2009Lokaal18

Page 1

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

NR 18 VAN 16 november 2009

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Beter blauw

De mening van de minderheden kennen

Laat Europa in uw dorp investeren

Hangjongeren: eigentijdse benadering in Turnhout


op m

l in 2

od

e n te

d ec

e sch De crèch

Geme ti ke l s

td ilderen me

a pt

ov

St a

d

Psychia

H e l ft

et

zo nd e

fva sw ieu on or or de we de l w b nv ge r e m an r m w uw od g p la a be el m c c st e vo e h uu m t en tr r or 30 tw de % or g dt sp ee lp ar ad i

rk o c mw a l s he ld e n m e trische p atiĂŤnten Elke gemee en rusthui nte zi sbewoners onder 1 dak j n e Kippe igen g n ve Klagend Lo rmi e burg roen ene ke nde ers die rgi O epa Ee tten ud ren sup por s rk nn p t er z a o

va n a r

Ecologisch

ch r

rt

ges ree t

ns

u

e w eg

b er

a a t n e o een n i c c u p p a et c laamse gem m k e o z e b k e e Een bibliothe voetafdruk van V adsleden e gemeentera

E x-t

02 0

ob t i ini g be s m e d le a a r k 1 lokale s aan lo , e n te Arlalteis advi n e n en g e me is 13 g anagers gev n te

via n a ie k t a en r st ur

er n t n i het

ig

e l eid

n e ij

em

r

e

a

r te n e

js

d aa

o t u

post uw strafste projecten op www.trefdag.be

Innovatie en creativiteit in de praktijk staan centraal op de Trefdag 2010. Neem zelf actief deel: laat zien wat u in huis hebt en presenteer uw sterke projecten en praktijken. Stuur uw beste cases in op www.trefdag.be en deel zo uw ervaringen met alle lokale besturen.


INHOUD

LOKAAL NUMMER 18 VAN 16 november 2009

BART LASUY

12 ICT drijft organisatieverandering nog niet aan

5 Opinie: Wie redt de brandweerhervorming?

stefan dewickere

Ze zijn al enkele jaren bij de politie, maar nu volgen Yves en Brigitte zes maand lang de opleiding tot inspecteur van politie in de Oost-Vlaamse Politieacademie.

ICT kan een aandrijfkracht zijn voor organisatieverandering en die verandering verankeren en stabiliseren. De Hogeschool Gent onderzocht of dit ook voor Vlaamse gemeenten het geval is.

KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

ORGANISATIE

FORUM 22 Beleidsorganen lokale politie: houvast in zonaal veiligheidsbeleid 26 De schatkamer van Luc Durant 27 Lokale raad

WERKVELD

22 Beleidsorganen lokale politie: houvast in zonaal veiligheidsbeleid Het leven zoals het is in politiezone Het Houtsche met overdag een vergadering van het bestuurlijke arrondissement Brugge en ’s avonds de politieraad.

28 Interview met Willy Bruggeman Welke politie willen we op lange termijn? 32 23-100 Our Space: eigentijdse benadering van een oud fenomeen 35 Praktijk in Eeklo 36 Gents ongekend talent 37 Klare kijk 38 Laat Europa investeren in uw dorp

28 Interview Willy Bruggeman:

Welke politie willen we op lange termijn?

WETMATIG

41 Berichten en publicaties

stefan dewickere

46 Agenda & Triljoen

stefan dewickere

12 ICT drijft organisatieverandering nog niet aan 17 De Grondvesten: de burgerlijke stand 18 Hoe lokale besturen op energie kunnen besparen 20 Kent uw bestuur de mening van etnisch-culturele minderheden?

Voorzitter van de federale politieraad Willy Bruggeman is in grote lijnen tevreden met de politiehervorming van tien jaar geleden. Minpunten zijn de opleiding van agenten, de rigiditeit van het statuut en de minder geslaagde cultuuromslag bij de federale politie. 16 november 2009 LOKAAL 3


NIEUW

in de reeks Professionele vaardigheden

30 managementmodellen voor de lokale overheden Instrumenten voor de leidinggevende Meer dan 20 auteurs uit lokale besturen en andere organisaties brachten hun kennis en ervaring op het vlak van managementmodellen samen. Ze beschrijven in kort bestek 30 modellen die momenteel gebruikt worden en van belang zijn voor de lokale en bovenlokale overheden en voor social- en non-prot organisaties. De modellen hebben een ruim toepassingsgebied: strategieen plancyclus, organisatiecultuur en veranderingsmanagement, nancieel management, kwaliteitsmanagement en HRmanagement.

De pocket richt zich op beleidsverantwoordelijken, managers en leidinggevenden op middenkaderniveau en medewerkers die werkzaam zijn in een staffunctie. Door de praktijkgerichte beschrijving van de modellen wil het boek ondersteuning bieden in hun dagelijks werk. Editors van het boek zijn Theo Wijnen (VVSG) en Johan De Cooman (BDO Public sector). De tekst is ook opgenomen in het losbladig handboek ‘Professionele vaardigheden’.

Een aantal modellen die vooral gangbaar waren in de privésector krijgen in deze pocket een vertaling naar de overheid. Van elk model is er een beschrijving aan de hand van een guur of schema; de meerwaarde wordt toegelicht, maar ook de valkuilen bij de toepassing van het model. Het helder taalgebruik en de schema’s zorgen voor toegankelijke informatie die snel kan worden verworven.

Reeds verschenen in de reeks

Losbladige uitgave

Professionele vaardigheden

Professionele vaardigheden

POLITICI EN AMBTENAREN VAN HET LOKAAL BESTUUR:

CATHERINE RUYS SABINE VERMEIRE NELE HERMIE

UITDAGINGEN IN DE SAMENWERKING

}

POCKETS LOKALE BESTUREN | PROFESSIONELE VAARDIGHEDEN | 1STE EDITIE

De tekst van alle pockets is ook beschikbaar in de losbladige uitgave Professionele vaardigheden – Handboek voor leidinggevenden (4 ringmappen en een cd-rom met alle guren, checklists enzomeer).

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel ......

.......

ex. van 30 managementmodellen voor de lokale overheden (inclusief cd-rom), isbn 9782509004598, prijs VVSG-leden € 25*, niet-leden € 29* ex. van het losbladig handboek Professionele vaardigheden** (4 ringmappen, inclusief cd-rom), prijs VVSG-leden € 109*, niet-leden € 129*

.......

ex. van de pocket ................................................................................... prijs VVSG-leden € 25*, niet-leden € 29*

.......

ex. van de pocket ................................................................................... prijs VVSG-leden € 25*, niet-leden € 29*

Organisatie/bestuur: ..................................................................................................................... Adres: ............................................................................................................................................ Naam: ........................................................................................................................................... Functie: ......................................................................................................................................... Tel. : ............................................................................................................................................... E-mail: .......................................................................................................................................... Datum en handtekening

* Prijzen inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31/12/2009. Check voor exacte prijzen steeds onze website www.politeia.be ** Het betreft hier een losbladig werk. De aanvullingen worden mij toegestuurd aan 0,46 euro/blz., de cd-updates aan 29 euro tot schriftelijke wederopzegging.


opinie mark suykens

Stefan Dewickere

Wie redt de brandweerhervorming? e werking van de gemeentelijke brandweerdiensten kon verbeteren, zo toonde de commissie Paulus in 2006 aan. Alle betrokken partijen, waaronder de VVSG, bereikten toen een consensus over twaalf aanbevelingen. Op basis hiervan kwam de wet van Mark Suykens is directeur van de VVSG 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid tot stand. Ondertussen heeft het gemeentelijke (brandweer)personeel heel veel werk gestoken in vergaderingen en werkdocumenten om deze wet uit te voeren. Gemeentelijke bestuurders hebben onder meer geïnvesteerd in de Task Forces. Verwachtingen werden gecreëerd. Wegens de financiële crisis heeft de federale regering bij de begrotingsopmaak beslist om de hervorming op een zeer laag pitje te zetten. Toch was er een duidelijk engagement van de vorige regeringen om de federale financiële bijdrage op te trekken tot 50 procent. Dat dit niet in één jaar kan, begrijpt iedereen, maar dat alles stopt, is onaanvaardbaar. Er moet toch niet opnieuw een grote ramp gebeuren voordat er voldoende politieke wil is voor de hervorming? De federale regering moet de lokale besturen tonen dat ze er op een geloofwaardige manier werk van zal maken door Er moet toch niet nog een grote ramp alsnog de nodige middelen vrij te maken voor de volgende twee jaar. Anders zal het draagvlak dat nu binnen de logebeuren voordat er voldoende kale besturen bestaat langzaamaan verdwijnen. Dit is geen politiek wil is voor de hervorming? optie. De samenleving stelt almaar hogere eisen aan de brandweer. De werkdruk neemt toe, er wordt steeds meer kennis en deskundigheid gevraagd voor de advisering bij complexe veiligheidsvraagstukken. Ook de eisen aan opleiding en training van het personeel worden strenger. Tegelijk neemt de beschikbaarheid van vrijwilligers af, vooral tijdens de daguren. Als we nu niet hervormen, hebben we straks geen vrijwilligers meer. Gezamenlijk investeren in de hulpverleningszone die alle korpsen in de regio ondersteunt is veel efficiënter. Dan komt de kwaliteit van de brandweerzorg in alle gemeenten op het vereiste niveau, en dat tegen acceptabele kosten. In de commissie Paulus vroeg de VVSG om de inzet en middelen van de civiele bescherming mee te integreren in de brandweerhervorming. De federale overheid wou daar niet van weten. Met een goede aanpak zijn hier overduidelijk efficiëntiewinsten te maken zodat er geld vrijkomt voor de hulpverleningszones. In ieder geval mag het werk van de Task Forces niet verloren gaan. Een betere samenwerking tussen de korpsen en een correcte uitvoering van de snelste adequate hulp zijn te belangrijk. En de federale overheid moet blijven investeren in de brandweer. De VVSG wil meewerken aan elke poging om creatief na te denken over wat we met de schaarse middelen kunnen doen om de brandweer efficiënter te laten werken. I

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

D

Bladmanagement Jan Van Alsenoy Abonnementen VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43

Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Marlies van Bouwel, Bart Van Moerkerke

Hoofdredactie Marlies van Bouwel, T 02-211 55 46

Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Eindredactie Marleen Capelle

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus

VVSG-bestuur Jef Gabriels, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

16 november 2009 LOKAAL 5


STEFAN STEFAN DEWICKERE DEWICKERE

KORT LOKAAL NIEUWS

De eindejaarstoelage van het personeel van de lokale politie wordt vanaf 2009 met 7 procent verhoogd.

Sectoraal akkoord federaal openbaar ambt financiële dobber voor politiezones Verhoogt de eindejaarstoelage van de federale ambtenaren, dan gebeurt dat automatisch ook met die van het operationele en burgerpersoneel van de lokale politie. De lokale besturen die deze verhoging moeten betalen, waren nochtans helemaal niet betrokken bij de onderhandelingen voor het nieuwe sectorale akkoord van de federale ambtenaren.

E

ind september hebben minister van Ambtenarenzaken Steven Vanackere en de representatieve vakbonden van het openbare ambt een nieuw sectoraal akkoord 20092010 voor de federale openbare ambtenaren gesloten. Op Vindt de federale het eerste zicht zou je denken dat de lokale besturen overheid dat er niet wakker hoeven te ligte veel blauw gen van het statuut van de federale ambtenaren. Niets op straat is? is minder waar want nu blijkt dat dit akkoord ook gevolgen heeft voor het eenheidsstatuut van de lokale en federale politie. Zo bevat het akkoord onder meer een verhoging van de eindejaarstoelage met 7 procent (fiche 7 van het sectorale akkoord). Dit is een verdere stap naar een volwaardige dertiende maand voor alle categorieën van ambtenaren. Concreet betekent dit dat de 6 LOKAAL 16 november 2009

eindejaarstoelage van elk federaal personeelslid vanaf 2009 met 7 procent van zijn bruto maandloon zou verhogen. Er zijn wel twee correcties ingebouwd: de verhoging wordt op 150 euro gebracht als het resultaat van de berekening geïndexeerd lager ligt dan dit bedrag en de verhoging wordt tot 300 euro beperkt als het resultaat van de berekening geïndexeerd hoger ligt dan dit bedrag. Deze bedragen zullen vanaf 2010 geïndexeerd worden. Deze verhogingen zijn dus ook van toepassing op het personeel van de lokale politie. Met andere woorden, de lokale politiezones zullen deze verhogingen dit jaar nog aan hun personeel moeten betalen. De burgemeesters hebben vroeger al terecht hun ongenoegen geuit over de federale aansturing van het politiestatuut dat op de rekening van de gemeen-

ten komt. Bij de politiehervorming is gekozen voor een eigen specifiek eenheidsstatuut voor de politie. Als dat politiestatuut dan nog eens gekoppeld is aan het federale openbare ambt – waarbij de lokale besturen uiteraard niet betrokken zijn –, dan zijn we natuurlijk nog verder van huis. Bovendien is het sectorale akkoord er gekomen omdat het aantal federale ambtenaren op termijn zou verminderen en in ruil daarvoor heeft de bevoegde minister enkele financiële toegevingen kunnen doen. Maar die vermindering geldt natuurlijk niet voor de politie, tenzij de federale overheid natuurlijk meent dat er te veel blauw op straat is. Als de federale overheid een maatregel eenzijdig neemt zonder betrokkenheid van de lokale werkgever, dan moet zij de gevolgen van die maatregel ook voor haar rekening nemen. De VVSG zal dit dan ook bij de bevoegde ministers ter sprake brengen. Koen Van Heddeghem ÎÎ www.fedweb.belgium.be, zoek op sectoraal akkoord 2009-2010


PRINT & WEB

Goede punten voor tien jaar GAS

Ruimte & Maatschappij

Voor de studiedag Tien jaar gemeentelijke administratieve sancties heeft de VVSG het aantal gemeenten die de administratieve geldboetes inzetten, opnieuw geĂŻnventariseerd. Op de studiedag werden de cijfergegevens bekendgemaakt aan 200 vertegenwoordigers van lokale besturen, politiezones, preventiediensten en de magistratuur.

aast de administratieve sancties die het college van burgemeester en schepenen kan opleggen (de schorsing of toekenning van vergunningen en de tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting), schatten we dat momenteel 192 Vlaamse steden en gemeenten gebruik maken van de administratieve geldboetes (62,3%). Dit cijfer ligt iets lager dan bij een eerste schatting eind 2008. Lokale besturen moeten voordat ze het sanctiesysteem invoeren, bijkomend studiewerk verrichten. Of ze hebben beslist GAS toch niet te gebruiken omdat ze met het parket hebben afgesproken de overlast anders te bestrijden. Opvallend veel gemeenten werken samen om de overlast te beteugelen. Veel besturen in Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen kunnen hun GAS-dossiers laten behandelen door een provinciaal ambtenaar. Maar ook in het arrondissement Mechelen hebben veel gemeenten zich dit voorjaar aangesloten bij een plaatselijk samenwerkingsverband. De voorwaarden voor zulke intergemeentelijke samenwerking kunnen nog versterkt worden. Nog altijd knelpunten Na tien jaar GAS zijn er nog altijd knelpunten om deze sancties toe te passen. Naar analogie met het systeem van de bestuurlijke boetes en strafbeschikkingen in Neder-

33.253

STEFAN DEWICKERE

N

Duiven voederen zal binnenkort in driekwart van de gemeenten met administratieve sancties bestraft worden.

land zijn hogere geldboetes bij herhaling of bij inbreuken begaan door rechtspersonen, het overwegen waard. Uit een kleine enquĂŞte bij de aanwezigen op deze studiedag blijkt overigens dat het systeem de toets van de praktijk doorstaat, want zowat 68 procent van de aanwezigen gaf de werking van de GAS een score van 7 (of meer) op 10. We verwachten dat binnen enkele maanden (met enige vertraging) bijna driekwart van de steden en gemeenten het systeem zal toepassen.

Het nieuwe driemaandelijkse tijdschrift Ruimte & Maatschappij biedt een interdisciplinair forum voor discussie en reflectie over de ruimtelijke uitdagingen van de 21ste eeuw: wonen, economie, mobiliteit, toerisme en vrije tijd, natuur, landbouw, kunst en cultuur, technologie, migratie, onderwijs en politiek. Het wil het wetenschappelijke debat aanzwengelen zonder daarbij de maatschappelijke relevantie uit het oog te verliezen. In Ruimte & Maatschappij is zowel plaats voor klassieke wetenschappelijke artikelen als voor didactische literatuuroverzichten, polemische essays, reflecties uit de praktijk en de onderzoekswereld. Het eerste nummer, dat in september verscheen, bevat stukken over het gebruik van open ruimte als publieke ruimte, ethisch ondernemerschap, de betaalbaarheid van wonen in Vlaanderen en Nederland, de sociale agenda van het platteland, stadsvisie, het niet-formele ontwerp, de planning van de zee en de wijzigingen van de wetgeving op de ruimtelijke ordening. Ruimte & Maatschappij: Vlaams-Nederlands tijdschrift voor ruimtelijke vraagstukken, uitgeverij Garant, Antwerpen-Apeldoorn

Tom De Schepper, Koen Van Heddeghem en Marian Verbeek

ĂŽĂŽVoor de presentaties van deze studiedag: www.vvsg.be/opleiding/presentaties

Zoveel landbouwbedrijven telt Vlaanderen. Een derde hiervan vinden we in de provincie West-Vlaanderen en een kwart in OostVlaanderen, daarna volgen Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant, waar we nog iets meer dan 4100 (13%) landbouwbedrijven tellen. Opmerkelijk is dat de twee gemeenten met het hoogste aantal landbouwbedrijven Hoogstraten en Sint-Truiden (>440) in provincies liggen met minder landbouwbedrijven. Op de derde plaats volgt het Oost-Vlaamse Beveren en pas daarna komen de eerste WestVlaamse gemeenten, met name Poperinge en Ieper. Wilt u weten hoe het met de landbouw in uw gemeente is gesteld, surf dan snel naar www.lokalestatistieken.be

Online: federale campagne tegen binnenluchtvervuiling Dagelijks brengen we tot 90% van onze tijd binnenshuis door. Daarom is een gezonde binnenlucht voor ons huis, appartement of op kantoor een belangrijke zaak. Vaak is de binnenlucht echter sterk vervuild, wat schadelijk kan zijn voor onze gezondheid. Onder het motto De lucht in uw huis heeft een schoonmaakbeurt nodig lanceert de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een nieuwe informatie- en communicatiecampagne. Via de website www.binnenlucht.be komt u te weten hoe u binnenhuisvervuiling op een eenvoudige manier kunt bestrijden. www.binnenlucht.be

16 november 2009 LOKAAL 7


Forse stijging pensioenbijdragen voor statutairen in 2010 H

et hing al een tijdje in de lucht en is nu ook een feit: volgend jaar gaan de bijdragen voor de financiering van de pensioenen van de statutaire ambtenaren van de lokale besturen fors de hoogte in. Gemeenten en OCMW’s die behoren tot de zogenaamde Pool 1 (met de meeste besturen), zien de bijdrage stijgen van 27,5 naar 30%. Voor de besturen van Pool 2 (met een aantal vooral grotere gemeenten en OCMW’s die recenter bij de RSZPPO zijn aangesloten) gaat de pensioenbijdrage van 34,5 naar 37%. Bij een volledige doorrekening van de in 2010 verwachte pensioenlasten zouden de percentages nog een stuk hoger moeten liggen, maar door de inzet van reserves (Pool 1) en een boeking van een tekort (Pool 2) blijft de stijging nog relatief beperkt. De RSZPPO had de verhoogde bijdragen al in de zomer voor-

STEFAN DEWICKERE

KORT LOKAAL NIEUWS

gesteld, maar pas op 16 oktober zette de federale regering het licht voor deze nieuwe tarieven op groen. Deze hogere percentages betekenen budgettair een zware last voor de lokale besturen, die volgend jaar trouwens niet alleen een extra inspanning doen voor de pensioenen van hun statutaire medewerkers. De personeelskosten worden in 2010 immers nog eens verzwaard door de start van een tweede pensioenpijler voor de contractanten in de gemeenten en OCMW’s. Daarvoor zal de minimumbijdrage 1% bedragen. Bij al dat slechte budgettaire nieuws is er ook één lichtpuntje. Door de blijvend lage inflatie zal de volgende verhoging van de lonen door de overschrijding van de spilindex wellicht pas voor begin 2011 zijn. Jan Leroy

Tel elke keer en recycleer V

an 23 tot en met 28 november vindt de nationale inzamelweek van frituurvetten en -oliën plaats. Gebruikte frituurolie, fondueolie of frituurvet en de verpakking in plastiek of bulk zijn perfect recycleerbaar. Oliën en vetten worden voor 74 procent tot biodiesel verwerkt, 19 procent wordt verbrand voor opwekking van groene stroom. De overige 7 procent wordt verwerkt in producten als pershout, plastic, industriële zepen en smeermiddelen. Valorfrit vzw tracht alle stromen van gebruikte frituuroliën en -vetten in kaart te brengen en de correcte inzameling en verwerking ervan te

8 LOKAAL 16 november 2009

stimuleren. Voor de milieuvriendelijke inzameling op containerparken werkt Valorfrit samen met gemeenten en afvalintercommunales. Omdat nog te veel gebruikte frituuroliën en -vetten in het restafval, de riool, de tuin of het toilet verloren gaan, loopt sinds 15 oktober de mediacampagne met het oliespook en de Aftelstrip. Alle containerparken en supermarkten geven een gratis

Aftelstrip aan hun bezoekers. De strip is een eenvoudig middel om bij te houden hoe lang en hoe vaak de olie of het vet al gebruikt is. Elke verpakking vermeldt uitdrukkelijk hoeveel keer het frietvet of olie gebruikt kan worden. Op dat aantal begin je met het scheuren van de strip. Bij elke frituurbeurt scheur je een strookje af. Wanneer de strip op is, moet je het vet of de olie vervangen. De Aftelstrip is zo gemaakt dat je hem gemakkelijk aan het snoer van de ketel kunt vasthangen zodat hij niet zoek raakt. Inge Ruiters

ÎÎwww.valorfrit.be


PRINT & WEB

Erfgoeddag 2010: schone schijn Met het thema Fake? zoomt Erfgoeddag 2010 in op wat echt en vals is, het onderscheid tussen werkelijkheid en schijn, over de grenzen van waarheid en leugen, over de vele waarheden.

O

p 25 april 2010 is het Erfgoeddag, hĂŠt presentatiemoment voor de cultureel-erfgoedsector in Vlaanderen en Brussel. De coĂśrdinatie van Erfgoeddag is in handen van Faro, Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw. De VVSG ondersteunt het evenement als een belangrijk publieksmoment in het gemeentelijkE cultureel-erfgoedbeleid. Erfgoeddag haalt in deze editie een leugendetector boven en nodigt de sector ĂŠn de samenleving uit zichzelf tegen het licht te houden.

