2008Lokaal16

Page 1

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

NR 16 VAN 16 oktober 2008

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Met leefloon klopt de rekening niet

ICT-verantwoordelijken leren de taal van het beleid

Kwetsbare jongeren op de brug

Kringloopwinkels: vintage in de lift


DDB

www.volkswagen.be

Belgium can leave you more than just memories. Buying a Volkswagen during your stay in Belgium is not only a wise choice but it may also be tax-free. Better still, your Volkswagen dealer will be glad to do the homework for you – meaning that the only formality you’ll have to comply with will be to turn the key. If you are a member of an embassy staff or work for NATO or the European Union, just call our “Special Sales” services: 02/756.83.05 where Christian Kundycki will make sure you are on the right road with all your wishes fulfilled.

Special Sales

Das Auto. 4,9 - 13,3 l/ 100 km • 147 - 316 g CO2/ km. Environmental information (RD 19/03/2004): www.volkswagen.be


NR 16 VAN 16 oktober 2008

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

BART LASUY

INHOUD

LOKAAL NUMMER 16 VAN 16 oktober 2008

Met leefloon klopt de rekening niet

12 Interview: Terneuzen verplaatst coffeeshops niet naar de grens

ICT-verantwoordelijken leren de taal van het beleid Kwetsbare jongeren op de brug Kringloopwinkels: vintage in de lift

5 Opinie: Beursstorm

KORT LOKAAL

STEFAN DEWICKERE

René (58) heeft twaalf stielen en dertien ongelukken gehad. Hij woont in een sociale woning in Gent en krijgt een leefloon. ’s Middags eet hij warm in Huize Triest. Dat kost daar maar twee euro.

De verschillende grensregio’s mag je niet met elkaar vergelijken. Maar Terneuzen, Maldegem en hun buurgemeenten timmerden hard aan een rapport om het drugstoerisme in te dijken.

6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

ORGANISATIE

FORUM 24 De kortste weg is een brief aan de burgemeester 26 Lokale raad 27 Geknipte politicus Bram Swaerts

16 De kleine lettertjes van verzelfstandiging Gemeenten en straks ook OCMW’s kunnen diensten verzelfstandigen. Dat is geen sinecure. Daarom heeft de VVSG een checklist opgesteld. Dit afwegingskader helpt hen ook op weg bij de motiveringsverplichtingen.

STEFAN DEWICKERE

12 Interview met Johan De Roo en Jan Lonink Terneuzen verplaatst coffeeshops niet naar de grens 16 De kleine lettertjes van verzelfstandiging 18 Vrije tribune Geld van de gemeente verspillen? Liefst niet met ons… 20 ICT-verantwoordelijken leren de taal van het beleid 22 Tussen waardering en uitbuiting De valorisatie van het gemeentelijke archivalische erfgoed

WERKVELD 28 OCMW’s depanneren nog te veel 30 Klare kijk 31 Werkzoekend ben je pas als je klaar bent voor de arbeidsmarkt 32 Kwetsbare jongeren op de brug 35 De donderdag van Josip Bozikovic 36 Intergenerationeel denken en handelen wordt de toekomst 38 De kringloopwinkel: vintage in de lift

OCMW’s depanneren nog te veel

WETMATIG

41 Berichten, boekbesprekingen 46 Agenda & Triljoen

BART LASUY

28 Op 17 oktober is het Wereldarmoededag. 22.000 mensen in Vlaanderen moeten het rooien met een inkomen dat onder de Europese armoedegrens ligt. OCMW’s hebben geen keuze: ze moeten depanneren omdat andere overheden steken laten vallen. 16 oktober 2008 LOKAAL 3


NIEUW !

DE KRACHT VAN BEMIDDELING NIEUWE POCKET: BEMIDDELEN VOOR LEIDINGGEVENDEN Auteur: Silvia Prins Leidinggevenden worden vaak geconfronteerd met allerlei soorten conflicten in hun team en in de organisatie. Conflicten veroorzaken stress, maar kunnen ook een startpunt zijn om verschillen uit te spreken, relaties te herstellen en nieuwe afspraken voor toekomstige samenwerking te maken. Bemiddeling wordt hoe langer hoe meer erkend als een krachtige manier om te interveniëren in conflicten, zonder een beroep te doen op juridische procedures of autoriteiten die een beslissing van bovenaf nemen. De pocket ‘Bemiddelen voor leidinggevenden’ - die binnenkort verschijnt - is niet geschreven voor de professionele bemiddelaar; hij richt zich specifiek tot de leidinggevende die een rol van bemiddelaar wil opnemen en zich hier grondig op wil voorbereiden. Het boek zorgt voor een houvast om zelf op een constructieve manier bij te dragen aan het oplossen van conflicten in de eigen werkomgeving.

Hoofdstuk 1: Conflicten in organisaties: kwelling of kans? Hoofdstuk 2: Omgaan met organisatieconflicten Hoofdstuk 3: Bemiddeling: een situering Hoofdstuk 4: Bemiddeling in organisaties Hoofdstuk 5: Het bemiddelingsproces Hoofdstuk 6: Bemiddelingsvaardigheden Hoofdstuk 7: Conflicten in organisaties en groepsdynamica Hoofdstuk 8: Interventies bij schuldbemiddeling

‘Bemiddelen voor leidinggevenden’ verschijnt in de pocketreeks ‘Professionele vaardigheden’ en maakt eveneens deel uit van het losbladige werk ‘Professionele vaardigheden – Handboek voor leidinggevenden’.

PROFESSIONELE VAARDIGHEDEN, HANDBOEK VOOR LEIDINGGEVENDEN ** Redactiecoördinator: Theo Wijnen, coördinator team Consulting en Ontwikkeling en stafmedewerker Organisatieontwikkeling van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Het losbladige naslagwerk ‘Professionele vaardigheden’ hoort thuis in het boekenrek van elke leidinggevende. Het handboek richt zich onder meer op managers, leidinggevenden, kwaliteitscoördinatoren, stafmedewerkers bij lokale en bovenlokale overheden en in de non-profitsector. U vindt in deze map de inhoud van alle pockets terug op een handig A5-formaat. Alle kaderteksten, oefendocumenten en checklists werden bovendien verzameld in Wordformaat op één cd-rom. Handig voor al uw opleidingssessies.

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel … ex. van Bemiddelen voor leidinggevenden, VVSG-leden € 21*, niet-leden € 25* … ex. van het losbladig handboek Professionele vaardigheden, VVSG-leden € 99*, niet-leden € 119* (inclusief cd-rom) R Ik wens de nieuwsbrief per mail te ontvangen - Mijn bestuur is lid van de VVSG: R Ja R Neen Naam: ................................................................Functie: ................................................................... Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Tel: ...................................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ...................................................................................................................................................

Datum en handtekening

* Prijzen inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31/12/2008. Check voor exacte prijzen steeds onze website www.politeia.be ** Het betreft hier een losbladig werk. De aanvullingen worden mij toegestuurd aan 0,46 euro/blz., de cd-updates aan 27 euro tot schriftelijke wederopzegging.


opinie MARK SUYKENS

Stefan Dewickere

Beursstorm Mark Suykens is directeur van de VVSG

42 miljoen euro dividenden kregen de Vlaamse gemeenten dit jaar van de Gemeentelijke Holding. Die middelen waren hoofdzakelijk afkomstig van de participatie van de Holding in Dexia. De bank betaalde bovendien ook nog eens rechtstreeks 10,7 miljoen euro winsten uit aan de Vlaamse gemeenten. Gemeenten vragen zich af hoe het verder moet, nu ook een monument als Dexia midden in de financiële storm terecht is gekomen. Intussen is het reddingsplan klaar, waaraan de overheden en de aandeelhouders zullen deelnemen. We kunnen momenteel alleen hopen dat op een bepaald moment, ook in de financiële wereld, de redelijkheid terugkeert.

Banken als iconen van de vrije markt vonden uiteindelijk alleen nog de overheid als reddingsmiddel.

Intussen blijven de effecten van de financiële crisis ook voor de lokale besturen niet uit. Vele besturen die de voorbije maanden de markt op gingen om kredieten aan te gaan, zagen een dalende interesse van de banken. Dat lag niet aan de solvabiliteit van de gemeenten en OCMW’s, wel aan de beperkte liquiditeit bij de banken zelf. Deze situatie mag niet te lang duren, want minder concurrentie op de markt betekent natuurlijk ook hogere tarieven. In het slechtste scenario zouden lokale kredietvragers zelfs helemaal in de kou kunnen blijven staan, wat kan betekenen dat gemeenten en OCMW’s noodgedwongen hun investeringen moeten stopzetten. Aangezien de lokale besturen goed zijn voor 60% van de overheidsinvesteringen, kunnen de economische gevolgen dan enorm zijn. Met de verwatering van de participatie in Dexia en de lagere resultaten die de bank over 2008 ongetwijfeld zal boeken, moeten de gemeenten ook rekening houden met lagere dividenden in 2009. Maar vandaag is het nog te vroeg voor verregaande conclusies. Laat de brandweer nu maar de branden blussen. Zodra de hitte van het vuur is weggetrokken, moeten we ons bezinnen over de wederopbouw. Het staat nu al vast dat het huis nooit meer wordt als vroeger. Banken als iconen van de vrije markt vonden uiteindelijk alleen nog de overheid als reddingsmiddel. Ook zeer liberale economen stellen vandaag dat een vrije markt alleen kan werken met een degelijke regulator. Voor de gemeenten duiken nieuwe vragen op: moeten ze zich nu helemaal terugtrekken uit deze turbulente beurswereld, of is net het moment gekomen voor een steviger greep van de overheid op een aantal cruciale sectoren? In elk geval moet dit debat nu gevoerd worden. I

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

Bladmanagement Jan Van Alsenoy Abonnementen VVSG-leden: 78 euro, vanaf 10 ex. 65 euro; niet-leden: 145 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures VVSG, Nicole Van Wichelen, T 02-211 55 43

Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be Hoofdredactie Marlies van Bouwel Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Eindredactie Marleen Capelle

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Marlies van Bouwel, Bart Van Moerkerke Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist), Pol Despeghel (schilder) Vormgeving visueel denken (Gent)

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus

VVSG-bestuur Jef Gabriels, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

16 oktober 2008 LOKAAL 5


KORT LOKAAL NIEUWS

Kinderen en tieners aan het woord over In het voorjaar enquêteerde het Onderzoekscentrum Kind & Samenleving in acht steden en gemeenten 122 kinderen (8-11 jaar) en 116 jonge tieners (12-15-jarigen) over het lokale informatiebeleid. Dit leidde tot enkele in het oog springende conclusies. Zowel kinderen als jongeren verkiezen mondelinge informatie boven folders.

H

et Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen van de Vlaamse overheid gaf het onderzoekscentrum Actieve promotie Kind & Samenleving opdracht voor het project via de scholen blijkt Participatie bij gemeenbijzonder efficiënt telijke jeugdinformatie. De enquête was daar een onderdeel van. Kinderen en jongeren werden ondervraagd over hun behoefte aan informatie en over de gekende en gebruikte informatiekanalen. Ook werd onderzocht in welke mate de informatie die gemeentelijke diensten bij kinderen en jonge tie-

ners verspreiden, gekend is en welke vormgeving hen aanspreekt. Mondelinge promotie Kinderen van het derde en vierde leerjaar lezen geen brochures, zelfs niet als ze op kindermaat geschreven zijn. Flyers of zeer kleine folders kunnen hun aandacht trekken indien ze aan bepaalde vormvereisten voldoen (kleuren, foto’s van leeftijdsgenootjes in actie). Mondelinge promotie van activiteiten voor kinderen van acht tot elf jaar via de scholen blijkt bijzonder efficiënt. Jonge tieners van twaalf tot vijftien

jaar hebben een bijzonder grote behoefte aan informatie over het ontwikkelen van een levensstijl. Ze willen bij voorkeur op school én mondeling geïnformeerd worden over activiteiten en diensten voor hun leeftijd. Actieve promotie via de scholen blijkt overigens bijzonder efficiënt. Jonge tieners hebben belangstelling voor gemeentelijke activiteiten, maar deze zijn in veel gevallen nauwelijks gekend. Slechts een minderheid van de jonge tieners gaat op eigen initiatief op zoek naar informatie op het internet, hoewel haast alle tieners dagelijks surfen. Sabine Van Cauwenberge ÎÎVoor het eindverslag met algemene conclusies van het onderzoek bij kinderen en jonge tieners: www.k-s.be of www.vvsg.be, knop vrijetijdsbeleid, jeugd

Cultuureducatie belangrijk voor ministers Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux stelde op 17 september ‘Smaakmaker, een beleids- en actienota over cultuureducatie’ voor. Eén dag later maakte Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke de beleidsaanbevelingen van de commissie Cultuur en Onderwijs bekend.

D

e beleids- en actienota Smaakmaker van minister Anciaux bevat een referentiekader en een inventaris van alle maatregelen en spelers die binnen de context van cultuur- en jeugdbeleid onder de noemer van cultuureducatie gevat kunnen worden. De nota besteedt aandacht aan een van de meest fundamentele aspecten van het beleid van de minister: het begeleiden, stimuleren, faciliteren en ondersteunen van zoveel mogelijk mensen bij hun participatie aan en in cultuur. Daarmee sluit cultuureducatie naadloos aan bij het participatiebeleid van de minister, dat accenten legt op zowel deelhebben (makers) als deelnemen (smakers).

De minister wil tijdens deze legislatuur nog werk maken van enkele concrete actiepunten. In 2009 komt er een dag van de cultuureducatie. De ondersteuning van de lokale cultuurmedewerkers op het vlak van kunst- en cultuureducatie wordt een bijkomende expliciete opdracht in de beheersovereenkomst met LOCUS, het nieuwe steunpunt voor het lokale cultuurbeleid. Gedeeld/Verbeeld Minister Frank Vandenbroucke richtte vorig jaar naar aanleiding van het onderzoek van Anne Bamford, een Australische professor die de cultuureducatie in Vlaanderen doorlichtte, een

Tot 20 oktober: projectoproep Publieke Ruimte 2009 Bent u als lokale overheid betrokken bij de realisatie of het planproces van een publieke-ruimteproject? Stel uw project dan kandidaat voor opname in het praktijkboek Publieke Ruimte 2009 en maak kans op de gelijknamige onderscheiding. Alle projecten met betrekking tot de (her)inrichting van het openbare domein komen in aanmerking: pleinen, groene ruimten, straten, stationsomgevingen, dorpskernvernieuwingen en doortochten. Een jury van onafhankelijke vaklui maakt uit de inzendingen een selectie van de projecten voor het boek. Een project indienen kan tot 20 oktober 2008. ÎÎwww.steunpuntstraten.be

6 LOKAAL 16 oktober 2008


PRINT & WEB

gemeentelijke informatie

DANIĂ‹L GEERAERTS

Empowerend groepswerk met asielzoekers

Flyers of kleine folders kunnen de aandacht van lagere schoolkinderen trekken als er foto’s in staan van leeftijdsgenootjes.

Anciaux en Vandenbroucke commissie Cultuur en Onderwijs op. Deze adviescommissie moest concrete beleidsvoorstellen formuleren. Haar rapport Gedeeld/Verbeeld is op 18 september aan de minister en aan het publiek voorgesteld. Rode draad in de voorstellen van de commissie is de samenwerking tussen onderwijs en cultuur. Om de samenwerkingsinitiatieven te ondersteunen vraagt de commissie een centrale subsidiepot. De commissie beveelt ĂŠĂŠn coĂśrdinerende minister voor cultuureducatie aan en dringt aan op een sterk partnerschap tussen de CANON Cultuurcel en een nieuw op te richten vergelijkbaar

ankerpunt bij het beleidsdomein Cultuur. Daarnaast concentreert het rapport zich op de structurele verankering van cultuureducatie in leerlijnen kunst- en cultuureducatie in het onderwijs, van de kleuterklas tot het einde van het secundair onderwijs. Een cultuurcoĂśrdinator per scholengemeenschap zorgt voor de coĂśrdinatie zowel intern in de scholen als met het lokale cultuurveld. Sabine Van Cauwenberge en Marleen De Vry ĂŽĂŽSmaakmaker: www.cjsm.vlaanderen.be/cultuurbeleid/ Gedeeld/Verbeeld: www.canoncultuurcel.be

Het aantal paddenstoelen per gemeente vind je niet op www.lokalestatistieken.be. Het aantal hectare bos wel! Met meer dan 3000 hectare heeft Mol de grootste oppervlakte bos. Het aantal hectare bos in verhouding tot de oppervlakte van de gemeente is het grootst in Hoeilaart. Daar is meer dan de helft van de totale oppervlakte bos. Het Vlaamse gemiddelde is 8 procent. Herstappe, Bredene en Oostende hebben volgens het kadaster geen bos. Bekijk de toestand in uw eigen gemeente op www.lokalestatistieken.be.

8

Het OCMW van Heusden-Zolder begeleidt al jaren asielzoekers en heeft voor deze mensen ook een Lokaal Opvanginitiatief opgezet. Het koos voor vernieuwende opvang van goede kwaliteit en startte een vijftal jaar geleden met groepswerk voor asielzoekers, waarbij onder meer ook sport, cultuur, informatie- en ontspanningsactiviteiten aan bod komen. Om het bestaande hulpverleningsaanbod te evalueren en nieuwe impulsen te geven, realiseerde het OCMW in 2007 een project omtrent de methodiek ‘empowerend groepswerk’. Dit boek doet verslag van het onderzoek en de experimentele acties binnen dit project. Hopelijk dient het als inspiratiebron voor hulpverlening aan asielzoekers bij andere organisaties. Els Van den Buys, Sara Vanbilsen, Marijke Cupers, Koen Clijsters, Empowerend groepswerk met asielzoekers. Ervaringen van het OCMW Heusden-Zolder. Het boek is gratis te verkrijgen bij het OCMW, T 011-45 61 50. U betaalt alleen de verzendkosten.

Online: Gemeenschappelijke Catalogus Federale Bibliotheken Onlangs werd de Gemeenschappelijke Catalogus van de Federale Bibliotheken officieel gelanceerd. De catalogus is het resultaat van een vruchtbare samenwerking tussen de FOD P&O, het forum van de federale bibliothecarissen en CIPAL. De catalogus omvat de collecties van de bibliotheken van nagenoeg alle federale wetenschappelijke instellingen en overheidsdiensten, en is met 3,6 miljoen publicaties een van de grote catalogi van BelgiĂŤ. De catalogus kan in drie talen worden geraadpleegd via www.bib.belgium.be. Ook aan het e-governmentaspect van de toepassing werd de nodige aandacht besteed. Zo kunnen burgers zich via het web registreren en publicaties reserveren bij ĂŠĂŠn van de participerende federale bibliotheken. Vervolgens kunnen zij online de afhandeling van hun aanvragen opvolgen. www.bib.belgium.be

16 oktober 2008 LOKAAL 7


KORT LOKAAL NIEUWS

Gemeenten moeten optreden tegen illegale afvalinzameling Sommige privébedrijven zamelen huishoudelijk afval in zonder daarvoor een opdracht te hebben van de gemeente. Dat is onwettig. De Ovam verwacht dat de gemeenten daartegen optreden. Als dat niet gebeurt, zal ze de restafvalcijfers van de gemeente naar boven corrigeren.

Gemeenten moeten een ordentelijke ophaling en verwerking van afval op hun grondgebied organiseren.

BART LASUY

G

emeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor alle huishoudelijke afvalstoffen die ontstaan op hun grondgebied. Ze moeten een ordentelijke ophaling en verwerking van dat afval organiseren. Deze bevoegdheid van de gemeente impliceert ook dat niemand zonder haar toestemming huishoudelijk afval mag inzamelen. Zonder opdracht van de gemeente mag een particulier bedrijf geen huishoudelijk afval inzamelen afkomstig van bijvoorbeeld een appartementsgebouw. Dat heeft uiteraard te maken met alle scheidingsregels, gemeentelijke afvalbelastingen en de wetgeving voor overheidsopdrachten.

Nederlandse gemeente mag FSC opleggen aan aannemer

Sommige privéophalers lappen deze regels aan hun laars. Gemeenten kunnen in de verleiding komen om dit oogluikend toe te staan. Het kan immers leiden tot een vervalste daling van de hoeveelheid restafval per inwoner, waardoor de gemeente makkelijker de Vlaamse doelstellingen haalt. De Ovam liet per brief weten van de gemeenten te verwachten dat ze tegen de illegale afvalinzameling optreden. Zoniet zal de Ovam eenzijdig het restafvalcijfer naar boven toe aanpassen, waardoor deze gemeenten hun subsidies in het kader van het samenwerkingsakkoord dreigen te verliezen. Christof Delatter

Rotterdam, 3-5 november

‘Child in the City’

V

Alex Verhoeven en Steven Verbanck

an 3 tot 5 november is Rotterdam de gaststad Child in the city, het tweejaarlijkse congres van het Europees Netwerk Kindvriendelijke Steden. Twee thema’s staan centraal: instrumenten waarmee steden hun kindvriendelijkheid zelf kunnen evalueren en het ontwerp van kindvriendelijke publieke ruimte, met veel aandacht voor het bespeelbaar maken van openbare plekken. Het is de bedoeling dat verschillende steden (vooral uit Europa, maar ook uit Canada en Australië) elkaar inspireren en dat het congres een laboratorium voor nieuwe ideeën wordt ontwikkeld. Dit congres is bedoeld voor vertegenwoordigers van steden en gemeenten, ontwerpers, ruimtelijk planners, stedenbouwkundigen en jeugdwerkers. Op maandagnamiddag organiseren het Europees Netwerk Kindvriendelijke Steden samen met de Vereniging van Nederlandse gemeenten een forum voor mandatarissen. Het programma en de inschrijvingsvoorwaarden staan op www.childinthecity.com. Voor mandatarissen die enkel op maandag 3 november willen komen, is er een speciale dagprijs.

ÎÎwww.fair-timber.be

Sabine Van Cauwenberge

Nederlandse gemeenten mogen bij aanbestedingen eisen dat een aannemer FSCgecertificeerd is. Dat heeft de rechtbank van Den Haag beslist in een kortgeding tegen de Nederlandse gemeente Boskoop.

E

DANIËL GEERAERTS

en niet-gecertificeerde aannemer vond de gemeentelijke eis van FSC-certificering niet in verhouding met de zeer kleine hoeveelheid hout die voor een project nodig was (1/5000ste van de totaalprijs). De rechter gaf de gemeente echter gelijk en oordeelde dat het ‘voor bouwbedrijven betrekkelijk eenvoudig FSC-hout is geen merknaam maar een keurmerk waardoor het en weinig bezwaarlijk is om het mogelijk is om FSC op te leggen bij een overheidsopdracht. vereiste FSC-certificaat te verkrijgen’, onder meer omdat de aannemer voldoende tijd had tijdens de toewijzingsprocedure om de certificering te verkrijgen. De rechter oordeelde ook dat de gemeente FSC als zodanig mag opleggen. Is de juridische toestand in België dezelfde? Wij hebben het zelf (nog) niet juridisch uitgespit, maar volgens Bart Holvoet, directeur Fair Timber - FSC Belgium, is het ook in België mogelijk FSC op te leggen bij een overheidsopdracht: ‘FSC is immers geen merknaam maar een keurmerk dat openstaat voor iedereen, gelijk waar ter wereld, die de eisen van het systeem wil respecteren. Echte zekerheid hebben we misschien pas als het ook eens juridisch aangevochten wordt, maar zo’n rechtszaak in België is mij niet bekend. Ik heb wel weet van overheden die FSC vroegen en ander hout geweigerd hebben, een boeteclausule hebben toegepast of zelfs het niet-FSC-gelabeld hout hebben laten vervangen.’

8 LOKAAL 16 oktober 2008


PRINT & WEB

Vorming lokaal jeugdbeleid met Trip Lokaal

T

rip Lokaal is een gratis vormingsaanbod over lokaal jeugdbeleid in de vijf provincies. Op elke plaats kunt u twee thematische sessies van telkens anderhalf uur bijwonen. Op het programma voor dit najaar staan vorming over jeugdlokalen (beheer, brandveiligheid, verhuur), gemeentelijk jeugdbeleid (cultuur en sociaal beleid), jeugdraden (dynamiek en samenwerking), organiseren en regelgeving (fuiven en kampen) en diverse praktische

thema’s zoals spelen, geluid, bijzondere doelgroepen. Trip Lokaal is een organisatie van Steunpunt Jeugd en de Vlaamse provincies, met steun en medewerking van de afdeling Jeugd, VVJ en het jeugdwerk. Sabine Van Cauwenberge ÎÎTrip Lokaal, telkens op zaterdagvoormiddag: 8 november in Genk, 22 november in Berchem, 29 november in Dendermonde, 13 december in Brugge en op woensdagavond 10 december in Leuven, informatie en inschrijvingen: www.steunpuntjeugd.be

Schrijf geschiedenis op 24 oktober

Behoud door ontwikkeling

H

oe ga je om met waardevol bouwkundig erfgoed in een veranderende omgeving? Dit is een zeer actuele vraag. Publieke en private stadsprojecten kunnen tot opmerkelijke stedelijke transformaties leiden. Deze transformaties zijn vaak structureel en beeldbepalend. Ze grijpen in op bestaande gebouwen, plekken en betekenissen en hebben zo een directe impact op de culturele duurzaamheid van de stad. Deze vraag zette Oostende ertoe aan om met de Vlaamse Bouwmeester een onder-

zoek te laten uitvoeren door deskundigen, als basis voor een toekomstig stadsvernieuwingsbeleid. Maar ook heb je een zo breed mogelijk inzicht en draagvlak nodig. De studiedag Behoud door Ontwikkeling maakt het begin door alle betrokkenen zoals beleidsmakers, gemeentepersoneel, ruimtelijk planners, stedenbouwkundigen en architecten, kunsthistorici, (potentiĂŤle) eigenaars en ontwikkelaars actief te betrekken bij de toelichting en het debat over het gevoerde onderzoek. De studiedag op 24 oktober

in de Thermae is een organisatie van Oostende Werft vzw in samenwerking met en met steun van de Vlaamse overheid, de Vlaamse Bouwmeester, de stad Oostende en het AGSO.

