2009Lokaal02

Page 1

NR 2 VAN 1 februari 2009

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

De gemeente in crisis

Vrouwen in de meerderheid: de details verschillen Jan Vranken: ‘In Marshallplan tegen armoede moeten de OCMW’s een cruciale rol spelen.’ Op vakantie in Vlaanderen


Praktijkboek Kwaliteitszorg IN WELZIJNSVOORZIENINGEN Standaardwerk voor kwaliteitszorg Het Decreet Kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen betekent een blijvende uitdaging voor alle zorg- en dienstverlenende instellingen. Het ‘Praktijkboek Kwaliteitszorg’ - al jarenlang een standaardwerk voor kwaliteitszorg in de welzijnssector - biedt managers, leidinggevenden, kwaliteitscoördinatoren enz. een stevige vertrekbasis om kwaliteitszorg op een systematische wijze te ontwikkelen en in te voeren.

Een uitgave in evenwicht Het Praktijkboek is opgesplitst in twee evenwichtige delen. Het eerste deel gaat in op de meer theoretische uitgangspunten van kwaliteitszorg. Dit deel biedt tal van handvatten en tips voor het realiseren van veranderingsprocessen binnen organisaties. In deel twee worden concrete projecten en activiteiten uit de praktijk opgenomen. De voorbeelden geven een goed inzicht in de praktijkervaringen van collegainstellingen en behoeden voor een aantal valkuilen. De cd-rom bij het ‘Praktijkboek’ bevat een schat aan materiaal. Redactieraad en uitgeverij investeerden recent in het beter toegankelijk maken van deze informatie.

Specialisten aan het woord Op de vernieuwde cd-rom zijn er vanaf nu vier mogelijkheden om artikels uit het ‘Praktijkboek Kwaliteitszorg’ op te zoeken: - aan de hand van een zoekrobot (door eenvoudigweg een trefwoord in te geven), - op basis van de ‘hefbomen voor kwaliteit’ (een groepering van artikels, geïnspireerd door de hefbomen uit het EFQM-model), - op basis van de toolbox (praktische instrumenten en methodes, van projectoriëntatie tot evaluatie) - en ten slotte op basis van de sector (zowel uit het theorie als praktijk-gedeelte).

Een groot netwerk van ervaren praktijkmensen zorgt jaarlijks tweemaal voor een aanvulling van het Praktijkboek Kwaliteitszorg. Zij steunen op hun jarenlange ervaring binnen de sector (directeuren, diensthoofden, kwaliteitscoördinatoren…) en worden hierbij ondersteund door een redactieraad onder leiding van Theo Wijnen, coördinator van het team consulting en ontwikkeling van de VVSG. Nieuwe ideeën of voorstellen tot publicatie binnen het domein van de kwaliteitszorg en organisatieontwikkeling kunt u steeds vrijblijvend mailen naar theo.wijnen@vvsg.be

Bestelkaart Stuur of fax deze strook naar: Politeia – Ravensteingalerij 28 – 1000 Brussel – fax: 02 289 26 19, of bestel via onze website: www.politeia.be

Ja, ik bestel ..... ex. van handboek met cd-rom Praktijkboek Kwaliteitszorg in Welzijnsvoorzieningen Mijn bestuur is lid van de VVSG dus ik betaal 139 euro per uitgave*. Ik behoor niet tot een organisatie die lid is van de VVSG dus ik betaal 159 euro per uitgave*. Ik wens de Politeia-nieuwsbrief per e-mail te ontvangen.

Bestuur/Organisatie: __________________________________ Naam: ____________________________________________ Functie: ________________ Tel. : ______________________ E-mail: ____________________________________________ Adres: ____________________________________________ _______________________ BTW: ______________________ Datum: __________ Handtekening: ______________________

De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd aan de prijs van € 0,46 per blz. tot schriftelijke wederopzegging (cd-rom: € 29). * Prijzen inclusief 6 % BTW maar exclusief verzendingskosten Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de Wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


NR 2 VAN 1 februari 2009

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

BART LASUY

De gemeente in crisis

INHOUD

LOKAAL NUMMER 2 VAN 1 FEBRUARI 2009

Vrouwen in de meerderheid: de details verschillen

14

Jan Vranken: ‘In Marshallplan tegen armoede moeten de OCMW’s een cruciale rol spelen.’ Op vakantie in Vlaanderen

Het duurde een tijdje voor Bart Lasuy een financieel gemeentesilhouet had want een bankbiljet zou hij niet meer kunnen verzilveren als hij het zelf had kapot geknipt. Hoe zat dat ook al weer met die leningen?

bart lasuy

Lokale besturen in crisistijden Komen ook de Vlaamse gemeenten en OCMW’s in de problemen nu de financiële en economische crisis steeds verder om zich heen grijpt? Jan Leroy zoekt naar antwoorden.

5 Opinie: Verder kijken dan de financiële crisis

KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

14 Lokale besturen in crisistijden 18 Kerstgeschenkpolitiek van Herzeelse burgemeester is erover 20 Snelle installatie vreemde zakenlui en kaderleden

FORUM 23 Vrouwen in de meerderheid: de details verschillen 26 De schatkamer van Marcel Neyens, Henri Hoogmartens en Jos Lemmens 27 Lokale raad

Vrouwen in de meerderheid In de meeste colleges maken mannen nog altijd de dienst uit. Maar sinds deze legislatuur zijn er ook colleges die sterk bevrouwd zijn, zoals Stabroek en Rumst. De burgemeesters Alida De Bie en Francy Van der Wildt hebben op drie beleidsperioden een hele revolutie meegemaakt.

WERKVELD

28

28 Interview met professor Jan Vranken ‘Het OCMW moet offensiever zijn.’ 32 Nooit meer een bewoner laten wachten 33 Klare kijk 34 Op vakantie in Vlaanderen 35 Praktijk in West-Vlaanderen 37 De donderdag van Ria Vandaele

Jan Vranken: ‘Het OCMW moet offensiever zijn.’

WETMATIG

STEFAN DEWICKERE

39 Berichten, boekbesprekingen 42 Agenda & Triljoen

STEFAN DEWICKERE

ORGANISATIE

23

Aan de armoede in Vlaanderen verandert weinig. Jan Vranken is vrij pessimistisch: ‘Hoe sneller de maatschappij evolueert, hoe minder mensen kunnen bijbenen.’ Hij vindt dat het OCMW een ankerpunt moet worden waar de hele buurtemancipatie om draait. 1 februari 2009 LOKAAL 3


Btw-plicht openbare besturen opnieuw gewijzigd Lokaal Financieel Management licht toe Lokale besturen en btw De nieuwe btw-regeling voor openbare besturen (sinds 1 juli 2007) heeft tot nu toe al voor heel wat commotie gezorgd. Nadat de verplichte toepassing ervan werd uitgesteld tot eind december 2008 heeft het Grondwettelijk Hof een deel ervan vernietigd. Concreet heeft deze uitspraak voor openbare instellingen tot gevolg dat zij niet langer automatisch als btw-belastingplichtige zullen worden aangemerkt voor handelingen die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het btw-wetboek. In de meest recente bijwerking van Lokaal Financieel Management wordt de complexe btw-wetgeving voor openbare besturen n.a.v. het gewijzigde art. 6 btw-wetboek verder toegelicht. Wat denken besturen zelf over budgethouderschap? Het budgethouderschap werd door het Gemeentedecreet een belangrijk nieuw instrument voor de gemeenten. De OCMW’s leerden er al eerder mee werken. Maar welke ervaringen hebben de lokale besturen hier ondertussen mee? Zien ze er de voordelen van in, of overheerst de onzekerheid en de twijfel? Het dossier over budgethouderschap bevat een reeks interviews met ervaringsdeskundigen, een beschouwing over de kansen en beperkingen van budgethouderschap en een overzicht van de mening van de deelnemers van de studiedag die de VVSG hierover in 2008 organiseerde.

Bestelkaart

Theorie en praktijk In deze losbladige publicatie komen verder nog aan bod: de beleidscyclus (strategische planning, budgettering, uitvoering, registratie, boekhouding, evaluatie, …), de administratieve organisatie (interne controle, interne audit, verzelfstandiging, …), en het financieel beheer (btw-plicht, thesaurie- en liquiditeitenbeheer, …). Het boek bevat verschillende soorten bijdragen: juridische teksten die een bepaald thema situeren binnen de geldende wetgeving, theoretische stukken met analyses en aanbevelingen, en tot slot ook praktijkverhalen. De theoretische basis wordt aangevuld met een praktijkgericht, boekhoudkundig deel dat de vroegere NOB van Schaubroeck vervangt. Bij het boek hoort ook een cd-rom met relevante wetgeving, modelformulieren en praktijkvoorbeelden.

Lokaal Financieel Management wordt gerealiseerd door een redactie onder leiding van Jan Leroy (VVSG).

Stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19

JA, ik bestel … ex. van Lokaal Financieel Management (3 delen + cd-rom: 119 euro* voor VVSG-leden, 139 euro* voor niet-leden) Mijn bestuur is VVSG-lid.

Naam Functie Bestuur/Organisatie E-mail Adres

BTW * Prijzen inclusief btw, exclusief verzendingskosten. Losbladige publicatie met abonnement. Bij intekening op een abonnementsformule worden de bijwerkingen u automatisch toegestuurd tegen 0,46 euro per bladzijde en 29 euro per cd-update, en dit tot schriftelijke wederopzegging. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be

Datum Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Tel.


opinie mark suykens

Stefan Dewickere

Verder kijken dan de financiële crisis Mark Suykens is directeur van de VVSG

I

n dit nummer vindt u een grondige analyse van onze medewerker Jan Leroy over de effecten van de financiële crisis op de lokale besturen. Sommigen spreken over de grootste financiële (en economische?) crisis in honderd jaar. Steden en gemeenten zullen de komende jaren met grote voorzichtigheid hun interne financiële situatie moeten beheren.

Toch ontslaat dit de lokale besturen niet van de verantwoordelijkheid om proactief en alert de gevolgen van de financiële crisis voor de lokale gemeenschap tegen te gaan. De wereldwijde financiële crisis blijft als probleem trouwens kleiner dan de opwarming van de aarde. Economisch herstel en klimaatbeleid moeten hand in hand gaan.

Economisch herstel en klimaatbeleid moeten hand in hand gaan.

Vier invalshoeken zijn essentieel voor de lokale besturen. Ten eerste moeten we kritisch intern kijken waar we kunnen besparen: dit is het moment om dode takken weg te snoeien om innovatie en creativiteit ruimte te geven.

Ten tweede moet het volume van de lokale overheidsinvesteringen absoluut op peil blijven. De lokale sector is nog steeds goed voor meer dan de helft van de investeringen van de overheid. Economisch is dit uitermate belangrijk. Ten derde zal de lokale overheid haar inspanningen nog veel meer moeten richten op energiezuinige werken en op ecologische investeringen. Eigenlijk moet het als een schande beschouwd worden als nu nog bedrijfsterreinen, stadsontwikkeling, sociale woningbouw, rusthuizen, serviceflats, dienstencentra, cultuurcentra, scholen of kinderopvang worden gerealiseerd zónder doorgedreven aandacht voor energiemaatregelen, waterhuishouding, natuur en groen, ruimtelijke verdichting, milieuvriendelijker bouw- en inrichtingsmaterialen, doordachte mobiliteit… zowel op het niveau van investering als op het vlak van dagelijks beheer. Ten slotte moeten lokale overheden zwaar inzetten op jobcreatie in de sociale economie en de lokale diensteneconomie. Door de financieel-economische crisis komt de duale samenleving dreigend om de hoek kijken. In de milieusector, de zorgsector, de mobiliteit, in buurten en wijken bestaan er nog allerlei collectieve behoeften waarvoor mensen zinvol aan de slag kunnen. I

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

Bladmanagement Jan Van Alsenoy Abonnementen VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures VVSG, Nicole Van Wichelen, T 02-211 55 43

Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be Hoofdredactie Marlies van Bouwel

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Marlies van Bouwel, Bart Van Moerkerke Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist), Pol Despeghel (schilder)

Eindredactie Marleen Capelle

Vormgeving visueel denken

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus

VVSG-bestuur Jef Gabriels, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

1 februari 2009 LOKAAL 5


Politiebegroting, moeilijke oefening

stefan dewickere

KORT LOKAAL NIEUWS

De federale toelage voor 2009 wordt maar met 2,1 procent geïndexeerd, terwijl de reële personeelskosten stijgen met gemiddeld 6 tot 7 procent.

Eind 2008 vergaderden de gemeenteraden of politieraden over de begroting van de politiezones voor 2009. Het opstellen ervan is een zeer moeilijke oefening omdat de personeelskosten zo stegen.

D

e voorbije weken heeft de VVSG van talrijke politiezones en burgemeesters het signaal ontvangen dat de opmaak van de politiebegroting voor 2009 zeer moeilijk verloopt. Dit heeft vooral te maken met de stijgende loonkosten voor de politiezones (drie indexaanpassingen in 2008, nieuw Calog-statuut, verhoging eindejaarspremie en vakantiegeld). We stellen vast dat de federale toelage voor 2009 maar met 2,1 procent geïndexeerd wordt, terwijl de reële personeelskosten stijgen met gemiddeld 6 tot 7 procent. Achteraf komt er wel een correctie door de definitieve indexering toe te passen. Maar de zones ontvangen deze bijkomende (gecorrigeerde) toelage meestal twee jaar na het referentiejaar. Bovendien zijn ook de middelen uit het verkeersveiligheidsfonds dit jaar voor de politiezones met 15 procent verminderd en ontvangen de zones deze middelen steeds later. Met andere woorden, de politiezones moeten steeds meer ‘te verwachten ontvangsten’ prefinancieren. Dit blijkt eveneens uit de jaarlijkse

analyse van Dexia van de begrotingen 2008. Aanpassing federale politiedotatie Aangezien de gemeentelijke politiedotaties het sluitstuk van de politiebegroting vormen en de federale dotatie een gesloten enveloppe is (op de indexering na), betekent dit dat de gemeenten via de politiedotatie het verschil steeds moeten bijpassen. Concreet moeten vele gemeenten hun gemeentelijke dotaties verhogen om een politiebegroting in evenwicht te kunnen opmaken. Het hoeft geen betoog dat deze verhoging de gemeentelijke begrotingen steeds meer onder druk zet. Zeker omdat de federale dotaties minder sterk stijgen dan de toename van vooral de personeelskosten. Op die manier wentelt de federale overheid haar eigen budgettaire problemen (in elk geval tijdelijk) via de politiezones af op de gemeenten, die wegens het Lokaal Pact bovendien dit jaar hun belastingen niet mogen verhogen. De VVSG vraagt in een brief aan de minister van Binnenlandse

Zaken dan ook met aandrang de federale dotaties aan te passen aan de reële kosten van de politiezones. Bovendien moeten de lokale overheden in de toekomst worden geïnformeerd over de financiële consequenties van de aanpassingen aan het statuut en betrokken worden bij het overleg dat hierover wordt gevoerd. Eenmalig bijkomende federale toelage Blijkbaar besefte de minister van Binnenlandse Zaken hoe precair de financiële situatie van de politiezones is, want de federale ministerraad besliste op 24 december 2008 een bijkomende federale toelage van 5.125.598,02 euro aan de 196 politiezones toe te kennen. Het is de bedoeling dat dit een eenmalige federale toelage is die proportioneel over de politiezones verdeeld wordt. De federale overheid haalt deze bijkomende middelen uit het Federaal Solidariteitsfonds voor de Lokale Politie dat in de loop van de jaren een saldo heeft opgebouwd. Koen Van Heddeghem

ÎÎwww.vvsg.be, knop veiligheid, www.dexia.be, knop onze studies, OCMW en Politiezone

kruiswoordraadsel Lokaal 20-2008 Het eerste eindejaarskruiswoordraadsel van de VVSG gaf als woordcombinatie ‘Lokaalpact’. Alle inzenders hadden dit goed, behalve iemand uit Herzele die ‘Koopkracht’ had ingevuld. Door de schiftingsvraag heeft Willy Van Hove, schepen in Gavere, de eerste prijs gewonnen, op de tweede plaats staat Peter Martens, hoofd Technische Dienst in Zingem, op de derde plaats volgt Cis Schepens, burgemeester van Retie. Zij krijgen hun prijzen thuisbezorgd.

6 LOKAAL 1 februari 2009


PRINT & WEB

Op 1 januari is in het OCMW van Alveringem Andries Vienne als nieuwe secretaris aangesteld. Hij neemt de plaats in van de

Stoelendans

Limburger Jo Sclep die dichter bij huis aan de slag ging als OCMW-secretaris in Alken. Jo Sclep vervangt er Ernest Deblock die op pensioen is. Extra nieuwtjes over alle Belgische besturen? Abonneer u op Overheidscontact op www.overheidsdatabank.be

Redt de index de lokale budgetten? Het ziet ernaar uit dat we op het vlak van de prijsontwikkelingen in 2009 het omgekeerde zullen meemaken van in 2008. Toen stegen de prijzen fors, nu is er zelfs een dreigende deflatie. Volgens het Planbureau komt er dit jaar alvast geen overschrijding van de spilindex meer.

I

n 2008 moesten vele gemeenten, OCMW’s en politiezones budgettair alle hens aan dek roepen om de gevolgen van de drievoudige aanpassing van de lonen aan de index op te vangen. Bij de budgetopmaak in het najaar van 2007 was er immers nog maar sprake van de impact van ÊÊn overschrijding van de spilindex. Uiteindelijk namen – alleen al door de prijsontwikkelingen – de loonkosten in 2008 toe met 3,54%. Ook de energieprijzen stegen sterk en de hogere grondstoffenprijzen beïnvloedden ook de lokale investeringskosten. Op basis van de laatste vooruitzichten van het Planbureau moeten we in 2009 geen enkele overschrijding van de spilindex verwachten. Wanneer die er dan wel zou komen, zegt de instelling niet. Als deze voorspelling bewaarheid wordt, betekent dit toch een kleine buffer in de budgetten van 2009. Die gaan op de meeste plaatsen immers uit van een overschrijding van de spilindex in september, met dit jaar nog twee maanden effect op de loonkosten.

Besturen die hun budget vroeg in het najaar van 2008 hebben afgerond, hebben mogelijk nog voorzichtiger ramingen. Zijn hiermee alle problemen van de baan? Helemaal niet. De economische crisis waarin we ons bevinden kan op wat langere termijn de fiscale ontvangsten aantasten en al vrij snel de (OCMW-)uitgaven doen stijgen. Hierover leest u meer in het artikel Lokale besturen in crisistijden, pagina 14. Bovendien moeten we ook de nodige voorzichtigheid aan de dag blijven leggen, want het zou de eerste keer niet zijn dat het Planbureau in snelheid wordt gepakt. Vorig jaar heeft het de inflatie-opstoot stelselmatig onderschat. We kunnen alleen maar hopen dat nu de prijsafkoeling niet wordt overschat. Goed om te weten is in elk geval dat het Planbureau voor 2009 rekent op een olieprijs van gemiddeld 54 dollar per vat (in 2008 was het nog 97 dollar) en een koers van 1,39 dollar per euro (tegenover 1,47 in 2008). Jan Leroy

Tot 12 februari: Projectoproep Vlaams Congres Verkeersveiligheid Op 20 mei organiseren de Vlaamse Stichting Verkeerskunde en het Steunpunt Mobiliteit en Openbare Werken, spoor Verkeersveiligheid voor de zevende maal het Vlaams Congres Verkeersveiligheid. Tijdens het congres komen de beste, recent gerealiseerde initiatieven aan bod en wordt het Jaarboek Verkeersveiligheid gepresenteerd. Als u vorig jaar een of meer projecten opzette om de verkeersveiligheid in Vlaanderen te verbeteren, kunt u ze in het jaarboek laten opnemen. ĂŽĂŽwww.verkeerskunde.be/verkeersveiligheid/downloads

Online: Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en de Ondersteuningscel Logo’s vormen sinds 1 januari het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ). Deze samensmelting moet zorgen voor een doeltreffende preventieve gezondheidszorg in Vlaanderen. Het VIGeZ is in de eerste plaats een expertisecentrum dat strategieÍn, advies, ondersteuning bij implementatie en opleiding aanbiedt aan gezondheidswerkers en professionals. VIGeZ werkt nauw samen met de Logo’s en ondersteunt daarmee de lokale werking rond de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. Het staat de Logo’s daarnaast bij op vlak van gezondheid en milieu. Bij de nieuwe organisatie hoort ook een nieuwe website: www.vigez.be www.vigez.be

Werkboek kwaliteitsvol verkavelen Verkavelingen zijn een veel gebruik instrument om potentiÍle bouwgrond om te zetten naar bebouwbare grond. Ze kunnen een grote impact hebben op de omgeving. Door goede verkavelingsconcepten en duidelijke voorschriften komt men tot kwaliteitsvolle verkavelingen waarbij de nodige aandacht wordt geschonken aan duurzaam ruimtegebruik en contextgebondenheid. Het werkboek is bedoeld als een leidraad bij het ontwerpen van verkavelingen. Aan de hand van verschillende thema’s en voorbeelden wordt aangetoond hoe een kwalitatieve en duurzame verkaveling kan ontstaan. Werkboek kwaliteitsvol verkavelen: perspectieven en bouwstenen om kwaliteit te waarderen en in te bouwen in het concept, Vlaamse Overheid, Departement Ruimtelijk Ordening, 15 euro, bestellen via publicaties. vlaanderen.be

1 februari 2009 LOKAAL 7


KORT LOKAAL NIEUWS

Saneringsbijdrage drinkwaterfactuur 2009

D

e bovengemeentelijke (gewestelijke) saneringsbijdrage werd recent vastgelegd op 0,8730 euro per m³ (exclusief btw). Dit is een lichte stijging (indexering) ten overstaan van 2008. De gemeentelijke saneringsbijdrage kan daardoor maximaal 1,2222 euro per m³ (exclusief btw) bedragen in het

stefan dewickere

De saneringsbijdrage op de drinkwaterfactuur dient voor investeringen in de afvalwaterinfrastructuur.

