Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746
NR 11 VAN 16 juni 2008
VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW
Regen is geen afval
De vergrijzing krijgt kleur Mandatarissen: tips voor de belastingaangifte Eric Goubin: ‘Graag één informatieblad, één website voor gemeente en OCMW’
HET STATUUT VAN DE LOKALE MANDATARIS
9
E
WDE VERNIEIU ED TIE
DE VVSG/POLITEIA-POCKET ‘HET STATUUT VAN DE LOKALE MANDATARIS’ IS UITGEGROEID TOT EEN ONMISBARE HANDLEIDING VOOR LOKALE MANDATARISSEN DIE WORSTELEN MET VRAGEN OVER HUN FINANCIEEL EN SOCIAAL STATUUT. OOK SECRETARISSEN EN ONTVANGERS, STAFMEDEWERKERS, PERSONEELSDIENSTEN, SOCIALE SECRETARIATEN, WERKGEVERS VAN MANDATARISSEN EN NOG ZOVELE ANDEREN KRIJGEN ECHTER DAGELIJKS TE MAKEN MET VRAGEN OVER WEDDES EN PRESENTIEGELDEN, POLITIEK VERLOF, PENSIOENEN, CUMULATIEBEPERKINGEN, MANDATENLIJSTEN, ERETITELS, ETC. Antwoorden op al deze vragen vindt u terug in deze pocket, die alweer voor de negende maal werd bijgewerkt. In deze negende editie vindt u o.a. een volledig nieuw hoofdstuk over de tuchtregeling voor lokale mandatarissen, een stuk over het intussen beruchte art. 70, §4, lid 3 van het Gemeentedecreet (kennisgeving mandatenlijst aan gemeenteraad), aanvullingen (o.a. over het wezenpensioen), op stapel staande wijzigingen aan het statuut (o.a. in het nieuwe OCMWdecreet) en een heleboel technische aanpassingen, indexeringen en nieuwe cijfers. Over de auteurs De pocket is het werk van de teams werking en organisatie en sociaal beleid van de VVSG. Stafmedewerkers Nathalie Debast, Marijke De Lange, Katleen Janssens, Jan Leroy, Mark Suykens, en Marian Verbeek
adviseren dagelijks mandatarissen en besturen over deze problematiek. Editor David Vanholsbeeck is de VVSG-specialist betreffende het statuut van de mandataris. Prijs De pocket kost 21 euro voor VVSG-leden en 25 euro voor niet-leden. Deze prijzen zijn inclusief btw maar exclusief verzendingskosten. Een abonnement op de VVSG-pocketreeks Bang dat u één van de interessante VVSG-pockets gemist hebt of over een verouderde versie beschikt? Neem een abonnement op de hele reeks! U krijgt de pockets dan als eerste in de bus en ontvangt 5% korting op alle pockets. Een overzicht van alle pockets vindt u op de vernieuwde Politeia-website: www.politeia.be.
Bestelkaart Stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19 0
JA, ik bestel … ex. van “Het statuut van de lokale mandataris”.
0
Ik neem een abonnement op de pocketreeks en ontvang 5% op al mijn bestellingen.
Naam: Functie: Bestuur/Organisatie: E-mail: Adres:
BTW-nr: Datum: * Prijzen inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 31.12.2008. Consulteer onze website voor actuele prijzen.
Handtekening:
Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
Tel.:
INHOUD
LOKAAL NUMMER 11 VAN 16 juni 2008
12 BART LASUY
Eric Goubin: ‘Graag één informatieblad, één website voor gemeente en OCMW’
STEFAN DEWICKERE
Begin juni 2008. De regen valt met bakken neer. Stortbuien veroorzaken overlast, maar regenwater kan ook heel nuttig zijn: je kunt het opvangen en hergebruiken of je kunt het laten infiltreren in de bodem.
Op communicatievlak is de samenwerking tussen OCMW en gemeente een noodzaak. Voor moeilijkere doelgroepen vormen intermediairen het ideale communicatiekanaal: maar ook dat moet je organiseren en professioneel aanpakken.
5 Opinie: Is armoedebestrijding een echte prioriteit?
KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column
24
ORGANISATIE
FORUM 20 Tips voor uw belastingaangifte: (1) uitvoerende mandatarissen (2) presentiegelden 22 Lokale raad 22 Binnenkort geen gevallen-Damme meer? 23 Geknipte politicus Frans Lignel
Regenwater in de tuin, niet in de riool Een gescheiden rioolstelsel schrikt veel gemeenten financieel af. Toch wordt de aanleg van een gescheiden rioolstelsel algemeen geldend. In Herent, Wingene en Genk komt de gemeente flink over de brug.
BART LASUY
12 Interview met Eric Goubin 16 Lokale besturen kopen sociaal aan 19 Praktijk in Mortsel
WERKVELD Regenwater in de tuin, niet in de riool Propere straten met man en macht Op zoek naar een partner Kindvriendelijke steden in de prijzen Hooggeschoolde allochtonen kunnen beter 36 De vergrijzing krijgt kleur 38 De donderdag van Cathérine De Neve
24 27 30 33 34
30 Op zoek naar een partner
WETMATIG
42 Agenda & Triljoen
STEFAN DEWICKERE
39 Berichten, boekbesprekingen
Een stedenband met een partner in het Zuiden maakt de communicatie over ontwikkelingssamenwerking veel helderder. Maar hoe vind je de ideale partner om mee in zee te gaan? 16 juni 2008 LOKAAL 3
Competentiemanagement: ook bij de overheid een must Het begrip ‘competentiemanagement’ is niet meer weg te denken, ook niet bij de (lokale) overheid. Het gaat immers over de capaciteiten die nodig zijn om succesvol te zijn in een functie. Recent publiceerde Politeia een competentiespel én een pocket over competentiemanagement, allebei ontwikkeld door WIVO. Competentiemanagement: de pocket
Competentiemanagement: het spel
De pocket Competentiemanagement biedt een kijk op het inzetten van competentiemanagement in de Vlaamse lokale besturen. In het kader van het Rechtspositiebesluit ervaren veel besturen het immers als een uitdaging om met meer systematiek en met een doorgedreven professionaliteit te werken aan het management van hun menselijk potentieel. De pocket geeft een antwoord op de vraag: ‘Wat is competentiemanagement en wat kan het betekenen voor uw organisatie?’. U vindt er o.m. een beschrijving van het jongste competentiemodel van WIVO en een stappenplan om competentiemanagement in te voeren in uw organisatie. De auteurs tonen ook aan hoe verschillende instrumenten van personeelsbeleid verrijkt kunnen worden door de inzet van competentiedenken. In de pocket en op de bijbehorende cd-rom vindt u praktijkvoorbeelden en voorbeelddocumenten. De pocket is verschenen in de reeks Professionele vaardigheden.
Het spel Competenties in Kaart is eveneens gebaseerd op een door WIVO ontwikkeld competentiemodel. Met dit spel brengt u op een creatieve wijze competenties in kaart. Personeelsverantwoordelijken, leidinggevenden én medewerkers vinden zo sleutels om competenties op een toegankelijke manier te vertalen naar de praktijk van elke dag. Competenties in Kaart is nuttig in allerlei situaties waarbij over medewerkers of functies wordt nagedacht: werving, selectie, evaluatie, opleiding… Het spel kan gespeeld worden door de leidinggevende of de medewerker alleen, door medewerkers én leidinggevenden samen of met een groep of team. Prijs: 49 euro
Prijs (incl. cd-rom) VVSG-leden: 21 euro, niet-leden: 25 euro
Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be
Ja, ik bestel
....... ex. van Competentiemanagement, prijs (incl. cd-rom): 21 euro (VVSG-lid), 25 euro (niet-lid) ....... ex. van Competenties in Kaart, prijs: 49 euro
Organisatie/bestuur: ............................................................................................................................
Datum en handtekening
............................................................................................................................................................. Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... Tel. : .................................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. * De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen de prijs van 0,44 euro per pagina (update cd-rom: 24 euro) tot schriftelijke wederopzegging. Prijzen incl. BTW maar excl. verzendingskosten. Prijzen geldig tot en met 31 januari 2008. Kijk voor de exacte prijzen altijd op onze website www.politeia.be. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de Wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
opinie Piet Van Schuylenbergh
Is armoedebestrijding een echte prioriteit?
V
Stefan Dewickere
oor de eerste keer heeft een federale regering een staatssecretaris voor armoedebestrijding in haar rangen. Op zich een goede zaak: één coördinerend regeringslid dat de hele armoedeproblematiek onder zijn vleugels heeft. Voorwaarde is natuurlijk dat hij ook iets te zeggen heeft. Dit betekent dat hij zijn collega’s rond de tafel kan brengen en ze kan aansturen om binnen hun bevoegdheidsterrein de nodige maatregelen te treffen, verPiet Van Schuylenbergh is directeur trekkend vanuit één globale visie. Dit betekent ook dat hij de gewesten en gemeenschapvan de VVSG-afdeling OCMW’s pen rond de tafel kan brengen en mee kan nemen in diezelfde visie, want veel aspecten van armoedebestrijding – en niet de minste – zitten op het regionale niveau: wonen, zorg, welzijn, (delen van) werk, cultuur en participatie. Ook de OCMW’s die in de frontlinie staan en die dag in dag uit via individuele begeleidingstrajecten mensen opnieuw aan de samenleving laten deelnemen, worden er beter bij betrokken, net zo goed als de verenigingen waar armen het woord nemen. Dit betekent bovendien ook dat de staatssecretaris in staat moet zijn om van zijn collega’s de nodige budgetten los te krijgen om actie te ondernemen. Over armoedebestrijding is Staatssecretaris Jean-Marc Delizée is vol goede moed aan deze opdracht begonnen en we wensen hem alle succes toe. Hij beschikt al over een Nationaal Actieplan Sociale Insluiting, dat nu geactualiseerd wordt en dat een geïntegreerde aanpak op de verschillende levensdomeinen en beleidsniveaus voorstaat. Hij kan terugvallen op een steunpunt tot bestrijding van de armoede, bestaanszekerheid en sociale insluiting dat mede beheerd wordt door de gewestoverheden met betrokkenheid van de armenverenigingen. Actieplan en steunpunt vertrekken van één globale visie: het verwezenlijken van de sociale grondrechten die in onze Grondwet verankerd zitten.
ongeveer alles al gezegd en geschreven, nu komt het erop aan iets concreets te doen.
Mooi dus. Alleen: er is geen geld. In een gesprek met de afdelingen OCMW’s van de Vlaamse, Waalse en Brusselse verenigingen van steden en gemeenten maakte staatssecretaris Delizée duidelijk dat hij doelstellingen wil formuleren op korte, middellange en lange termijn. Deze doelstellingen zullen omgezet worden in acties en afgemeten worden aan armoede-indicatoren, zodat het beleid de vooruitgang betreffende armoedebestrijding kan meten en opvolgen. Heel goed. Alleen: in het budget 2008 merken we daar niet veel van. De tijd van studeren is al lang voorbij. Over armoedebestrijding is ongeveer alles al gezegd en geschreven, wetenschappelijk gefundeerd en bestudeerd. Nu komt het erop aan iets concreets te doen. Daar hebben we toch politici voor? En blijkt uit het budget niet welke politieke keuzes een regering maakt? We kijken dan ook vol belangstelling uit naar de volgende budgetcontrole die rond 15 juli valt en naar de vette vis die tegen dan misschien in de pan suddert. Of wordt het een sprotje voor de armen? I
LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG
Bladmanagement Jan Van Alsenoy Abonnementen VVSG-leden: 78 euro, vanaf 10 ex. 65 euro; niet-leden: 145 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures VVSG, Nicole Van Wichelen, T 02-211 55 43
Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, Evelyne Van Riet T 03 326 18 92, media@cprojects.be Hoofdredactie Marlies van Bouwel
Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Marlies van Bouwel, Bart Van Moerkerke Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos
Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44
Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist), Pol Despeghel (schilder)
Eindredactie Marleen Capelle
Vormgeving visueel denken (Gent)
Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus
VVSG-bestuur Jef Gabriels, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s
Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG
16 juni 2008 LOKAAL 5
GF
KORT LOKAAL NIEUWS
Oud-Rekem is de winnaar maar de wedstrijd moet alle Vlaamse dorpen een impuls geven.
Oud-Rekem is het mooiste dorp van Vlaanderen
V
ijftien dorpen streden in een afvallingswedstrijd om de titel Het mooiste dorp van De mooie dorpen zijn Vlaanderen. Ze kregen op de website www. een toeristische troef die hetmooistedorp.be de Vlaanderen veel meer kans om zichzelf te promoten met sfeervolle moeten uitspelen. filmpjes, foto’s en een dorpsblog. In de laatste week bleven er nog vijf dorpen over: De Haan (West-Vlaanderen), Deurle (Oost-Vlaanderen), Oud-
Rekem (Limburg), Onze-LieveVrouw Lombeek (Vlaams-Brabant) en Kasterlee (Antwerpen). Het Limburgse dorp, deelgemeente van Lanaken, werd uiteindelijk tot winnaar gekozen. Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois hoopt met deze wedstrijd de toeristische promotie van Oud-Rekem, maar ook van andere Vlaamse dorpen een impuls te geven. ‘De talrijke mooie Vlaamse dorpen zijn een toeristische troef
die we veel meer moeten durven uitspelen,’ vindt minister Bourgeois. ‘Tientallen dorpen in Vlaanderen beschikken over een unieke concentratie van kunst en cultuur en typische gastvrijheid in een groene, landelijke omgeving. Met hun authentieke patrimonium, sfeervolle pleintjes en gezellige terrasjes zijn ze het ideale decor voor een wandeling of fietsuitstap in het Vlaamse groen.’ Stephen Lodewyck
Tot 14 juli oproep inzendingen Vlaamse Ruimtelijke Planningsprijs Met de steun van de Vlaamse regering organiseert de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning vzw de achtste editie van de Vlaamse Ruimtelijke Planningsprijs. Deze prijs wil innovatieve en voortreffelijke ruimtelijke projecten bekendmaken bij een groter publiek: studies, plannen en ontwerpen die het streven naar ruimtelijke kwaliteit en duurzame ruimtelijke ontwikkeling treffend illustreren. Opdat niet enkel grotere steden en gemeenten deelnemen, is het reglement van deze editie aangepast. De organisatoren zijn ervan overtuigd dat innovatieve kleinschaligere initiatieven een belangrijke bijdrage kunnen leveren om de kwaliteit van de ruimtelijke planning in Vlaanderen te ondersteunen en nog op te voeren. ÎÎwww.vrp.be
6 LOKAAL 16 juni 2008
PRINT & WEB
Vlaamse Zorgkas: 30.000 aanmaningen De Vlaamse Zorgkas heeft op 2 en 6 juni ongeveer 30.000 leden aangeschreven met de vraag om de bijdrage voor de Vlaamse zorgverzekering te betalen. Het gaat hierbij om personen die voldoen aan de voorwaarden tot aansluiting maar die zich niet spontaan hebben aangesloten bij een zorgkas naar keuze.
Voor personen die in de tweede jaarhelft van 2006 in Vlaanderen zijn komen wonen, wordt de ledenbijdrage 2006, 2007 en 2008 opgevraagd. Personen die in de eerste jaarhelft van 2007 in Vlaanderen kwamen wonen, krijgen het verzoek de ledenbijdrage voor 2007 en 2008 te betalen. Aan wie geboren is in 1981 (en dus in 2007 26 jaar is geworden) vraagt de
Vlaamse Zorgkas de bijdragen voor 2007 en 2008 te betalen. De bijdrage bedraagt 25 euro per jaar. Wie op 1 januari van het voorgaande jaar recht had op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering, betaalt 10 euro per jaar. De Vlaamse Zorgkas ontvangt via het Vlaams Zorgfonds de informatie over wie recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming
in de ziekteverzekering. Wie in dat geval is maar toch wordt aangemaand om 25 euro in plaats van 10 euro te betalen, moet zijn situatie bewijzen aan de hand van een attest van het ziekenfonds met de vermelding ‘recht op verhoogde tegemoetkoming’ of een attest van het OCMW met de vermelding ‘recht op een leefloon’. Bij betalingsproblemen mag de uiterste datum van 10 juli overschreden worden, tot uiterlijk 31 december 2008. Elke Verlinden ĂŽĂŽinfo@vlaamsezorgkas.be
Gemeenten Europaproof Het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) en het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zullen in samenwerking met de VVSG in de eerste helft van oktober 2008 een sessie met workshops organiseren over de Europese Dienstenrichtlijn. Deze sessie richt zich tot de lokale besturen en bestaat uit een workshop Screening van de regelgeving door de lokale besturen en een workshop Uniek Loket. Iedere deelnemer zal aan beide workshops kunnen deelnemen. Deze sessie sluit aan bij de eerste informa-
4432 meter weg per vierkante kilometer, dat is de gemiddelde lengte aan verharde
tiesessie in november 2007 waarbij aan de lokale besturen werd gevraagd om met de screening te starten en hun resultaten aan het Agentschap Binnenlands Bestuur te bezorgen. Dit verzoek blijft overigens geldig. Het is van belang dat de deelnemers aan de workshops al ervaring met het screenen van hun regelgeving hebben. Dan participeren ze met grotere kennis en praktijkervaring aan de workshop. Betty De Wachter ÎÎPraktisch: www.binnenland.vlaanderen.be
4km432m
wegen in het Vlaamse Gewest. Niet alle Vlaamse gemeenten zijn echter even rijk bedeeld met asfalt, beton en klinkers. Nieuwerkerken spant de kroon met 17.198 meter weg per km², gevolgd door Machelen (14.303 meter) en
Leuven horen en voelen Met Leuven Horen en Voelen publiceert uitgeverij Peeters een inspirerend experiment: een gids waarin een representatieve wandeling langs het historische patrimonium van de stad zowel visueel (in foto’s) als auditief (met luister-cd) als tactiel (met brailleplaten) wordt beschreven. De bedoeling van het boek en de wandeling Leuven Horen en Voelen is de uitdaging aangaan om Leuven als historische stad meer optimaal te ervaren, met alle zintuigen. De nadruk wordt gelegd op het horen en voelen als alternatief voor en complementair aan het dominante zien. De auteurs vestigen met deze ‘multi-sensoriĂŤle’ publicatie ook de aandacht op de verrijking die kan resulteren uit de dialoog met blinden en slechtzienden en de kritische analyse van de eigen ervaringspraktijken. Leuven Horen en Voelen is een project dat gegroeid is uit concrete initiatieven en samenwerkingen met twee grote doelstellingen: het ondersteunen van laagdrempelige projecten waarin de samenwerking tussen personen met en zonder handicap centraal moet staan, en het belichten van toegankelijkheid in de ruimste zin van het woord. Dit boek ontstond dankzij de samenwerking met mensen met een visuele beperking. Als experiment in het vergroten van de toegankelijkheid van historische informatie wil het boek – met bijhorende wandeling – een voorbeeldfunctie uitoefenen. D. Mellaerts, K. Wildiers, P. Devlieger, Leuven Horen en Voelen, uitgeverij Peeters, Leuven, 15 euro
Linkebeek (13.783 meter). Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich Diksmuide (2077 meter), Arendonk (2118 meter) en Merksplas (2119 meter). Daar ligt het pad voor koning auto dus iets minder geĂŤffend. Bekijk de toestand in uw eigen gemeente op www.lokalestatistieken.be.
16 juni 2008 LOKAAL 7
KORT LOKAAL NIEUWS
D
e productie van huishoudelijk restafval stagneert in Vlaanderen. Vorig jaar werd per inwoner 150 kilogram ingezameld. Dit concludeert Interafval, het samenwerkingsverband tussen de VVSG en de Vlaamse afvalintercommunales, nadat het de voorlopige cijfers bij zijn leden heeft opgevraagd. Het restafvalcijfer is de som van het huisvuil, het nietrecycleerbare grofvuil, het PMD-residu, het veegvuil en het afval uit vuilnisbakjes op straat. Uit de cijfers blijkt dat de Vlaming een goede afvalsorteerder blijft. Regionaal zijn er natuurlijk verschillen. Hiervoor zijn verschillende
verklaringen mogelijk. Flinke dalingen van meerdere kilo’s per inwoner hebben vaak te maken met de invoering van een gedifferentieerd tarief voor het restafval of diftar. Hierdoor moeten mensen meer betalen als ze meer afval buitenzetten. Stijgingen van het afvalcijfer hebben de meest uiteenlopende oorzaken. De toename van het vuilnis uit veegrondes is hier een voorbeeld van. Openbare netheid staat hoog op de maatschappelijke agenda, en veel lokale besturen werken aan een heus veegbeleid. Een doorgedreven onderhoud van de openbare ruimte heeft echter als gevolg dat de
DANIËL GEERAERTS
Vlaming blijft goede afvalsorteerder
Propere straten hebben een negatief effect op het restafvalcijfer per inwoner.
afvalcijfers van deze fractie toenemen. Nette wegen en pleinen kunnen dus een negatieve invloed hebben op het restafvalcijfer per inwoner.
Lieselot Decalf ÎÎCijfers per intercommunale: www.vvsg.be, zoek op restafvalcijfers
Interafval DANIËL GEERAERTS
Jaarbericht 2007
Vanaf volgend schooljaar kunnen ook kinderen uit het basisonderwijs een studietoelage krijgen.
Schooltoelage voor basisschoolleerlingen vanaf 2008-2009
E
r is goed nieuws voor gezinnen met kinderen: veel meer gezinnen dan vroeger krijgen vanaf 2008-2009 recht op een school- of studietoelage. De inkomensgrenzen zijn immers zodanig opgetrokken dat ongeveer een kwart van alle leerlingen een schooltoelage zou kunnen aanvragen. De aanvraag is ook een stuk eenvoudiger geworden: een aangifteformulier van de belastingen of een inschrijvingsbewijs van de school zijn niet meer nodig. Aanvragen gebeuren bovendien per gezin en niet meer voor elk kind apart. Informeer jonge gezinnen Vanaf september 2008 kunnen ook
8 LOKAAL 16 juni 2008
kleuters en lagereschoolleerlingen in Vlaanderen een schooltoelage krijgen. Voor kleuters gaat het om 80 euro, voor het lager onderwijs schommelt het bedrag tussen 90 en 180 euro. De gemiddelde toelage voor een kind in het secundair onderwijs is 377 euro. Reden genoeg voor het lokale bestuur om de inwoners te informeren. Op www.vvsg.be staat een pasklare en heldere tekst om in het gemeentelijke informatieblad of op de website te publiceren. Wil uw gemeente samen met de dienst Studietoelagen een zitdag voor de gezinnen organiseren, raadpleeg dan www.studietoelagen.be. Marleen Devry
I
n het nieuwe jaarbericht van Interafval, het samenwerkingsverband tussen de VVSG en de Vlaamse afvalintercommunales, leest u meer over de activiteiten, de werking en de belangrijkste dossiers uit het werkjaar 2007. Er ging veel aandacht naar de invloed van de Europese Unie op de regelgeving voor intergemeentelijke samenwerking en afvalwetgeving. De Vlaamse regering keurde een nieuw uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval goed en zette daarmee de bakens uit voor het afvalbeleid in Vlaanderen de komende jaren. Verder stond openbare netheid hoog op de agenda. Als toemaatje biedt het jaarbericht enkele interessante feiten en cijfers over het beleid voor huishoudelijk afval in Vlaanderen. Lieselot Decalf ÎÎwww.vvsg.be, zoek op Jaarbericht Interafval of bestel een papieren exemplaar bij lieselot.decalf@vvsg.be
PRINT & WEB
Socratos, nieuwe enquĂŞteertool voor lokale besturen Lokale besturen willen permanente feedback over hun beleid, zowel van de medewerkers als van specifieke doelgroepen of partners van het bestuur. Dit kan over van alles gaan: van het invoeren van een nieuwe vorm van personeelsbeleid tot het opstellen van een jeugdbeleidsplan of het plannen van grote infrastructuurwerken.
