW ook door kan schieten in het belang van de maatschappij. Een goede hulpverlener vertrekt van een evenwichtige benadering. De uitwisseling en confrontatie kan heel goed bijdragen tot een evenwichtigere hulpverlening.’ Jan Vos: ‘Toch vind ik dat overtrokken. De hulpverlening in het CAW kan niet vrijblijvend zijn als je goede hulp wilt verlenen. Je moet je cliënt weerbaar maken en confronteren met zijn ver98 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008

antwoordelijkheid in het eigen gezin en in de samenleving. Dat geldt ook voor ieder van ons: hoe word je het best geholpen in een crisis? Toch maar pas wanneer je er zelf voor kiest. In een OCMW is dat ook zo, de steun die je biedt is een hefboom voor mensen om zelf in gang te schieten.’ Hebben de CAW’s nog andere samenwerkingsvormen met het lokale bestuur? Jan Vos: ‘De CAW’s hebben met hun aanbod veel met de lokale besturen te maken. Voor slachtofferhulp werken we met de politie. Ook voor intrafamiliaal geweld zal de politie in alle regio’s het CAW verwittigen. Dat gaat naar het koppel en zet samen met de politie een proces in gang. Ook werden de CAW’s in 55 gemeenten actief betrokken bij het opstellen van het lokale sociale beleid. Voor de CAW’s is het lokale bestuur even belangrijk als de Vlaamse overheid, al zitten daar regionaal grote verschillen op. Vooral in de steden krijgen de CAW’s een groot deel van hun middelen van de stad, het OCMW en het Grotestedenbeleid. In het Antwerpse CAW-Metropool is dat een derde, terwijl CAWPapaver in de Westhoek geen financiering van de lokale besturen ontvangt. Alles hangt sterk af van de organisatiecultuur in het regionale CAW en in de lokale besturen.’ Lut Verbeeck: ‘Een probleem hierbij is dat de CAW’s door Vlaanderen gesubsidieerd worden en in de Vlaamse planningscyclus van vijf jaar zitten, terwijl de lokale beleidscyclus zes jaar duurt. Nergens is wederzijdse betrokkenheid bij de totstandkoming van de plannen echt verplicht, er is een gebrek aan afstemming. Zo kan een CAW een aanbod ontwikkelen zonder dat de gemeente advies kan geven, wat voor een “lokaal sociaal beleid” niet logisch is.’

Jan Vos: ‘De verantwoordelijkheid om zijn STEFAN DEWICKERE

tot verdere samenwerking tussen de sectoren “wonen” en “welzijn”. De CAW’s en OCMW’s zijn daarin belangrijke partners.’

probleem op te lossen of om weerbaar te worden via hulpverlening in een CAW, blijft altijd bij de cliënt liggen.’

Jan Vos: ‘Het idee van het sociale huis wordt nu door de Vlaamse overheid enkel nog maar gesteund door good practices, door aan te geven wat er mogelijk is. In essentie gaat het louter om een afstemming tussen OCMW en gemeente over toegankelijkheid en zo. Maar of het mensen ook wegwijs maakt in de hulpverlening, hangt sterk af van de lokale besturen. Bij de ene is het een nieuw gebouw, bij de andere gebeurt het virtueel. Anderzijds kun je je afvragen of het overal op dezelfde manier moet gebeuren.’ Lut Verbeeck: ‘Het hoeft inderdaad ook niet overal hetzelfde te zijn. Er zijn gradaties mogelijk in het sociale huis, met andere partners. OCMW en gemeente en andere partners zijn niet overal zover dat ze in een zelfde denkspoor willen meegaan. De essentie blijft: “Hoe krijg ik als cliënt zo snel mogelijk antwoord op mijn hulpvraag?” Hoe dit het best wordt georganiseerd is afhankelijk van de lokale context.’ Jan Vos: ‘Het voordeel van het OCMW is dat het overal bestaat, het nadeel is dat de teams er soms te klein zijn voor complexe


INterview

vragen. Ik geloof nooit dat je in een gemeente van 5000 inwoners een professionele schuldbemiddelaar kunt inzetten.’ Lut Verbeeck: ‘Maar je kunt wel altijd een goed onthaal hebben en een sterke doorverwijzing. Bovendien bestaat bij de OCMW’s de trend om voor bepaalde dienstverlening samen te werken.’ Jan Vos: ‘Dat zie je ook op beleidsvlak. Zoals bij de politiezones ontstaan er welzijnsregio’s. Dat is goed, begin als CAW maar eens met 35 gemeenten in een regio te onderhandelen.’ Lut: ‘Er zijn veel goede voorbeelden van samenwerking, vaak ook om juridische adviesverlening te organiseren.’ Begrijp ik het goed: jullie werken goed samen, maar Vlaanderen benadert jullie anders? Lut Verbeeck: ‘De Vlaamse overheid beperkt zich bij het bepalen van haar beleid te veel tot wat ze zelf doet en wie ze zelf subsidieert, zoals de CAW’s. De Vlaamse overheid zou toch ook rekening moeten houden met de OCMW’s op het terrein. Zo werden de OCMW’s in het verleden niet betrokken bij de opmaak van het Vlaamse plan voor armoedebestrijding, wat toch merkwaardig is. Ondertussen heeft de minister al wel beloofd dit te zullen veranderen. De betrokkenheid van de federale overheid bij de OCMW’s is groter. De OCMW’s worden deels federaal aangestuurd met het leefloon, en andere maatregelen tegen de armoede. De federale overheid geeft sneller opdrachten aan de OCMW’s die voor een

stuk worden vergoed. De Vlaamse overheid verwijst telkens naar het Gemeentefonds.’ Jan Vos: ‘De CAW’s zijn zeer gederegulariseerd, veel meer dan Kind en Gezin of de gehandicaptenzorg. Sinds enkele jaren krijgen de CAW’s een enveloppe waarover op basis van regionaal ingekleurde beleidsplannen vrij autonoom beschikt kan worden in akkoord met de Vlaamse overheid. Afhankelijk van de beleidsprioriteiten van de minister stellen de CAW’s hun beleidsplannen op die goedgekeurd worden. Precies daardoor kunnen we gemakkelijk overleg plegen met de lokale besturen want wij kunnen iets gemakkelijker onze budgetten herschikken.’ Bestaat er na-ijver in het welzijnsland van CAW’s en OCMW’s? Jan Vos: ‘Dat speelt niet in de praktijk. Niemand heeft daar de tijd voor, er is zoveel werk te verzetten. De samenleving individualiseert, er leven almaar meer mensen in armoede.’ Lut Verbeeck: ‘Daarom is het ook goed dat de verschillen tussen CAW’s en OCMW’s bestaan. Mensen zijn ook verschillend. Wat maakt dat hulpverlening slaagt? Betrokkenheid, maar ook de individuele relatie met de hulpverlener.’

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

advertentie

VORMING IN OVERHEIDSMANAGEMENT EN -BELEID

MASTER IN HET OVERHEIDSMANAGEMENT EN -BELEID “Een combinatie van wetenschappelijk inzicht en praktijkervaringen in het reilen en zeilen van de overheid.�

OPLEIDINGSPROGRAMMA’S OVERHEIDSMANAGEMENT EN -BELEID t $0/53"$5."/"(&.&/5 t *$5 & (07&3/.&/5 t */5&3"$5*&' #&-&*% t ,8"-*5&*54."/"(&.&/5 t 03("/*4"5*&4 &/ %*7&34*5&*5 t 13&45"5*&4 .&5&/ t 7&3"/%&3*/(4."/"(&.&/5

t '*/"/$*&&- ."/"(&.&/5 t */5&(3*5&*54."/"(&.&/5 t ,-"$)5&/."/"(&.&/5 t 01&/#""3)&*% 7"/ #&45663 t 1&340/&&-4."/"(&.&/5 t 4".&/8&3,*/( &/ $0½3%*/"5*& t 7&3;&-'45"/%*(*/(

(&#36*,&34/&58&3,&/ ,XBMJUFJUTOFUXFSL MPLBMF CFTUVSFO XXX LXBMJUFJUTOFUXFSL CF /FUXFSL LMBDIUFONBOBHFNFOU XXX OFUXFSLLMBDIUFONBOBHFNFOU CF

Instituut voor de Overheid Parkstraat 45 bus 3609 - tel. + 32 16 32 32 70 - io@soc.kuleuven.be

www.instituutvoordeoverheid.be

16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 99


STEFAN DEWICKERE

SAMENWERKEN MET DERDEN

Zeker voor mensen die thuis willen sterven, is nachtzorg essentieel zowel voor mantelzorgers als voor zorgbehoevenden.

