2009Lokaal17

Page 1

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

NR 17 VAN 1 november 2009

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Meer afvalovens niet nodig

Afvalbeheer onder de kerktoren loont

Kwaliteitsmanagement in lokale besturen

Nieuwe regels voor samenwerkingsverbanden toerisme



NR 17 VAN 1 november 2009

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

BART LASUY

INHOUD

LOKAAL NUMMER 17 VAN 1 november 2009

12 Interview met Frank Van Massenhove Meer afvalovens niet nodig

‘We werken in onze droomorganisatie.’

Afvalbeheer onder de kerktoren loont Kwaliteitsmanagement in lokale besturen Nieuwe regels voor samenwerkingsverbanden toerisme

2009Lokaal17_1310.indd 1

13/10/09 14:23

5 Opinie: Armoede bestrijden lukt enkel als overheden samenwerken

STEFAN DEWICKERE

In de afvalverbrandingsoven van Imog in Harelbeke laait het helse vuur op achter de deurtjes van 20 op 20 centimeter.

Frank Van Massenhove staat aan het hoofd van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid en heeft deze dienst die zeven jaar geleden nog op een 19de-eeuwse manier was georganiseerd, naar de 21ste eeuw gekatapulteerd. Hierdoor is de Sociale Zekerheid een aantrekkelijke werkgever geworden voor goede, jonge werknemers.

KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

12 Interview met Frank Van Massenhove We werken in onze droomorganisatie 17 De Grondvesten: de lokale financiën 18 VVSG en vakbonden samen voor Diverscity: 100.000 euro voor vorming en opleiding 20 Work in progress Kwaliteitsmanagement in de Vlaamse lokale besturen

FORUM 22 Turnhout timmert aan de weg van efficiënte besluitvorming 24 De raadzaal van Sint-Katelijne-Waver 33 Lokale raad

Turnhout timmert aan de weg van efficiënte besluitvorming Om alle dossiers te kunnen behandelen splitst het college van Turnhout ze op over verschillende vergaderingen. Zo zijn alle schepenen mee met alle dossiers en behouden ze een helikopterzicht. Ook de raadsleden zijn dankzij de aparte commissies mee met het beleid in al zijn facetten.

STEFAN DEWICKERE

ORGANISATIE

22

WERKVELD

26

26 Gezinnen en milieu draaien op voor overbodige afvalovens 28 Afvalbeheer onder de kerktoren loont 31 Modelreglementen gemeentelijk afvalbeheer geactualiseerd 34 Klare kijk 35 Nieuwe regels voor samenwerkingsverbanden toerisme 37 Praktijk in Ronse 39 Praktijk in Sint-Gillis-Waas

WETMATIG

41 Berichten 42 Agenda & Triljoen

BART LASUY

Gezinnen en milieu draaien op voor overbodige afvalovens Er circuleren zes concurrerende voorstellen voor de bouw van nieuwe afvalverbrandingsinstallaties. We stevenen af op een overcapaciteit. Hierdoor dreigt de verleiding groot te worden om afval te verbranden dat eigenlijk voor recyclage is bedoeld. 1 november 2009 LOKAAL 3


02 0

er n t n et i

ig

l in 2

opm ge

td ilderen me

ree t

e sch De crèch

me ls Ge

d ec e n te

pt

rt

ra sc h

we

s gen

u

ov

St a

d

zo nd e

sw fva ieu on orw or de de w l eg nv be r an m e r m w uw od g p l a be ac el m st c em vo h e uu t en r tr or 3 tw 0 de or % ge dt sp ee lp ar ad i

rk o c mw a l s he ld e n m e Psychia trische p atiĂŤnten Elke gemee en rusthui nte zi sbewoners onder 1 dak j n eigen Kippe g n ve Klagend Lo rmi e burg roen ene ke nde ers die rgi O epa Ee tten ud sup r e por sp na rk nn ter z o

ti ke va n a r H e l ft

Ecologisch

E x-t

a a t n e o n i c c u een p p a m c e t e laamse g m k e o z e b k e e h t Een biblio e voetafdruk van V adsleden e gemeentera e

h ia v kan e i t en tra ob s ur i i t n s i e g re le adm lokale b 1 loka s aan , n llteis advie te A n a e r en g e me sn i od 13 g anagers gev rb ten

e l eid

n e ij

a er t n ee m

r

a

o t u

et

js

ad


opinie Piet Van Schuylenbergh

Stefan Dewickere

Armoede bestrijden lukt enkel als overheden samenwerken rmere gezinnen maken veel minder gebruik van kinderopvang dan gezinnen met een modaal of een hoog inkomen. Dit geldt niet alleen voor de niet-gesubsidieerde opvang Piet Van Schuylenbergh is directeur die voor iedereen even duur is, maar ook voor de gesubsidieerde kinderopvang (crèches en van de VVSG-afdeling OCMW’s onthaalouders) die voor mensen met een laag inkomen goedkoper is. Ook op de informele kinderopvang via buren en familie wordt minder een beroep gedaan door minder gegoede ouders, want ze hebben beperktere sociale netwerken. Dit is het onthutsende besluit van een onderzoek van het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen. Het concrete gevolg van dit alles is dat het geld dat de overheid uittrekt voor kinderopvang uiteindelijk het minst terecht komt bij de minst gegoeden. Het zoveelste voorbeeld van het Mattheuseffect: wie al heeft, krijgt nog meer, vrij vertaald naar Mattheus 25:29. Voorzieningen met een uitgesproken sociaal karakter komen in grotere mate de gegoeden toe. Dit effect wordt nog versterkt door de fiscale aftrekbaarheid van Het geld dat de overheid uittrekt voor de kosten van kinderopvang. Mensen met een hoog inkomen betalen dan wel een hogere ouderbijdrage in de gesubsidieerde opvang, maar de fiscale aftrek vermindert het verschil met kinderopvang komt uiteindelijk het de laagste inkomens sterk. Als je de optelsom maakt van wat minst terecht bij de minst gegoeden. Kind & Gezin in Vlaanderen uittrekt voor kinderopvang en de federale kostprijs van de fiscale aftrek, dan kom je op een jaarlijkse overheidstussenkomst van een kleine 200 miljoen euro. Van dit bedrag ontvangen de hoogste inkomens dubbel zoveel als de laagste. Er is een sterk verband tussen het hebben van werk en het vinden van kinderopvang. Maar wat is oorzaak en wat gevolg? Doen ouders met kinderen geen beroep op kinderopvang omdat ze niet uit gaan werken en dus geen kinderopvang nodig hebben? Of vinden ouders met kinderen geen werk omdat ze geen kinderopvang hebben? Volgens de onderzoekers spelen beide factoren. Als je dus als overheid deze toestand wil veranderen moet je én voor werk én voor kinderopvang zorgen voor de lage inkomensgroepen. De onderzoekers suggereren de federale belastingsaftrek voor kinderopvang af te schaffen, met dat geld kunnen de kinderopvangplaatsen zo sterk uitgebreid worden dat er opvang is voor ieder kind. Een interessant denkspoor in tijden van besparingen, want budgettair neutraal. Dit voorbeeld toont goed aan dat een beleid van armoedebestrijding een globale aanpak vergt die gebaseerd is op een constructieve en pragmatische samenwerking tussen de verschillende overheden (federaal, Vlaams en lokaal), los van dogma’s en enig voorbehoud. In het gesprek dat de VVSG gevoerd heeft met Vlaams minister Ingrid Lieten die verantwoordelijk is voor de coördinatie van het armoedebeleid in Vlaanderen, hebben we ondervonden dat de Vlaamse regering deze visie deelt. Dat is hoopvol. I

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

A

Bladmanagement Jan Van Alsenoy Abonnementen VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43

Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Marlies van Bouwel, Bart Van Moerkerke

Hoofdredactie Marlies van Bouwel, T 02-211 55 46

Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Eindredactie Marleen Capelle

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus

VVSG-bestuur Jef Gabriels, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

1 november 2009 LOKAAL 5


STEFAN DEWICKERE

KORT LOKAAL NIEUWS

Voor Europa wordt een andere methode gebruikt dan wat lokale besturen als budgetregels hanteren.

Vlaanderen wil beter zicht op begrotingssaldo lokale besturen Tegen 2013 zouden we een zicht moeten kunnen hebben op het zogenaamde ESR 95-saldo van de Vlaamse lokale besturen. Dat heeft Vlaams minister van Bestuurszaken Geert Bourgeois verklaard in het Vlaamse parlement.

D

at het niet goed gaat met de Belgische overheidsfinanciën, is bekend. Er worden nu schuchtere stappen gezet in de richting van een sanering en tegen 2015 zou er weer een evenwicht moeten zijn. Dat evenwicht geldt voor alle Belgische overheden samen, Minister Bourgeois denkt dus inclusief de aan een verplicht lokale besturen. De VVSG heeft inESR 95-evenwicht over tussen gevraagd om een hele legislatuur. voorzichtig zijn met al te blinde saneringen (zie Lokaal 16). Zo is de budgettaire situatie van de gemeenten, OCMW’s, politiezones en provincies vandaag eigenlijk gewoon niet duidelijk, zeker omdat men voor Europa een andere 6 LOKAAL 1 november 2009

methode gebruikt (ESR 95) dan wat lokale besturen als budgetregels hanteren. Als het van minister Geert Bourgeois afhangt, zal daaraan iets gebeuren. Hij wil gebruik maken van het nieuwe financiële instrumentarium (in uitvoering van het Gemeente- en OCMW-decreet) om ook over de ESR 95-situatie meer duidelijkheid te krijgen. Hij mikt daarvoor op de periode 2012-2013, al lijkt ons dat bijzonder snel voor een veralgemeende invoering. De minister gaf verder ook aan dat hij niet denkt aan een verplicht ESR 95-evenwicht op jaarbasis, maar over een hele legislatuur. Blijkbaar groeit het besef dat een andere werkwijze zeker voor de investeringen nefast zou zijn. Er zou ook geen beoordeling gebeuren

voor een individueel bestuur, maar voor de totaliteit van de lokale besturen in Vlaanderen. Toch blijft de vraag hoe men op die manier ook normerend zal kunnen zijn. Tot slot nog dit: vanuit de VVSG rees kritiek op het feit dat het akkoord over de verdeling van de saneringsinspanningen over de verschillende overheden gesloten was zonder enige betrokkenheid van de lokale besturen. De minister erkende dat ook, al zijn de lokale besturen ook in het verleden nooit aanwezig geweest bij dergelijke besprekingen. Van een echte overeenkomst met betrekking tot de inspanning van de lokale besturen is er volgens minister Bourgeois trouwens geen sprake. Nochtans wekken de door de Hoge Raad van Financiën uitgetekende trajecten en de uitspraken van een aantal federale en Vlaamse politici een andere indruk. Jan Leroy


PRINT & WEB

72%

Het aandeel selectief opgehaald afval op het totaal van het huishoudelijke afval is een maat die aangeeft welk aandeel van het afval gerecycleerd wordt. In Vlaanderen wordt gemiddeld 72% van het afval gerecycleerd. In Zuienkerke, Voeren en Drogenbos is het gerecycleerde aandeel lager dan 50%. In Bever wordt slechts een derde selectief opgehaald, het laagste aandeel. In Retie, Wachtebeke, Westerlo en Herentals wordt meer dan 85% gerecycleerd. Herenthout is met 87,5% gerecycleerd afval de absolute koploper in Vlaanderen. Anders gezegd, in Herenthout dient slechts 12,5% huishoudelijk restafval verwijderd te worden, al de rest wordt er hergebruikt. Meer informatie vind je op www.lokalestatistieken.be

Online leertraject gedragsverandering voor eerstelijnswelzijnswerkers Minder alcohol drinken, meer bewegen, regelmatiger ontspannen: het zijn boodschappen die maatschappelijk werkers en andere hulpverleners vaak moet geven. Maar gedrag veranderen is niet evident. Daarom ontwierp de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugsproblemen (VAD) ‘Het Huis’, een online leertraject dat motiverende gespreksvoering voor hulpverleners makkelijker maakt.

E

erstelijnswerk in de welzijns- en gezondheidssector is vaak gericht op gedragsverandering: minder alcohol drinken, voorgeschreven medicatie op de juiste manier slikken, vaker ontspannen, meer bewegen... Arts, apotheker, verpleegkundige, diĂŤtist, tandarts, maatschappelijk werker of welke hulpverlener dan ook geeft een weloverwogen advies mee en stelt vervolgens vast dat de cliĂŤnt zich daar niet

aan houdt. Als de cliĂŤnt zijn gedrag toch verandert en bijvoorbeeld stopt met drinken, dan hervalt hij vaak weer plots in zijn oude patroon. Het gebrek aan motivatie en het feit dat mensen steeds weer hervallen bezorgen hulpverleners meer dan eens gevoelens van machteloosheid. Nog vaak wordt het niet veranderen beschouwd als een simpel tekort aan inzicht of wilskracht, een ‘alles of niets’-situatie. Het online

leertraject Het Huis stelt een model voor dat inzicht geeft in hoe mensen hun gedrag veranderen. Je ontdekt hier ook de belangrijkste principes van de motiverende gespreksvoering. Het model spitst concrete voorbeelden toe op alcohol en druggebruik maar de voorgestelde werkwijze kan ook ruimer worden toegepast. Sabine Van Cauwenberge

ĂŽĂŽwww.vad.be/hethuis/

Stageplaatsen Poolse studenten Nederlandse taal Van het Poolse ministerie van Onderwijs moeten alle studenten moderne talen tijdens hun opleiding minstens een maand praktijkstage lopen. Drie Poolse universiteiten onderwijzen Nederlands aan 200 studenten. De stages zullen plaatsvinden op basis van een contract waarin de juridische rechten en plichten van de drie betrokken partijen (universiteit, organisatie/firma, student) duidelijk en in overeenstemming met de Poolse wetgeving omschreven worden. Inhoudelijk zal de stage afhangen van de aard van de partnerorganisatie. Het uitgangspunt is dat de stagiair een bijdrage levert aan de organisatie en in ruil daarvoor kennis opdoet. Voor Vlaamse steden en gemeenten die met Poolse partners samenwerken, biedt dit interessante perspectieven. De gemeente Olen, die een jumelage heeft met het Poolse Bialogard, heeft al eens met een Poolse stagiaire gewerkt. ÎÎVoor meer informatie over de stages kunt u (in het Nederlands) contact opnemen met Paweł Zajas, zajas@ifa.amu.edu.pl; Bolesław Rajman, rajman@uni.wroc.pl en Rinaldo Neels, rneels@kul.lublin.pl.

Vlaanderen in de knoop Vlaanderen is de meest versnipperde en verkavelde regio van Europa. Het platteland verstedelijkt er aan een hoog tempo, lange slierten lintbebouwing ontsieren het landschap, de natuur staat onder druk. In geen enkele andere Europese regio liggen wegen, woonwijken en industrie zo kriskras door elkaar. Hoe is het zover kunnen komen? Wat zijn de gevolgen van dergelijk ruimtegebruik voor verkeer, natuur en landschap, luchtvervuiling of waterbeheer? Hoe heeft dit alles een effect op onze gezondheid? Het even kritische als stimulerende boek Vlaanderen in de knoop schept duidelijkheid in deze problematiek. Met de goedkeuring van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen eind jaren negentig zou de overheid voortaan werk gaan maken van een open en stedelijk Vlaanderen. Het boek wijst erop dat daarin nog een lange weg te gaan is. Ook ligt er een hele reeks plannen op tafel voor ondoordachte havenuitbreiding, verkeerd ingeplante bedrijvenzones, autogerichte shoppingcentra, overbodige autowegen en nieuwe verkavelingen op het platteland. In veel van de nieuwe projecten liggen kiemen voor de milieu- en gezondheidsproblemen van de toekomst. Gelukkig zijn er heel wat voorbeelden die aantonen dat het ook anders kan. Deze voorbeelden worden in het boek in de kijker geplaatst; ook in het kleine en dichtbevolkte Vlaanderen blijkt het mogelijk om te investeren in bruisende steden en een welvarende economie, zonder dat dit ten koste gaat van de nog resterende natuur, het landschap of de leefbaarheid. Om dit te realiseren moet het ruimtelijke ordeningsbeleid in Vlaanderen een tandje bijsteken, aldus Erik Grietens. Nergens immers blijkt de behoefte aan een weldoordachte ruimtelijke ordening zo groot als hier. De auteur is stedenbouwkundige en beleidsmedewerker van de Bond Beter Leefmilieu. E. Grietens, Vlaanderen in de knoop: een uitweg uit de ruimtelijke wanorde, uitgeverij ASP, Brussel, 25 euro

1 november 2009 LOKAAL 7


Ook klachten over u nemen wij vaak serieus

Bel gratis 0800 240 50 www.vlaamseombudsdienst.be - klachten@vlaamseombudsdienst.be


KORT LOKAAL NIEUWS

PRINT & WEB

Buitenlandse arbeidskrachten op de Belgische arbeidsmarkt

Weinig klachten over OCMW-rusthuizen

T

erwijl zo’n 30% van de Vlaamse rusthuizen worden uitgebaat door een OCMW, gaan slechts 9% van de gegronde klachten over hun dienstverlening. Vzw’s krijgen 46% van de klachten, maar 51% van de Vlaamse rusthuizen hebben dan ook een vzw-statuut. De rest van de klachten (44%) gaat over rusthuizen met een particulier statuut (18% van de Vlaamse rusthuizen). De klachten hebben meestal betrekking op het onderhoud en de personeelsomkadering, maar ook op de overeenkomst en de opzegvergoeding. Na tussenkomst van de rusthuisinfofoon worden overigens 62% van

LAYLA AERTS

De rusthuisinfofoon is de officiĂŤle instantie waar rusthuisbewoners, hun familie of andere betrokkenen terecht kunnen met vragen en klachten over Vlaamse rusthuizen. De gegronde klachten blijken relatief weinig over OCMW-rusthuizen te gaan.

de klachten opgelost. In totaal werden er net geen 1000 klachten geregistreerd. Conclusie: bewoners en hun familie worden mondiger, maar de globale dienstverlening in de sector is zeker goed. Ouderen kunnen met een gerust hart op de Vlaamse ouderenzorg vertrouwen en ze kunnen met hun vragen, klachten en suggesties steeds terecht bij de rusthuisinfofoon. Elke Vastiau ĂŽĂŽrusthuisinfofoon@vlaanderen.be of 078-15 25 25 Het jaarverslag is te lezen op www.rusthuisinfofoon.be

12 – 26 november > POLITIEKE ACADEMIE prangende actualiteit in het lokale bestuur Mandatarissen die in korte tijd hun kennis willen verdiepen in belangrijke actualiteitsdossiers kunnen terecht op de Ronde Van Vlaanderen. Op deze avonden worden negen workshops aangeboden waaruit u er twee kunt kiezen. 1. Decreet grond- en pandenbeleid: wordt betaalbaar wonen beter mogelijk? 2. Uitdagingen voor het lokale kinderopvangbeleid: welke rol voor uw bestuur? 3. Evaluatie decretale graden: hoe aanpakken? 4. Een lokaal mandaat: loont het nog de moeite? 5. Kost ons rusthuis te veel? 6. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: oude wijn in nieuwe zakken? 7. Activeringsbeleid in het OCMW: naar een brede, gemeenschappelijke invulling 8. Tweede pensioenpijler voor contractuele medewerkers 9. Het decreet toeristische samenwerkingsverbanden: hoe het best samenwerken? Telkens van 18.30 tot 21.30 uur op 12 november in Heusden-Zolder, 17 november in Vilvoorde, 24 november in Torhout, 26 november in Temse. ÎÎwww.vvsg.be (agenda). Inschrijven via congrescentrum.vvsg.be

Deze nieuwe uitgave onderzoekt het sociaal-juridische kader dat relevant is voor de impact en toename van deloyale concurrentie door buitenlandse ondernemingen op de Belgische arbeidsmarkt. Het boek behandelt onder meer de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten, de problematiek van detachering, de rol van uitzendarbeid en allerlei ‘personeelsleveranciers’, de invloed van de uitbreiding van de EU en de inzetbare controle- en handhavingsmaatregelen. De analyse heeft betrekking op de wetgeving, de rechtspraak en de rechtsleer, zowel op nationaal als op Europees niveau. Ze werd aangevuld met talrijke voorbeelden uit de dagelijkse praktijk van de inspectiediensten. Het boek maakt de balans op van de tekortkomingen in het nationale en Europese juridische kader, en doet ook concrete voorstellen voor beleidsverandering. Als dusdanig is het boek interessant voor zowel advocaten en ondernemingen als beleidsmakers, overheidsdiensten en sociale partners. F. Van Overmeiren, Buitenlandse arbeidskrachten op de Belgische arbeidsmarkt, uitgeverij Larcier, Gent, 75 euro

Online: infodossier leerlingen zonder wettig verblijf Het infodossier ‘Leerlingen zonder wettig verblijf’ is een nieuwe digitale publicatie van het Vlaams Minderhedencentrum, in samenwerking met ODiCe vzw. Het dossier is beschikbaar via www.vmc.be. In veel Vlaamse en Brusselse scholen zitten leerlingen zonder wettig verblijf. Zij zijn in de eerste plaats leerlingen als de andere, die recht hebben op goed onderwijs. Maar in sommige situaties kan het niet hebben van een wettig verblijf een verschil maken. Het infodossier ‘Leerlingen zonder wettig verblijf’ geeft aan directies, leraren en CLB-medewerkers een correct en onderbouwd antwoord op veertien vaak voorkomende vragen. www.vmc.be/toolbox

1 november 2009 LOKAAL 9


KORT LOKAAL NIEUWS

“ Doen alsof de volksraadpleging over de Oosterweelverbinding beslissend is, is niet wettelijk. Het klopt gewoon niet.

