2010Lokaal18

Page 1

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

NR 18 VAN 16 NOVEMber 2010

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Gents lichtplan is duurzaam

Vlaams platform PWA’s: samen sterk voor werk

Perspectieven voor een werkend en activerend PWA

PWA’s bij de activering van werkzoekenden


10

goede redenen om

te kiezen

voor de

VVSG solidariteitsagenda

2011 solidariteitsagenda 2011

1. 32 pagina’s extra met meer dan 1000 data van federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: welke nuttige gegevens heeft een schepen van cultuur, een secretaris, een stedenbouwkundige of een personeelsverantwoordelijke nodig? 2. Correcte gegevens: adres, telefoon, fax, e-mail en website 3. Nuttig: met belangrijke data voor het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: wanneer moet welke vlag buiten hangen? 4. Veel overzicht: een weekplanner met leeslint 5. Handig formaat: 17,5 x 22,5 cm 6. Mooi afgewerkt: met rode linnen band 7. Solidariteitsagenda: ten voordele van Oxfam-Solidariteit. U werkt zo mee aan meer kansen voor het Zuiden en minder onrecht. 8. Eerlijke prijs: • 15.99 euro voor VVSG-leden • 18.49 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen. 9. Korting voor groepsaankopen van 5 tot 20 exemplaren: • 13.11 euro per exemplaar voor VVSG-leden • 15.61 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen 10. Gewaardeerde nieuwjaarsattentie voor leden van het college, raadsleden & personeel.

Bezorg de strook aan de VVSG Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02-211 55 19/20 fax 02-211 56 57 viviane.arents@vvsg.be

Ja, ik bestel

ex. van de VVSG solidariteitsagenda 2010

VVSG-lid geen VVSG-lid Naam Functie Gemeente/Organisatie Adresgegevens Facturatieadres indien verschillend van leveringsadres

Datum

Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.


NR 18 VAN 16 NOVEMBER 2010

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

BART LASUY

INHOUD

LOKAAL NUMMER 18 VAN 16 NOVEMber 2010

10

Gents lichtplan is duurzaam Vlaams platform PWA’s: samen sterk voor werk Perspectieven voor een werkend en activerend PWA

Verlichte stad: Nieuw Gents lichtplan voor deelgemeenten en wijken

PWA’s bij de activering van werkzoekenden

2010Lokaal18_2610.indd 1

26/10/10 14:49

5 Opinie: Het wordt weer winter KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

niels donckers

Op het Gentse belfort steekt de draak in de volle maan. Gent kiest voor een sobere verlichting waardoor lichtvervuiling beperkt blijft en energie wordt gespaard.

Al tien jaar is de binnenstad van Gent feeĂŤriek uitgelicht, nu komen ook de deelgemeenten en wijken aan de beurt. Duurzaamheid is hierbij een van de basisprincipes, maar ook sociale veiligheid en zeker ook sfeer.

ORGANISATIE

18 De burgemeester blogt‌ weinig 19 Lokale raad: Zal er een schepen minder zijn als de OCMW-voorzitter deel uitmaakt van het college? 20 De raad van Harelbeke

WERKVELD 22 Praktijk in Aalter: PWA: meer dan schoonmaken alleen 23 Een werkend en activerend PWA in de toekomst 26 Interview met Karel Hubau, Cindy Haeck en Hans Bonte Samen sterk voor werk 30 PWA’s bij de activering van werkzoekenden 32 Praktijk in Beveren: Kleine klussen ook aan sociaal tarief 33 Sfeervol plein maakt komaf met koning auto 34 Klare kijk: Wie mag inbreuken op de plaatselijke politieverordening vaststellen? 35 Achter de schermen: Polyvalent technicus 36 Preventieambtenaar: thema met vijftig variaties

WETMATIG 39 Berichten 42 Agenda & Triljoen

De burgemeester blogt‌ weinig Tijdens een verkenning van het wereldwijde web wordt duidelijk dat Vlaamse burgemeesters niet graag het achterste van hun tong laten zien. Bloggen is nog aan weinigen besteed.

GF

FORUM

18

26 PWA’s: samen sterk voor werk

stefan dewickere

10 Verlichte stad Nieuw Gents lichtplan voor deelgemeenten en wijken 13 De-lokaal: Identiteit Ă la française 14 Diverscity geeft nieuw elan aan sectorconvenant lokale besturen 15 Praktijk in Heusden-Zolder: Wijkontwikkelingsmethodiek 16 De inspraakkanalen van Ambrosia’s Tafel

In zijn vijftienjarige bestaan is het PWA een belangrijk lokaal instrument geworden om mensen die op de arbeidsmarkt moeilijk aan de bak komen, toch werkervaring te geven. Maar omdat het PWA onder druk staat, verenigen de PWA’s en de PWAdienstenchequeondernemingen zich in een Vlaams Platform. 16 november 2010 LOKAAL 3


ONDERSTEUNING VAN DE SOCIALE DIENST VAN HET OCMW

HANDBOEK VOOR DE SOCIALE DIENST VAN HET OCMW

+

NU MET OVERZICHT VAN WERKINSTRUMENTEN OP HET INTERNET VOOR OCMWMAATSCHAPPELIJK WERK Met het ‘Handboek voor de sociale dienst van het OCMW’ wil VVSG zijn steentje bijdragen tot het ondersteunen en professionaliseren van de sociale diensten van de OCMW’s. Dit handboek wil een bruikbaar instrument zijn voor de OCMW-maatschappelijk werkers in hun dagelijkse praktijk. Het handboek bevat geen grote traktaten met allerlei theoretische beschouwingen en inzichten, maar wel bruikbare informatie die onmiddellijk toepasbaar is op de werkvloer. Het handboek is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel gaat over reglementeringen en wetgeving. Het helpt de lezer bij het toepassen van allerlei regelgeving die specifiek is voor de context van een OCMW-sociale dienst. Het tweede deel is methodologisch en instrumenteel van aard. VVSG biedt jaarlijks via zijn Congres- en Vormingscentrum vormingen en opleidingen voor o.m. OCMWmaatschappelijk werkers aan. Het cursusmateriaal dat hiervoor aangemaakt wordt zal uitgeschreven worden in verschillende bijdragen die in dit deel van het handboek gebundeld zullen worden. Interessante werkvormen en instrumenten voor de OCMW-praktijk worden zo ontsloten voor de hele sector. Ook bijdragen over methodieken zullen aan bod komen.

Het handboek is losbladig, zodat het mogelijk is vlot in te spelen op wijzigingen in regelgeving en zodat het boek stap voor stap kan groeien.

De derde aflevering van het ‘Handboek voor de sociale dienst van het OCMW’ bevat een bijzonder praktisch werkinstrument: een overzicht van relevante sites waar maatschappelijk werkers info vinden die ze in de dagelijkse praktijk nodig hebben. Zowel overheidssites komen aan bod als sites van vzw’s en particuliere organisaties die gespecialiseerd zijn in een bepaald domein.

Auteurs van het handboek zijn VVSG-stafmedewerkers en externe auteurs. Redactieraad: Piet Van Schuylenbergh, Mattie Jacobs, Freddy Langenus, Raf De Bruycker, Katleen Mariën

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel

....... ex. van het Handboek voor de sociale dienst van het OCMW**,

prijs: 69 euro (VVSG-leden), niet-leden: 79 euro, isbn 978-2-509-00508-3

Mijn bestuur is lid van de VVSG: ❏ Ja ❏ Neen Naam: ................................................................Functie: ................................................................... Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Tel: ...................................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * Prijzen inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31/12/2010. Check voor exacte prijzen steeds onze website www.politeia.be ** Het betreft hier een losbladig werk. De aanvullingen worden mij toegestuurd aan 0,49 euro/blz., de cd-updates aan 29 euro tot schriftelijke wederopzegging.

Datum en handtekening


opinie PIET VAN SCHUYLENBERGH

Stefan Dewickere

Het wordt weer winter

Z

odra het buiten weer wat kouder wordt, zie je een jaarlijks terugkerend fenomeen: de regeringen in ons land ontdekken dat er ook mensen zijn die geen dak boven het hoofd hebben of nauwelijks in staat zijn zelf voor goede en betaalbare huisvesting te Piet Van Schuylenbergh is directeur zorgen. De media spelen daar handig op in. van de VVSG-afdeling OCMW’s Zo zijn er de asielzoekers, voor wie er een groot gebrek aan goede opvang is. We kunnen deze mensen toch niet op straat laten slapen. Dus doet de federale regering van alles een beetje: een beetje meer personeel om de asielinstanties sneller te laten werken en de procedures in te korten, een beetje meer opvang via woonmodules op militaire terreinen, een beetje meer extra opvangplaatsen in de lokale opvanginitiatieven van de OCMW’s, waardoor de ergste noden tijdelijk gelenigd worden. In het voorjaar zien we dan wel weer. Hetzelfde geldt voor de daklozen. Wat extra nachtopvang hier, wat noodhulp daar. Het leger zal wel weer dekens en voedselpakketten geven. OCMW’s hebben wel nog wat noodwoningen die aangesproken kunnen worden. Hier en daar is er een caritatief initiatief. We slepen ons de winter door. Terwijl Als ze maar uit het straatbeeld zijn. Minder zichtbaar maar ook schrijnend zijn die mensen armoede, gebrekkige huisvesting en die hun oplopende energiefacturen niet kunnen betalen. schuldenproblemen er het hele jaar zijn. We hebben stookoliepremies, er is een regeling voor een minimale levering van elektriciteit en aardgas. Daarmee wordt de zwaarste schok wel opgevangen. En er is altijd nog schuldbemiddeling bij het OCMW. Zo slepen we ons de winter door. Terwijl armoede, gebrekkige huisvesting en schuldenproblemen er het hele jaar zijn. Waar blijft de globale aanpak voor al deze problemen? Hoe voorkomen we dat mensen op straat belanden? Wat doen we aan de veel te lage minimuminkomens? Van lokale besturen en OCMW’s in het bijzonder verwacht men nochtans wel dat ze voor al deze problemen een oplossing hebben. OCMW’s worden op de eerste lijn met al dat menselijke leed geconfronteerd en doen hun uiterste best om voor elk probleem een oplossing te zoeken, terwijl ze zelf de grote hefbomen niet in de hand hebben: OCMW’s bepalen niet wie het land binnen mag komen en wie niet, OCMW’s bepalen niet hoe hoog een uitkering of een loon moet zijn om menswaardig te kunnen leven, OCMW’s hebben geen vat op de hoogte van de huurprijzen en de kwaliteit van de woningen op de private huurmarkt. OCMW’s zijn probleemoplossers. Misschien kunnen de andere overheden in dit land wat meer rekening houden met de expertise en de terreinervaring van de OCMW’s en ze wat meer erkennen en ondersteunen bij het vervullen van hun missie: iedereen in staat stellen menswaardig te leven. I

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand

Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG Bladmanagement Jan Van Alsenoy Hoofdredactie Marlies van Bouwel, T 02-211 55 46

Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos, Nora Van Meeuwen

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist)

Eindredactie Marleen Capelle

Vormgeving Ties Bekaert

Abonnementen VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus (100% post consumer)

VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

16 november 2010 LOKAAL 5


KORT LOKAAL NIEUWS

Internationale gratis wifi-trend nu ook in Brugge en Gent In veel landen zijn er almaar meer steden die hun centrum of een deel ervan voorzien van een groot draadloos netwerk dat in principe voor iedereen beschikbaar is. Iedereen kan op die plaatsen gratis op het internet met zijn laptop of gsm. Interesse is er genoeg: mobiel computer- en internetgebruik neemt almaar toe.

e belangrijkste aanbieders van gratis wifi zijn op dit moment horeca-uitbaters en winkeliers, in ons land onder meer de fastfoodrestaurants van Quick en McDonald’s. Ze stellen het draadloze netwerk dat ze in hun bedrijf gebruiken als extra dienstverlening open voor hun klanten. De stad Gent wil op de Graslei dit najaar nog een draadloos netwerk opstarten dat gratis beschikbaar is. Ook Brugge heeft plannen om het toeristische gedeelte van de stad met gratis draadloos internet te dekken. Intussen bijt cultuurcentrum Ter Dilft in Bornem de spits af. Sinds september kan elke bezoeker

layla aerts

D

van de bibliotheek, het cultuurcentrum, de academie en de vergaderzalen er zonder wachtwoord gratis surfen. Inge Ruiters

Politiebegroting 2010: geen begrotingsrichtlijnen, wel officieuze cijfers over federale dotaties 2011

D

stefan dewickere

e federale overheid maakt al enkele jaren een rondzendbrief met een reeks richtlijnen om de politiebegroting op te stellen. Vorig jaar slaagde ze erin deze richtlijnen tegen 21 augustus te verspreiden. Nu blijkt dat er dit jaar geen meer komen. De FOD Binnenlandse Zaken heeft de officieuze bedragen voor de federale dotaties 2011 wel op haar website gepubliceerd. Deze bedragen zijn onder voorbehoud, want

het parlement heeft ze nog niet goedgekeurd. Daarna moeten ze nog gepubliceerd worden via een Koninklijk Besluit. EĂŠn lichtpuntje in deze budgettaire duisternis is dat de federale ministerraad op 8 oktober de bedragen voor de politiezones uit het verkeersveiligheidsfonds voor 2010 heeft goedgekeurd. Het komt erop neer dat de zones het geĂŻndexeerde bedrag 2007 zullen ontvangen. De

VVSG heeft er bij het kabinet op aangedrongen deze bedragen nog dit jaar aan de zones uit te betalen. Volgens het kabinet zal dit effectief gebeuren. Naast de bedragen voor de politiezones keurde de ministerraad ook twee uitvoeringsbesluiten goed die de voorafnamen uit het verkeersveiligheidsfonds 2010 vastleggen. Koen Vanheddeghem

Tot 31 december projectoproep sociale huisvesting - welzijn Sociale huurders, maar ook mensen met een psychiatrische aandoening, een instellingsverleden of een verslavingsproblematiek vinden moeilijk een woning. Om de kloof tussen het zorgaanbod en het zelfstandig wonen in de sociale huisvesting te dichten en de toegang tot de sociale huisvesting voor bepaalde kwetsbare doelgroepen te vergemakkelijken, lanceren Vlaams minister van Wonen Freya Van den Bossche en haar collega van Welzijn Jo Vandeurzen een open oproep voor experimentele projecten waarin de samenwerking tussen de sociale huisvesting en de welzijnssector centraal staat. Ook lokale besturen kunnen een projectaanvraag indienen. ĂŽĂŽwww.rwo.be (Actueel)

6 LOKAAL 16 november 2010


PRINT & WEB

Maak uw ondersteuning voor creatieve schoolprojecten bekend via projectloket

D

e CANON Cultuurcel en het onderwijstijdschrift Klasse organiseren het projectloket om leerkrachten een laagdrempelig overzicht van financiĂŤle en andere ondersteuning voor creatieve schoolprojecten te geven. Lokale besturen hebben van alles in de aanbieding. Steunt u projecten met educatieve inhoud in verband met burgerschap, milieuzorg, verkeer, gezondheid? School- en klasprojecten en op leraren gerichte ondersteuning komen in aanmerking. Het gaat daarbij zowel om materiaal (leskoffers e.d.) als om subsidies die ter beschikking worden gesteld. Per project komt deze informatie op een fiche in het projectloket. De CANON Cultuurcel vraagt ook dit schooljaar uw medewerking. Om uw ondersteuning van scholen bekend te maken surft u naar www.projectloket.be. Marleen Devry ĂŽĂŽAls projectondersteuner maakt u op www.projectloket.be een login en wachtwoord aan en voor elk initiatief vult u een fiche in. Vragen? katrien.vaniseghem@ond.vlaanderen.be of T 02-553 99 29.

Preventiegids ‘Mijn kind‌ ons kind!’ Deze preventiegids beschrijft de problematiek van internationale kinderontvoeringen in BelgiĂŤ en geeft een overzicht van alle contactpersonen naar wie verwezen kan worden en van mogelijke preventiemechanismen om een ontvoering te voorkomen. De publicatie wil professionelen op weg helpen bij de behandeling van individuele dossiers. De gids is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels. Hij kan worden gedownload of besteld via www.childfocus.be. DemarrĂŠ H., Mijn kind‌ ons kind, uitgeverij Child Focus, Brussel, juni 2010

Wervingscampagne Mijn job, ook iets voor jou? Veel initiatieven voor buitenschoolse opvang kampen met een tekort aan begeleiders. Om de duizend vacatures in te vullen lanceert de sector met de steun van Kind & Gezin en het Sociaal Fonds Vlaamse Welzijns- en gezondheidsinstellingen de wervingscampagne mijn job, ook iets voor jou?

D

e campagne focust op het speelse, actieve en creatieve van de functie, het omgaan en spelen met kinderen, het betrokken zijn bij de opvoeding en de opleidingskansen. Voor de affiches van de wervingscampagne kunt u terecht bij de regionale coĂśrdinator buitenschoolse kinderopvang of in de kantoren van de VVSG (na afspraak). Ann Lobijn

308

In de nieuwe editie van de gemeentelijke profielschetsen wordt elke Vlaamse gemeente geportretteerd aan de hand van een overzichtelijke set van indicatoren. Voor alle 308 gemeenten zijn meer dan zeventig indicatoren verzameld: over demografie, grondgebied, economie, levensomstandigheden en over de bestuurskracht van de gemeente en van het OCMW. De meeste reeksen starten in het jaar 2000, zodat een schets gemaakt wordt van de plaatselijke veranderingen in het eerste decennium van de 21ste eeuw. Bovendien kan elke gemeente vergeleken worden met gelijkaardige gemeenten en met het Vlaamse Gewest. Benieuwd naar de profielschets van uw gemeente? Surf dan naar www.lokalestatistieken.be.

Online: vernieuwde website van de campagne ‘Mijn korte ritten’ De campagne ’Mijn korte ritten’ van Mobiel 21 vzw zet de burger aan tot duurzaam mobiliteitsgedrag en stimuleert de samenwerking tussen burger en gemeentebestuur. Op www.mijnkorteritten.be kunnen gemeenten zich tot 31 december inschrijven om deze campagne te ondersteunen. Met een draaiboek, affiches, een logboek, flyers en een tevredenheidsenquĂŞte roepen lokale besturen onder begeleiding van Mobiel 21 alle organisaties, verenigingen of groepen uit hun gemeente op om tijdens de campagnemaand de auto zoveel mogelijk te laten staan en korte afstanden te voet of per fiets af te leggen. Elke deelnemende gemeente kan bij Mobiel 21 een lokaal infomoment aanvragen. De inschrijvingen voor de organisaties, verenigingen en groepen starten op 10 januari 2011. De campagne loopt van 21 maart tot 21 april 2011. www.mijnkorteritten.be, mijnkorteritten@mobiel21.be

16 november 2010 LOKAAL 7


KORT LOKAAL NIEUWS

“ Toen ik eraan begon, zeiden heel

wat mensen me dat je in de politiek geen mooier mandaat kunt uitoefenen. Ik dacht dat het een clichĂŠ was, maar nu kan ik het alleen maar beamen. In geen enkele andere functie sta je dichter bij de bevolking. Deze baan zit me als gegoten.

�

Hasselts burgemeester Hilde Claes nam een jaar geleden de plaats van Herman Reynders in die gouverneur van Limburg werd – De Standaard 18/10

“ Ik wil hier hĂŠĂŠl uitdrukkelijk

stellen dat wanneer we bevoegdheden van de provincies naar de gemeenten of het Vlaams niveau overhevelen, we automatisch ook de middelen en de mensen mee zullen overhevelen. Niemand zal worden ontslagen, ook niet in de organisaties die nu nog provinciale subsidies krijgen.

�

Vlaams minister Geert Bourgeois bij de discussies over zijn Groenboek voor een interne Vlaamse staatshervorming – Belang van Limburg 20/10

“ Het is een universeel verhaal,

maar we stonden erop dat Leuven goed in beeld zou komen. Dat mag wel, als je er zo’n serieus bedrag voor neertelt. Maar de investering in zo’n serie is belangrijk voor onze citymarketing. Kijk naar wat series als Aspe en Flikken teweegbrachten voor hun opnamelocatie. Onze bedoeling is ook om met een toeristisch product naar buiten te komen, zoals wandelingen naar de opnamelocaties.

�

Leuvens schepen van Toerisme Dirk Vansina bij de start van de opnamen van de EÊn-fictiereeks Rang 1 – Het Nieuwsblad 20/10

“ Niemand die in twijfel trekt dat gas en elektriciteit anno 2010 basisbehoeften zijn, maar toch betaal je er 21 procent btw op, net zoals op luxegoederen.

� Chris Van Camp – Knack 20/10

“ Er is de Europese Unie die veel

dossiers heeft overgenomen. De gewestregeringen hebben aan gewicht gewonnen. En er is, zeker in de grote en middelgrote steden, een feitelijke opwaardering van het gemeentelijk beleid. De vierde motor, de federale, hapert.

�

Ook al heeft BelgiÍ geen regering, Luc Huyse ziet geen reden tot paniek – De Standaard 22/10

8 LOKAAL 16 november 2010

Gemeentebestuur Maldegem wint Golden Public Tender Award 2010

D

e EBP-groep ondersteunt overheden en bedrijven bij overheidsopdrachten, en reikt de Public Tender Awards uit om hun de erkenning en positieve aandacht te geven die ze verdienen. Elke aanbestedende instantie kan een project indienen dat een optimalisering van de aankoopfunctie en/of de -procedures tot doel heeft. Uit de zeven genomineerde projecten koos de jury drie David Smet, coÜrdinator Boekhouding, mocht de gouden onderscheiding laureaten. Maldegem, dat in namens de gemeente Maldegem in ontvangst nemen. 2009 een centrale aankoopdienst volgens het bottom-upprincipe oprichtte, won goud. Doel van dit project dat op de werkvloer gestart is, is centralisatie om de risico’s van het aankoopproces beter te beheersen, de kennis te bundelen en een gelijk aankoopbeleid te voeren. De tweede prijs ging naar het project voor integratie van aankopers van het Universitaire Ziekenhuis Gent. Voor haar procedure overheidsopdrachten voor de inhuurneming van de gebouwen ontving de Federale Regie voor Gebouwen de bronzen onderscheiding. Ook de stad Brugge werd genomineerd.