I
n de praktijk hebben lokale besturen te weinig middelen en onderzoekservaring om zelf enquĂŞtes te organiseren en te interpreteren. Daarom ontwikkelde Indigov het project Uw Bestuur Interactief in nauwe samenwerking met het autonome provinciebedrijf VERA van Vlaams-Brabant en de provinciebesturen van WestVlaanderen, Antwerpen en Limburg. Via de provinciale partners van het project kunnen lokale besturen (in de ruimste zin van het woord) de nodige instrumenten gebruiken om zelf onderzoek uit te kunnen voeren. Een instrument in dit project is Socratos, een internetoplossing voor het realiseren, beheren en optimaliseren van enquĂŞtes. Zo kun je een marktonderzoek uitvoeren via het internet, maar ook de rest van het onderzoeksproces kun je via het web uitvoeren en managen. Socratos wordt niet aangeboden als software, maar als een dienst. De deelnemende besturen krijgen een opstartkit met ĂŠĂŠn login en wachtwoord voor volledige toegang tot Socratos, alle nodige technische informatie, gratis bijstand en helpdesk voor drie uur. Ook zijn er twee gratis opleidingsdagen per jaar.
Voorstelling van het project ‘Uw bestuur Interactief’ Woensdag 11 juni – Provinciehuis WestVlaanderen – www.west-vlaanderen.be Dinsdag 24 juni – Provinciehuis Antwerpen – www.provant.be/uwbestuurinteractief Dinsdag 23 september – Provinciehuis Vlaams-Brabant – www.vera.be Limburg – datum nog niet gekend
Daarnaast kunnen de medewerkers altijd terecht bij een online onderzoeksportaal voor alle praktische informatie. Dit portaal zou moeten uitgroeien tot een kenniscentrum betreffende onderzoek op lokaal en provinciaal niveau. Besturen kunnen er aan kennisdeling doen, voorbeelden van collega’s bekijken en toegang krijgen tot interessante onderzoeken en documenten uit binnen- en buitenland. Marlies van Bouwel ÎÎwww.indigov.be/uwbestuurinteractief
Tot 30 september proefproject Trage wegen snel getoetst Met het proefproject Trage wegen snel getoetst ondersteunt de vzw Trage Wegen gemeenten die werk maken van een goed en duurzaam mobiliteitsbeleid. Gemeenten die onlangs een sneltoets van het mobiliteitsplan doorvoerden of die dit binnenkort zullen doen, komen in aanmerking. Neemt uw gemeente trage wegen op in haar plan van aanpak (spoor 1, 2 of 3), dan kan ze rekenen op de steun van vzw Trage Wegen. In het kader van dit project biedt de vzw Trage Wegen zowel vorming als procesbegeleiding op maat van de gemeente. Voor de procesbegeleiding zoekt de vzw tien steden of gemeenten die samen met haar mobiliteitsingrepen uitvoeren met trage wegen. Bij de procesbegeleiding gaat ze samen met de gemeente op zoek naar hoe trage wegen een oplossing kunnen bieden voor bepaalde mobiliteitsproblemen en welke trage-wegenacties aan bod kunnen komen. ĂŽĂŽwww.tragewegen.be/sneltoets
Het onroerend goed in de verschillende takken van het recht Advocaten hadden traditiegetrouw eerder weinig te maken met de verwerving of overdracht van onroerend goed. Sinds enige tijd hebben fiscale factoren en de vermogensplanning daar verandering in gebracht. Ook milieuwetgeving en milieuadministratie hebben een verregaande impact op de overdracht van onroerend goed gekregen. Dit boek bundelt tien bijdragen die telkens vanuit een andere juridische invalshoek het thema van het onroerend goed ontleden, en vormt zo een nuttig werkinstrument voor de dagelijkse rechtspraktijk. De auteurs behandelen de meest uiteenlopende aspecten van onroerend goed: vruchtgebruik, alternatieve vormen van verwerving, timesharing, handelshuur en woninghuur, vastgoedmakelarij en consumentenbescherming, bodemsanering, stedenbouwmisdrijven, en de handhaving van de woonnormen. Het onroerend goed in de verschillende takken van het recht, Orde van Advocaten Kortrijk, uitgeverij Larcier, Gent, 128 euro
Het decreet betreffende de brownfieldconvenanten De Vlaamse overheid heeft met het ‘Brownfielddecreet’ van 30 maart 2007 een kader ontwikkeld om de herontwikkeling van brownfields (verlaten, verwaarloosde en vaak verontreinigde industriĂŤle of commerciĂŤle terreinen) economisch aantrekkelijk te maken voor ontwikkelaars en investeerders, in de schoot van convenants gesloten tussen de Vlaamse overheid, regionale en lokale besturen en private partners. Dit nieuwe boek in de UGA-reeks Lokale regelgeving in Vlaanderen geeft bij elk decreetartikel nuttige toelichting en tips, en wil zo voor alle betrokken partijen een praktische gids bieden. Het legt links tussen het Brownfielddecreet en aanverwante regelgeving, en bespreekt ook de toekomstige relevantie van de convenantsfiguur voor gebiedsontwikkeling in ruime zin. F. Charlier (ed.), B. Mortier, E. Van de Walle, Het decreet betreffende de brownfieldconvenanten, uitgeverij UGA, Kortrijk, 34 euro
16 juni 2008 LOKAAL 9
PERSPIRAAT
KORT LOKAAL NIEUWS
Jongeren zetten zich in voor
“ Om de keuze voor marktregule-
ring of verdere liberalisering echt voluit te kunnen maken, moet de politiek zich versneld terugtrekken uit de energiewereld. Zijn voor de politici de postjes in de intercommunales belangrijker dan een vrije energiemarkt? Guido Muelenaar, hoofdredacteur – Trends 22/5
JOPAC – Jóvenes para el cambio, jongeren voor verandering – is de Spaanse titel voor een samenwerkingsverband tussen Vlaamse gemeenten en hun Latijns-Amerikaanse partners. Onder begeleiding van VVSG-Internationaal en twee jonge ervaringsdeskundigen formuleerden Bierbeek, Brasschaat, Edegem, Lommel, Mol en Sint-Truiden na overleg met hun homologen in het Zuiden een voorstel om het jeugdbeleid in hun respectieve partnergemeenten te stimuleren.
”
“ Ik vind dat de overheid niet alleen
in transport en distributie van energie moet zitten, maar ook in de productie van elektriciteit en de toelevering van aardgas. Het zijn vandaag toch de producenten die met de winst gaan lopen. Carlos Bourgeois, bestuurder Gemeentelijke Holding – Trends 22/5
”
men bouwgrond of een huis kopen in Spanje zonder Spaans te spreken. Maar in Zaventem kan je bepaalde bouwgronden alleen kopen als je Nederlands spreekt. In Liedekerke kunnen kinderen niet terecht op een speelplein als ze geen Nederlands spreken. In De Panne mag je geen nieuw reclamebord met Franse opschriften aan je winkel hangen. Een pizzeria mag dat wel in het Italiaans, maar in het Frans, ho maar. Didier Reynders (MR) – De Standaard 23/5
”
“ Onze gemeente is aantrekkelijk
door het groene karakter en door de nabijheid van de grootstad Antwerpen. Daarom hoeven we bijvoorbeeld op cultureel vlak niet alles aan te bieden en focussen we net op het lokale verenigingsleven. Yolande Avontroodt (Open VLD), burgemeester van Schilde, volgens een onderzoek van de UCL de ‘beste gemeente van Vlaanderen’ – De Morgen 21/5
”
“ Met cijfers kun je alles aantonen.
Bekijk alleen het aantal allochtonen en de werkloosheid en Gent is de meest grijze stad van Vlaanderen. Maar cijfers gaan voorbij aan de realiteit. Daniël Termont (SP.A), burgemeester van Gent, volgens het UCLonderzoek een van de slechtste gemeenten van Vlaanderen – De Morgen 22/5
”
10 LOKAAL 16 juni 2008
MARLIES VAN BOUWEL
“ Belgen kunnen zonder proble-
De jongerenverenigingen in kaart brengen en ondersteunen zijn doelstellingen van de twee jonge consultants.
Ondertussen zijn Rob Sweldens en Hannelore Depypere al enkele maanden onderweg: ze beten de spits af in San Felipe de Oña, Ecuador (de partnergemeente van Bierbeek), reisden door naar San Jerónimo, Peru (de partner van Edegem) en verblijven nu in Tarija, Bolivia (de partner van Brasschaat). Hun boeiende avonturen zijn te volgen op http:// jopac.wordpress.com. Van 1 augustus tot 1 november doen ze nog Ciudad Darío, Santo Tomás en Nueva Guinea in Nicaragua aan, de partners van Lommel, Mol en Sint-Truiden. In de ene gemeente geven ze een aanzet om de diverse jongerenverenigingen in kaart te brengen, samen een probleemanalyse te
maken en na te denken over een samenwerkingsverband voor jongeren in de toekomst, in een andere gemeente zullen ze de bestaande jongerenwerking verder ondersteunen, proberen om jongeren een sterkere stem te geven in het gemeentelijke beleid of aan te zetten tot netwerking binnen eenzelfde land. Gedurende dit traject, dat in februari startte en tot 1 november loopt, geven de twee consultants hun ervaringen door aan de Vlaamse Noord-Zuidcoördinatoren die samen met hun collega’s en jongerenorganisaties het proces op de voet volgen. Ze verzamelen ook foto’s, verhalen, video- en creatief materiaal om nadien en-
kele sprankelende sensibilisatieactiviteiten uit te werken. Last but not least hebben ze van VVSG-Internationaal de moeilijke opdracht gekregen om in de mate van het mogelijke een meta-analyse uit te voeren. Welk jeugdbeleid voeren de verschillende overheden: nationaal, regionaal (indien relevant), lokaal? Welk middenveld bestaat er voor en door jongeren? Zijn jongeren georganiseerd in jongerenorganisaties of -netwerken? Kun je de verschillende lokale situaties vergelijken? Kunnen stedenbanden een antwoord bieden op de situatie en problemen van jongeren in LatijnsAmerika? Doen ze dat in de partnergemeenten van Vlaamse gemeenten? Welke aanpak volgen ze?
JOHAN ACKAERT column
verandering Ondertussen in Vlaanderen In Sint-Truiden staat ook de eerstvolgende ontvangst (van 12 tot 30 juli) in het teken van het jeugdbeleid binnen de stedenband: een delegatie uit Nueva Guinea, met twee mandatarissen, zes leidinggevende jongeren en twee mensen uit het middenveld, probeert tijdens het bezoek extra inspiratie te vinden om het bestaande ontwikkelingsproces bij de jongeren in Nueva Guinea te stimuleren en samen met de Truiense collega’s het Vlaamse Convenant 2009-2011 vorm te geven. Op 18 juli brengen zij in de voormiddag een bezoek aan het Europese Parlement in Brussel met een korte rondleiding en kennismaking met de werking van het EP en een gezamenlijke uiteenzetting door Sint-Truiden en Nueva Guinea met als thema Waarom zouden we de jeugd en de jongerenwerking in Nicaragua ondersteunen? Elk van de partners krijgt acht minuten voor een presentatie waarna nog een kort debat en vragenmoment wordt gepland. Dit initiatief is een prima gelegenheid om de prille netwerking over jeugdbeleid tussen Vlaamse gemeenten en hun LatijnsAmerikaanse partners verder te ontwikkelen. Ook gemeenten die niet aan het JOPAC-netwerk deelnemen, maar wel interesse hebben in het thema en een stedenband hebben met een partner in Latijns-Amerika zijn welkom. Ilse Renard
ÎÎInschrijven is noodzakelijk en kan vóór 25 juni bij marcel.daniels@ sint-truiden.be, T 011-69 80 45. Informatie over het JOPAC-netwerk: ilse.renard@vvsg.be of een van de deelnemende gemeenten
Leve de algemene werkstaking Niet weinig burgemeesters verslikten zich een paar weken geleden in hun koffie bij het doornemen van de ochtendpost. Tussen allerhande administratieve rondzendbrieven en uitnodigingen voor jubilea, vernissages, barbecues en prijsuitreikingen in de gemeentelijke basisscholen viel een brief met een veeleer dreigende inhoud uit de toon: de aanzegging. Sindsdien sidderen de collegezalen bij de ondraaglijke gedachte dat een spook rondgaat in de Vlaamse gemeente- en stadhuizen – het spook van de algemene staking. Meteen begonnen ook ernstige dagbladen doemscenario’s uit te werken over wat een staking van het gemeentepersoneel zou betekenen, geïnspireerd door recente beelden van de huisvuilcrisis in Napels. En in Limburg vraagt de gouverneur zich al af wie de modder na de verwachte juniplensbuien van de straten moet schrapen. Om nog maar te zwijgen over wie de orde zal handhaven tijdens de evenzeer verwachte blijde herintrede van de processierupsen (hoewel die zich tot dusver gedeisd houden). De minder jonge burgemeesters huiveren daarnaast bij de gedachte van mogelijke heruitgaven van taferelen uit de junistaking van 1983. Precies een kwarteeuw geleden zette de regering rijkswacht (toen heette het repressieapparaat – verontschuldig mij in deze rumoerige tijden voor het gebruik van syndicalistisch jargon – nog zo), civiele bescherming en leger in om de huisvuilberg in de Luikse straten te beheersen. Andere beelden van toen behoren tot het collectieve geheugen, bijvoorbeeld sproeiwagens (toen sprak men nog over waterkanonnen) van diezelfde rijkswacht die de confrontatie aangingen met de motorpompen bemand door de plaatselijke pompiers. Dit trouwens tot genot van beide rivaliserende kampen: Luik was toen
ook in de klimatologische betekenis van het adjectief een vurige stad. Ik verwachtte overigens, zelfs zonder stakingsaanzegging, deze junimaand de herdenking van deze wapenfeiten, perfect in de lijn van de hype rond Expo ’58 in april en de sacralisering van Mei ’68 de voorbije maand. En toch, dames en heren burgemeesters, u hoeft echt niet te vervallen in uitzichtloos doemdenken. Integendeel, ook u allen raad ik het bekendste aforisme van Johan Cruijff ‘Elk nadeel hep z’n voordeel’ warm aan. Dit is de kans bij uitstek om diegenen die in de provinciehuizen twijfelen aan de bestuurlijke capaciteit van onze steden en gemeenten, tot inkeer te brengen. Begin met uw inwoners moed in te blazen door te verwijzen naar de glorierijke overwinning van een stad in een culinaire slag tegen een volledig gemobiliseerde provincie. Opper de vraag hoelang het zou duren vooraleer de man in uw straat de gevolgen van een staking van het provinciepersoneel zou voelen. Troost u de komende weken bij de aanblik van metershoge barricades gebouwd met PMD- en restafvalzakken en gestut door groene GFT-recipiënten met de gedachte dat uw inwoners nu zullen weten wat uw bestuur in normale tijden met hun belastinggeld aanvangt. Gebruik deze kans om uw meerderheid te verbreden met de groene jongens en meisjes die blij zullen zijn dat uw maaimachines de kruiden in de wegbermen ontzien. En verheug u op verdubbelde wachtrijen van wanhopige inwoners tijdens uw dienstbetoonspreekuur die u als God en laatste strohalm aangrijpen om hun reispas alsnog tijdig in orde te brengen. Bij deze staking hebben de gemeenten niets te verliezen dan hun ketenen. Zij hebben een wereld te winnen. En burgemeesters een nieuw electoraat. I
16 juni 2008 LOKAAL 11
STEFAN DEWICKERE
Eric Goubin: ‘Nog te veel communicatieverantwoordelijken zijn kanaaldenkers: een folder, een brochure, een website. Maar ook mondelinge communicatie moet je organiseren en professioneel aanpakken.’
ORGANISATIE INterview ERIC GOUBIN
‘ Graag één informatieblad, één website voor gemeente en OCMW samen’ ‘Mijn schoonmoeder nam de telefoongids, mijn vrouw zocht in het gemeentelijke infoblad, mijn dochter ging aan de computer zitten. Het leuke was dat ze alle drie ongeveer tegelijkertijd wisten wanneer de bibliotheek open was.’ Voor Eric Goubin is het duidelijk dat een gemeente een mix aan communicatiekanalen moet gebruiken om zoveel mogelijk inwoners te bereiken.
Bart Van Moerkerke
E
ric Goubin is docent overheidscommunicatie aan de Katholieke Hogeschool Mechelen en hoofd van Memori, een onderzoekscentrum gespecialiseerd in communicatie bij overheidsinstellingen. De communicatie van steden en gemeenten is er volgens hem de jongste tien jaar duidelijk op vooruitgegaan. ‘Voor de beleidsmakers was communicatie in de jaren negentig een van de toverwoorden om de kloof tussen overheid en burger te dichten. Daarnaast waren er twee belangrijke wettelijke elementen: de wet op de openbaarheid van bestuur van 1997 die elke gemeente verplichtte een communicatieambtenaar te hebben en het decreet op de openbaarheid van bestuur van 2004 dat onder meer ook de OCMW’s die verplichting oplegde. Je zag na 1997 dat veel steden en gemeenten communicatie mee in de bak schoven van bijvoorbeeld de secretaris of een medewerker van de jeugddienst of de cultuurdienst. Na enkele jaren kwamen ze tot de vaststelling dat communiceren een vak is dat expertise en tijd vraagt. Als iemand in het gemeentehuis van de trap valt, dan vindt iedereen het vanzelfsprekend er een dokter bij te halen. Is er een toilet kapot, dan wordt de loodgieter geroepen. Over communicatie hebben veel beleidsmensen en ambtenaren een eigen idee, pas na een tijdje beseffen ze dat dit niet volstaat.’
Beerse, Merelbeke. Als een schepen de nodige ruimte krijgt en zelf voldoende open van geest is om een communicatiebeleid op te zetten, dan werkt het wel. Maar heb je een schepen die het zijn belangrijkste taak vindt om zelf de helft van het informatieblad vol te schrijven, dan loopt het fout. Je ziet ook dat veel burgemeesters communicatie voor een stuk bij zich willen houden, zeker de contacten met de pers.’
Ziet u die specialisatietrend ook op beleidsvlak? Is communicatie expliciet aan een schepen toegewezen? ‘Er zijn natuurlijk gemeenten waar een schepen communicatie in zijn bevoegdhedenpakket heeft. Ik denk aan Genk, Tienen,
Waar zit de communicatiedienst in de organisatie? Wat is de plaats van de communicatieambtenaar? In het managementteam? ‘De communicatieverantwoordelijke moet alle diensten bestrijken. Ook als diensten een eigen medewerker voor communicatie
Vaak communiceren verschillende gemeentelijke diensten ook rechtstreeks met de burger. Hoe houd je daar één lijn in? ‘In een relatief kleine gemeente is het aangewezen dat er één centrale communicatiefiguur is die voor de verschillende diensten werkt en die aanspreekpunten heeft in elk van die diensten. In een middelgrote of grote gemeente is de communicatie voor een deel gedecentraliseerd. Gent bijvoorbeeld werkt met een matrixstructuur. Er is een centrale communicatiedienst die stimuleert, coacht, coördineert. De verschillende bedrijfseenheden hebben eigen communicatiemensen die specifiek voor hun eenheid acties opzetten. Belangrijk is dat al die communicatiemensen regelmatig samenkomen om elkaar te zeggen waar ze mee bezig zijn en om hun acties op elkaar af te stemmen.’
16 juni 2008 LOKAAL 13
ORGANISATIE INterview ERIC GOUBIN
hebben, moet één persoon het geheel stroomlijnen. Daarom is het belangrijk dat de communicatieambtenaar deel uitmaakt van het managementteam. Ik denk niet dat hij alle vergaderingen volledig moet volgen, maar hij moet zeker op de hoogte zijn van de beslissingen van het managementteam en hij moet mee kunnen discussiëren over de communicatie van die beslissingen. Nederland kent het principe van de communicatieparagraaf, al is dat er geen algemene regel. Aan een beslissing wordt een paragraaf toegevoegd waarin staat wie op de hoogte moet worden gebracht van de beslissing en via welke kanalen dat moet gebeuren.’
Maken OCMW’s hun dienstverlening wel voldoende bekend? ‘Op dat vlak is er nog veel werk. Het is een illusie te denken dat iemand die behoefte heeft aan een OCMW-dienst, die dienst ook altijd vanzelf vindt. De communicatie is nog veel te passief. Als iemand vragen heeft, staat het OCMW doorgaans wel klaar met informatie maar de burger actief informeren gebeurt nog veel te weinig.’