Pluralistische zorgen in de nacht De nachtzorg thuis is dikwijls een hiaat in de zorgverlening. Nochtans is de behoefte bijzonder groot. Al jaren leefde in Antwerpen het idee om een oplossing te zoeken voor de vraag naar nachtzorg. In 2004 startte het project Nachtzorg Antwerpen na overleg van enkele diensten voor gezinszorg waaronder het OCMW van Antwerpen. Nu werken twintig organisaties samen in het hele arrondissement Antwerpen. Elke Verlinden

N

achtzorg Antwerpen is in 2004 voorzichtig gestart met één verzorgende, nu zijn er al 25. Dit jaar worden dat er 28. Ze verzorgen zieken thuis: mensen in een palliatieve situatie, met dementie of met een chronische ziekte. ‘Wij verlenen hulp op maat. Afhankelijk van de situatie thuis en de vraag van de zorgbehoevende of zijn mantelzorger bieden wij nachtzorg door verzorgenden, nachtoppas door vrijwilligers of tijdelijke nachtzorg in een residentiële voorziening, het nachthotel,’ zegt Kris Rotthier, 100 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008

coördinator van Nachtzorg Antwerpen. ‘De nachten zijn ondeelbaar. Dit bete-

’s morgens. Vanaf dan neemt de dagzorg het van ons over. We streven ernaar de mantelzorger twee tot drie nachten per week ondersteuning te bieden.’ Per nacht betaalt de zorgbehoevende of zijn omgeving 25 euro, ongeacht of het om nachtzorg, nachtoppas of een verblijf in het nachthotel gaat. Sinds kort biedt Nachtzorg Antwerpen ook stand-by nachtverpleging aan. De verzorgenden en vrijwilligers kunnen indien nodig tijdens de nacht een ver-

Nachtzorg wordt dikwijls gevraagd als overbrugging tussen een verblijf in het ziekenhuis en het rusthuis. Maar ook zieken die zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen, doen er een beroep op. kent dat de hulpverlening start om tien uur ’s avonds en eindigt om zeven uur

pleegkundige van het Wit-Gele Kruis oproepen. Die treedt niet op in de plaats


NACHTZORG

van de reguliere dienst thuisverpleging. Dus als een patiënt ’s nachts valt en de vrijwilliger krijgt de persoon niet meer overeind, dan springt de verpleegkundige in. Buiten de kantooruren en op feestdagen wordt de permanentie gewaarborgd door de wachtdienst van Palliatieve Hulpverlening Antwerpen vzw (PHA). Zorgbehoevenden, mantelzorgers maar ook verzorgenden en vrijwilligers kunnen op die momenten steeds met hun vragen bij PHA terecht. Nachtzorg wordt dikwijls gevraagd als overbrugging tussen een verblijf in het ziekenhuis en het rusthuis. Maar ook zieken die zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen, doen er een beroep op. ‘We krijgen ook regelmatig te maken met palliatieve situaties. Vaak willen mensen thuis sterven. Nachtzorg is dan essentieel, zowel voor mantelzorgers als voor zorgbehoevenden. Dit maakt het uitvoeren van nachtzorg of nachtoppas mentaal ook zo zwaar. De verzorgende

of vrijwilliger zal niet moe worden van iemands hand vast te houden maar de kans dat de patiënt sterft tijdens de nacht dat de verzorgende aanwezig is, is wel reëel. Daarom is het zo belangrijk dat we een

Thuiszorg vzw stellen verzorgenden ter beschikking aan Nachtzorg Antwerpen. Elke verzorgende blijft een werknemer van zijn eigen organisatie en behoudt dus de arbeidsvoorwaarden van zijn eigen werk-

Kris Rotthier: ‘Nachtzorg Antwerpen is voor elke organisatie een uithangbord geworden, een extra hulpverlening die als organisatie alleen moeilijker te realiseren is.’ beroep kunnen doen op Palliatieve Hulpverlening. In deze moeilijke situaties kan de verzorgende via de wachtdienst altijd feedback krijgen,’ zegt Kris Rotthier. Geen vaste nachtverzorger De diensten voor gezinszorg van het OCMW van Antwerpen, Vleminckveld vzw, Sowel vzw, Familiehulp vzw, dienst Villers, Thuishulp vzw en Landelijke

gever. De cliënten bij wie de verzorgende wordt ingeschakeld, telt de dienst voor gezinszorg mee voor de bepaling van het aantal dossiers (wat belangrijk is voor de subsidiëring van de omkadering). De verzorgende voert enkel de taken uit die hij/ zij als verzorgende mag doen. ‘De cliënt weet niet bij welke organisatie de verzorgende werkt. Een zorgbehoevende heeft ook geen vaste verzorgende. Vaak gebeurt

advertentie

ONTDEK ONZE NIEUWIGHEDEN TREFDAG 17 APRIL 2008 CASINOHAL - STAND 417 - 420 - FINANCIEN

- COMMUNICATIE

- ARCHIVERING

- ORGANISATIE

- SECURITY

- CONSULTING www.schaubroeck.be

16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 101


SAMENWERKEN MET DERDEN

Pluralisme in de praktijk In 2008 is het project Nachtzorg uitgegroeid tot een bijzonder waardevol initiatief, geruggensteund door een hele resem organisaties: Vleminckveld (het vroegere Sociale Familiezorg), Thuiszorgcentrum Antwerpen, OCMW Zwijndrecht, Palliatieve Hulpverlening Antwerpen vzw, Gasthuiszusters van Antwerpen vzw, Thuishulp vzw, Gezinszorg Villers vzw, Expertisecentrum Dementie Antwerpen Orion, Sit aan de Stroom, Dienst voor gezinszorg De Regenboog vzw, Christelijke Mutualiteiten, OCMW Antwerpen, OTV Thuiszorg, Woonzorgcentrum Onze Lieve Vrouw van Antwerpen vzw, Familiehulp vzw, Landelijke Thuiszorg, Sowel vzw, Vrijwilligerswerk in Solidariteit vzw, Centrum voor Palliatieve Zorg Sint-Camillus vzw en Wit-Gele Kruis Antwerpen. Vanaf 1 april sluiten ook IMSIR (openbare dienst voor gezinszorg uit de Rupelstreek) en het OCMW van Schoten aan. Maandelijks gemiddeld aantal geholpen cliënten: 40 Aantal verschillende geholpen cliënten in 2007: 134 Aantal geholpen nachten in 2007: 3373 : 2488 877 8 Aantal gepresteerde uren in 2007: 31.959 : 22.392 9567 de nachtopvang voor één cliënt gedurende een periode door verschillende verzorgenden,’ zegt Kris Rotthier. Toch bestaan er verschillen in salaris en vrije dagen. Verzorgenden van de openbare sector krijgen de overprestaties uitbetaald, terwijl dit voor de private diensten voor gezinszorg te recupereren uren zijn. Ook het aantal vakantiedagen verschilt erg van organisatie tot organisatie. ‘Dit zorgt wel eens voor discussies onder verzorgenden maar tot nu toe zonder problemen,’ zegt Kris Rotthier. ‘In de nachtzorg bieden we in

door verzorgenden, door vrijwilligers en nachten in het nachthotel) door verzorgenden en door vrijwilligers, uren in nachthotel zijn hier niet inbegrepen)

tegenstelling tot de dagzorg geen hulp in het huishouden aan en doen we ook geen boodschappen. Belangrijk bij de nachtzorg is de observatie.’ De nachtoppas gebeurt vooral door vrijwilligers van de Christelijke Mutualiteiten. Zij bieden dus ook niet-CM-leden nachtoppas aan. Het nachthotel is in het Woonzorgcentrum Onze Lieve Vrouw van Antwerpen vzw. In het nachthotel kan een zorgbehoevende een nacht in het rusthuis verblijven. Overdag wordt de cliënt dan weer thuis opgevangen.

Meer expertise ‘Elke organisatie is er trots op dat Nachtzorg Antwerpen draait. We zijn zelfs al uitgebreid. Nachtzorg Antwerpen is voor elke organisatie een uithangbord geworden, een extra hulpverlening die als organisatie alleen moeilijker te realiseren is,’ vertelt Kris Rotthier. ‘Door de samenwerking komen de organisaties natuurlijk meer met elkaar in contact. Omdat de mensen in de organisaties elkaar kennen, beginnen ze ook met andere projecten. Bovendien kunnen ze uit elkaars expertise putten. Zo is het Expertisecentrum voor Dementie Orion de expert in dementieproblematiek. We kunnen een beroep op hen doen voor opleidingen maar ook als er in een concrete situatie problemen zijn. Door de samenwerking wordt de hulpverlening alleen maar sterker. Ook kunnen we veel beter de continuïteit in de hulpverlening garanderen.’ Voor Kris Rotthier is een algemeen samenwerkingsakkoord de voorwaarde voor een goede samenwerking: ‘In onze samenwerkingsovereenkomst staan voorwaarden over het organisatorische en inhoudelijke kader, de financiering van de coördinatiekosten, het inzetten van medewerkers, de opmaak van de begroting en de mogelijkheid om uit het initiatief te stappen. Een geslaagd samenwerkingsinitiatief is gebaseerd op goede afspraken.’

Elke Verlinden is VVSG-stafmedewerker Ouderenbeleid en Thuiszorg

advertentie

Sint-Denijslaan 201

9000 Gent

adv_VanDerGucht.indd 1

102 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008

Tel: 09 222 89 19

Fax: 09 221 57 62

E-mail: info@vanderguchtadvocaten.be 26-09-2007 13:14:45


GF

veiligheid

Ook al liggen de bewoners van Ten Rozen wakker van deviant gedrag, toch blijft hun engagement minimaal. Ook dat probeert het gemeenschapsgerichte project te verhelpen.