Wanneer behoort iets tot de historische canon? Wanneer wordt het uitgespuwd als fake? Schitterende historische vervalsingen en hun verhalen, onwaarheden, maar ook de rol van restauraties, living history, sprookjes en geschiedenissen van leugens en bedriegers. De VVSG roept lokale besturen en voorzieningen op deel te nemen aan dit evenement. Kandidaat-deelnemers moeten wel eerst kennis nemen van de Algemene Voorwaarden van Erfgoed-

Online: Labelinfo.be

dag. Wie zich inschrijft, verklaart zich hiermee akkoord. De inschrijvingen voor Erfgoeddag 2010 zijn van start gegaan. Hilde Plas ĂŽĂŽVoor de voorwaarden, de inspiratiebrochure, voor concrete ideeĂŤn, tips en het campagnebeeld: www.faronet.be, info@erfgoeddag.be, T 02-213 10 81 of 82

Week van de Smaak nodigt uit tot genieten

Bewuste consumenten zijn steeds op zoek naar informatie over producten. Productlabels kunnen daarbij helpen. Ze kunnen informeren over de milieukenmerken van een product of de sociale omstandigheden waarin het tot stand kwam. Er zijn ook labels die aantonen dat het product afkomstig is van eerlijke handel. Andere labels geven geen duurzaamheidsinformatie maar zeggen iets over de kwaliteit, de herkomst, de samenstelling of de veiligheid van een product. Om gebruikers doorheen de wirwar van labels te helpen, ontwikkelde het Netwerk Bewust Verbruiken vzw samen met een reeks partners de website www.labelinfo.be. Labels zijn er snel doorzoekbaar, op productgroep of op afbeeldingen. De site wordt continu up-to-date gehouden en uitgebreid. www.labelinfo.be

V

an 12 tot 22 november 2009 loopt voor de vierde keer de Week van de Smaak. Tien dagen lang presenteert dit culturele evenement meer dan duizend activiteiten in Vlaanderen en Brussel. Turkije is het gastland, chef-kok Felix Alen is Peter van de Week van de Smaak 2009 en Leuven is de Stad van de Smaak 2009. Meer dan zeventig Leuvense organisaties en horecazaken bundelen hun krachten en presenteren met Passie voor Smaken een aanbod om duimen en vingers bij af te likken. Behalve de kennismaking met het culinaire erfgoed uit het Ottomaanse Rijk, de tradities en eetgewoonten van de Turkse gemeenschap in Vlaanderen en in thuisland Turkije bevat het programma speciale acties zoals Soep op school, De burgemeester kookt en de uitreiking van de Diversiteitsprijs 2009. EETiKET ten slotte laat kinderen genieten van alles wat met tafelen te maken heeft. Thuis, op school en in het restaurant: de drie pijlers van EETiKET zetten zich voor het tweede jaar op rij samen in. Dit jaar sluiten ook musea aan om kinderen van alle aspecten van smaak te leren en te laten genieten. Hilde Plas ĂŽĂŽwww.weekvandesmaak.be

Tot 7 januari 2010: Steun voor projecten huiswerkklasjes Het Mecenaatsfonds ING van de Koning Boudewijnstichting moedigt sociaal kwetsbare kinderen aan om hun studies voort te zetten en om deel te nemen aan het sociale leven. Het fonds richt zich tot alle verenigingen en instellingen die naschoolse begeleiding organiseren voor uitgesloten kinderen om hen te helpen zich te ontplooien op schoolgebied maar ook op persoonlijk en sociaal vlak. Een kandidaatsdossier indienen kan tot 7 januari. ĂŽĂŽwww.kbs-frb.be

Online: vernieuwde Canon Sociaal Werk De Canon Sociaal Werk, een website over de geschiedenis van het sociale werk in tekst en beeld, bestaat sinds 2006 maar werd onlangs grondig vernieuwd en uitgebreid. De oorspronkelijke website bood met tien vensters een inzicht in de geschiedenis van het sociale werk sinds het midden van de 19de eeuw. Het aantal vensters is nu opgetrokken tot vijftig. Naast de Nederlandse canon werd werk gemaakt van een internationale en een Vlaamse vensterreeks. De redactie, die door deskundigen wordt geadviseerd, kreeg daarbij steun van de Nederlandse en de Vlaamse overheid. De website richt zich tot sociaal werkers en tot het brede publiek, maar is ook bedoeld voor praktisch en educatief gebruik in het beroepsonderwijs. Hij zal regelmatig worden verbeterd en aangevuld. www.canonsociaalwerk.eu

16 november 2009 LOKAAL 9


PERSPIRAAT

KORT LOKAAL NIEUWS

“ Het is in stadsontwikkeling

soms beter om drie jaar niets te doen en iets goed uit te werken, dan om snel iets te doen dat voor honderdvijftig jaar slecht is.

Antwerps schepen van Stadsontwikkeling Ludo Van Campenhout (Open VLD) – De Morgen 19/10

“ Er is nood aan volksraadplegingen waarbij het beleid niet van bovenaf wordt gestuurd, maar van onderuit, met name vanuit de buurten, de wijken en de gemeenten.

Walter Pauli citeert Guy Verhofstadts Derde Burgermanifest uit 1994 – De Morgen 20/10

“78.955 mensen kunnen niet

beslissen over de mobiliteit van zes miljoen Vlamingen en alle buitenlandse bestuurders die de Ring passeren.

Luc Luwel, directeur-generaal van Voka – Gazet van Antwerpen 19/10

“ Met het sluiten van ringen trek

je nog meer verkeer naar de stad in plaats van dat af te stoten. Je verstikt er zowel de rand als de stad zelf mee.

Hoogleraar ruimtelijke economie Georges Allaert (UGent) – Metro 15/10

“Ook al is een referendum een

interessante vorm van inspraak voor de burger, de meeste onder hen hebben liever dat de politici voor hen beslissen. Het grote voordeel is echter dat het volk zich veel beter informeert over de kwestie.

Politiek socioloog Peter Thijssen (U Antwerpen) – De Morgen 19/10

“Als je toch bereid bent om geld

uit te geven om een draagvlak te meten, dan kun je beter een wetenschappelijk verantwoorde enquête laten uitvoeren. Bij een referendum is de uitslag altijd voor verschillende interpretaties vatbaar. Het is voor mij dus geen feest van de democratie.

Socioloog Luc Huyse – Knack 21/10

“Sinds ik in de politiek zit, zie

ik hoe tal van politici maar wat graag in de raden van bestuur van Electrabel en aanverwante intercommunales zetelen. Ik word heel zenuwachtig van die collusie tussen de politiek en de grote bedrijven.

Open VLD-senator Patrik Vankrunkelsven verlaat de politiek – De Standaard 26/10

10 LOKAAL 16 november 2009

UiTnetwerk leidt Vlamingen naar cultuur en vrije tijd Het UiTnetwerk is een netwerk van gemeenten, steden, regio’s en provincies die hun inwoners actief willen aanzetten om deel te nemen aan het lokale cultuur- en vrijetijdsleven. Elke UiTpartner vindt bij CultuurNet Vlaanderen de instrumenten voor de ontwikkeling van een up-to-date overzicht van alle activiteiten en evenementen en kan er ook steeds terecht voor praktische tips over middelen die de cultuurparticipatie kunnen aanmoedigen.

‘Inspraak, communicatie en participatie mogen in Leopoldsburg geen holle woorden zijn. De UiTagenda biedt ons een bijkomend kanaal om het verenigingsleven in Leopoldsburg te promoten. Hij is laagdrempelig en voor alle inwoners met een internetaansluiting toegankelijk. Bovendien biedt hij de verenigingen en de gemeentelijke diensten een kans om hun eyecatchers in heel Vlaanderen bekend te maken,’ zegt Erwin Van Pée, burgemeester van Leopoldsburg. Meer dan zeventig UiTpartners maakten ondertussen al werk van een UiTagenda op hun gemeentelijke website en in hun informatieblad of stadsmagazine. ‘Alle relevante activiteiten die in de UiTdatabank worden ingegeven, worden automatisch opgenomen in de UiTagenda van infoLochristi. Op deze efficiënte manier kunnen wij onze verenigingen nog beter promoten binnen de gemeente en daarbuiten,’ zegt burgemeester Yves Deswaene. Ook informatiezuilen, UiTbalies en andere initiatieven

maken inwoners wegwijs in het grote cultuur- en vrijetijdsaanbod. Johan De Roo, burgemeester van Maldegem: ‘Naast de reguliere promotie via onze website en onze maandelijkse informatiekrant, organiseerden we in september voor het eerst

UiT op onze avondmarkt. 27 Maldegemse verenigingen presenteerden er hun werking. Ook onze cultuurdienst en het cultuurcentrum waren van de partij met een stand. Gezien het succes van deze eerste editie van UiT op de avondmarkt

Innovatie en creativiteit in de praktijk staan centraal op de Trefdag 2010. Neem zelf actief deel: laat zien wat u in huis heeft en presenteer uw sterke projecten en praktijken. Stuur uw beste cases in op www.trefdag.be en deel zo uw ervaringen met alle lokale besturen.


Pieter BOs column

doen we dit zeker nog.’ Ook nationaal treedt UiT naar voren met de website UiTinVlaanderen.be die dagelijks goed is voor 13.000 unieke bezoekers. UiTdatabank Op UiTinVlaanderen.be vind je het cultuur- en vrijetijdsaanbod voor de komende vier weken in Vlaanderen en Brussel. Het wordt verzameld via de UiTdatabank (de vroegere CultuurDatabank). Jaarlijks worden er tussen 70.000 en 100.000 activiteiten in opgeslagen. Dat elke activiteit maar één keer wordt ingegeven, maakt het werk van de betrokken stadsdiensten veel gemakkelijker. Voordat Maldegem UiTpartner werd, was het geen sinecure om zicht te krijgen op het aanbod, laat staan het te bundelen. ‘De verenigingen kwamen hun agenda bij wijze van spreken op een briefje bij ons binnenbrengen. Sinds we partner zijn verloopt dit stukken eenvoudiger,’ zegt Johan De Roo. In Leopoldsburg probeerde Erwin Van Pée de activiteiten eens zelf in te voeren: ‘Het lukte vrij vlot, maar het hele systeem kan nog net iets eenvoudiger, zodat de drempel nog lager wordt en meer verenigingen de UiTdatabank kunnen gebruiken. Begin 2010 wordt het huidige systeem vervangen door een nieuwe, snellere databank waardoor de activiteiten sneller en gemakkelijker kunnen worden ingevoerd en opgenomen in de publicatiekanalen.’ Martha Meeze

ÎÎOm te weten wat er in uw eigen gemeente te beleven valt, surft u naar UiTinGEMEENTENAAM.be. www.uitnetwerk.be, barbara@cultuurnet.be, T 02-551 18 75

Nieuws van de straat Zomaar een ochtend met zomaar een krant. Of toch bijna zomaar: de krant is een kwaliteitskrant, in tegenstelling tot de ochtend. Een van de regionale pagina’s bloklettert: ‘Buren willen hun straat open houden.’ Het staat er zo terloops, zo achteloos, dat ik mijn ogen niet geloof. Voor alle zekerheid lees ik het nog eens, maar het staat er echt. Dat zo’n nieuws niet op de voorpagina staat, het is niet te vatten. Gewoonlijk willen buren dat hun straat zo snel mogelijk dicht is, bezorgen ze aannemer en gemeentebestuur ultimatum na dreigement: ‘Als onze straat tegen dan niet dicht is, dan…’ Hier niet dus. Het staat er zwart op wit: de buren willen hun straat open houden. Benieuwd zet ik mij aan het lezen. De straat blijkt zich in de stad M te bevinden. Nu ja, straat. Het gaat om een smal straatje, zegt de verslaggever. Hoewel: ‘Het smalle straatje K. is een verbindingsweg tussen M. en S.’ Ja, hoor eens, wat is het nu? Een straatje of een weg? Ik ben nog maar bij de eerste zin en verkeer al in opperste verwarring. Is het dat wat ze bedoelen met onverantwoord interessant? Ik lees verder. Het blijkt dat ‘de straat’ (intussen kennelijk weer een klein beetje gegroeid) ‘kreunt’ onder hardrijders. Ja, dat komt voor, steeds vaker, als ik de media mag geloven: kreunende straten. Overdag hoor je het niet zo goed, vanwege het verkeer. Maar ’s nachts in je bed, wanneer het op wat kosmosruis na volkomen stil is, kun je het horen: het zachte zuchten van weerloos asfalt, het ingehouden gekerm van gekrenkt beton, het geweeklaag van verwonde boordstenen. Ik lees dat enkele bewoners het bestuur gevraagd hebben snelheidsremmers te plaatsen. Aha! Misverstandje. Kennelijk ligt de straat wel degelijk dicht, maar is ze open voor het verkeer. Te snel verkeer dan nog wel. ‘In een onderhoud tussen een van de bewoners en de schepen van mobiliteit werd het voorstel geopperd om de straat achteraan af te sluiten met paaltjes.’ Als snelheidsremmer kan dat tellen. Zo hebben we het graag: kordaat, effectief, doortastend. Vlaanderen In Actie kan hier een punt aan zuigen. Het is echter nog niet gedaan. Blijkt dat de betrokken bewoonster haar buren hierover geïnformeerd heeft in een brief. Sympathiek, geef toe. Als ik van mijn buren een brief krijg is het doorgaans een rouwbrief.

Zo hebben ze het daar in de straat K. ook begrepen, schijnbaar. Ze zien de paaltjes niet zitten: ‘De straat afsluiten zou getuigen van puur egoïsme en asociaal gedrag,’ zegt een buurvrouw van de bewoonster. Heb zulke buren! Je zou voor minder liggen kreunen. Maar de buurvrouw van de buurvrouw weet waarover ze het heeft: ‘Wat bedoelt men met sluipverkeer? Het verkeer dat elke dag op de weg naar L. rijdt, is dan toch ook sluipverkeer, want dat zijn ook mensen die de kortste weg naar hun werk of naar huis zoeken.’ Kijk, zo leren we nog eens iets. Een nieuwe definitie van bestemmingsverkeer bijvoorbeeld: ‘Bestemmingsverkeer is het verkeer dat de kortste weg naar z’n werk of naar huis neemt.’ Het wordt verdorie hoog tijd dat de handboeken mobiliteitsbeleid aan dit inzicht van een onmiskenbare ervaringsdeskundige worden aangepast. Dan is het probleem van het sluipverkeer meteen overal opgelost. Want het sluipverkeer is geen sluipverkeer meer, het is bestemmingsverkeer. Simple comme bonjour. De deskundige onderbouwt haar stelling met informatie uit haar privéleven: ‘Ik ken heel wat mensen die aan de andere kant van de spoorweg wonen. In vogelvlucht amper 200 meter van hier. Als ik die mensen wil bezoeken en er staan paaltjes, moet ik een omweg maken van bijna vier kilometer.’ Een kwaadwillige lezer zou nu iets kunnen opmerken over ‘puur egoïsme’, maar bij mij komt zoiets niet op. Ik houd het meer op een verwonderde vraag: is hier geen spijtig misverstand in het spel? Hoe dik denkt de dame dat de paaltjes wel zullen zijn? Over de dikte van de dame geeft de krant geen nadere informatie, maar ze zal toch nog wel tussen twee paaltjes kunnen? Met haar fiets. Of te voet. Om de 200 meter af te leggen die haar van haar vrienden scheiden. De verslaggever biedt geen weerwerk. ‘Mijn taak niet,’ hoor je hem denken, ‘ik breng alleen verslag uit.’ Al kan het ook kosmosruis zijn die we horen. Wellicht denkt de verslaggever helemaal niet. Misschien vindt hij het de gewoonste zaak van de wereld dat dames hun auto nemen voor een afstand van 200 meter in vogelvlucht. Misschien is de dame ook wel een goede leverancier van krantenkopij. Vandaag over paaltjes. Morgen over parkeerproblemen 200 meter verderop. I

16 november 2009 LOKAAL 11


12 LOKAAL 16 november 2009

stefan dewickere

Als elke dienst afzonderlijk met ICT aan de slag gaat, kan ICT de scheiding tussen diensten versterken en de samenwerking bemoeilijken.


ORGANISATIE ICT-beleid

ICT drijft organisatieverandering nog niet aan Hoe goed slagen gemeenten erin om de organisatie en de inzet van ICT op elkaar af te stemmen? Welke factoren spelen daarbij een rol? De Hogeschool Gent onderzocht de relatie tussen ICT en de gemeentelijke organisatie in een dertigtal Vlaamse gemeenten. Sarah Janssens en Elke Boudry

G

emeenten in Vlaanderen zijn al een tijd bezig met e-government, of toch met een website en een of andere vorm van digitaal loket. Deze innovaties beloven wel een snelle dienstverlening op maat en interactie met de burger, maar achter deze toepassingen gaat vaak ook een veranderende organisatie schuil, met uitdagingen voor de kwaliteit van de dienstverlening, de afstemming tussen diensten en integrale samenwerking. Uit het onderzoek van de Hogeschool Gent blijkt dat de relatie tussen ICT en de gemeentelijke organisatie complex is. ICT kan een grote invloed hebben op de modernisering van de organisatie. Ze kan de relaties tussen diensten wijzigen en de werking van de organisatie verbeteren. Maar de organisatie zelf, met haar eigen werking, structuur en cultuur, heeft ook een sterke invloed op de inzet van ICT. Als de aansturing ontbreekt en elke dienst afzonderlijk met ICT aan de slag gaat, dan leidt ICT niet tot meer samenwerking. Ze kan dan net de scheiding tussen diensten versterken en de samenwerking bemoeilijken. In het I-scan-onderzoek werd nagegaan hoe ver de gemeenten met organisatieontwikkeling staan en hoe ver hun inzet van ICT ontwikkeld is. De cruciale vraag is vooral: hoe goed slagen de gemeenten erin de organisatie en de inzet van ICT op elkaar af te stemmen? En welke factoren maken dat een gemeente hier goed of minder goed in slaagt? Op basis van de resultaten kwamen de auteurs tot vier types gemeenten. Een eerste type is de gemeente die zowel voor organisatieontwikkeling als voor ICT-ontwikkeling vrij ver staat en die er ook in slaagt beide redelijk goed op elkaar af te stemmen. Hier tegenover staan gemeenten waarbij organisatie- en ICT-ontwikkeling weliswaar ook in lijn staan, maar dan in negatieve zin. Zij scoren minder goed op zowel organisatie-als ICT-ontwikkeling.

Het derde en vierde type gemeente zijn eerder buitenbeentjes. Het ene type is de gemeente die het qua organisatieontwikkeling minder goed doet, maar waarbij ICT toch sterk uitgebouwd is. Bij het laatste type vinden we gemeenten waarbij de organisatie goed ontwikkeld is, maar ICT achterop hinkt. Kleine besturen hebben het erg moeilijk Hoe meer inwoners, hoe meer financiële middelen, hoe meer personeel enzovoort. Het onderzoek toont inderdaad dat kleine

Leiding moet strategie en visie tonen De houding van de organisatieleiding, de secretaris en het managementteam, is een cruciale factor. Zij hoeven niet zozeer over technische ICT-kennis te beschikken, maar moeten wel het belang van de samenhang tussen organisatieontwikkeling en ICT erkennen en het personeel in die richting aansturen, stimuleren en ondersteunen. Politieke interesse en betrokkenheid kunnen helpen, maar blijken geen noodzakelijke voorwaarde te zijn om de organisatieontwikkeling en de manier waarop ICT die ondersteunt, goed op elkaar af te stemmen. Vier van de vijf onderzochte gemeenten waar geen schepen van ICT was, scoren inderdaad slecht. Maar in verschillende gemeenten die goed scoren, was de politieke interesse in de interne organisa-

ICT kan een grote invloed hebben op de modernisering van de organisatie. Maar de organisatie zelf, met haar eigen werking, structuur en cultuur, heeft ook een sterke invloed op de inzet van ICT.

gemeenten (minder dan 10.000 inwoners) het beduidend moeilijker hebben, maar ‘groot’ zijn (meer dan 30.000 inwoners) is geen garantie op succes. Toch zijn drie van de vier best scorende gemeenten uit het onderzoek besturen met meer dan 30.000 inwoners. Anderzijds scoort de helft van de onderzochte grote gemeenten zwak op organisatieontwikkeling en sommige daarvan eveneens op ICT-ontwikkeling. Grootte zegt dus niet alles. Een open organisatiecultuur helpt Gemeenten met een eerder open organisatiecultuur, die de eigen organisatie in vraag durven stellen, openstaan voor verandering en verbetering, openstaan voor initiatief van medewerkers en die overleg en samenwerking stimuleren, staan duidelijk verder met de ontwikkeling van hun organisatie én de manier waarop ICT die ondersteunt dan gemeenten waar een eerder gesloten organisatiecultuur heerst.

tiewerking en ICT beperkt. ICT blijkt geen aantrekkelijke portefeuille, want ze bevat weinig onmiddellijk zichtbare realisaties voor de burger, effecten zijn vaak pas op lange termijn zichtbaar, ICT kost veel geld en vergt dienstoverschrijdend denken. Al die kenmerken staan haaks op een politiek mandaat. Bovendien gebeurden de I-Scans aan het begin van de nieuwe beleidsperiode. Misschien maken politici aan het einde van de rit toch wel het verschil? Ook de zogenaamde I-professionals spelen een belangrijke rol. Hun relatie met de top van de organisatie en de andere diensten heeft een grote invloed op de manier waarop ICT de organisatieontwikkeling ondersteunt. Gemeenten waar een I-professional deel uitmaakt van een organisatiebreed overleg, scoren duidelijk beter. Toch is slechts één op de drie I-professionals lid van een diensthoofdenoverleg en zit maar één op de vijf in het managementteam. 16 november 2009 LOKAAL 13


ORGANISATIE ICT-beleid

Infrastructuur is goed, applicaties kunnen veel beter… Los van enkele problemen met de aansluiting van buitendiensten op het gemeentelijke netwerk, zijn de gemeenten doorgaans goed uitgerust op het vlak van ICT-infrastructuur. Wat de applicaties betreft, zijn de problemen complexer. Het aantal applicaties is de laatste jaren fors toegenomen, zowel de algemene kantoortoepassingen als de gemeentespecifieke toepassingen voor bevolkings-, milieu- en

tueel houden van gegevens is voor alle gemeenten moeilijk. Ook voor de gemeenten die in het onderzoek ‘het best’ scoren op organisatie- en ICT-ontwikkeling. ‘Best’ is dus in de Vlaamse context relatief. Gegevens zitten doorgaans erg verspreid binnen de organisatie en in de meeste gemeenten is er weinig tot geen koppeling of uitwisseling van gegevens tussen diensten. De diensten organiseren zich het liefst zelf en vertrouwen het meest op hun eigen gegevensbestanden die ze lokaal opslaan. Dit

ICT bevat weinig onmiddellijk zichtbare realisaties voor de burger, ze kost veel geld en vergt dienstoverschrijdend denken. Al die kenmerken staan haaks op een politiek mandaat. bouwvergunningen of een zaalreservatiesysteem. Deze toepassingen leiden echter niet automatisch tot een efficiëntere werking en dienstverlening. Het merendeel van de toepassingen is dienstgebonden of werkt los van elkaar. Vaak ontbreekt elke koppeling tussen toepassingen of uitwisseling van gegevens tussen diensten. Ze werken nog vaak naast elkaar en doen dubbel werk, zonder het van elkaar te weten. Dit komt door een gebrek aan organisatiebrede focus en visie bij de organisatietop en de I-professionals. Maar ook de ICT-leveranciers spelen hier een grote rol. Er zijn weinig leveranciers voor gemeentespecifieke software, waardoor gemeenten sterk van hen afhankelijk zijn. Leveranciers spelen in op losse vragen van gemeenten en op die manier creëren ze een aanbod van zeer dienstgebonden software zonder enige samenhang. Bovendien zijn hun toepassingen onderling vaak niet compatibel. Op die manier werken leveranciers de eilandjescultuur tussen diensten in de hand en ondersteunen ze de nieuwe organisatiebrede ontwikkelingen niet. ICT is geleidelijk binnengeslopen in de organisatie. De hard- en software groeiden als het ware organisch. Zonder een doordacht plan stuiten de gemeenten op de problemen die een organische groei en een gebrek aan geïntegreerde aanpak met zich meebrengen. Gegevensbeheer als knelpunt Een van die problemen is ongetwijfeld het gegevensbeheer. Het systematisch en gestructureerd bewaren, uitwisselen en ac14 LOKAAL 16 november 2009

blijkt erg moeilijk te doorbreken. Zo zijn er talloze adressenbestanden verspreid over de diensten. Omdat ze zich op verschillende plaatsen in uiteenlopende vormen en bestandsformaten bevinden, moeten adreswijzigingen op verschillende plaatsen gebeuren, waardoor de kans op fouten toeneemt en niemand na verloop van tijd nog weet welke gegevens juist zijn. Omdat er geen goede afspraken over aanspreektitels of benamingen en zelfs over de weergave van straatnamen bestaan, is het erg moeilijk om de gegevens samen te voegen en uit te zuiveren. Ook ondernemingsgegevens lijken een quasi onmogelijke opdracht; geen enkele gemeente beschikt over een volledig correct bestand van alle bedrijven op haar grondgebied. Duidelijke en dienstoverschrijdende afspraken over het gebruik en het beheer van gegevens ontbreken vaak. Efficiëntiewinsten gezocht ICT leidt dus niet altijd tot meer efficiëntie. Sterker zelfs: ICT kan een betere en meer geïntegreerde werking en dienstverlening in de weg staan. Daarom gaat e-government nooit alleen over het inzet-

ten van moderne ICT of het louter automatiseren van de bestaande werking en dienstverlening. Het gaat ook over het herbekijken en efficiënter organiseren van die werking en dienstverlening zelf. Hier komen we op het domein van de processen en de Business Process Reengeneering: het herbekijken van de processen zelf vooraleer ze te automatiseren of te informatiseren. Almaar meer gemeenten brengen op de een of andere manier hun processen in kaart. Maar veel gemeenten doen dit niet om hun processen te verbeteren en ze leggen lang niet altijd het verband met de mogelijke inzet van ICT. Weinig gemeenten grijpen e-government aan als hef boom voor een efficiëntere werking en dienstverlening. Gemeenten zijn complexe organisaties met veel diensten en producten. Het aantal diensten en hun takenpakketten zijn de laatste twintig jaar sterk uitgebreid. ICT volgt deze ontwikkeling voor een belangrijk deel en versterkt dat dienstgebonden denken en handelen. Als die logica van ICT de organisatie beheerst, kan ICT voor nieuwe problemen en voor versterking van bestaande problemen zorgen. Er zijn echter tekenen van een omslag. Het Gemeentedecreet en bepaalde organisatiebrede softwaretoepassingen, zoals klachtenbehandeling en documentbeheer, stimuleren het denken in termen van organisatiebrede en geïntegreerde werking. Terwijl ICT in het dienstendenken bijdraagt tot dienstgebonden automatisering, zou het dan kunnen leiden tot het horizontaal en organisatiebreed herdenken van de interne werking. Dan wordt ICT een aandrijfkracht voor organisatieverandering en kan het die organisatieverandering verankeren en stabiliseren. Het is een omslag die moeizaam verloopt en het is duidelijk dat daarvoor andere en nieuwe capaciteit nodig is, onder andere maar niet alleen voor ICT. Sarah Janssens en Elke Boudry zijn medewerkers van de Hogeschool Gent

E-government: nieuwe kans of nieuw probleem? Dit nieuwe vakboek van Elke Boudry, Filip De Rynck, Sarah Janssens, Sabine Rotthier verscheen bij uitgeverij Die Keure in de reeks: Management in lokale besturen (2009, ISBN 978 90 4860 343 5)


Verhuizen… dat nooit! Alle verdiepingen weer bereikbaar

Overal in België - 24u/24u!

