2009Lokaal08

Page 1

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

NR 8 VAN 1 mei 2009

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Verleid tot schulden Schuldpreventie bij jongeren

Archiveren om te lezen

Burgerparticipatie leeft in de stad

Straathoekwerkers plaveien de weg terug


Met het juiste HR-advies worden uw ideeën realiteit Uw mensen zijn de kracht achter uw succes. Zeker nu. Alleen is het realiseren van een goed én motiverend HR-beleid er niet bepaald makkelijker op geworden. Want moet u nu besparen of investeren? Kan automatisering een uitweg bieden? Hoe houdt u de juiste mensen aan boord én tevreden? En hoe optimaliseert u uw verloningspolitiek? Deel uw ideeën op www.wineenexpert.be. Onze experts vertellen u meteen of er muziek in zit. Beter nog: misschien helpt een van onze experts wel gratis met het realiseren van uw ambities.

Surf naar www.wineenexpert.be, deel uw ideeën en win een SD Worx-expert voor vijf dagen*!

*Wedstrijd zonder aankoopverplichting, georganiseerd van 30 maart tot 19 mei 2009.

Realiseer uw ambities


INHOUD

LOKAAL NUMMER 8 VAN 1 mei 2009

22 BART LASUY

Interview ‘Alles begint bij de thuiszorg’

STEFAN DEWICKERE

In het Gentse winkelcentrum Zuid hangen jongeren graag rond. Ook Thomas spreekt er af om met zijn vriendin te shoppen en een glas te drinken. Maar terwijl ze rondlopen, blijven ze tokkelen op hun gsm.

‘De thuiszorg is het vertrekpunt,’ zeggen de thuiszorgverantwoordelijken Filip D’Haene en Luk Verstraete, respectievelijk van de OCMW’s van Kortrijk en Zwevegem. Daarvoor willen ze intens samenwerken met private welzijnsorganisaties. Het OCMW zorgt ervoor dat geen enkele oudere uit de boot valt.

5 Opinie: Nog niet zo gek, die Zweden

KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

ORGANISATIE 12 14 15 17

Van archief naar leeszaal Leren uit hindernissen Wetteren en haar AGB De Grondvesten NIEUWE RUBRIEK

FORUM 18 Nieuwe vormen van burgerparticipatie in Vlaamse steden 20 De schatkamer van Paul Tant 21 Lokale raad

26 Het spel is uit Het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling ontwikkelde samen met jongeren die in schulden hebben gezeten een campagne om andere jongeren niet hetzelfde pad in te laten slaan met als slogan: ‘No more credit, game over.’

bart lasuy

WERKVELD 22 Interview Filip D’Haene en Luk Verstraete ‘Alles begint bij de thuiszorg’ 26 Het spel is uit 29 Praktijk in Antwerpen 30 Straathoekwerkers plaveien de weg terug 33 Praktijk in Zwijnaarde 34 Heuvelland: kwaliteit schuilt in een klein hokje 35 Klare kijk 37 Sociale correctie efficiënter dan selectieve inzameling luiers

WETMATIG

39 Berichten, boekbesprekingen 42 Agenda & Triljoen

Heuvelland: Kwaliteit schuilt in een klein hokje

JEAN GODECHARLE

34 Het platteland verdient beter dan standaardoplossingen. ‘We moeten streven naar kwaliteit,’ zegt schepen Geert Vandewynckel van Heuvelland. ‘Onze schuilhuisjes zijn daar natuurlijk niet essentieel in maar ze zijn er een elementje van, een discreet statement. 1 mei 2009 LOKAAL 3


Lanceringsaanbod: 69 euro*

HANDBOEK VAN DE

MANDATARIS EDITIE GEMEENTE

De VVSG-pocketreeks voor mandatarissen is al jaren een weergaloos succes. Daarom werden 5 van de belangrijkste pockets voor mandatarissen nu verzameld in een handig en bijzonder gebruiksvriendelijk losbladig werk in twee delen. De reeks wordt gerealiseerd door het team Werking en Organisatie van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Het losbladige naslagwerk Handboek van de mandataris hoort thuis in het boekenrek van elke gemeentesecretaris die regelmatig vragen te beantwoorden krijgt van mandatarissen of in het kantoor van de politieke fractie. Ook personeelsdiensten en vormingsverantwoordelijken zullen er regelmatig gebruik van kunnen maken.

De pockets die in het handboek werden verzameld zijn de volgende: • Het Gemeentedecreet ontleed • Gemeentefinanciën voor niet specialisten

Het handboek is losbladig en wordt regelmatig bijgewerkt zodat u steeds op de hoogte blijft van de laatste ontwikkelingen op dit gebied. U kunt het nu bestellen tegen de instapprijs van 69 euro. Indien het handboek een succes blijkt, overweegt de redactie eventueel later een editie OCMW.

• Het statuut van de lokale mandataris • De aansprakelijkheid van de lokale mandataris • Hoe werk ik als gemeenteraadslid

Bestelkaart Uitgeverij Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel

....... ex. van het ‘Handboek van de Mandataris’ tegen de instapprijs van 69 euro* per exemplaar.

Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ...............................................................................................................................................

Datum en handtekening

E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. Btw: .................................................................................................................................................... * Prijs btw inclusief en exclusief verzendingskosten. Het betreft hier een losbladig handboek met abonnementsformule. Bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen de geldende paginaprijs, en dit tot schriftelijke wederopzegging. Prijzen geldig tot 01.06.2009. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


opinie mark suykens

Stefan Dewickere

Nog niet zo gek, die Zweden

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

D

e Zweedse nationale regering besliste om twee miljard euro extra ter beschikking te stellen van de lokale besturen voor een relanceprogramma om de economischfinanciële crisis te lijf te gaan. Omdat de welzijns- en de onderwijssector op lokaal niveau zijn georganiseerd, dreigden tienduizenden banen te sneuvelen in de gemeenten. Het hulppakket van de Zweedse regering moet dit nu voorkomen. Mark Suykens is directeur van de VVSG Het is de moeite waard om dit idee te vertalen. De Vlaamse gemeenten, OCMW’s, politiezones, intercommunales zijn de grootste investeerders in openbare werken. Zij zijn goed voor meer dan de helft van alle overheidsinvesteringen in Vlaanderen. Als het investeringsritme daar stilvalt of vertraagt, heeft dit ongetwijfeld ook belangrijke economische effecten en zal ook de werkloosheid snel toenemen. Als lokale overheden zouden we nu een anticyclisch beleid moeten voeren en meer dan ooit moeten investeren. Twee concrete maatregelen van de Vlaamse overheid kunnen daarbij stimulerend werken. Laat de procedures sneller lopen, Vooreerst moet er een extra inspanning gebeuren om de vele tientallen projecten die nu ter plaatse gepland worden, sneller geef een extra financiële stimulans en aan te pakken. In elke gemeente zijn er zeker enkele projecten de relancepolitiek gaat met volle kracht die men in 2009-2012 in de tweede helft van de gemeentelijke legislatuur wil realiseren (stratenaanleg, riolering, ontmoevan start. tingscentra, rusthuizen, dienstencentra, wijkhuizen en sociale huisvesting). Als de Vlaamse overheid nu een extra inspanning doet om de procedures die vaak erg vertragend werken, sneller te laten lopen dan kunnen veel van deze openbare werken met zes tot twaalf maanden vervroegd starten. Dit zou een enorme impuls kunnen geven aan de economie. De Vlaamse administraties zouden alle prioriteit moeten geven om de lopende procedures (in bouwaanvragen of in milieuvergunningen) sneller te behandelen en sneller te beslissen dan pas op het einde van de termijn van de vergunningsaanvragen. Dit veronderstelt dat de betrokken administraties versterkt worden en dossiers van overheidsinvesteringen bij voorrang bekeken worden. Een moderne administratie moet toch in staat zijn om snel en flexibel haar organisatie bij te sturen? Met een verschuiving van een aantal ambtenaren naar die betrokken diensten en met een aanpak die procedures correct maar snel toepast kan er veel gebeuren. Deze maatregel kan nog ondersteund worden door een verhoging van de investeringsmiddelen voor de lokale besturen (verhoging rioolsubsidies, verhoging VIPA-middelen of specifieke bijkomende budgetten voor investeringen) waardoor op vele plekken in Vlaanderen, gespreid over meer dan 300 gemeenten, de bouwnijverheid zal toenemen. Dit is ongetwijfeld veel effectiever dan de inspanning toe te spitsen op enkele grote Vlaamse bouwprojecten. De honderden plannen liggen klaar, laat de procedures sneller lopen, geef een beperkte extra financiële stimulans en de relancepolitiek gaat met volle kracht van start in heel Vlaanderen. I

Bladmanagement Jan Van Alsenoy Abonnementen VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43

Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, media@cprojects.be

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Marlies van Bouwel, Bart Van Moerkerke

Hoofdredactie Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46

Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist)

Eindredactie Marleen Capelle

Vormgeving Ties Bekaert

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus

VVSG-bestuur Jef Gabriels, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

1 mei 2009 LOKAAL 5


STEFAN DEWICKERE

KORT LOKAAL NIEUWS

Het aantal BIN’s met zelfstandigen als leden is op vier jaar tijd zelfs vervijfvoudigd.

Buurtinformatienetwerken bijna verdubbeld in vier jaar tijd De voorbije vier jaren is het aantal geregistreerde buurtinformatienetwerken (BIN) in ons land fel gestegen: van 243 in 2005 tot 407 begin 2009.

D

e buurtinformatienetwerken staken in het begin van de jaren negentig de kop op en staan sinds 1998 en 2001 beschreven in ministeriële rondzendbrieven. België telt intussen 407 BIN’s waarvan er 71 uit zelfstandigen bestaan. In 2004 waren er nog maar 14 BIN’s met zelfstandigen als leden. Een buurtinformatienetwerk is een gestructureerd samenwerkingsverband tussen burgers en lokale politie. Het kan bijdragen tot het verhogen van het algemene veiligheidsgevoelen, de sociale controle wordt erdoor bevorderd en de preventiegedachte wordt verspreid. Om deze doelstellingen te bereiken, wisselen de BIN-medewerkers en de politie informatie uit volgens een procedure die op voorhand is afgesproken. Daarnaast worden ook preventietips verspreid. Zo melden burgers bijvoorbeeld de lokale politie dat iemand aanbelde die zich uitgaf voor een werknemer van de watermaatschappij maar dat duidelijk 6 LOKAAL 1 mei 2009

niet was. De politie evalueert de inlichtingen en brengt, indien nodig, alle BINleden op de hoogte. Of als een juwelier lange tijd een groene wagen voor zijn zaak heeft zien staan, wordt die informatie doorgegeven aan de lokale politie die de inlichtingen eventueel doorstuurt naar het AIK en/of de federale politie. Na evaluatie worden de leden van het lokale BIN, maar eventueel ook van alle buurtinformatienetwerken van zelfstandigen ingelicht omdat de verdachte met de groene wagen ook in een andere streek kan toeslaan. Extra steun Sinds hun beginperiode worden de BIN’s beheerd door de vzw Buurtinformatienetwerken. Deze vzw stopt nu met haar activiteiten maar de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken neemt de fakkel over voor het merendeel van de taken. ‘Mijn diensten omkaderen de BIN’s al geruime tijd vanuit het federale

niveau,’ zegt minister van Binnenlandse Zaken Guido De Padt. ‘Die steun wordt nu nog uitgebreid en geprofessionaliseerd. Zo zal er onder meer voor gezorgd worden dat de communicatie- en informatiecentra van de politie snel een sms of e-mail naar alle BIN-leden kunnen sturen.’ De BIN’s krijgen bij de administratie Binnenlandse Zaken ook een aanspreekpunt. Via de website van de algemene directie Veiligheid en Preventie (www.besafe.be) zal een maximum aan informatie verspreid worden. De lokale beleidsverantwoordelijken worden gesensibiliseerd over de BIN-werking. De meerwaarde van een BIN voor het lokale integrale veiligheidsbeleid zal hun ook worden uitgelegd in een nieuwe rondzendbrief. Provinciale werkgroepen worden gecreëerd om de band met het lokale zoveel mogelijk te versterken. Dafne Vanhelleputte

ÎÎ Beleid Integrale Veiligheid, Algemene Directie Veiligheid en Preventie, T 02-557 33 65, dafne.vanhelleputte@ibz.fgov.be


PRINT & WEB

10,1

VolkscafĂŠs: vrouwentongen & mannenpraat

In heel Vlaanderen werken bijna 40.000 mensen in de creatieve sector (uitgeverijen, radio,

VolkscafĂŠs maken door hun alledaagse en ongedwongen karakter, hun waardevolle interieurs, hun geschiedenis, verhalen en anekdotes deel uit van ons cultureel erfgoed. In deze publicatie van Volkskunde Vlaanderen vzw bieden de originele kleurbeelden van fotograaf Jimmy Kets de lezer een inkijk in het volkscafĂŠ zoals het vandaag nog bestaat. Gastauteurs Elise Hooft, Marc Jacobs en Gust De Meyer leveren elk vanuit hun eigen invalshoek een prikkelende bijdrage. En Guido Belcanto, die als kind van tapkast naar jukebox dribbelde in het cafĂŠ van zijn ouders, verwoordt de sfeer en eigenheid van het volkscafĂŠ in een persoonlijk verhaal.

televisie en reclame). Dat is iets meer dan ĂŠĂŠn procent van de beroepsactieve bevolking. Bij de gemeenten is Antwerpen de koploper met

meer dan 8000 creatieve tewerkstellingen. Houden we echter rekening met het aantal personen op beroepsactieve leeftijd dan is Machelen de absolute koploper met een creatieve tewerkstellingsgraad van 10,1. Asse, Schelle, Vilvoorde en Zaventem vervolledigen de top vijf. Er zijn acht gemeenten waar niemand tewerkgesteld is in de creatieve sector. Meer informatie vindt u op www.lokalestatistieken.be

Campagne voor handhygiĂŤne in woonzorgcentra

VolkscafĂŠs: vrouwentongen & mannenpraat, Volkskunde Vlaanderen vzw en uitgeverij Davidsfonds, Leuven, 22,5 euro. Zie ook www.volkscafes.be

LAYLA AERTS

Samen geraakt: website en gids voor verkeersslachtoffers

Om zorginfecties in de Vlaamse woonzorgcentra te voorkomen, komt er een campagne voor meer handhygiĂŤne.

B

egin mei lanceert Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Veerle Heeren een campagne rond handhygiĂŤne ter bestrijding van zorginfecties in de Vlaamse woonzorgcentra. Deze campagne is een initiatief van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid

in samenwerking met de koepelorganisaties FOS, FERUBEL, VVSG en Zorgnet Vlaanderen. De campagne wordt in de loop van mei 2009 verder toegelicht tijdens een aantal infosessies. De woonzorgcentra ontvingen hiervoor al een uitnodiging.

Bedoeling is dat de aanwezige personeelsleden het aangeboden campagneen vormingsmateriaal gebruiken in hun woonzorgcentrum. Marlies van Bouwel

ĂŽĂŽ www.zorg-en-gezondheid.be/ infosessies-zorginfecties.aspx

Na een verkeersongeval vinden slachtoffers vaak onvoldoende en eerder toevallig de weg naar de juiste informatie en hulp. In samenwerking met de Vlaamse overheid heeft het steunpunt voor verkeersslachtoffers Rondpunt nu een gids en een website ontwikkeld voor iedereen die betrokken is bij een ernstig verkeersongeval en waarbij iemand gewond raakte of overleed. Het gratis boek Als het verkeer je raakt: praktische gids na een verkeersongeval geeft een overzicht van alles wat je moet weten na een ernstig verkeersongeval. Het is ook een handige gids voor hulp- en dienstverleners. De gids is voorlopig uitgeput. Dezelfde informatie is echter toegankelijk via de websites. www.watnaeenverkeersongeval.be en www.ikbenverkeersslachtoffer.be

1 mei 2009 LOKAAL 7


Europa is met zijn vele kustgebieden kwetsbaar voor klimaatwijzigingen.

Europees Witboek klimaatwijzigingen

O

p 1 april 2009 stelde de Europese Commissie een Witboek voor met een actieplan waarin een kader wordt geschetst van beleidsmaatregelen om de klimaatwijzigingen het hoofd te bieden. Europa is immers een kwetsbare regio, met zijn vele kust- en berggebieden. De Europese Commissie beseft ten volle dat er degelijk wetenschappelijk onderzoek en economische analyses moeten gebeuren om de impact van de klimaatwijzigingen op termijn te kunnen inschatten. Analyses geven aan dat de landbouw, het toerisme en de biodiversiteit onder druk komen te staan en dat er rekening moet worden gehouden met andere sterftecijfers gekoppeld aan de temperatuurstijging. Indien er geen actie wordt ondernomen om de uitstootgassen drastisch te verminderen, kan de globale temperatuur toenemen met ongeveer 3,4°C tegen 2080. Prognoses worden in kaart gebracht en geven aan wat dit zou kunnen betekenen.

Europese verkiezingen: aan jou de keus!

H

et Europese Parlement heeft een campagne op gang getrokken voor de verkiezingen van 7 juni 2009. De Europese Unie staat immers voor enorme uitdagingen: omgaan met de financieel-economische crisis, het hoofd bieden aan de problematiek van de klimaatwijzigingen, omgaan met migratie, inspelen op

nieuwe mogelijkheden van de ‘vergroening’ van economie en jobcreatie en de consumentenbescherming. Door hun stem uit te brengen voor de kandidaten van het Europese Parlement zullen de burgers de toekomstige beleidskeuzes van de Europese Unie mee beïnvloeden. Vicevoorzitter Mechtild Rothe (PES, DE) zei: ‘We

zullen luid en duidelijk communiceren dat het Europese Parlement belangrijk is voor de burgers en dat hun stem telt in de EU. Elke kiezer heeft een keuze te maken: Aan jou de keuze.’ Betty De Wachter

ÎÎ www.europarl.europa.eu, knop Europese verkiezingen, aan jou de keus!

Door hun stem uit te brengen voor de kandidaten van het Europese Parlement zullen de burgers de toekomstige beleidskeuzes van de Europese Unie mee beïnvloeden.

www.europarl.europa.eu/elections2009

daniel geeraerts

KORT LOKAAL NIEUWS

Betty De Wachter ÎÎ ec.europa.eu/environment, knop policies, climate hange, adaption

Evaluatie decreet convenants gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking

H

et Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking (VAIS, de Vlaamse instelling verantwoordelijk voor de uitvoering van het Vlaamse beleid ontwikkelingssamenwerking) gaf vorig jaar aan het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA), het Instituut voor 8 LOKAAL 1 mei 2009

de Overheid (IO) en de KULeuven de opdracht om een evaluatie uit te voeren van het decreet rond de convenants gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking. De hoofddoelstelling was de evaluatie van de uitvoering van het decreet voor de periode 2005-2007. Dit rapport is onder-

tussen officieel vrijgegeven. U kunt het vinden op onderstaande link. Christophe Ramont

ÎÎ www.vvsg.be, knop internationaal, Noord-Zuid


PRINT & WEB

STEFAN DEWICKERE

De huurprijs

Bij de nieuwe sociale dienst voor lokale besturen blijven dezelfde voordelen gelden.

Een eigen sociale dienst voor lokale besturen De meeste Vlaamse lokale besturen zijn aangesloten bij de Gemeenschappelijke Sociale Dienst (GSD) van de RSZPPO. Om over te kunnen stappen naar de nieuwe vzw GSD voor de Lokale Besturen in Vlaanderen (GSD-V) moet de gemeenteraad voor het einde van de zomer hierover een besluit nemen.

D

e Gemeenschappelijke Sociale Dienst van de RSZPPO biedt een reeks activiteiten aan ten voordele van het personeel van de lokale besturen: automatische premies bij huwelijk, samenwoning, pensionering en geboorte, sociale interventies bij persoonlijke moeilijke situaties, een vakantiedienst en een hospitalisatieverzekering. De nieuwe vzw GSD voor de Lokale Besturen in Vlaanderen (GSD-V) opgericht door de VVSG en de drie representatieve vakorganisaties ACV-Openbare Diensten, ACOD en VSOA wenst de bestaande dienstverlening van de GSD-RSZPPO en de financiering ervan ongewijzigd over te nemen vanaf 1 januari 2010. Daarvoor is het noodzakelijk dat de aangesloten leden van de GSD-RSZPPO

overstappen naar de GSD-V. Dit kan door een formele uittreding uit de GSD-RSZPPO en een formele toetreding tot de GSD-V. De VVSG heeft een ontwerp van raadsbesluit opgemaakt dat deze twee beslissingen in ĂŠĂŠn besluit regelt en dat ten laatste op 30 september 2009 bezorgd wordt aan de RSZPPO om uitwerking te hebben vanaf 1 januari 2010. In februari hebben alle lokale besturen per brief de nodige informatie gekregen, inclusief een ontwerp van raadsbesluit (voor gemeente, OCMW, intercommunaal samenwerkingsverband en andere) en de statuten van de vzw GSD-V. Marijke De Lange en Katleen Janssens ĂŽĂŽ www.vvsg.be, knop werking en organisatie, personeel

EfficiĂŤnte Particuliere Initiatieven?