2

collectieve gebied en 2,0952 euro per m³ (exclusief btw) in het individuele gebied. Dit is 1,4 respectievelijk 2,4 keer de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. De saneringsbijdrage op de drinkwaterfactuur dient voor investeringen in de afvalwaterinfrastructuur. De bovengemeentelijke saneringsbijdrage gaat naar Aquafin, de gemeentelijke is voor de gemeenten of de intercommunale rioolbeheerders. Gemeenten of intercommunales die individuele waterzuiveringsinstallaties (IBA’s) collectief aankopen en beheren, kunnen aan de gezinnen waar een IBA het afvalwater moet zuiveren 2,0952 euro per m³ aanrekenen. Die gezinnen zijn dan wel vrijgesteld van het bovengemeentelijke deel van de saneringsbijdrage en betalen daardoor even veel als gezinnen in het collectieve gebied. De Vlaamse Milieumaatschappij maakte een overzicht van de drinkwaterprijs en de gemeentelijke saneringsbijdrage per gemeente in 2008. Niet de hoogte van de bijdrage, maar vooral de investeringen in onderhoud, renovatie, vervanging en uitbreiding van het rioolnet zijn een waardemeter voor de gemeenten. De VVSG berekende immers dat zelfs een maximaal ingestelde gemeentelijke saneringsbijdrage onvoldoende opbrengt voor alleen al de vervangingsinvesteringen in de gemeentelijke riolen, laat staan voor de uitbreiding van het rioolnet. Christophe Claeys ÎÎwww.vmm.be, knop water, drinkwaterfactuur

Er zijn twee Vlaamse gemeenten waar de woningen van alle inwoners op de riolering zijn aangesloten, met name Hemiksem en Drogenbos. In heel het Vlaamse Gewest is 86,5 procent van de inwoners aangesloten. Dat houdt in dat er heel wat plaatsen zijn met een lagere rioleringsgraad. Zo zijn een op twee van de inwoners van Balen en Vleteren aangesloten en slechts een op drie in Horebeke en Kruishoutem. Bekijk de rioleringsgraad in uw eigen gemeente op www.lokalestatistieken.be.

In 2009 opnieuw Rubiconsubsidies voor werken tegen wateroverlast

A

lle gemeenten zouden ondertussen een oproep van Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen ontvangen moeten hebben voor subsidies voor werken tegen wateroverlast. Voor 2009 zit er in het Rubiconfonds een totaal bedrag van 2,767 miljoen euro. De beoordelingscriteria zijn gewijzigd en de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) zal de aanvragers begeleiden. Het Rubiconfonds werd opgericht om de 8 LOKAAL 1 februari 2009

investeringen van het Vlaamse Gewest voor waterbeheersing en de waterbeheersingswerken door de gemeenten bijkomend te ondersteunen. Het zou in de toekomst onder meer worden gespijsd via de opbrengsten van de planbatenheffing voor bestemmingswijzigingen naar zones bestemd voor bedrijven. Kunnen ook aanspraak maken op de subsidies: autonome gemeentebedrijven, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden,

intercommunales en hun werkmaatschappijen, provincies, polders, wateringen, ruilverkavelingscomités of de VLM. Opgelet, een aanvraag indienen moet ten laatste op 25 maart 2009. Christophe Claeys ÎÎwww.ciwvlaanderen.be voor een handleiding, achtergronddocumenten, voorbeeldprojecten. www.vvsg.be voor het voorontwerp van besluit, knop omgeving, water, integraal waterbeleid


PRINT & WEB

Gemeenten stappen deels uit Distrigas

Armoede en sociale uitsluiting: Jaarboek 2008 De zeventiende editie van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting van de onderzoeksgroep OASeS (Universiteit Antwerpen) focust op het thema ‘Armoede doorheen de levensloop’. De auteurs onderzoeken hoe het armoederisico tijdens de levensloop vergroot of verkleint door verschillende gebeurtenissen, transities en processen, en zoeken naar antwoorden op de vraag of en in welke mate onze welvaartstaat erin slaagt om ongelijke kansen doorheen de levensloop te corrigeren. Naast het themadeel bevat het Jaarboek recente cijfers over de armoede in Vlaanderen en BelgiĂŤ. Het biedt ook een overzicht van het recente armoede-onderzoek en analyseert het beleid inzake armoede en sociale uitsluiting.

De gemeenten hebben beslist om hun participatie in Distrigas af te bouwen. Of ze er uiteindelijk volledig uitstappen, is nog niet beslist.

ia Publigas zitten de meeste Belgische gemeenten als aandeelhouder in Distrigas. De participatie bedraagt vandaag 31,25%. De andere aandelen zijn in handen van de Italiaanse groep ENI (57,25%) of worden genoteerd op de beurs (11,50%). De Belgische staat beschikt nog over ĂŠĂŠn gouden aandeel in Distrigas. De groep ENI kwam in de loop van 2008 als aandeelhouder in de plaats van GDF Suez. Dat moest van de Europese Commissie uit Distrigas stappen na de fusie tussen Suez en Gaz de France. Tot 19 maart loopt een openbaar overnamebod van ENI op de aandelen Distrigas die het nog niet in portefeuille heeft. Het is in elk geval de bedoeling dat het aandeel niet meer zou worden genoteerd op de Brusselse beurs. Vandaag wordt het er trouwens al weinig verhandeld, vooral door de zeer hoge prijs. Het overnamebod loopt tegen 6809,64 euro per aandeel, wat hoger is dan de beurskoers van de voorbije maanden. De raad van bestuur van Publigas besliste op 7 januari principieel om zijn participa-

tie in elk geval te laten dalen tot 25% + 1 aandeel. Dat levert ongeveer 300 miljoen euro op. Het geld zal gebruikt worden om tegen het einde van 2009 de participatie van Publigas in netwerkbeheerder Fluxys op te trekken tot boven de 50%. Tegelijkertijd zou daar de participatie van GDF Suez verder dalen. Binnen de raad van bestuur van Publigas bestaat er geen eensgezindheid over wat er daarna met de participatie in Distrigas moet gebeuren. Sommige scenario’s gaan uit van een verdere daling tot bijvoorbeeld 15%, andere houden de volledige afbouw in. Voorstanders van het behoud van een belang in Distrigas wijzen op de zeer royale historische dividenden en het belang voor de gasbevoorrading. Tegenstanders denken dat er nooit meer een kans komt om tegen de huidige voorwaarden te verkopen en vinden principieel dat gemeenten geen aandeelhouder moeten zijn van commerciÍle bedrijven. Op 4 maart neemt de raad van bestuur van Publigas een definitieve beslissing. Jan Leroy

Tot 15 februari: nieuwe deadline Duurzaam naar school Voor het schooljaar 2009-2010 kunnen alle steden en gemeenten een project Duurzaam naar school indienen. De aanvraagdossiers moeten vóór 15 februari 2009 aangetekend worden ingediend. De eerder meegedeelde datum van 19 december 2008 voor het basisluik wordt dus verlegd. Dat is ook de datum die vermeld wordt in het decreet van 7 mei 2004 betreffende de regionale technologische centra en houdende noodzakelijke en dringende onderwijsbepalingen (artikel 55quater), dat een juridische grondslag geeft aan het concept Duurzaam naar school. ĂŽĂŽwww.ond.vlaanderen.be/leerlingenvervoer, carl.koninckx@ond.vlaanderen.be, T 02-553 86 39

J. Vranken, G. Campaert, K. De Boyser, C. Dewilde, D. Dierckx (red.), Armoede en sociale uitsluiting: Jaarboek 2008, uitgeverij Acco, Leuven, 35,5 euro

Mijn ronde: het bestuurlijk reisverhaal van gouverneur AndrĂŠ Denys

GF

V

Gouverneur van Oost-Vlaanderen AndrĂŠ Denys bracht samen met de deputatie tussen 2005 en 2008 een werkbezoek aan de 65 Oost-Vlaamse steden en gemeenten. Mijn ronde bevat de neerslag van de intense gesprekken die de gouverneur met zijn gemeentebesturen voerde. Het boek biedt een gediversifieerd overzicht van de sterktes, de ambities en de pijnpunten die de politieke, financiĂŤle, sociale, stedenbouwkundige, ecologische en culturele realiteit in de Oost-Vlaamse gemeenten kenmerken. Elk van de 65 gemeenten wordt apart benaderd in de chronologische volgorde van de bezoeken. A. Denys, Mijn Ronde: Het bestuurlijk reisverhaal van gouverneur AndrĂŠ Denys, uitgeverij Snoeck, Gent, 32 euro

1 februari 2009 LOKAAL 9


PERSPIRAAT

KORT LOKAAL NIEUWS

“ Het lokale bestuur staat het

dichtst bij de inwoners. De communicatie tussen de mensen en de beleidsmakers kan nog direct verlopen. Een schaalvergroting zou tot een kloof tussen de burger en de politiek leiden. Vlaams volksvertegenwoordiger en burgemeester van Veurne Jan Verfaillie (CD&V) over het voorstel van VoKa voor een nieuwe gemeentefusie binnen de Brugse regio – De Standaard Online 14/1

“ De impact van dit programma is

gigantisch. Vooral in het openbare leven, want de Dorpsstraat is nog altijd groter dan de Wetstraat. NV-A-voorzitter en Antwerps gemeenteraadslid Bart De Wever over zijn deelname aan De Slimste Mens – Het Nieuwsblad 5/1

“ We zijn een multiculturele stad.

En we proberen het de Nederlandstaligen zo gemakkelijk mogelijk te maken. Als je bij onze gemeente komt solliciteren, maak je meer kans op een baan als je ook Nederlands spreekt. Willy Demeyer (PS), burgemeester van de stad Luik, waar het aantal Vlaamse en Nederlandse inwoners jaarlijks groeit – Knack 14/1/09

“ Het nadeel is dat je als federaal

minister verder van de burgers staat. Maar ik zal contacten met de bevolking houden, onder meer door allerlei festiviteiten bij te wonen. Dat is belangrijk om te weten wat de bekommernissen van Jan met de pet zijn. Guido De Padt (Open VLD), federaal minister van Binnenlandse Zaken en voormalig burgemeester, OCMW-voorzitter en schepen te Geraardsbergen – De Standaard 31/12

Speelpleinmedewerker wordt ploegbaas! Sommige speelpleinwerkingen worstelen met een tekort aan begeleiders. De organisatoren hebben problemen met het managen van hun begeleidingsploeg. Alles staat of valt met een enthousiaste coach, een ploegbaas. De Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS) ondersteunt deze ploegbazen.

D

e VDS kreeg geregeld noodkreten van jeugddienst, vorming aanreiken, genoeg fun speelpleinwerkingen omdat ze niet voor je begeleiders inlassen. voldoende begeleiders voor hun werking Lokale besturen moeten hun jeugddienstvonden. Jammer, want meer dan 150.000 medewerkers de mogelijkheid geven de kinderen spelen jaarlijks op een van de nodige tijd uit te trekken om hun begemeer dan vijfhonderd speelpleinwerkinleidingsploeg te coachen. De VDS stelt de gen – in tachtig procent van de gevallen op organisatoren hiervoor instrumenten ter gemeentelijk initiatief – in beschikking, waaronder hun buurt. de campagne die coördinaOrganisatoren worstelen toren oproept om hun rol vaak met het managen van als ploegbaas op te nemen. hun begeleidingsploeg: hoe Tijdens vormingssessies een team samenstellen, hoe van de VDS en de Vlaamse deze ploeg – vaak vrijwilligers Vereniging Jeugddiensten – bijeenhouden, hoe hun de en -consulenten ontdekt best mogelijke ondersteuning een ploegbaas wat van hem bieden? Een hechte begeleiverwacht wordt als persoon dingsploeg valt of staat met en binnen zijn functie. een enthousiaste coach, die Ploegbazen ontvangen de VDS niet onterecht ploegconcreet materiaal zoals baas noemt in zijn campagne een gereedschapskoffer voor meer animatoren op het met visieteksten, goede speelplein. De trekkers van Peter is verantwoordelijke van de voorbeelden, een digitale deze werkingen, de ploegba- speelpleinwerking Lier, die de functie voorstelling die ze kunnen als ploegbaas prima vervult. zen, geven hun organisatie gebruiken tijdens een eerste richting en vorm. Zij hebben bijeenkomst, een mogelijke een aanzienlijk aandeel in het resultaat: een jaarplanning, plus een pak watten om hun speelse vakantie voor elk kind uit de buurt, animatoren in te leggen. Ook schepenen maar ook voor elke jongere. De dynamiek worden ondersteund in hun speel(plein) die een enthousiaste ploeg in de gemeente beleid. Zij ontvangen een waardebon voor teweegbrengt, is het resultaat van een intens 1 uur gratis begeleiding ter plaatse door een proces van investeren. Waar voldoende geVDS-stafmedewerker. Liesbeth De Keersmaecker ïnvesteerd wordt, zijn de resultaten ronduit knap. Een begeleidingsploeg opbouwen ÎÎVlaamse Dienst Speelpleinwerk vzw, T 02-269 71 80, kan door een samenspel van verschillende vds@staf.speelplein.net, acties: jongeren persoonlijk aanspreken, www.co-2.be, www.speelplein.net tijd maken als ze eens binnenwippen op de

“Soms bellen ze me in San Fran-

cisco over een kapot trottoir in Knokke. Dan doe ik wat telefoons en een dag later is dat hersteld. Niemand die er last van heeft dat ik zoiets van de andere kant van de wereld regel. Een burgemeester hoeft niet in z’n zetel te zitten. Hij moet denken en ideeën uitvoeren en vooral veel lachen samen met het schepencollege. Lachen is een deel van mijn levenspatroon. Leopold Lippens, in 2009 dertig jaar burgemeester van Knokke – Het Laatste Nieuws 2/1

10 LOKAAL 1 februari 2009

Tot 15 februari: Uitbreidingsprojecten voor doorgangswoningen De POD Maatschappelijke Integratie biedt financiële ondersteuning aan OCMW’s voor de uitbreiding van hun doorgangswoningen. OCMW’s die eigenaar zijn van een doorgangswoning of een erfpachtregeling van lange duur hebben voor een woning die ze minstens negen jaar als doorgangswoning zullen gebruiken, kunnen een projectaanvraag indienen. Met de financiële steun kunnen renovatie- en verbouwingswerken of de inrichting en uitrusting van de woning betoelaagd worden. ÎÎwww.mi-is.be


stefan dewickere

Op 18 december 2008 zakten 1500 werkwinkelconsulenten af naar het imposante Brusselse Tour en Taxis voor een dagvullend programma. In drie interactieve, multimediale evenementen kregen de partners in het lokale werkgelegenheidsveld tal van leerzame spiegels voorgeschoteld. Een buitenkans om elkaar beter te leren kennen – en natuurlijk om oude bekenden tegen het lijf te lopen. PP

Tot 15 februari: Projectoproep duurzaam en innovatief afval- en energiebeheer Het Fonds Duurzaam Afval- en Energiebeheer richt zich voor zijn derde projectoproep op projecten met een aantoonbaar, blijvend milieurendement op het vlak van energie- en/of afvalbeheer. De projecten moeten vernieuwend zijn wat betreft doelgroep en/of methodologie, een sterk multiplicatoreffect hebben en in een innovatief partnerschap tot stand komen. Een project ontvangt maximaal 25.000 euro. Een overheid kan zelf geen project indienen maar wel optreden als partner. Beroeps- en sectorfederaties worden expliciet uitgenodigd, al dan niet in een nieuw samenwerkingsverband. Vervolgtrajecten zijn welkom, ze worden als een nieuw dossier beoordeeld. ÎÎwww.kbs-frb.be

1 februari 2009 LOKAAL 11


PERSPIRAAT

KORT LOKAAL NIEUWS

“ Wie in de stad woont, wordt van-

daag fiscaal nog steeds zwaarder aangepakt dan wie in de rand gaat wonen. Dat is niet alleen iets voor Brusselse politici. Politici uit de steden zouden elkaar moeten vinden om hier iets aan te doen. Brussels minister van Financiën Guy Vanhengel (Open VLD) – De Standaard 13/1

Campagne Korterittencontract voor gemeenten Mobiel 21 lanceert in 2009 voor de vijfde keer het Korterittencontract en nodigt gemeenten en organisaties uit deel te nemen aan deze ludieke en positieve campagne. De campagne bestaat uit het promoten van stappen, fietsen

“ Ik begrijp niets van de nationale

politiek. De nationale politici zouden beter eens onze gemeente komen bestuderen. Vijftig procent van onze inwoners is Franstalig, maar we komen allemaal overeen omdat iedereen tweetalig is. Dirk Walraet, twintig jaar burgemeester in Spiere-Helkijn – Het Laatste Nieuws 14/1

“ Kortrijk wordt de best bediende stad in Brussel.”

Kortrijkzaan en federaal minister van Ondernemen Vincent van Quickenborne (Open VLD) naar aanleiding van de benoeming van Kortrijks burgemeester Stefaan De Clerck (CD&V) tot federaal minister van Justitie – Het Laatste Nieuws 31/12

“Als je ergens een pand huurt, be-

taal je op het einde van de maand toch ook je huurkosten? Waarom zou je dan je parkeerkosten niet betalen als je ergens een parkeerplaats hebt gehuurd? VVSG-voorzitter Jef Gabriels naar aanleiding van de tegenstrijdige juridische uitspraken omtrent de inning van parkeergelden – Het Nieuwsblad 13/1

en het gebruik van openbaar vervoer voor korte afstanden die gewoonlijk per auto gebeuren. De campagne start ook dit jaar op 21 maart, het begin van de lente, en duurt tot 21 april 2009. Mobiel 21 zorgt voor campagnemateriaal en de

Europees Parlement ontvangt Convenant van burgemeesters

D

e eerste officiële bijeenkomst van het Convenant van burgemeesters wordt door de Europese Commissie georganiseerd in het kader van de Europese week voor duurzame energie (9-13 februari 2009). Het Europees Parlement speelt gastheer voor dit evenement op 10 februari. Op 11 februari volgt er een workshop met aandacht voor zonne-energie en energiezuinige gebouwen. De Europese instellingen willen met dit initiatief de aandacht vestigen op lokale besturen die zich engageren om de Europese

klimaatdoelstellingen te halen of te overstijgen. Het gaat om het terugdringen van de CO2-uitstoot en het inzetten op efficiënte en hernieuwbare energie. Meer dan 120 lokale besturen hebben zich hiervoor opgegeven: de burgemeesters moesten een actieplan voorleggen en doen goedkeuren door de gemeenteraad. De stad Genk heeft dit inmiddels gedaan en is bij de genodigden. Betty De Wachter ÎÎwww.eusew.eu

“ We hebben geen nationalisten

nodig maar wel patriotten, op alle niveaus. Op de werkplek, in de gemeente, in de regio, in het land, in Europa. Mensen moeten zich onderdeel voelen van een collectieve identiteit waarvoor ze offers willen brengen. Mensen hebben daar trouwens behoefte aan. Het meest verregaande voorbeeld van patriottisme zijn soldaten die bereid zijn te sterven voor hun land. Maar ook vuilnis op straat oprapen omdat je je buurt schoon wilt houden, valt eronder. Econoom en filosoof Philippe Van Parijs (UCL en Harvard) over de oorzaken en oplossingen van de communautaire kortsluiting – Knack 31/12

12 LOKAAL 1 februari 2009

Tot 31 maart: Voordracht kandidaten eretitel Laureaat of Cadet van de Arbeid Het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid start in nauwe samenwerking met de vertegenwoordigers van de provincies en de gemeenten, de vertegenwoordigers van de politie- en civiele veiligheidsdiensten en de werknemersorganisaties een toekenningsprocedure voor de titel van Laureaat of Cadet van de Arbeid aan verdienstelijke personeelsleden. De titels zijn een officiële erkenning van de vakbekwaamheid en de inzet van de eigenaar, ze vormen een pluspunt voor zijn loopbaan en dragen bij tot de bekendheid van zijn administratie en de overheidsdienst. Een kandidatuur indienen kan tot 1 maart. ÎÎwww.iret-kiea.be


PIETER BOS column

en organisaties nodige begeleiding. Ook dit jaar zijn er weer leuke prijzen te winnen. Erwin Debruyne

ÎÎMeer informatie over het verloop van de campagne op www.mobiel21.be, knop projecten, Korterittencontract. Inschrijven kan via dezelfde webpagina of per mail bij marjan.frederix@mobiel21.be.

Veiligheidsmonitor De Lijn voorgesteld

O

p 24 november 2008 stelde De Lijn haar veiligheidsmonitor voor. Op basis van verschillende bronnen en parameters zullen de hot spots waar zich het meest en/of de zwaarste incidenten in en om het openbaar vervoer afspelen, in kaart gebracht worden. Dit maakt het mogelijk de beschikbare mensen en middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten om overlast en onveiligheid(sgevoelens) zo veel en zo snel mogelijk in te dijken. Ook de verschillende veiligheidspartners van De Lijn kwamen aan bod. Meest voor de hand liggend is de lokale politie, die – bij monde van toenmalig minister Patrick Dewael – zal streven naar een hogere aanwezigheid in en om het openbaar vervoer. Ook steden en gemeenten kunnen uiteraard op verschillende vlakken hun steentje bijdragen.