Antwerps havenschepen Marc Van Peel (CD&V) – De Morgen 28/9

“ Ik wil dat elke Vlaming op fiets-

afstand van een groengebied woont. Tegen 2020 moet de helft van de steden een stadsbos of groenproject hebben.

Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) – De Standaard 5/10

“Op het platteland voel ik me

bijzonder goed. Ik ben geen uitgesproken stadsmens. Ontspanning van de vermoeiende politiek van alledag vind ik door te werken in mijn tuin.

Angela Merkel, bondskanselier van Duitsland – De Standaard 26/9

“ Ik ben de burgemeester, en dus

de vertegenwoordiger van de koning in mijn gemeente. De eerste magistraat ook. Ik laat mij niet koeioneren door een simpel inspecteurke van het zevenste knoopsgat.

Hugo Leroy (Open VLD), burgemeester van Gavere, door een van zijn agenten aangeklaagd wegens laster en eerroof – Het Nieuwsblad 6/10

“Alle politici hebben dit dossier al

op een onwaarschijnlijke manier verknoeid. En ze blijven het maar verknoeien. Maar waarover gaat het nu eigenlijk? Over welke partij de grootste is? Of over welke oplossing de beste is ?

Politicoloog Carl Devos (UGent) over het Oosterweeldossier – Knack 7/10

“Gas is een structureel goede

belegging voor de gemeenten: het zijn gereguleerde activiteiten met bijna geen risico.

Publigas-voorzitter en burgemeester van Gent Daniël Termont (sp.a) - De Tijd 9/10

“ Een politicus moet werken voor

de mensen die hem verkozen hebben. En ik denk dat het legitiem is dat hij nadenkt over de ontwikkeling van zijn streek en zijn gemeente. Als ik met mijn contacten bedrijven kan helpen om zich in de regio Luik te vestigen, dan zou ik niet weten waarom ik dat niet zou doen.

Federaal minister van Pensioenen Michel Daerden (PS) – Gazet van Antwerpen 10/10

10 LOKAAL 1 november 2009

Consultants op rust geven gratis advies Belgian Senior Consultants Vlaams Gewest of BSC VG is een onafhankelijke non-profitorganisatie van vrijwilligers ten dienste van Vlaamse ondernemers. Ze geeft gratis advies en managementbijstand aan socialprofitondernemingen en openbare besturen die om financiële redenen geen beroep kunnen doen op professionele consultancy.

T

ijdens hun professionele loopbaan hebben de consultantleden van BSC VG ruime ervaring en vakkennis opgedaan als manager in een bedrijf, als zelfstandig ondernemer, als beoefenaar van een vrij beroep of in leidinggevende functies bij educatieve, sociale of culturele instellingen. Zij willen hun potentieel aan expertise en praktijkervaring op een dynamische en productieve manier inzetten voor ondernemend Vlaanderen. Hoewel de senior consulenten overwegend actief zijn in de privésector, bieden ze ook advies aan verantwoordelijken van ondernemingen en organisaties uit het brede sociale en culturele milieu. Die hebben immers gelijkaardige problemen betreffende organisatie en werkprocedures, personeelsbeleid, dienstverlening, interne en externe communicatie, financieel beleid, aankoopbeleid, informatica, boekhouding en administratie, statuten, juridische kwesties, jaarverslagen, subsidieregelingen, wettelijke verplichtingen en verantwoordelijkheden.

BSC VG biedt onafhankelijk advies en ondersteuning in het kader van een open en vrijblijvende samenwerking. De consulenten begeleiden de uitvoerders maar ver-

BSC VG. Het multidisciplinaire team van Gh@pro biedt gratis en anoniem preventieve seksuele gezondheidszorg, beroepsgebonden medische hulpverlening en psychosociale begeleiding aan sekswerkers. De organisatie wordt wetenschappelijk ondersteund door de Universiteit Antwerpen. Ze ontvangt subsidies van de Vlaamse Gemeenschap en

GF

PERSPIRAAT

Consultantleden van BSC VG zetten hun expertise en praktijkervaring belangeloos voor ondernemend Vlaanderen in.

richten zelf geen uitvoerend werk op permanente basis. De vergoeding bestaat uit de verplaatsingskosten van de consulenten en een kleine bijdrage voor de werkingskosten van de organisatie. Uit de stress Voor de uitwerking van een professioneel georganiseerde boekhouding en administratie deed het Gezondheidshuis Antwerpse Prostitutie Gh@pro een beroep op

de stad Antwerpen. Gh@pro bezoekt Antwerpse sekswerkers op hun werkplek: raam, bar, privé, escort. Daarnaast biedt ze vrije consultatie aan in het gezondheidshuis in het Antwerpse Schipperskwartier. Door de groei van Gh@pro vormden de opmaak van de dossiers voor de subsidiërende overheden, de opvolging van hun richtlijnen in verband met de boekhoudkundige verwerking en

Tot 3 december PC-Solidarity dicht digitale kloof PC-Solidarity is het Belgische activiteitenluik waarmee Close the Gap de digitale kloof in België verder wil dichten. PC-Solidarity wil de toegang tot technologie voor kansengroepen vergemakkelijken door hoogwaardige gebruikte computers ter beschikking te stellen. De toegekende steun aan projecten is tweeledig: goede pc’s (met garantie en helpdeskondersteuning gedurende een jaar) en financiële steun (maximaal 100 euro per gevraagde pc) voor opstartkosten die gepaard gaan met het gebruik van de pc’s. ÎÎwww.pcsolidarity.be


JOHAN ACKAERT column

de rapportering over de aanwending van de subsidies een toenemende en onwelkome belasting voor de medisch en sociaal medewerkers. Omdat de energie en de beschikbare financiële middelen in de eerste plaats naar de realisatie van het maatschappelijke doel van de organisatie moeten gaan, wilde of kon Gh@pro voor haar boekhoudkundige en administratieve werkzaamheden geen professionals aan marktconforme tarieven inhuren. Belgian Senior Consultants bood hier de oplossing. De Antwerpse afdeling vaardigde twee consulenten af. Na analyse van de eisen op het vlak van boekhouding en financiële rapportering hebben ze een boekhoudplan ontwikkeld en een aangepast boekhoudkundig pakket geïmplementeerd. Ze verzorgden de opleiding en de coaching van de administratieve medewerkers. Ze integreerden de richtlijnen van de subsidiërende overheden in de boekhoudkundige organisatie. Ze gaven advies bij de opstelling van de jaarrekening en de dossiers voor de Vlaamse Gemeenschap en de stad Antwerpen. Voor het bestuur en de medewerkers van Gh@pro betekende deze inzet een welgekomen hulp, meer zelfs, een echte opluchting. ‘Ik zag tegen al deze boekhoudkundige en administratieve verplichtingen op als tegen een onoverkomelijke berg,’ getuigt coördinatrice Anne Vercauteren. ‘Ik zat behoorlijk onder de stress. Dankzij de hulp van BSC VG is er een last van mijn schouders gevallen. De leden van Belgian Senior Consultants weten waarmee ze bezig zijn. Ik kan me nu weer helemaal concentreren op mijn echte werk.’ Inge Ruiters

De Blinden van Breugel Ofschoon men doorgaans het tegendeel aanneemt, leveren politieke spanningen en crisissen sommige bedrijfssectoren economische winst op. De commerciële opiniepeilers zullen mij niet tegenspreken, althans niet op dit punt. We zien ze meestal op de voorgrond komen in de aanloop naar verkiezingen, bij oplopende spanningen binnen de regering of bij het schielijk overlijden van een politiek kartel. Opiniepeilers treden dan in de notarisrol en maken ons wijs wie met de electorale erfenis gaat lopen. Daarnaast vinden ze bij heikele dossiers ook vlot hun weg naar de kabinetten, zorgvuldig geselecteerde media en de hoofdkwartieren van captains of industry. Het verwondert dan ook niet echt dat ze hun graantje meepikken in het Lange Wapperverhaal (of eerder: -tragedie). Net zoals het niet verwondert dat de voorspellingen in de peilingen over de geplande Antwerpse megastructure nogal fors uiteenlopen. Niets nieuws onder de zon dus, en geen reden om ons echt zorgen te maken, er is grotere misère in de wereld dan dit. En toch baarde de inbreng van de peilers in het Lange Wapperdossier wel degelijk zorgen. Zeker toen uit een (aanvankelijk geheim gehouden) peiling bleek dat het alternatieve tracé voor de Oosterweelverbinding op aanzienlijk meer bijval zou kunnen rekenen dan het BAM-voorstel, waardoor vanuit het Brusselse Martelarenplein meteen orders naar Antwerpse gemeenteraadsleden vertrokken om het menu van het referendum zeker niet uit te breiden met dit alternatief. Hoe het meten van opinies wordt misbruikt om opinies het zwijgen op te leggen. Ik zet de tijdmachine even op bijna vijftig jaar terug. Toen stond het milieu van de sociale wetenschappers in rep en roer omwille van het Camelot-project. Anders dan de

naam laat vermoeden, koesterde dit project geenszins ridderlijke ambities. Dit onderzoeksprogramma, gefinancierd door het Amerikaanse leger, wou de factoren identificeren die in bepaalde landen tot sociale rebellie konden leiden en aangeven welke de meest adequate tegenmaatregelen zijn om die neer te slaan. Het was de verdienste van de Noorse socioloog Johan Galtung dat hij zowel de politieke als de academische wereld voor dit misbruik van sociaalwetenschappelijk onderzoek alarmeerde en het debat over de ethiek van het onderzoek scherp stelde. Waarom durf ik Camelot en Lange Wapper in een adem te noemen? Beide pogen met methoden uit de sociale wetenschappen (opinieonderzoek) protest te onderdrukken. Misschien is het ook niet meer eigentijds hier ethische beschouwingen aan te wijden. We weten al langer dan vandaag dat kennis macht is. En nog, wetenschappers worden zelf ook maar al te graag betrokken in onderzoeksprogramma’s van de overheid. Op zich is daar inderdaad niets mis mee, zolang de kennis die met behulp van overheidsmiddelen verworven is, opengesteld wordt voor de academische wereld én het brede publiek. Kortom, zolang alles transparant gebeurt. Maar de opdrachtgevers – publiek of privaat – van peilingen moeten wel niet versteld staan wanneer het publiek vroeg of laat afhaakt en weigert nog aan sociaalwetenschappelijk onderzoek mee te werken, omdat het gemerkt heeft dat die peilingen een manipulatieve agenda verbergen. Waardoor de blinde vlekken in het bestuurlijke oog alleen maar vergroten en bestuurders zelf nog meer ‘op de tast’, net zoals de blinden van Breugel, door de samenleving zullen strompelen. Zelfs de meest cynische bestuurder kan hier niet ongevoelig voor blijven. I

ÎÎBelgian Senior Consultants Vlaams Gewest vzw, T 09-282 65 52, mark.balcaen@telenet.be, www.bscvg.org, www.ghapro.be

1 november 2009 LOKAAL 11


12 LOKAAL 1 november 2009

stefan dewickere

Frank Van Massenhove: ‘De beste expert is niet a priori een goede chef. Niet de slimste is de baas, maar wel diegene die het best met mensen kan omgaan en een meerwaarde kan geven aan de groep.’


ORGANISATIE INterview FRANK VAN MASSENHOVE

We werken in onze droomorganisatie De ambtenaren van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid werken in blitse kantoren met sofa’s en vergaderruimten waar ze elkaar kunnen ontmoeten om af te spreken wie wat gaat doen. Ze eten biofruit en kunnen hun laptop overal in de zalen aanloggen. Het denkwerk doen ze thuis. ‘Het probleem is nu dat niemand hier nog weg wil,’ glundert Frank Van Massenhove, voorzitter van het directiecomité. Marlies van Bouwel

F

creativiteit, technologie en duurzaamheid en moet je de mens en zijn familie centraal stellen.’

Kunnen lokale besturen hier wat van leren? ‘Alle overheden worden met dezelfde problemen geconfronteerd, het grootste probleem is de juiste mensen te vinden om de zaken uit te voeren. Als overheden concurreren we met elkaar maar ook met de privésector. Hooguit twintig tot vijfentwintig procent van de mensen beschikken over de competenties die wij nodig hebben en dus vindt er een gevecht plaats voor deze werknemers. Bovendien moeten we niet enkel de goede mensen aantrekken maar er ook voor zorgen dat ze niet gaan lopen.’ ‘Toen ik hier zeven jaar geleden begon, waren twintig procent van de hooggeschoolden ouder dan 51. Daarvan is ondertussen een derde met pensioen. We vervangen drie laaggeschoolden door een hogeropgeleide. Vroeger vonden mensen werken voor de staat aantrekkelijk vanwege de werkzekerheid en het staatspensioen, maar dat prikkelt de generatie Y helemaal niet. Bij hen moet je afkomen met zelfdeterminatie, strategie, authenticiteit,

Dat zijn dure woorden. ‘Wacht, ik leg ze uit. Zelfdeterminatie gaat erover dat mensen niet meer willen dat iemand hun zegt wanneer, waar en hoe ze moeten werken. Lokale ambtenaren willen dat ook niet meer. Mensen hier hebben het recht om thuis te werken. Hier moet de baas van een dienst bewijzen dat het niet kan, en als hij dat kan bewijzen moet hij de processen veranderen. We werken op basis van prestaties. Dat is kwantitatief, maar vooral kwalitatief voor de beleidsvoorbereidende diensten. Dat heeft ook alles met gedrag te maken. De 266 teams hebben elk tien gedragsregels uit een pakket van honderd gekozen die te maken hebben met onze vijf waarden, namelijk respect, vertrouwen, solidariteit, zelfontplooiing en resultaatgerichtheid. De 266 teams moesten erover nadenken, dat gaat van “de chef moet dag zeggen” tot “we vieren wanneer iets is geslaagd”. Aan deze gedragsregels moeten ze werken.’ ‘Als jurist kan ik niet zeggen hoe een econoom moet werken, daarover beslist hij zelf met zijn team. In een team zitten zeven tot twintig mensen, het liefst twaalf. Elk team krijgt doelstellingen, vroeger werden die verdeeld over de teamleden, dan kwam de fase dat het rondom een tafel werd besproken met de chef en de teamleden, nu gebeurt dat zonder de chef, de mensen verde-

rank Van Massenhove staat zeven jaar aan het hoofd van de FOD Sociale Zekerheid na een carrière in verschillende kabinetten. ‘Normaal bleef ik maar maximaal vijf jaar in een functie, want dan wilde ik iets nieuws. Nu heb ik nog plannen zat. Sinds 6 januari zitten we in deze nieuwe kantoren in de Finance Tower. Samen met mijn medewerkers hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt om deze organisatie die nog uit de 19de eeuw stamde om te toveren tot eentje van de 21ste eeuw.’

1 november 2009 LOKAAL 13


ORGANISATIE INterview FRANK VAN MASSENHOVE

STEFAN DEWICKERE

len het werk onder elkaar. De draagkracht voor de keuze is groot Iedereen mag thuis werken. We liegen tegen niemand. Dat is en er is de sociale controle. Zelfdeterminatie betekent ook dat authenticiteit. Als je als organisatie naar buiten liegt, doe je dat mensen voor zichzelf beslissen: komen er honderd dossiers aan ook naar binnen. In onze organisatie staat de ontmoeting cenbij een team van tien mensen, dan verdelen ze die zelf, en dan zie traal en dus zie je hier geen smalle gangen. Werken doe je vooral je dat iemand er gerust twaalf neemt omdat het leuke dossiers thuis. Hier kun je niet goed nadenken, doe dat thuis, hier kom zijn. Dat is de essentie van onze organisatie.’ je om te motiveren.’ ‘Daarnaast heeft niemand een bureau. Ik bracht hooguit drie procent van mijn tijd aan mijn bureau door, dat was een heel duur Wat bedoelt u met authenticiteit? meubel. Wat doe je als chef eigenlijk? Je mails bekijken, lezen, pre‘Authenticiteit betekent onberispelijkheid: ik mag niet dronken sentaties voorbereiden en praten. We hebben geen plekken meer achter het stuur zitten, ik mag geen werkster in het zwart laten volgens de hiërarchie, maar volgens wat je aan het doen bent. werken. Over de basiswaarden van je organisatie mag je niet in De chef zit tussen de mensen en kan ze coachen. opspraak komen. Je mag niemand voortrekken. De helft van de chefs zijn vrouwen. Na de assessWie zoiets doet, heeft toch geen leiderschap ments mocht ik zelf de mensen kiezen. Aan de meer?’ top zie je bij ons even veel mannen als vrouwen, ‘Van mijn rank en file mag ik niet hetzelfde verin het middenkader iets meer mannen. We vinden wachten als wat zij van mij verwachten. Maar dat belangrijk. Natuurlijk zijn er bij ons ook even als de chauffeur van onze dienst dronken achveel mensen die Frans spreken als Nederlands.’ ter het stuur zit, vliegt hij eruit. Wie hoofd is van ‘Als wij niet meer zeggen wanneer ze moeten de dienst gehandicapten en zonder handicap werken, worden mensen weer regisseur van hun een parkeerkaart voor gehandicapten gebruikt, eigen leven. Het gevolg is dat minder vrouwen vliegt eruit. Dan heb je geen gezag meer. Het is deeltijds werken, omdat ze zich nu kunnen oreen afweging van waar je voor staat. Natuurlijk ganiseren: ze kunnen de kinderen op tijd van maak je als mens voor zeventig procent fouten. de crèche of school halen en ’s avonds of in het Als je zegt dat je fout was, vergroot dat je geweekend nog doorwerken. Je moet de afgesprozag. Dan heb ik het niet over de strategie, maar ken prestaties leveren. Als controlesysteem is de wel over de toepassing ervan. Zo dachten we prikklok afgeschaft. Je kunt via een inlogsysonze kantoren over te plaatsen naar de provinteem wel zelf bijhouden hoeveel uren je werkt. ciehoofdsteden, maar slechts drie procent van ‘Als wij niet meer De prikklok kan de regulator van je leven zijn, onze werknemers komen uit Limburg of Westmaar dat kan ook de partner zijn, je vrienden, je Vlaanderen en wel zeventig procent uit Brabant. zeggen wanneer ze moeten chef. Die moet ook zeggen wanneer zijn mensen Het was belachelijk geweest om hen in Brugge te te hard werken. Want de mensen hier werken onsteken. Dat moet je durven toe te geven.’ werken, worden mensen waarschijnlijk hard.’ ‘Iets doen waarin je niet gelooft, mislukt. We geloven onwaarschijnlijk in deze organisatie. Al weer regisseur van hun En toch stelt u de mens centraal? wat ik je vertel, is niet nieuw. We kopiëren nooit, eigen leven.’ ‘Wie bij ons in dienst komt, kent zijn vak, dat maar we stelen veel. Alle onderdelen gebeuren mag ik verwachten. Mensen worden dan verder wel ergens, we hebben er een systeem, een strateprofessioneel begeleid. Waar wil je naartoe? Als je na twintig jaar gie, een cultuur van gemaakt. Gehelen kun je niet kopiëren want iets anders wilt doen, dan kunnen we je daarin begeleiden. Dat het moet kloppen met je organisatie. Nu komen de mensen met gebeurt bijna nergens. Het kan zijn dat we goede mensen dan tips. Er is een ongelooflijke creativiteit losgebarsten. Vroeger begeleiden in het weggaan. Maar als mensen om positieve redemoest ik smeken om wat creativiteit, nu moet ik het intomen en nen weggaan, zijn we geslaagd. Het is enorm belangrijk voor je ben ik dikwijls de rem in plaats van de stimulator.’ organisatie als je overal mensen hebt die op een positieve manier zijn weggegaan. Dan willen mensen hier werken.’ Hoe is die kentering er gekomen? ‘Selor rekruteert voor ons allemaal. Wie geslaagd is, kan dan ‘Als de chefs niet meedoen, kunnen ze de creativiteit niet losaankruisen voor welke overheidsdienst hij of zij wil werken. Zeweken. Bij ons heeft een chef tien tot twaalf welbepaalde eigenven jaar geleden kreeg ik 17 procent van de kruisjes, nu 87 proschappen die vrouwelijk lijken maar mannen scoren daar niet cent. Dus bijna negen mensen op tien willen hier werken, want slechter of beter op dan vrouwen. Als de chef niet voldoet, wordt er is geen prikklok en het is hier mooi.’ hij of zij weggestemd en kan hij of zij iets anders gaan doen. De beste expert is niet a priori een goede chef. De beste expert zal Hoe bent u hiertoe gekomen? Heeft die strategie ermee te maken? blijven doen wat hij deed en niet gaan coachen. Niet de slimste ‘Dat je één strategie hebt, dat is het belangrijkste en dat je cultuur is de baas, maar wel diegene die het best met mensen kan omen je strategie volledig op elkaar plakken. Elke beslissing moet in gaan en een meerwaarde kan geven aan de groep. Onze baas die ene strategie passen en je moet je aan die strategie houden. In beleidsvoorbereiding weet niet het meeste van de sociale zekerveel organisaties zie je wel tien strategieën die met elkaar botsen, heid, maar heeft er wel affiniteiten mee en hij kan ook veel meer.’ waardoor ook de diensten met elkaar botsen.’ ‘We werken nu in onze droomorganisatie. We zijn van een droom Al die veranderingen doorvoeren betekende toch ook een risico? vertrokken, we zijn heel lang abstract gebleven. Je mag je dan De meeste mensen houden niet zo van verandering. niet te snel naar de realiteit laten zakken, je mag niet in het moe‘Zeven jaar geleden was dit een ministerie van de jaren vijftig, ras van de alledaagsheid vallen. We hebben alles omgedraaid. zonder processen. Elk probleem werd opgelost wanneer het op14 LOKAAL 1 november 2009


dook. Er werd geen systeem gezocht zodat de problemen niet meer zouden opduiken. Na drie jaar had ik de processen redelijk onder controle. Toen voerde ik de grote veranderingen in. Een derde was ertegen, een derde ervoor en een derde keek de kat uit de boom. Ik heb vooral op die laatste groep gewerkt want als ik die mee had, dan stond twee derde van de organisatie achter de veranderingen. We hebben zoveel mogelijk voorbeelden gegeven. Het is het werk van 200 tot 300 mensen geweest, we hadden geen consultants nodig, we hebben alles zelf gedaan en dat is ook de reden van het succes. Samen met Tom Auwers was ik proefkonijn in ons proefproject. Dat is authenticiteit en het heeft echt gewerkt.’ ‘Nu vragen veel mensen aan om hier te mogen werken. Al moet ik toegeven dat er eerst veel mensen vertrokken zijn. Met de prikklok werd er niet gekeken naar welk werk je had gedaan. Nu werken hier de meest tevreden ambtenaren van de federale overheid. 91 procent van onze mensen wil niet meer weg en dat is een probleem voor ons, er komt te weinig nieuw bloed in de organisatie. Acht procent wil weg om positieve redenen en zoals ik al zei: dat is wel goed.’