D

e Vierde Pijler: we kunnen er hier in Vlaanderen niet meer omheen. Het gaat om initiatieven van particuliere personen of groepen die rechtstreeks een bijdrage willen leveren aan een project in het Zuiden. In Nederland heten ze de Particuliere Initiatieven. Omwille van de directe betrokkenheid en de rechtstreekse (financiĂŤle) ondersteuning van de doelgroep, beweren

de Particuliere Initiatieven efficiĂŤnter te zijn dan de traditionele spelers binnen de ontwikkelingssamenwerking. Maar is deze claim wel gerechtvaardigd? Onderzoek over de Particuliere Initiatieven in Malawi en Ghana toont aan dat dit toch niet altijd het geval is. Meer nog: de studie waarschuwt voor nieuwe vormen van paternalisme, te weinig oog voor duurzaamheid en een te grote infrastructure-

le ‘brick and mortar’ focus. Development in the ‘Africa for Beginners’ van Lau Schulpen betekent sindsdien een uitdaging voor de werking van Particuliere Initiatieven in Nederland. Bert Janssens ĂŽĂŽ De studie van Lau Schulpen staat op www.updaid.nl, zoek ‘Africa for beginners’ Meer informatie over initiatieven in Nederland vind je op www.wildeganzen.nl

Tot op vandaag lijkt de wetgever niet te hebben geraakt aan het beginsel van de contractvrijheid bij de vaststelling van de huurprijs. Nochtans kent ons recht tal van regelingen waarbij huurprijzen aan de hand van objectieve parameters worden bepaald. Dit boek onderzoekt de specifieke regelingen op het gebied van pacht, handelshuur, woninghuur en sociale huur. In het licht van het recht van private woninghuurders op behoorlijke en betaalbare huisvesting geeft de auteur een concrete aanzet om te komen tot een objectieve bepaling van de normale huurwaarde van woningen. Het boek doet voorstellen om het bestaande huurrecht te moderniseren en te verbeteren, onder meer op het gebied van de huurprijsherziening, de aanrekening van kosten en de huurwaarborg. M. Dambre, De huurprijs: analyse van de financiĂŤle verbintenissen van de huurder en onderzoek naar de mogelijkheid tot objectivering van de woninghuurprijzen, uitgeverij Die Keure, Brugge, 129 euro

De Belgische auteurswet In deze tweede herziene editie van het huldeboek voor professor Jan Corbet, de autoriteit op het vlak van Belgisch, Europees en internationaal auteursrecht, worden de verschillende artikelen van de Belgische auteurswet becommentarieerd door vooraanstaande auteursrechtspecialisten. Elk artikel wordt grondig besproken en geanalyseerd in de taal van de auteur. Het artikelsgewijze commentaar biedt de lezer een goed overzicht van de huidige stand van de Belgische auteurswet na de laatste wijziging door de wet van 22 mei 2005. Deze betrof de omzetting in het Belgische recht van de Europese richtlijn van 22 mei 2001 aangaande de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij. F. Brison, H. Vanhees (eds.). De Belgische auteurswet: Artikelsgewijze commentaar. Huldeboek Jan Corbet, uitgeverij Larcier, Gent, 160 euro

1 mei 2009 LOKAAL 9


PERSPIRAAT

KORT LOKAAL NIEUWS

“ Er is dringend nood aan een

nieuwe wind in ons bestuur op alle niveaus. Ook bij de lokale besturen: hoewel die het dichtst bij de burger staan en de adem van de belastingbetaler in de nek zouden moeten voelen, is de neiging om efficiënt te werken daar weinig ontwikkeld. Vlaanderen heeft al wel stappen gedaan in de modernisering van zijn bestuur, maar dat kan nog veel beter. Het moet vooral zijn regelneverij afleren. Guy Tegenbos, politiek redacteur – De Standaard Online 9/4

“ Consultancybureaus hebben een

nieuw gat in de markt ontdekt: steden en gemeenten uitleggen hoe ze de decreten moeten begrijpen en volgen. (…) Vlaanderen verzuimt te doen wat het zelf vraagt van de federale overheid: bevoegdheden en centen afstaan aan een niveau dat beter geschikt is die taken uit te voeren. Politiek commentator Yves Desmet – De Morgen 8/4

“ De VVSG klaagt over de Vlaamse

regellast waar de gemeenten onder bezwijken. Maar van de 126 Vlaamse parlementsleden zijn er hoogstens twintig die niet aan lokale politiek doen. De klacht betreft dus vooral de politici uit de gemeenten, die in het Vlaams parlement zelf voor te veel decreten zorgen. Lezer Philippe Van den Abeele in een brief aan de redactie – De Standaard 14/4

“ Vandaag moeten we met een

beperkte voorraad aan politiek talent enorm veel niveaus bemannen. Er vloeide talent af naar het gemeentelijke niveau – terecht – dat elders niet meer bruikbaar is, naar het gewestelijke niveau, naar Europa, en naar internationale instellingen. We zitten aan de grens van onze mogelijkheden. Socioloog en emeritus-hoogleraar Luc Huyse – De Standaard 22/4

Het OCMW kiest bewust voor een eigen woonzorgcentrum zodat het kan waken over de gelijke behandeling van alle burgers. Lummens OCMW-voorzitter Birgitt Carlier over de bouw van het nieuwe woonzorgcentrum – Het Belang van Limburg 18/4

10 LOKAAL 1 mei 2009

GF

Het versterken van het sociale weefsel met buurtfeesten is een aandachtspunt.

Burgers spelen rol in veiligheid Inwoners van een wijk spelen een rol in het creëren van een leefbare en veilige woonomgeving. In plaats van toeschouwers worden ze medespelers. Dit vergt van de overheid, haar diensten en de burgers een volledig andere denk- en werkwijze.

M

et het rapport Luisteren naar mensen over onveiligheid wilde de Koning Boudewijnstichting in het voorjaar van 2006 een sereen debat op gang brengen over veiligheid en veiligheidsbeleving. Als vervolg van dit proces ondersteunde de Koning Boudewijnstichting tien proeftuinen waar een lokaal bestuur samen met de inwoners ging zorgen voor meer veiligheid op het buurtplein, in de wijk of de gemeente. Ondertussen zijn we drie jaar verder en hebben de lokale besturen meer ervaring opgedaan met allerlei

methodes van bevolkingsparticipatie. Twee van deze proeftuinen komen uitgebreid aan bod op de studiedag Burgers en veiligheid: van toeschouwer tot medespeler in Mechelen op 19 mei. De hangjongeren die in Riemst als lastposten werden beschouwd omdat ze rondlummelden bij de bushokjes of op het centrale plein, hebben ondertussen zelf lummelhoeken ontworpen. Burgemeester Mark Vos vraagt zich nu af hoe de positieve invloed van hangjongeren kan worden aangewend. Antwerpen ontwikkelde een integraal veiligheids-

beleid met aandacht voor veilige, propere, herstelde en gezellige buurten met de actie ‘Buurt aan de beurt’. Bewoners nemen hun verantwoordelijkheid mee op bij het onderhouden en schoonmaken van de buurt. Het versterken van het sociale weefsel met buurtfeesten en andere gezellige acties is een aandachtspunt gebleven. Ondertussen worden de krachten van deze buurten erkend. Marlies van Bouwel ÎÎ Inschrijven kan gratis op congrescentrum.vvsg.be tot 5 mei

Tot 30 juni Inspireer met uw project rond kinder –en jongerenparticipatie en cultuur Het Vlaams Netwerk Kindvriendelijke Steden en Gemeenten verzamelt samen met LOCUS vzw pittige inspirerende initiatieven van gemeentebesturen, bibliotheken en cultuurcentra die een project ontwikkel(d)en om kinderen en jongeren bij hun plaatselijk cultuurbeleid te betrekken door middel van een participatietraject. De beste initiatieven worden in een publicatie gebundeld. U kunt tot 30 juni een project voordragen via het aanvraagformulier op www.k-s.be. ÎÎ www.k-s.be.


Pieter BOS column

Mijn platte land Waar komt het woord platteland vandaan? Dat heb ik me altijd afgevraagd. Iedereen kan toch zien dat het allesbehalve plat is? Het heuvelt. Het glooit. Het plooit. Heel soms is het eerder vlak, jawel. Maar wie beter kijkt, zal zien dat schijn bedriegt. In werkelijkheid strekt het landschap zich speels uit van terp naar donk. Het dartelt van beekvallei naar vijveroever. Plat? Laat me niet lachen. Waarom denk je dat er zoveel 4x4’s rijden in dit land? Het woord platteland heeft dan ook een heel andere oorsprong. Het komt van de manier waarop het tot stand komt. Ik kan het weten, want ik zit in de Gecoro. De Ge-co-ro. Gewone burgers denken nog altijd dat je ze voor de gek houdt als je die naam vernoemt. Voluit is het de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening. Maar dat klinkt dan weer zo gewichtig en dat appreciëren burgers ook maar matig. Bovendien loop je door de naam voluit te gebruiken meer risico dat degenen die er in zitten zich hun opdracht herinneren. Nee, dan liever Gecoro. Een beetje gek en veel gezelliger. Maar terug naar het platteland en z’n ontstaansgeschiedenis. Die gaat als volgt. Eerst heb je een landbouwer die, je weet hoe landbouwers zijn, landbouw bedrijft op zijn land. Koeien, mest, maïs, de klassieke kringloop. Gaandeweg deelt de landbouwer zijn land uit aan zijn zonen en dochters, volgens de formule landbouwgrond - land = bouwgrond. Daarna verkoopt hij af en toe een stukje extra, volgens het ritme waarop hij vroeger een koe of een varken slachtte. Langzaam maar zeker geraken de randen volgebouwd. Met fermettes, uit respect voor de omgeving. Met villa’s, uit belangstelling voor de omgeving. Met Spaanse haciënda’s, om eens iets anders te hebben. Met bunkerachtige blokkendozen, uit respect voor niets of niemand. Kortom, randgevallen allemaal. Ieder kruisje verdient zijn huisje, zeg maar. Na verloop van tijd wordt het lint van bebouwing officieel erkend als lintbebouwing. Dan is het moment gekomen voor het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.

Je zou denken dat men dat het Gerustru zou noemen. Maar neen. Te veel logica mag men nu ook weer niet verwachten. Het ding wordt het Ge-Er-Es genoemd. Elk Ge-Er-Es is natuurlijk anders, maar op een bepaalde ondoorgrondelijke manier toch ook altijd weer hetzelfde. Zo kan je er – bijvoorbeeld – een huis op bouwen dat het voorziet in invulbebouwing, een techniek afgekeken van de tandheelkunde, die al eerder ervaring opdeed met kies-pijn. Invulbebouwing is er op gericht de overgebleven gaten op te vullen. Eenmaal die klus geklaard, begint het echte werk. Het buitengebied is nu binnengebied geworden, want ingesloten door bebouwde randen. Wat vroeger uitbreiding zou zijn geweest, kan nu inbreiding worden genoemd. Of verdichting. Of allebei. Eigenlijk doet het er ook niet toe. Het belangrijkste is dat er gebouwd kan worden. Dat kan van zodra de kinderen van de landbouwer, intussen zelf tot mest weergekeerd, uit onverdeeldheid treden. Onverdeeldheid, nog zo’n woord. Een mens zou denken: als ze het eens zijn, zijn ze niet verdeeld, dus onverdeeld. Maar woorden bedriegen, ik zei het al. Eenmaal uit onverdeeldheid, kan het stuk grond verkocht worden. Daar heeft de projectontwikkelaar op gewacht. De projectontwikkelaar ontwikkelt projecten. Hij heeft zijn naam dus niet gestolen. Al de rest wel, zeggen sommigen. Maar ik niet. Ik zit in de Gecoro. En daar zit ik samen met mensen die bovenste beste banden hebben met projectontwikkelaars: notarissen, architecten, landmeters, stedenbouwkundigen,… Laat die projectontwikkelaars maar doen, zeggen zij, die weten het zelf toch wel het beste, anders waren ze al lang failliet. Daar zit logica in, geef toe. Ik moet het ze trouwens nageven: ze gaan grondig te werk, die projectontwikkelaars. Eerst rijden ze alles plat, platter, platst. Tot er alleen nog platteland over blijft, inderdaad. En daarna slaan ze aan het ontwikkelen. Dat heet dan plattelandsontwikkeling. Zo zie je maar. Ruimtelijke ordening, het lijkt ingewikkelder dan het is. I

1 mei 2009 LOKAAL 11


ORGANISATIE ARCHIEFBEHEER

Archivarissen bewaren en ontsluiten archieven opdat ze gebruikt kunnen worden. Alle inspanningen van de archiefdienst zijn erop gericht het archief ter beschikking te stellen van zowel de dossierbeheerders van de lokale overheden als de ge誰nteresseerde burger. Tom Haeck

D

e eerste gebruikers van documenten zijn de eigen diensten. Ook als hun archief aan de archiefdienst overgedragen is of onder de verantwoordelijkheid van een archiefbeheerder bewaard wordt, zullen ze er regelmatig informatie uit nodig hebben. Het is van groot belang dat het uitlenen aan interne gebruikers goed geregeld is. Een goede registratie is een eerste vereiste. Wanneer een volledig dossier wordt uitgeleend, moeten daarvan de gegevens bijgehouden worden. Op de plaats van het dossier plaatst de archiefmedewerker dan een verwijskaart met daarop op zijn minst de gegevens van het betrokken dossier, de naam van de ontlener en de datum van ontlening. Een geautomatiseerd systeem houdt bij welke dossiers er ontleend worden, door wie, wanneer dit gebeurde en wanneer de betrokken stukken moeten worden terugbezorgd. De uitleentermijn wordt het best beperkt.

GFS

Van archief naar leeszaal

12 LOKAAL 1 mei 2009

Het is essentieel regelmatig te controleren welke dossiers nog niet terug zijn. Als de uitleentermijn verstreken is, moet de ontlener op de hoogte gebracht worden, zodat die het dossier kan terugbrengen. Het kan niet dat dossiers doorgegeven worden aan andere medewerkers of zelfs aan andere diensten, zonder dat de archiefdienst of de archiefverantwoordelijke daarvan op de hoogte is. Richtlijnen voor interne bruikleen zijn dus noodzakelijk. Wanneer de medewerker een bepaald document nodig heeft, volstaat het meestal hem een kopie te geven. Verwijder nooit, zelfs niet tijdelijk, stukken uit een dossier zonder een verwijskaart te plaatsen.


Anders ontstaan er hiaten in een dossier en verhoogt het risico dat het stuk zoek raakt. Openbaarheid van bestuur Naast de interne gebruikers willen ook externen het archief raadplegen. De eerste categorie externe gebruikers zijn de rechtzoekende burgers. Openbaarheid van bestuur is een grondwettelijk recht. Zowel de federale als de Vlaamse overheid heeft hiervoor regels uitgewerkt. Elke burger heeft het recht bestuursdocumenten op te vragen, in te kijken en indien gewenst een afschrift ervan te krijgen. Het Vlaamse decreet op de openbaarheid van bestuur van 26 maart 2004 heeft het begrip bestuursdocument ruim geïnterpreteerd: ‘de drager, in welke vorm ook, van informatie waarover een instantie beschikt’. Het decreet verplicht de personeelsleden van een bestuursinstantie iedereen behulpzaam te zijn die zoekt naar documenten waarover het betrokken bestuur beschikt. Elk bestuur moet volgens het decreet ook een register bijhouden waarin het de aanvragen voor inzage registreert met het gevolg dat eraan werd gegeven. Openbaarheid: ja, maar Openbaarheid wil echter niet zeggen dat elke burger zomaar elk document kan inzien dat bij een lokaal bestuur wordt bewaard. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer is eveneens een grondrecht. Het spreekt voor zich dat je niet zomaar bij een OCMW het sociale dossier van je buurman kunt gaan inkijken. Er zijn nog andere uitzonderingen op de openbaarheid vastgelegd in het decreet, zoals commerciële belangen of openbare veiligheid. Er moet per document nagegaan worden of er uitzonderingen gelden. De beslissing om al dan niet inzage te verlenen moet trouwens gemotiveerd worden en de

aanvrager kan steeds in beroep gaan.

aal: Een goede leesz en compromis tuss heid comfort en veilig

De leeszaal: poort naar de wereld De rechtzoekende burger is niet de enige die gebruik zal maken van het dere lezer, nde ruimte voor ie archief van een lokaal bestuur. Veel • Reserveer voldoe n kan alle rust de stukke gemeenten hebben een heemkundige zodat iedereen in kring die de lokale geschiedenis bestuconsulteren. die een e tafels en stoelen, deert. Ook genealogen en wetenschap• Kies comfortabel maken. tatie aangenaam pers raadplegen archieven. De leeszaal langdurige consul probeer een nde verlichting en of studiezaal is de plaats waar elke geïn• Zorg voor voldoe ving te creëren. teresseerde burger met zijn vraag terecht geluidsarme omge t best een icrofilmcollectie he kan. Ze is dan ook het uithangbord van • Bied voor een m zelfbediening. het archief. Daarom is het van belang dat aparte ruimte met beschikking, erd personeel ter een bezoeker vanaf het binnenkomen bij• Stel gekwalifice t oriënteren ezicht als voor he gestaan wordt door het personeel van de zowel voor het to n opzoekingen. archiefdienst, zodat zijn bezoek zo aanvan de lezers bij hu t op om de leeszaalreglemen genaam mogelijk kan verlopen. • Stel een duidelijk wijzen. ten en plichten te Een goede leeszaal moet een rustige werklezers op hun rech een op n en inventarissen plek zijn voor de bezoeker. De inrichting • Stel de toegange op. moet het personeel in staat stellen zo goed duidelijke plaats met ndbibliotheek aan ha ne ei kl n mogelijk toezicht uit te oefenen op de ge• Bied ee en g gebruiker nutti bruikers. Een duidelijke scheiding tussen boeken die voor de werkruimte voor het personeel en leeszaal interessant zijn. voor de gebruikers is meer dan wenselijk. Natuurlijk kunnen de gebruikers geen toegang krijgen tot de archiefdepots om er den van digitale zelf hun stukken uit te halen. toegangen tot het archief, bijvoorbeeld via het internet, zal diepgaander histoReële of virtuele studiezaal risch onderzoek stimuleren. Daardoor zal De groeiende hoeveelheid digitale gegede vraag naar raadpleging van originele vensbestanden zal ertoe leiden dat de bedocumenten dan weer stijgen. Daarom zoekers ook virtueel in de leeszaal zullen moet evenveel aandacht besteed worden komen. Dit wil echter niet zeggen dat de aan de inrichting van de reële leeszaal als raadpleging van de papieren originelen aan de opzet van een webpagina voor het zal verminderen. In sommige gevallen is archief. doorgedreven digitalisering van volledige archiefbestanden tijdrovend, duur en af en toe zelfs helemaal niet nuttig. In andeTom Haeck is archivaris van het OCMW re gevallen is het net aangeraden om te divan Gent en lid van de Werkgroep gitaliseren, vooral bij vaak geraadpleegde Lokaal Overheidsarchief van de Vlaamse of in hun bestaan bedreigde stukken. De Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en beslissing tot digitaliseren kan pas genoDocumentatiewezen men worden na een kosten-batenanalyse. Het steeds ruimer en algemeen aanbie-

Wie klasseert, die vindt Hedendaags document- en archiefbeheer in besturen en organisaties Op 5 mei wordt opnieuw een studienamiddag Wie klasseert, die vindt georganiseerd in Mechelen. Tegelijk verschijnt de eerste bijwerking van het handboek Wie klasseert, die vindt. Een eerste artikel beschrijft het klasseren en archiveren van e-mails: waarom, waar, wat, hoe en door wie? Er wordt ingegaan op wat er nodig is om e-mails en hun bijlagen op langere termijn te archiveren. Een andere tekst somt de voor- en nadelen op van bekende klasseersystemen en geeft praktische adviezen over hoe je met de systemen moet omgaan. Het handboek is losbladig en kost 49 euro. Bijwerkingen worden u toegestuurd aan 0,46 euro per blz. Bestellen kan op www.politeia.be of door te mailen naar info@politeia.be.

1 mei 2009 LOKAAL 13


Praktijkboek Kwaliteitszorg IN WELZIJNSVOORZIENINGEN Standaardwerk voor kwaliteitszorg Het Decreet Kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen betekent een blijvende uitdaging voor alle zorg- en dienstverlenende instellingen. Het ‘Praktijkboek Kwaliteitszorg’ - al jarenlang een standaardwerk voor kwaliteitszorg in de welzijnssector - biedt managers, leidinggevenden, kwaliteitscoördinatoren enz. een stevige vertrekbasis om kwaliteitszorg op een systematische wijze te ontwikkelen en in te voeren.

Een uitgave in evenwicht Het Praktijkboek is opgesplitst in twee evenwichtige delen. Het eerste deel gaat in op de meer theoretische uitgangspunten van kwaliteitszorg. Dit deel biedt tal van handvatten en tips voor het realiseren van veranderingsprocessen binnen organisaties. In deel twee worden concrete projecten en activiteiten uit de praktijk opgenomen. De voorbeelden geven een goed inzicht in de praktijkervaringen van collegainstellingen en behoeden voor een aantal valkuilen. De cd-rom bij het ‘Praktijkboek’ bevat een schat aan materiaal. Redactieraad en uitgeverij investeerden recent in het beter toegankelijk maken van deze informatie.

Specialisten aan het woord Op de vernieuwde cd-rom zijn er vanaf nu vier mogelijkheden om artikels uit het ‘Praktijkboek Kwaliteitszorg’ op te zoeken: - aan de hand van een zoekrobot (door eenvoudigweg een trefwoord in te geven), - op basis van de ‘hefbomen voor kwaliteit’ (een groepering van artikels, geïnspireerd door de hefbomen uit het EFQM-model), - op basis van de toolbox (praktische instrumenten en methodes, van projectoriëntatie tot evaluatie) - en ten slotte op basis van de sector (zowel uit het theorie als praktijk-gedeelte).

Een groot netwerk van ervaren praktijkmensen zorgt jaarlijks tweemaal voor een aanvulling van het Praktijkboek Kwaliteitszorg. Zij steunen op hun jarenlange ervaring binnen de sector (directeuren, diensthoofden, kwaliteitscoördinatoren…) en worden hierbij ondersteund door een redactieraad onder leiding van Theo Wijnen, coördinator van het team consulting en ontwikkeling van de VVSG. Nieuwe ideeën of voorstellen tot publicatie binnen het domein van de kwaliteitszorg en organisatieontwikkeling kunt u steeds vrijblijvend mailen naar theo.wijnen@vvsg.be

Bestelkaart Stuur of fax deze strook naar: Politeia – Ravensteingalerij 28 – 1000 Brussel – fax: 02 289 26 19, of bestel via onze website: www.politeia.be

Ja, ik bestel ..... ex. van handboek met cd-rom Praktijkboek Kwaliteitszorg in Welzijnsvoorzieningen Mijn bestuur is lid van de VVSG dus ik betaal 139 euro per uitgave*. Ik behoor niet tot een organisatie die lid is van de VVSG dus ik betaal 159 euro per uitgave*. Ik wens de Politeia-nieuwsbrief per e-mail te ontvangen.