Erwin Debruyne

ÎÎwww.delijn.be/veiligheid, Lokaal van 1 nov. 2008 (blz. 30-31). Op1Lijn van januari-februari 2008

De schepenfluisteraar Kersvers was ik nog. Als schepen, bedoel ik. Er was, ik geef het toe, nog sprake van onwennigheid. Maar dat werd met de dag hachelijker. Sommigen schenen schepenen goddelijke krachten toe te dichten. Ze verwachtten wonderen van mij. Geen – eh – wonder dus dat ik mij af en toe thuis verschanste in de luwte van mijn bureau, met mijn weerspannige kinderen – door mijn jaloerse huisgenoten aanvankelijk ordinair aangeduid als ‘dossiers’ en later ronduit neerbuigend als ‘pakken papier’. Helaas, mijn Klein Geluk was van korte duur. Algauw wist men mij te vinden. Via de vaste telefoon, de mobiele telefoon, de e-mail. En ten slotte ook live, aan de deur. Fons was de eerste. Het was vrijdagnamiddag en hij belde aan. Of beter, hij dróng aan: dingdong, dingdong, dringdrong! Uit de wijze waarop hij de bel beroerde sprak een vaste wil tot overbruggen van de kloof met de burger. En wel onverwijld! (In de tijd dat dit woord nog iets betekende.) ‘Niet voor het een of het ander,’ stak Fons van wal en zijn voet tussen de deur, ‘maar ze spreken erover.’ Ik wist niet waarover hij het had. In de verste verte niet. ‘Waarover? En wie?’ Zijn gezicht werd één grote frons. Een Fonsfrons als het ware. ‘Hierover,’ zei hij. Met een joviaal gebaar omvatte hij de woeste grond rond onze woonst. ‘Wat is er daar dan mee?’ ‘Schepen van Groenvoorziening. En dan zo’n tuin! Dat kan zo niet,’ zei Fons. ‘De mensen spreken erover. In de wijkwinkel. Op straat. Straks in de gazet!’ ‘Kom, kom,’ lachte ik, ‘ik ben verkozen om te zorgen voor het openbáár groen. Toch niet om mijn voortuin aan te leggen?’ Hij begon zijn geduld te verliezen. De kloof was groter dan hij had vermoed. Hij nam me stevig bij de schouders en blies in mijn oor: ‘Ik zeg u: ’t is in uw eigen belang.’ ‘Dat zal wel,’ zei ik, ‘maar we wonen hier amper een jaar. Alles op zijn tijd. Eerst de binnenkant, daarna de buitenkant. En nu ik schepen ben heb ik minder tijd.’ ‘Dat is geen excuus,’ snoof hij. De tocht van zijn neusgaten streek langs mijn nekhaartjes. Hij beende weg. ‘Denk er maar eens

over na!’ riep hij nog van achter de haag. Voor het eerst viel het me op dat die inderdaad een snoeibeurt kon gebruiken. Maar ik snoeide niet. En ik dacht niet na. Niet daarover althans. Ik vergat het voorval en verdwaalde in de wereld van adviezen en ontwerpbeslissingen. Een maand later. Avondschemering met rosse gloed. Omringd door documenten werk ik aan de keukentafel. Zitten aan mijn bureau voor het raam is intussen te riskant geworden. Te veel volk voelt zich geroepen om ‘de schepen’ om een gunst of wat praktische informatie te komen vragen. Opeens zacht geklop aan het raam. ‘Er staat iemand aan de achterdeur,’ zegt mijn vrouw, ‘ik ga eens kijken.’ Ik hoor hoe ze de deur op een kier opent, dan de geruststellende groet: ‘Ha, Fons, kom binnen!’ Inwendig vloek ik. Want ik wil werken. Werken voor al die mensen die me niet met rust kunnen laten. ‘Ssssst,’ maant de stem, ‘is Pieter thuis? Hij mag niet weten dat ik hier ben. Ik heb het tegen hem al eens uitgelegd… maar hij verstaat het precies niet.’ Ik sta aan de grond genageld en ben dus wel gedwongen mee te luisteren. Flarden Fons bereiken mijn trommelvlies: ‘de mensen’, ‘schande’, ‘iets aan doen’. Plots plakt mijn oor met de secondelijm die nieuwsgierigheid heet tegen de deur: ‘En als hij het zelf niet kan: ik zal wat volk optrommelen en zelf ook komen helpen. Op een dag of twee zijn we erdoor.’ Waarop mijn vrouw: ‘En wat zullen de mensen dan zeggen? Dat de schepen zijn hof laat aanleggen in het zwart?’ En hij weer: ‘Gij zijt gij al juist hetzelfde.’ Zijn gefluister druipt van de ontgoocheling en het ongeloof: ‘Ik heb mijn plicht gedaan. Ik wil hem helpen. Maar als hij zelf niet wil…’ Een moment later zie ik door het keukenraam hoe hij nijdig wegfietst. Schuddebollend over zoveel onbegrip. En over de hobbels van mijn oprit. Fons, denk ik, uit mijn voortuin zal het wellicht nooit af te lezen zijn, maar ik zie u graag. I

1 februari 2009 LOKAAL 13


organisatie financiën

Lokale besturen in crisistijden

bart lasuy

‘Crisissen zijn uitdagingen’ luidde ooit de titel van een boek van André Leysen. Komen ook de Vlaamse gemeenten en OCMW’s in de problemen nu de financiële en economische crisis steeds verder om zich heen grijpt? Een poging tot antwoord. Jan Leroy

14 LOKAAL 1 februari 2009


H

et voorbije jaar werd al meer dan eens gezegd dat de ergste gevolgen van de financiële crisis achter de rug waren. Maar kort nadien dook dan vaak weer een nieuw probleem op, vooral ten gevolge van de mondiale verstrengeling van alle spelers die door de crisis worden getroffen. Het wordt ook steeds duidelijker dat de malaise niet beperkt blijft tot de financiële wereld, maar ook in de reële economie diepe sporen zal nalaten. Dexia De meest in het oog springende gevolgen voor de gemeenten hebben natuurlijk te maken met hun aandeelhouderschap, vooral via de Gemeentelijke Holding, in Dexia. De bank is, net als vele andere, zwaar getroffen door de turbulenties op de markten. De Amerikaanse dochter FSA moest gedeeltelijk worden verkocht, er is een portefeuille besmette obligaties die al verschillende keren moest worden afgewaardeerd, er waren een tijdlang grote liquiditeitsproblemen doordat banken elkaar niet meer vertrouwden en zo verder. Uiteindelijk waren er eerst een kapitaalverhoging van zes miljard euro en vervolgens een staatswaarborg op de aangetrokken middelen nodig om de situatie wat te stabiliseren. Voor de gemeenten heeft dit alles vooral gevolgen voor de dividenden, al mogen we de effecten van de slabakkende aandelenkoers van Dexia ook niet uit het oog verliezen. In 2008 kregen de Vlaamse gemeenten 42 miljoen euro dividenden van de Gemeentelijke Holding en nog eens 10,7 miljoen euro voor de Dexiacertificaten die ze bezitten. De Dexiacertificaten zijn aandelen waarvan het stemrecht bij de Gemeentelijke Holding zit en het dividendrecht bij de

gemeenten. Samen ging het dus om 52,7 miljoen euro ontvangsten. De kans is klein dat Dexia in 2009 (dus over 2008) een dividend uitkeert, gewoon omdat er wellicht ook geen winst zal zijn. Dat heeft verregaande gevolgen. Ten eerste krijgen de gemeenten dan uiteraard ook geen dividend op hun Dexiacertificaten. Ten tweede ontvangt de Gemeentelijke Holding dan zelf geen Dexiadividenden, waardoor die Holding over onvoldoende liquiditeiten zal beschikken om in 2009 zelf een dividend uit te keren over het boekjaar 2008. Ondanks de kosten van de financiering van de 500 miljoen voor de kapitaalverhoging enerzijds en de afwaardering van circa 50 miljoen euro op een participatie die de Gemeentelijke Holding begin 2008 nog in Fortis nam, zou er nochtans

De Gemeentelijke Holding denkt dat het nog vele jaren kan duren eer het dividend van 300 euro per aandeel opnieuw wordt bereikt, als het ooit nog zo ver komt. over 2008 wel nog een positief resultaat zijn. Ten derde zal het ontbreken van een Dexiadividend over 2008 er hoogstwaarschijnlijk toe leiden dat de Gemeentelijke Holding in 2009 verlies zal maken, waardoor de kans op een holdingdividend in 2010 (over 2009) ook zeer klein wordt. Voor de meeste gemeenten betekenen de dividenden van de Gemeentelijke Holding minder dan 1% van hun totale ontvangsten, dus de financiële schade valt alles bijeen nogal mee. Enkele gemeenten, zoals Oostende, Blankenberge en KnokkeHeist, zijn echter omwille van historische

Cross Border Lease In 2003 hebben de gemeenten Dendermonde, Hamme en Sint-Niklaas hun riolennet in een zogenaamde Cross Border Lease verkocht aan een Amerikaanse investeerder, en meteen teruggehuurd. De winst zat in het feit dat die investeerder de aankoop zelf kon afschrijven, wat belastingvoordelen opleverde. Een deel van dat voordeel, ruim 10 miljoen euro voor de drie besturen samen, ging naar de gemeenten. Die moesten hun engagement voor de duur van het contract wel verzekeren bij een maatschappij met een toprating of -solvabiliteit. De keuze viel op AIG, de grootste verzekeraar in de wereld. Door de financiële crisis verloor die echter een deel van zijn kredietwaardigheid, en dus moesten de drie gemeenten op zoek naar een nieuwe verzekeraar. Ze kregen intussen van de Vlaamse overheid een waarborg, maar de prijs van de herverzekering zal toch verschillende miljoenen euro groot zijn.

redenen (veel leningen opgenomen bij het toenmalige Gemeentekrediet in de periode 1860-1948) in verhouding zeer grote aandeelhouders. Daar zal het (tijdelijke) wegvallen van het dividend budgettair wel veel pijn doen. De Gemeentelijke Holding denkt trouwens dat het nog vele jaren kan duren eer het dividend van 300 euro per aandeel opnieuw wordt bereikt, als het ooit nog zo ver komt. De kapitaalverhoging heeft immers ook een verwatering van de participatie in Dexia meegebracht. De Gemeentelijke Holding zal wellicht niet verplicht worden om de waardering van de aandelenparticipatie in Dexia in zijn boeken aan te passen aan de beurskoers. Het gaat om een strategische participatie, die momenteel geboekt staat tegen

8,1 euro per aandeel. Als de (latente) minwaarden toch zouden worden geboekt, betekent dit voor de Holding tegen 4 euro per aandeel een verliespost van circa 900 miljoen euro. Bij een eigen vermogen van ruim 812 miljoen euro (situatie eind 2007) zou dit het voortbestaan van de Gemeentelijke Holding ernstig in gevaar brengen. Zover zijn we vandaag niet, maar het is een scenario dat ook weer niet helemaal uitgesloten is. De Gemeentelijke Holding heeft intussen wel al hulp gezocht. Zo deed de Holding een beroep op de gewesten voor een borg van 400 van de 500 miljoen euro leningen die hij opnam om de kapitaalverhoging van Dexia te financieren. Maar ook hier hangt natuurlijk een prijskaartje aan vast, want Europa verbiedt dat een dergelijke overheidsgarantie beneden de prijs zou worden toegekend. Ethias Direct verbonden met de problemen bij Dexia zijn de moeilijkheden die half oktober bij Ethias opdoken. Deze verzekeraar is een belangrijke aandeelhouder van Dexia en deed ook voor 350 miljoen euro mee aan de kapitaalverhoging van de bank begin oktober. De dalende aandelenkoers van Dexia leidde tot ernstige 1 februari 2009 LOKAAL 15


organisatie financiën

solvabiliteitsproblemen bij Ethias. Daarbij kwamen nog de gevolgen van het faillissement van het Amerikaanse Lehman Brothers, dat instond voor de kapitaalgarantie van een aantal beleggingsproducten die Ethias had verspreid. Tot slot was er de ondermaatse rentabiliteit van de zogenaamde Firstrekening, een zeer succesvolle Tak21-belegging die Ethias aanbood. De media meldden aanvankelijk dat de lokale besturen, als belangrijke klanten van

slechts in beperkte mate met deposito’s. Toen de kredietkranen werden dichtgedraaid, konden ze ook zelf hun verplichtingen niet meer nakomen, wat leidde tot maandenlang geblokkeerde deposito’s. In België was vooral Kaupthing Bank actief. We hebben geen weet van geblokkeerde banktegoeden van gemeenten of OCMW’s bij deze bank, al was dat (gegeven de tot voor kort alom geprezen rendementen) zeker niet uitgesloten.

Door de economische crisis zullen de gemeenten hun inkomsten uit de personenbelasting vanaf 2010 en 2011 zien terugvallen. Ethias, zouden moeten meedoen met de noodzakelijke kapitaalverhoging van 1,5 miljard euro. Uiteindelijk zijn alleen de federale overheid en het Vlaamse en Waalse Gewest in het kapitaal van Ethias gestapt. De verzekeraar wordt de komende tijd ook omgevormd van een onderlinge maatschappij in een naamloze vennootschap, waarin de staat en de twee gewesten via Ethias Finance 75% van de aandelen aanhouden. Directe financiële gevolgen voor de lokale besturen zijn er hier niet, want Ethias keerde nooit een dividend uit. Gegeven de precaire financiële toestand van een deel van de verzekeringsactiviteiten moeten gemeenten en OCMW’s misschien wel vrezen voor een daling van de ristorno’s op de verzekeringspremies, als die al niet helemaal zouden verdwijnen. De Firstrekening van Ethias was ook bij lokale besturen een populaire belegging. De verzekeraar heeft al aangekondigd dat de zeer interessante voorwaarden zullen worden teruggeschroefd, dus ook dat blijft niet zonder financiële gevolgen. Tot slot zijn er de geplande herstructureringen binnen de vele maatschappijen en afdelingen die Ethias rijk was. Hoogstwaarschijnlijk betekent dit op termijn ook het einde van een reeks betaalde mandaten die vandaag door lokale mandatarissen worden ingevuld. IJsland De IJslandse banken kwamen de voorbije maanden zwaar in de problemen. Ze hadden zich vooral op de internationale kapitaalmarkt gefinancierd, en 16 LOKAAL 1 februari 2009

Bij onze noorderburen is de toestand wel catastrofaal, met voor meer dan 200 miljoen euro deposito’s van gemeenten en provincies op geblokkeerde rekeningen. In Nederland leeft intussen zelfs het voorstel om lokale besturen te verplichten om voortaan, een beetje naar het voorbeeld van de Franse situatie, te bankieren bij de Rijksoverheid. Die zou zich goedkoper kunnen financieren dan op de markt, en de lokale besturen zouden een aardig rendement op hun (veilige) beleggingen

stellingen was op een bepaald moment zo groot dat de marges tegenover de fundingkosten (de financiering die de bank zelf moet zoeken op de markt) beperkt bleven tot enkele basispunten of honderdsten van procenten. Vandaag is de situatie helemaal anders. Na de avonturen met allerlei rommelobligaties zijn banken vandaag op zoek naar kwaliteitsbeleggingen zonder te grote risico’s. Leningen aan lokale besturen voldoen hier perfect aan, zodat je op het eerste gezicht een groot aanbod zou verwachten. Dat is echter buiten de liquiditeit gerekend, die nog steeds bijzonder krap is. Omdat de kapitaalmarkten en de kredietverlening tussen de banken onderling nog steeds niet helemaal zijn hersteld, beschikken kredietinstellingen slechts over een beperkt volume aan middelen om uit te lenen. Bovendien is die financiering voor hen (door de grotere risico-inschatting door hun kredietverleners) een stuk duurder geworden. Het gevolg is dat we vandaag over marges van 60 tot 110 basispunten spreken. Toch hoeft dit niet noodzakelijk te leiden tot een gestegen kredietprijs, want de langetermijnrente waar die basispunten bovenop komen, lijkt de komende tijd alleen maar te zullen zakken. De vrees voor inflatie is weg, en bovendien zal de economische recessie de kredietvraag doen afnemen. Daarnaast zijn er wereldwijd

De Firstrekening van Ethias was ook bij lokale besturen heel populair. De verzekeraar kondigde al aan dat de zeer interessante voorwaarden zullen worden teruggeschroefd. krijgen. Of de gemeenten akkoord zullen gaan met deze forse ingreep in hun autonomie, is nog maar de vraag. Is het trouwens wel wenselijk dat de ene overheid alle bankbewegingen van een ander bestuur op de voet kan volgen? Kredieten Tot voor een goed jaar was het opnemen van kredieten door gemeenten en OCMW’s eigenlijk doodeenvoudig. Ze moesten weliswaar een beroep doen op de mededinging, maar waren tegelijk ook zeker van een ruime bancaire interesse. De concurrentie tussen de financiële in-

momenteel voor miljarden euro’s aan liquiditeiten die een nieuwe bestemming zoeken, nu de beleggingen in allerlei afgeleide producten met onduidelijk risicoprofiel hebben afgedaan. Dat grotere aanbod moet de langetermijnrente verder doen dalen, ook al zullen overheden door hogere begrotingstekorten een groter beroep moeten doen op schuldfinanciering. Anders gaan lenen Wat betekent dit nu voor de lokale besturen? Gemeenten en OCMW’s die vandaag leningen opnemen die in 2007 of 2008 tegen lage marges zijn gegund, ontsnap-


pen voorlopig aan de hogere marges. Op korte termijn betekent dit een winst. Toch moeten we ons vandaag meer dan ooit vragen stellen bij de manier waarop vele lokale besturen een beroep doen op schuldfinanciering. Mede ten gevolge van boekhoudwetgeving is het aangaan van leningen nog steeds vooral gebaseerd op wat in het budget staat. Dat vormt meestal de basis voor de overheidsopdracht voor het aangaan van leningen. Het opnemen van die leningen zelf gebeurt dan meestal pas veel later. Gelukkig is de tijd grotendeels voorbij dat gemeenten of OCMW’s de lening al opnemen bij de gunning van de investering die, volgens het budget, met de lening moet worden gefinancierd. Een deel van de besturen nemen de leningen op wanneer de (eerste) facturen binnenkomen. Nog andere knippen de band met de investering haast volledig door en doen pas een beroep op het toegezegde geld wanneer de liquiditeitstoestand het echt vereist. Met de huidige kredietcrisis doen gemeenten en OCMW’s er volgens ons goed aan om de tijd die verloopt tussen het gunnen van een leningenpakket en de effectieve opname van het geld, een stuk korter te maken. Dat verkleint immers de graad van onzekerheid voor de bank, en zou ook een neerwaarts effect op de marge kunnen hebben. Concreet stellen we dus voor dat gemeenten en OCMW’s hun leningenbeleid in eerste instantie laten sturen door hun liquiditeitsvooruitzichten, en pas een beroep doen op externe financiering wanneer ze die vanuit liquiditeitsoogpunt (en dus niet (alleen) bekeken vanuit het budget) echt nodig hebben. We herinneren er intussen nog eens aan dat het echt niet verboden is dat de begrotingsrekening in de buitengewone dienst een deficit vertoont, omdat de investering al gegund is zonder dat de gemeente de lening heeft opgenomen. Dit aangepaste leningenbeleid kan ertoe leiden dat de kredietvraag door lokale besturen de eerstkomende maanden wat beperkter is, in de hoop dat intussen de marges weer wat kunnen gaan dalen. Verder nog dit: banken engageren zich in deze onzekere tijden niet graag voor een te lange looptijd, omdat ze zelf voor termijnen langer dan 15 tot 20 jaar geen financiering vinden op de markt. Gemeenten en OCMW’s houden – als het enigszins kan – de looptijd van de kredieten dus het best zo kort mogelijk. Doen ze dat

niet, dan is de kans reëel dat ze gewoon geen financiering vinden. En de economie? Het is intussen duidelijk dat de internationale kredietcrisis al lang de grenzen van de financiële wereld heeft overschreden. De groeivooruitzichten zien er absoluut niet goed uit, wat betekent dat de gemeenten hun inkomsten uit de aanvullende personenbelasting vanaf 2010 (inkomens van 2008) en 2011 (inkomens van 2009) zullen zien terugvallen. De mate waarin dat zal gebeuren, zal mede afhangen van de economische sectoren waarin de inwoners van een gemeente actief zijn. De zwaarste klappen lijken tot nu toe vooral in een aantal industriële bedrijfstakken te vallen, maar niets sluit uit dat er ook elders slachtoffers vallen. De stagnerende economie zal ook een weerslag hebben op de bouwnijverheid,

men. En dat het vestigen van de aanslagen in de personenbelasting dit jaar trager op gang komt dan vorig jaar, heeft wellicht ook budgettaire redenen. Sneller inkohieren betekent voor de Staat immers ook vroeger betalen aan belastingplichtigen en gemeenten. Bij het aantreden van de volgende Vlaamse regering zal de herfinanciering van de lokale besturen een centraal thema zijn, zo liet Vlaams minister Marino Keulen al verschillende keren weten. Het wordt niet gemakkelijk om dit noodzakelijke punt binnen de ook bij de Vlaamse overheid krimpende budgettaire marges verkocht te krijgen. Zijn er dan alleen maar nadelige gevolgen? Toch niet. In de eerste plaats is er de algemene afkoeling van de prijzen. Na de enorme stijgingen in 2008 lijkt deflatie hét woord van 2009 te worden. Dat heeft niet alleen een gunstig gevolg op de evolu-

We mogen verwachten dat allerlei subsidies voor gemeenten en OCMW’s in vraag gesteld, teruggeschroefd of gewoon afgeschaft worden. wat een afname van de groei van het volume van kadastrale inkomens kan betekenen, en dus van de opbrengst uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Dat fenomeen wordt nog versterkt door de verwachte deflatie, waardoor de KI’s niet of nauwelijks geïndexeerd zullen worden. Meer werkloosheid betekent automatisch ook meer uitgaven voor OCMW’s, en dus voor de gemeenten. Economische crisissen zijn doorgaans ook geen periodes waarin de armoede afneemt. Het budget Niet alleen de lokale besturen zien een aantal budgettaire bedreigingen, ook de begroting van de federale en de Vlaamse overheid staat onder toenemende druk. We mogen als lokale sector dus verwachten dat allerlei subsidies voor gemeenten en OCMW’s in vraag gesteld, teruggeschroefd of gewoon afgeschaft worden. Het is echt geen toeval dat de federale dotatie aan de politiezones in 2009 in eerste instantie maar met 2,1% stijgt, terwijl de loonkosten (die 85 tot 90% van alle politiekosten uitmaken) met 6 tot 7% toene-

tie van de personeelskosten, maar ook op wat besturen moeten uittrekken voor hun werking. Het ziet ernaar uit dat de daling van de grondstoffenprijzen ook een impact zal hebben op wat voor investeringen zal moeten worden betaald. Daarnaast is er de al vermelde daling van de langetermijnrente. Besturen die het wat verstandig aanpakken (en in staat zijn om de huidige hoge marges voor leningen te vermijden), kunnen daar hun voordeel bij doen. En tot slot zijn crisissen zoals gezegd uitdagingen. Ze appelleren aan de creativiteit, want veel evidenties vallen weg. Het komt er de komende tijd voor de gemeenten en OCMW’s op aan te tonen dat ze over de nodige veerkracht beschikken om deze moeilijke tijden te overleven. Dat gebeurt het best zonder taboes, niet alleen bij de lokale besturen zelf, maar ook bij de talrijke structuren, organisaties en instanties waarmee ze te maken hebben. Wie dit ernstig aanpakt, kan er versterkt uit komen. Jan Leroy is VVSG-stafmedewerker Financiën 1 februari 2009 LOKAAL 17