Vraag vrijblijvend informatie

Esthetisch en discreet!

0800 94 365 - GRATIS

Huisliften Ja, ik wil meer informatie over:

Eigen fabricaat!

Platformliften

Trapliften LOK

Bedrijf

Trapliften van ThyssenKrupp Monolift Naam Huisliften van ThyssenKrupp Monolift

Platformliften van ThyssenKrupp Monolift

Voornaam Adres Tel.

ThyssenKrupp Monolift nv - Kaleweg 20 - 9030 Gent - Fax 09 216 65 75 - info@monolift.be - Regionale centra: 02 217 37 84 - 03 239 21 43 - 011 25 25 43 - 09 216 65 65 - 050 34 54 50

16 november 2009 LOKAAL 15


Storage & Security s 3!. .!3 STORAGE s 6IRTUALISATIE s "LADES s $ISASTER RECOVERY s 3ECURITY PACK s -ONITORING DASHBOARD s 3INGLE 3IGN /N OPLOSSINGEN

&INANCIÑN 0ERSONEEL

#OMMUNICATIE /RGANISATIE

s "OEKHOUDING s &ACTURATIE s +ASSA s "ELEID EN BUDGET s 0AYROLL EN PERSONEELSBEHEER

s )NTERNET )NTRANET WEBSITES s $IGITAAL ,OKET s $IGITALE )NFORMATIE 3CHERMEN s !DMINISTRATIEF (ANDBOEK PROCESSEN s 4AAKPLANNER WORKmOW s $OSSIERBEHEER s )NTERNE CONTROLE s -ANAGEMENTRAPPORTING s %ENMANSLOKET s +ENNISCENTRUM

.ETWERK 3ERVICES s "EKABELINGSWERKEN s !CTIEF NETWERKMATERIAAL s $RAADLOZE VERBINDINGEN s !SSISTENTIE ONDERHOUD s #ONSULTANCY s /UTSOURCING SYSTEEMBEHEERDERS

16 LOKAAL 16 november 2009 3TEENWEG $EINZE \ .AZARETH \ 4 \ & \ FS SCHAUBROECK BE \ WWW SCHAUBROECK BE


De staat van de persoon in de gemeente, van papieren tot digitale akte

D

e burgerlijke stand is de dienst waar de gebeurtenissen die invloed hebben op de staat van een persoon, worden aangegeven en opgetekend. Hieronder vallen naast geboorte, huwelijk en overlijden onder meer echtscheidingen, adopties en nationaliteitswijzigingen, en sinds 2007 ook de wijziging van geslacht. De ‘akten van de burgerlijke stand’ zijn daar de authentieke en rechtsgeldige bewijsstukken van; zij worden ingeschreven en bewaard in de overeenkomstige registers. De bewaring en continue aanvulling van de authentieke gegevens is de verantwoordelijkheid van de ambtenaar van burgerlijke stand. Hij stelt in zijn gemeente ook het feit van geboorte of overlijden vast en voltrekt de huwelijken. Artikel 164 van de Grondwet kent de bevoegdheid voor het opstellen van de akten en het houden van de registers van de burgerlijke stand uitsluitend toe aan het gemeentebestuur. Met dit artikel nam het Nationaal Congres in 1831 in feite de bepalingen over van de Franse wet van 20 september 1792 en het decreet van 17 juni 1796, waardoor de burgerlijke stand werd gelaïciseerd en onttrokken aan de Kerk. Registers van begrafenissen, doopsels en huwelijken waren tot dan toe (systematisch sinds het einde van de zestiende eeuw) bijgehouden door de parochies onder toezicht van de kerkelijke overheid. Sinds de instelling ervan vormt de burgerlijke stand een vast onderdeel van de gemeentelijke activiteit – tegenwoordig ressorterend onder ‘burgerzaken’ –, waaraan wel een aanzienlijke rechtshandelingsbevoegdheid is verbonden. De akten van de burgerlijke stand zijn van uitzonderlijk belang omdat ze de basis vormen om via de burgerlijke staat ook de rechten en plichten van individuen te bepalen. Voor de aanmaak, het beheer, de controle en de toegankelijkheid ervan geldt daarom een uitgebreide wet- en regelgeving. De Nieuwe Gemeentewet (NGW, art. 125) bepaalt dat de burgemeester, of een schepen daartoe aangewezen door het college, de functie van ambtenaar van de burgerlijke stand uitoefent. Bij de uitvoering van zijn/haar functie is deze ambtenaar drager van politiemacht. De taken van de ambtenaar en het houden van de registers van de burgerlijke stand worden geregeld door het Burgerlijk Wetboek (BW). Het toezicht gebeurt door zowel de administratieve als rechterlijke overheden: enerzijds door het college van burgemeester en schepenen (NGW art. 125), anderzijds door de procureur des Konings en de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg (BW art. 41, 53), alsook door de arrondissementscommissaris (Provin

ciewet art. 135). Op bovenlokaal vlak valt de burgerlijke stand onder de federale en niet onder de Vlaamse bevoegdheid (dus ook niet onder de bepalingen van het Gemeentedecreet). De openbaarheid van de registers wordt specifiek geregeld door artikel 45 van het BW en bestaat in de levering van uittreksels uit en afschriften van de akten door de bewaarders van de registers. Behalve de ambtenaar van de burgerlijke stand is dit ook de griffier van de rechtbank van eerste aanleg, waar een duplicaat van de akten en de registers wordt bijgehouden – een veiligheidsmaatregel die men kan zien als een voortzetting van het Eeuwig Edict van 1611 van aartshertogen Albrecht en Isabella, dat bepaalde dat elk jaar een duplicaat van de parochieregisters aan de schepenrechtbanken moest worden overgemaakt. Vanaf het midden van de jaren 1980 ondergaat onder meer het Burgerlijk Wetboek ingrijpende wijzigingen (op het vlak van bijvoorbeeld aangifte van geboorte, afstamming, adoptie, echtscheiding, begraafplaatsen en lijkbezorging) die de werking van de burgerlijke stand rechtstreeks beïnvloeden. In dezelfde periode (1983) wordt de Vlaamse Vereniging van Ambtenaren en Beambten van Burgerlijke Stand (VLAVABBS) opgericht. Door de voortschrijdende informatisering van de gemeentelijke administratie is in de burgerlijke stand de laatste jaren een opvallende kloof ontstaan tussen het (centraal geregelde) wettelijke kader en de uitvoering ervan op lokaal vlak. Zo is de wettelijke verplichting om akten manueel in te schrijven in een vastbladig register (BW art. 42), of die om jaarlijkse en tienjaarlijkse alfabetische tabellen van de akten op te maken om opzoekingen in de registers te vereenvoudigen (in oorsprong nog steeds beheerst door Napoleons Keizerlijk decreet van 20 juli 1807), hopeloos achterhaald door de dagelijkse praktijk van het elektronisch opmaken van documenten en automatisch doorzoeken van databanken. Ook de vorm van de akten (nu al geëvolueerd van protocollair, doorlopend naar documentair, meer gestructureerd) staat ter discussie. De vraag naar eenvormigheid – al dan niet gekoppeld aan de oprichting van een centrale databank van digitale akten – is daarom groot, niet enkel op nationaal maar ook op internationaal vlak: door de diversiteit aan bestaande lokale praktijken kan België immers met andere landen geen efficiënte afspraken maken over de uitwisseling van de gegevens van de burgerlijke stand. Pieter Plas In De Grondvesten van Lokaal 19 leest u over ‘Lokale besturen en de Grondwet’.

De Grondvesten belicht de kernbegrippen uit de werking van de lokale besturen in hun historische evolutie.

De burgerlijke stand

10

De grondvesten

16 november 2009 LOKAAL 17


stefan dewickere

organisatie ENERGIEBEHEER

Hoe lokale besturen op energie kunnen besparen Eandis wil lokale besturen ondersteunen bij het energiebeheer van hun gebouwen en de openbare verlichting. Daarnaast neemt Eandis zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid op door zijn eigen ecologische voetafdruk drastisch te verminderen. Marlies van Bouwel

‘Eandis wil een totaaloplossing aanbieden voor de energieproblematiek van de aangesloten steden, gemeenten en provinciebesturen,’ zegt Geert Versnick, voorzitter van de raad van bestuur van Eandis. Hiervoor wil Eandis via de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders zijn ondersteunende activiteiten voor lokale besturen aanzienlijk en proactief uitbreiden. De raad van bestuur van Eandis heeft op 7 oktober beslist dit project ter goedkeuring voor te leggen aan de raden van bestuur van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders. Nu al kunnen lokale besturen voor hun energiebeleid bij Eandis terecht: energiescans en -audits, energieboekhouding, premies voor milieubesparende investeringen en REG-adviseurs voor gemeentebesturen. Precies uit die contacten met de lokale besturen is gebleken dat de vraag naar bijkomende ondersteuning reëel is. ‘Enerzijds 18 LOKAAL 16 november 2009

willen lokale besturen met eigen energiebewuste en milieuvriendelijke acties het voorbeeld geven en zo een positief imago creëren bij particulieren en ondernemingen,’ zegt Geert Versnick. ‘Daarvoor willen ze acties die meetbaar en zichtbaar

gebouwen en openbare verlichting vergt veel technische en administratieve expertise. Bovendien moet je de technologie en de markt van de installaties en materialen op de voet volgen en mensen en middelen vrijmaken om projecten te coördineren en te monitoren. Werk voor specialisten die zich exclusief op deze materie kunnen toeleggen. Verder is de financiering vaak een drempel om energiebesparende investeringen door te voeren. Dergelijke investeringen moeten op lange termijn worden gebudgetteerd.

Eandis kan in elk stadium, van de voorstudie tot de projectuitvoering, van de financiering over sensibilisatie tot de opvolging, een totaalpakket verzorgen.

zijn. Anderzijds willen de gemeenten zich ook richten naar de Europese en Vlaamse regelgeving voor hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en uitstoot van broeikasgassen.’ Het realiseren van energie-efficiëntie in

Extra energiedienstenpakket ‘Het extra energiedienstenpakket hebben we in drie luiken gebundeld,’ zegt David Termont die in het managementcomité van Eandis instaat voor het klantenbeheer. ‘Voor het energiebeheer van


Eandis biedt lokale besturen de mogelijkheid om de ecologische voetafdruk van de gemeentediensten te berekenen.

gebouwen wil Eandis de lokale besturen ondersteuning geven op het vlak van diverse energietechnieken.’ Daar valt enerzijds de verwarming, koeling en ventilatie onder, maar er is ook verlichting, isolatie en hoogrendementsglas, daarnaast energiebeheer (verbruiksmonitoring, energieprestatiecertificaten) en natuurlijk ook hernieuwbare energie. David Termont: ‘Bij Eandis kunnen we in elk stadium, van de voorstudie tot de projectuitvoering, van de financiering over sensibilisatie tot de opvolging hulp bieden of, beter nog, een totaalpakket verzorgen.’ Een aantal van deze taken zal Eandis voor eigen rekening nemen; voor andere regelt het de aanbesteding van prestaties en materialen. ‘Voor de openbare verlichting biedt Eandis de lokale besturen een quickscan aan,’ zegt David Termont. ‘Die positioneert het energieverbruik van de openbare verlichting ten opzichte van vergelijkbare gemeenten. Bovendien maken we een analyse van de vermogens en de energie-efficiëntie van de lampen zodat we maatregelen kunnen voorstellen om het energieverbruik op een duurzame manier te verminderen.’ Eandis kan ook een lichtplan opmaken. Zo’n plan bevat alle elementen die bij de exploitatie van een openbare-verlichtingspark belangrijk zijn: energiebesparing, investering, exploitatie, lichthinder. Als de werken aan de gebouwen zijn opgeleverd, zal Eandis ook de sensibilisatie verzorgen, want met aangepast en bewust gedrag van de gebruikers bespaar je veel energie. ‘Bovendien biedt Eandis de lokale besturen ook de mogelijkheid om de ecologische voetafdruk en de koolstofuitstoot van de gemeentediensten te berekenen,’ zegt David Termont nog. ‘Bij de opmaak van een reductie- of compensatieplan kunnen gemeenten rekenen op ondersteuning van Eandis.’ ‘Het nieuwe dienstenaanbod van Eandis en de gemengde Vlaamse distributienetbeheerders biedt de gemeenten een toegevoegde waarde: ze moeten de werken en de investeringen in energiebesparende maatregelen en materialen niet meer zelf aanbesteden,’ zegt Geert Versnick, die erbij vermeldt dat gemeenten ook

een beroep op Eandis kunnen doen voor technische expertise, administratieve ondersteuning en projectcoördinatie. ‘Bovendien kunnen ze hun investeringen afbetalen via een systeem van derdepartijfinanciering: Eandis prefinanciert de investering van het lokale bestuur. De besparingen die dankzij de investering worden gerealiseerd, zijn onmiddellijk in het voordeel van het lokale bestuur, dat er vanaf de oplevering de prefinanciering mee afbetaalt,’ zegt Geert Versnick. ‘Het interessantste voor de lokale besturen is dat zij, door dit extra dienstenaanbod, voortaan bij Eandis terechtkunnen voor een totaaloplossing.’ Eandis kiest voor een gefaseerde aanpak, met een evenwichtige spreiding van de projecten per distributienetbeheerder.

huidige ecologische voetafdruk in kaart gebracht. Op basis daarvan is een actieplan opgesteld om reductiemaatregelen te introduceren binnen alle segmenten van het bedrijf,’ zegt David Termont. ‘Uit de analyse blijkt dat in de dagelijkse werking van de diensten vooral mobiliteit en energie in de eigen gebouwen een grote impact hebben op de voetafdruk. Reden dus om vooral daarop te focussen.’ Voor het woon-werkverkeer, de leasingwagens en de dienstverplaatsingen wil Eandis minder kilometers en minder vervuilende kilometers. Minder kilometers door carpooling, open offices of lokale kantoorruimtes uit te breiden, vergaderingen te groeperen, locaties voor opleidingen te decentraliseren, conferentiegesprekken te stimuleren,

Een lichtplan bevat alle elementen die bij de exploitatie van een openbare-verlichtingspark belangrijk zijn: energiebesparing, investering, exploitatie, lichthinder.

Er wordt prioriteit gegeven aan projecten op basis van dringendheid, besparingspotentieel en synergiemogelijkheden. Tot eind dit jaar worden de behoeften van de lokale besturen in kaart gebracht. Eandis geeft goede voorbeeld Eandis wil, ten opzichte van het basisjaar 2008, een reductie van de CO2-uitstoot met twintig procent tegen 2020. In de eigen gebouwen wil Eandis twintig procent energie besparen en minstens twintig procent hernieuwbare energie gebruiken. Als tussentijds objectief mikt Eandis op de Kyoto-norm, met een reductie van 7,5% tegen 2012, waarvan minstens 5% door maatregelen in verband met mobiliteit en energieverbruik in de eigen gebouwen. ‘Het reductieplan van Eandis steunt op twee pijlers en wil ecologie, naast economie, duurzaam inbouwen in de beleidslijnen, maar tegelijk met de medewerkers tot meer bewustwording en een blijvende gedragswijziging komen,’ zegt David Termont. Sommige beleidsmaatregelen kunnen een grote ecologische stap vooruit betekenen. Andere zullen eerder bescheiden resultaten opleveren, maar hebben vaak een grote symbolische en motiverende waarde. ‘We hebben eerst onze

samenwerkingsplatforms over intranet op te zetten en voor sommige groepen thuiswerk te overwegen. Minder vervuilende kilometers door een milieuvriendelijker wagenpark, cursussen E-positief rijden, derdebetalerregeling voor openbaar vervoer en bedrijfsfietsen. De vestigingen van Eandis hebben elk hun bouwkundige en energetische eigenheid. ‘We hebben overal energieaudits laten uitvoeren,’ zegt David Termont. ‘Ons actieplan is klaar, de eerste technische maatregelen zijn al genomen. Die moeten een energiebesparing van 12% opleveren tegen 2012. Maar voor een maximale energiebesparing zijn een paar fundamentele verbouwingen nodig. Het terugverdieneffect maakt dit mogelijk: je moet een jaar energiekosten investeren om een besparing van twintig procent te realiseren.’ Voor nieuwbouwprojecten mikt Eandis op een toonaangevend energieprestatiepeil (EP). Het EP geeft aan hoe energiezuinig een gebouw is. Hoe lager, hoe beter. Voor zijn nieuwbouwproject in Erembodegem mikt Eandis op een EP van 55. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal 16 november 2009 LOKAAL 19


GF

organisatie diversiteitsbeleid

Kent uw bestuur de mening van etnisch-culturele minderheden? Lokale besturen zoeken naar manieren om een diversiteit aan inwoners bij hun beleid te betrekken. Door ieders mening te horen ontstaat een gedragen beleid dat gebaseerd is op een degelijke kennis van ieders behoeften en verwachtingen. Besturen als Lier en Willebroek slagen erin een diversiteit aan inwoners te bereiken. Daarnaast zou elke adviesraad de divers samengestelde bevolking moeten weerspiegelen. De cultuurraad van Genk zet zijn deuren wijd open voor alle Genkenaren. Joke Vanreppelen

B

esturen met een integratiedienst zetten een integratieraad op, ook wel eens migranten- of diversiteitsraad genoemd, om te voldoen aan de bepalingen van het Minderhedendecreet (28 april 1998) betreffende inspraak van etnischculturele minderheden. De integratieraad adviseert het schepencollege en de gemeenteraad over de voorbereiding en de uitvoering van het diversiteitsbeleid. Gemeenten als Lommel kiezen er expliciet voor ook autochtonen als lid op te nemen omdat integratie een proces is waarbij alle bevolkingsgroepen betrokken zijn. Een integratieraad hoeft zich niet te beperken tot de aanwezigheid van benoemde leden. Gesloten vergaderingen kunnen bijvoorbeeld afgewisseld worden met open vergaderingen zoals in de integratieraad van Genk gebeurt. Tijdens deze open vergaderingen zijn alle Genkse inwoners welkom om van gedachten te wisselen over actuele diversiteitsthema’s. Dit kan voor een nieuwe dynamiek in de integratieraad zorgen. 20 LOKAAL 16 november 2009

Het is niet gemakkelijk om inwoners te motiveren om een engagement op te nemen in een adviesraad. Adviesraden hebben vaak technische, abstracte agendapunten waarin inwoners hun alledaagse concrete problemen nauwelijks herkennen. Niet alle leden voelen zich thuis in deze wereld van papieren plannen en beleidstaal. Sommige leden zijn ontmoedigd doordat niet altijd duidelijk is op welke manier de adviesraad weegt op de politieke besluitvorming. Soms koppelen lokale beleidsmakers niet of onduidelijk terug over wat er met het gegeven advies gebeurt. Alternatieven voor een integratieraad? Vele lokale besturen zijn op zoek naar vernieuwende inspraakkanalen die een divers publiek aanspreken en het thema diversiteit op een verfrissende manier op de agenda plaatsen. Het nieuwe Integratiedecreet (30 april 2009, nog niet in uitvoering) schept ruimte om experimentele inspraakkanalen op te starten. De stad

Lier ging reeds aan de slag en hervormde zijn klassieke integratieraad tot een Forum van Diversiteit. Het Forum is een officiële adviesraad waarin burgers worden uitgenodigd hun mening te geven over diversiteitsthema’s. Het staat open voor alle inwoners, met bijzondere aandacht voor de moeilijk bereikbare doelgroepen. Samen met de integratiedienst trekken een groep van vrijwilligers en een kerngroep van professionelen het Diversiteitsforum. Thematisch snijdt het Forum één à twee onderwerpen per jaar aan zoals onderwijs, ouder worden in Lier, tewerkstelling. Karima Adouiri, medewerkster van de integratiedienst van Lier: ‘Als bestuur mag je niet vasthouden aan één format, je moet durven experimenteren en bijsturen. Inspraak blijft een continu leerproces. Om te vermijden dat het Forum evolueert naar een klaagbarak, wordt er veel geïnvesteerd in het uitwerken van goede methodieken.’ Het publiek discussieert in kleine groepen onder leiding van een gespreksleider. Een verslagnemer noteert de conclusies die samengebundeld als beleidsadvies aan het bestuur worden meegedeeld. Karima Adouiri: ‘Dankzij het huishoudelijke reglement is het stadsbestuur van Lier verplicht feedback te geven over de geformuleerde adviezen. Als het bestuur niet akkoord gaat met een advies, moet het verantwoorden waarom. De terugkoppeling naar de deelnemers van het Forum is essentieel.’


Gesloten vergaderingen kunnen afgewisseld worden met open vergaderingen zoals de integratieraad van Genk doet. Dit kan voor een nieuwe dynamiek in de integratieraad zorgen.

Ook het gemeentebestuur van Willebroek ging op zoek naar een vernieuwende vorm van inspraak. In samenwerking met Vormingplus Regio Mechelen richtte het het inspraakforum Willebroek (n)AAgedacht? op. Schepen van samenlevingsopbouw Eddy Bevers legt uit: ‘Burgers voelen zich vaak niet gehoord, nochtans is communicatie met burgers de sleutel tot een gedragen diversiteitsbeleid. Vandaar dat we met het inspraakforum Willebroek (n)AAgedacht? het gedacht van diverse bewoners horen.’ Jaarlijks organiseert de dienst samenlevingsopbouw een viertal inspraakfora waarbij telkens een panel van ervaringsdeskundigen zijn zegje doet over het onderwerp. De locatie en de samenstelling van het panel zijn afhankelijk van het onderwerp. In het zaaltje vlak bij een beruchte hangplaats bijvoorbeeld bespreken buurtbewoners, jongeren, politiemensen, ouders, jeugdwerkers en een cafébaas het thema rondhangjongeren. Een divers samengesteld publiek kan reageren op het panelgesprek. Andere thema’s die aan bod kwamen: ‘Aandacht voor de wijk: hoe maken we er samen werk van?’, ‘Discriminatie… aan de deur gezet!’, ‘Beeldvorming, het taboe doorbroken!’ en ‘Hoe word je een vereniging voor iedereen?’ Het college krijgt jaarlijks een verslag van de workshops met daarbij beleidsaanbevelingen. Diversiteit in elke adviesraad? Buiten het specifieke overleg met etnischculturele minderheden streven lokale besturen ernaar dat elke adviesraad de divers samengestelde bevolking weerspiegelt. Gert Philippeth, medewerker van de cultuurdienst in Genk: ‘Allochtone zelforganisaties klopten aan bij de integratiedienst en autochtone organisaties bij de cultuurdienst. In plaats daarvan zijn we bewust op zoek gegaan naar één gedeel-

de dienstverlening.’ De cultuurraad besliste zijn deuren wijd open te zetten voor nieuwe leden. Hij stelde daarbij expliciet de ambitie voorop om een afspiegeling te zijn van het verscheiden sociaal-culturele veld in Genk. De integratiedienst hevelde zijn sociaal-culturele opdrachten over naar de cultuurdienst. Op hetzelfde ogenblik versoepelde de cultuurraad zijn aansluitingsvoorwaarden, gebeurde er

de enquête lag op de beleids- en de procesmatige inbedding van het diversiteitsbeleid. Krijgt diversiteit een plaats in het bestuursakkoord, meerjarenplan, lokaal sociaal beleidsplan en andere sectorale beleidsplannen? Is er een verankering van diversiteit in de werking en organisatie van een lokaal bestuur? En hoe worden etnisch-culturele minderheden betrokken bij beleidsbeslissingen?