Bestuur/Organisatie: __________________________________ Naam: ____________________________________________ Functie: ________________ Tel. : ______________________ E-mail: ____________________________________________ Adres: ____________________________________________ _______________________ BTW: ______________________ Datum: __________ Handtekening: ______________________

De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd aan de prijs van € 0,46 per blz. tot schriftelijke wederopzegging (cd-rom: € 29). * Prijzen inclusief 6 % BTW maar exclusief verzendingskosten Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de Wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


ORGANISATIE AUTONOME GEMEENTEBEDRIJVEN

Het Oost-Vlaamse Wetteren droeg ruim drie jaar geleden de exploitatie van haar sporten recreatiecentrum en van haar nieuwe theaterzaal over aan het autonome gemeentebedrijf Wetteren. De verhoudingen tussen gemeente en AGB zijn vastgelegd in een beheersovereenkomst. Bart Van Moerkerke ‘De gemeente geeft de exploitatie uit handen aan het AGB maar zij voert uiteraard nog wel het sport- en cultuurbeleid,’ zegt Lieve De Gelder, schepen van onder meer Financiën, Cultuur en Toerisme, en afgevaardigd bestuurder en voorzitter van de raad van bestuur van het autonome gemeentebedrijf. Ze licht de beheersovereenkomst toe die in 2005 werd opgesteld tussen de gemeente en het autonome gemeentebedrijf. De overeenkomst regelt drie zaken: de financiële verhouding tussen gemeente en AGB, de afstemming van het beleid van de gemeente en dat van het gemeentebedrijf met betrekking tot de exploitatie van De Warande en Nova, en de omschrijving en afbakening van de opdrachten en verantwoordelijkheden die het AGB heeft tegenover de gemeente. De Warande is een groot domein met een sporthal, een overdekt en een openluchtzwembad, een visvijver, een speeltuin, voetbalterreinen enzovoort. Het AGB kreeg het domein in volle eigendom van de gemeente. Nova is een nieuwe theaterzaal die aan het AGB is overgedragen via een erfpachtovereenkomst. Schepen De Gelder: ‘Het autonome gemeentebedrijf is belast met de exploitatie van De Warande en Nova. Wat houdt dat in? Het plaatsen en onderhouden van de infrastructuur, het vaststellen van de tarieven voor de Warande en van de gebruiksvergoedingen en de gebruikerscategorieën voor Nova, het innen van de inkomsten en het betalen van de facturen. De beheersovereenkomst bepaalt dat het in de toekomst mogelijk is andere gemeentelijke

sport- en culturele infrastructuur over te dragen aan het AGB door middel van een convenant.’ Goed samenwerken Het autonome gemeentebedrijf bepaalt de tarieven en gebruiksvergoedingen voor De Warande en Nova. Maar die moeten door de gemeenteraad worden goedgekeurd na advies van de bevoegde gemeentelijke adviesorganen. En eens de tarieven zijn vastgelegd, kan de gemeente nog altijd prijssubsidies toekennen. ‘Als de gemeente wil dat bepaalde bevolkingsgroepen gratis tickets kunnen krijgen voor een voorstelling in Nova of tegen verminderde prijs kunnen zwemmen, dan kan ze dat doen. Dan betaalt ze het verschil in prijs aan het AGB,’ zegt Lieve De Gelder. De gemeente en het autonome gemeentebedrijf hebben ieder hun opdrachten en verantwoordelijkheden. Het is belangrijk dat ze elkaar vinden. Schepen De Gelder: ‘Vorige zomer was het rustig in De Warande maar de jaren voordien hadden we wel te maken met overlast veroorzaakt

STEFAN DEWICKERE

Wetteren en haar AGB door groepen jongeren. Is dat een probleem voor het AGB of voor de gemeente? Voor beide. De raad van bestuur van het gemeentebedrijf heeft beslist om onder meer extra camera’s te plaatsen. De gemeente en de burgemeester hebben afspraken gemaakt met de politie.’ Jaarlijkse dotatie Voor het betrokken personeel heeft de oprichting van het autonome gemeentebedrijf Wetteren niet veel veranderd. De gemeente stelt haar personeel kosteloos ter beschikking van het gemeentebedrijf. Ze behoudt ook het gezag over die personeelsleden. Een belangrijk artikel in de beheersovereenkomst gaat over de dotatie van de gemeente aan het AGB. De Warande en Nova zijn immers niet zelfbedruipend, de gemeente moet bijspringen om de dienstverlening door het gemeentebedrijf te waarborgen. De dotatie stemt overeen met het werkingstekort zoals dat blijkt uit de jaarrekening. Het budget en de jaarrekening van het AGB worden uiteraard in de gemeenteraad besproken. De gemeente doet natuurlijk ook financieel voordeel met het btw-plichtige AGB. De schepen raamt die bonus op 50 tot 60.000 euro per jaar. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Verzelfstandiging en samenwerking op lokaal vlak Op 12 mei heeft in Leuven de studiedag ‘Het autonome gemeentebedrijf in het cultuur-, jeugd-, sporten toerismebeleid’ plaats. Alle informatie over de studiedag vindt u op www.vvsg.be, knop kalender. Meer achtergrondinformatie over AGB’s vindt u in het losbladige handboek Verzelfstandiging en samenwerking op lokaal vlak. Er wordt aandacht besteed aan de wettelijke en juridische basis, fiscale en financiële aspecten, de overheidsopdrachtenwetgeving, vragen over personeel enzovoort. U kunt het boek bestellen op www.politeia.be of via info@politeia.be, VVSG-leden betalen 99 euro, niet-leden 119 euro.

1 mei 2009 LOKAAL 15


Ook klachten over u nemen wij vaak serieus

Bel gratis 0800 240 50 www.vlaamseombudsdienst.be - klachten@vlaamseombudsdienst.be


01

DeDegrondvesten grondvesten

OCMW en de zorg voor maatschappelijk welzijn als kerntaak van het lokale bestuur

H

oe fundamenteel de hervorming van de lokale zorg met de installatie van de OCMW’s in 1976 ook was, de oprichting van hun voorlopers, de Commissies van Openbare Onderstand (COO’s) betekende in 1925 een al even grote mijlpaal in de modernisering van de overheidsbijstand. Gelijk met de eerste stappen in de ontwikkeling van de sociale wetgeving in de nasleep van WO I werden met de wet van 10 maart 1925 de verspreid en los van elkaar functionerende bijstandsinstellingen (godshuizen en weldadigheidsburelen) verplicht verenigd in één dienst voor armenzorg per gemeente. De COO’s bestonden uit burgers die voor zes jaar verkozen werden door de gemeenteraadsleden en bijgestaan werden door een secretaris en ontvanger, al dan niet ook door een maatschappelijk werker. Hun opdracht omvatte naast curatieve bijstand – met inbegrip van bejaardenzorg, hospitaalverzorging en voogdij over arme wezen en vondelingen – ook preventie, breed gedefinieerd als ‘voorkomen van ellende’. De COO’s waren zelf maar een schakel in de evolutie van de institutionalisering van de bijstand. Sinds het concilie van Tours (567) vormde de armenzorg al voornamelijk een lokale aangelegenheid, maar tot de late Middeleeuwen werd zij als vorm van liefdadigheid grotendeels door de kerkelijke overheden georganiseerd op het niveau van de parochies. Armentafels (de latere weldadigheidsburelen) verdeelden giften in natura. In de godshuizen (vanaf de 13de eeuw) namen kloosterlingen in opdracht van particulieren, ambachtsverenigingen of gemeenten zieken en ouderlingen op en verschaften onderdak aan behoeftigen. Het pleidooi van humanist Juan Luis Vives om alle middelen voor armenbeleid te centraliseren bij de lokale overheid (De subventione pauperum, 1527) inspireerde Karel V al tot een ordonnantie voor het oprichten van stedelijke Gemene Beurzen. Het was echter pas na de Franse Revolutie dat de hulpverlening daadwerkelijk werd geseculariseerd en bij wet (in 1796) werd toegewezen aan de gemeenten, in de vorm van burgerlijke godshuizencommissies en burelen van weldadigheid. De wet op de Openbare Onderstand van 1891 bevestigde deze toestand en stipuleerde de verplichting van de gemeenten om gebeurlijke tekorten van de onderstandscommissies te dekken. Met de ontwikkeling van de sociale zekerheid na WO II gingen de COO’s nieuwe taken op zich nemen. De wetten van 2 april 1965 (het ten laste nemen van de steun) en 7 augustus 1974 (bestaansminimum) waren

belangrijke tussenstappen in de omvorming van COO tot OCMW – en daarmee in de overgang van welvaartstaat naar verzorgingsstaat. Door de organieke wet van 8 juli 1976 werd maatschappelijke dienstverlening een afdwingbaar recht voor iedere burger van de gemeente. Tegelijk kwam de organisatie van de centra voor maatschappelijk welzijn in handen van de uit politici bestaande OCMW-raden, waarvan de samenstelling die van de gemeenteraad weerspiegelt. Deze aan Belgische gemeenten specifieke bestuurlijke ontdubbeling moet paradoxaal genoeg de depolitisering van de OCMW-werking verzekeren: OCMW’s handelen autonoom en onafhankelijk van de gemeentepolitiek, weliswaar onder administratief toezicht van de gemeentelijke en bovenlokale overheden. Overigens verliep de oprichting van de OCMW’s in 1976 gelijktijdig met de grootschalige fusie van gemeenten (zie volgende Grondvesten), zodat de nieuw gevormde gemeenteraden per 1 januari 1977 ook de OCMW-raden konden aanduiden. De praktijk van het OCMW werd met ingang van de wet van 1976 grondig geprofessionaliseerd. De aanwerving van maatschappelijk werkers werd verplicht. Elk OCMW tekent op maat van de lokale behoeften een breed takenpakket uit, dat naast materiële en financiële ondersteuning (niet het minst via welzijnsvoorzieningen) sociale, juridische en psychologische begeleiding en preventie behelst. Een belangrijke tendens in de OCMW-dienstverlening is het voeren van een consequent activeringsbeleid gericht op de sociale arbeidsmarkt, waarmee invulling wordt gegeven aan het begrip van de hedendaagse actieve welvaartstaat. Deelwetten en omzendbrieven hebben de OCMW’s voortdurend geactualiseerd. De wet van 26 mei 2002 verving het vroegere bestaansminimum door een recht op maatschappelijke integratie. Lokale sociale beleidsplannen en de inrichting van Sociale Huizen moeten nu de dienstverlening van gemeente, OCMW en andere zorgverstrekkers op elkaar afstemmen en de toegankelijkheid voor de burgers verbeteren. Het OCMW-decreet van 19 december 2008 consolideert een aantal bestuurlijke vernieuwingen en vormt het voorlopige eindpunt van het streven naar een betere vormgeving van het lokale sociale beleid. Pieter Plas In De Grondvesten van Lokaal 9 leest u over ‘Samenvoeging en schaalvergroting: de gemeentefusie van 1975-1977’

De Grondvesten belicht de kernbegrippen uit de werking van de lokale besturen in hun historische evolutie.

Van Godshuis tot Sociaal Huis

1 mei 2009 LOKAAL 17


FORUM BURGERPARTICIPATIE

??

Nieuwe vormen van burgerparticipatie in Vlaamse steden

Steden zijn voortrekkers in het opzetten van participatietrajecten. In Vlaamse steden zien we echt vernieuwende praktijken die veel verder gaan dan het zoeken naar een draagvlak bij de bewoners voor het gevoerde beleid. Burgerinitiatieven krijgen ruimte, besturen zetten maximaal in op dit sociale en culturele kapitaal. Marlies van Bouwel

B

ij burgerparticipatie doet een stadsbestuur meer dan enkel communiceren over beleidsplannen die het zelf heeft opgesteld. Burgers en verenigingen worden betrokken bij de opmaak en uitvoering van plannen en beleid. Ook de burgers zelf zijn vragende partij. Getuige de enorme toename van buurtverenigingen en actiecomités. De resultaten van de Stadsmonitor 2008 geven aan dat maar liefst 60 procent van de stadsbewoners zich de problemen in zijn buurt of wijk aantrekt en bereid is zelf de handen uit de mouwen te steken. Scheldekaaien: innoverende participatie De Scheldekaaien in Antwerpen is een voorbeeld van een stadsbreed initiatief. Met de oplevering van het masterplan in het vooruitzicht, organiseerde de stad informatie-, participatie- en inspraakmomenten. In oktober 2008 vond het eerste interactiemoment plaats met experts en vertegenwoordigers van bewonersgroepen en belangenverenigingen. Verder wer18 LOKAAL 1 mei 2009

den buurtbewoners en geïnteresseerden uitgenodigd voor vormingsavonden over het masterplan. Op 19 oktober startte ook Kant & Wal, een wandel- en tentoonstellingsproject op de kaaien met als doel een zo breed mogelijk publiek gevoelsmatig te betrekken bij de kaaien en de geplande veranderingen. Het hoogtepunt van het inspraaktraject vond plaats eind maart 2009: de Dagen van de Kaaien. Het ontwerpvoorstel werd gepresenteerd en iedereen kon zijn mening of suggesties geven in workshops en stadsateliers. Naast de schetsen en ontwerpen van de nieuwe kaaien presenteerde het stadsbestuur ook de resultaten van ‘De Kaaien op Tafel’, een reeks voorbereidende tafelgesprekken met burgers, verenigingen en belangenorganisaties onder leiding van een moderator. Alle opmerkingen, suggesties, bedenkingen en voorstellen worden door het ontwerpteam meegenomen naar de definitieve oplevering van het masterplan Scheldekaaien eind 2009.

De Scheldekaaien zijn ingrepen in de stad, in het denken en doen van mensen. Verhalen, emoties, ervaringen en engagement: ze zijn evenveel aandacht waard als tekst en wederwoord. Deze vormen van participatie moeten letterlijk de ruimte geven aan burgers om zich deze projecten en deze ruimte toe te eigenen. Ze zijn bij uitstek geschikt voor democratie-in-actie, voor mensen die zaken willen aanpakken, die door concrete acties en fysieke bijdragen ruimte maken. De Dagen van de Kaaien vormen het startpunt van het culturele programma Kaailand. Van maart tot en met juni 2009 zijn er tal van activiteiten op en rond de kaaien zoals boottochten, theater, mobiele architectuurinstallaties, wandelingen, muziekconcerten en kinderateliers. Hybride netwerken voor de Site in Gent Burgerinitiatieven groeien de ene keer spontaan, dan weer zijn ze verweven met of ondersteund door professionele organisaties, door gesubsidieerde vzw’s of door stadsdiensten. Tussen privaat en publiek is een ruime grijze zone met veel interessante en innoverende praktijken. Burgers, organisaties en verenigingen, professionelen van instellingen en mensen van publieke diensten zijn in die zone vaak nauw met elkaar verweven in netwer-


Alle opmerkingen van de Dagen van de kaaien en De kaaien op Tafel worden meegenomen in het masterplan Scheldekaaien.

ken. De rijkdom van die zone zien en daar intelligent mee omgaan, is essentieel in de ontwikkeling van een stedelijk beleid. Zo is ‘de Site in Gent’ een voorbeeld van een hybride werking: niet zuiver privaat, niet zuiver publiek maar een mengeling via netwerken tussen professionelen van een vzw, professionelen en diensten van de stad, autonome burgerorganisaties en enkele sleutelpersonen in een wijk. vzw Rocsa ontwikkelde in de wijk Rabot in Gent een veelvoudige werking met vrijwilligers en organisaties uit deze zeer multiculturele en kansarme buurt. De centrale plaats (de site) was de grote lege vlakte op het terrein van een voormalige fabriek. Die werd omgetoverd tot een tijdelijk activiteitenterrein met en voor de buurt, met volkstuintjes, een openluchtcinema en een kunstenaarsdorp. De uiteenlopende activiteiten zorgden voor betrokkenheid en activeerden mensen in nieuwe samenwerkingsverbanden. De dienst Stedelijke Vernieuwing en Gebiedswerking van de stad Gent initieerde het project en heeft in de vzw Rocsa de meest geschikte uitvoerder gevonden. De stad subsidieert de vzw via de dienst Kunsten. De vzw wordt beheerd door vrijwilligers, enkelen van hen zijn ook ambtenaren bij de stad Gent. De banden tussen de vzw en de stadsdiensten zijn direct en intens. De vzw werkt samen met vzw Samenlevingsopbouw die grotendeels door de Vlaamse overheid wordt gesubsidieerd, maar voor haar plaatselijke werking een convenant heeft met de stad Gent. Ze bewaken de participatie en de band met het stadsvernieuwingsproject.

Wijk aan Zet in Gent – de wijk als aangrijpingspunt voor beleid Er is in de steden hernieuwde belangstelling voor de wijk als platform en niveau voor burgerparticipatie. In verschillende steden worden wijkbudgetten ingezet. Dat zijn budgetten van het stadsbestuur die autonoom door burgers worden beheerd en die ontstaan op het initiatief van burgers. ‘Wijk aan zet’ in Gent wil initiatieven steunen die de leefbaarheid, het samenleven, de inspraak en/of de communicatie in de wijk of deelgemeente verbeteren, zoals in opvang in de wijk voorzien, het opstarten van een wijkwebsite of een boodschappendienst voor minder mobiele wijkbewoners. In 2006 en 2007 ging het over 7000 euro, in 2008 over 10.500 euro en in 2009 over 14.000 euro. Er wordt een oproep gelanceerd waarop wijkbewoners kunnen intekenen. Het initiatief wordt intern afgetoetst bij de betrokken diensten en het managementteam en ook beoordeeld door 25 wijkjury’s (bestaande uit drie bewoners en twee ambtenaren). De Genks wil sociaal kapitaal behouden Hoe zullen de inwoners van Genk in 2020 hun stad met elkaar delen? In het strategische stadsproject De Genks wil Genk de inwoners samenbrengen in een open dialoog over hun stad om problemen en bezorgdheden te bespreken en om samen op zoek te gaan naar oplossingen op maat van Genk. De spilfiguren van de dialoogfase zijn de ‘uitdagers’: 64 geëngageerde vrijwilligers (een per 1.000 inwoners) volgden vorig jaar in de voorbereidende fase een vorming. Dit jaar nodigen ze in de tweede fase hun stadsgenoten uit voor een goed gesprek over hun stad. Ten slotte volgen vanaf 2010 concrete initiatieven: op basis van de stadsgesprekken gaan stadsbestuur en inwoners over tot

acties op maat van de stad en haar inwoners, voor een sterk en warm Genk dat klaar is voor de toekomst. stRaten-generaal in Antwerpen als voorbeeld van burgerinitiatief Autonome burgerinitiatieven over ‘sociaal culturele projecten’ worden meestal positief behandeld. Maar van zo gauw burgerinitiatieven zich mengen in lopende beleidszaken of een assertieve kritische houding aannemen, wijzigt de houding van het bestuur. Spontaan burgerinitiatief ontstaat vaak vanuit een gevoel van onvrede. Zo is stRaten-generaal in 1999 ontstaan als reactie op het rooien van de Japanse kerselaars rond het Museumplein in Antwerpen. Zodra het nieuws de buurtbewoners ter ore kwam, werd een petitie gestart voor het behoud van de kerselaars. Er werden ook acties ondernomen: een vreedzame bezetting van het plein, contacten met de pers en gerecht en het verspreiden van informatie. Ondanks het protest werden de plannen toch doorgevoerd. Dit incident bracht mensen samen die het gevoel deelden dat ‘dit toch niet zo verder kon in Antwerpen.’ De betrokken groep burgers is regelmatig blijven samenkomen en kreeg de naam stRaten-generaal, een open organisatie zonder vast ledenbestand. De organisatie legt zich toe op concrete en gevoelige dossiers rond duurzaamheid en leefbaarheid, zoals het Kievitplein achter het centraal station en het dossier van de Oosterweelverbinding. StRaten-generaal mobiliseert de kennis en deskundigheid die bij bewoners zit, ontwerpt op die basis beleidsalternatieven en weegt zo nadrukkelijk op de besluitvorming. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Burgerparticipatie in Vlaamse steden Op 31 maart werd tijdens een studiedag in het Vlaamse Parlement het rapport Burgerparticipatie in Vlaamse steden voorgesteld. Om de lokale besturen bij hun initiatieven te ondersteunen riep minister Marino Keulen een werkgroep Participatie in het leven die achttien maanden lang werkte aan een eigentijdse en ruim gedragen visie op participatie en aan een inspirerend beleidskader voor lokale bestuurders en burgers. Het rapport Burgerparticipatie in Vlaamse steden is het werk van deze ruime werkgroep onder leiding van Filip De Rynck en Karolien Dezeure. Volgens het rapport blijkt participatie in de praktijk vooral een opdracht voor ambtenaren, colleges en frontlijnwerkers. De mogelijke bijdrage van de privé-sector tot de burgermaatschappij blijft onderbelicht. Ook de gemeenteraad is onzichtbaar in het debat. Voor de auteurs hebben de gemeenteraadsleden nochtans een belangrijke(re) rol te vervullen in het lokale participatiedebat. Artikel 199 van het nieuwe gemeentedecreet stelt: ‘De gemeenteraad neemt initiatieven om de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen te verzekeren bij de beleidsvoorbereiding, bij de uitwerking van de gemeentelijke dienstverlening en bij de evaluatie ervan.’ MvB

1 mei 2009 LOKAAL 19


DE SCHATKAMER VAN PAUL TANT

‘Oog voor de maat der dingen’ Paul Tant was tot voor een maand de enige burgemeester die de fusiegemeente Kruishoutem ooit had. Nu zette hij een stap opzij, maar hij blijft wel voorzitter van de gemeenteraad. ‘Ik ben er bijzonder fier op dat we de neerwaartse spiraal waarin Kruishoutem zat, hebben kunnen doorbreken. Ik laat een dynamische gemeente na.’ Na 22 jaar in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en tussendoor twee jaar in de Senaat kwam Paul Tant niet meer op voor de federale verkiezingen van juni 2007. Op 13 maart 2009, op het ogenblik dat zijn opvolger Joop Verzele voldoende gerodeerd was, zegde hij ook het burgemeesterschap van Kruishoutem vaarwel. Paul Tant was 32 jaar onafgebroken de eerste burger van de Oost-Vlaamse gemeente. Een functie waar hij bijna per toeval inrolde. ‘Ik was voorbestemd voor een academische carrière. Ik was docent administratief recht in Kortrijk en ik gaf ook enkele uren politicologie. Ik had geen politieke ambities. Maar in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 1976 had de CVP twee kandidaat-burgemeesters. Om tweespalt te voorkomen, werd ik als buitenstaander aangezocht om de lijst te trekken. Ik was niet geneigd op de vraag in te gaan maar mijn echtgenote overtuigde

me het te doen: “Je geeft les en praat in theorie over de politiek, nu moet je het ook maar eens in de praktijk bewijzen”. Ik heb me samen met mijn vrouw, die als verpleegster van het wit-gele kruis bij heel veel mensen over de vloer kwam, in de campagne gegooid. Ik haalde zoveel voorkeurstemmen dat men niet om me heen kon. Ik werd burgemeester zonder voordien ook maar één politiek mandaat te hebben bekleed. De eerste jaren bleef ik lesgeven tot ik in 1981 verkozen werd in de Kamer. Van dan af was ik voltijds politicus. Ik heb beide functies kunnen cumuleren dankzij mijn vrouw. Zij heeft toen beslist haar werk stop te zetten zodat we eigenlijk met zijn tweeën mijn anderhalve baan hebben uitgeoefend.’ ‘Kruishoutem was bij mijn aantreden een gemeente die jaar na jaar een beetje verder wegzakte. De industriële bedrijvigheid en de handel gingen achteruit, het aantal inwoners daalde, de bevolking verouderde. Ik schoof twee hef bomen naar voor om dat tij te keren: de industriezone realiseren die op het gewestplan was voorzien en het voordeel van de ligging van de gemeente – de goede bereikbaarheid via de E17 gecombineerd met het groene karakter – uitspelen. We hebben vrij snel de industrie- en de ambachtelijke zone kunnen inrichten. Ze waren in een mum van tijd volzet. De toegenomen bedrijvigheid zorgde voor tewerkstelling en welvaart. De gemeente heeft daar financieel wel bij gevaren