Samen met het nieuwe Vlaamse Reglement op de Bodemsanering (Vlarebo) is op 1 juni ook het nieuwe Bodemdecreet in werking getreden. Daarmee wordt het vroegere Bodemsaneringsdecreet integraal opgeheven. Bodemrecht in Vlaanderen biedt een broodnodige, grondige, artikelsgewijze commentaar van het nieuwe decreet. Bij elk artikel wordt de toelichting van de decreetgever weergegeven, nadien de uitvoeringsbepaling(en) uit het nieuwe Vlarebo en tot slot de rechtspraak en rechtsleer die betrekking hebben op de analoge bepalingen uit het Bodemsaneringsdecreet. Op die manier vindt men onmiddellijk terug wat de bedoeling van de decreetgever was, hoe de bepaling werd uitgevoerd en aan welke rechtspraak men zich mogelijk kan verwachten. Het boek is een nuttig werkinstrument voor notarissen, vastgoedmakelaars, boekhouders, bodemdeskundigen, experts in onroerende goederen, bedrijfsjuristen, bedrijfsrevisoren, ambtenaren, curatoren en advocaten. S. Verbist, Bodemrecht in Vlaanderen, uitgeverij Intersentia, Antwerpen, 2008, 95 euro

Sabine Van Cauwenberge en Xavier Buijs ĂŽĂŽwww.vlaamsbouwmeester.be

Tot 5 januari: ProjectEN VOOR het derde Kustactieplan Binnen het derde Kustactieplan is er twee miljoen euro beschikbaar voor het Vlaamse kusttoerisme, vooral voor actieve vakanties aan zee en met de focus op jongeren. Ook projecten voor de inhoudelijke ondersteuning van commerciĂŤle logiesvormen komen in aanmerking. Projecten kunnen maximaal voor zeventig procent gesubsidieerd worden. Overheden, private rechtspersonen of samenwerkingsverbanden tussen deze twee kunnen een project indienen. Het derde Kustactieplan richt zich op de tien kustgemeenten, maar ook op het onmiddellijke hinterland zoals Brugge, het Brugse Ommeland en de Westhoek. ĂŽĂŽwww.toerismevlaanderen.be

Bodemrecht in Vlaanderen

Online: nieuwe VFG-website De Vereniging voor personen met een handicap (VFG vzw) heeft een gloednieuwe website. Op www.vfg.be staat informatie over alle regelgeving waarmee iemand met een handicap geconfronteerd wordt. Je komt er ook te weten hoe je actief kunt worden als persoon met een handicap en welke ondersteuning de VFG daarbij biedt. Naast interessante vacatures voor personen met een handicap bevat de website onder meer ook interactieve onderdelen zoals een forum en de mogelijkheid voor het publiceren van eigen beeldmateriaal. www.vfg.be

16 oktober 2008 LOKAAL 9


PERSPIRAAT

KORT LOKAAL NIEUWS

“ Dat je als Kempenzoon en bui-

tenstaander toch wordt geselecteerd voor zo’n positie, bewijst de objectiviteit van het bestuur. Kwaliteit primeert in het Antwerpse project. Jan Swinnen, Turnhouts OCMWsecretaris, wordt de nieuwe stadsontvanger van Antwerpen – De Standaard 23/9

“ Mark my words: een stad zal groen zijn, of ze zal niet zijn.”

Wim van Hees, stichter van de Oosterweel-actiegroep vzw Ademloos – Het Nieuwsblad 20/9 siaste mensen gevonden, die overtuigd waren van het nut van hun job. Maar voor de meesten geldt dat ze weinig kans maken om overspannen te worden. Een ambtenaar is een gemiddelde mens, met een meer dan gemiddeld verlangen naar zekerheid. Fotograaf Jan Banning, die met Bureaucratics, een portrettenreeks van ambtenaren over de hele wereld, de World Press Photo Award 2004 won – De Morgen 20/9

Ik snap er eigenlijk niets van. De hoofdactiviteit van Dexia is kredietverlening aan lokale besturen en overheden. Wat is er veiliger dan dat? Professor Rudi Vander Vennet (UGent) over de impact van de internationale financiële crisis op de beurswaarde van de Belgische grootbanken – De Standaard 18/9

DE LIJN

“ Ik heb overal vrolijke, enthou-

Gemeenten kunnen schuilhuisjes zelf ontwerpen en ook daarvoor kunnen ze tot 75 % subsidie krijgen.

Aanvraagprocedure subsidies schuilhuisjes eigen ontwerp

D

e steden en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de plaatsing van schuilhuisjes aan de haltes van De Lijn. De gemeente kan een schuilhuisje uit het standaardgamma van De Lijn kiezen (75% subsidies) of een publicitair schuilhuisje plaatsen (gratis), maar ze kan ook zelf een schuilhuisje (laten) ontwerpen. Ook daarvoor kan de gemeente sinds 2004 tot 75% subsidie krijgen. Per halte bedraagt de

subsidie maximaal tweemaal de subsidie die geldt voor het type C uit het gamma van De Lijn. De Lijn heeft enkele maanden geleden de aanvraagprocedure voor deze schuilhuisjes goedgekeurd. Erwin Debruyne

ÎÎwww.vvsg.be, knop mobiliteit, Op 1 Lijn, halteaccommodatie

“ Met zebrapaden creëer je een

valse illusie van veiligheid. De meeste ongevallen in dorpskernen gebeuren aan zebrapaden. Voetgangers moeten overal kunnen oversteken en automobilisten moeten daar overal rekening mee houden. Antoine Denert, 25 jaar burgemeester van Kruibeke – Gazet van Antwerpen 20/9

“ Kinderopvang zou een basisrecht

moeten zijn voor alle jonge kinderen en hun ouders. De Vlaamse overheid moet dringend fondsen ter beschikking stellen voor een extra uitbreiding van de gesubsidieerde erkende kinderdagverblijven. Jan Peeters, voorzitter van het Lokaal Overleg Kinderopvang in Gent – De Standaard 17/9

10 LOKAAL 16 oktober 2008

Procedure aansluitingskastjes schuilhuisjes De Lijn

O

m volledig te sporen met de regelgeving moet de verlichting van schuilhuisjes op een andere manier aangesloten worden dan vroeger. In principe moet daardoor aan elk schuilhuisje behalve een aansluitingskastje ook een meterkastje geplaatst worden. Om dit te vermijden heeft De Lijn een Synergridnummer voor forfaitair gebruik

aangevraagd en gekregen. Op die manier hoeft er geen meterkastje geplaatst – en betaald – te worden. Voor het aansluitingskastje kreeg De Lijn de goedkeuring van Eandis, Infrax en PBE voor een uniform type voor alle door haar gesubsidieerde schuilhuisjes. Voor het nieuwe lot standaardschuilhuisjes van De Lijn, dat binnenkort aanbesteed wordt, zal dit

geïntegreerd worden in het schuilhuisje, en dus ook in de aankoopprocedure. Voor de aansluiting op het elektriciteitsnet van de resterende schuilhuisjes uit het huidige lot, raadt De Lijn aan om de leverancier Epsilon te contacteren. Erwin Debruyne ÎÎEpsilon, T 089/710 770, dirk.gorre@epsilonsigns.com of lise.willems@epsilonsigns.com


PIETER BOS column

Verkeersbordendatabank

D

e Vlaamse overheid werkt gestaag door aan de opmaak van de verkeersbordendatabank. Die zal onder meer een vlot beheer van de signalisatie en – op termijn – een geautomatiseerde opmaak van de aanvullende reglementen mogelijk maken. De Vlaamse overheid verzorgt ook de basisinventarisatie van alle signalisatie die zich momenteel op de Vlaamse wegen (zowel gewest- als gemeentewegen) bevindt. Het bestek voor deze basisinventarisatie werd zeer recent gegund, binnenkort kan de inventarisatie dus starten. Een eerste proef wordt uitgevoerd in Bornem, Puurs en Sint-Amands, dat is de politiezone Klein-Brabant. De Vlaamse administratie bezoekt stelselmatig alle gemeenten (meestal gezamenlijk per politiezone) om de doelstellingen en de mogelijkheden van de databank uit de doeken te doen en te verduidelijken wat er precies van de lokale besturen verwacht wordt zodra de basisinventarisatie in hun gemeente afgewerkt is. Het belangrijkste daarbij is uiteraard dat de gemeente vanaf dan het bestand voor haar grondgebied up-to-date moet houden. Dit wederzijdse engagement zal geformaliseerd worden in een samenwerkingsovereenkomst. Tegen uiterlijk eind volgend jaar zal dit overleg met elke gemeente plaatsgevonden hebben. Erwin Debruyne ÎÎMeer concrete toelichting en een demo zullen ook gepresenteerd worden op het ITS-Congres van 23 oktober in Brussel, www.itsbelgium.be.

Hoort wie klopt daar kinderen Er is maar weinig dat klopt in deze wereld. Spechten kloppen. Black & Deckers kloppen. Scheepsmotoren doen het. Hier en daar klopt soms een geest. Maar verder? Weinig. Zelfs Klopklop en de Rode Duivels kloppen niet. Ze wórden geklopt. Sommige dingen moet men ook dóén kloppen. Begrotingen bijvoorbeeld, die kloppen uit zichzelf nooit. Het zit in hun genen. Die krijgen ze mee van de diensthoofden aan wie jaarlijks wordt gevraagd hoeveel ze nodig hebben. Prompt zetten die hun schoen met daarin hun verlanglijstje en een toelichtende wortel voor het ezeltje dat geld schijt. De constanten: bijkomend personeel, bijkomend rollend materieel (voor dat bijkomende personeel), bijkomend meubilair (idem), vervanging van het meubilair (voor de eenvormigheid, vanwege het bijkomende meubilair), nieuw rollend materieel (energiezuiniger), meer energiekredieten (stijgend verbruik en stijgende kosten, niks aan te doen), bijkomende informatica (voor het bijkomende personeel), vernieuwing van de informatica (om de zoveel bytes automatisch te verversen), receptie- en representatiekosten (weinig verantwoording nodig, de Wereldwinkel helpt wel). Tegen onklopbare prijzen. De schoenen komen niet bij Sinterklaas terecht. Wel bij Zwarte Piet, in de persoon van de financieel beheerder, de schepen van Financiën of de burgemeester. Of alle drie tegelijk. Ze stellen vast dat de gewone begroting er nogal ongewoon uitziet. En dat de diensten vooral voor de diensten kredieten hebben gevraagd. De secretaris wordt uitgestuurd. Mission impossible, weet hij, maar het is part of the game. Hij komt terug met nog langere lijstjes. En de boodschap: ‘Het college onderschat de situatie. De ontevredenheid is nog nooit zo groot geweest.’ De secretaris wordt teruggestuurd: ‘Het college heeft begrip, maar hoopt zelf ook op enig begrip.’ Het begrip pendeldiplomatie krijgt een nieuwe invulling. De secretaris reist over en weer. Tussen hamer en aambeeld. En toegegeven: hier wordt toch ook geklopt. Zijn het de (heen- en) weersomstandigheden, is het de stand van de sterren? Niemand die het weet, maar na een tijdje krimpen de lijstjes inderdaad. Fase 2 breekt aan. Onder het mom van een audiëntie bij de burgemeester en de schepen worden de diensthoofden de duimschroeven aangedraaid: ‘Wat kan er nog geschrapt worden? Zeg het!’ De zwaksten

gaan meteen door de knieën, bekennen dat ze onredelijk zijn geweest, dat ze heimelijk aanhangers waren van het principe ‘Neen heb je, ja kun je krijgen’. Zij komen op een zwarte lijst terecht: watjes! De sterksten volharden: ‘Het is nodig, de maat is vol, het water staat ons aan de lippen, zonder nieuw volk is de ineenstorting nabij, ga kijken bij andere steden en gemeenten!’ Ook zij komen op een zwarte lijst terecht: ezels! (Zij het gerespecteerde ezels.) Tijd voor fase 3. De lijstjes zijn nu zo ingekort dat ze weer kunnen verlengen. De burgemeester vraagt de schepenen hun verlangens op te schrijven. Sympathiek, maar verraderlijk. Zo worden de schepenen verplicht hun kaarten op tafel te leggen. Risico: een prijs betalen voor iets dat anderen eigenlijk ook willen. Enkelen lopen er met open ogen in. Anderen hebben dit voorzien: ze hebben hun echte prioriteiten al in de lijstjes van de diensthoofden gesmokkeld. Maar het hakbijlcomité is ongenadig en vroeg of laat moet er toch kleur worden bekend. De sfeer verhardt naarmate de marges kleiner worden. Er wordt gedreigd voor de goede verstaander, tussen de regels gesproken, hier en daar een puntje op een i gezet. Nu breekt fase Hertoginnedal aan, maar dan wel in een ongezellige vergaderzaal in een weekendkoud gemeentehuis. Een vrouwelijke schepen heeft attent voor catering gezorgd, maar het zijn boterkoeken aan de galg. De burgemeester en de financieschepen schetsen de ernst van de situatie. Hun air van neutraliteit en objectiviteit vergroot alleen de achterdocht. Naarmate de uren verstrijken, wordt er minder en minder gesproken, zijn de stiltes veelzeggender. Hier en daar komt een aap uit een mouw, wordt een oude koe uit de sloot gehaald of een joker ingezet. Taboes worden genoemd of sneuvelen in alle stilte in het zicht van meedogenloze deadlines. Af en toe gaat er iemand buiten om er stiekem Macchiavelli op na te lezen. Maar wonder o wonder, wie schön kann das Leben sein! In de late avond kan iedereen opgelucht adem halen. Er zijn weer middelen om een heel jaar aan de slag te gaan. Halleluja, we weten weer waar we staan! Nu zou het mooi zijn elkaar eendrachtig een schouderklopje te geven. Maar ik zei het al: er klopt te weinig in deze wereld. Alleen de oppositie zal nog kloppen. En de begroting natuurlijk. Die klopt als een bus. I

16 oktober 2008 LOKAAL 11


STEFAN DEWICKERE

Johan De Roo en Jan Lonink: ‘De drugsoverlast is een gezamenlijk probleem van de Vlaamse en Nederlandse grensgemeenten.’


ORGANISATIE INterview JOHAN DE ROO & JAN LONINk

Terneuzen verplaatst coffeeshops niet naar de grens ‘Ik was boos op Jan, Jan was boos op mij. Maar we hebben elkaar gevonden en nu zijn we goed bevriend.’ De Maldegemse burgemeester Johan De Roo en zijn collega van Terneuzen, Jan Lonink, zijn twee sleutelspelers in de grensoverschrijdende aanpak van het probleem van drugsoverlast in de Scheldemond-regio.

Arne Dormaels, Koen Van Heddeghem, Bart Van Moerkerke

E

ind 2006 besliste de gemeenteraad van Terneuzen om uit te kijken naar een andere locatie voor de twee coffeeshops op zijn grondgebied. ‘De shops veroorzaakten veel overlast in het centrum,’ zegt burgemeester Jan Lonink. ‘Op een doordeweekse dag kregen ze 2500 à 3000 bezoekers over de vloer, in het weekend en tijdens de vakantiemaanden liep dat op tot 5000 of 6000 klanten. De verkeers- en parkeerproblemen die daarmee samengingen, baarden ons grote zorgen. Uit onderzoek bleek dat de helft van de bezoekers uit België kwam, veertig procent uit Frankrijk. Zo ontstond het voornemen om de coffeeshops te verplaatsen naar een autolocatie zo dicht mogelijk bij de landsgrens. De bedoeling was uit de buurt van woonkernen en scholen te blijven, aan beide kanten van de grens.’ Wat was de reactie aan Vlaamse kant? Johan De Roo: ‘Wij waren uiteraard niet opgezet met dat plan. Op een vergadering van alle Oost-Vlaamse grensgemeenten, bijeengeroepen door de gouverneur, heb ik gevraagd dat we een gemeenschappelijk standpunt zouden innemen tegen de verplaatsing van de coffeeshops en dat we zouden streven naar overleg

met Terneuzen en de provincie Zeeland. De gouverneur heeft daarover na afloop een persverklaring afgelegd, en die schoot bij Jan in het verkeerde keelgat.’ Jan Lonink: ‘Op precies hetzelfde ogenblik was er een vergadering van de Euregio Scheldemond in Brugge om over de drugsproblematiek te praten. De Vlaamse burgemeesters lieten verstek gaan, want ze zaten bij de gouverneur in een (lachend) geuzenvergadering om een politiek front tegen Nederland te vormen. Ik kan je verzekeren dat het er op de volgende vergadering van het Euregionaal Veiligheidsoverleg in Middelburg vrij pittig aan toe ging. Maar algauw ontstond ook de overtuiging dat de drugsoverlast een gezamenlijk probleem was.’ ‘Het twistpunt was natuurlijk wat de overlast veroorzaakte, het aanbod of de vraag. Van Belgische kant wees men naar het Nederlandse aanbod aan softdrugs. Voor ons is het echter duidelijk dat het aanbod niet altijd de vraag creëert. Als dat zo zou zijn, dan zouden in Nederland de meeste softdrugs gebruikt worden. Onderzoek heeft aangetoond dat dit niet zo is. Dus, ook de vraag vanuit België en Frankrijk lag aan de basis van ons overlastprobleem.’ 16 oktober 2008 LOKAAL 13


ORGANISATIE INterview JOHAN DE ROO & JAN LONINK

grensovergang tussen België en Nederland komen informatieborden met dezelfde boodschap. Met die borden is er een probleem omdat ze in Nederland niet toegelaten zijn om landschappelijke redenen. Een tweede punt is dat we drugstoerisme willen Dat was voor Terneuzen geen optie? ontraden door het registreren en uitwisselen van gegevens van Jan Lonink: ‘Neen. Wij staan nog steeds achter het gedoogbeleid personen die in het bezit zijn van drugs. We spelen dus heel veel dat we in 1995 invoerden op initiatief van de officier van Justiinformatie door aan elkaar. Ten derde is er de afstemming van tie. Op dat moment waren er in de stad zeventig tot honderd controleacties op de in- en uitvoer van cannabis. We kiezen niet illegale panden waar drugs werden verhandeld. Er was ook een voor grootschalige, aangekondigde controles maar wel voor frevermenging van soft- en hardquente, gerichte, kleine acties. drugs, er vielen zelfs enkele De politiezones aan weerszijdoden. Door twee coffeeshops den van de grens stemmen Jan Lonink: in het centrum toe te laten onthun optreden op elkaar af. Een ‘Alle instanties, ook justitie en politie, zijn stond er een scheiding van de van de problemen is dat er nog markten voor soft- en hardgeen eenvoudig en efficiënt het erover eens dat het gedoogbeleid een succes is, voor drugs. Alle instanties, ook jusmeetinstrument voor drugs is de volksgezondheid en voor het terugdringen van de titie en politie, zijn het erover zoals we dat wel hebben voor eens dat het gedoogbeleid een alcohol. De werkgroep dringt criminaliteitscijfers.’ succes is, voor de volksgezonder bij de betrokken ministeries heid en voor het terugdringen op aan het wetenschappelijke van de criminaliteitscijfers. Het onderzoek naar zo’n instrusluiten van de coffeeshops, zo ment te versnellen. Ten slotte vrezen wij, zou weer leiden tot pleit het rapport ook voor meer illegale verkoop van soft- én samenwerking op het vlak van harddrugs in cafés, op straat, preventie en hulpverlening. Inin de polder. Trouwens, ook entussen is een grensoverschrijkele Belgische burgemeesters dend platform rond drugprezagen een sluiting niet zitten. ventie opgericht.’ Ook zij vreesden een toename ‘De gerechtelijk-politieke van de illegale handel in hun eiwerkgroep heeft zijn adviezen gen gemeente. Maar wij moesop vier pijlers gebouwd: de ten wel een oplossing vinden kennis van elkaars wetgeving voor het overlastprobleem in en praktijken, het verzamelen, de stad.’ uitwisselen en analyseren van informatie, het samenwerken Hoe zijn jullie daaraan begonnen? bij het onderzoek van drugsfeiJohan De Roo: ‘Op initiatief ten, en het op elkaar afstemJohan De Roo: van de gouverneur van Oostmen van de vervolging.’ ‘Gemeenten en politiezones aan beide kanten van de Vlaanderen, in samenspraak met de commissaris van de Speelt Terneuzen nog altijd met grens werken nauw samen om het verbod op de inKoningin van Zeeland, werd het idee om de coffeeshops naar en uitvoer van cannabis te controleren.’ een werkgroep Drugsoverlast de grens te verplaatsen? opgericht. Voorzitter was Brice Jan Lonink: ‘Na het rapport is De Ruyver, op dat ogenblik de het idee om de shops te verveiligheidsadviseur van premier Verhofstadt. Er kwamen twee plaatsen op de achtergrond geschoven. Intussen is de situatie subwerkgroepen, een bestuurlijk-politionele en een gerechtelijkin de stad in die mate gewijzigd dat verplaatsen niet meer op de politieke. In de eerste zaten de burgemeesters van de grensgeagenda staat. Dat komt omdat coffeeshop Checkpoint gesloten meenten, vertegenwoordigers van de provincies en van de fedeis, voorlopig althans. Checkpoint was buitengewoon toegankerale en de lokale politie. Jan en ik zaten die werkgroep voor. De lijk en transparant, georganiseerd als een soort supermarkt en gerechtelijk-politieke werkgroep bracht mensen van justitie en publiekelijk bekend om zijn constante, betrouwbare kwaliteit. politie van de twee landen samen. In mei 2007 was het eindrapEr werkten maar liefst 95 personeelsleden. De shop heeft echport Drugsoverlast af.’ ter een van de AHOJG-criteria overtreden: niet afficheren, geen harddrugs verhandelen, geen overlast veroorzaken, niet aan jonWat staat in de conclusies van de bestuurlijk-politionele werkgroep? geren onder de achttien jaar verkopen, geen grote hoeveelheden Johan De Roo: ‘Het eerste punt is het sensibiliseren van de cofleveren. Dat laatste wil zeggen dat de shop per klant niet meer feeshopbezoeker. Terneuzen verplicht de coffeeshops, via een dan 5 gram mag verkopen en dat de verkoopvoorraad niet meer plaatselijke verordening, om de klanten een flyer mee te geven. dan 500 gram mag zijn. Je begrijpt dat daaraan moeilijk te volDaarin wordt duidelijk gemaakt dat het verboden is cannabis doen is als je duizenden klanten per dag over de vloer krijgt. Bij in en uit te voeren en dat er regelmatig controles plaatsvinden. een inval is dan ook gebleken dat er teveel voorraad aanwezig De flyer is opgesteld in het Nederlands en in het Frans. Op de was. De zaak moet nog voor de rechtbank komen, maar wij hebSTEFAN DEWICKERE

Johan De Roo: ‘Onze oorspronkelijke redenering was inderdaad: sluit die coffeeshops en mensen zullen geen reden meer hebben om daarvoor naar Terneuzen te komen.’

14 LOKAAL 16 oktober 2008


ben Checkpoint alvast voor een half jaar gesloten. Dat is een bestuursrechtelijke sanctie van de gemeente. Een halve dag na de sluiting was de verkeersoverlast verdwenen. Nu wil de officier van Justitie aantonen dat Checkpoint zaken deed met criminele organisaties. Het is dus nog maar de vraag of de shop ooit weer opent. De gemeenteraad heeft intussen wel bevestigd dat twee coffeeshops een vergunning kunnen krijgen. Als Checkpoint definitief dichtgaat, kan er een andere komen. Waarvoor we dan uiteraard een geschikte locatie moeten zoeken.’

neemt niet toe. Daar zijn wij natuurlijk blij om uit het oogpunt van beheersbaarheid.’

Het beperken van het aanbod werkt dus toch om de overlast in te dijken? Jan Lonink: ‘Tot nu toe wel. De vrees dat we weer in een situatie van illegaliteit zouden terechtkomen, lijkt voorlopig ongegrond. We treden samen met de gemeenten Hulst en Sluis ook hard en snel op tegen illegale handel, in het kader van het project Houdgreep. Bovendien is er, anders dan in 1995, intussen overal een illegaal aanbod, ook in België. Wat ook meespeelt, is dat de klanten van Checkpoint doorsnee mannen en vrouwen waren en die willen in een coffeeshop kopen waar ze zeker zijn van de goede kwaliteit. Zij gaan dus ergens anders heen, naar Roosendaal, Bergen-op-Zoom, Maastricht. Maar niet naar de andere coffeeshop in Terneuzen, die een veel meer gesloten imago heeft. Hij heeft 800 à 1000 klanten per dag, en dat aantal

Johan De Roo: ‘Jan en ik waren eerst kwaad op elkaar, intussen zijn we goed bevriend. Vorig jaar was er een rit in de wielerronde Eneco Tour met start in Terneuzen. Jan tipte me dat de organisatoren nog een aankomstplaats zochten in België. Zo kregen we een rit Terneuzen-Maldegem.’

In andere grensregio’s staan Vlaamse en Nederlandse gemeenten lijnrecht tegenover elkaar. Waarom is het hier wel gelukt om te praten? Jan Lonink: ‘Het had ook hier de verkeerde kant uit kunnen gaan, maar iedereen heeft zijn of haar ego opzijgezet. Ik denk dat het vooral te maken heeft met het feit dat het persoonlijk klikt tussen de betrokkenen.’

