2011Lokaal11

Page 1

Nr 11 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746

Lokaal

De kracht van het platteland

Een tweede leven voor religieus erfgoed

Gent vervangt veertig procent personeel tegen 2018

Lokeren: een boete lost niets op bij overlast


Publicaties voor maatschappelijk werkers Hulp nodig bij de hulpverlening? Deze publicaties bieden bevattelijke info en ondersteuning op maat van de maatschappelijk werker

2

EERSTE HULP BIJ SCHULDEN

De auteur duidt de belangrijkste begrippen die te maken hebben met schuldenlast en schuldoverlast. Er worden oplossingen voor specifieke schuldproblemen aangereikt. Per thema vindt u ook heel wat praktische tips, mogelijke acties en instanties om naar door te verwijzen. Het cahier is een onmisbare introductie voor de eerstehulpverlener en voor iedereen die met personen in schulden in aanraking komt. ‘Eerste hulp bij schulden’ is het tweede cahier dat verschijnt in de reeks Cahiers Schuldenlast van het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling. In dezelfde reeks is al ‘Het kind van de rekening’ verschenen.

Cahiers SCHULDENLAST • EERSTE HULP BIJ SCHULDEN

Steeds meer mensen hebben problemen met de betaling van hun schulden. Die mensen zijn naast schuldenaar ook cliënt, klant, werknemer, lid van een organisatie, patiënt. Hoe ga je hier als organisatie, werkgever, hulpverlener mee om? Hoe help je een persoon met schulden? Wat kan een schuldeiser doen? Wat kan een schuldenaar doen? Wat moet je zeker vermijden? En naar wie kan je doorverwijzen voor gepaste hulpverlening? Het cahier ‘Eerste Hulp Bij Schulden’ biedt een antwoord op deze vragen.

ISSN 2032-5827 ISBN 978 2 509 00569 4

9

782509 005694

Het ecogram – Sociale netwerken in kaart gebracht

Handboek voor de sociale dienst van het OCMW

Hoe kan ik het sociaal netwerk van een cliënt in kaart brengen op een overzichtelijke manier? Hoe kan ik ervoor zorgen dat de informatie die ik verworven heb over het cliëntsysteem niet alleen voor mezelf duidelijk is, maar ook voor collega’s en andere hulpverleners, en niet in het minst voor de cliënt zelf? Het ‘ecogram’ – ook wel ecokaart genoemd – is een praktisch hulpmiddel om alle informatie over het sociale netwerk van een cliëntsysteem te bundelen en op een eenvoudige manier aanschouwelijk te maken. Alle info en voorbeelden in deze pocket.

Dit handboek is bestemd voor de OCMW-maatschappelijk werkers in hun dagelijkse praktijk. Het is perfect bruikbaar om nieuwe maatschappelijk werkers op weg te helpen, maar ook wie al jaren ‘in het vak’ staat vindt er alle relevante en actuele informatie gebundeld in één informatiebron. De redactieraad bestaat uit diensthoofden van een aantal sociale diensten, uit verantwoordelijken OCMW van de VVSG en een docent maatschappelijk werk. De behandelde onderwerpen zijn dan ook ingegeven door de kenmerkende knelpunten en vragen waarmee de OCMW-maatschappelijk werker wordt geconfronteerd.

2

EHBS Eerste Hulp Bij Schulden Hoe ga je als hulpverlener, organisatie, werkgever om met mensen in schulden? Wat kan een schuldeiser doen? Wat kan een schuldenaar doen? Wat moet je zeker vermijden? En naar wie kan je doorverwijzen voor gepaste hulpverlening? Dit cahier van het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling duidt de belangrijkste begrippen die te maken hebben met schuldenlast en schuldoverlast. Er worden oplossingen voor specifieke schuldproblemen aangereikt. Per thema staan ook heel wat praktische tips, mogelijke acties en instanties om naar door te verwijzen. (Voor de gespecialiseerde schuldbemiddelaar is er het uitgebreide Handboek Schuldbemiddeling.)

Bestelbon JA, ik bestel

....... ex. van Het ecogram aan € 25 voor VVSG-leden (€ 29 voor niet-leden)*, ISBN 9782509004581 ....... ex. van Handboek voor de sociale dienst van het OCMW** aan € 69 voor VVSG-leden (€ 79 voor niet-leden)*, ISBN 9782509005083

....... ex. van EHBS – Eerste Hulp Bij Schulden aan € 27*, ISBN 9782509005694

Organisatie: .........................................................................................................................................

Datum en handtekening:

Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: .................................................................................................................................................. BTW: .................................................................................................................................................... Stuur of fax deze bon naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19 of bestel via www.politeia.be of stuur een e-mail naar info@politeia.be

* Prijzen BTW inbegrepen, verzendkosten niet inbegrepen. Raadpleeg onze website (www.politeia.be) voor exacte prijzen. ** De bijwerkingen aan 0,49 euro per blz. zullen me automatisch toegestuurd worden tot schriftelijke opzegging. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen

kort lokaal

Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke

5 opinie – Schaalvergroting

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

12 Interview – Toon Denys VLM en VVSG voor een duurzaam platteland ‘Een generiek beleid is onmogelijk, je kunt niet zomaar het platteland afbakenen en voor al die gemeenten eenzelfde instrument inzetten,’ zegt Toon Denys, gedelegeerd bestuurder van de VLM.

18 Landbouwwegen veilig en efficiënt voor landbouw én recreatie

Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos

19 Een tweede leven voor religieus erfgoed

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist)

21 Praktijk in Kortenaken – Beter een goede buur

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

12

16 Veertien plattelandsgemeenten stappen in project Bestuurskracht

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44

Vormgeving Ties Bekaert

stefan dewicikere

special platteland

bestuurskracht 22 Medewerkers vinden en binden Tegen 2014 nemen ruim zevenhonderd personeelsleden afscheid van de stad Gent, tegen 2018 gaan er zelfs meer dan tweeduizend op pensioen. Schepen Resul Tapmaz beseft dat de arbeidsmotivatie hoog gehouden moet worden. 24 Ervaringsbewijs en diploma: synoniem of contradictie

stefan dewicikere

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46

24

25 Lokale raad – Kan een plaatsvervanger de tijdelijke vervanging weigeren zonder definitief aan het mandaat te verzaken? 26 De politieraad van Ieper – In Flanders Valley

werkveld 28 Samen staan we sterker – Stedenbandenconferentie in Nicaragua Het concept stedenbanden zit in de lift: niet alleen door de specifieke technische kennisoverdracht over de oceanen heen, maar voor sommige steden in het Zuiden betekent de stedenband ook een springplank voor verdere internationale profilering. 30 Praktijk in Zottegem, Schoten en Izegem – Leren omgaan met geld 32 Lokeren: totaalvisie op overlast – Een boete lost niets op

28

GF

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

34 Lokale raad – Mag je picknicken op het openbaar domein? 35 Praktijk in Hasselt – Stedelingen oogsten in Tuin van de Smaak 36 Alcohol en andere drugs: van actie tot beleid

geregeld 38 wetmatig – berichten 41 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 42 column – Johan Ackaert

Op de cover Secretaris Marie Herman en burgemeester Lies Laridon poseren op de geklasseerde Romeinse Heirweg in Diksmuide.

Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

Lokaal I 16 juni 2011 I 3


Speciaal aanbod U kan dit boek tijdelijk bestellen tegen de prijs van 49 EUR. Aanbod geldig tot 31/ 07/ 2011.

Publicaties voor maatschappelijk werkers H

Welzijn op het werk

A

N

D

B

O

E

K

Hulp nodig bij de hulpverlening? Deze publicaties bieden bevattelijke info en ondersteuning op maat van de maatschappelijk werker

2

Welzijn op het werk

EERSTE HULP BIJ SCHULDEN

De auteur duidt de belangrijkste begrippen die te maken hebben met schuldenlast en schuldoverlast. Er worden oplossingen voor specifieke schuldproblemen aangereikt. Per thema vindt u ook heel wat praktische tips, mogelijke acties en instanties om naar door te verwijzen. Het cahier is een onmisbare introductie voor de eerstehulpverlener en voor iedereen die met personen in schulden in aanraking komt. ‘Eerste hulp bij schulden’ is het tweede cahier dat verschijnt in de reeks Cahiers Schuldenlast van het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling. In dezelfde reeks is al ‘Het kind van de rekening’ verschenen.

Cahiers SCHULDENLAST • EERSTE HULP BIJ SCHULDEN

Steeds meer mensen hebben problemen met de betaling van hun schulden. Die mensen zijn naast schuldenaar ook cliënt, klant, werknemer, lid van een organisatie, patiënt. Hoe ga je hier als organisatie, werkgever, hulpverlener mee om? Hoe help je een persoon met schulden? Wat kan een schuldeiser doen? Wat kan een schuldenaar doen? Wat moet je zeker vermijden? En naar wie kan je doorverwijzen voor gepaste hulpverlening? Het cahier ‘Eerste Hulp Bij Schulden’ biedt een antwoord op deze vragen.

bij lokale overheden

POLITEIA

ISSN 2032-5827 ISBN 978 2 509 00569 4

Dit is nog maar een greep uit de onderwerpen die aan bod 2 komen in ‘Welzijn op het werk’. Dit unieke naslagwerk, dat Aangifte en opvolging van arbeidsongevallen in samenwerking met de VVSG wordt gepubliceerd, is het Het ecogram – Handboek voor de - preventieadviseurs, resultaat van het werk van EHBS een aantal Organisatie eerstehulpverlening Sociale netwerken in kaart sociale dienst van het Eerste Bij Schulden onder leiding van Erik De Vocht (IOK).Hulp Voorbeeldprocedures gebracht OCMW voor de verschillende terreinen vormen een centraal Stress op het werk Hoe ga je als hulpverlener, organigegeven en worden aangevuld met modelformulieren, satie, werkgever om met mensen in Hoe kan ik het sociaal netwerk van Dit handboek is bestemd voor de Geweld pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk schema’s, documenten, enzovoort. bevat het schulden?Bovendien Wat kan een schuldeiser een cliënt in kaart brengen op een OCMW-maatschappelijk werkers in doen? Wat kan een schuldenaar doen? boek een hele praktische ongevallenfi ches. overzichtelijke manier? Hoe kan ik hun dagelijkse praktijk. Hetreeks is perfect Gevaarlijk, ongezond en hinderlijk werk

9

Lawaai

ervoor zorgen dat de informatie die ik verworven heb over het cliëntMechanische trillingen NIEUW systeem niet alleen voor mezelf duidelijk is, ook voor collega’s en Aankoop en gebruik vanmaar gevaarlijke stoffen, preparaten en producten andere hulpverleners, en niet in het minst voor de cliënt zelf? Het ‘ecogram’ –en ook wel ecokaart genoemd Asbest: inventarisatie beheersprogramma NIEUW – is een praktisch hulpmiddel om alle informatie over het sociale netwerk Brandpreventie van een cliëntsysteem te bundelen en op een eenvoudige manier aanschouEvacuatie en intern noodplan welijk te maken. Alle info en voorbeelin deze pocket. Signalisatie bijden werken op de openbare weg NIEUW

782509 005694

Wat moet je zeker vermijden? En naar bruikbaar om nieuwe maatschappelijk Het werk wordt uitgegeven gebruiksvriendelijk wie in kaneen je doorverwijzen voor gepaswerkers op weg te helpen, maar ook te hulpverlening? Dit cahier van het wie al jarenA5-formaat. ‘in het vak’ staat vindt er Vlaams Centrum Schuldbemiddeling alle relevante en actuele informatie duidt de belangrijkste begrippen die Met gebundeld in ééncd-rom informatiebron. De te maken hebben met schuldenlast redactieraad bestaat uit diensthoofBij het boek hoort een cd-rom met formulieren en modellen en schuldoverlast. Er worden oplosden van een aantal sociale diensten, waarmee u onmiddellijk aansingen de slagvoor kan.specifieke schuldprobleuit verantwoordelijken OCMW van men aangereikt. Per thema staan ook de VVSG en een docent maatschapactueel heel wat praktische tips, mogelijke pelijk werk. Steeds De behandelde onderweracties regelmatig en instanties om naar door pen zijn danHet ookwerk ingegeven door de is losbladig en wordt aangevuld en te verwijzen. (Voor de gespecialiseerde kenmerkende knelpunten en vragen bijgewerkt. Zo blijft het steeds actueel. schuldbemiddelaar is er het uitgebreiwaarmee de OCMW-maatschappelijk de Handboek Schuldbemiddeling.) werker wordt geconfronteerd.

Bestelkaart Bestelbon

Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be JA, ik bestel ....... ex. van Het ecogram aan € 25 voor VVSG-leden (€ 29 voor niet-leden)*, ISBN 9782509004581 ....... ex. van Handboek voor de sociale dienst van het OCMW** aan € 69 voor VVSG-leden (€ 79 voor niet-leden)*, , ik bestel ....... ex. van Welzijn op het werk bij lokale overheden (Ð 49 speciaal aanbod geldig tot 31.07.11)*

Ja

ISBN 9782509005083

....... ex. van EHBS – Eerste Hulp Bij Schulden aan € 27*, ISBN 9782509005694 Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Datum en handtekening Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: .................................................................................................................................................

Organisatie: .........................................................................................................................................

Tel. : ....................................................................................................................................................

Datum en handtekening:

Naam: .................................................................................................................................................

Adres: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... BTW: ................................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. * Het betreft hier een..................................................................................................................................................... losbladige publicatie met abonnementsformule. De bijwerkingen worden u automatisch toegezonden tegen Tel.: 0,49 euro/blz en 29 euro per CD-update, en dit tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen btw inclusief en Adres: .................................................................................................................................................. exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 31.07.2011. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u BTW: .................................................................................................................................................... inzage- en correctierecht.