De toegenomen bedrijvigheid in de nieuwe industriezone heeft de financiële en bestuurlijke slagkracht van de gemeente vergroot. 20 LOKAAL 1 mei 2009


STEFAN DEWICKERE

LOKALE RAAD

en dat heeft onze bestuurlijke slagkracht aanzienlijk vergroot. Die nieuwe dynamiek is de mooiste realisatie van mijn burgemeesterschap. We hebben altijd kunnen investeren, zonder de maat van de dingen uit het oog te verliezen. Grootheidswaanzin is aan mij niet besteed. Kruishoutem moet een goede bibliotheek hebben maar geen bibliotheek van een stad met een regionale functie. Onze sportinfrastructuur is in orde maar we hebben, gelukkig maar, geen zwembad gebouwd. We hebben ook geen gigantische woningbouwprojecten gerealiseerd maar wel regelmatig relatief kleine projecten.’ ‘Een ongewenst gevolg van ons succes is dat de bouwgronden en de woningen zeer duur zijn en dat de eigen bevolking daar het slachtoffer van dreigt te worden. Dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom moet Vlaanderen onze gemeente echt meer ruimte geven om nieuwe woningen te realiseren. Net zoals we ook bijkomende terreinen voor industrie moeten kunnen aansnijden. Zoniet dreigt onze dynamiek vast te lopen.’ ‘De dioxinecrisis is de grootste ontgoocheling uit mijn carrière. Kruishoutem is de eiergemeente, de bevolking en de bedrijven hier hebben de gevolgen aan den lijve ondervonden. Dat heeft een zeer wrange nasmaak gelaten, vooral omdat ik er van overtuigd ben dat de hele crisis geënsceneerd was. Dat politieke partijen onderling wedijveren, daar heb ik geen probleem mee maar dat mag niet ten koste van de bevolking en het bedrijfsleven gaan.’ ‘Ook de media hebben een belangrijke rol gespeeld in die crisis. Die interferentie tussen politiek en media is een relatief nieuw fenomeen. Het nieuws bepaalt meer en meer het verloop van dossiers, ook op lokaal vlak. Daardoor telt meer en meer het gelijk van het moment, we komen terecht in een kortetermijncultuur. Het is voor politici zeer moeilijk om nog op lange termijn te werken. Dat is een gevaarlijke evolutie waaraan dringend iets moet worden gedaan.’ I BVM

?

Wat als een OCMW-raadslid van partij verandert?

!

De OCMW-wet en het OCMW-decreet gebruiken de termen fracties of partijen niet. Het is echter niet omdat er in het OCMW juridisch geen fracties of partijen zijn, dat een OCMW-raadslid niet van fractie of partij kan veranderen. De regelgeving is eenvoudig samen te vatten: een overstap naar een andere partij kan er voor zorgen dat je geen OCMW-raadslid kunt worden, maar eens je OCMW-raadslid bent, zijn er geen sancties mogelijk wanneer je van partij verandert. Personen die opgekomen zijn tijdens de gemeenteraadsverkiezingen kunnen enkel als OCMW-raadslid voorgedragen worden op een voordrachtsakte die ondertekend is door een meerderheid van de gemeenteraadsleden die op dezelfde lijst opgekomen zijn tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Een overstap naar een partij van een andere lijst betekent dat deze persoon niet voorgedragen kan worden als OCMW-raadslid, tenzij de gemeenteraadsleden van zijn vroegere partij hem toch nog voordragen, wat niet realistisch is. Deze bepalingen van het OCMW-decreet treden in werking op 1 juli 2009. Als OCMW-raadslid ben je persoonlijk verkozen. De gemeenteraadsleden die de voordracht van dit raadslid ondertekend hebben, kunnen de verkiezing niet herroepen of ongedaan maken. Indien het OCMW-raadslid zelf beslist om ontslag te nemen, dan zijn het wel de gemeenteraadsleden die de voordracht van het te vervangen lid ondertekend hebben, die een ander OCMW-raadslid kunnen voordragen. Dit voorgedragen lid is dan automatisch verkozen. Slagen deze gemeenteraadsleden er niet in om iemand aan te duiden, dan zal de hele gemeenteraad een OCMW-raadslid kiezen. Voor een lid van het vast bureau of het bijzonder comité gelden ongeveer dezelfde principes. Een lid van het vast bureau of bijzonder comité kan niet gedwongen worden tot ontslag wanneer hij van partij verandert. Bij vrijwillig ontslag kunnen de OCMW-raadsleden die op dezelfde voordrachtsakte staan als het te vervangen raadslid, onder hen, iemand aanduiden die het lid zal vervangen in het vast bureau of bijzonder comité. Wordt er niemand aangeduid, dan is er een verkiezing door de hele OCMW-raad. Raadsleden die het OCMW vertegenwoordigen in een OCMW-vereniging worden aangewezen door de OCMW-raad. In de OCMW-verenigingen titel VIII, hfst. I en III van het OCMW-decreet (de verenigingen hoofdstuk. XII en XIIter van de OCMW-wet) wordt expliciet gewezen naar de regels die gelden voor de verkiezing van het vast bureau. In een vereniging titel VIII, hoofdstuk II van het OCMW-decreet (de vereniging hoofdstuk XIIbis van de OCMW-wet) wordt verwezen naar een geheime stemming in een enkele stemronde. De wet- en decreetgever hebben duidelijk gekozen voor een proportionele vertegenwoordiging van de raad en voor een persoonlijke verkiezing van de vertegenwoordiger. De raad kan de aangewezen vertegenwoordiger dan ook niet tot ontslag dwingen. Veranderen van partij kan er voor zorgen dat iemand tijdens de legislatuur geen OCMW-voorzitter kan worden. Wanneer de akte van voordracht voor de verkiezing van de OCMW-voorzitter in een einddatum en opvolger voorziet, heeft het veranderen van partij geen invloed, omdat de akte al getekend werd in het begin van de legislatuur. Wanneer er echter een nieuwe akte van voordracht nodig is, dan moet deze akte opnieuw getekend worden door enerzijds een meerderheid van alle raadsleden en anderzijds een meerderheid van OCMW-raadsleden die op dezelfde voordrachtsakte als het voorgedragen raadslid verkozen zijn. Of dit lukt, valt sterk te betwijfelen als je van partij verandert. Artikels 17, 27,§3, 25,§1 en§4, 124, 135septies en 135duodecies,§2 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Artikels 10, 14, 53, 54, 60,§3, 226, 241 en 246,§2 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW’s. Mail uw vraag over de OCMW-raad naar pieter.vanderstappen@vvsg.be

16 februari 2009 LOKAAL 21


STEFAN DEWICKERE


WERKVELD INterview Filip D’Haene en Luk Verstraete

Luk Verstraete en Filip D’Haene:

‘Alles begint bij de thuiszorg’ Ieder op hun manier zoeken de OCMW’s van Kortrijk en Zwevegem naar antwoorden op de woon- en zorgvragen van ouderen. Maar de uitgangspunten van de thuiszorgverantwoordelijken Filip D’Haene en Luk Verstraete zijn dezelfde: ‘de thuiszorg is de eerste lijn, het vertrekpunt’, ‘het OCMW is nodig om de toegang tot zorg te garanderen voor de meest kwetsbaren’ en ‘publieke en private welzijnsorganisaties moeten samenwerken’. Bart Van Moerkerke

V

oor het lokale dienstencentrum De Zevenkamer in Heule staat een Japanse kerselaar in volle bloei. Eronder poseren Filip D’Haene, diensthoofd ouderen- en thuiszorg van het OCMW Kortrijk, en Luk Verstraete, diensthoofd thuiszorg van het OCMW Zwevegem, voor de lens van fotograaf Stefan. ‘Het lijkt wel een locatie voor trouwfoto’s. En de mensen zien ons al zo vaak samen,’ lacht Luk Verstraete. In de regio zijn beide heren inderdaad voortrekkers als het op zorg en woonzorg voor ouderen aankomt. Ze zijn generatiegenoten en vormen in het Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg Zuid-West-Vlaanderen een tweespan voor de lokale besturen. Op 15 mei praten ze op de studiedag ‘Lokale woonzorg van morgen start vandaag’ over centrale intake, vraagverduidelijking, zorgbemiddeling en trajectbegeleiding vanuit een dienstenkruispunt. Buiten hangt een bordje Ouderen Informatiepunt, OIP. Wat is dat? Filip D’Haene: ‘Hier is niet enkel het rust- en verzorgingstehuis De Nieuwe Lente gevestigd maar ook het lokale dienstencentrum De Zevenkamer. In de regio zul je aan elk dienstencentrum het logo OIP vinden. Dit is een plek waar ouderen met al hun vragen terechtkunnen voor informatie, raad, advies en begeleiding. Vragen over gezondheid, tijdbesteding, financiën, cultuur, noem maar op. Maar natuurlijk hebben ze vaak problemen die met zorg en wonen te maken hebben.’

Hoeveel dienstencentra heeft het OCMW Kortrijk? Filip D’Haene: ‘Zeven. De ontwikkeling van dienstencentra is een strategische doelstelling in het zorgstrategische plan waar we momenteel aan werken. In elk woonzorggebied moet er een dienstencentrum zijn. Momenteel is er enkel in Kortrijk Centrum Zuid nog geen, daar zijn we nu een antenne aan het uitbouwen die zou kunnen uitgroeien tot een achtste dienstencentrum. Voor de stad en het OCMW is ook gebiedsgericht werken een strategische doelstelling. In elk gebied moet een minimumpakket aan functies voorhanden zijn zodat mensen zich niet altijd naar het stadhuis of het OCMW moeten verplaatsen. Een van de elementen is een basissteunpunt voor thuiswonende senioren. Concreet betekent dit dat elk lokaal dienstencentrum zich profileert op wat we woon-zorgdienstverlening noemen. In ieder centrum is een sociaal verpleegkundige voltijds aan het werk om de woonen zorgvragen van ouderen uit het gebied op te vangen.’ Hoe is dat in een kleinere gemeente als Zwevegem georganiseerd? Hebben jullie ook een gedecentraliseerde aanpak? Luk Verstraete: ‘We hebben een jaar geëxperimenteerd met een antennepunt van het sociaal huis in de deelgemeente Moen maar dat hebben we om financiële redenen moeten stopzetten. Nu werken we weer vanuit een centraal punt in de hoofdgemeente en dus hebben we andere manier van werken dan Kort1 mei 2009 LOKAAL 23


WERKVELD INterview Filip D’Haene en Luk Verstraete

rijk. De kern van Zwevegem ligt in het noorden van de gemeente en telt 10 à 11.000 inwoners. De kernen van de deelgemeenten liggen allemaal in het zuiden. Dat is toch zeven, acht kilometer verderop. Nu profileert iemand van onze dienst thuiszorg zich als aanspreekpunt voor zorg en wonen bij de private organisaties en bij sleutelfiguren in de deelgemeenten zoals de huisartsen, de wijkagenten. Het is de bedoeling, maar dat zal wel wat tijd vragen, dat al die mensen haar leren kennen en dat ze haar op de hoogte brengen als ze zorgvragen van ouderen opvangen. We hebben dus geen gespreide loketfunctie zoals Kortrijk, we werken vanuit ons centrale dienstenkruispunt.’ Filip D’Haene: ‘Het is een te betreuren trend dat alle loketfuncties in kleine, landelijke kernen verdwijnen. Alle voorzieningen, ook van de private organisaties, sluiten de deuren omdat de zitdagen te veel kosten. In eerste instantie is er soms nog een vervangende mobiele dienstverlening met busjes maar ook die verdwijnt. In Kortrijk hebben we ook vier rurale kernen: Aalbeke, Rollegem, Bellegem en Kooigem. Daar is een lokaal dienstencentrum niet te verantwoorden. We werken daar mobiel. De uitvalsbasis is het buurthuis in Rollegem. Van daaruit organiseren we allerlei activiteiten en diensten in de ontmoetingscentra van de kleine kernen. Het is belangrijk daar aanwezig te zijn want precies in die landelijke omgeving krijgen we proportioneel veel meer vragen dan in de grote deelgemeenten. Dat is logisch want de meeste dienstverlening is er weg. Er zijn geen banken meer, het postkantoor is gesloten: alle vragen zijn voor ons of de private partners die nog gebleven zijn.’

samen, ambtenaren doen de insteek voor de vergaderingen. Zo is iedereen mee in het verhaal. In Zwevegem hebben we onlangs een vorming georganiseerd met de OCMW-raadsleden en de dienst thuiszorg, over visievorming en het opzetten van thuiszorg.’ Zijn de dienstencentra goed gekend in Kortrijk? Filip D’Haene: ‘Absoluut, mensen weten dat we ons profileren op de dienstverlening inzake zorg en wonen. Maar we hebben er bewust voor gekozen om ons niet als zorgloket bekend te maken. Er zijn al loketten genoeg. Wij houden het bij het loket van het sociaal huis dat ook in alle deelgemeenten aanwezig is. Ouderen die daar aankloppen met woon- en zorgvragen worden naar ons doorverwezen. Centraal in het OCMW is er geen specialisatie meer in wonen en zorg, dat zit allemaal bij de lokale dienstencentra. Daar is de drempel het laagst en de afstand het kleinst.’

24 LOKAAL 1 mei 2009

STEFAN DEWICKERE

Kunt u eens concreet beschrijven wat er gebeurt vanaf het ogenblik dat een oudere zich aandient met een woon- of zorgvraag? Luk Verstraete: ‘Onze specialiste waarover ik het al had, gaat voor een intakegesprek bij de cliënt aan huis. Ze gaat na wat die persoon nog zelf kan doen of er familie is die bijspringt of er bijkomende hulp of ondersteuning nodig is enzovoort. Ze bekijkt ook de woning: is die in orde, is die aangepast aan de behoeften van Filip D’Haene: de cliënt? Is er een eenduidige vraag dan zet zij onmiddellijk alles in gang. Dat kan intern ‘Het is een te betreuren trend zijn, in het OCMW, maar zij contacteert ook private organisaties. Onze eigen dienstverledat alle loketfuncties ning inzake thuiszorg is namelijk beperkt tot schoonmaakhulp, warme maaltijden en perin kleine, landelijke kernen sonenalarm. Gaat het om een meervoudige Luk Verstraete: ‘In de deelgemeente Moen is er verdwijnen. Alle voorzieningen, of complexe vraag, dan bespreken we die in nog een zetel van de Bond Moyson. Die is maar het team van de thuiszorgdienst. Soms volook van de private organisaties, gen er dan nog enkele huisbezoeken om een halftijds bezet. We zijn nu aan het bespreken of we daar geen OIP aan kunnen vasthangen.’ goede diagnose te stellen. De volgende stap sluiten de deuren omdat de is dat alle nodige diensten, binnen en buiten Wordt er veel samengewerkt met de private het OCMW, worden samengebracht voor een zitdagen te veel kosten. welzijnspartners? multidisciplinair overleg en dat een zorgplan Filip D’Haene: ‘We hebben elkaar altijd aanwordt opgesteld. Dan wordt duidelijk afgegevuld. De woon- en zorgvraag van ouderen is dermate groot dat sproken wie wat doet. Er wordt ook bepaald wie de zorgcoördiwe niet zonder elkaar kunnen, de concurrentie speelt niet echt. natie opneemt zodat alle zorgen verstrekt door de verschillende Samenwerken betekent natuurlijk dat je je open en kwetsbaar partners op elkaar afgestemd zijn en blijven. Ik geef dit nu weer opstelt. Als je informatie geeft over je eigen werking, dan kan als een rechtlijnig verhaal vanaf de intake tot de coördinatie maar iemand daar op twee manieren op reageren: ook open kaart eigenlijk is het dat niet. In de loop van het proces moeten voortspelen of je informatie gebruiken.’ durend zaken herbekeken of bijgestuurd worden.’ Filip D’Haene: ‘Bij ons is het traject vrij gelijklopend. Het OIP is Luk Verstraete: ‘In de regio hier loopt die samenwerking prima. Ik maar een onderdeel van onze dienstverlening, we gaan net als herinner me de start van de dienstencheques. We zijn toen met de in Zwevegem verder dan informeren en adviseren. We stellen de private schoonmaakdiensten rond de tafel gaan zitten en hebben diagnose, we leiden de mensen naar de passende zorg, intern hun al onze cijfers gegeven. De week nadien kregen wij al hun of extern. In de vier rurale gebieden gaan we bij de cliënten aan cijfermateriaal. Communicatie is zeer belangrijk. Maar ze is ook huis, elders komen ze meestal naar ons toe. Sommigen worden zeer delicaat: we mogen zeker niet de indruk geven ons te wildoorverwezen, bijvoorbeeld door een ziekenhuis dat vraagt of len opdringen, een verkeerd woord kan direct voor spanningen wij warme maaltijden kunnen leveren bij een persoon die op het zorgen. Ook interne communicatie is cruciaal. De voorzitters en punt staat na een opname terug naar huis te gaan. Dat is voor secretarissen van de OCMW’s in de regio komen tweemaandelijks ons dan het moment om op huisbezoek te gaan en een sociaal


zieningen goed uitgebouwd, er is voldoende aanbod en de kwaliteit is hoog. Dat betekent dat mensen met een matige tot zware zorgvraag, B’s en C’s op de Katz-schaal, gemiddeld minder dan Ik veronderstel dat ook private organisaties soortgelijke trajecten drie maanden moeten wachten vooraleer ze een plaats vinden. opzetten. In de tussenperiode nemen wij de zorg op. De mensen met A en Filip D’Haene: ‘Uiteraard, we zijn ook hier geen solospelers. Ook O daarentegen moeten heel lang wachten. De wachtlijst van een thuisverpleegkundigen, diensten gezinszorg, de sociale diensten RVT geeft natuurlijk wel een wat vertekend beeld van de werkelijkvan de ziekenfondsen stellen zorgplannen op, organiseren het heid omdat velen zich er preventief op inschrijven. Ook in ziekenmultidisciplinaire overleg, nemen de zorgcoördinatie op. Net zohuizen is de plaatsingsreflex zeker nog niet verdwenen: iemand als wij hen betrekken bij de zorg voor ouderen wordt opgenomen wegens ziekte of een acute die zich bij ons melden, doen zij dat voor de aandoening en bij de opname wordt al actie mensen die bij hen komen.’ ondernomen voor inschrijving op de wachtlijst van een rusthuis zonder dat veel alterLuk Verstraete: ‘In de regio wordt ongeveer natieven worden onderzocht. Dat willen we een kwart van de zorgplannen opgemaakt zoveel mogelijk vermijden omdat je toch een door thuisverpleegkundigen. Dat het nieuwe ernstige analyse moet maken van de situatie decreet Samenwerkingsinitiatieven Eerste als je kwalitatieve dienstverlening en zorg op Lijn de zorgcoördinatie nu toewijst, vinden maat wil bieden. Daarom vragen we ook aan wij jammer. Wij hebben al jaren de traditie dat de ziekenhuizen en de opnamediensten van iedereen dat kan en dat loopt prima.’ de RVT’s dat ze de A’s en de O’s een folder meegeven van onze dienstverlening met de Filip D’Haene: ‘Het decreet zou inderdaad gegevens van onze sociaal verpleegkundidat evenwicht kunnen verstoren, we zullen gen. We moeten altijd kiezen voor de minst met de private partners moeten overleggen ingrijpende zorg, en dat is in eerste instantie hoe we dat opvangen. De realiteit van het dedeze die thuis kan worden geboden. Dat is creet zal natuurlijk zijn dat de sociale dienhet eerste echelon. Alles moet beginnen bij sten van de ziekenfondsen en de regionale de thuiszorg. De opnamedienst van het RVT dienstencentra loonsubsidies zullen krijgen is het tweede echelon, de tweede lijn die inom het multidisciplinaire overleg te organigeschakeld wordt als het met thuiszorg niet Luk Verstraete: seren en de zorgcoördinatie op te nemen. De meer lukt. Nu worden die opnamediensten lokale dienstencentra daarentegen moeten het overbevraagd omdat veel personen preventief ‘Het is ook niet altijd stellen met een bedrag dat zelfs niet volstaat op de wachtlijst staan. Wij hebben in eerste om een sociaal verpleegkundige te betalen.’ lijn wel de capaciteit om op de vragen van die duidelijk of de woning van ouderen te antwoorden.’ Luk Verstraete: ‘Een centraal aspect bij de een oudere het probleem is zorgcoördinatie zoals wij ze nu organiseren, Luk Verstraete: ‘Het is ook niet altijd duidelijk of het gebrek aan onderhoud is de keuze van de klant. Misschien heeft hij of de woning van een oudere het probleem een familielid dat bij een ziekenfonds werkt, is of het gebrek aan onderhoud ervan. Met ervan. Met kleine ingrepen misschien kent hij een thuisverpleegkundige kleine ingrepen en aanpassingen kun je een aan wie hij de zorgcoördinatie wil toevertrouwoning al veel verbeteren. Kranen en stopen aanpassingen kun je een wen. Dan gebeurt dat ook op die manier. Maar contacten repareren, een muurtje afbreken, het OCMW is en blijft heel belangrijk voor een douchecel plaatsen, dat zijn geen grote woning al veel verbeteren.’ mensen die niet weten waar naar toe, voor werken. Die aanpak staat nog in de kindermensen in kansarme situaties die buiten het schoenen. Hopelijk kan het nieuwe provinciprivate circuit vallen. Het OCMW mag geen cliënteel weigeren. ale steunpunt woningaanpassingen een oplossing bieden.’ Iedereen moet geholpen worden, dat is onze taak.’ Filip D’Haene: ‘Meer en meer merken we dat er behoefte is aan iets Filip D’Haene: ‘Het is én-én, publiek én privaat. Het openbare tussen thuis- en residentiële zorg. Een woonoplossing waar menbestuur is absoluut nodig om alles betaalbaar te houden en ook sen dagelijkse begeleiding en ondersteuning krijgen, iets zoals de meest kwetsbaren toegang te blijven geven tot zorg.’ begeleid wonen voor personen met een handicap. Dat aanbod is nog zeer beperkt maar we werken eraan. Hier, in dit gebouw, zulUit het sociale onderzoek blijkt ongetwijfeld regelmatig dat iemand len 36 assistentiewoningen komen, in een beschutte omgeving.’ residentiële zorg nodig heeft. Hoe ziet de begeleiding er in dat geval uit? Filip D’Haene: ‘In Zuid-West-Vlaanderen zijn de residentiële voorBart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal STEFAN DEWICKERE

onderzoek op te starten om de vragen en behoeften van de cliënt in kaart te brengen.’