ORGANISATIE vrije tribune

Kerstgeschenkpolitiek van Herzeelse burgemeester is erover

D

e collectieve schuldkwijtschelding wordt zeemzoet verpakt als een eenmalige maatregel, die even tabula rasa maakt en een doorstart zou moeten betekenen voor de OCMW-cliënteel. Een kerstgeschenk waardoor deze mensen de kans krijgen iets vlugger naar een hogere sport op de maatschappelijke ladder te klimmen. Maar is dat ook zo? Allereerst vragen we ons af hoe de OCMW-cliënteel zelf hierop reageert. Wat met de mensen die lange tijd plichtsbewust en consequent hun budgetbeheer of budgetbegeleiding zijn nagekomen en mondjesmaat hun schulden hebben terugbetaald? Hoe staan zij tegenover de personen die – in schril contrast tot zijzelf – geen enkel engagement hebben opgenomen, ondanks de inspanningen die het OCMW heeft geleverd om die moeilijke cliënteel hier met alle stokken toch toe te bewegen? Tevens rijst de vraag hoe dit initiatief maatschappelijk zal worden geïnterpreteerd. De aanhangers van het individuele schuldmodel zullen zich nogmaals in hun overtuiging gesterkt weten dat zij die er met hun klak naar gooien en hun put zelf hebben gegraven, zich in de toekomst geen zorgen meer hoeven te maken. Individueel gegraven putten worden toch collectief gedempt! Persoonlijk vind ik dit een maatschappelijk gevaarlijk initiatief dat de weg opent naar inmenging van de publieke opinie tot op het niveau van het individuele dossier van een cliënt. Gelukkig bestaat er in de meeste van onze Vlaamse OCMW-raden nog voldoende integriteit om individuele situaties niet breed maatschappelijk te gaan uitsmeren. Nu, ik kan me voorstellen dat sommigen zich wel zullen afvragen: ‘Collectieve schuldkwijtschelding betaald met gemeenschapsgeld? Mogen we dan ook weten of dit voor elk van deze cliënten wel terecht is?’ Deze kerstgeschenkenpolitiek geeft voeding aan individuen die nu al een afkeer hebben van het OCMW als maatschappelijk instituut. Dit is zeker geen gewenste situatie en het ondergraaft de professionaliteit van de maatschappelijk assistenten en de integriteit van het maatschappelijke werk binnen onze OCMW’s. Het zijn zij die op basis van hun professionalisme en na een gedegen sociaal onderzoek moeten oordelen of iemand in aanmerking kan komen voor een hele of gedeeltelijke schuldkwijtschelding, maar dan wel op individueel niveau. 18 LOKAAL 1 februari 2009

stefan dewickere

De collectieve schuldkwijtschelding van inwoners die bij hun Herzeels OCMW nog in het krijt staan, is een negatief signaal met niet te onderschatten neveneffecten. Wat oogt als een sociale maatregel zou wel eens asociale gevolgen kunnen hebben. Jan De Nul

Bovendien staat deze lokale beleidskeuze diametraal tegenover het federale en Vlaamse overheidsbeleid dat er net op gericht is een deel van die cliënteel met alle mogelijke middelen opnieuw te activeren op de arbeidsmarkt. De eenzijdige schuldkwijtschelding kan bij een gedeelte van deze mensen hetzelfde effect hebben als de werkloosheidsval bij te hoge werkloosheidsuitkeringen. De diepzachte zetel van het maatschappelijke fatalisme bij sommigen onder hen zie ik hiermee nog niet weggenomen. Ik vind deze collectieve schuldkwijtschelding getuigen van een weinig doordachte beleidskeuze. Deze keuze ondergraaft duidelijk de geloofwaardigheid van het individuele maatschappelijke werk uitgevoerd door professionele beroepskrachten. Laat deze moeilijke financiële situaties over aan de maatschappelijk assistent die hier in alle integriteit over moet oordelen. De burgemeester was beter bij zijn leest gebleven. Een politiek en maatschappelijk draagvlak creëren om de problematiek van de hoogte van de uitkeringen ter sprake te brengen, leek me veel verstandiger. Hij had ook de noodzaak van een wetgevend initiatief kunnen bepleiten om het OCMW-decreet bij te schaven en de maatschappelijk werkers het instrumentarium aan te bieden om de OCMW-cliënteel verplichtend onder budgetbeheer te kunnen plaatsen. Tot op heden staan en vallen budgetbegeleiding en -beheer nog steeds bij de gewilligheid tot medewerking van de cliënt. Menig Vlaams OCMW kreeg van de arbeidsrechtbank lik op stuk omdat het weigerde een cliënt een leefloon toe te kennen als deze niet wou ingaan op het OCMW-verzoek tot budgetbeheer. De burgemeester stelt dan wel dat deze collectieve kwijtschelding geen blanco cheque is voor cliënten en dat men deze mensen zal verplichten om contact te houden met het OCMW. Ik wens hem veel succes en vraag mij af op welke wettelijke basis hij dit zal afdwingen. Neen, ik kan dit niet begrijpen. Het lijkt me eerder een initiatief ingegeven door electoraal gewin, met het risico van een politiek opbod binnen het Vlaamse gemeentelijke landschap. Laakbaar. Jan De Nul is schepen in Denderleeuw


Ontdek de snelste weg naar de meest actuele gegevens voor uw statutairen en contractuelen.

sociale wetgeving

fautlefaire.be

personeelsfiscaliteit

Bestuurswijzer De onlinedatabank voor lokale besturen

Bestuurswijzer is uw snelste weg naar de meest actuele gegevens voor uw statutairen en contractuelen. Deze onlinedatabank is namelijk speciaal ontworpen als antwoord op vragen over sociale wetgeving en personeelsfiscaliteit van steden, gemeenten, OCMW’s, intercommunales en provincies. Met Bestuurswijzer hebt u de kennis onder de vingertoppen van ervaren consultants en juridisch adviseurs van de Acerta-groep die dagelijks de statutaire en contractuele tewerkstelling in uw sector opvolgen. Dankzij hun gerichte, altijd actuele informatie en de krachtige, gebruiksvriendelijke functies is Bestuurswijzer uw gedroomde informatiebron!

Test de Bestuurswijzer gratis! Mail naar bestuurswijzer@acerta.be en raadpleeg deze handige onlinedatabank een week lang gratis en vrijblijvend! Ontdek de overzichtelijke boomstructuur, de krachtige zoekfuncties, de handige trefwoorden en links, de updates, de historieken, de printfunctie en het contactformulier!

www.acerta.be


Snelle installatie vreemde zakenlui en kaderleden Acht maanden wachten voordat je verblijf in orde is, dat kon volgens federaal minister van Migratie Annemie Turtelboom echt niet. Zeker niet voor werknemers en zakenlui die hun krachten en geld komen investeren in de Belgische economie. En dus richtte ze de dienst voor Economische Migratie op. Die heeft ook als opdracht de gemeenten bij te staan in het snel installeren van economische migranten. Rolf Falter en Rudi Jacobs

O

ngeveer een vijfde van de visa – die waarbij de lokale ambassade twijfels had zodat ze de aanvraag doorstuurde naar ‘Brussel’ – deed lang over de behandeling. Zo moesten ceo’s van grote bedrijven soms maandenlang wachten om ingeschreven te geraken in hun gemeente. Dat maakte het hun onmogelijk hun bedrijf regelmatig te bezoeken zonder almaar een nieuw visum te moeten aanvragen. Nu bleek dat de dienst Vreemdelingenzaken geen onderscheid maakte tussen zakenlui, werknemers, vluchtelingen, asielzoekers of mogelijk dubieuze huwelijksaanzoeken. En gezien de omvang van alle immigratieaanvragen samen zat er veel vertraging op. Samen met directeur-generaal Freddy Roosemont van Vreemdelingenzaken werkte minister Annemie Turtelboom de oprichting van een aparte dienst voor Economische Migratie uit. Het doel was vijfvoudig. Ze zouden visumaanvragen behandelen op basis van een arbeidskaart (of van de mogelijkheid te komen werken met vrijstelling ervan, zoals bij kaderleden en onderzoekers) of op basis van een beroepskaart (voor zelfstandigen). Ze wilden 20 LOKAAL 1 februari 2009

expertise vergaren en fungeren als contactpunt voor alle betrokkenen. Ze zouden informatie verstrekken en gemeenten bijstaan bij de inschrijving van buitenlandse werknemers in het rijksregister en bij de afgifte en verlenging van verblijfsvergunningen.

Via de versnelde procedure levert de dienst voor Economische Migratie nu binnen vijf dagen de visa voor economische migranten af. De oprichting van de nieuwe dienst werd in juli 2008 aangekondigd en op 15 september werd hij operationeel. Via de versnelde procedure werkt deze dienst voor Economische Migratie nu binnen maximaal vijf dagen de visa voor economische migranten

STEFAN DEWICKERE

ORGANISATIE burgerzaken


PRAKTIJK

Dienst Economische Migratie voor gemeenten De dienst Economische Migratie (DEM) is in de eerste plaats een contactpunt waar de gemeenten en steden een antwoord krijgen op al hun vragen over economische migranten. De reglementering betreffende arbeids- en verblijfskaarten is vrij ingewikkeld en naar aloud Belgisch gebruik zijn er veel administraties (federaal, regionaal, lokaal) voor bevoegd en nog meer bij betrokken. De mensen van de DEM staan in nauw contact met alle betrokken partijen en kunnen alle expertise leveren. Zij houden ook alle wijzigingen qua arbeidskaarten, visumprocedures en verblijfsvergunningen bij. De DEM wil ook zorgen voor een goede communicatie over wijzigingen in de reglementering. Voorbeelden zijn de afgifte van een bijlage 3ter aan seizoenarbeiders uit nieuwe EU-lidstaten sedert 1 juni, of, sinds 1 december 2008, de afschaffing van de verplichting voor economische migranten om een medisch attest voor te leggen voor het verwerven van een verblijfsvergunning. (Ze hebben immers al een medisch attest voorgelegd om hun arbeidskaart te verkrijgen.) Tegen 1 mei zal de DEM ook de gevolgen van de opheffing van de overgangsmaatregelen voor nieuwe EU’ers bekendmaken. De bedoeling is ook dat de DEM de gemeenten sensibiliseert en aanspoort om buitenlandse werknemers en investeerders klantvriendelijk te ontvangen zodat zij zo weinig mogelijk last hebben van de administratieve molen in hun professionele leven. Buitenlandse zakenlui die hier willen vertoeven, kunnen immers na drie maanden niet meer reizen, hebben problemen om een bankrekening te openen of een ziekteverzekering af te sluiten als ze geen verblijfsvergunning (BIVR) kunnen voorleggen. • Dienst Economische Migratie: T 02-793 86 00, smedemhelpdesk@dofi.fgov.be

af. De bedrijven werden via een seminarie in november geïnformeerd over het bestaan van deze dienst en zijn werking. Voor de gemeenten was er op 7 november ook een seminarie om ze te sensibiliseren om economische migranten sneller vooruit te helpen. Luik als voorbeeld De stad Luik had dit probleem al eerder aangepakt. Met 35.000 aanvragen van buitenlandse inschrijvingen per jaar (korte duur inbegrepen) hadden ze daar zes jaar geleden de diensten Bevolking en Burgerlijke Stand gefuseerd en geïnformatiseerd. Zo konden ze veel sneller werken. En een beetje creativiteit had een aparte dienst opgeleverd die in feite hetzelfde deed als de dienst Economische Migratie nu. Het idee was er gekomen doordat voetbaltopclub Standard snel over nieuwe buitenlandse spelers moest kunnen beschikken. De aparte aanpak die daarvoor werd gecreëerd, lokte dra ook de belangstelling van de talrijke buitenlandse bedrijven die aan het nieuwe station van Guillemins werkten. Nadien vond ook de universiteit voor haar buitenlandse onderzoekers de weg naar het aparte loket, en ten slotte volgden de Luikse bedrijven en KMO’s.

Rolf Falter en Rudi Jacobs zijn kabinetsmedewerkers van minister Annemie Turtelboom

De Vlaamse afdeling van het National Academic (and Profession) Recognition and Information Centre geeft antwoord op alle vragen over buitenlandse diploma’s, bereidt beslissingen voor om buitenlandse diploma’s te erkennen en levert zelf attesten af.

Dyplom, , certificado, diploma, … Hoe krijg je toegang tot het Vlaamse hoger onderwijs met een buitenlands diploma? Wat is de procedure voor academische erkenning van een buitenlands diploma? Hoe kan een politiek vluchteling zonder documenten een aanvraag indienen? Hoe kan ik mijn Vlaams diploma in het buitenland gelijkwaardig laten verklaren? Welk beroep kun je met een buitenlands diploma uitoefenen in Vlaanderen? En is mijn diploma geldig in Rusland? Hoe kun je bewijzen dat je buitenlandse studies, je professionele ervaring, je competenties evenwaardig zijn? Vooral asielzoekers en vluchtelingen kunnen door hun statuut vaak geen contact opnemen met hun land van herkomst. Ze kunnen wel contact opnemen met Naric-Vlaanderen, de Vlaamse afdeling binnen het Naric-netwerk van de Europese Economische Ruimte die behoort tot het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen, afdeling Hoger Onderwijs. Naric verschaft informatie over de toegang tot het hoger onderwijs in Vlaanderen en in het buitenland en de Vlaamse en buitenlandse onderwijsstelsels. Naric bereidt ook beslissingen voor betreffende de academische erkenning van buitenlandse diploma’s hoger onderwijs, de erkenning van buitenlandse diploma’s volwassenenonderwijs en de professionele erkenning (EER-leerkrachten). Daarnaast levert Naric niveaubepalingen, attesten voor Vlamingen in het buitenland en attesten voor diploma’s behaald in Franstalig België af. Elk jaar stijgt het aantal te verwerken dossiers, nu zijn er jaarlijks drieduizend aanvragen. De aanvragen worden door Naric-Vlaanderen gratis behandeld. Aan de samenstelling van het aanvraagdossier kunnen voor de aanvrager wel kosten verbonden zijn (zoals de vertaling van documenten of kopieën). Pol Despeghel

ii ww.naric.be, naric@vlaanderen.be of T 02-553 97 44 1 februari 2009 LOKAAL 21


Ook klachten over u nemen wij vaak serieus

Bel gratis 0800 240 50 www.vlaamseombudsdienst.be - klachten@vlaamseombudsdienst.be


STEFAN DEWICKERE

FORUM DE WERKING VAN HET COLLEGE

De colleges in de Vlaamse gemeenten zijn niet meer uitsluitend mannenbastions.

Vrouwen in de meerderheid: de details verschillen In 286 Vlaamse colleges zijn er meer mannen dan vrouwen. In veertien colleges zijn er even veel mannen als vrouwen, in acht zijn vrouwen in de meerderheid. Maakt die vrouwelijke aanwezigheid een verschil? Lokaal vroeg het aan Alida De Bie en Francy Van der Wildt, de burgemeesters van Stabroek en Rumst waar de colleges stevig bevrouwd zijn. Drie beleidsperioden geleden waren ze allebei nog schepen in een voor de rest uitsluitend mannelijk college. Marlies van Bouwel

A

lida De Bie is burgemeester in Stabroek waar in het college drie mannen en nog drie vrouwen zetelen. Vrouwen hebben in dit college dus het overwicht. Toen Alida De Bie veertien jaar geleden schepen werd was ze de eerste vrouwelijke schepen in Stabroek. ‘Er is een groot verschil met toen, maar er is ondertussen nog wel meer veranderd,’ zegt De Bie. Ze heeft in die periode geleerd om mee op café te gaan. ‘In het begin ging ik na de vergadering van het college niet mee omdat ik de babysit moest aflossen of had afgesproken thuis te zijn. Maar omdat ik niet mee op café ging, was ik niet mee. Op café werd nog nagepraat

over de punten die al op het college waren besproken. Achteraf vonden alle anderen dat het toch gezegd was, terwijl ik van

in Rumst als schepen twaalf jaar lang avondvergaderingen gehad. ‘Nadien, om elf uur, bleven de mannen nog wat zitten

Alida De Bie: ‘Nu worden de zaken echt op het college besproken en niet meer op café.’ niets wist. Vanaf toen besloot ik dat de vergadering dus een uur langer duurde.’ Burgemeester Francy Van der Wildt heeft

om aan de bar in het gemeentehuis na te praten. Als enige vrouw en enige van mijn partij had ik het gevoel dat ze dan zonder 1 februari 2009 LOKAAL 23


FORUM DE WERKING VAN HET COLLEGE

mij doorvergaderden.’ Toen Francy Van der Wildt burgemeester werd en omdat de schepenen ondertussen ook beter betaald werden, heeft ze de collegevergadering naar de namiddag verzet: ‘Ik verwacht

het soms gezelliger werken. De vrouwen moeten het efficiënter aanpakken. Wie weinig tijd heeft moet die kostbare tijd heel efficiënt gebruiken, dat zie je evengoed bij mannen met weinig tijd.’

Francy Van der Wildt: ‘Als vrouw heb je gauw het gevoel dat je het samen goed moet doen, los van de partij.’ dat schepenen zich ook overdag kunnen inzetten. Voor iedereen – ook voor de mannen – is dat een goede maatregel geweest. Iedereen is veel meer ontspannen dan wanneer je na een volle dagtaak nog stevig moet vergaderen. Bovendien zijn de diensten beschikbaar om extra informatie te geven.’ Ook in Stabroek verschoof de vergadering van de avond naar de maandagnamiddag. Alida De Bie: ‘Nu worden de zaken echt op het college besproken en niet meer op café. Die vorm van netwerking is veranderd. Een keer per maand begint de vergadering twee uur vroeger. Dan lunchen we samen, gewoon met een broodje, om dingen te bespreken zonder vaste agenda. We houden dan ons informele college. Voor vrouwen is dat beter dan het cafébezoek na de vergadering. Ik heb de lunches ingevoerd om iedereen op dezelfde golflengte te krijgen, belangrijk maar niet vanzelfsprekend in een coalitie van drie partijen.’ ‘Dat we samen lunchen, ervaart iedereen als positief, behalve de gemeentesecretaris die er niet bij mag zijn. We hebben een goede gemeentesecretaris, maar hij was er ook niet bij als vroeger op café de politieke netwerking doorging bij een pint.’ ‘Na het college kunnen de vrouwen niet meer op café, om vijf à zes uur willen ze naar huis, naar de kinderen, koken, eten en vaak om acht uur ’s avonds naar de volgende vergadering. De vrouwelijke schepenen werken alle drie 4/5 maar dat is eigenlijk fulltime werken op vier dagen tijd.’ Alida De Bie beklemtoont het een paar keer: ‘Het gaat maar over verschuivingen. Maar de vrouwen in ons college hebben echt minder tijd. De twee jongste vrouwen hebben jonge huishoudens terwijl twee van de mannen vorig jaar met brugpensioen zijn gegaan. Voor hen is 24 LOKAAL 1 februari 2009

Tijdens de Week van de Smaak werd in veel gemeenten door de burgemeester gekookt, in Rumst kookten burgemeester en schepenen samen in het rusthuis.‘Vrouwen gaan al rapper zoiets samen doen, als mannen een dergelijk initiatief nemen is dat om te tonen hoe uitzonderlijk ze zijn,’ zegt Francy Van

Francy Van der Wildt was het voor ze politiek actief werd in Rumst al gewend om als vrouw alleen te werken in een mannenbastion: ‘Ik moest me altijd goed verweren. Toen ik de enige vrouw in het college was moest ik sterk voor me opkomen en assertief zijn. Als burgemeester is dat nu wel gemakkelijker.’ Het ligt voor Francy Van der Wildt in de details: ‘Ik voel me goed met nog twee vrouwen in het college. Het is echt wel anders dan wanneer je de enige vrouw bent. Het gaat om hoe je de dingen organiseert, de iets meer genuanceerde aandacht voor problemen.’ Francy Van der Wildt geeft toe dat je als enige vrouw een bepaalde positie inneemt: ‘Bij mij werd dat ook versterkt doordat ik de enige van mijn partij in het college was. Ik heb toen een harde positie ingenomen, niet enkel omdat ik vrouw was, het ligt ook wel in mijn persoonlijkheid, in mijn manier van optreden. Ik heb nooit schroom gehad om het woord te nemen in een vergadering terwijl veel

Alida De Bie: ‘De vrouwen in ons college hebben echt minder tijd. Ze moeten het efficiënter aanpakken.’

der Wildt. De verschillen tussen mannen en vrouwen bestaan, maar ook volgens Francy Van der Wildt zijn ze niet wereldschokkend. ‘Maar als we samen iets met de collega’s gaan doen, vragen de vrouwen meteen of het met partner is. Voor mannen lijkt de partner eerder bijzaak, ze denken daar niet aan. Maar ze vinden het wel fijn dat het met partner is.’ Harde leerschool Alida De Bie moest drie beleidsperioden geleden als enige vrouw haar plaats vinden. ‘Op een van de eerste colleges kreeg ik te horen: “Nu hebben we eindelijk iemand om koffie voor ons te zetten.” Zoiets vergeet je nooit meer. Het werd me soms ook moeilijk gemaakt zodat ik me machteloos voelde en ik ben wel eens de zaal uitgerend omdat de tranen in mijn ogen stonden. In het begin durf je nog niet zo goed, in het begin was ik zeker niet de harde tante – iets wat ze nu wel over me zeggen. Het is een harde leerschool geweest.’

vrouwen daar wel mee moeite hebben. Toen moest ik vooral op het politieke vlak heel waakzaam zijn. Geen enkel dossier mocht aan mijn aandacht ontsnappen. Maar ondertussen ken ik de mensen toch beter en is er ook politiek vertrouwen gegroeid. Die leerschool heeft me wel goed gedaan, nu kan ik gemakkelijker iedereen zijn eigen departement laten leiden terwijl ik enkel mee opvolg.’ Bondgenoten over partijen heen Informeel groeien vrouwen iets gemakkelijker naar elkaar toe. In Stabroek zijn twee van de drie vrouwelijke schepenen net zoals Alida De Bie van de CD&V: ‘Wij hebben samen ook partijvergadering waardoor het gewoon evident is om voort te praten. Maar de vrouwelijke SP.A’er komt soms gemakkelijker bij ons zitten dan bij haar mannelijke partijgenoot. Weet je, net zoals op school praat het onder vrouwen wat gemakkelijker. Als burgemeester probeer ik er wel een evenwicht in te vinden. Na de gemeen-


teraad ga ik bewust mee op café, anders lijkt het alsof ik niet meer met mannen op café wil gaan. We krijgen wel eens te horen dat we een vrouwenkransje zijn.’ Haar jonge vrouwelijke collega’s hoeven geen harde leerschool meer te doorlopen: ‘Het is nu vanzelfsprekend geworden dat er vrouwen bij zijn. Toen laatst twee vrouwen niet konden komen, zeiden de mannelijke schepenen: “We zijn nog eens in de meerderheid!”’ Al bij al doet het geslacht er volgens De Bie niet zo toe, wel of je gemotiveerd bent om je werk goed te doen: ‘En dat wordt gewaardeerd. Het belangrijkste is dat we een goede ploeg hebben en goed overeenkomen. Je moet tot een gemeenschappelijk gedragen standpunt komen zodat je het ook kunt verdedigen op de coalitievergaderingen, die vaak de moeilijkste vergaderingen zijn. Je moet je achterban mee krijgen. Als je als college dan niet samenhangt, loopt het mis. Het is telkens zoeken naar een nieuw evenwicht. Elke fractie moet aan bod kunnen komen, dat heeft niets met je geslacht te maken.’ De verstandhouding in het college van Rumst (SP.A-CD&V/N-VA) is goed. Francy Van der Wildt: ‘Ik ken de mensen ook al heel lang, het is niet meer zo scherp op de snee. Een van mijn mannelijke collega’s merkte laatst op dat ik hem destijds had gezegd dat ik er zo alleen zat. Het is altijd moeilijk om binnen te komen als nieuweling in een mannenbastion met gevestigde waarden. Omdat ik zo goed