Stuur of fax deze bon naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19 of bestel via www.politeia.be of stuur een e-mail naar info@politeia.be

* Prijzen BTW inbegrepen, verzendkosten niet inbegrepen. Raadpleeg onze website (www.politeia.be) voor exacte prijzen. ** De bijwerkingen aan 0,49 euro per blz. zullen me automatisch toegestuurd worden tot schriftelijke opzegging. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


kort lokaal opinie

Schaalvergroting

G

emeenten in Vlaanderen moeten 60.000 inwoners tellen, stelde VOKA onlangs in het debat over de interne staatshervorming. De stelling vertrekt van het onvoorwaardelijke geloof in schaalvergroting: bigger is better. In de economische sector is dat vele jaren de trend geweest. Megafusies en schaalvergroting zouden leiden tot efficiëntie, kostenbesparingen en rationeel beleid. Ondertussen ziet men ook de nadelen van schaalvergroting: toenemende bureaucratisering, minder klantentevredenheid en kwaliteitsvermindering. Laten we daarom voorzichtig omgaan met schaalvergroting in het openbaar bestuur en zwaar inzetten op lokale innovatie en diversiteit. Beleidsvoerders en commentatoren gaan er nogal snel van uit dat alleen fusies van gemeenten de beFusie is het eindpunt op een continuüm. stuurskracht kunnen versterken. Een veel ruimere Om hun bestuurskracht te versterken en genuanceerde aanpak is kunnen twee, drie of meer gemeenten nodig. ook intensief samenwerken. Fusie is het eindpunt op een continuüm. Het gaat om schaaloptimalisatie. Samenvoeging van gemeenten is slechts één mogelijkheid. Ook andere (bijvoorbeeld op contracten gebaseerde) samenwerking tussen gemeenten of OCMW’s moet worden gefaciliteerd, zonder dat die samenwerkingsverbanden meteen moeten kiezen voor een rechtsvorm opgelegd door het decreet intergemeentelijke samenwerking. Om hun bestuurskracht te versterken kunnen twee, drie of meer gemeenten ook intensief samenwerken. Zo kunnen ze samen een stedenbouwkundig ambtenaar aanwerven of een gezamenlijke technische of mobiliteitsdienst uitwerken of met drie of vier gemeenten gezamenlijk service verlenen. De inhoudelijke ondersteuning van dergelijke processen moet gebeuren met een open vizier waarbij op basis van een lokale analyse per dienstverlening wordt nagegaan op welke schaal en in welke vorm deze dienstverlening verbeterd kan worden vanuit het oogpunt van effectiviteit en efficiëntie en waarbij de fusie tussen verschillende gemeenten beschouwd wordt als een van de mogelijke eindresultaten. Lokale besturen moeten fors inzetten op intensieve samenwerking tussen gemeente en OCMW én op kleinschalige samenwerking tussen buurgemeenten. Stilzitten is geen alternatief.

Mark Suykens is directeur van de VVSG

Lokaal I 16 juni 2011 I 5


kort lokaal nieuws

Gemeenten krijgen grotere inbreng in gebiedsevaluaties van De Lijn

De eerste cyclus gebiedsevaluaties werd afgerond in 2009. Na een interne evaluatie heeft De Lijn beslist om de evaluaties te vernieuwen en er een krachtiger instrument van te maken. Ook externe partners waren hier voorstander van. Daarom heeft De Lijn in 2010 een sabbatjaar ingelast om een nieuw proces voor de gebiedsevaluaties uit te werken. Ze zijn nu ook verankerd in de nieuwe beheersovereenkomst die De Lijn met de Vlaamse overheid afsloot. Met de vernieuwde gebiedsevaluaties wil De Lijn in dialoog treden met externe mobiliteitspartners om het huidige netwerk te onderzoeken en te evalueren en om acties ter versterking en verbetering van het huidige aanbod uit te werken en op te volgen, zowel voor De Lijn als voor de externe partners. Daarnaast wil De Lijn

layla aerts

Om haar netwerk gestructureerd onder de loep te kunnen nemen en kwaliteitscontroles te kunnen uitvoeren, evalueert De Lijn haar aanbod aan de hand van gebiedsevaluaties. Per entiteit worden een aantal gebieden gedefinieerd die regelmatig in detail doorgelicht worden op verschillende niveaus: het netwerk, de doorstroming, de visie op de toekomst. Dankzij die evaluaties kan De Lijn snel bijsturen en beter rekening houden met investeringsprogramma’s en begrotingen.

de eigen visie delen met de externe partners, op basis van gemotiveerde argumentatie afspraken maken (input voor investeringsplannen en begrotingen) en de engagementen met betrokken externe partners opvolgen. Van bij het begin van de evaluatie zal rekening gehouden worden met de input van de lokale overheden. Die kan op verschillende manieren geïnventariseerd worden: een overleg, telefonisch contact, een brief, in kaart brengen van reeds gekende vragen. Elke entiteit van De Lijn bekijkt de meest aangewezen aanpak. Over de eerste resultaten van de evaluatie zal ook overlegd worden met de betrokken gemeenten,

waarna een verdere verfijning mogelijk is. Momenteel lopen de eerste evaluaties. De Lijn beschouwt ze als proefevaluaties. Op basis van de opgedane ervaringen zal het proces geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd worden. Het is dus een leertraject. De betrokken gemeenten zijn al op de hoogte gebracht of dat gebeurt binnenkort. Belangrijk is wel aan te geven dat De Lijn geen garanties kan geven met betrekking tot de uitvoering van de eventueel geformuleerde acties op korte termijn (zoals een bijkomend aanbod). De Lijn neemt die mee als input voor haar beleidsvoorbereiding en budgetaanvragen. erwin debruyne

Tot 25 juni Projectoproep Educatief Werk Departement Sociale School KH Leuven

Elk jaar gaan studenten Bachelor Sociaal Werk van het Departement Sociale School van de KH Leuven aan de slag bij organisaties uit de sociale sector. Ze moeten een educatieve activiteit van een dagdeel uitwerken. De opdrachtgever bepaalt de doelgroep. De projecten worden gerealiseerd in de periode tussen eind september en eind januari onder begeleiding van een docent en met ondersteuning van de organisatie. De studenten werken in groepjes van vier, verkennen de opdracht, bepalen de doelen, bakenen de inhoud af, zoeken naar een geschikte werkwijze en maken een handleiding en materiaal. Zij testen het gerealiseerde programma eenmaal uit bij een reële doelgroep. Gunter.Gehre@khleuven.be

6 I 16 juni 2011 I Lokaal


print & web

Jaarboek Verkeersveiligheid 2011

52%

Jaarboek Verkeersveiligheid 2011

layla aerts

Sinds 2009 onderzoekt Artesis Hogeschool (onderzoekscentrum Kronos) de Socioprofessionele Balans (SPB). De SPB is een methodiek voor maatschappelijk werk die in 2004 werd ontwikkeld door de Waalse, Brusselse en Vlaamse Verenigingen voor Steden en Gemeenten in samenwerking met de OCMW’s en met de steun van de toenmalige minister voor maatschappelijke integratie. De methodiek biedt een kader en een aantal instrumenten voor de opmaak van een effectief trajectplan. Hij maakt daarvoor gebruik van HR-instrumenten. Het hoofddoel is de behoeften van de cliënt in kaart te brengen en daarbij optimaal rekening te houden met de situatie van de cliënt, zijn capaciteiten, bekwaamheden en verwachtingen. In de loop der jaren bleek het een methodiek met tekorten te zijn. In een eerste onderzoeksrapport wordt de SPB in verband gebracht met het discours over activering en het beleid dat activering vorm geeft, wordt ze getoetst aan sociaal-agogische theorieën en is de toepassing van de SPB bij sociaal werkers binnen de OCMW’s systematisch in kaart

Vlaamse Stichting Verkeerskunde Louizastraat 40, 2800 Mechelen Tel.: 015 44 65 50 Fax: 015 44 65 59 info@verkeerskunde.be www.verkeerskunde.be

Steunpunt Mobiliteit en Openbare Werken, spoor Verkeersveiligheid Wetenschapspark 5, 3590 Diepenbeek Tel.: 011 26 91 12 Fax: 011 26 91 99 info@steunpuntmowverkeersveiligheid.be www.steunpuntmowverkeersveiligheid.be

gebracht. Het onderzoeksproject wordt voortgezet tot en met 2012. In die periode zal Kronos activeringspraktijken in kaart brengen en worden de huidige instrumenten van de SPB aan een kritische reflectie onderworpen. Verder wordt het kwalitatieve onderzoek uit de eerste projectperiode verder geanalyseerd. Kronos en de VVSG zullen een werkboek activering ontwikkelen zodat de OCMW’s hun activeringsbeleid beter kunnen ontwikkelen en onderbouwen.

Jaarboek Verkeersveiligheid 2011

Onderzoeksproject toont tekorten Socioprofessionele Balans

De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) bracht een een nieuw Jaarboek Verkeersveiligheid uit. Het boek bundelt tal van projecten en initiatieven die het voorbije jaar een voortrekkersrol hebben gespeeld bij de verbetering van de Vlaamse Jaarboek Verkeersveiligheid 2011 verkeersveiligheid. De helft van het jaarboek bestaat uit artikels gewijd aan twaalf voorbeeldprojecten verkeersveiligheid. Daarnaast bevat het interviews, interessante onderzoeksresultaten, en besprekingen van andere initiatieven die stuk voor stuk als inspiratiebron kunnen dienen voor al wie zich in 2011 en daarna wil inzetten voor meer verkeersveiligheid in Vlaanderen. Het jaarboek kan worden besteld en gedownload via de website van de VSV. www.verkeerskunde.be/publicaties/ verkeer-mobiliteit

peter cousaert

Het tussentijds rapport de socioprofessionele balans vanuit een ontgrenzende benadering: www.vvsg.be, knop werk, activeringsbeleid OCMW’s, socioprofessionele balans.

Het aantal niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij de VDAB is een belangrijke maat voor de lokale arbeidsmarkt. In deze bijdrage bekijken we het opleidingsniveau van de werkzoekenden per gemeente. In het Vlaamse Gewest is 52% van de werkzoekenden laag opgeleid. In Waarschoot en in Blankenberge is hun aandeel (66%) hoger, in Sint-Martens-Latem en De Pinte lager (<25%). Een derde van de Vlaamse werkzoekenden is middengeschoold. In Meulebeke en Wielsbeke is het aandeel middengeschoolde werkzoekenden lager (25%) en in Maarkedal en Pepingen hoger (>45%). 15% van de Vlaamse werkzoekenden is hoger opgeleid. In Sint-Martens-Latem en Kraainem ligt hun aandeel hoger (>40%), in Mesen en Waarschoot lager (<6%). www.lokalestatistieken.be

Kijk eens … zo doen wij dat! Sint-Niklaas en Tienen mogen zich twee jaar lang de meest jeugdvriendelijke ofte ‘vetste gemeente van Vlaanderen’ noemen, op basis van de Kijkzo doen eens... inspanningen die ze wij dat! leveren voor kinderen en jongeren. Ter gelegenheid van de prijsuitreiking voor ‘vetste gemeente’ bracht het Agentschap voor Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen ook de publicatie Kijk eens … zo doen wij dat! uit. Deze bundelt 60 leuke ideeën uit de ingediende kandidaatdossiers. Het gaat om mooie praktijkvoorbeelden die andere jeugddiensten en jeugdraden kunnen inspireren om hun jeugdbeleid even creatief in te vullen. De publicatie kan gratis worden gedownload.

60 leuke ideeën uit het lokale jeugdbeleid

www.sociaalcultureel.be, knop jeugd

Lokaal I 16 juni 2011 I 7


kort lokaal perspiraat

“Gemeenschappelijk wonen kan een belangrijk instrument zijn in de strijd tegen vergrijzing. Het vormt duurzame sociale netwerken waar mensen voor elkaar zorgen. En dat is nog altijd beter dan het land te moeten volzetten met zorgcentra voor bejaarden en personeel te voorzien.” Luk Jonckheere, voorzitter van de vzw Samenhuizen – Knack 18/5 “Door al onze navelstaarderij lijken we niet te beseffen dat andere landen in de wereld wel stappen vooruitzetten. De gemeentepolitiek is bij ons uitgezwermd naar alle niveaus. En dan zegt het Planbureau nog eens dat verkiezingen goed zijn voor de economie. Pure ironie en volksverlakkerij.” Economisch en financieel opiniemaker Geert Noels in een tweet – De Morgen 14/5 “Steden en stedelijke regio’s zijn de toekomst. Veel meer dan landen. Tegen 2020 woont de helft van de wereldbevolking in een stad. Dat geeft ons heel veel gewicht - en dat kunnen we goed gebruiken. Landen slaagden er bijvoorbeeld niet in om een klimaatakkoord te tekenen in Kopenhagen. Maar steden tekenden wél een akkoord. Ook dat is een reden om uit de nationale politiek weg te blijven. Als burgemeester van een stad kun je tenminste nog dingen doen bewegen.” Burgemeester van Gent Daniël Termont (SP.A), tevens secretaris van het internationale netwerk Eurocities – De Standaard 14/5 “Waarom fluit de Vlaamse administratie zo vaak steden en gemeenten terug in personeelsaangelegenheden?” Antwerps burgemeester en Vlaams volksvertegenwoordiger Patrick Janssens (SP.A) stelt voor het eerst in zeven jaar een vraag in het Vlaams Parlement – De Morgen 4/6

8 I 16 juni 2011 I Lokaal

stefan dewickere

“Door storten af te sluiten en het aanwezige methaangas te filteren en als brandstof te gebruiken, los je een probleem van volksgezondheid op, krijgt een stad een groot stuk land terug en schep je talloze jobs. Tot nu is er geen financiering omdat men stortplaatsen enkel als last en niet als goudmijnen ziet.” De voormalige Amerikaanse president Bill Clinton op de C40-stedentop in São Paulo – De Morgen 4/6

Integratie van publieke schoonmaak- en klusjesdiensten in het woonzorgdecreet: iets duidelijker Op vraag van de VVSG verduidelijkte minister Jo Vandeurzen een aantal aspecten over de integratie van de publieke schoonmaak- en klusjesdiensten bij de diensten gezinszorg. OCMW’s zonder dienst gezinszorg kunnen hun schoonmaak- en klusjesdienst laten erkennen als dienst logistieke hulp als ze alleen schoonmaken bij personen met een verminderd zelfzorgvermogen. De dienstenchequeondernemingen kunnen niet erkend worden onder het woonzorgdecreet.