Studiedag Leuven, 15 mei - ‘Lokale woonzorg van morgen start vandaag’

Meer informatie: www.vvsg.be

1 mei 2009 LOKAAL 25


bart lasuy

WERKVELD SCHULDPREVENTIE

Het spel is uit De schuldenproblematiek is actueel, ook bij jongeren. De meeste jongeren vinden een oplossing voor hun financiële problemen. Maar een groep jongeren is daar om uiteenlopende redenen niet toe in staat. Samen met deze jongeren ontwikkelde het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling een campagne om andere jongeren uit de schulden te houden: ‘No more credit, game over.’ Isolde Vandevelde

J

ongeren met een startersinkomen die net op eigen benen staan, krijgen te maken met grote kosten: een huurwaarborg, de aankoop van meubelen, een eigen wagen en nog zoveel meer. Soms kunnen ze het echt niet bolwerken. Bovendien groeien jongeren op in een maatschappij waar materialisme en consumeren een belangrijke rol spelen. Sommige sectoren richten zich in hun reclame tot jongeren als belangrijkste doelgroep en gaan hier26 LOKAAL 1 mei 2009

bij zeer agressief en misleidend te werk. Ook de stijging van de huurprijzen en de kosten voor energie- en waterprijzen zorgen ervoor dat het voor jongeren die net op eigen benen staan knap lastig wordt om rond te komen. Daarnaast weten jongeren te weinig over krediet. Zij hebben nog niet geleerd om te budgetteren en kunnen de impact van lenen en schulden maken (nog) niet inschatten. Zo zegt toch Ramses, 20 jaar:

‘Ik vind dat het te gemakkelijk gaat als je begint te lenen. Voor je het weet zit je in de problemen.’ Jongeren zijn te weinig geïnformeerd over deze materie en tonen weinig interesse in de financiële wereld. De informatie is vaak tamelijk ingewikkeld en niet aangepast aan hun leefwereld. Hierdoor zien ze het vaak als een te-ver-van-mijn-bed-show. Suzy, 24 jaar: ‘Ik moest opeens de volle pot van de ziekenhuisfacturen betalen. Ik wist niet hoe ik in orde kon geraken en welke papieren ik nodig had. Dat hebben ze mij nooit uitgelegd. Ik schrok toen ik zag dat ik de volle pot moest betalen.’ Gezocht: Budget Survival Kids Eind januari 2008 startte het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling met een reflectiegroep schuldoverlast bij jongeren. Deze


Jongeren zijn vaak impulsief en abonnementen afsluiten en kopen met Visa, gaat heel gemakkelijk.

groep, samengesteld uit schuldhulpverleners, jeugdwerkers en preventie-experts, kwam geregeld samen voor een preventiecampagne voor jongeren over overmatige schulden. De groep wilde zich focussen op de groep jongeren nét voor hun meerderjarigheid omdat deze jongeren in een fase komen waarin ze zelfstandig financiële beslissingen zullen moeten nemen. Een aantal onder hen zijn door hun leefsituatie extra kwetsbaar, zoals jongeren uit een gebroken gezin, jongeren met lage scholingsgraad of generatiearmen. Ze lopen daardoor extra risico om (sneller) in de schulden te geraken. Er werd beslist om deze groep jongeren zeker met de campagne te benaderen. De doelgroep bij het project betrekken was een must. Een campagne die samen met jongeren wordt uitgewerkt staat dichter bij hun leefwereld. Bij het zoeken naar een geschikte partner om het proces uit te voeren kwam het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling bij jeugddienst In Petto terecht. Samen met hen gingen we enthousiast aan de slag. Via verschillende (hulpverlenings)diensten kregen we de kans om met een aantal van ‘hun’ jongeren in schulden te praten. Voor jongeren is dit niet gemakkelijk, zegt Elke, 27 jaar: ‘Ik ben er wat beschaamd over, over mijn schulden. Toen ze me vroegen of er iemand langs mocht komen voor een interview was ik wat bang. Maar nu doet het goed om erover te praten. Ik vind het goed dat er iets aan gedaan wordt!’ De 23 diepte-interviews boden een schat aan informatie die we gebruikten als basis voor een focusgroep met een aantal andere jongeren. Met deze focusgroep hielden we groepsgesprekken, gestructureerde discussies begeleid door een ervaren gespreksleider. Ghent Marriotts: the place to be De eerste ontmoeting met de focusgroep vond plaats in het Ghent Marriotts Hotel. De keuze voor een luxehotel als locatie lijkt niet vanzelfsprekend en dat was ook net de bedoeling. Een gezellige conferenceroom met business lunch en ‘optional full-service’ kon creatieve en andere deuren openen. Het was ook een manier om de meewerkende jongeren te verwelkomen, te verwennen en te bedanken. Aan de hand van een korte visuele voorstel

ling van de verwerkte diepte-interviews gingen we van start. De situatieschetsen van de geïnterviewden wekten meteen herkenning op bij de jongeren en maakte dat we op het einde van het werkweekend met de focusgroep tot de vaststelling kwamen dat jongeren met schulden het niet zo nauw nemen met hun financiële

verbruik en extra kosten. ‘Zeker met die opkomende trends moeten ze jongeren vroeg genoeg waarschuwen. Die gastjes van twaalf hebben nu al een gsm,’ zegt Ramses. ‘Toen ik in het eerste middelbaar zat was dat nog een gewone Nokia en toen was dat al hét van hét voor mij. Nu zitten ze daar allemaal in het eerste

Saskia: ‘Door Sarah, door die serie kwam ik in de schulden. Had ik maar meer geduld gehad. Een keer had ik Sarah gezien en daarna bestelde ik telkens de volgende afleveringen, dat kostte 15 euro per week. Tel dat eens op, 200 afleveringen.’ verantwoordelijkheden en dit tot hun grote spijt. Hadden ze vroeger en beter geluisterd dan hadden ze beter geweten en hun schulden kunnen vermijden. ‘Schulden zijn zo van ik wil wel maar ik kan niet,’ vat Kristiaan, 20 jaar, het samen. Ook stelden we vast dat jongeren vaak te jong zijn om grote financiële verantwoordelijkheden op te nemen, ze reageren vaak nog te impulsief. Ze moeten worden begrensd. ‘Het gaat zo gemakkelijk,’ zegt Ramses, 20 jaar. ‘Zoals een abonnement afsluiten op je 18 jaar, dat gaat heel gemakkelijk terwijl je weet dat je dat toch niet kunt betalen. Dingen kopen met Visa is ook heel gemakkelijk. Het is allemaal zo verleidelijk omdat je nog niet beseft dat je binnen een paar maanden serieus gaat mogen dokken. Je beseft dat misschien wel maar je denkt daar nog niet bij na, je bent een beetje impulsief.’ Jongeren missen ook duidelijke, concrete en gerichte informatie: ‘Ik zou jongeren nooit op hun 18 jaar al hun geld geven maar pas wanneer ze 24 of 25 jaar zijn,’ zegt Jordy, zelf 20 jaar. ‘Dan hebben ze een beetje meer verstand en weten ze meer van wanten. Ik zou ook de telefoonabonnementen goedkoper maken. Ik denk dat ook jongeren van 18 jaar niets weten over het thema schulden. Daar kan wel wat aan gewerkt worden. Misschien een soort van vorming geven?’ Communicatie is de spil van de huidige leefwereld van jongeren en de verplichte gadgets of gebruiksvoorwerpen die daaraan verbonden zijn. Eraan ontsnappen is moeilijk, is eigenlijk onmogelijk. Dit alles gaat ook gepaard met een groter energie-

middelbaar al met van die grote bakken. Dus ik zou zeker vroeg genoeg jongeren duidelijk maken dat dingen geld kosten en dat je er voor moet werken want dat je niets cadeau krijgt.’ Bovendien werkt het ook verslavend: ‘Door Sarah, door die serie kwam ik in de schulden. Sarah is mijn schuld. Echt waar.’ Saskia, 19 jaar, lacht en zucht: ‘Ja. Ik heb in totaal al 4000 euro aan Telenet betaald, altijd netjes op tijd. Het is alleen de laatste maanden dat ik vastzit omdat het gewoon teveel werd. Ik heb nog iets van een 500 euro te gaan.’ Saskia zucht opnieuw: ‘Had ik maar meer geduld gehad om Sarah te zien. Een keer had ik Sarah gezien en daarna bestelde ik telkens de volgende af leveringen, dat kostte 15 euro per week. Tel dat eens op, 200 afleveringen.’ Een zelfstandige jongere met een startersinkomen kan niet voldoen aan de financiële eisen van de NU-samenleving. Onze huidige samenleving is veel te duur, het is moeilijk voor sommigen om mee te kunnen. De jongeren die door omstandigheden te snel op eigen benen komen te staan zijn een vogel voor de kat. Vooral voor katten die vanuit een boom op de loer liggen: ‘Om de vijf minuten zie je reclame op tv. Heel de dag door heb je altijd wel ergens, ik denk een stuk of twintig keer reclame over de laatste nieuwe auto. Slechts XX euro én op krediet te betalen,’ zegt Saskia. En Ramses, vult aan: ‘Als ik ooit alleen ga wonen, ga ik ervoor zorgen dat mijn bank niet in de buurt van winkels ligt.’ 1 mei 2009 LOKAAL 27


WERKVELD SCHULDPREVENTIE

Producten Na het werkweekend in de Ghent Marriotts kwamen we nog dikwijls met die jongeren samen om te brainstormen over hoe we andere jongeren bewust konden maken van de gevaren bij overmatige kredieten. ‘Geld maakt niet gelukkig. ’t Is echt. Ik heb al gemerkt dat ik me veel beter voel

Preventie in actie De producten worden in de eerste plaats verspreid bij de diensten schuldbemiddeling van de OCMW’s en CAW’s, de centra bijzondere jeugdzorg, de werkingen voor kansarme jongeren, de JAC’s en in jeugdhuizen. Op die manier wordt het thema zichtbaar en kunnen begeleiders aan de

Ramses: ‘Als ik ooit alleen ga wonen, zorg ik ervoor dat mijn bank niet in de buurt van winkels ligt.’ als ik iets koop met geld dat van mij is dan met geld van iemand anders,’ zei Ramses. Er kwamen een aantal ideeën uit de bus. We ontwierpen samen een krachtige affiche waarmee we het thema zichtbaar willen maken bij zoveel mogelijk jeugddiensten en hulpverleningsinstanties. De slogan NO MORE CREDIT, GAME OVER werd door de groep ontwikkeld. Met deze slogan willen de jongeren in jongerentaal duidelijk maken dat het werkelijk game over is op bepaalde levensgebieden wanneer je te veel schulden hebt gemaakt. Jordy, 20 jaar, spreekt uit ervaring: ‘Ik heb schulden gehad en ik heb ze afbetaald. Ik ben er nu van af en ik ga werken. Zo simpel is het. Ik ga niet heel mijn leven in een opvang-

hand van het filmpje en de affiche het onderwerp met hun jongeren bespreekbaar maken. De website bevat informatie over dit project waaronder de film en de interviews van jongeren in overmatige schuldenlast. De site moet echter groeien en zal worden aangevuld met allerhande informatie over jongeren en budget en met een wegwijzer voor jongeren met budgetproblemen die hun weg niet kennen in het hulpverleningslandschap. Dat is op hun vraag: ‘Ja, ik kende enkele diensten, maar ik wist ze niet zijn hé. Ik wist niet wat er allemaal bestond. Ik wist dat ik moest afbetalen maar ik kon het niet alleen en ik wist niet waar ik naartoe kon,’ zegt Ramses. ‘Misschien is een gratis te-

Jordy: ‘Ik heb schulden gehad en ik heb ze afbetaald. Ik ben er nu van af en ik ga werken. Zo simpel is het.’ centrum blijven zitten. Ik heb mijn lesje geleerd. Een tip voor anderen: je kan best in begeleiding blijven tot alles betaald is en alles in orde is.’ Naast de affiche werd er een dvd gemaakt met een aantrekkelijk preventiefilmpje dat de focusgroep toelaat om uit hun isolement te treden en een gezicht te plakken op jongeren met schulden. Deze dvd is ook bedoeld om intermediairen een instrument te geven om het thema onder de aandacht te brengen en te bespreken met jongeren. Aan dit alles koppelden we de website www.budgetsurvivalkids.be, een bron van extra informatie en inspiratie. 28 LOKAAL 1 mei 2009

lefoonnummer ook wel interessant. En affiches met dit nummer op belangrijke plaatsen hangen.’ De producten van het project ‘Budget Survival Kids’ zullen ook aansluiten bij het preventiepakket van het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling in het onderwijs.

Isolde Vandevelde is stafmedewerker voor vorming en preventie bij het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling • www.budgetsurvivalkids.be


PRAKTIJK

ANTWERPEN –Pleinontwikkeling slaagt er in om de sfeer op en rond pleinen ingrijpend te verbeteren. De pleinen worden omgetoverd tot plekken van ontspanning en ontmoeting tussen jong en oud en tussen verschillende culturen.

Het komt wel meer voor: rumoerige jongeren palmen een pleintje in om te voetballen of rond te hangen en onlustgevoelens en geklaag in de wijk steken de kop op. Te luidruchtig, vervelend gedrag, afval, overlast… Kortom het voormalige rustige plein wordt een bron van ergernis en sluimerende onveiligheidsgevoelens. Het initiatief Pleinontwikkeling pakt dit fenomeen kordaat aan. Na de schooluren worden op zestien Antwerpse pleinen activiteiten, materiaal en kleine projecten aangeboden voor kinderen en jongeren. De dertig enthousiaste animatoren richten zich tot alle jongeren en kinderen op en rond het plein. Toch hebben ze bijzondere aandacht voor kansarme jongeren die geen aansluiting vinden bij de bestaande jeugd- of sportwerkingen of jeugdinfrastructuur. Het leuke aanbod en de begeleiding verlegt hun grenzen en biedt ze kansen tot amusement en persoonlijke ontplooiing. De lage drempel van het initiatief is een succesfactor. Het aanbod is open, inschrijven is niet verplicht, jongeren kunnen meedoen wanneer het hun past.

Het plein is van iedereen

Het project heeft ook oog voor de andere pleingebruikers. De animatoren waken er over dat meer meisjes kunnen genieten van het aanbod en dat volwassenen zich weer met plezier op de pleinen begeven om de hond uit te laten of een babbeltje te slaan. Ontmoeting staat centraal in het project en respect voor elkaar wordt op speelse wijze aangeleerd om te komen tot een aangenamer pleinklimaat. Uitwisseling is de rode draad doorheen de activiteiten die met sport of cultuur te maken hebben. Tijdens de wintermaanden spelen de activiteiten zich binnenshuis af. Klassiekers zijn ondertussen voetbaltoernooien, circustechnieken, filmvertoningen en danslessen. Het project is een overdonderend succes, jaarlijks nemen 60.000 kinderen deel aan de activiteiten. Het project slaagde er in om de participatie van meisjes te verdrievoudigen en vergrootte de culturele diversiteit

GF

Pleinen: bron van ergernis of ontmoetingsplek ?

Na de schooluren worden op zestien Antwerpse pleinen activiteiten, materiaal en kleine projecten aangeboden voor kinderen en jongeren.

van de pleingebruikers. Voorheen werden de pleinen veelal geclaimd door één groep. Een grote bevraging in verschillende wijken in 2007 toonde aan dat acht op de tien jongeren vindt dat de sfeer op de pleinen is verbeterd. Bijna driekwart van de bevraagde volwassenen beaamt dit.

Samenwerking

De sleutels tot het succes zijn de structurele aanpak van het project en de goede samenwerking van de dienst Pleinontwikkeling met andere diensten. Het team Pleinontwikkeling is ingebed in de dienst Sociale Cohesie, afdeling Samenleven in Diversiteit. De inbedding en nabijheid van de diensten maakt het mogelijk om snel en probleemloos samen te werken op het veld, verzekert een vlotte kennisuitwisseling, vergemakkelijkt de contacten met Samenlevingsopbouw Antwerpen en staat borg voor een goede ondersteuning van het initiatief.

Het team kan ook vlot een beroep doen op de dienst Diversiteit die ook deel uitmaakt van Samenleven in Diversiteit. Maar de samenwerking overschrijdt de afdelingsgrenzen, ook de jeugd- en sportdienst, buurtregie, doelgroepregie, buurttoezicht, het reguliere jeugdwerk en lokale sport- en jeugdinitiatieven zijn erbij betrokken. Door het project op te nemen in de doelstellingen van de stad Antwerpen tot 2012 en die van het Federaal Grootstedenbeleid wordt het project structureel ingebed. Zij staan ook borg voor de financiering. Een andere niet onbelangrijke succesfactor is de keuze om een grote culturele diversiteit bij het personeel na te streven. Bovendien worden de jongeren op de pleinen aangemoedigd om te solliciteren voor een functie als pleinanimator. Een goede interne opleiding en ondersteuning zorgt er voor dat ze de taak aankunnen. Lucy Vereertbrugghen

ii Kenneth Moens, coördinator Pleinontwikkeling, afdeling Samenleven in Diversiteit/dienst Sociale Cohesie/team Pleinontwikkeling, T 03-222 37 71, kenneth.moens@stadantwerpen.be

1 mei 2009 LOKAAL 29


LAYLA AERTS

WERKVELD VEILIGHEIDSBELEID

Straathoekwerkers plaveien de weg terug Hoe is het gesteld met de onderkant van de samenleving? Elke dag schuiven straathoekwerkers hun denkkaders opzij en proberen voeling te krijgen met die mensen van wie dikwijls wordt vergeten dat ze net zoals iedereen rechten hebben. Samen met de doelgroep plaveit de straathoekwerker de weg terug naar de maatschappij. Deze openbare werken van welzijn dragen bij tot oplossingen voor overlast en onveiligheid(sgevoel). Nadja Desmet

D

e positie van het straathoekwerk tussen bestaande maatschappelijke voorzieningen en de doelgroep (de zogenaamde gasten) is specifiek. Straathoekwerkers trekken de straat op met kennis over het aanbod van relevante maatschappelijke voorzieningen maar nemen het werk van die voorzieningen niet over. Ze hebben een brugfunctie tussen de gasten en het hulpverlenings- of activiteitenaanbod. Bovendien weten de straathoekwerkers veel over de situatie van de doelgroep en over de effecten van maatschappelijke dienstverleningen. De ‘voelspriet’ van het 30 LOKAAL 1 mei 2009

straathoekwerk bereikt de onderkant van onze samenleving. Straathoekwerkers rapporteren over de realiteit, op een positieve en eerlijke manier in de hoop op verandering. Vlastrov (VLAams STRaathoekOVerleg), de koepel voor het straathoekwerk in Vlaanderen en Brussel heeft als belangrijkste taak al deze tendensen op Vlaams en federaal vlak te signaleren. Daarnaast schrijft Vlastrov visieteksten, reageert het op beleidsontwikkelingen via opiniestukken en is het de vertegenwoordiger van het straathoekwerk in verschillende over-

legstructuren. Ook vormingen en opleidingen organiseren voor straathoekwerkers, coördinatoren en andere organisaties behoort tot hun takenpakket. Om in te spelen op signalen en behoeften aan de onderkant van de samenleving werkte Vlastrov een registratiesysteem uit. Straathoekwerkers registreren in dit systeem hun eigen werkzaamheden en een beperkt aantal gegevens van hun gasten. Deze gegevens zijn volledig anoniem en vallen onder het beroepsgeheim. Dit registratiesysteem is vooral bedoeld als intern werkinstrument maar het laat ook toe een beperkt zicht te krijgen op het werk van straathoekwerkers. Op de Straatdag in Antwerpen van 19 maart 2009 werden de cijfers gepresenteerd van het straathoekwerk CAW Metropool Antwerpen en straathoekwerk Free Clinic Antwerpen die samen 1499 gasten registreerden. Dit komt neer op een honderd werkrelaties per straathoekwerker. Na-


De registratie geeft een aantal sterke indicaties dat een groot deel van de gasten het moeilijk heeft in de samenleving.

tuurlijk kent de straathoekwerker in zijn wijk heel wat meer gasten en is hij wijd bekend waardoor de gasten weten dat ze bij hem of haar terecht kunnen. Gemiddeld zijn er 25 contacten per gast. Wie zijn die gasten? De registratie geeft een aantal sterke indicaties dat een groot deel van de gasten het moeilijk heeft in de samenleving. Een op vijf gasten haalt zijn inkomen uit werk. Een op twee leeft van een vervangingsinkomen. Uit bijkomende vragen die moeilijk in te schatten of te verifiëren waren, blijkt dat twee van de drie mensen met een inkomen, een inkomen hebben dat gelijk is aan of kleiner dan het leefloon. 41 procent van de gasten waarover informatie was verzameld, hebben kinderen. Als verblijfplaats komen volgende plaatsen voor: bij vrienden, geen verblijfplaats, opvangcentra, residentiële mannenopvang, begeleid wonen, beschut wonen. In Antwerpen werken de straathoekwerkers van CAW Metropool en Free Clinic met 58 verschillende nationaliteiten, in volgorde van voorkomen: België, OostEuropa en Rusland, Marokko, Turkije, Afrika, West-Europa, Zuid-Amerika en Azië. Drie op vier gasten hebben een permanent verblijfsrecht, 86 gasten hebben een tijdelijk verblijfsrecht, 192 verblijven onwettig in het land. De situatie van deze illegale groep is zeer kwetsbaar, ze hebben weinig of geen rechten en kunnen nergens terecht.