In Vlaanderen zijn maar 29,5% van de schepenen vrouwelijk en 70,5% mannelijk. Nog niet één op tien burgemeesters is een vrouw. Toch zien we bij de jongste raadsleden en schepenen (jonger dan 27 jaar) even veel mannen als vrouwen. Naarmate de leeftijd stijgt, daalt – onder de raadsleden en schepenen – het percentage vrouwen. Wettelijk zijn er een aantal elementen die de gelijke vertegenwoordiging mee moeten helpen realiseren. Zo moeten er op de kieslijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen even veel vrouwen als mannen staan. In het college moet ten minste één persoon van ieder geslacht zetelen. Tijdens de vorige gemeentelijke beleidsperiode waren er in 75 Vlaamse colleges helemaal geen vrouwen aanwezig. Vanaf deze legislatuur moet elk college van burgemeester en schepenen minstens één persoon van ieder geslacht tellen. Deze persoon kan eventueel de OCMWvoorzitter zijn. Hoewel de toevoeging van de OCMW-voorzitter deze legislatuur nog niet verplicht is, is al in 203 (van de 308) besturen de OCMW-voorzitter opgenomen in het college: 72 vrouwen en 131 mannen. In twintig van deze colleges is de OCMW-voorzitter het enige vrouwelijke collegelid. In bijna de helft, 140 of 45% van de Vlaamse gemeenten, telt het college maar één vrouwelijk lid. Honderd colleges hebben maar twee vrouwen. In 141 (46%) gemeenten zijn er minder dan 25% vrouwen aanwezig. In 65% (199) van de gemeenten is er in het college een kleinere vertegenwoordiging van vrouwen dan de zogenaamde kritische massa van 33%. 87 colleges hebben een vrouwelijke aanwezigheid tussen 33% en 50%. Slechts in veertien gemeenten wordt de macht in het college evenredig verdeeld tussen beide geslachten. In acht gemeenten (2,5%) zijn de mannen in de minderheid in het college. De meest voorkomende samenstelling van het college is één vrouw op een totaal van zes collegeleden. 54 besturen delen deze samenstelling met elkaar. AL

CD&V-collega is er later bijgekomen en omdat ze tijdens het college naast mij zit, geef ik haar tussendoor extra uitleg. Ik zeg haar ook expliciet langs te komen voor bijkomende informatie. Ik weet hoe vlug vrouwen gedesillusioneerd geraken na een aantal opdoffers.’ Even aarzelt Francy Van der Wildt: ‘Wat

Francy Van der Wildt: ‘Als vrouwen in de gemeenteraad niet genoeg ondersteund worden, haken ze af.’

wist dat je als schepen in het bad wordt gesmeten, heb ik bij de komst van de jonge vrouwelijke CD&V-schepen extra aandacht aan haar besteed. Soms werd ze door haar partijgenoten hard aangepakt en omdat ze nu mijn vroegere departement onder haar hoede heeft, ben ik haar dikwijls bijgesprongen. Nu, twee jaar later, hoeft dat niet meer. Vrouwen kunnen dat los van de partij, als vrouw heb je gauw het gevoel dat je het samen goed moet doen. De andere vrouwelijke

ik in het college kan realiseren, lukt me niet in de gemeenteraad. En ik zie dat als vrouwen niet genoeg ondersteund worden, ze rapper af haken. Vrouwen vinden het echt niet prettig om niet geïnformeerd te zijn of zich het vijfde wiel aan de wagen te voelen. Ik vind het spijtig dat ik al zoveel jonge vrouwen heb zien vertrekken. Er ontbreekt iets om hen gestimuleerd te houden. De gemeenteraad is ook maar één keer per maand, je moet dan echt inspanningen doen. Het is niet

evident om de dossiers te gaan inkijken en ze te gaan bespreken. Als die jonge vrouwen dan andere uitdagingen in het leven tegenkomen, zijn ze weg. Ze zouden meer gecoacht moeten worden.’ Andersom Voor Francy Van der Wildt betekent de ongeveer gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in het college en de gemeenteraad van Rumst een zeker comfort. Ze moet even grinniken: ‘We hebben nu voor de eerste maal de pariteitsrichtlijn in de andere richting moeten toepassen. Omdat onze mannelijke OCMW-voorzitter vervangen wordt door een vrouw en er enkel nog twee andere vrouwen in het vaste bureau zetelen, moet een van beiden ontslag nemen en een man in de plaats laten komen.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

• De cijfers in dit artikel zijn geteld door Ann Lobijn in de Pinakes-databank op 30 oktober 2008 1 februari 2009 LOKAAL 25


DE SCHATKAMER VAN Marcel Neyens, Henri Hoogmartens en Jos Lemmens

‘ Een keiharde maar faire oppositie is het beste wat een college zich kan wensen.’ Tijdens de eerste gemeenteraadszitting van 2009 gaven Marcel Neyens (61), Henri Hoogmartens (59) en Jos Lemmens (60) na 26 jaar uitvoerende mandaten in Meeuwen-Gruitrode de fakkel door.

H

et was Jos Lemmens die gevraagd had om op zijn zestigste te stoppen. ‘We willen ook de jongeren de kans bieden. In 2006 stonden zij vooraan, en wij achteraan.’ ‘Maar wij haalden wel de meeste voorkeurstemmen,’ zegt Marcel Neyens die nog wel even door had willen gaan. ‘In de politiek is de uitslag bij de verkiezingen de maatstaf bij uitstek. Bij de vijf stembusgangen sinds 1983 waren wij drieën altijd bij de vijf besten. Ben je rond je zestigste oubollig? Zijn je ideeën opgedroogd? Doe je het niet meer graag? Ik voelde mij er persoonlijk nog goed bij, maar bij ieder ligt dat anders.’ Henri Hoogmartens is tot 2003 ook burgemeester geweest: ‘Voor mij kwam het goed uit. Ik heb nog zoveel andere dingen te doen. We waren al jong schepen en hebben hard aan deze gemeente getrokken. De partij wilde deze vernieuwing graag.’ Jos Lemmens: ‘In het bedrijfsleven ben je op je zestigste uitgeteld. Als schepen van Openbare Werken had ik een heus bedrijf te runnen. In de loop der jaren is dat almaar ingewikkelder geworden. Op je zestigste heb je niet meer dezelfde motivatie als op je veertigste. Voor mij was het niet meer haalbaar politiek te bedrijven zoals wij het altijd gedaan hebben: 24 uur per dag. We waren er altijd mee bezig. Met het hoofd van de technische dienst heb ik 26 jaar intens samengewerkt. Hij is ondertussen ook op pensioen.’ Henri Hoogmartens: ‘We hebben Meeuwen-Gruitrode vanaf de grond op moeten bouwen: de rioleringen, de

wegen, de fietspaden, de verharde parkeerterreinen. Bijna alles werd door onze eigen technische dienst aangelegd onder impuls van Jos. In elk van de vijf kerkdorpen is er een buurthuis voor culturele en andere activiteiten. Marcel heeft voor twee sporthallen gezorgd. We hebben zwaar geïnvesteerd, tegen de grenzen van wat mogelijk was.’ Marcel Neyens: ‘Als gemeente wil je de kloof met de buurgemeenten dichten, zij ontwikkelen zich ondertussen ook allemaal. We hebben ze voor een groot stuk kunnen bijbenen. Daarvoor gingen we tot in de kabinetten lobbyen.’ Jos Lemmens: ‘We vulden elkaar goed aan. Henri kwam op Financiën, Marcel op Sport en ik op Openbare Werken. We kwamen op het goede moment.’ Henri Hoogmartens: ‘Ieder had zijn domein. We begonnen met het begin. We dachten in groep na, begonnen te plannen. Die eerste twee jaar moesten we de belastingen flink verhogen om iets te kunnen realiseren.’ Jos Lemmens: ‘We hadden altijd een CVP-meerderheid. Met een homogeen bestuur kun je veel doen. Soms kwamen we amper met de hakken over de sloot.’ Marcel Neyens: ‘Eigenlijk vond ik de jaren met de krapste meerderheid, met elf tegen tien in de gemeenteraad, de fijnste. Dan moet je echt als team optreden, elk raadslid kan dan dingen realiseren en is even belangrijk. Dan moet je goed op je tellen passen. Je hebt geen kans om nonchalant te zijn. We hadden toen een faire maar keiharde oppositie die net uit de meerderheid kwam en de dossiers beter beheerste dan wijzelf. Zo’n oppositie tegen hebben is het beste wat je kunt wensen. Dan leer je op je tellen passen en studeer je hard op je dossiers.’ Jos Lemmens: ‘In ’83 kwamen we als jonge CVP’ers op tegen de lijsten Christendemocraten en Gemeentebelangen met schepenen die al twaalf of zelfs achttien jaar in de politiek zaten. Wij waren jonge mannen en zij legden de lat hoog. Zo hebben we het geleerd.’

We vulden elkaar goed aan. We dachten

26 LOKAAL 1 februari 2009

samen na en begonnen te plannen.


STEFAN DEWICKERE

LOKALE RAAD

Jos Lemmens: ‘Onze opvolgers zijn voorbereid, ze hebben de vorige twee jaar meegelopen. Ze werden betrokken bij openbare werken, ze volgden de adviesraden. Op 26 jaar is er heel veel veranderd. We hebben ervoor kunnen zorgen dat elke woning waterleiding kreeg, dat de stroomsterkte werd opgevoerd en dat iedereen toegang kreeg tot Telenet.’ Henri Hoogmartens: ‘We hebben de laagste werkloosheidsgraad in Vlaanderen en wellicht ook de minste criminaliteit.’ Jos Lemmens: ‘Nu rijden er dagelijks 20.000 auto’s door het centrum, met de ringweg zal dat veel verbeteren. Het is boeiend geweest, ik ben elke dag bij de les gebleven. Als het in onze beginjaren regende, hadden we meteen een zondvloed. Vorige zomer regende het wel vijftig liter per kubieke meter en er was geen probleem. We hebben alles goed afgevloeid. Er is geen waterellende meer.’ Henri Hoogmartens: ‘Onze opvolgers kunnen deze vruchten plukken.’ Marcel Neyens: ‘Ze kunnen genieten van de financiële opofferingen die wij al hebben gebracht. Het dossier van de ringweg zit al sinds de jaren negentig in de pijplijn. Waren er in ’83 nog maar twintig sportclubs, zes jaar later waren dat er al 33 en nu hebben we er meer dan honderd. Een op drie inwoners van Meeuwen-Gruitrode is actief sportbeoefenaar, dat is veel, dubbel zoveel als het Vlaamse gemiddelde. Natuurlijk ben je als schepen maar een element in een groter raderwerk. Je moet bescheiden blijven. We hebben het aan onszelf te danken maar zeker ook aan de functionarissen die we hebben aangeworven. Wie we niet hebben aangeworven is ondertussen op pensioen.’ Henri Hoogmartens: ‘De laatste vijftien jaar hebben we bij elk examen zonder enige uitzondering de beste in rang genomen. Hiermee is de gemeente zeer goed gevaren. Ondertussen moet je alles tegelijk doen, je moet zowel rioleringen leggen als aan sport denken.’ Marcel Neyens: ‘Maar je moet ook duidelijk prioriteiten leggen. Toch is onze gemeente er op alle facetten op vooruit gegaan. Ik heb het altijd een voorrecht gevonden om schepen te zijn in een landelijke gemeente.’ I MVB

?

Hoe dient u klacht in bij de toezichthoudende overheid en wat gebeurt ermee?

!

Raadsleden kunnen bij de toezichthoudende overheid een klacht indienen tegen een besluit van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen of van de burgemeester. De toezichthoudende overheid toetst de beslissingen aan het recht en aan het algemene belang. Klachten kunnen worden ingediend bij de bevoegde minister of bij de provinciegouverneur. De toezichthoudende overheid brengt de indiener van de klacht regelmatig op de hoogte van de behandeling van de klacht. Omdat de toezichthoudende overheid, naar gelang van het soort besluit, bepaalde termijnen moet respecteren (dertig of vijftig dagen) moeten klachten dus binnen die periode worden ingediend. Is de periode voorbij, dan kan de toezichthouder het besluit immers niet meer schorsen of vernietigen. De toezichthoudende overheid brengt de indiener van de klacht via een gewone brief op de hoogte van: • de ontvangst van de klacht, binnen tien dagen nadat ze aangekomen is • het verzoek van de toezichthoudende overheid aan de gemeenteoverheid om het besluit en het bijbehorende dossier te bezorgen, binnen tien dagen na dat verzoek • de motieven van de toezichthoudende overheid om het besluit van de gemeente waartegen de klacht was ingediend niet te schorsen of te vernietigen, binnen tien dagen na het nemen van dit besluit of na het verstrijken van de termijn • het gemotiveerde besluit van de toezichthouder waarbij die het bestreden besluit schorst of vernietigt, binnen tien dagen na het nemen van dit besluit • de stand van het dossier als de behandeling van de klacht verschillende weken of maanden in beslag neemt. In dat geval informeert de toezichthoudende overheid de indiener van een klacht minstens om de drie maanden over de stand van zaken. Zodra de toezichthoudende overheid het onderzoek heeft afgerond, stuurt ze haar definitieve antwoord naar de indiener van de klacht en geeft ze er ook kennis van aan de gemeenteoverheid in kwestie. Raadsleden kunnen natuurlijk ook met andere klachten terecht bij de gouverneur en de minister. Sommige zaken zijn niet rechtstreeks verbonden met een bepaalde beslissing maar hebben eerder te maken met een manier van werken. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over raadsleden die geen inzage krijgen in bepaalde stukken, raadsleden wier spreekrecht (te veel) wordt beknot of notulen van vergaderingen die niet correct zouden zijn. Lokaal 11 van 16 juni 2008 of op www.vvsg.be, knop werking & organisatie, bestuurszaken, lokale raad, Wat is algemeen bestuurlijk toezicht?) Rondzendbrief BA-1999/10 van 10 november 1999 van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden betreffende de behandeling van vragen, klachten en bezwaren, Inforumnummer 160884 Jaarbeeld 2007 van het Agentschap Binnenlands Bestuur (deel 2, punt 2: Ontwikkelingen in bestuurlijk toezicht) www.binnenland.vlaanderen.be, knop publicaties, jaarbeeld2007

Mail vragen over het werken als mandataris aan marian.verbeek@vvsg.be

1 februari 2009 LOKAAL 27


STEFAN DEWICKERE

‘Ik vind dat het OCMW zich in elke stad moet profileren op buurtniveau, als ankerpunt waar de hele buurtemancipatie, vooral van zwakkeren, om draait.’

28 LOKAAL 1 februari 2009


WERKVELD INterview PROFESSOR Jan Vranken

‘Het OCMW moet offensiever zijn.’ ‘We hebben een Marshallplan nodig tegen de armoede. Nu bestaat het beleid uit een verzameling goed bedoelde maar losse maatregelen.’ In dat plan is volgens professor Jan Vranken een cruciale rol weggelegd voor het OCMW, als draaischijf op buurtniveau. Die positie moet het ook zelf veroveren. Professor Vranken vindt dat het OCMW zich nu nog te veel neerlegt bij de voorgeschreven opdrachten. ‘Het mag best iets offensiever, dynamischer uit de hoek komen.’

Bart Van Moerkerke

O

p 9 december stelde OASeS, Centrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad, haar zeventiende Jaarboek over Armoede en Sociale Uitsluiting voor. De focus lag op ‘Armoede doorheen de levensloop’, gebeurtenissen in de levensloop die het armoederisico vergroten (of verkleinen) en op de mate waarin het beleid erin slaagt daarin corrigerend op te treden. Op het colloquium bij de voorstelling van het jaarboek maakte de presentatie van kinderpsychiater Peter Adriaenssens indruk. Hij maakte duidelijk hoezeer stimulansen uit de omgeving bijdragen tot de ontwikkeling van de intellectuele capaciteiten van kinderen. Daarom moet de strijd tegen armoede beginnen bij kinderen en kan hij niet voldoende aandacht krijgen. De pers pikte uit het jaarboek vooral de vraag op om de index anders te berekenen voor de laagste inkomens. Meer dan genoeg stof dus voor een gesprek met Jan Vranken, gewoon hoogleraar sociologie en sociaal beleid aan de Universiteit Antwerpen én het hoofd van OASeS. Het eerste jaarboek verscheen in 1992. Is er sindsdien vooruitgang geboekt in de strijd tegen de armoede? ‘Bekijk je de klassieke cijfers, zoals het percentage mensen dat onder de armoedegrens leeft, dan is er weinig beweging. Wij hanteren in het jaarboek een ruimere definitie van armoede. Armoede gaat lang niet alleen over inkomen, het gaat ook over de arbeidsmarkt, over gezondheid, over wonen. En al die zaken samen zijn niet in één indicator te vatten. Ik kan dus niet zeggen, we zijn in die zeventien jaar van cijfer x naar cijfer y gegaan. Maar

er zijn wel feiten op verschillende terreinen die een aanduiding geven van de richting waarin we evolueren. Door de jarenlange hoge werkloosheidsgraad – het beeld van de lage werkloosheid de voorbije jaren klopt niet, ze is altijd vrij hoog gebleven – is er een groep van langdurig werklozen ontstaan die bijna veroordeeld zijn om in de armoede te blijven steken. In het onderwijs hebben de opeenvolgende bezuinigingen geleid tot een structurele uitsluiting. Die uit zich bijvoorbeeld in de groei van de gemiddelde omvang van de klassen. In de sociale huisvesting is de achterstand intussen niet meer te overbruggen. Zelfs met de recente plannen zal het nog tientallen jaren duren voor het aantal sociale woningen op peil is. Alles bij elkaar ben ik vrij pessimistisch, ik zie grijstonen met enkele lichtpunten. De economische en maatschappelijke omstandigheden zijn ongunstiger geworden, ze zijn van dien aard dat ze makkelijker dan vroeger armoede produceren. Factoren als de technologische ontwikkelingen spelen daarin mee. Hoe sneller de maatschappij evolueert, hoe minder mensen kunnen bijbenen. Het positieve punt is dat vooral in Vlaanderen de politieke en maatschappelijke aandacht voor armoede is toegenomen. De media, het publiek, het beleid zijn veel meer met armoede en armoedebestrijding bezig. Er zijn maatregelen genomen die de situatie van mensen in armoede iets minder pijnlijk hebben gemaakt. Denk aan de schuldbemiddeling of de minimale energievoorziening. De recente maatregelen van minister Vandenbroucke zijn de eerste poging sinds vele jaren om structureel iets te doen aan de onderwijsachterstand van kinderen in armoede.’ 1 februari 2009 LOKAAL 29


WERKVELD INterview PROFESSOR Jan Vranken

Zijn de risicogroepen dezelfde gebleven in al die jaren? ‘In grote lijnen wel. Mensen die buiten het economische circuit vallen, zijn zeer gevoelig voor armoede. Dat gaat over gepensioneerden, langdurig werklozen, zieken, mensen met een handicap. Daarnaast zijn almaar meer mensen die op hun eentje voor een gezinsinkomen moeten zorgen, zeer kwetsbaar. En dan vooral alleenstaande moeders. Bij mensen in de armoede was vroeger vooral de inkomenszijde het probleem, alleenstaande moeders moeten ook extra uitgaven doen. Als ze een inkomen willen verwerven, moeten ze betalen om hun kinderen ergens onder te brengen. En vaak komen bij een scheiding ook psychologische en medische problemen kijken, waardoor ook die uitgaven stijgen.’