Voltijdse equivalenten (vte’s) die gesubsidieerd worden vanuit welzijn door middelen jobcreatie of via een gesloten oproep aanvullende thuiszorg (lokale diensteneconomie) moeten worden opgenomen in de erkende aanvullende thuiszorg. Andere vte’s mogen worden ondergebracht in de aanvullende thuiszorg. Dit heeft als voordeel dat de prestaties van dit personeel in aanmerking zullen komen voor de maximumfactuur in de thuiszorg. De dienstverlening door de erkende dienst moet ondergebracht worden in het activiteitencentrum dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg. De dienstverlening van de nieterkende dienst moet in een apart activiteitencentrum worden ondergebracht. Dienst logistieke hulp OCMW’s met een schoonmaak- en klusjesdienst maar zonder dienst gezinszorg kunnen zich laten erkennen als dienst logistieke hulp als ze alleen schoonmaken bij personen met een verminderd zelfzorgvermogen. Voor die diensten logistieke hulp gelden dezelfde principes als voor de aanvullende thuiszorg. OCMW’s die de subsidies vanuit welzijn – namelijk

de middelen jobcreatie of via de gesloten oproep aanvullende thuiszorg (lokale diensteneconomie) – willen behouden, moeten zich voor eind dit jaar laten erkennen als dienst logistieke hulp. Anders vervalt die subsidie volledig (middelen jobcreatie) of gedeeltelijk (lokale diensteneconomie). De VVSG had minister Jo Vandeurzen voorgesteld deze datum met één jaar uit te stellen tot eind 2012, maar de minister is hier niet op ingegaan. Naast de gesubsidieerde vte’s uit welzijn kunnen andere vte’s vrijwillig (alle personeel of een deel ervan) worden ondergebracht in de erkende dienst logistieke hulp. Zo zullen ook de prestaties van dit personeel in aanmerking komen voor de maximumfactuur in de thuiszorg. Aanmelden en erkennen Schoonmaakdiensten die uitsluitend bij personen met een verminderd zelfvermogen schoonmaken en niet erkend zijn, moeten zich aanmelden bij het Agentschap Zorg en Gezondheid. Voor het erkende deel aanvullende thuiszorg moet de dienst voldoen aan de erkenningsvoorwaarden van de diensten


nieuws gezinszorg en aanvullende thuiszorg zoals het sociaal onderzoek. De elektronische registratie van de prestaties van het personeel in het registratiesysteem van de Vlaamse overheid (Vesta) is een voorwaarde om de bestaande subsidies te behouden. De dienst logistieke hulp moet een jaar na de erkenning aan de erkenningsvoorwaarden voldoen. De toekomstige Vlaamse gebruikersbijdragen zullen van toepassing zijn vanaf 1 januari 2013.

in het kader van de dienstencheques is forfaitair, terwijl die van de aanvullende thuiszorg of logistieke hulp afhankelijk is van het inkomen. Volgens de minister is dit niet verzoenbaar. Daarnaast situeert het dienstenchequesysteem zich op federaal niveau, terwijl het systeem van de aanvullende thuiszorg en logistieke hulp Vlaams is. Wellicht kan ook het beschikbare budget voor de maximumfactuur van de thuiszorg de extra prestaties in het kader van dienstencheques niet slikken. liesbet noé

Aparte regeling dienstencheques Vte’s in het kader van dienstencheques kunnen niet opgenomen worden in de aanvullende thuiszorg, noch in de dienst logistieke hulp. De gebruikersbijdrage

Tot 1 oktober Subsidiemogelijkheid voor een lokaal Noord-Zuidbeleid

Brief van minister Jo Vandeurzen en de procedure en de timing voor de erkenningsaanvraag: www.vvsg.be, knop welzijnsvoorzieningen

Lokale besturen die een lokaal NoordZuidbeleid ontwikkelen, kunnen daarvoor op financiële steun rekenen van de Vlaamse Regering. Jaarlijks bestaat de mogelijkheid om in te tekenen op het Vlaams convenantprogramma gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking. Daarvoor dient het lokaal bestuur een aanvraag in, met strategisch en operationeel plan. Als de aanvraag wordt goedgekeurd, kan het bestuur rekenen op middelen voor de periode 2012-2013. Steden en gemeenten kunnen een voorstel indienen tot 1 oktober.

Op vrijdag 27 mei stelde vzw Het Punt zijn eerste seniorambassadeurs voor aan het grote publiek. Deze ambassadeurs zijn speciaal opgeleid om aan een groep senioren informatie te geven over vrijwilligerswerk en -wetgeving of de kostenvergoeding.

gf

Seniorambassadeurs voorgesteld in Brussel

www.vlaanderen.be/ontwikkelingssamenwerking, knop draagvlakver-

Via een informatiesessie van een halfuur promoten ze vrijwilligerswerk bij verenigingen aan huis. De informatiesessies zijn

gratis. U kunt ze boeken bij Het Punt vzw. joris vierendeels

sterking, met de lokale besturen; www.vvsg.be, knop internationaal, christophe.ramont@vvsg.be

hetpuntBrussel@gmail.com Het Punt vzw, T 02 218 55 16

nix

Lokaal I 16 juni 2011 I 9


Wat is voor u prioritair als u belegt? Zekerheid? Transparantie? Of beide? Onze prioriteiten voor ú op het vlak van beleggingsaanbod en -filosofie zijn zekerheid én transparantie. Onze beleggingsvoorstellen beantwoorden aan uw MiFID-profiel, aan het wettelijke kader en aan uw verwachtingen inzake kapitaalbescherming, rendement en beleggingshorizon. Via verscheidene tools, productfiches en gespecialiseerde teams informeren we u maximaal over de evolutie van de markt, de kenmerken van producten en de nieuwigheden in ons beleggingsaanbod. Voor meer info kunt u steeds terecht bij uw vaste contactpersoon of raadpleeg ons dossier “Beleggingen” op www.dexia.be/professioneel

samen naar de essentie

Dexia Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCC BE BB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – CBFA nr. 19649 A – FOD Economie 4944.


special platteland

De kracht van het platteland


special platteland

interview Toon Denys

VLM en VVSG voor een duurzaam platteland De Vlaamse Landmaatschappij en de VVSG gaan in de toekomst nauwer samenwerken. Ze sloten een overeenkomst om het plattelandsbeleid beter te ontwikkelen. ‘De verstedelijking rukt op maar een goed functionerend, duurzaam platteland blijft levensnoodzakelijk,’ zegt Toon Denys, gedelegeerd bestuurder van de VLM. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

I Het filmpje met Toon Denys vindt u op www.vvsg.be.

n het gemeentehuis van het landelijke Zingem ondertekenden de VVSG en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) op 12 mei een samenwerkingsovereenkomst. Beide organisaties werken al langer samen aan concrete projecten van onder meer dorpskernvernieuwing, trage wegen, fiets- en wandelpaden, natuurontwikkeling, landschapsherstel. In 2005 zette de VLM een afdeling Platteland op en kreeg ook het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg vorm. Dat IPO is een overlegorgaan waar gemeenten, provincies en Vlaams Gewest elkaar vinden. Ze formuleren beleidsaanbevelingen voor de Vlaamse regering en brengen adviezen uit over uitdagingen of knelpunten voor het platteland. De oprichting van het Steunpunt Landelijke Gemeenten in de schoot van de VVSG in 2009 heeft beide organisaties nog dichter bij elkaar gebracht en het pad geëffend voor een formele samenwerkingsovereenkomst. Toon Denys, gedelegeerd bestuurder van de VLM: ‘Een Vlaams plattelandsbeleid kun je niet enkel op Vlaams niveau uittekenen. Gemeenten staan het dichtst bij de bevolking en bij de plattelandsthema’s. Ze voeren dagelijks een plattelandsbeleid. Het is dus noodzakelijk dat wij die voeding van onderuit meenemen in de opmaak van het Vlaamse beleid. De VVSG is sinds kort structureel bezig met het platteland, via haar Steunpunt Landelijke Gemeenten en via de commissie platteland waar afgevaardigden van een dertigtal landelijke gemeenten elkaar regelmatig ontmoeten.

12 I 16 juni 2011 I Lokaal

Dat is voor de VLM een heel belangrijke insteek. Het volstaat niet om daar ad hoc aan samen te werken, dat moet structureel gebeuren. Wij moeten weten wat voor de lokale besturen belangrijk is, wat we moeten meenemen naar het Vlaamse niveau en wat we via het IPO of via andere kanalen naar het beleid moeten vertalen. De VLM staat eigenlijk tussen de gemeenten en het Vlaamse beleid.’ Wat houdt de samenwerking tussen de VLM en de VVSG concreet in? ‘De overeenkomst verduidelijkt hoe we kunnen samenwerken, wat ieders rol is, hoe de posities ten opzichte van elkaar zijn. We zullen jaarlijks samenwerken aan een actieprogramma. In 2011 brengen we bijvoorbeeld samen thema’s aan op de VVSG-commissie platteland. Ik denk aan de stand van zaken van het Plattelandsfonds. We zullen kennis uitwisselen, we zullen samen studiebezoeken organiseren voor VVSG-leden aan VLM-projecten, we zullen nauwer samenwerken aan de communicatie over het platteland, we zullen meewerken aan studiedagen, de VLM zal actief deelnemen aan de VVSG-Trefdag. Het doel is zowel de beleidsvorming als de projectwerking te verbeteren. De overeenkomst is afgesloten voor twee jaar met de intentie de samenwerking op lange termijn uit te werken. Overigens zullen we ook met de provincies een formele samenwerkingsovereenkomst afsluiten.’


Toon Denys: ‘Als je de OESO-definitie gebruikt van minder dan 150 inwoners per km², dan heeft Vlaanderen bijna geen platteland meer. Neem je een ander criterium, dan is bijna alles nog platteland.’


special platteland

interview Toon Denys

Wat is het platteland? Heeft Vlaanderen nog wel platteland? ‘Als je de OESO-definitie gebruikt van minder dan 150 inwoners per km², dan heeft Vlaanderen bijna geen platteland meer. Neem je een ander criterium, dan is bijna alles nog platteland. Afhankelijk van de definitie beslaat het platteland in Vlaanderen 9 tot 93 procent van het grondgebied. Beleidsmatig heeft het dus geen enkele zin om het platteland geografisch af

Een generiek beleid is onmogelijk, je kunt niet zomaar het platteland afbakenen en voor al die gemeenten eenzelfde instrument inzetten. te bakenen. Het is veel vruchtbaarder het te omschrijven aan de hand van thema’s. We hebben daarvoor een studie laten maken, met een belangrijke inbreng van de gemeenten. Er zijn zeven actuele plattelandsthema’s geselecteerd: de bestuurskracht van gemeenten; het behoud en/of versterken van de open ruimte; de aanleg, het onderhoud en het beheer van lokale infrastructuur; de minimale bereikbaarheid; het behoud en/of versterken van de lokale economie; het onderhoud en het beheer van het lokale patrimonium; het aanbieden van minimale diensten. Aan de hand van die thema’s kun je beschrijven wat er vandaag in de plattelandsgemeenten gebeurt, in welke gebieden welke thema’s belangrijk zijn en waar dat minder het geval is. Het is onze taak om dat te signaleren aan minister-president Kris Peeters, die bevoegd is voor het plattelandsbeleid, en beleidsvoorstellen te doen. Met die zeven thema’s beschikken we dus over een sterk instrument van beleidsvoorbereiding. Dan is het aan het beleid om te kiezen op welk thema of op welke thema’s het wil inzetten.’ Dé plattelandsgemeente bestaat dus niet, elke gemeente zal verschillend scoren op die thema’s en een specifiek beleid nodig hebben. ‘Plattelandsbeleid is voor ons 3G-beleid: gedifferentieerd, geïntegreerd en gebiedsgericht. Een generiek beleid is onmogelijk, je kunt niet zomaar het platteland afbakenen en voor al die gemeenten eenzelfde instrument inzetten. In De Standaard verscheen onlangs een artikel over het zelfmoordcijfer op het platteland. Maar dat cijfer is lang niet in elke plattelandsgemeente gelijk, het beeld is heel versnipperd. Als we later eventueel ons lijstje van zeven thema’s zouden aanvullen, dan zou zelfdoding een van de nieuwe thema’s kunnen zijn. Een mogelijk denkspoor zou dan kunnen zijn om daarvoor het instrument van het zorgnetwerk