Een dag uit het leven van een straathoekwerkster

10 uur Ik stap uit het station. De zon schijnt, het lijkt een mooie dag te worden. Dagen met zon zijn voor straathoekwerkers sowieso aangenamer werken. Ze maken het leven op straat net iets minder scherp. Even langs kantoor om mijn collega’s goedendag te zeggen en mijn mails te checken. 10.30 uur Eén van de gasten komt langs. Het geluk straalt van zijn gezicht. ‘Ik heb juist de sleutel gekregen van mijn appartement,’ zegt hij opgewonden en half buiten adem: ‘Kom, we gaan snel kijken.’ Ik neem mijn jas en rugzak en ga met hem mee. Toen ik hem leerde kennen, woonde hij in een vochtig, donker kot. Als ik bij hem op bezoek ging, moest ik even mijn adem inhouden, totdat ik gewend was aan de schimmelgeur. Hij heeft bergen verzet om deze sociale woning te bemachtigen. 10.50 uur Een beetje trillend steekt hij de sleutel in het sleutelgat. Daar staan we dan in een ruim appartement met twee slaapkamers, een voor hem en een voor zijn zoontje. Hij leidt me trots rond, ik ben fier om rondgeleid te worden in zijn kleine paleis. We praten nog wat over de verhuisplannen, de praktische dingen die nog moeten geregeld worden en het gevoel van een eigen plek te hebben. 13.30 uur Ik trek opnieuw de straat op. Het zonnetje schijnt waterig. Ik stap één van mijn cafés binnen en ga aan de toog zitten voor een babbeltje met de cafébaas. Het is nog vrij vroeg om mensen op café te vinden en ik beslis om een bezoekje te brengen bij iemand thuis. 13.45 uur Zij doet open. De hond groet me hartelijk en ik krijg koffie aangeboden. We babbelen een beetje over koetjes en kalfjes, wat ze afgelopen weekend gedaan heeft, over spanningen tussen haar en haar vriendinnen. Na een half uur vertelt ze dat ze een maand huurachterstal heeft. Haar dochtertje had nieuwe schoenen nodig, schoenen en huishuur in een maand kunnen niet. ‘Ze kan er toch niet bijlopen als een Bohemer,’ zegt ze. Schoenen zijn op dat moment belangrijker dan huishuur. Ze heeft nog niets gehoord van de huisbaas en zij heeft zelf ook nog geen contact opgenomen: ‘Daar ben ik te beschaamd voor!’ Ik stel voor dat we samen een brief opstellen, met het voorstel van een afbetalingsplan om deze maand achterstal weg te werken. Dat vindt ze goed. 16 uur Ik ga terug naar het uitgaanscentrum. Ondertussen zit er al wat meer volk op café. Ik zie een groepje waarvan ik de meesten ken en ga erbij zitten. Ik maak kennis met de gasten die ik nog niet ken en leg uit dat ik straathoekwerkster ben. ‘Grave job,’ is meestal de eerste reactie en ik beaam dat volledig. 18 uur Ik ga nog even langs op een plein en dan zit voor mij de dag erop. Sinds de voetbalnetten weggehaald zijn na klachten over overvliegende ballen, ligt het plein er verlaten bij. Het begint te regenen. Ik rits mijn jas toe en wandel naar het station.

Wat doen die straathoekwerkers? De essentie van het straathoekwerk komt duidelijk naar voor in wat ze met hun gasten doen. Ze zijn aanwezig in het milieu van de gasten (de vindplaatsen) en dompelen zich erin onder. Ze luisteren en ondersteunen vooral. Op die manier zijn de straathoekwerkers dikwijls nog de enige positieve link die de gasten hebben met vertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen. Straathoekwerkers aanvaarden hun gasten in al hun aspecten: handelingen, taal, houding, waarden en normen. Deze aanvaarding houdt op zich geen goedkeuring in. De waarden en normen van de doelgroep worden beschouwd als een eigen keuze waarvoor ze zelf verantwoordelijk

1 mei 2009 LOKAAL 31


WERKVELD VEILIGHEIDSBELEID

heid moeten dragen. De positieve benadering van gasten zorgt voor het vermijden van drempels in het contact. Zo komen ze tot een onvoorwaardelijke relatie waardoor alle onderwerpen bespreekbaar zijn zonder dat dit tot conflicten dient te leiden. Het straathoekwerk vertrekt dus vanuit een integrale aanpak. Straathoekwerkers beperken zich niet tot één of enkele thema’s maar werken vanuit de thema’s die de gasten aangeven als belangrijk voor hen. Vooral het sociaal-emotionele leefgebied vraagt de nodige aandacht: emotionele situaties, welbevinden, geluk, relatieproblemen. Gevolgd door de financiële situatie, huisvestings- en administratieve problemen gekoppeld aan een gebrek aan informatie. Straathoekwerkers slaan een brug met andere maatschappelijke instellingen door de oriëntering en doorverwijzing (17,76 procent). Opvallend is de vele praktische dienstverlening en begeleiding door straathoekwerkers zelf. Blijkbaar slagen de bestaande dienst- en hulpverleningsinstanties er niet steeds in hun aanbod af te stemmen op hun gasten. Hierdoor zijn die gasten moeilijker door te verwijzen en voelt de straathoekwerker zich verplicht om toch aan praktische dienstverlening en begeleiding te doen. Belangrijk hierbij is de beperkte omgekeerde doorverwijzing. Hiermee wordt

het doorverwijzen bedoeld van andere maatschappelijke instellingen naar straathoekwerk. Gelukkig maar want dit is eigenlijk niet de bedoeling van straathoekwerk, het wil namelijk het werk van maatschappelijke instellingen niet overnemen maar juist via zijn brug- en doorverwijzingsfunctie de link leggen met die instellingen. Straathoekwerkers willen de maatschappelijke voorzieningen beïnvloeden zodat er een betere en positievere aansluiting en betrokkenheid ontstaat tussen de doelgroepen en die voorzieningen. Dit gebeurt door samenwerking, signaalfunctie en belangenbehartiging. Kernwaarden die door straathoekwerk gebruikt worden in het bereiken van zijn doelstellingen zijn: emancipatorisch werken door de actieve, positieve en integrale benadering. Ook het structurele werken is essentieel. Waar al het voorgaande betrekking heeft op het werken met de gast zelf, gaat structureel werken over het opbouwen en gebruik maken van een netwerk door de straathoekwerker en/of de coördinator. Dit netwerk geeft de mogelijkheid om niet alleen juiste informatie te verkrijgen of door te verwijzen, het zorgt er ook voor dat de werkers structurele veranderingen kunnen doorvoeren. Op die manier kunnen de belangen van het doelpubliek behartigd worden.

Link met veiligheid Hoewel hun eerste doel welzijn is, dragen straathoekwerkers wel sterk bij tot het creëren van betrokkenheid bij deze onderkant waarmee veel instanties geen contact meer hebben. De gasten aan de onderkant worden vaak als overlastveroorzakers beschouwd. Vanuit hun welzijnsstandpunt maken ze contact met deze gasten, krijgen ze impact en betrokkenheid wat een (sociaal) preventief effect kan hebben op overlast en onveiligheid. De kerndoelstelling van straathoekwerk is aanwezig zijn voor die mensen die geen aansluiting meer vinden bij de maatschappij. Door hen opnieuw te betrekken bij de samenleving, kunnen zij weer op hun verantwoordelijkheden aangesproken worden. En op die manier verhoogt het werken aan welzijn meteen ook de veiligheid. Nadja Desmet is VVSG-stafmedewerker gemeentelijk veiligheidsbeleid • www.straathoekwerk.be • Straatdag 19 maart 2009 te Antwerpen • ‘De onderkrant’, het jaaroverzicht van straathoekwerk van JES vzw • Cis Dewaele, ‘Luister eerst naar wat mijn gedrag verzwijgt – meeting van 14 juni 2008’ • ‘Twintig jaar straathoekwerk gezond en wel, maar ook veilig?’- Alert, Jaargang 32, 2006, nr. 1 46-54

advertentie

Snel ruimte nodig??

Snel nood aan ruimte? Op zoek naar een snelle, flexibele oplossing? Een duidelijke, gedetailleerde offerte binnen de 48u? Verifieerbare kwaliteit, niet enkel in België maar wereldwijd? Frisomat ontwerpt, produceert en bouwt reeds 30 jaar innovatieve gebouwen uit koudgewalst, verzinkt staal. Een juiste prijs en korte levertijd voor elk project. Just in time, in overeenstemming met lokale statische normering.

Snel ruimte nodig, praat met ons. Lokaal08_nl_sept08.indd 1

32 LOKAAL 1 mei 2009

www.frisomat.be

10/03/2009 15:17:23


PRAKTIJK

ZWIJNAARDE – Met de professionele ondersteuning van de vzw Picolini ontwikkelden de basisschool Sint-Vincentius en het woonzorgcentrum Zonnebloem hun eigen circusvoorstelling Als ik kon toveren. Tweeduizend toeschouwers genoten van een bijzondere intergenerationele voorstelling in een echte circustent.

GFS

Oud en jong samen in de piste

Tussen de basisschool Sint-Vincentius en het woonzorgcentrum Zonnebloem ligt een tuin die eigendom is van het woonzorgcentrum. Omdat de bejaarde bewoners zich er niet meer zelf kunnen uitleven maar wel intens kunnen genieten van een schouwspel van spelende kinderen, mogen de schoolkinderen er tijdens de speeltijden ravotten. Sinds 2005 werken de school en het RVT regelmatig en vlot samen. Beide instellingen hebben een jarenlange ervaring met het uitwerken van intergenerationele projecten: knutselactiviteiten zoals het ontwerpen van bierviltjes of paaseieren rapen. Via deze activiteiten slagen directeur Geert Vanhooren en zijn personeel erin om van hun RVT een open huis te maken waar iedereen graag in en uit loopt en waar er plaats is voor informele en nieuwe contacten. ‘De extra dimensie aan het circusproject is dat er gedurende zes maanden intensief naar een climax wordt gewerkt,’ licht Geert Vanhooren toe. ‘Niet alleen de kinderen en de bewoners, maar ook hun familie en zelfs het hele dorp zijn via het verenigingsleven bij de voorbereidingen betrokken. Een groep vrijwilligers ontwerpt de kostuums en het decormateriaal, enkele creatievelingen geven vorm aan de affiches, het programmaboekje en ander promotiemateriaal, de jeugdbeweging helpt bij de op- en afbouw van de circustenten in de tuin. Niet enkel familie, leerkrachten, begeleiders en het RVT-personeel maar ook vele inwoners van

Zwijnaarde en zelfs van de regio Gent wonen een voorstelling bij. De voorstellingen ademen een enthousiaste en ongedwongen sfeer uit. De toeschouwers zien het resultaat van een intense samenwerking door een duurzaam intergenerationeel team en voelen de warmte die er tussen de jongeren en de ouderen heerst.’ Zelfs voor het circusgezelschap Picolini dat ondertussen al tien jaar met scholen samenwerkt, is de circusbegeleiding van kinderen en ouderen samen een primeur. De voorstelling Als ik kon toveren vertrekt van het thema dat iedereen kwaliteiten heeft en iets kan. De circuscoach zoekt met elke deelnemer naar een rol op maat in de circusvoorstelling, een act of optreden dat het sterkste van hem of haar in het licht zet. Tijdens een voorstelling van anderhalf uur voeren kinderen en ouderen, apart en samen, zelf uitgewerkte nummers op. Vijftien van de 134 bewoners nemen als peter of meter deel aan de voorstelling. Hun acts variëren van bordjes draaien tot een diabolo-nummertje. De nummers van de kinderen, gaande van dansen, ropeskipping, ritmische gymnastiek, diabolo tot tonlopen worden afgewisseld met koorddansen of een diabolo-act door de Picoliniartiesten. ‘Dit is het eerste intergenerationele project dat methodisch zo sterk is opgebouwd in een proces van wederzijdse aanmoediging en uitdaging,’ zegt Geert

Vanhooren. ‘De ouderen ondersteunen de kinderen en moedigen hen aan. Vooral bij onzekere kinderen werkt dat goed. Hun faalangst vermindert want de oude mensen kunnen ook niet alles. Er ontstaan interactieve acts waarbij ouderen de jongeren helpen en nummers waarbij één of meer kinderen een oudere assisteren. De kloof tussen jong en oud wordt overbrugd. In de samenwerking en tijdens de opvoering wordt de verbondenheid tussen de kinderen en de ouderen versterkt.‘ Het circusproject past volledig in de eindtermen ‘Wereldoriëntatie – mens, ik en de ander’ en beantwoordt aan de integratie van senioren en kinderen. Van de voorbereidingen en de circusvoorstellingen is een intergenerationele film gemaakt die andere lagere scholen en woonzorgcentra kan inspireren. Op 29 april wordt de film voor het eerst getoond in de parochiezaal van Zwijnaarde tijdens de Dag van de Intergenerationele Solidariteit. In dit kader ontving het circusproject ook subsidies van de Koning Boudewijnstichting omdat het de relaties tussen generaties helpt verbeteren en de sociale rol van ouderen versterkt. Wie interesse heeft voor het project, kan een presentatie ervan bekijken op de website van het woonzorgcentrum, de school en het OCMW Gent. Inge Ruiters

ii Geert Vanhooren, directeur woonzorgcentrum Zonnebloem, geert.vanhooren@ocmwgent.be, T 09-222 65 40 en Bie Hinnekint, projectcoördinator positieve beeldvorming woonzorgcentra OCMW Gent, T 09-266 93 97, bie.hinnekint@ocmwgent.be

1 mei 2009 LOKAAL 33


VOOR

NA

Kwaliteit schuilt in een klein hokje Kleine, utilitaire bouwsels bepalen mee de kwaliteit van de publieke ruimte. Dat inzicht zette Heuvelland ertoe aan schuilhuisjes voor de bus te laten ontwerpen die qua vorm en kleur het landelijke karakter van de gemeente versterken. Tien zijn er intussen geplaatst, twee staan nog op de planning. LINE PUTSEYS

S

chepen van Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening Geert Vandewynckel toont een reeks foto’s van de vroegere bushokjes in Heuvelland. ‘Technisch waren die misschien wel in orde,’ zegt de schepen, ‘maar deze foto’s maakten duidelijk dat het hoog tijd was voor vernieuwing. De bushokjes vroegen veel onderhoud – schilderen en wassen van de ramen – terwijl de kwaliteit eigenlijk niet meer voldeed. Er was bijvoorbeeld ook een probleem van toegankelijkheid omdat je een trapje op moest om in het schuilhuisje te geraken.’ Eigen ontwerp De dorpskernvernieuwing van de deelgemeente Loker was de aanleiding om grondig na te denken over het vervangen van het schuilhuisje vlak naast de kerk. Het gemeentebestuur wilde geen standaardmodel van De Lijn. De bushokjes overlaten aan een publiciteitsfirma was evenmin een optie. De zoektocht naar een alternatief leidde naar de gemeente Sijsele waar een type stond in inox en glas, ontwikkeld door Grontmij. In Loker werd dat type schuilhuisje ingeplant vlakbij het dorpsontmoetingspunt waar bezoekers en inwoners alle nuttige informatie over Heuvelland en een kaart van het grondgebied kunnen raadplegen. Nagenoeg hetzelfde schuilhuisje werd later ook bij het nieuwe dorpsontmoetingspunt in de deelgemeente Wulvergem geplaatst. Maar schepen Vandewynckel was niet over de hele lijn tevreden met het resultaat. ‘Er ontbrak iets. Inox en glas sluiten niet echt aan bij de identiteit van een landelijke gemeente als de onze. Bovendien vond ik dat we niet hier en daar een schuilhuisje moesten vernieuwen maar dat we overal in de gemeente, zowel in de kernen als daarbuiten, voor eenheid moesten zorgen. Ik kreeg de steun van het college om voor een eigen ontwerp te gaan. In 2002 had ik een workshop lokaal architectuurbeleid gevolgd en zo groeide het idee om met de meesterproef van de Bouwmeester te werken. Een jonge architect en een jonge kunstenaar kregen de opdracht 34 LOKAAL 1 mei 2009

om samen drie varianten van schuilhuisjes te ontwerpen voor Heuvelland, één voor de kernen, één voor het landelijke gebied en één voor de verkavelingen.’ Naast de gemeente en de Bouwmeester zetelden ook de provincie West-Vlaanderen, de Vlaamse Landmaatschappij, het Overlegforum Ruimtelijke Kwaliteit Westhoek van de intercommunale WVI, de Vlaamse administratie Leefmilieu en Infrastructuur en De Lijn in de begeleidingsgroep. Het resultaat van het proces was een ontwerp van kunstenaar Hannes Van Severen die werkte met felle witte vlakken. ‘De architecturale inbreng in het voorstel was gering,’ zegt schepen Vandewynckel. ‘De combinatie architectkunstenaar had niet gewerkt. Toch was het college bereid door te gaan met dit gewaagde concept. Enkele partners zagen echter te veel praktische problemen en hadden moeite met de integratie van het felle wit in het landschap.’ Cortenstaal Na het vastlopen van dit spoor werd een andere weg ingeslagen. Op basis van dezelfde projectdefinitie werden opnieuw in samenwerking met de Vlaamse bouwmeester, drie ontwerpbureaus gevraagd in te schrijven voor de opdracht. De VLM, de provincie West-Vlaanderen en de WVI namen de ontwerpkosten voor hun rekening. Uiteindelijk kozen de partners voor het ontwerp van TV Urbain: een asymmetrisch schuilhuisje in cortenstaal dat op een betonnen sokkel zonder opstap staat. Het is vrij gesloten en biedt een goede beschutting tegen wind en regen. Het type voor het landelijke gebied heeft een raam aan de achterzijde voor een doorkijk op de omgeving. De naam van de halte is in het staal gegraveerd. De dienstregeling hangt in het schuilhuisje maar de haltepaal staat er los van. Schepen Vandewynckel: ‘De metaallegering cortenstaal geeft de eerste jaren wat kleur af bij regen maar daarna stabiliseert ze. Ze krijgt een waaier van warme tinten die heel nauw aansluiten bij kleuren in de natuur. Ze heeft geen bij-

GFS

WERKVELD RUIMTELIJKE ORDENING


KLARE KIJK West-Vlaanderen in vorm Win Vorm of West-Vlaanderen in vorm is een vormingsreeks rond vernieuwende ruimtelijke thema’s. Momenteel loopt de negende jaargang. De organisatie is in handen van de intercommunales Leiedal en WVI, de provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse Landmaatschappij. Sinds dit jaar werkt ook de Vlaamse Bouwmeester eraan mee. Op 10 maart stonden lezingen over kleine utilitaire bouwsels en infrastructuren op de agenda. Onder meer de Heuvellandse schuilhuisjes werden er voorgesteld. De volgende Win vorm op 12 mei 2009 gaat over de toekomst en de herbestemming van religieus erfgoed. Visies en voorbeelden uit binnen- en buitenland komen aan bod. Meer informatie: www.west-vlaanderen.be/winvorm, l.putseys@wvi.be, T 051-51 93 61

komende bescherming tegen corrosie nodig en vraagt geen onderhoud of opfrissing omdat de roestkleurige oxidehuid het dieperliggende materiaal afschermt van zuurstof. Graffiti bijvoorbeeld kan makkelijk worden verwijderd met een staalborstel.’ Toch deed het cortenstaal in het schepencollege van Heuvelland de wenkbrauwen fronsen. Met name voor de schuilhuisjes in de dorpskernen werd de roestkleur in vraag gesteld. Uiteindelijk kwam een compromis uit de bus: een in cortenstaal voor het buitengebied en een muisgrijs gelakte variant voor de dorpskernen. Voor alle duidelijkheid: de binnenzijde van alle schuilhuisjes is geschilderd zodat er geen gevaar is voor vlekken op de kledij van wachtende reizigers. Intussen werden tien nieuwe schuilhuisjes geplaatst, vijf van iedere variant. Dit jaar komen er nog twee bij, in de kernen van Westouter en Kemmel. Opvallend, hier is toch gekozen voor het type in cortenstaal, de aanvankelijke scepsis tegenover het materiaal is verdwenen. Meer dan een bushokje Het cortenstaal was niet het enige probleem dat moest worden opgelost. Het college had van meet af aan gezegd niet de hele factuur, 12.500 euro per schuilhuisje, te zullen betalen en had als voorwaarde aan de ontwerpopdracht verbonden dat het ontwerp moest kunnen rekenen op subsidie van De Lijn. Aan het eind van de rit besliste de vervoermaatschappij echter niet tussen te komen, onder meer omdat het ontwerp niet voldeed aan haar nieuwe huisstijl. De helpende hand kwam van de Vlaamse overheid en toenmalig Vlaams minister voor Plattelandsontwikkeling Yves Leterme die een subsidie van 70.000 euro ter beschikking stelde. De Vlaamse Landmaatschappij wenste immers het Heuvellandse schuilhuisje ook in andere landelijke gemeenten te gebruiken, een belangrijke voorwaarde opgenomen in de originele projectdefinitie. Een mening die schepen Geert Vandewynckel deelt: ‘Zeker in de West-Vlaamse landelijke context is het schuilhuisje in vele gemeenten inpasbaar. Op die manier zou het mee beeldbepalend kunnen zijn voor de streek. Ik vind dat onze regio beter verdient dan standaardoplossingen. We moeten streven naar kwaliteit. Onze schuilhuisjes zijn daar natuurlijk niet essentieel in maar ze zijn er een elementje van, een discreet statement. We denken er trouwens aan ze ook te plaatsen op één van de vier belevingspunten in de gemeente, als een rustpunt dat niet verbonden is aan een bushalte.’ Line Putseys is stafmedewerker regionale werking bij de WVI

?

Is het P-bord, het verkeersbord E9, met een onderbord met tijdbeperking ook gedepenaliseerd?

!