STEFAN DEWICKERE

Maar die inspanningen volstaan niet. Hoe komt dat? ‘De economische conjunctuur is veel wispelturiger dan vroeger. Door de liberalisering en de internationalisering in de Europese context beschikt de overheid bovendien over minder instrumenten om greep te krijgen op die economische ontwikkelingen. Ze heeft niet veel middelen om de spontane werking van de markt bij te sturen.’

cennia geleden. Een ander punt is dat we de toegankelijkheid van de kinderopvang moeten verbeteren voor mensen in armoede. We moeten investeren in de kwaliteit van die opvang, hij moet de kinderen echt stimuleren. We moeten ook veel aandacht hebben voor het peuter- en kleuteronderwijs. Het halve jaartje klas tussen 2,5 en drie jaar is cruciaal. Daar leren kinderen om te gaan met andere kinderen.’ ‘Maar het spreekt voor zich dat de thuissituatie zeer belangrijk is. Je moet iets doen aan de woonomgeving van de kinderen: opgroeien in een kleine, vochtige en ongezonde ruimte met veel lawaai is nefast voor de ontwikkeling van een kind. Je moet ook iets doen aan de arbeidssituatie van de ouders want het rolmodel van de ouders is vaak doorslaggevend voor wat kinderen op latere leeftijd doen. Dus, zelfs als je de focus legt op kinderen moet je een soort Marshallplan hebben om ook alle belendende domeinen aan te pakken. Armoede is een kluwen: als je aan één draadje trekt, komen er heel veel draadjes mee. Maar als we de strijd tegen armoede herformuleren als de strijd tegen armoede bij kinderen – of positief gezegd, de strijd om alle kinderen de kans te geven om hun capaciteiten maximaal te ontwikkelen – dan vervalt het argument dat armoede je eigen schuld is. Tegen volwassenen wordt dat Jan Vranken: vaak gebruikt, maar het persoonlijke schuldmodel kun je niet inroepen als het over kin‘De economische en deren gaat. Zij zijn per definitie onschuldig. maatschappelijke En dat biedt misschien wel perspectieven. 2010 is het Europese jaar van de strijd tegen omstandigheden zijn armoede en België heeft als covoorzitter kinongunstiger geworden, ze derarmoede gekozen als een van de topics. Ik ben daar heel blij om.’ zijn van dien aard dat ze

Dat brengt ons bij het jaarboek 2008 dat kijkt naar de gebeurtenissen die het risico op armoede doen toenemen. Scheiding is er één van, welke zijn de andere? ‘De overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt is een lastige klip, zeker voor jongeren uit het beroepsonderwijs en uit sommige richtingen van het technisch onderwijs. Voor hen duurt het langer vooraleer ze werk vinden en ze krijgen ook de minder makkelijker dan vroeger aantrekkelijke banen. Het pensioen is ook een OASeS pleit voor een aanpassing van het indexgebeurtenis die mensen in de armoede kan mechanisme. Waarom? armoede produceren.’ drijven. Vooral alleenstaande vrouwen zijn ‘Omdat de index mensen met een behoorlijk daarvan het slachtoffer omdat ze dikwijls en hoog inkomen winst oplevert, terwijl de een onvolledige loopbaan hadden en dus een lage inkomens erbij inschieten. Bij een indexminimaal pensioen krijgen. Een cruciaal event, maar dan gaat aanpassing van twee procent krijgt iemand met een inkomen van het niet over een gebeurtenis maar over een periode, zijn de eer800 euro er 16 euro bij, iemand met een inkomen van 3000 euro ste drie levensjaren. Peter Adriaenssens heeft heel duidelijk het 60 euro. Maar de korf goederen om van te leven is 30 tot 40 euro belang aangetoond van sociale impulsen tijdens die jaren. Bij duurder geworden. De index is dus een pervers mechanisme. kinderen die opgroeien in een milieu waar ze maar weinig imWij pleiten voor een minimumbedrag dat de reële stijging van pulsen krijgen, ontwikkelt het brein minder goed dan bij kinde kosten in absolute termen dekt.’ deren waar veel mee gepraat wordt. En die achterstand is niet meer in te halen, dat bewijzen Amerikaanse onderzoeken bij Uit de cijfers in het jaarboek blijkt dat steeds meer mensen kampen jongeren van twintig. Zelfs met fatsoenlijk onderwijs is de kloof met problematische schulden. Hoe kunnen we die negatieve trend niet meer dichten. En dus is de vraag of we ons in het hele armoeomkeren? debeleid niet moeten toespitsen op het bestrijden van armoede ‘Het beleid heeft vooral aandacht voor het weerbaar maken van bij kinderen.’ de consument, hij moet maar weerstand bieden tegen de verlokkingen van de consumptiemaatschappij en geen schulden Begint dat niet bij het bestrijden van armoede bij de ouders? maken. We leren de mensen hun schulden af te betalen, we bege‘We moeten niet alleen naar de ouders kijken. Misschien moeten leiden hen, maar we doen weinig tegen de agressie van wie proer enkel nog intelligente kinderprogramma’s worden uitgezonducten wil verkopen. En met producten bedoel ik onder andere den op televisie. Dat was het idee dat aan de basis lag van Sesamleningen. Er zijn wel enkele ingrepen zoals het beteugelen van de straat, dat nog stamt uit de War on Poverty in de VS, zoveel dehuis-aan-huisverkoop maar die volstaan niet. Aan de agressieve 30 LOKAAL 1 februari 2009


reclame, aan de sociale druk op mensen om zich in de schulden te steken, wordt niets gedaan. Weerloze, laaggeschoolde mensen met weinig middelen worden door de slachtbank van de winkelstraat geleid, zou je kunnen zeggen. De schuldenproblematiek kun je maar fundamenteel en structureel oplossen door de hoogste god van het Europese beleid van zijn voetstuk te halen, de vrije markt. Is dat blaffen naar de maan, een hopeloze zaak?’ ‘Door de krediet- en de economische crisis zal het schuldenprobleem in een versnelling komen. Mensen die hun werk verliezen, zullen het plots moeilijk krijgen om hun hypotheeklening en de lening voor de auto af te betalen. Dat zijn middenklassers, mondige mensen, waardoor het probleem hoog op de politieke agenda zal komen te staan. Ja, want dat die mensen in moeilijkheden zitten, is toeval, pech. Voor de klassieke armen wordt meestal naar het schuldmodel gegrepen, het is hun eigen schuld.’

in de samenleving. Goede activering moet er niet per se op gericht zijn iemand op de reguliere arbeidsmarkt te brengen. Ook de sociale economie is een zeer valabel tussenstation of zelfs eindpunt. En ik ben het helemaal met de Antwerpse OCMWvoorzitter Monica De Coninck eens dat iemand elke dag de straat op krijgen om boodschappen te doen ook activering is. De manier van invullen van activering hangt af van de cliënt, ik ben blij dat steeds meer OCMW’s dat erkennen.’ Wat moeten de OCMW’s nog beter doen? ‘Ze moeten nog meer openstaan voor netwerking en samenwerking. Ze moeten meer oog hebben voor de deskundigheid van derden zoals de VDAB, de CAW’s, maar ook bijvoorbeeld de lokale zelfstandigen. Ik vind dat het OCMW zich in elke stad moet profileren op buurtniveau, als ankerpunt waar de hele buurtemancipatie, vooral van zwakkeren, om draait. Het OCMW moet in elke wijk aanwezig zijn en zijn dienstverlening aanpassen aan de buurt. Een louter centrale dienstverlening volstaat niet. Het OCMW legt zich naar mijn aanvoelen te veel neer bij de voorgeschreven opdrachten. Het mag best iets offensiever, dynamischer uit de hoek komen.’

STEFAN DEWICKERE

Zijn het federale, het Vlaamse en het lokale beleid voor armoedebestrijding op elkaar afgestemd? ‘Neen, dat is een grote uitdaging. Het armoedebeleid blijft een verzameling van goed bedoelde maar losse maatregelen. Ze zijn geen deel van een plan met duidelijke principes, Heeft het daartoe wel de middelen? strategische en operationele doelstellin‘Neen, dat is een probleem. Zeker omdat de ?? Jan Vranken: gen, en maatregelen om die doelstellingen federale en de Vlaamse overheid ook regelmate realiseren. Politici zien iets, ze ontwiktig taken van armoedebestrijding afschuiven ‘België heeft als covoorzitter kelen een kleine maatregel en ze denken op het OCMW zonder daar centen aan vast te kinderarmoede gekozen dat je een samenhangend beleid krijgt als hangen. Maar als je twee, drie jaar boven je je maar voldoende bloempjes laat bloeien. krachten werkt, dan creëer je je eigen onmisals een van de topics Ik heb het dan over heel sympathieke maatbaarheid. Dan kun je zeggen: “Kijk naar wat we voor het Europese jaar regelen zoals gratis of goedkoop openbaar allemaal doen. Als we daar geen middelen voor vervoer, gratis tickets voor culturele manikrijgen, dan moeten we een stap terugzetten.”’ van de strijd tegen armoede. festaties, een tegemoetkoming in de schoolIk ben daar kosten van de kinderen, het kwijtschelden Armoede heeft een grote invloed op de levensvan schulden.’ verwachting en vooral op het aantal jaren dat heel blij om.’ ‘Naast een Marshallplan hebben we ook een mensen nog gezond kunnen leven. Moet het heel instrumentarium nodig om de effecten OCMW niet nog meer inzetten op gezondheid en van maatregelen te meten. We pleiten al jaeen gezonde levensstijl? ren voor een armoedetoets waarbij bij het beleid, bij de onder‘Dit is bij uitstek een opdracht voor het OCMW want gezondzoekers en bij de armen zelf te rade wordt gegaan vooraleer een heid is dé basis van welzijn. Het OCMW is goed geplaatst om maatregel wordt uitgevoerd. Op Vlaams niveau heeft de adminidie opdracht op te nemen want het is de enige instelling die erstratie nu een document opgesteld met de voorwaarden waaraan varing heeft op verschillende domeinen en die weet hoe die aan een beleid van armoedebestrijding moet voldoen om doelmatig elkaar vasthangen: wonen, werken, onderwijs. Je moet dat hele en efficiënt te zijn. Dat gaat dan over effectmeting op voorhand kluwen beheersen om iets aan gezondheid te doen. Bovendien en over monitoring tijdens de uitvoering van maatregelen. Dat staat het OCMW heel dicht bij de burger, het kent de levensomis een stap vooruit. Het invullen van de beleidsdoelstellingen is standigheden van mensen. Daarom ben ik het absoluut niet eens natuurlijk een zaak voor de politici. Wij vinden dat armoedebemet diegenen die het OCMW willen afschaffen. Integendeel, we strijding bij de Vlaamse minister-president moet zitten omdat moeten het versterken en meer middelen geven. Maar nog eens, ze de domeinen van de vakministers overstijgt.’ het OCMW kan daar ook zelf toe bijdragen door uit zijn cocon te kruipen en een offensiever en dynamischer beleid te voeren Hoe beoordeelt u het werk van de OCMW’s in de strijd tegen armoede? en stevige netwerken te smeden met alle gezondheidswerkers ‘Vroeger waren ze vooral met inkomensverschaffing bezig, ze in de buurt.’ hebben hun focus sterk verbreed, naar huisvesting, naar gezondheidszorg. De activering van mensen met een uitkering is een belangrijke pijler van hun werking. Goede activering is emanciperend, ze zorgt ervoor dat mensen steviger op hun benen staan Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

1 februari 2009 LOKAAL 31


GFS

WERKVELD OUDERENZORG

Stimul wil de kritische zelfreflectie bij verplegers en verzorgers stimuleren.

Nooit meer een bewoner laten wachten Stimul is een secuur nagebootst mini-woonzorgcentrum waar medewerkers van woonzorgcentra twee dagen lang als simulant-zorgvrager kunnen meemaken wat het betekent een zorgafhankelijke bewoner in een woonzorgcentrum te zijn. Robert Geeraert

W

oonzorgcentrumdirecteuren José Lecoutere en Philippe Schollaert zijn net als ik uitgenodigd in het zorgethisch lab Stimul te Moorsele, een deelgemeente van Wevelgem. Directeur Ann Lammens leidt ons rond. We komen Anne tegen, een verzorgende uit een woonzorgcentrum in Vilvoorde. Zij is enkele uren geleden aan haar tweedaagse inleefsessie als simulantbewoner begonnen. Ze heeft een bewonersprofiel aangemeten gekregen: ze is negentig en volledig blind. Ze heeft bij opname een ondoorzichtige bril opgezet. Ze heeft ook zelf mogen aanvullen welke verzorging haar mag worden aangeboden. Ze wil een badervaring meemaken (zij het in badpak) en het incontinentiemateriaal uitproberen. ‘Ik heb mijn bril eventjes afgezet. Als ik niets zie, weet ik niet hoeveel ik gegeten heb. De uren lopen zo langzaam voorbij. Het duurt eeuwen voordat de verzorgenden langskomen. Als ik terug in het woonzorgcentrum ben, zal ik de bewoners nooit meer laten wachten. Ik zal ook voorstellen om geen netbroekjes meer te gebruiken. Ze doen te veel pijn.’ Kritische zelfreflectie bevorderen Daar is het bij Stimul precies om te doen. Ann Lammens: ‘We willen met Stimul de kritische zelfreflectie bij verplegend en verzorgend personeel stimuleren. We hebben immers vastgesteld dat velen afstompen en niet meer stilstaan bij wat ze doen. Studenten in opleiding die goede zorg in zich hebben, botsen met de visie van praktijkmensen die vinden dat bewoners niet verwend mogen worden. De ervaring heeft ons geleerd dat vorming via casusbesprekingen onvoldoende beklijft. We zijn met ons initiatief gestart omdat we ervan overtuigd zijn dat er alleen een attitudeverandering kan optreden als zorgverleners aan den lijve ondervinden wat het betekent afhankelijk te zijn van zorg.’ Stimul is een secuur nagebootst mini-woonzorgcentrum met twee modern uitgeruste tweepersoonskamers en vier eenpersoonskamers met een aangepaste badkamer met beweegbare wand. Tweemaal per week kunnen acht medewerkers van woonzorgcentra (maximaal twee van dezelfde voorziening tegelijkertijd) een tweedaagse inleefsessie als simulant-zorgvrager meemaken. De inleefsessie wordt grondig voorbereid. De directie van Stimul komt het project in de deelnemende voorziening voorstellen. Een aantal weken voor de start van de vorming krijgt de cursist een bewonersprofiel toegestuurd. Dit profiel beschrijft de situatie waarin hij zich moet inleven: een naam, diagnose, leeftijd, opnamedatum en medicatie. 32 LOKAAL 1 februari 2009

De cursist wordt gestimuleerd om goed na te denken over wat hij wil meemaken. Hij kan vragen om gefixeerd te worden of eten toegediend te krijgen. Hij brengt zijn aangepaste profiel mee naar Stimul. Samen met de studenten die voor de verpleging en de verzorging instaan, overloopt hij dit profiel bij het begin van de inleefsessie. Het is zeer belangrijk dat hij probeert voortdurend in zijn rol te blijven, ook in aanwezigheid van andere cursisten. Tijdens de tweedaagse houdt de cursist een dagboek bij waarin gevoelens, verwachtingen en beklijvende ervaringen worden genoteerd. In de namiddag van de tweede dag wordt tijd vrijgemaakt voor persoonlijke reflectie en het formuleren van actiepunten. Stimul bewaakt tevens de transfer van het geleerde naar de werkvloer. In elke deelnemende voorziening wordt een referentieper-

Ann Lammens: ‘Studenten in opleiding die goede zorg in zich hebben, botsen met de visie van praktijkmensen die vinden dat bewoners niet verwend mogen worden.’ soon Stimul aangeduid, meestal een hoofdverpleegkundige. Die bereidt niet alleen de vorming mee voor, maar organiseert in de eigen voorziening ook een opvolgingsgesprek over de persoonlijke reflecties. Bovendien wordt tijd en ruimte vrijgemaakt om de opgedane ervaringen te laten vertellen aan de collega’s van het team. Tijdens een terugkomnamiddag wordt besproken welke gevoelens zijn blijven hangen en welke persoonlijke en teamwerkpunten er zijn gepland of gerealiseerd. Brug met het onderwijs De cursisten worden tijdens de inleefsessie verzorgd en verpleegd door laatstejaarsstudenten. Ann Lammens: ‘Wij willen een brug slaan tussen de werkomgeving en het onderwijs en richten ons dus ook tot studenten verpleging en verzorging. Voor elke sessie komt een nieuwe groep studenten samen met hun stagebegeleiders, voor twee dagen bij ons inwonen. Wij coachen hen in het ethisch verantwoord omgaan met zorgafhankelijke ouderen. We streven naar een samenwerking tussen werkveld en opleiding


KLARE KIJK waardoor voor elke deelnemer uit dat werkveld een student in opleiding kan staan. Stimul wenst in de toekomst niet alleen alle beroepsgroepen binnen de woonzorgcentra aan te spreken maar ook andere doelgroepen in haar werking op te nemen. Ook ziekenhuisverpleegkundigen, mensen uit het maatschappelijke werk, opvoeders uit de sector voor personen met een handicap en huisartsen in opleiding hebben al hun belangstelling laten blijken.’ De initiatiefnemers willen de meerwaarde van hun project ook wetenschappelijk aantonen. Een wetenschappelijke medewerker brengt het effect van de vorming op het gedrag van de medewerkers van het woonzorgcentrum in kaart en twee universiteitsstudenten proberen de meerwaarde voor de studenten verpleging en verzorging te meten. Ethisch verantwoorde zorg begint bij de morele gevoeligheid van de zorgverlener die zich voortdurend afvraagt of hij voldoende rekening houdt met de waarden, behoeften en gevoelens van de zorgvragers. Dure lessen Vzw Stimul is ongetwijfeld een verrijking voor de ouderenzorg omdat ze zich richt op de ontplooiing van de fundamentele belevingsgerichte vaardigheden en attitudes. Dit is ook de mening van José Lecoutere en Philippe Schollaert: ‘Wij staan volledig achter de doelstellingen van Stimul. Hoe goed het echter ook is, de prijs van 390 euro per cursist is een drempel. Om een zekere invloed uit te kunnen oefenen op je totale personeelsgroep moet minstens een op tien personeelsleden deze inleefsessies hebben doorgemaakt. Als je echter tien medewerkers deze opleiding laat volgen, is een groot deel van je jaarbudget voor vorming opgebruikt.’ Vzw Stimul erkent dit probleem en zoekt naar een oplossing. Het centrum is door de VDAB erkend als opleidingsbedrijf waardoor cursisten met opleidingscheques kunnen betalen. Het sociaal fonds ROB/RVT is overtuigd om een proefproject te lanceren waarbij honderd werknemers uit niet-openbare woonzorgcentra de vorming gratis kunnen volgen. De hoop is ooit structurele financiering te kunnen genieten, zodat ook aan openbare woonzorgcentra een goedkopere vormingsprijs kan worden aangeboden. Robert Geeraert is VVSG-stafmedewerker Vorming Ouderenvoorzieningen

?

katoenen luiers echt beter voor het milieu?

!

Ongeveer 5% van de restafvalzak bestaat uit wegwerpluiers die bijzonder populair zijn vanwege hun gebruiksgemak. Wegwerpluiers bestaan uit kunststof, papiervezels en absorberende korrels die het vocht vasthouden. Het hoge tempo waarmee luiers gebruikt en weggegooid worden, heeft niet alleen een grote impact op uw huishoudbudget maar zeker ook een ecologische impact. Recyclage van volle luiers zou een oplossing kunnen zijn hoewel een goede recyclage zo schoon mogelijke afvalstromen vereist. Daar zit nu net het probleem. Hoe splits je die luier op in schone papier- en kunststofvezels en wat doe je met het overschot? Het bedrijf Knowaste experimenteerde in het Nederlandse Arnhem al met de verwerking van luiers om aparte afvalstromen eruit te halen en op de recyclagemarkt aan te bieden. Zowel in Vlaanderen als in Nederland begonnen gemeentebesturen luiers apart in te zamelen. Maar eind 2007 moest Knowaste zijn deuren sluiten omdat het verwerkingsproces handenvol geld kostte en veel energie verbruikte terwijl de milieuvoordelen onduidelijk bleven. Bovendien bestaat er nauwelijks een markt voor de gerecycleerde papiervezels en de kunststoffractie. Het klassieke scenario dat de wegwerpluiers via het restafval verwarmt en de warmte in elektriciteit omzet, lijkt de beste optie.

Toch maar katoenen luiers dan?

Ook herbruikbare luiers hebben een ecologische voetafdruk. Voor de aanmaak zijn net zo goed grondstoffen en energie nodig, en bovendien moeten ze in de was. Het grote ecologische voordeel van katoenen luiers is dat ze herbruikbaar zijn en dat je dus niet telkens nieuwe grondstoffen opgebruikt. Als consument heb je bij katoenen luiers de gevolgen voor het milieu zelf beter in de hand door bijvoorbeeld voor luiers uit biokatoen zonder bestrijdings- en bleekmiddelen te kiezen. Wassen gebeurt het best in een energie- en waterzuinige machine en uiteraard laat je de luiers in de buitenlucht drogen. Het gebruik van wasverzachter is in ieder geval geen goed idee omdat dit het absorptievermogen van de stof vermindert. Verder kun je bijvoorbeeld op 60 graden wassen in plaats van op 90 graden. Dit heeft niet alleen voordelen voor de elektriciteitsrekening maar verhoogt ook de levensduur van de luier. Het startbedrag dat nodig is voor katoenen luiers ligt flink hoger dan dat van een pak wegwerpluiers. Maar er is een grote kans dat je met de katoenen luiers uiteindelijk goedkoper af bent, zeker als je ze voor meerdere kinderen kunt gebruiken. Mail uw vraag over afval naar lieselot.decalf@vvsg.be

advertentie

Snel ruimte nodig??

Snel nood aan ruimte? Op zoek naar een snelle, flexibele oplossing? Een duidelijke, gedetailleerde offerte binnen de 48u? Verifieerbare kwaliteit, niet enkel in België maar wereldwijd? Frisomat ontwerpt, produceert en bouwt reeds 30 jaar innovatieve gebouwen uit koudgewalst, verzinkt staal. Een juiste prijs en korte levertijd voor elk project. Just in time, in overeenstemming met lokale statische normering.

Snel ruimte nodig, praat met ons. Lokaal08_nl_sept08.indd 1

www.frisomat.be

13/08/2008 16:59:11

1 februari 2009 LOKAAL 33


WERKVELD TOERISMEBELEID

Op 19 februari organiseert de VVSG in samenwerking met Toerisme Vlaanderen in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen een studiemiddag over lokaal toerismebeleid. Tussen 13.00 en 18.30 uur vinden acht workshopsessies plaats. Kris Peeters, minister van Toerisme, sluit de middag af. Alle informatie vindt u op www.vvsg.be, knop kalender. ‘Zich profileren is de boodschap, keuzes maken, producten ontwikkelen en vernieuwen,’ zegt Elke Dens.

Op vakantie in Vlaanderen Toerisme Vlaanderen zet mensen ertoe aan in Vlaanderen op vakantie te gaan. Het is de taak van de provinciale en lokale toeristische diensten om die vakantiegangers naar hun regio of gemeente te lokken. En dat doen ze door zich duidelijk te profileren. bart van moerkerke

O

p 19 februari organiseert de VVSG in samenwerking met Toerisme Vlaanderen een studiemiddag over lokaal toerismebeleid. De spreker op een van de workshops is Elke Dens, area manager binnenland van Toerisme Vlaanderen. Ze laat Lokaal al even meekijken in haar voorbereidende notities. ‘Toerisme Vlaanderen wil vakanties in Vlaanderen promoten,’ zegt ze. ‘We beschikken daarvoor over kantoren in het buitenland maar we richten ons vanuit het Brusselse hoofdkantoor ook op de binnenlandse markt. De meeste recreatieve overnachtingen in Vlaanderen staan op naam van Belgen. Het toerisme in eigen land is dus duidelijk een grote markt. Maar de concurrentie is hard, ook regio’s in onze buurlanden lenen zich uitstekend voor een korte vakantie. Wij willen onze landgenoten ertoe aanzetten het niet te ver te zoeken, Vlaanderen heeft veel te bieden. Aan dat imago werken we voortdurend, in de eerste plaats via de campagne Vlaanderen Vakantieland samen met de provinciale diensten voor toerisme en via televisieprogramma’s zoals Vlaanderen Vakantieland.’ Vintage shopping Terwijl de provincies, de regio’s en de lokale toeristische diensten het dagtoerisme stimuleren, mikt Toerisme Vlaanderen op de (korte) vakantie met overnachting(en). 34 LOKAAL 1 februari 2009

Dat is, grof geschetst, de taakverdeling die in 1997 werd afgesproken. Dat betekent dat Toerisme Vlaanderen een heel nauwe band heeft met de aanbieders van logies. Alle erkende logiesverstrekkers staan gratis op de website van Vlaanderen Vakantieland. De aanbieders die met een arrangement in de brochure staan, hebben daarvoor betaald. Maar ze komen er niet zomaar in. Medewerkers van de cel productontwikkeling van Toerisme Vlaanderen gaan er eerst langs. ‘Ons vertrekpunt is altijd wat de klant wil,’ zegt Elke Dens. ‘Waar is vraag naar, wat zijn de trends? Daar proberen we met de brochure op in te spelen en we staan de logiesverstrekkers ook bij met advies en vorming.’ Het hotel, het kampeerterrein, de gastenkamer, de vakantiewoning liggen in een stad/gemeente of regio – de opdeling die Toerisme Vlaanderen maakt. Over de regio, de stad of de gemeente wordt op de website allerlei informatie meegegeven. In de brochure Vlaanderen Vakantieland is die informatie beperkt tot tips. Elke Dens: ‘We zitten daarvoor maandelijks samen met de provinciale toeristische diensten en hun regiocoördinatoren. Onze contacten met de lokale toeristische diensten zijn minder intens, ze lopen voor het grootste deel via de regiocoördinatoren. Of we een regio of stad meenemen in onze campagne Vlaanderen Vakantieland hangt af van de

thema’s die we kiezen op basis van wat we weten over de wensen van de klant. Stel dat we het hebben over kindvriendelijke gezinsvakanties, dan zal de ene regio daarvoor meer mogelijkheden bieden dan de andere. De ene stad komt misschien aan bod als we kiezen voor vintage shopping, de andere past beter bij het thema erfgoed.’ Keuzes maken Volgens Elke Dens is het heel belangrijk dat een organisatie met een toeristisch aanbod zich rechtstreeks tot de logiesverstrekkers in de omgeving richt. Dan kunnen ze samen bekijken welk publiek ze aantrekken en wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Als een hotelhouder zijn gasten een korting kan aanbieden op het toegangsticket voor een museum of een evenement, dan wint iedereen daarbij. Een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband kan bij deze afstemming de katalysator zijn. Ook voor lokale besturen en hun dienst voor toerisme is het belangrijk de aanbieders van overnachtingen te kennen zodat die informatie over de gemeente en de regio kunnen verschaffen aan hun klanten en zo toeristische ambassadeurs worden voor hun gemeente of regio. Elke Dens: ‘De beste raad die ik een stad of een regio kan geven is zich af te vragen hoe ze mensen kan lokken. Zich profileren is de boodschap, keuzes maken, producten ontwikkelen en vernieuwen. Watou en poëzie, Brugge dat de winter claimt, Oostende met de Nieuwjaarsduik, het zijn formules die aanslaan. Die inspanning kan best lokaal of regionaal gebeuren. Toerisme Vlaanderen kan voor coaching en (financiële) steun zorgen.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

LAYLA AERTS

VVSG-studiemiddag: Maak werk van je lokaal toerismebeleid


PRAKTIJK

GF

Het universele vredesmonument verwijst naar de Stone of Remembrance, een monument dat je op alle oorlogskerkhoven van het Gemenebest in de Westhoek aantreft. Het vredesmonument is universeel omdat het leed van gewone mensen, jonge soldaten en hun familie, universeel is, wat ook hun afkomst of nationaliteit is. Op de centrale steen van het monument is een klaproos afgebeeld. Die symboliseert de hoop op vrede en op een betere wereld. De twee zijdelingse stenen steunen de toekomst. Ze symboliseren de belofte om nooit het laatste woord te geven aan geweld. De drie bovenste stenen vormen een nieuw dak voor een wereld waarin vrede een kans krijgt. Maar dan moeten we wel samen elke dag werken aan vrede in eigen leefomgeving en samen op stap gaan voor vrede.