14 I 16 juni 2011 I Lokaal

in een rurale omgeving, dat al bestaat in sommige regio’s, in te zetten. Maar dat is dan een beleidskeuze, wij doen het beleidsvoorbereidende werk. Voor de VLM is dit een heel interessante evolutie. Vroeger legden we ons toe op landinrichting, natuurinrichting en ruilverkaveling. Nu bekijken we het platteland vanuit een globale visie met al zijn functies. Ecologische, economische, sociale en welzijnsaspecten komen aan bod. Dat gebeurde tot voor kort niet of nauwelijks op Vlaams niveau. Er was wel een stedenbeleid, met een Stedenfonds. Nu zetten we stappen vooruit voor het platteland, Vlaanderen heeft nu ook aandacht voor minder bestuurskrachtige plattelandsgemeenten en wil die in de toekomst ook financieel beter ondersteunen.’ In navolging van het Stedenfonds komt er ook een Plattelandsfonds. Dat wordt gekoppeld aan die zeven thema’s? ‘Het is aan de beleidsmakers om op basis van die zeven inhoudelijke thema’s keuzes te maken: op welke thema’s zullen we de plattelandsgemeenten ondersteunen? En welke gemeenten zullen we ondersteunen, rekening houdend met hun fiscale draagkracht?’ Wat is de taak van de VLM hierin? ‘In opdracht van de VLM is het onderzoek gevoerd naar wat de inhoudelijke invulling van het Plattelandsfonds zou kunnen zijn, dat zijn die zeven thema’s. Met de onderzoekers – bestuurskundigen van de KULeuven en de Universiteit Antwerpen – hebben we enkele scenario’s voor het Fonds uitgewerkt. Die zijn overgemaakt aan de minister-president, hij zal nu de beleidskeuzes maken. Het gekozen concept wordt dan uitgewerkt in een juridische tekst. In september kan de politieke discussie over het voorontwerp van Plattelandsfonds beginnen.’ Kunt u al iets kwijt over de inhoudelijke invulling van het Fonds? ‘Wij stellen scenario’s voor, de politici beslissen. Over de inhoudelijke invulling kan ik dus niets meer zeggen dan wat de minister-president al heeft gezegd in het Vlaamse parlement. Een belangrijk uitgangspunt is dat Vlaanderen de administratieve lasten voor de gemeenten tot een minimum wil beperken. Ze zullen via het beleidsplan dat ze in het begin van de legislatuur opmaken, moeten aangeven op welke plattelandsthema’s ze willen inzetten. Het is ook de bedoeling dat de gemeenten niet voor elk groot project jaarlijks een dossier moeten indienen, maar dat er met een soort van visitaties gewerkt wordt. Er moet natuurlijk wel een resultaatsverbintenis zijn maar niet tot in alle details. Verder heeft de minister-president verduidelijkt dat het Fonds gebruikt zal worden voor


minder bestuurskrachtige gemeenten. Hoeveel dat er zullen zijn, zal afhangen van de middelen die de Vlaamse regering op korte en lange termijn beschikbaar stelt. Bij de start zal misschien maar een beperkt aantal gemeenten in aanmerking komen, bij een groei van het Fonds zouden er dat meer kunnen worden.’ Op welke thema’s zal het Fonds in eerste instantie inzetten? ‘Ook dat zal politiek bepaald worden. Wellicht zal de Vlaamse regering beginnen met het thema van de lokale infrastructuur. Gemeenten met een geringe bestuurskracht hebben vaak een groot patrimonium aan lokale wegen, waterlopen, recreatieve wegen. De aanleg, het onderhoud en het beheer zijn duur. Ondersteuning door het Plattelandsfonds zou daar soelaas kunnen bieden.’ U liet de term bestuurskracht vallen. ‘Dat is inderdaad voor sommige gemeenten een probleem. In het kader van de projectoproep voor het PDPO-programma voor plattelandsontwikkeling bijvoorbeeld merk je dat enkele kleine gemeenten al veel moeite hebben om een dossier rond te krijgen en in te dienen. Andere hebben iemand in dienst die zich daar ten volle voor inzet en die slagen erin veel projecten te realiseren. Via intergemeentelijke samenwerking of met de steun van de provincies kunnen minder bestuurskrachtige gemeenten wel een en ander realiseren. Het project de Merode op het snijpunt van de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant is daar een prachtig voorbeeld van. De samenwerking tussen de zes betrokken gemeenten, met de VLM als projectregisseur en motor, heeft daar een schitterend resultaat bereikt waarbij een regio echt op de kaart is gezet. Op andere plaatsen zie je dat provincies de dynamiek van een regio oppikken en een drijvende kracht worden.’ De VLM en de VVSG hebben een bestuurskrachtmonitor uitgewerkt. Wat is dat voor instrument? ‘Het is een instrument waarmee gemeenten zich kunnen vergelijken met andere gemeenten: hoe zijn zij georganiseerd, met hoeveel middelen doen zij het, waar kan ik optimaliseren? Op die manier kunnen ze misschien hun bestuurskracht verhogen zonder bijkomende middelen. Het instrument is ontwikkeld door een onderzoeksgroep van de KULeuven, de VVSG en de VLM. De meting is nu uitgevoerd bij veertien pilotgemeenten. In een volgende fase zullen alle gemeenten de monitor kunnen gebruiken. Dat zal op vrijwillige basis gebeuren, want de monitor is geen instrument om het beleid van een gemeente te beoordelen. Het is een leermiddel.’

Hoe ziet u het platteland evolueren? ‘De verstedelijking rukt op, in Vlaanderen gaan nog dagelijks zes tot acht hectare aan open ruimte verloren. Daarom blijft een goed functionerend platteland een noodzaak: voor de landbouw, voor de biodiversiteit, voor de waterkwaliteit en -kwantiteit, voor de rust en de ontspanning, voor het toerisme. Steden en platteland hebben elkaar nodig. Het platteland heeft hoogstaande, duurzame input nodig, gebiedsgericht of subregionaal. Waar dat gebeurt, zie je de resultaten. Neem het Nationaal Park Hoge Kempen, de Westhoek, het Meetjesland, het Pajottenland. Op andere plaatsen zijn er nog veel onbenutte mogelijkheden. We

De minister-president verduidelijkte dat het Fonds gebruikt zal worden voor minder bestuurskrachtige gemeenten. mogen die niet laten liggen, ook al zal het platteland – in de eerste plaats in de Vlaamse Ruit – misschien tot een soort van landschapskamers evolueren. De komende tien jaar staan we voor de uitdaging om het platteland verder harmonieus te laten ontwikkelen. Het moet er goed zijn om te werken, te wonen en te recreëren. Daarom moeten we op alle fronten inzetten: we moeten ervoor zorgen dat de maatschappelijksociale, de ecologische, de economische functies van het platteland in harmonie kunnen ontwikkelen zodat het platteland aantrekkelijk wordt of blijft. Dat ligt in de lijn van het verhaal van duurzame ontwikkeling.’ Kun je wel op al die functies inzetten? Er zijn toch ook grenzen aan de draagkracht van het platteland. Zie het probleem van de quads. ‘Binnen het IPO is er een themawerkgroep over quads, er is toch een beweging om die voertuigen zoveel mogelijk te limiteren. Meer algemeen zullen er inderdaad keuzes gemaakt moeten worden, je kunt niet overal alles blijven doen. Sommige gebieden hebben een grotere draagkracht voor bijvoorbeeld bepaalde types van toerisme dan andere. Dat brengt ons weer bij het beleidsmatige verhaal. Een van de zeven thema’s waarover we het hadden, is het behouden of versterken van de open ruimte. Ook daar wil de minister-president op inzetten door gemeenten die deze kwaliteiten aanbieden financieel te ondersteunen. Dat kan ook inhouden dat bepaalde ontwikkelingen niet kunnen gebeuren om die draagkracht te respecteren. Ook een thema als stilte- en rustgebieden kan eraan gelinkt worden. Dat zijn beleidskeuzes.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal I 16 juni 2011 I 15


special platteland

bestuurskracht

Veertien plattelandsgemeenten stappen in project Bestuurskracht In 2009 startte binnen het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO), onder impuls van de VVSG, een themagroep Lokale bestuurskracht van plattelandsgemeenten. Die nam het initiatief voor een meting van de bestuurskracht van plattelandsgemeenten. In opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij voeren het Instituut voor de Overheid (KULeuven) en de Onderzoeksgroep Management & Bestuur van de Universiteit Antwerpen de meting uit. tekst liesbet belmans beeld bart lasuy

16 I 16 juni 2011 I Lokaal

M

et dit onderzoek wil Vlaanderen een oplossing aanreiken voor de problemen die kleine, landelijke gemeenten ondervinden met bestuurskracht. Een groep van plattelandsgemeenten kampt met specifieke problemen, precies vanwege hun landelijkheid. Ze zijn dunbevolkt, uitgestrekt en fiscaal arm en daardoor minder bestuurskrachtig dan ze zouden wensen. Bovendien hebben ze grote opdrachten in het uitgestrekte buitengebied, zoals het onderhoud van landbouwwegen, waterzuivering of landschapsbeheer. Doel van deze bestuurskrachtmeting is dat plattelandsgemeenten van elkaar kunnen leren hoe bestuurskrachtproblemen zich aandienen en wat de gemeenten er zelf aan kunnen doen. De deelnemende gemeenten krijgen de kans ideeĂŤn en methodieken uit te wisselen en van elkaar interessante praktijken te leren. Het project is geen audit of organisatiedoorlichting waarbij een oordeel wordt gegeven over het presteren van een gemeente. Het is ook niet de bedoeling een ranglijst van gemeenten op te stellen. Aan de oefening zijn ook geen consequenties gekoppeld, bijvoorbeeld op het gebied van financiering. De bestuurskrachtmeting wordt opgevat als een pilotproject. Er werden veertien gemeenten aangeschreven met de vraag te participeren. Deze gemeenten werden geselecteerd op basis van de fiscale draagkracht en de open ruimte, de Dexiaclusters en de spreiding over Vlaanderen. Concreet nemen volgende gemeenten deel: Merksplas, Vorselaar, Halen, Riemst, Bocholt, Kortenaken, Wachtebeke, Knesselare, Maarkedal, Sint-Laureins, Diksmuide, Alveringem, Langemark-Poelkapelle en Heuvelland. De bestuurskrachtmeting bestaat uit drie fases: een monitor om enkele gegevens te verzamelen, een visitatie en een leertra-

ject. Om de drempel voor de deelnemende gemeenten zo laag mogelijk te houden werd er geprobeerd zo veel mogelijk data te verzamelen die al op Vlaams niveau beschikbaar waren. Daardoor hoefde er in de monitorfase maar een beperkte vragenlijst naar elke gemeente gestuurd te worden. De vragenlijst peilde naar de opmaak van beleidsplannen en de beleidsrapportage, de inspraakmogelijkheden en communicatie, de personeelsformatie en het personeelsbeleid, de kwaliteit van de dienstverlening, het management, formules als PPS en IGS, en een aantal getallen betreffende ruimtelijke ordening, milieu, welzijn en vrije tijd. Na verwerking van al deze gegevens kreeg elke gemeente het bezoek van het onderzoeksteam dat een bestuurskrachtschets overhandigde. Aan de hand van de schets kon de gemeente al eens kijken op welke punten ze raakvlakken of verschillen heeft met de andere deelnemende plattelandsgemeenten en de Dexiacluster waartoe ze behoort. Waar relevant werd er ook een vergelijking gemaakt met de 308 Vlaamse gemeenten. Visitatie In een tweede fase, die net werd afgerond, kreeg elke gemeente een visitatiecommissie op bezoek. Deze commissie was samengesteld uit onderzoekers, de VVSG en telkens twee deelnemende gemeenten. Elke gemeente kreeg immers de kans om op bezoek te gaan bij twee andere deelnemende plattelandsgemeenten. Zowel een lid van het college van burgemeester en schepenen als een ambtenaar kon eens kennismaken met de werking van een andere gemeente. De visitatie besloeg een hele dag. Steevast werden er gesprekken gevoerd met voorzitters van adviesraden, administratie, managementteam en het college. Na afloop werden er kort enkele opvallendheden besproken met de burgemeester en de gemeentesecretaris.


Spiegel voor de gemeente Voor de Diksmuidse burgemeester Lies Laridon (rechts op de foto) was de bestuurskrachtmeting zeer interessant: ‘Het was een manier om eens stil te staan bij de eigen werking. We konden onze gemeente een spiegel voorhouden en een beetje vergelijken met andere gemeenten. Zo kregen we een duidelijker zicht op onze sterktes en onze werkpunten.’ Een sterkte is dat het college van Diksmuide aan het begin van de bestuursperiode een duidelijk beleidsplan heeft gemaakt: ‘We hebben dat echt zelf geschreven, zo weten we goed waar we naartoe willen.’ Maar Lies Laridon heeft tijdens deze visitaties ook beseft dat het beter is om intern de zaken goed af te spreken: ‘Hoe ver gaan de bevoegdheden van het college en van de individuele schepenen? In een kleinere gemeente zoals de onze praat je soms rechtstreeks met de dienst of zelfs met de individuele arbeider terwijl het eigenlijk de bedoeling is dat de diensthoofden de zaken regelen. Die bemoeienis is historisch zo gegroeid en gelukkig voelt iedereen aan de ellebogen hoe ver hij hierin kan gaan, maar eigenlijk kan dit beter expliciet afgesproken worden.’ Daarnaast viel het haar tijdens de visitatie op dat veel gemeenten op dezelfde manier werken: ‘Neem nu het grasbermbeheer. Wij hebben ervoor gekozen om een deel zelf te doen en een deel uit te besteden omdat je in de praktijk niet alles op die korte periode zelf kunt maaien.’ Burgemeester Lies Laridon werkt intens samen met secretaris Marie Herman. Laridon: ‘Onze doelstelling ligt in dezelfde lijn. We willen efficiëntere stadsdiensten om de burger beter te dienen. Als politicus doe je dat vanuit je buik, vanuit je dagelijkse contacten met de mensen. Een secretaris doet dat vanuit systemen. Het komt erop aan die systemen en het buikgevoel met elkaar te laten matchen zodat er een betere werking uit voortvloeit.’ MvB

Na de visitatie ontvangt elke gemeente een verslag. De oorspronkelijke bestuurskrachtschets op basis van de vragenlijst wordt uitgediept tot een bestuurskrachtprofiel op basis van de gesprekken. Dit document bevat de bevindingen van de visitatiecommissie. Het wordt individueel met elke gemeente besproken. Ook de groep van veertien gemeenten komt al een eerste keer sa-

men om gelijkenissen en verschilpunten toe te lichten. Leertraject Ten slotte volgt er een leertraject in het najaar. Tijdens workshopsessies waarin specifieke thema’s worden uitgediept staat uitwisseling van ervaring en praktijken centraal. Daarmee kunnen de gemeenten zelf aan de slag binnen hun

bestuur. Gemeenten die met gelijkaardige problematieken worstelen, vinden een gesprekspartner voor toekomstige uitwisseling. De Vlaamse overheid wil de bestuurskrachtmeting volgend jaar aan een grotere groep van plattelandsgemeenten aanbieden. Liesbet Belmans is VVSG-stafmedewerker plattelandsbeleid

Lokaal I 16 juni 2011 I 17


special platteland

infrastructuur

Landbouwwegen veilig en efficiënt voor landbouw én recreatie VVSG en VLM starten Europees project De Vlaamse Landmaatschappij en de VVSG starten met een project over het efficiënt inrichten en beheren van landbouwwegen. Het project helpt plattelandsgemeenten landbouwwegen voor diverse functies zoals landbouw en recreatie veilig en efficiënt in te richten. Met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wordt de methodiek de komende twee jaar verfijnd. tekst