Ook buiten het specifieke overleg met etnisch-culturele minderheden streven lokale besturen ernaar dat elke adviesraad de diverse samenstelling van de bevolking weerspiegelt. een actieve communicatie en werving naar de allochtone zelforganisaties en hervormde de cultuurdienst het pakket van laagdrempelige subsidie- en ondersteuningsmaatregelen. Gert Philippeth werkte voorheen als hoofd van de integratiedienst, maar verhuisde naar de cultuurdienst, als verantwoordelijke voor de cel gemeenschappenvorming. ‘Het gevolg is dat zowat alle actieve Genkse zelforganisaties zich aansluiten bij de cultuurraad. Hun zichtbare aanwezigheid zorgt voor spontane interculturele ontmoetingen die samenwerking stimuleren.’ Het is cruciaal een dergelijk veranderingsproces zorgvuldig te plannen aan de hand van een transparante strategie. Daarnaast moet het stadsbestuur netwerken samenbrengen en individuele groepen en verenigingen overtuigen van de voordelen. Hoe organiseren Vlaamse gemeenten inspraak van etnisch-culturele minderheden? Om te weten te komen hoe lokale besturen een etnisch-cultureel diversiteitsbeleid voeren, organiseerde de VVSG eind 2008 een elektronische enquête. De secretarissen van de 190 gemeenten en OCMW’s met de meeste vreemdelingen kregen de vragenlijst in hun mailbox. Van zeventig gemeenten en 62 OCMW’s ontvingen we een antwoord. De focus van

In veertig van de zeventig gemeenten (57,1%) die op de enquête antwoordden, is er geen inspraakstructuur voor etnischculturele minderheden. Vijfentwintig gemeenten (35,7%) hebben er wel een opgezet. Deze inspraakkanalen zijn op verschillende manieren georganiseerd. In tien gemeenten is er een aparte adviesraad voor etnisch-culturele diversiteit actief én hebben de etnisch-culturele minderheden vertegenwoordigers in de verschillende adviesraden. In vijf gemeenten is er enkel een aparte adviesraad voor etnisch-culturele diversiteit. In zes gemeenten hebben de etnisch-culturele minderheden vertegenwoordigers in verschillende adviesraden zoals de cultuurraad, jeugdraad, sportraad, milieuraad of woonraad. Drie gemeenten hebben naast een formele adviesraad informeel overleg met de allochtone zelforganisaties of soms naar gelang van het thema een overleg ad hoc. Vier gemeenten organiseren de inspraak op een experimentele manier, bijvoorbeeld via een overlegplatform, via jaarlijkse themamomenten, of in de woonwagencommissie. Vijf gemeentesecretarissen weten niet of er inspraakstructuren voor etnisch-culturele minderheden zijn. Joke Vanreppelen is VVSG-projectmedewerker etnisch-culturele diversiteit

Lokaal diversiteitsbeleid. Etnisch-culturele diversiteit op de lokale agenda De VVSG werkte een jaar lang mee aan het vergroten van politiek draagvlak voor een geïntegreerd diversiteitsbeleid voor etnischculturele minderheden. De pocket Lokaal diversiteitsbeleid bundelt die ervaring en beschrijft sterke cases van lokale besturen. Aan de hand van praktijkvoorbeelden krijgt u scenario’s aangereikt om diversiteit te verankeren in uw planning en organisatie. U krijgt handvatten om inspraak te organiseren voor een diversiteit aan inwoners en u wordt uitgenodigd aan de slag te gaan met een divers personeelsbeleid. U kunt deze pocket bestellen via www.politeia.be.

16 november 2009 LOKAAL 21


GF

FORUM BELEIDSORGANEN LOKALE POLITIE

Beleidsorganen lokale politie: houvast in zonaal veiligheidsbeleid De interne keuken van de lokale politiediensten werd tien jaar geleden grondig vertimmerd. Dat valt ook op het terrein op. Lokaal liep een dagje mee met de korpschef van politiezone 5447 of Het Houtsche, en baande zich een weg in het beleid van de lokale politiezone. Tom De Schepper

P

olitiezone Het Houtsche is een van de dertig Vlaamse politiezones die samengesteld zijn uit drie gemeenten: Oostkamp, Beernem en Zedelgem. De zone telt 95 operationele politiemensen en een twintigtal burgerpersoneelsleden (CaLog). Door haar ligging, in het Brugse Ommeland net ten zuiden van Brugge en in de nabijheid van een belangrijk verkeersknooppunt richting kust, wordt de zone ook geconfronteerd met een geheel eigen veiligheidsproblematiek. In het zonale veiligheidsplan 2009-2012 wordt een belangrijke prioriteit gegeven aan acties betreffende verkeersveiligheid en woninginbraken. Bovendien stemde de Vlaamse regering eerder dit jaar in met de bouw van een nieuw voetbalstadion annex winkelcentrum in de buurt van Loppem, op een steenworp afstand van de gemeenten van de politiezone. 22 LOKAAL 16 november 2009

Manager van de lokale politie Een klassieke weekdag, afgelopen zomer. Iets over acht uur ’s morgens komt korpschef Eddy Van Daele in het politiecommissariaat in Oostkamp aan. Naast de lokale politie huizen ook de plaatselijke brandweer en de lokale afdeling van het Rode Kruis in dit gebouw, waardoor het een echt lokaal veiligheidscentrum is. Veel tijd voor koffie is er niet, want op de agenda staan een vergadering van de politieraad en het politiecollege en een vaste vergadering met de bestuurlijk directeur-coÜrdinator (DirCo) van het bestuurlijke arrondissement Brugge. Toch gaat de dag niet van start zonder een korte ontmoeting met de medewerkers in het stijlvolle onthaal. Een aangename onthaalruimte en gemotiveerde personeelsleden aan het onthaal verlagen namelijk ook de drempel om het gebouw binnen te stappen aanzienlijk.

Dat helpt om een van de basispijlers van de politiehervorming, de community policing, te realiseren. En de meeste politiezones blijken daar ook effectief in te slagen, zo bleek uit de VVSG-enquĂŞte naar aanleiding van tien jaar politiehervorming. Bovendien is de onthaalfunctie een van de zes huidige basisfunctionaliteiten in de politiehervorming. Ze is de veruitwendiging van een bereikbare politie die dicht bij de inwoners van de zone staat. In deze zone wordt daaraan nog concrete uitwerking gegeven door de toepassing van het EFQM-model, een managementmodel dat al in veel private en publieke organisaties gebruikt wordt en, met de nodige aanpassingen, op maat van de lokale politiediensten toegepast kan worden. Leiderschap en management van de medewerkers komen daarin expliciet tot uiting. Van zonaal naar regionaal veiligheidsbeleid Het management by walking around maakt een uurtje later al plaats voor het echte management van de gezamenlijke politieacties in het bestuurlijke arrondissement Brugge. Alle korpschefs en de DirCo van dit uitgestrekte arrondissement evalu-


Gemiddeld komt de politieraad in meergementezones vier keer per jaar samen.

eren de gezamenlijke politionele acties van de voorbije weken. Ze sturen bij en analyseren nauwkeurig om de acties nog beter te beheren. Zo brengen ze de communicatie tussen de verscheidene operationele medewerkers tijdens een recente achtervolging over het grondgebied van meerdere zones nauwgezet in kaart. Aan de vooravond van het toeristische seizoen aan de kust zetten ze bovendien de krijtlijnen uit van de gezamenlijke acties die op korte termijn ondernomen moeten worden. Dit overleg is voor elke zonechef essentieel om er toekomstige acties op af te stemmen. Moeilijk financieel plaatje De lokale politie heeft een eigen boekhouding die volledig losstaat van de gemeentelijke comptabiliteit. In ééngemeentezones is dat de logica zelve, maar in meergemeentezones wordt het voor de lokale mandataris wel wat moeilijker om het financiële beheer van deze twee lokale bestuursorganen ten volle te kunnen begrijpen. Gelukkig zijn beide documenten gebaseerd op dezelfde boekhoudprincipes en -procedures. De spil in het financiële beheer van de politiezone is de bijzonder rekenplichtige, meestal is dat een van de ontvangers van de gemeenten die tot de zone behoren, maar dat is niet voor elke politiezone een automatisme. In Het Houtsche staat Hugo Van Vijnckt, de lokale ontvanger van Oostkamp, in voor het beheer van de politiefinanciën. Maar de beleidslijnen worden wel een aantal straten verder, in het veiligheidsgebouw, uitgetekend. Net als in het gros van de politiezones zijn de personeelskosten op een begroting van 8,10 miljoen euro de zwaarste uitgavenpost. (Gemiddeld 85,3% van de totale uitgaven van de lokale zones zijn personeelslasten volgens de laatste Dexia-studie.) De uitgaven worden aan de ontvangstenzijde wel gecompenseerd door dotaties van de federale overheid, maar het restbedrag (ongeveer de helft) moet uit het budget van de aangesloten gemeenten komen. Vooral de huidige verdeelsleutel van de federale dotaties bezorgt veel zones slapeloze nachten. Zo is het voor de meeste zones ieder jaar bang afwachten hoeveel geld ze uit het verkeersveiligheidsfonds zullen krijgen. Ook voor Het Houtsche fluctueert

dat bedrag nogal (tussen 2007 en 2008 daalde de ontvangst uit het fonds met 80.000 euro) en de laattijdige doorstorting van deze bedragen maakt dit begrotingstechnisch ook niet eenvoudiger. Zo reserveerde de zone sinds jaar en dag een vast deel van het bedrag uit het fonds voor een uitbreiding van logistieke en personele capaciteit. Maar de fluctuatie van het fonds, dat in deze zone instaat voor een aanzienlijk deel van de ontvangsten, leidt ertoe dat een vast statuut er voor de personeelsleden van de verkeersdienst niet inzit. En daardoor kunnen de prioriteiten uit het zonale veiligheidsplan in het gedrang komen.

op een nog betere ontvangst van de burger in het onthaal (onder meer op basis van een checklist onthaal) en een betere aanspreekbaarheid op het terrein (onder meer door het uitwerken van netwerken en het invoeren van wijkbarometers). Democratisch hart van lokaal veiligheidsbeleid Als gevolg van de politiehervorming werd Vlaanderen ingedeeld in 118 politiezones: 35 ééngemeentezones (zoals Brugge of Oostende) en 83 meergemeentezones. De drie burgemeesters van de zone Het Houtsche tekenden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 samen met

Korpschef Eddy Van Daele: ‘Als politiezone heb je steeds directe respons van je opdrachtgevers en van je klanten.’ Voor veel zones komt het er dus op aan creatief om te springen met de schaarse middelen. Bij de aanschaf van nieuw materieel moeten bijvoorbeeld alternatieve financieringsmethoden gezocht en weloverwogen keuzes gemaakt worden. In Het Houtsche wordt bijvoorbeeld overgegaan tot de renting van politievoertuigen. Meer blauw op straat of op kantoor? Uit de evaluatie van de politiehervorming en een enquête die de VVSG eind 2008 bij de Vlaamse burgemeesters voerde, bleek dat alle basisfunctionaliteiten van de lokale politiediensten over het algemeen goed functioneren, met uitzondering van de wijkwerking. Veel burgers klagen over de verminderde zichtbaarheid van het politiepersoneel op straat. Toch hoeft dat niet te betekenen dat de kwaliteit van de wijkwerking erop achteruit gaat, want steeds meer zones doen ernstige inspanningen om de aanspreekbaarheid van hun wijkinspecteurs te verhogen. Dat gebeurt ook in Het Houtsche, enerzijds door de aanwezigheid van inspecteurs in de drie verschillende wijkposten en anderzijds door het verspreiden van allerlei publicaties en de organisatie van happenings of opendeurdagen. Op de laatste politieraad voor de zomer werd bovendien het actieplan gemeenschapsgerichte politiezorg 2009-2010 voor de zone voorgesteld, waarin de klemtoon vooral ligt

de korpschef in de zonale veiligheidsraad de strategische krijtlijnen uit van het zonale veiligheidsbeleid voor de periode 2009-2012 (Sinds 2005 moet dat plan vierjaarlijks opgesteld worden.) Negentien leden van de drie gemeenteraden zetelen ook in de politieraad van Het Houtsche, de verdeling hangt af van de grootte van de gemeenten. Hoewel wettelijk bepaald werd welke burgemeester in een meergemeentezone het politiecollege (en dus automatisch ook de politieraad) mag voorzitten, staat niets de zones in de weg om zelf een beurtrol voor het voorzitterschap van beide organen af te spreken. In Het Houtsche mag iedere burgemeester om beurt gedurende één jaar het voorzitterschap van de organen waarnemen. In vergelijking met de politieraad (die in de meeste zones een viertal keer per jaar samenkomt), vergadert het college frequenter om de courante beslissingen over de werking en organisatie van de zone te nemen. En dat vertaalt zich ook in het aantal behandelde agendapunten. In Het Houtsche werden in 2008 276 agendapunten behandeld tijdens de 18 zittingen van het college. Een van de meest in het oog springende bevoegdheden van het college is ongetwijfeld zijn functie als gewone en hogere tuchtoverheid in de zone. Ook dit is een van de verbeterpunten die opgenomen werden in het rapport van de Federale Politieraad, en net nu, na een 16 november 2009 LOKAAL 23


FORUM BELEIDSORGANEN LOKALE POLITIE

jaar vol ophefmakende tuchtzaken, lijkt een aanpassing van de tuchtprocedure in de maak. Tijdens ons bezoek werd net een

en legt vaak een zware procedurelast op de schouders van de korpschefs. Korpschef Eddy Van Daele is zelf ook, net als

Tucht is geen zaak van de grote zones alleen en legt vaak een zware procedurelast op de schouders van de korpschefs. tuchtdossier door het politiecollege als hogere tuchtoverheid behandeld. Tucht is dus geen zaak van de grote zones alleen

het politiecollege, vragende partij voor een eenvoudigere en snellere tuchtprocedure.

Meer informatie • Wie meer wil weten over de werking en organisatie van de beleids- en beheersorganen van de lokale politie kan terecht in de pocket Wegwijs in de politiezone die uitgegeven werd bij uitgeverij Politeia. www.politeia.be, politie, magistratuur en veiligheid • Het rapport 10 jaar na de politiehervorming: www.federalepolitieraad.be • De resultaten van de VVSG-enquête 2008: www.vvsg.be, knop veiligheid

Beleidsorganen bieden houvast Hoewel het dagelijkse beheer en de beheersorganen van de lokale politie voor veel mandatarissen vaak nobele onbekenden zijn, bleek eerder dit jaar al uit het rapport van de Federale Politieraad over tien jaar politiehervorming dat die hervorming globaal gezien geslaagd is. Of een hervorming kan slagen op het terrein hangt natuurlijk wel af van een aantal factoren, niet het minst van de werking van de organen van de lokale politie. De slagzin van de politiezone het Houtsche is niet voor niets uw houvast!, een slagzin die mooi het belang weergeeft van de beleidsorganen van de lokale politiezones. Tom De Schepper is VVSG-stafmedewerker politie en veiligheid • www.hethoutsche.be

advertentie

Ecologische, duurzame thermische isolatie in cellenglas SOMMIGEN BEWEREN HET TE ZIJN, WIJ BEWIJZEN DIT REEDS VELE JAREN ! Pittsburgh Corning Europe – Lasne Business Park – Chaussée de Louvain, 431 (Building B) – 1380 LASNE Tel. : 02 / 352.31.82 – Web-site : www.foamglas.be PUB Foamglas 205x132 - NL.indd 1

24 LOKAAL 16 november 2009

16/01/09 16:53:18


Energy Line, samen vechten

Op m a

sn ge at

te rn ati eve energ ie

tegen de opwarming van de aarde

ed en al opl e ossingen inzak

Dexia is gespecialiseerd in de financiering van de lokale besturen en het beheer van spaartegoeden. Gelet op de aard van zijn activiteiten hecht Dexia veel waarde aan een langetermijnvisie en het algemeen welzijn. Dexia is op die manier uitgegroeid tot een wereldspeler inzake duurzame ontwikkeling, met name op het gebied van de hernieuwbare energie. Vandaag wendt Dexia met Energy Line al zijn knowhow op dit vlak aan ten behoeve van de lokale besturen, om de productie van schone energie aan te moedigen, het verbruik van fossiele brandstoffen terug te schroeven, de inspanningen voor biodiversiteit te steunen en de gepaste financiĂŤle instrumenten ter beschikking te stellen. Om te weten wat Energy Line concreet kan bijdragen aan de goede werking van uw bestuur en dus ook aan de welvaart van de planeet, contacteer uw Public Banker.

PUBLIC FINANCE


DE SCHATKAMER VAN LUC DURANT

‘De politiek heeft mijn blik verruimd.’ ‘Mijn professionele leven speelde zich af in de bouw, in betonstudies. Dankzij de politiek kreeg ik een veel breder perspectief. De hele waaier van de maatschappij diende zich aan.’ Lokale politiek is hard en veroorzaakt stress maar voor Luc Durant, sinds enkele weken oud-burgemeester van Ninove, halen de positieve kanten ruim de bovenhand. Luc Durant droeg op 22 oktober de burgemeesterssjerp van Ninove over aan Michel Casteur. Twee dagen voor zijn afscheid blikte hij terug op zijn politieke carrière die in 1976 begon. ‘Ik werkte als zelfstandig burgerlijk ingenieur-architect en ik voetbalde bij Eendracht Winnik in tweede provinciale. Ik ben afkomstig van Neigem, mijn vrouw van Meerbeke maar we woonden in Denderwindeke. Ik kende dus wel wat mensen maar op de schaal van Ninove en zijn elf nieuwe deelgemeenten was dat toch vrij beperkt. Louis Waltniel heeft echt moeten zagen om me op de lijst te krijgen. Ik stond op de veertiende plaats. Ik dacht dat ik geen kans maakte. Ik haalde het met de hakken over de sloot, als twaalfde van de dertien verkozenen van onze partij. Twee jaar later zette Jacques Evenepoel een stap opzij als voorzitter van de plaatselijke PVV, hij vond dat het aan de jongere generatie was. Iemand stelde voor dat ik het zou doen, iedereen stemde in.

Voor ik het goed en wel besefte, was ik plaatselijk partijvoorzitter.’ ‘Na de verkiezingen van 1982 werd ik schepen van Openbare Werken en Patrimonium, ik zou het twaalf jaar blijven. In 1994 verzeilden we in de oppositie, hoewel we met dertien van de 31 zetels de grootste partij waren. Louis Waltniel, die met een scheurlijst was opgekomen, werd burgemeester. In de politiek weet je dat je uit de boot kunt vallen maar dat het gebeurde door de man voor wie ik indertijd was opgekomen, was frustrerend. Strijden tegen mijn vroegere mentor deed pijn. Zes jaar later waren we echter terug. Ik trok de lijst, de heel populaire oud-burgemeester Etienne Cosyns duwde. We haalden twaalf zetels, ik werd burgemeester. Na de verkiezingen van 2006 konden we de coalitie Open VLD-CD&V voortzetten. Al snel liep het fout. Twee van onze schepenen liepen over naar LDD omdat ze daar meer kans zagen om hun persoonlijke ambities te realiseren. Die overstap weegt op de coalitie, in het college kun je niet meer vrijuit praten. Mijn eerste zes jaar als burgemeester waren de mooiste als politicus, nu is het moeilijk besturen.’ ‘De problemen in de coalitie zijn niet de reden waarom ik ermee ophoud. Ik ben al twee keer behandeld voor hartritmestoornissen. De tweede keer heb ik in mijn ziekenhuisbed beslist dat het genoeg is geweest. Mijn

In de politiek werd ik echt geleefd. Maar als ik morgen opnieuw mag beginnen, doe ik hetzelfde.

26 LOKAAL 16 november 2009


STEFAN DEWICKERE

LOKALE RAAD

medische problemen zijn stressgerelateerd en de voorbije drie jaar heb ik door de politieke situatie wel mijn deel van de stress gehad. Nu wil ik gaan vissen – iets waar ik in dertig jaar niet aan toe ben gekomen – een beetje werken in de tuin, reizen.’ ‘Sinds mijn achttiende ben ik de hele tijd druk bezig geweest. Eerst hard studeren, vervolgens naar het leger, dan als zelfstandig ingenieur-architect aan de slag in de bouw. Alles moest altijd rap gaan. Mijn vrouw heeft gelukkig haar baan in het onderwijs opgegeven om mij bij te staan in mijn beroep. Maar toen ik in de politiek ging, werd ik pas echt geleefd. De combinatie zelfstandige-schepen, dat wreekt zich misschien wel. Aan de andere kant, als ik morgen opnieuw mag beginnen, doe ik hetzelfde. De politiek heeft mijn leven verrijkt. Ik kwam van problemen bij de bouw en betonstudies, en kreeg dankzij de politiek een veel breder perspectief. De hele waaier van de maatschappij diende zich aan.’ ‘Ik ben blij dat ik de afgelopen dertig jaar een rol heb kunnen spelen in de grondige verandering van Ninove. We hebben de binnenstad vernieuwd, we bouwden een cultuurcentrum, een bibliotheek, een sporthal, een nieuw zwembad, een atletiekpiste, een kaatsplein. Nu zijn we bezig met een nieuw rusthuis voor 165 mensen. Ook de sfeer is totaal omgeslagen. Vroeger liep er geen kat in het centrum, nu leeft de stad. De deelgemeenten die veel schrik hadden van de fusie, zijn bij de stad betrokken. Het is ook hun cultuurcentrum, hun bibliotheek. De bieb heeft 11.000 leden, op een totaal van 36.500 inwoners. Ook in de deelgemeenten zelf hebben we veel vernieuwd. De fusie is een goede zaak geweest. Samen hebben we veel meer kunnen realiseren dan elke gemeente afzonderlijk had gekund. En je merkt dat Ninove nog potentieel heeft. We vervullen steeds meer een centrumfunctie voor het Pajottenland. Die mensen gingen vroeger naar Brussel om te winkelen, nu komen ze naar hier.’ I BVM

?

Kan een lid van het vast bureau of een bijzonder comité tijdelijk vervangen worden?

!

De leden van het vast bureau of een bijzonder comité blijven in principe lid zolang het vast bureau of bijzonder comité niet ontbonden wordt. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Zo eindigt het mandaat definitief als je geen OCMW-raadslid meer bent of als je zelf ontslag neemt uit het vast bureau of bijzonder comité. Hier bespreken we enkel de mogelijkheden om je tijdelijk te laten vervangen. Er is een onderscheid tussen een vervanging bij verhindering en een vervanging bij een afwezigheid die geen verhindering is.

Verhindering

Een verhindering is een toestand waarbij je om een bepaalde reden je mandaat niet kunt uitoefenen zonder dat je de hoedanigheid van lid definitief verliest. Je kunt je in die bepaalde situatie laten vervangen en nadien, als die situatie niet meer bestaat, terugkeren. Er is enkel sprake van verhindering in de situaties die opgesomd worden in artikel 24 van het OCMW-decreet. Bij elke andere afwezigheid is er geen sprake van verhindering. Wanneer een lid van het vast bureau of een bijzonder comité effectief verhinderd is (soms van rechtswege, meestal op eigen vraag), wordt het vervangen door een ander raadslid van dezelfde voordrachtsakte – de voordrachtsakte die gebruikt werd bij de verkiezing als raadslid zoals beschreven in artikel 10 van het OCMW-decreet. De raadsleden van deze voordrachtsakte bepalen onder elkaar wie de plaats van het te vervangen lid inneemt. In uitzonderlijke gevallen moet de OCMW-raad in zijn geheel een vervanger aanstellen. Volgens het OCMW-decreet is dat het geval als de raadsleden van deze voordrachtsakte binnen zestig dagen geen vervanger voordragen, als er geen leden meer op dezelfde voordrachtsakte staan, als het lid van wie het mandaat eindigt verkozen was in het vast bureau of bijzonder comité als jongste in jaren bij staking van stemmen of als door de vervanging niet voldaan wordt aan de voorwaarde dat beide geslachten in het vast bureau vertegenwoordigd moeten zijn. Bij een bijzonder comité geldt dit niet omdat daar geen geslachtsvoorwaarde is.