Sinds 2003 zijn enkele parkeerovertredingen gedepenaliseerd. De overtreders ervan moeten dus niet langer een federale parkeerboete betalen of voor de politierechter verschijnen. Ze zijn wel een gemeentelijke retributie of belasting verschuldigd of moeten voor de burgerlijke rechtbank verschijnen.

Gedepenaliseerde overtredingen

Tot de gedepenaliseerde overtredingen behoren het parkeren voor een beperkte tijd, het betalend parkeren en het parkeren op plaatsen voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart, in het wegverkeersreglement gaat het om art. 27.1: zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone); 27.2: openbare weg met blauwe zonereglementering; art. 27.3: betalend parkeren; art. 27ter: voorbehouden parkeerplaatsen zoals bewonerskaart; art. 70.2.1.3° a, b, d, e van het wegverkeersreglement. Het verkeersbord E9a met onderbord met beperking van de parkeertijd: 70.2.1.3° a behoort dus ook tot deze categorie. Dit zijn ongevaarlijke overtredingen waarbij de automobilist op een correcte parkeerplaats parkeert, maar niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden zoals betaling of plaatsing van de parkeerschijf. Niet-gedepenaliseerde parkeerovertredingen zoals parkeren op een fiets-, voet- of zebrapad kunnen wel een gevaar creëren. Het is altijd de politie die hiervan de vaststellingen doet.

Keuze tussen belasting- of retributiereglement

Gemeenten kunnen voor de gedepenaliseerde parkeerovertredingen een belasting- of retributiereglement aannemen. Het uitbesteden van het parkeertoezicht kan enkel bij retributiereglementen. Gemeenten die dit toezicht niet uitbesteden, kiezen bijna allemaal voor een belasting. Hierdoor vermijden ze de omweg via de rechtbank om een uitvoerbare titel in handen te krijgen. Door een dwangbevel kan de omweg via de rechtbank nu ook bij een retributiereglement vermeden worden. Zeer sporadisch passen gemeenten een gemeentelijke administratieve sanctie toe. Overtredingen op deze reglementen kunnen vastgesteld worden door een gemeentelijke parkeerwachter, (agenten van) politie of parkeerwachters van private concessionarissen. Tot eind 2008 deden sommige gerechtelijke uitspraken stof opwaaien omdat de rechter oordeelde dat private parkeerfirma’s op geen enkele manier toegang mochten krijgen tot de nummerplaatgegevens van de overtreders, ook niet via de gemeente. Sinds de wetswijziging van 22 december is deze discussie afgehandeld. Zowel de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven als de private concessiehouders zijn gemachtigd om de kentekengegevens van niet-betalers op te vragen bij de Directie voor Inschrijving van Voertuigen voor de inning van de verschuldigde som bij niet-betalers. Wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren, Inforumnummer 178766 Wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen (I) Mobiliteit en vervoer - Wijziging van de wet 22.02.1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren (art. 14-16), BS van 29 december 2008, Inforumnummer 233373

Mail uw vragen over mobiliteit naar erwin.debruyne@vvsg.be 1 mei 2009 LOKAAL 35


Het gemeentebestuur van Roosdaal is op zoek naar een m/v

Sportgekwalificeerde ambtenaar

halftijds 19/38 – statutair – wervingsreserve drie jaar

B1-B3

De sportgekwalificeerde ambtenaar staat in voor de voorbereiding, de coördinatie, de uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke sportbeleid; deze taken omvatten o.a. opvolging van het gemeentelijk sportbeleidsplan, publicaties i.v.m. sport, informatie verstrekken m.b.t. sport, organisatie van sportevenementen. Voorwaarden zijn onder andere in het bezit zijn van één van de kwalificaties opgenomen in artikel 47 van het besluit van 19 juli 2007 van de Vlaamse regering ter uitvoering van het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid – algemene bepalingen en bepalingen tot het verkrijgen van de beleidssubsidie. Laatstejaarsstudenten kunnen deelnemen mits voorlegging van een studiebewijs. Wij bieden halftijdse tewerkstelling (19/38) van maandag tot vrijdag met kans op vaste benoeming na een proeftijd van twaalf maanden - minimaal brutomaandloon: 1.093,38 euro - glijdende werktijdregeling - volledige tussenkomst woon-werkverkeer met openbaar vervoer - fietsvergoeding - maaltijdcheques - hospitalisatieverzekering.

Duurzaamheidsambtenaar

B1-B3

halftijds 19/38 – contractueel – wervingsreserve drie jaar De duurzaamheidsambtenaar staat in voor de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid die erop gericht is een duurzaam gemeentelijk beleid uit te bouwen. De duurzaamheidsambtenaar zorgt ervoor dat de principes die met duurzame ontwikkeling te maken hebben, voldoende worden geïmplementeerd in het gemeentebeleid. Voorwaarden zijn onder andere houder zijn van een bachelordiploma of een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs, bij voorkeur in de milieusector. Laatstejaarsstudenten kunnen deelnemen mits voorlegging van een studiebewijs. Wij bieden een deeltijdse arbeidsovereenkomst 19/38 (maandag tot vrijdag) - minimaal brutomaandloon: 1093,38 euro - glijdende werktijdregeling - volledige tussenkomt woon-werkverkeer met openbaar vervoer - fietsvergoeding maaltijdcheques – hospitalisatieverzekering.

Verantwoordelijke kinderopvang C1-C3

halftijds 19/38 – contractueel – wervingsreserve drie jaar

De verantwoordelijke kinderopvang staat in voor de buitenschoolse opvang van kinderen van drie tot twaalf jaar. Je bent voor en na de schooluren verantwoordelijk voor de opvang van kleuters en lagereschoolkinderen. Je staat in voor het onthaal en de opvang van de kinderen. Je plant, organiseert en begeleidt activiteiten voor de kinderen. Je hebt de nodige aandacht voor verzorging, rust en hygiëne. Je informeert de ouders over het verloop van de opvangdag. Tijdens de schoolvakantieperiodes word je ingeschakeld in de gemeentelijke speelpleinwerking te Pamel. Voorwaarden zijn onder andere houder zijn van een diploma secundair onderwijs, bij voorkeur in de kinderverzorging. Laatstejaarsscholieren kunnen deelnemen mits voorlegging van een studiebewijs. Wij bieden een deeltijdse arbeidsovereenkomst 19/38 (maandag tot vrijdag) met onderbroken werkuren vóór en na schooltijd - minimaal brutomaandloon: 815,87 euro - volledige tussenkomt woon-werkverkeer met openbaar vervoer - fietsvergoeding - maaltijdcheques - hospitalisatieverzekering. Interesse in één van deze functies? Bezorg het verplichte inschrijvingsformulier, een kopie van je diploma en een recent uittreksel uit het strafregister ten laatste op 13 mei 2009 via de post aan het college van burgemeester en schepenen, Brusselstraat 15, 1760 Roosdaal (postdatum telt) of persoonlijk op dit adres tegen ontvangstbewijs aan de personeelsdienst ten laatste om 16u. Meer informatie: je kunt het inschrijvingsformulier en de informatiefolder aanvragen via personeelsdienst@ roosdaal.be, T 054-31 78 19 of raadplegen op www.roosdaal.be.

36 LOKAAL 1 mei 2009

Gemeenschapscentrum “Het Koetshuis” Strijtemplein 15 1760 Roosdaal

AGB-Roosdaal Brusselstraat 15 1760 Roosdaal

Het Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal zoekt voor haar gemeenschapscentrum een m/v

Algemeen coördinator

B1-B3

voltijds 38/38 – statutair – wervingsreserve drie jaar De algemeen coördinator staat in voor alle aspecten van het algemene en dagelijkse beheer van het gemeenschapscentrum en meer bepaald voor het plannen, organiseren, coördineren, opvolgen, evalueren en bijsturen van de activiteiten zodat de dienstverlening verzekerd blijft. Voorwaarden zijn onder andere houder zijn van een bachelordiploma of een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs. Laatstejaarsstudenten kunnen deelnemen mits voorlegging van een studiebewijs. Wij bieden een voltijdse tewerkstelling (38/38 van maandag tot vrijdag) met kans op vaste benoeming na een proeftijd van twaalf maanden - minimaal brutomaandloon: 2.186,74 euro - maaltijdcheques - fietsvergoeding. Interesse? Bezorg het verplichte inschrijvingsformulier, een kopie van uw diploma en een recent uittreksel uit het strafregister ten laatste op 13 mei 2009 via de post aan Autonoom Gemeentebedrijf Roosdaal, t.a.v. het directiecomité, Brusselstraat 15 te 1760 Roosdaal of persoonlijk op dit adres tegen ontvangstbewijs aan de personeelsdienst ten laatste om 16 uur. Meer informatie: u kunt de informatiefolder en het inschrijvingsformulier aanvragen via personeelsdienst@roosdaal.be, T 054-31 78 19 of consulteren via www.roosdaal.be of www.koetshuisroosdaal.be

Het gemeentebestuur van Lanaken is op zoek naar

Een verantwoordelijke handhavingsbeleid Niveau expert/adm. deskundige B1-3 (M/V) 38u/week – vervangingscontract met optie statutaire benoeming op termijn. Functiebeschrijving • U wordt tewerkgesteld op de dienst ruimtelijke ordening/huisvesting/stedenbouw van het gemeentebestuur te Lanaken en rapporteert aan het diensthoofd ruimtelijke ordening. • U verstrekt informatie en advies aan burgers en diensten i.v.m. reglementering rond bouwen en verbouwen en staat in voor coördinatie tussen betrokken interne diensten. • U bent verantwoordelijk voor het opstellen en opvolgen van PV’s m.b.t. stedenbouwkundige overtredingen en werkt beleidsondersteunend naar het bestuur inzake handhavingsbeleid. • Indien nodig, biedt u ondersteuning aan de diensten ruimtelijke ordening en mobiliteit. Voorwaarden • U bent in het bezit van een bachelordiploma of gelijkgesteld, bij voorkeur in een technische richting. • U heeft een spontane interesse voor gebouwen, architectuur, ruimtelijke ordening in het algemeen en u bent in staat, een bouwplan te lezen en te interpreteren. • U werkt stipt, ordelijk, kordaat en consequent. • U bent vlot en diplomatisch met collega’s en burgers en kunt goed onderhandelen. • U bent flexibel inzetbaar en toont zin voor initiatief door projecten op touw te zetten. • U bent in het bezit van een rijbewijs B en beheerst de courante pc-toepassingen. • Een specifieke voorkennis inzake ruimtelijke ordening is niet noodzakelijk, maar u dient wel bereid te zijn, om u hierin op korte termijn, gericht bij te scholen. Wat kunnen wij u bieden? • Een boeiende job in een stabiele, maar dynamische omgeving. • Deze vacature heeft in eerste instantie een tijdelijk karakter, ter vervanging van de huidige handhavingsambtenaar gedurende één jaar. Naargelang de situatie, zal deze functie op termijn via vaste benoeming kunnen ingevuld worden. • Een brutomaandloon naargelang uw diploma gelegen tussen min. 2142 euro en max. 3609 euro. • Daarnaast krijgt u maaltijdcheques en een gratis hospitalisatieverzekering voor uzelf en uw partner. Geïnteresseerd? • Dan verwachten wij een sollicitatiebrief of –mail, vergezeld van uw cv en een kopie van uw diploma, t.a.v. het college van burgemeester en schepenen, Jan Rosierlaan 1, 3620 Lanaken of op onderstaand mailadres Uw reactie dient ons te bereiken vóór 20 mei 2009. • De geldige kandidaturen zullen uitgenodigd worden voor een aanwervingsproef. • Meer informatie: gunther.beckers@lanaken.be of T 089-73 07 46.


WERKVELD AFVALBELEID

Sociale correctie efficiënter dan selectieve inzameling luiers Gemeenten starten beter nog niet met de selectieve inzameling van luiers. Andere maatregelen zijn effectiever om mensen met veel luierafval te ondersteunen. Zo luidt de conclusie van een onderzoek naar het nut van de selectieve inzameling van afvalluiers. Katrijn De Cooman

e studie, in opdracht van de Ovam, vergelijkt een aantal inzamel- en verwerkingsscenario’s voor afvalluiers met de tweewekelijkse huis-aan-huis inzameling bij het restafval. Daarbij worden zowel ecologische als economische criteria in rekening gebracht. De inzamelscenario’s die in de studie aan bod kwamen, zijn niet-selectieve inzameling bij het restafval of bij GFT-afval en selectieve inzameling huis-aan-huis en/ of via het containerpark. Daarnaast werden ook verschillende verwerkingsmethodes onder de loep genomen: vergisting met GFT-afval, drogen van de luiers via tunnelcompostering en verbranding van de gedroogde fractie in cementovens (SITA-proces) en tot slot de recuperatie van kunststoffen in combinatie met de vergisting van het biodegradeerbaar deel volgens de Thenergo-Knowaste technologie. De installaties voor de twee laatste verwerkingspistes bestaan nog niet. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de selectieve inzameling van afvalluiers steeds duurder is. Op één scenario na heeft de selectieve inzameling van afvalluiers bovendien een negatieve impact op het milieu. Afvalluiers wekelijks huis-aan-huis inzamelen is tot een kwart duurder dan inzameling via het restafval. Daarenboven betekent de selectieve huis-aan-huis inzameling steeds een verslechtering voor het milieu, ongeacht de verdere verwerkingspiste. Gemeenten die huis-aan-huis inzamelen geven bijgevolg veel geld uit voor een beperkte doelgroep zonder milieuwinst. Ook de inzameling van luiers via het GFTafval kost meer en heeft geen positieve impact op het milieu. Dat laatste komt vooral doordat de samenstelling van de afvalluiers door de jaren heen sterk gewijzigd is. Waren luiers aanvankelijk voor 80 procent vergistbaar, dan is dat nu nog maar voor 15 tot 40 procent het geval.

STEFAN DEWICKERE

D

Een selectieve inzameling van luiers die uiteindelijk toch worden verbrand, beschadigt de geloofwaardigheid van het hele afvalbeheer.

De inzameling via het containerpark gevolgd door de verschillende verwerkingsmethodes is eveneens duurder in vergelijking met inzameling via het restafval. Op één uitzondering na scoren alle verwerkingswijzen hier ook op ecologisch vlak negatief ten opzichte van de verbranding met energierecuperatie. Enkel de inzameling op het containerpark gevolgd door verwerking volgens de Thenergo-Knowaste technologie brengt een heel lichte ecologische winst met zich mee. Bij deze verwerkingswijze wordt de afvalluiers in verschillende deelfracties gesplitst. De kunststoffractie wordt gerecycleerd en de slibcellulosestroom wordt vergist. Hierbij kan de kanttekening worden gemaakt dat de selectieve inzameling op het containerpark vanuit ecologisch oogpunt pas een optie lijkt als dergelijke installatie effectief operationeel is en voldoet aan de ambitieuze milieudoelstellingen waarvan het model uitgaat. Als dit het geval is, wordt een lichte milieuwinst van 0,5 procent geboekt mits een meerkost van ongeveer 6 procent. Zolang er nog geen zekerheid is over de verdere verwerkingsmogelijkhe-

den heeft het voor gemeenten weinig zin om met deze selectieve inzameling van luiers te beginnen. Gemeenten die luiers selectief willen inzamelen, doen dit vaak vanuit sociaal oogpunt, als een bijdrage in de kosten van gezinnen met kleine kinderen en mensen met incontinentieproblemen. Maar een selectieve inzameling opstarten uit sociale overwegingen is niet zo efficiënt wanneer ze meer kost en geen ecologische winst oplevert. Bovendien kan de geloofwaardigheid van het hele afvalbeheer beschadigd worden door een selectieve inzameling van luiers die uiteindelijk toch verbrand worden. Gemeenten kunnen beter andere maatregelen invoeren om deze doelgroep een handje te helpen. Ze kunnen in een premie voorzien voor jonge gezinnen en mensen met incontinentieproblemen. Andere opties zijn het verlenen van een aantal gratis huisvuilzakken, een gratis volume of gratis gewicht. Katrijn De Cooman is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid 1 mei 2009 LOKAAL 37


Het gemeentebestuur van Meise maakt bekend dat er momenteel 1 statutaire betrekking van systeembeheerder / informaticus (m/v) te begeven is bij aanwerving, niveau B. w aa ie

r aan

www.meise.be

he de n

Een

Meise

jk eli mog

Aanwervingsexamen

Systeembeheerder / Informaticus (niveau B - Statutair dienstverband)

Uw functie: U bent verantwoordelijk voor het onderhouden, implementeren en beheren van informaticasystemen • U zorgt voor voldoende beveiliging van de infrastructuur en houdt de systeemdocumentatie up-to-date • Bijkomend zorgt u voor de aankopen en het upgraden van de computersystemen. Uw profiel: U bent in het bezit van een bachelordiploma in de richting van informatica of electronica of gelijkwaardig mits het voorleggen van relevante ervaring • Ervaring in een gelijkaardige job als systeembeheerder is een pluspunt. Wij bieden u: Naast een veelzijdige, creatieve job in een aangename werkomgeving, een bezoldiging overeenkomstig de weddeschaal en de relevante ervaring, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding, opleidingsmogelijkheden, glijdende werktijden en een interessante verlofregeling. Meer info: Linda Verbesselt, Linda De Donder, Aanwervingsvoorwaarden: Slagen in een niet-vergelijkend aanwervingsexamen. Er wordt een werfreserve aangelegd van 1 jaar. Interesse? Stuur uw kandidatuur bij aangetekend schrijven uiterlijk tegen 8 mei 2009 (postdatum geldt als bewijs) aan het college van burgemeester en schepenen, Tramlaan 8 te 1861 Meise. Voeg bij uw kandidatuur de volgende documenten: • kopie van uw diploma • een curriculum vitae • (eventueel) attest relevante ervaring • een uittreksel uit het strafregister niet ouder dan 3 maanden. Alle nuttige inlichtingen (functiebeschrijving, aanwervingsvoorwaarden, examenprogramma) kunnen bekomen worden op de personeelsdienst, 02 272 00 64 of personeel@meise.be).

Gemeente Wielsbeke is op zoek naar een gemotiveerd en enthousiast medewerker (m/v) voor haar jeugddienst

Jeugdconsulent B1-B3 in voltijds statutair verband

Functie-inhoud Als jeugdconsulent ben je verantwoordelijk voor het uitwerken en uitvoeren van het jeugdbeleid waarbij er naast ondersteuning van het jeugdwerk ook eigen activiteiten en projecten worden opgezet. Aanbod - statutaire tewerkstelling, nà proefperiode van één jaar - B1-B3 weddeschaal (basisjaarwedde B1 – trap 0: 17.300 euro) - vakantiegeld, eindejaarstoelage - maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding - aanleg wervingsreserve voor een periode van drie jaar. Voorwaarden - In het bezit zijn van • een bachelordiploma of • een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs - Laatstejaarsstudenten krijgen eveneens toegang tot de selectieprocedure, mits het voorleggen van een studiebewijs en een verklaring dat ze binnen een termijn van max. vier maanden hun einddiploma behalen (toevoegen bij sollicitatiebrief ) Info Voor verdere inlichtingen kunt u zich wenden tot de personeelsdienst, Véronique Cappon, veronique.cappon@wielsbeke.be, T 056-67 32 43 Interesse? Stuur een gemotiveerde sollicitatiebrief, uw cv, getuigschrift van goed gedrag en zeden en een kopie van het vereiste diploma aan het college van burgemeester en schepenen, Rijksweg 314, 8710 Wielsbeke en dit ten laatste op 20 mei 2009 (poststempel geldt als bewijs).

38 LOKAAL 1 mei 2009

Provincie Antwerpen Arrondissement Turnhout

Gemeente Hulshout Hulshout, een kleine landelijke gemeente aan de scheiding van Vlaams-Brabant en Antwerpen, met 9781 inwoners en een 80-tal medewerkers, is op zoek naar een voltijds

Gemeentesecretaris m/v, in statutair verband - aanvangsdatum 1 januari 2010 - aanleg van een werfreserve voor de duur van drie jaar U bent verantwoordelijk voor de doeltreffende werking en de optimale ontwikkeling van de verschillende diensten. U bent voorzitter van het managementteam en verdedigt de belangen van de gemeente op verschillende niveaus. Tevens bent u tussenpersoon tussen het beleid en de verschillende diensten. U bent in het bezit van een masterdiploma of gelijkwaardig en één of meerdere attesten of getuigschriften waaruit blijkt dat minimaal 100 uren management werden gevolgd. De salarisschaal van de gemeentesecretaris wordt vastgesteld in klasse 2 met een minimum van 30.226,21 euro en een maximum van 44.643,33 euro en wordt gespreid over vijftien jaar. Voor alle inlichtingen over deze functie, kunt u terecht op de personeelsdienst van het gemeentebestuur op het nummer 015-22 94 88. U kunt de voorwaarden eveneens raadplegen op www.hulshout.be. De kandidaturen kunnen enkel via het ter beschikking gestelde inschrijvingsformulier ingediend worden op de volgende manieren - per post - afgifte tegen ontvangstbewijs - per e-mail - online op de website. De uiterste datum van inschrijving wordt vastgesteld op donderdag 14 mei 2009. De kandidaturen dienen gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen, Prof. Dr. Vital Celenplein 2, 2235 Hulshout, met duidelijke vermelding van de beoogde functie.

Vleteren is een gemeente in de Westhoek met 3.630 inwoners en bestaat uit de dorpen Oostvleteren, Westvleteren en Woesten.

Gemeente Edegem is op zoek naar een m/v

De gemeente Vleteren zoekt een m/v

Diensthoofd Openbare Infrastructuur en Stedenbouw

Diensthoofd Planning & inrichting A4a-A4b

niveau A, statutair, weddeschaal A1a-A3a

Aanleg werfreserve met het oog op vaste benoeming

Als voltijds diensthoofd openbare infrastructuur en stedenbouw sta je onder andere in voor de coördinatie van de dienst, het voorbereiden en opvolgen van het ruimtelijke beleid, het onderzoeken van vergunningsaanvragen, het beheren van het gemeentelijke patrimonium en beleidsadvisering op vlak van milieubeleid.

Ontwerper gebouwen en techniek (B1-B3)

Je hebt een universitair diploma • én voldoet aan de strikte diploma- of vormingsvereisten inzake ruimtelijke ordening • of je hebt minstens zes jaar beroepservaring bij een overheidsadministratie binnen het vakgebied Ruimtelijke Ordening en Planning.