het gewoon moreel onaanvaardbaar als je er niet mee bezig bent. We rijden met hybride wagens. Op het vlak van licht doen we wat, maar we moeten er nog veel meer op letten. Dat is mijn volgende plan. Maar “greening” is maar een van de vijf elementen van duurzaamheid volgens de Verenigde Naties. Ook de begeleiding en de contracten van mensen moeten duurzaam zijn. Over vijf jaar moeten alle producten hier fair trade aangekocht zijn en we gaan de levenscyclus bekijken en kiezen voor het product dat zoveel mogelijk CO2-neutraal is. Omdat laptops met een batterij werken, gaan we nu op zoek naar opladers op zonne-energie.’ ‘Zo eten we bijna geen koekjes, overal staan er manden met biofruit. Er wordt veel van gegeten, het kost meer dan we hadden gedacht. We nemen elk proces onder de loep en proberen het zoveel mogelijk digitaal te doen, anders kun je ook niet thuis werken. In plaats van tien pallets papier per maand – met telkens een miljoen blaadjes – verbruiken we er nu nog vier per maand. Het werkt dus wel.’

STEFAN DEWICKERE

U focust op de generatie Y, maar hoe trekt u de ouderen mee? ‘Ik moet me focussen op de nieuwe mensen, de anderen vinden het ook wel goed. Generatie Y gaat weg als je niet duurzaam bent, ze gaan ook Is dat omdat u naast de mens ook zijn familie weg als je niet authentiek bent. Over tien jaar ben centraal stelt? ‘Ja, maar net zoals bij Fons Van Dyck gaat het ik 65, ik moet nu denken aan de generatie die om de nieuwe familie, je nauwste netwerk met komt. Deze organisatie moet tegemoetkomen inbegrip van je vrienden en goede buren, maar aan de wensen die over vijf tot tien jaar spelen.’ ‘Deze organisatie ook goede collega’s. Als werkgever kun je er ‘Het tekort aan hooggekwalificeerde werknemaar beter rekening mee houden dat mensen mers zal alleen maar toenemen. Daarom wil ik moet tegemoetkomen een derde van hun sociale netwerk op het werk mensen het liefst vastheid van betrekking aantegenkomen. Je moet er dus voor zorgen dat ze bieden, dat geeft mensen een enorme rust. Dat aan de wensen die elkaar echt kunnen ontmoeten. Daarom is de statuut is niet belangrijk om mensen aan te trekfysieke omgeving in je organisatie erg belangken, maar ze hechten er wel belang aan: zich geover vijf tot tien jaar rijk en daarom hielden we in september ook een borgen weten in een familie, een leuke baan met spelen.’ Friends & Family Day. Op een zaterdag kon elke een vast inkomen. Soms kan het niet anders dan werknemer zijn vrienden en familie mee naar contractanten aan te werven, maar zij hebben een het werk nemen en Magritte bezoeken, en in het Warandepark slecht pensioen en geen tweede pijler. Het kan toch niet dat twee hadden we een Belgische namiddag met friet, mosselen en wamensen jarenlang hetzelfde werk goed doen en dat de ene meer fels. Als je die sfeer niet opbrengt in je organisatie, dan voelen heeft omdat hij toevallig de goede deur heeft gevonden. We zijn mensen dat ook, het moet dus wel authentiek zijn.’ het trouwens verplicht aan de latere generaties om een goed pensioensysteem op poten te zetten.’ En tegelijk zet u ook in op technologie? ‘De meeste mensen, ook de ouderen, halen hun prestaties. Als ‘We willen de generatie Y aantrekken, de digitale technologie is we zien dat iemand er al drie maanden mee worstelt, coachen we hun leven. En dus hebben we hier softphones ingevoerd, heeft hem. Als iemand te kennen geeft dat er een persoonlijk probleem iedereen een gsm en een laptop die je in deze wireless omgeving is, krijgt hij een coach, die zitten trouwens buiten de hiërarchie. overal kunt aansluiten. We hebben de top van de technologie in Dit duurzaam omgaan met relaties is ook duurzaamheid. We huis. Toch kost het minder dan vroeger. 80 procent van de telemoeten op dat vlak nog veel verder gaan.’ foonverbindingen betalen we nu niet meer omdat het verbindingen zijn tussen collega’s, met eender welk medium. Het ziet er Dank u voor het delen van deze ervaringen. hier duur uit maar de infrastructuur kost vijf miljoen euro per ‘Dat is mijn moral duty. Ik word erg goed betaald, het minste wat jaar minder dan in ons vorige gebouw omdat we nog maar 70 ik kan doen is systemen aanbieden die kunnen worden overgeprocent van de ruimte nodig hebben. Vroeger hadden 100 ambnomen. In de jaren tachtig en negentig was kennis macht en tenaren immers 100 bureaus, nu nog maar 70. De aanschaf van gaf je de concurrentie een voordeel als je kennis doorgaf. Nu al deze kleurrijke meubelen en hoogstaande technologie heeft weten we dat je enkel vooruitkomt als je kennis deelt, dat je dan tien miljoen euro gekost, dus dat betaalt zich op twee jaar terug.’ gezag krijgt.’ Maar u pleit ook voor duurzaamheid? ‘Als je als werkgever niet met duurzaamheid bezig bent, wil generatie Y niet bij je werken. Het is niet ideologisch maar ze vinden

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal 1 november 2009 LOKAAL 15


Prof. dr. Koen Verhoest Dries De Herdt David Vanholsbeeck

VERZELFSTANDIGEN, SAMENWERKEN Jeroen Windey Prof. Dr. Koen Verhoest OF UITBESTEDEN? Een keuze-instrument voor lokale besturen

WAT WE ZELF DOEN, DOEN WE BETER?

Een afwegingskader voor verzelfstandiging in lokale besturen Is een vzw voor kinderopvang een goed idee of blijven we dit beter organiseren binnen het gemeentebestuur? Richten we een autonoom gemeentebedrijf op voor het gemeentelijke parkeerbeleid of besteden we het uit aan een private partner? Hoe motiveren we onze keuze bij de Vlaamse overheid? Wat zijn de voordelen van publiek-private samenwerking voor de bouw en exploitatie van een zwembad? Welke autonomie geniet het hoofd van een intern verzelfstandigd agentschap, en moet er bij zo’n IVA een apart budget worden opgemaakt?

ZELF DOEN, VERZELFSTANDIGEN, SAMENWERKEN OF UITBESTEDEN? Er bestaan heel wat mogelijkheden om publieke taken uit te voeren, en het is lang niet eenvoudig om te bepalen welke vorm het meest aangewezen is in uw concrete situatie. Want u wilt natuurlijk op basis van de juiste argumenten de keuze maken, en die op een onderbouwde manier motiveren ten aanzien van de politiek, de Vlaamse overheid, de bevolking en andere belanghebbenden. Of u heeft al gekozen voor een bepaalde uitvoeringsvorm, maar zoekt nog meer informatie over de precieze vooren nadelen ervan. Dan vindt u in de publicatie “Verzelfstandigen, samenwerken of uitbesteden?” alle antwoorden.

ALLE MOGELIJKHEDEN EN AFWEGINGSCRITERIA OP EEN RIJTJE Door de bundeling van twee keuze-instrumenten voor lokale beleidsmakers en medewerkers biedt dit boek het meest complete en gestructureerde overzicht van alles wat u moet weten over de keuze tussen mogelijke uitvoeringsvormen op lokaal niveau. Het eerste deel van het boek bevat een instrument dat werd ontwikkeld door Koen Verhoest en Dries De Herdt van het Instituut voor de Overheid (K.U. Leuven). Het tweede deel wordt gevormd door het afwegingskader van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, dat vooral ingaat op de keuze tussen externe verzelfstandiging en eigen beheer. Elke fase van het keuzeproces voor een AGB, IVA, EVA, vzw, PPS, IGS, ... wordt opgesplitst in zeer concrete richtvragen. Als u die vragen stapsgewijs beantwoordt, weet u na het lezen van dit boek voor welke vorm u het beste kunt kiezen. Het boek is daarmee een uitstekend hulpmiddel voor beleidsmakers die hun dienstverlening op een moderne, weloverwogen manier willen organiseren. Prijs: € 29 (leden VVSG) en € 35 (niet-leden)

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel ....... ex. van de publicatie “Verzelfstandigen, samenwerken of uitbesteden? Een keuze-instrument voor lokale besturen”.* (29 euro voor VVSG-leden, 35 euro voor niet-leden) Organisatie/bestuur: ................................................................................................................................................................

Datum en handtekening

Adres: ....................................................................................................................................................................................... Naam: ...................................................................................................................................................................................... Functie: .................................................................................................................................................................................... Tel. : .......................................................................................................................................................................................... E-mail: .....................................................................................................................................................................................

ISB N 9 7 8 - 2 - 5 0 9 - 00435-2

* Prijzen incl. btw maar excl. verzendingskosten. Prijzen geldig tot en met 31 december 2009. Kijk voor de exacte prijzen altijd op onze website www.politeia.be. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de Wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

9

782509 004352


In het spanningsveld tussen centrale regelgeving en zelfstandige financiering

A

l in de Franse periode (1795-1815) werd aan de gemeenten bij decreet financieel zelfbeheer verleend, wat onder meer het recht inhield om plaatselijke belastingen te heffen. Gemeentelijke thesaurietekorten konden (in het beste geval) worden gedekt door een gemeen fonds, gestijfd door gemeentelijke opcentiemen op de staatsbelastingen; onder het Hollandse bewind (1815-1830) kregen de gemeenten de vrije beschikking over deze opcentiemen. Tot 1860 echter veroorzaakte het zogenaamde octrooirecht een weinig coherent belastingstelsel, dat bovendien een sterke discrepantie in stand hield tussen steden en plattelandsgemeenten. Het ging om de eigen verbruiksbelasting die nog in 78 Belgische steden werd geheven op onder meer dranken, eetwaren, veevoeder, brandstoffen, meubels en bouwmaterialen. Met de afschaffing van het octrooirecht in 1860 vielen de 78 binnenlandse tolgrenzen eindelijk weg, op het moment dat ook internationaal verdragen werden afgesloten om invoertaksen te verminderen of op te heffen. Ter compensatie van het inkomstenverlies (omstreeks 1850 putte Gent twee derde van zijn ontvangsten uit de octrooibelasting, Antwerpen bijna 90 procent) werd in hetzelfde jaar op initiatief van minister van Financiën Frère-Orban het Gemeentefonds opgericht, waaruit alle gemeenten voortaan volgens bij wet vastgelegde criteria een jaarlijkse dotatie zouden ontvangen. De oprichting van het Gemeentekrediet als bank in eigendom van de lokale besturen (ook in 1860) moest tegelijk de vele kleine gemeenten in staat stellen de broodnodige infrastructuurwerken uit te voeren die ze bij gebrek aan kapitaal al zo lang hadden moeten uitstellen. Het Gemeentekrediet van België groeide in het eerste kwart van de twintigste eeuw uit tot de belangrijkste bankier van de gemeenten. Meer dan honderd jaar lang verstrekte het leningen aan de gemeenten, hoofdzakelijk gefinancierd door de verkoop van kasbons aan particulieren. Opvolger Dexia (opgericht in 1996) lijkt nu, in tijden van financiële crisis, met haar ‘kasbons voor lokale projecten’ naar die bron terug te keren. De fiscale autonomie van de Belgische gemeenten was sinds 1831 wettelijk verankerd (zie o.a. art. 170 van de gecoördineerde Grondwet), maar de afschaffing van het octrooi en de oprichting van het Gemeentefonds verengden het gemeentelijke financiële kader toch aanzienlijk. De gemeenten werden in toenemende mate afhankelijk van de centrale regelgeving, die door ingrepen op hetzij de fiscaliteit, hetzij de dotaties uit het Gemeentefonds, de lokale financiële slagkracht afwisselend zou beperken of verruimen. Vandaag halen

de Vlaamse gemeenten gemiddeld 45 tot 50 procent van hun ontvangsten uit belastingen, waarvan vier vijfde worden gevormd door de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing. De overige twintig procent van de fiscale inkomsten komen uit lokale taksen die bij gemeentelijk reglement worden geheven. Over de aard van de belastingen die gemeenten zelf mogen heffen, wordt geregeld gedebatteerd. Zo verdween in de loop der tijden bijvoorbeeld de belasting op de verhuur van rijdieren, op bomen, op het gebruik van biljarttafels, op serres, veranda’s en bedekte galerijen, en op ‘elegante dienstmeiden’. Het aantal verschillende belastingen dat een gemeente gemiddeld heft, is de voorbije jaren ook gedaald. De gemeenten snoeiden er zelf in, dikwijls in overleg met het bedrijfsleven; en het Lokaal Pact van 2008 gaf een bijkomende saneringsimpuls. Het Gemeentefonds van zijn kant doet heden ten dage dienst als instrument om de gemeentelijke fiscaliteit te egaliseren en ‘fiscale armoede’ te compenseren. De verdeelwijze over de gemeenten en de stijvingsmethode voor het fonds werden meermaals gewijzigd. Tot 1983 was de dotatie van het fonds gekoppeld aan bepaalde fiscale ontvangsten van de staat of het gewest. Het Gemeentefonds – inclusief hulpfonds voor de OCMW’s – opereerde na 1976 al volgens een gewestelijke verdeelsleutel, maar met de wet van 8 augustus 1988 ging de algemene financiering van de gemeenten over naar de gewesten en werd het fonds een Vlaamse begrotingspost die jaarlijks procentueel stijgt. In de recente geschiedenis van de lokale financiën neemt onder meer het jaar 1982 – periode van nationale budgettaire crisis – een bijzondere plaats in. Toen werd in de Gemeentewet de verplichting opgenomen om gemeentelijke begrotingen in evenwicht te sluiten (NGW, art. 252). Tegelijk echter bespaarde de staat door een vermindering van de dotaties aan het Gemeentefonds. Nogal wat gemeenten verhoogden dan ook de aanvullende personenbelasting, toen in 1983 de maximumgrens van zes procent daarvoor wegviel. In 2009 staat België opnieuw voor een zware sanering van de overheidsfinanciën, waarbij ook van de lokale besturen een aanzienlijke inspanning wordt gevraagd. Hoe en op grond waarvan er precies zal worden bespaard, is niet helemaal duidelijk (zie ook Lokaal nr. 16, pp. 16-18). Pieter Plas In De Grondvesten van Lokaal 19 leest u over ‘Burgerlijke stand’

De Grondvesten belicht de kernbegrippen uit de werking van de lokale besturen in hun historische evolutie.

Lokale financiën

09

De grondvesten

1 november 2009 LOKAAL 17


VVSG en vakbonden samen voor Diverscity: 100.000 euro voor vorming en opleiding Al vijf jaar werken de VVSG en de drie representatieve overheidsvakbonden samen in een sectorconvenant met de Vlaamse overheid om de lokale besturen te ondersteunen in hun personeelbeleid. Op de website Diverscity zal het sectorconvenant de oplossingen en voorstellen doorgeven aan het werkveld. Tegelijk kunnen de sociale partners 100.000 euro besteden aan vorming en opleiding. Peter Neirynck

D

e werking van het sectorconvenant was in het verleden niet steeds zichtbaar en gebeurde wat achter de schermen. Een belangrijke reden hiervoor is het gebrek aan voldoende financiële middelen. Hierdoor gaat soms meer tijd naar het sprokkelen van middelen dan naar concrete acties. ‘Alleen een jaarlijkse substantiële financiering voor het sectorconvenant geeft mogelijkheden voor een meerjarig toekomstgericht plan en dito visie,’ zegt Eddy Quasten van het VSOA. Maar daarnaast speelt ook een zekere onwennigheid een rol. De onderhandelingen op het Comité C zijn vertrouwd voor de sociale partners. Daar liggen werkgeversen werknemersstandpunten niet altijd in dezelfde lijn. Binnen het sectorconvenant werkt men aan gezamenlijke doelstellingen en dit vergt een andere aanpak. De meerwaarde Intussen zijn alle sociale partners ervan overtuigd dat het sectorconvenant belangrijk is voor de lokale besturen. Vinciane Mortier van het ACV-Openbare Diensten 18 LOKAAL 1 november 2009

legt uit: ‘Dit instrument biedt ons de mogelijkheid om met de sociale partners te overleggen. Zo kunnen we samen behoeften detecteren en naar oplossingen zoeken. Het zou zelfs goed zijn om hier in de toekomst mensen uit het werkveld bij te betrekken.’ ‘Binnen die samenwerking moeten we over nieuwe ideeën en visies kunnen na-

tegemoet aan een reële behoefte. Steeds meer wint ‘personeelsbeleid’ aan belang ten opzichte van ‘personeelsbeheer’. ‘Zonder sectorconvenant zouden we besturen geen ondersteuning kunnen bieden op het vlak van onthaalbeleid, verzuimbeleid, leeftijdsbewust personeelsbeleid… Dat de VOP (Vlaamse Ondersteuningspremie als financiële tegemoetkoming bij de aanwerving van medewerkers met een arbeidshandicap) nu ook voor lokale besturen geldt, is een zeer concrete realisatie.’ www.diverscity.be Om die meerwaarde voor de lokale besturen zichtbaar te maken wordt ‘Diverscity’ een handelsmerk. Het sectorconvenant

Eddy Quasten: ‘We moeten blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor opleiding van de vele kortgeschoolden in onze sector. Het is goed dat er nieuwe formules worden uitgeprobeerd.’ denken en loskomen van structuren,’ vult Marc Peeters, eveneens van het ACV-Openbare Diensten, aan. ‘Op termijn moeten we die oplossingen kunnen vertalen in nieuwe of aangepaste wetgeving.’ Ook Mark Suykens ziet namens de VVSG een belangrijke meerwaarde voor de lokale besturen. Het sectorconvenant komt

krijgt een eigen logo en website. ‘Dit wordt een belangrijk communicatiekanaal voor de lokale besturen om gemeenschappelijke oplossingen en voorstellen uit te dragen in het werkveld,’ benadrukt Mil Luyten van het ACOD-LRB. Zo wordt het voor iedereen duidelijk dat de acties zowel door de VVSG als door de vakbonden gedragen worden.

stefan dewickere

organisatie PERSONEELSBELEID


Steeds meer wint personeelsbeleid aan belang ten opzichte van personeelsbeheer.