Scholieren herdenken Eerste Wereldoorlog

De initiatiefnemers van de educatieve projectweek Nooit meer oorlog zijn ouderraadslid Stefaan Vergaerde, de directie en het leerkrachtenteam van de basisschool Mozaïek uit Sint-Kruis-Brugge en het provinciecommando West-Vlaanderen. In 2006 en 2007 werkten ze al een educatieve uitstap voor het derde leerjaar uit, om de leerlingen opnieuw kennis te laten maken met de bijna vergeten oorlog 14-18 en met het oorlogsverleden van de Westhoek. Om dit herinneringsmoment een permanent karakter te geven, organiseerden ze van 3 tot 7 november 2008 een educatieve projectweek voor alle leerlingen van de basisschool. Ze kregen de medewerking van het initiatief Oorlog en Vrede in de Westhoek van de provincie West-Vlaanderen en het stadsbestuur van Diksmuide. Aan het proefproject namen Mozaïek uit Sint-Kruis, de gemeenteschool van Hooglede, de basisschool van Nieuwkapelle en de vrije basisschool Sint-Benedictus van Poperinge deel. Vijf dagen lang werden de jongeren ondergedompeld in het leven aan het front in al zijn facetten. ‘Het waar gebeurde verhaal van de aan het front gesneuvelde soldaat Viktor Vanhauwaert stond in alle scholen centraal,’ legt directeur Joost Dendooven van Mozaïek uit. ‘Zijn verhaal weerspiegelt het leed van jonge soldaten maar ook dat van gewone mensen en hun familie, ongeacht hun afkomst of nationaliteit. Via allerlei activiteiten ontdekten de jongeren hoe soldaten en burgers tussen 1914 en 1918 leefden. De eerste dag brachten onze leerlingen een bezoek aan een tentoonstelling onder leiding van de Heemkundige Kring Sint-Kruis. Ze leerden er onder meer dat de klaproos symbool staat voor de herdenking van de slachtoffers van de oorlogen in alle landen van het Gemenebest. Deze bloem groeide op de slagvelden in Vlaanderen, haar rode kleur symboliseert het lijden van de soldaten. Op dinsdag gingen de leerlingen tijdens een wandelzoektocht in hun gemeente op zoek naar de ankerpunten in verband met de oorlog. Woensdag stond in het teken van het verdriet van ouders om hun

gesneuvelde zoon. De kinderen maakten kennis met het Treurende Ouderpaar, een beeldhouwwerk van Käthe Kollwitz, en deden muzische activiteiten. Donderdag kregen ze een sobere maaltijd op school en vertelde een oud-strijder over zijn oorlogsverleden. Vrijdag volgde de apotheose: alle leerlingen trokken samen een vredesmonument op en hielden een moment stilte tijdens de Last Post. Tot slot lieten ze ballonnen met een vredeswens op. De leerlingen van het vierde leerjaar van alle deelnemende scholen trokken speciaal naar Diksmuide voor een herdenkingsceremonie aan de dodengang en aten ’s middags een echte legermaaltijd. Als afsluiter organiseerde Mozaïek voor de ouders van alle leerlingen op vrijdagavond een stille wandeling door Sint-Kruis langs de voornaamste ankerpunten van de oorlog. Hun opkomst en interesse waren zeer groot.’

GF

West-Vlaanderen – Vier basisscholen werkten vorig jaar een hele week rond de Eerste Wereldoorlog. Dagelijks voerden de leerlingen per graad opdrachten uit in verband met de oorlog van 14-18. Ze verzamelden bouwstenen waarmee ze een vredesmonument oprichtten. Door het leed van de oorlog te herdenken werken jongeren aan vrede.

Via allerlei activiteiten ontdekten de jongeren hoe soldaten en burgers tussen 1914 en 1918 leefden.

Voor gemeenten die ook een educatieve projectweek Nooit meer oorlog willen organiseren, hebben de initiatiefnemers een projectbundel samengesteld. U vindt hem op www.basisschoolmozaiek.be. De bundel vormt een praktische handleiding voor de uitwerking van uw activiteiten met onder meer een foto-cd-rom, een muziek-cd, vragenlijsten per leerjaar, een informatiebrochure, dagboekfragmenten, een werkmap in verband met de apotheosedag in Diksmuide en een powerpointpresentatie als illustratie bij het levensverhaal van Viktor. Inge Ruiters

ii Joost Dendooven, directeur basisschool Mozaïek Brugge, directeur@basisschoolmozaiek.be, T 050-35 12 10

1 februari 2009 LOKAAL 35


Wij zoeken ‘buitengewone’ mensen Onze gemeente in detail! Beerse is een gemeente die bloeit. Met meer dan 16.000 inwoners en 770 ha bos op een oppervlakte van 3.748 ha vormt onze gemeente een groene long in de Noorderkempen. We bouwden reeds een degelijke organisatie uit van dynamische medewerkers met grote zin voor initiatief. Om ons team te versterken, zijn we op zoek naar een:

Statutair boekhouder (m/v) B1-B3 • voltijds • wervingsreserve Functie: Je staat in voor de opvolging en afwerking van alle financieel relevante dossiers. Je rapporteert rechtstreeks aan de financieel beheerder en werkt samen met de andere personeelsleden van de financiële dienst. Profiel: • Je bent houder van een diploma van het hoger onderwijs van het korte type of gelijkwaardig (ook de houders van een kandidaatsdiploma worden toegelaten) in een boekhoudkundige, financiële of economische studierichting. • Je kan vlot typen en omgaan met de courante basissoftware. • Je hebt een grondige kennis van de algemene boekhouding, basiskennis van de gemeenteboekhouding, basiskennis van de wetgeving op de overheidsopdrachten en een basiskennis van het gemeentedecreet. Wij bieden: Een voltijdse job met vast loon (B1-B3), maaltijdcheques, een hospitalisatieverzekering, flexibele werktijden, een gunstige verlofregeling en een fietsvergoeding. Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor de duur van 1 jaar.

Contractueel technisch coördinator (m/v) C1-C3 • voltijds • wervingsreserve Functie: Je bent de verbindingspersoon tussen de administratie en de buitendiensten van de dienst openbare werken. Je staat zo zelfstandig mogelijk in voor de organisatie, planning en opvolging van de werken die door het eigen personeel uitgevoerd worden. Hiervoor verzorg je de nodige administratie en voer je overleg met de ploegbazen van de afdelingen groen en wegen/gebouwen. Profiel: • Je bent in het bezit van een diploma van het hoger secundair onderwijs. • Je kan omgaan met de courante basissoftware. • Je hebt interesse voor het goede behoud van gemeentelijke infrastructuur en patrimonium. • Je houdt van afwisseling, uitdagingen en initiatief nemen. • Je voelt je geroepen om mee te zorgen voor een verzorgde en veilige gemeente. Wij bieden: Een voltijdse job met vast loon (C1-C3), maaltijdcheques, een hospitalisatieverzekering, een gunstige verlofregeling en een fietsvergoeding. Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor de duur van 1 jaar. Interesse? Graag ontvangen wij je schriftelijke sollicitatie op een voorgeschreven model (te verkrijgen bij de dienst personeel • tel. 014 62 27 60 • e-mail: personeel@beerse.be of via www.beerse.be), vergezeld van een kopie van het diploma en een uittreksel uit het strafregister. Voor de functie van statutair boekhouder dient deze sollicitatie aangetekend te gebeuren. Dit uiterlijk op 20 februari 2009 om 12 uur op de dienst personeel van de gemeente Beerse, Bisschopslaan 56, 2340 Beerse.

Info: 014 62 27 60

36 LOKAAL 1 februari 2009

personeel

De Stad Ninove heeft een vacature voor :

Statutair stedenbouwkundig ambtenaar (niv. A4a-A4b) (m/v). Een wervingsreserve wordt aangelegd.

Coördinator buitenschoolse kinderopvang ((B1-B3) in contractueel dienstverband voor onbepaalde duur (m/v). Een wervingsreserve wordt aangelegd. Alle inlichtingen kun je opvragen bij de personeelsdienst van de stad Ninove, T 054-31 33 06 – 054-31 32 53 of kunnen geraadpleegd worden op www.ninove.be, knop Admin. diensten, Personeel, vacatures. Mailen kan ook naar personeelsdienst@ninove.be

De kandidaturen moeten op straffe van nietigheid ingediend worden op de personeelsdienst ten laatste op 13 februari 2009 via het verplicht gestelde sollicitatieformulier. Een afschrift van de diploma(s) dient bijgevoegd. Het ingevulde sollicitatieformulier kan op de volgende wijzen worden ingediend : A. bij aangetekende zending naar het college van burgemeester en schepenen, Centrumlaan 100, 9400 Ninove B. door overhandiging tegen ontvangstbewijs C. verstuurd per e-mail met ontvangstmelding gericht aan de personeelsdienst@ninove.be.

Het OCMW van Maasmechelen zoekt

Technisch beambten, halftijds  voor zijn dienst Huishoudelijke Hulp Uw functie: U verricht poetswerk aan huis bij zorgbehoevenden, die dit zelf niet meer kunnen omwille van hun leeftijd, gezondheidstoestand of handicap. Uw profiel: Geen diploma vereist Ons aanbod: • Een halftijdse functie (19 uren per week) met een contract van onbepaalde duur. • Weddenschaal E(E1-E3); Geïndexeerd brutominimumloon: 842,63 euro per maand voor 19 uren per week; Geïndexeerd brutomaximumloon: 1035,79 euro per maand voor 19 uren per week • Boeiende functie in een dynamisch bestuur • Hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques. Indien u meer informatie wenst over deze functie kunt u contact opnemen met mevrouw Kristel Conings, verantwoordelijke van de dienst Huishoudelijk Hulp, T 089-48 28 00. Stuur uw sollicitatiebrief met cv naar OCMW Maasmechelen, dienst Personeelszaken, Binnenhof 2, 3630 Maasmechelen. Uiterste inschrijvingsdatum: vrijdag 13 februari 2009


DE DONDERDAG

‘Steeds meer mensen vinden de weg naar het sociale huis. Tegelijk is onze grootste uitdaging om de dienstverlening op peil te houden en te verbreden met het personeel en de middelen die we hebben.’

POL DESPEGHEL

Ria Vandaele, maatschappelijk werker, Sociaal Huis Roeselare 8.30 Deze voormiddag zijn we open voor het publiek en verzorgen we met het team Basisdienstverlening de permanentie. Dat is niet te onderschatten: we krijgen maandelijks gemiddeld 655 mensen over de vloer. Blijkbaar is er behoefte aan een plek waar mensen met al hun vragen over welzijn terechtkunnen. We zijn ook heel laagdrempelig, we zitten midden in de stad. De onthaalmedewerker aan de balie biedt bij wijze van spreken de eerste ‘vijfminutenservice’. Sommige vragen kunnen meteen worden opgelost. Zo verwijzen we voor informatie over betaalbare huurwoningen direct door naar de woondienst van de stad of naar de socialehuisvestingsmaatschappij. Mensen die informeren naar de premie voor restafvalzakken of naar de integratietegemoetkoming voor mensen met een handicap, helpen we direct door het juiste aanvraagformulier af te drukken en het samen met hen in te vullen. Andere cliënten hebben genoeg aan een van onze informatiefolders, zoals die over hulp aan bejaarden of de brochure over vrijetijdsbesteding voor senioren. Maar vragen waar wetgeving aan te pas komt, handel je niet zomaar aan de balie af. Daarvoor komen mensen bij mij in het backoffice. Twee administratieve medewerkers ondersteunen mij daarbij.

10.00 Tussendoor maak ik de evaluatie op van een baliemedewerkster. Haar tijdelijk contract wordt verlengd, binnenkort mag zij voltijds bij ons beginnen werken.

10.30 Ik ontvang de volgende bezoeker. In het backoffice maken we de nodige tijd vrij om naar oplossingen voor vragen te zoeken, we geven ook documentatie mee en verwijzen eventueel door naar een andere dienst. Die doorverwijzing wordt altijd opgenomen in

ons registratiesysteem. Een groot deel van de vragen houdt verband met sociale wetgeving en gaat bijvoorbeeld over pensioenen of kinderbijslag. Vaak krijgen we ook te maken met gezins- of relatieproblemen, met vragen over huishoudelijke hulp en thuiszorg, opvang van daklozen en vluchtelingen, of het vinden van werk. Voor al die zaken werken we nauw samen met andere diensten en instellingen. Naast het OCMW zijn dat onder meer de werkwinkel, de RVA, het CAW, het vredegerecht, het steunpunt voor allochtonen. Voor opvoedingsondersteuning hebben we hier een intern infopunt. Nu moet ik in al die materies wel over voldoende juridische basiskennis beschikken, zodat ik de mensen tenminste een gedeeltelijke oplossing kan bieden. Vaak zijn zij immers al doorverwezen naar een of meer andere diensten, en komen ze bij ons omdat ze niet helemaal tevreden zijn over de manier waarop ze tot nog toe werden geholpen. Hier proberen we zelf een zo breed mogelijk gamma aan oplossingen te geven. Moeten we toch naar een andere dienst doorverwijzen, dan treden we op als tussenpersoon: we bellen in naam van de klant bijvoorbeeld even naar het kinderbijslagfonds, of klanten maken via ons een afspraak met de juridische dienst van het OCMW. Belangrijk om te weten is trouwens dat het OCMW hier een wekelijkse zitdag heeft. Voor OCMW-materie nodigen we klanten vaak uit om naar die zitdag te komen. We stellen vast dat dit voor hen de drempel om nadien voor hulp bij het OCMW aan te kloppen, sterk verlaagt.

13.30 In de namiddag ben ik vrij van permanentie. Ik heb nu de tijd om aan mijn vormingsproject in verband met de Rechtenverkenner te werken. Ik geef namelijk onder meer voor het vormingsinstituut Syntra

West en binnen Samenlevingsopbouw WestVlaanderen regelmatig een cursus over alle vormen van voordelen en tegemoetkomingen in het welzijnslandschap. De informatie die daarover in de Rechtenverkenner staat, licht ik in de cursus inhoudelijk en praktijkgericht toe. Aangezien die wetgeving nogal veranderlijk is, moet de cursus continu worden bijgewerkt. Wijzigingen in de Rechtenverkenner volg ik op de voet. Als er iets verandert, breng ik ook de medewerkers op het wekelijkse werkoverleg op de hoogte. Daar zitten we samen met het volledige team van het sociale huis. Naast het team Basisdienstverlening zijn dat de beleidsmedewerkers voor gezinnen en voor etnisch-culturele minderheden, de Noord-Zuidconsulente, de drugsconsulente, de seniorenconsulent en de wijkwerkers.

16.00 Daarstraks had ik een functioneringsgesprek met een medewerker. Nu leid ik een werkvergadering over armoede met een aantal partnerorganisaties. Vanuit het sociale huis nemen we het initiatief om een informatiebrochure samen te stellen over het beschikbare aanbod aan noodhulp. Die willen we doelgericht gaan verspreiden. Telkens wanneer we in ons registratiesysteem grotere groepen van vragen onderscheiden omtrent een bepaald thema, proberen we daar met dergelijke initiatieven op in te spelen. We promoten onze werking ook actief bij de verschillende doelgroepen, en met resultaat: steeds meer mensen vinden de weg naar het sociale huis. Tegelijk is onze grootste uitdaging om de dienstverlening op peil te houden en te verbreden met het personeel en de middelen die we hebben. Mijn droom voor de toekomst is te gaan werken met een mobiel sociaal huis. Daarmee zouden we ook de deelgemeenten beter kunnen bereiken. I PP 1 februari 2009 LOKAAL 37


Het OCMW van Sint-Pieters-Leeuw organiseert een vergelijkende selectieprocedure met aanleg van een wervingsreserve geldig voor drie jaar (éénmaal verlengbaar met twee jaar) voor de voltijdse betrekking in statutair verband van een

OCMW-secretaris (m/v) Je staat in voor de uitvoering van de wettelijke en decretale opdrachten. Je hebt een scharnierfunctie tussen het beleid en de administratie en stemt de verschillende OCMW-diensten op elkaar af. Je woont de vergaderingen van de raad en van het vast bureau bij en staat in voor de opmaak van de notulen. Je bent verantwoordelijk voor de kwaliteitsvolle dienstverlening van de OCMW-administratie. Je staat in voor de algemene leiding van en de coördinatie binnen het OCMW. Onder het gezag van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn onderzoek je de zaken, leid je de administratie en ben je het hoofd van het personeel.

De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw zoekt voor het team Vrijetijdsbeleid

Een halftijds administratief medewerker (m/v) functie voorbehouden aan een jongere Functie - Je verzorgt de ondersteuning van het team en staat in voor een klantvriendelijk onthaal; - Je bent verantwoordelijk voor de administratieve opvolging van dossiers en het algemene secretariaatswerk; - Je coördineert het agendabeheer van de teamleden, verzorgt de postdistributie en volgt de briefwisseling op; - Je maakt verslagen en lay-out teksten; - Je bent webmaster van het team. Profiel - Je bent jonger dan 25 jaar. - Je bezit een diploma hoger onderwijs secretariaat of middelbaar onderwijs met gelijkwaardige ervaring - Je bent dynamisch, communicatief, sociaal vaardig, klantvriendelijk en je hebt een teamgerichte instelling - Je bent een duizendpoot voor wie het oplossen van problemen een uitdaging is - Je kunt werken met MS Office. - Je hebt enige affiniteit met de sectoren cultuur, jeugd, sport en toerisme Voor meer informatie i.v.m. deze vacature kun je bellen naar Hilde Plas 02-211 55 39 Ons aanbod Wij bieden je een deeltijds contract voor onbepaalde duur, een aangepast loonpakket en een soepele werkregeling in een omgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan. Interesse? Sollicitatie met cv stuur je per e-mail ten laatste op 9 februari 2009 naar Hildegarde.Merckx@vvsg.be.

38 LOKAAL 1 februari 2009

Jouw profiel • Je hebt de Belgische nationaliteit • De dag van het afsluiten van de inschrijvingen ben je tenminste in het bezit van één van de volgende diploma’s of getuigschriften: - hetzij een diploma of getuigschrift dat in aanmerking wordt genomen voor de aanwerving in de betrekkingen voor niveau A bij de diensten van de Vlaamse regering; - hetzij het diploma van licentiaat in de ziekenhuiswetenschappen behaald na een studiecyclus van hoger technisch onderwijs A1 of na een universitaire kandidatuur, op voorwaarde dat minstens vier jaar postsecundair onderwijs met volledig leerplan werd gevolgd. • Je beschikt over vijf jaar ervaring in een leidinggevende functie (vergelijkbaar met A-niveau in een openbaar bestuur) • Je geniet de burgerlijke en politieke rechten, vertoont een gedrag dat in overeenstemming is met de functie van OCMW-secretaris en bent medisch geschikt • Voldoen aan de vereiste over de taalkennis, opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966. Selectieprocedure Je moet slagen in een selectieproef bestaande uit een schriftelijk gedeelte, een interview en een assessmentproef. Contractuele indienstneming In afwachting van de vacantverklaring van de functie, word je contractueel in dienst genomen als waarnemend secretaris. Benoeming De definitieve benoeming kan pas volgen na een proefperiode van één jaar. Wij bieden: • Aangename werksfeer • Maaltijdcheques • Hospitalisatieverzekering • Fietsvergoeding • Jaarlijks 35 verlofdagen • Diensten met een gelijkaardige functie worden financieel in rekening gebracht voor de berekening van de geldelijke anciënniteit. Interesse? Vraag het dossier aan met functieomschrijving, selectieprogramma en de wervingsvoorwaarden bij de personeelsdienst van het OCMW, T 02-371 03 41, ocmw.secretariaat@ocmwspl.be of surf naar www.ocmw-sint-pieters-leeuw.be, rubriek algemene administratie Kandidatuurstelling: stuur ten laatste 20 februari 2009 jouw kandidatuur en cv samen met een kopie van je diploma ter attentie van de OCMW-voorzitter, Fabriekstraat 1, 1601 Ruisbroek.