Contract onbepaalde duur

Je kandidatuur richt je aangetekend, samen met een kopie van je diploma aan WIVO (erkend wervings- en selectiebureau VG.614/B), t.a.v. Trui Vandecasteele, Koning Leopold III-laan 31, 8200 Brugge, ten laatste op 22 mei 2009 (poststempel geldt als bewijs). Voor deze betrekking wordt een wervingsreserve aangelegd met een duurtijd van 5 jaar. De schriftelijke proef zal doorgaan op zaterdag 6 juni 2009 vanaf 9u in het gemeentehuis te Vleteren. Meer informatie kun je vinden op www.wivo.be/vacatures/index.htm.

Contract onbepaalde duur

Controleur der werken (B1-B3) Meer informatie De specifieke toelatings- en aanwervingsvoorwaarden, de functiebeschrijving en het examenprogramma zijn te verkrijgen bij de personeelsdienst, T 03-289 22 51(54), personeel@edegem.be Solliciteren: Zend je kandidatuur schriftelijk (per aangetekend schrijven) vergezeld van een cv en een kopie van je diploma, ten laatste tegen 9 mei 2009 aan het college van burgemeester en schepenen, Kontichstraat 19, 2650 Edegem.


wetmatig berichten Het OCMW van Halle organiseert een vergelijkende selectieprocedure met aanleg van een wervingreserve geldig voor 3 jaar (éénmaal verlengbaar met 2 jaar) voor de voltijdse betrekkingen in statutair verband (m/v):

AfdelIngSverAntWoordelIjKe PerSoneel & orgAnISAtIe Als afdelingsverantwoordelijke personeel & organisatie verleen je de nodige administratieve ondersteuning en inhoudelijk advies op het vlak van het personeelsbeleid en organisatieontwikkeling ten dienste van alle geledingen van het OCMW, met als doel een optimale afstemming tussen de diverse diensten te bekomen en dit op een klantgerichte, kwaliteitsvolle, competentiegerichte en kostenbewuste manier.

Als afdelingsverantwoordelijke bestuursondersteuning sta je in voor de ontwikkeling en optimalisering van processen en procedures en het uitwerken van oplossingen voor een betere bestuurlijke organisatie en dit ten dienste van alle geledingen van het OCMW. Daarenboven werk je een gecoördineerd communicatie beleid (intern en extern) uit. Profiel voor beide functies: - Je bent onderdaan van de EER of van de Zwitserse Bondsstaat - Je geniet de burgerlijke en politieke rechten, vertoont een gedrag dat in overeenstemming is met de functie en je bent medisch geschikt - Uiterlijk op de dag van het afsluiten van de inschrijvingen ben je in het bezit van een masterdiploma, een diploma van het universitair onderwijs of een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs - Je voldoet aan de vereiste over de taalkennis, opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1976 Selectieprocedure: Je moet slagen in een selectieproef bestaande uit een competentieproef, gevalstudie, psychotechnische screening, persoonlijkheidstest en een mondelinge proef. Je kan definitief benoemd worden na een proefperiode van 1 jaar. Wij bieden: - Baremieke verloning A1a-A3a (minimum geïndexeerd brutojaarsalaris van E32.467) - Aangename werksfeer - Maaltijdcheques - Hospitalisatieverzekering - Fietsvergoeding - Jaarlijks 30 verlofdagen Interesse? Vraag het dossier aan met functieomschrijving, selectieprogramma en de wervingsvoorwaarden bij Ann Naert, secretaris van het OCMW Halle. tel 02/361.16.16 e-mail ann.naert@ocmwhalle.be of surf naar www.ocmwhalle.be Kandidatuurstelling: stuur uiterlijk 15 mei 2009 jouw kandidatuur en curriculum vitae samen met een kopie van je diploma ter attentie van de OCMW voorzitter, A. Demaeghtlaan 30 – 1500 Halle Schriftelijke proeven worden georganiseerd in de gebouwen van het OCMW Halle, A. Demaeghtlaan 30 te 1500 Halle en gaan door op: - afdelingsverantwoordelijke personeel enHalle organisatie: maandag 25/05/2009 - afdelingsverantwoordelijke bestuursondersteuning: woensdag 27/05/2009

ISABELLE PATEER

AfdelIngSverAntWoordelIjKe beStuurSonderSteunIng

Almaar meer mensen worden hun huis uitgezet omdat ze de huur niet kunnen betalen.

Uitbreiding Vlaamse huursubsidie pas voor 2010 De Vlaamse regering beslist een dezer dagen over de uitbreiding van de Vlaamse huursubsidie naar mensen met een laag inkomen die minstens vijf jaar op een wachtlijst voor een sociale woning staan. Hoewel de vraag nog veel groter is, zou deze uitbreiding toch 7000 mensen extra kunnen helpen. De beslissing zou pas ingaan vanaf januari 2010, een jaar later dan wat minister van Wonen Marino Keulen eerder aankondigde. Nochtans zijn de behoeften van mensen die vandaag niet in staat zijn een degelijke woning te huren op de private markt, ontzettend hoog. Zo is de OCMW-tussenkomst in de huur van 2003 tot 2008 met maar liefst 40

procent gestegen. De VVSG krijgt ook signalen over een stijgend aantal uithuiszettingen wegens wanbetaling. Nu is de enige uitweg voor wie de huur niet kan betalen het OCMW, maar die tussenkomst verschilt van gemeente tot gemeente: verdedigbaar, aangezien deze OCMW-steun volledig lokaal wordt gefinancierd en de middelen verschillen van gemeente tot gemeente. Maar het leidt begrijpelijkerwijs ook tot frustratie en onzekerheid bij mensen in armoede. De VVSG deelde dit standpunt mee aan het kabinet van de minister. nathalie.debast@vvsg.be

Verlenging financiële bijdrage gemeenschapswachten 2009 Met de publicatie van de ministeriële besluiten in het Staatsblad van 15 april is de verlenging van de financiële tussenkomsten voor gemeenten met een strategisch veiligheids- en preventieplan bekendgemaakt. Meer hierover leest u in de teksten van de MB’s aangaande het bijkomende contingent gemeenschapswachten-activa en het dispositief 90 FTE gemeenschapswachten-activa. Voor de gemeenten zonder strategisch veiligheids- en preventieplan met gemeenschapswacht(en) uit het ‘dispositief 160 VTE’ wordt voor 2009 voorzien in een financiële bijdrage

voor de kosten verbonden aan de (nieuwe) uitrusting van de gemeenschapswachten. Meer over deze regeling leest u in het MB voor het dispositief 160 VTE gemeenschapswachten, dat ook op 15 april in het Staatsblad verscheen. nadja.desmet@vvsg.be

De ministeriële besluiten verschenen in BS van 15 april 2009, staan ook op www.vvsg.be, knop veiligheidsbeleid, gemeentelijk veiligheidsbeleid, Inforumnummer: 220768, 220465 en 203363 1 mei 2009 LOKAAL 39


iets voor Antwerpen vindt het belangrijk om een aantrekkelijke leefomgeving te zijn voor wie er woont, komt wonen, werkt of op bezoek is. De bestuursploeg werkt hieraan, samen met alle Antwerpenaars en bezoekers. De properheid van onze straten is en blijft een absolute prioriteit. De dienst Stadsreiniging zoekt daarom een gedreven directeur, afdelingschefs en werkleiders om hier mee hun schouders onder te zetten. Ben jij de inspirerende persoonlijkheid die een proper Antwerpen mee helpt realiseren?

OpERATIOnEEL DIRECTEuR

AfDELIngSCHEf WERkLEIDER

WAT DOE JE?

WAT DOE JE?

WAT DOE JE?

• Je optimaliseert de dienstverlening om Antwerpen zo proper en aantrekkelijk mogelijk te maken. • Je stuurt als hoofd van Stadsreiniging alle afdelingen aan tot op het basisuitvoerend niveau en je coördineert alle operationele activiteiten (in totaal ± 900 mensen).

• Je leidt de werkleiders binnen je sector (in totaal 200 tot 400 mensen). • Je werkt wijkprojecten uit inzake huisvuilinzameling, opkuis sluikstorten en reiniging. • Je maakt langetermijnplanningen en functionele dienstroosters op. • Je optimaliseert de werkprocessen van je afdeling.

• Bij stadsreiniging ben je verantwoordelijk voor de huisvuilinzameling en veegdiensten in een bepaalde sector waarbij je een team leidt van 5 à 10 ploegleiders, technisch assistenten en adminstratieve medewerkers (in totaal 50 tot 200 mensen). • Bij de groendienst ben je verantwoordelijk voor de instandhouding van een aantal begraafplaatsen binnen de stad waarbij je vaklui en administratieve medewerkers aanstuurt.

WAT vERWACHTEn WE vAn JE? • Je bent in het bezit van een masterdiploma en hebt tenminste 1 jaar relevante ervaring. • Je hebt leidinggevende capaciteiten, strategisch inzicht en je bent thuis in organisatieontwikkeling en veranderingsmanagement.

WAT vERWACHTEn WE vAn JE?

WAT mAg JE vAn OnS vERWACHTEn?

Je wordt statutair in dienst genomen op niveau A1a, A2a en A3a en verdient een minimum bruto maandloon van 2705,58 euro dat eventueel hoger ligt indien je eerder al relevante ervaring opdeed.

Je wordt statutair in dienst genomen op niveau A5 en verdient een minimum bruto maandloon van 3640,46 euro dat eventueel hoger ligt indien je eerder al relevante ervaring opdeed.

• Je bent in het bezit van een masterdiploma. • Je kan organiseren, je hebt aanleg voor projectwerking en je kan vlot samenwerken.

WAT mAg JE vAn OnS vERWACHTEn?

WAT vERWACHTEn WE vAn JE? • Je bent in het bezit van een diploma hoger middelbaar onderwijs en hebt tenminste 1 jaar relevante ervaring. • Je hebt een basiskennis van MS Office (Word, Outlook, Excel). • Je kan organiseren, onderhandelen, een team leiden en je bent communicatief sterk.

WAT mAg JE vAn OnS vERWACHTEn? Je wordt statutair in dienst genomen op niveau C4-5 en verdient een minimum bruto maandloon van 2 265,06 euro dat eventueel hoger ligt indien je eerder al relevante ervaring opdeed.

Bij de stad kan je genieten van extralegale voordelen (maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering en een mooi pakket vakantiedagen) voor een prima balans tussen werk en ontspanning

HOE SOLLICITEER JE? Voor meer informatie over deze jobs, hun inhoud, de selectieprocedures, specifieke diplomavoorwaarden en inschrijvingsformulier, bezoek onze website www.antwerpen.be/jobs, de stadswinkel (Grote Markt 11, Antwerpen), een districtshuis of vraag de brochure aan via de Infolijn: 03 22 11 333.

Inschrijven kan van 30 april 2009 tot en met 10 mei 2009.

De stad Antwerpen vindt je kwaliteiten belangrijker dan je leeftijd, je geslacht, een handicap of je afkomst.

40 LOKAAL 1 mei 2009

www.antwerpen.be/jobs


wetmatig berichten

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website Inlevering advertenties: Lokaal 10 (1 juni tot 15 juni): 14 mei Lokaal 11 (16 tot 30 juni): 2 juni

Niet-indiening mandatenlijsten en vermogensaangiften voortaan bestraft? Het parket van Brussel heeft opnieuw bevestigd dat politici en hoge ambtenaren voortaan zullen worden vervolgd wanneer zij verzuimen hun mandatenlijsten (jaarlijks!) en vermogensaangiften (bij begin of einde aangifteplichtig mandaat) in te dienen. Hoewel de wetgeving die dit regelt intussen al aan haar vijfde toepassingsjaar toe is, gebeurde dit voordien niet. Aldus werden de bewuste regels eigenlijk lege dozen en stelden velen zich de vraag waarom zij dienden te voldoen aan een verplichting waar anderen vrolijk hun voeten aan veegden. Uiteraard ging het daarbij niet altijd om onwil. Iemand die een nieuw mandaat opneemt, wordt immers vaak overstelpt met nieuwe informatie, zodat er al eens een taak tussen de mazen van het net weg durft te glippen. Nochtans zijn de informatiekanalen legio: de website van het Rekenhof, uw lokale ‘institutionele informatieverstrekker‘ (de gemeentesecretaris of de voorzitter van de raad van bestuur van een intercommunale), uw partij of de VVSG. Aarzel dan ook niet om u bij één of meerdere van hen (verder) te informeren, zeker wanneer u een nieuw mandaat opneemt. De gevolgen van een verzuim kunnen immers variëren van een stevige geldboete tot zelfs een celstraf.

Informatie:

david.vanholsbeeck@vvsg.be

Nicole Van Wichelen

Lees ook www.vvsg.be

T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

Het gemeentebestuur van Alken is op zoek naar Het stadsbestuur van Ronse is op zoek naar bijkomend personeel (m/v) voor de stedelijke administratie. In contractueel verband

Diversiteitsmedewerker B1-B3 met aanleg van een werfreserve geldig voor drie jaar - Diplomavereiste: je bent houder van een bachelordiploma of gelijkwaardig - De taalwetgeving is van toepassing. Wij verwachten o.a. van jou - dat je de participatie van kansengroepen ondersteunt en bevordert - dat je ondersteuning biedt aan de diversiteitsambtenaar bij het concretiseren en uitbouwen van het lokale diversiteit- en integratiebeleid. Interesse? - je verstuurt je kandidatuur per brief of je geeft ze af tegen ontvangstbewijs op het secretariaat (eerste verdieping) ten laatste op 8 mei 2009, samen met cv, afschrift van diploma en uittreksel uit het strafregister. Je kunt je kandidatuur ook per mail versturen (mits ons tevens de nodige bijkomende stukken en afschriften te bezorgen) - je vermeldt duidelijk voor welke functie(s) je solliciteert. - je richt je kandidatuur aan het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 12, 9600 Ronse. Verdere info kun je opvragen bij de personeelsdienst, T 055-23 27 19 of 055-23 27 24 of raadplegen via www.ronse.be

De gemeente Schilde ligt aan de groene rand rond Antwerpen. We hebben meer dan 19.500 inwoners en een goede dienstverlening voor elke inwoner staat voor ons centraal. Elke dag zetten meer dan 150 medewerkers zich hiervoor in. Om ons team te versterken, zijn we op zoek naar een flexibel, proactief en energiek m/v

Diensthoofd Informatie & Communicatie voltijds – statutair – niveau B4-B5

Brutojaarsalaris min. 19.950 euro max. 29.750 euro (niet geïndexeerd) Onder leiding van de gemeentesecretaris ben je verantwoordelijk voor de beleidsuitvoering en goede werking van de dienst Informatie & Communicatie en draag je zorg voor een optimale themagerichte en thema-overschrijdende communicatie- en informatievoorziening. Je staat o.a. in voor de organisatie van informatieavonden, onthaalavonden, nieuwjaarsrecepties, hoorzittingen, enquêtes, enz. Ook de opmaak van persberichten, artikels voor het gemeentelijke informatieblad, script voor diamontage, teksten voor advertentiebladen, redactie teletekst, samenstelling gemeentegids, website, activiteitenkalender, enz. behoort tot het takenpakket. De volledige functiebeschrijving en de aanwervingsvoorwaarden voor deze functie kunt u verkrijgen via de personeelsdienst, T 03-380 16 62, personeel@schilde.be of raadplegen op www.schilde.be, rubriek Werk. De schriftelijke kandidaturen + cv + kopie van het gevraagde diploma moeten ten laatste op donderdag 28 mei 2009 aangetekend toekomen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Schilde. Je kan ze ook afgeven, tegen ontvangstbewijs, op de Personeelsdienst. Onze contactgegevens: Gemeente Schilde, college van burgemeester en schepenen, Brasschaatsebaan 3, 2970 Schilde, T 03-380 16 62, personeel@schilde.be

GIS-Coördinator voltijds - contractueel - m/v Jobinhoud Het implementeren en ondersteunen van het GIS-systeem (geografisch informatiesysteem) Diplomavoorwaarde - houd(st)er zijn van een bachelor diploma (hoger onderwijs van het korte type) bij voorkeur in een informatica-gelinkte afstudeerrichting. - Voldoende kennis van het office pakket (word, access, excel) is noodzakelijk. Wij bieden - een contract voor onbepaalde duur - een bruto beginwedde aan huidige index van ± 2.100 euro per maand. - maaltijdcheques - hospitalisatieverzekering - verzekering gewaarborgd inkomen Alle kandidaten die voldoen aan de gestelde diplomavoorwaarde worden uitgenodigd voor een vergelijkend examen. Uiterste inschrijvingsdatum: 22 mei 2009 De kandidaten dienen hun sollicitatiebrief (met curriculum vitae en kopie van het diploma) te sturen naar Gemeentebestuur Alken, Hoogdorpsstraat 38, 3570 Alken. Bijkomende inlichtingen: Greta Boussu, personeelsdienst, T 011-59 99 41.

1 mei 2009 LOKAAL 41


AGENDA Gent 5 mei Antwerpen 12 mei Genk 19 mei Een design-strategie voor uw gemeente. Kwaliteitsvol aanbesteden Workshops als ondersteuning in de ontwikkeling van een strategie voor gemeentelijk of stedelijk design. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 5 mei Subsidiebeheer huishoudelijk afval Ovam-workshop over dit subsidiebesluit. www.vvsg.be Mechelen 7 mei Interculturele competenties voor OCMW’s en LOI Basistraining voor maatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender) Anderlecht 7 mei Strategische planning Voor politici en Noord-Zuidambtenaren over een lokaal Noord-Zuidbeleid en het Vlaams convenantprogramma gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 7 mei Gelijke kansen opent deuren Voor een divers personeelsbestand met personen van allochtone afkomst of met een arbeidshandicap. www.forumdag.be Schaarbeek 8 mei SOS-huisvesting Studiedag over tijdelijke huisvesting voor beleidsverantwoordelijken en maatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender)

NIX TrIljoen

42 LOKAAL 1 mei 2009

Brussel 11 mei Hoe communiceren overheden in de toekomst? Toekomstcongres van Kortom vzw, de vereniging voor overheidscommunicatie. www.kortom.be Brussel 11, 15, 18 en 25 mei Campagne handhygiëne woonzorgcentra Infosessies over de campagne handhygiëne. www.zorg-en-gezondheid.be, zoek zorginfecties Gent 12 mei Gent als woonstad Colloquium over een ambitieus woonbeleid in Gent waarbij wonen meer is dan een dak boven je hoofd. www.vvsg.be (kalender) Leuven 12 mei Het autonome gemeentebedrijf in het lokaal cultuur-, jeugd-, sporten toerismebeleid Studiedag over het afwegingskader voor verzelfstandiging, cultuurpactwet, fiscaliteit, financieel beheer, personeelsbeleid en beheersovereenkomst. www.vvsg.be (kalender) Brussel 12 mei Proefproject duurzame tewerkstelling personen met een arbeidshandicap Hoe voer je een personeelsbeleid met aandacht voor personen met een arbeidshandicap? www.vvsg.be (kalender) De Pinte 15 mei Raadslid en voorzitter van de gemeenteraad tussen hamer & aambeeld Training in communicatieve vaardigheden voor raadsleden/voorzitters. www.vvsg.be (kalender)

Zwijnaarde 15 mei Beschutte Werkplaatsen en overheden/publieke instellingen Wat is de meerwaarde van een samenwerking tussen de lokale overheden en de beschutte werkplaatsen? www.vlab.be Leuven 16 mei Moevementen? Studiedag over een inclusief verenigingsleven. www.vfg.be Harelbeke 18 mei, e.v. Het handelingskader van wetten, decreten en reglementeringen: sociale zekerheid Basismodule voor maatschappelijk werkers over de regelgeving sociale zekerheid. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 19 mei, e.v. Art 60 tewerkstelling als opstap naar een reguliere job: hoe maximaal benutten? Opleiding voor trajectbegeleider/maatschappelijk werker als bemiddelaar tussen cliënt en werkplaats. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 19 mei Burgers en veiligheid: van toeschouwer tot medespeler Studiedag over participatie in veiligheidsprojecten. www.vvsg.be (kalender) Gent 26 mei OCMW-dienstverlening, het verblijf van EU-burgers en hun familie Themavoormiddag van het team Rechtspositie van het Oost-Vlaams Diversiteitscentrum. www.odice.be (zie vormingsaanbod)


Public Tender Awards 2009 Doet uw overheid meer en meer inspanningen om conform de wetgeving overheidsopdrachten aan te kopen? Heeft uw overheid een verbeteringsproject om op een efficiÍnte manier de wetgeving overheidsopdrachten toe te passen? Heeft uw overheid misschien een project om de integriteitsrisico’s eigen aan aankoopprocedures te beheersen?

Public Tender Awards 2009 Neem deel aan deze nationale wedstrijd en geef een positieve dynamiek aan uw functie als overheidsaankoper! Ondersteund en uitgereikt door: Vice-Eerste Minister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen, Steven Vanackere Vlaams Minister-President, Kris Peeters het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De uitreikingsceremonie zal plaatsvinden tijdens de slotreceptie van de National Tender Day 2009 op 20 oktober 2009. Meer informatie? Wilt u deelnemen? Surf dan naar www.publictenderawards.be Wie kan deelnemen? Alle besturen en overheidsinstellingen die onderworpen zijn aan de wet op de overheidsopdrachten.

Ondersteund door:


Energy Line, samen vechten

Op m a sn ge at

te rn ati eve energ ie

tegen de opwarming van de aarde

ed en al opl e ossingen inzak

Dexia is gespecialiseerd in de financiering van de lokale besturen en het beheer van spaartegoeden. Gelet op de aard van zijn activiteiten hecht Dexia veel waarde aan een langetermijnvisie en het algemeen welzijn. Dexia is op die manier uitgegroeid tot een wereldspeler inzake duurzame ontwikkeling, met name op het gebied van de hernieuwbare energie. Vandaag wendt Dexia met Energy Line al zijn knowhow op dit vlak aan ten behoeve van de lokale besturen, om de productie van schone energie aan te moedigen, het verbruik van fossiele brandstoffen terug te schroeven, de inspanningen voor biodiversiteit te steunen en de gepaste financiĂŤle instrumenten ter beschikking te stellen. Om te weten wat Energy Line concreet kan bijdragen aan de goede werking van uw bestuur en dus ook aan de welvaart van de planeet, contacteer uw Public Banker.

PUBLIC FINANCE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.