Jan Lonink: ‘Je mag de verschillende grensregio’s niet met elkaar vergelijken. Wij hadden vooral problemen met het drukke verkeer, met foutparkeren, met overdreven snelheid. In Maastricht gaat het drugstoerisme ook gepaard met veel criminaliteit.’ Arne Dormaels en Koen Van Heddeghem zijn VVSG-stafmedewerkers Lokale Politie; Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

advertentie

me 6 3 er info 58 : 58 5

05

SA Coopman Comfortlift | Heirweg 123 | B-8520 Kuurne T 056 35 85 85 | F 056 35 58 65 | comfortlift@coopman.be | www.coopman.be NV Coopman Comfortlift | Heirweg 123 | B-8520 Kuurne T 056 35 85 85 | F 056 35 58 65 | comfortlift@coopman.be | www.coopman.be NV Coopman Comfortlift Heirweg 123 | B-8520 Kuurne T 056 35 85 85 | F 056 35 58 65 comfortlift@coopman.be | www.coopman.be

hefplateaus — plateauliften — huisliften — goederenliften

NV Coopman Comfortlift

Heirweg 123 | B-8520 Kuurne

16 oktober 2008 LOKAAL 15


ORGANISATIE DIENSTEN VERZELFSTANDIGEN

De kleine lettertjes van verzelfstandiging Het Gemeentedecreet en binnenkort het OCMW-decreet bieden meer mogelijkheden voor verzelfstandiging van lokale diensten en activiteiten. Meer keuze betekent echter ook dat er meer vraagtekens zijn. Daarom hebben de stafmedewerkers van de VVSG een afwegingskader (‘checklist’) samengesteld dat zoekende besturen moet helpen om een goed gefundeerde beslissing te nemen over verzelfstandiging. David Vanholsbeeck

B

esturen botsen geregeld op de grenzen van hun mogelijkheden en zijn daarom constant op zoek naar snellere, efficiëntere, soepelere en goedkopere manieren om bepaalde opdrachten te realiseren. Daarvoor is verzelfstandiging natuurlijk een handig hulpmiddel. Met het Gemeentedecreet wou de decreetgever gemeenten daarbij meer wettelijke mogelijkheden aanbieden. Intussen grijpen almaar meer gemeenten die nieuwe mogelijkheden aan om bestaande structuren (zoals de welbekende gemeentelijke vzw’s) om te vormen of nieuwe structuren op te richten. Dit zijn echter geen beslissingen die van de ene dag op de andere worden genomen. Vaak gaat hier veel en grondig denk-, praat- en schrijfwerk aan vooraf. Dat is ook nodig, want er zijn veel zijden aan verzelfstandiging, gaande van personeelskwesties over fiscale en financiële consequenties tot de mate van afhankelijkheid tegenover het bestuur. Of het echter over personeel, financiën, transparantie, samenwerking of overheidsopdrachten gaat, aan elk ogenschijnlijk voordeel is wel een nadeel of kanttekening verbonden, en omgekeerd. Hier mag niet te lichtzinnig overheen gestapt worden, aangezien élke verzelfstandiging potentiële risico’s in zich draagt: een verlies aan democratische controle, ontevreden personeel, minder vertrouwde regelgeving, een verschuiving van de verantwoordelijkheid… Veel van deze elementen moeten duidelijk afgebakend worden in een oprichtingsbesluit, een beheers- of samenwerkingsovereenkomst of in statuten. Het kan dus zeker geen kwaad eerst de kleine lettertjes van de bijsluiter verzelfstandiging te lezen. Essentieel daarbij is dat het niet al soepelheid is wat de klok slaat: ook voor verzelfstandigde structuren zijn er nog veel regels en beperkingen. Ieder bestuur moet daarom goed beseffen dat verzelfstandiging geen wondermiddel is, maar het resultaat van een weloverwogen denkproces, waarbij alle pro’s en contra’s minutieus 16 LOKAAL 16 oktober 2008

tegen elkaar worden afgewogen. De tekst van het afwegingskader van de VVSG is dan ook geen pleidooi voor of tegen verzelfstandiging, maar eerder een hulpmiddel, een soort referentiekader over wolfijzers en schietgeweren, mogelijkheden en vraagtekens. Het bestuur beslist Of een bestuur wil verzelfstandigen of niet en of het de bestaande structuren wil behouden of niet, zijn vragen die op beleidsniveau beantwoord moeten worden. Hiervoor bestaan geen vaste regels of schema’s. Het zijn en blijven de besturen zelf die de afweging moeten maken of verzelfstandiging een goed idee is. Door enkele fundamentele vragen in verschillende deeldomeinen van verzelfstandiging te belichten, probeert de VVSG hen hierbij wel op de goede weg te helpen. Ook de fase volgend op de beslissing tot verzelfstandiging wordt in het afwegingskader niet behandeld. Welke vorm het bestuur dan kiest, hangt grotendeels af van de specifieke beperkingen en van de mate van autonomie die het aan de verzelfstandigde entiteit wil geven. Ook hierbij kan wel geput worden uit de elementen die in het afwegingskader worden behandeld, maar het eigenlijke doel van de tekst ligt vroeger in de procedure. We hebben ons verder uitdrukkelijk beperkt tot externe verzelfstandiging (op gemeente- en OCMW-niveau). Een afwegingskader voor intergemeentelijke samenwerking, publiek-private samenwerking of samenwerking tussen gemeente en OCMW zou wel voor een stuk over hetzelfde spoor lopen, maar voor een groot deel ook weer niet. Om de oefening zo zuiver en helder mogelijk te houden hebben we dus beslist om de op dit moment meest actuele vormen van verzelfstandiging onder de loep te nemen. Omdat de verzelfstandigingsvraag bovendien pas écht speelt bij externe verzelfstandiging gaan we ook niet al te uitgebreid in op de interne variant.


VVSG-Ronde van Vlaanderen

STEFAN DEWICKERE

Verzelfstandiging is het resultaat van een weloverwogen denkproces, waarbij alle pro’s en contra’s minutieus tegen elkaar worden afgewogen.

Motivering Het afwegingskader is deels ook ontstaan uit de zorg om besturen zo goed mogelijk op weg te helpen bij hun motiveringsverplichtingen. Beheer binnen de gemeentelijke diensten is volgens het Gemeentedecreet bijvoorbeeld de regel (al dan niet via interne verzelfstandiging) en een bestuur kan pas overgaan tot een vorm van externe verzelfstandiging (eerst autonoom gemeentebedrijf, dan extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm) als daar goede redenen voor zijn. De gemeenteraad zal dus de voor- en nadelen grondig moeten afwegen, op basis van een verslag van het college. Belangrijk daarbij is dat ingegaan wordt op de specifieke vorm van verzelfstandiging en op de concrete aard van wát verzelfstandigd wordt. In het nieuwe OCMWdecreet gelden andere regels, maar de motivering blijft ook daar een belangrijke vereiste voor de verenigingen van Titel VIII. Het afwegingskader behandelt onder andere vragen over de toepasselijkheid van bepaalde regelgeving (overheidsopdrachten, financieel instrumentarium, boekhoudkundige regels…), de verdeling van de uitvoeringsverantwoordelijkheid, de rol van samenwerking met derden, de kosten van verzelfstandiging, eventuele btw- en andere fiscale voordelen, de flexibiliteit in personeelsbeleid en de loonproblematiek. Daarnaast gaat ook kort aandacht naar enkele sectorale bepalingen die in sommige gevallen kunnen meespelen, met als meest in het oog springende voorbeeld de Cultuurpactwet. Al deze vragen, bedenkingen en richtlijnen kunnen besturen dus helpen bij hun afweging over verzelfstandigen en de bijhorende motivering waarom voor een bepaalde vorm van verzelfstandiging werd gekozen. Het afwegingskader heeft daarbij helemaal niet de pretentie zaligmakend of volledig te zijn, maar wil in de eerste plaats wijzen op de complexiteit van een dergelijke afweging. David Vanholsbeeck is VVSG-stafmedewerker Gemeentelijke Verzelfstandiging

Verzelfstandiging en samenwerking op lokaal vlak In het losbladige handboek Verzelfstandiging en samenwerking op lokaal vlak worden de belangrijkste technieken en rechtsfiguren systematisch besproken. Het boek bundelt zo moeilijk te vergaren en gespecialiseerde kennis. In het handboek komen zowel de verschillende vormen van interne verzelfstandiging aan bod als de publiekpublieke samenwerking en de publiekprivate samenwerking, met beschouwende en bestuurskundige afwegingen. Bij het boek hoort ook een cd-rom met daarop de relevante regelgeving en allerhande voorbeelddocumenten die kunnen dienen als inspiratiebron voor nieuwe initiatieven. Het losbladige handboek wordt meermaals per jaar aangevuld. Het wordt samengesteld door een brede redactie van vakexperts, coördinator is Steven Van Garsse (Universiteit Antwerpen). Het boek kost 99 euro voor VVSG-leden en 119 euro voor niet-leden. Bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen de geldende paginaprijs, en dit tot schriftelijke opzegging. U kunt dit boek bestellen op www.politeia.be, door te mailen naar info@politeia.be of door te faxen naar 02-298 26 19.

Actualiteit en stevige dossiers voorop De VVSG trekt een nieuwe Ronde Van Vlaanderen op gang. Nu de besturen twee jaar bezig zijn, is het voor de Politieke Academie een ideaal moment om lokale bestuurders van harte uit te nodigen op een avondprogramma. Met de actualiteit voorop en enkele stevige dossiers. Tijdens de workshops brengen de VVSG-medewerkers hun kennis in; de deelnemers wisselen hun ervaringen en inzichten uit. De deelnemer stelt zelf zijn programma samen. Acht workshops

• Primeur: de checklist voor verzelfstandiging • Als een lokaal bestuur afval ophaalt bij een bedrijf • OCMW-voorzitter en ook schepen, een onmogelijke combinatie? • Het woonzorgdecreet schetst de zorg van morgen • Brandweerhervorming - stand van zaken • Het Sociaal Huis in de steigers • De I-scan: uw ICT-beleid in kaart gebracht • Duurzame ontwikkeling: lege doos of concrete realisaties?

Voor wie

• speciaal voor burgemeesters, OCMW-voorzitters, schepenen en raadsleden van OCMW en gemeente • ook leidinggevenden en medewerkers zijn welkom.

Waar en wanneer • • • • •

Lokeren, woensdag 22 oktober Leuven, donderdag 23 oktober Hasselt, maandag 3 november Torhout, woensdag 5 november Malle, donderdag 6 november

Telkens van 18.30 tot 21.45 uur, inclusief broodje vooraf en drankje achteraf

Info en inschrijving: www.vvsg.be

16 oktober 2008 LOKAAL 17


ORGANISATIE VRIJE TRIBUNE

Geld van de gemeente verspillen? Liefst niet met ons… De gemeentesecretarissen willen graag meedenken over initiatieven die te maken hebben met het functioneren als gemeentesecretaris. Maar ze kunnen niet akkoord gaan met bepaalde wijzigingen aan het gemeentedecreet. Een verplichte externe evaluatie betekent in de meeste gevallen geldverspilling. Jan Breyne

D

e gemeentesecretarissen hebben zich bij monde van de Vlaamse Federatie van gemeentesecretarissen altijd coöperatief opgesteld als het erom ging mee te denken over decretale en andere initiatieven die verband hielden met of invloed hadden op het functioneren als gemeentesecretaris. Zo hadden wij ook onze bereidheid getoond om mee te denken over het reparatiedecreet tot wijziging van het gemeentedecreet. Vanuit Brussel werd ons verleden jaar herhaalde malen de vraag gesteld om ons beschikbaar te houden. Wij zouden kunnen meedenken en meepraten. En wij hielden ons beschikbaar, maar er was stilte.

Nu moet elke gemeente externe deskundigen aan het werk zetten om hun wind te laten waaien over een verslag van het college. Vandaag zien we dat er een voorontwerp van wijziging van het gemeentedecreet aan de Vlaamse Regering is voorgelegd, een voorontwerp dat nog niet alle demonen heeft weggejaagd, die in het oorspronkelijke decreet waren binnengeslopen. Er blijven onvolkomenheden. Ik zal niet exhaustief zijn, maar ik wil in dit verband wijzen op artikel 115, 2de alinea van het gemeentedecreet betreffende de evaluatie decretale graden, dat, met de voorstelde wijziging in het reparatiedecreet als volgt luidt: ‘De gemeentesecretaris, de adjunct-gemeentesecretaris, de financieel beheerder en de ombudsman worden (echter) geëvalueerd door de bijzondere gemeenteraadscommissie (…). Die evaluatie vindt plaats op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het personeelsbeleid, en op basis van een verslag van het college van burgemeester en schepenen. Voormeld rapport en voormeld verslag zijn niet vereist bij de evaluatie van de ombudsman. Bij staking van stemmen wordt het betrokken personeelslid geacht te voldoen.’ 18 LOKAAL 16 oktober 2008

Ik heb toch wel een paar bedenkingen: we hebben, om te beginnen, gezelschap gekregen, ditmaal van de ombudsman of –vrouw in de gemeente. Ook hij of zij mag zich bij de gemeenteraadscommissie aanbieden voor evaluatie, maar voor hem, in tegenstelling tot de secretaris en de financieel beheerder, hoeft er geen rapport en geen verslag. Vanwaar dat verschil? Kan de vraag niet gesteld worden voor beide andere functievervullers? Zotte kosten Dit is maar een detail als we even van dichtbij bekijken tot welke zotte kosten dit artikel de gemeenten zal leiden. Externe deskundigen moeten een rapport opstellen op basis van de gegevens, die hun door het college worden aangereikt. Iedereen weet wat deze externe bureaus kosten en ik ben de laatste om hun verdienste in twijfel te willen trekken, wanneer een gemeente in de problemen zit. Maar nu moet elke gemeente deze externe deskundigen aan het werk zetten, al is het maar om tegen de prijzen, die in die middens gangbaar zijn, hun wind te laten waaien over een verslag van het college van burgemeester en schepenen. Laten wij nu even veronderstellen -en hopelijk geldt dit voor de overgrote meerderheid van de Vlaamse gemeenten- dat de secretaris zich met inzet en inzicht van zijn taak kwijt, dat het college perfect tevreden is met zijn secretaris, dat de raadsleden best door dezelfde deur kunnen en goed gediend worden als ze de secretaris iets vragen en dat het personeel best gelukkig is met hun secretaris. Men kan zo aanvoelen dat de raad(-scommissie) een gunstig oordeel zal uitspreken over deze secretaris. Waar is dan dat verplichte externe bureau voor nodig? Om te bevestigen wat het college in zijn verslag stelt? Waar zit de gemeentelijke autonomie als men een extern bureau moet inhuren, goed wetende dat dit voor niks nodig is ? Ik weet ook wel dat er gevallen zullen opduiken waar een externe interventie wel nuttig kan zijn, waar de externe deskundigen wel een meerwaarde betekenen. Maar laat het alstublieft aan


STEFAN DEWICKERE

de gemeenten zelf om van die mogelijkheid al dan niet gebruik te maken. Wij horen het de minister nog zeggen dat het decreet de grote lijnen zou uittekenen en dat er ruim plaats zou zijn voor gemeentelijk maatwerk. Wij horen hem nog de lokale autonomie de hemel in prijzen. STOFZUIGER NILFISK GD 910

Maar wat we zien zijn strakke voorschriften die betuttelend overkomen, die de gemeente veel geld kosten. Laat de gemeenten bijvoorbeeld de mogelijkheid om, wanneer een meerderheid binnen de raad beslist om voor de beoordeling van de secretaris of financieel beheerder géén extern bureau in te schakelen, dit ook moet mogelijk zijn. Op dat ogenblik lijkt mij dit een zaak te zijn

� � �

een krachtige 1100 Watt stofzuiger handig opzetsysteem voor de hulpstukken licht in gewicht

NU OOK IN IE BATTERIJ VERS

Is het geen tijd om een lijst te maken van de zaken waarin de secretaris in volle onafhankelijkheid moet kunnen handelen?

STOF-/WATERZUIGER NILFISK GWD 335 � �

van goed beheer der middelen. Of zullen wij verplicht worden om het geld van de gemeente nutteloos over de balk te gooien?

eenvoudige maar betrouwbare stof-/waterzuiger gebruiksvriendelijke lediging van de watertank grote, sterke klemmen voor gemakkelijk openen/sluiten

Daarom ons voorstel: op basis van het zuinigheidsbeginsel en van de keuze van de decreetgever voor maatwerk lijkt het ons nuttig dat het bestuur zelf de keuze heeft om zich al dan niet te steunen op een extern verslag. In volle onafhankelijkheid Dit brengt ons tot een tweede wenselijke aanpassing wat betreft de evaluatie van de gemeentesecretaris en ditmaal van het besluit rechtspositieregeling. Er zijn enkele domeinen waar de financieel beheerder in volle onaf hankelijkheid voor een aantal zaken instaat, zoals de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole. In artikel 51§3 staat vermeld dat de financieel beheerder voor deze aangelegenheden buiten het bereik van de beoordeling valt ‘omwille van de onafhankelijkheid waarmee hij zijn taak moet uitoefenen’. Is het dan geen tijd om ook voor de secretaris eens een opsomming te maken van de zaken waar hij, onder meer omwille van zijn nieuwe verantwoordelijkheden betreffende de betalingen, evenzeer in volle onafhankelijkheid moet kunnen handelen. Het is nu toch de secretaris die de wettigheids- en regelmatigheidscontrole moet verrichten van de betalingen? En waar ligt de ‘onafhankelijkheid’ van de secretaris op het domein van de interne controle? Moet de regelgever ook daar niet aangeven waar de activiteiten van de secretaris liggen, die hij, net als de financieel beheerder ‘in volle onafhankelijkheid’ moet kunnen verrichten? Misschien rest ons en onze federatie nog de tijd om toch ingeschakeld te worden in het denkwerk om het decreet te repareren. Wij hebben ons steeds constructief opgesteld. Maar dit was zeker geen signaal dat we met alles akkoord gaan.

DUO-SPEEDMACHINE NILFISK SDM 43 DUO � � �

voor efficiënt onderhoud van bijna alle typen vloeren werkt op 190 én 380 t/m om te strippen, te schrobben en te boenen

SCHROB-ZUIGMACHINE NILFISK BA 551D OBC EDS �

� �

professioneel reinigen en drogen in één arbeidsgang bespaart dankzij het Eco Doseer Systeem (EDS) laag geluidsniveau !

Bel Sisse voor uw netto prijzen op (03) 231 33 89

grootste onafhankelijke schoonmaakleverancier in de Benelux 3500 schoonmaakartikelen op voorraad fijnmazig distributiesysteem erkend opleidingscenter

Jan Breyne is voorzitter van de Vlaamse Federatie van Gemeentesecretarissen

www.boma.eu 16 oktober 2008 LOKAAL 19


ORGANISATIE ICT-competentiemanagement

ICT-verantwoordelijken kunnen uit het keurslijf van de brandenblussers geraken als ze zich verdiepen in de werking en de taal van het bestuur.

ICT-verantwoordelijken leren de taal In veel steden, gemeenten en OCMW’s werken ICT-verantwoordelijken hard aan nieuwe procedures en toepassingen. Omdat ze een eigen taal spreken, voelen ze zich geïsoleerd en niet genoeg gehonoreerd. Nu ICT volwassen wordt, is het hoog tijd dat ICT’ers de taal van het beleid leren. Jean Landrie

D

e toepassing van informatie- en communicatietechnologie heeft de afgelopen decennia een immense groei doorgemaakt, overal en dus ook in steden, gemeenten en OCMW’s. Ondertussen zijn ICT en de benodigde technologie volwassen geworden. Daardoor kunnen we ze nu op harde prestaties beoordelen. Nieuwe regelgeving (Gemeentedecreet) dwingt besturen tot interne en externe controle. Voor audits moet binnen ieder werkveld – in casu ICT – de interne werking gedocumenteerd worden. Een van de vele voorbeelden hiervan is het veiligheidshandboek. Het documenteren van werkprocessen in procedures ligt op het eerste zicht dicht bij de functionele analyse – een vaktechnische kennis die hoegenaamd niet vreemd is binnen het domein van de systeembeheerder-informaticus. Termen als e-governance zijn niet meer weg te denken uit alle mogelijke literatuur en daar buiten. Reden genoeg om deze maatschappelijke veranderingen in hun juiste context te plaatsen. Niet alleen branden blussen Om overeind te blijven moet de huidige systeembeheerder een beroep kunnen doen op nieuwe vaardigheden en een diepere kennis van zijn bestuur. Effectief functioneren in die nieuwe rol is nog wat anders, zeker voor mensen met een overwegend technische 20 LOKAAL 16 oktober 2008

achtergrond. Deze nieuwe omgeving vergt andere kennis en vaardigheden, een ander profiel, jawel, zelfs een ander taalgebruik. Valorisatie heeft veel te maken met erkenning. Erkenning moet je verdienen. De juiste competenties zijn daar het draagvlak voor.

Veel lokale ICT-verantwoordelijken zijn nog zuivere technici die alleen technisch denken, praten en uitvoeren. Toch zijn veel lokale ICT-verantwoordelijken nog heel dikwijls zuivere technici die vanuit hun arbeidsbetrokkenheid alleen technisch denken, praten en uitvoeren. Zo blijven ze zitten in het keurslijf van de brandenblussers die dagelijks met deadlines en onopgeloste problemen worstelen. Ze hebben geen tijd om zich te verdiepen in de totaliteit van de werking van het bestuur. En ze spreken niet dezelfde taal als de andere leden van het management en het beleid. Vanuit dit isolement groeien frustraties, niet


het minst over erkenning en valorisatie. In overeenstemming met de initiële doelstelling van onze vereniging V-ICT-OR is het onze taak hierin de nodige ondersteuning te bieden. Hierbij zou het fundamenteel fout zijn ons enkel en alleen te focussen op valorisatie via swingende weddeschalen.

GERICHT OP DE TOEKOMST: ENERGIEBESPARING MET DE UITERST ZUINIGE REMEHA CONDENSATIEKETELS

Innovatie vanuit ICT hoeft niet altijd een

Avanta

resultaat te hebben in bits en bytes. De ICT-verantwoordelijke moet meedenken

de kleine krachtpatser

STEFAN DEWICKERE

met het management. Nieuwe competentietool De aandacht voor competenties is niet nieuw. V-ICT-OR organiseerde er al tientallen evenementen, opleidingen en seminaries over. Hiermee wensen we in te spelen op de permanente noodzaak om zichzelf te ontwikkelen en bij te schaven. Opleidingen zijn investeringen die gedoseerd moeten zijn, gespreid in de tijd en ondersteund door de vraag naar de juiste competenties. Daarom ontwikkelde de werkgroep VIC (Valorisatie ICT Competenties) een competentietool. Die maakt het mogelijk een profiel op te maken van de vereiste competenties van de ICT-functie in

van het beleid

• De competentietool is online beschikbaar www.v-ict-or.be/content/content/record.php?ID=433)

Quinta compact en sterk en nog sterker in cascade

Remeha

lokale besturen. Inhoudelijk is deze unieke tool ontwikkeld in samenwerking met Indigov, VIAG (de Nederlandse zustervereniging van V-ICT-OR) en de Vlaamse Gemeenschap. Hij biedt onze leden de middelen om de eigen sterktes aan te scherpen en hun eigen toekomst veilig te stellen. De verdere uitwerking moet gebeuren in samenspraak met de direct leidinggevende, de secretaris en de beleidsverantwoordelijken. Zodra alles geïnventariseerd is, willen wij onze leden via gerichte opleiding en begeleiding naar het gewenste competentieniveau brengen. Dit is dan ook de volgende uitdaging van de werkgroep VIC. Deze denkoefening kan een aanzet zijn tot verdere uitwerking van een competentiebeleid binnen stad, gemeente en OCMW. Innovatie vanuit ICT hoeft niet altijd een resultaat te hebben in bits en bytes. De ICT-verantwoordelijke moet meedenken met het management. Competentiemanagement is een complex geheel van processen dat op de volledige organisatie invloed heeft. ICT zal steeds behoren tot de strategische processen van deze organisatie. Investeren in IC-technologie is investeren in de resultaten van vandaag. Met competentiemanagement investeren we in de resultaten voor morgen. V-ICT-OR en de werkgroep VIC wensen hierin actief te participeren ten dienste van onze leden, de besturen en de burger. Jean Landrie is voorzitter van de werkgroep VIC

Remeha

Gas 210 Eco Gas 310 Eco Gas 610 Eco...