GF

PERSPIRAAT

Katrien Colpaert ĂŽĂŽwww.nationaltenderday.be (Public-Tender-Awards)

Lancering Zorginspectie

H

et agentschap Inspectie, Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, in de sector beter bekend als ‘de inspectie’ is van naam veranderd. De nieuwe naam luidt Zorginspectie en wil duidelijk maken dat de inspectie actief is in het brede veld van sectoren die op een of andere manier zorg aanbieden. Bij de nieuwe naam horen een nieuw logo en een nieuwe website: www.zorginspectie.be. De kerntaak van de inspectie blijft uiteraard ongewijzigd. Ze inspecteert ter plaatse en wil zo een bijdrage leveren aan de kwaliteit van zorg in de Vlaamse welzijns- en gezondheidssectoren. Elke Vastiau

Tot 31 maart 2011 Creatieve projecten in de strijd tegen armoede Het Armoedefonds ondersteunt projecten die de armoede in al haar facetten en op vele domeinen bestrijden. Het moeten vernieuwende projecten zijn die aansluiten op een lokale dynamiek van solidariteit en dialoog. Een kandidaatsdossier indienen voor de lenteselectie kan tot 31 maart 2011. Een geselecteerd project ontvangt maximaal 12.500 euro. ĂŽĂŽwww.kbs-frb.be


PIETER BOS column

Bioshoppen op het werk

S

inds november kan het personeel van de stad en het OCMW Mechelen op het werk een bioabonnement nemen. De abonnees kunnen kiezen tussen een biomand met brood, enkel groenten, enkel fruit, of groenten en fruit. Ze geven het aantal personen op en duiden aan of ze wekelijks of tweewekelijks een pakket willen. De kosten betalen ze zelf. De stad en het OCMW

Mechelen leveren logistieke ondersteuning met twee afhaalpunten. Dankzij de campagne Biomand zoekt mond kunnen de werknemers dus zonder veel moeite op het werk bioboodschappen doen. Bij de eerste afhaling van hun biomand ontvangen ze zelfs een draagtas om hun groenten en fruit afvalarm te vervoeren. Het idee komt van een personeelslid en kadert in de interne wedstrijd Laat de stad vanzelf draaien!. De bioproducten zijn afkomstig van de bioboerderij en sociale werkplaats Den Diepen Boomgaard. Inge Ruiters ĂŽĂŽNatascha Diericx, duurzaamheidscoĂśrdinator stad Mechelen, T 015-29 79 22

Hij komt! Hij komt, Hij komt! De kranten staan er vol van, de radio kan er niet over zwijgen, de televisie braakt gestaag de mooiste plaatjes, het internet kan niet op van de pret, politici zien een zeemzoete toekomst en kirren in koor: ‘Hij komt!’ Ze roepen het al een tijdje en Zijn komst is al meer dan eens uitgesteld, maar nu schijnt het definitief te zijn, er is geen ontkomen meer aan. Binnenkort is Hij er: het staat roos op wit in de advertenties. Voorlopig is het nog behelpen met de klassieke verbrandingsmotoren, maar straks rijden we geruisloos met uitlaatloze auto’s, want Hij komt, de Elektrische Auto! Nog even en we kunnen weer ademen en zorgeloos leven: gedaan met fijnstoflongen en lood in onze schoenen, finito het slechte geweten dat ons wordt aangepraat! Geef ons, Heer, zoveel mogelijk aflaatpalen en verlos ons van onze milieuschuld. Dus wordt er hier en daar al voor paal gestaan ten behoeve van de plaatselijke pers: de eerste laadpaal van gemeente Zus, de eerste laadpaal van firma Zo. Het lint wordt geknipt en er worden weddenschappen afgesloten of de eerste klant zich nog dit jaar of pas volgend jaar zal vertonen. We zijn verplicht tot optimisme. En mocht het onverhoopt toch nog wat langer duren, dan kan de gemeente toch voorzeker zelf wel proefkonijn spelen en een stuk of wat van die karren kopen? Het is nu of nooit. Wie niet mee is met de elektrische auto, mist de boot. En mocht deze metaforische bokkensprong achterdocht opwekken, dan is daar nog het ultieme argument: als wij het niet doen, doen de Chinezen het. Wat zeggen wij? De Chinezen zijn al bezig! Momentje. Hebben we dit al niet eens eerder gezien? Mao die ging zwemmen en de massa die hem volgde? Zie hoe vermetel de geschiedenis zich herhaalt: de Chinezen springen in het water en wij springen er zonder nadenken achteraan. Niet alleen de massa trouwens, ook onze elite maakt de borst nat. In deze droef-

democratische tijden, waarin geen politicus nog beweegt uit angst electoraal te worden afgestraft, horen we steeds vaker met bewondering spreken over regimes die wĂŠl van aanpakken weten. Econoom Geert Noels suggereerde het land te redden door de installatie van een economisch oorlogskabinet. Een RVT, zeg maar, een Raad van Technocraten, stuk voor stuk neutraal, onbaatzuchtig en onbevooroordeeld, want onverkozen en onverkiesbaar. Enfin, toevallig of niet mensen met het profiel van Geert Noels. Geen volksvertegenwoordiger die dorst tegen te pruttelen, bijvoorbeeld met de achteloze vraag hoe die bankencrisis nu ook weer kon gebeuren. Het moet frustrerend zijn voor de mei 68’ers. Zijn ze eindelijk bekeerd dankzij Lexus en Rolex, en nu horen ze de captains of industry de loftrompet steken over de prestaties van de communisten. Ze hebben het dan niet over te haastig gebouwde flatgebouwen die bij de eerste de beste aardschok in grafzerken veranderen, noch over de lokale gemeenschappen die kameraadschappelijk verzocht worden op te hoepelen omdat er een meer op de plaats van hun dorpen komt. (‘Wie wil er nu minder? We willen toch allemaal meer!’ Maar dan in het Chinees.) Nee, ze hebben het over groeicijfers, export, winst, tewerkstelling en vergrijzing waar die gelen geen last van hebben. ‘Wij praten al tien jaar over een brug over de Schelde,’ zo klaagde een transporteconoom onlangs op een druk bijgewoond debat, ‘en in Shanghai zijn ze intussen al bezig aan hun zevende ring! Daar heb je geen gehannes met referenda, geen gedoe met openbare onderzoeken en geen geblaat van burgers met een Nimby-syndroom.’ Dat ze zichzelf in Shanghai al zes keer vastreden, was de professor glad ontgaan. Hij had alleen daadkracht, doorzettingsvermogen en efficiĂŤntie gezien. Want het zijn mannen met karakter, die Chinezen. Volgens sommigen meer dan 80.000 karakters, waarvan vele moeilijk. I

16 november 2010 LOKAAL 9


Verlichte stad Nieuw Gents lichtplan voor deelgemeenten en wijken Gent by night is fascinerend mooi dankzij het lichtplan waarin de visie op de nachtelijke stad ruim tien jaar geleden vorm kreeg. Nu is er een nieuw lichtplan dat de visie uitdraagt naar alle deelgemeenten en wijken. Tegelijkertijd investeert de stad fors om het energieverbruik van de openbare verlichting in te perken. Bart Van Moerkerke

H

et Mercuriusfonds van de Vlaamse Gemeenschap gaf in de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw de aanzet voor het eerste Gentse Lichtplan. Lichtontwerper Roland Jéol uit Lyon en het stedenbouwkundige bureau WVI uit Brugge ontwikkelden een visie op de nachtelijke stad. Vanaf 1999 werd die over de binnenstad uitgerold, aan een jaarlijks investeringstempo van een half miljoen euro. ‘De opvallendste verandering is de verlichting van de talrijke monumenten in de binnenstad, maar het plan bekijkt de verlichting van monumenten, de sfeerverlichting en de openbare verlichting van straten als één geheel,’ zegt Philip De Roo, projectleider van het lichtplan. ‘Licht heeft ook te maken met sfeer in de binnenstad, met sociale veiligheid, met economie, met rationeel energiegebruik, met lichthinder.’ Het lichtplan is vertaald in detailconcepten voor de verlichting 10 LOKAAL 16 november 2010

van verschillende soorten wegen, van de stadspoorten, de parken, de pleinen, verschillende categorieën van monumenten, de historische tracés, de plekken aan het water, de woonstraten, de winkelstraten. Zijn baanbrekende werk leverde Gent de afgelopen jaren internationale erkenning op. Het ontving de City-People-Light Award 2004. De Guide Michelin geeft de stad drie sterren en noemt de verlichting een bezoek waard. Sinds kort is Gent vice-voorzitter en in 2012 wordt het voorzitter van LUCI, Lighting Urban Community International Association, een netwerk van een zestigtal lichtsteden. Naar de deelgemeenten Grote delen van het lichtplan zijn inmiddels gerealiseerd, maar daarmee is het werk niet af. Gent is meer dan de binnenstad. Ook de deelgemeenten en wijken, de haven, nieuwe sites zoals

niels donckers

organisatie LICHTplan


De Sint-Antoniuskaai: een woonstraat met aan de overkant van de Lieve de oudste industriële nederzetting van Gent, daterend uit de 18de eeuw.

The Loop (de buurt rond Flanders Expo) en de Oude Dokken hebben een visie op licht nodig. Het stadsbestuur schreef een studieopdracht uit. De keuze viel weer op het Atelier Roland Jéol, dit keer samen met het ruimtelijk planningsbureau Studiegroep Omgeving. Ze gingen van start in 2007, twee jaar later was hun ontwerp klaar. Alleen de kanaalzone is nog niet meegenomen in dit plan, dat is de volgende stap. Philip De Roo: ‘Net als tien jaar geleden begeleidde een commissie van experts het proces.

ADVERTENTIE

Baanbrekende BlackBerry-oplossing voor Politiezones, Steden en Gemeenten. Veldwerk en administratie integreren in het kantoor. Verbeterde nauwkeurigheid dankzij toegang op afstand tot politietoepassingen.

Licht heeft te maken met sfeer in de

Administratieve tijdswinst van 20 minuten per politieverslag.

binnenstad, met sociale veiligheid, met

Gebruiksvriendelijke oplossing.

economie, met rationeel energiegebruik.

Krachtig ingebouwd beveiligingssysteem.

Anders dan vorige keer speelde ook de gebiedsgerichte werking van de stad een prominente rol. De gebiedscoördinatoren en -communicatoren verzorgden de verbinding tussen ontwerpers en wijkbewoners. De steun van de inwoners voor het plan is heel belangrijk om het geloof in de stad en het zich goed voelen in de stad ook tot stand te brengen in de 24 deelgemeenten en wijken.’ Het Lichtplan 2010-2020 is een bijzonder lijvig werkstuk, een masterplan voor de functionele, de monumenten- en de sfeerverlichting, waaraan alle toekomstige ingrepen getoetst worden. De algemene visie is vertaald in een gedetailleerde studie voor elk van de 24 deelgebieden, tot op het niveau van de identiteitsbepalende straten, pleinen en gebouwen, het groenplekje, de poorten, de bruggen. Telkens wordt verwezen naar de technische fiches in het globale lichtplan. ‘Wie ook de studie maakt over een bepaald stuk weg, een parkje of een monument, hij weet op welke wijze er verlicht moet worden: de hoogte van de toestellen, het vermogen van de lampen, de kleurtemperatuur. We hebben geen fabrikanten aangeduid, het is de vrije markt die de keuze van de toestellen bepaalt. Maar de wijze van verlichten ligt overal vast,’ zegt Philip De Roo. ‘In het nieuwe lichtplan is ook opgenomen hoe we omgaan met private verlichting. De verlichting van een huisgevel of van een winkeletalage kan zeer storend zijn en de hele sfeer van een straat naar de vaantjes helpen. We zijn nu bezig met het opstellen van een reglement om die uitwassen tegen te gaan. Naast die beteugelende aanpak willen we ook een communicatief spoor opzetten: hoe kan het beter? Met het lichtplan als vertrekpunt geven we nu al advies bij aanvragen voor private verlichting.’ Minder verbruiken Duurzaamheid is een van de basisprincipes in het Gentse lichtplan. De stad kiest voor sobere verlichting die buitensporig energieverbruik vermijdt en die de lichtvervuiling en de lichthinder voor de bewoners tot een minimum beperkt. Maar de sfeerverlichting van de handelsstraten en vooral de monumentenverlichting leidt onvermijdelijk tot een aanzienlijke verhoging van het energieverbruik. Vandaar dat de stad tegelijkertijd met het eerste lichtplan een project van rationeel energiegebruik (REG)

Mogelijke toepassingen: G.A.S., O.I., Briefing tool, GEO Tagging, en nog veel mee… Voor meer informatie of een presentatie: peter.druppel@mail.mobistar.be Project in samenwerking met de Politiezone RIHO.

opzette. Tussen 1998 en 2005 werden het vermogen van de verlichting op hoofdwegen en gewestwegen sterk gereduceerd. Met resultaat. In 2006 was het energieverbruik voor openbare verlichting met 11,49 procent gedaald ten opzichte van 1998. Vanaf 2007 is er weer een lichte jaarlijkse stijging omdat er geen grote REG-acties meer zijn, terwijl het aantal lichtpunten in de stad blijft toenemen (door de uitvoering van het lichtplan maar ook door de uitbreiding van de stad). De doelstelling om in 2020 twintig procent minder energie te verbruiken dan in 1998 zal de stad zonder bijkomende inspanningen dus niet halen. Voor de openbare verlichting betekent die twintig procent een daling van het verbruik met bijna 3,7 miljoen kWh per jaar. Daarom verbond schepen Martine De Regge aan het nieuwe lichtplan van de stad een REG-actieplan voor de openbare verlichting. ‘De grootste inspanningen worden tegen 2012, 2013 geleverd,’ zegt Jo De Coninck van de stedelijke dienst Wegen. ‘We nemen een hele reeks maatregelen. Alle kwikdamplampen worden vervangen, iets wat voor Europa in ieder geval tegen 2015 moet gebeuren. We zullen het gemiddelde verbruik van alle lampen verlagen met minimaal één niveau: dat wil zeggen lampen van 250 naar 150W, die van 150 naar 100W, van 100 naar 70W, en van 70 naar 50W. Heel oude armaturen die niet meer in productie zijn, zullen we vervangen. Maar voor het overige zullen we de bestaande armaturen en de lichtmasten zoveel mogelijk behouden. We laten ook de ondergrondse netten onaangeroerd. In totaal zullen we 20.325 lichtpunten verbeteren, 16 november 2010 LOKAAL 11


stad gent

organisatie LICHTplan

simulatie - Ledebergplein

Een simulatie van hoe het Ledebergplein er ’s nachts zal uitzien na de uitvoering van het lichtplan voor de deelgemeente Ledeberg.

niels donckers

352

dat wil zeggen de lampen vervangen en de voorschakelapparatuur omvormen. En we zullen 620 armaturen vernieuwen. We ramen de investering op bijna 3,4 miljoen

(of het nog beter te doen) zullen ook in de jaren nadien inspanningen nodig zijn want de stad zal de komende jaren blijven groeien, het aantal lichtpunten zal blij-

De steun van de inwoners voor het plan is heel belangrijk om het geloof in de stad en het zich goed voelen in de stad ook tot stand te brengen in de 24 deelgemeenten en wijken. euro en die zullen we op ongeveer zes jaar terugverdienen door de besparing op de energiefactuur.’ Intelligente verlichting Door die ingrepen zal Gent al in 2013 de twintigprocentdoelstelling halen. Maar om dat percentage vast te houden tot 2020 12 LOKAAL 16 november 2010

ven toenemen. Kan ledverlichting een oplossing bieden? Jo De Coninck: ‘In Gent hebben we al op verschillende plaatsen ledverlichting, als geleiding bij fietsonderdoorgangen of voor de punctuele verlichting van een monument. Maar voor functionele verlichting is de investering en dus ook de terugverdientijd nog veel

De Sint-Katelijnestraat in de Gentse binnenstad baadt in een zacht, sfeervol licht.

te groot. De markt is echter in volle beweging, de technologie evolueert zeer snel. Hetzelfde geldt trouwens voor de klassieke gasontladingslampen, ook die worden steeds beter en zuiniger. We volgen de voortgang op de voet.’ Op lange termijn wordt gedacht aan intelligente straatverlichting waarbij lampen gedimd kunnen worden: ze zouden afhankelijk van de plek die ze verlichten bijvoorbeeld tot elf uur ’s avonds op volle capaciteit kunnen schijnen, waarna ze geleidelijk minder licht geven, om vanaf vier uur weer in sterkte toe te nemen. Het besparingspotentieel is enorm, naar schatting meer dan zestig procent van het huidige verbruik. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal


NORA VAN MEEUWEN DE-LOKAAL

Identiteit à la française

A

ls ik niet zo’n bijzonder nuchtere ziel was, dan zou ik bijna denken dat ik in een vorig leven in Mexico geboren ben. Ik heb namelijk iets met al die typisch Mexicaanse versiersels met doodsmotieven. Ik ben daar in België al wel eens scheef voor bekeken. Toen ik enkele jaren geleden in november nog eens op bezoek kwam, had ik het lumineuze idee een schoendoos vol suikeren schedeltjes mee te nemen om aan de vrienden uit te delen. Tachtig stuks. Toen ik op een bijeenkomst de doos liet rondgaan, merkte een vriend op dat het wel de Killing Fields leek, en een vriendin vroeg of ik het heel kwalijk zou nemen dat ze er geen nam, want ze wou geen doodshoofden in huis. Kijk, daar heb ik dus geen last van. Ik ben dol op de danse macabre, zowel in zijn Europese als in zijn Mexicaanse versie. Het Dodenfeest is wellicht het stukje Mexicaanse cultuur dat wereldwijd het meest tot de verbeelding spreekt. Ik krijg geregeld de vraag of ik nu ook de nacht op het kerkhof ga doorbrengen. Neen dus, ik ken zelfs niemand die het doet. Het gebeurt wel, hoor, maar het is maar één van de vele varianten van Dodendag. In bepaalde streken zie je inderdaad feestelijk verlichte begraafplaatsen vol uitgedoste mensen met kaarsen en picknickmanden die een dekentje op de graven van hun dierbaren uitspreiden en er de nacht doorbrengen. Op andere plaatsen is het de gewoonte een huisaltaartje op te stellen, met foto’s en materiële herinneringen aan de geliefde doden. Een glas water, een schaaltje zout en wat dodenbrood (speciaal zoet brood dat versierd is met deegkorstjes in de vorm van gekruiste botten) zijn de vaste ingrediënten waarmee de overleden familie welkom wordt geheten, plus een kaars in een glas en bloemen, knaloranje afrikaantjes en

donkerrood ‘fluweel’ (officiële naam: Celosia cristata). In het dorpje Ocotepec, bijna-deelgemeente van Cuernavaca, nodigt iedere familie waar sinds de vorige 1 november iemand overleden is, iedereen uit om de dode mee te komen gedenken. Je herkent de huizen aan een grote poort van bloemen en geknipt papier om de openstaande voordeur. Binnen – of op de patio – staat een bed met daarop een pop die de overledene voorstelt, in diens kleren. Eromheen staan het lievelingseten en allerlei voorwerpen die naar de dode verwijzen. In het hele dorp worden op straat per kilo witte kaarsen met gekleurde linten verkocht. Je geeft bij het binnenkomen een of enkele van die kaarsen af, groet de dode, praat met de levenden en krijgt eten en drinken aangeboden. Zo kun je de hele nacht lang van huis tot huis gaan. De familie verzamelt intussen genoeg kaarsen om er voortdurend een te laten branden totdat de dierbare een vol jaar dood is. En tussen al die ingetogen mensen door rennen de kinderen met een tas van riet of papier-maché in de vorm van een doodshoofd, zingend en om geld of snoepgoed bedelend. De eerlijkheid gebiedt me eraan toe te voegen dat je ze tegenwoordig ook wel met een plastieken pompoen ziet, maar ach, niets zo Mexicaans als een pompoen, en qua kleur past hij ook bij Dodendag. Het internationaal bekende beeld van feestende Mexicanen op de begraafplaats werd als een voorbeeld voor het Mexicaanse centralisme aangehaald in een buitengewoon boeiende reeks tv-programma’s. Het hele feestjaar lang presenteert de tv drie keer per week Discutamos México. Een uur lang gewoon een vijftal mensen in gemak-

kelijke stoelen om een tafeltje die hun kennis over een of ander aspect van de Mexicaanse samenleving met de kijker delen, alleen maar opgeleukt met wat foto’s of cartoons op de achtergrond. En de mensen kijken er warempel naar. Niet systematisch naar alle uitzendingen, maar ze blijven toch heel geregeld hangen. En dat deed ook ik dus onder meer tijdens de uitzending over centralisme. Het was me al dikwijls opgevallen dat Mexico is opgedeeld in Mexico Stad en al de rest. Het woord ‘subsidiariteit’ heb ik hier in bijna tien jaar nog maar één keer horen vallen, in een verkiezingsdebat. Het kwam toen uit de mond van een presidentskandidate die hoe dan ook geen schijn van kans maakte. Er gaat geen nieuwsuitzending voorbij zonder dat de nieuwslezer ‘Hier in de hoofdstad’, ‘Hier in het Federaal District’ of kortweg ‘Hier in Mexico’ zegt. En alle programma’s waarin naar je mening gevraagd wordt plus alle klantendiensten van alle mogelijke bedrijven en organisaties hebben twee telefoonnummers: één voor de hoofdstad en één voor wie de pech heeft daar niet te wonen. Ik word daar wel eens kribbig van. En ik woon dan nog min of meer in de slagschaduw van die stad. Ik vraag me wel eens af hoe ze daar in bijvoorbeeld Tijuana tegenaan kijken (in vogelvlucht 2200 kilometer van Mexico Stad) of in Chihuahua (ruim 1200). Omgekeerd is de mentale afstand vanuit een Mayadorpje wellicht nog ontelbare keren groter. Het heeft allemaal te maken met de 19de-eeuwse wil tot natievorming, toen dat immense land met al zijn volkeren en meer dan dertig talen behoefte had aan een Mexicaanse identiteit. Maar mij herinnert het sterk aan de Franse traditie waar ook al wat niet Parijs is als la province wordt weggewuifd. 16 november 2010 LOKAAL 13


organisatie personeelsbeleid

Diverscity geeft nieuw elan aan sectorconvenant lokale besturen Zes jaar werken de representatieve vakorganisaties en de VVSG ondertussen samen in het kader van een sectorconvenant lokale besturen dat afgesloten werd met de Vlaamse regering. Onder de naam Diverscity zetten ze de engagementen uit het sectorconvenant in acties om. Lore Vandeurzen