STEFAN DEWICKERE
Een OCMW werkt vaak voor moeilijker bereikbare doelgroepen. Vraagt dat specifieke communicatiekanalen? ‘Als er één lokale instelling is die aandacht moet besteden aan het werken via intermediDe meeste gemeenten hebben een ‘echte’ communiairen, dan is dat het OCMW. In de jaren negencatieambtenaar, hoe zit het bij de OCMW’s? tig zetten negen Noord-Limburgse OCMW’s ‘Eigenlijk maken OCMW’s dezelfde evolutie een campagne over budgetbegeleiding op. Na door als de gemeenten een tiental jaar geleden. negen maanden was de cliënteel voor budgetOok bij OCMW’s werd communicatie in eerste begeleiding voor de negen samen met ruim instantie toegewezen aan de secretaris of aan een kwart gestegen tegenover de nulmeting. een maatschappelijk werker. Ik ken zelfs een De OCMW’s van Meeuwen-Gruitrode en van OCMW waar de chef-kok van het rusthuis er Diepenbeek kenden een stijging van 50 en 80 communicatie bij nam omdat hij zo goed met procent. Dat waren de twee die heel doorgemensen kon praten. Ook daar zet nu een trend dreven intermediairen hadden ingeschakeld: naar professionalisering in. De vraag is of thuisverplegers, mensen van ziekenfondsen, OCMW’s dat alleen doen of in samenwerking advocaten, bankdirecteurs, priesters. MeeuEric Goubin: met de gemeente. In Meeuwen-Gruitrode hebwen-Gruitrode had meer dan 100 geselecteerben gemeente en OCMW enkele jaren geleden de tussenpersonen aangeschreven, gebeld en ‘Communicatie heeft samen een communicatieverantwoordelijke uitgenodigd voor een informatievergadering aangeworven die beide samen aansturen. Je over budgetbegeleiding. In Diepenbeek had twee basisdoelen: gevonden ziet er duidelijk een kentering in vergelijking een maatschappelijk werker ongeveer elke met het verleden, er is nu een beter communiweek een persoonlijk gesprek met één interworden door het publiek dat catiebeleid. Zo’n samenwerking lukt lang niet mediair. Dat is vrij arbeidsintensief maar het overal. Niet alle gemeenten staan open voor loont: één intermediair kan een doorverwijzer informatie zoekt en het OCMW, en als ze het doen, is dat vaak met zijn van vele tientallen cliënten. Via het inforzelf het publiek vinden een betuttelende ondertoon: je mag eens iets matieblad bereik je in één keer veel mensen, in het informatieblad zetten. Aan de andere maar na een paar weken blijft er nog amper dat informatie kan gebruiken.’ kant hebben veel OCMW’s ook het liefst een iets hangen bij de burgers. Werken met dooreigen communicatieverantwoordelijke. Nu, verwijzers is veel duurzamer, zeker als er perook met twee communicatieambtenaren valt best te werken op soonlijk contact was. Het bizarre is dat de meeste OCMW’s dit voorwaarde dat er gemeenschappelijke kanalen zijn. Ik vind wel beseffen maar dat het zo goed als nooit wordt opgenomen het complete waanzin dat een OCMW een eigen informatie- in het communicatieplan, als ze al een plan hebben. Communiblad heeft of een eigen website. Ik voeg er meteen aan toe dat catieverantwoordelijken zijn nog al te vaak kanaaldenkers. Ze de gemeente het OCMW wel als een volwaardige partner moet denken aan een folder, een brochure, een website, de pers. Maar zien. Als een OCMW maar één bladzijde krijgt in het informa- ook mondelinge communicatie moet je organiseren en profestieblad en het op de gemeentelijke website moet doen met een sioneel aanpakken. Dit is overigens wat onderzoek en vorming knop “OCMW” in de menustructuur zonder dat een OCMW- betreft nog grotendeels braakliggend terrein.’ nieuwsbericht ooit de homepage haalt, dan begrijp ik wel dat het OCMW eigen kanalen ontwikkelt.’ Het Gemeentedecreet spreekt over het betrekken van de bevolking bij het beleid. Hoe staat het met inspraak en participatie in Vlaanderen? Het sociale huis brengt dikwijls OCMW, gemeente en privépartners ‘In de jaren tachtig en negentig waren er veel bottom-up-initisamen. Hoe moet een lokaal bestuur daarmee omgaan? atieven van de bewoners, via allerlei buurt- en actiecomités. Nu ‘In Leuven hebben de sociale dienst van de stad, het OCMW en gaat het initiatief vaak meer uit van de gemeenten, top-down, het CAW een gemeenschappelijk communicatieplan opgesteld. zonder dat er een duidelijke lijn is in de manier van werken. Net Dat is een goede manier van werken. Een voorwaarde voor het als bij communicatie in het algemeen heeft elke mandataris of welslagen is wel dat de partners bereid zijn de spanningsvelden ambtenaar wel een idee over hoe het moet. Dat geeft aanleiding uit te praten. Wie doet wat? Wie doet wat niet meer? Wie verwijst tot veel amateurisme. Het typische voorbeeld is de zogenaamde waarvoor door naar wie? Welke communicatiekanalen hebben inspraakvergadering die slechts een informatievergadering is we en welke schaffen we af? Er is ook periodiek overleg nodig waar de gemeente al goedgekeurde plannen toelicht. Zelfs als er om activiteiten op elkaar af te stemmen en te vermijden dat de echte inspraak is, loopt het vaak fout omdat niemand de techniek partners elkaar voor de voeten lopen.’ in de vingers heeft om de vergadering in goede banen te leiden. 14 LOKAAL 16 juni 2008
STEFAN DEWICKERE
Bovendien, wie komt er naar zo’n vergadering? Wie durft er het woord te nemen? Jongeren en etnisch-culturele minderheden zijn dikwijls niet of nauwelijks vertegenwoordigd. Als je echt participatie en inspraak wilt, moet je een mix aan participatievormen inzetten waarvan een bewonersvergadering er één is. Daar kan een enquête bij de hele bevolking in zitten. Je kunt acties voor jongeren opzetten door hen bijvoorbeeld het mooiste, het lelijkste, het prettigste plekje in de wijk te laten fotograferen. Enkel zo kun je inzicht krijgen in wat de mensen echt willen. Dat vraagt een professionele werkwijze die de meeste lokale besturen niet hebben. Ik vind dat hier een belangrijke rol is weggelegd voor de sector samenlevingsopbouw. Ik weet wel dat die vooral de bottomup-initiatieven wil ondersteunen en stimuleren, met veel aandacht voor kansarmen. Maar er is niets mis mee om als onafhankelijke partner de lokale besturen die participatie echt ernstig nemen, te helpen in het opzetten van top-downparticipatieprocessen.’
procent van de Vlamingen heeft thuis internet en dat aandeel groeit nog. Bovendien spreken mensen die zelf niet over internet beschikken, vaak hun zoon, dochter of een kennis aan om iets op te zoeken. Het tweede kanaal om gevonden te worden is het onthaal, zowel telefonisch als ter plaatse in het gemeentehuis of OCMW. Een goed onthaal is cruciaal. Om het publiek actief te vinden is het informatieblad onmisbaar. Het wordt bekeken en gelezen door minstens 80 procent van de bevolking. Het is hét kanaal om nieuwe actuele informatie door te geven, om beleidsbeslissingen toe te lichten. Daarnaast is de persoonlijke, mondelinge communicatie zeer belangrijk. Werk met doorverwijzers, betrek bijvoorbeeld verenigingen en scholen in het aanspreken van burgers of specifieke doelgroepen.’ Hoe zit een goed gemeentelijk informatieblad in elkaar? ‘Een gemeente moet eerst scherp stellen wat en wie ze wil bereiken. Dat vraagt een echt redactiebeleid. Een goed blad geeft voorlichting over de beleidsbeslissingen, besteedt aandacht aan de gemeentelijke diensten en activiteiten en reserveert ook ruimte voor wat leeft in de gemeente. Het is een mix van informatieve artikelen, interviews, reportages waarin iedereen zijn gading vindt. Dat betekent ook dat er met een ruimere redactie wordt gewerkt en dat de gemeente het informatieblad een beetje moet loslaten. Hoe dan ook, een gemeente moet echt investeren in het blad. Dat geldt ook voor de website. Nogal wat sites zijn zonder of met weinig middelen opgezet, maar botsen nu op hun beperkingen.’
Kunt u een voorbeeld geven van een gemeente die goed werkt aan inspraak? ‘Veel gemeenten zoeken hun weg. Veurne en Poperinge hebben wijkplatforms, Mechelen Eric Goubin: wijkraden, Antwerpen organiseert een stedelijk wijkoverleg, Geel zette een heel inspraakproces ‘Mandatarissen en ambtenaren op bij de voorbereiding van zijn strategische plan. Bornem heeft een interessante formule: hebben vaak een eigen idee “Met de tent de boer op”. Elk jaar strijkt het bestuur met een tent neer in enkele wijken om in over het organiseren van zes jaar zowat de hele gemeente aan te doen. Tijdens een eerste vergadering, begeleid door inspraak en participatie. een externe moderator, mogen de inwoners Dat leidt tot opmerkingen geven en suggesties doen voor hun wijk. Met een loopmicrofoon komt iedere Wat met nieuwere kanalen zoals e-zines of veel amateurisme.’ aanwezige aan het woord. De burgemeester, de sms’jes? schepenen en de diensthoofden mogen niets ‘Een e-zine is heel geschikt voor korte, prakzeggen, enkel luisteren. Op de tweede vergadering, een tweetal tische, zeer actuele informatie over vijf tot acht items in drie tot maanden later, geeft de gemeente een overzicht van de suggesties acht regeltjes tekst. Daar moet over nagedacht worden. Wat is het uit de eerste bijeenkomst, opgedeeld volgens de kledingmaten doel? Welke informatie brengen we? Hoe verhoudt het e-zine zich small, medium, large, extra large en buiten categorie. De kleine tot de website en het informatieblad? Ook sms-berichten kunnen zaken zoals losliggende stoeptegels of overhangende takken zijn nuttig zijn als ze goed ingezet worden. Bredene en Londerzeel geop het ogenblik van de tweede vergadering al in de mate van het bruiken ze in hun communicatie met jongeren. Er zijn stedelijke mogelijke opgelost. Voor de andere suggesties wordt verduide- jeugddiensten die ze inzetten om bijvoorbeeld ook allochtone lijkt of de gemeente er iets aan kan doen, hoe en op welke ter- jongeren naar een activiteit te krijgen. De ochtend van het evenemijn. De bewoners worden ook opgeroepen om zelf de handen ment stuurt de dienst een berichtje naar vier, vijf informele peer uit de mouwen te steken door bijvoorbeeld een buurtwerking op group leiders, ’s avonds zijn er een vijftigtal jongeren aanwezig. te richten als aanspreekpunt voor de gemeente.’ Een lokale overheid heeft een mix van kanalen nodig die ze op elkaar afstemt om verschillende doelgroepen te bereiken. OnDe lokale overheid beschikt over allerlei communicatiekanalen. langs was mijn schoonmoeder op bezoek, mijn vrouw en dochter Welke werken, welke niet? moesten naar de bibliotheek maar wisten niet wanneer die open ‘Communicatie heeft twee basisdoelen: gevonden worden door was. Mijn schoonmoeder nam de telefoongids om naar de biblihet publiek dat informatie zoekt en zelf het publiek vinden dat otheek te bellen, mijn vrouw haalde het gemeentelijke infoblad informatie kan gebruiken. Voor elk van die twee doelen heeft de uit de kast, mijn dochter ging aan de computer zitten. Het leuke lokale overheid twee elementaire communicatiekanalen die ze was dat ze alle drie tegelijk de informatie vonden die ze zochten. heel goed moet verzorgen. Om gevonden te worden de website en Een gemeente moet dus verschillende kanalen gebruiken. Geen het onthaal, om te vinden het informatieblad en de mondelinge enkel medium is zaligmakend.’ communicatie. De website is zeer belangrijk. Natuurlijk bestaat de digitale kloof maar ze is toch voor een stuk een mythe. 65 Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
16 juni 2008 LOKAAL 15
ORGANISATIE Maatschappelijk verantwoord ondernemen
De bestelling van een poort bij een sociale werkplaats heeft in Beringen voor een mentaliteitswijziging gezorgd.
Lokale besturen kopen sociaal aan De voorbije twee jaar experimenteerden acht lokale besturen met het integreren van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en sociale criteria in hun overheidsopdrachten. Ze onderzochten hoe ze als aankoper konden investeren in het activeren van kansengroepen en hoe ze de sociale economie in hun aankoopbeleid konden betrekken. Hun inspanningen resulteerden in een leidraad voor sociale criteria in overheidsopdrachten. Pieter Van Sande Snelle interventie in Kortrijk In Kortrijk voert een snelle interventieploeg voortaan kleine reparaties aan de stoepen uit. ‘We kregen tal van klachten over de erbarmelijke kwaliteit van de stoepen,’ verduidelijkt ingenieur Theo Lefebvre van de stad Kortrijk. ‘Met het 16 LOKAAL 16 juni 2008
bestaande personeelsbestand van de stad konden we dit onmogelijk opvangen. Daarom schreven we een opdracht uit voor de herstellingswerken van de stoepen en namen in het bestek op dat een aantal langdurig werkzoekenden tewerkgesteld moesten worden. Voor de
stad ontstaat er ruimte om met het eigen personeel andere taken uit te voeren, de burgers ergeren zich niet langer aan de toestand van de stoepen en voor de werknemers is het een mooie kans om zich op deze manier weer te integreren op de arbeidsmarkt.’ Schone ruiten in het OCMW Gent ‘We besteden het wassen van de ruiten van onze gebouwen al langer uit,’ zegt Pol Verbeke, hoofd Aankoop en Logistiek van het OCMW Gent. ‘Om veiligheidsredenen kon ons eigen personeel dit niet langer doen.’ Toen het vorige contract afliep, besloot het OCMW om in het bestek voor de nieuwe opdracht een sociale overweging op te nemen. ‘We wilden in het ruitenwassersbedrijf een laaggeschoolde werk-
nemer met artikel 60 of integratiecontract tewerkstellen en opleiden voor de duurtijd van de opdracht. Op die manier sluiten we met onze aankooprol mooi aan bij de maatschappelijke opdracht van het OCMW. We boren met deze opdracht ook een nieuw tewerkstellingskanaal aan voor de plaatsing van onze cliënten.’
we samen hoe we de tewerkstelling van de laaggeschoolde werknemer konden realiseren. Ons Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) selecteerde en begeleidde de werknemer. De inschakeling in het ruitenwassersbedrijf was een gedeelde inspanning van overheid en onderneming.’
Pol Verbeke: ‘In veel opdrachten schrijven we al ecologische criteria in. Dat vinden we evident, maar toch kunnen we als
STEFAN WEICKERE
OCMW veel meer realiseren met het sociale aspect.’ Toch doken er meteen allerlei vragen op. ‘Al was de interesse voor vergelijkbare opdrachten in het verleden groot, toch vreesden we dat we nu minder kandidaten zouden hebben. Maar dit was niet het geval. Er waren er juist meer. Zelfs de prijs viel iets lager uit dan verwacht.’ Wellicht had de keuze om een sociale overweging te plaatsen in een ruitenwassersopdracht daar iets mee te maken. ‘Veel hangt af van de arbeidsmarkt,’ verklaart Pol Verbeke. ‘Ruitenwasser is een knelpuntberoep. De medewerking van de bedrijven is veel groter als er een sterke vraag naar arbeidskrachten is. Dan willen ze zelfs instaan voor de opleiding van laaggeschoolden. Bovendien kan dat voor een bedrijf ook financieel interessant zijn doordat het enkel het verschil betaalt tussen het leefloon en het arbeidsloon.’ Gedeelde inspanning Voor het OCMW Gent was de kous niet af bij de opname van de tewerkstellingsparagraaf in het bestek. ‘We lieten het bedrijf allerminst aan zijn lot over. Nadat het de opdracht gekregen had, bekeken
Ondertussen ging al één werknemer aan de slag. ‘Aanvankelijk integreerde de laaggeschoolde zich goed in het bedrijf, maar na een tijdje werd de arbeidsattitude toch een probleem. Het is zeker geen onverdeeld succes,’ geeft Verbeke toe. ‘Elke inschakeling van een laaggeschoolde is maatwerk en vereist doorgedreven begeleiding en opvolging. Inmiddels schakelden we wel al een nieuwe arbeider in het bedrijf in.’
Sociale voorkeur in Beringen Beringen werd in 2005 door de Vlaamse overheid geselecteerd als een van de dertien gemeenten om acties te ondernemen tegen de hoge jongerenwerkloosheid. De stad wilde onder meer onderzoeken of er in zijn aanbestedingsbeleid ruimte was om de socialevoorkeursclausule toe te passen. Met het instrument van de sociale voorkeur wordt een opdracht voorbehouden aan sociale of beschutte werkplaatsen. ‘Een dergelijke opdracht werd nog niet eerder aanbesteed in de stad,’ zegt Caroline Celis, diensthoofd Lokale Economie. ‘Het was niet zo evident om een opdracht te selecteren. Niet dat er een tekort is aan opdrachten die in aanmerking komen voor reservering voor ondernemingen uit de sociale economie. Het had veel meer te maken met een gebrek aan kennis over het instrument van de sociale voorkeur. Bovendien beschikten we niet over een breed draagvlak en een interne overlegstructuur om sociale overwegingen systematisch in te bedden in ons
Caroline Celis: ‘Op termijn hopen we dat er voor elke opdracht een reflex komt om te kijken of het mogelijk is er sociale overwegingen in op te nemen.’ Voorlopig is de opzet in het OCMW van Gent nog experimenteel. ‘We zijn ons voortaan wel bewust van de mogelijkheden van onze rol als klant. In veel opdrachten schreven we eerder al ecologische criteria in. Dat vinden we evident,
Nieuw project sociaal aanbesteden – lerend netwerk De VVSG zet met de steun van Vlaams minister van Sociale Economie Kathleen Van Brempt in 2008 een lerend netwerk sociaal aanbesteden op voor de integratie van sociale criteria bij overheidsopdrachten. De lokale besturen die in dit gratis lerend netwerk stappen, krijgen ook juridische ondersteuning bij de opname van sociale criteria in hun bestekken. Binnenkort informeren we u hier uitgebreider over. Naast de lerende netwerken komt er ook een werkgroep om de kennis te verdiepen over bepaalde productgroepen die zich bij uitstek lenen tot de opname van sociale overwegingen in bestekken. pieter.vansande@vvsg.be
maar toch kunnen we – zeker als OCMW – veel meer realiseren met het sociale aspect,’ besluit Verbeke.
aankoopbeleid. Uiteindelijk besloten we binnen de eigen dienst Lokale Economie een opdracht te selecteren.’ Voor de constructie en plaatsing van een poort om een afgeschafte buurtweg af te sluiten deed de stad een beroep op een sociale werkplaats. ‘Uiteraard gingen we eerst na of de ondernemingen uit de sociale economie deze opdracht wel konden uitvoeren. Het heeft geen zin om te kiezen voor een sociale overweging als je niet zeker bent dat de markt kan volgen.’ ‘Natuurlijk is de impact van deze opdracht beperkt,’ bekent Caroline Celis, ‘maar het zorgt wel voor een mentaliteitsverandering. Je kunt het zien als de eerste stap in een lang intern bewustmakingsproces. Op termijn hopen we dat er voor elke opdracht een reflex komt om te kijken of het mogelijk is om er sociale overwegingen in op te nemen.’ 16 juni 2008 LOKAAL 17
STEFAN WEICKERE
ORGANISATIE Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Bedrijven werken gemakkelijker met sociale overwegingen als er een sterke vraag naar arbeidskrachten is zoals bij het knelpuntberoep van ruitenwasser.
Werkgroep duurzaam aankopen in Aalst Een zelfde verhaal horen we bij de stad Aalst. ‘We hebben lang overlegd met alle stedelijke diensten om een opdracht te
op dit moment nog niet in geslaagd,’ zegt Kenneth Bosman van de stedelijke dienst Werkgelegenheid. ‘Toch zijn onze inspanningen niet verloren. Doordat we
duurzaam aankopen kunnen oprichten.’
ons idee, hebben we een structurele werkgroep sociale clausule/duurzaam aankopen kunnen oprichten. Een cultuurscan en opleidingen in verband met de verschillende aspecten van duurzaamheid – ook de sociale – hielpen het interne draagvlak mee vergroten. Vanaf dit jaar zullen we voor diverse projecten van de stad sociale overwegingen opnemen. De recent aangeworven coördinator Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen zal dit proces nog versnellen.’
selecteren waarin we een sociale overweging konden opnemen. Daar zijn we
Pieter Van Sande is VVSG-stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid
Kenneth Bosman: ‘Door veel aan te kloppen bij de andere diensten hebben we een werkgroep
heel vaak aanklopten bij de andere diensten van de stad om ze te winnen voor
Leidraad voor sociale criteria in overheidsopdrachten De VVSG ontwikkelde samen met acht lokale besturen en met de steun van Vlaams minister van Sociale Economie Kathleen Van Brempt en het Vlaams ESF-Agentschap de Leidraad voor sociale criteria in overheidsopdrachten – Lokale overheden verankeren MVO. Deze leidraad wil de lokale besturen ondersteunen bij de integratie van criteria voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en sociale criteria in hun aankoopbeleid. In de leidraad wordt niet alleen ingegaan op het beleidsmatige kader van de verduurzaming van het aankoopbeleid, u vindt er ook een praktische en juridische wegwijzer voor de opmaak van de bestekken. Ook de projectfiches van de verschillende lokale besturen werden erin opgenomen. Elk lokaal bestuur kreeg een gratis exemplaar van deze leidraad (194 blz.) toegestuurd. De leidraad kan aangekocht worden bij uitgeverij Politeia, www.politeia.be.
18 LOKAAL 16 juni 2008
PRAKTIJK
MORTSEL – Het decreet over lokaal sociaal beleid verplicht lokale besturen tegen 2009 de toegang tot alle welzijnsdiensten in hun gemeente te vergemakkelijken. In afwachting van een fysiek sociaal huis kunnen de Mortselaars met al hun vragen over welzijn en sociaal beleid op één gratis Welzijnsnummer terecht. Zo krijgt de sociale dienst- en hulpverlening in Mortsel een lage drempel. Tegelijkertijd heeft het lokale bestuur een duidelijker beeld van wat burgers nodig hebben.
Het Welzijnsnummer informeert burger én overheid 0800 12 245 is een gratis telefoonnummer van het lokale bestuur. Mortselaars met vragen over kinderopvang, het huishouden, plaatsing in een rusthuis, financiële problemen, relationele problemen kunnen sinds juni 2007 allemaal op dit centrale nummer terecht. Het Welzijnsnummer gaat na voor welke dienst de vraag bestemd is en schakelt de beller door naar de juiste dienst van de stad of het OCMW of verwijst hem door naar een van de andere, externe welzijnsdiensten. De beller krijgt eerstelijnsinformatie in de vorm van telefoonnummers, adressen met openingsuren, een contactpersoon. Hij krijgt er ook documenten, formulieren of attesten die hij nodig heeft om hulp bij een interne of externe lokale welzijnsdienst aan te vragen.
Professioneel onthaal
Aan de telefoon zitten goed geïnformeerde administratief medewerkers. Samen met twee maatschappelijk werkers hebben ze de wegwijzer onthaal samengesteld. Dit is een bundeling van werkfiches met toelichting bij de werking van alle interne en externe welzijnsorganisaties in Mortsel. Hiervoor hebben ze zelf alle private en openbare instanties of organisaties bezocht. Ze zijn dus goed op de hoogte van de werking en de personeelsbezetting van alle hulpverleningsinstanties. Alle medewerkers van OCMW en stad kunnen de wegwijzer onthaal raadplegen. De wegwijzer vormt al het werkinstrument bij uitstek binnen het OCMW om burgers op een correcte en efficiënte wijze te verwijzen. Bij de ontwikkeling van het welzijnsloket in het toekomstige sociale huis zal hij ook de leidraad vormen. Het Welzijnsnummer is geen crisisnummer maar verschaft informatie over het welzijnslandschap. Bij specifieke vragen kunnen de administratief medewerkers meteen de hulp van de maatschappelijk werker van dienst inschakelen. Het nummer is dagelijks bereikbaar van 9 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur, op maandag van 14 tot 19 uur. Deze uren lopen parallel met de openingsuren van het OCMW.