PRO

voor de meest professionele installaties in middelgrote en grote projecten

Remeha

www.mampaey.be

J.L. Mampaey bvba Uitbreidingstraat 54 2600 Antwerpen Tel 03 230 71 06 - Fax 03 230 11 53 info@mampaey.be

Adv_Mampaey_halveP.indd 1

16 oktober 2008 15-05-2008 LOKAAL 21 09:51:56


ORGANISATIE ARCHIEFBELEID

Tussen waardering en uitbuiting De laatste jaren gaat de aandacht voor erfgoed in stijgende lijn. Het grote publiek ontdekt almaar meer de verborgen schatten achter de muren van onze bij voorkeur klimaatgeregelde gemeentelijke archiefmagazijnen. Het hoort tot de taken van een archiefdienst de bekendmaking en het onderzoek van de beheerde archieven te stimuleren. Dat kan op verschillende manieren gebeuren. Marc Bastijns

H

et oude beeld van de archivaris in zijn ivoren toren strookt al lang niet meer met de realiteit. De hele archiefsector heeft de afgelopen jaren een mentaliteitswijziging ondergaan. Deze evolutie past in de algemene tendens waarbij de overheid zich open opstelt voor de burger en die burger actief aanspreekt. Een archiefinstelling maakt zo deel uit van een groter overheidsnetwerk en bouwt mee aan een breder maatschappelijk draagvlak. Publiekswerking Elke archiefdienst bouwt een publiekswerking op. Het beheer van en de zorg voor archieven hebben immers tot uiteindelijk doel de raadpleging van de stukken zowel nu als in de toekomst te garanderen. Archiefstukken kunnen enkel geconsulteerd worden wanneer ze in toegankelijke staat bewaard worden. Valoriseren van archieven mag dus zeker geen losstaand gegeven zijn, maar hoort thuis in een ruimer dagelijks proces. De overheid evolueert de laatste jaren met rasse schreden en de burger staat daarbij almaar meer centraal. Het spreekt voor zich dat ook de publiekrechtelijke archiefdiensten in die evolutie mee-

gaan en in toenemende mate ook de nieuwe media inschakelen om hun publiek aan te spreken. De tijd dat enkel een leeszaal en wat inventarissen volstonden om het publiek tevreden te stellen, ligt achter ons. Actief archief Een archivaris die de archieven onder de aandacht wil brengen, kan dit op verschillende manieren doen. Een tentoonstelling organiseren lijkt wel de meest gebruikelijke manier. Alleen of in samenwerking met een lokale partner (heemkringen, erfgoedcellen, musea) kan hij zo een deel van de archieven op een voetstuk plaatsen. Zo genieten ze tijdelijk wat extra aandacht. Via een publicatie kunnen archieven ook op een permanente manier ontsloten worden. Inventarissen en andere bronnenpublicaties vormen de basistoegangen voor een grondige consultatie van een archief door historici en andere vorsers. De vruchten van die aandacht kunnen vervolgens hun neerslag vinden in geschiedkundige teksten die aan het ruime publiek aangeboden kunnen worden in de vorm van een artikel of een naslagwerk. Archieven kunnen ook op een digitale manier ontsloten worden. Denken we maar

aan de ontsluiting van de registers van burgerlijke stand via een databank, een cd-rom of het internet. Daarnaast bewaren archiefdiensten vaak collecties van beeldmateriaal die op hun beurt in een beeldbank opgenomen kunnen worden. Via het internet staan zulke collecties dan ter beschikking van een groot potentieel publiek. Bij dergelijke projecten moet een archiefdienst meestal een beroep doen op een groep enthousiaste vrijwilligers, want digitale ontsluiting blijft een bijzonder arbeidsintensieve activiteit. Naast een tentoonstelling en publicaties, behoren ook lezingen over gerelateerde thema’s, workshops over genealogie of rondleidingen in het archief tot de mogelijkheden. Dankzij evenementen met een grote publiciteitscampagne als de jaarlijkse Erfgoeddag in april slagen steeds meer archiefinstellingen erin een publiek aan te spreken dat ruimer is dan enkel de traditionele archiefgebruiker. Op Vlaams niveau biedt de Archiefbank Vlaanderen op www.archiefbank.be momenteel een schat aan ontsluitingsmogelijkheden voor tal van archieven. Hoewel het hierbij uitsluitend om private archieven gaat, spreekt de Archiefbank ook duidelijk de steden en gemeenten aan. Die bewaren immers vaak ook private archieven van personen of bedrijven. Voorts herbergen veel steden en gemeenten belangrijke documentaire collecties en verzamelingen. Ondersteuning Het Vlaamse cultuurbeleid zweert bij publieksparticipatie. Het logische gevolg hiervan is dat de overheid middelen veil

Silhouetten uit het project Archief op het Spoor: acht archiefkasten in treinvorm opgesteld deden het verhaal van een inwoner uit elk van de acht deelnemende gemeenten.

22 LOKAAL 16 oktober 2008

GFS

De valorisatie van het gemeentelijke archivalische erfgoed


Alleen een toegankelijk archief kan zijn schatten prijsgeven voor een expositie of een historische publicatie.

heeft om die participatie ook binnen het erfgoedveld te verhogen. Projectmatig denken blijkt een tendens in de huidige erfgoedsector. Archieven doen mee aan deze evolutie waarbij valoriserende initiatieven steeds vaker op financiële ondersteuning kunnen rekenen. Hiertoe kunnen zij zich zowel tot de Vlaamse en provinciale overheden als tot private fondsen richten.

het Waasland, onder auspiciën van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Land van Waas. Ook voor kleinere gemeenten wordt een convenant zo haalbaar. De erfgoedcel voert het convenant uit en fungeert als partner voor archieven bij het uitwerken van valorisatieprojecten. Ze is tegelijk een bindende factor voor verschillende archiefinstellingen binnen een regio. Een voorbeeld hiervan vormt

Het oude beeld van de archivaris in zijn ivoren toren strookt niet meer met de realiteit. Het erfgoedbeleid van de laatste jaren was gebaseerd op een decreet uit 2004, dat steunde op drie pijlers. Ook gemeente- en stadsarchieven kwamen in dit decreet aan bod. Zij konden publicaties en projecten (cultuurhistorische tentoonstellingen, ontwikkelingsgerichte projecten of internationale projecten) ter goedkeuring voorleggen. Een structurele werkingssubsidie voor archiefdiensten ontbrak vooralsnog. Verder omvatte het decreet ook de oprichting van een steunpunt voor de sector. Het uiteindelijke doel moest het ‘zichtbaar maken’ of valoriseren van het culturele erfgoed zijn. Dit steunpunt draagt sinds 2008 de naam Faro, een fusie van de voormalige steunpunten Culturele Biografie Vlaanderen en Vlaams Centrum voor Volkscultuur. Het derde luik omvatte de zogenaamde erfgoedconvenants. Dit zijn overeenkomsten met resultaatsverbintenis tussen de Vlaamse Gemeenschap en een stad of gemeente of een samenwerkingsverband van verschillende gemeenten. In 2005 sloot een eerste samenwerkingsverband van acht gemeenten een convenant af in

het project Archief op het Spoor, waar de Erfgoedcel Waasland en het Waas Archievenoverleg de verschillende archieven in de kijker plaatste. In treinvorm stonden tussen november 2006 en november 2007 acht archiefkasten opgesteld, die telkens het verhaal deden van één inwoner uit de acht deelnemende gemeenten. Deze trein stond stil op diverse locaties en kon op die manier een heel divers publiek bereiken. In aansluiting bij het project werden ook een archiefkrant, een archief-dvd en een lessenpakket voor de tweede graad van het middelbaar onderwijs ontwikkeld. Op 23 mei 2008 bekrachtigde de Vlaamse regering het decreet houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid, kortweg het Cultureel-Erfgoeddecreet. Dit decreet bouwt verder op de pijlers uit 2004, maar ondersteunt daarnaast ook expliciet de culturele-erfgoedwerking van een archiefinstelling, via de toekenning van een kwaliteitslabel en de indeling van de instelling bij het Vlaamse, het regionale of het lokale niveau. Een eerste uitvoeringsbesluit werd goedgekeurd op 18 juli 2008. Aan een tweede uitvoeringsbesluit wordt

nog gewerkt en ook een protocol met de VVP en de VVSG zit nog in de pijplijn. Geen erfgoedpretparken De angst van vele archivarissen is het doembeeld van een erfgoedpretpark waarin enkel de vorm primeert en het inhoudelijke archiefwerk geen plaats meer krijgt. Het vraagt veel inspanningen om een archief goed geordend en toegankelijk te maken én te houden. Alleen een toegankelijk archief kan zijn schatten prijsgeven voor een expositie of een historische publicatie. Er moet ook steeds met deskundigheid gewaakt worden over het oordeelkundige gebruik van archieven voor valorisatiedoeleinden. De archivaris moet er mee over waken dat het historische karakter van een erfgoedproject gegarandeerd blijft. Het zou echter verkeerd zijn de valorisatie van archieven te zien als een conflict, een tweestrijd tussen het publieksgerichte en het inhoudelijke archiefwerk. Elk bestuur moet voor zichzelf de afweging maken in welke mate het ene, dan wel het andere aspect mag doorwegen in zijn archiefdienst. Zoeken naar een gulden middenweg biedt wellicht ook in dit geval de beste uitweg. Het publiek kan immers pas ten volle genieten van archieven als die door deskundig personeel toegankelijk gemaakt werden. Het zou echter naïef zijn te beweren dat het publiek zelf wel zijn weg naar deze archieven zal vinden. Tentoonstellingen, publicaties en andere activiteiten zijn dus zeker meer dan louter een aanvulling op de kerntaken van een archiefdienst. Marc Bastijns is archivaris van Beersel en lid van de werkgroep Lokaal Overheidsarchief van de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen. • www.kunstenenerfgoed.be 16 oktober 2008 LOKAAL 23


op in u me t De r a a w e sit p he ijn web aa k te o r, m e m e ia e h v e l e i t m a m u pa s ien Geach r ll. een at ik u n nerzijds g voord e d a b d n e e m e d ig t tschuld p 15 sep tst dat u hreef. E ef me o n voor val sche te plaats veron m a i l sc wa a r u k a n ie d e m U sch r e s e r u e dt in de ee e wijze ken dat d een plek vin ignaal, de k rit isch lein. Ik wil me wil ik u bedan a s t s e g n onze door uw ’ gef undeerd t kp Coninc , maar meer no m vind dat u i s omdat u me, n e p lo is aa rd ijd st ad ‘m ant woo et heel aangen , maar anderz in onze h ie z de d z k i n ja t e a e g e t er din geleden z ware omd b l n a e e t r d n ja a n a l a a en nv den van en aant geniete eid geef t om e n t rok e ewoners klaag d, onder i h le k p ij k l c e n r tb e er oni mog . et De C polit ie. De buu p is fors gereag nte post op n h e r d e n ig o r r cor n de p en a a ro mane eving o est uur e lprost it ut ie. D rbij ze een per De omg van het st adsb e a p a ip w ht op de a a i en t polit ie, n. […] aandac acht law nplan’ van de e t reden ik kan e t n d r p ij r o o t o s d m e e overlast t een ‘100 dag de overlast te b geleide heef t o de feiten, dus e m m o e e vrij k va n k samen r n e e d d an lleer polit ie d op het ogenbli telt, dan ben i a e t s d t n i a d n t er het plei hter nie r niet bij oals u v het ekent ec hrijf t. Ik was e het gebeurde z ct ie. t e b et nu op de t o a m D c a s e ls ie e r a it b ol die u voor uw n, maar n die op en de p manier eoordele n heb ik begrip s lang voorbij overlas t. Mense b t ie n het ook nt waardigd e polit ie is reed n t e g en ijn. opt rede r luidrucht ig z de er o , v d n u a a t v t s e n e m d la De ee dagen-p zoals elders in ze langdurig z s op het en om te r 0 e 0 t 1 a t b e it H ij it t éu in, f st, tenz e t a fel z nt al caf inck ple st ruct ie De Con n is geen overla ook van een aa enkort rond d perken en con z e ik d e aa al be inn stoep st et zelfde signa hen gaan we b mum k unnen polit ie besprak it h et ini kale n op d Ik k reeg lein. Samen m last tot een m van de lo van zijn mense f e r h p e c v k s c o p Conin e echte t de kor pt reden n oe we d Ook me k overdreven o het plei kijken h nnen werken. r t en va n b i k u k ste ij ie l n u e e k g g o n e an het m same pelijk h ien h nog k at iek en mst toc se mensen. Ho pbrengen. Ind o k e o problem t e r o e d . iv ip n n i r d e g r ijk dat u zins be en mailt je st ur eld doo plein. belangr r wordt gespe hier voor enigs e t e w h u d ie n n die e Ik vi ijd op ka n u ede jazz licht en t, mag u me alt en de go oldoende inge b e ev ingen h hierme opmerk f o n e g ra u nog v , Ge a g r o e t en chte delijke n ie r v t Me hee , s n e s s n r, Ja Bed Pat rick ster a n e e kt v va n burgem oo b zich urgem r het b e dan af vroe eester e richt d g at u n m of d sc en Uw r opm sen be e polit hepene icht te a drin n. U ie n an h er k i b o e t i e wat gender ng klop n die d ets bet schree et colle e e op er en fm r g r t moc tege drac , mene ingend s te do e dat e e h h e u n m n r t t . e e e o h n D n e en e ie bez ze hun n boom dan bo e polit eten pl eef t n al d kingen van eer, a w a v i h v e s se e i t e . a n n t i t e h H h jd a r sc e d ur an Geac hrif daar n et zou s te gev eef t vee n. Het t. t toest rtelijke bed dat ze erg e h r t d o en l ie z indi a nk vo gen en ha veel plezier e Mark t. toch ou u e ene t in mo n ook b voor h t lijk da in chte n al d e e t e Harte sche teken oet me heel op de Gro hreven. ha n r m s u d en st ter zi et ti en d sc dels oeite sieren jn ek ez e fant as ingen. Het het schaats f je terugge las. te w will zaa moc boe en. U k , l k e r n i k e e i e r a e l h t v n d e on a tue doe en b uw l oor b en onm len br op te g eg n en n allen e z u nog e ning v en heb ron vele iddellij ngen. Z oeken bijvoor volgen genot en dan ook ag een teke at. Ik wens end d o d h k b ra lg hind inwone e omg elfs als m uw k eeld ee de keer Ik heb ook nog g vind, doe ik en jullie vo e r r ak ts Ant erlijk H s in he ving va de boo leine bo n café o jd voo Ik ma sch a a m t w n k er t i n hopelijk i a r d plaa erpen opelijk openb bewo niet in odscha f Zo ar e a j a n m i d p t a . s e er s s de r en w inde d een go ar opnieuw r ho e nood wateren st aat, e n a j d l en d o e b Vrie schoo an d g of ka ij een v terecht r varen nde eten, o r n g o e P l a e i l at ri u l jke ope ijk nba zich o gend be s iendel bur ck Jans groete re w p z Met vr Janssens, t g n i s jd to oek a eme e eg. k a este ns, t an Pat ric eester dere n r m e g r u b


FORUM COMMUNICATIE

De kortste weg is een brief aan de burgemeester ’Voor veel inwoners is de kortste weg tussen twee punten een brief aan de burgemeester,’ schrijft Patrick Janssens in zijn laatste boek Brieven aan de burgemeester. Het bevat vooral een selectie uit briefwisseling van de Antwerpse burgemeester. ‘Brieven’ zijn ook de briefkaarten, e-mails en kattebelletjes op bierviltjes die Patrick Janssens de voorbije vijf jaar kreeg, in totaal 8080 op 21 augustus. Maar in het boek staan ook heel mooie antwoorden van Janssens en zijn team. Marlies van Bouwel

DANIËL GEERAERTS

I

n Brieven aan de burgemeester staan natuurlijk vooral brieven áán de burgemeester en maar een paar ván de burgemeester. Op speciale vraag van Lokaal staan alleen de brieven ván Patrick Janssens op deze bladzijden, omdat we gecharmeerd zijn door de toon van zijn brieven. Deze toonzetting is er niet zomaar gekomen. ‘Die toon, die stijl, is het logische verlengde van de stijl die we gebruiken tijdens hoorzittingen, tijdens het stedelijke wijkoverleg of wanneer de mensen mij op straat aanspreken,’ legt Patrick Janssens uit. ‘Het is ook de voortzetting van de stijl die we zijn gaan hanteren na de Visacrisis. Het is onze reactie geweest op het ongenoegen dat in die periode heel sterk leefde. De mensen in Antwerpen hadden toen het gevoel dat het stadhuis niet luisterde naar de problemen van de gewone man, dat het verwijtend naar de klagers keek alsof ze allemaal Vlaams Belangers waren. Nu lijkt dit een karikatuur, maar toen leefde dat zo en dat was een belangrijk signaal van ontevredenheid.’ ‘We zijn die klachten toen au sérieux gaan nemen. Een terechte vraag krijgt een duidelijk antwoord, een onterechte klacht krijgt evengoed een duidelijk wederwoord. In elk antwoord proberen we eerst aan te tonen dat we hebben geluisterd en dat we de vraag of klacht goed hebben begrepen. Met een herhaling van de vraag of klacht beginnen we dus altijd de brief. We willen ook persoonlijk antwoorden, en geen standaard versturen die automatisch uit de computer rolt. Dit is zeer tijdrovend. Maar mensen laten me voelen dat ze het appreciëren. Op straat word ik erop aangesproken, ze bedanken me voor mijn brief. Pas als ze me vertellen waarover die brief ging, gaat er bij mij natuurlijk een belletje rinkelen. Mensen denken vaak dat ik maar een brief per dag krijg.’ Een half

tijdse en drie voltijdse kabiGeacht e mevro netsmedewerkers van Pauw, trick Janssens openen de Vi a u w br brieven, sturen als het nohet ong ief van 4 juni cont act e v dig is een ontvangstmele er ter wijl al waarbij uw z dochte de u mij in ve ij n ding, informeren over o g s r rb t z aanrijd e e d s er nst ige g waar gewond and met ing. het dossier en schrijven w e Van de volgen erd, en po draagt een ontwerpantwoord. van de gewees lit ie heb ik in t us tt ‘Dat is mentaal belasis uw e ussen de polit sen vernome c n dat er ie h t en s tend, echt zwaar werk. cheidin wel de info gsproc de vader van r m uw doc cont act is e a d t Om elke brief ter haru r e er d ie nooit De polit hter. eo tot bij u ie te te nemen moeten is door orzaak van g Mogelijk omst an heef t mij er v eweest gest r a dighed dat we elke individuele en zeer n verzekerd d oomd. met u c a w t o h e n n e t t s a e i c vraag ook de aann deze lijk is d t zou op zou geb at er o geno eu dacht geven die ze Waarsc ren door mev men worden. ok rechtst ree ks hij Ik ro verdient. De laatmevrou nlijk hebt u in uw X X X, die h vernam dat d it w et tu ste tien tot vijftien met ha X X X. Mocht d ssen reeds co dossier kent. a n a r t act ge t c n o ie n t jaar hebben de t act opn Oudaan emen v het geval zijn, had met 5 t e i 2 d a besturen terecht 000 A n coördin t werpe de Dienst Slac an kan u zelf a t o r n X h veel meer aan(tel. 03 X X. Ik wens /202.57 tof ferhulp, u .96), ev dacht voor de Mochte w dochter ver ent ueel der het n e r v ia i n klachten die allerbe de toek u g er u s ste bij h omst n t opnie o a g a u er leven. Maar r w cont a ve ct opne rdere vragen herstel. men m rijzen, dikwijls gaan Met vrie da n ma et mij. n g ze er nog heel Pat rick delijke groete n, Janssen s ambtelijk burgem , eester mee om ter wijl de burgers nu veeleisender zijn. Ze laten zich heus niet meer met een kluitje in het riet sturen. Ze zijn volwassen genoeg om ook te begrijpen dat ze ongelijk Van ontroerend tot kwetsend hebben.’ De brieven die de burgemeester van AntPatrick Janssens tekent nooit een ont- werpen ontvangt, zijn ontroerend en werpbrief zonder hem gelezen én begre- triest maar ook grof en kwetsend. Voor de pen te hebben. ‘Pas als de brief voor mij briefschrijver is de burgemeester de eerste duidelijk, coherent en empathisch is, te- en de laatste hulp (en alles daartussenin). ken ik. Anders suggereer ik een wijziging. De moeilijkste brieven zijn ook voor wie We steken er met de ploeg veel energie in, ze schrijft de moeilijkste. Ze gaan over maar dat is zeker zinvolle energie. De be- problemen waar geen pasklare oploswoners appreciëren die geïndividualiseer- sing voor is, over schrijnend verdriet of de handelwijze.’ machteloosheid. Als je 93 bent en er bij 16 oktober 2008 LOKAAL 25


LOKALE RAAD

FORUM COMMUNICATIE Geachte heer,

?

Hoe wordt het budget behandeld op de gemeenteraad?

!

Het Gemeentedecreet verplicht de gemeenten om voor het jaareinde het budget op de gemeenteraad te brengen. De gemeenteraadsleden moeten uiteraard de kans krijgen de bespreking van het budget voldoende voor te bereiden. Daarom moet het budget met alle verplichte bijlagen ten minste twee weken vooraf aan de raadsleden worden bezorgd. Het budget bevat een hele reeks onderdelen en bijlagen: - de beleidsnota - enkele algemene gegevens over de gemeente. Het gaat onder meer om het bevolkingscijfer, de belangrijkste aanslagvoeten, het aantal leerlingen in het gemeentelijke onderwijs, het personeelsbestand en de lengte van het wegennet. - de overzichtstabel. Die bevat een kort overzicht van de recente financiële geschiedenis van de gemeente. - de financiële nota - de samenvattingstabellen - het programma van de geplande investeringen - de samenvatting van de leningen. Deze bevat niet alleen de bestaande leningen, maar ook de nieuwe leningen die in de loop van het dienstjaar zullen worden opgenomen voor de financiering van de investeringen. Naast klassieke leningen, moet ook de onroerende leasing in de tabel voorkomen. - de evolutie van de gemeenteschuld. Deze tabel houdt zowel met de bestaande schuld als met de nieuwe schuld rekening. - het meerjarige financieelbeleidsplan - het advies van de begrotingscommissie - een toelichting bij de raming van de aanvullende personenbelasting en de opdeciemen op de verkeersbelasting - een toelichting bij de raming van de energiedividenden De stemming over het budget verloopt bijzonder. Normaal wordt er gestemd over het geheel, maar elk raadslid heeft het recht de aparte stemming te vragen over een of meer onderdelen die hij zelf bepaalt. In dat geval gebeurt de stemming over het (eventueel geamendeerde) geheel pas na de individuele stemmingen. De vergadering waarop de gemeenteraad over de begroting debatteert en beslist, is in elk geval openbaar.

Mail uw vragen over gemeentefinanciën naar jan.leroy@vvsg.be 26 LOKAAL 16 oktober 2008

zware regenbuien water Tijdens de openin g van het Tir-compl in de kelder komt, is het ex sprak u me aan over de in rit van de parking niet eenvoudig die leeg van het shoppingcenter . U zei me dat er be te scheppen. ter paaltjes geplaatst ko nden worden naas Sommige mensen zijn t de inrit van de parkin g omdat de wagens radeloos: omdat hun bijna uw zaak binnenrij den doordat de we appartement onbeg wordt afgesneden. woonbaar is, omdat Ik heb toen ook ku nnen merken dat uw ze hun schulden niet vraag zeker terecht is. kunnen betalen of De dienst st adsont wikkeling zal deze omdat hun zoon de week nog de paaltjes plaa tsen, dat was ook deurwaarder op bezo voorzien. zoek heeft gehad. Ik hoop dat daardo or uw probleem za Natuurlijk hebben l opgelost zijn. Moc ht u nog vragen of Antwerpenaars opmerkingen hebb en, cont acteer me dan over alles een uitgerust. gesproken mening. Niets waaraan ze Met vriendelijke gr oeten zich zo ergeren als Patrick Janssens, aan vuil op straat. burgemeester Maar ook te veel inspanningen om de straten proper te maken worden niet altijd gewaareen sociale woning deerd: het bladvuil hoeft niet op een te komen. We leggen wel uit hoe ze feestdag opgehaald te worden en te spontaan kunnen solliciteren bij de vroeg vuilnis weghalen maakt te veel personeelsdienst of we vragen ook lawaai. Antwerpenaars zijn dan ook op waar hun huisvestingsdossier zit niet de gemakkelijkste klanten. En en bezorgen hun ongegeneerd die al zijn er wel eens eenduidige klachinformatie. Maar we komen daar ten, toch is het niet altijd eenvoudig nooit in tussen.’ Op die ‘nooit’ legt ze te verhelpen, zoals het zwemwater Patrick Janssens sterk de klemtoon, dat te koud is, het eten in het ziekenmaar dan aarzelt hij: ‘Er is een uithuis dat eigenlijk varkensvoer is of de zondering. Bij vragen in verband met mensen van de vuilniswagen die opoverlijdens en zware emoties zijn we schrijven wie er wel een nieuwjaarsgeneigd die regels soepeler te interfooi geeft en wie niet. preteren om het gemoed van de menAls de brieven erg persoonlijk worsen te kunnen verlichten. Ik denk den, gaan ze meestal over voetbal of hierbij aan een herbegrafenis. Dan over de kleding van de burgemeeswillen we graag zo soepel mogelijk ter. Sommige brieven zijn kwetsend, zijn, maar we zullen nooit onwettig hoe harder hoe liever. Maar Patrick handelen.’ Janssens krijgt evengoed felicitaties Voor Patrick Janssens zijn de brieen bedankjes: voor de nieuwjaarsven vooral signalen: ‘Zeker als we receptie op de Grote Markt, voor systematisch dezelfde vragen in een de Kleine Reuzin en voor de ‘Grote’ buurt horen, weten we dat er structuEngelen aan de onthaalbalie van het reel iets schort. Dat kom je soms ook stadhuis en voor het bekwame optrete weten met grote onderzoekingen, den van de Antwerpse politie bij een rapporten en haalbaarheidsstudies. zoekactie naar een verloren gelopen Maar ook de brieven leveren zinvolle kindje. ‘Het kan niet missen dat poinformatie om aan de slag te gaan.’ litici vatbaar zijn voor manisch-depressiviteit!’ schrijft Patrick Janssens Marlies van Bouwel is hoofdredacteur in het boek. van Lokaal Het blijft dienstbetoon Voor Patrick Janssens is de briefwisseling uiteraard een vorm van dienstbetoon: ‘Maar niet om op individuele voorspraak aan werk of

• Brieven aan de burgemeester door Patrick Janssens, is uitgegeven bij Meulenhoff/Manteau, 229 blz., 19,95 euro. De opbrengst van het boek gaat naar Unicef.