O

p 23 juli 2010 ondertekende de Vlaamse regering het voorstel van sectorconvenant, ingediend door de sector lokale besturen. Het convenant loopt van januari 2010 tot december 2011. Ook nu weer slaan de sociale partners de handen in elkaar om de actuele knelpunten met betrekking tot het arbeidsmarkt- en personeelsbeleid binnen de sector weg te werken. Drie sectorconsulenten zijn ondertussen aan de slag met concrete acties. Drie thema’s vormen de rode draad doorheen het convenant: een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, levenslang leren en diversiteit. Concreet wordt er ingezet op thema’s zoals onthaal, verzuim, competentiemanagement, leeftijdsbewust personeelsbeleid, stage & leerwerk, personeelstevredenheid, tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap en vorming van medewerkers op niveau E en D.

komst zit niet meer alleen bij ‘de gemiddelde medewerker’ maar in een rijkdom aan nog te ontginnen talent. Dit alles vergt een verdere verschuiving van een klassiek

Visie op de sector Nieuw in dit convenant is de sectorvisie lokale besturen. Met deze gezamenlijke denkoefening tussen de sociale partners willen we in kaart brengen met welke uitdagingen en sterktes de sector vandaag en morgen geconfronteerd wordt. Naast een toekomstige krapte op de arbeidsmarkt zal de sector moeten anticiperen op een aanzienlijke uitstroom van personeel door zijn sterk vergrijsd personeelsbestand. Een hogere inzetbaarheid van alle werknemers (ook van kansengroepen) wordt onontbeerlijk. Besturen moeten investeren in de competentieversterking van al hun medewerkers. Of nog, kansen bieden aan het grote aantal kortgeschoolde werknemers dat actief is binnen de sector en blijven investeren in activeringsmaatregelen. Maar ook het potentieel van kansengroepen (allochtonen of personen met een arbeidshandicap) moet worden erkend en benut. Het arbeidspotentieel van de toe-

Actie Enkele realisaties uit het voorjaar van 2010 werden mogelijk gemaakt door het impulsplan Herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering. Hierdoor kon de stuurgroep 100.000 euro besteden aan vorming en opleiding van personeelsleden van lokale besturen. Besturen konden aan een voordelig tarief intekenen op ondersteuningstrajecten voor ploegbazen en op het programma Bouwstenen voor vorming van niveau E & D, samen met de Centra voor Basiseducatie. Ook werden proefprojecten voor loopbaanoriĂŤntering opgezet en werd de inspiratiesessie Vorming, anders bekeken samen met Streetwize gratis aangeboden. Naast deze bijkomende investering in competentieversterking zette Diverscity het project Diversiteit als prioriteit voort. GeĂŻnteresseerde lokale besturen werden vijf keer samengebracht in een lerend netwerk omtrent tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap. De resultaten

14 LOKAAL 16 november 2010

hiervan werden gepresenteerd op een afsluitende studiedag in het Vlaamse parlement. Ondertussen blijft Diverscity streven naar een uitbreiding van de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) voor de reintegratie van medewerkers met een arbeidshandicap bij lokale besturen. Ook in 2011 wacht Diverscity weer een goed gevuld programma. Er komen een studiedag over leeftijdsbewust personeelsbeleid & loopbaanmanagement,

Een blik op andere sectoren en op onze noorderburen toont de ruime waaier aan mogelijkheden die een eigen sectorfonds kan bieden. personeelsbeheer naar een modern personeelsbeleid, met vlottere personeelsstromen en met oog voor de behoeften en capaciteiten van elke werknemer. Deze sectorvisie geeft richting aan de zes prioriteiten en twintig concrete acties in het nieuwe sectorconvenant. De rode draad is de maatschappelijke verantwoordelijkheid die lokale besturen als werkgevers dragen.

een informatiemoment betreffende het ervaringsbewijs en vijf regionale studiedagen over een divers personeelsbeleid, met de voorstelling van een nieuwe praktijkengids. Nieuw elan, blijvende uitdagingen Sinds de start van de convenantwerking binnen de sector is er veel veranderd. Ondertussen werken drie sectorconsulenten al bijna een jaar onder de naam Diverscity, met een eigen logo, website en nieuwsbrief. Een belangrijk probleem blijft het gebrek aan structurele financiering van de convenantwerking. Zeker in tijden van economische recessie, wanneer er geen extraatjes te bedelen zijn, botst deze werking gauw op haar financiĂŤle beperkingen. Een blik op andere sectoren en op onze noorderburen toont de ruime waaier aan mogelijkheden die een eigen sectorfonds kan bieden. Structurele financiering is dĂŠ hefboom om een uitgebreid en permanent vormings- en opleidingsaanbod te organiseren voor het personeel van lokale besturen. Het overwegen waard, want nog meer dan andere sectoren heeft onze sector als publieke werkgever de taak de competenties van al zijn medewerkers te versterken. Lore Vandeurzen is sectorconsulent lokale besturen www.diverscity.be


PRAKTIJK

GF

HEUSDEN-ZOLDER - Een op de drie inwoners van Heusden-Zolder is van niet-Belgische afkomst. Om de leefbaarheid in de kwetsbare wijken te verhogen werken de stadsbuurten met de wijkontwikkelingsmethodiek. Daarin staan overleg en het bereiken van kansarmen centraal. Op wijkvergaderingen melden bewoners hun technische en sociale problemen. Alle betrokken stadsdiensten zoeken samen met de bewoners naar creatieve oplossingen waarbij ieder zijn verantwoordelijkheid neemt. Wijkteams van de gemeentelijke afdeling welzijn en lokale economie coördineren de vergaderingen en de uitvoering van de plannen.

Prettiger wonen dankzij wijkontwikkelingsmethodiek De wijkontwikkelingsmethodiek is in 1996 voor het eerst in de wijk Lindeman toegepast. Wijkproblemen werden er tot dan toe vanuit een conflictmodel behandeld. De oplossingen van gemeentelijke en niet-gemeentelijke diensten voor individuele vragen en problemen voldeden dikwijls niet aan de verwachtingen van de bewoners. Bovendien waren de betrokken diensten en organisaties onvoldoende geïnformeerd over elkaars activiteiten en ontgoocheld in de bewoners die hun oplossingen niet waardeerden. Met de wijkontwikkelingsmethodiek is die kans kleiner, omdat bewoners en betrokken diensten samen oplossingen voor problemen zoeken en elke partner zijn verantwoordelijkheid neemt. De wijkontwikkelingsmethodiek is een overlegmodel dat tot een betere samenwerking en meer wederzijds begrip leidt.

Wijkontwikkeling in zeven fasen

‘De wijkontwikkeling verloopt in zeven fasen,’ legt Sandra Marechal, teamverantwoordelijke minderheden van het wijkcentrum Lindeman, uit. ‘Afhankelijk van de aard van de te ondernemen acties, de haalbaarheid en de draagkracht in de wijk loopt een wijkplan, van de samenstelling tot de uitvoering, over een tot drie jaar. Kwetsbare wijken vereisen een langdurige werking waarbij meerdere wijkplannen elkaar opvolgen. Bij de planning van de acties spelen de gemeentelijke financiële procedures een cruciale rol.’ In een eerste fase nodigt het wijkteam alle bewoners uit op de eerste wijkvergadering. Dat gebeurt per brief, via aankondigingsborden en in de wijkkrant. In kwetsbare wijken legt de wijkverantwoordelijke huisbezoeken af om de methodiek en het belang van de wijkvergaderingen aan de bewoners uit te leggen. Dit vraagt tijd en middelen, maar het loont. Tijdens een eerste vergadering ondervinden de mensen dat ze iets belangrijks meemaken, dus blijven ze komen. In een

tweede fase ontmoeten de betrokken diensten en bewoners elkaar op een eerste wijkvergadering om er hun problemen, vragen en wensen te bespreken. Op een maquette of een luchtfoto leggen ze op specifieke plaatsen in de wijk thematische kaartjes met hun problemen of wensen betreffende huisvesting, verkeer, groenafval, jongeren en jeugd. Vervolgens zoeken alle partijen samen naar realistische oplossingen. Dan stelt het wijkteam een voorlopig wijkplan op. In de derde fase bekijkt het wijkteam de haalbaarheid van de voorgestelde oplossingen qua financiën en timing, en stelt het een uitvoerbaar wijkplan samen. Tijdens de vierde fase wordt dit voorstel van wijkplan in een tweede wijkvergadering met de bewoners, de diensten en de organisaties besproken en ter goedkeuring voorgelegd. In de vijfde fase keurt het schepencollege het wijkplan goed en geeft het de opdracht aan de betrokken diensten om het plan uit te voeren. In de zesde fase voeren alle partners hun deel in het wijkplan uit. Het wijkteam volgt die uitvoering op en informeert de bewoners tussentijds over de stand van zaken via de gemeentelijke nieuwsbrief. In de zevende stap wordt het gerealiseerde wijkplan op een derde wijkvergadering geëvalueerd.

Succesfactoren

De wijkontwikkelingsmethodiek werkt vanuit een overlegmodel in plaats van een conflictmodel. Het accent ligt op inspraak en participatie van alle betrokkenen. Alle bewoners van een kwetsbare wijk en alle relevante diensten/organisaties zoeken samen naar haalbare oplossingen. Het gemeentebestuur en de bewoners sluiten een contract af. Alle betrokkenen krijgen een taak en zijn hiervoor verantwoordelijk bij de uitvoering van de oplossing. De laagdrempelige methodiek werkt ook voor anderstaligen omdat er ook visuele middelen zoals een maquette en themakaartjes worden ingezet. Het gemeentebestuur voert duidelijke en eerlijke communicatie die vertrouwen schept. Kwetsbare mensen ontvangen liever teleurstellende boodschappen dan loze beloften. De ontwikkelingsmethodiek verhoogt de leefbaarheid in de wijk. Op lange termijn evolueren de thema’s van louter infrastructurele problemen naar vragen en wensen over samenleven in de wijk. De methodiek wordt nu in de wijken Halhei, Mommeplas/Onder de Poort en Lindeman van Heusden-Zolder toegepast. Inge Ruiters

Bakken voor herfstbladeren In de wijk Lindeman zorgden vallende bladeren van de lindes voor problemen en misverstanden. De bewoners borstelden de bladeren bij elkaar en wierpen ze onder de bomen. Hierdoor maakten ze het de gemeentelijke afdeling Grondgebiedszaken (GGZ) ongewild onmogelijk het gras onder de bomen te maaien. In de wijkvergadering werd dit probleem besproken. De bewoners en de afdeling GGZ zochten samen naar een oplossing. De afdeling GGZ plaatst nu zeven bladerbakken in de wijk. De bewoners gooien de bladeren daar in. Als de bladerbakken vol zijn, verwittigen de bewoners de afdeling GGZ die ze onmiddellijk komt leegmaken.

ii Sandra Marechal, teamverantwoordelijke minderheden van het wijkcentrum Lindeman Heusden-Zolder, T 011-57 43 68

16 november 2010 LOKAAL 15


GFS

ORGANISATIE inspraak

De inspraakkanalen van Ambrosia’s Tafel Moeilijk bereikbare inwoners van Nieuw Gent krijgen een stem Bewonersinspraak in het lokale beleid is een fantastisch principe maar de praktijk toont dat sommige doelgroepen geen aansluiting vinden bij dat inspraakproces. De stad Gent en Ambrosia’s Tafel proberen daar iets aan te doen in de wijk Nieuw Gent. De klassieke inspraakkanalen worden aangevuld met alle mogelijke media: van video tot kalligrafie. Bart Van Moerkerke

I

edere Gentenaar moet de kans krijgen om in dialoog te treden met het stadsbestuur, zo staat in het Gentse bestuursakkoord. In de wijkprogramma’s die voor elke wijk worden gerealiseerd, is er plaats voor inspraak van de inwoners. Twee keer per bestuursperiode trekken de burgemeester en de schepenen naar elke wijk voor een debat. Helaas laten niet alle groepen in gelijke mate hun stem horen. In alle wijken zijn etnisch-culturele minderheden en Gentenaars die in armoede leven, ondervertegenwoordigd in de inspraakrondes. Er zijn dus inspanningen nodig op maat van die moeilijk bereikbare doelgroepen. Een eerste traject ging van start in het voorjaar van 2006, de stad sloot een convenant met Samenlevingsopbouw Gent en het Intercultureel Netwerk Gent. In 16 LOKAAL 16 november 2010

de daaropvolgende jaren zetten zij met de gebiedsgerichte werking van de stad een traject op in vier wijken en met vijf doelgroepen. De resultaten van de werkwijze waren over het algemeen positief: de inspraaksessies hadden niet enkel on-

De stad besloot een vervolgtraject op te zetten. Ze ging een convenant aan met Ambrosia’s Tafel om de stem van moeilijk bereikbare doelgroepen in Nieuw Gent en de Bloemekenswijk aan de oppervlakte te brengen. Het convenant voor Nieuw Gent is intussen afgesloten, tijd voor een voorlopige Ên voorzichtige evaluatie met Ann Langelet en Paul Bottelberghs van Ambrosia’s Tafel. Verhalen vertellen Ambrosia’s Tafel werkt aan multimediale geletterdheid of mediawijsheid. Bewust

Ann Langelet. ‘We staan open voor alle media. Het belangrijkste is de inhoud van het verhaal en de visie van de inwoners op het leven in de wijk.’ middellijke effecten, ze bleken bovendien een aanzet te zijn voor het ontstaan van nieuwe samenwerkingsvormen tussen bewoners onderling, en tussen bewoners en professionelen.

omgaan met media en die media gebruiken om met elkaar in dialoog te gaan, dat zijn de uitgangspunten van de vzw. Ze is actief in scholen, waar ze leraren opleidt in mediawijsheid en hoe die door te ge-


ven aan de leerlingen, en heel lokaal in verschillende wijken in Gent, waar ze met de inwoners aan de slag gaat. ‘In Nieuw Gent bijvoorbeeld zijn we al sinds onze start vijf jaar geleden actief,’ zegt Ann Langelet. ‘We zijn er dagelijks aanwezig, in de wijkgezondheidscentra, op vergaderingen allerhande maar evengoed op een bankje in het park. De inwoners kennen ons, ze vertrouwen ons. Ze vertellen ons hun verhalen, wij vragen of ze die niet op de een of andere manier willen vastleggen. Ze kiezen zelf het medium waarin ze zich het best kunnen uitdrukken: voor kinderen zijn dat misschien tekeningen, voor jongeren gedichten, voor hiphoppers een videoclip, voor ouderen kan dat kalligrafie zijn. We staan open voor alle media. Het belangrijkste is de inhoud van het verhaal en de visie van de inwoners op het leven in de wijk. Wij nemen dat proces en dat verhaal op video op. We tonen de filmpjes op buurtfeesten of speciale evenementen en we brengen ze op ons digitaal platform voor mediawijsheid, waar iedereen gebruik kan maken van de kennis en de methodiek.’ Naar buiten kijken In Nieuw Gent vinden verschillende doelgroepen moeilijk aansluiting bij de ‘gewone’ inspraakkanalen. Het is een wijk met veel hoogbouw, met 134 nationaliteiten, met behoorlijk wat mensen die in armoede leven, met autochtone inwoners die hun vroegere netwerk in de buurt zagen af brokkelen en die vereenzamen. Door haar manier van werken bereikt Ambrosia’s Tafel andere mensen dan de stedelijke gebiedsgerichte werking die vooral via de organisaties in de wijk werkt en die de inwoners vooral schriftelijk aanspreekt. ‘Tijdens een buurtfeest hebben we gratis foto’s genomen. Gezinnen en families uit de wijk poseerden tegen een witte achtergrond,’ zegt Paul Bottelberghs. ‘Als je die foto’s naast elkaar hangt, zie je meteen wie in de wijk woont en zie je meteen

ook mogelijke samenlevingsproblemen. Kroostrijke, allochtone families, een alleenstaande moeder met twee kinderen, een bejaarde, blanke mevrouw met haar hondje. Het is niet verwonderlijk dat die laatste problemen heeft met de manier waarop de wijk zich de voorbije decennia ontwikkeld heeft. Wij proberen natuurlijk dwarsverbanden en dialoog tot stand te brengen. Misschien werkt die mevrouw

steekt dat de stad gewoon is: het is geen rapport met verslagen, cijfers en tabellen maar een geheel van video’s en foto’s. Paul Bottelberghs: ‘Je kunt ons als een soort golf breker zien die allerlei zaken naar boven brengt. Natuurlijk komen er heel concrete klachten en bekommernissen naar voren waarop de stad rechtstreeks kan ingrijpen. Maar je kunt lang niet alles concreet vertalen, laat staan dat je het

Paul Bottelberghs: ‘Je kunt ons als een soort golfbreker zien die allerlei zaken naar boven brengt.’ voor haar hobby wel samen met Shabini, een Soedanese kunstenaar die al zes jaar in de wijk woont en die iedereen kent.’ Een ander project in Nieuw Gent was ‘Vensters’. Ambrosia’s Tafel ging van deur tot deur in de hoogbouwappartementen. Soms kregen de medewerkers de deur op de neus, vaak mochten ze binnenkomen. Ann Langelet: ‘We filmden het mooie zicht vanuit de flat, dat in scherp contrast staat met de troosteloosheid van het gebouw aan de buitenkant. Langzaam zette de camera dan een stap achteruit waardoor ook een deel van het interieur van de flat in beeld kwam. Boven op de beelden vertelden de bewoners hun verhaal over de wijk, wat hen stoort, wat ze goed vinden, met wie ze contact hebben.’ Confronterend Intussen heeft Ambrosia’s Tafel haar werk in Nieuw Gent overgemaakt aan de gebiedsgerichte werking en de stedelijke beleidsmakers. Iedereen is het erover eens dat de gebruikte methodieken om moeilijk bereikbare doelgroepen aan te spreken, werken. Nu is de vraag hoe er met dat materiaal aan de slag gegaan wordt. Want het is duidelijk dat het niet in een ‘format’

onder de bevoegdheid van een of andere schepen kunt onderbrengen. Je hebt heel veel verschillende werelden in zo’n wijk. Soms vinden die elkaar, soms bestaan ze volledig naast elkaar. Soms werken mensen samen, soms hebben ze schrik van elkaar. Video’s, tekeningen, schilderijen zijn uitermate geschikt om die complexiteit en de dikwijls diepe kloof tussen al die werelden te tonen. Dat kunnen woorden niet. In die zin is ons werk ongetwijfeld soms zeer confronterend voor de stad. Ik ben me ervan bewust dat het vertalen van dat complexe beeld in de gebiedsgerichte werking en in het stedelijke beleid een moeilijke klus wordt.’ Ambrosia’s Tafel zelf zet haar werk in Nieuw Gent voort. Want wat ook duidelijk is: de stad zal niet alles kunnen oplossen. De grootste inspanning zal van de wijkbewoners moeten komen, met initiatieven als Ambrosia’s Tafel als katalysator. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal www.ambrosiastafel.be www.platformvoormediawijsheid.be 16 november 2010 LOKAAL 17


Forum nieuwe media

De burgemeester blogt… weinig In tijden van blog, twitter en flickr kunnen politici hun achterban van elke lintjesknip of gevleugelde gedachte op de hoogte houden, maar de Vlaamse burgemeesters maken nauwelijks gebruik van de nieuwe media. Marlies van Bouwel

W

ie De burgemeester blogt googelt, komt een hele resem Nederlandse burgemeester aan de blog tegen, maar weinig Vlamingen. Het lijkt in Nederland sinds kort deel uit te maken van de gemeentelijke communicatie: gedachtespinsels van de burgervader of -moeder op de blog. Kijk maar eens op burgemeestervanalmere.blogspot.com, waar Annemarie Jorritsma elke week haar gedachten in een stukje tikt: van een oproep tot het invullen van enquêtes tot verontschuldigingen voor de repressieve reactie op een ludieke giraffenactie. Ook elders proberen burgemeesters te bloggen: Dan Sullivan doet het wekelijks in Anchorage op www.muni.org/departments/mayor/blog en Tim Sbranti wisselt in Dublin op www.timsbranti.net/blog een geschreven blog af met een filmpje waarin hij vertelt wat hij realiseert. Blogt de Vlaamse burgemeester dan niet? Op 1 april blogde Louis Tobback, maar dat bleek eigenlijk een Leuvense grapjas te zijn. Op de gemeentelijke websites vinden we geen bloggende Vlaamse burgemeesters, maar er zijn er wel die het op hun persoonlijke website doen. Zo bestaat www.dirkvanmechelen.com/ dirkblogt, maar sinds de federale verkiezingen komen we niet te weten wat de Kapelse burgemeester bezighoudt. Op www.danieltermont.be is er wel een heel tof filmpje met het Gentse politieke kruim dat begin september achter de instrumenten van de Gentse groep The Arquettes plaatsneemt met Termont als leadzanger, een overmaatse zonnebril incluis. Doorklikkend op de blog blijkt de Gentse burgervader tussen 9 juli en 22 oktober niets meer geschreven te hebben. Neem dan Hendrik Bogaert, burgemeester van Jabbeke, hij schreef op 1 oktober een serieus stuk over ‘fiscaliteit als beleidsinstrument’, daarnaast staan er nog leuke graffitiverkiezings18 LOKAAL 16 november 2010

filmpjes op en ingescande krantenartikels op de blog bij www. hendrikbogaert.be. Aan de andere kant van het land in Voeren is burgemeester Huub Broers op zijn www.huubbroers.be wel een heuse blogger: om de paar dagen heeft hij wel een mening over taalkwesties en de staat van ons land. www.petergysbrechts.be bevat ook een blog, breder maatschappelijk maar toch eerder vanuit zijn hoedanigheid als Vlaams parlementslid dan als burgemeester van Putte. De ziel van de burgemeester Ook Marleen Vanderpoorten heeft een blog (jawel op www.marleenvanderpoorten.be), zij schrijft wekelijks mooie en persoonlijke beschouwingen: van commentaar op onderwijsminister Pascal Smet tot de twittertrend, maar de mooiste stukjes hebben Lier als thema. Haar stukje L’enfer c’est les autres van 21 oktober gaat over de Lierenaar Gerrit Le Roy die van de medebewoners van zijn appartementsgebouw geen helling mocht installeren aan de drempel bij de ingang van het gebouw, waardoor hij gemakkelijker zou kunnen binnenrijden: ‘Als reden geven zij aan dat zo’n plankje “onesthetisch” zou zijn, en nog erger: de waarde van hun appartement zou dalen omdat hun residentie verkeerdelijk het imago van “gehandicapteninstelling” zou krijgen.’ Dit stukje eindigt ze zoals meestal met een wijs citaat, dit keer van Ghandi: ‘Anger and intolerance are the twin enemies of correct understanding.’ Ingrid Pira blogt niet, Ingrid schrijft op www.ingridpira.be: ‘Als de wereld moe is en in bed ligt, kruip ik na een lange dag het liefst van al achter mijn computer. Om de dingen van mij af te schrijven: indrukken, nieuwe ideeën, geluk, onmacht, soms verdriet... alles wat mij bezig houdt.’ Op donderdag 14 oktober ging