De lancering van Diverscity zal niet onopgemerkt voorbijgaan. In het kader van het impulsplan Herstel het vertrouwen van de Vlaamse Regering kunnen de sociale partners 100.000 euro besteden aan vorming en opleiding. Zij schuiven drie grote acties naar voren. Een eerste actie is een ondersteuningstraject voor ploegbazen. Uit een enquête in de sector blijkt dat er niet alleen een grote behoefte is aan passende opleidingen voor uitvoerende medewerkers op niveau E en D, maar ook aan coaching van deze medewerkers. In de praktijk verzorgt de direct leidinggevende of de ploegbaas

den uitgeprobeerd,’ zegt Eddy Quasten. De derde actie omvat een pilotproject voor loopbaan(her)oriëntering. Met een beperkt aantal besturen samen met een externe partner onderzoeken we welke mogelijkheden er bestaan voor medewerkers binnen lokale besturen die hun loopbaan een andere wending willen geven (of dat door externe omstandigheden moeten doen). Daarbij wordt zowel aandacht geschonken aan het gehele luik betreffende aanwezige of ontbrekende competenties voor een andere functie als aan het volledige organisatorische en juridische kader waarbinnen dit kan gebeuren. ‘Het is nu al duidelijk dat de mogelijkheden hier eerder beperkt zijn,’ zegt Mark Suykens. ‘Dit vormingsaanbod moet voor de

Mark Suykens: ‘Enerzijds moeten we lokale besturen concrete instrumenten aanbieden om vragen over loopbaanplanning adequaat te beantwoorden. Anderzijds is het noodzakelijk alle juridische en organisatorische knelpunten op te lijsten.’ die. In dat verband wijzen lokale besturen erop dat er behoefte is aan opleiding en vorming voor deze medewerkers om hun coachende vaardigheden (verder) te ontwikkelen. Vandaag is competentiegericht personeelsbeleid vaak iets wat zich afspeelt binnen de hr-dienst en het managementteam, maar dat soms onvoldoende doorsijpelt naar de uitvoerende diensten. Vinciane Mortier bevestigt: ‘Mensen worden benoemd in een hogere functie en hebben vorming nodig om hun nieuwe taak naar behoren uit te voeren.’ De tweede vorm van ondersteuning volgt uit het project ‘Opleiding voor niveau E en D na het rechtspositiebesluit’. De Centra voor Basiseducatie hebben samen met het Vocvo (Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs) en zeventien lokale besturen een introductiemodule ‘Bouwstenen voor vorming en opleiding’ ontwikkeld. Via een keuze van bouwstenen, ingezet over verschillende sporen (zie artikel in Lokaal van 1 juni 2009), is deze introductiemodule goed voor 21 uren vorming in het lokale bestuur. De sociale partners hebben beslist om tot 25% van de kosten terug te betalen. ‘We moeten blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor opleiding van de vele kortgeschoolden in onze sector. Het is goed dat er nieuwe formules wor

lokale besturen een wisselwerking zijn. Enerzijds moeten we lokale besturen concrete instrumenten aanbieden om vragen over loopbaanplanning adequaat te beantwoorden. Anderzijds is het noodzakelijk alle juridische en organisatorische knelpunten op te lijsten. Het zal dan de taak van de sociale partners zijn concrete oplossingen voor te stellen aan de Vlaamse overheid.’ Nog vele uitdagingen Er blijven echter ook nog veel uitdagingen voor Diverscity: de sector wapenen tegen de massale uitstroom omwille van de vergrijzing, verdere competentieversterking voor kortgeschoolden, arbeidsplaatsen creëren voor mensen uit de kansengroepen (personen met een arbeidshandicap, 50-plussers, allochtonen), de kwaliteit van de arbeid nog verbeteren. Vele uitdagingen die de partners pas kunnen opnemen als Diverscity over voldoende financiële middelen beschikt. Een ballonnetje voor de Vlaamse overheid? Of een pleidooi om met eigen middelen een sectorfonds te creëren? Het laatste woord hierover mag dan nog niet gezegd zijn, de waarde staat voor iedereen vast. Peter Neirynck is sectorconsulent lokale besturen

100.000 euro praktisch Ondersteuningstraject ploegbazen Er lopen vijf trajecten van drie volle dagen en vijf trajecten van vijf of zes halve dagen. De deelnameprijs bedraagt 50 euro per deelnemer. Er worden maximaal drie deelnemers uit eenzelfde bestuur toegelaten. Alle praktische gegevens zijn terug te vinden op de website. Bouwstenen voor vorming en opleiding Deze introductiemodule omvat 21 uren vorming samengesteld uit diverse bouwstenen, aangeboden door de Centra voor Basiseducatie. Hierin zijn ook de voorbereidende overlegvergadering, een eventuele tussentijdse evaluatie en een eindbespreking inbegrepen. De kostprijs bedraagt 1995 euro en er is een tussenkomst van 500 euro beschikbaar. Afhankelijk van lokale situaties kan de prijs lager liggen. De voorwaarden voor terugbetaling zijn terug te vinden op de website. Pilotproject loopbaanoriëntering: groeikansen voor medewerkers en bestuur Deze vorming wil lokale besturen een aantal handvatten aanreiken om de interne mogelijkheden van doorstroming en verdere ontwikkeling van medewerkers optimaal te benutten. Hierbij wordt actieve input van de besturen zelf verwacht. Er zijn sessies bij het bestuur ter plaatse en er worden gezamenlijke sessies georganiseerd. De kostprijs bedraagt 500 euro per bestuur. Geïnteresseerde besturen nemen het best vooraf contact op. Meer informatie over het concrete traject, data en deelnemingsvoorwaarden is terug te vinden op de website. www.diverscity.be peter.neirynck@diverscity.be, T 02-211 55 49

Antwerpen 21 november Inspireren tot leren Ontmoetingsdag voor besturen die condities willen creëren om de competenties van alle medewerkers in de organisatie maximaal te benutten. mark.vermaerke@vvsg.be

1 november 2009 LOKAAL 19


ORGANISATIE KWALITEITSMANAGEMENT

Work in progress Kwaliteitsmanagement in de Vlaamse lokale besturen Lokale besturen moderniseren hun interne organisatie, omdat het decretaal verplicht wordt of omdat de technieken die oorspronkelijk vooral in de private sector werden gebruikt, ook almaar meer opgang maken in de publieke sector. Over de verspreiding en stefan dewickere

het gebruik van moderne managementtechnieken binnen de Vlaamse lokale besturen was nog relatief weinig geweten. In het najaar van 2008 gebeurde hierover onderzoek bij de secretarissen van gemeenten en OCMW’s. Steven Van Roosbroek en Geert Bouckaert

I

n dit artikel beperken we ons tot één specifieke categorie managementtechnieken, met name de technieken die onder de noemer ‘kwaliteitsmanagement’ vallen. We denken hierbij aan zaken als kwaliteitshandboeken (opgelegd door het Kwaliteitsdecreet) en klachtenbehandeling (OCMW- en Gemeentedecreet), maar ook aan kwaliteitsmodellen (CAF, EFQM, Balanced Scorecards enzovoort) en gebruikersbevragingen. Als eerste werd onderzocht welke kwaliteitsmanagementtechnieken de lokale besturen in Vlaanderen gebruiken. Concreet werd gevraagd naar de ervaring met kwaliteitsmodellen, kwaliteitshandboeken, gebruikersbevragingen en klachtenbehandeling. We delen de antwoorden van de secretarissen op in drie categorieën. De eerste is die van besturen die geen ervaring hebben met een techniek en er ook geen

plannen voor hebben. In de tweede categorie vallen besturen die op het moment van het onderzoek voor het eerst een techniek aan het toepassen zijn of die er concrete plannen voor hebben. De laatste categorie zijn besturen die wel ervaring hebben met een bepaalde techniek. Een eerste interessante vaststelling is dat er relatief weinig lokale besturen zijn die al ervaring hebben met kwaliteitsmanagementtechnieken. Kwaliteitsmodellen worden nauwelijks gebruikt. Bijna zeven op tien gemeentebesturen hebben hun gebruikers/klanten nooit bevraagd, en hebben geen plannen om dit in de toekomst te doen. Ten tweede werken OCMW’s veel vaker dan gemeenten met de onderzochte technieken. Dit is een rechtstreeks gevolg van de NOB (regelgeving voor de Nieuwe OCMW-boekhouding die een administratief handboek per OCMW oplegt) en het

Verspreiding kwaliteitsmanagementtechnieken Geen ervaring, geen plannen

Eerste gebruik of plannen

Al ervaring

Kwaliteitsmodel – OCMW

57,7

24,4

17,9

Kwaliteitsmodel – gemeente

69,1

22,3

8,6

Kwaliteitshandboek – OCMW

17,1

47,6

35,3

Kwaliteitshandboek – gemeente

23,3

68,8

8

Gebruikersbevraging - OCMW

24,7

8

67,2

Gebruikersbevraging - gemeente

69,1

8,6

22,3

Klachtenbehandeling - OCMW

23,7

18,5

57,8

Klachtenbehandeling - gemeente

6,3

40,3

53,4

20 LOKAAL 1 november 2009

Kwaliteitsdecreet. Op het moment van het onderzoek waren de gemeenten ten gevolge van het Gemeentedecreet aan een inhaalbeweging bezig. Het valt af te wachten of met het OCMW-decreet de OCMW’s hun voorsprong toch nog kunnen behouden. Ten derde zien we – ondanks het lage gebruik – wel een zeer grote belangstelling voor kwaliteitsmanagementtechnieken. Veel besturen zijn er voor het eerst mee bezig of hebben concrete plannen. Als vierde blijkt uit de resultaten dat het opleggen van zaken wel degelijk een stimulerende rol speelt, maar zeker geen garantie is voor de verspreiding ervan. Zo was op het moment van het onderzoek (najaar 2008) maar de helft van de gemeentebesturen in orde met de verplichting om een systeem van klachtenbehandeling te hebben. Een aantal besturen (6,3 procent) had bovendien ook geen plannen er in de toekomst mee te werken. Het administratieve handboek bij OCMW’s (verplicht op het moment van het onderzoek; ondertussen niet meer) bleek maar door een derde van de OCMW’s gebruikt te worden. De vraag is echter of er een alternatief is voor de regelgevende werkwijze. De verspreiding van bepaalde technieken simpelweg stimuleren heeft immers ook serieuze beperkingen. Zo hadden maar 7 procent van de gemeentebesturen en 12 procent van de OCMW’s ervaring met een sterk gepromoot kwaliteitsmodel als CAF (Common Assessment Framework).


PRAKTIJK

Het opleggen van managementinstrumenten heeft niet noodzakelijk een negatieve impact op de intensiteit van het gebruik.

Motiverende regelgeving De motivatie om met een bepaalde techniek te werken kan intrinsiek of extrinsiek zijn. Bij een extrinsieke motivatie wordt niet uit vrije wil met een techniek gewerkt, maar omdat het moet. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een bestuur eigenlijk geen interne controle wil introduceren, maar het toch doet omdat het Gemeente- of OCMWdecreet het oplegt. Wanneer een motivatie om een techniek te introduceren intrinsiek is, gaat het om een keuze die de organisatie los van de druk vanuit de omgeving maakt. Dit is het geval wanneer het management een duidelijker zicht wil krijgen op het functioneren van de organisatie of de organisatiecultuur wil verbeteren. In ons onderzoek gingen we ervan uit dat regelgeving (een extrinsieke motivatie) een negatief effect zou hebben op de intensiteit van gebruik van kwaliteitsmanagement, terwijl intrinsieke motivaties een positief effect zouden hebben. De tweede hypothese was dat een meer intensief gebruik zou leiden tot een grotere gepercipieerde waarde. We kunnen de cirkel rond maken door aan te nemen dat wanneer een organisatie de waarde van iets inziet, dat een effect zal hebben op haar motivatie om erin te investeren – maar dit konden we op basis van ons onderzoek niet testen. Dat een intensiever gebruik leidt tot een grotere meerwaarde voor de organisatie, blijkt wel uit onze gegevens. Dat wijst erop dat de invoering en het gebruik van een techniek doorleefd moeten zijn, en dat een amateuristische invoering weinig (gepercipieerde) waarde zal opleveren. Over de rol van de motivatie vonden we terug dat lokale besturen intenser

gebruik maken van bepaalde technieken, wanneer zij dit doen omwille van intrinsieke motivatie. Er was echter geen sprake van een negatief effect van regelgeving als motivatie op de intensiteit van gebruik. Goed nieuws dus voor overheden die lokale besturen willen verplichten zaken te introduceren? Niet helemaal. Het resultaat verandert wanneer we kijken naar de plaats van de individuele motivatie binnen het bredere geheel van motivaties. Wanneer regelgeving (een van) de enige motivatie(s) is, is er wel degelijk een negatief effect. Wat leren we hieruit? Het is wel degelijk mogelijk door regelgeving zaken te veranderen. Het is echter belangrijk dat de zaken die opgelegd worden, gedragen zijn door de lokale besturen zelf. Zo wordt de intrinsieke motivatie verhoogd. Lokale besturen in Vlaanderen staan nog niet heel ver in het introduceren van kwaliteitsmanagementtechnieken. Ze zijn echter op weg. Het gaat echter trager dan decretaal bepaald. Met het Gemeente- en het OCMW-decreet heeft de Vlaamse overheid ervoor gekozen een aantal managementinstrumenten op te leggen (strategische planning, deontologische code, interne controle enzovoort). Ons onderzoek wijst erop dat het opleggen hiervan niet noodzakelijk een negatieve impact heeft op de intensiteit van gebruik. Wel is het belangrijk dat regelgeving niet de enige motivatie voor besturen is om een bepaalde techniek te gebruiken. Hervormingen die de Vlaamse overheid oplegt, moeten met andere woorden gedragen zijn door het veld. Anders missen zij hun impact. Geert Bouckaert is directeur van het Instituut voor de Overheid (KULeuven). Steven Van Roosbroek is bestuurskundige en auditor bij AudiO. Hij schreef deze bijdrage vanuit zijn vorige functie bij het Instituut voor de Overheid.

Gent, 23 en 24 februari De stad Gent, de universiteiten Gent en Leuven en de VVSG nodigen u uit op het Internationaal Kwaliteitscongres voor Lokale Overheden Kwaliteit ‘out of the blue’? met academische toespraken van Marga Pröhl (EIPA), Geert Bouckaert (IVO), Kees Ahaus (TNO Management Consultants) en Steven Van De Walle (Universiteit Rotterdam) maar ook met workshops met panelleden uit binnen- en buitenland. www.ghentqualitycongress.be

BRUGGE – Het Gemeentedecreet verplicht gemeenten om een systeem van eerstelijnsklachtenbehandeling op te zetten. Brugge werkte een laagdrempelige dienst uit voor de burger die binnen dertig dagen zijn klacht behandeld zal zien.

Een stedelijk meldpunt Tot enkele maanden geleden konden Bruggelingen hun klachten melden via de wegenfoon, de mobifoon, de milieufoon, per brief, aan het loket of telefonisch. ‘De melding werd dan door de respectieve dienst behandeld. Sommige diensten hielden hier geen historiek van bij, andere zetten het in een excell- of wordbestand, nog een andere dienst had al een volledig uitgebouwd klachtenbehandelingsysteem,’ vertelt Lode Nulens, ict-coördinator van de stad Brugge. Sinds eind mei werden alle bestaande meldpunten opgenomen in een stedelijk meldpunt, wat gecoördineerd wordt binnen de dienst communicatie. Lode Nulens: ‘Klachten kunnen nog altijd per fax, brief, bij de verschillende foons, aan het loket of op het web gemeld worden. Ze komen nu samen in een softwaresysteem. Dat systeem kent categorieën (zoals milieu) en subcategorieën (zoals geluidsoverlast) waardoor snel bepaald kan worden welke materie voor welke dienst is zodat we de melding gestroomlijnd kunnen doorsturen. Hierdoor is de kans groter dat de klacht bij de juiste dienst aankomt. Tegelijkertijd worden de meldingen ook geregistreerd zodat we achteraf beter kunnen rapporteren in functie van het jaarverslag, of als managementinformatie om veelvuldig voorkomende meldingen grondiger te kunnen aanpakken.’

Strikte opvolgingstermijnen

Brugge maakt zich sterk dat klachten in principe op dertig dagen worden behandeld. ‘Als dat niet gebeurt, krijgt het diensthoofd een verwittiging. Als de klacht na zestig dagen nog niet is opgelost, brengt het meldpunt automatisch de ombudsdienst op de hoogte. Die krijgt inzage in het dossier, ziet waar het fout ging en kan volgens zijn eigen onafhankelijke oordeel een klachtendossier openen. Vooral deze opvolging is uniek,’ zegt Lode Nulens. In een stad als Brugge zijn er op jaarbasis toch algauw 12.000 tot 15.000 meldingen. ‘Maar het leuke aan dit geavanceerde systeem is dat we het in de toekomst intern ook kunnen gebruiken voor het boeken van vergaderzalen of andere zaken die we willen registreren.’ MvB ii lode.nulens@brugge.be, T 050-47 40 31 1 november 2009 LOKAAL 21


FORUM de werking van college en gemeenteraad

stefan dewickere

Turnhout timmert aan de weg van efficiënte besluitvorming

Behalve over de grote aantallen gewone agendapunten moeten colleges ook beslissingen nemen over belangrijke projecten. Daarom behandelt het Turnhoutse college de gewone agendapunten tijdens een bundelcollege en komen de schepenen en de burgemeester wekelijks voor een extra college samen om zwaarwichtige thema’s te bespreken. Ook voor de gemeenteraad komen de raadsleden eerst in een commissie bijeen om inhoudelijk over de dossiers te discussiëren. Marlies van Bouwel

D

e stad Turnhout staat voor belangrijke ontwikkelingen, er staan veel stadsprojecten op stapel. ‘Op het gewone college van donderdag hielden we geen tijd meer over om de langetermijnprojecten diepgaand te bespreken,’ zegt de Turnhoutse stadssecretaris Staf Lauwerysen. ‘Daarom hebben we besloten elke week op maandagmorgen een extra themacollege te organiseren.’ Op die themacolleges worden naar gelang van het thema zowel ambtenaren uitgenodigd als technici, deskundigen of mensen van studiebureaus om de dossiers toe te lichten. Het kan gaan over de grote stadsprojecten, maar evengoed over de rechtspositieregeling van het personeel, of de samenwerking met de omliggende gemeenten. ‘Dat zijn nu eenmaal dingen die je niet op een halfuurtje bespreekt. Zo kunnen we het college omvormen tot een belangrijk besluitvormingsorgaan dat niet enkel op korte maar ook op lange termijn denkt,’ zegt Staf Lauwerysen. Het vergde wel wat aanpassingen, zo22 LOKAAL 1 november 2009

wel van de ambtenaren als van de leden van het college. Ze moeten niet alleen een bijkomende halve dag vergaderen maar van de bevoegde schepen wordt verwacht dat hij met de bevoegde ambtenaar het thema ook terdege voorbereidt. ‘Dat heeft als onrechtstreeks gevolg dat

aanvaarden gemakkelijker het besluit en voeren het daardoor ook vlotter uit. ‘Anderzijds bestaat het gevaar dat ambtenaren de besluiten zelf gaan nemen, daar letten we goed op: hun inbreng blijft beperkt tot de technische toelichting en ze kunnen daarna wel de discussie volgen. Hoe verder ze een discussie kunnen volgen, hoe verder ze die vaak ook bijtreden. Het is immers belangrijk dat ook zij weten op basis van welke motivering een besluit wordt genomen. Vroeger klonk het wel eens in de wandelgangen: “Wat hebben ze nu in godsnaam weer beslist?”’ Daarnaast komt het college bijkomend om de drie maanden samen voor een extra themacollege over de stadspro-

Staf Lauwerysen: ‘Via themacolleges kunnen we het college omvormen tot een belangrijk besluitvormingsorgaan dat niet enkel op korte maar ook op lange termijn denkt.’ we een nauwere band creëren tussen de beleidsmensen en de ambtenaren. Er is overigens de ongeschreven regel dat geen enkel belangrijk inhoudelijk agendapunt niet samen met de ambtenaren wordt besproken. Dat is een vooruitgang. Vroeger was het college toch eerder een heilige tafel,’ zegt Lauwerysen. Hij stelt ook een belangrijk neveneffect vast: ambtenaren die het besluitvormingsproces meemaken,

jecten. Wat was vroeger het probleem? ‘In het verleden verloren schepenen wel eens het helikopterzicht over de stad. Door de overvloed van dossiers waren ze het overzicht kwijt. En toch moeten schepenen verder kijken dan hun eigen vakgebied. Ze worden op alles wat in de stad gebeurt aangesproken en door deze manier van werken is iedereen mee.’ Op het stadsprojectencollege wordt al-


leen een stand van zaken gegeven van het meerjarenprogramma wegen, grote inbreidingsprojecten zoals site Turnova, maar evengoed kan het gaan over de rechtspositie van het personeel, e-government of de problemen van de ziekenhuizen. ‘Op dat college lichten de ambtenaren de stand van zaken toe, ze geven de knipperlichten aan en vragen het college welke richting het verder op moet. Dan is er een discussie, er worden knopen doorgehakt en dan kunnen de ambtenaren weer voort.’ Paraferen of vraagtekens plaatsen Zoals in elke gemeente moet het college ook in Turnhout wekelijks een rist zaken goedkeuren waarover nooit discussie bestaat. Die zaken moeten in de notulen voorkomen. Een week voor het volgende college liggen de bundels klaar zodat de schepenen tijd hebben om ze in te kijken. Die bundels zijn dan al besproken op de wekelijkse vergadering van het managementteam dat er adviezen bij geeft. ‘We vermijden dat het managementteam een doublure van het college is. Het managementteam focust vooral op de interne werking van onze organisatie. Tenslotte is onze stad een bedrijf met 700 personeelsleden. De beslissingen zelf liggen in het college, dat is de afspraak,’ zegt Staf Lauwerysen. De schepenen nemen de bundels op voorhand door en paraferen elke bundel die ze goedkeuren. Als ze ergens twijfels bij hebben, zetten ze er een vraagteken op en ook hun bedenkingen. Van al die bundels met een vraagteken maakt Staf Lauwerysen een agenda op voor bespreking: ‘Zo vermijden we dat we enkel maar bundels omdraaien en kunnen we ons concentreren op de vraagtekens. Vroeger werd wel eens over punten gediscussieerd waarover iedereen het eens was, dat was een probleem voor de efficiëntie. Nu gaan we maar op een aantal zaken grondiger in en voor de bundels waar vraagtekens bijstaan, zijn de betreffende ambtenaren stand-by om een toelichting te geven.’ De wekelijkse thematische colleges werden ingevoerd sinds het aantreden van de

nieuwe burgemeester vorig jaar september, de vraagtekens werden al tijdens de vorige legislatuur ingevoerd. De colleges over de stadsprojecten werden ook al onder de vorige burgemeester gestart. Af en toe, ongeveer één keer per jaar, gaat het college twee dagen in conclaaf om door te bomen over de meerjarenplanning, over algemene beleidsplannen of over belangrijke dossiers waar je op een