& beeld liesbet belmans

L

andbouwwegen zijn van kapitaal belang voor plattelandsgemeenten, ze zijn immers de dragers van het platteland. Landbouw en toerisme, twee belangrijke economische sectoren, kunnen niet zonder. De laatste jaren is het gebruik van deze wegen intensiever en diverser geworden. Er is meer landbouwverkeer met grotere machines, maar er zijn ook activiteiten bij gekomen: fietsen wandelroutes en allerlei toeristische netwerken. Veel plattelandsgemeenten vragen zich daarom af hoe deze landbouwwegen veilig ingericht en efficiënt beheerd kunnen worden. Het functietoekenningsplan biedt hierop een antwoord. Met deze methodiek kan een gemeente, na een inventarisatie van de landelijke wegen, voor elke landbouwweg de gewenste functie aanduiden: welke gebruikers wil de gemeente hier graag en welke liever niet? Op die manier kan ze voor de juiste inrichting van de weg kiezen. De Vlaamse Landmaatschappij ontwikkelde dit instrument in Landbouwwegen in de Westhoek, een vorig project van het EFRO. De methodiek zal nu in vier gebieden in Antwerpen, Oost- en WestVlaanderen toegepast en verfijnd worden. Het betreft de regio’s Brechtse Heide, Schelde-Leie, Bulskampveld en Zwinstreek. De keuze viel op deze plattelandsregio’s vanwege hun verschillende terreinsituatie (zoals het percentage niet-verharde wegen, de na-

18 I 16 juni 2011 I Lokaal

bijheid van steden, nieuwe toeristische ontwikkelingen en ambitieniveaus). Daarnaast wordt ook becijferd hoeveel middelen gemeenten nodig hebben om hun landbouwwegen op basis van het functietoekenningsplan in te richten en te beheren. Deze financiële analyse wordt gekoppeld aan de bestaande functietoekenningsplannen in de Westhoek. De resultaten worden geëxtrapoleerd naar de rest van Vlaanderen op basis van een inventarisatie van de landelijke wegen. Een dergelijke analyse is belangrijk, want enkele tientallen kilometers landbouwwegen kosten de gemeente al snel honderdduizenden euro’s. Een laatste luik van het project is een analyse van het landbouwverkeer in twee cases in de Westhoek. In Landbouwwegen in de Westhoek werd de mobiliteitsdruk

op landelijke wegen door evoluties in de landbouwsector in kaart gebracht. Nu zal niet alleen het ontsluitend, maar ook het doorgaand landbouwverkeer in beeld gebracht worden. Ook niet-gedigitaliseerde private wegen worden opgenomen. Het officiële startschot van het project werd in Zingem gegeven. Met een fietsen wandeltocht konden geïnteresseerden kennismaken met de diversiteit aan landbouwwegen die er in deze kleine plattelandsgemeente bestaan. Burgemeester Katleen Hutsebaut: ‘De zorg voor het beheer en onderhoud van al die kleine wegjes met de bijhorende verfraaiende kleine landschapselementen is een belangrijke uitdaging voor een kleine gemeente.’ Het project loopt van maart 2011 tot maart 2013. Ook andere geïnteresseerde gemeenten krijgen de kans het functietoekenningsplan te leren kennen. De VVSG organiseert op het einde van het project een reeks vormingssessies. De financiële steun voor dit alles komt van EFRO, de VLM, de VVSG, de provincie West-Vlaanderen en de afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Liesbet Belmans is VVSG-stafmedewerker plattelandsbeleid

Sabine Gheysen, projectleider VLM, sabine.gheysen@VLM.be, T 050-45 81 27 of liesbet.belmans@vvsg.be, T 02-211 56 24


erfgoed

special platteland

Een tweede leven voor religieus erfgoed Veel kloosters en kerken verliezen hun religieuze functie, in de steden en op het platteland. Lokale besturen gaan op zoek naar een nieuwe bestemming voor die gebouwen. Een standaardoplossing bestaat er niet, het is telkens weer maatwerk. Soms ligt de nieuwe functie voor de hand, soms is het resultaat zeer verrassend. tekst bart van moerkerke beeld bart lasuy

D

oor de toenemende ontkerkelijking verliezen veel kapellen, kerken en kloosters hun religieuze functie. Tegenover dat fel verminderde gebruik staan hoge onderhouds-, beheers- en restauratiekosten die gemeenten, organisaties en eigenaars niet langer kunnen betalen. Toch blijven de religieuze gebouwen maatschappelijk en stedenbouwkundig vaak ankerpunten van identiteit. Ze slopen is daarom de laatste optie, als zoeken naar nevenbestemmingen of naar een herbestemming geen resultaat heeft opgeleverd. Bij nevenbestemming wordt de kerkelijke functie aangevuld met andere activiteiten zoals concerten of tentoonstellingen. Bij herbestemming maakt het kerkelijke gebruik plaats voor iets anders. Dat iets kan vele vormen aannemen: van een nieuwe religieuze invulling als moskee over zachte herbestemmingen in de culturele, openbare of zorgsector tot een commerciĂŤle invulling als winkel, hotel, restaurant.

Omdat de kerk van Bossuit midden op de begraafplaats in het dorpscentrum staat, lag afbraak moeilijk. Toch worden de toren en het dak afgebroken zodat er een open gebouw midden op het kerkhof zal liggen met daarin een kunstwerk.

Hotel en feestzaal De herbestemming van religieuze gebouwen is niet enkel in steden maar ook in veel landelijke gemeenten en gehuchten een zeer actueel thema. Een bekende realisatie is het Godshuis in Sint-Laureins. Het 19de-eeuwse, neoclassicistische complex omvatte een hospice voor ouderen, een tehuis voor wezen en een hospitaal. Het werd bediend door de zusters

Lokaal I 16 juni 2011 I 19


special platteland

erfgoed

Aanbevelingen voor Vlaamse visienota Vlaams minister Geert Bourgeois is bevoegd voor binnenlands bestuur en onroerend erfgoed. Hij nam het initiatief om samen met de kerkbesturen, lokale besturen en experts het beheer, de financiering en (her)bestemming van parochiekerken in Vlaanderen grondig te bekijken. Drie werkgroepen werkten op grond van analyse en overleg aanbevelingen uit. Naast specifieke aanbevelingen per werkgroep werden de resultaten van de analyse samengevat in zeven globale aanbevelingen voor een toekomstgericht beleid: ontwikkel een (lokale) beleidsvisie, versterk het lokaal overleg, versterk de bestuurskracht van kerkfabrieken en centrale kerkbesturen, zet in op expertisevorming en informatieverstrekking, verbreed gebruik, maak financiering haalbaar en zet in op onderhoud. Minister Bourgeois beloofde op De dag van de Open Kerken (5 juni) een visienota op grond van deze aanbevelingen voor het zomerreces.

van de Kindsheid Jezus. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw raakte het kloostergebouw, dat intussen was overgedragen aan de Commissie van Openbare Onderstand, in onbruik. In 1990 kwam het inmiddels beschermde monument volledig leeg te staan. In 1999 werd het verkocht aan een private groep die de herbestemming in 2008 kon afronden. Het Godshuis herbergt nu een hotel met 64 kamers, zeven feestzalen, vijf vergaderzalen, een wellnesscenter en een brasserie. Sacrale betekenis Een commerciële functie in een klooster of kerk onderbrengen is veeleer de uitzondering, vaak wordt gezocht naar een ‘zachtere’ herbestemming. De kerk van de Avelgemse deelgemeente Bossuit werd ontwijd omdat ze haar religieuze functie verloren had. Ze bevond zich echter in zeer slechte staat, de gemeente beschikte niet over de middelen voor een grondige renovatie. Ook afbraak lag zeer moeilijk omdat de kerk een centrale stedenbouwkundige functie heeft in het dorp en ze midden op de begraafplaats staat. In het kader van de dorpskernvernieuwing van Bossuit werd uiteindelijk voor een andere oplossing gekozen. In een gesloten wedstrijd deden vijf kunstenaars ontwerpend onderzoek om het gebouw om te vormen tot iets anders met een sacrale betekenis. De Vlaamse Bouwmeester begeleidde dat traject. Het bouwfysische dossier is intussen in een ver gevorderd stadium, zegt Avelgems burgemeester Lieven

20 I 16 juni 2011 I Lokaal

Vantieghem. ‘Het is onlangs unaniem goedgekeurd door de gemeenteraad en nu ingediend bij de provincie. We zullen de toren en het dak van de kerk afbreken, de kerkramen worden verlaagd tot op de grond en opengemaakt. Zo komt het open gebouw echt midden op het kerkhof te liggen. Tussen de vier muren

boven de archeologische vondsten daar. De buitenmuren van de kerk blijven behouden, de ramen worden opengemaakt en verlaagd tot op maaiveldniveau. Het kerkhof loopt gewoon door in het schip van de vroegere kerk waar we een dubbele rij grafkuilen plannen. Er komt ook een columbarium en een urnenveld. De gevel van de kerk, die grenst aan een beschermd dorpsplein, is gerestaureerd.’ Publieke functie Eind dit jaar nemen de stad en het OCMW van Lo-Reninge hun intrek in een nieuw stadhuis, in het voormalige Grauwzustersklooster dat op de Markt ligt. De stad had een goedgekeurd plan voor een uitbreiding van het huidige stadhuis, toen het bestuur van de Grauwzusters besliste het klooster te verkopen. De voorwaarde was wel dat het gebouw een publieke functie zou krijgen. Burgemeester Lode Morlion: ‘Een haalbaarheidsstudie, betaald door

Bij nevenbestemming wordt de kerkelijke functie aangevuld met andere activiteiten zoals concerten of tentoonstellingen. Bij herbestemming maakt het kerkelijke gebruik plaats voor iets anders.

komt een kunstwerk. Ik hoop dat we in september met de verbouwingswerken kunnen beginnen. In juli is er in de kerk een tentoonstelling over de geplande ingrepen en over de ontwerpen van de vijf kunstenaars.’ In dezelfde lijn ligt de herbestemming van de Sint-Rochuskerk in Ulbeek, een deelgemeente van Wellen. Die verloor al vele tientallen jaren geleden haar religieuze functie en deed lange tijd dienst als depot voor een meubelmaker. De begraafplaats naast en achter de kerk bleef in gebruik. ‘Eigenlijk was het gebouw niet veel meer dan een ruïne toen we aan dit project begonnen,’ zegt burgemeester Francis Bosmans. ‘In het koor komt nu een zwevend glazen platform

de provincie West-Vlaanderen, wees uit dat een verhuizing van het stadhuis voordeliger was dan een uitbreiding op de huidige site. Vijf jaar geleden hebben we de hele site van 35 are gekocht. Het klooster, waarvan het oudste deel uit de vijftiende eeuw dateert, is uiteraard een beschermd gebouw. De parochiezaal in de tuin konden we echter wel afbreken. Op die plek is nu een nieuw, modern volume in aanbouw dat met het klooster verbonden wordt. In het nieuwe deel komen de publiekstoegankelijke diensten van stad en OCMW, in het historische gebouw de kantoren van burgemeester en schepenen, secretaris en financieel beheerder, de raadzaal. Aan het klooster was ook nog een kleuterschool verbon-


praktijk

Sociaal fietsatelier Ook voor de kerk van Genebos, een gehucht van Ham, is onlangs een nieuwe bestemming gevonden. Toen bleek dat er geen eucharistievieringen meer zouden plaatshebben, dreigde er leegstand. ‘Wijzelf konden er geen nuttige bestemming aan geven,’ zegt burgemeester Dirk De Vis. ‘Het bisdom wilde dat de kerk gebruikt zou worden voor een sociaal doel. Ik ben toen op zoek gegaan naar een invulling. En zo kwam ik terecht bij Basis vzw uit Hasselt. De vzw heeft onder meer een sociale werkplaats waar fietsen gerepareerd worden. Zij zullen de kerk van Genebos nu binnenkort in gebruik nemen als fietsatelier, de erfpachtovereenkomst met de kerkfabriek is al afgesloten. De buurtbewoners kunnen zich vinden in de nieuwe bestemming. Genebos verloor al zijn school en zijn bibliotheek, de winkels zijn er verdwenen, het was zeer belangrijk dat het kerkgebouw behouden bleef.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

KORTENAKEN – Alle inwoners van Kortenaken van tachtig en ouder krijgen in de week van hun verjaardag een vrijwilliger op bezoek. Merkt die dat de oudere met vragen zit, dan gaat de mobiele ambtenaar van het OCMW langs. Omdat het OCMW merkt dat zijn dienstverlening hierdoor drastisch verbetert en uitbreidt, krijgen vanaf augustus alle 75-plussers bij hun verjaardag een vrijwilliger op bezoek.

Beter een goede buur

Bij het bezoek neemt de vrijwilliger een klein geschenk mee voor de jarige.