LOKALE RAAD Weinig burgemeesters schrijven hun gedachten of ervaringen neer in een blog.

ze bezoeken in het bejaardencentrum De Meerminne een 101-jarige die alle drukte rond haar verjaardag maar niks vond. Volgens de dochter mist ze de drukte aan het Gemeenteplein in Mortsel, waar ze vorig jaar nog woonde. Het was als een televisie voor haar. Ze zag trams, bussen, auto’s, vrachtwagens, kinderen, jongeren, winkelende mensen, ongevallen, ambulances, beweging, bedoening. Nu zit ze in een bejaardentehuis en ze ziet die drukte niet meer. Ingrid Pira: ‘Nadien stap ik naar het stadhuis en denk na. Willen alle oude mensen in een soort avondrust, ver weg van de bewoonde wereld, in het groen hun laatste dagen beleven? Neen. Er zijn er die langs drukke verkeersaders willen wonen, met hun raam als venster op de wereld. Ze kijken de hele dag door… en ze voelen zich op een gekke manier gewoon gelukkig.’ Minder persoonlijk maar ook heel mooi is de site van Patrick Janssens: www.burgemeestervanantwerpen.be. Via You Tube kun je Patrick Janssens zien zingen of Arabisch leren koken, naast de trailers van Zot van A of Smoorverliefd of de clip van Axl Peleman ’t Kiel is een kleurdoos. Toen Mario Varga Llosa de Nobelprijs literatuur won, kwam er een fotootje met Patrick en de Nobelprijswinnaar want de burgemeester van Antwerpen heeft meer geleerd van Varga Llosa dan van Macchiavelli. Op de RSS-link krijg je een zicht op wat Patrick Janssens doet en bezighoudt in Antwerpen. Op dinsdag 19 oktober startte de heraanleg van de Londen-Amsterdamstraat en enkele zijstraten: ‘Ik was er zelf bij om het officiële startsein te geven. Het gaat om een van de belangrijkste Antwerpse stadsvernieuwingsprojecten in lange tijd.’ Zo schrijft Patrick Janssens op de feed waarop iedereen zich kan abonneren. Fotodagboek Schepenen bloggen veel meer dan burgemeesters, Kristl Strubbe zet op haar blog haar zeer verdienstelijke columns die ook in De Standaard verschijnen. Wim Dries houdt het sinds hij eind vorig jaar burgemeester werd van Genk op twitteren. Maar eigenlijk kun je op www.wimdries.be maar beter op de icoontjes van sociale media zoals Facebook of flickr drukken: op die fotosite verschijnt hij heel regelmatig. Op 21 oktober floreert hij met Eva Janssen, de zeventienjarige die op de Zuiddag met de burgemeester een dagje meeliep. Een dag eerder stond hij aan de schoolpoort in Boxbergheide, de Genkse wijk die hij in oktober ten gronde probeerde te leren kennen. Ik googel dan maar burgemeester op flickr en nu kom ik opnieuw Louis Tobback tegen: reeksen foto’s van de huldiging in mei toen hij vijftien jaar burgemeester van Leuven was.

?

Zal er een schepen minder zijn als de OCMW-voorzitter deel uitmaakt van het college?

!

Neen, er moet geen schepen wijken, de OCMWvoorzitter-schepen komt, net zoals de burgemeester, boven op het aantal schepenen dat het Gemeentedecreet bepaalt. Het Gemeentedecreet (art. 44) legt het maximale aantal schepenen per gemeente vast. De OCMW-voorzitter is van rechtswege schepen en wordt daar dus extra aan toegevoegd. Het college van burgemeester en schepenen bestaat uit de burgemeester, de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, en uit ten hoogste: • 2 schepenen in gemeenten met minder dan 1000 inwoners • 3 schepenen in gemeenten met 1000 tot 4999 inwoners • 4 schepenen in gemeenten met 5000 tot 9999 inwoners • 5 schepenen in gemeenten met 10.000 tot 19.999 inwoners • 6 schepenen in gemeenten met 20.000 tot 29.999 inwoners • 7 schepenen in gemeenten met 30.000 tot 49.999 inwoners • 8 schepenen in gemeenten met 50.000 tot 99.999 inwoners • 9 schepenen in gemeenten met 100.000 tot 199.999 inwoners • 10 schepenen in gemeenten met 200.000 of meer inwoners. Het college van burgemeester en schepenen moet, behalve de burgemeester en de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, minstens twee schepenen bevatten. Dus in een gemeente met 14.621 inwoners bestaat het college uit maximaal zeven personen: één burgemeester, maximaal vijf schepenen (en in ieder geval minstens twee) en één OCMW-voorzitter-schepen. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn is van rechtswege schepen vanaf zijn verkiezing. Na een volledige vernieuwing van de gemeenteraad blijft de voorzitter in functie als schepen tot de installatie van de nieuwe schepenen heeft plaatsgevonden. Deze bestuursperiode (2007-2012) was het nog niet verplicht om de OCMW-voorzitter in het college op te nemen. Vanaf 2013 is dit wel verplicht.

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Gezocht: burgemeesters met blogambitie Bent u een burgemeester met blogambitie maar heeft u een deadline nodig? Op www.vvsg.be willen we graag met een blogestafette van burgemeesters beginnen. Wie de spits wil afbijten of het estafettestokje in handen wil krijgen, mailt zijn of haar stukje naar jan.vanalsenoy@vvsg.be

Mail uw vraag over de werking van het college naar marian.verbeek@vvsg.be

16 november 2010 LOKAAL 19


DE GEMEENTERAAD van HARELBEKE

Politiek in de schouwburg De tegenstanders en het publiek bespelen en proberen ze te overtuigen, retoriek en een vleugje theater zijn onlosmakelijk verbonden met het ‘politieke spel’. De band tussen politiek en theater is wellicht nergens fysiek duidelijker dan in de gemeenteraad van Harelbeke. De Harelbeekse gemeenteraad vergadert sinds mensenheugenis in cultuurcentrum Het Spoor vlak bij het station. Niet in een achterafzaaltje of een cleane vergaderruimte, neen, in de grote theaterzaal. Het gaat niet zo ver dat de verkozenen plaatsnemen op het podium en het publiek in de zaal, maar het komt toch aardig in de buurt. Voor de maandelijkse raad worden de stoelen van rij A tot en met L op het parterre verwijderd. Op die plek worden tafels in een grote rechthoek opgesteld. Vlak tegen en met de rug naar het podium zitten de burgemeester, de schepenen, de OCMW-voorzitter en de stadssecretaris. Links en rechts nemen de raadsleden van de meerderheid plaats. De oppositieraadsleden kijken in de richting van het podium, met

20 LOKAAL 16 november 2010

de rug naar het publiek. De toeschouwers nemen plaats op de rode schouwburgstoelen, van rij M oplopend tot rij Z. Bureaulampje Op de derde maandagavond van oktober blijven de meeste zitjes in de theaterzaal leeg. Er zijn vier vaste bezoekers. Voor vijf leerlingen van het Sint-Amandscollege uit Kortrijk is het een eerste kennismaking met de gemeenteraad. Ze zijn hier in het kader van de les bedrijfseconomie. Na ongeveer een uur houden ze het voor bekeken. De journalist van Het Nieuwsblad blijft iets langer. Zijn collega van Het Laatste Nieuws loopt pas binnen als de raad de laatste agendapunten aansnijdt. Dan is het al een eind voorbij tien uur, want met 28 punten en een afsluitend vragenkwartiertje wordt het een marathonzitting van dik drieënhalf uur. Voorzitter van de gemeenteraad Willy Vandemeulebroucke leidt telkens een agendapunt in, burgemeester Rita Beyaert of de bevoegde schepen geeft een toelichting. Schepen Luc Callewaert


STEFAN DEWICKERE

heeft zelfs een bureaulampje bij zich dat hij aanknipt als hij de uitleg bij een punt voorleest. Na elke toelichting bekijkt de voorzitter op zijn laptop wie van de raadsleden het woord heeft gevraagd. Het eerste punt op de agenda is de budgetwijziging 3 en 4 - 2010. Een van de oorzaken van de wijziging is de sterke stijging van de energiekosten. Schepen Rik Pattyn verwijst daarvoor naar de strenge winter 2009-2010 maar geeft aan dat een onderzoek naar het energieverbruik in de stadsgebouwen zich opdringt. Raadsleden van meerderheid en oppositie zijn het met dat laatste roerend eens, ze dringen aan op een grondige screening van de gebouwen om de energiefactuur gevoelig te doen dalen. De budgetwijziging wordt uiteindelijk goedgekeurd met twee tegenstemmen en één onthouding. Het zal het enige punt zijn dat niet unaniem wordt goedgekeurd. Goed voor één keer Dat betekent niet dat de avond voor de rest zonder discussie verloopt. Vooral twee punten van milieuschepen Inge Bossuyt

lokken flink wat reactie uit. Het eerste gaat over de verlenging van het gemeentelijke milieubeleidsplan 2005-2009 tot eind 2012. ‘Ons milieubeleidsplan liep tot 2009,’ zegt de schepen. ‘Vorig jaar stelden we de Vlaamse overheid de vraag of het luik “milieu” uit ons algemeen stedelijk beleidsplan volstond om onze wettelijke verplichtingen na te komen. Het gewest heeft ons nu laten weten dat dit niet het geval is. We hebben drie opties. Het luik “milieu” uitwerken en verdiepen in een visienota, een volledig nieuw milieubeleidsplan uitwerken, of het bestaande milieubeleidsplan laten verlengen door de gemeenteraad. Dat laatste is de meest efficiënte manier om onze verplichtingen na te komen. Zodra dat gebeurd is, kunnen we nog altijd een visienota opmaken waarin we de bepalingen uit het milieubeleidsplan actualiseren voor de resterende jaren van deze legislatuur.’ Raadslid David Vandekerckhove vindt deze oplossing maar niets. ‘Een milieubeleidsplan dat zichzelf recycleert, het is een geniale vondst van het gewest. Ik zal dit punt goedkeuren omdat het Vlaamse antwoord zo lang op zich liet wachten, maar eigenlijk kan dit niet. Het is goed voor één keer.’ Ook het gemeentelijke subsidiereglement voor rationeel energiegebruik krijgt flink wat tegenwind. Het bevat enkele nieuwe premies die letterlijk overgenomen zijn van de intercommunale Infrax. Verschillende raadsleden zien er een gebrek aan creativiteit van de schepen en de milieudienst in. Schepen Bossuyt laat dit niet over haar kant gaan: ‘Ik heb de raadsleden uitdrukkelijk gevraagd voorstellen te formuleren. Ik heb er niet één gekregen.’ Een ander raadslid vindt in het reglement geen subsidiemaatregelen voor de minst gegoede mensen terug. OCMW-voorzitter Sofie Decavele springt de schepen bij en verwijst naar het FRGE, het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, dat goedkope leningen verstrekt aan particulieren die structurele energiebesparende maatregelen nemen. ‘De sociaal zwaksten zijn een prioritaire doelgroep van het Fonds.’ Stoelen per drie Agendapunt 20 gaat over het aanduiden van een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger in de buitengewone algemene vergadering van Infrax West en het bepalen van hun mandaat. De raadsleden Dirk Opbrouck en Carl Six worden voorgedragen. De stadssecretaris deelt de stembrieven rond en haalt ze even later, dichtgevouwen, weer op. Schepenen Alain Top en Luc Callewaert gaan aan het tellen. Beide raadsleden halen een grote meerderheid, er zijn enkele tegenstemmen en onthoudingen. Tot slot willen we u ook punt 13 niet onthouden: het vervangen van de stoelen in de aula van CC Het Spoor, goedkeuren bestek, raming en gunningswijze. De 140 stoelen van het parterre zijn dringend aan vervanging toe. ‘Ze zijn versleten, vele zijn stuk. Er zijn al verschillende mensen doorgezakt,’ zegt schepen Francis Pattyn. De nieuwe stoelen moeten los staan, per drie, zodat ze gemakkelijk verplaatst kunnen worden. Want de gemeenteraad zal hier nog een tijdje zijn stek hebben. Op termijn zal er bij de uitbreiding van het stadhuis een ‘echte’ raadzaal komen. Jammer, want een gemeenteraad in een theaterzaal, het heeft iets. I BVM

16 november 2010 LOKAAL 21


PRAKTIJK AALTER – Buren is de naam van de dienstenchequeonderneming van de vzw PWA Aalter, Knesselare, Waarschoot en Zomergem. Elk PWA biedt zeer (bestuurs)nabij zijn diensten aan de inwoners van de eigen gemeente. Dit geeft een concrete invulling aan het begrip van goed nabuurschap. Buren telt op dit moment ruim 150 werknemers. In Aalter alleen zijn er 69 mensen aan de slag bij 414 klanten. De strijkdienst telt 88 regelmatige gebruikers. Ruim een vierde van de klanten is ouder dan 65 jaar.

De vier PWA’s van Aalter, Knesselare, Waarschoot en Zomergem hebben na een intensieve periode van overleg en bezinning de handen in elkaar geslagen om de vele uitdagingen die de opzet en het beheer van een dienstenchequeonderneming met zich meebrengen, samen aan te gaan. Voor een goed begrip: elke deelnemende vzw PWA heeft een eigen erkende sui generis dienstenchequeonderneming. Buren is dus niet één juridische structuur maar een feitelijke samenwerking tussen vier aparte vzw-entiteiten, maar de beleidsvoering regelen ze gezamenlijk via het Burenoverleg. Het Burenoverleg is dus als het ware het managementteam. Er zitten uit elke vzw PWA twee gemandateerde bestuurders in. Soms vertraagt dat de besluitvorming wat, omdat bepaalde beslissingen eerst door alle afzonderlijke besturen worden goedgekeurd. ‘Maar je krijgt dan ook zeer ruim gedragen beslissingen,’ zegt Sofie Dobbelaere, PWA-beambte in Aalter. ‘De loons- en arbeidsvoorwaarden vormen een belangrijk gemeenschappelijk thema. Hoewel we allemaal tot het Paritair Comité 322.01, het PC van de dienstenchequesector, behoren, hebben we het schoonmaakpersoneel altijd volgens de barema’s van het Paritair Comité 318 betaald. Dit PC regelt de gezins- en bejaardenhulp. Daarnaast krijgen de werknemers maaltijdcheques en een volwaardige eindejaarspremie. Naast de werkkledij zelf krijgen ze ook nog eens een vergoeding voor het onderhoud ervan. En op 18 juni, de Dag van de Schoonmaak, wordt er niet gewerkt maar ontmoeten we elkaar eens in een ongedwongen en leuke sfeer.’ Ook aan de opleiding en de vorming van het schoonmaakpersoneel besteedt Buren veel aandacht. ‘Naast vaktechnische opleidingen over werkorganisatie, productenkennis, rugsparend werken en EHBO gaven we onlangs ook een vorming over omgaan met rouwen en verlies,’ vertelt Sofie Dobbelaere. ‘In ons klantenbestand zitten veel 65-plussers, mensen die worden geconfronteerd met het verlies van een naaste. Op zo’n moment wordt een luisterend oor meer gewaardeerd dan een proper huis. Buren vindt het belangrijk 22 LOKAAL 16 november 2010

GF

PWA: meer dan schoonmaken alleen

dat hier veel aandacht aan wordt besteed.’ Het personeel werkt dikwijls in een zorgcontext. ‘Maar het moet duidelijk zijn dat wij geen medische en verzorgende taken uitvoeren. Wij verwachten van onze mensen wel dat ze hun oren en ogen open houden voor wat er bij de klanten leeft,’ zegt Sofie Dobbelaere, want deze aandachtfunctie vindt Buren heel

wij heel veel in de werknemers, het menselijke kapitaal van onze PWA en onze dienstenchequeonderneming. Ook de – ogenschijnlijk – slapende reserve is op langere termijn bedoeld voor de betaling van de lonen. De tewerkstellingsmaatregelen zijn nu eenmaal niet oneindig,’ zegt Sofie Dobbelaere. ‘Maar we zijn toch gestart met een oppas- en ge-

Sofie Dobbelaere: ‘We hebben goede contacten met het OCMW en de thuiszorgorganisaties, naar wie we specifieke hulp- en zorgvragen doorverwijzen. Ook dit is een voordeel dat we als zeer nabije dienstenchequeonderneming willen bieden.’ belangrijk. ‘We hebben trouwens ook goede contacten met het OCMW en de thuiszorgorganisaties, naar wie we specifieke hulp- en zorgvragen doorverwijzen. Ook dit is een voordeel dat we als zeer nabije dienstenchequeonderneming willen bieden.’ De raad van bestuur springt zeer voorzichtig om met de middelen. ‘De geplande afroming van de PWA-reserves hangt nog steeds als een touw om onze nek. In principe investeren

zelschapsdienst voor senioren en chronisch zieken, op een heel bescheiden manier weliswaar. Ook hier geldt dat er geen medische en verzorgende taken worden toegelaten. Met de PWA-middelen investeren we hier in een sociale tarifering voor de gebruikers. Zij betalen maar 2 euro per uur gezelschap. De rest wordt bijgepast door de vzw PWA Aalter. Natuurlijk krijgen deze PWA-werknemers ook passende vorming.’ Marc Van Eenooghe


EEN NIEUW TIJDPERK VOOR DE BUITENVERLICHTING

Bespaar tot 45% energie op uw openbare verlichting

Hoe?


WAT IS HET MINOS SYSTEEM? Het Minos systeem is een revolutionair systeem op gebied van management van de buitenverlichting op de openbare wegen. Door een simpele "click" kunt u van op eender welke plaats, door middel van een computer, de status van al de verlichtingspunten in uw regio, zowel nieuwe als oude, beheren en controleren. Door middel van de Power Line draaggolf technologie, kunt u de overgang van AAN/UIT programmeren, alsmede het dimmen van elk onafhankelijk lichtpunt. Daarenboven komt hierdoor de lamp, zowel als het gehele verlichtingsnetwerk, in een Intelligente Infrastructuur, dat toelaat om toekomstige andere services voor het publiek te integreren en van op afstand te beheren. Eenvoudig te installeren en te gebruiken, het Minos- systeem is de perfecte oplossing om op drastische wijze de energie- en onderhoudskosten te beperken, om te helpen de luchtpollutie te verminderen en een hoge dienstverlening naar het publiek te waarborgen. Het Minos systeem is gepatenteerd, zodat het unieke van haar technische oplossing wereldwijd beschermd wordt.

U kunt nu zelf een bezoek brengen aan het eerste stadsproject in BelgiĂŤ. (omgeving Brussel) Contacteer Marc Desmet op het nummer 0475 29 49 79 en hij geeft u graag een vrijblijvende demonstratie van de mogelijkheden en voordelen van het UMPI Minos Systeem.


IN FRANKRIJK (Var) Het goede plan om facturen te verminderen. De Gemeenschap der Gemeentes van de Esteron, dichtbij Nice heeft zijn installatie van openbare verlichting "nieuwe generatie" ingehuldigd met als doel een reële elektriciteitsbesparing (en dus geld voor de belastingplichtige) op 1.500 lichtpunten te realiseren. Deze operatie wordt ondersteund door EDF en haar filialen in het kader van haar campagne "Doeltreffende Energie in PACA( Provence Alpes Côtes d'Azur)". EDF heeft zich geëngageerd tot een reductie van 35% en het verschil te betalen indien dit objectief niet bereikt werd. De economie zou nu al 40% bedragen op de gehele vallei. Ander niet te verwaarlozen pluspunt: een reductie van 34 ton CO2. De Heer Pierre-Guy MORANI,Burgemeester van Gilette en President van de Gemeenschap der Gemeentes is heel enthousiast: "De inwoners van de Estéron hebben het verschil in verlichtingsgraad zelf niet gemerkt". De Gemeenschap der Gemeenten heeft zodus haar weddenschap gewonnen: de kosten van energie merkelijk beperken op gebied van openbare verlichting.

Een voorbeeld ondersteund door de Algemene Raad.

IN DE UK In 2009 heeft de "Highways Agency" beslist de installatie van het Minos systeem te voorzien op 3.000 lampen op de autosnelweg, dichtbij Bristol, op de wisselaar van de M4 en M5 autosnelwegen. Het Minos systeem van Umpi laat toe 40% te besparen op het verbruik van elektriciteit. Ginny Clarke, hoofdingenieur van de Highways Agency zei: "We trachten de koolstof voetafdruk op het autostradenetwerk te verminderen en dit is een zéér belangrijke stap in de goede richting".

VOORDELEN

van het Minos systeem: Energie besparing: 45% vermindering van het energieverbruik

Veiligheid: Waarschuwing van opgetreden anomalieën van de installaties

Transparant onderhoud: Mogelijkheid tot gerichte interventies door het leveren van alle informatie en beheerskosten van de installaties

Kwaliteit: Verbetering van de service en kwaliteit en een verlenging van de levensduur van de verlichtingsinstallatie.

Milieu: Bijdrage tot de CO2 vermindering in de atmosfeer, vermindering van de lichtvervuiling

Terugverdientijd van de investering: Een snelle terugverdientijd (3-5 jaar) door het genereren van financiële middelen


UW BEHOEFTEN Uw behoeften als beheerder van de openbare verlichting • Besparing op energie

• Snelheid van interventies

• Transparant en efficiënt onderhoud

• Minder klachten, verhoogde veiligheid

• Permanente signalisatie van defecten

• Respect voor de natuur (Kyoto)

ONZE OPLOSSING Het UMPI Minos System, het centraal systeem voor de besturing op afstand van de openbare verlichtingsinstallaties, met meer dan 450.000 verlichting punten wereldwijd - bewezen technologie die wereldwijd gebrevetteerd is.