Staf Lauwerysen: ‘In Turnhout hebben we een sterke traditie van samenwerking tussen ambtenaren en politici. Dat is interessant voor beide partijen.’ halve dag niet uit komt. ‘In belangrijke thema’s moet je je echt onderdompelen,’ vindt Lauwerysen. Daarnaast zijn er nog enkele praktische werkafspraken om efficiënter te werken, zo staan de mobieltjes altijd af tijdens de colleges. Uiteindelijk heeft Staf Lauwerysen twee colleges per week en een managementteam. ‘Daarnaast brief ik de diensthoofden telkens een dag na elk college over de beslissingen, ik tracht hun de redenering mee te geven als het college het advies of de standpunten van de administratie niet heeft gevolgd. In Turnhout hebben we een sterke traditie in deze hechte samenwerking tussen ambtenaren en politici. Het Gemeentedecreet heeft geprobeerd dat wat uiteen te rijden, maar we proberen toch onze lijn verder te volgen en on speaking terms te blijven. Dat is interessant voor beide partijen.’ De gemeenteraad discussieert in commissies Al voor het door het Gemeentedecreet werd opgelegd, waren de gemeenteraadscommissies in Turnhout openbaar. ‘Die commissies zijn het hart van de inhoudelijke besprekingen,’ zegt Staf Lauwerysen. ‘Op de gemeenteraad zullen de fracties veeleer hun stellingen poneren. Op de commissies wordt er daarentegen zelden gestemd maar gebeuren wel de diepgaande besprekingen. Alle agendapunten van de gemeenteraad verschijnen in die

Hoe timmert u aan de weg van de democratische efficiëntie? Turnhout is een van de vele Vlaamse gemeenten die aan de weg van democratische efficiëntie timmeren. Ook andere gemeenten werken hier hard aan en proberen nieuwe technieken uit. Welke methode gebruikt u in uw gemeente en met welk resultaat? Alle ideeën en verhalen zijn welkom bij marian.verbeek@vvsg.be en marlies.vanbouwel@vvsg.be

commissies. We hebben er vijf, waarvan de bevoegdheden verdeeld zijn over de zeven schepenen en de burgemeester. In sommige commissies komen dus bevoegdheden van twee schepenen aan bod. Het is niet volkomen logisch maar soms is de politieke logica anders.’ Sinds vele jaren zijn de ambtenaren aanwezig bij alle commissies zodat ze de besprekingen kunnen meemaken en mee

zijn met het spel van de meerderheid en minderheid. Ook voor de commissies bereiden ze een powerpointpresentatie voor, wat de inhoudelijke bespreking gemakkelijker maakt. Kwamen vroeger in de commissies enkel de punten van de gemeenteraad aan bod, nu worden er ook punten behandeld die door het Gemeentedecreet niet meer op de gemeenteraad hoeven te komen. ‘Zo behoudt ook de gemeenteraad zicht op het beleid en de accenten. Er wordt daarom ook verslag uitgebracht over punten die op het college werden besproken,’ zegt de secretaris, die toegeeft dat het nog om een leerproces gaat. ‘Door het nieuwe Gemeentedecreet mag de voorzitter van een commissie geen lid meer zijn van het college. Begrijpelijk vanuit een democratische reflex, maar in de praktijk werkt dat niet efficiënt. Raadsleden-voorzitters hebben nog een fulltime baan, dan is het geen sinecure om die trein van beslissingen op een maand tijd te volgen en de rol van voorzitter volwaardig te kunnen spelen.’ In Turnhout komen de commissies maandelijks samen. Daarnaast is er twee of drie keer per jaar een verenigde commissie voor alle raadsleden voor de bespreking van de begroting, de rekening of een nieuw huishoudelijk reglement. Op deze commissie lichten bijvoorbeeld de schepen van Financiën en de ontvanger de begroting toe en wordt er inhoudelijk gedebatteerd over de cijfers. Op de gemeenteraad wordt dan de begroting ter stemming voorgelegd en geeft elke fractie zijn globale visie op de begroting. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal 1 november 2009 LOKAAL 23


DE RAADZAAL VAN SINT-KATELIJNE-WAVER

Raadzaal op de groei

S

inds kort heeft Sint-Katelijne-Waver de kaap van 20.000 inwoners overschreden zodat hier na de volgende verkiezingen meer raadsleden dan de huidige 25 aan de tafel zullen zitten. Dat is helemaal volgens plan. Het werd al voorzien bij de inrichting van de raadzaal in het nieuwe gemeentehuis dat in 2003 openging. En het komt ook nu al van pas, hier vergaderen ook de 28 politieraadsleden van de politiezone Bodukap (Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver en Putte). De raadzaal is de zaal voor het betere werk. Ze bevindt zich op de tweede verdieping, zeg maar het officiĂŤle gedeelte waar ook de schepenen kantoor houden. In de raadzaal vergadert niet alleen de gemeenteraad, hier wordt ook getrouwd, hier hebben de bewonersvergade-

24 LOKAAL 1 november 2009

ringen plaats, hier vergaderen de adviesraden. In deze zaal worden de nieuwe inwoners onthaald, hier is over een paar maanden alweer de nieuwjaarsreceptie en er worden nog veel andere feestjes en recepties gehouden. De catering gebeurt dan vanuit de kleine keuken vlakbij. Wordt er veel volk verwacht, dan gaan achteraan de deuren open en wordt de zaal dubbel zo groot. En omdat iedereen in het gemeentehuis op dezelfde soort gemakkelijk stapelbare stoelen zit, kunnen bij zo’n grotere plechtigheid de stoelen gemakkelijk heen en weer gesjouwd worden. Op de plaats waar tijdens de raadzitting de burgemeester zetelt, kan een groot projectiescherm van vier bij vier meter uit het plafond rollen voor presentaties en filmpjes. Het is een fijn cinemascherm, zodat er in Sint-


LOKALE RAAD ?

Hoe vermijd je als gemeenteraadslid belangenvermenging?

!

De decreetgever verbiedt gemeenteraadsleden – en hun vertrouwenspersonen – aanwezig te zijn bij de bespreking en stemming van bepaalde punten. Daarnaast mogen ze bepaalde activiteiten niet uitoefenen. Een overzicht van de verbodsbepalingen uit artikel 27 van het Gemeentedecreet.

STEFAN DEWICKERE

Verplichte afwezigheid

Het is voor een gemeenteraadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarin de echtgenoot of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen. Om discriminatie te vermijden bepaalt de decreetgever uitdrukkelijk dat voor de toepassing van deze bepaling personen die wettelijk samenwonen worden gelijkgesteld met echtgenoten. Evenmin kan een gemeenteraadslid aan de bespreking en de stemming deelnemen tijdens de vaststelling of goedkeuring van de jaarrekening van een instantie waaraan het rekenschap verschuldigd is of waarvan het tot het uitvoerende orgaan behoort. Deze bepaling is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen. Als een gemeenteraadslid afwezig moet blijven bij de bespreking en de stemming van een bepaald punt, mag de vergadering niet worden gesloten voordat dit punt is behandeld of voordat de gemeenteraad beslist heeft het punt uit te stellen.

STEFAN DEWICKERE

Verboden activiteiten

Katelijne-Waver bijna geen vergadering of opleiding voor het personeel meer plaatsheeft zonder presentatie. De verlichting is bijzonder, echt de handtekening van de architect. Maar toen een paar maanden na de ingebruikname al een akoestisch probleem rees, kon aan het plafond niets veranderd worden. Sindsdien hangen er niet alleen voor de ramen, maar ook voor de muren gordijnen, ze brengen kleur in het monochrome gebouw van beton, natuursteen en linoleum. En vooral de akoestiek is erdoor verbeterd. Tijdens de vergaderingen staat het conferentiesysteem aan, wat vooral fijn is voor slechthorenden. Ze kunnen hun hoorapparaat afstellen op de juiste frequentie en zo de vergadering beter volgen. MvB

Raadsleden mogen niet rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken. Raadsleden mogen ook niet rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werken in geschillen ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente aangaande beslissingen in verband met het werken binnen de gemeente. Dit verbod geldt ook ten aanzien van personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken. Raadsleden mogen ook niet rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst sluiten (behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap) of deelnemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap (behoudens in de gevallen waarbij het gemeenteraadslid een beroep doet op een door de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat). Raadsleden mogen ook niet optreden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente. De meeste van deze bepalingen van artikel 27 van het Gemeentedecreet zijn overigens ook van toepassing op het gemeentepersoneel (zie art. 110 Gemeentedecreet). Mail uw vragen over de werking van de gemeenteraad naar marian.verbeek@vvsg.be

1 september 2009 LOKAAL 25


bart lasuy

26 LOKAAL 1 november 2009

Momenteel circuleren in Vlaanderen niet minder dan zes concurrerende voorstellen voor de bouw van nieuwe afvalverbrandingsinstallaties. De verleiding zal groot zijn om ze te vullen met afval dat eigenlijk voor recyclage bedoeld is.


WERKVELD AFVALVERBRANDING

Gezinnen en milieu draaien op voor overbodige afvalovens Onze regio stevent af op een overschot aan afvalovens. Dat is een bedreiging voor de stabiliteit van de afvalverwerking in Vlaanderen. In het slechtste geval zou het er zelfs toe kunnen leiden dat er weer meer recycleerbaar afval verbrand wordt. Christof Delatter

A

fval is al lang niet zomaar afval meer. Het besef dat we met afvalverbranding en storten kostbare grondstoffen vernietigen, bestaat in Europa al van in de jaren zeventig. Toen gaf Europa de aanzet voor selectieve inzameling, voor de beruchte ‘ladder van Lansink’ waar voorkomen en recycleren boven storten en verbranden gaat. Tijden van crisis werken zuinig beheer van grondstoffen verder in de hand. Zo kiest het Vlaamse regeerakkoord resoluut voor een verdere omslag van afvalbeleid naar materialenbeheer. Dat is een duur woord voor ‘de schaarse grondstoffen nog slimmer gebruiken’. Dankzij de inzet van nieuwe technieken weegt een petfles bijvoorbeeld een stuk minder dan tien jaar geleden. Er is dus minder petroleum nodig voor één flesje. Andere fabrikanten bedenken een stoel waarvan je de onderdelen kunt demonteren. De verschillende materialen die voor de stoel gebruikt zijn, zijn dan apart allemaal recycleerbaar. Slim ontwerpen en slim sorteren gaan hier hand in hand. Enkele trends doorkruisen echter deze mooie intenties. Europa verplicht zijn lidstaten om de grenzen open te stellen voor bedrijfsafval, ook als dat naar verbranding gaat. Grote tonnages beginnen hierdoor vrijelijk te bewegen op een brede markt. Dure fossiele energie zorgt voor dollartekens in de ogen: als petroleum te duur wordt, kan afval misschien een goedkope vervangende brandstof worden? Recent opende in Oostende een biostoomcentrale – eigenlijk gewoon een afvaloven – die zogenaamd als eerste in Vlaanderen energie maakt uit afval. Precies wat de Vlaamse intercommunales al decennia doen in hun eigen afvalverbrandingsinstalla

ties. Momenteel circuleren in Vlaanderen niet minder dan zes concurrerende voorstellen voor de bouw van nieuwe afvalverbrandingsinstallaties. Hetzelfde gebeurt in de ons omringende regio’s. Terwijl niemand weet waar al dat afval dan vandaan moet komen. De Benelux en Duitsland stevenen recht op een overcapaciteit aan afvalverbranding af.

In Vlaanderen ligt er momenteel één concreet dossier voor waarin een vergunning voor een nieuwe installatie wordt aangevraagd. Opvallend: het is een dossier dat op geen enkele manier voldoet aan de vereisten van het Vlaamse afvalstoffenplan. Dat plan heeft nochtans kracht van wet en is bindend voor de overheden. Met een vergunning voor deze installatie zou men niet alleen ingaan tegen het Vlaamse beleid, het zou de overcapaciteit en de hierboven vermelde risico’s alleen maar versterken. We hebben vandaag in Vlaanderen voldoende installaties van goede kwaliteit die aan strenge milieunormen vol-

Het Vlaamse regeerakkoord kiest resoluut voor een verdere omslag van afvalbeleid naar materialenbeheer, maar enkele gevaarlijke trends doorkruisen de mooie intenties. De verleiding zal groot zijn om deze installaties te vullen met afval dat eigenlijk voor recyclage bedoeld is. In Nederland bieden grote afvalbedrijven nu al dumpingtarieven aan voor verbranding. De recyclagesector trekt er aan de alarmbel en wees in een brandbrief aan de bevoegde ministers op de nefaste effecten van overcapaciteit voor afvalverbranding. Grote industriële groepen verstoren de markt door tijdelijk met ‘wurgtarieven’ te werken. Dat kunnen ze omdat ze alle vaste kosten van de werking van hun installaties volledig doorrekenen… aan de gezinnen. Een buitenlands bedrijf steekt het niet langer onder stoelen of banken en schuimt vandaag de Belgische markt af op zoek naar afval voor verbranding aan lage prijzen. Financieel krijgen ze de zaak rond omdat ze de lage tarieven hier compenseren door een veel hogere prijs aan te rekenen aan de belastingbetaler in Duitsland en Nederland.

doen en die energie produceren. Onze gemeenten, onze bevolking, hebben geïnvesteerd in deze installaties, die nu al nauwelijks opgevuld raken. Dus waarom nog nieuwe ovens bouwen? Of willen we echt in de kaart spelen van grote groepen die de andere marktspelers wegconcurreren middels – in eerste instantie – dumpingprijzen, maar op termijn wel de – hogere – prijs zullen bepalen? De Europese context is wat hij is, maar we mogen van Vlaanderen tenminste verwachten dat het assertief omspringt met wat het wél in eigen handen heeft. Het kan wel de keus maken nieuwe afvalovens niet langer te vergunnen. Doet het dat niet, dan komen recyclage en materialenbeheer in gevaar en zal de overheid hebben meegewerkt aan ecodumping op de kap van de gezinnen. Christof Delatter is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid 1 november 2009 LOKAAL 27


STEFAN DEWICKERE

WERKVELD afvalbeleid

Afvalbeheer onder de kerktoren loont De afvalintercommunale Imog vierde recent haar veertigste verjaardag. Een verhaal van politieke moed, van vallen en opstaan, van overheden die hun verantwoordelijkheid ter harte nemen. Jacques Soenens 1969 was in vele opzichten een historisch jaar. De mensheid zette in de persoon van Neil Armstrong zijn eerste stappen op de maan. BelgiĂŤ won met Eddy Merckx na lange jaren wachten nog eens een Tour de France. En in de regio Zuid-West-Vlaanderen hielden ze bij Imog op 9 september hun stichtingsvergadering. Eind jaren zestig waren de beleidsmensen daar vast van plan de afvalproblemen duchtig aan te pakken. De Leie, eens de Golden River, stonk. Het afvalwater moest gezuiverd, daarvoor waren er collectoren en waterzuiveringsstations nodig. Behalve met het afvalwater moest er 28 LOKAAL 1 november 2009

ook iets met het huisvuil gebeuren, want de meeste gemeenten waren langzaam maar zeker hun laatste putjes aan het

malig burgemeester van Kortrijk, nam het eerste initiatief. Hij liet zich omringen door een technische commissie met de beste ingenieurs en technici van de stad en van de omringende gemeenten, legde contacten met zijn collega’s van die gemeenten en van de provincie en slaagde erin hen te overtuigen een intercommunale op te richten.

Met steun van de Ovam ontwikkelde Imog de systematiek van het wegen, tariferen en betalen. Dit was de basis voor de diftarisering van al hun gemeentelijke containerparken. opvullen met het almaar toenemende afvalaanbod. Er was geen oplossing voor de toekomst. Wijlen Jozef Lambrecht, toen-

Toenmalig burgemeester Gerard Lanneau van Harelbeke bood op het grondgebied van zijn stad een stuk grond aan


De behoefte aan een stortplaats is blijven bestaan, zowel voor het gemeentevuil als voor afval van gezinnen en bedrijven.

de Leie aan voor de inplanting van een zuiveringsstation en een afvalverbrander. Je moet het maar durven, als politicus aangeven dat ze op jouw grondgebied een verbrandingsinstallatie mogen bouwen. De tijden en mensen zijn wat dat betreft wel enigszins veranderd. Door de jaren heen verschoven de grenzen van de samenwerking. Gek genoeg gooiden fusies roet in het eten. Ze leidden ertoe dat de gemeente Gullegem moest afhaken. De toetreding van Kruishoutem bewees dan weer dat samenwerking zich niets aantrekt van provinciegrenzen. Na verloop van tijd verdween de opdracht van de waterzuivering. Door beleidsbeslissingen van hogerhand kwam de behandeling van al het vuile water in handen van WZK en later Aquafin. Imog kon zich daardoor concentreren op het afvalbeleid. Spaar uw afvalverbrander Communicatie stond daarbij altijd centraal. Al in 1981 hield Imog zijn eerste opendeurdagen naar aanleiding van de slechte kwaliteit van het huisvuil. De overvloed van gras en tuinafval in de huisvuilzakken leidde ertoe dat het vuur in de afvalovens niet meer wilde branden. De sensibilisatiebrochure kreeg als titel Spaar uw afvalverbrander… Wie toen nog dacht dat verbranden alle afvalproblemen zou oplossen, had het verkeerd voor. De behoefte aan een stortplaats bleef bestaan, zowel voor gemeentevuil als voor afval van gezinnen en bedrijven. En opnieuw stak een lokale mandataris de hand uit. Paul Deprez, toenmalig burgemeester van Zwevegem, kwam te hulp. Hij bood Imog de gelegenheid om de gemeentelijke stortplaats in Moen vanuit de vereniging te beheren en te ontwikkelen. Vanaf 1985 zou deze site

voor Imog de belangrijke tweede pijler worden voor verdere evoluties naar een geïntegreerd afvalbeheer met compostering, sortering en recyclage van diverse grondstoffen. In de periode 1990 tot 2007 worstelde Imog zich door de dioxinecrisis en ontwikkelde het zich voort met uitgebreide selectieve inzameling tot en met de diftarcontainerparken in de gemeenten. Al in 1990 drong raadslid Jean de Bethune aan op de oprichting van KMO-containerparken. Studie wees al snel uit dat dit toen zowel financieel als organisatorisch

Masterplannen In al die jaren van werking is er een duidelijke constante. Bij afvalbeheer en afvalverwerking geldt namelijk de wet van behoud van miserie. Inderdaad, steeds weer gaat het beleid een andere koers varen, steeds weer moeten installaties worden aangepast en altijd weer moet de initiatiefnemer op zoek gaan naar vergunningen. Klachten moeten worden weerlegd, maar intussen moet er op het terrein duchtig worden doorgewerkt. Technieken moeten worden aangepast, vervangen, kwaliteiten moeten worden

Bij afvalbeheer en afvalverwerking geldt de wet van behoud van miserie: steeds weer gaat het beleid een andere koers varen, steeds weer moeten installaties worden aangepast. onhaalbaar was. De diftarparken creëerden de opening om ook de zelfstandige ondernemingen, de kkmo’s en kmo’s mogelijkheden te bieden hun afval tegen vergoeding te brengen. Wijlen Tony Verhaeghe, toenmalig raadslid van Waregem en raadslid bij Imog, wees er in 1990 al op welke wendingen we nog in het afvalbeleid zouden krijgen, hoe belangrijk sortering en hergebruik in de toekomst zouden worden en dat Imog zich hier maar beter op kon voorbereiden. Het was visionair. Stefaan Bral, schepen van Kortrijk, stak in 1994 zijn nek uit met het eerste betalende containerpark. Hij noemde het grotehoeveelhedenpark, om het woord ‘betalen’ niet in de titel te hebben, maar what’s in a name, het eerste betalende containerpark, het diftarpark was geboren. Met steun van de Ovam ontwikkelde Imog de systematiek van het wegen, tariferen en betalen. Dit zou de basis worden voor de diftarisering van al hun gemeentelijke containerparken.

verbeterd. Nieuw gebouwde installaties blijken zelden te leveren wat hun plannen en aannemers hadden beloofd. Samen met gespecialiseerde ontwerpers ging Imog door met het ontwikkelen en realiseren van eigen ontwerpen tot het resultaat aan alle wensen voldeed. Uiteindelijk zijn de wetten van de fysica en de scheikunde voor elkeen en overal gelijk. Imog werkte in het geloof dat als zij het niet konden, de anderen ook niet. Vandaag rust Imog op twee sterke pijlers, twee grondig ontwikkelde sites in Harelbeke en Moen, met een toekomstvisie die is vastgelegd in twee masterplannen. Blijft niettemin de vraag of de vereniging ondanks het strenge keurslijf van reglementeringen en overheidsopdrachten waarbinnen ze moet werken, de opgelegde doelstellingen heeft bereikt en of een intergemeentelijke werking nog wel zinvol is. Na grote druk vanuit de private sector heeft het Europees Hof heel recent nog enkele heel belangrijke uitspraken

Van afval tot grondstof

Lokaal afvalbeleid

Het boek Van afval tot grondstof van Jacques Soenens is het relaas van veertig jaar verantwoorde verwerking en behandeling van afval en afvalwater door Imog. Het boek geeft een prachtig overzicht van de geschiedenis van de afvalsector in Vlaanderen en overstijgt hierdoor ook het verhaal van Imog als dusdanig. Via www.yinbooks.com/van-afval-tot-grondstof kunt u het boek bestellen.