Ten Rozen in Aalst, spiegel van de maatschappij Integrale en geĂŻntegreerde veiligheidszorg op microniveau De Rozendreef in Aalst weerspiegelt de maatschappelijke complexiteit met allerlei vormen van kleine criminaliteit of overlast, maar vooral met factoren van sociale en economische aard die de onveiligheid in de hand werken. Een gemeenschapsgericht project moet criminaliteit, overlast en onveiligheid wegwerken. Yanic Vandevenne 431 bewoners in 272 appartementen. Het gros van de gezinnen (66,8%) is alleenstaand of eenoudergezin (14,2%). Amper 19% is beroepsactief. De non-actieve groep bestaat uit gepensioneerden, werklozen en invaliden. 18,33% is van allochtone af komst en 66% van de gezinnen

ontvangt op jaarbasis een brutoloon tussen 6197,33 en 12.394,68 euro. Tussen 2004 en 2007 krijgen het stadsbestuur, de politie en de huisvestingsmaatschappij DEWACO vanuit verschillende hoeken klachten over het groeiende onveiligheidsgevoel bij de bewoners en de

gebruikers van de site. De klachten gaan vooral over stijgend druggebruik met de daarbij horende instrumentele, consensuele en expressieve criminaliteit. Verder is er sprake van niet onderhouden groenvoorzieningen, diefstalletjes, jongeren die deviant gedrag vertonen en andere sociale problemen. Niet de geruchten, wel een goede beeldvorming van de reĂŤle situatie vormt het fundament voor een integrale en geĂŻntegreerde aanpak. Een grondige analyse van de objectieve en de subjectieve onveiligheid maakt die beeldvorming en daarna ook maatwerk mogelijk. Een effectief integraal veiligheidsplan vereist immers een

advertentie

The plus of a global vision.

Accountancy, audit, fiscaliteit. Dat zijn de specialiteiten van Vandelanotte. In een brede context, met een allround visie. Ondersteund door specialisten in aanverwante domeinen: sociaal recht, vennootschapsrecht, risk management, talent management en milieuadvies. Onze missie? KMO's en familiale bedrijven een perfecte multidisciplinaire support verlenen. > www.vandelanotte.be Kortrijk 056 43 80 60 | Brugge 050 39 28 75 | Veurne 058 31 44 12 | Moeskroen 056 48 58 70 | Deinze 09 381 51 81 | Antwerpen 03 320 97 97 | Brussel 02 427 44 53

16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 103


SAMENWERKEN MET DERDEN

goed inzicht in de omvang van inbreuken die de openbare orde en veiligheid in het gedrang brengen, en in de gevoelens van onveiligheid bij bewoners (en gebruikers) van de site. Precies dat inzicht moet tot de juiste keuzes leiden om overlast en onveiligheid terug te dringen.

maatschappelijke omstandigheden zoals de groeiende generatiekloof tussen jongeren en senioren, de cultuurkloof tussen autochtone en allochtone bewoners, langdurige werkloosheid, het hoge aantal eenoudergezinnen waarbij het gezin meestal terugvalt op één enkel inkomen of vervan-

In Ten Rozen is een goede balans gevonden tussen preventie en repressie enerzijds en raad geven, ontraden, reguleren, onderzoeken en nazorg anderzijds. Geregistreerde feiten analyseren Objectieve veiligheid staat voor de feitelijke kans dat er iets gebeurt dat de veiligheid aantast. Ze wordt vastgesteld aan de hand van onder andere het aantal delicten, het aantal slachtoffers, het aantal meldingen van onveiligheid, aangiften en vastgestelde straf bare feiten. In 2,5 jaar registreerde de lokale politie 705 meldingen in verband met de Rozendreef. Ze resulteerden in 566 politie-interventies en 214 strafdossiers. Ook de socialehuisvestingsmaatschappij ontvangt per maand gemiddeld een tiental klachten. 35% van de geregistreerde feiten zijn gekwalificeerd als ‘sociaal probleem’, 28% als diefstallen, 11% zijn geweldsdelicten tegen personen, 9% verkeersinbreuken. De bevolking consulteren Subjectieve onveiligheid gaat vooral over hoe de bevolking de veiligheid en de leefbaarheid in haar buurt aanvoelt, dit is de beleefde onveiligheid. In samenspraak met de huisvestingsmaatschappij, de burgemeester en de politie werd een enquête gehouden bij 306 gezinnen die in de site en de aanpalende wijk wonen. De perceptie van de doelgroep over de probleemgebieden was vrij gelijklopend met de reële situatie. Het geheel van ‘sociale problemen’ is de meest storende factor (24%). Concreet gaat het over burenruzies, conflicten, overlast door evenementen, druggerelateerde overlast, racisme en discriminatie, geweld in het gezin en pesterijen. Geweld tegen eigendommen (18%), milieuproblemen (16%), verkeerssituaties (13%) en geweld tegen personen (10%) vervolledigen de lijst. In het onderzoek werd ook gepolst naar de onderliggende oorzaken van die problemen. De oorzaken van deviant gedrag zijn vaak te zoeken in sociaal-economische en 104 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008

gingsinkomen en onvoldoende faciliteiten voor sport en ontspanning. Gezien de ruime belangstelling voor het onderzoek (61,8%), mogen we veronderstellen dat de bewoners van de site zichzelf als eerste slachtoffer zien en het leefbaarheids- en veiligheidsniveau effectief willen verhogen. Structuur Aalst besloot de problemen structureel te benaderen. De SARA-stappenplanmethode leek de meeste slaagkansen te bieden. Een permanent overlegcomité stuurt en bewaakt de voortgang. In het comité zijn zowel stad, socialehuisvestingsmaatschappij als politie vertegenwoordigd. Deze organisatiestructuur werd vastgelegd in een protocol en fungeert onder de regie van de burgemeester. Onder auspiciën van dit comité zijn drie stuurgroepen actief die vooral op tactisch en operationeel vlak investeren. Integraal en geïntegreerd actieplan Werken met mensen is werken met verschillende visies. Het comité pleegt permanent overleg over alle aspecten die raakvlakken vertonen met het project. Dit heeft geleid tot een integraal en geïntegreerd actieplan waarin, per beleidsdomein, relevante doelstellingen en taakgerichte maatregelen opgenomen zijn. Het zijn stuk voor stuk initiatieven die zullen bijdragen tot de beheersing en/of de oplossing van de problemen. In het maatregelenpakket is een goede balans gevonden tussen enerzijds preventie en repressie en anderzijds alle onderdelen van de informatiegestuurde veiligheidszorg: raad geven, ontraden, reguleren, onderzoeken en nazorg. Aan elke maatregel zijn meetindicatoren gekoppeld die bijsturing of borging mogelijk moeten maken.

Knelpunten Niet iedereen is zich ervan bewust dat de zorg voor veiligheid een gedeelde verantwoordelijkheid is. Lokale partners zien de politie nog te veel als het instituut dat exclusief verantwoordelijk is voor veiligheid. Dat komt doordat zij niet altijd op de hoogte zijn van elkaars mogelijkheden en de vooropgestelde doelstellingen. In deze context organiseren we in april een veiligheidsconferentie – Samen werken maakt sterk – waarbij potentiële partners uit de lokale veiligheidsketen elkaar beter leren kennen in het vooruitzicht van een lokaal integraal veiligheidsbeleid. Ook bij de bewoners lijkt de evolutie naar een cultuur van zelfredzaamheid moeizaam te verlopen. Hoewel enkelingen opmerkingen maken over een geringe betrokkenheid bij de aanpak van situaties waarvan alle bewoners wakker liggen, blijft het engagement minimaal. Om de sociale cohesie te bevorderen hebben we een beroep gedaan op de Koning Boudewijnstichting, een consulent die actief is op het terrein van buurtbemiddeling en een maatschappelijk assistente. De huisvestingsmaatschappij stelt in de buurt ook twee lokalen ter beschikking waar dienstverleners, hulpverleners en burgers elkaar kunnen treffen. Je zou het kunnen omschrijven als een laagdrempelig veiligheidshuis. De wijkagent, de consulenten van de huisvestingsmaatschappij, stadsambtenaren, de straathoekwerker, de preventiedienst en jeugdcoördinatoren zullen er regelmatig te vinden zijn. Er is ook een samenwerkingsprotocol tot stand gekomen tussen de politie, het vredegerecht en het parket van de Procureur des Konings van Dendermonde. De aanpak kan niet louter gebaseerd zijn op wollige veronderstellingen over participatie en medewerking van de bewoners en partners. Hij zal zich vooral richten op het mobiliseren van de noodzakelijke middelen voor de opwaardering van de site en een investering in het bijbrengen van sociale vaardigheden aan de bewoners. De stad Aalst heeft het project daarom ingeschreven in het Ruimtelijk Uitvoeringsplan en de Beleidsovereenkomst van het Stedenfonds. In eerste instantie wordt 150.000 euro vrijgemaakt voor de uitvoering van dringende maatregelen.

Yanic Vandevenne is kwaliteitscoördinator van de politie Aalst


Moet u ook uw afvalwater zuiveren?

www.ep6.be ddockx@glynwed.be

Glynwed nv

Heiveldekens 20

Schoonmakers die vooruitdenken

B-2550 Kontich

03 458 24 00

Algemeen onderhoud - glas- en gevelwas - specialistische reiniging - herconditionering na brand- of waterschade

Tel 03/224 38 00 info@gom.be www.gom.be

De juiste mensen op de juiste plek

16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 105


Gf

SAMENWERKEN MET DERDEN

Doordat de private bewakingsagenten taken van de politie overnemen, houdt die meer tijd over voor de politionele dienstverlening.