De 27-jarige Bram Swaerts vormt een eenmansfractie voor sp.a in de gemeenteraad van Buggenhout. ‘Ik kan onmogelijk alle dossiers in detail opvolgen. Maar met sterke argumenten kan

‘Betaalbare woningen en het behoud van een sociale mix in de gemeente zijn zeer belangrijk.’

STEFAN DEWICKERE

een kleine fractie grootse dingen doen.’

DE GEKNIPTE POLITICUS

Bram Swaerts, Een jonge en actieve eenmansfractie Pas rond Kerstmis 2006 wist Bram Swaerts dat hij tien dagen later werd verwacht om de eed af te leggen in de nieuwe Buggenhoutse gemeenteraad. ‘Ik stond in 2006 voor het eerst op de lijst voor het pas opgerichte kartel sp.a-Spirit. We hadden een heel motiverend project voor onze gemeente uitgetekend. We haalden twee zetels. Ik was niet verkozen, maar behaalde net als de meeste jongeren op de lijst een behoorlijk resultaat. Die tevredenheid sloeg over in teleurstelling toen onze kartelpartner Spirit zonder ons in de meerderheid stapte. Wij kwamen in de oppositie terecht met één verkozene, Freddy De Bisschop die jarenlang schepen was geweest. Hij vond dat het in de gegeven omstandigheden tijd was voor vernieuwing en verjonging. Ik kreeg het vertrouwen van het partijbestuur en kwam op die manier als opvolger in de gemeenteraad. We hebben meteen de knop omgedraaid en de focus gelegd op ons project met de slagzin “Voor de mensen van Buggenhout”. Met enkele mooie resultaten en al enkele nieuwe mensen blijkt dit aan te slaan.’ ‘Ik was jarenlang actief in de chiro, als lid, als leider en als groepsleider. Ik was ook hoofdmonitor van de speelpleinwerking. Zo werd ik voorzitter van de jeugdraad in Buggenhout. Daar kreeg ik de goesting te pakken om in de lokale politiek te stappen. Ik ben iemand die graag en snel begint mee te denken over hoe we dingen ten goede kunnen veranderen. Op school zat ik ook in de leerlingenraad en maakte ik het schoolkrantje. Intussen ben ik voltijds met politiek bezig. Naast gemeenteraadslid ben ik stafmedewerker op de

communicatiedienst van sp.a in Brussel.’ ‘Ik kan het werk in de gemeenteraad niet delen met collega-partijleden, dat is wel lastig. Ik krijg gelukkig veel steun van het sp.a-bestuur en vooral van oud-schepen De Bisschop. Hij helpt me dossiers te kaderen. Ik kan ook rekenen op de mensen die ik ken uit het verenigingsleven en die zaken signaleren. Toch is het onmogelijk om alles op de voet te volgen. Het budget, de begroting en de belangrijkste dossiers laat ik uiteraard niet links liggen. Daarnaast spits ik me toe op drie thema’s. Wonen is het eerste. Door de nabijheid van Brussel is de druk op de woningmarkt groot. Betaalbare woningen en het behoud van een sociale mix in de gemeente zijn in mijn visie zeer belangrijk. Het tweede thema is het stimuleren van het verenigingsleven. In plaats van als gemeentebestuur zelf van alles op te zetten, is het veel beter te investeren in ondernemende verenigingen die allerlei activiteiten organiseren. Ten slotte houd ik me ook bezig met het thema milieu en mobiliteit. Een progressieve visie op deze beleidsdomeinen helpt onze gemeente echt vooruit. Op die drie domeinen ben ik heel actief, in de gemeenteraad, via publicaties, via acties op straat.’ ‘De meerderheidspartijen nemen natuurlijk niet zomaar mijn standpunten over maar ik merk wel dat ik onrechtstreeks, via een omweg toch invloed heb op het beleid. Soms lukt het me zelfs om punten goedgekeurd te krijgen. Alles begint bij een stevige dossierkennis en goede argumenten. Daar moet ook de meerderheid rekening mee houden. Met sterke argumenten kan een kleine fractie grootse dingen doen.’ I BVM

16 oktober 2008 LOKAAL 27


WERKVELD ARMOEDEBELEID


17 oktober 2008: Wereldarmoededag voor hogere sociale uitkeringen en lonen

OCMW’s depanneren nog te veel In Vlaanderen krijgen 22.000 mensen een leefloon, sommigen een volledig, sommigen een bijpassing omdat hun inkomen nóg lager ligt. Ze moeten het zien te rooien met een inkomen dat onder de Europese armoedegrens ligt. Omdat ze hiermee niet in basisbehoeften kunnen voorzien, geeft het OCMW hun dikwijls financiële steun voor huur, energie of medische kosten. Die steun varieert van OCMW tot OCMW. Nathalie Debast Jeanne is zestig jaar oud en weduwe sinds 1980. Ze krijgt een weduwepensioen van 457,10 euro per maand. Ze lijdt aan reuma en rugpijn en kan dus niet bijverdienen. Ze huurt een sociale woning, wat haar budget minder belast. Sinds 2004 krijgt ze maandelijks een aanvullend leef loon van 254 euro en een tussenkomst in de huishuur van 80 euro. Zoals Jeanne zijn er nog ouderen die noodgedwongen naar het OCMW gaan om aan een inkomen te geraken dat gelijk is aan het leefloon. Ook wie boven op zijn pensioen een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) krijgt, ontvangt soms minder. Dit komt doorgaans door een te korte loopbaan of door samen te wonen met iemand van wie de inkomsten in aanmerking worden genomen. Nochtans moest de IGO binnen het stelsel van de pensioenen voor ouderen met onvoldoende pensioen een menswaardige oude dag garanderen. Hetzelfde geldt voor jongeren met een wachtuitkering. Een alleenstaande van minder dan 21 jaar of een samenwonende ontvangt een pak minder dan het leefloon. Nochtans is daar geen enkele reden toe. Als jongeren vanaf achttien jaar individuele rechten en plichten hebben, dan moeten ze vanaf dan ook een menswaardig inkomen krijgen.

BART LASUY

Sociale uitkeringen zouden altijd minstens even hoog moeten zijn als het leefloon. Opdat iedereen toch minstens dit absolute minimum zou hebben, geven de Vlaamse OCMW’s nu op maandbasis aan 7000 mensen een bijpassing. Zo vullen OCMW’s de leemten uit andere stelsels op. Onaanvaardbaar en verre van efficiënt. Het beleid heeft de mond vol van administratieve verDe mogelijkheid om absolute basiskosten als huur en energie te betalen, is nu afhankelijk van de gemeente waarin je woont.

eenvoudiging, maar duldt wel dat mensen nog naar het OCMW moeten stappen voor een opleg. Dit is ook verspilling van menselijke energie: mensen moeten hun uitleg nog eens doen en verschillende diensten moeten een zelfde dossier onderzoeken en opvolgen. En dan staat het nog lang niet vast dat iedereen die onder het leefloon zit, ook echt bij het OCMW om een bijpassing gaat vragen. Lokaal ‘surplus’ bittere noodzaak Marleen is een 45-jarige alleenstaande vrouw met een zoontje van tien. In 2004 verliet ze haar partner. Ze had geen recht op een ziekteof werkloosheidsuitkering omdat ze te weinig gewerkt had en deed bij de FOD Sociale Zekerheid een aanvraag voor een tegemoetkoming voor personen met een handicap. In afwachting van een beslissing kreeg ze van het OCMW een leef loon. Daarbovenop kreeg ze een huurtoelage van ongeveer 100 euro per maand. Gedurende de winter kwam daar nog 40 euro per maand bij als tussenkomst in de energiekosten. Vanaf mei 2005 had ze recht op een tegemoetkoming voor personen met een handicap die hoger lag dan het leefloon. Het leefloon werd stopgezet, samen met de huur- en energietoelage. Ze heeft wel hoge medische kosten, zowel voor zichzelf als voor haar zoontje, vanwege een ernstige erfelijke aandoening. Daarom geeft het OCMW haar sinds mei

2006 30 euro per maand als tussenkomst in de medische kosten. Ook al heeft de federale overheid de leefloonbedragen de voorbije jaren een aantal keren verhoogd, ze zijn nog altijd te laag om menswaardig te kunnen leven. Zowel voor alleenstaanden als voor mensen met kinderen zitten de bedragen onder de Europese armoedegrens (EAG) en dat is mensonterend. Mensen met een leefloon zijn vaak verplicht schulden te maken om alleen maar te overleven. De leefloonregeling houdt ook geen rekening met het aantal kinderen in een gezin, in tegenstelling tot de Europese armoedegrens. Of je nu één of drie kinderen moet grootbrengen, je moet het doen met 948 euro. Nochtans heb je met méér kinderen toch méér kosten, bijvoorbeeld voor huisvesting, die in de huidige wetgeving niet volledig door de gezinsbijslag worden gedekt (zie tabel). Ook wie een andere uitkering of tegemoetkoming krijgt, kan hiermee lang niet altijd alle rekeningen betalen. Daarom geven de OCMW’s vandaag aan flink wat mensen financiële steun boven op hun inkomen. Zo’n aanvulling kan eenmalig zijn – stel, de wasmachine laat het afweten – maar meestal gaat het om een maandelijkse toelage, vaak voor huur, energie of medische kosten. Zo bestaat er in 70% van de Vlaamse OCMW’s een systeem van aanvullende steun om de huur betaalbaar te houden. Twee derde daarvan geven een specifieke huurtoelage, de andere OCMW’s geven een globale toelage voor de basiskosten waaronder huur. Volgens een VVSG-enquête van april dit jaar stegen de uitgekeerde huurtoelagen sinds 2003 met 40%, de

Vergelijking inkomen leefloon (excl. gezinsbijslag) – Europese armoedegrens Leefloon (€)

Europese armoedegrens (€)

Samenwonende

474

430

Alleenstaande

711

860

Alleenstaande met 1 kind ten laste

948

1117

Alleenstaande met 2 kinderen

948

1315

Koppel met 1 kind

948

1547

Koppel met 2 kinderen

948

1726 16 oktober 2008 LOKAAL 29


KLARE WERKVELDKIJK ARMOEDEBELEID

WERKVELD ARMOEDEBELEID

?

Is hulp aan illegaal verblijvende vreemdelingen verboden?

!

Volgens artikel 77 van de verblijfswet van 15 december 1980 is het verboden om wetens en willens vreemdelingen te helpen bij het tot stand brengen of het voortzetten van een illegaal verblijf op het grondgebied. Overtredingen worden bestraft met een gevangenisstraf en/of een geldboete. Het verbod geldt niet indien de hulp om voornamelijk humanitaire redenen verleend wordt. Dat geldt ook voor lokale besturen. Maar wat zegt de OCMW-wet? Artikel 57, §2 van de OCMW-wet beperkt de taak van de OCMW’s tot dringende medische hulp indien de hulpvrager een illegaal verblijvende vreemdeling is. Dat betekent echter nog niet dat het OCMW geen hulp aan illegaal verblijvende vreemdelingen mág verlenen. Het OCMW is volgens de OCMWwet niet verplicht om illegaal verblijvende vreemdelingen andere dan dringende medische hulp te bieden. Maar als het OCMW gebruik wil maken van zijn lokale autonomie en beslist om aan een illegaal verblijvende vreemdeling bepaalde andere OCMW-diensten te verstrekken, dan mag dat. Er is immers geen enkele wettelijke bepaling die dat verbiedt. Het gevolg van de beperking in artikel 57, §2 OCMW-wet is wel dat de federale overheid – de POD Maatschappelijke Integratie – de kosten van andere hulpverlening dan dringende medische hulp aan illegaal verblijvende vreemdelingen niet ten laste neemt. Ten slotte nog een woordje over de rechtspraak. Volgens de heersende rechtspraak mag de beperking van OCMWdienstverlening tot dringende medische hulp voor illegaal verblijvende vreemdelingen niet toegepast worden wanneer de hulpvrager om medische redenen of door overmacht niet in de mogelijkheid is om België te verlaten. OCMW’s passen deze rechtspraak niet systematisch toe omdat de federale overheid, ondanks de heersende rechtspraak, alleen de kosten van dringende medische hulp ten laste neemt. Meestal zal een OCMW de gevraagde dienstverlening weigeren en de hulpvrager naar de arbeidsrechtbank verwijzen. Als de arbeidsrechter de medische redenen of de overmacht aanvaardt, wordt het OCMW in de regel tot dienstverlening veroordeeld. Na veroordeling kan het de kosten ervan dan weer wel van de POD Maatschappelijke Integratie terugvorderen.

toelage als steun voor betaling van de basiskosten met 20%. Ondanks de algemene stijging van de pensioenen en de Vlaamse zorgverzekering is ook de OCMW-tussenkomst in rusthuisfacturen opnieuw aan het stijgen: van 2,79 euro per inwoner in 2006 naar 3,39 in 2008, aldus de VVSGenquête van april. Dit surplus betalen de OCMW’s dikwijls met eigen, lokale middelen. Omdat de financiële draagkracht van de OCMW’s sterk varieert, worden mensen in verschillende gemeenten dus verschillend behandeld. Zo krijg je in dezelfde situatie van OCMW X 100 euro huurtoelage en van OCMW Y maar 20. Bestuurlijk is deze verschillende behandeling perfect verklaarbaar en verdedigbaar. Ieder OCMW heeft immers zijn eigen (subjectieve) visie op de mogelijkheid menswaardig te leven, de financiële draagkracht van iedere gemeente ligt anders en de lokale beleidsprioriteiten variëren. Deze lokale autonomie moet gerespecteerd blijven. Dat deze gang van zaken ongenoegen en onbegrip opwekt bij mensen in armoede is echter ook volkomen begrijpelijk. Het gaat immers niet om een extraatje voor luxe-uitgaven, maar om financiële steun voor basisbehoeften. Daarom zijn de OCMW’s vandaag een noodzakelijk laatste vangnet. Het spreekt voor zich dat deze werkwijze op langere termijn en met steeds stijgende prijzen in het verschiet, onhoudbaar is. De mogelijkheid om absolute basiskosten als huur en energie te betalen, mag niet afhangen van de gemeente waarin je woont. Toch is het niet de verantwoordelijkheid van het lokale niveau om op dit vlak gelijkheid te creëren. De federale overheid moet ervoor zorgen dat sociale uitkeringen voldoende hoog zijn om in deze basisbehoeften te voorzien. Dan is er geen lokale tussenkomst meer nodig en worden burgers gelijk behandeld.

Artikel 77 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, BS 31 december 1980 Artikel 57, §2 van de OCMW-wet van 8 juli 1976 Mail uw vraag over vreemdelingenbeleid aan Fabienne.Crauwels@vvsg.be

30 LOKAAL 16 oktober 2008

Geen werkloosheidsval Dit pleidooi voor hogere uitkeringen is onlosmakelijk gekoppeld aan de vraag naar een doorgedreven activeringsbeleid en hogere minimumlonen. Een uitkering mag financieel niet interessanter zijn dan een inkomen uit arbeid. Doordat vele sociale voordelen gekoppeld zijn aan bijvoorbeeld het statuut van leefloner, is dit nu wel het geval. Ondanks alle activeringsinspanningen wordt het dan

voor de OCMW’s bijzonder moeilijk om mensen te motiveren tot werken. Daarom worden sociale voordelen beter gekoppeld aan een inkomensgrens dan aan een statuut. Dan kunnen mensen die aan de slag gaan ook nog – minstens tijdelijk – genieten van voordelen, wat de overgang minder bruusk maakt. Voorschotten op uitkeringen De OCMW’s signaleren een stijging van het aantal voorschotten op sociale uitkeringen. Ze geven zulke voorschotten omdat beslissingen van een socialezekerheidsinstelling te lang uitblijven en mensen ondertussen zonder inkomen dreigen te vallen. Het OCMW geeft dan een voorschot en krijgt dit later terug van de socialezekerheidsinstelling; het OCMW schiet het geld dus voor. Dit gebeurt vandaag vooral voor werkloosheidsuitkeringen en minimumvoorzieningen zoals de tegemoetkoming aan gehandicapten. Omdat de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) een aantal maanden de tijd heeft om een beslissing te nemen, maakte de VVSG met de RVP de afspraak dat het OCMW de RVP contacteert wanneer een pensioengerechtigde bij het OCMW een voorschot komt vragen. De RVP behandelt de dossiers van die mensen dan eerst, zodat het OCMW hun geen voorschot meer hoeft toe te kennen. Het zou goed zijn deze werkwijze naar andere instanties door te trekken. Tijd voor begeleiding in plaats van oplapwerk Een groot deel van de financiële steun die OCMW’s vandaag toekennen dekt hiaten in andere stelsels van sociale zekerheid. Voor een groot stuk is deze hulpverlening dus rekenkundig en administratief oplapwerk waar de OCMW’s niet voor dienen. Door de sociale uitkeringen structureel tot menswaardige bedragen op te trekken zullen veel meer mensen zelf in hun basisbehoeften kunnen voorzien. Bij de OCMW’s komt er dan meer tijd vrij om te doen waar ze goed in zijn: een intensieve en hoogstaande begeleiding van hun cliënten met als doel hen opnieuw zelfredzaam te maken. Nathalie Debast is VVSG-stafmedewerker OCMW-wetgeving • Art. 14, §1 van de Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie van 26 mei 2002, BS 31 juli 2002, Inforumnummer 176605


WERKVELD WERKGELEGENHEIDSBELEID

STEFAN DEWICKERE

Werkzoekend ben je pas als je klaar bent voor de arbeidsmarkt Het is niet logisch dat de VDAB een begeleiding opstart als iemand nog een specifieke begeleiding op weg naar werk door het OCMW krijgt.

E

en jaar geleden besloten de VDAB en de OCMW’s elkaars sterkten te honoreren. In ‘proeftuinen’ (zie Lokaal 5 van 16 maart 2008) zou de VDAB mensen die om psychosociale of andere redenen onmogelijk op de arbeidsmarkt aan de slag konden, kunnen doorverwijzen naar de OCMW’s. Omgekeerd zouden OCMWcliënten die in staat zijn een baan in het normale economische circuit te vinden, kunnen worden begeleid door de VDAB. Al tijdens de discussies bij het begin van de proeftuin van de VDAB en de OCMW’s kwam een probleem van registratietechnische aard bovendrijven. Mensen die geen inkomsten hebben, kunnen een leefloon aanvragen bij het OCMW. Veel OCMW’s verwachten van de aanvrager dat hij zich inschrijft als werkzoekende en dit om twee redenen. Ten eerste moet elke cliënt zijn werkbereidheid aantonen, en veel OCMW’s zien de inschrijving als een eerste signaal hiervan. Een inschrijving als werkzoekende is natuurlijk niet meer dan een administratieve ingreep en zegt dus in feite niets over die werkbereidheid. Ten tweede onderzoekt het OCMW met de cliënt of deze een recht kan laten gelden op andere inkomsten verbonden aan de sociale zekerheid (ziekte-uitkering, werkloosheidsuitkering), want iemand kan pas een leefloon krijgen als hij nergens anders inkomsten kan krijgen en zodra alle rechten werden uitgeput. Een inschrijving bij de VDAB zou noodzakelijk zijn om dit te onderzoeken. Dit laatste klopt eigenlijk niet, omdat je iemands recht op werkloosheid ook theoretisch kunt onderzoeken en een inschrijving in de eerste plaats noodzakelijk is om een

In een Werkwinkel kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden tussen de VDAB die werkzoekenden begeleiding aanbiedt om werk te vinden en de OCMW’s die cliënten begeleiden op weg naar werk of cliënten die vrijgesteld zijn van de eis tot werkbereidheid om gezondheids- of billijkheidsredenen. Peter Cousaert

werkloosheidsuitkering te kunnen ontvangen. Anomalie Voor de VDAB staat een inschrijving als werkzoekende gelijk aan de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt. Op basis van deze inschrijving start de VDAB dan een getrapt opvolgingsmodel. Doordat een aantal OCMW’s om andere redenen aan hun cliënten vragen zich in te schrijven, is

die hun cliënten nu automatisch naar de Werkwinkel sturen voor een inschrijving, adviseren dit in de toekomst niet meer te doen. Het is een kwestie van klantvriendelijkheid en voorkomt overlappende dienstverlening. Een bewuste en gerichte inschrijving van wie wel beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, is veel effectiever en (kosten)efficiënter. Het zou dus goed zijn dat een cliënt enkel nog wordt ingeschreven bij de VDAB op het moment dat

Een bewuste en gerichte inschrijving van wie wel beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, is effectiever en efficiënter.

er in de praktijk een anomalie. De VDAB volgt elke werkzoekende op, in de eerste plaats op basis van die inschrijving. Het gebeurt dus dat cliënten die een traject hebben bij het OCMW, door de VDAB worden uitgenodigd en opgevolgd. Dit staat dan vaak in contrast met het feit dat het OCMW heeft geconstateerd dat iemand kan worden vrijgesteld van de eis tot werkbereidheid vanwege zogenaamde gezondheids- of billijkheidsredenen (volgen van opleiding, psychische problemen). Een andere groep krijgt een specifieke begeleiding op weg naar werk door het OCMW. Ook hier is het niet logisch dat de VDAB een begeleiding opstart. De VDAB en de VVSG willen de OCMW’s

hij effectief in het werkzoekendenbestand kan terechtkomen en klaar is voor begeleiding bij de VDAB. Een inschrijving lijkt ook opportuun op het moment dat OCMW’s die in de Werkwinkel betrokken zijn, de begeleiding van de cliënt als een OCMW-traject willen laten registreren in het cliëntvolgsysteem. Dan is het immers duidelijk dat het OCMW die persoon begeleidt op het vlak van tewerkstelling. Alleen al om die reden lijkt een verdere integratie van de OCMW’s in de Werkwinkel nuttig. Peter Cousaert is VVSG-medewerker projectcel werkwinkels 16 oktober 2008 LOKAAL 31


WERKVELD ARMOEDE EN JEUGDBELEID

Jeugdwelzijnswerk, een brug uit de vrije tijd? Met deze centrale vraag organiseert Uit De Marge, het steunpunt voor WMKJ’s of jeugdwelzijnswerk, zijn jaarlijkse congres in het Vlaamse Parlement in Brussel. Na een voorstelling van de sector is er een centraal paneldebat met Ann De Meulemeester (nationaal secretaris ACW), Selahattin Koçak (sp.a-schepen in Beringen), Naima Charkaoui (coördinator Minderhedenforum) en prof. Ides Nicaise (Hiva, KU Leuven). Daarna volgt de uitreiking van de eerste Uit De Marge-prijs van het Vlaamse jeugdwelzijnswerk. In de vijftien workshops na de middag komen thema’s aan bod zoals jeugdwelzijnswerk en onderwijs, jeugdwerk en gezondheid of de preventieve functie van de WMKJ’s. Inschrijving en informatie op www.uitdemarge.be.

Jongeren die agressief reageren, worden te veel enkel met de vinger gewezen terwijl aan de oorzaken niets wordt gedaan.