GF

den, die verhuist over enkele jaren. Daar willen we in de toekomst de bibliotheek onderbrengen. Zo brengen we alle publieksfuncties samen op de Markt. Dat zal een nieuwe dynamiek geven aan het hele centrum.’ De kerk van het Heilig Kruis van Guvelingen, een gehucht van Sint-Truiden, werd pas onlangs ontwijd. Sinds 2002 waren er geen eucharistievieringen of plechtigheden met sacrale handelingen meer. De kerk werd enkel nog gebruikt voor bijeenkomsten in de meimaand en op Kerstmis. Tien jaar geleden doken er plannen op om er een fuifruimte van te maken maar die stuitten op hevig protest van de bewoners. Vroeger was er ook al geopperd er een necropolis in te richten. Maar nu is er een nieuwe bestemming: sinds de ontwijding valt de vroegere kerk onder het beheer van het cultuurcentrum van Sint-Truiden. Er gebeuren nu occasioneel culturele activiteiten. Ook de Pinkstergemeente kreeg de toelating om het gebouw te gebruiken en zo behoudt het toch een religieuze functie.

special platteland

D

e veertig gedreven vrijwilligers die meedraaien in het project Beter een goede buur komen om de twee maanden samen om telkens hun bezoeken te plannen en te bespreken. In de week voor de verjaardag wordt het bezoek van de vrijwilliger in een brief van het OCMW aangekondigd. Bij het bezoek neemt de vrijwilliger een klein geschenk mee: dit jaar is dat een fleecedekentje maar het was ook al eens een klokje met het telefoonnummer van het OCMW erop. ‘Zo maken we onze mobiele ambtenaar meer bekend. Zij gaat dan langs om allerlei dingen bij de oudere inwoners in orde te maken: de mantelzorgpremie, hulp aan bejaarden of het invullen van de BEL-score voor de zorgverzekering,’ vertelt OCMW-secretaris Dominique Hayen. ‘Dankzij de vrijwilliger hebben we een voet in huis bij de mensen. Veel oudere mensen durven zelfs

voor de meest evidente dingen, zoals een verwarmingspremie, geen beroep doen op het OCMW.’ Kortenaken is een uitgestrekte gemeente met veel WIGW’s in de zeven deelgemeenten, bovendien is een kwart van de 7800 inwoners nu al ouder dan zestig. ‘Door ervoor te zorgen dat ze de premies krijgen waarop ze recht hebben, kun je het mensen met een laag inkomen toch wat comfortabeler maken,’ zegt Dominique Hayen. ‘Wat ons het meest pleziert, is dat dankzij de verjaardagsbezoekjes vriendschappen zijn ontstaan en dat de vrijwilligers tussendoor ook binnenspringen bij hun oudere buren.’ Kortenaken zet hiermee ook zorgverlening op kleine schaal in: ‘Bij sommige mensen worden ’s morgens de rolluiken opgetrokken, anderen telefoneren we af en toe of de vrijwilliger gaat al eens naar de apotheek.’ marlies van bouwel

Lokaal I 16 juni 2011 I 21


bestuurskracht personeelsbeleid

Medewerkers vinden en binden Gent moet tegen 2018 veertig procent personeel vervangen Tegen 2018 gaan veertig procent van de personeelsleden van de stad Gent op pensioen. Het wordt voor de stad een enorme uitdaging voldoende nieuwe medewerkers aan te trekken en iedereen ook aan boord te houden. Schepen Resul Tapmaz heeft een plan met verschillende sporen, waar een leeftijdsbewust personeelsbeleid als impliciete draad doorheen loopt. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

O

p 1 maart telde de stad Gent net geen vijfduizend personeelsleden met een gemiddelde leeftijd van 43,67 jaar. De leeftijdscategorie van 50 tot 59 jaar is heel sterk vertegenwoordigd. Dat brengt mee dat tegen 2014 ruim zevenhonderd mensen afscheid nemen van de stad, tegen 2018 gaan er zelfs meer dan tweeduizend op pensioen. Gent zal ervoor moeten zorgen dat hun kennis en ervaring niet verloren gaat voor de organisatie én de stad zal een groot aantal nieuwe medewerkers moeten aanwerven. Tegelijkertijd moet ze de uitstroom en het werkverzuim, om welke reden dan ook, zo veel mogelijk beperken en de arbeidsmotivatie hoog houden. Daarin spelen de loopbaanbegeleiding en de vormings- en promotiemogelijkheden een rol, net als het competentiemanagement, het gezondheidsbeleid, het gezinsvriendelijk beleid en het diversiteitsbeleid. In elk van die domeinen wordt impliciet rekening gehouden met de leeftijd van de betrokken medewerkers en met de expliciete

22 I 16 juni 2011 I Lokaal

behoeften die met hun leeftijd kunnen samengaan, zoals de vraag naar meer deeltijds werk bij jonge ouders of naar fysiek minder belastende taken bij oudere medewerkers van de technische dienst.

loonsverzekering voor de medewerkers. Meer dan de helft van ons personeel is statutair. Onze lonen kunnen de concurrentie met de privésector doorstaan, de vakantieregeling is zeer soepel. En niet te vergeten, iemand die bij de over-

Iedereen met de juiste competenties krijgt dezelfde kansen, alle selectieprocedures staan open voor alle medewerkers. Ook bij reorganisatie van diensten wordt gekeken naar competenties. Loopbaanbegeleiding en vorming krijgen veel aandacht. Volk gezocht De stad Gent ligt goed in de arbeidsmarkt, stelt schepen van Personeelsbeleid Resul Tapmaz vast. ‘De economische crisis heeft werken bij de overheid weer aantrekkelijker gemaakt, vanwege de grote werkzekerheid. In tegenstelling tot veel andere besturen zetten wij ook sterk in op statutaire tewerkstelling, als een vorm van waardering en

heid werkt, heeft ook de voldoening een maatschappelijke rol te vervullen. We zijn een grote, trotse organisatie en de waardering die we krijgen in binnen- en buitenland is de verdienste van al onze personeelsleden.’ Dat neemt niet weg dat niet alle kandidaat-medewerkers de weg vinden naar de stad. Dat is met name het geval voor technische knelpuntberoepen.


Daarom organiseert Gent kleine jobbeurzen in de buurtcentra van wijken met een hoge werkloosheidsgraad. Dat gebeurt in samenwerking met de plaatselijke jongerenverenigingen, met de integratiedienst, het buurtcentrum en andere partners. Het wordt gekoppeld aan huisbezoeken en bezoeken aan cafés. Er waren al beurzen in de wijken Rabot, Muide en Brugse Poort, telkens raakten verschillende knelpuntbanen ingevuld. Schepen Tapmaz wil zich in de toekomst ook meer op het onderwijs richten. ‘We moeten onze organisatie promoten in de scholen, zowel aan de universiteiten en hogescholen als in de technische scholen. In november richten we daarom een stagecentrum op zodat leerlingen en studenten bij ons stage kunnen lopen.’ Om te vermijden dat belangrijke kennis verdwijnt als iemand op pensioen gaat, is voor sommige functies een systeem van mentorschap opgezet. Een nieuweling werkt nog enkele maanden samen met de afscheidnemende medewerker zodat de kennis- en taakoverdracht heel efficiënt kan gebeuren. Druk, druk, druk Competentiemanagement is het centrale gegeven in het personeels- en organisatiebeleid: de stad wil de juiste competenties verwerven, creëren, ontwikkelen en efficiënt inzetten om met de beschikbare mensen dienstverlening van goede kwaliteit te bieden. Leeftijd van de medewerkers speelt daarin geen rol: iedereen met de juiste competenties krijgt dezelfde kansen, alle selectieprocedures staan open voor alle medewerkers. Ook bij reorganisatie van diensten wordt gekeken naar competenties. Loopbaanbegeleiding en vorming krijgen veel aandacht. De stad investeert in horizontale en verticale mobiliteit van haar personeelsleden. Wat de vormingsparticipatie betreft, is er een link met leeftijd: de 45-plussers maken 54 procent uit van het personeelsbestand, zij vertegenwoordigen ook 54 procent in de deelname aan vormingen. Schepen Resul Tapmaz ziet drie grote uitdagingen. De eerste is de hoge werk-

druk die sommige medewerkers, zowel jongere als oudere, ervaren. ‘Krijgen we daar klachten over, dan meet onze dienst organisatieontwikkeling de werkdruk. Soms is er inderdaad een probleem van te krappe bezetting of van afwezigheden, wegens ziekte bijvoorbeeld. Dan komt het erop aan de dienst

teïsmebeleid. Gent scoort met 8,05 procent bijna een procent beter dan het gemiddelde bedrijf met meer dan duizend werknemers. Maar er is een duidelijk verband tussen afwezigheid op het werk en de leeftijd van medewerkers. ‘We willen de medewerkers maximaal ondersteunen en opvolgen zodat we een

De stad heeft een coördinator-expert in dienst die leidinggevenden coacht, veranderingsprocessen begeleidt, aan de teamspirit werkt. te versterken. In andere gevallen is de oorzaak van het probleem een slechte sfeer op de werkvloer, dan moeten we die wegwerken. Of er zijn enkele medewerkers die slecht functioneren. Dan schakelen we de interne dienst preventie en bescherming op het werk in. Die medewerkers krijgen de kans zich te herpakken of over te stappen naar een andere functie of dienst. Maar desnoods treden we ook sanctionerend op, tot en met het ontslag van personeelsleden die er de kantjes af lopen.’ Teamwerk Een tweede uitdaging voor het beleid is het versterken van de teams. Teamwerk vraagt een manier van leidinggeven die niet zozeer taakgericht maar coachinggericht is. Resul Tapmaz stelt vast dat mensen die al lang in dienst zijn – leidinggevenden en teamleden – weerstand bieden tegen die evolutie. Daar ligt nog werk op de plank. De stad heeft wel een coördinator-expert in dienst die leidinggevenden coacht, veranderingsprocessen begeleidt, aan de teamspirit werkt. Leidinggevenden moeten zich bewust zijn van leeftijdsgebonden aspecten bij hun medewerkers. Binnenkort wordt ook een mobiele manager aangeworven. Die zal inspringen als een dienst voor langere tijd zonder leidinggevende valt. Een derde aandachtspunt is het aanwezigheidsbeleid, de positieve benaming die de schepen geeft aan absen-

duidelijk zicht hebben op de oorzaak van hun afwezigheid en zodat we samen een procedé kunnen vastleggen. We werken ook aan een charter dat we met elke dienst zullen afsluiten: hoe hoog is het percentage afwezigheden van de dienst, wat zijn de oorzaken, welke maatregelen nemen we om dat terug te dringen? Die zaken nemen we op in het charter, na een jaar evalueren we het geleverde werk.’ Communiceren Zeer belangrijk om de drie bovenstaande uitdagingen aan te gaan, is dat het college en het managementteam zich bij elk nieuw project bewust zijn van de implicaties die dat project heeft op het personeel. Ze moeten onder meer zicht hebben op de leeftijdsverdeling van de departementen of teams die het nieuwe beleid moeten opnemen. Ook administratieve vereenvoudiging speelt hierin mee: die verkleint de werklast en verhoogt de arbeidsvreugde. Schepen Tapmaz beklemtoont daarnaast het belang van communicatie: ‘Op het vlak van gezinsvriendelijk personeelsbeleid, van gezondheidsbeleid, van diversiteitsbeleid, van leeftijdsbewust personeelsbeleid doen we al heel veel. We hebben geen extra maatregelen nodig, maar we moeten wat er is wel goed communiceren aan alle medewerkers. Dat verhoogt de globale impact.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal I 16 juni 2011 I 23


bestuurskracht personeelsbeleid

Ervaringsbewijs en diploma: synoniem of contradictie Veel mensen hebben een beroep al doende geleerd en beschikken dus over de nodige ervaring. Maar die bekwaamheid kunnen ze niet zwart op wit bewijzen omdat ze nooit de kans hebben gehad een diploma te halen. Daarom promoot de Vlaamse overheid sinds enige tijd het ervaringsbewijs. Het bestaat al voor allerlei uiteenlopende beroepen. Maar wat is nu de waarde van een dergelijk ervaringsbewijs voor de lokale besturen?

contact opnemen met het bevoegde testcentrum. In een tweede stap volgt een verkennend gesprek met de verantwoordelijke begeleiders. De praktijkproef sluit als derde stap het traject af. In een rollenspel, een simulatie en/of een gesprek bewijst de kandidaat dat hij over de nodige vaardigheden beschikt. Per ervaringsbewijs is vooraf bepaald hoe deze test uitgevoerd moet worden. Wie voor de prak-

ten kan in principe alleen in uitzonderlijke omstandigheden en op grond van vooraf vastgestelde en objectieve criteria. In dit geval behelst de selectieprocedure naast een of meer functiegerichte competentietests ook een niveau- of capaciteitstest, die onderzoekt of de kandidaten in staat zijn op het niveau van de functie te functioneren. Die niveau- of capaciteitstest moet uitgevoerd worden door een extern selectiebureau. Zulk diplomafetisjisme binnen de sector maakt het onmogelijk om bij de instroom al verworven ervaring te valoriseren. Het beperkt de kansen van kortgeschoolde en oudere kandidaatwerknemers op volwaardig werk. Bovendien hindert het de zoektocht van lokale besturen naar arbeidskrachten bij een toekomstige arbeidsmarktkrapte en bij uit-

stroom van een groot aantal oudere werknemers, zeker voor knelpuntvacatures.

tekst peter neirynck en lore vandeurzen

V

oor de beroepen waarvoor een ervaringsbewijs of ‘titel van beroepsbekwaamheid’ bestaat, worden alle nodige vaardigheden en competenties op een rijtje gezet. Dit gebeurt via zogenaamde ontwikkel- en stuurgroepen die samengesteld zijn uit experts en vertegenwoordigers van de sociale partners (zowel werkgevers als vakbonden). Om een ervaringsbewijs voor een van die beroepen te halen moet de kandidaat in een gesprek en een praktische proef aantonen dat hij die vaardigheden onder de knie heeft. Het ervaringsbewijs maakt bestaande ervaring dus tastbaar en is daarom een officieel bewijs van vakbekwaamheid. Troeven In de eerste plaats is het ervaringsbewijs een troef waarmee werknemers en werkzoekenden sterker staan op de arbeidsmarkt. Want bij het solliciteren maakt het ervaringsbewijs uitgebreide tests overbodig. De praktijkproeven werden immers mee door werkgevers uit de sector opgesteld. Het ervaringsbewijs zorgt voor transparantie op de arbeidsmarkt, want het toont zwart op wit dat de kandidaat over de nodige competenties beschikt. Het ervaringsbewijs in drie stappen Om de vakkennis van de kandidaten te testen selecteerde de Vlaamse overheid voor elk beroep minstens één testcentrum. In dat centrum kan de kandidaat het hele traject doorlopen dat tot het ervaringsbewijs leidt. De eerste stap is dus

24 I 16 juni 2011 I Lokaal

Het ervaringsbewijs zorgt voor transparantie op de arbeidsmarkt, want het toont zwart op wit dat de kandidaat over de nodige competenties beschikt.

tische proef slaagt, vindt enkele weken later het persoonlijke ervaringsbewijs in de brievenbus. Omdat het een officieel en algemeen erkend document is, is het een troef voor mensen die sterk willen staan in hun werk. Diplomafetisjisme Zowel het Rechtspositiebesluit Gemeente- en Provinciepersoneel van de Vlaamse regering van 7 december 2007 als het Rechtspositiebesluit OCMW-personeel van 12 november 2010 bepaalt dat kandidaten alleen in aanmerking komen voor toegang tot selectie indien zij over de nodige diploma’s beschikken. In de volledige Rechtspositieregeling wordt de mogelijkheid van ervaringsbewijzen nergens vermeld. Afwijken van de diplomavereis-

Naar een houvast Er is daarom dringend een sluitend kader nodig waarbinnen lokale besturen ervaringsbewijzen kunnen inzetten. Via Diverscity, het samenwerkingsverband tussen de VVSG en de drie representatieve overheidsvakbonden, werken de sociale partners momenteel een houvast uit. Het is de bedoeling tegen het najaar 2011 een gedragen voorstel naar buiten te brengen op een informatiedag. Peter Neirynck en Lore Vandeurzen zijn sectorconsulenten lokale besturen www.ervaringsbewijs.be


lokale raad

advertentie

EEN MANAGEMENTOPLEIDING OP UW MAAT Master in het Publiek Management Uniek in ! ren Vlaande

Een officiële ma-na-ma op maat van managers uit de publieke sector.