Extra ogen en oren Privébewakingsfirma volwaardige partner van de politie De lokale politie kan onmogelijk aan alle maatschappelijke verwachtingen voldoen. Daarom is de privébeveiligingssector een volwaardige partner die taken van de publieke politie kan overnemen zodat die over meer tijd en ruimte beschikt voor andere dingen. Leo Mares

D

e politiezone Beveren heeft 104 politiemensen en 24 administratieve medewerkers. Er wordt gemeenschapsgerichte lokale politiezorg verstrekt aan 46.000 inwoners in acht deelgemeenten, verspreid over de meest uitgestrekte gemeente van het land na Antwerpen en Gent. Het deel van de zogenaamde ‘Antwerpse haven’ dat het meest toekomst heeft, ligt volledig op het grondgebied van Beveren. Een kerncentrale, 24 Sevesobedrijven en een voetbalploeg in tweede klasse leiden tot een extra (on)-veiligheidsdimensie. Eind 2005 werd op verzoek van de burgemeester een evaluatie gemaakt van de ontoereikende capaciteit waarmee de lokale politie van Beveren op dat moment te 106 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008

kampen had. Ondanks een vrijwel maximale opvulling van het personeelskader bleek er in de praktijk van alledag maar weinig ruimte voor lokale accenten in het politionele veiligheidsbeleid. Vooral politietoezicht op locaties die door de beleidsverantwoordelijken als problematisch werden beschouwd, slorpte heel veel capaciteit op en bleek vaak onhaalbaar, omdat de politie andere, dringender opdrachten had. Bovendien bracht de hoge werkdruk de kwaliteit van het geleverde politiewerk in gevaar. Daarom is de Politiezone Beveren een PPS aangegaan: om op de betrokken plaatsen criminaliteit en overlast tegen te gaan, om het onveiligheidsgevoel te verlagen door zichtbare aanwezigheid en om ruimte

(tijd) voor de lokale politie vrij te maken om andere (kern)taken goed uit te voeren. Aan de privépartner wordt gevraagd preventief aanwezig te zijn en gericht toezicht uit te voeren. Preventief, controlerend, waarschuwend en berispend optreden en incidentafhandeling behoren tot het takenpakket van de bewakingsagenten. Er werd ook afgesproken dat een zo groot mogelijke autonome afhandeling wordt nagestreefd, waarbij de bewakingsagenten alleen bij absolute noodzaak (bij misdrijf, wanneer geweld noodzakelijk is of op uitdrukkelijke wens van een van de partijen) een beroep doen op de politie. De bewakingsagenten hebben de opdracht steeds vanuit een COP-benadering (Community Oriented Policy) te handelen. Aan het zwembad, in het park en op de fuif Voor het gemeentelijke zwembad wordt statische aanwezigheid of toezicht gevraagd op momenten waarop in het verleden de meeste problemen rezen. Vooral de aanwezigheid van allochtone jongeren


veiligheid

uit het Antwerpse leidde daar tot talrijke klachten en tot een gevoel van onveiligheid. Het lastigvallen van andere bezoekers, verbaal geweld, allerlei vormen van intimidatie en kleine criminaliteit zoals het stelen en beschadigen van fietsen, hadden als gevolg dat de ‘normale’ zwembadbezoekers afhaakten. Tussen de andere vijf locaties (eindhalte tram, spoorwegstation, twee parken en de sportzone in Kieldrecht) is er een patrouille met telkens minimaal 15 minuten aanwezigheid per locatie. Ook hier wordt gefocust op de meest relevante momenten (zoals de aankomst van de laatste tram of trein, in het weekend maar ook ’s nachts in park Cortewalle). Hier werden auto’s en fietsen beschadigd of gestolen, er was sprake van vandalisme en zwerfvuil, en rondhangende jongeren veroorzaakten op die plaatsen een gevoel van onveiligheid.

Communicatie De politie lichtte de taken, opdrachten en de problemen die zich op de betrokken locaties voordoen uitvoerig toe. Ze legde ook een plaatsbezoek af met een vertegenwoordiger van de private bewakingsonderneming. Tussen de bewakingsagenten op het terrein en de politie werden rechtstreekse telefoonnummers uitgewisseld, waardoor noodsituaties onmiddellijk kunnen worden gemeld. Dagelijks wordt een rapport aan de politiediensten overgemaakt met de tussenkomsten en bevindingen van de private agenten gedurende het afgelopen etmaal. Ad hoc, wanneer dit nodig is, vinden uiteraard telefonische contacten plaats om opdrachten te verduidelijken of bij te sturen. Vooral voordelen Het is nog te vroeg om op dit ogenblik met enige betrouwbaarheid vast te stel-

Private bewakingsagenten zet je enkel in op momenten

Het gemeentebestuur van Westerlo gaat over tot de aanwerving in vast dienstverband van een voltijds m/v

Adjunct-stedenbouwkundige (B1-B3) een werfreserve van twee jaar wordt aangelegd Voorwaarden: - minimaal een diploma hoger onderwijs van het korte type - slagen voor een aanwervingsexamen - de vaste benoeming volgt na een proeftijd mits het behalen van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening Taak: - je bent verantwoordelijk voor het verstrekken van informatie aan de burger over de stedenbouwkundige voorschriften en de huidige wetgeving - je maakt ontwerpbeslissingen en ontwerpadviezen over stedenbouwkundige aanvragen - je voert ondersteunende taken uit bij vergunningsprocedures - je vervangt de stedenbouwkundige tijdens zijn afwezigheid Meer info: Personeelsdienst, jef.janssens@westerlo.be, T 014-53 91 74 dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, christine.boeckx@westerlo.be, T 014-53 91 51 www.westerlo.be, knop actueel, vacatures Interesse? Stuur je sollicitatiebrief met cv en een kopie van het vereiste diploma ten laatste op 13 mei 2008 aangetekend naar het college van burgemeester en schepenen, Boerenkrijglaan 61, 2260 Westerlo. Datum poststempel telt. Sollicitaties per e-mail worden niet aanvaard

dat dit echt nodig is, binnen een heel kort tijdsbestek zoals een uur per dag of een dag per week, maar ook

B

Gemeente Bonheiden

in een ruimere context.

Gemeente Bonheiden

gaat over tot de aanwerving van (m/v):

De aanwezigheid op fuiven en feesten omvat uiteraard statische aanwezigheid gedurende het hele evenement. Jaarlijks zijn er gemakkelijk 120 fuiven in Beveren en ter ondersteuning van het lokale fuifbeleid heeft het gemeentebestuur een raamcontract afgesloten met een private beveiligingsfirma voor de inzet van private bewakingsagenten bij fuiven en feesten. Het gemeentebestuur neemt een deel van de kosten voor zijn rekening wanneer organisatoren een beroep doen op de beveiligingsfirma waarmee het contract werd afgesloten. Daarnaast was er ook een vraag gekomen vanuit enkele KMO-zones op het grondgebied en waren er al initiatieven genomen door VOKA en Unizo. Het gemeentebestuur besliste om vanaf 1 januari 2007 een jaarlijkse ondersteunende premie van 400 euro per bedrijf uit te betalen aan diegenen die participeren in consortiumbewaking.

len of de criminaliteit, de overlast en de onveiligheidsgevoelens op de betrokken plaatsen zijn afgenomen. Wel hebben we ondertussen een genuanceerd beeld over de voor- en nadelen van de samenwerking. Zo werken ook privébeveiligingsondernemingen met mensen. Net zoals in elke onderneming – ook bij politie – is de ene medewerker competenter dan de andere. De communicatie tussen de private bewakingsagenten en onze diensten verliep meestal goed. De private bewakingsagenten handelden het merendeel van hun tussenkomsten volledig autonoom af. Slechts als het absoluut noodzakelijk was, werd een beroep gedaan op de politie. De aanwezigheid van private bewakingsagenten zorgde voor ‘extra ogen en oren’, waardoor soms accurate informatie aan de politie verschaft kon worden. Doordat de private partner taken van de politie overnam, hield die meer tijd over voor dringender en/of belangrijker zaken. Dat kwam ook de kwaliteit van de politionele dienstverlening ten goede.

1 Bibliothecaris (A1a - A2a • statutair • aanleg werfreserve)

1 Bestuurssecretaris-stafmedewerker (A1a - A2a • in contractueel verband)

1 Duurzaamheidsambtenaar (B1 - B3 • in contractueel verband)

1 Informaticus (B1 - B3 • in contractueel verband)

1 Adjunct-stedenbouwkundig ambtenaar/ruimtelijke planner (B1 - B3 • in contractueel verband)

1 Administratief medewerker jeugddienst (C1 - C3 • in contractueel verband • halftijds) De einddatum voor het indienen van de kandidaturen is vastgesteld op 30 april 2008, hetzij tegen ontvangstbewijs, hetzij bij aangetekende brief gericht aan het College van burgemeester en schepenen, Waversesteenweg 13 te 2820 Bonheiden. De specifieke aanwervingsvoorwaarden, de functiebeschrijving, het functieprofiel en het examenprogramma, kunnen worden aangevraagd op het Gemeentehuis, dienst algemene zaken - personeel, tel. 015 50 28 08, fax 015 50 28 29 of op onze website: www.bonheiden.be. Bij de sollicitatiebrief te voegen documenten: - kopie vereiste diploma - curriculum vitae - pasfoto.