Het losbladige handboek Lokaal afvalbeleid, uw gids voor een nette gemeente wijst u de weg in de wettelijke verplichtingen en mogelijkheden en biedt u steun bij het werken aan een nette gemeente. Het boek kost 49 euro voor VVSG-leden, 59 euro voor nietleden. Bestellen kan via www.politeia.be of door te mailen naar info@politeia.be.

1 november 2009 LOKAAL 29


WERKVELD afvalbeleid

Solar Vision

age ntation ce

L DEL

e DEL ergie ature

Solar Vision

3

3

gedaan, met name dat intergemeentelijk samenwerken zonder overheidsopdracht kan en dat afvalverwerking nog altijd een taak is van algemeen belang. Hopelijk heeft de hele economische cri-

In veertig jaar tijd zag Imog miljarden kilogrammen afval verdwijnen via verbranden, storten, composteren en selectief inzamelen voor recyclage. Er was de productie van zowat 600 miljoen kWh

Solar Vision 2

Door afvalverwerking ‘in eigen streek’ werd Solar Vision 3 | Marqueur-Carrefour-Giratoire Un marqueur de route non démontable, utilisé

een substantiële bijdrage geleverd aan de mobiliteit. pour installation sur les carrefours de routes,

Solar Vision 3 | Marqueur-Carrefour-Giratoire

vervoeren. Economisch gezien is niet te onderschatten wat daarvan de bijkomende kosten zouden zijn, ruwe berekeningen geven een besparing aan van 50 miljoen euro. Met ruim 190 arbeidsplaatsen en 200 aanleunende arbeidsplaatsen in de sociale economie van het Kringloopcen3 Solar Vision trum Zuid-West-Vlaanderen wordt met afval van eigen volk ‘stabiel werk’ gecreëerd in eigen streek. Afvalbeheer ‘onder de kerktoren’ loont! Zelfs na veertig jaar nog.

pavés et trottoirs, et qui n’entre pas en contact Un marqueur de route non démontable, utilisé pour installation sur les carrefours de routes, Spécifications pavés et trottoirs, et qui n’entre pas en contact Technologie d’éclairage DEL et 4 réflecteurs prismatiques Solar Vision 2 | Marqueur-dedans-la-route Solar Vision 3 | Marqueur-Carrefour-Giratoire sis op zijn minst aangetoond dat openJacques Soenensutilisé was dertig jaar lang algemeen uit afvalverbranding. Ongeveer 50 milUn marqueur de route non démontable, utilisé Un marqueur de route non démontable, Technologie d’alimentation Une seule pile solaire et batterie rechargeable pour installation sur les routes et carrefours, et pour installation sur les carrefours de routes, bare initiatieven zoals een intergemeenjoen euro, waarvan 15 miljoen euro subdirecteur bij Imog en gedurende meer dan qui peut entrer en contact avec le trafi c lourd. DEL et 4 réflecteursControle prismatiques de puissance Technologie brevetée mondialement de Convertisseur Dc-Dcpavés et trottoirs, et qui n’entre pas en contact (Aussi disponible avec coffrage en fonte). telijke samenwerking zeker in afvalland sidies, gingen naar investeringen. Door tien jaar ook voorzitter van Interafval, het Spécifi cations Spécifi cations Une seule pile solaire et batterie rechargeable Microchip® Microcontroleur Technologie een d’éclairage Technologie d’éclairagewerd DEL DEL et 4 réflecteurs prismatiques nog steeds plaatsje verdienen. Als de afvalverwerking ‘in eigen streek’ samenwerkingsverband tussen alle Vlaamse Technologie brevetée mondialement de Convertisseur Dc-Dc Technologie d’alimentation Technologie d’alimentation Une seule pile solaire et batterie rechargeable seule pile solaire et batterie rechargeable MatérielUnedu Boitier GE polycarbonate – Lexan Controlenaderhand de puissance Controle de puissance Technologie brevetée mondialement de Convertisseur Technologie brevetée mondialement de Convertisseur Dc-Dc en de VVSG. Dit artikel overheid in harde tijden dan Dc-Dceen substantiële bijdrage geleverd aan afvalintercommunales Microchip® Microcontroleur Microcontroleur Microchip® Microchip® Uni directionel Solar Vision Solar Vision 2 moet bijspringen, kan ze er1maar de mobiliteit. Want het is nauwelijks is –een Matériel du Boitier Matériel du Boitier – Lexan GEte polycarbonate Lexansamenvatting van zijn toespraak ter GE toch polycarbonate – Lexan GE polycarbonate Nombre DEL 1 DEL Unide / Bi directionel Uni directionel gelegenheid van de viering van veertig jaar vanaf het begin bij zijn, alleen om overschouwen welke de verkeerstrein zou Unibeter directionel Nombre de DEL Nombre de DEL 2 DEL (3ème DEL angle différent) 1 DEL Manufacturier de DEL Nichia® Manufacturier de DEL Manufacturier de DEL Nichia® Nichia® Imog (afvalintercommunale regio Zuid-Westde juiste koers te bepalen, zodat dienstzijn die vier miljard kilo afval over langere 1 DEL Options de couleur DEL de couleur DEL Ambre, Rouge, Verte & Bleue Blanche, Ambre, Rouge, Verte & Bleue OptionsBlanche, de couleur DEL Blanche, Ambre, Rouge, Verte & Bleue Options Fréquenceniet vergeten Fréquence 60 Hz (active continu, clignotant optionel) 60 Hz (active continu, clignotant optionel) Vlaanderen). verlening wordt. afstanden naar verder gelegen sites zou Nichia® Angle de DEL Fréquence Angle de DEL 0˚ - 15˚ (3ème DEL 45˚) 90˚ (vers le haut) 60 Hz (active continu, clignotant optionel) Blanche, Ambre, Rouge, Verte & Bleue Puissance lumineuse DEL > 25000 mCd Puissance lumineuse DEL > 25000 mCd DEL Consommation Angle d’énergie de Consommation d’énergie 3,0 mA 5,0 mA (2 DEL de 2,5mA chacune) 90˚ (vers le haut) 60 Hz (active continu, clignotant optionel) Variation de Température -20˚C - 60˚C Variation de Température -20˚C - 60˚C Puissance lumineuse DEL > 25000 mCd Visibilité < 1 km < 1 km 90˚ advertentie (vers leVisibilité haut) Type de pile solaire Type de pile solaire Mono crystaline, 62mm x 62mm, 0,52 Wp / 0,5 V Mono crystaline, 50mm x 50mm, 0,35 Wp / 0,5 V Consommation d’énergie 3,0 mA > 25000 mCd Type de Batterie Type de Batterie Rechargeable Lithium polymère 1650 mAh Rechargeable Lithium polymère 1650 mAh (Route) PositionVariation (Route) Position Installation totalement encastrée -20˚C - 60˚C Installation encastrée (dans murets de béton, pavé-uni) de Température 3,0 mA Poids Poids 310 gram 154 gram Visibilité Dimension Dimension < 1 km Ø 101mm x 22,5mm (excl. épaisseur de lentille 2,5mm) Ø 84mm x 25mm (excl. épaisseur de lentille 7mm) -20˚C - 60˚C Solar Vision 2 | Marqueur-dedans-la-route SolarØ Vision 1 | Marqueur-bord-de-route Boitier Encastré Boitier Encastré 128mm x 32mm Un marqueur de route non démontable, utilisé pile solaire marqueur de route non démontable, utilisé Mono crystaline, 50mm x 50mm, 0,35 Wp / 0,5 V < 1 km Caractéristique TypeUnde Caractéristique Approprié pour circulation lourde Pas approprié pour circulation lourde pour installation sur les routes et carrefours, et installation sur les carrefours de routes, Mono crystaline, 50mm x 50mm, 0,35 Wp / 0,5 V Typepour de Batterie Rechargeable Lithium polymère 1650 mAh qui peut entrer en contact avec le trafic lourd. trottoirs et sentiers, et qui n’entre pas en contact Rechargeable Lithium polymère 1650 mAh (Aussi disponible avec coffrage en fonte). (Route) Position Installation encastrée (dans murets de béton, pavé-uni) Spécifications Spécifications Installation (dans Technologieencastrée d’éclairage Technologie d’éclairage DEL et 2murets réflecteursde béton, pavé-uni) DEL Poids 154 gram Technologie d’alimentation Une seule pile solaire et batterie rechargeable Technologie d’alimentation Une seule pile solaire et batterie rechargeable 154 gram Dimension Ø 84mm x 25mm (excl. épaisseur de lentille 7mm) Controle de puissance Controle de puissance Technologie brevetée mondialement de Convertisseur Dc-Dc Technologie brevetée mondialement de Convertisseur Dc-Dc Ø 84mm x 25mm (excl. épaisseur de lentille 7mm) Microcontroleur Microcontroleur Microchip® Microchip® Boitier Encastré Matériel du Boitier GE polycarbonate – Lexan GE polycarbonate – Lexan - Matériel du Boitier Caractéristique Pas approprié pour circulation lourde Uni / Bi directionel Uni / Bi directionel Pas approprié pour circulation lourde Nombre de DEL 1 DEL (2ème DEL optionel) Manufacturier de DEL Options de couleur DEL Fréquence Angle de DEL Puissance lumineuse DEL Consommation d’énergie Variation de Température Visibilité Type de pile solaire Type de Batterie (Route) Position Poids Dimension Boitier Encastré Caractéristique

Nichia® Blanche, Ambre, Rouge, Verte & Bleue 60 Hz (active continu, clignotant optionel) 0˚ - 15˚ > 25000 mCd 3,0 mA (1 DEL) -20˚C - 60˚C < 1 km Mono crystaline, 50mm x 50mm, 0,35 Wp / 0,5 V Rechargeable Lithium polymère 1650 mAh Installation en Surface 149 gram 100mm x 100mm x 19,5mm Pas approprié de circuler dessus

Nombre de DEL Manufacturier de DEL Options de couleur DEL Fréquence Angle de DEL Puissance lumineuse DEL Consommation d’énergie Variation de Température Visibilité Type de pile solaire Type de Batterie (Route) Position Poids Dimension Boitier Encastré Caractéristique

2 DEL (3ème DEL angle différent) Nichia® Blanche, Ambre, Rouge, Verte & Bleue 60 Hz (active continu, clignotant optionel) 0˚ - 15˚ (3ème DEL 45˚) > 25000 mCd 5,0 mA (2 DEL de 2,5mA chacune) -20˚C - 60˚C < 1 km Mono crystaline, 62mm x 62mm, 0,52 Wp / 0,5 V Rechargeable Lithium polymère 1650 mAh Installation totalement encastrée 310 gram Ø 101mm x 22,5mm (excl. épaisseur de lentille 2,5mm) Ø 128mm x 32mm Approprié pour circulation lourde

Info en bestellingen:

Group Janssens Nieuwe Dreef 17 www.globalsolarvision.com 9160 Lokeren T.: 09/355 54 54 F.: 09/355 56 28 info@groupjanssens.com www.groupjanssens.com

30 LOKAAL 1 november 2009


STEFAN DEWICKERE

WERKVELD AFVALBELEID

Voor inzameling op containerparken pleit de Ovam voor een eenvoudig criterium van hoeveelheidsbeperkingen dat zonder discussie kan worden gehanteerd.

Modelreglementen gemeentelijk afvalbeheer geactualiseerd De modelreglementen uit 2005 voor het afvalbeheer door gemeenten verdienden een opfrissing. De VVSG en de Ovam actualiseerden ze in samenspraak met de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden. Wij overlopen de belangrijkste aanpassingen voor u. Liesbet Noé

A

l in 2001 werkten de Vlaamse afvaladministratie, de Ovam en de VVSG modelreglementen uit om de gemeenten te ondersteunen. Het gaat om een modelpolitieverordening, een modelcontantbelastingreglement, een model van forfaitair belastingreglement en een modelbelastingreglement op het ambtshalve opruimen van sluikstorten. Intussen worden de reglementen al voor de derde keer geactualiseerd. Dit was noodzakelijk. De wetgeving en de praktische inzameling van afvalstoffen evolueren constant. Denk maar aan de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties en de verdere toepassing van het principe ‘de

vervuiler betaalt’ in het gemeentelijke afvalbeleid. Achtergrondinformatie vindt u terug in toelichting bij de modellen.

Afval inzamelen De politieverordening bepaalt de inzamelwijze en -frequentie (recipiënten, toegelaten gewicht, aanbieding…) voor afvalfracties die de gemeenten volgens het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen moeten inzamelen (zie ook kader). In de modelverordening kan een gemeente de voorgestelde wijze van inzameling aanpassen aan de lokale situatie. Zo kan ze

Wat op het eerste gezicht een ‘kleine vorm van openbare overlast’ lijkt, kan voor het parket groot genoeg zijn om een strafzaak op te starten. Aanvullend op de modelreglementen actualiseerden de Ovam en de VVSG de modelovereenkomst voor de inzameling van textiel.

het modelreglement ook uitbreiden met bijkomende in te zamelen afvalfracties die ze volgens het Uitvoeringsplan niet moet inzamelen. 1 november 2009 LOKAAL 31


Op wie rekent u voor een proper milieu?

Afval ruimt zichzelf niet op. Een vervuilde bodem wordt niet vanzelf proper. Daarom spant de OVAM zich al jaren in voor een efďŹ ciĂŤnt afval- en bodembeleid in Vlaanderen. Maar om aan de Europese top te blijven, moeten we verder durven gaan. Daarom moedigt de OVAM zowel bedrijven als consumenten aan om duurzaam te produceren en te consumeren. Zo belasten we het milieu zo min mogelijk. En maken we samen morgen mooier. Voor meer informatie kunt u surfen naar www.ovam.be.


Hoeveelheidsbeperkingen per aanbieding moeten de arbeidsveiligheid van de werknemers waarborgen (te zware inzamelrecipiënten) en vermijden dat de gemeentelijke inzamelsystemen overbelast raken. Voor de inzameling op containerparken pleit de Ovam voor een eenvoudig criterium van hoeveelheidsbeperkingen dat zonder discussie kan worden gehanteerd bij de toegang tot het containerpark. Bijvoorbeeld een maximaal aantal stuks dat men kan aanbieden, aanbieden met een personenwagen, aanhangwagen of bestelwagen. Ook een elektronisch registratiesysteem kan een oplossing bieden om de aanbieder te identificeren en/of de verschillende fracties te kwantificeren.

pen. De reglementen regelen de financiering van de vaste en variabele kosten die ontstaan bij het organiseren van de afvalinzameling en -verwerking en moeten inwoners aanzetten tot het gewenste milieuverantwoorde gedrag. De kosten voor afvalbeheer kunnen opgesplitst worden in vaste en variabele kosten. De vaste kosten zijn de kosten die de gemeente heeft onafhankelijk van de hoeveelheid afval die ze inzamelt. Dit zijn de kosten voor vrachtwagens, personeel, sensibilisering. De variabele kosten zijn wel afhankelijk van de hoeveelheid ingezameld afval. Zij stemmen grotendeels overeen met de verwerkingskosten voor het afval. De variabele kosten van het

Het strekt tot aanbeveling de tarieven voor de contantbelasting ten minste af te stemmen met de gemeenten binnen het intergemeentelijke samenwerkingsverband. Geen illegale afvalinzameling Om ontwijkgedrag en illegale afvalpraktijken in te dijken bevat de modelverordening een bepaling dat inwoners hun afvalstoffen uitsluitend mogen aanbieden aan de inzamelaars die door de gemeente zijn aangesteld. Dit artikel is dubbel: alleen inzamelaars aangewezen door de gemeente mogen afvalstoffen inzamelen in de gemeente (art. 3). Om problemen met malafide textielinzamelaars te vermijden kan de gemeente enkel werken met de door de Ovam erkende textielinzamelaars. Sanctionering De belangrijkste nieuwigheid is de mogelijkheid voor de gemeente om gemeentelijke administratieve sancties (GAS) te hanteren voor ‘kleine vormen van openbare overlast’ (zie kader). Wanneer de gemeente beslist dat te doen, is het nuttig over de ernst van de overlast te overleggen met het parket alvorens een GAS-dossier op te starten. Wat op het eerste gezicht een ‘kleine vorm van openbare overlast’ lijkt, kan voor het parket groot genoeg zijn om een strafzaak op te starten. Financiering Het forfaitaire belastingreglement en het contantbelastingreglement voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen moeten we zowel sturend als financierend begrij

afvalbeleid rekent de gemeente het best door via de contantbelasting. Dit kan voor restafval door middel van een dure afvalzak of door aanrekening per gewicht of per volumeaanbieding. Ook voor bepaalde selectieve fracties kan een contantbelasting ingesteld worden. Van belang is wel dat de gemeente de selectieve inzameling niet ontraadt door de hoogte van de contantbelasting. In ieder geval kan het niet de bedoeling zijn dat de contantbelasting de vaste én variabele afvalkosten dekt. Er bestaat immers een zogenaamde psychologische drempel tot waar de burger bereid is te betalen. Als de kostprijs van een bepaalde afvalfractie boven deze drempel zit, wordt het risico op ontwijkgedrag te groot. Een voorstel van contantbelasting voor de verschillende afvalstromen vindt u terug in de toelichting bij het reglement. De vaste kosten kan de gemeente gedeeltelijk verhalen door een forfaitaire belasting. Gelet op het fiscale pact van 2008 tussen het Vlaamse Gewest en de lokale besturen mag deze forfaitaire sokkel eind 2010 nog maximaal 55 euro bedragen. Ook wordt in het modelreglement rekening gehouden met bijdragen van erkende organismen in uitvoering van de producentenverantwoordelijkheid zoals FOST Plus, Recupel, Valorlub en Valorfrit. Om de overige kosten te dekken moet de gemeente de algemene middelen aanspreken.

layla aerts

WERKVELD AFVALBELEID

Afval zorgt voor overlast In de parlementaire stukken vinden we het volgende terug: ‘Onder kleine vormen van openbare overlast onder het toepassingsgebied van het Afvalstoffendecreet moet in het algemeen begrepen worden het vervuilen van de openbare weg en de plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn en het niet naleven van de inzamelregels voor huishoudelijk afval. Bij wijze van voorbeeld kunnen hiervan vermeld worden: • zwerfvuil (sigarettenpeuken, kauwgum, blikjes, wikkels en andere lege verpakkingen) • sluikstorten en sluikstoken, althans van huishoudelijk afval in kleine hoeveelheden. Zo mag in straatvuilbakjes uitsluitend afval afkomstig van ter plekke geconsumeerde producten gedeponeerd worden; ander afval hoort er niet thuis • het niet naleven van een verbod om reclamedrukwerk te bedelen in leegstaande panden of in brievenbussen met een ‘nee’-sticker (artikel 3.2.5, §4, Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer) • het niet plaatsen van de nodige vuilbakjes door verkooppunten voor drank en voeding voor onmiddellijke consumptie • het niet naleven van een verbod om drank en voeding gratis uit te delen op het openbaar domein • het voederen van dieren op het openbaar domein • het niet opruimen van hondenpoep (of het niet bij zich hebben van een hondenpoepzakje) of, voor de begeleider of ruiter ervan, het niet opruimen van uitwerpselen van rijdieren • wildplakken: het aanbrengen van aanplakkingen op plaatsen waar dit niet toegelaten is. Het niet naleven van de ophaalregels betreft ook de concrete regels over de selectieve inzameling en de uren van inzameling (bijvoorbeeld het te vroeg buitenzetten van vuilniszakken), en over het niet aanbieden van afval uit andere gemeenten.’