Start: 21 september 2011

Master Class in Publiek en Social Profit Management Een compacte managementopleiding in 5 praktijkgerichte modules. Start: 11 oktober 2011

Master Class Inkoopmanagement en Overheidsopdrachten Praktisch inzicht in het volledige proces op academisch niveau. Start: januari 2012

Change Management Interactief programma in 6 sessies. Start: 22 september 2011

Bezoek onze website voor meer informatie: www.antwerpmanagementschool.be/publiekesector Contact: Ellen Verschooren T +32 (0)3 265 42 28 | E ellen.verschooren@ams.ac.be Antwerp Management School Sint-Jacobsmarkt 9-13 | BE-2000 Antwerpen

Kan een plaatsvervanger de tijdelijke vervanging weigeren zonder definitief aan het mandaat te verzaken? Gemeenteraadsleden die verhinderd zijn, kunnen zich tijdelijk laten vervangen. Ze kunnen dit doen omdat ze ziek zijn of ouderschapsverlof nemen, om studieredenen, wegens verblijf in het buitenland enzovoort (zie artikel 14 Gemeentedecreet). Het verhinderde gemeenteraadslid wordt vervangen door zijn opvolger. De rangorde van de opvolgers – alle personen op de lijst die niet rechtstreeks werden verkozen – wordt na de gemeenteraadsverkiezingen vastgelegd. Het kan gebeuren dat de eerste opvolger het mandaat niet kan of wil opnemen, omdat er bijvoorbeeld een onverenigbaarheid is of omdat de opvolger zelf ook verhinderd is. Dan wordt de tweede opvolger opgeroepen om de open plaats in de gemeenteraad tijdelijk in te nemen (en indien nodig de derde opvolger). Maar is de eerste opvolger daarmee definitief geschrapt of kan hij of zij later opnieuw worden opgeroepen als er weer een opvolger nodig is? Noch het decreet, noch de voorbereidende werkzaamheden spreken zich expliciet uit over de kwestie of een opvolger die door een verhindering of een onverenigbaarheid de vervanging niet kan waarnemen, daarmee de rechten op opvolging verliest als er een definitieve vacature van een aan zijn lijst toegewezen zetel ontstaat. De normale regel is dat een opvolger die zelf aan een opengevallen mandaat verzaakt, bijvoorbeeld vanwege een onverenigbaarheid, het opvolgingsrecht verliest en dit bij een volgende vacature niet meer kan doen gelden. Maar wanneer het niet om een blijvende vervanging of vacature gaat, ligt het anders. Bij een tijdelijke plaatsvervanging als gevolg van een verhindering wordt aanvaard dat de eerste opvolger die het mandaat niet opneemt, toch op de lijst van de opvolgers blijft staan. In een ministeriële rondzendbrief van 24 augustus 1988 van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback werd het standpunt ingenomen dat een opvolger die vanwege een onverenigbaarheid of persoonlijke verhindering de vervanging ad interim niet zou kunnen of willen waarnemen, toch zijn rechten op opvolging bij een definitieve vacature van een aan zijn lijst toegewezen zetel behoudt. In een antwoord op een parlementaire vraag in de Commissie Binnenlandse Aangelegenheden van 6 februari 2007 trad toenmalig minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen dat standpunt bij. Een opvolger die tijdelijk niet kan zetelen, behoudt dus het statuut van eerste opvolger.

Mediapartner:

Mail uw vraag over de werking van de gemeenteraad naar marian.verbeek@vvsg.be

Lokaal I 16 juni 2011 I 25


de politieraad van Ieper

In Flanders Valley De politieraad van het arrondissement Ieper is de grootste van Vlaanderen met tien gemeenten rond de tafel: Heuvelland, Ieper, Langemark-Poelkapelle, Mesen, Moorslede, Poperinge, Staden, Vleteren, Wervik en Zonnebeke. Er zijn vanavond enkele burgemeesters verontschuldigd, maar dat valt amper op in de grote raadzaal van het nieuwe politiegebouw in Flanders Language Valley. Uit de tien gemeenten zijn samen 24 raadsleden en zes burgemeesters aanwezig, aangevuld met korpschef Luc Deryckere en zonesecretaris Ellen Cloet. Reken daar nog ondergetekende bij en acht mensen die willen weten of de raad hen vanavond zal benoemen in het kader van een eerste externe mobiliteitsronde in 2011.

tekst tom de schepper beeld stefan dewickere

De voorzitter van het politiecollege, de Ieperse burgemeester Luc Dehaene, verwijst bij aanvang naar twee bijkomende nota’s die de raadsleden vanavond pas ontvingen. Als gevolg van de arresten over het aanvullend vakantiegeld voor politieambtenaren ontving de zone vandaag de oproep van de VVSG om mee te werken aan een procedure tegen de federale overheid. De lokale zones werden immers door een aantal politievakbonden gedagvaard als tussenkomende partij en hebben dus weinig keuze. Voor deze zone gaat het over 2,3 miljoen euro: ‘Beduidend veel geld,’ zegt de voorzitter. Door deze procedure aan te spannen geeft de zone aan dat ze niet zelf wil opdraaien voor deze kosten. Omdat de volgende politieraad pas in oktober plaats-

26 I 16 juni 2011 I Lokaal

heeft, stemmen de raadsleden en aanwezige burgemeesters één voor één mondeling in met de agendering bij hoogdringendheid. Later op de vergadering, net voor de besloten zitting, vraagt raadslid Luk Hoflack uit Zonnebeke of de federale overheid de zone nu meer middelen zal toekennen. ‘Wat betekent dit nu in verstaanbaar Vlaams?’ Een raadslid uit Ieper sluit zich daarbij aan en vraagt ook of de procedure enkel gevolgen heeft voor de eigen zone. De voorzitter beklemtoont dat de zone samen met andere zones een procedure zal aanspannen. Voor alle politiezones samen gaat het om een bedrag van 263 miljoen euro, en het arrondissement Ieper zou daar al een flinke hap van moeten betalen, want hier werken 221 operationele personeelsleden. De raadsle-

den keuren het agendapunt unaniem goed. Een tweede nota die aan de raadsleden wordt voorgelegd betreft de aanwerving van een nieuwe informatieconsulent. Dat gebeurt in de besloten zitting. De gewone agenda van de politieraad wordt aan een hoog tempo afgewerkt. Naarmate de agenda vordert, wordt steeds duidelijker dat het debat in de politieraad vooral plaatsvindt tussen raadslid Hoflack, de voorzitter en, bij technische kwesties, de korpschef. Toch verloopt het zeer vredig omdat de korpschef tijdens zijn

voorbije mandaatperiodes van open communicatie met de raad zijn handelsmerk heeft gemaakt. De raad weet dat duidelijk te appreciëren, want later die avond beslist hij in besloten zitting het mandaat van de korpschef voor een periode van vijf jaar te vernieuwen. Tijdens de bespreking van het evaluatieverslag van de voorbije mandaatperiode komt korpschef Luc Deryckere mij en de andere toeschouwers vergezellen in de wandelgang voor de gesloten raadszaal. Heel even is de korpschef geen korpschef meer.


We springen even terug naar de open zitting van de politieraad. De vaststelling van de jaarrekening van 2010, en bijgevolg een budgetwijziging voor de begroting van 2011, staat geagendeerd. Een deel van de doorgestorte federale basistoelage voor 2009 werd in 2010 door de federale overheid teruggevorderd. Daardoor daalden de federale ontvangsten met 23%. De kosten voor de zone nemen almaar toe, de inkomsten nemen almaar af. Luk Hoflack vreest dat de spaarpot die de zone in het verleden opgebouwd heeft, nu snel leeg

zal geraken. Luc Dehaene: ‘De zone heeft er een goede zaak aan gedaan dit nieuwe administratieve centrum op de site van Flanders Language Valley neer te zetten. Vandaag zou dat niet meer mogelijk zijn.’ Bij het begin van de nieuwe legislatuur, in 2013, zal een nieuwe stand van zaken opgemaakt worden. Toch wordt er een licht overschot op de jaarrekening 2010 ingeschreven in de begroting 2011. Bij de gunningsvoorwaarden voor nieuwe politievoertuigen via het federale raamcontract en nieuw

radiomateriaal ontstaat opnieuw wat deining. Hoflack wil weten waarom in de politiebegroting nog sprake was van de uitval van vijf voertuigen, terwijl er nu zes vervangen worden. Volgens de korpschef was dat niet voorzien. De zone beschikt immers over een wagenpark van zestig voertuigen. Daarnaast beslist de raad om een onderhandelingsprocedure te starten voor de vervanging van verouderd radiomateriaal voor een prijs van 10.000 euro. Ook deze keer vraagt het raadslid uit Zonnebeke het woord: ‘Is de zone te-

vreden over het huidige communicatiesysteem Astrid? Is het niet zorgwekkend dat de toestellen na zes jaar versleten zijn?’ De korpschef erkent dat er wat problemen waren met de radiodekking. De toestellen zullen nu systematisch vervangen worden, via een bijzonder leasingsysteem binnen de zone. Snel daarna keurt de raad de gunning van vier overheidsopdrachten in één stemronde goed, samen met een gezamenlijke aankoop van elektriciteit en aardgas met de gemeenten. Een laatste agendapunt dat Luk Hoflack op het puntje van zijn stoel zet, is de overdracht van een aantal flitspalen op het grondgebied van de gemeente aan het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer. Uit de discussie blijkt dat enkel het beheer over de flitspalen wordt overgedragen, terwijl de zone moet blijven instaan voor de ijking en het onderhoud ervan. Volgens Hoflack een vergiftigd geschenk. Maar noch hijzelf, noch de voorzitter of de korpschef laat het aan zijn hart komen. Voor de korpschef was de vernieuwing van zijn mandaat vanavond wellicht het mooiste geschenk, terwijl de talrijke heldere vragen van het raadslid uit Zonnebeke voor de vele toehoorders in het publiek zonder twijfel ook een godsgeschenk waren. Tom De Schepper is VVSG-stafmedewerker politie en veiligheid

Lokaal I 16 juni 2011 I 27


werkveld Internationale samenwerking

Samen staan we sterker Stedenbandenconferentie in Nicaragua

‘We winnen allemaal met verzusterde gemeenten’ klinkt in het Nederlands nog niet half zo mooi als in het Spaans: ‘Todos ganamos con municipios hermanos’. Deze slagzin vormde het motto van een conferentie over stedenbanden in Nicaragua, die de VVSG er organiseerde van 27 maart tot en met 2 april. Maar ook in het Nederlands lijkt de boodschap duidelijk: er zit muziek in het concept stedenbanden. De Maya-Q’eqchi’es openden (en sloten) de conferentie op ceremoniële wijze. Zo waren de voorouders ook aanwezig…

E

n over muziek in Nicaragua gesproken… Het bekendste lied in en over het land eindigt met: ‘Maar nu je vrij bent, mijn kleine lieve Nicaragua (Nicaragüita), hou ik des te meer van je.’ Het schetst de setting van Nicaragua en bij uitbreiding van Latijns-Amerika. Het continent probeert nog steeds de gevolgen van de bloedige oorlogen van de jaren zeventig en tachtig te verwerken. Politiek zit hierdoor diep ingebakken in de dagelijkse gesprekken, de daarmee gepaard gaande polarisering ook: je bent pro of contra. En ‘contra’ heeft dan in Nicaragua een bijzonder bittere bijklank. Zelden een land ervaren waar politiek zo emotioneel en zo massaal bedreven wordt, ook – en vooral – op lokaal vlak. Van collega tot collega En daar gaat het binnen een stedenband tenslotte ook over. Hoe verhoudt de werking van de stedenband zich tot het decentralisatieproces dat in elk land aan de gang is? En in welke mate kan een stedenband bijdragen tot goed lokaal

28 I 16 juni 2011 I Lokaal

bestuur? Hoe wordt de lokale democratie hierdoor versterkt? En hoe kom je tot een goed en evenwichtig samenspel tussen alle betrokkenen (burgers, politiek en administratie)? Het schetst het bredere verhaal van de conferentie over stedenbanden in Latijns-Amerika. Drie dagen lang debatteerden een honderdtal deelnemers uit achttien Vlaamse en Latijns-Amerikaanse gemeenten over de geleerde lessen, over de opbrengst van

tekst

& beeld bert janssens

dor en Peru. De bijeenkomst vond plaats in Santo Tomás, al meer dan 25 jaar de partnergemeente van Mol. De boodschap klonk duidelijk: ook al behoort de gemeentelijke internationale samenwerking niet tot de kerntaken van lokale besturen, gemeenten blijven ervoor kiezen. Solidariteit en verbondenheid tussen volkeren blijven daarbij belangrijke drijfveren, aangevuld met de specifieke voordelen die een stedenband

Het versterken van de bestuurskracht van de partnergemeente in het Zuiden is een duidelijk afgebakende niche, waar anderen binnen de sector van ontwikkelingssamenwerking niet op inspelen.

dit soort samenwerking, over de keuze voor bepaalde thema’s… Onder de deelnemers: lokale politiek verkozenen, ambtenaren en inwoners van Bierbeek, Brasschaat, Edegem, Evergem, Herent, Gent, Lommel, Mol, Sint-Truiden en hun respectieve partnergemeenten uit Guatemala, Nicaragua, Bolivia, Ecua-

biedt. Immers, het versterken van de bestuurskracht van de partnergemeente in het Zuiden is een duidelijk afgebakende niche, waar anderen binnen de sector van ontwikkelingssamenwerking niet op inspelen. Uit enkele recent uitgevoerde evaluaties van Vlaamse en andere stedenbanden blijkt dat een ste-