16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 107


SAMENWERKEN met DERDEN

De flexibiliteit van de privépartner blijft een grote troef. Private bewakingsagenten zet je enkel in op momenten dat dit echt nodig is, binnen een heel kort tijdsbestek zoals een uur per dag of een dag per week, maar ook in een ruimere context. Een tijdelijk contract met een private beveiligingsfirma maakt het mogelijk snel in te spelen op tijdelijke problemen. Wanneer het probleem opgelost is, kan de samenwerking worden stopgezet. Werken met statutair benoemde politiemedewerkers biedt veel minder flexibiliteit. Politiemensen moeten immers voortdurend 38 uur per week aan het werk worden gehouden en het rigide personeelsstatuut creëert nog extra beperkingen op over-, nacht- en weekendwerk. Bovendien wordt, onder druk van New Public Management, vaak alle aanwezige politiecapaciteit gefocust op de uitvoering van het zonale veiligheidsplan (resultaten halen!), waardoor onvoldoen-

de flexibel inzetbare capaciteit overblijft om adequaat in te spelen op soms plots opduikende samenlevingsproblemen. Een summiere berekening leerde ons ten slotte dat de inzet van private agenten vooral tijdens nacht- en/of weekenduren goedkoper is dan die van politiemensen. Als korpschef ervaar ik dagelijks dat ik onmogelijk volledig aan alle maatschappelijke verwachtingen kan voldoen en dat ik dus niet genoeg manschappen kan inzetten. Voor mij is de privébeveiligingssector daarom een volwaardige partner die taken van de publieke politie kan overnemen, zodat deze over meer capaciteitsruimte kan beschikken. Ik geloof absoluut in de waarde van de privésector als bijkomende eyes and ears voor de politie. Toch moeten drie belangrijke basisvoorwaarden voor deze samenwerking vervuld zijn. Zo moeten de reguliere politiedien-

sten de regie blijven voeren over het politiewerk. De kwaliteit van en de controle op de private beveiligingsondernemingen moeten afdoend wettelijk gegarandeerd worden. Vanuit democratische overwegingen, maar zeker ook omdat politiemensen behoorlijk opgeleid en bijgeschoold worden, moet het geweldsmonopolie bij de reguliere politiediensten blijven. Als voldaan wordt aan deze drie basisvoorwaarden ben ik er persoonlijk van overtuigd dat het inzetten van private beveiliging zijn nut heeft en zelfs een noodzaak wordt om in de nabije toekomst de onveiligheid effectief en efficiënt aan te pakken.

Leo Mares is als hoofdcommissaris van politie korpschef van de lokale politie in Beveren

advertentie

Jobpunt Vlaanderen biedt op een klantgestuurde en professionele manier ondersteuning aan het personeelsbeleid van de Vlaamse openbare besturen en draagt zo op de verschillende bestuursniveaus bij tot een moderne en efficiënte overheid.

jobpunt.be

selectie

|

evaluatie

20080479-JOBPUNT_lokaal.indd 1

108 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008

|

outplacement

|

procesanalyse

|

coaching 31-03-2008 17:18:28


KZ^a^\ lZg`Zc ^c YZ Wjjgi kVc ;ajmnh"^c[gVhigjXijjg LVccZZg YZ \ZbZZciZ lZg`Zc j^ikdZgi! `Vc ]Zi o^_c YVi Zg o^X] ^c YZ Wjjgi kVc YZ lZg[ ^c[gVhigjXijjg kddg ]Zi kZgkdZg kVc VVgY\Vh WZk^cYi# 9ddg ;ajmnh de kddg]VcY iZ kZgl^ii^\Zc Zc YZ cdY^\Z kddgodg\hbVVigZ\ZaZc iZ igZ[[Zc i^_YZch YZ lZg`Zc! ]Zaei j bZZ dc\ZkVaaZc iZ kZgb^_YZc#

KZgl^ii^\ ;ajmnh i^_Y^\ 7Zodg\ dch jl Ydhh^Zgh b^chiZch &* lZg`YV\Zc kddg YZ hiVgi kVc YZ lZg`Zc/ " eZg edhi/ ;ajmnh " >c[dldg`h! @jchiaVVc (&! 7"&%)% 7gjhhZa " d[ k^V ^ciZgcZi/ @A>B @VWZah Zc AZ^Y^c\Zc >c[dgbVi^Z BZaYejci ! lll#`a^b"X^XX#WZ

BZZg ^c[dgbVi^Z W^_ >c[dldg`h/ Kddg VaaZ kgV\Zc ^c kZgWVcY bZi YZ VVclZo^\]Z^Y kVc VVgY\VhkZgkdZgh^c[gVhigjXijjg kVc ;ajmnh/ cZZb XdciVXi de bZi ]Zi XVaa XZciZg >c[dldg`h IZa#/ (' % ' '-' ,' *( lZg`YV\Zc kVc -j(% idi &+j(% ;Vm/ (' % ' '-' ,* *) :"bV^a/ ^c[dldg`h5[ajmnh#cZi

7:OD:@ ;AJMNH DE HI6C9 ''(


SAMENWERKEN MET DERDEN

Brandweer oefent met de bedrijven D

Puurs heeft veel bedrijven op zijn grondgebied. Regelmatig wordt de brandweer opgeroepen voor ongevallen en branden. De grotere bedrijven beschikken over een interventieploeg of een bedrijfsbrandweerdienst, maar ze hebben niet allemaal een 24 uurspermanentie. Om de samenwerking met deze bedrijven te optimaliseren werken de brandweer en de gemeente Puurs met de bedrijven samen aan hun toegang, aan opleidingen, oefeningen en de nodige voorraad bluswater. Eric Simon

STEF VANDERSMISSEN

e Puurse bedrijven die niet over een 24 uurspermanentie beschikken, hebben bijna allemaal een sleutelkluis, zodat de brandweer zich altijd toegang kan verschaffen tot de bedrijfsterreinen en de bedrijfsgebouwen. Elk bedrijf dat de brandweer in geval van een calamiteit of bij een automatisch brandalarm toegang wil verlenen zonder dat er poorten of deuren geforceerd hoeven te worden, kan kiezen tussen twee types sleutelkluizen. Daarin legt het zelf de sleutels van het bedrijfsterrein en de bedrijfsgebouwen. Elk bedrijf bezit een sleutel van zijn eigen kluis, maar bedrijf X kan uiteraard niet de kluis van bedrijf Y openen. De sleutelkluis wordt meestal aan de hoofdingang van het bedrijf geplaatst en staat beschreven, gefotografeerd en vermeld in het bedrijfsinterventieplan van de brandweer. In de commandowagen en de pompwagen voor het eerste brandvertrek bevindt zich een loper voor alle sleutelkluizen van de gemeente, zodat met deze twee (verzegeld opgeborgen) sleutels elk bedrijfsgebouw moeiteloos kan worden betreden.

110 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008

Opleidingen en oefeningen Voor de meeste bedrijven is het praktisch gezien zeer moeilijk om hun bedrijfsinterventieploegen of de mensen van de bedrijfsbrandweerdienst extern te laten oefenen. Daarom biedt de brandweer van Puurs een groot gamma opleidingen aan die binnen het bedrijf zelf kunnen worden gegeven. Hiervoor beschikt het korps over deskundige instructeurs. De kosten worden teruggevorderd via het gemeentelijke retributiereglement. Zowel voor het bedrijf als voor de brandweer zijn deze opleidingen heel waardevol. De leden van de bedrijfsinterventieploeg krijgen opleiding van de brandweerdienst waarmee ze in geval van calamiteit ook daadwerkelijk in contact komen. Ze leren ook hoe ze de brandweer optimaal moeten opvangen en begeleiden. Ook oefenen ze met hun eigen interventiemateriaal en leren ze bijvoorbeeld omgaan met de zeer hoge waterdruk die meestal op de sprinklersystemen zit. Noodprocedures van de interventieploegen en de brandweer worden feilloos op elkaar afgestemd en er hoeft geen tijdrovend transport naar een extern opleidingscentrum te worden georganiseerd. Veel bedrijven maken van deze service gebruik. Er zijn opleidingen in kleine blusmidDe leden van de bedrijfsinterventieploeg krijgen opleiding van de brandweerdienst waarmee ze in geval van calamiteit ook daadwerkelijk in contact komen.


BRANDveiligheid

delen, evacuatie, werking en bediening van sprinklersystemen, adembescherming en werken in besloten ruimten. Om uit te testen of de interne noodprocedures goed werken oefent de brandweer ook regelmatig realistisch met de interventieploegen of de mensen van de bedrijfsbrandweer. Aan de hand van de bevindingen worden de procedures als dat nodig is aangepast.

bedrijven een systeem uitgewerkt om bij een grote brand de brandweer onmiddellijk in staat te stellen een grote hoeveelheid bluswater aan te voeren. Dit is mogelijk omdat in de buurt van de meeste

personeel om het ter plaatse te brengen en te bedienen. Zo dragen de bedrijven met een eenmalige beperkte investering samen bij tot een sterk verhoogde efficiëntie van de brandweerdienst bij indus-

Bluswatervoorzieningen De gemeente Puurs heeft ervoor gezorgd dat de wettelijk benodigde bluswaterdebieten op het openbare hydrantennet overal aanwezig zijn. Jammer genoeg volstaan deze minimumdebieten niet bij een grotere brand en moet de brandweer meestal bijkomende bluswatervoorraden opleggen aan de bedrijven. Om in de industriezones te vermijden dat elk bedrijf buiten zijn eventuele watervoorraad voor sprinklers nog een uitgebreid hydrantennet moest aanleggen, werd met een aantal

bedrijfsterreinen en bedrijfsgebouwen

De Puurse brandweer kan zich via de sleutelkluis in geval van calamiteit toegang verschaffen tot zonder deuren te forceren. industriezones massaal open watervoorraden zijn zoals het Zeekanaal, bluswatervijvers, een waterzuiveringsstation en waterlopen. Een aantal bedrijven kocht samen een systeem voor grootschalig watertransport voor de brandweer. De brandweer zelf zorgt voor stalling van dit materiaal en voor deskundig opgeleid

triële branden. Bij een oproep voor een industriebrand is dit systeem ondertussen mee opgenomen in de basisuitruk van het brandweerkorps. Eric Simon is waarnemend dienstchef van de brandweer in Puurs

advertentie

DE NIEUWE RECHTSPOSITIEREGELING - redactie lokale rechtspositieregeling - projectmatige oplossingen - juridische helpdesk - opleidingen

voor meer info: bezoek ons TREFDAG 17 APRIL 2008 / CASINOHAL - STAND 417 - 420 www.schaubroeck.be