Opvolging, registratie en evaluatie
De wegwijzer onthaal is uitgewerkt in het informaticaprogramma Protos dat ook een rapporteringsmodule bevat. De administratief medewerkers zijn proceseigenaar van deze wegwijzer. Vanuit het Welzijnsnummer volgen ze de doorverwijzingen naar andere diensten op. Zo kunnen ze nagaan of alles correct verloopt en kunnen ze zo nodig bijsturen. Elke doorverwijzing wordt door de administratief medewerker geëvalueerd. Tien dagen na de doorverwijzing informeert hij/zij bij de lokale dienst of de welzijnsvrager effectief contact opgenomen heeft en of de doorverwijzing van de betrokkene met de specifieke vraag naar hun dienst correct verlopen is. Indien de doorverwijzing niet correct is verlopen, worden de werkfiches en de wegwijzer onthaal aangepast. Alle welzijnsvragen worden in een evaluatiemodule geregistreerd en periodiek geëvalueerd. Zo krijgt het lokale bestuur een beter inzicht in de behoeften die bij de Mortselaars leven.
Het Welzijnsnummer werkt
Om de doorverwijzing vlot te laten verlopen en opvolging ervan mogelijk te maken heeft het lokale bestuur samenwerkingsovereenkomsten gesloten met de 42 externe welzijnsorganisaties: van de vakbonden over het Centrum voor Volwassenenonderwijs en de socialehuisvestingsmaatschappij tot Kind en Gezin of het Lokale Gezondheidsoverleg. ‘Er zijn de afgelopen periode voldoende vragen gesteld via het Welzijnsnummer om het systeem van doorverwijzen en registratie te testen,’ zegt OCMW-secretaris Ria Van Put. ‘We stellen vast dat het systeem werkt. Dagelijks bellen gemiddeld twee à drie personen naar het Welzijnsnummer. De vragen stemmen overeen met wat we voor ogen hadden. De meeste welzijnsvragen vereisen een interne doorverwijzing binnen het OCMW en vervolgens binnen de stad. Daarnaast wordt er ook extern doorverwezen. Het cliëntdoorverwijssysteem wordt
In de nabije toekomst kan de Mortselaar het Welzijnsnummer ook mailen.
toegepast en positief bevonden.’ Om het Welzijnsnummer bekend te maken bij de inwoners is een herkenbaar logo ontworpen dat past in de gemeenschappelijke huisstijl van OCMW en stad. Ook worden sleutelhangers, affiches en folders verspreid door alle lokale welzijnsorganisaties. Elke nieuwe inwoner krijgt een sleutelhanger met het nummer en een folder. Het Welzijnsnummer staat ook op de website van Mortsel en in elk nummer van het maandelijkse informatieblad. Tegen het einde van dit jaar wil Mortsel mensen ook laten mailen met het Welzijnsnummer, want dit maakt de drempel voor sommige cliënten nog lager. Inge Ruiters
ii Sophie Hermans, planningsverantwoordelijke lokaal sociaal beleid Mortsel, sophie.hermans@ocmwmortsel.be, T 03-443 94 02
16 juni 2008 LOKAAL 19
FORUM WERKEN ALS MANDATARIS
uitvoerende mandatarissen Misschien moet u als uitvoerende lokale mandataris (burgemeester, schepen, OCMW-voorzitter, lid van een districtscollege) dit jaar voor het eerst een belastingaangifte indienen met daarop de wedde die u vorig jaar met uw mandaat verdiende. Lokaal gidst u door de honderden codes.
U
Jan Leroy
itvoerende mandatarissen verdienen een wedde en krijgen hiervoor van hun bestuur een fiche 281.10. Daarop staat niet alleen het bruto verdiende bedrag, maar ook de al ingehouden bedrijfsvoorheffing, die een voorschot vormt op de uiteindelijk te betalen personenbelasting. De wedde komt op de aangifte bij code 1250 of 2250, de bedrijfsvoorheffing naast code 1286 of 2286. Een mandataris maakt ook kosten. Die zijn, in de mate dat ze met de uitoefening van het mandaat te maken hebben, aftrekbaar van het brutoloon. Burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters kunnen kiezen tussen drie systemen van kostenaftrek. Als u niets invult in de rubriek van de beroepskosten (code 1258 of 2258), dan geldt automatisch het zogenaamde wettelijke forfait, een getrapt systeem dat af-
hangt van de hoogte van het loon (zie kader). Omdat dat forfait dit jaar ten hoogste 3320 euro bedraagt, is het fiscaal niet echt interessant. Een tweede systeem is dat van het speciale forfait voor burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters. Het geldt dus niet voor leden van een districtscollege. Dat forfait bedraagt voor aanslagjaar 2008 (inkomsten 2007) 5791,65 euro voor de burgemeester en 3474,99 euro voor een schepen of OCMW-voorzitter. Opgelet: het forfait geldt ongeacht de grootte van de gemeente. Bovendien past de fiscus het niet automatisch toe wanneer u een dergelijk mandaat bekleedt. U moet het bedrag dus invullen bij code 1258 of 2258 (en het in de toelichting kort verantwoorden). U kunt als derde systeem ook uw werkelijk gemaakte kosten aangeven. Dat is fiscaal alleen interessant wanneer die uitko-
Wettelijk kostenforfait aanslagjaar 2008 (inkomsten 2007): 2 7,2% van de inkomensschijf 10% van de inkomensschijf 5% van de inkomensschijf 3% van de inkomensschijf
tot 4880 euro van 4880 euro tot 9690 euro van 9690 tot 16.130 euro boven 16.130 euro met een absoluut maximum van 3320 euro.
men boven het speciale forfait. Uiteraard moeten die kosten te maken hebben met uw mandaat, en moeten ze ook werkelijk door u gedragen zijn. Door het bestuur terugbetaalde kosten komen dus niet in aanmerking. Verkiezingsuitgaven zijn hier evenmin bij. Afdrachten aan de partij komen wel in aanmerking, voor zover u kunt bewijzen dat ze verplicht zijn (via statuten of een partijreglement). Bij uw belastingaangifte voegt u een overzicht van de gemaakte kosten. Tweede inkomen Vele uitvoerende mandatarissen hebben naast hun mandaat ook een ander inkomen. Wanneer het gaat om een inkomen als werknemer, moet u de wedde en de bedrijfsvoorheffing in dezelfde rubrieken invullen als hierboven vermeld. Voor de beroepskosten is dat wat complexer. Eerst dit: als burgemeester, schepen of OCMW-voorzitter hebt u de keuze tussen drie systemen van kostenaangifte (zie hoger), als werknemer tussen twee (wettelijk forfait of werkelijke kosten). U kunt beide systemen volgens uw eigen keuze combineren, bijvoorbeeld het speciale mandatarissenforfait samen met de werkelijke kosten als werknemer, of de werkelijke kosten als mandataris met het wettelijke forfait als werknemer. Op de aangifte is er echter maar één vakje voor de beroepskosten. U zult dus zelf de som van beide moeten maken en indien nodig het wettelijke forfait (als werknemer) moeten uitrekenen. Vergeet ook niet uw berekeningen uitdrukkelijk toe te lichten in een bijlage. Alleen indien u twee keer kiest voor het wettelijke forfait, vult u niets in en gebeurt de berekening automatisch. Houd er wel rekening mee dat het forfait dan maar één keer wordt toegepast, met een absoluut maximum van 3320 euro. Jan Leroy is VVSG-stafmedewerker Gemeente- en OCMW-financiën
Het statuut van de lokale mandataris Het statuut van de lokale mandataris is een onmisbare handleiding voor lokale mandatarissen die worstelen met vragen over hun financieel en sociaal statuut. Ook secretarissen en ontvangers, stafmedewerkers, personeelsdiensten, sociale secretariaten en werkgevers van mandatarissen vinden antwoorden op vragen over presentiegelden, politiek verlof, pensioenen, cumulatiebeperkingen, mandatenlijsten en eretitels. In deze negende editie staat een volledig nieuw hoofdstuk over de tuchtregeling voor lokale mandatarissen, een stuk over het intussen beruchte art. 70, §4, lid 3 van het Gemeentedecreet, technische aanpassingen, indexeringen en nieuwe cijfers. Het statuut van de lokale mandataris kunt u bestellen op www.politeia.be, via info@politeia.be of via een fax naar 02-289 26 19. Het boek kost 21 euro voor VVSG-leden, 25 euro voor niet-leden. Deze prijs is inclusief btw, exclusief verzendingskosten.
20 LOKAAL 16 juni 2008
STEFAN DEWICKERE
Tips voor uw belastingaangifte:
Tips voor uw belastingaangifte:
presentiegelden Raadsleden krijgen geen wedde, maar presentiegeld. Dat
den, zoals wel het geval is voor de wedde van burgemeester, schepen of OCMWgeldt ook voor uitvoerende en andere lokale mandatarissen voorzitter. De door het bestuur ingehoudie vergoedingen ontvangen voor mandaten in intergemeen- den bedrijfsvoorheffing zet u onder 1758 (of 2758).
telijke samenwerkingsverbanden en andere instellingen. Een toelichting bij de fiscale behandeling.
P
resentiegelden worden beschouwd als baten. Op de belastingaangifte komen ze terecht in Vak XVIII, een onderdeel van Deel 2. Een belastingplichtige die Deel 2 niet automatisch ontvangt, kan het aanvragen bij de belastingdienst vermeld op Deel 1. De gemeente, het OCMW en de andere uitbetalende instellingen geven voor de uitbetaalde presentiegelden normaal gesproken een fiche 281.30. Daarop staan het bruto bedrag en de al ingehouden bedrijfsvoorheffing. De bruto presentiegelden horen thuis in rubriek 1650 (of 2650) van de aangifte. Voor de kosten die u in verband met uw mandaat maakte, hebt u de keuze tussen twee systemen. Ofwel vult u bij rubriek 1657 (of 2657) niets in. Dat betekent dat u een beroep doet op het wettelijke forfait. De fiscus berekent dit automatisch voor u (zie de bedragen in het kadertje). De tweede mogelijkheid is het aangeven van de werkelijke kosten. Ook hier moet het gaan om kosten die u reëel gemaakt hebt
Jan Leroy
voor uw mandaat, en die bovendien niet door het bestuur zijn terugbetaald. Voorts kunt u uiteraard alle gemaakte kosten maar één keer aangeven, dus niet zowel bij de wedde als uitvoerend mandataris en
Sociale bijdragen Door op de belastingaangifte baten in te vullen kunt u van de Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) de vraag krijgen om bijdragen te betalen omdat ze u beschouwen als zelfstandige (in bijberoep). U kunt hierop antwoorden dat het gaat om een inkomen uit
Verkiezingsuitgaven worden nooit als beroepskosten aanvaard. Afdrachten aan de partij tellen alleen mee wanneer ze aantoonbaar verplicht zijn. nog eens bij de presentiegelden. We geven verder nog mee dat verkiezingsuitgaven nooit als beroepskosten worden aanvaard. Afdrachten aan de partij tellen alleen mee wanneer ze aantoonbaar verplicht zijn. De aangegeven werkelijke kosten vult u in bij rubriek 1657 (of 2657). Bij uw aangifte voegt u een toelichting. Voor alle duidelijkheid: er bestaat geen speciaal kostenforfait voor presentiegel-
presentiegelden van een publiek mandaat, waarop geen sociale bijdragen verschuldigd zijn. Blijkbaar is er nog steeds geen waterdicht systeem waardoor de RSVZ dit niet meer zou moeten vragen. We hebben dit al gemeld aan de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging. Jan Leroy is VVSG-stafmedewerker Gemeente- en OCMW-financiën 16 juni 2008 LOKAAL 21
LOKALE RAAD ?
Wat is algemeen bestuurlijk toezicht?
!
Algemeen bestuurlijk toezicht is de lichtste vorm van toezicht en vindt plaats nadat de gemeente een beslissing genomen heeft. De Vlaamse overheid kijkt na of de beslissingen van de gemeenten en de autonome gemeentebedrijven in overeenstemming zijn met het recht en het algemene belang. Beslissingen moeten dus in overeenstemming zijn met onder meer de internationale normen voor rechtstreekse werking, de Grondwet, de wetten en decreten en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het algemene belang is elk belang dat ruimer is dan het gemeentelijke belang. De Vlaamse regering en de gouverneur die handelt namens de Vlaamse regering zijn de toezichthouders. De gouverneur kan de uitvoering van besluiten schorsen, de Vlaamse regering vernietigt de besluiten. Opdat de toezichthoudende overheid zou weten welke beslissingen er genomen zijn, moeten de gemeenten deze aan de gouverneur meedelen. De meeste besluiten van de gemeenteraad en de raad van bestuur van de autonome gemeentebedrijven komen op een lijst die binnen de twintig dagen naar de gouverneur wordt gestuurd. Voor bepaalde besluiten moet een kopie worden opgestuurd.
Ambtshalve opvragen
De toezichthoudende overheid kan besluiten van een gemeente ambtshalve opvragen. Dus ook besluiten waarvan geen kopie of beknopte omschrijving hoeft te worden opgestuurd, kan de Vlaamse regering of de gouverneur opvragen. Als de toezichthoudende overheid een klacht ontvangt, vraagt ze het besluit en het bijhorende dossier op. De toezichthouder kan trouwens alle documenten en inlichtingen opvragen in de vorm waarin hij wenst, of ze ter plaatse raadplegen.
Schorsing en vernietiging
De gouverneur moet de uitvoering van een besluit binnen een bepaalde termijn schorsen en de gemeente daarvan op de hoogte brengen: dertig dagen voor de besluiten van de lijst en vijftig dagen voor de in kopie opgestuurde besluiten. De termijn gaat in op de derde dag die volgt op de verzending van de lijst, de kopieën of de ambtshalve opgevraagde besluiten. De termijn wordt geschorst door de verzending van een aangetekende brief waarbij de toezichthoudende overheid een bepaald besluit of bijkomende informatie opvraagt. De gouverneur beschikt dan over een nieuwe termijn van dertig of vijftig dagen. De termijn wordt gestuit door de verzending van een aangetekende klachtbrief op voorwaarde dat die klacht binnen dertig of vijftig dagen werd verstuurd. Er gaat een nieuwe termijn van dertig of vijftig dagen in op de derde dag die volgt op de verzending van de lijst, de kopieën of de ambtshalve opgevraagde besluiten. De gouverneur bezorgt een afschrift van elk schorsingsbesluit aan de Vlaamse regering. Nadat de gouverneur het besluit geschorst heeft, heeft de gemeente honderd dagen om haar standpunt te bepalen en te beslissen. Ze kan het geschorste besluit intrekken en brengt de Vlaamse regering en de gouverneur daarvan dan op de hoogte. Ze kan het geschorste besluit gemotiveerd rechtvaardigen of aanpassen. Ook daarvan brengt ze de Vlaamse regering op de hoogte. De regering kan het besluit binnen vijftig dagen vernietigen en zal de gouverneur op de hoogte brengen. Vernietigt de regering het besluit niet of niet binnen de voorgeschreven termijn, dan is de schorsing opgeheven. Een gemeente kan ten slotte ook niets doen. Ontvangt de Vlaamse regering geen antwoord van de gemeente, dan gaat men ervan uit dat het geschorste besluit nooit heeft bestaan. De Vlaamse regering brengt de gouverneur hiervan op de hoogte. De Vlaamse regering kan besluiten eventueel rechtstreeks vernietigen, dus zonder schorsing van de gouverneur (art. 250, art. 252, art. 253, art. 254, art. 255, art. 256 en art. 257 Gemeentedecreet) Mail uw vraag naar marian.verbeek@vvsg.be 22 LOKAAL 16 juni 2008
FORUM KORT
Binnenkort geen gevallen-Damme meer? De VVSG zoekt actief naar een oplossing voor de strafrechtelijke aansprakelijkheid van lokale (uitvoerende) mandatarissen. Een werkgroep van interne en externe specialisten formuleerde eind vorig jaar een voorlopig voorstel. Sindsdien zijn de zaken in een stroomversnelling terechtgekomen. Op dit moment liggen in het parlement twee wetsvoorstellen (een Vlaams en een Waals) op tafel. Het Vlaamse wetsvoorstel volgt de lijn van de VVSG-werkgroep en spitst zich toe op een wijziging van artikel 5 van het Strafwetboek: de invoering van een strafrechtelijke aansprakelijkheid van publiekrechtelijke rechtspersonen. Volgens verschillende specialisten ligt het probleem vooral in het ontbreken van een strafrechtelijke aansprakelijkheid van lokale besturen, waardoor slachtoffers (en daders!) zich in een rechtszaak gaan richten tot de individuele mandatarissen. Met het voorliggende wetsvoorstel kunnen ook (onder andere) de gemeenten worden aangesproken. De voordelen? Bij deze meest gerichte en minst ingrijpende maatregel worden de rechten van de burger/het slachtoffer helemaal niet beknot. Hiertegenover staat het voorstel van enkele MR- en cdH-parlementsleden, dat de eenheid van fout (uitspraak strafrechter determineert uitspraak burgerlijke rechtbank) overboord gooit. Dit voorstel grijpt in op een in essentie erg voordelige gerechtelijke procedure voor de burger, waarbij deze door een klacht met burgerlijke partijstelling als het ware twee zaken in één keer kan opstarten en zo ook een jarenlange burgerlijke procedure (deels) vermijdt. Dit zet wel een van de fundamentele principes van ons rechtssysteem op losse schroeven, wat wel érg ingrijpend zou zijn, rekening houdend met het beperkte doel van de wetswijziging. Het voorstel van de Vlaamse partijen ontneemt de burger daarentegen geen enkele rechtsbescherming, noch installeert het immuniteit voor de mandatarissen. Deze laatste groep kan dan nog steeds worden aangesproken, maar enkel in geval van opzet, bedrog, zware fout of herhaalde lichte fout. Voor de burger betekent dit dat hij zich in de andere gevallen nog steeds kan richten tot de lokale overheid, namelijk indien er sprake zou zijn van een algemeen bestuursfalen. De aansprakelijkheid verschuift dus, maar vermindert zeker niet in haar geheel. Tegelijk verhoogt het voorstel de drempel om de individuele mandataris aan te spreken, maar vallen enkel de lichte ‘fouten’ weg. Pijnlijke zaken zoals in Damme, waar de burgemeester werd aangesproken vanwege een gebrekkige signalisatie en verlichting (hoewel hij er niet van op de hoogte was), zouden dan niet meer mogelijk zijn. De VVSG staat dus zeker achter het principe van het ‘Vlaamse’ wetsvoorstel en ze wordt daarin ook gesteund door de Brusselse zustervereniging VSGB en door diverse specialisten. Niettemin zitten er nog veel onduidelijkheden in het voorstel. Die hopen we door wederzijds overleg en een hoorzitting in de commissie Justitie van de Kamer op korte termijn uit te klaren. Dan kunnen de lokale mandatarissen binnenkort geruster hun mandaat uitoefenen omdat ze niet langer het risico lopen voor eender wat aangesproken te worden. david.vanholsbeeck@vvsg.be
Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek wat de strafrechtelijke aansprakelijkheid van publiekrechtelijke rechtspersonen betreft, nr. 1146/1; Wetsvoorstel tot instelling van de dualiteit van de strafrechtelijke en de burgerlijke fout in het kader van onopzettelijke slagen en verwondingen en onopzettelijke doodslag, nrs. 1170/1 en 2.
Frans Lignel is eerste schepen in Ieper. In 2012 zal hij 24 jaar schepen zijn, dan draagt hij de fakkel over aan de jongere generatie. Op de beginjaren na had hij altijd financiën onder zijn bevoegdheid maar zijn grote liefde is cultuur. ‘Ik ben heel fier op wat ik voor
‘Gemeentepolitiek is geven en nemen. Het is samenleven met de anderen, want je komt elkaar elke dag tegen.’
STEFAN DEWICKERE
cultuur en toerisme heb kunnen en mogen verwezenlijken.’
DE GEKNIPTE POLITICUS
Frans Lignel, Boekenkennis én volkse kennis De vader van Frans Lignel was gemeentesecretaris in Vlamertinge, zijn schoonvader was er burgemeester en werd na de fusie van 1976 schepen in Ieper. Zijn schoonmoeder Bertha Van Elslande was de eerste vrouwelijke gedeputeerde in West-Vlaanderen, haar broer Renaat was minister. Om maar te zeggen dat het geen toeval was dat Frans Lignel politiek actief werd en in 1988 opkwam bij de gemeenteraadsverkiezingen in Ieper. ‘Ik ben onder aan de ladder begonnen. Ik heb van alles gedaan voor de partij: door weer en wind gaan plakken, foldertjes uitdelen, leden werven. Zo werd ik voorzitter van de plaatselijke CVP-afdeling. In 1988 kwam ik voor het eerst op. Samen met de huidige burgemeester Luc Dehaene werd ik meteen schepen. Ik werd onder meer bevoegd voor cultuur, mijn grote liefde. Twee jaar later kreeg ik er financiën bij. Het heeft me veel studiewerk gekost om dat onder de knie te krijgen. Gelukkig heeft de stad altijd een fantastische financiële dienst gehad. Nu ben ik bezig aan mijn vierde en laatste periode als schepen. Over enkele jaren geef ik de fakkel door aan de jonge generatie. Mijn vrouw Annemie en mijn intussen volwassen kinderen Sofie en Thomas hebben me veel moeten missen. Overdag was ik leraar Nederlands, geschiedenis en godsdienst in het Ieperse VTI, ’s avonds stond er altijd wel een vergadering op de agenda.’ ‘Toch was er twintig jaar geleden in de politiek meer plaats voor gemoedelijkheid, het ritme was niet zo moordend als vandaag. Alles is veel zakelijker geworden. Macht is ontzettend gevaarlijk, de democratie is zo broos. Je hebt boekenkennis en praktische, volkse kennis nodig om met beide voeten op de grond te blijven.’ ‘Gemeentepolitiek is geven en nemen. Het is samenleven met de
anderen, want je komt elkaar elke dag tegen. Mijn generatie werd indertijd bekoord door de Volksunie en het Vlaamse bewustzijn. Ook vandaag hebben alle politieke families goede ideeën. Mijn vrienden zitten echt niet alleen bij de CD&V.’ ‘Cultuur en toerisme waren in 1989 onbelangrijke bevoegdheden, maar ik ben fier op wat ik heb kunnen en mogen verwezenlijken. Er kwam een conservator, een archivaris, een bibliothecaris, we trokken gedreven medewerkers aan. We bouwden vijf gemeentelijke musea op. Nu zijn we aan de voorlopig laatste fase bezig: de infrastructuur. Volgend jaar openen we een nieuwe bibliotheek, een nieuw archief en twee nieuwe academies. En tegen 2010 hopen we een gloednieuw cultuurcentrum te hebben. Cultuur kreeg in de gemeenteraad altijd de steun van de oppositie.’ ‘In Flanders Fields is een realisatie die ik samen met veel andere mensen heb verwezenlijkt. Ik ben voorzitter van de vzw maar het is geen hiërarchisch bestuur. Dat is de sleutel van ons succes. Hiërarchie doodt creativiteit.’ ‘Met In Flanders Fields willen we de geschiedenis aanvullen met de stem van kleine, gewone mensen. Ieder jaar krijgen we 200.000 bezoekers over de vloer. We zijn nu gestart met een uitbreiding van het museum en een volledige vernieuwing van de vaste collectie. Tegen 2012 moeten we klaar zijn.’ ‘Ik ben sinds de start ook ondervoorzitter van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels. We willen het laatste restje open ruimte in Vlaanderen koesteren. Eerst was er veel vijandigheid, nu is het klimaat compleet omgeslagen. Samen met de sector toerisme werken we aan de ontwikkeling van de zachte recreatie. Onder meer de OCMW-bossen werden opengesteld voor het publiek.’ I BVM
16 juni 2008 LOKAAL 23
WERKVELD WATERBELEID
Regenwater in de tuin, niet in de riool Zuiver regenwater versneld afvoeren via een vuilwaterriool is zinloos. Daarom moeten de inwoners het regenwater van hun woningen scheiden van het afvalwater en liefst ook hergebruiken en zoveel mogelijk ter plaatse infiltreren. Klinkt logisch, maar begin er maar aan bij bestaande woningen. Herent, Wingene en Genk hebben al enkele projecten Christophe Claeys
BART LASUY
achter de rug.