Afwezigheid die geen verhindering is

Bij een afwezigheid die geen verhindering is, en waarbij artikel 24 van het OCMW-decreet dus niet van toepassing is, is er een verschil tussen het vast bureau en de bijzondere comités: vervanging kan alleen in de bijzondere comités en niet in het vast bureau. Voor een bijzonder comité kan de OCMW-raad in het huishoudelijke reglement bepalen dat onder de raadsleden plaatsvervangers aangewezen worden die de effectieve leden van een bijzonder comité vervangen wanneer die belet zijn. De enige voorwaarde is dat deze plaatsvervangers op dezelfde voordrachtsakte staan als de persoon die ze tijdelijk vervangen. Artikels 10, 24, en 60 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Mail uw vraag over de OCMW-raad naar pieter.vanderstappen@vvsg.be

16 november 2009 LOKAAL 27


28 LOKAAL 16 november 2009

stefan dewickere

Momenteel circuleren in Vlaanderen niet minder dan zes concurrerende voorstellen voor de bouw van nieuwe afvalverbrandingsinstallaties. De verleiding zal groot Willy Bruggeman: ‘De schietopleiding zou gestandaardiseerd zijn om ze te vullen met moeten zijn want mensen komen, ongeacht waar ze zijn opgeleid, in afval dat eigenlijk voor verschillende korpsen terecht en korpsen moeten samenwerken als recyclage bedoeld is. ze in versterking worden opgeroepen.’


WERKVELD interview Willy Bruggeman

Welke politie willen we op lange termijn? Een politiekorps van goed opgeleide, integere en hard werkende mensen, ondersteund door technische middelen zoals camera’s. Dat is voor Willy Bruggeman, voorzitter van de federale politieraad, het ideaalbeeld van de toekomstige politie. Maar daar zijn we nog lang niet. Aan de huidige werking kan veel worden verbeterd, maar bovenal is er een langetermijnvisie nodig. Want als we alles op zijn beloop laten, loert big brother om de hoek. Koen Van Heddeghem, Bart Van Moerkerke

D

e federale politieraad publiceerde op 29 mei 2009 het rapport ‘Tien jaar politiehervorming’. Voormalig minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael had de opdracht voor het evaluatieverslag gegeven. Voor het eerst sinds de ingrijpende politiehervorming is er een uitgebreide stand van zaken en een analyse van de knelpunten. Lokaal sprak over het rapport en de toekomst van de politie met Willy Bruggeman, voorzitter van de federale politieraad. Bij het begin van het interview benadrukt hij dat het rapport geen wetenschappelijk document is en ook niet die pretentie heeft. ‘Ons vertrekpunt waren wetenschappelijke artikelen over de werking van de hervormde politie, en de publicaties van het Comité P en de algemene inspectie. Die literatuurstudie leverde een sneuveltekst op die we bespraken in de federale politieraad en die we toetsten aan getuigenissen van mensen binnen de politie en uit het middenveld. Dat leidde uiteindelijk tot een rapport dat door de federale politieraad bij consensus is aangenomen.’

verbeteren, dan zal het model onder druk komen te staan. De opleiding van politiemensen is een van die aandachtspunten, ICT ook. Er zijn ook inspanningen nodig voor een betere relatie tussen de federale en de lokale politie. We hebben klachten genoteerd van de lokale politie die vindt dat ze niet voldoende aan bod komt bij beslissingen van de federale.’

Doet die consensus niets af aan de scherpte van het rapport? ‘Dat is inherent aan een consensus, sommige vaststellingen zijn wat gemilderd. Maar er zijn er ook die versterkt zijn in de loop van het traject. Nu, het was niet nodig om een revolutie teweeg te brengen, we zitten niet in een crisissituatie zoals tien jaar geleden. Het grote voordeel van onze manier van werken is dat het rapport een draagvlak heeft, ook bij de politie. Ik voel dat in de vele gesprekken die ik heb naar aanleiding van het verslag.’

Wat is het probleem van de opleiding? ‘De kwaliteit is onvoldoende. Ik geef een voorbeeld. Alain Liners, Marc Bockstaele en ik hebben net een boek geschreven over zoeking: huiszoeking, zoeking in computers, in telefoons, in voertuigen. We hebben onder meer alle cursussen van de politieacademies over dat thema opgevraagd. Je wordt een beetje ziek als je die leest. Er zijn zoveel verschillen in wat onderwezen wordt, in hoe dat gebeurt en in de kwaliteit ervan. Een ander voorbeeld, de schietopleiding. Die zou toch gestandaardiseerd moeten zijn want mensen komen, ongeacht waar ze zijn opgeleid, in verschillende korpsen terecht en korpsen moeten met elkaar samenwerken als ze in versterking worden opgeroepen. Maar over al die tactische en technische zaken hebben we geen gezamenlijke standaarden of eindtermen. Dat moet veranderen. We moeten de lesgevers veel meer ondersteunen, ze vragen daar ook zelf naar. De kwaliteit van de mensen die afstuderen moet omhoog, daar moeten we op sturen. En als over vijf jaar blijkt dat dit niet lukt binnen het huidige model van provinciale politieacademies, dan moeten we op zoek naar een ander model.’

Is het model van de geïntegreerde politie op twee niveaus de goede keuze gebleken? ‘Ja, daar ben ik van overtuigd. Op voorwaarde dat we aandacht hebben voor de zaken die niet zo goed lopen. Als we die niet

Loopt het al niet vroeger fout, bij de rekrutering en selectie van kandidaat-politiemensen? ‘Absoluut. Het zoeken naar kandidaten moet veel ruimer gebeuren. Door de economische crisis komen op de arbeidsmarkt

16 november 2009 LOKAAL 29


WERKVELD interview Willy Bruggeman

Wat bedoelt u met meer op cultuur rekruteren? ‘Het binnenhalen van mensen die de politietaken integer en legitiem kunnen uitvoeren lijkt me nog belangrijker dan kennis en kunde. De politie staat of valt met de legitimiteit van het korps in zijn geheel en de integriteit van elk individueel lid, van hoog naar laag. Een goede screening is cruciaal. Daarom moeten we de lokale politie, de wijkagent meer inspraak geven bij de rekrutering.’ De jongste tijd kwamen nogal wat politiemensen, ook op hoog niveau, in opspraak. Welke gevolgen heeft dat? ‘Voorlopig blijft de politie vrij goed scoren bij de burgers, en dat verwondert mij wel een beetje. Zal dat zo blijven? Ik houd mijn hart vast. Voor sommige incidenten moeten we natuurlijk nog even de definitieve uitspraak afwachten maar andere, ik zal geen voorbeelden geven, kunnen echt niet door de beugel. De vraag is of het om een samenspel van toevalligheden gaat of om een probleem van cultuur. Politiechefs moeten in elk geval voor ogen houden dat ze zeer kwetsbaar zijn en ze moeten daar ook naar handelen.’

STEFAN DEWICKERE

mensen vrij die de politie goed kan gebruiken en die ze anders nooit kan bereiken. Ze hebben maturiteit en werkervaring, ze draaiden al mee in andere middens. Daar hangt mee samen dat we niet alleen op competenties moeten rekruteren maar meer op vaardigheden en cultuur. En daarin moeten wijkagenten een grotere rol spelen: zij kunnen advies geven of iemand wel geschikt is om bij de politie aan de slag te gaan. Een ander punt is dat selectie, rekrutering en opleiding een geheel moeten vormen. Nu beconcurreren ze elkaar te veel. De ene kant zegt dat de rekrutering niet deugt en dat de opleiding dat niet kan rechttrekken. De andere zijde zegt dat de rekrutering meer dan voldoet maar dat de opleiding niet goed is. Breng die samen in één entiteit.’

capaciteit moet gaan naar de onderbemande onderdelen. Maar als je die communicerende vaten wilt activeren, bots je op het rigide statuut. De sturing van politieoperaties gebeurt nu grotendeels op basis van verworven positie, vergoedingen en premies. Heel scherp gesteld, te scherp, zou je kunnen zeggen dat je bij de politie kunt kiezen welk werk je doet en dat die keuze vaak wordt bepaald door de premies die aan een bepaalde opdracht vasthangen. Dat begint in de mentaliteit te leven: je doet niets meer behalve tegen een vergoeding. Dat is een slechte zaak, zeker als je een statuut hebt dat gebaseerd is op vrijwilligheid. Het betekent dat je kandidaat moet zijn om naar een andere zone te gaan, om elders ingezet te worden, om een andere functie op te nemen. Op zich heb ik niets tegen die vrijwilligheid maar er zijn natuurlijk grenzen. Als er hiaten in de effectieve politiewerking zijn, moet je toch kunnen bijsturen. De politie moet meer zijn dan de som van vrijwilligheid. Er zijn dus grenzen aan het huidige systeem, er moeten correctiemechanismen ingebouwd worden. En die moeten in het nieuwe statuut staan. Alle syndicale organisaties zijn bereid daarover na te denken. Een van hun voorwaarden is dat de totale loonmassa behouden blijft. Door de economische crisis Binnen dat kader moeten we in staat zijn andere modellen uit te tekenen. Een functionele komen op de arbeidsmarkt verloning, zoals in sommige andere landen, lijkt me een goed idee maar die invoeren wordt mensen vrij die de politie een complexe onderneming. Duidelijk is dat we naar een eenvoudiger en flexibeler statuut goed kan gebruiken en moeten. De besprekingen daarover moeten nu beginnen, vooraleer het huidige mammoetstadie ze anders nooit tuut door de rechtspraak uitdijt tot een mastodont. Dat agenten goed betaald moeten workan bereiken. Ze hebben den, daar ben ik het volkomen mee eens. Ze oefenen een risicoberoep uit. Maar voor die hoge maturiteit en werkervaring, loonmassa mag je wel goed opgeleide, integere en hard werkende politieagenten verlangen. De ze draaiden al mee lat mag hoog gelegd worden.’

in andere middens.

Is de politiehervorming beter geslaagd op lokaal dan op federaal niveau? ‘De cultuuromslag in het algemeen is minder geslaagd bij de federale politie. De aandacht van de algemene inspectie ging vooral naar de lokale politie omdat men dacht dat daar vooral de problemen zouden liggen. Nu blijkt dat de dynamiek en de f lexibiliteit er groter zijn dan bij de federale. Maar ik heb de indruk dat nu ook bij de federale een verandering ten goede op gang is gekomen.’ Een klassieke kritiek op de hervorming gaat over het statuut van de politiemensen dat veel te rigide is. Er kwamen de voorbije tien jaar meer dan 7000 personeelsleden bij maar toch is het moeilijk om meer agenten op straat te krijgen. ‘Dat is een terechte kritiek. We hebben voldoende capaciteit, dat blijkt ook uit een vergelijking met het buitenland, maar de mensen zijn niet optimaal verdeeld en ingezet. Er is een interne rationalisering mogelijk, zeker bij de federale politie. De vrijgekomen 30 LOKAAL 16 november 2009

Wat met het kerntakendebat? Moeten we ook niet nadenken over wat de politie moet doen en wat niet? ‘Ik zeg niet dat ik dat debat niet belangrijk vind maar we moeten er toch mee opletten. Als je bepaalde taken laat vallen, kan het gevolg zijn dat je je distantieert van het sociale gebeuren en dat de interactie met andere geledingen van de maatschappij verzwakt. En heb je dan nog wel een goede politie, zeker als je voor het concept van community policing hebt gekozen? Ik denk dat we meer winst kunnen halen uit nadenken over wat we beter kunnen doen dan uit een strak kerntakendebat. De capaciteit goed gebruiken, iedereen rationeel inzetten, de juiste man of vrouw op de juiste plaats.’ Wat betreft de gemeentelijke administratieve sancties wordt bij ons drie kwart van de inbreuken door de politie vastgesteld. In Nederland mag die zich daar niet mee bezighouden. ‘Dat is een goed voorbeeld. De politie hier is er tevreden over, ze kan sneller reageren wat sanctionering betreft. Je kunt je vragen stellen over hoe ver de politie daarin moet gaan en welke priori-


teit ze eraan moet geven, maar ik vind de administratieve sancties op zich een goed verlengstuk van politiewerk. Ik heb twijfels over de weg die Nederland inslaat. Want als je administratieve sancties bij de politie weghaalt, moet je andere diensten opstarten om die taak op te nemen. Waar is dan je cohesie? Ik heb liever dat de politie ruim handelt en ruim denkt. Voorwaarde is wel dat alle componenten van de politie communitygeoriënteerd zijn. Er zijn op dit punt nogal wat klachten over de spoorweg- en de wegpolitie. Ook de gerechtelijke politie moet een onderdeel van de geïntegreerde politie blijven. Ik maak me daar wel wat zorgen over. Als de gerechtelijke politie een aanhouding doet in een moeilijke Brusselse buurt, dan is dat community policing. Ze moet dat op zo’n manier doen dat de wijkagent ’s anderendaags nog zijn werk kan doen.’

derland bijvoorbeeld staan op alle knooppunten rond Rotterdam en Amsterdam camera’s, alle auto’s worden bekeken. Iedereen wordt random, zonder enig onderscheid in de gaten gehouden en gecontroleerd. Is dat de politie en de maatschappij waar we naartoe moeten? Ik zou liever meer politiemensen op straat hebben die technisch ondersteund worden in plaats van een politie die door de techniek wordt overheerst. Dat wil niet zeggen dat ik tegen camera’s ben, ik heb wel iets tegen het overal actief bewaken ervan door de politie. In risicozones is dat zinvol, elders niet. Waarvoor je camerabeelden wel kunt en moet gebruiken is voor bewijsvoering achteraf, dat spreekt voor zich. Over al die thema’s is nu geen discussie. Het is mee aan het parlement om een visie te ontwikkelen. De politie maar ook bijvoorbeeld de adviesraad van burgemeesters moet een stem hebben in dat debat.’

STEFAN DEWICKERE

Het rapport pleit voor een langetermijnvisie voor Er zijn 196 politiezones. Moeten we naar een de politie. schaalvergroting? ‘Ha, dat is mijn dada. Met Pearls in Policing ‘Je moet geen revolutie maken, wel de evolutie (een initiatief dat dertig politieleiders van over bevorderen door zones die willen samengaan heel de wereld samenbrengt, nvdr) willen we daarin te stimuleren. En ook voor de zonering een visie uitzetten voor de lange termijn. Een moeten we aan een concept op lange termijn eerste belangrijk punt voor mij is de relatie werken. Ik pleit voor coherentie in de af baAls de gerechtelijke politie tussen de publieke en de private veiligheid. kening van de zones van politie, justitie en De spelers op het private veld zijn heel actief. brandweer. Misschien biedt de geplande juseen aanhouding doet En dan gaat het niet enkel over geünifortitiehervorming kansen.’ meerde diensten, ook recherchebureaus gaan in een moeilijke Brusselse heel ver. Waar liggen de grenzen? Hoe en in Tot slot, het is bekend dat aan de werking van de welke mate moeten publiek en privé samenzonale politieraden wel wat schort. Wat moeten we buurt, dan is werken? Nog belangrijker vind ik de discusermee doen? Versterken? Afschaffen? sie over technische versus bemenste politie. ‘In sommige raden is er inderdaad te weinig dat community policing. We gaan naar een big-brother-samenleving. fundamentele discussie. Praten over benoeOveral worden camera’s geplaatst, zonder dat mingen en één keer per jaar over het budget, Ze moet dat op zo’n manier daarover een fundamenteel debat plaatsheeft. dat is geen echt debat. Hoewel de agendasetEn in 2012 komen radio frequency identifiting en de input voor discussie dus veel beter doen dat de wijkagent cation devices globaal op de markt. In alles kunnen, blijf ik de raad een goed instrument van enige waarde, zoals auto’s, computers of vinden. Waarom zou je daar niet discussiëren ’s anderendaags nog zijn telefoons, zullen chips worden ingebouwd. over de toekomst van de politie? Zo kun je het Via communicatie met gps zal op elk ogenblik thema top-down vertalen naar de lokale conwerk kan doen. kunnen worden bepaald waar die voorwerpen text en omgekeerd bottom-up input geven voor en dus ook de mensen die ze bij zich hebben, de globale discussie op federaal niveau.’ zich bevinden. Als we het willen, kunnen we dus perfect evolueren naar een politiekorps waarvan nog maar de helft van de mensen buitenkomt. De andere helft zit binnen om al die appaKoen Van Heddeghem is VVSG-stafmedewerker lokale politie en raten in de gaten te houden en te volgen. Willen we dat? In NeBart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Wie is Willy Bruggeman? Willy Bruggeman is doctor in de criminologie. Hij is voorzitter van de federale politieraad en als bijzonder geassocieerd hoogleraar verbonden aan de leerstoel politiewetenschappen van het Benelux Universitair Centrum. Hij is lid van de raad van bestuur van Child focus en is ook actief betrokken bij het wetenschappelijk begeleiden van projecten van de Boudewijnstichting. Hij werkt occasioneel als expert voor het Internationaal Strafhof in

Den Haag. Hij startte zijn politieloopbaan bij de Belgische Rijkswacht en was een van de oprichters van het Centraal Bureau der Opsporingen. Van eind 1993 tot 2003 leidde hij mee Europol in de functie van plaatsvervangend directeur. Hij maakte ook deel uit van evaluatiegroep voor de Nederlandse politie (commissie-Leemhuis).

16 november 2009 LOKAAL 31


werkveld Jongeren- en Veiligheidsbeleid

GF Turnhout

23-100 Our Space: eigentijdse benadering van een oud fenomeen

De openbare ruimte is maar een doorgangsruimte, geen ontmoetingsplaats meer. Mensen willen dat iedereen er zich aan dezelfde omgangsregels houdt. Jongeren die op een straathoek bijeenkomen, wekken een gevoel van onveiligheid op. Omwonenden en passanten klagen snel over nachtlawaai, zwerfvuil, druggebruik of vandalisme. Ze verwachten dat de politie tegen de jongeren optreedt. Ook Turnhout ging er vroeger van uit dat een repressieve aanpak de overlastproblemen wel zou oplossen. Tine Lescouhier

I

n de zomer van 2007 kwamen veel jongeren samen aan het Kasteelplein in Turnhout. Behalve een vaste groep vonden op vrijdagavond ook een groot aantal jonge gelegenheidsbezoekers een vrijblijvende ontmoetingsplaats op het plein omdat er in de buurt een gratis muziekevenement was. Buurtbewoners waren hier niet mee opgezet en meldden overlast: wildplassen, druggebruik, lawaai, afval op straat. Ze voelden zich ook niet meer veilig. In de media volgde zeer negatieve berichtgeving. Het lokale bestuur nam maatregelen die op korte termijn resultaten moesten opleveren. Het accent lag op identiteitscontroles door de politie. De jongeren voelden zich sterk geviseerd door de politie, en die stelde maar weinig 32 LOKAAL 16 november 2009

echte misdrijven vast. Gevolg: frustratie aan beide kanten. Overleg Turnhout zocht een grondige en gecoördineerde aanpak. De gespannen situatie kwam op de agenda van de preventieraad. Burgemeester, zonechef, preventiedienst, welzijnswerk en jeugddiensten bespreken er veiligheidsthema’s vanuit hun eigen benadering. Zo ontstaat een integrale en geïntegreerde behandeling van een problematiek. Op de vergaderingen van deze preventieraad werd ook een vertegenwoordiging van de rondhangende jongeren als externe deskundigen uitgenodigd. Het was niet evident om partijen die elkaar niet kennen samen aan tafel te zet-

ten. Bovendien was het wantrouwen van de jongeren erg groot. Maar de beslissing om hen bij de preventieraad te betrekken bleek achteraf van doorslaggevend belang in het hele proces. Iedere partij had zijn waarheid. De jongeren wilden graag het recht behouden om aan het Kasteelplein rond te hangen. Omdat ze er niet hoeven te consumeren, zoals op een caféterras, of entree hoeven te betalen voor de evenementen. Uit hun verhalen bleek dat ze maatschappelijk kwetsbaar of gekwetst zijn. Ze krijgen veel meer te maken met de sanctionerende en controlerende aspecten van maatschappelijke structuren dan met de positieve en stimulerende kanten ervan. De opgevoerde politiecontroles aan het Kasteelplein waren voor hen de zoveelste negatieve ervaring. De jongeren stelden zelf voor dat de politie enkele vaste agenten zou aanduiden met wie ze een positief contact zouden kunnen opbouwen. De politie bracht verslag uit van haar waarheid: een overvloed aan meldingen van buurtbewoners over overlast allerhande, al dan niet gesterkt door een gevoel


De beslissing om hangjongeren bij de preventieraad te betrekken bleek van doorslaggevend belang in het hele proces.

van onveiligheid. Ondanks opgevoerde controles had de politie amper misdrijven kunnen vaststellen. Dat overtuigde ook haar van de wenselijkheid van een andere benadering. De zonechef had oor naar het voorstel van de jongeren om met vaste contactpersonen te werken maar vroeg ook preventieve maatregelen. Nieuwe koers In Turnhout zijn er wel enkele diensten die met maatschappelijk kwetsbare jongeren werken. Maar het blijkt voor hen moeilijk om de oudere, niet-georganiseerde jongeren te bereiken. Toch was er een grote bereidheid om te zoeken naar een manier om de kloof te verkleinen. In elk geval wilde men zelf het contact met de weinig bereikte doelgroep opbouwen en liever werken aan het eigen beleid dan een nieuw aanbod uit te werken. Maar er was wel wat koerswijziging nodig, besefte men. Een eerste aanzet voor de gewijzigde opstelling was het voorstel voor een projectdag voor en door de jongeren over hun hiphopcultuur, met uitgebreide ondersteuning door de jeugdwerkers en het cultuurcentrum. Dat zou het project 23dubbel0 worden. In aanvulling daarop leek het wenselijk bij de lokale diensten de kennis van zaken om met deze doelgroep te werken verder aan te scherpen. De preventieraad besliste om hiervoor een beroep te doen op de deskundige begeleiding van Uit De Marge. Uit De Marge zou in oktober 2008 op basis van een uitgebreide enquête trouwens nog enkele concrete beleidsaanbevelingen formuleren die werden opgevolgd. Gaandeweg was een consensus ontstaan: rondhangen en elkaar ontmoeten in een openbare ruimte is een recht. Als daar sociale overlast mee gepaard gaat, benader je die het best in al zijn aspecten. Niet-georganiseerde hangjongeren bereik

je niet door in je winkel te blijven zitten: je moet naar hen toe, je moet de jongeren actief benaderen in hun eigen leefwereld. Deze drie gedachten, expliciet goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen, vormen de kern van de manier waarop Turnhout zijn hangjongeren nu benadert. Vanuit die kerngedachten draagt elke partner bij tot de totaalopzet van preventieve maatregelen. De naam van de totaalopzet werd 23-100 Our Space.

stimuleerd door beide partijen nauwer met elkaar in contact te brengen. De jongeren kregen de kans om, met ondersteuning van jeugdwelzijnswerkers, een projectdag uit te werken over hun hiphopcultuur. Het eerste beleidsspoor dat Uit De Marge formuleerde, bouwde hierop voort: in een ‘koplopertraject’ zou Uit De Marge samen met de lokale veldwerkers aan een verdere versterking van de maatschappelijke participatie van

Rondhangen en elkaar ontmoeten in een openbare ruimte is een recht. Als daar sociale overlast mee gepaard gaat, benader je die het best in al zijn aspecten. 23-100 Our Space Turnhout werkte maar drie probleemgeoriënteerde preventieve maatregelen uit die specifiek gericht zijn op de beperking van de overlast. Met de jongeren spraken we af dat zij zich na één uur zouden verplaatsen naar de minder bewoonde kant van het Kasteelplein. De politie zou met vaste contactpersonen present zijn en zo een positief contact met de jongeren opbouwen. De repressieve aanpak wordt beperkt tot het noodzakelijke minimum. En tijdens de evenementen plaatst men extra vuilcontainers die een uitkomst moeten bieden voor het zwerfvuil. De stad verwacht echter veel meer van de niet-probleemgeoriënteerde maatregelen die zich niet toespitsen op het overlastprobleem maar streven naar een betere verstandhouding tussen de stad en haar hangjongeren. Hiervoor werkt ze met vier doelgroepen: de bewoners, de jongeren, het jeugdwelzijnswerk en het beleid zelf. De stad informeerde de bewoners over de afspraken en ook over hun mogelijke aanspreekpunten. Ze weten nu waar ze terechtkunnen met klachten. In de nabije toekomst wordt de positieve beeldvorming bij de bewoners over de hangjongeren ge-

de jongeren werken. Concreet gebeurde dit in de vorm van een interactief proces dat leidde naar een tweede editie van de hiphopdag onder de naam ‘23dubbel0 On FIRe’. Een ander spoor was een mediaproject onder begeleiding van Stamp Media. De jongeren maakten zelf een videoreportage over hangjongeren in Turnhout. De reportage wordt uitgezonden op TMF en op StadsTV Turnhout. In de loop van het proces legden de jongeren een belangrijke weg af op het vlak van sociale vaardigheden en burgerschap. Ze leren vergaderen, afspraken maken, die ook nakomen en daarin rekening houden met elkaar. Ze leren omgaan met regels, met administratie en met stadsdiensten. Het valt op hoe hun fundamentele wantrouwen ten aanzien van de omgeving en van officiële diensten stilaan plaats maakt voor zelfvertrouwen en vertrouwen in de stad en haar partners. Door niet-probleemgefocust samen te werken aan hetzelfde doel, een succesvol evenement, leidde het proces ook tot vlottere contacten tussen de jongeren en jeugdwelzijnswerkers. Dat verlaagde zeker de drempels van organisaties. De veldwerkers en hun diensten worden

Innovatie en creativiteit in de praktijk staan centraal op de Trefdag 2010. Neem zelf actief deel: laat zien wat u in huis heeft en presenteer uw sterke projecten en praktijken. Stuur uw beste cases in op www.trefdag.be en deel zo uw ervaringen met alle lokale besturen.