Nieuw Geïntegreerde service van publiek nut en veiligheid. Minos System laat de koppeling toe van videobewaking,

Hot-Spot WiFi, digitale informatiepanelen, e.a. aan uw verlichtingsnetwerk.

Marc Desmet - MAT - 10 Av Galilée - B1300 Wavre BELGIË T 0475 29 49 79 - F 02 791 53 63 - marc.desmet@MATsys.be MAT exclusive dealer of Minos-System in Belgium UMPI Elettronica s.r.l. - Via Respighi,15 - 47847 Cattolica (RN) T +39 0541 833 160 - F +39 0541 833 161

www.matsys.be - www.umpi.it www.minos-system.com


layla aerts

werkveld PWA

Een werkend en activerend PWA in de toekomst Het PWA wordt financieel bedreigd maar meer dan ooit is een lokaal tewerkstellingsbeleid voor langdurig werklozen nodig. Niet alleen neemt de vraag naar nieuwe diensten voortdurend toe, ook is het belangrijk dat langdurig werklozen kort bij huis begeleiding krijgen en maatschappelijk zinvolle arbeid kunnen verrichten. Het PWA is daarvoor het geschikte instrument, zegt het Vlaams Platform. Marc Van Eenooghe

D

onkere onweerswolken blijven zich samenpakken boven het PWA-landschap. Sinds zijn ontstaan is de kritiek op dit stelsel nooit verstomd en staat het haast permanent ter discussie. Het laatste jaar leek het haast alsof men de PWA’s financieel wou doodknijpen. Eind 2009 was er de in de Programmawet opgenomen afroming van de reserves. Onlangs was er nog de wil om de PWA’s met een dienstenchequeonderneming die de rechtspersoonlijkheid van een vzw aannemen, aan de vennootschapsbelasting te onderwerpen. De afroming hangt nog

steeds als een zwaard van Damocles boven de PWA’s, terwijl de fiscale dreiging voorlopig lijkt afgewend door een politiek akkoord. Het PWA staat ook hoog op de politieke agenda wanneer de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid in het kader van een grote staatshervorming ter sprake komt. Redenen genoeg dus voor het Vlaams Platform PWA/PWA-DCO om bijzonder waakzaam te blijven. Liever dan in het defensief gedrongen te worden wil het Platform uitgenodigd worden voor een inhoudelijk debat ten gronde dat de vzw PWA een stabiele toekomst garandeert.

Daarom legt het al enkele perspectieven voor. Arbeidsmarkt gesloten voor laaggeschoolden Een groot aantal mensen – vaak laaggeschoold – wordt blijvend van de arbeidsmarkt geweerd. Het geloof in en het streven naar volledige tewerkstelling heeft de laatste decennia een flinke deuk gekregen. Vele technologische ontwikkelingen met bijbehorende productiviteitsstijgingen, de delokalisatie van laaggeschoolde arbeid en de steeds hogere eisen die de arbeidsmarkt stelt, zijn daar niet vreemd aan. Ondanks verwoede pogingen om met financiële prikkels iedereen aan het werk te krijgen, zijn de mogelijkheden tot het verrichten van betaalde (laaggeschoolde) arbeid op de arbeidsmarkt gevoelig geslonken. Zelfs een intensief beleid van arbeidsherverdeling is onvoldoende om de nodige banen te creëren. Het tekort aan laaggeschoolde arbeid is 16 november 2010 LOKAAL 23


werkveld PWA

een structureel probleem. De behoefte aan laagdrempelige werkvormen is gigantisch. Ook de sociale zekerheid biedt geen oplossing meer voor deze maatschappelijke uitsluiting. Geen betaalde arbeid verrichten betekent niet alleen een verlies van inkomen. Werken betekent zoveel meer: opgenomen worden in een sociaal netwerk, kansen krijgen op waardering en ontplooiing, mogelijkheden hebben om aanzien en waarde te toetsen en het eigen kunnen te bewijzen. Dat vervang je allemaal niet met een sociale uitkering bij verlies van arbeid. En zo wordt heel veel menselijk kapitaal definitief in de sociale zekerheid geparkeerd. Doodzonde.

er ook de aandacht op vestigen dat heel veel PWA’s initiatieven op dat vlak hebben genomen ofwel de wil hebben dit te doen. Alleen biedt het huidige (politieke) klimaat te weinig stabiliteit en duidelijkheid om dit nu te doen. Er heerst trouwens ook een gebrek aan toekomstgericht perspectief. Het moet gezegd dat op dit ogenblik, en dit sinds het ontstaan van de dienstencheques in 1994, ruim tienduizend werknemers duurzaam werk hebben binnen de PWA’s. Heel veel voormalige PWA-werknemers – laaggeschoolde en langdurig volledig werklozen en leefloontrekkers – zijn dan ook doorgestroomd naar een reguliere baan. Idea Consult bewijst ook

Heel veel voormalige PWA-werknemers – laaggeschoolde en langdurig volledig werklozen en leefloontrekkers – zijn doorgestroomd naar een reguliere baan. Het Vlaams Platform PWA/PWA-DCO vindt daarom dat er in een activerende verzorgingsstaat meer dan ooit (zeer) laagdrempelige werkvormen moeten bestaan. Of is dit ook ijdele hoop? Een geactualiseerde PWA-werking hoort zeker thuis in zulk instrumentarium. De uitgangspunten van weleer zijn zo goed als gelijk gebleven. Daarom vindt het Platform dat het stelsel van de PWA’s de mogelijkheid in zich draagt om een aantal doelstellingen te realiseren. Alleen staan de wet- en vormgeving een praktische en efficiënte uitvoering vaak in de weg. Grote vraag Met het activeren van werkloosheids- en andere uitkeringen in het algemeen en via de PWA’s in het bijzonder worden ‘nieuwe’ arbeidsmarkten afgetast in sectoren van maatschappelijke en persoonlijke dienstverlening die tegemoetkomen aan behoeften waaraan de vrije markt vanwege de te hoge prijs niet voldoet. Het gaat om activiteiten in de sfeer van de privéhuishouding, maar ook om allerlei collectieve behoeften voor plaatselijke, sociale, culturele en onderwijsactiviteiten. Een deel daarvan werd de laatste jaren ook omgeturnd – maar dan wel zwaar gesubsidieerd – naar het reguliere circuit. Het Vlaams Platform PWA/PWA-DCO wil 24 LOKAAL 16 november 2010

in zijn jaarlijkse evaluatierapporten dat de vzw’s PWA, naast de OCMW’s en de gemeenten, tot de beste leerlingen van de klas behoren. Ook het decreet Lokale Diensteneconomie bevat nogal wat kansen betreffende omzetting van diensten in de informele sector naar de formele markt. Het Platform vindt het dan ook zeer jammer dat artikel 8 bis uit de PWA-regelgeving de lokale vzw’s PWA verhindert hierop in te spelen. Toch heeft het een aantal PWA’s niet belet in dergelijke herinschakelingsprojecten te investeren of zelf een nieuwe rechtspersoon op te richten om een aanvullende dienstverlening en dito tewerkstelling te ontwikkelen. Voorbeelden hiervan vindt u in de teksten over praktijken in Aalter en Beveren op de pagina’s 22 en 32. Inclusie Een activeringsbeleid, ook het PWA-stelsel, moet mogelijkheden bieden tot maatschappelijke integratie, tot inclusie van (laaggeschoolde) langdurig werklozen. Relevante arbeidservaring, maatschappelijk zinvolle arbeid, sociale contacten, de mogelijkheid een uitkering en een inkomen uit arbeid gedeeltelijk te cumuleren, en (zeer flexibele) deeltijdse arbeid waardoor de combinatie van gezin en arbeid vereenvoudigd wordt, zijn hiervan sprekende voorbeelden. Het Vlaams Platform PWA/PWA-DCO vindt het daarom ook be-

ter dat mensen zich sociaal-economisch ­nuttig kunnen maken op de alternatieve markt dan dat ze helemaal (en definitief?) aan de zijlijn van de reguliere arbeidsmarkt blijven staan. Voor veel gezinnen die van één uitkering moeten leven, betekent de PWA-toeslag een serieuze slok op een borrel. Bijverdienen – boven op de uitkering – biedt dus de mogelijkheid om ontoereikende uitkeringen op te tillen naar een behoorlijker levensminimum. Natuurlijk krijg je in deze context ook het debat over de zogenaamde werkloosheidsval vanwege het geringe verschil tussen maximumuitkeringen en netto minimumlonen. Het Platform kan zich dan ook ten volle inschrijven in een activerende aanpak, althans voor de arbeidsgeschikten en indien dit maatgericht gebeurt. Een ‘activerend’ perspectief Vanuit bepaalde hoeken weerklinkt al jaren en steeds luider de kritiek dat het PWA-stelsel eerder een hangmat dan een vangnet en/of springplank is. Dit heeft alles te maken met de werkloosheidsval en het feit dat de toegang tot het PWAstelsel in principe onbeperkt in de tijd is. Het Vlaams Platform PWA/PWA-DCO is zich hiervan bewust maar pleit voor een genuanceerde stellingname en benadering. Niet elke laaggeschoolde langdurig werkloze is meteen inzetbaar op de arbeidsmarkt en voor een aantal onder hen is de afstand tot de arbeidsmarkt wellicht onoverbrugbaar. Daarom dringt een gedifferentieerde – meer op maat gerichte – werkwijze zich op en kan het PWA-stelsel voor sommigen een nieuw startpunt en voor anderen een mogelijk eindstation zijn. Daar is niets mis mee, zolang het maar goed activeringsbeleid is, met een maatpak van goede snit als resultaat. Zolang er echter geen structurele samenwerkingsverbanden zijn tussen de PWA’s en de VDAB valt het te betwijfelen dat deze maatregel maximale slaagkansen heeft. Vanuit deze redenering is het wellicht te verkiezen dat het PWA als een hefboom in een algemeen gewestelijk werkgelegenheidsbeleid fungeert, eerder dan in de federale werkloosheidsverzekering ‘vast’ te roesten. Vernieuwde PWA-overeenkomst: een inschakelings- of zorgovereenkomst Het Vlaams Platform PWA/PWA-DCO vertrekt van een nieuwe vorm van begeleiding van werkzoekenden. De VDAB – als


stefan dewickere

Veel PWA’ers worden ingezet om in sociale of culturele instellingen te werken.

regisseur – stuurt het PWA werkzoekenden op basis van hun gepersonaliseerde begeleidingsplan. Zo wordt het PWA beheerder van een trajectonderdeel. De PWAovereenkomst is bijgevolg een weerspiegeling van het traject dat de VDAB-consulent samen met de werkzoekende uittekent. Dit traject kan verschillend zijn naargelang het gaat om werkzoekenden die op

de niet op korte termijn kan doorstromen naar de arbeidsmarkt. In het geval van een zorgovereenkomst wordt de overeenkomst meteen voor een langere periode, bijvoorbeeld twee jaar, aangeboden. Ook hier blijft de mogelijkheid open om door te stromen naar enige andere vorm van volwaardige tewerkstelling.

Het PWA-stelsel kan voor sommigen een nieuw startpunt zijn, voor anderen is het een mogelijjk eindstation. Een gedifferentieerde werkwijze dringt zich op. korte termijn weer op de arbeidsmarkt kunnen participeren (inschakelingsovereenkomst), of om werkzoekenden van wie de toekomstmogelijkheden op de arbeidsmarkt nog veraf of min of meer uitgesloten zijn (zorgovereenkomst). In het geval van een inschakelingsovereenkomst spreken we over een overeenkomst van ‘bepaalde’ duur, bijvoorbeeld zes maanden, waarbij de werkzoekende PWA-diensten verricht. Deze overeenkomst is verlengbaar als de werkzoeken

In beide gevallen begeleidt en omkadert de PWA-beambte deze tewerkstelling met heel veel aandacht voor bijkomende vorming en opleiding. Opvolgingsgesprekken, zowel met de werkzoekende als met de VDAB-consulent, zijn noodzakelijk om de (eventuele) definitieve toeleiding naar de arbeidsmarkt te bevorderen. Een lokaal arbeidsmarktbeleid Destijds maakte de federale overheid de keuze het PWA in een vzw-structuur op

lokaal niveau te organiseren. Deze keuze leverde in ieder geval twee belangrijke voordelen op: een flexibele werking en de inspraak van de sociale partners. Het Vlaams Platform PWA/PWA-DCO wil die beide voordelen behouden maar ook ten volle zijn rol als ‘feitelijke’ werkgever waarmaken. Het getuigt niet van goed bestuur als lokale bestuurders van de vzw PWA op geen enkele manier rechtstreeks worden geïnformeerd over – laat staan betrokken bij – het te voeren beleid. Een stabiel kader waarbij sprake is van duidelijke bevoegdheden, duidelijke doelstellingen en een duidelijke omschrijving van de toegelaten besteding van de PWAmiddelen, aangevuld en ondersteund door rechtstreekse en duidelijke communicatie en volwaardig overleg gebaseerd op evenwaardigheid valt te verkiezen boven de immense kloof die nu gaapt tussen top en basis, tussen federaal en lokaal niveau. Kan het nog duidelijker?

Marc Van Eenooghe is coördinator Vlaams Platform PWA/PWA-DCO en VVSGstafmedewerker lokale economie en werk 16 november 2010 LOKAAL 25


26 LOKAAL 16 november 2010

STEFAN DEWICKERE

Hans Bonte, Karel Hubau en Cindy Haeck: ‘Er moet een goede belangenbehartiging voor de PWA’s komen, gecombineerd met een constructief klankbord voor de overheden. Dat is het doel van het nieuwe Vlaamse platform.’


werkveld Interview met Karel Hubau, Cindy Haeck en Hans Bonte

Samen sterk voor werk Lokaal werk geven aan mensen die moeilijk aan de bak komen, en tegelijk die enkele uren schoonmaak- of ander werk bij huishoudens of instellingen in het wit laten doen, dat was het idee achter de stichting van de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen vijftien jaar geleden. Later ontstonden de dienstencheques met bijna dezelfde filosofie. De PWA’s moesten zich aanpassen en voelden zich soms danig in de hoek gedrumd. Nu verenigen ze zich in een Vlaams platform: samen willen ze sterk staan om die moeilijk tewerk te stellen mensen toch een plaats op de arbeidsmarkt te geven. Marlies van Bouwel

D

e Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen (PWA’s) bestaan nu vijftien jaar. Zes jaar geleden ontstonden de dienstenchequeondernemingen met ongeveer dezelfde doelstellingen. Om sterker te staan, elkaar informatie te geven en niet in elke gemeente apart het warm water te moeten uitvinden, verenigen ze zich in een platform met als dagelijkse bestuurders de schepen Tewerkstelling van Gavere Karel Hubau, de Vilvoordse OCMW-voorzitter en schepen van Sociale Zaken Hans Bonte en het Geelse gemeenteraadslid Cindy Haeck: mooi gespreid over de partijen en het Vlaamse landsgedeelte. Er zijn al 175 leden, en er liggen nog aanvragen te wachten. Op dit moment verenigt het Platform al zestig procent van de PWA’s en de PWA-dienstenchequeondernemingen. ‘We zijn plaatselijk georganiseerd, in onze raden van bestuur zitten zowel de gemeente als de sociale partners,’ vertelt Karel Hubau. ‘In heel België stellen de PWA’s 20.000 mensen voor een deel tewerk, binnen de PWA-dienstenchequeondernemingen zijn dat er ruim 10.000. We voelen de noodzaak om informatie uit te wisselen, maar ook om samen stelling te nemen in bepaalde materies. Als je verenigd bent, kun je druk uitoefenen en daarom hebben we een koepel opgericht met de VVSG als welgekomen partner.’

Hans Bonte: ‘Op die vijftien jaar zijn we een belangrijk lokaal instrument geworden. We zijn de organisatie waar de lokale overheid, de vakbonden en de werkgevers samen nadenken over de lokale tewerkstelling. Tijdens de voorbije vijftien jaar ging de federale regering dikwijls lichtzinnig met ons om, zonder een goed perspectief op de toekomst van de PWA’s. Hierdoor greep ze zomaar in, gebeurden er incidenten en confronteerde ze de lokale besturen met nieuwe spelregels. Ze mist visie op lokale tewerkstelling. Daarom is het logisch dat we ons verenigen en ons legitiem vertegenwoordigen in de schoot van de VVSG om ons constructief op te stellen voor het lokale tewerkstellingsbeleid. We willen op het lokale niveau een tewerkstellingsbeleid voeren met als hoofdaccent een grote betrokkenheid voor de problematiek van kwetsbare mensen zoals langdurig werklozen.’ Cindy Haeck: ‘Dit is zo belangrijk voor hun eigenwaarde. Die werknemers willen zich ook maatschappelijk aanvaard voelen en komen bij het PWA terecht. Bij de reguliere bedrijven kunnen ze hun twintig uren niet zelf kiezen, terwijl dat bij het PWA in samenspraak met de gebruiker wel kan.’

16 november 2010 LOKAAL 27


werkveld Interview met Karel Hubau, Cindy Haeck en Hans Bonte

Hans Bonte: ‘We leveren werk op maat voor mensen die op de arbeidsmarkt buiten de boot vallen.’

vragende partij, want de RVA komt telkens inhalig om de hoek kijken zonder enige ondersteuning.’

Cindy Haeck: ‘Ook voor die alleenstaande moeder die enkel tijdens de schooluren kan werken.’

Hans Bonte: ‘De RVA is de uitvoerder van de federale minister. Ongeacht haar samenstelling heeft de federale regering nog nooit een beleidsvisie voor de lange termijn gehad, tot scha en schande van wie in het veld moet werken. Daarom is dit platform een uitdaging, er moet een goede belangenbehartiging voor de PWA’s komen, gecombineerd met een constructief klankbord voor de overheden. Anders gebeuren er meer accidenten. Want wat drijft mij? De zorg voor die werkzoekende mensen die zinvolle arbeid leveren dankzij de PWA’s en de PWA-dienstenchequeondernemingen. Het zijn de kwetsbare vogels van de arbeidsmarkt die anders in een structurele werkloosheid worden gedropt waar ze nooit meer uit komen.’

STEFAN DEWICKERE

Veel PWA’s zijn indertijd op de kar van de dienstencheques gesprongen. Waarom, welke kansen gaf dat? Welke implicaties had het? Hans Bonte: ‘Het was de absolute wil van de federale regering dat PWA’s zich lieten erkennen als dienstenchequeonderneming. Als minister heeft Frank Vandenbroucke ze allemaal aangeschreven om zo’n onderneming te worden, er werd een speciale formule ontwikkeld met specifieke erkenningsregels. De redenering was dat iedereen die al tien jaar schoonmaakt, kans moest krijgen op een volwaardig contract met vakantiegeld en een pensioenregeling. Het gevolg was dat in alle PWA-besturen grote discussies werden gevoerd want op die manier werden we volwaardige werkgevers met een financiële verantwoordelijkheid. Velen hebben die sprong toch gewaagd.’

In de wandelgangen wordt wel eens beweerd dat de PWA’s op sterven na dood zijn. In bepaalde kringen is het geloof in de PWA’s niet bepaald groot en zijn ze ze liever kwijt dan rijk. Hoe zien jullie dit? Cindy Haeck: ‘Omdat het schoonmaken bij particulieren werd afgeschaft bij de PWA’s – maar dat blijven we wel doen in scholen, vzw’s en bij lokale besturen – en ze minder uren moeten presteren, zijn we op zoek naar nieuwe activiteiten. Het belangrijkste is dat het PWA nog wel degelijk bestaat. Voor- en naschoolse opvang of opvang tijdens de middagspeeltijd zijn zo van die taken, maar ook administratie, tuinwerk, sneeuwruimen of grafzerken schoonmaken. In Geel hebben we daar maximaal op ingezet. PWA’ers kun je niet aanvragen voor onderhoud van heel grote tuinen maar wij zorgen er wel voor dat ze de tuinen verzorgen bij mensen die het zelf niet meer kunnen.’

Karel Hubau: ‘Voor het PWA betekende de oprichting van de dienstencheques in eerste instantie een uitholling van hun beleid. Maar het PWA heeft een enorme sterkte en dat is fijnHans Bonte: mazigheid: het PWA is er in elke gemeente, de ‘Overal kom je dezelfde beambten hebben kennis van de mensen ter problemen tegen in verband plaatse, zowel van de gebruikers als van de werknemers. Bij een PWA-dienstenchequemet de onzekerheid over het onderneming hebben de werknemers wel een voortbestaan van het PWA. En contract van onbepaalde duur, dat is een zeer belangrijk verschil met veel andere dienstenop al die vragen van gemeenten chequeondernemingen. Bovendien bieden ze kwam er tot nog toe geen veel verder doorgedreven opleidingen aan en afdoend antwoord.’ geven ze ook tweede en derde kansen aan mensen die niet echt winstgevend zijn. Het is een zeer laagdrempelige tewerkstelling voor mensen die al langdurig werkloos zijn of door gezinsomstandigheCindy Haeck: ‘Maar het verschilt ook van gemeente tot gemeenden lang van de arbeidsmarkt wegbleven.’ te, afhankelijk van de raad van bestuur. Ik denk toch dat het belangrijk is dat er een rechte lijn getrokken kan worden.’ Hans Bonte: ‘In veel gemeenten loopt het PWA goed ondanks alle wijzigingen in de spelregels en cours de route. Er zijn wel Hans Bonte: ‘Wij hier aan tafel trekken aan één zeel. Maar metproblemen door onze chaotische staatsinrichting. Vlaamse inieen zie je ook verschillen in taken en statuten. Wie gaat dat tiatieven ontstaan zonder afspraken met de federale aansturing definiëren? Lokaal? De resoc’s? Federaal? In de geschiedenis van lokale organisaties. Er leven verschillende dynamieken, wat van de PWA’s zie je dat er steeds mist wordt gespoten, opeens chaos veroorzaakt. Zit er iemand te wachten op ons platform? mochten PWA’ers niet meer bij particulieren schoonmaken. AnJa, blijkbaar wel, want we hebben meteen al veel leden en veel derzijds moeten we het takenpakket voor de laaggeschoolden in vragen en er duiken door die federale ingrepen acute problemen onze maatschappij fors uitbreiden. Dus enerzijds minder doen, op in alle gemeenten, ook in het zuiden van het land. Overal anderzijds zeer verruimen. Maar tegelijk stellen we vast dat de kom je dezelfde problemen tegen in verband met de onzekerPWA-beambte die op pensioen gaat niet wordt vervangen, dat heid over het voortbestaan van het PWA. En op al die vragen het PWA zijn middelen ontnomen wordt. Waarvoor moet het van gemeenten kwam er tot nog toe geen afdoend antwoord. PWA nu dienen? Voor welke activiteiten? Wie definieert het? Allemaal zitten ze te wachten.’ Voor welke groep werkzoekenden en aan welke voorwaarden? Daarnaast bestaat ook de werkloosheidsval voor die mensen. Je Karel Hubau: ‘Ook die 1100 PWA-beambten die op de payroll moet die discussie helpen voeren op Vlaams niveau als je convan de RVA staan. Zij begeleiden de dienstenchequeondernesequenties wilt brengen en antwoorden wilt bieden voor die ming zonder enige vorming of extra remuneratie. Zij zijn ook kwetsbare groep. Op Vlaams niveau moet je kijken hoe de doel28 LOKAAL 16 november 2010


groep een zinvolle taak kan krijgen in maatwerk, zowel qua statuut als qua uren. Deze discussie willen we met al onze leden voeren.’