24 LOKAAL 16 juni 2008
V
laanderen wordt almaar meer verhard door woonwijken en wegen. Als we regenwater niet zoveel mogelijk aan de bron vasthouden, moeten we gigantische rioolbuizen plaatsen om zuiver regenwater te bufferen en te transporteren. Bovendien stort dat regenwater bij hevig regenweer samen met vuil rioolwater uit de rioolbuizen in de waterloop. Veel regenwater verstoort ook de goede werking van waterzuiveringsinstallaties. Daarom schakelde Vlaanderen over van de aanleg van gemengde riolen (waarin afvalwater en regenwater in één buis afgevoerd worden) naar gescheiden riolen. Een gescheiden rioolstelsel heeft één vuilwaterbuis en één of meer manieren om het regenwater af te voeren, in volgorde van voorkeur: opvangen en hergebruiken, infiltreren op eigen terrein, bufferen met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of gracht en ten laatste lozen in de regenwaterriool. Niet alleen het regenwater van het wegennet, maar ook dat van het privéterrein moet gescheiden worden van het afvalwater. In een wijzigingsbesluit van Vlarem II (begin mei 2008 definitief goedgekeurd door de Vlaamse regering) wordt de aanleg van een gescheiden rioolstelsel algemeen geldend (met uitzonderingen). Bovendien wordt de plicht voor particulieren om het regenwater te scheiden van het afvalwater en het waar mogelijk ook af te koppelen, duidelijker omschreven. Geval per geval Jos Bex, schepen van de gemeente Herent, is rotsvast overtuigd van het belang van de aanleg van rioleringen voor het afvalwater en van het afkoppelen van regenwater. Als de gemeente een gescheiden riolering aanlegt, moet ook het regenwater van het privéterrein afgekoppeld worden. Dit gebeurt bij bestaande woningen in opdracht en op kosten van de gemeente die hiervoor een overeenkomst afsluit met de inwoner. De inwoners kunnen de gemeente ook een regenwaterput laten plaatsen. Binnen een jaar moeten ze er dan wel zelf voor zorgen dat het regenwater effectief hergebruikt wordt. Als eerste testproject koppelde Herent in de Schotstraat vijf woningen af. De kostprijs per woning liep hoog op: tussen De plicht voor particulieren om het regenwater te scheiden van het afvalwater en waar mogelijk ook af te koppelen, wordt duidelijker omschreven.
10.000 en 20.000 euro per woning. In de volgende projecten in de dorpskern van Herent daalde hij tot 4000 à 5000 euro per woning (herstel van verhardingen en beplanting en studie- en begeleidingskosten inbegrepen). Voor de infiltratie van het regenwater onderzoekt de gemeente geval per geval wat de beste oplossing is. De heuvels van Herent zijn prehistorische duinen die tot ijzerzandsteen oxideerden. Onder die laag zit er opnieuw een zandlaag waarin infiltratie goed mogelijk is. Hier kiest de gemeente dikwijls voor collectieve infiltratievoorzieningen onder de weg. Herent heeft echter ook natte kwelgebieden waar het grondwater tot aan de oppervlakte komt. Infiltratie is hier onmoge-
Om de financiële, administratieve en sociale drempels te overwinnen zette het stadsbestuur verschillende krijtlijnen uit. De kosten van de af koppelingswerken schommelen in Genk tussen 1500 en 1900 euro per woning (kosten voor de werken exclusief de begeleidingskosten). De stad betaalt die volledig terug (werken en begeleiding). Ook bewoners die de werken zelf uitvoeren, krijgen een subsidie tegen vastgestelde tarieven. De stad besliste geen opdrachtgever te zijn van de afkoppelingswerken op privédomein. Zij is subsidiërende partij. De werken mogen pas aangevat worden als het ingediende dossier is goedgekeurd door de stad. De af koppelingsarchitect begeleidt iedere bewoner persoonlijk. Dit
Bij rioleringswerken in de tuin is het sociale aspect niet te onderschatten. Ondanks 100% subsidies en een sterke individuele begeleiding is de weerstand aanvankelijk groot.
lijk, maar de gemeente zoekt plaats om het regenwater vast te houden. Zo wordt het regenwater van de Sint-Michielsstraat vastgehouden in een wachtbekken naast de Molenbeekvallei. Particulieren die weigeren zich in regel te stellen, zullen in de gemeente Herent jaarlijks een boete van 1500 euro krijgen tot ze in orde zijn. Dankzij de zware financiële en individuele ondersteuning door de gemeente moest deze stok nog niet uit de kast. Persoonlijke begeleiding Genk begon in 2003 met de omvorming van het gemengde rioolstelsel tot een gescheiden stelsel, zowel op openbaar als op privéterrein. Als de stad een nieuwe gescheiden riolering in een weg aanlegt, doet ze er alles aan om ook de regenwaterafvoer van het privéterrein te scheiden van het afvalwater. ‘Op één uitzondering na konden we tot nu toe alle betrokken bewoners overtuigen om hieraan mee te werken. Dit goede resultaat is het gevolg van specifieke beleidsbeslissingen en van de integrale samenwerking tussen de technische diensten en de afkoppelingsarchitect,’ meldt af koppelingsarchitect Antonio Azzaretti.
gaat van de opmaak van rioleringsplannen, het zoeken naar een aannemer tot het opleveren van de werken en alle bijhorende administratie. Bij dit soort werken in de tuin van Jan en alleman is het belangrijk het sociale aspect niet te onderschatten. Ondanks 100% subsidies en een sterke individuele begeleiding beslist aanvankelijk toch een op drie bewoners niet mee te doen. Om hen over de streep te trekken zoekt de architect hun gevoeligheden en probeert hierop in te spelen. Een individuele aanpak op maat van de bewoners bepaalt in grote mate het succes. In 2003 werden de Genkse beleidsbeslissingen voor het eerst in praktijk gezet in de wijk Boxbergheide waar 119 woningen afgekoppeld werden. ‘Ik had de eer om in dit pioniersproject de praktijkgerichte methodiek uit te werken met de beleidsbeslissingen als leidraad,’ zegt Antonio Azzaretti. ‘Onze pragmatische aanpak heeft zijn verdienste bewezen en wordt tot nu toe met succes bij ieder afkoppelingsproject toegepast.’ Volledige subsidiëring In de gemeente Wingene moest een volledig gescheiden stelsel in het Sint-Pie16 juni 2008 LOKAAL 25
WERKVELD WATERBELEID
Afkoppelen is meer dan scheiden
GODFRIED VAN HERTUM - GEMEENTE OVERPELT
Regenwater apart afvoeren van afvalwater maar wel aansluiten op de regenwaterriool is het scheiden van regenwater en afvalwater. Afkoppelen van regenwater gaat nog een stap verder. Afkoppelen is het regenwater van privéterrein niet aansluiten op de riool: zeker niet op de vuilwaterriool, maar ook niet op de regenwaterriool. Dit kan door het regenwater te hergebruiken en het overschot te infiltreren op eigen terrein of aan te sluiten op grachten. Dit heeft bijkomende voordelen. Lokale wateroverlast via het gemeentelijke rioolstelsel wordt vermeden en plaatselijk wordt de grondwatertafel aangevuld. Verkeerde aansluitingen van afvalwater op de regenwaterriool worden vermeden en verkeerde aansluitingen van afvalwater op de gracht zijn makkelijker opspoorbaar.
tersveld overstorten in het natuurgebied vermijden. In dit proefproject financierde de gemeente het scheiden van regenwater en afvalwater op privéterrein volledig. De aannemer en het studiebureau van de rioleringswerken in het openbare domein volgden ook de af koppelingswerken op het privéterrein op.
inwoners achteraf hun plan zouden moeten trekken als ze de werken nu niet lieten uitvoeren. In het project Sint-Pietersveld werd bij 77 woningen het regenwater gescheiden van het afvalwater. De gemiddelde prijs voor de werken bedroeg 2846 euro per woning, zonder de studiekosten, ereloonkosten en btw. De enkele rijwo-
De komende jaren moeten alleen al in het buitengebied nog 500.000 woningen hun regenwater afkoppelen.
GODFRIED VAN HERTUM - GEMEENTE OVERPELT
‘Ondanks de sterke begeleiding en de volledige subsidiëring door de gemeente moest nog tien procent van de inwoners extra overtuigd worden om mee te doen,’ zegt Alex Kerckaert, coördinator Openbare Werken van de gemeente Wingene. Het hielp natuurlijk wel dat de gemeente duidelijk verklaarde dat de af koppeling op het privéterrein verplicht was en dat de
26 LOKAAL 16 juni 2008
subsidie toekennen. De komende jaren moeten in het buitengebied nog 500.000 bestaande woningen hun regenwater afkoppelen op het moment dat er een gescheiden rioolstelsel in de straat komt of als er een individuele waterzuiveringsinstallatie (IBA) wordt geplaatst. Aan een gemiddelde af koppelingskostprijs van 2000 euro per woning komt dit op een totaal bedrag van 1 miljard euro alleen voor de af koppelingen op privéterrein. Deze schatting houdt geen rekening met woningen in het centrale gebied. De vraag wie dit zal betalen blijft voer voor discussie.
ningen, waar ook alle regenwater werd gescheiden, jaagden de prijs de hoogte in. In de drie gemeenten die hier aan bod kwamen, besliste het bestuur de kosten voor het scheiden van regenwater op privéterrein volledig te subsidiëren. Er zijn ondertussen gemeenten die het subsidiebedrag plafonneren en andere die geen
Christophe Claeys is VVSG-stafmedewerker Waterbeleid Met dank aan afkoppelingsarchitect Antonio Azzaretti en aan de gemeenten Genk, Herent en Wingene
Collectieve infiltratie, verkeersremmers en extra groen in één Om het regenwater van de woningen en dat van de straat ter plaatse te infiltreren plaatst de gemeente Herent infiltratieputten onder de weg. In woonwijken fungeert een boom voor de infiltratieput bovendien als verkeersremmer. Om aantasting van de buizen en de put te vermijden plaatst de gemeente een diep wortelende boom met een hoes om de wortels.
STEFAN DEWICKERE
WERKVELD AFVALBELEID
De gemiddelde Vlaamse veger is 38 jaar en heeft een gesco-statuut.
Propere straten met man en macht Analyse gemeentelijk netheidsbeleid Gemeenten roepen alle hens aan dek om de straten schoon te houden. Hoe verschillend ze dit doen, blijkt uit een VVSG-enquête. Maar hoeveel geld gemeenten exact besteden aan de netheid van hun grondgebied is niet duidelijk. Liesbet Noé
Dat gaat van een opdracht bij defect van een eigen veegmachine tot het uitbesteden van bijna alle veegactiviteiten die op regelmatige basis gebeuren. De bestede bedragen liggen dan ook ver uiteen: van 100 euro tot 190.000 euro per jaar.
E
Activiteitsgericht of gebiedsgericht Bij gebiedsgericht onderhoud voert een arbeider of een groep arbeiders de verschillende onderhoudstaken op het openbare domein uit: vegen, vuilnisbakjes leegmaken, kleine sluikstorten opruimen, onkruidbeheer, groenonderhoud, reparatie en onderhoud van straatmeubilair… Gebiedsgericht onderhoud verhoogt de betrokkenheid van arbeiders bij hun werk, omdat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de netheid van een deel van het openbare domein. Ze kunnen dan terecht trots zijn op ‘hun’ gebied. Bij kleinere gemeenten is gebiedsgericht werken een lo-
ind 2007 enquêteerde de VVSG de gemeenten over de personele en machinale inzet bij het vegen van het openbare domein. Ook het veegafvalbeheer en de kosten hiervoor kwamen aan bod. 82 gemeenten beantwoordden de vragen van de VVSG. Een grote diversiteit in de gegevens viel ons onmiddellijk op. In dit artikel lichten we de resultaten van de enquête toe en formuleren we enkele aandachtspunten voor de lokale besturen. 38 jaar en gesco Twee op drie gemeenten hebben gemeentelijk personeel in dienst om manueel of
machinaal te vegen. De helft van de gemeenten heeft zowel machinaal als manueel veegpersoneel dat de straten net houdt. De gemiddelde Vlaamse gemeentelijke veger, voor zover deze bestaat tenminste, is 38 jaar oud. Eén op twee vegers valt onder een tewerkstellingsmaatregel van de Vlaamse of federale overheid, vooral het gesco-statuut. Slechts enkele gemeenten hebben geen eigen veegpersoneel in dienst en besteden geen veegwerken uit. Dit zijn kleinere, landelijke gemeenten. Eén op drie gemeenten besteedt veegactiviteiten uit.
16 juni 2008 LOKAAL 27
WERKVELD AFVALBELEID
Gemeentevuil: wat is dat? Gemeentevuil bestaat uit straat- en veegvuil, afval van recipiënten ter bestrijding van zwerfvuil, en afval van de opruiming van sluikstorten. Straat- en veegvuil is volgens Vlarea gelijkgesteld met huishoudelijk afval. Sinds het nieuwe Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstromen van kracht is, vallen verontreinigd bermmaaisel, strand- en marktafval niet langer onder de noemer gemeentevuil.
gisch gevolg van de omstandigheden. Ook bij middelgrote en grote gemeenten is er echter een trend om meer gebiedsgericht te werken, bijvoorbeeld per wijk.
Opvolging prestaties en kosten moeilijk De meeste gemeenten hebben geen volledig zicht op de kosten voor het veegbeleid. Slechts enkele gemeenten bezorgden vrij
Gemeenten hebben geen analytische boekhouding. Het is dus zeer moeilijk om te berekenen hoeveel het veegbeleid kost. Veegmachines in opmars Bij zeventig procent van de gemeenten veegt ten minste één machine de openbare weg. Wellicht zullen er de volgende jaren nog meer veegmachines in het straatbeeld verschijnen. De Vlaamse overheid verleent sinds 2007 immers subsidies aan gemeenten die een veegmachine aankopen. Deze subsidie bedraagt vijftig procent van het aankoopbedrag exclusief btw. Hoewel twee op drie gemeenten een veegmachine bezitten, meldt maar de helft van de gemeenten aparte hoeveelheden machinaal veegvuil. Hierbij houden we dan nog geen rekening met het machinale veegvuil van uitbestede activiteiten. Deze hoeveelheden werden vaak niet opgegeven. Voor het manueel ingezamelde veegvuil zijn de verschillen nog groter. Twee op drie gemeenten vegen de straten manueel, slechts één op vier beschikt over aparte gegevens over hoeveelheden manueel ingezameld veegvuil. Deze hoeveelheden zitten wellicht in het huishoudelijke restafval of bedrijfsafval van de gemeente. De brandbare fracties worden immers samen verwerkt. Voor alle duidelijkheid, gemeenten zijn niet verplicht om het veegvuil apart te registreren. Zowel het machinale als het manuele veegvuil valt onder de noemer gemeentevuil (zie kader). Prijzen voor afvoer en verwerking van het machinale veegvuil variëren enorm. Van 36 tot 157 euro per ton. Twee van de drie gemeenten die machinaal vegen, ontwateren het veegvuil. 28 LOKAAL 16 juni 2008
gedetailleerde informatie aan de VVSG. Vooral wanneer ze bedragen uit de gemeentelijke boekhouding moeten halen, is de respons onvolledig. Dit wijst op een oud zeer. Gemeenten hebben geen analytische boekhouding. Het veegbeleid zit binnen de gemeentelijke begroting en jaarrekeningen verspreid over veel functionele en economische codes. Dit maakt het moeilijk om snel financiële informatie over een bepaald beleidsdomein of een bepaalde activiteit binnen een beleidsdo-
Eén op drie gemeenten besteedt veegactiviteiten (deels) uit. Vaak gaat het hier om machinaal vegen van straten, stoepen en fietspaden, gecombineerd met andere activiteiten zoals machinaal onkruid verwijderen, greppels reinigen, afboorden en andere onderhoudstaken aan het openbare domein. Meestal gebeurt er een globale uitbesteding voor alle onderhoudsactiviteiten, waardoor de kosten niet kunnen worden toegewezen aan een specifieke activiteit. Zelfs wanneer de gemeente veegactiviteiten uitbesteedt, betaalt ze dikwijls een forfaitaire prijs voor het vegen en de afvoer en verwerking van het veegvuil. In dit geval beschikt de gemeente meestal niet over een aparte transport- en verwerkingsprijs voor het veegvuil. Soms worden veegvuilhoeveelheden van uitbestede werken niet aan de gemeente gemeld. Netheid is meer dan zwerfvuil ruimen Aan de hand van het aantal kilogram veegvuil dat de gemeente inzamelt, komen we in eerste instantie iets te weten over de netheid van de straat. Maar is de omgeving proper als er geen zwerfvuil rondslingert? Neen, natuurlijk niet. Zwerfvuil is maar een onderdeel van wat mensen ervaren als de globale netheid van de openbare ruimte. Mensen voelen een omgeving als proper aan als ook het groen en het straatmeubilair mooi onderhouden zijn en het onkruid gewied is. Ook losliggende stoeptegels, hondenpoep, urinegeur van wildplassers of vuile verkeers-
Het straat- en veegvuil mag niet meetellen voor de evaluatie van de restafvalnorm. mein te verzamelen. Zo zitten de personeelskosten die verband houden met het veegbeleid vaak onder één grote noemer ‘personeelskosten’. Hetzelfde geldt voor de aankoop van materiaal en materieel. Het globale aankoopbedrag voor een veegwagen bijvoorbeeld komt maar één keer in de gemeentelijke begroting voor. De gemeentelijke boekhouding werkt niet met afschrijftermijnen, zodat je geen jaarkosten uit de boekhouding kunt puren. Het is dus een zeer moeilijke en tijdrovende opgave om alle individuele kostenposten voor het veegbeleid op te tellen. Men is bijna verplicht om ter plaatse bij de gemeente de jaarrekeningen en begrotingen tot op detailniveau uit te pluizen.
borden zijn vaak een bron van frustratie. Enkele gemeenten experimenteren momenteel met een netheidsbarometer voor de bepaling van een algemeen netheidsbeeld (zie kader). Vegen straft gemeenten De gemeente moet jaarlijks de hoeveelheden veegvuil melden aan de Vlaamse overheid (Ovam). Deze cijfers tellen mee voor de bepaling van de hoeveelheid huishoudelijk restafval. Gemeenten met een intens veegbeleid zullen daardoor een hoger restafvalcijfer hebben dan gemeenten die niet of weinig vegen. Dit is een dilemma. De Vlaamse overheid beoordeelt de gemeenten voor de samen-
Beter inzicht Voor een gedetailleerd inzicht in de kosten van het gemeentelijke veegbeleid is diepgaander onderzoek aangewezen. Er is een gedetailleerde schatting nodig van alle kostenposten: personeels- en materieelkosten, kosten voor het afvoeren en verwerken van het veegvuil. Daarnaast zijn er overheadkosten voor onder meer de administratieve verplichtingen, huisvesting en opleiding voor de arbeiders en verzekeringskosten. En dan hebben we het nog niet over de intensieve communicatie-, sensibiliserings- en handhavingsacties die van gemeenten verwacht worden. De ontwikkeling van een instrument dat lokale besturen helpt hun kosten in kaart te brengen, zou nuttig zijn. Gemeenten die de veegwerken uitbesteden, kunnen wel al een beeld van de kosten krijgen door dit als een apart perceel te definiëren in het bestek. Eenheidsprijzen, bijvoorbeeld per kilometer geveegde weg, maken het makkelijker om prijsoffertes te vergelijken en een beter inzicht te krijgen in de verhouding tussen de prijs en de prestaties van verschillende aannemers. Liesbet Noé is VVSG-stafmedewerker Afvalbeleid
STEFAN DEWICKERE
werkingsovereenkomst aan de hand van de 180 kilogramnorm voor restafval per inwoner. Wanneer de gemeente deze norm overschrijdt, kan ze haar subsidie verliezen. De VVSG pleit voor een aparte beoordeling van de restafvalcijfers voor de gemeentebesturen die de samenwerkingsovereenkomst ondertekenen. Het straat- en veegvuil mag niet meetellen voor de evaluatie van de restafvalnorm.
Het netheidsbeeld van de straat De afvalintercommunale Ivago ontwikkelde een eigen meetsysteem voor de globale netheid van de stad Gent. Deze netheidsbarometer houdt met volgende parameters rekening: • aanwezigheid van zwerfvuil met inbegrip van hondenpoep; • de toestand van de afvalkorven (zitten ze propvol?); • aanwezige sluikstorten; • verkeerd of op een verkeerd tijdstip buitengezet huishoudelijk afval; • externe factoren zoals graffiti, leegstand… Ivago ontwikkelde voor deze vijf parameters eigen meetinstrumenten. Door middel van een aantal omrekeningsformules krijgt elke straat een score op 100. Deze ‘netheidsgraad’ geeft een objectieve indicatie van de algemene netheid van het openbare domein. Met de netheidsbarometer kan men ook de doelstellingen voor de netheid van het openbare domein bepalen en het resultaat van de acties regelmatig evalueren. Dankzij de steun van de Vlaamse overheid lopen er in de gemeenten Ternat, Deinze, Mol, Nieuwpoort, Kortrijk en De Panne proefprojecten met deze netheidsbarometer. Bedoeling is hem op korte termijn aan alle Vlaamse gemeenten aan te bieden. Leo Lodewyckx, milieuambtenaar uit Mol, is in ieder geval enthousiast: ‘Je kijkt nu anders naar de netheid van het openbare domein. We stellen nu objectief vast of een straat vuil is of niet. Uit het proefproject willen we beleidsinformatie halen. Wellicht zullen we in de toekomst bepaalde straten meer en andere minder vegen, afhankelijk van de vervuilingsgraad. Zo kunnen wij ons takenpakket optimaal bijsturen.’
advertentie
Schoonmakers die vooruitdenken
Algemeen onderhoud - glas- en gevelwas - specialistische reiniging - herconditionering na brand- of waterschade
Tel 03/224 38 00 info@gom.be www.gom.be
De juiste mensen op de juiste plek
16 juni 2008 LOKAAL 29
STEFAN DEWICKERE
WERKVELD INTERNATIONAAL BELEID
Een partnergemeente in het Zuiden geeft een gezicht aan het lokale Noord-Zuidbeleid, wat de communicatie over dat beleid eenvoudiger maakt.