Kwetsbare jongeren op de brug Maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren surfen op de watervallen van het onderwijs, gaan dikwijls kopje onder, maar zijn even dikwijls straatwijs. De meesten groeien op in kansarme buurten. Thuis hebben ze het niet breed, financieel en al evenmin qua ruimte. De drempel naar de jeugdbeweging is meestal te hoog. Toch is er jeugdwerk dat deze kinderen en jongeren wel bereikt. Robert Crivit en Mieke Nolf

O

ver heel Vlaanderen en Brussel zijn er ongeveer 150 lokale werkingen met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (WMKJ’s). Deze kinderof tienerwerkingen, jongerenwerkingen, meisjes- of sportwerkingen zijn meestal gegroeid uit jeugdhuizen voor kansarme jongeren of uit jeugdateliers in kansarme buurten. Andere ontstonden in het buurtwerk, groeiden uit het straathoekwerk of werden opgericht door allochtone zelforganisaties of armenorganisaties. Ze bereiken een voor de jeugdbeweging haast onbereikbaar publiek en hoewel de kernactiviteiten zich buiten de schooluren afspelen, overstijgen ze de vrijetijdsbesteding. WMKJ’s stellen huiswerkruimte of studiebegeleiding ter beschikking. Jonge32 LOKAAL 16 oktober 2008

ren krijgen hulp als ze werk zoeken: van sollicitatietraining tot bijkomende opleiding. Jeugdwerkers zijn vertrouwenspersonen, ze vormen soms de laatste schakel tussen de jongere en zijn maatschappelijke omgeving. Er zijn nogal wat parallellen met het straathoekwerk, al werken WMKJ’s uitdrukkelijk vanuit de vrije tijd en organiseren ze zelf ook vrijetijdsactiviteiten. Dit jeugdwerk mikt pedagogisch en maatschappelijk hoog: het werkt aan empowerment en emancipatie. Geen overbodige luxe: veel gasten hebben een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Kinderen centraal ‘In Antwerpen-Noord wonen mensen van 120 verschillende nationaliteiten,

met heel veel nieuwkomers, Roma en mensen zonder papieren. Ook leven er veel autochtonen in armoede,’ zegt Hilde Van Overstraeten, coördinator van Kansen in de Stad. KIDS vzw richt zich met negen steunpunten tot maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren in buurten waar het risico op maatschappelijke uitsluiting hoog is. ‘Hier wonen heel veel kinderen. Jongeren houden het meestal niet lang uit op school en komen met weinig kansen op de arbeidsmarkt. De weinige jongeren die werk vinden, moeten zich tevreden stellen met een tijdelijk contract of met zwaar en weinig gewaardeerd werk. We bereiken een duizendtal kinderen en jongeren per jaar, elke week minstens tweehonderd. Vooral min 18-jarigen. Willen de kinderen voetballen, dan zorgen wij voor een zaaltje. Zo bouwen we een band op en na een tijdje kunnen we de kinderen betrekken in ons aanbod.’ Ook de ouders zijn meestal maatschappelijk kwetsbaar: heel dikwijls hebben ze slechte herinneringen aan hun eigen schooltijd, aan contacten met officiële instanties of sociale diensten. Vertrouwen opbouwen valt in deze omstandigheden

LAYLA AERTS

Brussel, 28 november, congres maatschappelijk kwetsbaar jeugdwerk


niet mee. ‘Zeker mensen zonder papieren zijn wantrouwig. Ze vrezen dat de jeugdwerking in contact staat met instanties die hen het land uit kunnen zetten. Kinderen zonder papieren geven dikwijls een valse naam op, een valse leeftijd en adres. Uit schrik,’ vertelt Hilde Van Overstraeten. ‘Maar zodra je een vertrouwensrelatie hebt met ouders en kinderen gaat de mond-tot-mondreclame snel. Bij de moeilijkst bereikbare kinderen gaan we ook op huisbezoek. Altijd met tweeën. Als mama alleen thuis is, belt er beter een vrouw aan. Soms moet er een tolk mee. Mensen in armoede ervaren een huisbezoek als heel controlerend. Dus zoeken we hen op in een niet-bedreigende omgeving: in het buurthuis, in de wasserette of op café.’ Net zoals bij de doorsnee jeugdbeweging is het kamp het jaarlijkse hoogtepunt, al duurt het KIDS-kamp maximaal vijf dagen. ‘Meer dan in een doorsnee Vlaams gezin maken onze kinderen deel uit van een hechte groep. Het is moeilijk voor het gezin als kinderen langere tijd afwezig zijn. We zoeken een kampplek met comfortabele bedden, een grote keuken en kraaknet sanitair. Dat vinden ouders belangrijk, zeker de vluchtelingen. Veel culturen kennen geen “vakantie”. Daarom gaan we langs met een fotoboek vol foto’s van kinderen aan een tafel met volle borden, slaapzalen en douches. En omdat veel ouders bang zijn dat men ze plots het land uitzet, kunnen ze elke dag op een vast moment bellen met hun kind,’ zegt Hilde Van Overstraeten. Zoals de meeste WMKJ’s bereikt KIDS in Antwerpen-Noord veel allochtone kinderen, ongeveer zeventig nationaliteiten, maar het heeft hiervoor geen gebruiksaanwijzing. ‘Er bestaan geen checklists met de kenmerken van dé Marokkaan, de nieuwkomer of de arme. Kinderen snappen zelf wel dat de jeugdwerking en hun familiale omgeving tot twee verschillende culturen behoren,’ zegt Hilde Van Overstraeten. ‘Ze beschikken dikwijls over meer interculturele competenties dan volwassenen. Ze weten wat thuis bespreekbaar is en wat niet. Daarom vragen we de kinderen wat hun ouders belangrijk vinden en of we halal voedsel moeten aanbieden of rekening houden met bepaalde feestdagen. Van het grootste belang is de vertrouwensband met kinderen en ouders. Veel generatiearmen verwachten dat je naar hen luistert. Als je nooit tijd maakt voor een babbel, verlies je hen.’

KIDS biedt allerlei activiteiten, losse en gestructureerde. Nieuwkomers krijgen de kans om te observeren. ‘Buitenstaanders denken dat ze ongeïnteresseerd rondhangen of niet gemotiveerd zijn, maar dat klopt niet,’ zegt Hilde Van Overstraeten. ‘Ze hebben tijd nodig om alles te bekijken. Het aanbod of de werking staat voor ons niet centraal, maar wel de kinderen of de jongeren zelf. We laten broertjes en zusjes samen spelen, als zij dat willen. Gezinnen in moeilijkheden hangen dikwijls heel erg aaneen. Meestal zoeken ze na verloop van tijd spontaan hun leeftijdsgenoten op.’

geleidingsdiensten. Hafi helpt eerst orde scheppen in het papierwerk, zoals de inschrijving in het bevolkingsregister. Dan zoeken Hafi en Samya kinderopvang. De volgende stap is leren solliciteren: reageren op vacatures, werkgevers opbellen en een gesprek voeren. De eerste keer gaat Hafi mee, maar na een tijdje vindt Samya op eigen houtje werk. Geregeld komt ze nog langs om wat raad te vragen. Tegen racisme en geweld De 150 lokale werkingen hebben ook opmerkelijk veel aandacht voor racisme en geweld. Zo zette Niek Devos van OHK

Dit jeugdwerk mikt pedagogisch en maatschappelijk hoog: het werkt aan empowerment en emancipatie. Ontwikkelingskansen In Gent zet Jong vzw initiatieven op in de kwetsbaarste buurten van de negentiende-eeuwse gordel, maar ook in het stadscentrum en in Nieuw Gent. Elke dag zijn er vrijetijdsactiviteiten. Jong vzw heeft zes spelotheken. ‘In Speelsproet in de Muide kunnen kinderen wekelijks speelgoed lenen: cijferdomino, blokken, percussiesets, junior scrabble en nog veel meer. Medewerkers helpen ouders speelgoed kiezen aan de hand van de ontwikkelingsschijf,’ zegt Jan Deduytsche, coördinator van Jong vzw. ‘Bij een kop koffie praten ouders met elkaar over opvoeden. Begeleiders maken hen wegwijs in het informatieaanbod.’ En het gaat verder: Speelsproet richtte samen met partnerorganisaties en basisscholen uit de buurt het Pimpampoentje op, een project voor kinderen uit de derde kleuterklas en het eerste leerjaar. Een vaste vrijwilliger bezoekt kinderen wekelijks thuis. ‘Vrijwilligers helpen kinderen bij het leren lezen. Via spelend leren besteden zij ook aandacht aan de ontwikkeling van motoriek, cognitieve en sociale vaardigheden. Het project krijgt veel bijval. Kinderen kijken uit naar de komst van de vrijwilliger,’ zegt Jan Deduytsche die ook prat gaat op de trajectbegeleiding. Hij vertelt over Hafi, een van de trajectbegeleidsters die werkzoekende jongeren in het Sluizeken opvangt. Zoals Samya, een jonge moeder die opnieuw naar school wil, deeltijds werken en deeltijds een opleiding volgen. Een hopeloos geval, volgens verscheidene be-

Oostende met andere organisaties de straatparade op tegen geweld in de uitgaanswereld. In Mechelen werkt ROJM vzw op langere termijn. Rudi Possemiers: ‘Geregeld zijn jongeren slachtoffer van agressie op straat. Soms reageren zij ook met fysiek geweld op uitspraken en handelingen tegen hen. Te veel wijst men de jongeren met de vinger zonder veel te doen aan de oorzaken. Via buurtcomités, mobiel pleintjeswerk, overleg over onveiligheidsgevoel en contact met wijkagenten, buurtbewoners en vooral jongeren gaan we concreet bemiddelen. We gaan in op de wrevel maar we proberen vooral mensen te motiveren tot een andere houding. Als buurtbewoners zien dat er echt iets gebeurt aan de problemen, zijn ze ook zelf te bewegen tot een andere aanpak. Er is nu minder verbale agressie en we kunnen de grootste conflicten voorkomen. Onze monitoren in de wijken spelen een belangrijke rol.’ Relatief veel beroepskrachten In de WMKJ’s werken relatief veel beroepskrachten: wel 450 over heel Vlaanderen. Een vertrouwensrelatie opbouwen met deze veelal gekwetste jongeren vraagt immers veel tijd, inzicht en continuïteit. Opmerkelijk is ook het relatief grote aandeel allochtone medewerkers. ‘Niet elke medewerker hoeft meteen over alle competenties te beschikken. We leren van elkaar,’ legt Hilde Van Overstraeten uit. ‘Als je van iedereen al van bij het begin dezelfde competenties verwacht, krijg je een blank middenklasseteam.’ Er werken 16 oktober 2008 LOKAAL 33


WERKVELD ARMOEDE EN JEUGDBELEID

Handboek Integrale Jeugdhulp Een publicatie bestemd voor en geschreven door alle sectoren die betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening met als doel bij te dragen tot een kwaliteitsvolle hulpverlening door ideeën en ervaringen uit te wisselen. Voor wie: beleidsmakers, praktijkwerkers en onderzoekers uit het brede veld van de jeugdhulp incl. het jeugdwerk en het OCMW. Thema’s: toegankelijkheid, vraaggerichtheid/vraagverheldering, maatschappelijke noodzaak, participatie en decreet rechtspositie, samenwerking en efficiëntie/effectiviteit. Verschijnt begin november. Meer info: www.politeia.be, knop welzijn

ook veel vrijwilligers, dikwijls jongeren die doorgroeien of jongeren van buiten de wijk die het een uitdaging vinden. ‘Ook hebben we jongeren die een werkstraf kregen. Soms is dat een heel positieve ervaring en blijven ze vrijwilliger. De erkenning waarmee wij hen motiveren, krijgen ze heel weinig van de samenleving. Een goede sfeer is cruciaal. We maken tijd voor leuke momenten en helpen hen concreet. Ook de vrijwilligersvergoeding is belangrijk: dat bewijst aan ouders dat ze hun tijd niet verspillen. Eigenlijk geldt hier hetzelfde als voor diversiteit in het aanbod. Je doelgroep is expert in zijn eigen situatie. Professioneel zijn betekent dat je de kennis die bij de doelgroep aanwezig is naar boven haalt en erop inspeelt.’ Nijpend geldtekort Dit welzijnswerk heeft zeer krappe budgetten. De helft van de werkers zit in een bijzonder werkgelegenheidsstatuut. Voor loon- en werkingskosten is deze jeugdwerksector zo goed als volledig afhankelijk van financiering door de lokale besturen. De gemeenten

krijgen hiervoor wel middelen van de Vlaamse overheid (decreet lokaal jeugdwerk en extra middelen voor jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbaren). Subsidies worden toegekend in het kader van het Jeugdbeleidsplan, het Stedenfonds en soms het Veiligheidscontract. Subsidies houden echter dikwijls geen gelijke tred met de stijgende kosten. Tijdelijke projecten en sponsoring door sympathisanten bieden geen soelaas. De drie indexsprongen van 2008 maken de situatie echt problematisch. Op veel plaatsen raken werkingen bedreigd in hun voortbestaan. Toch zijn de WMKJ’s voor het lokale sociale beleid een belangrijke partner. Een verhoging van de subsidiëring is dus aangewezen. Anders is een aanzienlijke inkrimping van het werkingsvolume onvermijdelijk. Mieke Nolf is stafmedewerkster van Uit De Marge vzw en lid van de Vlaamse Jeugdraad, Robert Crivit is coördinator van Uit De Marge vzw • www.uitdemarge.be, www.kidsvzw.be, www.vzwjong.be, www.rojm.be

advertentie

Gedeelde kennis is dubbele kennis De beste manier om kennis te vergroten, is ze te delen met anderen. Daarom is ons kantoor georganiseerd in vakgroepen die elkaar overlappen. Resultaat: een vruchtbare kruisbestuiving die de kennis van onze advocaten telkens weer verruimt. En dat komt elke cliënt ten goede. Wilt u meer weten over onze aanpak? Neem eens een kijkje op onze website, of bel ons voor een afspraak.

Mechelsesteenweg 27 2018 Antwerpen parking | Hemelstraat telefoon | + 32 3 232 50 60 fax | + 32 3 232 30 50 www.gsj.be e-mail | info@gsj.be

34 LOKAAL 16 oktober 2008


DE DONDERDAG

‘Burgers die hun mond niet houden, heb ik het liefst. Laat ze vragen en klagen, als het onder onze bevoegdheid valt, zullen we doen wat we kunnen om te helpen.’

De donderdag van Josip Bozikovic, POL DESPEGHEL

districtssecretaris, Montovjerna, Dubrovnik 08.00 Vanmorgen heb ik een werkvergadering belegd met de voorzitter en vicevoorzitter van de districtsraad. Dat gebeurt naar gelang van de behoefte, een of meer malen per maand, tussen de maandelijkse districtsraden door. We bespreken dan de actuele problemen in het district, doorgaans op het vlak van openbaar domein en nutsvoorzieningen. Wat die materie betreft, vormen wij de extensie van het stadsbestuur: als het schepencollege de kop van de octopus is, zijn wij een van de vangarmen (lacht). Vandaag maken we echter ook een stand van zaken op van de aanmeldingen voor pensioentoelagen in ons district. Daar zijn we al ettelijke maanden intens mee bezig. Het stadsbestuur besliste vorig jaar om aan de burgers met de laagste pensioenen – tot 1800 kuna (250 euro, red.) – uit de stadskas een maandelijkse toelage van 200 kuna (30 euro, red.) toe te kennen. De registratie van gepensioneerden en de aanvraagprocedure voor die toelage verloopt via de districtssecretariaten. In ons district, dat ongeveer 9000 inwoners telt, komen meer dan tweehonderd gepensioneerden in aanmerking voor die toelage. De levensduurte neemt toe, de pensioenen stijgen jammer genoeg niet in verhouding. 10.00 Het komende anderhalf uur blijf

ik op kantoor voor de gebruikelijke portie papierwerk. Als districtssecretaris werk ik zelfstandig. Ik zit hier dus alleen. Er is natuurlijk continu samenwerking met de verschillende gemeentediensten, en ik heb contact met mijn vijf collega’s uit de andere districten. Eens om de vier jaar spelen wij een belangrijke rol in de lokale organisatie van de gemeenteraads- en parlementsverkiezingen. Daarbuiten fungeert een districtssecretaris

vooral als brugfiguur en doorgeef luik voor communale problemen. In die zin probeer ik zoveel mogelijk ten dienste te staan van de burger. De functie-inhoud is in de loop der jaren wel al sterk veranderd. Toen ik in 1991 districtssecretaris werd, was de oorlog net uitgebroken en was de situatie helemaal anders: ik werd meteen ingeschakeld voor de organisatie van humanitaire hulp, voedselbedeling, de opvang van vluchtelingen en ontheemden, brandstof- en waterbevoorrading enzovoort. Dubrovnik is meer dan zes maanden belegerd geweest. De secretarissen stonden in die periode ook in voor het oplijsten van beschadigingen die wegen en gebouwen opliepen door granaatinslagen. Wij organiseerden ons werk toen helemaal zelf; we moesten wel, de raadsleden waren van schrik naar de schuilkelders gevlucht. Een krankzinnige tijd, als ik eraan terugdenk.

11.45 Ik neem een snelle hap en ga de deur uit voor mijn dagelijkse inspectieronde doorheen het district. Op papier is dit een kantoorbaan, maar in de praktijk breng ik meer dan de helft van mijn werktijd door op het terrein. Tijdens mijn ronde signaleer en onderzoek ik allerhande problemen op het openbare domein. Doorgaans gaat het om kwesties van huisvuilophaling of straatreiniging, en om kleine of grote problemen van infrastructurele aard: beschadigingen van het wegdek, een gevaarlijk overhellende boom, openbare verlichting die moet worden hersteld. Ik blijf overal bereikbaar: telefonische oproepen worden automatisch doorgeschakeld naar mijn gsm, maar burgers spreken me ook vaak aan op straat. Ik hou wel van dat directe contact. Het doet me ook plezier dat burgers

niet zwijgen, dat ze mondig zijn: laat ze maar vragen en klagen, als het onder onze bevoegdheid valt, zullen we doen wat we kunnen om te helpen! Daarnet nog vroeg een vrouw me of het district in haar wijk voor een verbreding van de publieke toegangstrap naar de zee kon zorgen. In zulke gevallen stel ik ter plaatse een nota van de behoeften op. Na overleg met onze voorzitter maak ik dan een rapport en een aanvraag over aan de stedelijke dienst voor het openbare domein, die de middelen voor infrastructuurwerken beheert.

15.00 (Wijst) Zoals je kunt zien hebben we op dat stukje ginder onlangs nog oleanders en wilde sinaasappels laten aanplanten om het stadsgezicht te verfraaien. Een toeristische kuststad als Dubrovnik heeft er alle belang bij om er overal heel goed uit te zien. We werken in dat opzicht goed samen met de stedelijke dienst voor toerisme. Op basis van de behoeften die in onze jaarplannen worden geformuleerd, stelt die elk jaar een apart budget ter beschikking van het district voor het onderhoud van stukken strand en voorzieningen voor badgasten die buiten de algemene bevoegdheid van de stad vallen. 16.00 Mijn vaststellingen verwerk ik morgenvroeg in een nota. Gelukkig beschikken de districtssecretarissen sinds vorig jaar over computers, wat de administratie een stuk vergemakkelijkt. Ik heb nog vier jaar te gaan voor mijn pensioen. Werk is er in overvloed. Problemen zijn er altijd genoeg, onze plannen en aanvragen worden ook niet altijd goedgekeurd, en geld komen we hoe dan ook tekort. Maar vervelen doen we ons niet. (lacht) I PP 16 oktober 2008 LOKAAL 35


WERKVELD OUDEREN- & JONGERENBELEID

‘Intergenerationeel werken is het ontplooien van activiteiten waarin burgers van verschillende generaties met elkaar in contact komen, om elkaar te helpen, voor elkaar te zorgen, gezamenlijke belangen te realiseren of de dialoog aan te gaan over onderlinge conflicten.’ Kees Penninx, projectleider van het Nederlandse BIE HINNEKINT

stimuleringsprogramma Zilveren Kracht en auteur van publicaties over intergenerationele methodiek en lokaal beleid.

Intergenerationeel denken en handelen wordt 29 april wordt vanaf 2009 de Dag van de Solidariteit tussen de Generaties. Dat is beslist op de eerste Europese conferentie over de Intergenerationele Solidariteit van 27 tot 29 april 2008 in het Sloveense Brdo. 2012 wordt het Internationale Jaar van de Intergenerationele Solidariteit. Bie Hinnekint

D

e Intergenerationele Dag en het Internationale Jaar werden op voorstel van het Sloveense voorzitterschap unaniem goedgekeurd bij de afsluiting van de conferentie Intergenerational Solidarity for Cohesive and Sustainable Societies. Het initiatief voor deze conferentie kwam van twee organisaties: AGE-Europe, het Europese platform en netwerk van ouderenorganisaties, en het European Youth Forum, de Europese belangenorganisatie van nationale jongerenraden en internationale niet-gouvernementele jongerenorganisaties. De tweehonderd aanwezigen uit de Europese lidstaten reflecteerden twee dagen lang over de solidariteit tussen de generaties in het Europa van de toekomst. De meerderheid van de aanwezigen was er vanuit een betrokkenheid bij het ouderenbeleid. De stem van de jongere generatie was volgens AnneSophie Parent, directeur van AGE, minder sterk aanwezig. Dit lag wellicht aan 36 LOKAAL 16 oktober 2008

de samenstelling van het programma, de tweede dag was volledig gewijd aan Lifelong Care.

liesystemen, vrijwilligerswerk, gelijke kansen tussen mannen en vrouwen, armoedebestrijding. Zo zullen mensen in de toekomst meer dan de helft van hun leven grootouder zijn, families worden vijfgeneratie-verticaal. Daarom is een verzoening tussen het familieleven en het beroepsleven essentieel. Er moet een geïntegreerd kader gecreëerd worden waarbij de intergenerationele soli-

De ouder wordende Europese samenlevingen staan voor nieuwe uitdagingen: werkgelegenheid voor alle generaties, flexicurity, moderne familiesystemen, vrijwilligerswerk en armoedebestrijding. Anders kijken naar leeftijd Op de eerste conferentiedag bleek duidelijk dat intergenerationele solidariteit een kans en een uitdaging wordt voor de ouder wordende Europese samenlevingen. Daarbij komen allerlei aspecten kijken: werkgelegenheid voor alle generaties, flexicurity, het effect op moderne fami-

dariteit de verbinding vormt tussen financiële, economische en sociale terreinen. Bovendien moet de middengeneratie zowel op persoonlijk als op maatschappelijk vlak meer ondersteuning krijgen, want zij is tegelijk met de opvoeding van jongeren en met de verzorging van ouderen bezig. Onze manier om oudere mensen te be-


Mensen zullen in de toekomst meer dan de helft van hun leven grootouder zijn.

kijken moet ook veranderen, net als onze visie op vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk levert een even belangrijke inzet voor de samenleving als arbeid. Ook daarom zijn pensioenen be-

Levenslang zorgen De sprekers op de lezingen en rondetafels lichtten de tweede dag verschillende facetten van langdurige zorg toe, zowel vanuit het standpunt van mensen die verzorging nodig hebben als vanuit dat van de werknemers en de mantelzorgers. Een op de vier inwoners in de EU zorgt

Levenslange of langdurige zorg moet erkend worden als een sociaal risico en daar moet de samenleving haar solidaire verantwoordelijkheid voor nemen. langrijk, ze geven mensen tijd en geld om de jongere generaties te helpen. Opdat ook de armste families solidair kunnen zijn voor hun kinderen is staatsinterventie nodig. En omdat vrouwen dik-

de toekomst wijls een gebroken loopbaan hebben, lopen ze op latere leeftijd een groter risico op armoede. Dit moet ook erkend worden.

langdurig voor iemand. Daarom moet levenslange zorg of langdurige zorg erkend worden als een sociaal risico en daar moet de samenleving haar solidaire verantwoordelijkheid voor nemen. Vrouwen, de informele verzorgers bij uitstek, mogen niet overbelast worden met de langdurige zorg, eerst voor kinderen, dan voor ouderen. Zorgbehoevende ouderen wegen zwaar op eenoudergezinnen. De kosten van de langdurige zorg voor de samenleving worden veel groter dan die van de pensioenen. Als je de waarde van de informele zorg berekent, ligt deze hoger dan de kostprijs van de professionele zorg. In de verschillende lidstaten zie je

een brede waaier van zorgen, dit moet zo blijven want sommige samenlevingen willen de informele zorg als basis behouden. Er moet en kan dan nog wel veel gebeuren op de werkplek zodat oudere werknemers de informele zorg kunnen opnemen. Er zou een charter moeten komen om de rechten van de gebruiker van levenslange zorg te garanderen, dit charter moet dan ook in de kwaliteitssystemen worden geïntegreerd. ICT en nieuwe technologieën kunnen mantelzorgers ondersteunen. Er is dus genoeg werk aan de winkel. Ter ondersteuning van de eerste Europese Intergenerationele Dag op 29 april volgend jaar zal de Europese Commissie samen met AGE en het Youth-forum een Eurof lash-survey maken met een lijst van alle intergenerationele initiatieven in de Europese lidstaten. Voor het Europese Jaar tegen Sociale Uitsluiting en Armoede in 2010 zullen AGE en het European Youth Forum het intergenerationele aspect van armoede samen ter harte nemen.

Bie Hinnekint is stafmedewerker Ouderen- en Thuiszorgbeleid in het OCMW van Gent

Intergenerationeel samenwerken in Vlaamse gemeenten Lokale besturen staan meer dan welk ander niveau ook rechtstreeks in contact met mensen van alle leeftijden. Enkele gemeenten en OCMW’s ondervonden de waarde van de intergenerationele benadering al. In Antwerpen leren kinderen ouderen met de pc werken. In Wielsbeke leerden ouderen aan kinderen manillen. Het OCMW van Gent werkt met de steun van minister Christian Dupont en minister Bert Anciaux aan een intergenerationeel project tussen de jongeren van de vakantiewerking van het OCMW en de bewoners van woonzorgcentrum Zonnebloem. In Genk zette de jeugddienst een intergenerationeel communicatietraject over verdraagzaam spelen op. Het kinderteam werkte met de volwassen buurtbewoners gouden regels uit. Tongeren en andere steden denken na over de inplanting van functies als cultuurcentra, bibliotheken, scholen, woonzorgcentra. Als deze via pleinen en weggetjes met elkaar verbonden zijn, kunnen ze een positieve sfeer voor ontmoeting

tussen generaties scheppen. Wijkontwikkeling heeft immers een essentieel effect op het sociale weefsel. Uitdagingen om aantrekkelijke situaties te creëren voor jong, oud en de hele lokale gemeenschap kun je in elke sector vinden. De Koning Boudewijnstichting vervult al sinds 2006 een voortrekkersrol met twee projectoproepen, een publicatie, diverse hoorzittingen, een ontmoetingsdag tussen projectindieners en een conferentie. Op 19 november 2008 organiseert ze een slotevenement in Brussel met sprekers uit binnen- en buitenland. Op de twee projectoproepen in verband met het thema De veroudering van de bevolking en de verhoudingen tussen de generaties kwamen 170 reacties. De meeste projecten legden verbindingen tus-

sen zorgbehoevende ouderen en kinderen. Een groot aantal OCMW’s kreeg een beurs om zijn intergenerationele project uit te werken. Intergenerationele projecten vanuit andere lokale beleidsdomeinen zijn in de nieuwe projectoproep extra welkom. De VVSG nam deel aan de intergenerationele kring van experts uit diverse maatschappelijke sectoren, die gedurende twee jaar op de Koning Boudewijnstichting reflecteerde over de intergenerationele samenleving. De resultaten hiervan staan op www.kbs-frb.be, knop publicaties. Een tweede product van de intergenerationele kring is een boodschap aan de Europese Unie, die op de conferentie in Brdo is gebracht en door de aanwezigen bijzonder werd gewaardeerd. Het lokale niveau wordt daarin als het meest geschikt aangeduid om intergenerationele banden tussen burgers te smeden. BH

16 oktober 2008 LOKAAL 37


GF

WERKVELD AFVALBELEID

Kopen in de kringloopwinkel: goed voor de portemonnee en voor het milieu.