16 november 2009 LOKAAL 33


10 goede redenen om

te kiezen

voor de

VVSG solidariteitsagenda

2010

1. 32 pagina’s extra met

2. 3.

4. 5. 6. 7.

8.

9.

10.

meer dan 1000 data van federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: welke nuttige gegevens heeft een schepen van cultuur, een secretaris, een stedenbouwkundige of een personeelsverantwoordelijke nodig? Correcte gegevens: adres, telefoon, fax, e-mail en website Nuttig: met belangrijke data voor het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: wanneer moet welke vlag buiten hangen? Veel overzicht: een weekplanner met leeslint Handig formaat: 17,5 x 22,5 cm Mooi afgewerkt: met rode linnen band en het nieuwe logo van de VVSG Solidariteitsagenda: ten voordele van Oxfam-Solidariteit. U werkt zo mee aan meer kansen voor het Zuiden en minder onrecht. Eerlijke prijs: - 15.99 euro voor VVSG-leden - 18.49 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen. Korting voor groepsaankopen van 5 tot 20 exemplaren: - 13.11 euro per exemplaar voor VVSG-leden - 15.61 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen Gewaardeerde nieuwjaarsattentie voor: - leden van het college - raadsleden - personeel.

Bezorg de strook aan de VVSG Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02-211 55 19/20 fax 02-211 56 57 viviane.arents@vvsg.be

Ja, ik bestel

ex. van de VVSG solidariteitsagenda 2010

VVSG-lid geen VVSG-lid Naam Functie Gemeente/Organisatie Adresgegevens Facturatieadres indien verschillend van leveringsadres

Datum

Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.


PRAKTIJK

Jongeren- en Veiligheidsbeleid

GFS

gestimuleerd om hun beleid ten aanzien van maatschappelijk kwetsbare rondhangers bewust bij te sturen: het aanbod toegankelijker maken en actief de leefwereld van de jongeren betreden om stilaan meer vraaggestuurd te werken. Dat is het tweede beleidsspoor van Uit De Marge: het ondersteunen en verankeren van beElke organisator van een activiteit in Eeklo vult zestig dagen voor het evenement een meldingsformulier voor het stadsbestuur in.

Het fundamentele wantrouwen van jongeren maakt plaats voor zelfvertrouwen en vertrouwen in de stad en haar partners. leidsbijsturing bij diensten en organisaties. In intervisiemomenten reflecteren veldwerkers over hun manier van werken. Ze vinden stimulansen om alternatieve strategieën zoals presentiebenadering uit te testen. Dit positieve proces zal de werking van diensten en organisaties zeker beïnvloeden. Als derde beleidsspoor stelde Uit De Marge voor de basisconsensus over dit beleid nog te verstevigen, te verbreden en uit te diepen. Hiervoor kwamen er enkele vormings- en ontmoetingsmomenten. Zo kreeg de studiedag Opgepast! Hangjongeren op 9 juni weerklank in heel Vlaanderen. En nu 23-100 Our Space is een voortdurend proces waarmee Turnhout wil blijven streven naar een grote en positieve betrokkenheid en verbondenheid van de stad en haar partners met de niet-georganiseerde maatschappelijk kwetsbare jongeren. Daarom worden ook aanknopingspunten gezocht met andere sectoren en partners, zoals de lokale buurtsportwerking, die zich actief bij deze consensus willen aansluiten. Turnhout wil ook blijven investeren in een positievere visie op rondhangen en de drie kerngedachten verder uitdiepen tot ze vanzelfsprekend zijn in de dagelijkse beleidspraktijk van de stad en haar partners. Alleen met blijvende positieve aandacht voor de zich steeds vernieuwende groepen rondhangers, zullen de geleverde inspanningen blijvend renderen. Tine Lescouhier is verantwoordelijke preventie van de stad Turnhout

EEKLO – Het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen bekroonde de evenementencel van Eeklo met zijn eerste Veiligheidstrofee. Door haar multidisciplinaire aanpak garandeert de cel de veiligheid in de ruimste zin van het woord op evenementen.

Evenementencel verzekert veilige, rustige en gezonde evenementen Elke organisator van een activiteit in Eeklo, van een fuif tot een massamanifestatie, vult bij voorkeur zestig dagen voor de aanvangsdatum van zijn evenement een meldingsformulier voor het stadsbestuur in. Het stadssecretariaat stuurt elke aanvraag door naar de partners in de evenementencel die elk op hun terrein een risicoanalyse van het evenement maken. In haar maandelijkse vergadering bespreekt de evenementencel dan de ideeën en bedenkingen van alle partners uit de verschillende disciplines. Aan de vergadertafel zitten de burgemeester, een afgevaardigde van de brandweer, de politie en de technische dienst, en de verantwoordelijke van de sportdienst. Door deze werkwijze krijgen de stad en alle betrokken diensten een overzicht van de evenementen die zich op elk ogenblik in de stad afspelen. Doordat ze alle informatie op voorhand ter beschikking hebben, kunnen alle disciplines preventief nadenken over mogelijke risico’s en de initiatiefnemers beter adviseren en helpen. Als de evenementencel oordeelt dat er bijzondere risico’s aan een evenement verbonden zijn, nodigt ze op haar vergadering een afgevaardigde van het Rode Kruis, de communicatieambtenaar van de stad en de organisator uit. Onder

de leiding van de veiligheidscel kan dan een bijzonder nood- en interventieplan opgemaakt worden. Bij steeds terugkerende fuiven of wijkkermissen stellen de organisatoren ondertussen zelf een beperkt veiligheidsplan op. Ook dat is een positief gevolg van de verplichte inzending van het formulier zestig dagen voor aanvangsdatum van de activiteit: de organisatoren hebben voldoende tijd om alles goed te plannen en te overdenken. Niet alleen het provinciebestuur maar ook de veiligheidscel van de stad Eeklo is overtuigd van het nut en het belang van de evenementencel. Sinds haar oprichting in 2006 verlicht de cel de werklast van de veiligheidscel aanzienlijk. Het provinciebestuur waardeert niet alleen het multidisciplinaire karakter maar ook de tijd- en kostenbesparende werking van de evenementencel. Met het prijzengeld van 2500 euro wil de evenementencel een evenementenkoffer samenstellen. Over het uitleensysteem moet nog grondig nagedacht worden maar de inhoud ligt al vast: fluohesjes, zaklampen, een EHBO-koffer, blusmiddelen, een branddeken en veiligheidsverlichting. Inge Ruiters

ii Kurt De Waele, secretaris evenementencel stad Eeklo en evenementcoördinator Politiezone Meetjesland Centrum, T 09-376 46 46 16 november 2009 LOKAAL 35


WERKVELD DIVERSITEITSBELEID

Gents ongekend talent Allochtone jongeren verlaten de school dikwijls zonder diploma, waardoor ze moeilijker werk vinden. Omgekeerd krijgen allochtonen mét diploma niet altijd gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Daarom zetten veertien Gentse ambassadeurs zich in om te vertellen over de hindernissen in hun schoolloopbaan of carrière die toch succesvol werd. Motiveren, tips geven, overtuigen, kortom: meewerken aan positieve beeldvorming. Caroline De Baere

D

e arbeidsmarktpositie van allochtonen is weinig rooskleurig: meer allochtonen zijn werkloos en ze blijven het ook langer. Deels is dit te wijten aan het feit dat allochtone jongeren nog te dikwijls zonder diploma de school verlaten. Bij werkgevers leeft anderzijds te vaak nog het beeld dat allochtone sollicitanten per definitie laaggeschoold zijn of gebrekkig Nederlands spreken. Hierdoor krijgen ze minder de kans om in een goede functie aan het werk te gaan. Dit kan de motivatie om een diploma te halen bij hun jongere broers en zussen naar beneden halen. Deze vicieuze cirkel moet doorbroken worden en dit is mogelijk door de foutieve beeldvorming te doorbreken. Daarom startte Gent, stad in werking begin 2009 het ambassadeursproject. Allerlei organisaties in het Gentse stonden achter het idee en werden er partner in: allochtone zelforganisaties, werkgeversorganisaties, derdenorganisaties, vakbonden en VDAB. Ze zetelen in een stuurgroep die het project van dichtbij opvolgt en vormgeeft. 36 LOKAAL 16 november 2009

In januari 2009 werd een oproep gedaan aan allochtone Gentenaars om zich kandidaat te stellen als ambassadeur. Aan de geselecteerden werden zes vormingssessies aangeboden als voorbereiding op het ambassadeurschap. Zij kregen de kennis en vaardigheden aangereikt om goed uitgerust met hun verhaal op pad te gaan. Allochtone jongeren motiveren De ambassadeurs benadrukken in scholen en jeugdorganisaties het belang van een diploma en vertellen over de drempels die ze in hun studie zelf hebben overwonnen. Rukhsana Zubair is het levende bewijs dat jongeren ook na een moeilijke schoolstart nog een hoger diploma kunnen behalen: ‘Ik ben op mijn negende van Pakistan naar België gekomen. Door mijn taalachterstand moest ik op school in het eerste leerjaar beginnen, tussen veel jongere kinderen. Het was een verschrikkelijke periode, ik was naast de oudste ook de groot-


KLARE KIJK Rukhsana en Aykut motiveren andere allochtone jongeren een diploma te halen.

ste van de klas. Iedereen merkte op dat ik niet op mijn plaats zat. Ik werd onzeker en voelde me onbehaaglijk. Ik toonde dan ook weinig interesse voor wat er op school gebeurde. Ik schoot pas wakker toen het CLB mij beroepsonderwijs aanraadde. Toen maakte ik de klik dat ik meer aankon. Ik had me voorgenomen om me te herpakken en wel interesse in mijn studies te tonen. Ik koos voor technisch onderwijs en plooide me dubbel. In het lager onderwijs was ik een van de laatsten van de klas, in het middelbaar werd ik plots de eerste.’ Na het middelbaar onderwijs liep voor Rukhsana niet alles van een leien dakje. Zij was de eerste in de plaatselijke Pakistaanse gemeenschap die wou studeren. Ze moest haar familie ervan overtuigen dat dit belangrijk was. De ambassadeurs willen daarom ook allochtone ouders overtuigen van het belang van hun steun bij de studiekeuze en van het stimuleren van hun kinderen om hun studies vol te houden. Rukhsana Zubair is ondertussen afgestudeerd als maatschappelijk werker en werkt als intercultureel bemiddelaar bij het OCMW Gent: ‘Het moeilijkste was dat ik geen voorbeelden had: ik kende geen jongeren uit mijn omgeving en mijn gemeenschap die gestudeerd hadden. Ik twijfelde veel en moest alles zelf uitzoeken. Daarom wilde ik graag ambassadeur worden. Ik wil mijn ervaringen delen met jongeren die nu hetzelfde meemaken als ik vroeger. Hopelijk neemt dat een deel van hun onzekerheid weg.’ Ook Aykut Cirik, systeembeheerder bij een Belgische grote bank, kende moeilijke momenten in zijn schoolloopbaan: ‘In het middelbaar heb ik twee jaar verloren. Dat kwam vooral omdat ik de lessen saai vond en de schoolroutine zo beu was. Ik was bezig met computers en met pianospelen, en voor de rest voelde ik me te goed. Gelukkig had ik wel goede rolmodellen. Mijn oudere broer en zus waren zelf uitstekende studenten geweest. Dankzij hun voorbeeld heb ik me uiteindelijk herpakt. De meeste mensen uit de Turkse gemeenschap hebben andere redenen om met school te kappen. Studeren vinden ze vaak tijdverlies. Ze kiezen voor het snelle gewin en beginnen het liefst zo vroeg mogelijk te werken. Daarbij vergeten ze wel dat je zonder diploma gemakkelijk uit de boot valt als de crisis toeslaat of als een fabriek sluit. Een diploma is erg belangrijk.’ De ambassadeurs gaan ook in gesprek met werkgevers. Ze willen hen overtuigen van de talenten van allochtonen. Aykut brengt zijn verhaal bij de werkgevers omdat zijn zoektocht naar werk moeizamer verliep dan die van zijn autochtone collega’s: ‘Ik was afgestudeerd met een goed resultaat en ik begon al snel naar werk te zoeken, maar dit verliep niet vlot. Mijn vrienden die hun thesis nog niet hadden ingeleverd, hadden al een baan voordat ze hun diploma hadden. Dan klopt er toch iets niet.’ Lancering van het project Het project ging officieel van start op 30 september, de partnerdag van Gent, stad in werking. Maar liefst 250 geïnteresseerden waren aanwezig tijdens dit evenement. De methodiek van het project werd geïllustreerd aan de hand van The making of, een film die het verloop van het project in beeld bracht. De ambassadeurs werden op het podium gehuldigd. Het ambassadeursproject wordt gecoördineerd door Gent, stad in werking en is gesubsidieerd door de stad Gent en de Vlaamse overheid.

?

Zijn Activa en lokale diensteneconomie combineerbaar?

!

Leefloon en gelijkwaardige financiële steun kunnen onder bepaalde voorwaarden geactiveerd worden: de uitkering wordt bij tewerkstelling vervangen door een loon. Die activering gebeurt door middel van specifieke tewerkstellingsmaatregelen gericht op personen met recht op maatschappelijke integratie. Die maatregelen leiden ertoe dat de loonkosten voor de werkgever lager liggen dan gewoonlijk doordat het OCMW erin tussenkomt. Dat zet werkgevers ertoe aan om mensen die anders moeilijker aan de slag geraken, toch aan te werven. Een van deze tewerkstellingsmaatregelen is het Activaplan. Afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en de duur van inactiviteit heeft de werkgever gedurende een bepaalde periode recht op een financieel voordeel: RSZ-vermindering en een loontussenkomst. Vaak gaat men er voor Activa van uit dat elke werkgever van dit voordeel kan genieten. Dat is echter niet zo. Initiatieven van lokale diensteneconomie zijn wedertewerkstellingsprogramma’s zoals omschreven in de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980. En de (federale) loontussenkomst van het OCMW voor in Activa geactiveerde gerechtigden op maatschappelijke integratie kan niet gecombineerd worden met de (Vlaamse) loontussenkomst voor een tewerkstelling in een wedertewerkstellingsprogramma. Voor de volledigheid vermelden wij ook nog dat hetzelfde geldt voor de activering van werkloosheidsuitkeringen in het Activaplan. Ook in de RVA-reglementering wordt deze combinatie uitgesloten. Artikel 13 lid 1 van het KB van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan. Artikel 11, 5° van het KB van 14 november 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het OCMW in de loonkost van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan. Artikel 7, lid 3, m van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Artikelsgewijze bespreking van 24 augustus 2006 (stuk 940, zitting 2005-2006) van het ontwerp van decreet houdende de lokale diensteconomie.

Caroline De Baere is coördinator van het ambassadeursproject • www.gsiw.be/latenttalent • Dit artikel werd ook gepubliceerd in het Stadsmagazine Gent - oktober 2009

Mail uw vragen over de juridische kant van sociale tewerkstelling naar petra.dombrecht@vvsg.be 16 november 2009 LOKAAL 37


WERKVELD PLATTELANDSBELEID

Laat Europa investeren in uw dorp Een aantrekkelijk plein, een eigen dorpshuis, goede fietsverbindingen, een klusjesdienst… Landelijke gemeenten investeren in leefbaarheid. Niet eenvoudig voor kleine gemeenten, met kleine budgetten. Dankzij subsidies uit PDPO II en Leader geeft Europa uw gemeente een duwtje in de rug. Liesbet Belmans

E

uropa investeert niet alleen in landbouw, de Unie zet ook in op plattelandsontwikkeling via subsidies uit het Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Vlaanderen vertaalt dit beleid in het zesjaarlijkse Vlaamse Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) en verhoogt de Europese subsidies met Vlaams geld. Twee jaar geleden startte PDPO II 20072013. Vlaanderen en Europa investeren in vier speerpunten: de verbetering van het concurrentievermogen van land- en bosbouw (As 1), het verbeteren van het plattelandsmilieu (As 2), het verhogen van de leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie (As 3) en Leader (As 4). Voor publieke en private initiatieven is er een totale overheidssteun van 667.574.909 euro beschikbaar over zes jaar. Kansen voor kleinere gemeenten De landelijke gebieden in Vlaanderen zijn heel verscheiden in ligging, schaal en kenmerken. PDPO II geeft plattelandsgemeenten de kans om op die streekeigenheid in te spelen en initiatieven te ontwikkelen om hun potentieel en dat van hun regio optimaal te benutten. Provincies, gemeenten en lokale besturen krijgen een sterke rol binnen As 3 en As 4. Ze zijn trekker van een dynamisch en leef baar platteland en kunnen zelf projecten laten subsidiëren binnen deze assen. Dat zijn projecten voor de bevordering van toeristische activiteiten, basisvoorzieningen voor de economie en de

plattelandsbevolking, dorpskernvernieuwing en -ontwikkeling, instandhouding en opwaardering van landelijk erfgoed en intermediaire dienstverlening (opleiding, vorming en begeleiding voor economische actoren). Afhankelijk van de ligging van uw gemeente, in het buitengebied of in een Leadergebied, dient u projecten in bij de provincie (As 3) of bij de Plaatselijke Groep van een Leadergebied (As 4).

In 2008 erkenden de Provinciale Managementcomités (PMC’s), met onder meer vertegenwoordigers uit Vlaanderen, het provinciebestuur en de gemeenten, tien Leadergebieden: MarkAante Kempen, Midden-Kempen Beweegt (Antwerpen), Haspengouw, Kempen-Maasland (Limburg), Meetjesland, Leie & Schelde, Vlaamse Ardennen (Oost-Vlaanderen), Hageland, Pajottenland (Vlaams–Brabant), Tielts Plateau, Westhoek (West-Vlaanderen). Ze omvatten 127 gemeenten (geheel of gedeeltelijk) of één vijfde van de totale Vlaamse bevolking. Elk Leadergebied krijgt een budget van de provincie. Hiermee stelt de groep een coördinator aan die het geheel bewaakt en voor dynamiek zorgt. Naast dat werkingsgeld zijn er projectsubsidies te verdelen. Het uitgangspunt van de Leadermethodiek is een bottom-upfilosofie. Idealiter enthousiasmeren de Plaatselijke Groepen

Lieven Janssens, burgemeester Vorselaar: ‘Leader geeft kleine gemeenten extra middelen. Lokale politici kunnen via deze subsidies prachtige projecten te realiseren.’ Leader of Liaisons Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale bestaat sinds 1991 als apart programma (Leader I, Leader II, Leader +) en is nu geïntegreerd in het PDPO II als As 4. Gemeenten die sociaal, economisch en geografisch een geheel vormen en sterk ruraal zijn, kunnen als Leadergebied erkend worden. Een Plaatselijke Groep (PG) van plattelandsorganisaties, waaronder de betrokken gemeenten, neemt het voortouw door een ontwikkelingsstrategie op lange termijn uit te tekenen. De PG bepaalt welke accenten hierin worden gelegd, aansluitend bij de doelstelling van PDPO II-As 3. Vlaanderen besliste immers Leader in te zetten voor dezelfde doelstelling als As 3: bevorderen van de leefkwaliteit op het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie.

inwoners, verenigingen, middenveld en lokale besturen om projecten in te dienen. Na de lancering van een projectop-roep evalueert de groep de ingediende projecten en keurt ze die goed wanneer ze invulling geven aan de lokale ontwikkelingsstrategie. Bovendien zijn echte leaderprojecten plaatsgebonden, vernieuwend, kleinschalig en het resultaat van samenwerking. Geselecteerde projecten krijgen maximaal 65% overheidssteun op de totale projectkosten. In 2008 werden 87 projecten goedgekeurd, voornamelijk initiatieven voor toerisme en landelijk erfgoed. ‘Leader geeft kleine gemeenten kans op extra middelen. Het is de verantwoordelijkheid van lokale politici om via deze subsidies prachtige projecten te realiseren,’ zegt burgemeester Lieven Janssens van Vorselaar over Leader.

Innovatie en creativiteit in de praktijk staan centraal op de Trefdag 2010. Neem zelf actief deel: laat zien wat u in huis heeft en presenteer uw sterke projecten en praktijken. Stuur uw beste cases in op www.trefdag.be en deel zo uw ervaringen met alle lokale besturen.

38 LOKAAL 16 november 2009


Mooie projecten doen dorpen leven Heel wat gemeenten hebben sinds de start van PDPO II projecten ingediend en subsidies toegewezen gekregen. Enkele voorbeelden: de opzet van buitenschoolse kinderopvang in Alveringem en deelgemeente Beveren, de verbouwing van het Molenhuisje van De Stermolen in Hechtel-Eksel tot een duurzame en toeristische site met belevingsactiviteiten voor kinderen, de ontwikkeling van het stationsplein van Drieslinter (Linter) tot een multirecreatief knooppunt met behoud van de cultuurhistorische waarde, de opwaardering van het dorpsplein van Heikant in Vorselaar, een interlokale klusjesdienst voor de OCMW’s van Denderleeuw, Erpe-Mere en Haaltert, en de ontsluiting van de Maagdentoren van Zichem via een fiets- en wandelroute in Scherpenheuvel-Zichem. Liesbet Belmans is VVSG-stafmedewerker platteland

GF

Plattelandsprojecten Gemeenten in het buitengebied (het Vlaamse grondgebied zonder de grote steden Antwerpen en Gent en de regionale steden Aalst, Brugge, Hasselt-Genk, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout – maar grote gehelen open ruimte van deze stedelijke gebieden horen wel bij het buitengebied) kunnen subsidies aanvragen bij de provincie. In het provinciale plattelandsontwikkelingsplan (PPOP) staat vermeld waar de provincie, binnen de doelstelling van PDPO II-As 3, op inzet en welke projecten gesubsidieerd worden. De provinciale plattelandsloketten volgen de werking op. Via een projectfiche bezorgt u een voorstel aan het plattelandsloket. Indien nodig, helpen ze u daar om de fiche in te vullen. Bouw- en infrastructuurprojecten gaan voor advies naar de Provinciale Kwaliteitskamer. Deze beoordeelt vormgeving, samenhang met historische en landschappelijke context, publieke toegankelijkheid en duurzaamheid. De kwaliteitskamer biedt ook ondersteuning bij de uittekening. Een technische werkgroep beoordeelt de inhoudelijke invulling van het project. Het Provinciaal Management Comité staat in voor de selectie en goedkeuring van projecten. Deze genieten Europese, Vlaamse en soms provinciale subsidies, tot 65% van de kostprijs. Voor 2007-2008 keurden de PMC’s al 126 projecten goed.