Op zoek naar een partner Samenwerken is een dagelijkse bezigheid voor lokale besturen in Vlaanderen. Internationale samenwerking met een partner in het Zuiden is dat (nog) niet, al is het duidelijk dat de interesse toeneemt. Maar hoe vind je nu de geschikte partner voor samenwerking? Hoe ga je op zoek naar een partner waarvan je hoopt dat de relatie duurzaam en met wederzijds respect zal verlopen? Christophe Ramont
L
okale besturen die werk maken van hun Noord-Zuidbeleid kiezen steeds vaker voor directe samenwerking met een partner in het Zuiden. Echt noodzakelijk is dat nochtans niet. Het lokale bestuur kan het beleid voor Noord-Zuid ook invulling geven door een stevige ondersteuning van de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking (GROS), door een inhoudelijk sterk subsidiereglement, door deel te nemen aan allerhande campagnes in het kader van ontwikkelingssamenwerking of door eigen sensibilisatie-activiteiten te ontwikkelen. Toch werken ondertussen bijna dertig gemeenten samen met een lokaal bestuur in het Zuiden, verspreid over achttien landen in Latijns-Amerika, Afrika en AziĂŤ. Partners die allemaal verschillend zijn wat betreft de bevoegdheden die ze kunnen of mogen uitoefenen: het decentralisatieproces staat voor het ene land nog in de kinderschoenen, terwijl het voor andere landen al ver geĂŤvolueerd is. Dit is belangrijk als basiselement omdat het hier over samenwerking tussen besturen gaat. Het uitwis30 LOKAAL 16 juni 2008
selen van relevante kennis en ervaring staat immers centraal. Meestal kiezen besturen voor deze manier van samenwerken, die niet altijd evident is, om een gezicht te geven aan het lokale Noord-Zuidbeleid. Zo wordt een plaats op de wereldkaart een be-
Met een partner in het Zuiden wordt een plaats op de wereldkaart een bevoorrechte partner en dat maakt de communicatie over dat beleid eenvoudiger. voorrechte partner en dat maakt de communicatie over dat beleid eenvoudiger. Bovendien maakt het ontwikkelingssamenwerking concreet en tastbaar: de Zuid-Afrikaanse partner die met de eigen
gemeente samenwerkt voor jeugdbeleid, maakt een verhoogde betrokkenheid van stadsdiensten en verenigingen mogelijk. Zelfkennis Zoals in iedere relatie kun je pas van iemand houden als je jezelf goed genoeg kent. De gemeente moet in de eerste plaats haar eigen profiel opstellen, en dat is geen gemakkelijke opdracht. De complexiteit zit in het gegeven dat het hier om meer dan twee personen gaat: verschillende ambtenaren, mandatarissen en alle externe organisaties moeten in een inventaris opgenomen worden. Leuven gaf al het goede voorbeeld en toont aan dat
STOFZUIGER NILFISK GD 910 � � �
Samen met de relevante partners nadenken over
NU OOK IN IE BATTERIJ VERS
Noord-Zuidbeleid bevordert de betrokkenheid van die partners en creëert de nodige transparantie. zoiets mogelijk is. Met volgende gegevens kun je het gemeentelijke profiel bepalen: hoe ziet de gemeente eruit, hoe is het lokale bestuur georganiseerd en wie is allemaal betrokken partij? De neuzen tellen en de kennis over het eigen lokale bestuur verhogen is een prioriteit, maar het is waardeloos indien de doelstellingen van gemeentelijke internationale samenwerking niet vastgelegd zijn. Samen met de relevante partners nadenken over het aangaan van een relatie en over het Noord-Zuidbeleid in het algemeen draagt bij tot een horizontaal beleid, bevordert de betrokkenheid van die partners en creëert de nodige transparantie. Zijn alle mogelijke alternatieven wel onderzocht? Sluit dit alles nog aan bij de intenties van het bestuur betreffende ontwikkelingssamenwerking? Hoe organiseer je de communicatie? Om dit alles in goede banen te leiden kan een werkgroep opgericht worden. Daarbij is een gezonde mix van mandatarissen, ambtenaren en vrijwilligers (van de gemeentelijke adviesraad) het na te streven doel. Zo beschik je over verschillende invalshoeken die het debat versterken. Deze werkgroep kan in het verdere proces als klankbord dienen om te achterhalen of de directe samenwerking nog steeds door iedereen gedragen wordt.
STOF-/WATERZUIGER NILFISK GWD 335 � �
�
eenvoudige maar betrouwbare stof-/waterzuiger gebruiksvriendelijke lediging van de watertank grote, sterke klemmen voor gemakkelijk openen/sluiten
DUO-SPEEDMACHINE NILFISK SDM 43 DUO � � �
voor efficiënt onderhoud van bijna alle typen vloeren werkt op 190 én 380 t/m om te strippen, te schrobben en te boenen
SCHROB-ZUIGMACHINE NILFISK BA 551D OBC EDS �
Tijd voor een date Met het profiel en de inhoudelijke kennis over het eigen bestuur is de tijd rijp om een partner te zoeken. Maar voordat je de informatie op een datingsite plaatst, is het belangrijk na te denken over wat je eigenlijk van de partner wilt weten. De regio en bereikbaarheid zijn logische vragen, maar in een vragenlijst moeten ook moeilijkere vraagstukken een antwoord kunnen krijgen: wat is het budget van de partner, wat zijn de bevoegdheden en wat voor relatie heeft de partner voor ogen? Verschillende besturen zetten hiervoor de eerder vernoemde werkgroep in of houden enkele vergaderingen met het schepencollege en de gemeenteraad, met de gemeentelijke adviesraad ontwikkelingssamenwerking en met ambtenaren van verschillende diensten. In Leuven leverden de vergaderingen met de verschillende componenten een kleine waslijst aan criteria op, die soms veel gemeen hadden maar waarbij toch ook verschillende invalshoeken opvielen. In Bornem werden de verschillende criteria onderverdeeld in clusters, die in volgorde van belangrijkheid geplaatst werden en punten toebedeeld kregen. Op deze manier kunnen de antwoor-
een krachtige 1100 Watt stofzuiger handig opzetsysteem voor de hulpstukken licht in gewicht
� �
professioneel reinigen en drogen in één arbeidsgang bespaart dankzij het Eco Doseer Systeem (EDS) laag geluidsniveau !
Bel Sisse voor uw netto prijzen op (03) 231 33 89
grootste onafhankelijke schoonmaakleverancier in de Benelux 3500 schoonmaakartikelen op voorraad fijnmazig distributiesysteem erkend opleidingscenter
www.boma.eu 16 juni 2008 LOKAAL 31
WERKVELD INTERNATIONAAL BELEID
Bezoek en tegenbezoek Nadat de verschillende kandidaturen doorgenomen zijn, volgt de moeilijke keuze: met wie begint de gemeente een langdurige relatie? Sommige dossiers zullen in een eerste analyse al sneuvelen: verkeerde intenties, de kandidaat-partner is te groot of te klein of de afstand is zelfs voor deze latrelatie te groot. Maar dan blijft er nog steeds een pak kandidaturen over. De werkgroep, of een beperkter comité, kan de laatste dossiers doorlichten. In Bornem werden de laatste tien dossiers – verspreid over twee avondvergaderingen – voorgesteld en inhoudelijk besproken, in een derde vergadering moest duidelijk worden welke kandidaat uitverkoren was. Kiezen is verliezen, zeker als er verschillende sterke dossiers zijn. Weersta aan de verleiding om de hoop bij meerdere kandidaat-partners levend te houden: maak een keuze op basis van het dossier en communiceer duidelijk aan iedereen die betrokken is in het proces. Maar zou je misschien toch geen deur openhouden, want stel dat die perfecte partner toch niet zo perfect blijkt te zijn? In Geel hadden ze het moeilijk om een duidelijke keuze te maken tussen kandidaat-partners uit Zuid-Afrika en Burkina Faso. Op basis van de criterialijst beslisten ze eerst een bezoek te brengen aan de partner in Zuid-Afrika. Indien die toch niet aan de verwachtingen voldeed, was een bezoek aan de partner in Burkina Faso de volgende stap. Meteen is duidelijk dat een bezoek van het allergrootste belang is: op een week tijd moeten de antwoorden in het formulier geverifieerd en zoveel mogelijk informatie van de kandidaatpartner verkregen worden. Dit kan door het zuiderse bestuur uit te nodigen in Vlaanderen, of door met een delegatie van het eigen bestuur naar het partnerland te trekken. Deze identificatiemissie wordt steevast gevolgd door een tegenbezoek vooraleer tot echte samenwerking over te gaan. Vanwege het belang van dit bezoek is ook de samenstelling van de delegatie van groot belang: ambtelijke en politieke vertegenwoordiging in combinatie met mensen uit het middenveld levert een schat aan informatie op. Harelbeke bezocht kandidaat-partner Eenhana met de burgemeester als hoofd van de delegatie en na een inhoudelijke voorbereiding die al door verschillende ambtenaren opgenomen was. Geel had twee leden van de GROS, twee mandatarissen onder wie de burgemeester, en twee personen die kennis hadden van het ambtelijke apparaat onder wie de secretaris als delegatieleden. Koksijde wil het politieke draagvlak 32 LOKAAL 16 juni 2008
STEFAN DEWICKERE
den van een kandidaat-partner objectief beoordeeld worden en is een afweging tussen verschillende kandidaten mogelijk. Punten geven lukt alleen maar als voldoende kandidaat-partners vlinders in de buik krijgen bij het lezen van het aanzoek. In de meeste gevallen staat de kandidatuur open voor alle geïnteresseerden, zolang het maar lokale besturen in het Zuiden zijn. In de eigen gemeente zijn zeker mensen te vinden die een project lopen hebben in het Zuiden, misschien kennen zij wel een geschikt lokaal bestuur om het aanzoek naar te sturen? Maar ook bij lokale besturen in Vlaanderen die al een stedenband hebben, kan het oor te luisteren gelegd worden: is er geen gemeente in de regio van hun partner die interesse vertoont? Ook contact met verenigingen van lokale besturen – zusterverenigingen van de VVSG – heeft al sterke kandidaturen opgeleverd. Bepaal een deadline waarop de vragenlijsten teruggestuurd moeten zijn. En reserveer als bestuur de nodige tijd om de dossiers grondig door te nemen.
Nieuwe partners Vanaf eind 2007 tot eind 2008 hebben vijf lokale besturen in Vlaanderen een bezoek gebracht aan een lokaal bestuur in het Zuiden. Harelbeke vond een partner in het Afrikaanse Namibië en werkt sinds november 2007 samen met Eenhana. Het bestuur van Geel ging op verkenning in Zuid-Afrika en ontvangt dit jaar nog een delegatie uit uMlalazi. Ook Bornem denkt in Kwazulu-Natal een partner te vinden: het Zuid-Afrikaanse Nquthu wordt eind 2008 bezocht. Koksijde start dan weer verkennende gesprekken met Albina en Galibi in Suriname. Tot slot is er Leuven dat in Senegal wil samenwerken met Sédhiou. Overweegt uw lokale bestuur een internationale samenwerking? Contacteer dan Christophe Ramont, christophe.ramont@vvsg.be, T 02-211 56 17 of Ilse Renard, ilse.renard@vvsg.be, T 02-211 56 16, stafmedewerkers Team Internationaal.
voor een stedenband vergroten door een lid van de oppositie mee te nemen op identificatiemissie. Allemaal voorbeelden die aantonen dat die eerste verkennende gesprekken niet als kalverliefde beschouwd moeten worden, maar wel als de start van een diepgaande relatie. Een huwelijkspartner kiezen gaat niet over een nacht ijs, dat is duidelijk. Zo hoort het ook want een relatie op lange afstand tussen complexe entiteiten als lokale besturen is geen sinecure. Onderweg zijn veel risico’s te bespeuren en zoals in iedere relatie zit er al eens storing in de communicatie of het wederzijdse vertrouwen. Samenwerking met een partner in het Zuiden blijft moeilijk, dus is een doordachte keuze voor die samenwerking en voor de juiste partner noodzakelijk. Het proces vanaf het eigen profiel opstellen tot de identificatiemissie neemt algauw drie jaar in beslag, zonder de garantie dat de liefde eeuwigdurend zal zijn. Risico’s zijn er altijd, maar ze worden met een grondige voorbereiding wel tot een minimum beperkt. Zo vind je de meest geschikte partner, wat hopelijk aanleiding geeft tot een langdurige, duurzame relatie. Christophe Ramont is VVSG-stafmedewerker Internationaal Beleid
WERKVELD JEUGDBELEID
Kindvriendelijke steden in de prijzen Het Netwerk Kindvriendelijke Steden organiseerde de voorbije maanden opnieuw een wedstrijd. Twee projecten kaapten de overwinning weg: het Kindvriendelijk Label - Mechelen Kinderstad en de kinder- en jongerenradio JUS uit Gent. Sabine Van Cauwenberge it is al de vierde wedstrijd van het Netwerk Kindvriendelijke Steden. De voorbije wedstrijden focusten op het thema ruimte. Dit jaar ging de wedstrijd over het Kindercharter dat het Netwerk voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 lanceerde met wensen van 1300 kinderen uit zestig steden en gemeenten. Twee jury’s bogen zich over de projecten. Eerst maakten vijf onaf hankelijke volwassen deskundigen een selectie op basis van de ingezonden dossiers met als criteria de actieve betrokkenheid van kinderen/jongeren, het structurele karakter en uiteraard de kindvriendelijke aspecten. Met de overgebleven acht projecten ging de kinderjury aan de slag. Vanuit Genk, Gent, Mechelen en St.-Niklaas vertrokken groepjes tien- tot veertienjarigen naar de acht voorgeselecteerde projecten. Elk groepje bezocht twee projecten, die ze samen bespraken. De kinderjury kreeg het laatste woord en duidde twee winnaars aan. Radioprogramma voor en door jongeren JUS (Jeugddienst Urgent Show) is een radioprogramma gemaakt door en voor tieners in Gent. JUS is een initiatief van de Jeugddienst Gent, samen met Radio Urgent.fm en ondersteund door Rec Radiocentrum. Het is elke woensdagnamiddag van twee tot vier te beluisteren via Radio Urgent.fm of via het internet. De volledige crew van JUS (spreek uit ‘djus’) bestaat uit tieners tussen tien en zestien jaar. In workshops leren de reporters presenteren en monteren en leren ze alles van techniek en redactie. Ze maken het programma zelf: ze kiezen het weekthema, verrichten opzoekwerk, maken reportages, kiezen de muziek en zenden het programma uit. Dit
alles gebeurt onder begeleiding van volwassen medewerkers van Radio Urgent. fm. JUS ging in de lente van 2005 voor de eerste keer in de ether. Het programma wil aan jonge maar ook volwassen luisteraars tonen hoe kinderen en jongeren betrokken zijn bij het leven in de stad. JUS is een interactief programma dat jonge luisteraars uitnodigt om hun mening te geven of om thema’s aan te brengen die zij belangrijk vinden. Ze kunnen dit doen via het online forum, de shoutbox, een interactieve blog, op de Jus-MySpace of telefonisch. Label voor kindvriendelijke horecazaken Het kindvriendelijke label wordt door een Mechelse kinderjury uitgereikt aan kindvriendelijke eet- en drankgelegenheden. Later komen ook musea en andere handelszaken aan bod. Het label voor horecazaken kwam er op vraag van de sector zelf. De kinderraad van Mechelen zorgde voor de inhoudelijke invulling en stelde de criteria voor een kindvriendelijke horec a zaa k op. Deze criteria staan in een uitgebreide checklist: de binnen- en buitenruimte (zoals meubels en speelmateriaal), de omgang van het personeel met kinderen, het eten en drinken zelf (kindermenu’s) en hygiëne, gezondheid en veiligheid. Drie voorwaarden zijn absoluut: een rookvrije ruimte, geen uren moeten stilzitten en zwijgen, en een veilige en hygiënische omgeving. De checklist is helemaal door de kinderen zelf ontwikkeld, volwassen bezorgdheden zoals gezonde voeding stonden dus niet op de GF
D
voorgrond. Ondertussen hebben groepjes kinderinspecteurs al tachtig Mechelse horecazaken bezocht. Tot nu mochten veertien zaken het label aan hun raam hangen. Er worden ook foldertjes verspreid met een stadsplannetje waarop de kindvriendelijke horecazaken zijn aangeduid. Het label helpt zo niet alleen kinderen en hun ouders op weg, het dient ook om de horecazaken te stimuleren aandacht te besteden aan kinderen. Ze kunnen ook zelf een bezoek van de kinderinspecteurs aanvragen. De kinderjury kende ook nog een eervolle vermelding toe aan Rocky Hills in Bornem, een parcours voor stuntfietsen of dirten in het jargon. Ook Summer in the city kreeg een eervolle vermelding. Dit zomermagazine voor teens werd in april 2007 onder alle Gentse tieners verdeeld en staat boordevol ideeën voor een zomervakantie in Gent. Alle Vlaamse schepenen voor Jeugd ontvangen een brochure met de geselecteerde projecten. Extra exemplaren kunnen tegen 5 euro besteld worden bij info@k-s.be. Sabine Van Cauwenberge is VVSGstafmedwerker Jeugdbeleid
Wordt u de volgende winnaar? Het volgende thema dat het Netwerk Kindvriendelijke Steden wil promoten, is kinderen en cultuur. Om deel te nemen aan het Netwerk neemt u contact op met jvangils@k-s.be of sabine.vancauwenberge@vvsg.be
16 juni 2008 LOKAAL 33
WERKVELD TEWERKSTELLING
Hooggeschoolde allochtonen kunnen beter De commissie Diversiteit bij de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) pleit in haar advies voor een doorgedreven beleid om de positie van hooggeschoolde allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt te verbeteren. Zij roept overheid, werkgevers, werknemers, arbeidsbemiddelaars en onderwijs op extra inspanningen te leveren. In het OCMW van Beringen zijn ze al bezig. Myranda Schildermans en Pol Despeghel Alleen al de aanstelling van hooggeschoolde allochtonen volgens
V
laanderen telt 35.000 hooggeschoolde niet-EU’ers op beroepsactieve leeftijd. De werkloosheidsgraad bij hooggeschoolde allochtonen (21%) is zeven maal hoger dan bij Belgen (3%). Wie wel werk heeft, werkt vaak onder zijn niveau. Dit is een verkwisting van maatschappelijk kapitaal. Aandacht voor de arbeidsmarktpositie van werkzoekende en werkende hooggeschoolde allochtonen kan volgens de commissie Diversiteit een katalysator zijn voor de gehele werkgelegenheidsproblematiek van allochtonen. Alleen al op het vlak van beeldvorming heeft de aanstelling van hooggeschoolde allochtonen volgens hun competenties een belangrijk effect. Hooggeschoolde allochtonen kunnen voor andere allochtonen een voorbeeld zijn. Verder zal hun ‘succes’ aangeven dat er in de Vlaamse arbeidsmarkt wel degelijk plaats is voor allochtonen. Daarom roept de commissie Diversiteit iedereen op om, nog meer dan nu, naar buiten te komen met goede praktijkvoorbeelden van hooggeschoolde allochtone werknemers. Het is belangrijk dat daarbij zowel oudkomers als nieuwkomers in beeld komen. Management van diversiteit In Beringen, een stad met 41.000 inwoners, zijn door de vroegere mijnbouw al lang verschillende culturen aanwezig: Italianen, Polen, Turken, Marokkanen… In het OCMW van Beringen werken 220 mensen: in het rusthuis, de sociale dienst, thuiszorgdiensten en een aantal ondersteunende diensten zoals de administratie, het onderhoud en de keuken. Ruim negen van de tien personeelsleden zijn vrouwen, vooral verzorgenden, verpleeg34 LOKAAL 16 juni 2008
kundigen en kinderverzorgsters. Mannen vinden we vooral terug in leidinggevende en technische functies. In het kader van het actieplan van het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC) Evenredige arbeidsdeelname begon het OCMW in 2005 met een diversiteitsplan. Dit kwam op het ideale tijdstip, mensen van allochtone afkomst solliciteerden vooral voor functies in het onderhoud en de verzorging, de diensten waren sterk onderbemand.
ling van examenjury’s of selectiecomités. De volgende stap was de ontwikkeling van een onthaalbeleid, en momenteel werkt het OCMW aan een project voor meters en peters. Uit ervaring bleek dat veel nieuwe werknemers een aanspreekpunt binnen hun organisatie misten. Dit onthaalbeleid, vernieuwd in 2007, heeft vorm gekregen op de personeelsdienst en wordt uitgedragen door de diensthoofden. Beringen organiseert informatienamiddagen over de interne werking van de diensten.