16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 111


ALLES ZELF DOEN IS OPTELLEN, SAMENWERKEN IS VERMENIGVULDIGEN

De brochure

“Eenvoud als strategie: Klassiek versus PPS” bevat een nuttige handleiding om na te gaan of uw projecten haalbaar zijn onder PPS-vorm. Breng een bezoekje aan onze stand voor een gratis exemplaar, of vraag ze aan via onderstaande gegevens.

nv Van Roey sa c/o Guy Gillijns Sint Lenaartsesteenweg 7 B-2310 Rijkevorsel Tel. 03 340 17 11 Fax 03 340 18 99 E-mail: info@groepvanroey.be Website: www.groepvanroey.be


STEFAN DEWICKERE

SPORTINFRASTRUCTUUR

In de PPS-overeenkomst maakt de gemeente met de privépartner afspraken over het school- en clubzwemmen.

Meer sporten dankzij PPS Brasschaat en Schoten hebben sinds twee jaar een gloednieuw zwembadcomplex, gebouwd en uitgebaat door een privépartner. Herent stelde zich kandidaat bij het Vlaamse Sportinfrastructuurplan voor de realisatie van een multifunctioneel sportcomplex. De bouw van sportinfrastructuur via PPS zit in de lift. Bart Van Moerkerke

B

ijna vijf jaar geleden opende Dommelslag de deuren, een modern complex voor zwemsport en waterrecreatie op de grens tussen Neerpelt en Overpelt. Het was het eerste project van publiek-private samenwerking op het gebied van sport in Vlaanderen. Intussen zijn er al meer projecten gerealiseerd en staan er nog heel wat op stapel. Niet enkel zwembaden maar ook multifunctionele sportcomplexen, sporthallen en kunstgrasvelden. De Vlaamse overheid wil de gemeenten stimuleren om het tekort aan sportinfrastructuur weg te werken. Gemeenten die inschrijven op het Sportinfrastructuurfonds van minister Bert Anciaux en die geselecteerd worden, kunnen niet enkel rekenen op financiële steun, ze hoeven ook niet zelf op zoek naar een privépartner. Domeinconcessie Voor de gemeenten Brasschaat en Schoten komt het Sportinfrastructuurfonds te laat, zij hebben al op eigen houtje een zwembad

complex gerealiseerd met de nv Sportoase als privépartner. Dirk de Kort, burgemeester van Brasschaat: ‘Enkele jaren geleden ging het zwembad in de gemeente dicht. De renovatie zou gigantisch veel geld kosten. Onze buurgemeente Schoten wilde een nieuw zwembad bouwen bij haar sporthal maar had daar onvoldoende parkeerruimte. We hebben in 2002 beslist een zwembad te bouwen op de grens van beide gemeenten: het zwembad ligt op het grondgebied Brasschaat, het parkeerterrein in Schoten.’ Er werd een interlokale vereniging Brasschaat-Schoten opgericht. Beide gemeenteraden keurden de lastvoorwaarden van de domeinconcessie goed, met als doel de bouw en de instandhouding van een zwembadcomplex voor een duurtijd van dertig jaar. De domeinconcessie hield in dat de partner het recht kreeg te bouwen op grond die eigendom is van de gemeente Brasschaat. ‘We hebben enkel vastgelegd dat er een zwembadcomplex moest komen,’ zegt burgemeester Dirk de Kort. ‘We hebben geen beschrijving gegeven van de werken die we wensten, zoals dat wel het 16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 113


SAMENWERKEN met DERDEN

geval is bij de klassieke concessie van openbare werken. Waarom niet? Omdat we ervan overtuigd waren dat de privépartner de bouw, de exploitatie en het onderhoud op de best mogelijke manier zou doen. Wij hebben ons beperkt tot het vastleggen van de voorwaarden voor het school- en het clubzwemmen.’

Burgemeester Dirk de Kort: ‘De voorwaarden en de prijzen voor het school- en het clubzwemmen zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst met Sportoase. Duur maar goedkoper Uit de verschillende kandidaten werd in 2003 de nv Sportavan, later omgedoopt tot Sportoase, geselecteerd. Die bouwde een complex met zwembad, kinderspeelbad, warmwaterbad, glijbanen, stoombad, sauna, fitness, cafetaria enzovoort. In januari 2006 gingen de deuren open. Dirk de Kort: ‘De voorwaarden en de prijzen voor het school- en het clubzwemmen zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst met Sportoase. Voor het recreatieve zwemmen is bepaald dat rekening wordt gehouden

met de marktprijs. Inwoners van Schoten en Brasschaat krijgen een korting van 20 procent. Vroeger werd ons zwembad vooral gebruikt door scholen en verenigingen, het aantal recreatieve zwemmers was heel beperkt. Nu is er dankzij de beweegbare vloer en muur een opdeling van het zwembad mogelijk, er zijn 220.000 recreatieve zwemmers per jaar. Het complex is 360 dagen per jaar open, vroeger 180. En vanaf het vijfde jaar is Sportoase verplicht te investeren in vernieuwing.’ Voor de schepenen van Sport was het wel even wennen. Zij zijn niet meer de ‘baas’ over het zwembad. De sportdiensten staan niet langer in voor het schoolzwemmen, dat regelen de scholen rechtstreeks met Sportoase. De technische diensten van de gemeenten zijn ontlast van het onderhoud van het zwembad. Natuurlijk hangt er voor de gemeenten een prijskaartje aan vast. ‘We betalen jaarlijks 720.000 euro aan Sportoase, Schoten 480.000 euro. Dat is een stevig bedrag maar ons vroegere zwembad was duurder. Alleen al de directe kosten bedroegen elk jaar 32 miljoen frank. En na dertig jaar worden de gemeenten eigenaar van het complex, al kan de overeenkomst met Sportoase verlengd worden,’ besluit burgemeester Dirk de Kort. Sportinfrastructuurplan Intussen is er het Vlaams Sportinfrastructuurplan en -fonds van minister Bert Anciaux. Gemeenten kunnen zich kandidaat stellen voor de realisatie van een eenvoudig zwembad, een sporthal,

STEFAN DEWICKERE

Via het Sportinfrastructuurplan krijgen gemeenten Vlaamse steun voor de realisatie van een PPS-sporthal.

114 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008


SPORTINFRASTRUCTUUR

een kunstgrasveld of een multifunctioneel complex gerealiseerd via PPS. ‘Voor de geselecteerde projecten is het de Vlaamse overheid die een privépartner zoekt en de DBFM(O)-overeenkomst aangaat. Dat staat voor Design, Built, Finance, Maintain (onderhoud) en eventueel Operate (exploitatie),’ zegt David Nassen, stafmedewerker van het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw. ‘Gemeenten moeten dus niet zelf onderhandelen, dat maakt het makkelijker. Anderzijds, als je zelf onderhandelt, heb je ook zelf alles in handen. Via het Sportinfrastructuurfonds wordt er één groep van privépartners gezocht voor alle eenvoudige zwembaden, één voor alle sporthallen en één voor alle kunstgrasvelden. De basisinfrastructuur zal voor alle gemeenten dezelfde zijn. Daarnaast zullen ze via opties uit een catalogus kunnen aanduiden wat ze er zelf bovenop willen. Voor de multifunctionele complexen ligt het anders: daar wordt per project een partner gezocht. Daar zal meer maatwerk mogelijk zijn.’ Het Vlaams Sportinfrastructuurfonds springt de gemeenten ook financieel bij. David Nassen: ‘Bij PPS betaal je niet voor een gebouw, je betaalt voor een dienst gedurende bijvoorbeeld dertig jaar. Dat gebeurt in de vorm van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding. Daar zitten normaal de investeringskosten in, toekomstige investeringen, onderhoud, gebruik door bijvoorbeeld scholen of clubs. Over de hoogte van die vergoeding wordt onderhandeld met de privépartner. Via het Sportinfrastructuurfonds zal Vlaanderen dertig procent van de beschikbaarheidsvergoeding op zich nemen. Voor veel gemeenten is dat het duwtje dat ze nodig hebben.’ Onderhandelingen bevroren In Herent waren er eind 2006 nog twee kandidaten om via een concessie van openbare werken een multifunctioneel sportcomplex te bouwen. Na een behoefteonderzoek bij de verenigingen, de scholen en de bevolking had de gemeente bepaald dat het complex minimaal moest inhouden: een zwembad van 25 meter met beweegbare bodem, een multifunctionele sporthal met drie units, een aparte turnhal en een zaal voor dans en gevechtssport. De privépartner mocht daar nog extra accommodatie aan toevoegen. De onderhandelingen met de kandidaten liepen en dan kwam het Sportinfrastructuurfonds. ‘We hebben in augustus 2007 beslist de onderhandelingen te bevriezen en ons kandidaat te stellen voor het Sportinfrastructuurfonds,’ zegt sportfunctionaris Steve Stroobants. ‘We hebben de offertes van de twee overgebleven kandidaten bij het dossier voor het fonds gevoegd. Als kleine gemeente zal het misschien moeilijk zijn om geselecteerd te worden maar het voordeel is dat wij al heel ver staan. We zouden op korte termijn kunnen starten en als een voorbeeldproject voor het Sportinfrastructuurfonds kunnen fungeren.’ Is Herent niet bij de gelukkigen – de selectie van de projecten voor het Sportinfrastructuurfonds zou naar verluidt vóór komende zomer gebeuren – dan pikt de gemeente de draad met de twee kandidaten weer op. Is ze er wel bij, dan is het best mogelijk dat er nog andere kandidaten intekenen op de Vlaamse offerteaanvraag voor het complex in Herent. Steve Stroobants: ‘We lopen hoe dan ook vertraging op maar we konden het niet maken om ons niet kandidaat te stellen voor het Sportinfrastructuurfonds. Dertig procent van de jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding is heel veel geld voor een doorsnee gemeente.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 115


DE COLLEGA’S

Van links naar rechts staand: Karen De Meyer en Lies Vernieuwe, zittend Katrien Burvenich, Ann Lobijn, Danielle Vervotte, Ilse Lambrechts en Carine Wynants . Op de foto ontbreekt Annelies Boost.