NIEUW VAN VVSG-POLITEIA

wetmatig berichten

Parkeren: gegevensuitwisseling België - Frankrijk In oktober 2008 ondertekenden België en Frankrijk een verdrag waardoor ze de identiteit van nummerplaathouders in elkaars databanken kunnen opzoeken. Het verdrag is ook van toepassing op de gedepenaliseerde parkeerovertredingen. Dit zijn ‘tegen de verkeerswetgeving indruisende handelingen of overtredingen, voor zover deze worden bestraft door de ver-

zoekende overheid, ook als deze overtredingen op administratieve wijze worden bestraft’. Het verdrag moet nu door beide nationale parlementen worden geratificeerd. Voor België betekent dit voorlegging aan de Raad van State en goedkeuring door Kamer en Senaat. De concrete uitvoeringsvoorwaarden moeten nog worden ingevuld. Federaal staatssecretaris van Mobiliteit

Etienne Schouppe hoopt de zaak tegen de komende zomer rond te hebben. Ook de landen van de Benelux overleggen momenteel over een akkoord over de gegevensuitwisseling in het kader van gedepenaliseerde overtredingen. Hopelijk komt men ook daar snel tot een akkoord. erwin.debruyne@vvsg.be

Sociaal stookoliefonds: nieuwe regels blijven miskenning opdracht OCMW’s Mensen die vanaf 1 januari 2009 huisbrandolie aankopen, kunnen opnieuw een verwarmingstoelage krijgen, ook wanneer ze er al één kregen in het najaar van 2008. De teller staat weer op nul. Voortaan loopt de verwarmingsperiode het hele kalenderjaar door en uiteraard kan men per gezin maar één keer per jaar het maximumbedrag krijgen. Mensen met een verhoogde ziekteverzekeringstegemoetkoming, met een jaarlijks bruto belastbaar inkomen van maximaal 14.624,70 euro, of mensen in schuldbemiddeling of collectieve schuldenregeling doen hun aanvraag nog altijd bij het OCMW. De interventiedrempel valt weg. Voor maximaal 1500 liter ontvangt men dan tussen de 210 en de 300 euro. Mensen met een jaarlijks nettobelastbaar inkomen tot 26.000 euro, die minimaal 750 liter aankopen, moeten voortaan aankloppen bij de FOD Economie in plaats van bij het OCMW voor een forfaitaire vergoeding van 105 euro. Deze wijzigingen werden opgenomen in de programmawet van 22 december 2008. De POD MI bevestigt dat het KB dat aan de OCMW-regeling uitvoering geeft, zo snel mogelijk zal worden gepubliceerd.

regeling blijft puur administratief en nog altijd maakt ze van de OCMW’s de bancontacts van de samenleving. Voor deze opdracht krijgen de OCMW’s nog altijd een luttele 10 euro per toegekende toelage. Dit bedrag is belachelijk laag, en voor de geweigerde aanvragen die minstens even veel tijd vragen, krijgen ze niets. De overheveling van de vierde categorie naar de FOD Economie is geen antwoord op de verzuchtingen van de OCMW’s. De OCMW’s willen iedereen die hulp nodig heeft helpen, maar dan met methodieken van maatschappelijk werk en toegespitst op de individuele situatie van mensen. De OCMW’s herhalen dan ook hun vraag om de bestaande federale fondsen (stookoliefonds, fondsen gas en elektriciteit, fonds ter reductie van de globale energiekost) samen te voegen tot één energiefonds. Dat moet resulteren in één werkingsbudget voor de OCMW’s, waarmee ze cliënten met energieproblemen op basis van maatschappelijk werk de beste hulp kunnen bieden. nathalie.debast@vvsg.be

OCMW blijft bancontact

De wijzigingen die de federale overheid heeft doorgevoerd aan het stookoliefonds, blijven een miskenning van de missie van de OCMW’s om hulpbehoevenden te begeleiden en te emanciperen. Deze

STEFAN DEWICKERE

??

Nieuwe editie OCMW-gids Basiswetgeving voor mandatarissen De OCMW-gids voldoet aan de behoefte van mandatarissen aan een OCMW-zakcodex. Van deze pocket verscheen zopas de vierde herziene editie. Het nieuwe OCMW-decreet van 19 december 2008 werd uiteraard volledig opgenomen. Ook de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s komt aan bod, net als de Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en het Koninklijk Besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Wie permanent geüpdate en uitgebreidere wetgeving nodig heeft kan terecht in de losbladige OCMW-codex. Die bevat ook de andere belangrijke wetten, decreten en KB’s, onder andere op de tenlasteneming van steun. De wetteksten zijn voorzien van referenties. Hoofdredacteur van De OCMW-gids en van de OCMWcodex is Piet Van Schuylenbergh, directeur afdeling OCMW’s van de VVSG. De OCMW-gids is een publicatie van VVSG-Politeia. De prijs bedraagt 25 euro voor VVSG-leden, niet-leden betalen 29 euro. Bestellen kan via info@politeia.be, www.politeia.be, of T 02-289 26 10.

Programmawet van 22 december 2008, BS van 29 december 2008, Inforumnummers 233683 en 233329. Meer informatie in de rondzendbrief van 22 december 2008 op www.mi-is.be 1 februari 2009 LOKAAL 39


Houthalen-Helchteren bouwt aan de toekomst! Het gemeentebestuur zoekt daarom dynamische mensen voor jobs vol uitdagingen.

Administratief Diensthoofd Planning

(graad A1 a-A1b-A2a) in voltijds statutair verband Taken • Binnen de afdeling Ruimte neem je de leiding en de coördinatie van de dienst Planning voor je rekening en sta je daarnaast in voor het inhoudelijke luik van de ruimtelijke planning • Je rapporteert rechtstreeks aan het afdelingshoofd Ruimte en werkt nauw samen met de andere diensthoofden en medewerkers binnen de afdeling (vergunningen, overheidsopdrachten en regie). Vereisten • Houder zijn van een masterdiploma of gelijkwaardig dat toegang geeft tot een betrekking van niveau A • Een diploma van een aanvullende opleiding stedenbouw en/of ruimtelijke planning, erkend om te leiden tot een aanstelling als stedenbouwkundig ambtenaar of nog in opleiding • Slagen in een aanwervingsexamen. Aanbod • Een statutaire functie voor de aanwerving en aanleg van een werfreserve van drie jaar • Een salarispakket op A-niveau (de geïndexeerde maandwedde min. 2.705 € max. 4.482 €), maaltijdcheques, fietsvergoeding, terugbetaling kosten openbaar vervoer en gratis hospitalisatieverzekering.

Administratief Diensthoofd Regie

(graad A1 a-A1b-A2a) in voltijds statutair verband Taken • Wij zoeken een assertief en dynamisch persoon, met technische kennis en leidinggevende vaardigheden om de planningscel van de dienst Regie te leiden en te coördineren • Daarnaast is het de bedoeling dat je op termijn kunt uitgroeien tot het diensthoofd van de volledige regie en derhalve eveneens de coördinerende taak van de werkuitvoering kunt uitoefenen. Wij zijn dus op zoek naar een ambitieus persoon, die zich wil opleiden in deze materie via samenwerking met het huidige diensthoofd regie en via studie en opleiding • Je wordt tewerkgesteld op de afdeling Ruimte in de dienst Regie onder de functionele leiding van het afdelingshoofd Ruimte. Vereisten • Houder zijn van een masterdiploma of gelijkwaardig dat toegang geeft tot een betrekking van niveau A • Slagen in een aanwervingsexamen. Aanbod • Een statutaire functie voor de aanwerving en aanleg van een werfreserve van drie jaar • Een salarispakket op A-niveau (de geïndexeerde maandwedde min. 2.705 € max. 4.482 €), maaltijdcheques, fietsvergoeding, terugbetaling kosten openbaar vervoer en gratis hospitalisatieverzekering.

IntEresse? Stuur je sollicitatiebrief met uitgebreid cv en een afschrift van het vereiste diploma aangetekend (postdatum geldt als bewijs) op voor 27 februari 2009 naar het college van burgemeester en schepenen, Grote Baan 112, 3530 Houthalen-Helchteren. Je kunt je kandidatuur ook voor die datum afgeven tegen ontvangstbewijs op het secretariaat. Voor meer info of een functiebeschrijving kun je terecht bij de personeelsdienst, T 011-60 05 46, astridmols@houthalen-helchteren.be

40 LOKAAL 1 februari 2009

De gemeente Beveren is een bruisende gemeente met meer dan 45.000 inwoners en vele troeven. Een heerlijkheid om er te wonen en te werken!

In het kader van een verdere kwalitatieve invulling van haar personeelsformatie gaat de gemeente Beveren over tot de aanwerving van een contractueel diensthoofd technische dienst wegen (niveau A). Deze medewerker vervult een leidinggevende rol binnen de technische dienst wegen en zorgt voor een vlotte samenwerking, coördinatie en ondersteuning van de medewerkers bij diverse dossiers. Het is dan ook belangrijk om te beschikken over de vereiste leidinggevende en communicatieve vaardigheden.

DIENSTHOOFD TECHNISCHE DIENST WEGEN (M/V) (niveau A) contractueel dienstverband Voornaamste aanwervingsvoorwaarden: Diplomavereisten: in het bezit zijn van een diploma van Industrieel Ingenieur Bouwkunde. Diploma’s van een opleiding met een studieprogramma dat minstens gelijkwaardig is aan de hierboven vermelde opleiding komen eveneens in aanmerking. Houder zijn van het rijbewijs B of dit behalen tijdens de proefperiode. Slagen voor een aanwervingsexamen.

Aanbod: Wij bieden een boeiende en uitdagende functie binnen een stabiele werkomgeving. De tewerkstelling gebeurt aanvankelijk op contractuele basis. De aanvangswedde, in geval van 0 jaar relevante ervaring, bedraagt 21 850 euro bruto op jaarbasis (niet-geïndexeerd). U kan tot maximum 12 jaar relevante ervaring meebrengen vanuit de private sector of als zelfstandige. Bovendien maakt u ook aanspraak op maaltijdcheques van 5,00 euro/stuk en in het kader van woon-werkverkeer op een fietsvergoeding of tussenkomst in het abonnement openbaar vervoer.

Interesse? De kandidatenlijst wordt afgesloten op 10 februari 2009. De kandidaturen met de bijhorende bewijsstukken alsook een uitvoerig curriculum vitae dienen aangetekend gezonden te worden aan het college van burgemeester en schepenen, Stationsstraat 2, 9120 Beveren. Een volledige opgave van de voorwaarden alsook bijkomende inlichtingen kunnen bij het gemeentebestuur van Beveren, dienst personeelszaken, Stationsstraat 2 te Beveren bekomen worden (tel. 03 750 16 52).

WWW.BEVEREN.BE


wetmatig berichten

isabelle patteer

Betalingen aan aannemers werken in onroerende staat: nu ook controle fiscale schulden

Een duidelijke bevoegdheidsregel verandert niets aan het gebrek aan betaalbare huurwoningen.

OCMW bevoegd voor huurwaarborg bij verlaten opvangstructuur asielzoekers Welk OCMW is bevoegd voor het regelen van de huurwaarborg wanneer de hulpvrager een opvangstructuur voor asielzoekers verlaat? Om een einde te maken aan de onduidelijkheid die hierover heerste, voerde de wetgever met ingang van 8 januari 2009 een nieuwe bevoegdheidsregel in. Is de hulpvrager een vreemdeling die een opvangstructuur voor asielzoekers verlaat, dan ligt de bevoegdheid bij het OCMW van de plaats waar de woonst zich bevindt. Op het eerste zicht is dit een duidelijk toepasbare regel waarmee bevoegdheidsconflicten kunnen worden voorkomen. Meer duidelijkheid moet er ook toe leiden dat meer OCMW’s een huurwaarborg toekennen. De grootste problemen waarmee hulpvragers worden geconfronteerd, zijn echter het gebrek aan betaalbare gezonde woningen op de huurmarkt en de veel te hoge huurwaarborgen. Een duidelijke bevoegdheidsregel verandert daar niets aan. Uit onderzoek van Fedasil blijkt trouwens dat vertraging bij het verlaten van een opvangstructuur maar in 3,1% van de gevallen wordt veroorzaakt door bevoegdheidsconflicten, en in meer dan 50% van de gevallen door problemen bij het vinden van huisvesting. Bovendien is het niet omdat een OCMW bevoegd is, dat het de gevraagde hulpverlening ook meteen mag toekennen. Het OCMW moet eerst nagaan of de hulpvrager voldoet aan de toekenningsvoorwaarden. Op dat moment verblijft de hulpvrager meestal nog in de opvangstructuur, die in een andere gemeente kan liggen. Hoe groter de afstand, hoe hoger de kans op vertraging bij het nemen van de beslissing. Om de woning waarvoor de waarborg gevraagd wordt daadwerkelijk te kunnen huren, zal de hulpvrager echter snel duidelijkheid moeten kunnen geven over de betaling van waarborg en huur. En wat als een hulpvrager voor meerdere woningen tegelijk bij verschillende OCMW’s een huurwaarborg vraagt? Dat is immers nodig om

de slaagkansen te maximaliseren. In hoeverre moet de hulpvrager dan een reële kans hebben om de woning te kunnen huren? Volstaat het bijvoorbeeld om naar een advertentie te verwijzen zonder enige toezegging van de verhuurder? Of moet die verhuurder mondeling of zelfs schriftelijk verklaren dat hij bereid is om te verhuren indien het OCMW de waarborg ten laste neemt? Daarnaast wordt ook het probleem van de overbevraging van een beperkte groep OCMW’s niet opgelost. Terwijl voordien de OCMW’s met een opvangstructuur op hun grondgebied deze hulpvragen moesten behandelen (wat met de spreiding van de LOI’s over de OCMW’s toch tot een vrij ruime spreiding leidde), zal de nieuwe regel hoogstwaarschijnlijk leiden tot een concentratie van hulpvragen in de stedelijke OCMW’s. Het valt dus af te wachten wat de impact van deze nieuwe regel in de praktijk zal zijn. Ten slotte maakt deze afwijking op de algemene regel die geldt voor één specifieke vorm van hulpverlening (huurwaarborg) en voor één specifieke groep hulpvragers (vreemdelingen die een opvangstructuur verlaten) de toepassing van de bevoegdheidswet van 2 april 1965 nog wat complexer. Volgens de VVSG is dit probleem maar op te lossen door enerzijds op lange termijn te werken aan het aanbod op de huurmarkt en de toegang tot dit aanbod voor alle OCMW-cliënten, en door anderzijds op korte termijn de opvangcapaciteit tijdelijk uit te breiden. Daarbij moeten opvangstructuren en OCMW’s ook daadwerkelijk worden ondersteund bij het zoeken naar huisvesting, het regelen van de huurwaarborg, de verhuizing en de installatie in de nieuwe woning. fabienne.crauwels@vvsg.be

Wet houdende diverse bepalingen van 22 december 2008, BS van 29 december 2008, Inforumnummer 233371

Met ingang van 1 januari 2009 moet een lokaal bestuur als opdrachtgever van werken in onroerende staat bij betaling aan een aannemer niet alleen meer controleren of deze sociale schulden heeft, maar ook opnieuw of hij fiscale schulden heeft. De databank voor de controle van fiscale schulden van de aannemer is nu operationeel. Het bestaan van sociale en/of fiscale schulden impliceert dat de opdrachtgever bij de betaling inhoudingen moet verrichten ten gunste van de RSZ en/of de fiscus. Wie de inhoudingsplicht niet naleeft, riskeert hoofdelijk aansprakelijk gesteld te worden voor de betaling van de schulden van zijn medecontractant. De controle gebeurt via de toepassing beschikbaar op My Minfin op de website van de FOD Financiën www.minfin.fgov.be. Wat de facultatieve registraties betreft: bekendmakingen van registraties van aannemers en schrappingen van die registraties gebeuren om technische redenen (nog) niet via de website van de Kruispuntbank van de ondernemingen. Daarvoor blijft de bestaande regeling van publicatie in het Belgisch Staatsblad in 2009 behouden. katrien.colpaert@vvsg.be

Wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen (I), artikelen 183 tot 186 en 220 tot 223, BS van 29 december 2008, Ed.4, Inforumnummers 233570 en 233625 Meer toelichting over de controle van de inhoudingsplicht vindt u in de actuele documentenlijst op www.minfin.fgov.be. Meer informatie over de gewijzigde regelgeving op de registratie van aannemers: Lokaal 3 van 16 februari; rondzendbrief van de Kanselarij van de Eerste Minister over registratie en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de sociale en fiscale schulden van een aannemer, BS van 1 augustus 2008, Ed 2, Inforumnummer 230482. Let wel: deze informatie moet u aanvullen met de nieuwigheden als gevolg van de wet van 22 december 2008. 1 februari 2009 LOKAAL 41


AGENDA

Vilvoorde 4 februari Genk 7 februari Genk 12 februari Antwerpen 21 februari Dendermonde 12 maart CO2-vorming voor ploegbazen Peoplemanagement voor coรถrdinatoren van een speelpleinwerking, Grabbelpasof SWAP-werking www.co-2.be Kampenhout 5 februari Trage Wegen Doen Bewegen Studiedag over projectervaringen met trage wegen en duurzame mobiliteit voor gemeentebesturen en verenigingen. www.tragewegen.be/dulomi Brussel 5 februari OCMW-instrumenten tegen energiearmoede Studiedag over de veelzijdige aspecten van het energievraagstuk met een overzicht van de federale en Vlaamse maatregelen. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 5 februari Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen Symposium over een eenvoudige en eenvormige niveau-indeling waarmee je bijvoorbeeld het spreekniveau Engels van een Spanjaard met dat van een Deen kunt vergelijken. www.plantijn.be/erk-symposium Brussel 9 en 19 februari Torhout 3 en 9 maart Aan de balie van het sociaal huis.... sociale en communicatieve vaardigheden Praktijkgerichte vorming voor loket- en baliebedienden. www.vvsg.be (kalender)

NIX TrIljoen

42 LOKAAL 1 februari 2009

Gent 10 februari Sociale criteria in overheidsopdrachten Studiedag over het hoe en waarom van sociaal aanbesteden met een bespreking van alle juridische en praktische elementen. www.vvsg.be (kalender) Brussel 11 februari Het woonzorgdecreet schetst de zorg van morgen Informatiesessie over het nieuwe decreet en een betere afstemming van thuiszorgvoorzieningen en ouderenzorgvoorzieningen op elkaar. www.vvsg.be (kalender) Anderlecht 12 februari Ontwikkelingssamenwerking: een beleid in beweging Studiedag voor schepenen, Noord-Zuidambtenaren en voorzitters/sters van Gemeentelijke Raden voor Ontwikkelingssamenwerking (GROS). www.vvsg.be (kalender)

Brugge 13 februari, 22 april, 23 september, 3 december Mechelen 18 februari, 23 april, 24 september, 4 december Intervisiegroep voor hoofdverpleegkundigen Ter ondersteuning van hoofdverpleegkundigen als leidinggevenden bij de dagelijkse begeleiding en verzorging van de bewoners van een woonzorgcentrum. www.vvsg.be (kalender) Brasschaat 17 februari PPS als garantie voor duurzame kwaliteit Studiedag over de toegevoegde waarde van PPS voor de overheid en de lokale gemeenschap. www.vvsg.be (kalender)

Gent 17 februari Mechelen 18 februari Hasselt 19 februari E-government, tot uw dienst! Hoe Microsoft samen met zijn partners de lokale overheden helpt om te komen tot een betere dienstverlening. toarts@microsoft.com Antwerpen 19 februari Maak werk van je lokaal toerismebeleid Studienamiddag over middelen en mogelijkheden om een sterk lokaal toerismebeleid te realiseren. www.vvsg.be (kalender) Leuven 5 en 12 maart De implementatie van een diversiteitsbeleid in publieke organisaties Hoe diversiteitsmanagement invoeren en toepassen? Voor leidinggevenden die een divers personeelsbestand willen. www.instituutvoordeoverheid.be (vorming) Hooglede 20 februari Intervisie voor animatoren die vragen hebben rond uitvoerende taken Voor animatoren uit een voorziening aangesloten bij FOS, FERUBEL, de VVI en de VVSG; vooropleiding is niet van belang. www.vvsg.be (kalender) Gent 17 maart Manifestaties en evenementen Studiedag over evacuatie en camerabewaking op evenementen en manifestaties. www.vvsg.be (kalender), info@khis.be


E-government, tot uw dienst! Uitdagingen

ge

m

• Digitale loketten voor de burger • Portals voor kennisdeling en samenwerking • Eisen wetgeving t.a.v. documentbeheer • Informatie altijd en overal • Vereenvoudiging operationele processen • Verbeteren van gemeentelijke service

ee

nt

e

Mensen en Processen pr

oc

es

• Burger centraal • Gestroomlijnd informatiemanagement • “Sjabloon” voor werkprocessen

se

n

Applicaties ap

pl

ic

at ie

te

ch

• Moderne .NET applicaties • Webservices • Midoffice voor het ondersteunen van gemeentelijke processen

s

Technologie no

lo

gi

e

• Virtualisatie & consolidatie • Green IT • Security

Benieuwd naar deze oplossingen? Als toonaangevende Microsoft partners ondersteunen Ackinas, CEVI/Logins, Ferranti, ICT Steunpunt en Infront het Microsoft Citizen Service Platform. Zij hebben hun krachten gebundeld en bieden standaard oplossingen die snel implementeerbaar zijn en volledig geïntegreerd met het Microsoft platform. Tijdens de informatiesessies in februari tonen Microsoft en haar partners deze oplossingen.

Wanneer en Waar? • Dinsdag 17 februari – Gent • Woensdag 18 februari – Mechelen • Donderdag 19 februari – Hasselt

Inschrijven? Stuur alvast een e-mail naar lrgov@microsoft.com met vermelding van de datum die u kiest. Daarna ontvangt u een bevestiging en het volledige programma. Wenst u meer informatie? Contacteer Tim Beckers op 02 524 68 20

www.microsoft.com/csp


Silver Line, laten we samen

an

de be vo lkin g

de vergrijzing aanpakken

g in ir jz rg ve e td o t g kkin e r t be Inno met t a a verende oplossingen op m

v

De vergrijzing van de bevolking is een van de grootste uitdagingen voor de komende decennia. Ook op dit gebied hebben we de ambitie de bestuurders van lokale overheden de nodige ondersteuning te geven om die uitdaging succesvol aan te gaan. Daarom hebben we Silver Line in het leven geroepen, een productgamma met niet alleen maatoplossingen voor de bouw en de financiering van bejaardentehuizen, maar ook specifieke verzekeringen voor ambtenaren, financieringsorganismen voor pensioenen ‌ Voor meer informatie over Silver Line en voor deskundig advies kunt u altijd terecht bij uw Public Banker.

PUBLIC FINANCE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.