1 november 2009 LOKAAL 33


?

Welke vergoeding krijg je als je een individuele beroepsopleiding volgt?

!

Ook wie recht heeft op een leefloon, kan een Individuele Beroepsopleiding in een Onderneming, kortweg een IBO, volgen. Er moet dan onderscheid gemaakt worden tussen volgende soorten inkomsten. Wie aan een IBO begint, krijgt altijd een productiviteitspremie van de VDAB. Daarnaast ontvangt de stagiair afhankelijk van zijn (bijstands)statuut een opleidingsuitkering van de RVA of nog steeds het leefloon. Wie vóór de IBO geen enkel inkomen had, ontvangt een compensatievergoeding ten laste van de RVA. De productiviteitspremie vergoedt het verschil tussen het leefloon, de opleidingsuitkering of de compensatievergoeding en het gemiddelde brutoloon dat na de IBO verdiend zou worden. De VDAB betaalt die premie en vraagt voor de berekening het bedrag van de uitkering op bij de RVA of het OCMW. De productiviteitspremie wordt niet aangerekend op het (aanvullende) leefloon (art. 22 § 1, e K.B. van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie). De RVA betaalt een opleidingsuitkering aan al wie bij de start van de IBO een werkloosheidsuitkering ontving. Wie leefloon ontving en ten minste 45 jaar oud is, krijgt ook een opleidingsuitkering van de RVA. Wie leefloon ontving en jonger dan 45 jaar is, krijgt enkel een opleidingsuitkering als hij laaggeschoold is. Wie geen diploma hoger onderwijs heeft, wordt als laaggeschoold beschouwd. Een hooggeschoolde leefloontrekker van minder dan 45 blijft zijn leefloon ontvangen. Een opleidingsuitkering kan aangevuld worden met een leefloon indien uit de berekening van de bestaansmiddelen blijkt dat de persoon in kwestie daar recht op heeft. Het inkomen bij een IBO benadert een normaal inkomen uit arbeid. Alles over IBO op www.vdab.be/ibo en www.rva.be

Mail uw juridische vragen over lokale economie en werkgelegenheid naar petra.dombrecht@vvsg.be 34 LOKAAL 1 november 2009

WERKVELD AFVALBELEID

STEFAN DEWICKERE

KLARE KIJK

Wijzigingen inzamelwijze en -frequentie Vanaf 2010 moeten inwoners de mogelijkheid hebben om het grofvuil minstens vier maal per jaar aan te bieden voor afhaling aan huis, tenzij de gemeente kan aantonen dat twee maal per jaar volstaat. Een continu systeem voor afhaling op afroep is een interessant alternatief voor een vaste driemaandelijkse inzamelronde. Bij de afhaling op afroep moet de gemeente er zorg voor dragen dat inwoners zes keer per jaar afval kunnen aanbieden. Voor de inzameling van textiel moet de gemeente kiezen uit twee scenario’s. In het eerste kunnen mensen afgedankt textiel naar het containerpark en naar containers op straat brengen, in het tweede combineert de gemeente de inzameling op het containerpark met een inzameling aan huis. Wie kiest voor de inzameling met containers, moet er zeker van zijn dat er per duizend inwoners minstens één container staat. Een inventaris van de containers en de bedrijven die instaan voor de lediging, is hier onontbeerlijk. Wie kiest voor het scenario met de inzameling aan huis, moet ervoor zorgen dat deze inzameling minstens vier keer per jaar plaatsvindt. Inwoners moeten oud ijzer kunnen aanbieden op het containerpark. De inzameling aan huis is vanaf nu optioneel. Voor de inzameling van cementgebonden asbest moet op het containerpark een aparte container staan.

Ontwijkgedrag bestraffen en kosten ervan verhalen Naast een gemeentelijke administratieve sanctie die een inbreuk op de politieverordening bestraft, heeft de gemeente de mogelijkheid om via een belastingreglement de kosten voor het ambtshalve opruimen van sluikstorten te verhalen op de overtreders. Het belastingreglement regelt tarieven voor het opruimen van sluikstorten (transportkosten, arbeidskosten) en houdt rekening met de aard en de omvang van de overtreding. Uiteraard zijn deze bedragen niet absoluut en kunnen ze variëren in functie van de lokale service en situatie. Aanbevelingen De modelreglementen en hun bijbehorende toelichting zijn een handig instrument bij het opstellen van de gemeentelijke reglementen over afvalbeheer en de financiering ervan.

Zij houden rekening met de huidige keuzes van het afvalbeleid (zoals de afvalverwerkingshiërarchie of het principe ‘de vervuiler betaalt’). De modelreglementen zijn aanbevelingen voor de gemeenten. Zij bepalen uiteraard zelf hoe ze de afvalinzameling op hun grondgebied organiseren en financieren binnen het wettelijke kader. Toch strekt het tot aanbeveling de tarieven voor de contantbelasting ten minste af te stemmen met de gemeenten binnen het intergemeentelijke samenwerkingsverband. Liesbet Noé is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid De aangepaste modelreglementen en hun bijbehorende toelichting kunt u downloaden op www.ovam.be, knop afval, instrumenten, modelreglementen.


STEFAN DEWICKERE

WERKVELD TOERISMEBELEID

Een marktconform toeristisch product valt niet noodzakelijk binnen de administratieve grenzen van een gemeente, een arrondissement, een provincie of zelfs een land.

Nieuwe regels voor samenwerkingsverbanden toerisme Het nieuwe decreet over toeristische samenwerkingsverbanden maakt het voor gemeenten mogelijk de middelen voor hun toeristisch beleid te optimaliseren door een vlotte samenwerking met andere gemeenten, de provincies en private partners. Bestaande toeristische samenwerkingsverbanden krijgen door dit decreet eventueel een erkenning. Nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen opgezet worden en een erkenning aanvragen. Stephen Lodewyck

G

emeenten, provincies en private sector werken al enkele decennia samen op toeristisch vlak. Er zijn verschillende vormen van samenwerking. In Toerisme Oostende vzw zitten de stad Oostende en vertegenwoordigers van de privésector bijvoorbeeld samen rond de tafel. Maar ook verschillende gemeenten kunnen samenwerken. Een goed voorbeeld hiervan is de VVV West-Vlaamse Scheldestreek vzw, waarbij de gemeenten Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Spiere-Helkijn en Zwevegem betrokken zijn. Van de vzw Toerisme Provincie Antwerpen zijn dan weer de provincie Antwerpen, de 69 Antwerpse gemeenten, 47 VVV’s, veertien toeristische privéverenigingen en vijf natuurlijke personen

lid. De laatste twee vormen van samenwerking zijn gebaseerd op de vaststelling dat een marktconform toeristisch product niet noodzakelijk binnen de administratieve grenzen van een gemeente, een arrondissement, een provincie of zelfs een land valt. Een toeristisch werkingsgebied moet ook een minimumschaal hebben om qua toeristische beeldvorming en marketing een rol te kunnen spelen. Sinds het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking (hierna: ‘het DIS’) de regels voor samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, het provinciale niveau en/of de private sector wijzigde, is het bestaan van deze toeristische samenwerkingsverbanden

niet langer rechtsgeldig. De bepalingen van het DIS zijn niet in overeenstemming te brengen met het financiële luik, het bestuurlijke luik en de participatie van de private sector in toeristische samenwerkingsverbanden. Doordat er geen sancties bestaan voor samenwerkingsverbanden die niet conform het DIS zijn samengesteld, trad de toezichthoudende overheid er niet rechtstreeks tegen op. Bij een klacht door eventueel benadeelden was/is de kans echter groot dat zij aan het kortste eind zullen trekken. Het gebrek aan een uitdrukkelijke decretale rechtsgrond die structurele interbestuurlijke en publiek-private samenwerking op toeristisch vlak toelaat, leidde er dus toe dat de huidige toeristische samenwerkingsverbanden zich in een juridische schemerzone bevonden. Het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden moet dit verhelpen. Rechtszekerheid ‘Samenwerking tussen gemeenten, provincies en de privésector leidt al jaren tot 1 november 2009 LOKAAL 35


WERKVELD TOERISMEBELEID

een almaar groeiende professionalisering van het toerismebeleid in Vlaanderen. Samenwerking leidt tot een doeltreffender en efficiënter inzet van de middelen,’ legt Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois uit. ‘Met het nieuwe decreet zetten we die professionalisering voort, door de samenwerkingsverbanden een juridische basis en een officiële plaats in de bestuurlijke organisatie van het toerismewerkveld te geven.’ Het feit dat het nieuwe decreet rechtszekerheid biedt aan bestaande initiatieven, is dan ook positief. Anderzijds is het eigenaardig dat er met dit decreet op sectorniveau opnieuw gekozen werd voor het institutionaliseren van een uitzondering op de kaderregeling. De doelstelling van het DIS was net om alle mogelijke vormen van intergemeentelijke samenwerking in één regeling te vatten. In het regeerakkoord 2009-2014 wordt een eventuele oplossing gesuggereerd voor de bestuurlijke drukte en administratieve overlast die hierdoor gecreëerd wordt. Tijdens deze regeerperiode zou er een decretale regeling voor de interbestuurlijke samenwerking uitgewerkt worden. Wellicht zou het decreet toeristische samenwerkingsverbanden daarin geïntegreerd worden, wat dus een administratieve vereenvoudiging zou moeten opleveren. Concreet regelt het decreet de oprichting en erkenning van een toeristisch samenwerkingsverband, zijnde een door het agentschap Toerisme Vlaanderen erkende rechtspersoon, van wie de missie bestaat in het bijdragen tot de ontwikkeling, promotie en kwaliteitsbewaking van het toeristische aanbod binnen de gemeente(n) en/of provincie(s) die er deel van uitmaken. Op basis van dit decreet kunnen gemeenten specifieke samenwerkingsprocedures voor toerisme tot stand brengen en daarbij het samenwerkingsverband

eventueel belasten met welbepaalde taken van gemeentelijk toeristisch belang. De rechtsvorm die deze rechtspersoon kan aannemen (zoals een vzw of een nv) wordt vrij gelaten, zodat de deelnemers zelf de structuur kunnen aannemen die het meest geschikt is om hun toeristische missie en taken uit te voeren. Net als aan opdrachthoudende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, maar enkel met betrekking tot toerisme, kunnen aan

Het decreet treedt in werking op 1 januari 2010. Dit betekent dat bestaande samenwerkingsverbanden van gemeenten en provincies die niet in overeenstemming zijn met bestaande regelgeving en die

Volgens minister Bourgeois zullen de Vlaamse kunststeden hun huidige samenwerking in een vzw kunnen verankeren. deze rechtspersoon ook welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk niveau worden toevertrouwd en gemeentelijk personeel en infrastructuur worden overgedragen of ter beschikking gesteld. Aangezien een gemeente die beleidsuitvoerende taken delegeert of personeel ter beschikking stelt van een toeristisch samenwerkingsverband, afwijkt van artikel 195 van het Gemeentedecreet, moet de oprichting van deze rechtspersoon vooraf zijn goedgekeurd door het agentschap Toerisme Vlaanderen, via de erkenning als toeristisch samenwerkingsverband. Om deze erkenning te verkrijgen moet een samenwerkingsverband een strikt toeristisch doel hebben en over de nodige werkingsmiddelen en organisatie beschikken. Het moet ook gecontroleerd worden door de deelnemende gemeente(n) en/of provincie(s). Dit laatste houdt in dat de deelnemende publieke actoren steeds over de meerderheid van de stemmen en leden van de beslissings- en bestuursorganen moeten beschikken, wat het publieke belang ervan moet verzekeren. Mocht het toeristische samenwerkingsverband toch

Ook op de Ronde van Vlaanderen, 12 - 17 - 24 - 26 november Het decreet op de toeristische samenwerkingsverbanden is een reden om stil te staan bij en na te denken over de beste samenwerkingsformules tussen gemeenten, de private sector en de provincie(s). Het biedt de mogelijkheid om platgetreden paden te verlaten en met een frisse blik verder dan de bestaande situatie te kijken. Er moet ook afgestemd worden met andere vormen van samenwerking tussen gemeenten op het vlak van cultuur, erfgoed, streekontwikkeling, economie... In het ideale geval brengt dit decreet voor een debat binnen gemeenten over de rol die toerisme kan spelen. Het decreet toeristische samenwerkingsverbanden is onderwerp van een workshop op de Ronde van Vlaanderen in Heusden-Zolder (12/11), Vilvoorde (17/11), Torhout (24/11) en Temse (26/11). www.vvsg.be, knop kalender

36 LOKAAL 1 november 2009

een koers beginnen te varen die tegen het toeristische of publieke karakter ervan ingaat, kan Toerisme Vlaanderen het samenwerkingsverband waarschuwen en de erkenning zelfs afnemen.

een erkenning op basis van dit decreet beogen, dit binnen één jaar – dus tegen 1 januari 2011 – in orde moeten brengen. Als een samenwerkingsverband zijn aanvraag niet tijdig indient of de erkenning na de aanvraag niet verkrijgt, moeten de deelnemende gemeenten en provincies onmiddellijk hun deelname aan het samenwerkingsverband beëindigen. ‘Hoeveel aanvragen tot erkenning Toerisme Vlaanderen zal ontvangen, valt vandaag moeilijk te voorspellen,’ zegt minister Bourgeois. Zeker is dat enkele tientallen bestaande samenwerkingsverbanden met de nieuwe regeling officieel erkend zullen worden. ‘Dit nieuwe decreet zal inderdaad in de eerste plaats de verschillende elementen van de huidige bestuurlijke organisatie van de toeristische sector een juridische basis geven. Maar ik ben ervan overtuigd dat het decreet ook kansen biedt voor nieuwe vormen van samenwerking. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de Vlaamse kunststeden, die hun huidige samenwerking in een vzw kunnen verankeren.’ Vijf categorieën Er bestaan vijf categorieën waarin een toeristisch samenwerkingsverband door Toerisme Vlaanderen erkend kan worden. Ten eerste is er het gemeentelijke toeristische samenwerkingsverband waarvan het werkingsgebied het grondgebied van één gemeente is en waarin de gemeente en één of meer rechts- of natuurlijke personen deelnemen. Een intergemeentelijk toeristisch samenwerkingsverband is feitelijk hetzelfde, maar dan met een werkingsgebied van twee of meer gemeenten. Het werkingsgebied van een


regionaal toeristisch samenwerkingsverband bestaat in het grondgebied van een deel van een provincie of van een deel of het geheel van twee of meer provincies. Een voorbeeld van een dergelijk samenwerkingsverband is Toerisme Leiestreek vzw, waarvan de provincie West- en Oost-Vlaanderen, Westtoer apb en Toerisme Oost-Vlaanderen vzw, een aantal samenhangende West- en Oost-Vlaamse gemeenten en Scheldestreek vzw zich lid mogen noemen. Een interprovinciaal toeristisch samenwerkingsverband beslaat dan weer het grondgebied van twee of meer provincies (zoals Tafelen in Vlaanderen vzw). Een provinciaal samenwerkingsverband ten slotte is een toeristisch samenwerkingsverband waarvan het werkingsgebied bestaat in het gehele grondgebied van één provincie waarin de provincie in kwestie en een of meer gemeenten uit de provincie of andere rechts- of natuurlijke personen deelnemen. Gevolgen voor gemeentelijk beleid Het decreet op de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden biedt gemeenten de mogelijkheid de middelen voor hun toeristisch beleid te optimaliseren door een vlotte samenwerking met andere gemeenten, de provincies en private partners. Bestaande toeristische samenwerkingsverbanden krijgen door dit decreet eventueel een erkenning. Nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen tot stand komen en een erkenning aanvragen. Aangezien de erkenning het bewijs inhoudt van het toeristische karakter van het samenwerkingsverband, kan ze een rol spelen bij de toekenning van subsidies, al betekent een erkenning niet per definitie de goedkeuring van elke subsidieaanvraag. De effectieve deelname aan een dergelijke structuur is een beslissing die gemeenten autonoom nemen. Ze is dus ook niet verplicht. Hoewel samenwerking tussen gemeenten, de private sector en/of provincies op toeristisch vlak belangrijk is, blijft de volwaardige betrokkenheid van gemeenten een kritieke succesfactor voor een goed toeristisch beleid. Het toeristische product is samengesteld van karakter. Afstemming met andere beleidsdomeinen en met het integrale gemeentelijke beleid is en blijft daarom onontbeerlijk. Stephen Lodewyck is VVSG-stafmedewerker lokaal toerismebeleid

GF

PRAKTIJK

Twee van de drie toeristen gaan niet naar het toerismekantoor maar ze gaan wel op café of restaurant. Dus krijgen de horeca-uitbaters in Ronse een opleiding.

Toeristisch ambassadeur RONSE – Om een stad te kunnen promoten moet je haar toeristische troeven kennen. Naar het voorbeeld van de Vlaamse kunststeden Gent, Leuven, Mechelen, Brugge en Antwerpen leidt het stadsbestuur van Ronse de horecamensen in één dag op tot toeristische ambassadeurs. In maart 2010 nodigen het stadsbestuur en de toeristische dienst van Ronse alle restauranten caféhouders, hoteluitbaters en kleinschalige logiesverstrekkers uit om een dagopleiding tot toeristisch ambassadeur te volgen. De gratis vorming vindt plaats in het cultuurcentrum en richt zich niet alleen tot de horecamensen van Ronse maar ook tot die van de omliggende gemeenten Maarkedal, Kluisbergen, Brakel, Floblecq en Ellezelles. ‘Twee van de drie toeristen komen niet naar het toeristische infokantoor maar ze gaan wel bijna allemaal op café of restaurant,’ legt Annelies Lenoir, verantwoordelijke van de dienst voor toerisme, uit. ‘Het is heel belangrijk dat horecamensen op de hoogte zijn van het toeristische aanbod in hun gemeente, zoals de openingsuren en de ligging van bezienswaardigheden, en dat ze informatie over de wandelroutes en de culturele activiteiten kunnen geven.’ Voor de samenstelling van de vor-

ming doet Annelies Lenoir een beroep op Horeca Vorming, het Centrum voor Vorming en Vervolmaking in de Horecasector, dat al een gelijkaardige vorming organiseerde in opdracht van de Vlaamse kunststeden. De vorming bestaat uit een theoretisch en een praktisch deel. Tijdens het theoretische deel ligt het accent op klantvriendelijkheid en communicatie met toeristen. Daarnaast verwerven de deelnemers kennis over de bezienswaardigheden en de toeristische troeven. In de namiddag zetten de toeristische ambassadeurs de theorie in praktijk om onder leiding van een gids met een bezoek aan de toeristische trekpleisters. De horecaondernemers die de cursus gevolgd hebben, zullen een herkenbaar logo krijgen. Met de verworven toeristische bagage kunnen ze immers in zekere zin de rol van stadsgids vervullen. Opdat de horecaverantwoordelijken zeker op de hoogte zijn van de evenementenagenda van hun stad, ontvangen ze maandelijks het lokale informatieblad. Inge Ruiters

ii Annelies Lenoir, verantwoordelijke toeristische dienst Ronse, T 055-23 28 18, annelies.lenoir@ronse.be, www.ronse.be, Horeca Vorming Vlaanderen, Vlaams Centrum voor Vorming en Vervolmaking in de Horecasector, T 02-513 64 84, vormingvlaanderen@horeca.be, Carl Verbeek, coördinator werknemersopleidingen, www.horecanet.be 1 november 2009 LOKAAL 37


10 goede redenen om

te kiezen

voor de

VVSG solidariteitsagenda

2010

1. 32 pagina’s extra met

2. 3.

4. 5. 6. 7.

8.

9.

10.

meer dan 1000 data van federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: welke nuttige gegevens heeft een schepen van cultuur, een secretaris, een stedenbouwkundige of een personeelsverantwoordelijke nodig? Correcte gegevens: adres, telefoon, fax, e-mail en website Nuttig: met belangrijke data voor het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: wanneer moet welke vlag buiten hangen? Veel overzicht: een weekplanner met leeslint Handig formaat: 17,5 x 22,5 cm Mooi afgewerkt: met rode linnen band en het nieuwe logo van de VVSG Solidariteitsagenda: ten voordele van Oxfam-Solidariteit. U werkt zo mee aan meer kansen voor het Zuiden en minder onrecht. Eerlijke prijs: - 15.99 euro voor VVSG-leden - 18.49 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen. Korting voor groepsaankopen van 5 tot 20 exemplaren: - 13.11 euro per exemplaar voor VVSG-leden - 15.61 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen Gewaardeerde nieuwjaarsattentie voor: - leden van het college - raadsleden - personeel.

Bezorg de strook aan de VVSG Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02-211 55 19/20 fax 02-211 56 57 viviane.arents@vvsg.be

Ja, ik bestel

ex. van de VVSG solidariteitsagenda 2010

VVSG-lid geen VVSG-lid Naam Functie Gemeente/Organisatie Adresgegevens Facturatieadres indien verschillend van leveringsadres

Datum

Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.


PRAKTIJK

wetmatig berichten

SINT-GILLIS-WAAS – De jaarlijkse uitstap van het woonzorgcentrum De Kroon vond dit jaar plaats in de eigen gemeente. Vanuit een toeristisch treintje aanschouwden de bewoners de nieuwe dorpskern.