Naar het dorpsrestaurant Bilzen werkte samen met het OCMW Riemst, OCMW Hoeselt en RIMO Limburg vzw en dankzij de steun van talrijke vrijwilligers een dorpsrestaurant uit, niet zomaar een locatie in het stadscentrum, maar een rondtrekkend restaurant langs de kleinere deelgemeenten. Vrijwilligers dekken elke weekdag de tafel in een andere parochiezaal of gemeenschapscentrum. Voor maar vijf euro geniet je er van soep, hoofdgerecht en dessert. Piet Vandebroek, afdelingshoofd Samenleving van de stad Bilzen: ‘In onze dorpen wonen veel mensen voor wie de afstand naar de stad te groot is. Daarom ging het dorpsrestaurant naar hen toe. Met succes. Wekelijks bereiken we zo’n 250 mensen.’ Het dorpsrestaurant kwam er mede door Europese middelen uit PDPO II. Piet Vandebroek: ‘Dankzij de Europese steun hebben we keukenbenodigdheden gekocht, personeel aangeworven en aan marketing kunnen doen.’ Het restaurant versterkt bovendien het gemeenschapsgevoel, levert zinvol (vrijwilligers)werk op en leidt tot opwaardering van parochiezaaltjes. ‘Twee- of driemaandelijks brengen we een pamflet uit met nieuws over het dorp en het restaurant. Alle verenigingen krijgen er bovendien gratis advertentieruimte in. Dat creëert een echt dorpsgevoel.’ • Op www.ruraalnetwerk.be vindt u de goedgekeurde projecten van PDPO I en II. • Wilt u iets kwijt over uw ervaringen met PDPO of Leader? Mail naar liesbet.belmans@vvsg.be

16 november 2009 LOKAAL 39


activiteit

uniek loket budgethouderschap

advies

FISCALITEIT

Modelbrief

verkopen

bedrijven

Vlaanderen

Distributie HANDEL Bedrijventerrein

LOKALE karakter

SPECIAAL AANBOD REGELGEVING

Gemeentelijk ambassadeur

2 DELEN + CD-ROM

Sociaal-Economisch

ONDERNEMINGEN

STRATEGISCH

commercieel kmo-ambtenaar

beperking BELASTING

wet checklist

€ 49 formulier Beleidsplan

gemeenten

bevoegdheid

Nationaal

zelfstandig

Ordening

Agentschap

Hefbomen

Attributies

HANDELSVESTIGINGEN

Ruimtelijke

Handleiding

Begeleidend

dienstverlening

COMMUNICEREN

REGIE

Energie criteria

informatieplicht

kader

handels

detailhandel

ambt

Handhaving ambtenaren

Collegebeslissing

Centrummanagement

AMBULANTE

BELEID

dossier

HANDELAARS – FOORKRAMERS

elkaar

OPENINGSUREN

compensatie

inrichting

gemeentelijke

werken

BELEIDSPLANNING

GAS

Economie

Aanvraagformulier

gevolg

dossierbehandeling

BESTUUR

ORGANISATIE Cultuur

economische

Model kennis

GEMEENTE

HANDELAARS Comité

stad

comité

adviesraden Model PLICHT

Invuldocument Compensatievergoeding

Procedure

erfgoed

functie

FOD

plan DEEL

EDRL

Beroepsprocedure

Schep een bedrijfsvriendelijk klimaat in uw gemeente Lokale mandatarissen hebben het alsmaar vaker over ‘werk in eigen streek’ en ‘leefbare handelskernen’. Hiermee drukken ze niet alleen de nood uit aan economische activiteit op het grondgebied van de gemeente, ze geven ook aan dat het voeren van een economisch beleid een sociaal-maatschappelijke component inhoudt. Lokale economie is op die manier sterk verweven met de kwaliteit van ieders leefomgeving. Het opzetten van een dienst-

We vermelden ook de succesverhalen uit andere gemeenten. Omdat u er als gemeente niet alleen voor staat, zoomen we ook in op de belangrijkste partners die samen met u het gemeentelijk economisch beleid vorm kunnen geven.

bevordert wordt zo een belangrijk onderdeel van een algemeen gemeentelijk beleid.

… voor managers binnen en buiten de gemeente

Hefbomen

bedrijven

Vlaanderen

HANDEL Bedrijventerrein

checklist

beperking

BELASTING

Beleidsplan

ONDERNEMINGEN

Energie criteria

verkrijgen

Sociaal-Economisch

belastingsreglement

ambassadeur

nieuwe formulier

activiteit

Op de cd-rom vindt u naast de wet- en regelgeving ook een reeks modeldocumenten en -formulieren waarmee u onmiddellijk aan de slag kan. Dit handboek is niet alleen bedoeld voor de ambtenaar of schepen lokale economie maar voor al wie zich interesseert voor de groei en bloei van zijn of haar gemeente.

Handleiding

LOKALE karakter

budgethouderschap

commercieel kmo-ambtenaar

advies

verkopen

Distributie

REGIE

Gemeentelijk

Begeleidend

gemeenten

bevoegdheid

Nationaal

zelfstandigen

Ordening

Ruimtelijke

FISCALITEIT

kader

COMMUNICEREN

Modelbrief

handels

detailhandel

ambt

Invuldocument

HANDELAARS – FOORKRAMERS

BELEID

starter Collegebeslissing

CONTEXT

Inkomenscompensatievergoeding

mulier

In het praktijkboek “Gemeentelijk economisch beleid” reiken we u enkele Economie uniek loket bouw stenen aan om deze doelstellingen te STRATEGISCH wet verwezenlijken. Uiteraard bespreken we ook het instrumentarium dat u kan gebruiken wanneer u uw beleid wil uitwerken. Zowel de wettelijke als decretale instrumenten, als de verschillende gemeentelijke hefbomen komen aan bod. Agentschap

GAS

HANDELSVESTIGINGEN

IE Cultuur

economische

EENTE

nomie

Een onontbeerlijk praktijkboek … HANDELAARS Comité

Attributies

dossierbehandeling

sraden

LICHT

GEMEENTELIJK ECONOMISCH BELEID

procedure

meen

BESTUURLIJKE

verlening voor ondernemers en de uitbouw van een economisch beleid dat de levenskwaliteit van de inwoners

… met kant-en-klare modellen op digitale drager

GEMEENTELIJK ECONOMISCH BELEID

BESTELKAART

… geschreven door een team van specialisten Het werk is het resultaat van de inspanningen van een gedreven team. De specialisten economie van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten werkten samen met een brede waaier aan experten.

… losbladig dus steeds actueel Deze losbladige publicatie met abonnementsformule wordt voortdurend aangevuld en bijgewerkt waardoor uw boek steeds actueel blijft.

Bestel via www.politeia.be of stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel / fax: 02 289 26 19

JA, ik bestel …… ex. van het handboek “Gemeentelijk economisch beleid” en geniet van het uitzonderlijke lanceringsaanbod van 49 euro voor het tweedelige basisboek met cd-rom * Naam:

Adres:

Functie: Organisatie:

Btw-nummer:

E-mail:

Datum:

Tel.:

Handtekening:

OPGELET! Deze publicatie vervangt de oude publicatie ‘Lokale Economie’. Abonnees krijgen het nieuwe boek automatisch in hun brievenbus. * Prijs incl. btw, excl. verzendingskosten. Prijs geldig tot 30 november 2009. De bijwerkingen worden u toegezonden tegen de prijs van 0,46 euro/blz, de update van de cd-rom tegen 29 euro. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


wetmatig berichten

Nieuwe Vlaamse Codex RO gespreksonderwerp in Vlaams parlement Begin oktober interpelleerde de vorige Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen in een commissievergadering zijn opvolger Philippe Muyters over de toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Daarop ontstond een levendige discussie met tussenkomsten van Lode Ceyssens, burgemeester van Meeuwen-Gruitrode, Wilfried Vandaele, schepen in De Haan, en Mercedes Van Volcem, schepen in Brugge.

De volksvertegenwoordigers-lokale mandatarissen vertelden dat veel gemeenten de voorbije maanden zich serieus hadden voorbereid op het decreet maar dat ze ook nog veel vragen over een correcte toepassing ervan hadden. Sommige bepalingen zouden onwerkbaar zijn. Ze baseerden zich daarbij ook op informatie van de VVSG.

Meldingsplichtige werken

De Vlaamse Codex RO voegt een nieuwe categorie toe: voor bepaalde handelingen moet er geen stedenbouwkundige vergunning worden aangevraagd, maar ze moeten wel gemeld worden aan de gemeente. De minister verklaarde dat hij nog wil kijken of de invoering ervan niet eenvoudiger kan. De VVSG vindt dit verstandig. We zijn voorstander van meldingsplicht, op voorwaarde dat het systeem voor zowel de burger als de gemeenten vlot werkt. Het systeem eerst uittesten in enkele gemeenten is een goed idee. Zo komen mogelijke kinderziektes snel aan het licht. Als invoeringsdatum mikt de minister op 1 april 2010. De VVSG is blij met dit uitstel, tegen die tijd ligt er hopelijk een goed werkend systeem voor. De minister zei na te denken over hoe het best wordt omgegaan met meldingsplichtige werken die niet mogen door de verkavelingsvoorschriften of de stedenbouwkundige voorschriften.

Aanplakking van vergunning

In veel gemeentehuizen werden de wenkbrauwen diep gefronst bij een bepaling die in de

Vlaamse Codex RO – veiligheidshalve – zo geïnterpreteerd moet worden dat na aflevering of (stilzwijgende) weigering van de vergunning de volledige vergunning of mededeling dat er sprake is van een stilzwijgende weigering ter plekke moet worden aangeplakt en dat de burgemeester dit moet attesteren. Onwerkbaar en niet beantwoordend aan een reële behoefte, vinden we. De minister kondigde aan dat hij de Vlaamse Codex op dit punt wil aanpassen.

As-built-attesten

In zijn antwoord ging de minister niet expliciet in op wanneer het systeem van as-builtattesten nu precies ingaat. U weet wel, het gaat hier om een attest waaruit blijkt dat wat op het terrein is gebouwd niet of maar marginaal afwijkt van wat is vergund. Ook dit heeft een serieuze impact op de werking van de gemeenten, omdat de as-built-attesten door het college moeten worden gevalideerd en ze onderdeel uitmaken van de vergunningenregisters. Ongetwijfeld is het echter de bedoeling dergelijke attesten op een later moment concreet in te voeren, ook al omdat de as-built-attesten een belangrijke schakel zijn in het voorkomen van stedenbouwkundige overtredingen. Ook wordt gekeken of een combinatie met het energieprestatiecertificaat een optie is om te voorkomen dat er telkens weer een andere ambtenaar op de stoep staat om iets te attesteren.

Informatieplicht notarissen

Op vraag van volksvertegenwoordiger Peter Reekmans (gemeenteraadslid in Glabbeek) werd een discussie gevoerd over de informatieplicht. ‘De verplichte stedenbouwkundige informatie van gemeenten laat toch wel lang op zich wachten, en notarissen komen hierdoor in de knoei,’ was de kern van zijn betoog. Minister Muyters antwoordde hierop genuanceerd: inderdaad is het belangrijk dat de notaris zo vlot mogelijk informatie verstrekt. Er lopen initiatieven die het mogelijk maken om stedenbouwkundige en andere nuttige informatie digitaal te ontsluiten. De minister suggereert dat als een notaris de informatie niet met redelijke middelen en binnen een redelijke termijn kan krijgen, hij daarvan in de akte melding maakt. De notaris heeft volgens de minister een inspanningsverplichting en geen resultaatsverbintenis. Bovendien heeft de notaris een algemene voorlichtings- en onderzoeksplicht, die breder is dan enkel het geven van de decretaal verplichte informatie.

Daadwerkelijke dialoog

De VVSG hoopt dat er op basis van een daadwerkelijke dialoog tussen Vlaanderen en de gemeenten wordt gewerkt aan een regelgeving die mooie ruimtelijke projecten mogelijk maakt, voldoende eigen beleidsruimte biedt aan de lokale besturen én voor zowel de burger als de lokale besturen ook werkbaar, helder en eenduidig geschreven is. De eerste signalen wijzen er alleszins op dat de minister de opmerkingen van de lokale besturen serieus neemt. xavier.buijs@vvsg.be

advertentie

Snel ruimte nodig??

Snel nood aan ruimte? Op zoek naar een snelle, flexibele oplossing? Een duidelijke, gedetailleerde offerte binnen de 48u? Verifieerbare kwaliteit, niet enkel in België maar wereldwijd? Frisomat ontwerpt, produceert en bouwt reeds 30 jaar innovatieve gebouwen uit koudgewalst, verzinkt staal. Een juiste prijs en korte levertijd voor elk project. Just in time, in overeenstemming met lokale statische normering.

Snel ruimte nodig, praat met ons. Lokaal08_nl_sept08.indd 1

www.frisomat.be

10/03/2009 15:17:23

16 november 2009 LOKAAL 41


Het OCMW van Puurs gaat over tot aanwerving van

Diensthoofd beleids- en projectmanagement

OCMW BALEN

m/v – A1a-A3a niveau – voltijds – statutair

Het OCMW van Balen is een groeiende organisatie, die met 200 medewerkers en een breed aanbod van diensten een belangrijke plaats inneemt in het welzijnsaanbod van de gemeente.

Je staat aan het hoofd van de dienst beleids- en projectmanagement, die verantwoordelijk is voor het uitwerken, coördineren en opvolgen van een optimaal en duurzaam beleid door de nodige systemen en technieken aan te reiken, zodat de organisatie in staat is om op de meest efficiënte en effectieve manier kwaliteitsvolle resultaten te bereiken, rekening houdend met de noden van de burgers, medewerkers en andere (externe) partners. Deze dienst staat ook in voor de algemene administratieve ondersteuning.

Professionaliteit, cliëntgerichtheid, innovatie en maatschappelijke betrokkenheid zijn waarden die stevig in de werking van het OCMW verankerd zitten. Het OCMW van Balen wenst over te gaan tot de organisatie van wervingsexamens voor de functie van (m/v):

Voorwaarden voor deze functie:

- houder zijn van een diploma universitair onderwijs of gelijkwaardig (bijvoorbeeld masterdiploma) of hoger onderwijs van het lange type gelijkwaardig aan universitair onderwijs; - minstens beschikken over drie jaar relevante ervaring; - slagen in een aanwervingsexamen.

Stafmedewerker sociaal beleid niveau A • statutair

Functie: Als stafmedewerker sociaal beleid coördineert u de werkzaamheden van de sociale dienst met het oog op een kwaliteitsvolle dienstverlening en ondersteunt u het bestuur in het te ontwikkelen welzijnsbeleid.

Wij bieden:

- boeiende, verantwoordelijke en gevarieerde functie; - verloning volgens barema’s van de lokale besturen (A1-A3 niveau €32.466 - €57.132,85, bedragen werden geïndexeerd); - interessante verlofregeling - extralegale voordelen: maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding.

Profiel: U bent in het bezit van een universitair diploma of gelijkwaardig; rekening houdende met de functieomschrijving dient u te slagen voor een schriftelijke, mondelinge en psychotechnische proef. Wij zoeken iemand die sterk geïnteresseerd is in de sociale sector, medewerkers kan motiveren en beleidsmatig kan denken. Aanbod: Een verantwoordelijke, boeiende en afwisselende job in een aangename werksfeer, mogelijkheid tot bijscholing, glijdende werkregeling, hospitalisatie­ verzekering en maaltijdcheques.

De specifieke aanwervingsvoorwaarden en functieomschrijvingen kunnen aangevraagd worden op de personeelsdienst van het OCMW t.a.v. Peggy Bovijn, T 03-890 15 08 of via personeel@ocmwpuurs.be. Kandidaturen met cv en kopie van het diploma worden ten laatste vrijdag 20 november 2009 om 12.00 uur ingewacht t.a.v. voorzitter van het OCMW Erwin Brys, Palingstraat 50, 2870 Puurs. De kandidaturen kunnen ingediend worden: - per post (Palingstraat 50 te 2870 Puurs) - per fax 03-890 15 90 - per e-mail: personeel@ocmwpuurs.be - door afgifte tegen ontvangstbewijs op bovengenoemd adres.

OCMW Kampenhout werft aan :

Ontvanger Financieel beheerder m/v Het OCMW van Kampenhout gaat over tot de aanwerving van een statutair OCMW-ontvanger/financieel beheerder. Het tewerkstellingspercentage bedraagt 75% van een voltijdse tewerkstelling.

Voor meer informatie (functieomschrijving, examenprogramma, …) kan u contact opnemen met Ben Machilsen, stafmedewerker personeel, via tel. 014 82 98 20, e-mail ben.machilsen@ocmwbalen.be of www.ocmwbalen.be. Interesse? Stuur uw kandidatuur en een kopie van de nodige stukken (diploma, opleidingsgetuigschriften, …) uiterlijk voor 27/11/09 aangetekend naar: De voorzitter van het OCMW van Balen, Veststraat 60, 2490 Balen of breng uw kandidatuur binnen tegen ontvangstbewijs aan de balie van het OCMW­huis.

Uw profiel:

Interesse?

Ons aanbod:

Uw sollicitatiebrief en een kopie van uw diploma versturen naar: OCMW Kampenhout, t.a.v. de voorzitter, Dorpsstraat 9, 1910 Kampenhout.

een universitair diploma (master). Een managementfunctie in een boeiende werkomgeving. Een statutaire betrekking na het volgen van een wervingsprocedure. Extra legale voordelen (maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietspremie).

www.ocmw-kampenhout.be, knop vacatures.

Wij verwachten uw kandidatuur vóór 23 november 2009.

OCMW HERENTHOUT zoekt een (M/V)

OCMW-SECRETARIS

DECRETALE GRAAD / VOLTIJDSE BETREKKING / STATUTAIR

Jouw functie:

• Je bent belast met de algemene leiding van de administratie. • Je staat aan het hoofd van het personeel en je bent bevoegd voor het dagelijks personeelsbeheer. • Je bent belast met de werking van de diensten inzake de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het beleid. • Je bent belast met de interne controle op de werking van de diensten. • Je bent de sleutelfiguur in de samenwerking met het gemeentebestuur, de hogere overheid en derden.

Jouw profiel:

• Je bent een inspirerend leider, met een uitgesproken visie op lange termijn, die enthousiast een gedreven team kan leiden en ruimte creëert voor verandering en creativiteit. • Je kan je goed inleven in de heersende informele sfeer die gekoppeld is aan sterke resultaatsgerichtheid. • Je stelt je toegankelijk op tegenover jouw medewerkers. • Je kan het managementteam inspireren en de brug leggen voor een goede samenwerking met de beleidsverantwoordelijken. • Je hebt tevens het nodige inlevingsvermogen om te werken in de politieke omgeving van een openbaar bestuur. • Je beschikt over een diploma dat toegang geeft tot niveau A.

De mogelijkheid bestaat om max. 10 jaar relevante privé-anciënniteit mee te nemen. Brutojaarsalaris: aan huidige index: min. 43.790,31 euro en max. 64.677,07 euro. Er wordt een werfreserve aangelegd voor 2 jaar. Interesse? Je stuurt je kandidatuurstelling AANGETEKEND met CV en kopie diploma naar OCMW Herenthout, t.a.v. de voorzitter, Bouwelse Steenweg 14, 2270 Herenthout ten laatste op 18 november 2009. Meer informatie: CC Select, Sarah Van Cappellen • tel.: 02 467 35 40 • sarahvancappellen@ccselect.be of OCMW HERENTHOUT, Nathalie Verbeeck • tel.: 014 50 21 81 nathalie.verbeeck@ocmwherenthout.bewww.ocmwherenthout.be

42 LOKAAL 16 november 2009


wetmatig berichten

OCMW Denderleeuw

2de oproep

OCMW Denderleeuw is in volle groei en samen streven we ernaar de burgers een optimale dienstverlening aan te bieden. Om deze ambitie waar te maken, gaat het OCMW van Denderleeuw over tot de aanwerving van volgende functie (m/v) voor de sociale dienst, met een aanleg van een wervingsreserve van 2 jaar:

HOOFDMAATSCHAPPELIJK WERKER Voltijdse betrekking in statutair dienstverband, niveau B4-B5 U geeft leiding aan alle medewerkers van de sociale dienst en rapporteert rechtstreeks aan de secretaris. U ondersteunt de medewerkers en bewaakt de kwaliteit van de dienstverlening. U bent verantwoordelijk voor de planning, organisatie en coördinatie van de afdeling met als doel de burgers en het OCMW een optimale dienstverlening aan te bieden. Als lid van het managementteam werkt u mee aan de beleidsuitvoering.

Profiel

• De Belgische nationaliteit hebben • Diploma van maatschappelijk assistent • Minimaal 4 jaar relevante beroepservaring

Wij bieden

• Een boeiende job in een groeiende organisatie • Extralegale voordelen zoals maaltijdcheques en een hospitalisatieverzekering

Interesse?

Stuur uw kandidatuur vergezeld van een curriculum vitae, een gemotiveerd schrijven, kopie van het diploma en uittreksel uit het strafregister uiterlijk op dinsdag 1 december 2009 per aangetekend schrijven (poststempel geldt als bewijs) naar OCMW Denderleeuw, t.a.v. Herman Janssens, Ten Kouter 20 te 9470 Denderleeuw. U kan de kandidatuur ook uiterlijk op diezelfde dag tegen ontvangstbewijs binnen brengen op de personeelsdienst. Sollicitaties per e-mail worden niet aanvaard. Meer informatie over de diploma- en toelatingsvoorwaarden, het indienen van de kandidaturen, de functiebeschrijving, arbeidsvoorwaarden en het examenprogramma kan u bekomen bij mevrouw Greet Slagmulder, secretaris van het OCMW, op het nummer 053/66.33.63 of via e-mail greet.slagmulder@publilink.be. Deze procedure loopt in samenwerking met CC Select. “Het OCMW van Denderleeuw let op het bevorderen van gelijke kansen bij aanwerving.”

OCMW Denderleeuw

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website Inlevering advertenties: Lokaal 20 (16 tot 31 december): 30 november 2009 Lokaal 1 (10 tot 31 januari 2010): 14 december 2009 Informatie: Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

layla aerts

Functie

Het woonzorgdecreet heeft voorlopig nog niet veel gevolgen voor de huidige serviceflatbewoners. 09-43-03 OCMW Denderleeuw 245*74 mm Jobat Geomedia

Leeftijdsgrens serviceflatbewoners blijft 60 jaar Het woonzorgdecreet introduceert de assistentiewoningen als opvolger van de serviceflats. Dit zal op termijn veel gevolgen hebben voor de huidige serviceflatuitbaters. Tot vandaag blijven deze gevolgen nog zeer beperkt omdat de artikels over de assistentiewoningen nog niet in uitvoering gaan. Dat geldt ook voor de overgangsbepalingen in het woonzorgdecreet. De leeftijdsgrens van serviceflatbewoners wordt

met andere woorden pas 65 jaar op het moment dat de bepalingen over de assistentiewoningen in werking treden (art. 88 §4 van het woonzorgdecreet). Op dit moment blijft de leeftijdsgrens voor serviceflatbewoners op 60 jaar. Ook de verplichte zelfevaluatie geldt nog niet voor serviceflats, want het stambesluit dat zelfevaluatie oplegt, is niet van toepassing op serviceflats. Het enige uitvoeringsbesluit dat wel

van toepassing is op de serviceflats is dat van de voorafgaande vergunning, aangezien de serviceflats ook expliciet zijn opgenomen in het besluit van 5 juni 2009. De VVSG vroeg en kreeg overigens bevestiging van deze visie op de overgangstermijnen van het Agentschap Zorg en Gezondheid. elke.vastiau@vvsg.be

Rookstopconsultaties terugbetaald bij huisarts en tabakoloog Sinds 1 oktober wordt professionele hulp bij het stoppen met roken terugbetaald door het Riziv. Het KB van 31 augustus regelt een terugbetaling van 30 euro voor de eerste consultatie en 20 euro voor zeven opvolgconsultaties, met een maximum van acht sessies binnen twee kalenderjaren. Voor zwangere vrouwen geldt een terugbetaling van 30 euro per consultatie, met in totaal acht sessies per zwangerschap. Voor deze prestaties gelden nieuwe nomenclatuurnummers bovenop het consultatiehonorarium. De campagne In iedere roker zit een stopper wil huisartsen en andere gezondheidswerkers aansporen om patiënten goed te informeren

en ze aan te moedigen om te stoppen. Daarvoor werden een gratis folder, bladwijzer en oriëntatieboom ontwikkeld. De Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT) coördineert de campagne. sabine.vancauwenberge@vvsg.be

Koninklijk Besluit van 31 augustus 2009 inzake de tegemoet-koming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor de hulp bij tabaksontwenning, BS van 15 september 2009, Inforumnummer 241338 Meer informatie: www.vrgt.be 16 november 2009 LOKAAL 43


Het gemeentebestuur van Middelkerke gaat over tot de aanwerving van:

ASSE

1 SECTORFUNCTIONARIS FINANCIEN Hij/zij ondersteunt de activiteiten van de nanciële afdeling door middel van rapporteringen en analyses ter voorbereiding en opvolging van het beleid. De beleidsthema’s zijn ruim en divers en bestrijken het ganse gemeentelijk actieterrein, hoofdzakelijk vanuit een nanciële invalshoek. De taken zijn vooral van adviserende en administratieve aard en zijn gericht op beleidsondersteuning en -analyse. Het betreft een aanwerving in vast dienstverband (schalen functionele loopbaan en rang: A1a-A3a). Bijzondere voorwaarden: • Houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat in aanmerking genomen wordt voor de aanwerving in een betrekking van niveau A overeenkomstig bijlage I bij het Rechtspositiebesluit Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007, richting nanciële, handels- en economische wetenschappen of management. • Belg zijn. Er is een selectieproef voorzien (assessmentproef, een schriftelijke en een mondelinge proef).