Hans Bonte: ‘Daar hameren we nu op, op een visie op het tewerkstellingsbeleid. Dat moet vooral ingehaakt worden op de Vlaamse regio, of de Brusselse of Waalse. We zoeken zinvol werk te creëren in de gemeenten voor die kwetsbare groepen. Dat is een regionale zorg en dat moet op dat niveau gebeuren. Wij hebben de expertise van vijftien en zes jaar, en hebben niet alleen de ambitie maar kunnen er ook iets zinvols over zeggen. Ik ben zeer gedreven om die laatste aanslag aan te klagen, want dat is een besparingsmaatregel die zonder enig overleg met het werkveld en de sociale partners op een drafje werd doorgevoerd op een segment van de samenleving waar veel vrijwilligers in alle gemeenten het beste van zichzelf geven om die kwetsbare groep kansen te bieden. Ik noem dit een federaal accident want als voorzitter ken ik persoonlijk de mensen die op straat terechtkomen als ze niet als PWA’er of met dienstencheques kunnen werken.’ Is het PWA een last of een lust voor het lokale bestuur? Cindy Haeck: ‘Het is zeker geen last. Ik zie niet in waarom.’ Hans Bonte: ‘Het lokale bestuur is er zeker mee gebaat dat langdurig werklozen actief zijn in de gemeenten. Anderzijds heeft het PWA zijn strepen verdiend bij de gebruikers, de zorgbehoevenden of de tweeverdieners. Voor mij weegt het PWA toch door aan de lustzijde want veel gemeenten, OCMW’s en scholen doen er

STEFAN DEWICKERE

Karel Hubau: ‘Of de voor- en naschoolse opvang. Die mensen zijn opleidbaar, dat is nu bewezen en hun werk is waardevol voor hen en voor de maatschappij. Het PWA is flexibel en levert een heel schooljaar lang werkzekerheid anderhalf uur ’s morgens en anderhalf uur ’s avonds.’

Karel Hubau: ‘Het PWA is er in elke gemeente, de beambten hebben kennis van de mensen ter plaatse, zowel van de gebruikers als van de werknemers.

STEFAN DEWICKERE

Karel Hubau: ‘Dat hoeft geen eenheidsworst te worden want in steden en landelijke gebieden zien we toch een andere werkloosheidsproblematiek. Brussel-Vilvoorde is niet hetzelfde als het Meetjesland. Ik houd een pleidooi om op welk niveau dan ook principiële spelregels te maken maar de invulling veel lokaler te laten. Ook zo voor tewerkstelling, financiën, maatregelen: laat ruimte om lokaal initiatieven te nemen. Wat belaagt ons vandaag? Dat de reserves worden afgeroomd. Effectief, we hebben in het begin reserves kunnen opbouwen dankzij de opvang van de werklozen, de lage lonen en bijzondere maatregelen. Die reserves zijn onder vuur komen te liggen en vanuit het platform procederen we hiertegen. Ze dienen om lokaal ingezet te worden: voor opleidingen enzovoort. Laat het geld zijn werk doen en verander toch niet onophoudelijk de regeltjes. Wat ik mis is een visie: waar staan we over vijf of tien jaar?’

een beroep op, de PWA’ers lossen zaken op die ze met hun eigen personeel niet gedaan krijgen. Ik zou de stedelijke scholen niet willen schoonmaken die nu door de PWA’s onderhouden worden.’

Cindy Haeck: ‘Binnen het PWA spenderen we een kwart van de inkomsten aan opleiding zoals schilderwerken, tuinonderhoud of computerlessen.’

Hans Bonte: ‘Al moeten de PWA’ers toch ook volwaardige werknemers zijn. De lokale besturen zijn de belangrijkste afnemers. Mijn zorg is ook altijd om van die flexibele onregelmatige uren toch meer stabiele betrekkingen te maken. De lokale besturen mogen hen niet als een excuus gebruiken.’ Karel Hubau: ‘Daarom is het zo belangrijk dat we een krachtdadige raad van bestuur worden.’ Als platform willen jullie ook goede praktijken zichtbaar maken. Begin daar alvast maar aan. Hans Bonte: ‘In Vilvoorde had het PWA voor de dienstencheques al een financiële reserve opgebouwd door zijn werking. Hiermee nam het toen al initiatieven voor nieuwe tewerkstellingstaken waarbij mensen een vast contract kregen. Ik denk aan het Vilvoordse Zilverpunt en de Strijkwinkel, het PWA heeft ook geholpen bij de opzet van andere initiatieven zoals het sociale restaurant. Met de nodige goodwill was dat een hefboom naar veel beter werk qua statuut en naar veel meer banen.’ Cindy Haeck: ‘In Geel en omstreken hebben de drie PWA’s van de OCMW’s van Geel, Laakdal en Meerhout samen een CVBA-dienstenchequeonderneming opgericht waar mensen die moeilijk aan werk geraken worden ingehaald om ze toch kansen te geven. We hebben veel opleidingen gegeven, ook binnen het PWA spenderen we sowieso een kwart van de inkomsten aan opleiding zoals schilderwerken, tuinonderhoud of computerlessen. We zijn heel benieuwd naar die uitwisseling zodat we niet telkens het warm water moeten uitvinden.’ Karel Hubau: ‘Daarom richten we het platform op, zodat we de blauwdrukken aan elkaar kunnen aanbieden. Dat is uitwisseling. Daarom zijn we sterk met de VVSG betrokken want hier is een platform oprichten gemakkelijk.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal 16 november 2010 LOKAAL 29


werkveld PWA

PWA’s bij de activering van werkzoekenden Een van de basislegitimaties voor het bestaan van het PWA-systeem is altijd de activerende inslag geweest: langdurig werkzoekenden zinvolle activiteiten aanbieden zodat zij niet langer in de passiviteit zouden berusten. Voor zijn afstudeerwerk maatschappelijke advisering aan de Hogeschool Gent onderzocht Ward De Groote twintig PWAwerknemers die al tien jaar lang PWA-activiteiten verrichten in Gent. Hij peilde naar hun motieven en zocht uit welke individuele en structurele factoren hierin een rol hebben gespeeld. ward de groote en regine laverge

M

idden de jaren negentig moest elke gemeente een PWA oprichten. Dit paste in het activeringsdiscours waarbij arbeid als beste en ultiem integratiemiddel werd beschouwd. De oorspronkelijke doelstelling van de PWA’s was langdurig werkzoekenden via PWA-activiteiten herin te schakelen. Uit het praktijkonderzoek bij PWA Gent in 2010 is gebleken dat PWA-activiteiten een kwetsbare groep werkzoekenden activeren voor wie op de arbeidsmarkt vaak geen plaats meer is. Zo wordt het PWA bijvoorbeeld gekozen als finaliteit op het einde van een arbeidstraject (50+) of tijdelijk in afwachting van een andere aanwerving. Dankzij het werkwinkelconcept staan PWA’s beter in contact met de VDAB, GTB (Gespecialiseerde Trajectbepaling en -begeleiding voor personen met een arbeidshandicap) en andere partners die met opleiding en tewerkstelling bezig zijn. De cluster aan organisaties biedt werkzoekenden adequatere dienstverlening. De PWA’s fungeren binnen dit lokale netwerk als aanspreekpunt, draaischijf en expertisecentrum omtrent (federale) tewerkstellingsmaatregelen. PWA’s houden zich dus met veel meer bezig dan met het aanbieden van PWA-activiteiten. Van ‘in’ naar ‘uit’ het PWA De klemtoon van het PWA-systeem is als gevolg van het stringentere activeringsbeleid (bij VDAB en RVA) mee geëvolueerd. Terwijl het PWA een voorloper van het activeringsbeleid was en langdurig werkzoekenden in het begin in het PWA werden geloodst, willen de beleidsmakers deze werkzoekenden nu vooral activeren uit het PWA, richting reguliere arbeidsmarkt. PWA Gent is zich al langer bewust van deze paradox en heeft daarom van bij het begin gekozen voor inbedding in 30 LOKAAL 16 november 2010

en aansluiting met de lokale opleidingsen tewerkstellingsinitiatieven, vanuit de stadsdienst lokaal werkgelegenheidsbureau. Begeleiding van werkzoekenden in hun traject is nog altijd een centrale gedachte. De rol van de PWA-consulent is, mede door nieuwe opdrachten vanuit de RVA, opgeschoven in de richting van informatieverstrekker en promotor van tewerkstellingsmaatregelen (Activa, startbanen, dienstencheques of win-winplan). De PWA’s vormen dus een belangrijke schakel in de campagnes van de overheid naar werkzoekenden en werkgevers. Zo maakt de consulent de werkzoekenden steeds meer wegwijs op de arbeidsmarkt. Motieven van werkzoekenden Uit het onderzoek bleek dat PWA-werknemers twee soorten drijfveren hebben om bij het PWA te blijven hangen: latente en manifeste. De manifeste drijfveren hebben te maken met dingen die de PWAwerknemers duidelijk kunnen benoemen en waar ze een direct voordeel in zien. Dit zijn onder meer de aard van het werk, de flexibiliteit, de sociale contacten, de financiële extra’s, de vrijstellingen van de RVA en VDAB. De latente drijfveren zijn eerder onbewust en hebben onder andere te maken met structurele verankeringen: de (financiële) zekerheid en het vrijgesteld worden van bepaalde verplichtingen creëren een relatieve rust. Ook de doorbreking van sociaal isolement is een voordeel dat bij veel PWA-werknemers latent meespeelt. PWA-werk bevordert het psychische welzijn en het gevoel erbij te horen. Uit het onderzoek bleek zelfs dat PWA-werk therapeutisch kan werken voor mensen met een laag zelf beeld of met een bepaalde psychosociale problematiek.

Arbeidsactivering en sociale activering Vooral de latente drijfveren tonen aan dat het PWA naast arbeidsactivering ook een sociale activeringsrol vervult. Dankzij het PWA-werk ontwikkelt de werkzoekende opnieuw sociale contacten, hij krijgt waardering voor geleverde prestaties, doorbreekt zijn isolement. PWA-werk geeft mensen behalve structuur opnieuw een doel in hun leven. Op die manier is het een belangrijk instrument tegen sociale uitsluiting. Zeker voor de oudere werkzoekenden is het belangrijk dat zij naast waardig werk ook waardering als persoon krijgen. Op die manier flirt PWA Gent met arbeidszorg. Misschien kunnen of moeten de PWA’s in de toekomst hierin een belangrijkere rol opnemen. Individuele of structurele oorzaken? Langdurige tewerkstelling in het PWA wordt aangemoedigd door de werkloosheidsval, vooral bij alleenstaanden met en zonder kinderlast. Vaak is dat in combinatie met andere problemen van fysieke of psychosociale aard. Ook de vrijwilligheid en de onbeperktheid in de tijd zijn troeven die mensen wel in het systeem vasthouden. De structuur van de arbeidsmarkt sluit bepaalde groepen van een duurzame betrekking uit: 55+, mensen met een fysieke of psychosociale problematiek, laaggeschoolden, zeer langdurig werkzoekenden. Zelfs de activeringsinstellingen houden deze groepen in hun precaire situatie door hen niet meer op te roepen en allerlei vrijstellingen toe te kennen. Veel PWA’ers gaven aan dat VDAB of RVA hen niet meer oproept. Er bestaat dus een structureel tekort aan aangepaste en laaggeschoolde arbeid, vooral voor ouderen. De sociale economie zou hier soelaas moeten kunnen bieden, maar dat vergt investeringen van overheidswege. Individuele oorzaken voor het zich nestelen in het PWA-systeem hebben grotendeels te maken met berusting. De langdurige PWA’ers ondernemen geen stappen meer om zich te informeren, vormingen te volgen of vacatures op te sporen. Dit heeft onder meer te maken met een laag zelfbeeld en een gebrek aan geloof in eigen kunnen. Maar ook het ontbreken van voldoende en dynamische impulsen vanuit het PWA zelf doet mensen blijven hangen. Mensen die


stefan dewickere

PWA-werk geeft mensen behalve structuur opnieuw een doel in hun leven. Op die manier is het een belangrijk instrument tegen sociale uitsluiting.

langdurig in het systeem zitten, krijgen eigenlijk te weinig het idee dat ze nog altijd werkzoekend zijn. Ze beschouwen hun PWA-werk te veel als echt werk. Ze hebben de affiniteit met de reguliere arbeidsmarkt verloren. Het belang van een ander statuut dan dat van werkzoekende moet meer benadrukt worden. Het PWA moet zijn cliënten dus beter bewust maken van hun situatie. Zittenblijven of doorstromen? Bij deze langdurig werkzoekenden in het PWA is er nog wel degelijk potentieel voor doorstroming. Uiteraard vraagt het kennis en expertise om deze groep te identificeren en ermee aan de slag te gaan. Deeltijdse tewerkstelling en sociale economie lijken het meest aangewezen om door te stromen. Het vraagt veel mankracht, enthousiasme, geloof en energie om deze werkzoekenden, die al veel teleurstellingen hebben opgelopen, te doen geloven in de mogelijkheden die ze nog hebben. Of heeft de jarenlange stilstand en verwaarlozing van het PWA-systeem door de overheid ook dit enthousiasme stilletjes verstikt? Nabeschouwing door het PWA Gent Het onderzoek richt zich op de vraag waarom mensen na tien jaar nog steeds PWA-werk verrichten. ‘Het brengt ons het verhaal van mensen die bewust of onbewust in het PWA resideren,’ zegt Steven Genbrugge, coördinator van het PWA Gent. ‘Het inzoomen op deze groep blijvers vlakt natuurlijk de jarenlange lo

kale begeleidingsinspanningen en doorstroomresultaten niet uit. De gemiddelde uitstroompercentages van vijftien à dertig procent bewijzen dat Gent is blijven inzetten op het coachen, motiveren en sensibiliseren van de PWA-werknemers om hen naar duurzame tewerkstellingsvormen te kunnen begeleiden. De gemiddelde werkloosheid van de groep onderzochte personen bedraagt meer dan zeventien jaar.

aanpassingen noodzakelijk zijn. Maar bovenal zetten deze resultaten de overtuiging kracht bij dat de huidige waardevolle arbeid/activiteiten en dito werknemers een duurzame plek verdienen op de arbeidsmarkt.’ Ook voor Regine Laverge, beleidsmedewerker stad Gent en PWA Gent, zou het misschien logischer en verstandiger zijn het niet zover te laten komen dat men-

Mensen die langdurig in het systeem zitten, krijgen eigenlijk te weinig het idee dat ze nog altijd werkzoekend zijn. Ze beschouwen hun PWA-werk te veel als echt werk.

Dit cijfer is illustratief om de grote kwetsbaarheid van deze groep te duiden. En het geeft aan dat de “duurzame” uitsluiting van de arbeidsmarkt zich voor deze groep mensen al ver vóór de opstart van het PWA manifesteerde.’ Toch vindt Steven Genbrugge dat de vaststellingen ons confronteren met de beperkingen van het huidige stelsel: ‘Het risico van uitkeringsafhankelijkheid, de dualiteit van een ontwikkeling van goede dienstverlening – behoud van beste PWA-krachten door organisatieontwikkeling versus optimaliseren van doorstromingsgedachte (afstoten van beste krachten) –, het feit dat het PWA niet geïntegreerd wordt in formele traject(fase)- begeleiding en regulering, geven aan dat

sen na tien jaar nog steeds in een dergelijk welles-nietessysteem kunnen blijven hangen: ‘Door het inbouwen van scharniermomenten na twee of vier jaar bijvoorbeeld en het ontdubbelen van het systeem naar een soort van arbeidszorgstatuut enerzijds (voor wie het PWA de hoogst mogelijke vorm van werk is) en inschakelstatuut anderzijds (voor wie meer kan), kan vermeden worden dat mensen uitgesloten worden van een volwaardig arbeidsstatuut. Hiervoor is niet alleen visie en politieke wil nodig, maar jammer genoeg ook budgettaire ruimte.’ Ward De Groote, maatschappelijk werker en Regine Laverge, beleidsmedewerker PWA Gent 16 november 2010 LOKAAL 31


PRAKTIJK

BEVEREN – Uit het lokaal sociaal beleidsplan, aangevuld met de ervaring van de lange wachtlijsten in het PWA, bleek de grote behoefte aan een klusjesdienst. Een eerste initiatief van de vzw SEB lag dus voor de hand. Maar voordat ze werkelijk van start ging, pleegde de vzw grondig overleg met de werkgeversorganisatie Unizo.

GFS

stefan dewickere

Kleine klussen ook aan sociaal tarief

De prille vzw SEB (Sociale Economie Beveren) zag pas het licht nadat gebleken was dat de vzw PWA Beveren geen erkenning kreeg als initiatiefnemer in het kader van de lokale diensteneconomie. Dat heeft alles te maken met het befaamde artikel 8 bis dat de organisatie van de buurt- en nabijheidsdiensten regelt in het kader van de PWA-regelgeving. Dit artikel geldt vandaag enkel voor de organisatie van een sui generis afdeling van de dienstencheques in de vzw PWA. Jammer dat hier niet meer (her)inschakelingsinitiatieven worden gefaciliteerd in het ruime kader van de sociale economie. Maar het PWA van Beveren bleef niet bij de pakken zitten en richtte, samen met de gemeente Beveren en dankzij een financiële injectie van de streekontwikkelingsintercommunale Interwaas, een nieuwe vzw op. Vzw SEB was geboren.

Overleg met Unizo

‘Voordat de vzw SEB van start ging, legden we aan de zelfstandige ondernemers van de gemeente uit dat onze klusjesdienst echt niet de kaas van hun boterham wenste te eten,’ zegt Wim Van Gerwen, de economieambtenaar van de gemeente Beveren. ‘Wij verrichten alleen kleine klussen. Bijvoorbeeld klein tuinonderhoud, kleine loodgieterij en schilderwerken die in het reguliere circuit niet of moeilijk uitgevoerd raken. Daarom is het ook van het grootste belang dat de omvang van het uit te voeren werk op voorhand goed wordt beoordeeld. Als het werk te groot is, wordt er doorverwezen naar een lokale stielman.’ Tot hier toe werden nog geen klachten geregistreerd. Zo zie je maar dat je met goede voorafgaande informatie en afspraken goede vrienden maakt. Elke inwoner van Beveren kan gebruik maken van de klusjesdienst, maar vzw SEB hanteert wel een sociaal tarief voor OCMW-cliënten en mensen met het Omnio-statuut. Zij betalen 7,50 euro per uur en geen verplaatsingsvergoeding, terwijl het gewone tarief 25 euro per uur en een verplaatsingsvergoeding van 10 euro is. Drie vierde van de klantengroep blijkt bejaard te zijn. Nogal wat klanten worden doorverwezen door het OCMW en andere hulpverleners. ‘Ook de huisvestingsmaatschappijen zijn graag geziene klanten en waarderen deze klusjesdienst heel sterk,’ zegt PWA-beambte Irmgard Vandendriessche die hiermee nog maar eens het bewijs levert dat de toenemende vergrijzing heel veel extra dienstverlening vraagt en dus ook tewerkstellingskansen biedt aan mensen die wat verder van de arbeidsmarkt staan.

32 LOKAAL 16 november 2010

Vzw SEB wil graag investeren in de bijkomende opleiding van de doelgroepwerknemers maar stoot hier toch wel op een organisatorisch en praktisch probleem. Opleidingen ‘op maat’, heel kort van duur en in de tijd gespreid over verschillende vormingsdagen en daarbovenop nog eens op maat van een werknemer, zijn dun gezaaid. ‘Wij hebben ze nog niet gevonden. De meeste opleidingen halen de werknemer gedurende een langere periode van de werkvloer,’ zegt PWA-beambte Nathalie Leysen.

Wim Van Gerwen: ‘Voordat de vzw SEB van start ging, legden we aan de zelfstandige ondernemers van de gemeente uit dat onze klusjesdienst echt niet de kaas van hun boterham wenste te eten.’

Dit initiatief wordt door Vlaanderen betoelaagd in het kader van het decreet Lokale Diensteneconomie. Maar de toelage dekt de totale kosten absoluut niet. Naast de klantenbijdrage maakt vooral de vzw PWA Beveren het project financieel sluitend. Klaverbladfinanciering heet dit, maar zonder de financiële inbreng van een lokale partner zou dit pure miserie zijn. Die inbreng realiseren zij met de gegenereerde winsten uit hun dienstenchequeonderneming. In de dienstenchequeonderneming van de vzw PWA Beveren werken momenteel een dertigtal mensen. Eén voor één hebben zij de stap van het klassieke PWA naar het nieuwe dienstenchequesysteem gezet.