Aandacht voor de arbeidsmarktpositie van hooggeschoolde allochtonen kan een katalysator zijn voor de gehele werkgelegenheidsproblematiek van allochtonen. Het selectiebeleid van het OCMW wordt hoofdzakelijk bepaald door het Administratief Statuut op de statutairen en het Reglement op de contractuelen. Met het diversiteitsplan wil het OCMW van Beringen de bestaande instrumenten afstemmen op een competentiemanagement met aandacht voor diversiteit in ruime zin: seksuele geaardheid, sekse, etnische achtergrond en geloof. Dit heeft een impact op de structuur van de organisatie. In de nabije toekomst zullen de functiebeschrijvingen grondig worden aangepast aan en afgestemd op competentieprofielen. Zo wordt de organisatie sterker en worden mensen aangeworven op basis van competenties. Voorzien wordt een effect op de opleiding, de loopbaanbegeleiding, en op de functionerings- en evaluatiegesprekken. Er is aandacht voor een goede en diverse samenstel-
Er zijn ook kennismakingsdagen met een rondleiding door alle diensten en instellingen van het OCMW: ‘OCMW-live’. Dit gebeurt één keer om de zes maanden. In de toekomst worden nieuwe medewerkers begeleid door een peter of meter. Instromen en doorstromen In een ex-mijngemeente is het vrij evident dat er personeelsleden van verschillende herkomst aan het werk zijn in zogenaamde ‘lagere functies’ in het OCMW: onderhoud, keuken, artikel 60§7. Opvallend is echter dat mensen van Marokkaanse af komst niet gemakkelijk solliciteren voor een functie bij het OCMW. Ook de instroom naar ‘hogere’ functies valt moeilijker. Nochtans had het OCMW al vóór de start van het diversiteitsplan in 2005 aandacht voor diversiteit binnen de personeels-
STEFAN DEWICKERE
Bewust hoger opgeleiden uit de kansengroepen aanwerven Als eerste aanzet naar een divers personeelsbeleid kunt u contact opnemen met de projectontwikkelaar van het Erkend Regionaal Samenwerkingverband (ESRV) voor de opmaak van een diversiteitsplan. Een non-discriminatiecode als basis voor een divers personeelsbeleid: de sector lokale besturen ontwikkelde samen met de Vlaamse minister van Werk en zijn collega van Binnenlands Bestuur een handleiding voor de invoering van een non-discriminatiecode binnen het bestuur. Deze handleiding is herwerkt op basis van de drie nieuwe wetten: de antiracismewet, de antidiscriminatiewet en de genderwet. Meer goede praktijken leest u in de praktijkengids Divers talent, een meerwaarde voor uw bestuur – 15 ervaringen en goede praktijken uit lokale besturen. Hoe kan een lokaal bestuur als werkgever een divers personeelsbeleid op de lokale agenda krijgen en houden? Drie praktijken gaan over breed diversiteitsbeleid, de overige twaalf focussen op een specifieke actie binnen dit diversiteitsbeleid. Ze gaan in op hoe je divers talent aantrekt (instroom), hoe je dit talent ten volle laat renderen (doorstroom) en hoe je kunt vermijden dat medewerkers het bestuur voortijdig verlaten (uitstroom). De code en de praktijkengids kunt u downloaden: www.vvsg.be, knop divers personeelsbeleid
hun competenties kan voor andere allochtonen een voorbeeld zijn.
groep en dit niet enkel voor de functies voor laaggeschoolden. Zo ging al in 1999 een maatschappelijk assistente van Turkse afkomst aan de slag op de sociale dienst. Ondertussen heeft zij een contract van on-
allochtone afkomst in hogere functies. Het toenmalige diensthoofd, de secretaris en het beleid vonden deze aanwerving zeker een verrijking voor de organisatie. In januari 2006 startte de tweede maat-
De maatschappelijk assistente van Turkse afkomst werd aangeworven op basis van haar competenties en vanaf de eerste dag probleemloos opgenomen in de groep collega’s. bepaalde duur. Opmerkelijk was dat al heel snel cliënten van Turkse afkomst de weg naar haar vonden. Met enkele duidelijke afspraken bestaan er hieromtrent geen misbruiken. Ook omgekeerd ervaart deze maatschappelijk assistente geen discriminatie of andere houdingen van cliënten. Zij werd aangeworven op basis van haar competenties en vanaf de eerste dag werd zij opgenomen in de groep collega’s. Met deze aanwerving werd een eerste stap gezet naar het aantrekken van mensen van
schappelijk assistente, ditmaal van IraansBelgische afkomst. Zij werd in contractueel dienstverband aangeworven op basis van haar competenties na een grondig sollicitatiegesprek. Ten aanzien van collega’s of de organisatie ondervond ze geen moeilijkheden omwille van haar afkomst of ‘vreemde’ achternaam. Cliënten zijn wel benieuwd naar haar afkomst, maar ook hier ervaart ze geen bijzondere problemen. In januari 2006 startte een gebrevetteerd verpleegkundige van Russische afkomst in
het rusthuis. Ook dit verliep vlot. Het rusthuis probeert ook al enkele jaren mannen aan te trekken in de verpleging en verzorging, maar pas in 2006 startte de eerste mannelijke verzorgende. Interculturele score Bij de opmaak van het diversiteitsplan telde het OCMW Beringen 201 personeelsleden, van wie twintig van allochtone afkomst. Vandaag zijn er op 215 werknemers 27 van allochtone afkomst. De laatste jaren neemt de instroom in hogere functies toe. Toch blijft het nog wachten op de eerste leidinggevende van allochtone afkomst. In de toekomst wil het OCMW Beringen werken aan een hoogstaand competentiemanagement waarbij alle personeelsinstrumenten onder de loep worden genomen.
Myranda Schildermans is secretaris OCMW Beringen en Pol Despeghel is sectorconsulent Lokale Besturen
Brochure interculturele diversiteit. Maatwerk voor bedrijven en organisaties Rekening houdend met de vergrijzing is het niet verstandig om kansengroepen ‘veiligheidshalve’ links te laten liggen. Wie in 2010 genoeg goed opgeleid personeel wil, moet de moeite doen om deze onontgonnen bron van talent aan te boren. In de praktijk lijkt de stap naar diversiteit voor veel bedrijven erg groot. Deze brochure biedt concrete antwoorden op vragen van bedrijfsleiders, personeelsdirecteurs of coördinatoren die belangstelling hebben voor meer interculturele diversiteit op de werkvloer. Ze bevat concrete tips, afkomstig van internationale en Vlaamse bedrijven. Het voorbeeld van het OCMW Beringen verscheen eveneens in deze brochure. Achteraan staat een lijst van nuttige adressen. Deze gratis brochure bestelt u bij info@minderhedenforum.be of downloadt u op www.minderhedenforum.be Het advies van de commissie Diversiteit over hooggeschoolde allochtonen en de Vlaamse arbeidsmarkt: www.serv.be of Katrijn Vanderweyden: kvanderweyden@serv.be
16 juni 2008 LOKAAL 35
LEERMANS
WERKVELD OUDERENBELEID
Nog meer dan autochtone ouderen zijn allochtonen ongerust dat het rusthuis geen rekening houdt met hun eetgewoonten.
De vergrijzing krijgt kleur Tegen 2010 zal het aantal zestigplussers van niet-Belgische afkomst verdubbelen. De Vlaamse zorgsector zou daar onvoldoende op voorbereid zijn. Het probleem is momenteel nog klein omdat de meeste allochtonen nog niet met ouderdomsverschijnselen geconfronteerd worden. De grote uitzondering daarop zijn Italianen. In Genk wonen er al jaren niet-Belgen in het rusthuis. Lokaal vroeg Danny Marcoen naar zijn ervaringen en inzichten, zodat de zorgsector klaar is voor wat meer kleur tegen 2010. Elke Vastiau
I
n de Vlaamse rusthuizen wonen momenteel relatief weinig mensen van niet-Belgische af komst. Dit heeft uiteraard demografische oorzaken: veel migranten zijn nog niet oud genoeg om naar het rusthuis te verhuizen. Maar er zijn ook culturele oorzaken. De drempel naar het rusthuis is voor niet-Belgen zeer hoog. In de eerste plaats willen ze door hun eigen familie verzorgd worden. Daarnaast is er angst dat het rusthuis niet voldoende rekening zal kunnen houden met culturele eigenheden, zoals eetgewoonten en religiebeleving. Maar in feite zijn 36 LOKAAL 16 juni 2008
dit angsten waarmee ook de Belgen kampen. ‘Zorg op maat voor ouderen staat in
prioriteiten en de vragen van de oudere zelf. Voor ons is iedereen in ziekte en gezondheid gelijk.’ Diversiteit troef In Genk hebben ze dan ook veel ervaring met een diverse rusthuisbevolking. Zo’n twintig procent van de Genkse rusthuisbewoners is van niet-Belgische afkomst. De meesten zijn van Italiaanse afkomst, maar ook Polen, Grieken, Slovaken en Turken kleuren het rusthuis. Een natuurlijk gevolg van het mijnverleden van Genk. In het rusthuis zitten deze men-
Zo’n 20 procent van de Genkse rusthuisbewoners is van niet-Belgische afkomst. Ze zitten verspreid over alle afdelingen. Dat is een bewuste politiek, Genk gelooft niet in segregatie. onze rusthuizen centraal,’ vertelt Danny Marcoen, rusthuisdirecteur in het OCMW van Genk. ‘We houden rekening met de
sen verspreid over alle afdelingen. Dat is een bewuste politiek, Genk gelooft niet in segregatie. Toch stelt de afkomst van
de bewoners wel specifieke problemen, vooral op het vlak van taal. Ook wanneer iemand bijzonder goed geïntegreerd was in de Genkse samenleving, blijkt de aangeleerde taal een van de eerste dingen die verdwijnt in een dementeringsproces. Het OCMW-rusthuis werkt daarom veel met pictogrammen en een woordenlijst. De verpleging en verzorging heeft af beeldingen ter beschikking van de kleine maar courante dingen, zoals een glas water, een boterham, een douche. Mensen die niet meer praten, kunnen via deze pictogrammen aanduiden wat ze willen, of het personeel kan duidelijk maken wat er gebeurt. ‘We gebruiken dit zowel voor mensen die het Nederlands niet beheersen, als voor bewoners die getroffen zijn door afasie.’ Deze pictogrammen worden samen met woordenlijsten gebruikt. Danny Marcoen: ‘De dochter van een Poolse bewoonster is met onze woordenlijst begonnen. Ze vertaalde de courante uitdrukkingen zoals “goedemorgen” of “Hebt u pijn?” en schreef ze fonetisch op. Intussen hebben we zo een Poolse, Turkse en Italiaanse woordenlijst.’ Non-verbale communicatie blijft in verzorging en verpleging trouwens altijd belangrijk. Marcoen: ‘Over eten, drinken en pijn bestaat een soort van universele taal. Deze universele, non-verbale taal wordt heel veel gebruikt in de zorg voor dementerenden. Ze zijn dan wel hun taal kwijt, maar voelen stemmingen en bedoelingen nog altijd goed aan.’ Zowat twintig procent van de personeelsleden is overigens ook van allochtone origine en spreekt dus ook minstens één andere taal dan het Nederlands. Een aanwinst. Deze mensen kennen immers niet alleen de taal van de allochtone bewoners, maar ook hun cultuur en ze kunnen bepaald gedrag sneller duiden. Bovendien heeft het rusthuis een grote en actieve groep Italiaanse vrijwilligers. Ze zorgen voor dat beetje extra individuele aandacht, en organiseren al eens een Italiaanse mis of een Italiaanse dag. En tijdens de wereldbeker voetbal kleurt het rusthuis even groen-wit-rood. Duidelijkheid bij intake Voor Danny Marcoen is het opnameproces de sleutel tot een succesvol verblijf in het rusthuis. ‘We maken op voorhand duidelijke afspraken en duiden wederzijds onze grenzen aan. Een aangepaste maaltijd met veel pasta bijvoorbeeld of
Uit de Genkse woordenlijst Nederlands
Pools
Turks
Goedemorgen Water Wassen Hebt u pijn? Goed geslapen?
Dzjen Dobre Voda Umitsz Boli tje tchoch? Spalach dobzje?
Gun aydin Su Yikamak Agrin var mi? Iyi uyudunmu?
zonder varkensvlees is geen enkel probleem. Wanneer gevraagd wordt de kip in een andere pan te bakken, zeggen we duidelijk dat dit niet kan. Het moet organisatorisch haalbaar blijven.’ Vooraf we-
Niet alleen respect is een sleutelwoord, ook betrokkenheid. Het Genkse beleid is gericht op communicatie met de oudere en zijn familie. ‘Voor allochtonen is de druk van de omgeving om zelf voor de (groot)
Danny Marcoen: ‘Over eten, drinken en pijn bestaat een soort universele, non-verbale taal. Die wordt heel veel gebruikt in de zorg voor dementerenden. Ze zijn dan wel hun taal kwijt, maar voelen stemmingen en bedoelingen nog altijd goed aan.’ ten dat iets niet haalbaar is, is overigens veel minder erg dan achteraf constateren dat dit toch een breekpunt vormt. Er worden tijdens de intake vooral drie problemen naar voren geschoven: afspraken over het overlijden, verwachtingen omtrent voeding en het inschakelen van personen van het andere geslacht bij de verzorging. In de mate van het mogelijke komt het rusthuis daaraan tegemoet. Soms moet aan de oudere en zijn familie duidelijk gemaakt worden dat iets niet kan. ‘Wanneer je bij nachtpermanentie werkt met een mannelijke verpleegkundige, is het niet mogelijk om de zorg te ontzeggen omwille van zijn geslacht. We houden er wel rekening mee dat dit moeilijk ligt en proberen hier zeer respectvol mee om te gaan.’
ouders te zorgen zeer groot,’ weet Danny Marcoen. Net zoals voor Belgische kinderen is de combinatie van arbeid, gezin en zorg echter vaak niet meer haalbaar. Zeker niet wanneer de gezinnen overal kleiner worden en de zorg dus door minder handen gedeeld kan worden. ‘We moedigen families aan om veel op bezoek te komen en zo nog zorg op te nemen.’ En dat werkt. Marcoen wil de verkleuring van de vergrijzing zeker niet polariseren: ‘We gaan uit van de behoeften van ieder individu. We spannen ons in om elk probleem op te lossen met begrip voor elkaars standpunten.’ En zo krijg je een menselijke en warme zorg op maat, voor iedereen. Elke Vastiau is VVSG-stafmedewerker Ouderenbeleid
Nuttige en interessante lectuur Een boek dat bruggen wil bouwen en een handboek zijn voor wie wil werken aan de interculturalisering van de dienst- en zorgverlening voor ouderen. David Talloen, Zorg voor allochtone ouderen, Kluwer, 2007, 144 p. Het boek bestellen kan via www.kluwer.be of T 0800-94 571. Dit boek is in de reeks ouderenzorg verschenen: www.kluwer.be, zoek op ouderenzorg
16 juni 2008 LOKAAL 37
DE DONDERDAG
‘Dit is eigenlijk een prachtbaan. Ik ben mijn eigen baas. En ik vind het fantastisch om kinderen te zien opgroeien en hun dingen mee te geven.’
POL DESPEGHEL
De donderdag van Cathérine De Neve, onthaalouder in Beernem
7.45 In principe kunnen ouders hun kindje al vanaf kwart over zeven brengen, maar tegenwoordig komen de eerste kindjes rond kwart voor acht aan. Met de ouders maak ik telkens vijf minuten tijd voor een onthaalgesprekje: ik informeer of het kindje goed geslapen heeft en of er speciale aandachtspunten zijn. Daarna neemt de ouder afscheid. Vandaag ontvang ik vijf kindjes. Als onthaalouder mag je maximaal vier kinderen per dag voltijds opvangen, weet je. Omgerekend is dat twintig volle opvangdagen, bekeken over een periode van een week. Dat vereist wel wat puzzelwerk: ik heb natuurlijk meer dan vier kindjes op te vangen, maar sommigen van hen komen halftijds of slechts een paar dagen in de week. Soms heb je weken van 21 opvangdagen, soms van achttien; die schommelingen zijn onvermijdelijk. 9.00 Rond negen uur is iedereen goed en wel gearriveerd. Ondertussen zijn ook mijn eigen kinderen naar school vertrokken. Nu gaan we over tot de orde van de dag. Eerst krijgen de kindjes een schone luier. Peuters die zindelijk aan het worden zijn, gaan op hun potje. Dan maken we tijd om boekjes te lezen, liedjes te zingen en spelletjes te spelen. Rond kwart over tien moet ik aan het middagmaal beginnen. Dan laat ik de kinderen vrij in hun spel, maar ik houd hen wel voortdurend in het oog. Het is belangrijk dat peuters met elkaar leren omgaan, ze moeten leren delen maar ook ruzie leren maken. Dat gaat soms gepaard met wat gehuil of een duw; het komt er dan op aan om escalaties te voorkomen.
38 LOKAAL 16 juni 2008
11.15 Tijd voor het middageten. Eén kindje is pas zeven maanden en moet nog worden gevoed. De anderen zijn peuters tussen anderhalf en tweeënhalf jaar. Die moet je de kans geven om zelf te leren eten. Het spreekt vanzelf dat daar het nodige geknoei bij te pas komt. Mijn keuken verandert rond dit tijdstip steevast in een klein slagveld (lacht). Na het eten worden de kindjes ververst of gaan ze op hun potje. Tegen twaalf uur liggen ze allemaal in bed voor het middagdutje. 13.00 Ik heb de vaat gewassen, de keuken
schoongemaakt en het speelgoed in de woonkamer opgeruimd. Ik neem zelf een snelle hap. Tot twee uur probeer ik wat huishoudelijk werk te doen: strijken en kleren opvouwen, bijvoorbeeld. Maar dit is ook het moment waarop ik dagelijks mijn administratie in orde breng. Op het formulier van de dienst voor onthaalouders van Beernem duid ik aan welke kinderen aanwezig zijn, en hoe lang. Ik word iedere maand vergoed per gepresteerde opvangdag; de dienst rekent dit dan door aan de ouders. Eigenlijk krijgen wij geen loon, maar een kostenvergoeding. Als je daar de kosten voor voedsel, verwarming, stroom en materiaal aftrekt, houd je niet bijster veel over. Het is jammer dat het statuut en de verloning van onthaalouders nog steeds niet beter worden geregeld. Want dit is eigenlijk een prachtbaan. Als onthaalouder ben ik mijn eigen baas; en ik vind het fantastisch om kinderen te zien opgroeien en hun dingen mee te geven.
15.15 Rond twee uur is het eerste kindje wakker geworden, nu is ook de laatste peuter opgestaan. Iedereen is verschoond en opgefrist. Terwijl de kinderen aan het spelen waren, heb ik ook het fruit gesneden. Dat doe ik nu in schaaltjes. Tegen halfvier krijgen de kinderen hun fruitsla of fruitpapje.
16.00 Om vier uur staat de eerste ouder al aan de deur. Met de ouders bespreek ik telkens een tiental minuten hoe de dag van hun kind verlopen is: heeft het kindje goed gegeten en geslapen, is het al eens gevallen of heeft het koorts gehad? Tot halfzes blijft het een geloop tot alle kindjes afgehaald zijn. Daarna kan het opruimen en schoonmaken beginnen. 19.00 Elke eerste donderdag van de maand houd ik samen met mijn collega Greet vrijwillig de spelotheek van de dienst Onthaalouders van Beernem open. Dat is een heel nuttige service: onthaalouders die bij de dienst aangesloten zijn, kunnen er het speelgoed lenen dat ze nodig hebben voor de opvang van de kinderen. Valt het op dat ik enthousiast ben? (lacht) Ik doe dit werk nu iets meer dan vier jaar en doe het nog steeds even graag, hoewel het zeer zwaar is. Soms werken wij twaalf uur of meer per dag. Het is ook een eenzaam beroep. In de spelotheek is er gelegenheid om bij te praten met de collega’s, en we gaan ook samen naar vormingsavonden die de dienst organiseert. Daarbuiten ervaar ik het wel als een gemis dat ik weinig sociaal contact heb met volwassenen. Dat is een nadeel van dit werk. Maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de vreugde die ik aan de kindjes beleef. Ik zie hen graag, en zij zien mij graag. Wanneer ze zo plots stralend op me af komen om me een knuffel te geven, dan haal ik daar enorm veel voldoening uit. I PP
wetmatig berichten
Alle paarden in de bank Op 1 juli 2008 moeten alle paarden die zich in België bevinden, volledig geïdentificeerd zijn door middel van een paspoort, een microchip in de hals, een mutatiedocument en een encodering in de centrale gegevensbank beheerd door de Belgische Confederatie van het Paard. Een mutatiedocument is het document dat dient om wijzigingen van eigenaar of het statuut van het paard (al dan niet uitgesloten voor de voedselketen) of de dood ervan door te geven aan de beheerder van de centrale gegevensbank. De verplichting tot algehele identificatie van alle paardachtigen (dus ook pony’s, ezels en zebra’s) heeft behalve de voedselveiligheid ook haar nut bij diefstalbestrijding. Inbreuken worden strafrechtelijk gesanctioneerd. Bij controle van paarden op de openbare weg kan (en zal) de politie nagaan of de paarden in orde zijn met de identificatieverplichting. Ook medewerkers van de FOD Volksgezondheid en van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) kunnen controles uitvoeren.
Identificatieaanvragen voor de stamboekpaarden gebeuren bij het stamboek en voor de niet-stamboekpaarden bij de dienst Identificatie Paarden, Nieuwstraat 28, 3360 Korbeek-Lo. Meer informatie, onder meer het formulier voor een aanvraag tot identificatie, is te vinden op de website van de Belgische Confederatie van het Paard www.idpaarden.be.
LAYLA AERTS
marian.verbeek@vvsg.be
Alle paarden moeten een identificatie hebben, dat is handig bij verkoop en diefstal en voor de voedselveiligheid.
Wet op de Gemeenschapswachten wordt gewijzigd De ministerraad keurde eind mei het voorontwerp van wet houdende diverse niet dringende bepalingen in een tweede lezing goed. Hiermee zal de regering de wet op de gemeenschapswachten ook wijzigen. Zo zou het verplichte examen voor gemeenschapswachten er naar verluidt niet komen. Verder zouden gemeenten ook via een gemeentelijke vzw of via intergemeentelijke samenwerkingsverbanden een dienst Gemeenschapswachten kunnen oprichten. Ten derde krijgen de gemeenten nog even respijt voor de oprichting van de dienst Gemeenschapswachten. De termijn voor de oprichting wordt met zes maanden verlengd tot 9 juli 2008 (en niet 9 januari 2008). Daarnaast heeft de regering beslist dat het
toezicht op de gemeentelijke retributiereglementen niet alleen meer bij de dienst Gemeenschapswachten ligt maar ook – zoals vroeger – door ander gemeentepersoneel kan gebeuren. Zo wordt een gemeente niet langer verplicht een dienst Gemeenschapswachten op te richten enkel en alleen omdat ze parkeerwachters behorende tot het gemeentepersoneel op haar grondgebied inzet. Wie wacht op de uitvoeringsbesluiten voor het uniform of de opleiding moet nog even geduld oefenen. De teksten zijn voor advies overgemaakt aan de Raad van State. koen.van.heddeghem@vvsg.be
Toegankelijkheid openbare gebouwen liever niet in de wet
STEFAN DEWICKERE
De steden en gemeenten vinden het belangrijk dat gebouwen met een publieke functie ook toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Helaas blijkt dit in de praktijk niet
altijd het geval te zijn, ondanks de regelgeving die erover bestaat. Op gewestelijk niveau bestaan er daarom plannen om een gewestelijke stedenbouwkundige verordening over dit thema aan te nemen. De VVSG vreest dat deze verordening veel extra werklast voor de gemeenten betekent, zonder dat dit tot enige verbetering leidt. Daarom vindt de VVSG een dergelijke verordening geen goede keuze. Ze doet een constructief voorstel hoe de situatie wel kan verbeteren. Vlaanderen kan een Besluit op-
maken met actuele en integrale criteria voor toegankelijkheid. Een op te richten Vlaamse instantie zou vervolgens de documenten daarover moeten controleren. Zo’n dienst heeft kennis en knowhow in huis in verband met toegankelijkheid, een stedenbouwkundige dienst veelal niet. Bovendien wordt zo voorkomen dat via seponering niet-toegankelijkheid van gebouwen straffeloos kan blijven bestaan. Ook wat betreft sensibilisatie van de bouwheer en architect kunnen nog belangrijke inspanningen worden geleverd. xavier.buijs@vvsg.be
Gebouwen met een publieke functie moeten uiteraard ook toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Daarvoor is een Besluit nodig met criteria die gecontroleerd worden.
16 juni 2008 LOKAAL 39
Een dynamisch bestuur waar dienstverlening aan de bevolking centraal staat.