1 SECTORFUNCTIONARIS PREVENTIEADVISEUR Hij/zij is eerstelijnsverantwoordelijke voor een optimaal en dynamisch beheer van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Hij/zij is eerstelijnsverantwoordelijke voor de uitwerking, coördinatie en ondersteuning van het gemeentelijk beleid inzake welzijn op het werk overeenkomstig de van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen. Hij/zij is tevens de gemeentelijke noodplanningsambtenaar. Het betreft een aanwerving in vast dienstverband (schalen functionele loopbaan en rang: A1a-A3a). Bijzondere voorwaarden: • Houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat in aanmerking genomen wordt voor de aanwerving in een betrekking van niveau A overeenkomstig bijlage I bij het Rechtspositiebesluit Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007. • Houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift van preventieadviseur minstens niveau 2. • Minstens drie jaar beroepservaring als preventieadviseur minstens niveau 2. Er is een selectieproef voorzien (assessmentproef, een schriftelijke en een mondelinge proef).

2 SECTORASSISTENTEN BOEKHOUDING Onder leiding van de nancieel beheerder is hij/zij is de eerstelijnsverantwoordelijke voor de tijdige en correcte uitvoering van de boekhoudkundige verrichtingen. Het betreft een aanwerving in vast dienstverband (schalen functionele loopbaan en rang: B1-B2-B3). Bijzondere voorwaarden: • Houder zijn van een diploma van bachelor boekhouding of bedrijfsmanagement. • Houder zijn van het getuigschrift afgeleverd door een school voor bestuursrecht na het gevolgd hebben van de basisopleiding van minstens niveau C of deze opleiding met gunstig gevolg volgen tijdens de proeftijd. • Belg zijn. Er is een selectieproef voorzien (een schriftelijke en een mondelinge proef).

1 SECTORFUNCTIONARIS PATRIMONIUMBEHEER Onder leiding van de nancieel beheerder is hij/zij eerstelijnsverantwoordelijke voor het secretariaat van het Autonoom Gemeentebedrijf Middelkerke. Onder leiding van de afdelingsfunctionaris CAD is hij/zij eerstelijnsverantwoordelijke voor de coördinatie en opvolging van de gemeentelijke rechtsgedingen en het gemeentelijk patrimoniumbeheer (concessies, verhuringen, ...). Als zodanig vervult hij/zij tevens een belangrijke juridische advies- en bijstandsfunctie. Hij/zij kan tevens belast worden met het verrichten met voorbereidende, adviserende en opvolgende handelingen m.b.t. overheidsopdrachten in het algemeen (inclusief economaat). Het betreft een aanwerving in vast dienstverband (schalen functionele loopbaan en rang: A1a-A3a). Bijzondere voorwaarden: • Houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat in aanmerking genomen wordt voor de aanwerving in een betrekking van niveau A overeenkomstig bijlage I bij het Rechtspositiebesluit Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007. • Belg zijn. Er is een selectieproef voorzien (een schriftelijke en een mondelinge proef).

1 SECTORASSISTENT BIBLIOTHEEK Een sectorassistent in de bibliotheek krijgt de verantwoordelijkheid over één of meerdere domeinen van het bibliotheekwerk: Het collectiebeheer, de publiekswerking, de digitale bibliotheek, de marketing en promotie en de volwasseneneducatie. Het betreft een aanwerving in vast dienstverband (schalen functionele loopbaan en rang: B1-B2-B3).

Het gemeentebestuur van Asse wenst op korte termijn over te gaan tot het inrichten van een examenprocedure voor

Hoofdmedewerker burgerzaken niv. C4-5 – voltijds – vastbenoemd) Wat zijn jouw voornaamste taken? - Je bent verantwoordelijk voor een vlotte werking en correcte dienstverlening van de diensten (bevolking, burgerlijke stand, rijbewijzen, strafregister en vreemdelingendienst). - Je staat in voor de dagelijkse leiding van het personeel, het coördineren en opvolgen van de taken van de medewerkers en de organisatie van de desbetreffende diensten.

Welk profiel verwachten wij? Je hebt een diploma dat toegang geeft tot niveau C van het gemeentepersoneel. Je hebt minimaal vijf jaar ervaring als administratief medewerker (C1-3 of gelijkwaardig) in een openbaar bestuur in één van de hierboven genoemde diensten. Je voldoet aan de vereiste aanwervingsvoorwaarden. Je bent stressbestendig, klantvriendelijk en dynamisch ingesteld en je hebt zin voor verantwoordelijkheid.

Communicatiemedewerker niv. B1-3 – voltijds – vastbenoemd Wat zijn jouw voornaamste taken? Je staat in voor een efficiënte en effectieve ondersteuning van de communicatieambtenaar. Dit houdt ondermeer volgende taken in: - redactionele voorbereiding voor maandelijks informatieblad en tweejaarlijkse informatiegids - realisatie van een nieuwe website en actualiseren van de inhoud - opvolging van de aanmaak van het gemeentelijke stratenplan - opvolging en beheer van de communicatiemiddelen: website, lichtkranten, beelddatabank - organisatie onthaal nieuwe inwoners - beheren en opvolgen van dossiers, van bij de voorbereiding tot de nazorg - allerhande uitvoerende taken: beantwoorden van schriftelijke en telefonische informatievragen van de burgers. Opvolging van e-mails. Actualiseren van databestanden.

Welk profiel verwachten wij? Je hebt een bachelordiploma. Je kunt vlot omgaan met de belangrijkste moderne kantoortechnieken en communicatiemedia. Je beheerst zeer goed de Nederlandse taal, zowel mondeling als schriftelijk. Je kunt je eigen werkzaamheden organiseren, plannen en systematisch aanpakken. Je kunt op een vlotte wijze contacten leggen met de interne diensten en medewerkers, en met externe instellingen en personen, verenigingen, bewonersgroepen, enz.

Bijzondere voorwaarden: • houder zijn van een diploma of getuigschrift dat in aanmerking genomen wordt voor de aanwerving in een betrekking van niveau B overeenkomstig bijlage I bij het Rechtspositiebesluit Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007 • houder zijn van het getuigschrift initiatie bibliotheekopleiding of het getuigschrift afgeleverd door een school voor bestuursrecht na het gevolgd hebben van de basisopleiding van minstens niveau C of één van deze opleidingen met gunstig gevolg volgen tijdens de proeftijd

Wat bieden wij voor beide functies?

Er is een selectieproef voorzien (een schriftelijke en een mondelinge proef).

Interesse?

Bijkomende inlichtingen inzake voorwaarden en functiebeschrijving kunnen bekomen worden op de personeelsdienst (059/31.91.16 - personeelsdienst@middelkerke.be) of via website van de gemeente www.middelkerke.be.

Je kunt deelnemen aan de selectieprocedure door het verplichte inschrijvingsformulier hetzij aangetekend te sturen, hetzij af te geven tegen ontvangstbewijs op het secretariaat van het administratief centrum (2de verdiep) ten laatste op 3 december 2009, gericht aan het college van burgemeester en schepenen, Gemeenteplein 1, 1730 Asse. Het inschrijvingsformulier en de uitgebreide functiebeschrijving kun je downloaden via http://www.asse.be/home/index.cfm?id=505 of opvragen bij Leen Lievens T 02-454 19 98).

Kandidaturen worden ingediend via aangetekend schrijven bij het gemeentebestuur, t.a.v. dhr. Burgemeester, gemeentehuis – Spermaliestraat 1 – 8430 Middelkerke, en dit uiterlijk 06/12/2009 en voor de vacature ‘Sectorassistent Bibliotheek’ uiterlijk tegen 29/11/2009!

44 LOKAAL 16 november 2009

Een statutaire aanstelling in een boeiende en cruciale functie met veel afwisseling. Een aantrekkelijke bezoldiging, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, glijdende werktijden,...


VVSG-POLITEIA

wetmatig berichten

Opvangnetwerk asielzoekers overbezet Het opvangnetwerk voor asielzoekers zit nog steeds overvol, maar er zit beweging in het dossier. De ministerraad van 18 september 2009 heeft eindelijk een aantal beslissingen genomen om de overbezetting aan te pakken, maar op het terrein is er nog geen verbetering. Asielzoekers met niet-toewijzingen staan opnieuw letterlijk op straat. Er moeten dus dringend ofwel opvangplaatsen bijkomen ofwel opvangplaatsen vrijgemaakt worden.

Eerst het goede nieuws. De ministerraad heeft een aantal beslissingen genomen om de overbezetting weg te werken. Ten eerste krijgt Fedasil 9,5 miljoen euro extra voor 2009. Die 9,5 miljoen euro dienen om de hotelopvang en de andere uitbreidingen van de capaciteit te financieren (7,5 miljoen), maar ook om tegen eind 2009 1200 bijkomende opvangplaatsen te creëren (2 miljoen). De bijkomende plaatsen moeten het mogelijk maken de hotelopvang snel af te bouwen. Het is intussen duidelijk dat deze 1200 bijkomende plaatsen niet allemaal vóór eind 2009 operationeel zullen zijn. Ten tweede krijgt Fedasil de opdracht om voor 2010 nog een 3000 bijkomende opvangplaatsen te zoeken om de opvangcapaciteit in totaal met 5000 plaatsen te doen stijgen. Ten derde zal het recht op materiële opvang vanaf de derde asielaanvraag opgeheven worden, al moet hiervoor eerst de Opvangwet worden aangepast. Ten slotte zijn er onderhandelingen over het protocol voor de uitwijzingen vanuit de opvangstructuren. Er wordt ook gesproken over de mogelijkheden om via het verblijfsrecht de overbezetting tegen te gaan, bijvoorbeeld via snelle(re) beslissingen ten gronde bij medische regularisaties. De VVSG is tevreden dat de federale overheid eindelijk bijkomende middelen heeft vrijgemaakt om de overbezetting aan te pakken.

Cynische vicieuze cirkel

Op het terrein gaat het ondertussen van kwaad naar erger. De voorbije weken was er niet elke dag voor elke asielzoeker een opvangplaats. Asielzoekers die geen opvangplaats toegewezen krijgen, staan letterlijk op straat. Voor hen is het OCMW van Brussel bevoegd maar dat OCMW kan deze tientallen asielzoekers niet helpen. Omdat de ministerraad de hotelopvang niet verder wil uitbreiden, wil Fedasil op korte termijn opvangplaatsen vrijmaken. Daarom heeft het op 16 oktober een instructie verstuurd die toelaat dat bepaalde asielzoekers vertrekken en maatschappelijke dienstverlening van het OCMW krijgen. Voorwaarde is dat de asielzoeker een ondertekende huurovereenkomst kan voorleggen. Het OCMW van de plaats van inschrijving in het wachtregister voor de hoofdverblijfplaats is bevoegd (geen toepassing spreidingsplan). Het OCMW van de plaats waar de opvangstructuur ligt, is dus bevoegd tot de asielzoeker op zijn nieuwe adres is ingeschreven. De bevoegdheid hinkt dus altijd achterop, wat nadelig is. De VVSG heeft toch wel vragen bij ondertekende huurovereenkomsten waarbij er niets geregeld is met betrekking tot de huurwaarborg. Uit alle hoeken komt immers het signaal dat OCMW-cliënten het bijzonder moeilijk hebben op de huurmarkt

en dat eigenaars alle mogelijke garanties vragen voordat ze een huurovereenkomst willen geven. Uiteindelijk komen de OCMW’s in een bijzonder cynische situatie terecht. Als de huurwaarborg altijd wordt geweigerd, zullen sommige asielzoekers niet vertrekken omdat ze ervoor kiezen om geen aanvraag tot opheffing in te dienen. Dan komen er geen opvangplaatsen vrij en staan er nieuwkomers zonder toewijzing op straat. Ofwel vertrekken de asielzoekers toch nadat hun aanvraag tot opheffing werd ingewilligd maar is de kans groot dat het verkeerd loopt met de huisvesting. Dan komt het probleem toch bij een OCMW terecht dat dan opnieuw van nul moet beginnen met het zoeken naar huisvesting. In dat geval komen er weer wel een aantal plaatsen vrij voor nieuwkomers. Volgens de VVSG is de enige goede oplossing een gevoelige verhoging van het aantal opvangplaatsen. Alleen zo kunnen allerlei nadelige neveneffecten voor asielzoekers, OCMW’s en beleidsmakers vermeden worden.

Oproep aan de OCMW’s

Intussen worden de OCMW’s opgeroepen om bijkomende LOI-plaatsen te creëren. Daar is nog niet veel reactie op gekomen. Dat is volgens de VVSG ook een gevolg van de onduidelijkheid over de financiering, over de duur van de overeenkomst (in principe tot eind 2010?) en over de mogelijke toepassing van het spreidingsplan (worden de nieuwe plaatsen (nog) aangerekend?). De VVSG vraagt daarom dat er eerst voldoende duidelijkheid wordt geboden over het gevraagde engagement. De staatssecretaris wil zelf een oproep lanceren om op deze vragen een antwoord te bieden. De situatie is uiteraard dubbel. Als de OCMW’s geen bijkomende LOI-plaatsen creëren, dan komt er zeker geen einde aan de overbezetting en zullen de OCMW’s met de gevolgen daarvan geconfronteerd worden. Maar ook als de OCMW’s bijkomende LOIplaatsen creëren, is het niet absoluut zeker dat dit zal volstaan om de overbezetting definitief op te lossen. OCMW’s die mogelijkheden hebben om hun LOI uit te breiden, kunnen contact opnemen met de regiomedewerkers van Fedasil. fabienne.crauwels@vvsg.be

Meer informatie vindt u op www.vvsg.be, knop sociaal beleid, vreemdelingen, materiële opvang in de nota ‘Overbezetting opvangnetwerk asielzoekers: beslissing Ministerraad en vrijwillige opheffing code 207 opvangstructuur’. Zie ook de rondzendbrief van 3 december 2008 van de POD MI betreffende gevolgen van het recht op maatschappelijke integratie bij een OCMW van een asielzoeker van wie de verplichte plaats van inschrijving (code 207) bij een opvangcentrum of bij een LOI werd opgeheven, www.mi-is.be.

Nieuw Het ecogram Sociale netwerken in kaart gebracht Hoe kan ik het sociale netwerk van een cliënt in kaart brengen op een overzichtelijke manier? Hoe kan ik ervoor zorgen dat de informatie die ik verworven heb over het cliëntsysteem niet alleen voor mezelf duidelijk is, maar ook voor collega’s, andere hulpverleners en voor de cliënt zelf? Het ecogram of de ecokaart is een praktisch hulpmiddel om alle informatie over het sociale netwerk van een cliëntsysteem te bundelen en op een eenvoudige manier overzichtelijk te maken. Een zopas verschenen pocket geeft aan dat het ecogram bruikbaar is voor een breed publiek. Wie op professionele basis met mensen werkt, zal in het ecogram een geschikt werkinstrument vinden om ervaringen te delen met collega’s en andere hulp- en dienstverleners, bijvoorbeeld tijdens overlegmomenten. Wie als vrijwilliger of mantelzorger actief is, vindt in het ecogram een eenvoudige matrix om zijn bevindingen te ordenen en te kaderen. Auteur van Het ecogram is Stef Herman, docent aan de Arteveldehogeschool Gent. De pocket is een VVSG-Politeiapublicatie, VVSG-leden betalen 21 euro, niet-leden 25 euro. Bestellen kan via www.politeia.be, info@politeia.be, T 02-289 26 10

16 november 2009 LOKAAL 45


AGENDA

Brugge 16 november Informatiesessie Woonzorgdecreet Informatiesessie voor verantwoordelijken, kwaliteitscoördinatoren en secretarissen over uitvoeringsbesluiten thuiszorg voor diensten logistieke hulp en aanvullende thuiszorg. www.vvsg.be (kalender) Oostkamp van 16 tot 19 november Ontwikkelingsmanagement bij lokale besturen Residentieel seminarie met bijzondere aandacht voor kritische succesfactoren voor het management en voor het functioneren als leidinggevende. www.vvsg.be (kalender) Brugge 17 november Wetteren 24 november Blankenberge 8 december Evergem 15 december Activering of begeleiding naar werk Seminarie voor leidinggevenden waar intervisie, collegiale uitwisseling en toetsing van ervaringen en opvattingen bij collega’s centraal staan. www.vvsg.be (kalender) Kortrijk 17 november Werelddag van de Stedenbouw Studiedag over intergemeentelijke samenwerking met als thema Over de grens. Hoe samen ruimte maken? www.vrp.be Gent 18 en 19 november Stedelijke mobiliteit en Europa Training workshop Stakeholder consultation & Citizen engagement over interessante oplossingen voor mobiliteit in verschillende steden. www.civitas.eu (civitas events)

NIX TrIljoen

46 LOKAAL 16 november 2009

Geel 19 november 2009 De Wet van 2 april 1965 Toelichting begrippenkader en sleutelmechanismen in de wet van 2 april 1965. www.vvsg.be (kalender) Toulouse 19 en 20 november Europese coalitie van steden tegen racisme Jaarlijkse algemene vergadering met een jeugdforum en verscheidene workshops zoals deze van Gent over het spanningsveld tussen het (lokale) beleid gericht op sociale cohesie en het (nationale) veiligheidsbeleid. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 20 november Inspireren tot leren Ontmoetings- en studiedag van de VVSG samen met Diverscity voor al wie werk wil maken van hoogwaardige professionaliteit van besturen en hun medewerkers. www.vvsg.be (kalender) Leuven 20 november Aan de slag met kunsten en culturen Trefdag van SoCiuS voor sociaal-culturele verenigingen, bewegingen, volkshogescholen en vormingsinstellingen met als centraal thema ‘de culturele functie van het sociaal-cultureel volwassenenwerk’. www.socius.be Antwerpen 20 november Jeugdwelzijnswerk heeft autonomie nodig, maar autonomie is een werkwoord Congres van Uit de Marge, met lezingen, workshops, debatten over de spanning tussen de verwachtingen van de overheid en de kwetsbare jeugd. www.uitdemarge.be

Amsterdam van 23 tot 25 november Diversiteit en kruispuntdenken Internationale praktijkuitwisseling rond het thema diversiteit en kruispuntdenken. www.socius.be Hasselt 24 november Investeren in dialoog loont Studiedag over samenwerking tussen armoedeverenigingen en lokale besturen. www.rimo.be Torhout 24 november Temse 26 november Ronde van Vlaanderen 2009 Op deze avonden van de Politieke Academie lichten VVSG-medewerkers actuele dossiers van het lokale bestuur toe. www.vvsg.be Gent 1 december Kan de stad de wereld redden? Open academy met lezing door Eric Corijn over stedelijkheid in de netwerksamenleving. www.buro2.be Kortrijk 8 december Minder appartementen! Meer rijwoningen! Studiedag over het stedelijk dilemma tussen appartementen en rijwoningen en de hierbij betrokken strategische, commerciële, stedenbouwkundige en architecturale consequenties. filip.canfyn@kortrijk.be Brussel 10 december Burgerparticipatie in het (lokaal) veiligheidsbeleid Studienamiddag over de voorwaarden en het belang van burgerparticipatie met het oog op een betere dienstverlening en meer vertrouwen in de overheid. www.instituutvoordeoverheid.be


Ranst is een middelgrote gemeente (18.000 inwoners) met een groen karakter, gelegen tussen de fruitboomgaarden, bossen en kasteeldomeinen op korte afstand van de metropool Antwerpen. Het gemeentebestuur gaat over tot het aanwerven van:

Duurzaamheidsambtenaar Niveau B – contract onbepaalde duur - voltijds

Taakomschrijving - profiel Je werkt graag actief mee aan de uitbouw van een duurzaam gemeentelijk beleid door onder andere de coördinatie van de opmaak van het gemeentelijke milieubeleidsplan en de concrete uitvoering van de actieplannen energie en burgers, waarbij doelgroepenoverleg en sensibilisatie van essentieel belang zijn. Hierdoor dien je verschillende acties te coördineren zodat een integrale en duurzame aanpak mogelijk wordt. In dit kader sta je in voor de opmaak van de milieujaarverslagen en de rapportering van de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Gewest. Ten slotte ben je ook verantwoordelijk voor de uitwerking van voorbeeldprojecten binnen de interne milieuzorg van het gemeentebestuur en voor het stimuleren van samenwerkingsverbanden met de medewerkers binnen de verschillende diensten. Bijzondere toelatingsvoorwaarden De Belgische nationaliteit bezitten; slagen in een selectieproef; houder zijn van een bachelor-diploma Wij bieden Een boeiende voltijdse functie in contractueel dienstverband – contract onbepaalde duur op niveau B na een proefperiode met een brutojaarloon tussen 25.706 euro en 48.291 euro, exclusief maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, eindejaarstoelage en vakantiegeld en afhankelijk van de jaren ervaring. Interesse? Voor alle inlichtingen in verband met de functie, diplomavereisten, de algemene toelatingsvoorwaarden, het functieprofiel en het indienen van kandidaturen neem je contact op met de personeelsdienst op T 03-470 10 85 of je surft naar www.ranst.be. Je sollicitatie stuur je per post op vóór 23 november 2009 (poststempel geldt als bewijs) samen met je cv, uittreksel uit het strafregister en een kopie van je diploma naar onderstaand adres of je kunt deze tot dezelfde datum afgeven bij de personeelsdienst, tijdens de openingsuren, tegen ontvangstmelding: Gemeentebestuur Ranst, college van burgemeester en schepenen, G. Peetersstraat 7, 2520 Ranst.

De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw zoekt een

Diensthoofd economaat/onthaal

m/v

Functie De dienst economaat/onthaal staat in voor het fysieke en telefonische onthaal, het verdelen van de post, het beheer en klaarzetten van de vergaderzalen, het maken van kopies, het verzorgen van de mailings. Je stimuleert de kwaliteit en de productiviteit van de dienst door te zorgen voor de taakverdeling onder de vier medewerkers, door het begeleiden van de medewerkers bij hun werkzaamheden, door zelf taken op te nemen, door toezicht te houden op de aanwezigheid en prestaties, het zorgen voor de naleving en de verbetering van de procedures en het toezien op de naleving van de leefregels van de VVSG. Je voert functioneringsgesprekken met medewerkers en coacht hen bij de dagelijkse werkzaamheden. Je bent verantwoordelijk voor de aankoop van kantoormateriaal. Je rapporteert aan de administratief directeur. Voor meer informatie kun je telefoneren naar Hildegarde Merckx T 02-211 55 23.

Profiel Je hebt een diploma van middelbaar onderwijs, gevolgd door een specialisatiejaar kantoor of de VDAB-opleiding administratief bediende en enige jaren ervaring met onthaal- en economaatswerkzaamheden. Je hebt ervaring met het leiden van een team en bent niet bang om te werken onder tijdsdruk. Bovendien ben je een duizendpoot die houdt van een uitdaging. Je kunt vlot communiceren en bent sociaal vaardig. Een praktische kennis van informaticatoepassingen (outlook en word) is een absolute vereiste. Aanbod Een voltijds contract van onbepaalde duur, een aangepast loonpakket en een soepele werkregeling in een omgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan.

Sollicitatie met cv stuur je bij voorkeur per e-mail tot 23 november 2009 naar hildegarde.merckx@vvsg.be

AGRIBEX 1-6/12/2009

1/12/2009 Dag voor de Openbare Besturen en Tuinaannemers

Internationaal Salon voor Landbouw, Veeteelt, Tuin en Groene Zones. Info en ticketing : www.agribex.be

BRUSSELS EXPO

14755 AGRIBEX Ann Jardin 130x186 nl 09-09.indd 1

26/10/09 14:27


Uw koffiepauze maakt ginder

hier,

het verschil.

“Eigenlijk is Fairtrade erg eenvoudig: wij produceren een kwaliteitsproduct met respect voor mens en milieu, en jullie betalen er een faire prijs voor. En met het extra inkomen investeren we zelf in onze eigen toekomst en deze van onze gemeenschap.” Grace Mwangi, Kenia

Eén keurmerk, vele koffiemerken. Max Havelaar is het keurmerk voor fair trade. Wij verkopen zelf niets, wij controleren wél dat 1,5 miljoen families in 59 ontwikkelingslanden een ‘faire’ prijs krijgen voor hun producten. Dat kan gaan over koffie, maar net zo goed over rijst, katoen of fruitsappen. Bovendien garandeert het Max Havelaarkeurmerk op uw product dat het op een sociaal en ecologisch verantwoorde manier tot stand kwam.

www.maxhavelaar.be

Commerce équitable

coffeeRoots. gebrand op kwaliteit

De zachte koffie voor fijnproevers en sportlui Verkoop eigen ambachtelijk gebrande koffie Brésor bvba Léon Gillardlaan 128 1731 Zellik Telefoon: 02/466.78.74 Fax: 02/466.33.44 Website: www bresor.be Mail: info@bresor.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.