Fietspunt

Afsluitend en ter vervollediging willen we nog even melden dat de vzw SEB sinds kort een Fietspunt heeft geopend aan de eindhalte van de tram ten westen van Antwerpen. Hier werken drie mensen. Ook dit initiatief is erkend in het kader van het decreet Lokale Diensteneconomie maar De Lijn of de NMBS accepteert het niet als volwaardig Fietspunt. Een geluk dat de vzw SEB, met de financiële middelen van de vzw PWA Beveren, weer eens in de bres springt. Marc Van Eenooghe


Sfeervol plein maakt komaf met koning auto Zoals in zoveel dorpen in Vlaanderen had de opmars van koning auto op het dorpsplein van Nieuwerkerken diepe wonden geslagen. Het immer uitbreidende wegennet en de toenemende parkeerbehoefte hadden op een ongestructureerde manier de rust en het groen uit de dorpskern verdreven en vervangen door een asfaltwoestijn. Het plein was zijn sociale functie volledig verloren, het kerkje, de dorpsschool en de toenemende woongelegenheden waren van elkaar afgesneden door drukke wegen. Het riep soms herinneringen op aan de mistroostigheid van het dorp waarover Dimitri Verhulst de Helaasheid der dingen schreef. Marlies van Bouwel

H

et eerste dorpskernvernieuwingsproject van de Aalsterse schepen Ann Van de Steen kwam hier dus niets te vroeg. In de ontwerpfase werd ruim de tijd genomen om een plan uit te werken dat een compromis kon vormen waarin de wensen van alle gebruikers en het grote aantal technische eisen die onlosmakelijk aan een dergelijk project verbonden zijn, gecombineerd konden worden. Maar er kwam onverwacht veel tegenkanting. Ann Van de Steen: ‘Mensen staan vaak wantrouwig tegen vernieuwingen. Zo was er de voorlaatste inspraakvergadering in de school: ouders vreesden dat het nog onveiliger zou worden aan de schoolpoort. Daarom vroeg een lid van het oudercomitĂŠ een doorgangsweg dwars over het plein. Maar dan zouden kinderen niet meer vrij op het plein kunnen spelen en zou het ook geen echt ontmoetingsplein kunnen worden voor de mensen die daar in de buurt op een appartement woonden. Onze diensten

hebben dan gedurende een week foto’s genomen bij het begin en einde van de lessen. Op die foto’s werd heel duidelijk dat ouders en grootouders zelf veel onveiligheid veroorzaakten door hun auto kriskras voor de schoolpoort neer te poten terwijl de parkeerplaatsen vijftig meter verderop leeg bleven. Op de andere momenten van

spreekbuis van alle omwonenden. ‘In de mate van het mogelijke gingen we ook op hun vragen of verzuchtingen in.’ Ook de kerk en de kerkfabriek stonden eerst wantrouwig tegenover het moderne plein rondom het oude kerkje, maar ze zijn er nu heel tevreden mee. Deze zomer speelden de kinderen in de ondiepe vijver en

Het plein wordt opnieuw het kloppend hart van het dorp. Begin september hebben we optredens en met Kerstmis een kerstmarkt. de dag was het er veel minder chaotisch. De mensen waren verbaasd over hun eigen gedrag.’ Naast de inspraakvergaderingen konden ook de handelaars, die zich gegroepeerd hadden, wekelijks op de werfvergaderingen hun grieven uiten. Ze werden de

tijdens het schooljaar is het de mooiste speelplaats die de basisschool zich kan wensen. Ann Van de Steen: ‘Op basis van de inspraak en het overleg begrijpt u dat er dus nogal wat heen en weer gelopen werd tussen de tekentafel en de vergadertafel.’ Tijdens de herinrichting van het plein werd 16 november 2010 LOKAAL 33

GFS

werkveld dorpskernvernieuwing


?

Wie mag inbreuken op de plaatselijke politieverordening vaststellen?

!

Naast agenten en ambtenaren van de politie kunnen ook personeelsleden van de gemeente die door de gemeenteraad zijn aangewezen, vormen van gewone overlast zoals wildplassen vaststellen. In artikel 135, §2 kent de Nieuwe Gemeentewet de bestuurlijke politiebevoegdheid toe aan de gemeente. Die moet in goede politie voor haar inwoners voorzien om de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op de openbare wegen, de openbare plaatsen en in de openbare gebouwen op het grondgebied te verzekeren. Door deze bestuurlijke politiebevoegdheid heeft de gemeente het gezag over deze politietaak en kan zowel de burgemeester, het college als de gemeenteraad er uitvoering aan geven. Wil een gemeente de inbreuken op haar politieverordening laten bestraffen, dan kan zij daar door de Nieuwe Gemeentewet een politiestraf of een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS) aan koppelen (art. 119bis). De vaststelling van de inbreuken kan zowel door agenten en ambtenaren van de politie met een proces-verbaal gebeuren als door personeelsleden van de gemeente die hiervoor aangesteld worden door de gemeenteraad. De personeelsleden stellen een bestuurlijk verslag op. In de praktijk zal een gespecialiseerde medewerker van de groendienst, een medewerker van de gemeentelijke sporthal of een gemeenschapswacht-vaststeller de gewone overlast vaststellen. In principe kunnen ook private bewakingsagenten inbreuken op de gemeentelijke politieverordeningen vaststellen. Hun vaststelling heeft dan de waarde van een klassieke aangifte, die ook elke inwoner van de gemeente kan doen. De belangrijkste politiebevoegdheid van de gemeenteraad is de goedkeuring van de gemeentelijke politieverordeningen die voor het hele grondgebied van de gemeente gelden. Ook deze taak is hem toegewezen door de Nieuwe Gemeentewet (art. 119). Na de volledige uitvoering van de Octopushervorming in 2002 ontstonden de 118 Vlaamse politiezones. De grenzen van deze politiezones vallen vaak samen met het grondgebied van meerdere gemeenten. Nochtans is elke gemeenteraad bevoegd om zijn eigen politieverordening op te stellen. Om de vaststelling van inbreuken op de verschillende verordeningen uit de politiezone door politiediensten niet te complex te maken, stellen de gemeenten uit één zone vaak samen een uniforme politieverordening op, die dan door elke gemeenteraad goedgekeurd wordt. Hierdoor mogen personeelsleden van de lokale politie vaststellingen doen over het hele grondgebied van de politiezone, en dat kunnen soms zeven of nog meer gemeenten zijn.

Mail uw vragen over gemeentelijke administratieve sancties aan tom.deschepper@vvsg.be. Richt uw vragen over de bestuurlijke politiebevoegdheid van de gemeente aan marian.verbeek@vvsg.be en koen.vanheddeghem@vvsg.be.

34 LOKAAL 16 november 2010

werkveld dorpskernvernieuwing

GFS

klare kijk

ook grondig nagedacht over de verlichting. In samenwerking met netbeheerder Eandis werd een proefproject gerealiseerd waarbij ook dimming van openbare verlichting in de praktijk wordt getest. Na elf uur ’s avonds dimmen de lichten. ’s Avonds zorgen onderwaterleds in de fonteinen voor een verfrissende lichtnoot. Het resultaat is een plein dat opnieuw een kloppend hart van het dorp is, waardoor er elke dag veel leven is. Ouders en grootouders kunnen op de banken in het groen rustig op de kinderen wachten, de kinderen kunnen na school zelfs nog in de fonteinen of op het grasveld spelen, het is niet langer nodig om de kinderen snel snel op de achterbank van een in de vlucht achtergelaten auto te proppen. Bewoners van de appartementen hebben uitzicht op een stukje groen of kunnen zelf even de benen strekken op het pleintje. Een sociale functie betekent ook feesten, enkele keren per jaar is er voor deze evenementen een grotere behoefte aan verharding. Om de impact hiervan te minimaliseren en het beeld van de kerk te versterken werd aan de zuidzijde van de kerk een spiegelvijver aangelegd, het grootste deel van het jaar blinkt in het wateroppervlak het spiegelbeeld van de kerk, en indien nodig wordt het bassin met een diepte van 10 cm leeg gelaten en wordt de bruikbare oppervlakte van het plein veel groter. De auto’s zijn zo veel mogelijk gegroepeerd aan de rand van het plein, half weggestopt achter de groene betonnen keermuur om een

maximaal aaneengesloten oppervlakte verkeersvrij te houden. Het randstedelijke karakter van Nieuwerkerken-Dorp laat ook toe om op esthetisch vlak af te wijken van de platgetreden paden, het restant van de dries dient als inspiratie voor de groene horizontale lijn, met groene verlichting, wintergroene beplanting in verschillende tinten, een groene betonnen keermuur en een opvallend ruitenpatroon in groen gietasfalt. Ann Van de Steen wilde met de heraanleg van het hart van Nieuwerkerken het dorpsplein weer aan de mensen geven: ‘Enkel zo kan het uitgroeien tot een ideale ontmoetingsplaats om te flaneren en te keuvelen. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om in de eigen tuin te zitten. Zo’n plein moet een ontmoetingsruimte worden en een plaats voor evenementen. In Nieuwerkerken gebeurde er niets, nu hebben we begin september optredens en met Kerstmis een kerstmarkt.’ Dezelfde filosofie hanteerde Van de Steen ook voor het vernieuwde en ondertussen ook autovrije Vredeplein en de Nieuwstraat. Lange banken, maar ook dropping chairs voor mensen die graag alleen zitten te lezen of hun boterhammetjes eten; waterpartijen en fonteinen en plaats om te feesten. De volgende jaren staan in Aalst ook nog de Hopmarkt, het Kanunnik Colinetplein en het Burgemeestersplein op het vernieuwingsprogramma. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal


ACHTER DE SCHERMEN

Polyvalent technicus Jurgen De Leeuw is een manusje-van-alles bij het OCMW van Geraardsbergen. Hij kwam er dertien jaar geleden terecht, recht van de schoolbanken. Nu werkt hij als polyvalent technicus in de technische dienst van het departement patrimonium en logistiek. Samen met de collega’s onderhoudt hij de gebouwen: het kinderdagverblijf, de serviceflats, het Centrum Welzijn en de woonzorgcentra. In geval van nood laat hij zijn werk vallen om een kapotte verwarming of een gebroken waterleiding te gaan herstellen. Jurgen De Leeuw werkt meestal samen met Michel: ‘We vertrekken ’s morgens naar een van de huizen van het OCMW om een klusje op te knappen of om grotere werken uit te voeren. Maar we zijn zeer flexibel en als het nodig is gaan we op één dag op verschillende plaatsen bewoners en collega’s uit de nood helpen.’ Het oplossen van kleine probleempjes en technische mankementjes vraagt regelmatig enige creativiteit. Omdat hij veel technieken onder de knie heeft, werkt hij ook almaar meer zelfstandig. Dat Jurgen De Leeuw polyvalent is en samen met de groep collega’s niet terugdeinst voor initiatief, getuige de woning die zij onlangs volledig gerenoveerd hebben: ze hebben een nieuw dak gelegd, een keuken geïnstalleerd, een isolatiedeklaag gegoten, centrale verwarming gelegd en de waterleiding vernieuwd. Geen enkele opdracht is te veel gevraagd. Vorig jaar stond hij mee in voor de bouw van een reeks garages aan de serviceflats. Op dit moment is Jurgen De Leeuw een uniek systeem aan het lassen om een dak van verlichting te voorzien. Daarna is het tijd voor de totale herinrichting van een parkeergarage. Hij houdt van zijn werk omdat er een goede werksfeer is: ‘Collegialiteit vind ik ook belangrijk. Het is ook prettig dat waar je ook komt, of je nu met collega’s in contact komt of met bewoners van de woonzorgcentra, ze overal je hulp nodig hebben en op je rekenen,’ zegt Jurgen De Leeuw.

Opleiding Jurgen De Leeuw volgde A2 mechanica en kwam meteen na de schoolbanken in het OCMW terecht. Gedurende zijn loopbaan heeft hij op de werkvloer veel bijgeleerd van collega’s en omgekeerd leidt hij ook collega’s op in verschillende technieken. Buitenshuis volgde hij opleidingen voor nieuwe technieken in schrijnwerkerij, loodgieterij en elektriciteit. Ook vormingen zoals lassen, betegelen en plaasteren volgde hij met succes. Levenslang leren is zijn motto. GF

Katelijne Steenackers

16 november 2010 LOKAAL 35


werkveld veiligheid

Preventieambtenaar: thema met vijftig variaties In Vlaanderen werken een vijftigtal preventieambtenaren. Wie zijn zij? Hoe voeren ze een lokaal criminaliteitspreventiebeleid en hoe positioneren ze zich tegenover de politie en de andere gemeentediensten? Nadja Desmet

inspanningen doen en met vrucht tot de criminaliteits- en diefstalpreventie bijdragen, mag de vraag gesteld worden of ze zonder federale financiering zouden bestaan. En waarom is deze federale financiering dan zo broos en onzeker? En waarom beschikken de andere 265 Vlaamse lokale besturen niet over een dergelijke gefinancierde ambtenaar die een lokale visie op gemeentelijk veiligheidsbeleid ontwikkelt? Verschillende inbedding in de lokale setting Geen twee (gefinancierde) preventie- ambtenaren zijn op dezelfde manier inge-

Uit de fietsdiefstalpreventiebrochure van de Stad Brugge

In totaal zijn er 43 Vlaamse preventieambtenaren aan de slag in de lokale besturen die een contract – een strategisch veiligheids- en preventieplan – hebben met de FOD Binnenlandse Zaken. De anderen werken er omdat hun bestuur daar uitdrukkelijk zelf voor heeft gekozen. Het is overtuigd van het nut van een preventieambtenaar, ook zonder de federale subsidies. Sommige gemeenten hadden vroeger een strategisch veiligheids- en preventieplan, maar hebben hun preventiedienst en -ambtenaar behouden en betalen deze werking nu zelf. Hoewel deze preventieambtenaren grote

36 LOKAAL 16 november 2010

bed in hun bestuur, noch wat hun positionering noch wat de samenwerking met andere diensten betreft. De meeste preventieambtenaren hebben een plek bij hun gemeentebestuur. Toch werken er ook bij de politie, en hun situatie is dan ook nog op verschillende wijzen geregeld: als gedetacheerd gemeentepersoneel of als statutair calog-personeel. Meestal werken zij in een preventiedienst die is ondergebracht bij de politie. De preventieambtenaren bij de gemeenten zelf zitten echt overal in het organogram: van posities rechtstreeks onder de burgemeester en secretaris tot ingebed in verschillende (sectorale) departementen, soms burgerzaken, interne zaken, sociaalcultureel departement, persoonsgebonden zaken, sociale zaken, welzijn, samenleven, beleidsondersteuning en projectmanagement. Hun inbedding gebeurt op basis van lokale autonomie. Weinig preventieambtenaren zijn statutair. Samenwerking met politie verschilt Hoe de samenwerking met de politie verloopt, verschilt ook nogal sterk van bestuur tot bestuur. Dit hangt vaak samen met de organisatie van de politie (politiezone met ĂŠĂŠn gemeente of meer). Blijkbaar verloopt een strategische samenwerking met politie makkelijker in een ĂŠĂŠngemeentepolitiezone dan in een meergemeentepolitiezone, zeker als daar maar ĂŠĂŠn preventieambtenaar actief is in de verschillende gemeenten. Soms wordt er aangehaald dat de afstand tot de politie wat strategische samenwerking betreft groter is geworden sinds de politiehervorming, maar op operationeel vlak lijkt samenwerking meestal wel te lukken. Bovendien zouden we het als evident mogen beschouwen dat de preventieambtenaar deel uitmaakt van de zonale veiligheidsraad, wat strategische samenwerking zou stimuleren, maar dit is nog niet overal het geval. Geen twee dezelfde preventiediensten Naargelang van de hoeveelheid middelen die het bestuur via het strategische veiligheids- en preventieplan ter beschikking heeft, zijn preventieambtenaren manager van een grote preventiedienst (met tientallen medewerkers), of allround preventiewerkers die nog veel preventieacties zelf


Uit de fietsdiefstalpreventiebrochure van de Stad Brugge

Geen twee preventieambtenaren zijn op dezelfde manier verbonden met hun bestuur. Hun plaats in de organisatie en de samenwerking met andere diensten zijn telkens anders.

doen, zelf technopreventief advies geven of hun preventieactiviteiten combineren met een andere functie. De administratieve taken en lasten van het strategische veiligheids- en preventieplan zijn overal gelijk, ook al verschillen de middelen sterk van bestuur tot bestuur. Verklaringen? De vele lokale verschillen zijn deels te verklaren door ‘lokale autonomie’ maar ook doordat deze plannen lange tijd jaarlijks verlengd werden. Aan de voortzetting ging ook telkens een periode van onzekerheid voor de lokale besturen vooraf en de beslissing viel laat op het jaar. Hierdoor wordt het (voort)bestaan van de preventiedienst in bepaalde besturen minder serieus genomen. Bovendien bevordert de looptijd van deze plannen een inbedding in de lokale werking en in het gemeentelijke beleid niet. Oorspronkelijk waren ze jaarlijks. De huidige plannen lopen voor vier jaar maar ook die termijn loopt dwars door de gemeentelijke legislatuur en zelfs dwars door de zonale veiligheidsplanning van de lokale politie. En ook nu, na deze vier jaar, merken we opnieuw onduidelijkheid over de (termijn van) voortzetting van deze plannen. Doordat de huidige strategische veiligheids- en preventieplannen voor vier jaar werden afgesloten (2007-2010), worden deze middelen en bijgevolg de preventiedienst nu wel meer au sérieux genomen. Als de termijn van het plan nu ook nog beter bij de gemeentelijke legislatuur zou aansluiten, zou dat integraal en transversaal werken stimuleren. De preventiedienst zou dan nog meer tot een volwaardige partner en dienst kunnen uitgroeien en zo mee evolueren richting lokaal integraal veiligheidsbeleid. De actualiteit: naar een lokaal integraal veiligheidsbeleid? Elk lokaal bestuur zou een ambtenaar lokaal gemeentelijk veiligheidsbeleid moe

ten hebben (naast het politionele veiligheidsbeleid). Alleen zo is er binnen lokale besturen voortdurend iemand bezig met een lokaal veiligheids-, leef baarheidsen criminaliteitspreventiebeleid. Dit zou ook een evolutie kunnen betekenen in de functie van de preventieambtenaar. Veiligheid organiseer je immers vanuit het lokale bestuur. Daar bevinden zich immers ook veel (interne en externe) dien-

criminaliteits- en veiligheidsbeleid uit te werken. Preventie is een noodzakelijke schakel in de veiligheidsketen die binnen lokale besturen wordt georganiseerd. Alleen op die manier ontstaat een lokaal integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid. Snelle duidelijkheid over de verlenging van deze plannen via een structurele financiering van dit preventieluik is meer dan wenselijk, enerzijds voor de conti-

Preventie is een noodzakelijke schakel in de veiligheidsketen die binnen lokale besturen wordt georganiseerd. Alleen op die manier ontstaat een lokaal integraal veiligheidsbeleid. sten en organisaties, met hun wettelijke mogelijkheden of afspraken, die hieraan kunnen meewerken. Een afstemming in de verschillende (sectorale) beleidsplanningen zou dit ook kunnen stimuleren (cf. evoluties inzake strategische meerjarenplanning). Last but not least onderstrepen we het belang van deze (middelen uit de) strategische veiligheids- en preventieplannen in de opmaak van een lokaal gemeentelijk veiligheidsbeleid. In de huidige contractsteden worden deze middelen voor criminaliteitspreventie ook aangewend om complementair aan het politionele (zonale) veiligheidsbeleid een gemeentelijk (preventief) integraal en geïntegreerd

nuïteit in de werking van het lokale criminaliteitspreventiebeleid, maar vooral om werkzekerheid te garanderen voor de vele mensen die met deze middelen betaald worden. Idealiter worden bijkomende middelen opzijgezet voor de besturen ‘met een klein plan’ en voor gemeenten die nu nog niet over zo’n plan met bijbehorende middelen beschikken. Zo wordt een gemeentelijke visie en een (preventief) integraal veiligheidsbeleid gestimuleerd, complementair aan het politionele (zonale) veiligheidsbeleid. Nadja Desmet is VVSG-stafmedewerker gemeentelijk veiligheidsbeleid

Gemeentelijke administratieve sancties Hoe overlast aanpakken? Het handboek Gemeentelijke administratieve sancties is het meest volledige naslagwerk over de gemeentelijke administratieve sancties. Nieuw is de praktische cd-rom met tal van modelbrieven en voorbeelden van reglementen. Het losbladige boek, dat elk jaar wordt aangevuld, werd geschreven door Koen Van Heddeghem, Marian Verbeek en Tom De Schepper. www.politeia.be

16 november 2010 LOKAAL 37


ocmw

Oostkamp

Het OCMW Oostkamp is een dynamische organisatie met een 140-tal medewerkers. Ouderenzorg is een belangrijke pijler. Voor het woonzorgcentrum Ter Luchte in Ruddervoorde is het OCMW op zoek naar een (m/v):

Directeur woonzorgcentrum aanwerving in statutair verband (onbepaalde duur) en aanleg van een wervingsreserve van twee jaar – voltijds

Woonzorgcentrum Ter Luchte is recent vernieuwd en huisvest momenteel 78 , en in de toekomst ruim 100 zorgbehoevende senioren. Om een antwoord te bieden aan de nieuwe noden op vlak van woonzorg, wordt binnenkort gestart met de bouw van 30 zorgflats en een polyvalente ruimte op dezelfde site. Je opdracht: Je staat in voor de dagelijkse leiding van alle voorzieningen op de zorgsite Ter Luchte te Ruddervoorde die o.m. een woonzorgcentrum, serviceflats en seniorenwoningen omvat. Je zorgt ook voor een effectieve en efficiënte organisatie zodat een kwaliteitsvolle en betaalbare zorg gegarandeerd wordt. Wij bieden: een aantrekkelijke verloning volgens weddenschaal A1a-A3a (relevante ervaring wordt in rekening gebracht), aangevuld met sectorale vergoedingen en extralegale voordelen. Bijkomende info over aanwervingsvoorwaarden, diplomavereisten en selectie: personeelsdienst (Dieter De Bels), T 050-28 82 96, personeel@ocmw-oostkamp.be Interesse? Stuur vóór 24 november 2010 je sollicitatiebrief met cv en afschrift van je diploma, t.a.v. OCMW-voorzitter Herman Himpens naar: OCMW Oostkamp, Dorpsplein 1, 8020 Oostkamp, personeel@ ocmw-oostkamp.be of geef deze documenten af bij het OCMW. We garanderen een discrete behandeling van de kandidaturen.

Als groothandel in natuursteen met een jarenlange ervaring denken we graag met u mee bij de materiaalkeuze en uitvoering van alle openbare werken, bestratingen en projecten.

Heraanleg Markt Harelbeke

Dankzij onze rechtstreekse contacten met groeves in India, China, Brazilië, … kunnen we ongetwijfeld de beste oplossing bieden binnen de vooropgestelde specificaties en levertermijnen. Bovendien zorgt ons uitgebreid vrachtwagenpark voor een vlotte bediening tijdens de werken.