116 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008


Om iets aan de immense werkdruk bij de diensten voor onthaalouders te doen stelde minister Inge Vervotte twee jaar geleden 700.000 euro ter beschikking voor een groot samenwerkingsverband. Voor de diensten voor onthaalouders georganiseerd door lokale besturen was het evident dat dit samenwerkingsverband tot stand kwam binnen de VVSG. Hierdoor kon er een provinciale werking ter ondersteuning van de diensten ontstaan. In totaal zijn er bij dit samenwerkingsverband vzw VVSG-DVO en bij de vzw DIVOPRA voor de provincie Antwerpen 71 diensten aangesloten. Daarvoor werken 174 dienstverantwoordelijken die bijna 10.000 kindplaatsen realiseren of één derde van het totale aantal kindplaatsen dat via diensten wordt gerealiseerd in Vlaanderen.

De onthaalouders

BART LASUY

Jullie ondersteunen de dienstverantwoordelijken van diensten voor onthaalouders van lokale besturen. Wat betekent dat? Lies Vernieuwe (provincie West-Vlaanderen): ‘We nemen een aantal taken over van de dienstverantwoordelijken, zoals de organisatie van de startcursus voor nieuwe onthaalouders.’ Katrien Burvenich (provincie Oost-Vlaanderen): ‘We begeleiden ook nieuwe dienstverantwoordelijken, want collega’s inwerken is voor de diensten erg tijdrovend. Daarom zijn we gestart met een zeer succesvolle opleiding voor nieuwe dienstverantwoordelijken. In 2007 werden op die manier twintig nieuwe dienstverantwoordelijken individueel en op maat ingewijd.’ Danielle Vervotte (provincie Vlaams-Brabant): ‘We zoeken ook naar het veiligste materiaal zoals een houten vouwbedje dat aan alle veiligheidsvoorschriften voldoet en voor de diensten betaalbaar is. De leverancier met de beste prijs-kwaliteitverhouding heeft al ruim 800 bedjes verkocht aan openbare besturen.’ Carine Wynants (provincie Antwerpen) en haar DIVOPRA-collega’s Annelies Boost en Ilse Lambrechts beamen: ‘De werkdruk is ook groot door het kwaliteitshandboek. Veel diensten voor onthaalouders hebben een prachtig kwaliteitshandboek gemaakt, maar dit moeten we periodiek evalueren en bijschaven. Voor veel dienstverantwoordelijken is dit nog een groot vraagteken.’ Katrien Burvenich: ‘De VVSG ontwikkelde daar verschillende hulpmiddelen voor. We ondersteunen de diensten bij het aanpassen van hun kwaliteitshandboek, bereiden hen voor op de gevreesde inspectie of volgen mee de opmerkingen van de inspectie op.’

Maar wat is het voordeel van die samenwerking? Karen De Meyer (provincie Oost-Vlaanderen): ‘De nieuwe schaalgrootte maakt veel meer mogelijk. Denk maar aan die bedjes, maar ook andere dingen worden betaalbaar door de kosten te delen. Zo hebben we met de hulp van een bedreven advocate een juridisch correcte samenwerkingsovereenkomst tussen de dienst en de onthaalouder ontwikkeld.’

Carine Wynants: ‘En ontwikkelen we een website om onthaalouders te werven. Onze website is sinds november 2007 online. Binnenkort houden we een web-based tevredenheidsmeting.’ Lies Vernieuwe: ‘De diensten vinden er ook nieuws uit het kinderopvanglandschap, een overzicht van interessante vormingen, gebruiksklare documenten, verslagen van vergaderingen en nog veel meer. Bijna dagelijks doen we een update.’ Karen De Meyer: ‘We hebben ook een checklist veiligheid opgesteld die de diensten helpt de veiligheid van de opvangwoning na te gaan en het thema veiligheid met de onthaalouders bespreekbaar te maken.’ Danielle Vervotte: ‘Met ons volgboekje kunnen onthaalouders de ouders op de hoogte houden van wat er tijdens de opvang is gebeurd.’ Wat brengt de toekomst? Annelies Boost: ‘Door de enorme diversiteit binnen de diensten is het toch niet altijd gemakkelijk om voor iedereen een nuttig aanbod uit te werken. Afhankelijk van de prioriteiten van de diensten zie je een totaal andere dynamiek of interesse.’ Ilse Lambrechts: ‘Misschien is het enige wat alle diensten gemeen hebben, of ze nu een eenmansdienst zijn of een tiental dienstverantwoordelijken in dienst hebben, of ze nu vzw of lokaal bestuur zijn, de enorme expertise en gedrevenheid die er aanwezig is. Maar ook de immense verscheidenheid aan taken die er binnen een dienst zijn, en als gevolg daarvan de werkdruk en dus de behoefte aan ondersteuning.’ Ann Lobijn (overkoepelend VVSG-medewerker): ‘Omdat we de taken kunnen delen, slagen we erin zoveel mogelijk diensten te ondersteunen, ook al lopen hun vragen erg uiteen. “De VVSG is het beste wat me professioneel al is overkomen,” schreef een dienstverantwoordelijke bij de evaluatie van de werking van het samenwerkingsverband. Het is onze ambitie dat alle dienstverantwoordelijken er zo over denken. Daarvoor hebben we nog enkele jaren werk voor de boeg.’ AL

I

1 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 117


Het gemeentebestuur van Bocholt gaat over tot de aanwerving van:

Het gemeentebestuur van Dessel gaat over tot de aanleg van een wervingsreserve voor 3 jaar voor de voltijdse statutaire betrekking van een (m/v)

Gemeentesecretaris (M/V)

STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR

m/v Uw functie U bent de spilfiguur van de administratie. Als hoofd van het personeel leidt u de administratie, organiseert en coördineert u de werking van de diensten. U bent verantwoordelijk voor het voorbereiden, notuleren en opvolgen van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad en andere beleidsvergaderingen. U vervult een scharnierfunctie tussen het beleid en de administratie en u bent de sleutelfiguur in de verdere ontwikkeling van de gemeente.

Niveau: A1a Aanwervingsvoorwaarden: • Houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A: universitair diploma of gelijkgesteld hoger onderwijs van het lange type of master diploma en • Houder zijn van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening.Afwijkingen zijn mogelijk op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld. • Houder zijn van het rijbewijs B. • Slagen in een niet-vergelijkend aanwervingsexamen. • Deelnemen aan een psychotechnisch onderzoek waarbij een voor de functie gunstig geschiktheidsprofiel dient bekomen te worden.Voor deze proef worden enkel de geslaagden in het aanwervingsexamen uitgenodigd.

Uw profiel U beschikt over uitgesproken leidinggevende competenties om uw medewerkers te motiveren en te coachen. U bent communicatief en diplomatisch ingesteld. Voorwaarden U bezit de Belgische nationaliteit, u bent minimaal 24 jaar. U bent houder van een diploma dat toegang geeft tot niveau A (universitair onderwijs of hoger onderwijs van het lange type gelijkgesteld met universitair onderwijs). U slaagt in een aanwervingsexamen.

Toelatingsvoorwaarden: • Belg zijn of de nationaliteit van één der landen van de Europese Unie bezitten. • Lichamelijk geschikt zijn. • Leeftijd van 18 jaar bereikt hebben. • Aan de dienstplichtwetten voldoen. • Van goed zedelijk gedrag zijn. • De burgerlijke en politiek rechten genieten. De kandidaturen, vergezeld van een curriculum vitae en een afschrift van het diploma, dienen bij aangetekend schrijven gericht te worden aan het College van Burgemeester en Schepenen, Hannekestraat 1, 2480 Dessel uiterlijk op 5 mei 2008. Meer informatie i.v.m. de aanwervingsvoorwaarden (examen, functiebeschrijving, profiel, enz.) is te verkrijgen op het gemeentesecretariaat, administratief centrum De Plaetse, Hannekestraat 1, 2480 Dessel, tel.: 014/38 99 20 of per e-mail: personeel@dessel.be.