Senioren herontdekken vernieuwde dorpskern Tijdens een sneukeltocht kregen twaalf rolstoelgebruikers en negentig bewoners van het woonzorgcentrum de kans om te zien hoe het centrum van hun gemeente de voorbije jaren is veranderd. Op hun tocht maakten ze kennis met de nieuwe structuur van de dorpskern, verbaasden ze zich over de nieuwe plaats van de bushalte en genoten ze van het opgefriste gemeenteplein. Het ergo- en animatieteam stippelde een route van drie uur uit met aantrekkelijke stopplaatsen waar vrijwilligers hen aan boord verrasten met een drankje of een hapje. Om twee uur werden ze door de burgemeester aan het gemeentehuis ontvangen met een drankje. Vervolgens hield de trein halt bij de snoepfabriek voor een traktatie op snoepspek en bij de boerderij van een personeelslid voor een glaasje verse melk. Langs de velden bracht de trein hen naar het natuurhuis in Meerdonk voor een plakje cake. Daarna reed de trein terug naar De Kroon voor een pannenkoekenfestijn. Een fotografe maakte vrijwillig een fotoverslag van de uitstap. Die liep achteraf non-stop op het interne videocircuit van het woonzorgcentrum en werd bij de bezoekers en familie het gespreksonderwerp bij uitstek. Na dit inspirerende bezoek aan het rustige deel van hun gemeente willen de bewoners volgend jaar de industriële zone met de deelgemeenten Sint-Pauwels en De Klinge herontdekken.

Ook het OCMW Antwerpen organiseert sinds 2008 samen met de vereniging voor stadsbezoeken Antwerpen Averechts iedere maand op donderdagnamiddag een busrit door hartje Antwerpen voor minder mobiele senioren van woonzorgcentra en dienstencentra. De rit biedt senioren een kijk op de stad van vandaag en morgen. Een tentoonstelling met foto’s en uitspraken van tijdens de busrit op panelen en bewegende beelden zet de bewoners aan om met elkaar, hun kinderen en kleinkinderen herinneringen te blijven ophalen. Inge Ruiters

GF

Antwerpse herinneringen ophalen

Een inspirerend bezoek aan de eigen gemeente roept vele herinneringen op die nog lang blijven nazinderen bij de bewoners en hun familie.

ii Annick Van Lokeren, administratief verantwoordelijke ergo-animatieteam woonzorgcentrum De Kroon, T 03-727 14 60, annick.vanlokeren@ocmw-sint-gillis-waas.be; Cil Van Beeck, administratief bediende, T 03-223 58 82 advertentie

Snel ruimte nodig??

Snel nood aan ruimte? Op zoek naar een snelle, flexibele oplossing? Een duidelijke, gedetailleerde offerte binnen de 48u? Verifieerbare kwaliteit, niet enkel in België maar wereldwijd? Frisomat ontwerpt, produceert en bouwt reeds 30 jaar innovatieve gebouwen uit koudgewalst, verzinkt staal. Een juiste prijs en korte levertijd voor elk project. Just in time, in overeenstemming met lokale statische normering.

Snel ruimte nodig, praat met ons. Lokaal08_nl_sept08.indd 1

www.frisomat.be

10/03/2009 15:17:23

1 november 2009 LOKAAL 39


Het OCMW van Jette Een dynamisch bestuur organiseert een aanwervingsexamen voor

Communicatieambtenaar

de functie van:

Voltijdse betrekking in statutair verband – Loonbarema: B1-B3 Functiebeschrijving - Is verantwoordelijk voor de redactie en opmaak van het gemeentelijke informatieblad en verspreiding van informatiebrochures allerhande. Hij/zij verzorgt de contacten met de pers en staat in voor de betere verstaanbaarheid van de gemeentelijke infoverstrekking. Hij/zij is verantwoordelijk voor de interne communicatie en voor de actualisering van de gemeentelijke website. Voorwaarden - houder zijn van één van de volgende diploma’s van het hoger onderwijs van het korte type of van het hoger onderwijs van 1 cyclus: - regent geschiedenis - regent nederlands-geschiedenis - regent engels – geschiedenis - bachelor taal- en letterkunde, Germaanse talen - bachelor taal- en letterkunde, Latijn en Grieks - bachelor taal- en letterkunde, Romaanse talen - bachelor sociale en culturele agogiek Of houder zijn van een diploma van het economisch hoger onderwijs van het korte type of een diploma van het hoger onderwijs van 1 cyclus studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde in één van de volgende studierichtingen: - bachelor in toepaste communicatie - bachelor communicatiemanagement (optie bedrijfscommunicatie, optie pers en voorlichting) - bachelor public relations - bachelor communicatiebeheer (optie bedrijfscommunicatie, optie pers en voorlichting, relations) - Slagen in een bekwaamheidsproef.

Diensthoofd Openbare Infrastructuur Voltijdse betrekking in statutair verband – Loonbarema B4-B5 Functiebeschrijving - Hij/zij staat in voor de controle op de kwaliteit en de kwantiteit van de geleverde prestaties van het personeel dienst openbare infrastructuur en is verantwoordelijk voor de dossiers i.v.m. wegen, riolering, bouwwerken, groenaanleg en werken in eigen beheer. - Hij/zij is verantwoordelijk voor de opvolging van de plaatselijke openbare nutsleidingen en voor de aankoop van materiaal en materieel voor de dienst en behandelt de schadegevallen aan de openbare domeinen en werken in de verkavelingen. Voorwaarden - Houder zijn van een diploma hoger onderwijs korte type of van één cyclus, bachelor richting bouwkunde, openbare werken, urbanisatie, architectassistent, topografie, meetkundig schatter onroerende goederen Of Houder zijn van een diploma van de leergangen technisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, afdeling openbare werken. - Slagen in een bekwaamheidsproef.

ICT-coördinator Voltijdse betrekking in statutair verband – Loonbarema: B4-B5 Functiebeschrijving - De ICT–coördinator heeft de dagelijkse verantwoordelijkheid over het informaticasysteem, de opleiding van het personeel op het vlak van informatica. - Hij/zij houdt de ontwikkelingen op het gebied van ICT en openbaar bestuur bij en stimuleert en activeert het informaticagebruik van de ambtenaren. - Hij/zij is verantwoordelijk voor de planning en het bewaken van de uitvoering van het ICT-beleid en begeleidt de projecten op het gebied van ICT. - De ICT-coördinator is samen met de informatieambtenaar verantwoordelijk voor de website van de gemeente, inzonderheid voor wat het technische luik betreft. Voorwaarden - Houder zijn van een diploma van hoger onderwijs van het korte type of een diploma van het hoger onderwijs van 1 cyclus studiegebied toegepaste informatica Of Gegradueerde in de informatica. - Slagen in een bekwaamheidsproef. Solliciteren? De volledige aanwervingsvoorwaarden, het sollicitatieformulier en een informatiefolder voor al deze functies kunt u verkrijgen bij Willy Van Meel, diensthoofd interne zaken, T 03-670 01 38, of op www.essen.be. Uw schriftelijke sollicitatie met de gevraagde getuigschriften bezorgt u aangetekend aan het college van burgemeester en schepenen, Heuvelplein 23, 2910 Essen vóór 20 november 2009

40 LOKAAL 1 november 2009

Secretaris van het OCMW (tweetalig FR/NL) Functie • Personeelsverantwoordelijke van een openbaar bestuur van ongeveer 300 personeelsleden. • Is het middelpunt van de verschillende luiken van het beheer: administratief en financieel management (budget), operationele doelstellingen, opvolging en besturing. • Secretaris van verschillende organen van de instelling (Raad voor maatschappelijk welzijn, Vast Bureau). Gewenst profiel U beschikt over 1. managementcompetenties en leiderschapscapaciteiten 2. competenties op gebied van human resources management 3. relationele capaciteiten 4. wezenlijke interesse voor de sociale problematiek en de interculturaliteit. U beschikt over een universitair diploma. U moet voldoen aan de taalexamens ingericht door de SELOR om schriftelijke en mondelinge kennis van de tweede taal vast te stellen (niveau 1 van het Staatspersoneel artikels 9, §1 en 11 van het Koninklijk Besluit van 30 november 1966). U moet voldoen aan de verschillende onderdelen van het geplande toelatingsexamen. Salaris 4.967 euro (geïndexeerde maandelijks bruto – start loopbaan) Geïnteresseerd ? Neem contact op met het Departement Personeel op T 02-422 46 18 / 02-422 46 55 of via hrm.jette@publilink.be. Het inschrijvingsrecht vastgelegd op 10 euro dient gestort te worden op het rekeningnummer 091-0008897-02 van het OCMW van Jette. De kandidaturen, vergezeld van een afschrift van het diploma, van het betalingsbewijs van het inschrijvingsrecht, en als het geval zich voordoet, van het attest voor het slagen voor de taalproeven (Selor attest niveau 1 - artikels 9, §1 en 11) zullen gericht worden per aangetekend schrijven aan: Mevrouw C. Quaresmini, voorzitster van het OCMW, Sint-Pieterskerkstraat, 47-49, 1090 Jette, voor ten laatste 30 november 2009 (postdatum geldt als bewijs).


wetmatig berichten

Wetswijzigingen camerawetgeving op komst Net voor het zomerreces keurde de Senaatscommissie Binnenlandse Zaken het wetsvoorstel houdende wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s goed. Dit voorstel is ondertussen een wetsontwerp geworden dat op 7 oktober goedgekeurd werd door de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Het ontwerp moet een aantal knelpunten wegnemen die zich stelden bij de toepassing van de Camerawet van 21 maart 2007 (BS van 31 mei 2007). Zo ontstond er in het verleden heel wat onduidelijkheid over de plaatsing en het gebruik van vaste en mobiele bewakingscamera’s voor de vaststelling van overlast (zoals gedefinieerd in artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet), maar ook over de adviesverlening van de gemeenteraad en de korpschef van de bevoegde politiezone omtrent het plaatsen van één of meer bewakingscamera’s op een nietbesloten plaats (zoals de openbare weg of het marktplein). Toch blijkt dat er in het voorliggende ontwerp nog een aantal onduidelijkheden vervat zitten, die verder opgehelderd zullen moeten worden met een nieuwe rondzendbrief. De Raad van State en de Privacycommissie hebben immers vragen bij de wijze waarop bij die laatste aangifte gedaan moet worden voor de plaatsing van een bewakingscamera en de om-

schrijving van het begrip ‘overlast’. Over het wetsontwerp zal naar alle verwachting nog voor het einde van dit jaar door de voltallige Kamer gestemd worden. Ondertussen herinneren we u er wel aan dat de afmetingen van de pictogrammen die aangeven dat er camerabewaking in voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen (onder meer in shoppingcentra en bankkantoren) plaatsheeft, werden aangepast bij het Koninklijk Besluit van 21 augustus 2009 (BS van 25 september 2009). De reeds bestaande pictogrammen op deze plaatsen mogen echter wel behouden blijven. Meer informatie vindt u binnenkort op de website van de VVSG (politie en veiligheid) en in een volgend nummer van Lokaal. tom.deschepper@vvsg.be

Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, BS van 31 mei 2007, Inforumnummer 219668 Koninklijk Besluit van 21 augustus 2009 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt, BS van 25 september 2009, Inforumnummer 241485

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website Inlevering advertenties: Lokaal 19 (1 tot 15 december): 16 november I Lokaal 20 (16 tot 31 december): 30 november Informatie: Nicole Van Wichelen • T 02-211 55 43 • nicole.vanwichelen@vvsg.be

Gedeelde kennis is dubbele kennis De beste manier om kennis te vergroten, is ze te delen met anderen. Daarom is ons kantoor georganiseerd in vakgroepen die elkaar overlappen. Resultaat: een vruchtbare kruisbestuiving die de kennis van onze advocaten telkens weer verruimt. En dat komt elke cliënt ten goede. Wilt u meer weten over onze aanpak? Neem eens een kijkje op onze website, of bel ons voor een afspraak.

Mechelsesteenweg 27 2018 Antwerpen parking | Hemelstraat telefoon | + 32 3 232 50 60 fax | + 32 3 232 30 50 www.gsj.be e-mail | info@gsj.be

1 november 2009 LOKAAL 41


AGENDA

Houthalen 6 tot en met 8 november De lachende mens Workshop over humor- en expressietechnieken om via authentieke attitudetraining en speelse lichamelijke communicatievaardigheden een glimlachend medemens te zijn. www.lach-humor.be Mechelen 12, 26 november en 10 december Gent 10, 17, 24 november en 1, 8 en15 december Mindfulness op de werkvloer Actiegerichte training om te leren omgaan met stress, spanning, piekeren. www.vvsg.be (kalender) Heusden-Zolder 12 november Vilvoorde dinsdag 17 november Torhout dinsdag 24 november Temse donderdag 26 november Politieke Academie Ronde van Vlaanderen 2009 Vijf avonden over actuele dossiers van het lokale bestuur. www.vvsg.be (kalender) Brussel 12 november 10 in 2010 Congresdag van CultuurNet Vlaanderen over cultuurmarketing en publiekswerking voor Generation Z, de eerste generatie van de 21ste eeuw. www.cultuurnet.be (Kinderen & Cultuur) Brussel 13 november Leidraden bij beslissingen aan het levenseinde Congres over actuele visies, benaderingen en expertises. www.vvsg.be (kalender)

NIX TrIljoen

42 LOKAAL 1 november 2009

Brugge 14 november Hasselt 18 november Gent 26 november Malle 5 december Leuven 9 december Trip Lokaal Interactieve workshops over de opmaak van een activiteitenplanning gemeentelijk jeugdwerk 2010 en een jeugdbeleidsplan 2011-2013. www.jeugdbeleid.be/triplokaal Brugge 16 november Informatiesessie Woonzorgdecreet Informatiesessie voor verantwoordelijken, kwaliteitscoĂśrdinatoren en secretarissen over uitvoeringsbesluiten thuiszorg voor diensten logistieke hulp en aanvullende thuiszorg. www.vvsg.be (kalender) Oostkamp 16 tot 19 november Ontwikkelingsmanagement bij lokale besturen Residentieel seminarie met bijzondere aandacht voor kritieke succesfactoren voor het management en voor het functioneren als leidinggevende. www.vvsg.be (kalender) Brugge 17 november Wetteren 24 november Blankenberge 8 december Evergem 15 december Activering of begeleiding naar werk Seminarie voor leidinggevenden waar intervisie, collegiale uitwisseling en toetsing van ervaringen en opvattingen bij collega’s centraal staan. www.vvsg.be (kalender) Kortrijk 17 november Werelddag van de Stedenbouw Studiedag over intergemeentelijke samenwerking met als thema Over de grens. Hoe samen ruimte maken? www.vrp.be

Geel 19 november 2009 De Wet van 2 april 1965 Toelichting begrippenkader en sleutelmechanismen in de wet van 2 april 1965. www.vvsg.be (kalender) Toulouse 19 en 20 november Europese coalitie van steden tegen racisme Jaarlijkse algemene vergadering met een jeugdforum en verscheidene workshops zoals deze van Gent over het spanningsveld tussen het (lokale) beleid gericht op sociale cohesie en het (nationale) veiligheidsbeleid. www.vvsg.be (kalender) Brasschaat 19 november Gent 1 december Diest 3 december Telecomdagen voor lokale en provinciale besturen Informatie over de activiteiten van de Belgacom Groep die de lokale besturen aanbelangen. illya.van.den.borre@belgacom.be Antwerpen 20 november Inspireren tot leren Ontmoetings- en studiedag van de VVSG samen met Diverscity voor al wie werk wil maken van hoogwaardige professionaliteit van besturen en hun medewerkers. www.vvsg.be (kalender) Leuven start 24 november Gastro-engineering Post-culinaire opleiding van 4 modules verspreid over 9 dagen voor verantwoordelijken in voedingsdiensten in de social profitsector met een culinaire basiskennis. Gastro-engineering is een nieuwe innovatieve culinaire wetenschap opgebouwd rond het kernbegrip smaak. www.vorecam.be


Handboek

Brandweerzorg, medische hulpverlening en dringende interventie De hervorming van de civiele veiligheidsdiensten is een politiek aandachtspunt vandaag, maar zeker ook morgen. De minister van Binnenlandse Zaken gaf de definitieve impuls om grondig werk te maken van de reorganisatie en modernisering van de civiele veiligheidsdiensten. Na decennialang aandringen van de betrokken diensten komt er nu beweging in deze materie. Het is de eerste maal dat de hervormingsplannen zo concreet vorm krijgen. We staan aan de vooravond van de grote (noodzakelijke) hervorming. Dit betekent, luidens de hervormingscommissie Paulus, dat ‘men het federaal regelt, zonaal organiseert en lokaal zal moeten doen’. Up-to-date U zal nood hebben aan informatie, die volledig en up-to-date is. Het losbladig handboek ‘Brandweer, medische hulpverlening en dringende interventie’ volgt de hervormingen op de voet op zodat u door de bijwerkingen steeds over actuele informatie beschikt. Multidisciplinair Dit unieke naslagwerk geeft u meteen en voor het eerst een totaaloverzicht van de betrokken disciplines bij de civiele veiligheid in ons land (waaronder de brandweer, de dringende medische hulpverlening, de civiele bescherming en de politie). De civiele veiligheid werkt immers zeer multidisciplinair. Kennis van elkaar is dus onontbeerlijk. Onmisbaar instrument Naast een volledig wetgevend overzicht, worden alle relevante items op een praktijkgerichte manier besproken in het boek: - De organisatie, werking en financiering van de brandweer, dringende, medische hulpverlening en civiele bescherming; - De rol van de verschillende overheden (FOD Binnenlandse Zaken, de Gouverneur, de burgemeester…) inzake (brand)preventie en civiele veiligheid; - De rampenplanning en de verplichtingen van de lokale en provinciale besturen en diensten inzake nood- en interventieplanning (ter voorbereiding van de Mexicaanse griep en andere rampen); - Alles rond het noodnummer 112 en Astrid; - Alle contactdata van de betrokken actoren; -…

Bestelkaart

Voor wie? Het handboek is een onmisbaar werkinstrument voor iedereen die betrokken is bij de civiele veiligheidszorg, met name alle leden van de gemeentelijke en provinciale veiligheidscel (Gouverneur, burgemeester, rampenambtenaar, vertegenwoordiger van de brandweer, politie, civiele bescherming en dringende geneeskundige hulpverlening), de korpsverantwoordelijken en operationele officieren van de brandweer, de gezondheidsinspecteurs, de leidinggevenden ziekenhuizen en urgentiediensten, de operationele officieren civiele bescherming, de opleidingsscholen, het hulpcentrum 100… Editor en redactieraad Editor: Kris Versaen Redactieraad: Luc Brugghemans (brandweer Londerzeel), Geert Gijs (procesmanager crisisbeheer FOD Volksgezondheid), Wim Haenen (federaal gezondheidsinspecteur FOD Volksgezondheid), Frank Lippens (voorzitter stuurgroep ICM), Anouk Pattyn (FOD Binnenlandse Zaken), Nicole Reynders (HVP Spoedgevallen), Paul Spaens (Vast Commissie voor de Lokale Politie), Guy Van De Gaer (directeur Brandweervereniging Vlaanderen), Ludwig Vandenhove (burgemeester Sint-Truiden) en Marc Coen (brandweer Aalst).

Stuur of fax deze kaart naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19 of bestel via www.politeia.be of mail info@politeia.be

JA, ik bestel … ex. van het handboek Brandweerzorg, medische hulpverlening en dringende interventie ❏ Mijn bestuur is lid van de VVSG en betaalt 79 euro* ❏ Mijn bestuur is geen lid van de VVSG en betaalt 89 euro*

Naam Functie Bestuur/Organisatie E-mail Adres

BTW * De aanvullingen aan 0,46 euro per bladzijde worden mij automatisch opgestuurd tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 31.12.2009. Consulteer onze website voor actuele prijzen.

Datum Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Tel.


Afval wordt door de meeste mensen als 0ngewenst beschouwd. Als iets zonder waarde. Wij denken daar heel anders over. Want in het afval van vandaag groeit de kiem voor de producten van morgen.

Wij maken er zelfs graag iets moois van. Dat gaat niet vanzelf. Het begint met een gedegen kennis van grondstoffen en materialen. Vervolgens vangen wij alle afval zo vroeg mogelijk af. Dus kennen wij elke schakel van het ontwerp- en productieproces. Wij noemen dat een tweede huid die wij rondom het bedrijfsproces leggen. Op deze manier ontstaat er zo min mogelijk afval. Maar het afval dat wel overblijft wordt door ons gekoesterd. Want daar begint het tweede leven. Zoals Coolrec laat zien door afval in prachtige metalen en kunststoffen om te zetten. En Maltha door er schitterend glaswerk van te maken. En het allerlaatste afval dat dan nog overblijft? Dat wordt door AVR in zijn geheel gebruikt om er energie voor honderdduizenden huishoudens mee op te wekken. Steeds meer mensen ontdekken dan ook het credo van de Van Gansewinkel Groep. Afval bestaat niet. Wij maken er liever iets moois van.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.