NIEUWE SHOWROOM

Venetiëlaan 22, 8530 Harelbeke, BelgIë T ++ 32 56 23 70 00 - F ++ 32 56 23 70 02 [ lesaffer.be ]

www.beltrami.be OPENINGSUREN SHOWROOM ma-vr 9u-17u - zat 9u-13u

38 LOKAAL 16 november 2010

Gemeente H O L S B E E K Holsbeek is een groene en landelijke woongemeente met bijna 10.000 inwoners. Voor de leiding van de gemeentediensten zijn wij op zoek naar een voltijdse

Gemeentesecretaris m/v indiensttreding 1 mei 2011, statutair (+ wervingsreserve 3 jaar, verlengbaar tot 5 jaar) U bent verantwoordelijk voor de doeltreffende werking en de optimale ontwikkeling van de verschillende diensten, en zorgt voor de realisatie van de door de beleidsorganen vooropgestelde doelstellingen. U bent notulist van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad, en voorzitter van het managementteam. Tevens bent u de spilfiguur tussen het beleid en de verschillende diensten. U hebt een diploma dat toegang geeft tot niveau A (master of gelijkwaardig), bij voorkeur in één van volgende studierichtingen : - master in de rechten - master in de politieke en sociale wetenschappen of bestuurskunde - master economische, toegepaste economische of financiële wetenschappen of handelsingenieur. De brutowedde loopt op van 3.817 euro per maand bij 0 jaar anciënniteit tot 5.639 euro bij 15 jaar anciënniteit. Hospitalisatieverzekering en maaltijdcheques komen in plus. U bouwt pensioenrechten op in het gunstige ambtenarenstatuut. Meer info? De volledige functiebeschrijving, aanwervingsvoorwaarden en selectieprocedure kunt u vragen op 016 62 91 80 of personeel@holsbeek.be. U kunt ze eveneens raadplegen op www.holsbeek.be. Uw kandidatuur dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen, Dutselstraat 15 te 3220 Holsbeek, en moet bij ons toekomen ten laatste op maandag 6 december 2010 om 16 uur. Naast per post, kunt u uw sollicitatiebrief tevens overmaken door afgifte tegen ontvangstbewijs, per fax op 016 62 12 37 of per e-mail aan personeel@holsbeek.be.

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website

Inlevering advertenties voor Lokaal 20 (16 tot 31 december 2010): 25 november voor Lokaal 1 (10 tot 31 januari 2011): 16 december Informatie: Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be


wetmatig berichten

stefan dewickere

Geen regering, geen wijziging in de wet op de kansspelen

Er zijn nog geen uitvoeringsbesluiten voor de wet van 10 januari 2010 tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen. Elke nieuwe bepaling in de wet die een KB vereist, blijft dode letter totdat er uitvoering aan is gegeven. Elke bestaande maar te wijzigen bepaling waarvoor een uitvoeringsbesluit vereist is, blijft van toepassing zoals in de wet van 7 mei 1999.

De wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers werd gewijzigd door de wet van 10 januari 2010. Daardoor zijn nu ook de weddenschappen en internetspelen gereglementeerd. De meeste bepalingen vereisen echter uitvoeringsbesluiten. De wijzigingswet treedt in werking vanaf 1 januari 2011 tenzij (een groep van) artikelen via KB eerder in werking treden. Dat er eerder dan op 1 januari 2011 bepalingen in werking zullen treden, is ondertussen onmogelijk geworden want er is nog geen enkel uitvoeringsbesluit genomen, laat staan gepubliceerd. Er liggen op dit mo-

ment meer dan zestig KB’s te wachten op een regering die er niet enkel een van lopende zaken is. Zelfs als er binnen afzienbare tijd een nieuwe federale regering komt of als het kabinet tracht deze KB’s in lopende zaken te laten opnemen (zoals bepaald indien de formatie mislukt), dan nog is het volgens het kabinet zuiver praktisch niet mogelijk dat de bepalingen in de wijzigingswet uitwerking zullen hebben op 1 januari 2011. Voor de steden en gemeenten is dit vooral problematisch voor de weddenschappen die nu eindelijk wettelijk geregeld zullen zijn. De Koning bepaalt hun maximale aantal en spreiding en de criteria

daarvoor. Er is een KB nodig voor het uitbaten van automatische kansspelen in wedkantoren. Wat betreft de vergunningen voor het uitbaten van een wedkantoor en het aannemen van weddenschappen moet de Koning ook de vorm, wijze van aanvraag, indiening en onderzoek, de verplichtingen van vergunninghouders inzake boekhouding en beheer, en de werkingsregels van weddenschappen vastleggen. Elke nieuwe bepaling in de wet die een KB vereist, zal bijgevolg dode letter blijven totdat er uitvoering aan is gegeven. Elke bestaande maar te wijzigen bepaling waarvoor een uitvoeringsbesluit vereist is, blijft van toepassing volgens de wet van 7Â mei 1999. petra.dombrecht@vvsg.be

Wet van 7 mei 1999, Inforumnummer 161412 Wet van 10 januari 2010, Inforumnummer 244327

Inventaris bouwkundig erfgoed geactualiseerd Vorig jaar werd voor het eerst een inventaris van het bouwkundige erfgoed in Vlaanderen opgesteld. Deze lijst is nu geactualiseerd. Gebouwen die erop voorkomen zijn geen monumenten, maar ze bevatten mogelijk wel bouwkundig waardevolle elementen.

Als een gebouw voorkomt op de inventaris van het bouwkundige erfgoed, dan kan er worden afgeweken van de normen voor energieprestatie en binnenklimaat, als dat nodig is om de erfgoedwaarde van het pand in stand te houden. Door opname op de inventaris kunnen zonevreemde gebouwen gemakkelijker een nieuwe functie krijgen. Zo kunnen leegstaande hoeves bijvoorbeeld een woonfunctie krijgen, ook al liggen ze in agrarisch gebied. Ook moet een gemeente advies vragen aan het Vlaamse Gewest indien er een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend voor de sloop van het gebouw dat voorkomt op de inventaris. Dit advies is niet bindend. Het college van burgemeester en schepenen kan er dus gemotiveerd van afwijken. Door opname in de inventaris heeft de eigenaar altijd een vergunning nodig als hij een zonnepaneel of zonneboiler wil plaatsen. Een socialehuisvestingsmaatschappij zal voor een gebouw in de inventaris eerder voor renovatie kiezen, omdat daarvoor meer subsidies kunnen worden verkregen dan als het gebouw niet op de inventaris voorkomt.

Veel gemeenten en burgers hadden vorig jaar nogal wat bedenkingen bij het feit dat aan de eigenaars van gebouwen die voorkomen op de lijst van het bouwkundige erfgoed geen kennisgeving is gebeurd en dat er ook geen openbaar onderzoek heeft plaatsgehad. Vlaanderen staat op het standpunt dat het dat toen en ook nu niet moet doen omdat louter de opname op de inventaris van het bouwkundige erfgoed geen directe rechtsgevolgen heeft, en omdat als die er al zouden zijn, ze louter positief zijn. Zo wordt afwijken van de normen in het kader van de energieprestatieregelgeving mogelijk. Een beroep tegen de opname op de inventaris is niet mogelijk. Wel kan iedereen fouten in de inventaris melden. Bij een volgende actualisatie van de lijst zullen deze dan worden bekeken. xavier.buijs@vvsg.be

Een uitgebreide toelichting vindt u op http://inventaris.vioe.be. Voor vragen neemt u contact op met inventaris@vioe.be, Hilde Plas of Xavier Buijs.

16 november 2010 LOKAAL 39


wetmatig berichten

Het OCMW Zoutleeuw werft aan in statutair verband met aanleg wervingsreserve van drie jaar: een deeltijds (19/38)

OCMW-ontvanger (m/v) Opdracht - voeren van de OCMW-boekhouding - opstellen van de jaarrekening - opmaken voorontwerp financiĂŤle nota meerjarenplan en budget - debiteurenbeheer - uitvoeren van girale betalingen - thesauriebeheer, planning van kasstromen en verrichten van beleggingen - participeren in het managementteam - opmaken van financiĂŤle beleidsanalyses en -adviezen - uitvoeren taken zoals bepaald in het OCMWdecreet

Meldingsplicht stedenbouw vanaf 1 december Op 1 december 2010 ziet een nieuw instrument het licht binnen de ruimtelijke ordening: de stedenbouwkundige meldingsplicht. Voor de bouw van veel constructies hoeft niet langer een stedenbouwkundige vergunning te worden aangevraagd, terwijl ze toch niet zijn vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning. Er geldt een meldingsplicht.

Bij de meldingsplicht moet de aanvrager zijn voorgenomen werken melden bij de gemeente, maar kan die er geen oordeel over vellen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over het bijmaken van een deur aan de achterkant van een woning of het optrekken van een klein bijgebouw. De gemeenten hebben zich de afgelopen maanden op dit nieuwe instrument voorbereid.

Aanbod - Een deeltijdse (19/38) betrekking van onbepaalde duur in statutair verband - Een geïndexeerd bruto maandsalaris volgens de decretale graad van ontvanger (klasse 2) voor 19/38-prestatie: minimaal 1.753,29 euro en maximaal 2.589,57 euro. Toekenning van anciÍnniteit is mogelijk volgens de geldende regelgeving - Extralegale voordelen (maaltijdcheques, fietsvergoeding, haard- of standplaatsvergoeding, hospitalisatieverzekering, buitenschoolse kinderopvang op de OCMW-campus met 50% korting,‌) - Een leerrijke en dynamische werkomgeving - Het ambt kan worden gecumuleerd met andere beroepsactiviteiten, tenzij in geval van onverenigbaarheid (artt. 77-78 en 109 OCMWdecreet) U heeft interesse ? Stuur ten laatste met poststempel op dinsdag 30 november 2010 uw sollicitatiebrief met cv en een gewone kopie van uw diploma aangetekend naar het OCMW Zoutleeuw, t.a.v. de voorzitter, Prins Leopoldplaats 3, 3440 Zoutleeuw. De volledige functieomschrijving en verdere inlichtingen kunt u verkrijgen bij: Katrien Marckelbach, T 011-78 92 14, katrien.marckelbach@ocmwzoutleeuw.be

40 LOKAAL 16 november 2010

STEFAN DEWICKERE

Profiel - U heeft de Belgische nationaliteit - U kunt een bewijs van goed gedrag en zeden voorleggen - U beschikt over een masterdiploma of gelijkwaardig - U heeft een sterk inzicht in de werking van een OCMW - U kunt zich de voor de functie relevante regelgeving vlot eigen maken - U kunt zelfstandig werken en u communiceert vlot (schriftelijk en mondeling) - U kunt zeer vlot omgaan met informaticatoepassingen voor financiĂŤle diensten Gemeenten kunnen via een stedenbouwkundige verordening meldingsplichtige werken wel weer vergunningsplichtig maken.

De melding geldt alleen voor zover de andere stedenbouwkundige voorschriften en andere regelgeving gerespecteerd blijven. Als door een BPA een bijgebouw aan de woning niet mogelijk is, kan dat nu ook niet worden gerealiseerd. Bij vragen over het meldingsplichtig zijn van een voorgenomen werk, kan dan ook het best worden doorverwezen naar de stedenbouwkundige dienst. Het college moet akte nemen van een melding. Er is echter geen mogelijkheid om een gemelde ingreep tegen te houden. Een aktename wil ook niet zeggen dat de gemeente akkoord gaat met de voorgenomen werken of verklaart dat deze in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige regelgeving. Gemeenten kunnen via een stedenbouwkundige verordening meldingsplichtige werken wel weer vergunningsplichtig maken. Ook het lijstje met vrijgestelde werken wordt veranderd en verruimd. Ook hier geldt dat vrijgestelde werken inderdaad alleen zonder vergunning mogen worden gerealiseerd, indien er geen andere regelgeving is die dit belet. Als er in een gemeentelijk BPA, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een verkavelingsvergunning stedenbouwkundige voorschriften zijn opgenomen die de vrijgestelde werken verbieden, dan gaan die voor op de vrijstelling. Gemeenten hebben wel de mogelijkheid om in een stedenbouwkundige verordening een lijstje op te nemen van BPA’s, uitvoeringsplannen of verkavelingsvergunningen waarin wordt bepaald dat het uitvoeren van handelingen die zijn vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunningsplicht, niet als strijdig wordt beschouwd met de stedenbouwkundige voorschriften. Een gemeente zal dit normaal gezien enkel doen bij verouderde plannen of verkavelingsvergunningen. xavier.buijs@vvsg.be

www.ruimtelijkeordening.be en www.vvsg.be, knop omgeving, nieuws Inforumnummers 249897 en 249898


stefan dewickere

Meer zicht op inhoud van ‘sociale woonbeleidsconvenantS’ Alle gemeenten hebben een ‘Bindend Sociaal Objectief’ opgelegd gekregen. Deze cijfers geven aan hoeveel sociale woningen er tegen 2020 moeten worden gerealiseerd. Op Vlaams niveau is immers beslist een inhaalbeweging te maken, zodat er tegen 2020 onder meer 43.000 nieuwe sociale huurwoningen staan.

In veel gemeenten betekent dit dat er de komende jaren veel sociale koopwoningen, sociale kavels en vooral sociale huurwoningen moeten bijkomen. Er zijn echter ook gemeenten die nu al voldoende sociale huurwoningen op hun grondgebied hebben (zie overzicht). Zij hebben dan ook minstens wat de sociale huurwoningen betreft geen taakstelling gekregen. Toch bestaat ook in deze gemeenten de wens om de komende jaren nog sociale

huurwoningbouwprojecten te kunnen realiseren en daarvoor gebruik te kunnen maken van de broodnodige Vlaamse subsidies. Artikel 4.1.4 van het Decreet Grond- en Pandenbeleid bepaalt dat de Vlaamse regering en de gemeenten woonbeleidsconvenants kunnen afsluiten. Gemeenten die de taakstelling wat betreft sociale huurwoningen gehaald hebben en die wensen dat de socialehuisvestingsmaatschappijen die actief

Sociaal huuraanbod

>9%

Antwerpen, Baarle-Hertog, Boom, Dendermonde, Dilsen-Stokkem, Duffel, Hamme, Gent, Genk, Lokeren, Maasmechelen, Mechelen, Menen, Mesen, Schelle, St-Amands, Spiere-Helkijn, Temse, Veurne, Vilvoorde, Wachtebeke, Wervik, Willebroek, Zelzate, Zwevegem

>8% - <9%

Avelgem, Bornem, Eeklo, Herenthout, Kortrijk, Kruibeke, Kuurne, Maaseik, Nieuwpoort, Olen, Oostende, Wezembeek-Oppem, Wielsbeke

>7% - <8%

Beringen, Heist-op-den-Berg, Herentals, Heusden-Zolder, HouthalenHelchteren, Ieper, Laakdal, Landen, Leuven, Moerbeke, Puurs, Sint-Pieters-Leeuw, Sint-Truiden, Turnhout, Waarschoot, Waregem, Zwijndrecht

zijn op hun grondgebied, bouwprojecten in de toekomst gesubsidieerd krijgen, moeten zo’n woonconvenant afsluiten met de Vlaamse regering. Als dit convenant eenmaal beklonken is, zijn de voorgenomen sociale huurwoningbouwprojecten in de gemeente voor een periode van drie jaar gegarandeerd. Momenteel hebben diverse gemeenten hun interesse in het afsluiten van zo’n convenant al gemeld. Voorlopig is beslist de inhoud van woonbeleidsconvenants en de procedure niet in een uitvoeringsbesluit te formaliseren. Dit lijkt ons overigens een juiste keuze, omdat op die manier ervaring met het instrument kan worden opgedaan, maatwerk per gemeente mogelijk blijft en de Vlaamse reguleringsdrift wat wordt beperkt. Belangrijk is dat gemeenten die hun taakstelling wat betreft sociale huurwoningen (vrijwel) hebben gerealiseerd, tijdig contact opnemen met de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, althans voor zover de socialehuisvestingsmaatschappijen door willen gaan met sociale huurwoningprojecten. Zo is er voldoende tijd om daadwerkelijk een convenant af te sluiten en kan worden voorkomen dat gedurende een bepaalde periode geen subsidies meer kunnen worden verkregen. Overigens is er volgens onze informatie voor de komende jaren voldoende financiële ruimte om ook projecten te subsidiëren in gemeenten die al aan het deelobjectief sociale huurwoningen voldoen. xavier.buijs@vvsg.be

16 november 2010 LOKAAL 41


AGENDA

Roeselare 16 november Heusden-Zolder 30 november Leuven 2 december Ronde van Vlaanderen Actuele dossiers voor lokale besturen. www.vvsg.be (kalender) Brussel 18 november Verhoogde tegemoetkoming (RVV/OMNIO) Studiedag over het Omnio-statuut en de aanvraagprocedure. www.vvsg.be (kalender) Oudenaarde 18 november Kansenpas beats onderwijskosten Leerwerkbezoek flankerend onderwijsbeleid aan een uniek kansenpassensysteem. www.vvsg.be (onderwijs, kalender) Antwerpen 18 november Mintegratie Congres over nieuwe vormen van migratie en integratie door het Centrum voor Migratie en Interculturele Studies van de Universiteit Antwerpen. www.ua.ac.be (cemis) Brussel 19, 20 en 21 november City mine(d) Stedelijk platform voor 30 positieve en creatieve initiatieven uit 13 Europese steden die een antwoord geven op de uitdagingen gelinkt aan milieu, solidariteit en democratie. http://urbanplatform.citymined.org Mechelen 19 en 29 november Overtuigend en constructief gesprekken voeren Praktisch gerichte training met concrete tips om meer vat te krijgen op het onderhandelingsgesprek. www.vvsg.be (kalender)

NIX TrIljoen

42 LOKAAL 16 november 2010

Antwerpen 22 november Activering door OCMW’s: Hoe kan de doorstroom naar de arbeidsmarkt verbeterd worden? Studienamiddag met reflecties en debatten vanuit de praktijk over de coÜrdinatie van het activeringsbeleid. www.centrumvoorsociaalbeleid.be Izegem 23 november Antwerpen 2 december Gent 9 december Asse 10 december Hasselt 15 december Rechtspositie OCMW-personeel Vijf infosessies over de nieuwe rechtspositieregelgeving van het OCMW-personeel en de concrete consequenties voor het personeelsbeheer. www.vvsg.be (kalender) Merelbeke 25 november Vlaamse sectordag paarden 2010 Sectordag over de rol van lokale besturen op het vlak van ruimtelijke ordening voor de paardenhouderij en de realisatie van men- en ruiterroutes. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 26 november Zelfevaluatie van de organisatie Studiedag met auteurs van Kwaliteitszorg in Welzijnsvoorzieningen over zelfevaluatie als voorwaarde voor verdere groei en ontwikkeling. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 30 november Verblijfsprocedures EU-burgers en hun familieleden in de praktijk Studiedag voor diensten burgerzaken en vreemdelingen van de gemeenten over de Europese context, de voorwaarden en de procedures. www.vmc.be (vormingsaanbod)

Brugge 30 november Terug- en vooruitblik ruimtelijke kwaliteit in West-Vlaanderen Academische zitting over samenwerking aan en uitdagingen voor de ruimtelijke kwaliteit in West-Vlaanderen. www.vvsg.be (kalender) Brussel 30 november Bestuurlijke sluitingen Interactieve opleiding over de juridische mogelijkheden om inrichtingen te sluiten. www.vvsg.be (kalender) Brussel 3 december Snelheidsmanagement Mobiliteitsacademie over het hoe en het waarom van snelheidsmanagement op basis van wetenschappelijke kennis en praktijkinzichten. www.vvsg.be (omgeving, kalender) Gent 7 december Intra-Europese migratie in Gent Studiedag over het beleid voor het fenomeen Intra-Europese migratie in Gent en Rotterdam. www.gent.be (Stad Gent, Leven, Welzijn, Allochtonen) Mechelen 7 december Diversiteit@Mechelen Trefdag over het stedelijke diversiteitsbeleid. www.mechelen.be/trefdagdiversiteit Brussel 9 december Gemeentelijk mobiliteitsbeleid Introductiecursus in gemeentelijk mobiliteitsbeleid voor mobiliteitsambtenaren en mandatarissen. www.vvsg.be (omgeving, kalender)


IEDEREEN MEE MET DE BBC ! Onlangs verzond het Agentschap Binnenlands Bestuur naar alle Vlaamse lokale besturen een aantal publicaties ‘De beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de OCMW’s en de provincies. De nieuwe regels toegelicht in 60 vragen en antwoorden’, geschreven door VVSG-expert Jan Leroy. De nieuwe beleids- en beheerscyclus is erg ingrijpend voor de wijze waarop lokale besturen hun beleid voorbereiden, budgetteren, uitvoeren, opvolgen en evalueren. In dit handige boekje leest u alles over de nieuwe regels voor het meerjarenplan, het budget, de boekhouding en de jaarrekening van de lokale besturen.

10 × 10 – Tijdelijke aanbieding tijdens de Ronde van Vlaanderen ! De deelnemers aan de Ronde van Vlaanderen van de VVSG krijgen een pocket mee naar huis. Tijdens de periode van de Ronde van Vlaanderen (van 26 oktober tot 15 december) kunt u ook pakketten pockets bijbestellen volgens het principe ‘10x10’: een pakket van 10 pockets tegen de prijs van 10 euro per exemplaar.*

BESTELKAART ❒

Bestel via www.politeia.be of stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel / fax: 02 289 26 19

Ja, ik bestel ……… pockets “De beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de OCMW’s en de provincies. De nieuwe regels toegelicht in 60 vragen en antwoorden” (€ 25) Vanaf een bestelling van 10 exemplaren betaal ik slechts 10 euro per boek.*

NAAM:

ADRES:

FUNCTIE: ORGANISATIE:

BTW-NUMMER:

E-MAIL:

DATUM:

TEL.:

HANDTEKENING:

* Prijs inclusief btw maar exclusief verzendkosten. Prijs geldig tot 15/12/2010. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be.


WE GRAVEN OOK HEEL DIEP ALS HET OVER MILIEUOPLOSSINGEN GAAT. Goede, betrouwbare nutsvoorzieningen zijn van onschatbare waarde voor onze moderne samenleving. Maar zorg voor het milieu is dat evenzeer. Daarom investeren we voortdurend in innovatieve, technologische oplossingen. En lanceren we regelmatig initiatieven rond rationeel energieen watergebruik. Want Infrax is meer dan ooit een netbedrijf met een groot maatschappelijk nut.

www.infrax.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.