Bent u kandidaat? Stuur dan uw sollicitatiebrief, cv en kopie van diploma ten laatste op 25 april 2008 aangetekend naar het college van burgemeester en schepenen, Dorpsstraat 16, 3950 Bocholt (postdatum geldt als bewijs). Bijkomende inlichtingen en het volledige functieprofiel zijn te bekomen bij de Personeelsdienst, T 089-20 19 07 of via jolijn.noels@bocholt.be . (sollicitaties via e-mail worden niet aanvaard!)

De gemeente Haacht organiseert een aanwervingsexamen voor de betrekking van diensthoofd technische dienst.

Aanwerving diensthoofd technische dienst (niveau A4a-A4b) Om te mogen deelnemen aan het examen dienen de kandidaten in het bezit te zijn van het diploma van industrieel ingenieur of een gelijkgesteld diploma met tenminste een van de volgende specificaties : • Bouwkunde • Wegenbouw • Elektriciteit • Mechanica • Elektro-mechanica U krijgt de leiding over de technische dienst en u staat in voor de coördinatie, planning, uitvoering, controle en opvolging van alle technische realisaties van de gemeente. Kandidaturen moeten per aangetekend schrijven ten laatste op woensdag 30 april 2008 toekomen bij het college van burgemeester en schepen, Wespelaarsesteenweg 85, 3150 Haacht. Bijlagen bij de kandidatuur: • cv • uittreksel uit het gemeentelijke strafregister, niet ouder dan 3 maanden • afschrift van het diploma Voor bijkomende inlichtingen kunt u terecht bij de personeelsdienst op T 016-26 94 16, personeelsdienst@haacht.be. De functiebeschrijving kunt u eveneens verkrijgen op de personeelsdienst of raadplegen op www.haacht.be, knop vacatures.

118 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008

Het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling zoekt een:

Stafmedewerker-jurist schuldbemiddeling m/v - halftijdse functie Je functie - je verleent juridisch advies aan schuldbemiddelaars; - je volgt de regelgeving en rechtspraak m.b.t. tot schuldbemiddeling op (i.h.b. energieschulden) en bouwt in functie hiervan een professioneel netwerk uit. - je schrijft informatieve teksten voor e-zine, website, handboek e.d.m. - je verzorgt de inhoudelijke uitwerking en organisatie van vormingen rond energieschulden en je geeft zelf ook vorming; - je bereidt beleidsdossiers voor i.f.v. de beleidsgroep en in voorbereiding van diverse overlegfora (o.a. Vlaams Platform voor Schuldoverlast) Je profiel - je hebt een universitair diploma in de rechten; - je bent kritisch en analytisch ingesteld; - je kunt zelfstandig werken en teamwerking boeit je; - je bent communicatief ingesteld en beschikt over een vlotte pen; - je hebt een praktische kennis van gangbare informaticatoepassingen. Wij bieden Een halftijds contract van onbepaalde duur, een aangepast loonpakket en soepele werkregeling in een omgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan. Meer informatie over de functie: dirk.declerck@centrumschuldbemiddeling.be of T 02-211 56 37 Hoe solliciteren? Sollicitatie met cv stuurt u bij voorkeur per e-mail tot 30 april 2008 naar de VVSG t.a.v. Hildegarde.Merckx@vvsg.be, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel, F 02-211.56.00 Het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling is een initiatief van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (SAW). Meer informatie: www.centrumschuldbemiddeling.be


Geen weet met water?

UW ADVERTENTIE OF VACATURE IN LOKAAL? Via het tweewekelijkse magazine LOKAAL bereikt u de 11.000 abonnees bij de VVSG Alle 308 Vlaamse lokale besturen OCMW’s: voorzitters en raadsleden Leidinggevenden bij politiezones en brandweereenheden Intercommunales en autonome gemeentebedrijven

Advertenties: info en reservatie Cprojects&Advertising Evelyne Van Riet E media@cprojects.be T 03 326 18 92

Heeft u al een oplossing voor individuele waterzuivering? Krijgt u wel eens te maken met wateroverlast in uw streek? We bieden u oplossingen voor deze problematiek en we geven u graag meer informatie inzake

Vacatures: info en reservatie

Waterdoorlatende betonstraatstenen Infiltratiebuizen

VVSG Nicole van Wichelen E nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02 211 55 43

IBA-systemen

www.stradus.be www.olivierbf.be

CC Consult focust zich sinds 1996 op het leveren van diensten aan openbare besturen. Een team van 12 gespecialiseerde adviseurs legt zich toe op volgende domeinen: Personeelsbeleid

Organisatieontwikkeling

Juridische ondersteuning

¥ ¥ ¥ ¥

¥ ¥ ¥ ¥

¥ ¥ ¥ ¥

Werving & selectie Competentiemanagement Vorming Evaluatie

Organisatiestudies Procesmanagement Intern controlesysteem Uitbouw kwaliteitssystemen

Rechtspositieregeling Arbeidsreglement Juridische begeleiding Deontologische codes

Voor besturen die niet beschikken over een uitgebouwde personeelsdienst, hebben we de formule Permanente Opvolging Personeelsbeleid. Vraag onze brochure aan op consult@ccconsult.be

Keizer Karellaan 378 - 1083 Brussel ¥ Tel. 02 363 15 25 ¥ consult@ccconsult.be ¥ www.ccconsult.be

16 april 2008 LOKAAL TREFDAGEDITIE 119


PIETER BOS column

Treffen, trof, getroffen! Politiek is de voortzetting van oorlog met andere middelen, beweerde ene meneer Carl Von Clausewitz ooit. En gelijk had hij. Waar geen politiek is, is er oorlog. Driewerf hoera voor de politiek dus. Onder meer daarom heb ik er het grootste deel van mijn leven aan besteed. Ze hadden me nochtans gewaarschuwd. ‘De politiek is hard,’ zeiden ze. En: ‘De politiek is ondankbaar.’ En: ‘In de politiek heb je geen vrienden.’ Ach, dacht ik, de realiteit is rauw, maar zelf ben ik niet zacht gekookt. Dus ging ik in de politiek (en kwam ik er voorlopig nog niet uit). En ik stelde vast. Dat de politiek hard is. Dat hij ondankbaar is. En dat je, ondanks alles, in de politiek toch vrienden kunt hebben. Doorgaans niet degenen van wie je dacht dat het je vrienden waren, maar toch. (Zal ik je wat vertellen? Sommige van mijn beste vrienden zijn actief in een andere politieke partij. Je moet niet vragen hoe verdraagzaam ik wel ben.) Politiek is oorlog, maar dan in een gesublimeerde vorm. Politiek is een potpourri van sublimaties van spionage en sabotage, collaboratie en infiltratie, verraad en vadermoord, laag- en hooghartige aanvallen, messteken in de rug en slagen onder de gordel in een bedje van vilein venijn. Fractieleiders

NIX TrIljoen

120 LOKAAL TREFDAGEDITIE 16 april 2008 16 april 2008

controleren hun troepen, schieten met scherp of met losse flodders en sturen verkenners in het veld. Schepenen bukken zich wanneer ze in een spervuur van vragen terechtkomen. Burgemeesters werpen zich op de rails om treinen dwars te liggen (met voorspelbaar weinig succes: zonder dwarsliggers rijden er geen treinen). Of ze staan schouder aan schouder op de barricade om kieskringen te splitsen. Een béétje politicus is vertrouwd met schoten voor de boeg, voorstellen die worden afgeschoten en besprekingen die ontmijnd moeten worden. (Soms, heel soms, dreigt er consensus. Dan is er een leider opgestaan die boven het strijdgewoel staat. De media loven dan diens zakelijkheid. Een tijdje. Daarna klagen ze over zijn saaiheid.) Ook deze oorlog eist z’n slachtoffers. Sommigen deserteren, misnoegd, teleurgesteld, ontgoocheld. De meesten lijden in stilte: hartklachten, maagkrampen, slapeloosheid worden hun deel. Ze verbijten de pijn, houden zich sterk, verraden hoogstens zichzelf door afgekloven nagels of het uitslaan van wartaal (lees hun blogs!). Na één, twee of drie legislaturen worden ze geruisloos afgevoerd, zonder zich zelfs maar in een Monument voor de Onbekende Politicus te kunnen verheugen. In het beste geval worden ze gouverneur, Europees commissaris

of anderszins op rust gesteld. Heel af en toe worden ze weggetakeld onder het oog van de camera’s. Een verse hartklep, wat reparaties aan de slokdarm of de maagwand en hup, vooraleer medelijden zich zou kunnen nestelen, na enkele dagen zijn ze hersteld. Een eufemisme voor opgelapt, want een normaal mens heeft voor hetzelfde maanden van revalidatie nodig. Vraag die bij u opborrelt: als politiek oorlog is, zijn de beste politici dan niet de grootste snoodaards, slechteriken of bandieten? Neen. Zo logisch zit de wereld nu ook weer niet in elkaar. De paradox is dat er nergens per vierkante meter méér idealisten te vinden zijn dan juist in de politiek. Door de band houden politici het opvallend netjes. Ze houden zich aan het oorlogsrecht. Af en toe hoort daar een staakt-hetvuren bij. Een gewapende vrede om sterke verhalen uit te wisselen, even de loopgraven te verlaten en een frisse neus te halen, in een genereus gebaar van openheid elkaar wat bij te brengen over strategie en in doldwaze overmoed de plannen van geheime wapens prijs te geven aan de openbaarheid. Een Trefdag heet zoiets. Ik wens u veel moed en een behouden terugkeer naar het front. I


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.