Gemeente Duffel werft aan 1 stedenbouwkundig ambtenaar voltijds – statutair – niveau B (met wervingsreserve) Functieomschrijving Je zorgt ervoor dat alle stedenbouwkundige dossiers worden opgevolgd en afgehandeld, alsook ben je verantwoordelijk voor de opvolging van het ruimtelijke beleid op alle niveau’s. Wij vragen • Je bent in het bezit van een diploma hoger onderwijs van het korte type of een kandidaatsdiploma en een diploma in stedenbouw/ruimtelijke ordening of dit diploma behalen tijdens de proefperiode (Een volledig overzicht van de in aanmerking komende diploma’s kun je verkrijgen op de personeelsdienst) • Je bent Belg of onderdaan van een lidstaat van de EU • Je bent van goed gedrag en zeden, en geniet de burgerlijke en politieke rechten • Je bent lichamelijk geschikt • Je bent 21 jaar op 1 augustus 2008 • Je dient te slagen voor een gewoon aanwervingsexamen Wij bieden • Een boeiende job • Een aantrekkelijk salaris • Maaltijdcheques • Hospitalisatieverzekering • Fietsvergoeding en gratis woon-werkverkeer bij gebruik van openbaar vervoer Belangstelling? • Volledige functiebeschrijving, examenprogramma en aanwervingsvoorwaarden te verkrijgen op de personeelsdienst, personeelsdienst@duffel.be of T 015-30 72 43. • Je schriftelijke kandidatuur, cv en kopie van de vereiste diploma’s, dienen gericht bij aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs, aan het college van burgemeester en schepenen, Gemeentestraat 21, 2570 Duffel, en dit ten laatste op 1 augustus 2008.
Uw personeelsadvertentie in Lokaal,
Stad Herentals zoekt een
Stad Herentals zoekt een
Adjunctstedenbouwkundige
Bestuurssecretaris
U heeft een bachelordiploma of een diploma hoger secundair onderwijs. Via een opleidingstraject verwerft u expertise op het vlak van stedenbouwkundige dossiers met klemtoon op het behandelen van aanvragen voor bouwvergunningen. U heeft voldoende communicatieve vaardigheden en een goed ruimtelijk inzicht. U kunt plannen lezen en wetgeving correct toepassen. Wij bieden u een contract voor een jaar met de mogelijkheid tot verlenging en vaste benoeming, glijdende werktijd, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering en mobiliteitsvergoeding (fiets, openbaar vervoer). U stuurt uw kandidatuur naar het college van burgemeester en schepenen, administratief centrum, Augustijnenlaan 30, 2200 Herentals tot en met 20 juni 2008. Uw kandidatuur bevat een kopie van het gevraagde diploma en een duidelijk en uitgebreid cv. De sollicitatiegesprekken vinden plaats op 10 juli 2008.
VVSG-week én op de VVSG-website Inlevering van advertenties voor: Lokaal 13 (1 tot 15 september 2008): 11 augustus 2008 Lokaal 14 (16 tot 30 september 2008): 1 september 2008 Informatie: Nicole Van Wichelen • T 02-211 55 43 • nicole.vanwichelen@vvsg.be
Bijkomende inlichtingen, de volledige functiebeschrijving en uitgebreide aanwervingsvoorwaarden kunt u verkrijgen bij de personeelsdienst, administratief centrum, T 014-28 50 50 of info@herentals.be. U vindt deze informatie ook op www.herentals.be.
voor de technische dienst administratie U heeft een masterdiploma economie, bedrijfswetenschappen, sociale wetenschappen, rechtsgeleerdheid of ingenieurswetenschappen. U leidt de cel administratie van de technische dienst (aankopen, aanbestedingen, lokale economie) en coördineert de activiteiten met de cel studie en werfopvolging en met de andere stadsdiensten. U verwerft expertise op het vlak van overheidsopdrachten en andere wetgeving waarmee de technische diensten te maken hebben. Hiervoor heeft u een minimum aan technisch aanvoelen nodig. Wij bieden u een contract voor een jaar met de mogelijkheid tot verlenging en vaste benoeming, glijdende werktijd, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering en mobiliteitsvergoeding (fiets, openbaar vervoer). U stuurt uw kandidatuur naar het college van burgemeester en schepenen, administratief centrum, Augustijnenlaan 30, 2200 Herentals tot en met 4 juli 2008. Uw kandidatuur bevat een kopie van het gevraagde diploma en een duidelijk en uitgebreid cv. De sollicitatiegesprekken vinden plaats op 15 juli 2008. Bijkomende inlichtingen, de volledige functiebeschrijving en uitgebreide aanwervingsvoorwaarden kunt u verkrijgen bij de personeelsdienst, administratief centrum, T 014-28 50 50 of info@herentals.be. U vindt deze informatie ook op www.herentals.be.
Het gemeentebestuur van Mol gaat over tot de invulling van volgende (m/v) belangrijke functie in voltijds vast dienstverband:
1 INGENIEUR INFRASTRUCTUURWERKEN niveau A Functie: stimuleren, ontwikkelen en coördineren van de infrastructuurwerken en het waterbeleid om een zo groot mogelijke effectiviteit en efficiëntie te bereiken. Profiel:ÊUÊ Õ`iÀÊâ ÊÛ> Êofwel een diploma van industrieel ingenieur, ofwel een diploma van master in de industriële wetenschappen ofwelÊ`>>À iiÊ}i }iÃÌi `ÆÊUÊÃ >}i ÊÛ ÀÊ iÌÊÛ>ÃÌ}i i}`iÊÃi iVÌ i«À }À> >ÆÊUÊ}iÃV ÌÊLiÛ `i ÊÜ À`i Ê Ê een psychologisch onderzoek. Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor een jaar. Kandidaatstelling met cv, met kopie van het diploma en uittreksel van het strafregister, kan tot en met 10 juli 2008 uitsluitend per aangetekende zending gestuurd worden naar het College van burgemeester en schepenen, t.a.v. personeelsdienst, Molenhoekstraat 2, 2400 Mol. Voor meer info: de aanwervingsvoorwaarden, de functiebeschrijving en het selectieprogramma zijn te verkrijgen op de personeelsdienst, tel. 014 33 09 47 of personeelsdienst@gemeentemol.be.
40 LOKAAL 16 juni 2008
wetmatig berichten
Verzorgenden in de thuiszorg krijgen houvast Verzorgenden in de thuiszorg werken al jaren in een onduidelijke situatie. Taken die zij verrichten, zijn op federaal niveau omschreven als verpleegkundige taken (het befaamde KB 78). Dit leidt ertoe dat verzorgenden juridisch gezien illegale praktijken verrichten. Een ontwerp van decreet biedt hun in de toekomst houvast. zal de verzorgende aan een aantal kwalificatievereisten moeten voldoen (vermoedelijk de kwalificatievereisten die nu al omschreven staan in de thuiszorgbesluiten). Het ontwerp van decreet wil in de toekomst een duidelijk
elke.verlinden@vvsg.bE
LEERMANS
Het probleem van de verzorgenden werd versterkt door de invoering van de zorgkundige op federaal niveau (waarbij een verzorgende een aantal verpleegkundige taken mag uitvoeren onder verpleegkundig toezicht). Duidelijkheid drong zich op. Op aandringen van de sector, onder andere ook via de VVSG, waren eerst minister Inge Vervotte en daarna minister Steven Vanackere bereid een juridisch kader te scheppen dat de verzorgenden in de thuiszorg rechtszekerheid kan bieden. Op 23 mei keurde de Vlaamse regering het ontwerp van decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening goed. Dit decreet omschrijft welke taken een verzorgende mag verrichten in het kader van de zorg- en bijstandsverlening. Het decreet onderscheidt hier een drietal dimensies: de lichamelijke zorg (zoals de hygiĂŤnische verzorging, hulp bij het aan- en uitkleden, hulp bij het aanbrengen van steunkousen of bijstand bij het nemen van geneesmiddelen), de psychosociale ondersteuning en de pedagogische of agogische ondersteuning. Voor deze taken
houvast bieden voor de verzorgenden in de thuiszorg. Zij zullen de ondersteuning die zij nu bieden aan cliĂŤnten kunnen blijven leveren, zonder het risico hiervoor juridisch vervolgd te worden. Een hele geruststelling voor iedereen die al jaren bijzonder toegewijd mensen thuis verzorgt. Volgende fase in het ontwerp van decreet is de bespreking in het Vlaamse Parlement.
Het ontwerpdecreet omschrijft welke taken een verzorgende mag verrichten tijdens de zorg- en bijstandverlening.
Decreten ruimtelijke ordening en grond- en pandenbeleid onrijp
hilde.plas@vvsg.be
xavier.buijs@vvsg.be
STEFAN DEWICKERE
Wel moet de gemeenteraad in de loop van 2008 een subsidiereglement met kwaliteitscriteria zoals bepaald in het decreet, goedkeuren en moet vanaf 2009 de subsidie jaarlijks uitbetaald worden op basis van het nieuwe reglement en volgens de voorwaarden van het decreet. Schepenen, sportdiensten en voorzitters van sportraden kregen van de minister al eind mei een brief over deze beslissing.
Dit voorjaar werkte de Vlaamse regering aan een wijziging van het decreet ruimtelijke ordening en een nieuw decreet voor grond- en pandenbeleid. Het resultaat werd vorige maand onder meer aan de VVSG voorgelegd voor advies. De nieuwe teksten zijn zonder meer ambitieus te noemen. Zo worden instrumenten in het leven geroepen om betaalbaar wonen beter mogelijk te maken. Ook op het vlak van planning, vergunningverlening en handhaving in de ruimtelijke ordening vinden tal van veranderingen plaats. Het VVSG-advies bestaat uit een algemeen en een inhoudelijk deel. In het algemene deel gaan we onder meer in op de ingewikkelde manier waarop betaalbaar wonen mogelijk wordt gemaakt. Hierbij pleiten we voor wetsmatiging en voor het beperken van de bijkomende planlast. We vinden dat de gemeenten prioriteit moeten kunnen geven aan de ontvoogding en dat ze voldoende tijd en vorming moeten krijgen om zich in te werken in de materie. In het inhoudelijke gedeelte gaan we in op een aantal relevante artikels voor lokale besturen, zoals de meldingsplicht, de as-built attesten, de uitbreiding van het planologische attest, de oprichting van de Raad voor Vergunningsbetwistingen, het bindend sociaal objectief en de woonconvenants. De VVSG vindt het voorontwerp onvoldoende rijp om nu al van kracht te worden. Overigens brachten onder meer ook de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening, de Vlaamse Woonraad en de MINA-raad adviezen van vergelijkbare strekking uit.
Dit jaar kunnen gemeenten nog sportsubsidies verlenen op basis van het bestaande reglement.
Overgangsmaatregel voor verantwoording van gemeentelijke sportsubsidies Vlaams minister van Sport Bert Anciaux aanvaardde de vraag van verschillende gemeenten, opgevangen en gesteund door de VVSG, om in een overgangsmaatregel te voorzien zodat de gemeenten hun subsidies aan de sportverenigingen kunnen uitbetalen op grond van hun huidige reglement. Hij besloot dat de verantwoording van de beleidssubsidie ter ondersteuning van de sportverenigingen voor het werkingsjaar 2008 mag gebeuren op basis van het bestaande gemeentelijke subsidiereglement.
16 juni 2008 LOKAAL 41
AGENDA
Brussel 17 juni De registratie van aannemers: nieuwe regelgeving Informatiesessies met RSZ over sociale schuld, de inhoudingsplicht, hoofdelijke aansprakelijkheid, fiscale schulden. www.vvsg.be (kalender) Leuven 17 juni en Brugge 18 juni Thema’s zorgvernieuwing ouderenzorg bekend Informatiedag over ‘Protocol 3’, een akkoord tussen de federale overheid, de gewesten en gemeenschappen over ouderenzorgbeleid. www.vvsg.be (kalender) Brussel 24 juni Resolutie sanering afvalwater Infonamiddag voor schepenen van Openbare Werken en Leefmilieu over de resolutie sanering afvalwater in het Vlaamse Parlement. www.vlario.be Antwerpen 24 juni Uw bestuur interactief Workshop over online research infrastructuur voor lokale besturen met presentatie online onderzoekstool Socratos – Indigov en voorbeelden van concrete toepassingen. www.provant.be/uwbestuurinteractief Vlaanderen 25 juni Buitenspeeldag Bert Anciaux en kinderzender Nickelodeon willen dat kinderen en jongeren de kans krijgen buiten te spelen en te sporten. www.buitenspeeldag.be
NIX TrIljoen
42 LOKAAL 16 juni 2008
Brussel 25 juni Cultureel-erfgoeddecreet Na een toelichting over het nieuwe decreet volgt een specifieke uitleg over de cultureelerfgoedconvenants voor gemeenten. www.vlaanderen.be/erfgoed Kortrijk 26 juni Steden en gemeenten mee op hetzelfde – brede – spoor? Studiedag van het Expertisecentrum Brede School Vlaanderen over de rol van steden en gemeenten in Brede Scholen. www.bredeschool.be Vlaanderen 16 september European Mobility Week Duurzame mobiliteitscampagne waaraan meer dan 2000 Europese steden en gemeenten deelnemen. www.mobilityweek.eu Vlaanderen start 16 september Aardig-op-weg-week Campagne met autoluwe initiatieven. www.varieerinhetverkeer.be Vlaanderen 20 september Dag van de Trage Weg Studiedag over het belang van trage wegen. www.tragewegen.be Mechelen 23 september Lokaal waterbeleid: meer dan je dacht Studiedag over riolen, IBA’s, waterlopen en integraal waterbeleid in samenwerking met Vlinter en CIW. www.vvsg.be (kalender)
Leuven 23 september Uw bestuur interactief Workshop over online research infrastructuur voor lokale besturen met presentatie online onderzoekstool Socratos – Indigov en voorbeelden van concrete toepassingen. www.vera.be Freiburg 25, 26 en 27 september Duurzame stad Freiburg Studiebezoek voor het schepencollege, eventueel vergezeld van enkele gemeenteraadsleden en/of ambtenaren. www.vvsg.be (kalender) Vlaanderen 1 oktober Maand van de energiebesparing Actie met als motto ’t Is oktober, hou het sober. www.energiesparen.be Vlaanderen 5 oktober Week van het Bos Grootste bosevenement waarop de Vlaamse bossen en bomen in de kijker worden geplaatst. www.weekvanhetbos.be Vlaanderen 25 oktober Dag van de kringloopwinkel Opendeurdag in alle Kringwinkels om hergebruik op een creatieve manier in de kijker zetten. www.dekringwinkel.be
GEMEENTE VOEREN. NATUURLIJK RUSTIG.
Voeren is een landelijke gemeente op mensenmaat en wordt gekenmerkt door haar directe betrokkenheid met de burger en kwaliteit in eenvoud. In een prachtige omgeving, op slechts 20 min. van Haspengouw, 30 min. van het Maasland en 40 min. van de Kempen, werkt een kleine, maar enorm enthousiaste ploeg aan de dynamiek van de mooiste gemeente van Limburg. Voor de herinrichting van de dorpskernen, de aanleg van toeristische fietspaden en uitvoering van het mobiliteitsplan zijn we op zoek naar een (m/v):
COÖRDINATOR OPENBARE WERKEN
TUBUVUBJS t WPMUJKET t # # t PWFSOBNF SFMFWBOUF QSJWÏ BODJÑOOJUFJU Functie: +F TUBBU [P [FMGTUBOEJH NPHFMJKL JO WPPS EF PSHBOJTBUJF FO QMBO OJOH WBO ÏO EF MFJEJOH PWFS EF PQFOCBSF XFSLFO %JU CFUFLFOU JO EF FFSTUF QMBBUT IFU PQWPMHFO WBO BBOCFTUFEJOHFO WPSEFSJOHTTUBUFO NFFUTUBUFO FO IFU QSBLUJTDIF UPF[JDIU PQ EF XFSWFO %BBSOBBTU TUVVS KF FFO UBM NFEFXFSLFST BBO WPPS IFU IFSTUFMMFO WBO XFHFO POEFSIPVE WBO m FUTQBEFO TJHOBMJTBUJF FUD 4BNFO NFU EF TUFEFOCPVXLVOEJHF PQUJNBMJTFFS KF FOFS[JKET EF EJFOTU WFSMFOJOH BBO EF CVSHFS FO CJFE KF BOEFS[JKET CFMFJETPOEFSTUFVOJOH BBO EF CVSHFNFFTUFS FO EF TDIFQFO
Profiel: +F CFOU CBDIFMPS PG HFMJKLXBBSEJH JO EF CPVXLVOEF +F IFCU FFO NFFS EBO TUFWJHF CBTJTLFOOJT WBO JOGSBTUSVDUVVSXFSLFO FO SJPMFSJOH +F LBO QMBOMF[FO ÏO KF QMBO USFLLFO "MT PSHBOJTBUJFUBMFOU IPV KF BMMFT POEFS DPOUSPMF FO LBO KF WFSTDIJMMFOEF UBLFO UFHFMJKL DPÚSEJOFSFO +F IPVEU WBO BGXJTTFMJOH FO JOJUJBUJFG OFNFO
DUURZAAMHEIDSAMBTENAAR TUBUVUBJS t WPMUJKET t # #
Functie: 4BNFO NFU EF CFMFJETDPÚSEJOBUPS MFJE KF EF EJFOTU .JMJFV FO CPVX KF IFU EVVS[BBN CFMFJE WBO EF HFNFFOUF 7PFSFO VJU +F OFFNU EF BMHFNFOF DPÚSEJOBUJF WPPS KF SFLFOJOH FO CFOU WFSBOUXPPSEFMJKL WPPS NJMJFVHFSFMBUFFSEF QSPKFDUFO [PBMT IFU PQTUFMMFO WBO IFU NJMJFVKBBSQSPHSB NNB IFU JOUFHSFSFO WBO EF QSJODJQFT WBO EVVS[BNF POUXJLLFMJOH DPNNVOJDBUJF PNUSFOU NJMJFV FEVDBUJF TFOTJCJMJTFSJOH EF VJUCPVX WBO FFO JOUFSO NJMJFV[PSHTZTUFFN FO UFO TMPUUF EF BENJOJTUSBUJFWF FO UFDIOJTDIF POEFSTUFVOJOH
Profiel: +F CFOU CBDIFMPS PG HFMJKLXBBSEJH NFU FFO BMHFNFOF LFOOJT WBO EF NJMJFVXFUHFWJOH FO NJMJFVXFUFOTDIBQQFO )FU TQSFFLU WPPS [JDI EBU KF FFO TUFSLF BGm OJUFJU IFCU NFU NJMJFVQSPCMFNBUJFL FO FDPMPHJF +F CFOU WFSUSPVXE NFU EF XFSLJOH WBO IFU CFTUVVS +F VJUTUFLFOEF DPNNVOJDBUJFWF WBBSEJHIFEFO LPQQFM KF BBO POEFSIBOEFMJOHT FO MFJEJOHHFWFOEF WBBSEJHIFEFO +F LBO [FMG TUBOEJH DPSSFDU FO TOFM XFSLFO 7FSEFS CFO KF FFO EJTDSFUF FO TUSFTTCFTUFOEJHF DPMMFHB EJF CFSFJE JT [JDI QFSNBOFOU CJK UF TDIPMFO
DESKUNDIGE COMMUNICATIE TUBUVUBJS t WPMUJKET t # #
Functie: +F MFJEU EF EJFOTU $PNNVOJDBUJF FO [PSHU EBU EF CFWPMLJOH WBO 7PFSFO PQUJNBBM HFÕOGPSNFFSE JT PWFS XBU IFO BBOCFMBOHU +F TUBBU N B X JO WPPS FFO HPFEF DPNNVOJDBUJF UVTTFO IFU CFTUVVS FO EF JOXP OFST $PODSFFU WFS[PSH KF QVCMJDBUJFT HFNFFOUFMJKLF JOGPSNBUJFCMBEFO BBOLPOEJHJOHFO FO DPNNVOJDBUJF SPOE XFSL[BBNIFEFO JO EF HFNFFOUF 7FSEFS CFIFFS KF EF XFCTJUF FO IPV KF EF HFNFFOUFMJKLF QVCMJDBUJF CPSEFO J T N IFU 0$.8 7PFSFO VQ UP EBUF
Profiel: +F CFOU CBDIFMPS PG HFMJKLXBBSEJH JO FFO DPNNVOJDBUJF SJDIUJOH PG JO EF KPVSOBMJTUJFL 7FSEFS LBO KF FFO VJUHFTQSPLFO DPNNVOJDBUJFWF FO TPDJBMF CBTJTIPVEJOH VJUTQFMFO +F CFOU TUSFTTCFTUFOEJH IFSLFOU TOFM DPNNVOJDBUJF OPEFO FO LBO IJFS BEFRVBBU PQ JOTQFMFO
ADMINISTRATIEF MEDEWERKER BIBLIOTHEEK DPOUSBDUVFFM t IBMGUJKET t $ $
Functie: +F [PSHU WPPS FFO FGm DJÑOUF FO WMPUUF EJFOTUWFSMFOJOH BBO EF HFCSVJLFST WBO EF HFNFFOUFMJKLF CJCMJPUIFFL %BBSOBBTU TUB KF JO WPPS EF DBUBMPHVTWFS[PSHJOH FO WFSXFSLJOH FO EF BENJOJTUSBUJFWF POEFSTUFV OJOH WBO EF CJCMJPUIFDBSJT
Profiel: +F IFCU FFO EJQMPNB IPHFS TFDVOEBJS POEFSXJKT FO CFOU WFSUSPVXE NFU EF XFUHFWJOH N C U IFU DVMUVVSCFMFJE JO IFU BMHFNFFO FO IFU CJCMJPUIFFL XF[FO JO IFU CJK[POEFS
Aanwervingsvoorwaarden: Slagen voor het taalexamen (elementaire kennis Frans voor kandidaten met een niet-Franstalig diploma en grondige kennis /FEFSMBOET WPPS LBOEJEBUFO NFU FFO 'SBOTUBMJH EJQMPNB t 4MBHFO WPPS IFU BBOXFS WJOHTFYBNFO t 7PPS BMMF GVODUJFT LPNFO MBBUTUFKBBSTTUVEFOUFO JO BBONFSLJOH POEFS WPPSXBBSEF EBU LBOEJEBUFO FFO TUVEJFCFXJKT FO WFSLMBSJOH WBO EFFMOBNF BBO EF FJOEFYBNFOT CJOOFO FFO UFSNJKO WBO NBBOEFO LVOOFO WPPSMFHHFO ÏO IVO TUVEJFT NFU TVDDFT BGSPOEFO
Aanbod: t 7FFM BGXJTTFMJOH JO SVJM WPPS FWFOWFFM WPMEPFOJOH t FFO FOUIPVTJBTUF FO PQFO XFSLPNHFWJOH t NBYJNBMF NBBMUJKEDIFRVFT FO WPSNJOHTNPHFMJKLIFEFO t IPTQJUBMJTBUJFWFS[FLFSJOH t m FUTWFSHPFEJOH t WFSMPGEBHFO Interesse? 4UVVS KF TPMMJDJUBUJFCSJFG NFU DW FFO BGTDISJGU WBO KF EJQMPNB FO VJUUSFLTFM VJU IFU TUSBGSFHJTUFS VJUFSMJKL KVMJ BBOHFUFLFOE OBBS IFU (FNFFOUFCFTUVVS 7PFSFO U B W EF #VSHFNFFTUFS 4DIPPMTUSBBU 7PFSFO 7PPS NFFS JOGP LBO KF UFSFDIU PQ UFM 7PPS EF[F WBDBUVSFT XPSEU FFO XFSWJOHTSFTFSWF WBO KBBS BBOHFMFHE
toonaangevend in duurzaam afvalbeheer
w w w. i n d a v e r. b e
•
Te l . 0 1 5 2 8 8 0 2 4
•
i n f o @ i n d a v e r. b e