Vintage in de lift De Vlaamse kringloopcentra zamelen elk jaar meer goederen in en geven de bruikbare spullen een tweede leven. Dit gebeurt in samenwerking met de lokale besturen. Op de Dag van de Kringloopwinkel nodigt de sector heel Vlaanderen uit om in een kringloopwinkel op bezoek te komen. De rode draad is dit jaar ‘Creatief met tweedehands’, waarbij de sector textiel en accessoires in de spotlights zet. Marc Willem

V

laanderen telt 99 kringloopwinkels, waar je gebruikte spullen kunt kopen of afgeven. De winkels verkopen steeds meer. Vooral kleding en elektrische toestellen doen het goed. Vorig jaar kochten bijna drie miljoen mensen iets in een kringloopwinkel en dat aantal stijgt jaarlijks. Almaar meer mensen vinden hun gading in een kringloopwinkel: niet enkel goed voor de portemonnee, maar ook voor het milieu. De tijd dat tweedehands stond voor oud, versleten en tweedekeus lijkt definitief voorbij. Meer zelfs, tweedehands is hip, zeker voor kleding. Sterren als Madonna en Kate Moss staan te boek als echte vintageliefhebbers. En dichter bij ons zien we Tine Embrechts, Axelle Red of – om ook maar eens enkele mannen te noe38 LOKAAL 16 oktober 2008

men – Axl Peleman en Herr Seele ook regelmatig in leuke tweedehands stukken verschijnen. Een aparte baan in een bijzonder bedrijf De kringloopcentra vormen een belangrijke sector binnen de sociale economie in Vlaanderen. Ze bieden werk aan mensen die om wat voor reden ook op de reguliere arbeidsmarkt weinig of geen kansen kregen. Het is een van de hoofddoelstellingen van de kringloopwinkels deze doelgroepen in te schakelen en naar het reguliere arbeidscircuit te begeleiden. Als sociale werkplaats, invoegbedrijf, arbeidszorg- of opleidingsproject bieden kringloopwinkels een brede waaier aan functies aan: chauffeur, sorteerder, winkelbediende, hersteller.

Momenteel zijn er 2919 kringloopmedewerkers in Vlaanderen, goed voor 2284 voltijdsequivalenten. Zo’n 82% daarvan behoren tot de kansengroepen. Door de groei van de kringloopactiviteiten blijven deze aantallen nog stijgen. Bergen (afval) verzetten In 2007 zamelde de sector 43.000 ton afval in: meubels, elektrische en elektronische apparaten, kleding, serviezen en dergelijke meer. Van die 43.000 ton kreeg zo’n 20.000 ton (of 47%) een nieuw leven dankzij de kringloopwinkels. Van de onbruikbare goederen wordt 84% gerecycleerd door gespecialiseerde verwerkingsbedrijven; de overige 16% eindigt bij het restafval. Dankzij het Revisie-project van de kringloopsector krijgen veel elektrische en elektronische apparaten een nieuw leven: wasmachines, koelkasten, fornuizen, televisies. De ingezamelde toestellen worden in een hergebruikcentrum grondig nagekeken en vakkundig hersteld. Daarbij spelen ook thema’s als energie- en waterverbruik een rol: sommige wasmachines worden aangepast zodat ze minder verbruiken. Alle toestellen die in de ateliers worden nagekeken, worden verkocht met zes maanden garantie. Succesvolle samenwerking met lokale sector Zowel op het vlak van inzameling als op dat van tewerkstelling werkt de kringloop-


sector samen met gemeenten, afvalintercommunales en OCMW’s. Zo vinden talrijke artikel 60-medewerkers via het OCMW interessant werk in de sector. In bepaalde gevallen krijgen mensen die het minder breed hebben een budget van het OCMW dat ze in een kringloopwinkel kunnen besteden. De meeste gemeenten hebben in hun containerpark ook een aparte hergebruikcontainer, de kringloopcentra halen de goederen daar dan op. Inwoners kunnen eveneens een beroep doen op de gratis inzameling van herbruikbare goederen aan huis.

25 oktober: dag van de kringloopwinkel Op www.dekringwinkel.be of www.kringloop.net staat het hele overzicht aan activiteiten in de verschillende winkels. Sommige winkels organiseren modeshows, zetten stylisten aan het werk, geven workshops juwelen maken of creatief met textiel, organiseren een voor en na, geven kleuradvies. Kortom, genoeg om er inspiratie op te doen. regio maar zestig ton in een heel jaar verzameld. Fietsen zijn door de kringloopklanten erg gegeerd. Het is echter niet eenvoudig om voldoende fietsen te verzamelen. Het Kringloopcentrum Zuid-West-

Revisie is een initiatief van de kringloopsector om de kringloopwinkelklanten betrouwbare en degelijke tweedehands elektrische en elektronische toestellen aan te bieden. Maar het gaat vaak verder dan dat. Tijdens Pukkelpop stond de Hasseltse Kringwinkel in voor het opruimen van de concertweide. Ook voor de actie Hasselt Proper en voor een modeshow in het modemuseum werkten de stad en De Kringwinkel samen. In West-Vlaanderen hadden een aantal landelijk gelegen Kringwinkels het al een tijd moeilijk bij de inzameling van herbruikbare goederen: zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de ingezamelde goederen lag laag. De Kringwinkel organiseerde met de gemeenten Gistel, Oudenburg, Middelkerke en Bredene een speciale inzamelactie. Die leverde maar liefst tien ton materiaal op in drie dagen. Een echt succes, want normaal wordt in die

Vlaanderen werkt daarom samen met de intercommunales MIROM en IMOG, die op de containerparken aparte rekken

plaatsten voor fietsen. Die worden dan door het kringloopcentrum opgehaald en in sociale werkplaatsen hersteld. Zo kunnen ze meer mensen aan een degelijke en betaalbare fiets helpen. In Antwerpen wordt samengewerkt met de politie van enkele gemeenten. Gestolen en gevonden fietsen worden naar het kringloopcentrum gebracht. Als ze na drie maanden niet opgeëist zijn door de rechtmatige eigenaar, worden ze opgeknapt voor een tweede leven. De Kringwinkel staat ook in voor het onderhoud van de dienstfietsen van de stad Antwerpen. Marc Willem is algemeen directeur KOMOSIE vzw

Komosie: wat is dat? De koepelorganisatie die de kringloopcentra vertegenwoordigt, heette vroeger KVK (Koepel van Vlaamse Kringloopcentra). Eerder dit jaar breidde ze haar werking uit naar andere activiteiten in verband met milieu en sociale tewerkstelling. Komosie vzw werd geboren: de Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie. Onder de vleugels van Komosie vinden we naast De Kringwinkel en Kringloopwinkels ook Energiesnoeiers en Revisie. Revisie is een initiatief van de kringloopsector om de kringloopwinkelklanten betrouwbare en degelijke tweedehands elektrische en elektronische toestellen aan te bieden. De Energiesnoeiers zijn mensen die via de sociale economie een opleiding en een aanstelling krijgen om eenvoudige energiebesparende maatregelen uit te voeren, bijvoorbeeld energiescans, een energiespaarpakket plaatsen of isolatie van hellende daken of zoldervloeren.

advertentie

Snel ruimte nodig??

Snel nood aan ruimte? Op zoek naar een snelle, flexibele oplossing? Een duidelijke, gedetailleerde offerte binnen de 48u? Verifieerbare kwaliteit, niet enkel in België maar wereldwijd? Frisomat ontwerpt, produceert en bouwt reeds 30 jaar innovatieve gebouwen uit koudgewalst, verzinkt staal. Een juiste prijs en korte levertijd voor elk project. Just in time, in overeenstemming met lokale statische normering.

Snel ruimte nodig, praat met ons. Lokaal08_nl_sept08.indd 1

www.frisomat.be

13/08/2008 16:59:11

16 oktober 2008 LOKAAL 39


Jeroen Windey Prof. Dr. Koen Verhoest

BEHEERSOVEREENKOMSTEN Jeroen Windey VOOR LOKALEProf. BESTUREN Dr. Koen Verhoest Met een voorwoord van Prof. Dr. Geert Bouckaert

Beheersovereenkomsten voor lokale besturen: een praktische ondersteuning Eén van de belangrijkste motieven om over te gaan tot het verzelfstandigen van overheidstaken is een verhoogde flexibiliteit van de overheidsorganisatie. Hierdoor kan deze vlotter inspelen op nieuwe mogelijkheden en veranderingen in haar omgeving. Dit kan de efficiëntie en klantgerichtheid verhogen, maar ook innovatie stimuleren in de werking van het agentschap. Een van de moeilijkste vragen in de verzelfstandigingspraktijk is hoe die grotere autonomie verzoend kan worden met voldoende aansturing door het gemeentebestuur. Door het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 is het instrument ‘beheersovereenkomsten’ algemeen ingevoerd voor de sturingsrelatie tussen gemeenten en hun lokale verzelfstandigde agentschappen. Vele lokale besturen zijn echter niet vertrouwd met dit instrument. Dit boek wil bij het opstellen van beheersovereenkomsten tussen lokale besturen en hun verzelfstandigde agentschappen een grote bron van inspiratie zijn, door formats, voorbeeldbepalingen en praktijksuggesties aan te bieden. Het boek biedt een praktijkgericht antwoord op de volgende vragen: Waarom werken met beheersovereenkomsten? Welke positie neemt de beheersovereenkomst in ten opzichte van

bestaande planningsdocumenten? Wat moet en kan er allemaal in een beheersovereenkomst staan? Hoe kan een beheersovereenkomst gebruikt worden als sturingsinstrument? Met welke kritische succesfactoren moet men rekening houden bij het werken met beheersovereenkomsten? Het boek biedt aldus een praktisch instrument aan lokale politieke en administratieve mandatarissen, leidinggevenden binnen de betrokken verzelfstandigde entiteiten (intern verzelfstandigde agentschappen, autonome gemeentebedrijven en privaatrechtelijke extern verzelfstandigde agentschappen) en andere betrokkenen, zoals budgethouders. Op 26 november 2008 organiseert het Instituut voor de Overheid een studievoormiddag over beheersovereenkomsten tussen lokale besturen en hun verzelfstandigde agentschappen. Voor meer informatie over deze studiedag kunt u terecht op de website van het Instituut voor de Overheid, http://soc.kuleuven.be/io/ned/.

Prijs: � 29

(leden VVSG) en �

35

(niet-leden)

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel

....... ex. van Beheersovereenkomsten voor lokale besturen* aan � 29 euro (leden VVSG)

ik bestel ....... ex. van Beheersovereenkomsten voor lokale besturen* aan � 35 euro (niet-leden)

Organisatie/bestuur: ............................................................................................................................ Adres: ................................................................................................................................................. Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... Tel. : .................................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. * Prijzen incl. btw maar excl. verzendingskosten. Prijzen geldig tot en met 30 april 2009. Kijk voor de exacte prijzen altijd op onze website www.politeia.be. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de Wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


wetmatig berichten

VVSG dankt minister Vanackere voor zijn luisterbereidheid Bijna een jaar geleden werden de eerste voorontwerpen van thuiszorgen ouderenzorgdecreet gelanceerd. Maar de VVSG kon er op belangrijke punten helemaal niet mee akkoord gaan. Voor het nieuwe ontwerp heeft Vlaams minister van Welzijn Steven Vanackere naar de bezorgdheden van de lokale besturen geluisterd.

Na het lezen van de voorontwerpen thuiszorg- en ouderenzorgdecreet schoot de VVSG een jaar geleden meteen in actie. Met een aantal belangrijke punten uit de voorontwerpen konden we ons niet verzoenen. In het nieuwe ontwerp woonzorgdecreet (principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering) houdt minister Steven Vanackere rekening met de belangrijkste strijdpunten voor de lokale besturen. Zo voegt de minister de thuiszorg en de ouderenzorg samen in één decreet wat volgens de VVSG het zorgcontinuüm zeker ten goede zal komen. Het nieuwe ontwerp geeft eveneens ruimte aan de openbare schoonmaak-

diensten. De lokale dienstencentra behouden de recreatieve activiteiten als verplichte taak. Uiteraard staan er in het ontwerp nog steeds punten, waarover de VVSG niet laaiend enthousiast is. We blijven bijvoorbeeld bezorgd over de haalbaarheid en betaalbaarheid van het geheel en blijven onze standpunten daarover uiteraard verdedigen. Intussen wil de VVSG minister Steven Vanackere wel uitdrukkelijk bedanken omdat hij heeft geluisterd naar de bezorgdheden van de lokale besturen. De lokale besturen wensen samen te werken aan een (nog) betere ouderenzorg in iedere gemeente. Het ontwerp van woonzorgdecreet vormt alvast een goede basis. elke.vastiau@vvsg.be en elke.verlinden@vvsg.be

De VVSG-standpunten zijn te vinden op www.vvsg.be

Geen foutieve eindafrekeningen meer voor rusthuizen en centra voor dagverzorging

Op 21 september 2008 verscheen het langverwachte regularisatiebesluit derde luik in het Belgisch Staatsblad. Deze regularisatie heeft betrekking op de eindafrekening van de Rizivtegemoetkoming derde luik voor de rusthuizen en centra voor dagverzorging voor de periode 1 januari 2004 tot 30 juni 2006, en voor de eindafrekening voor de periode 1 juli 2006 tot 30 juni 2007. Voor de periode 1 januari 2004 tot 30 juni 2006 stelde het Riziv immers een overschrijding vast van het (laattijdig gepubliceerde) maximaal te financieren plafond VTE personeel. Hierdoor werden de openbare rusthuizen en centra voor dagverzorging geconfronteerd met een lineaire vermindering van hun definitieve tegemoetkoming derde luik met 10,5 procent. Ook in de daaropvolgende periode 1 juli 2006 tot 30 juni 2007 zou er een overschrijding plaatsvinden. Het regularisatiebesluit verhoogt voor beide perioden het maximaal te financieren plafond VTE personeel, waardoor er geen overschrijdingen meer voorkomen. Hierdoor moeten beide eindafrekeningen en de al gestorte voorschotten 2008 geregulariseerd worden. De regularisatie van beide eindafrekeningen

STEFAN DEWICKERE

Het regularisatiebesluit derde luik is gepubliceerd. Hiermee komt een einde aan de rechtzetting van de foutieve eindafrekeningen en voorschotten derde luik uit het verleden. Hoe het nu verder moet met de tegemoetkoming derde luik voor de huidige en toekomstige perioden, is nog onduidelijk.

Als rusthuizen niet op tijd weten hoeveel personeel ze mogen inzetten, moet de eindafrekening worden bijgepast.

werd door het Riziv al aan de voorzieningen uitbetaald op 18 juli 2008. De regularisatie van de voorschotten derde luik 2008 – die in het begin van 2008 gestort zijn, maar nog berekend zijn op de foutieve eindafrekening – zijn gepland tegen uiterlijk 31 oktober. Deze regularisatie van de voorschotten zal samen gebeuren met de storting van het volgende voorschot derde luik en het volgende voorschot loopbaaneinde. Hiermee komt een einde aan de rechtzetting van de foutieve eindafrekeningen en voorschotten derde luik uit het verleden. Hoe het

nu verder moet met de tegemoetkoming derde luik voor de huidige en toekomstige perioden, is nog altijd onduidelijk. De VVSG heeft al vóór het zomerreces samen met de andere rusthuiskoepels in de Riziv-overeenkomstencommissie voorstellen uitgewerkt. Hierop is nog altijd geen reactie van het kabinet van federaal minister Laurette Onkelinx gekomen. Indien er niet snel duidelijkheid komt, dreigt de sector opnieuw geconfronteerd te worden met een overschrijding van het maximaal te financieren plafond VTE personeel. daphne.vandezande@vvsg.be

16 oktober 2008 LOKAAL 41


wetmatig berichten

Nu toch vergoeding voor flexibele opvang door onthaalouders De vergoeding voor flexibele opvang die sinds 1 juli 2007 werd gepresteerd door de aangesloten onthaalouders, kan nu op korte termijn worden uitbetaald. Het Ministerieel Besluit is in het Staatsblad gepubliceerd.

Flexibele opvang is elke opvang gepresteerd door aangesloten onthaalouders minstens gedurende 30 minuten voor 7 uur, minstens gedurende 30 minuten na 18 uur en die op een wettelijke feestdag of een weekenddag. De onthaalouders ontvangen van de dienst een vergoeding van 2,5 euro voor flexibele opvang per opvangdag met een flexibele prestatie per kind. Als er nog budget overblijft na

de betaling van de vergoeding voor flexibele opvang van 2,5 euro aan de onthaalouders en na de betaling van de vergoeding voor flexibele opvang van 4 euro aan de diensten, ontvangen de onthaalouders een bijkomende vergoeding van 0,50 euro per opvangdag met een flexibele prestatie. Indien er nog budget overblijft na de betaling van deze extra vergoeding van 0,50 euro en na de betaling van

Voor alle flexibele opvang sinds 1 juli vorig jaar worden de diensten en de onthaalouders nu toch betaald.

een bijkomende vergoeding van 1 euro per jaar per opgevangen kind aan de diensten, ontvangen de onthaalouders van de dienst een percentage van het restbedrag, op basis van de gerealiseerde flexibele opvangprestaties. De diensten ontvangen van Kind en Gezin een vergoeding voor flexibele opvang van 4 euro per jaar per opgevangen kind (of per kinddossier). Als er na de betaling van (1) de vergoeding van 2,5 euro aan de onthaalouders voor flexibele opvang en (2) de vergoeding van 4 euro aan de diensten per opgevangen kind en (3) een bijkomende vergoeding van 0,50 euro aan de onthaalouders voor flexibele prestatie, nog budget overblijft, ontvangen de diensten van Kind en Gezin een bijkomende vergoeding van 1 euro per jaar per opgevangen kind. Het besluit gaat in met terugwerkende kracht tot 1 juli 2007 en dus wordt alle flexibele opvang gepresteerd door aangesloten onthaalouders vanaf 1 juli 2007 vergoed. Ook de diensten hebben vanaf dan recht op de vergoeding voor flexibele opvang. Ann Lobijn

LAYLA AERTS

Ministerieel Besluit betreffende de vergoeding voor aangesloten onthaalouders en voor diensten voor onthaalouders, BS van 26 september 2008.

Energieprestatiecertificaat voor woningen Vanaf 1 november mag geen enkele woning nog verkocht worden zonder energieprestatiecertificaat. Voor het afleveren van zo’n certificaat waren eind september 48 deskundigen erkend.

steven.verbanck@vvsg.be

Besluit van minister Hilde Crevits van 21 augustus 2008, BS van 3 september 2008, Inforumnummer 231114. www.energiesparen.be, knop verkopen en verhuren. 42 LOKAAL 16 oktober 2008

LAYLA AERTS

Een besluit van Vlaams minister Hilde Crevits stelt een energieprestatiecertificaat verplicht vanaf 1 november 2008 bij de verkoop en vanaf 1 januari 2009 bij de verhuur van een woning. Bij al verhuurde woningen is een certificaat pas vereist wanneer een nieuwe overeenkomst wordt afgesloten. Kandidaat-kopers of -huurders krijgen zo een zicht op het energieverbruik. Indirect moedigt het eigenaars aan energiebesparende investeringen te doen. Om een dergelijk energieprestatiecertificaat voor een bestaande woning te verkrijgen moet de eigenaar een beroep doen op een energiedeskundige type A. Na de schoolvakantie gingen twee erkende opleidingen van start, waardoor er vanaf half september een eerste reeks energiedeskundigen type A hun erkenning gekregen hebben. Op 30 september waren er 48 erkend. De eigenaar kan door een van hen een energieprestatiecertificaat laten opmaken.

Vanaf 1 november kan geen woning meer verkocht worden zonder energieprestatiecertificaat.


Klare Kijk: oeps, foutje… In Lokaal 14 stond in Klare Kijk een veelgestelde vraag over onthaalouders en hun recht op leefloon. Het artikel geeft de indruk dat de OCMW’s zelf kunnen kiezen of ze de kostenvergoeding die onthaalouders ontvangen al dan niet volledig in aanmerking nemen als bestaansmiddel voor de berekening van het leefloon. Dit is niet correct. De leefloonwet stelt principieel dat men rekening houdt met alle bestaansmiddelen waarover iemand beschikt, van welke aard of oorsprong ook. Enkel de inkomsten die de wet zelf expliciet vrijstelt, worden niet als bestaansmiddelen beschouwd. Vermits de kostenvergoeding van een onthaalmoeder niet in de lijst van vrijgestelde inkomsten staat, zou het OCMW er strikt juridisch altijd en volledig rekening mee moeten houden. Omdat het gaat om een vergoeding voor kosten en elke onthaalouder ook kosten heeft, aanvaardt de POD Maatschappelijke Integratie wel dat het OCMW geen rekening houdt met dat deel van de kostenvergoeding waar werkelijk gemaakte kosten tegenover staan. Hoeveel dit dan precies is, moet geval per geval bekeken en bewezen worden. De onthaalouder draagt de bewijslast en kan gemaakte kosten aantonen door bijvoorbeeld aankoopfacturen van materiaal of babyvoeding voor te leggen. De kostenvergoeding in haar geheel vrijstellen kan niet. Het deel van de vergoeding dat geen terugbetaling van kosten is, is volgens de leefloonwet immers een inkomen, waarop de berekening gebeurt volgens de regels van deze wet. De gewone categorieën van het leefloon zijn uiteraard van toepassing: alleenstaande, samenwonende of persoon met een gezin ten laste. In Klare Kijk stonden verkeerdelijk nog de oude leeflooncategorieën vermeld, waarvoor onze excuses.

STEFAN DEWICKERE

KLARE KIJK

Handelaars krijgen wellicht meer geld per dag dat ze inkomsten verliezen door openbare werken voor de deur zonder dat gemeenten meer bijdragen.

Einde financiering participatiefonds door gemeenten? Federaal minister van Economie Sabine Laruelle stelt voor om de vergoeding voor handelaars die hinder ondervinden van wegenwerken te verdubbelen tot een bedrag van 88 euro per dag. Tegelijk wil de minister de financiering van het systeem van deze inkomenscompensatievergoeding wijzigen door een jaarlijks budget vanwege de federale regering. Nu moeten de bouwheren – in de meeste gevallen de gemeenten – opdraaien voor de financiering van deze vergoeding. De vervanging van de bestaande complexe financiering door een jaarlijkse toelage van twee miljoen euro uit de federale begroting is volgens de VVSG een stap in de goede richting. De huidige financiering is nodeloos complex en bezorgt de gemeenten erg veel administratieve en financiële overlast. Zo moet er voor elk werk, wat ook de grootte ervan is, een afzonderlijke aangifte en betaling gebeuren aan het participatiefonds, de instelling die instaat voor de uitbetaling van de vergoedingen aan de zelfstandigen. Bovendien is het nog steeds onduidelijk voor welke werken er precies een bijdrage betaald moet worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het participatiefonds met een deficit werkt. Er zijn meer aanvragen van zelfstandigen voor een vergoeding dan dat het participatiefonds middelen ontvangt. Kortom, de huidige financiering werkt niet. Minister Laruelle zal nu bij haar collega’s in de federale regering groen licht vragen voor een budget van twee miljoen euro. Voorlopig blijft de huidige financiering bestaan.

Zal zij meebetalen voor de ondersteuning die de residentiele ouderenzorg aan thuiswonende ouderen kan bieden? Zo niet, wie dan wel? De oudere zelf? De minister engageert zich in het voorontwerp duidelijk voor financiële haalbaarheid voor de bewoners. Worden de kosten van dit mooie verhaal dan toch weer doorgeschoven naar de lokale besturen? We staan achter het loslaten van het campusidee. Het rusthuis in de dorpskern integreren lijkt goed. We vragen ons echter af hoe je dan je permanentie verzekert. Het kan niet de bedoeling zijn dat ten gevolge van dit initiatief het contact tussen bewoners en personeel afneemt. Niet alleen hebben de meeste ouderen die naar een rusthuis verhuizen een beschermende omgeving nodig, ze verlangen ook naar sociaal contact. Het lijkt ons dan ook logisch dat werken op meerdere settings ook een hoger personeelsaantal zal vereisen. Maar waar halen we al dat extra personeel en hoe betalen we het? Netwerken, maar enkel met de vrienden? Een woonzorgnetwerk is een nieuwe voorziening. Ze bepaalt autonoom met welke zorgaanbieder(s) binnen de residentiële en thuiszorg het werkt. Hier liggen verzuiling en verkokering op de loer. Dit is niet wat de ouderen wensen of nodig hebben. Het is belangrijk dat alle aanwezige voorzieningen meewerken. Dus geen selectie naar ideologie of organiserende instantie. In theorie is het overigens mogelijk dat op eenzelfde grondgebied verschillende woonzorgnetwerken actief zijn, zelfs zonder de grootste thuiszorgdiensten. De gevolgen daarvan voor de gebruiker zijn hallucinant. Het is immers van veel minder belang hoeveel of welke voorzieningen in een groepering zitten, dan welke dienstverlening ze samen verlenen. Het samenwerkingsverband moet garanderen dat de zorgbehoevende aangepaste en goede zorg krijgt. De regie moet daarom bij de gebruiker blijven. De organisatie van de zorg in eerste instantie opbouwen rond de residentiële en semi-residentiële sector lijkt ons daarom geen goed idee. De zorgafstemming wordt beter gecoördineerd via het sociale huis. Zo kunnen alle betrokkenen in gelijkwaardigheid deelnemen aan het overleg en wordt het OCMW ook aanvaard als coördinerende partner. Overigens, wat gebeurt er als er niemand de rol van het woonzorgnetwerk wil opnemen? Hoe wordt toegang tot de zorg voor de inwoners van die gemeente of buurt dan gegarandeerd? Minister Vanackere wil de zorg meer op elkaar afstemmen. Dat is goed, maar het gebeurt volgens ons op het verkeerde niveau. In het thuiszorgdecreet ervaren we een sterke regionalisering. Dit kan waarde hebben voor (sommige) zorgaanbieders, maar zeker niet voor de zorgvragers. Een nieuw decreet moet een grondige verbetering betekenen voor de gebruikers en de mantelzorgers, maar die vinden we niet terug in de huidige teksten. De lokale besturen reiken minister Vanackere de hand om zijn doelstelling van beter afgestemde zorg (mee) te realiseren via overleg op lokaal niveau. Deze hand wordt momenteel niet aangenomen. Elke Vastiau is VVSG-stafmedewerker Ouderenzorgbeleid en Ouderenvoorzieningen en Elke Verlinden VVSG-stafmedewerker Ouderenbeleid en Thuiszorg

?

IS DUURDERE BUITENSCHOOLSE OPVANG VOOR NIET-INWONERS DISCRIMINEREND?

!

Volgens het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding is gunsttarieven geven aan inwoners van de eigen gemeente geen discriminatie. De antidiscriminatiewetgeving vermeldt de woonplaats niet als een beschermd kenmerk. Nochtans vindt Kind en Gezin dat een verschillend tarief voor inwoners en niet-inwoners in initiatieven voor buitenschoolse opvang niet kan op basis van onder andere het non-discriminatieprincipe. Een verschil in behandeling bij vergelijkbare situaties is – nog altijd volgens Kind en Gezin – alleen aanvaardbaar als dit een wettig doel nastreeft, als het onderscheid berust op een gepast criterium dat redelijk verband houdt met de aard en als het doel en de gevolgen van de maatregel (pertinentiecriterium) en de aangewende middelen in een redelijke verhouding staan tot het nagestreefde doel (evenredigheidsbeginsel). Bovendien zegt artikel 13 van het IBObesluit dat de financiële bijdrage enkel – in het artikel is het woord ‘enkel’ wel niet opgenomen – beïnvloed wordt door de verblijfsduur, de financiële situatie van het gezin en het aantal opgevangen kinderen. Hierdoor kan een IBO volgens Kind en Gezin geen lager tarief hanteren voor inwoners. Voor de VVSG klinkt deze argumentatie weinig overtuigend. - Motivatie van het Centrum zie www.vvsg.be, knop welzijnsvoorzieningen, kinderopvang. Het standpunt van Kind en Gezin is gebaseerd op artikel 13 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiering van initiatieven voor buitenschoolse opvang, BS van 27 april 2001.

?

HEBBEN ONTHAALOUDERS RECHT OP LEEFLOON?

!

Het OCMW beschouwt een leefloon als een instrument van maatschappelijke integratie volgens de Wet van 26 mei 2002 en het KB van 11 juli 2002. In het algemeen wordt het bedrag van het leefloon automatisch verminderd met andere bestaansmiddelen zoals socialezekerheidsuitkeringen, opvanguitkeringen of kostenvergoedingen die de aanvrager ontvangt. Nochtans vormen bepaalde in de regelgeving opgesomde inkomsten hierop een uitzondering. Hoewel de kostenvergoeding die een onthaalouder krijgt, niet in de lijst van de vrijgestelde bestaansmiddelen vermeld wordt en dus als een bestaansmiddel zou moeten worden aangerekend, kan het OCMW zelf oordelen en dus bepaalde kostenvergoedingen buiten beschouwing laten. Een lokaal bestuur moet dus niet de volledige kostenvergoeding die een onthaalouder ontvangt als een bestaansmiddel aanrekenen op het leefloon. De onthaalouder moet de gemaakte kosten wel kunnen aantonen. Verschillende besturen hanteren verschillende praktijken in het aanrekenen van de kostenvergoeding op het leefloon. Sommige OCMW’s rekenen de kostenvergoeding volledig aan en brengen ze dus volledig in mindering van het toegekende leefloon. Andere OCMW’s stellen een vast bedrag van de kostenvergoeding vrij. Sommige van deze OCMW’s gebruiken hiervoor als referentiebedrag de zogenaamde forfaitaire beroepskosten voor zelfstandige onthaalouders. Vanaf het aanslagjaar 2006 (inkomsten van 2005) bedraagt de vrijgestelde kostenvergoeding 13,50 euro per kind per opvangdag. Een andere groep OCMW’s stelt ten slotte de helft van de kostenvergoeding vrij en brengt dus maar de helft in rekening als bestaansmiddel om de hoogte van het uitgekeerde leefloon te bepalen.

- Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en het KB van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. De hoogte van het leefloon is afhankelijk van het feit of men behoort tot de categorie alleenstaande, samenwonende, alleenstaande die onderhoudsuitkeringen is verschuldigd of een co-ouderschapsregeling heeft en een eenoudergezin met kinderlast. Mail uw vragen over kinderopvang naar ann.lobijn@vvsg.be

16 september 2008 LOKAAL 35

De redactie

Art. 14, §1 en 2 en 16, §1 en 2 wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie van 26 mei 2002, BS 31 juli 2002, Inforumnummer 176605 en KB van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie van 11 juli 2002, BS 31 juli 2002, Inforumnummer 178495

pieter.vansande@vvsg.be

advertentie

Gom Healthcare en Prorest Healthcare, specialisten met jarenlange ervaring binnen de gezondheidssector, respectievelijk op het vlak van schoonmaak en catering. Prorest Healthcare Tel 03/224 38 12 info@prorest.be www.prorest.be Gom Healthcare Tel 03/224 38 00 info@gom.be www.gom.be

De juiste mensen op de juiste plek

16 oktober 2008 LOKAAL 43


De gemeente Meise zoekt:

stedenbouwkundige/expert stedenbouwdienst m/v – niveau A Jouw functie: Je geeft uitvoering aan het gemeentelijke vergunningenbeleid. Met deskundig advies bereid je beslissingen voor van het college van burgemeester en schepenen. Je ondersteunt de uitwerking van beleidsinitiatieven voor het vergunningenbeleid. Je bouwt ervaring op waarmee je voorstellen uitwerkt voor optimalisatie van dit beleid en van de werking van de stedenbouwdienst. Je zorgt voor een klantgerichte dienstverlening aan elke bouwheer. Jouw profiel: Je hebt een masterdiploma dat aansluit bij de functie met name richting stedenbouw, ruimtelijke planning, architectuur of gelijkwaardig (of je behaalt dit diploma binnen de 5 maanden na de kandidaatstelling). Wij bieden jou: in eerste instantie een voltijds contract (38uren/week) voor een bepaalde duur van 4 jaar met de kans op omzetting naar een contract van onbepaalde duur – een boeiende, uitdagende functie met verantwoordelijkheid in een stabiele omgeving – de bruto maandelijkse aanvangswedde aan de huidige index bedraagt € 2.705,58 ; de eindwedde is € 4.210,05 met als extra’s: maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding, opleidingsmogelijkheden, glijdende werktijden en een interessante verlofregeling. Interesse? Stuur je kandidatuur bij aangetekend schrijven uiterlijk tegen 15 december 2008 (postdatum geldt als bewijs) aan het college van burgemeester en schepenen, Tramlaan 8, 1861 Meise. Voeg bij je kandidatuur een kopie van het gevraagde diploma, een cv en een uittreksel uit het strafregister niet ouder dan 3 maanden Alle nuttige inlichtingen (functiebeschrijving, aanwervingsvoorwaarden, examenprogramma) kunnen verkregen worden op de personeelsdienst, T 02-272 00 64 of personeel@meise.be.

Het college van burgemeester en schepenen van Scherpenheuvel-Zichem maakt bekend dat volgende betrekking te begeven is bij statutaire aanwerving. Er wordt tevens een werfreserve van drie jaar aangelegd.

deskundige ruimtelijke ordening – huisvesting m/v - B1-B2-B3 Tot uw takenpakket behoort: • adviesverlening inzake stedenbouwkundige aanvragen • afhandeling administratieve stedenbouwkundige vergunningen • voorbereiding en opvolging van subsidieaanvragen voor gemeentelijke projecten inzake huisvesting • bijwonen vergaderingen inzake sociale-huisvestingsprojecten • opmaak gemeentelijke verordeningen op het vlak van huisvesting • opvolging procedures structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen De belangrijkste toelatings- en aanwervingsvoorwoorden zijn: • houder zijn van ofwel een bachelordiploma, ofwel een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs EN • houder zijn van een diploma zoals vermeld in de artikelen 2 en 3 van het ministerieel besluit van 13 juli 2000 tot bepaling van de diploma’s van een opleiding ruimtelijke ordening die voldoen om te kunnen worden aangesteld als ambtenaar van ruimtelijke ordening • in het bezit zijn van een rijbewijs B • uittreksel uit het strafregister (model 1) De aanwervingsvoorwaarden, de toelatingsvoorwaarden en de functiebeschrijving kunt u verkrijgen op de personeelsdienst bij jurgen.janssens@ scherpenheuvel-zichem.be, T 013-35 24 27 (GEEN INSCHRIJVINGEN). Uw kandidatuur dient per aangetekende brief toe te komen bij het college van burgemeester en schepenen, A. Nihoulstraat 13-15, 3270 Scherpenheuvel-Zichem ten laatste op 31 oktober 2008, vergezeld van een eensluidend verklaard afschrift van het diploma en/of studiegetuigschrift, een afschrift van het rijbewijs B en een uittreksel uit het strafregister.

Inovant (Instituut voor Opleiding en Vorming provincie Antwerpen) wordt een Autonoom Provinciebedrijf van de provincie Antwerpen. Het ontstaat uit de fusie van de Provinciale Bestuursschool en de vzw OVO. Inovant zal aan de lokale besturen in de provincie duurzame VTOoplossingen aanbieden met als doel de ontwikkeling en versterking van competenties van hun medewerkers. Voor de realisatie van praktijkgerichte en kwaliteitsvolle VTO-ondersteuning zijn wij op zoek naar een voltijdse (m/v) :

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website

directeur Je functie: Het uitwerken van een dynamisch beleid zodat Inovant een prominente plaats kan innemen als aanspreekpunt inzake vorming voor lokale besturen. Netwerken met externe partners om gezamenlijke doelstellingen te definiëren en te realiseren. Het coördineren van de dienst om de goede werking ervan te verzekeren. Je profiel: Je beschikt over een masterdiploma en kunt minstens 3 jaar managementervaring voorleggen. Je vindt je weg op de opleidingsmarkt en kunt een klantgericht VTO-beleid ontwikkelen en implementeren. Kennis van de overheidstructuren is een pluspunt. Interesse? Het gedetailleerde functieprofiel, de arbeids- en aanwervingsvoorwaarden vind je op www.ovo.be of kun je opvragen bij OVO vzw, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, T 03-240 55 54, marleen.oelbrandt@admin.provant.be. Inschrijven voor deze vacature kan tot 1 november 2008 bij OVO vzw (Inovant is momenteel in oprichting en start begin 2009).

44 LOKAAL 16 oktober 2008

Inlevering van personeelsadvertenties voor: Lokaal 18 (16 tot 30 november): 24 oktober 2008 Lokaal 19 (1 tot 15 december): 13 november 2008

Informatie: Nicole Van Wichelen • T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be


NIEUW VAN VVSG-POLITEIA

wetmatig berichten

STEFAN DEWICKERE

Handboek residentiële ouderenzorg – Beheer en beleid

Vanaf volgend jaar september moeten ook vrachtwagenchauffeur een examen afleggen en nascholing volgen.

Nieuwe bekwaamheidseisen beroepschauffeurs bussen en vrachtwagens Om de kwaliteit van de bestuurders in het beroepsgoederen- en -personenvervoer over de weg te garanderen worden er examens georganiseerd voor de toegang tot het beroep en komt er nascholing tijdens de uitoefening van het beroep. Deze omzetting van een Europese richtlijn heeft ook effect voor het gemeentepersoneel.

Ook voor gemeentepersoneel gelden sinds 10 september 2008 nieuwe vereisten betreffende vakbekwaamheid voor bestuurders van voertuigen van groep D (autobussen en autocars) die in beroepsverband rijden. Voor de bestuurders van voertuigen van groep C (vrachtwagens) is de inwerkingtreding pas voorzien op 10 september 2009. De gemeentebesturen kregen hierover onlangs een rondzendbrief. Doel van de Europese richtlijn (Richtlijn 2003/ 59/EG) is de kwaliteit van de bestuurders in het beroepsgoederen- en -personenvervoer over de weg te garanderen door examens voor basiskwalificatie en een systeem van nascholing tijdens de uitoefening van het beroep. De verplichtingen qua vakbekwaamheid gelden voor alle bestuurders die binnen de Europese Unie professioneel vervoer verrichten. En professioneel betekent grosso modo ervoor betaald worden.

Niet voor trage rijders

Deze regelgeving zal dus van toepassing zijn op veel gemeentepersoneel dat met bussen of vrachtwagens rijdt. Maar er zijn wel enkele uitzonderingen (zie art. 4 van het KB van 4 mei.2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E, Inforumnummer 219165). Voor de technische diensten gelden enkele belangrijke uitzonderingen. Zo zijn de bestuurders van voertuigen die maximaal 45 km per uur rijden van deze regeling vrijgesteld, net zoals de arbeiders die de vrachtwagen ’s morgens en ’s avonds naar de werkplek en terug rijden. erwin.debruyne@vvsg.be

Voor meer informatie: www.wegcode.be, michiel.holemans@mobilit.fgov.be, T 02-277 38 51

Het zopas verschenen Handboek residentiële ouderenzorg is bestemd voor al wie te maken heeft met het beleid en het dagelijkse beheer van een rusthuis. Een team van specialisten uit de Vereniging van Directeurs van Openbare Rust- en verzorgingshuizen (VDOR) en de VVSG zorgt voor praktische en concrete antwoorden op de vragen waarmee elke rusthuisdirecteur geconfronteerd wordt. Het spreekt voor zich dat ook de OCMW-secretaris en -ontvanger baat hebben bij deze overzichtelijke bron van informatie. Het handboek biedt duidelijke overzichten, praktijkvoorbeelden, modellen die meteen bruikbaar zijn, checklists om voorbereid te zijn op de toets van de inspectie en nog veel meer. De reeds bestaande VVSGpublicatie Financiering Residentiële ouderenzorg wordt in het nieuwe boek opgenomen. Wie daar een abonnement op heeft, krijgt vanaf oktober 2008 automatisch het Handboek Residentiële ouderenzorg opgestuurd. Handboek Residentiële ouderenzorg is een uitgave van de VVSG, de VDOR en Politeia. U kunt het losbladige handboek bestellen op www.politeia.be, door te mailen naar info@politeia.be of door te faxen naar 02-289 26 19. De bijwerkingen worden u toegestuurd tegen 0,46 euro per blz. en 27 euro voor de update van de cd-rom tot schriftelijke opzegging. Deze prijzen zijn inclusief btw maar exclusief verzendkosten.

16 oktober 2008 LOKAAL 45


AGENDA

Harelbeke 20 oktober Indicatiestelling in de zorgverzekering www.vvsg.be (kalender) Gent 21 oktober Riziv-financiering en benchmarking rusthuizen www.vvsg.be (kalender) Drongen 21 oktober Artikel 60 tewerkstelling als opstap naar een reguliere job www.vvsg.be (kalender) Lokeren 22 oktober Leuven 23 oktober Hasselt 3 november Torhout 5 november Malle 6 november VVSG-Ronde van Vlaanderen Workshops voor lokale mandatarissen. www.vvsg.be (kalender)

Brussel 23 oktober Van studietoelagen tot spijbelen Update over vernieuwingen in het onderwijsbeleid. www.vvsg.be (kalender) Brussel 23 oktober Colloquium licence to think 15 jaar wet op het politieambt. www.politeia.be Roeselare 24 oktober Aalst 14 november Mechelen 20 november Samen-werken aan leef-tijd www.vvsg.be (kalender) Vlaanderen 25 oktober Dag van de kringloopwinkel Creatief met tweedehands als rode draad, met textiel en accessoires in de spotlights. www.dekringwinkel.be

Antwerpen 23 oktober Leidinggeven aan een lokaal politiekorps www.vvsg.be (kalender)

Kruishoutem 28 oktober Geel 4 november ’Pleisterplaats’ omtrent ‘Lokale bestuurders in gebiedsgerichte projecten zoals Leader’. www.plattelandsacademie.be

Brussel 23 oktober Intelligente mobiliteitsoplossingen voor overheden, ordediensten en openbaar vervoer www.itsbelgium.be

Gent 4 en 27 november Doedagen regionale ondersteuningspunten kinderopvang www.vvsg.be (kalender)

Gent 23 oktober Vrijwilligers in vorm(ing) Studievoormiddag vormingsaanbod vrijwilligers. www.vormingplusgent-eeklo.be

Torhout 6 november Aan de balie van het sociaal huis... vraagverduidelijking www.vvsg.be (kalender) Gent, 7 november Aan de balie van het sociaal huis... sociale en communicatieve vaardigheden www.vvsg.be (kalender)

NIX TrIljoen

46 LOKAAL 16 oktober 2008

Gent 12 november Milieuvriendelijke overheidsopdrachten www.lne.be (milieuzorg in de Vlaamse overheid) Harelbeke, 18 november Basisvorming OCMW en vreemdelingen www.vvsg.be (kalender) Brussel 18 november (Weer) zin in werk? www.vvsg.be (kalender) Mechelen 20 november Kwaliteitsmanagement in lokale besturen www.vvsg.be (kalender) Mechelen, 20 november Basistraining interculturele competenties voor OCMW en LOI www.vvsg.be (kalender) Gent, 21 november Omgaan met stress www.vvsg.be (kalender) De Panne 24 november Ontwikkelingsmanagement bij de lokale overheid www.vvsg.be (kalender) De Pinte, 27 november Helder en overtuigend communiceren voor uitvoerende mandatarissen www.vvsg.be (kalender) Brussel, 27 november Divers personeelsbeleid Leeftijdsbewust personeelsbeleid www.vvsg.be (kalender)


"HFOEB "HFOEB

_

_

_

_

_

q

g

_

KBOVBSJ KBOWJFS KBOVBSZ FOFSP maart mars march marzo

23

24

NBBOEBH MVOEJ NPOEBZ MVOFT

25

EJOTEBH NBSEJ UVFTEBZ NBSUFT dinsdag mardi tuesday martes

woensdag mercredi wednesday miĂŠrcoles

World Meteorogical Day (WMO)

World Tuberculosis Day (WHO)

†Aankondiging van de Heer

8

8

9

9

9

10

10

10

11

11

11

12

12

12

13

13

13

14

_

_

q

g

KBOVBSJ KBOWJFS KBOVBSZ FOFSP maart mars march marzo

27

EPOEFSEBH KFVEJ UIVSTEBZ KVFWFT

28

WSJKEBH WFOESFEJ GSJEBZ WJFSOFT

donderdag jeudi thursday jueves

8

_

26

XPFOTEBH NFSDSFEJ XFEOFTEBZ NJĂ‹SDPMFT

maandag lundi monday lunes

_

[BUFSEBH TBNFEJ TBUVSEBZ TĂ„CBEP

vrijdag vendredi friday viernes

zaterdag samedi saturday sĂĄbado

8

8

9

9

13

14

14

14

14

15

15

15

15

15

16

16

16

16

16

17

17

17

17

17

18

18

18

18

18

19

19

19

19

19

20

20

20

20

20

21

21

22

22

10

11

12

10

11

12

29

13

[POEBH zondagEJNBODIF TVOEBZ dimanche sundayEPNJOHP domingo 07:25

20:10

2h Âœ 3h: zomertijd heure d’ÊtĂŠ

21

21

22

week semaine semana XFFL TFNBJOF TFNBOB 16 17 18 19 20

22

21

12 22

13

23

14

24 25 26 27 28 29 30 31 01 02 03 04 05

/JFUT EBH JO EBH VJU [P DPNQMFY BMT EF XFUUFO WBO EF Kunst haalt ons uit de eigen alledaagse wereld, [XBBSUFLSBDIU UVTTFO PVEFS FO LJOE *L IFC [F HFNBBLU EVT geeft er transparantie aan, bevestigt de complexiteit ervan. [JKO [F NBBLCBBS ;FMGT EF TQJFHFM XFFU EBU EBU OJFU XBBS JT www.deSingel.be #FSOBSE %FXVMG $PMVNO $BNQT %FXVMG JO %F .PSHFO

06

_

KVOJ XXX EFNPSHFO CF 15 16 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21

_

_

_

_

q

23

24

25

17 26

g

B

22

maart mars march marzo

26

27

,,8 +(5 ;50,2, +(:( +0, 4,+,=,82,89 <(5 .,4,,5:, ,5 " ' /,37,5 )01 /,: 95,3 @6,2,5 5((8 /,: 1;09:, (+8,9 :,3,-665 6- -(> , 4(03(+8,9 6- =,)90:, )< =,32, (+8,99,5 /,,-: ,,5 9,*8, :(809 65:<(5.,8 9:,+,5)6;=2;5+0., 67,8965,,39<,8(5:=668+,3012, 56+0. B +8,99,5 <(5 -,+,8(3, &3((49, ,5 786<05*0(3, 6<,8/,+,5 <(5 059:,3305.,5 ,5 (5+,8, 65+,8 9:,;5,5+, 68.(509(:0,9 B (3,5+,8 <(5 ),3(5.8012, +(:( <668 .,4,,5:, ,5 " ' )< '(55,,8 46,: =,32, <3(. );0:,5 /(5.,5 donderdag jeudi thursday jueves

vrijdag vendredi friday viernes

8

8

9

9

10

10

11

11

12

12

13

13

14

14

15

15

16

16

17

17

18

18

19

19

20

20

28

=,,273(55,8 4,: 3,,9305: -684((: > *4

7(.05( 9 ,>:8( 4,: .,4,,5:,3012, +(:( 78019 A â‚Ź 7,8 ,>,473((8 <668 &&# 3,+,5 A â‚Ź <668 50,: 3,+,5 29 A .86,79((5267,5 <(5(- :6: ,>,473(8,5 ((5 â‚Ź

7,8 ,>,473((8 <668 &&# 3,+,5 â‚Ź <668 50,: 3,+,5 A $' ,5 <,8@,5+05. 05),.8,7,5

zondag dimanche sunday domingo 07:25

20:10

2h Âœ 3h: zomertijd heure d’ÊtĂŠ

21

Kunst haalt ons uit de eigen alledaagse wereld, geeft er transparantie aan, bevestigt de complexiteit ervan. www.deSingel.be

22

15

06

A A A A

zaterdag samedi saturday sĂĄbado

07

08

09

10

11

12

13

14

15

16

17

16 18

19

17 20

21

22

23

24

25

26

# % #! $ & " $ " ! $ & $ & ' " $ $ " " $ $# # &(' " # "# & " " $ $ ! " #$ & ( " # $ " ' " & " $ $ &('

'BY POEFSTUBBOEF TUSPPL OBBS 774( (> 65+,89:((5+, 9:8662 5((8 &&# 'BY (>

5FM PG $,3

1BWJMKPFOTUSBBU (83,59:8((: #SVTTFM

8;99,3 WJWJBOF BSFOUT!WWTH CF &0<0(5, (8,5:9 <<9. ),

( 02 ),9:,3 ,>73 <(5 +, .,5+( <668 .,4,,5:, ,5 " ' â?‘ 015 ),9:;;8 09 30+ <(5 +, &&# â?‘ 2 ),/668 50,: :6: ,,5 68.(509(:0, +0, 30+ 09 <(5 +, &&# !((4 ;5*:0, ,4,,5:, "8.(509(:0, +8,9.,.,<,59 (*:;8(:0,(+8,9 05+0,5 <,89*/033,5+ <(5 3,<,805.9(+8,9 (:;4

(5+:,2,505.

#:;;8 6- -(> +,@, 9:8662 5((8 &&# (83,59:8((: 8;99,3 -(> :,3

64UVVS PG GBY EF[F TUSPPL OBBS 774( 1BWJMKPFOTUSBBU #SVTTFM GBY 4(03 5((8 <0<0(5, (8,5:9 <<9. ), UFM PG PG NBJM OBBS WJWJBOF BSFOUT!WWTH CF %= .,.,<,59 =68+,5 +668 659 05 ,,5 ),9:(5+ )01.,/6;+,5 ,5 50,: ((5 +,8+,5 +668.,.,<,5 "<,8,,52649:0. +, =,: 67 +, 780<(*? /,,-: ; 05@(., ,5 *688,*:0,8,*/: 05 659 ),9:(5+


Immo Line, nieuwe perspectieven

voor uw vastgoedpatrimonium

Innov

eren de o ploss i

ngen v

oor uw

v as t

goe dpr oje

cten

Voor een openbare instelling of een lokale overheid is vastgoed geen doel op zich maar een noodzakelijk middel voor de uitoefening van haar opdracht. Het vastgoedpatrimonium vereist een deskundig beheer en vaak aanzienlijke financiĂŤle middelen. Dexia Immo Line biedt u een aantal oplossingen op maat die u van deze zorgen bevrijdt. Of het nu gaat om rusthuizen, politiekantoren, brandweerkazernes, gemeentehuizen, culturele centra, met Dexia Immo Line wordt uw vastgoed optimaal beheerd en dit zowel voor nieuwe projecten als bestaande gebouwen. Voor meer informatie over Dexia Immo Line kunt u steeds contact opnemen met uw Public Banker.

PUBLIC FINANCE

short term has no future


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.