Glokale aanpak Als gemeente op deze niche inspelen is eerst en vooral een bewuste politieke keuze. Tegelijk betekent deze politieke steun een constant aandachtspunt, zeker – maar niet alleen – bij de partnergemeenten in het Zuiden, waar een nieuw verkozen lokaal bestuur ook vaak komaf maakt met de vorige administratie. Hierdoor overheerst soms het gevoel telkens opnieuw van nul te moeten beginnen. En toch, door goede communicatie en onderlinge afspraken slagen beide partners er wel in om de continuïteit van de samenwerking te garanderen. Meer dan ooit echter worden lokale besturen geconfronteerd met de gevolgen van globale problemen zoals de opwarming van de aarde. Het is onmogelijk hier als lokaal bestuur alleen weerstand tegen te bieden. ‘Daarom moeten wij allianties sluiten, onder andere met de civiele maatschappij,’ zegt Denis Obando, burgemeester van Nueva Guinea, partnergemeente van SintTruiden. De stedenband is hiervoor een uitstekend instrument, omdat vier partners in een horizontale relatie verbonden zijn: middenveld en gemeentebestuur uit Sint-Truiden en Nueva Guinea blijven erover waken dat de verbeterde dienstverlening gericht is op de meest prangende noden van de bevolking. Het samenspel van middenveld en bestuur binnen een stedenband biedt in dit geval een antwoord op de klimaatverandering. Via een herbebossingsprogramma beschermt de stedenband de bronnen van de rivier Zapote, die vanuit de ge-

Gent, 17-19 oktober 2011 Lokale besturen op de internationale scène GEMEENTE

Onder de titel Winning through twinning, local SOLIDARIDAD STEDENBAND authorities: actors in development organiseert de PARTICIPATION VVSG samen met de stad Gent een internationale RECIPROCIDAD COLLEAGUE-TO-COLLEAGUE COVENANT GOBIERNO MUNICIPAL conferentie over de rol die gemeenten spelen op 17-19 October 2011, Gent, Belgium CONFERENCE WINNING THROUGH TWINNING het vlak van ontwikkelingssamenwerking. SaLOCAL AUTHORITIES: ACTORS IN DEVELOPMENT HERMANAMIENTO men met hun partnergemeenten uit het Zuiden COOPÉRATION LOKAAL BESTUUR GOUVERNEMENT LOCAL discussiëren de Vlaamse lokale besturen over de AMÉRICA LATINA COMMUNE rol die ze binnen en buiten hun stedenband kunWEDERKERIGHEID AFRIKA YOUTH nen spelen. Meer informatie op www.vvsg.be, COOPERAR knop internationaal of bij bert.janssens@vvsg.be

meenschap Los Angeles naar Nueva Guinea stroomt. Een grootschalige campagne ter bescherming van het milieu geeft misschien niet de meest zichtbare resultaten, maar, zegt Denis Obando: ‘Het ergste voorkomen is een heel moeilijke taak, die o zo noodzakelijk is.’ Het versmelten van lokaal en globaal tot glokale oplossingen zal in de toekomst nog hoger op de agenda komen te staan. Eenheid in verscheidenheid Voor een gemeente in het Zuiden kan een stedenband ook een springplank zijn naar verdere internationale profilering. De Europese Commissie nodigde de burgemeester van Nueva Guinea uit op haar gestructureerde dialoog, waarmee ze haar visie op ontwikkelingssamenwerking wil actualiseren en verscherpen. Maar het is niet enkel een springplank naar andere projecten, binnen het netwerk van stedenbanden uit LatijnsAmerika bevindt zich een groot potentieel tot meer onderlinge uitwisseling en leermomenten. Concrete uitwisselingen tussen de partnergemeenten onderling zijn zeker mogelijk. Het vermarkten van lokale producten, het installeren van ecologische toiletten, het promoten van boerenmarkten, het uitwerken van een jeugdbeleid… het zijn maar enkele voorbeelden, waarbij lokale besturen in het Zuiden van elkaar kunnen leren. Dit blijkt ook een van de belangrijkste conclusies van de conferentie: meer ZuidZuiduitwisseling inzetten. Werken van collega tot collega kan ook onderling in het Zuiden een nieuwe dynamiek op gang brengen. Verder heerste de vast-

stelling dat iedere stedenband een eigen geschiedenis en een eigen evolutie heeft doorlopen, sommige al met een kwarteeuw ervaring, andere nog beginnend en verkennend. Ondanks deze eigenheid is er de behoefte en de bereidheid om op zoek te gaan naar de grootste gemene deler. Een lokaal bestuur in Guatemala dat wil werken aan marktbeheer en promotie van streekproducten, kan zo te rade gaan bij collega’s in Nicaragua om van hun ervaringen te leren. In dat opzicht motiveerden de drie dagen projectbezoeken na de conferentie de deelnemers om afspraken te maken. Deel van groter geheel Een kleine week samen met andere lokale besturen zoeken naar gezamenlijke oplossingen en mogelijkheden tot uitwisseling: het is een intensief, maar verrijkend proces geweest. Vele discussies bleven onafgewerkt, vele vragen onbeantwoord, maar het smaakte zeker naar meer. Werken aan het potentieel om te netwerken en ervaringen uit te wisselen blijft een belangrijke taak voor de VVSG. Herminio Ramírez uit Guatemala sterkte zich aan de vaststelling dat hun eigen partnerschap gekoppeld was aan een gezamenlijke beweging van stedenbandgemeenten. Denis Obando verwoordde deze kracht op zijn manier: ‘Elkaar zien en elkaar leren kennen, voelen hoe we denken en handelen en kijken wat we gezamenlijk kunnen verwezenlijken, dat is de kern van een werkelijke stedenband.’ Bert Janssens is VVSG-stafmedewerker team Internationaal

Lokaal I 16 juni 2011 I 29

COLL

INTERNATIONAAL

TODOS GAN MU

AUTORIDADES LO

COOPÉRAT

GOUVERNEMENT LO

AMÉRICA LAT RÉCIPROCITÉ

ASIA

CITY-TO-CITY COOPERATION

ACTEURS EN DÉVELOPPEMENT

RECIPROCIDAD

GOBIERNO MU

ACTORES EN EL DESARROLLO

SUR

FORTALECIMIENTO INSTITUCIONAL

ZUIDEN

MEDIO AMBIENTE

INTERCAMBIO

COOPÉRATION DÉCENTRALISÉE

RENFORCEMENT

ÉTAT CIVIL

CIVIL SOCIETY

NOORDEN

CIVIL SOCIETY

PARTNERSCHAP

INTERNATIONAL COOPERATION

CAPACITY BUILDING

RÉCIPROCITÉ

ACTORES EN EL DESARROLLO

denband een doeltreffend instrument is binnen de modaliteiten van ontwikkelingssamenwerking. De technische dialoog tussen collega-ambtenaren die aan beide zijden van de oceaan voor dezelfde thema’s bevoegd zijn, vormt een duidelijke en specifieke eigenschap. Jeugdambtenaren spreken over de grenzen heen eenzelfde taal en hebben eenzelfde doel voor ogen. Deze specifieke kennisoverdracht tussen collega’s kan nog meer uitgebuit worden, weliswaar rekening houdend met de verschillende culturele en socio-economische context waarbinnen eenieder werkt.

COMM

ÉTAT CIVI

YOU


praktijk

ZOTTEGEM, SCHOTEN en IZEGEM - OCMW’s spelen een cruciale rol in de strijd tegen armoede. Als ze ruimte en ondersteuning krijgen om meer preventief en proactief te werken, kan armoede veel effectiever bestreden worden. Daarom ontwikkelen OCMW’s schuldenspellen voor lager en secundair onderwijs.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

GF

Leren omgaan met geld

O

m armoede te voorkomen ontwikkelden de OCMW’s van Zottegem en Schoten didactisch materiaal voor schuldpreventie voor leerlingen uit het lager en secundair onderwijs. Het OCMW van Izegem en zijn Vrij Technisch Instituut werkten een interactief spel over budgetbeheer uit voor de leerlingen van de specialisatiejaren. Geldweg voor kinderen uit het lager onderwijs ‘Het bordspel Geldweg voor kinderen uit het lager onderwijs is de laatste schakel in het duurzame totaalproject schuldpreventie van het OCMW van Zottegem,’ zegt Jeanine Bellens, coördinator Lokaal Sociaal Beleid. ‘Samen met de Zottegemse lagere en secundaire scholen willen we de jongeren opvoeden tot kritische consumenten die later de juiste keuzes maken en bewust kunnen anticiperen op onvoorziene kosten en omstandigheden. Sinds 2008 sensibiliseren en informeren we jongeren uit het secundair onderwijs met de toneel-

30 I 16 juni 2011 I Lokaal

voorstelling Target in Pocket Game. De directies en leerkrachten van de secundaire scholen inspireerden het educatief theatergezelschap Pacoproducties. Een werkgroep van enthousiaste leerkrachten ontwikkelde de bijhorende leerlingen- en lerarenbrochure. Deze brochure kreeg van het Vlaams Centrum voor Schuldbemiddeling een eigentijdse vormgeving. Wie de voorstelling boekt, kan de brochure bij het Centrum aanvragen. Vorig jaar is het OCMW ook gestart met de jongeren-OCMW-raad voor de laatstejaarsstudenten. Met Geldweg, themakoffer omgaan met geld beschikken we nu ook over een instrument om de leerlingen van het lager onderwijs met geld te leren omgaan. Met het vormingspakket Ik tel mee!, dat we met het Centrum voor Basiseducatie Zuid-Oost-Vlaanderen ontwikkelden, en de vorming Budgetvriendelijk koken bieden we nazorg aan volwassenen aan. Met het preventieve karakter van de nazorg willen we voorkomen dat de cliënten terugvallen in hun oude gewoontes.’

Geldweg is afkomstig van het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting, beter gekend als NIBUD. Het is een eenvoudig bordspel dat kinderen uit het lager onderwijs op een speelse manier met geld leert omgaan. ‘Met de financiële steun van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen, het OCMW Zottegem en de inhoudelijke medewerking van de Zottegemse basisscholen, de Centra voor Leerlingenbegeleiding en de provinciale dienst maatschappelijke integratie hebben we de Nederlandse themakoffer Omgaan met geld aangepast aan het Vlaamse taalgebruik en de Vlaamse gewoonten,’ vertelt Jeanine Bellens. ‘Met Geldweg kunnen leerkrachten hun leerlingen op een zeer toegankelijke manier stap voor stap meenemen op een vakoverschrijdende tocht naar de eindtermen. Kinderen uit de eerste graad leren hoe je met geld moet omgaan zodat er na de aankoop van voeding en kleren nog centjes overblijven om iets leuk te doen. Kinderen uit de tweede en derde graad maken stilaan kennis met het echte leven: verborgen


Jeanine Bellens, coördinator Lokaal Sociaal Beleid OCMW Zottegem, jeanine.bellens@ocmw.zottegem.be T 09-364 57 41 Frank Gyssens, hoofdmaatschappelijk werker sociale dienst OCMW Schoten, frank.gyssens@ocmwschoten.be T 03-680 06 16 Wouter Depickere, diensthoofd sociale dienst OCMW Izegem, wouter.depickere@ocmwizegem.be T 051-33 65 83

verleiders, de mogelijkheden en gevaren van reclame, leningen en kopen op krediet. Het overzicht bewaren en een grondige budgetplanning vormen hierbij de uitdaging.’ Geldweg kan ook gebruikt worden in de eerste graad secundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs. Scholen uit Zottegem kunnen het bordspel gratis lenen bij het OCMW Zottegem. Oost-Vlaamse scholen kunnen ook gratis terecht bij de provincie OostVlaanderen. Reserveren via onderwijs. en.vorming@oost-vlaanderen.be. Ontnuchterend schuldenspel voor 15- tot 18-jarigen De sociale dienst van het OCMW Schoten heeft op advies van leerkrachten een workshop over lenen ontwikkeld voor leerlingen van de derde graad in het secundair onderwijs. Maatschappelijk werkster Tatiana Van Berlo werkte samen met haar collega schuldbemiddeling Elke Van den Kieboom een proefondervindelijk spel uit. ‘Elk groepje van maximaal zes leerlingen ontvangt een budgetfiche en een beroepsfiche met hun maandloon dat tussen 1300 en 1500 euro ligt,’ legt Tatiana Van Berlo uit. ‘Ze krijgen ook een fiche met hun maandelijkse vaste kosten zoals elektriciteit, huur, brandverzekering en water en een fiche met kosten voor de auto en de aankoop van meubels. De teams verrekenen met hun inkomen deze kosten en hun wekelijkse voedingsinkopen die ze op basis van reclameblaadjes selecteren. Om zo reëel mogelijke leefsituaties te vormen ontvangt elke groep ten

Oproep Vlaams Centrum Schuldbemiddeling Het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling (VCS) werkt aan een degelijk preventiebeleid waarbij de inventarisatie van bestaande preventieve acties niet mag ontbreken. Het VCS roept alle lokale besturen op om hun goede praktijken bekend te maken en collega’s te inspireren. Dit kan zeer eenvoudig door het formulier dat u vindt op www.centrumschuldbemiddeling.be (knop preventie, inventaris), terug te sturen naar info@centrumschuldbemiddeling.be. Met uw hulp bouwen we samen een inventaris uit van praktijken waarmee diensten hun knowhow met collega’s kunnen delen en van elkaars positieve ervaringen kunnen leren. Voor vragen kunt u terecht bij isolde.vandevelde@centrumschuldbemiddeling.be.

slotte een gebeurtenisfiche waardoor hun inkomsten dalen. Op die manier confronteren we jongeren met de enorme impact die leningen op hun maandelijks budget kunnen hebben. Zo leren ze hiermee bewust omgaan. De kernboodschappen van ons spel zijn dat sparen ademruimte creëert en dat leningen beter vermeden worden hoewel dit niet altijd mogelijk is. En als er toch geld geleend moet worden, is één lening of afbetaling per keer echt wel voldoende.’ Een workshop duurt twee lesuren onder leiding van een maatschappelijk werker. Na afloop van het spel volgt een discussiemoment. ‘Het spel heeft een ontnuchterend effect op de leerlingen,’ besluit Tatiana Van Berlo. ‘Ze schrikken van het lage netto maandloon en de vele, hoge vaste kosten. Tijdens deze workshop ontdekken ze hoe moeilijk budgetteren is. De meeste leerlingen besluiten dat ze nooit een kredietkaart zullen nemen.’ Leerlingen specialisatiejaren VTI leren huishoudbudgetplan opstellen Vorig jaar ontwikkelden het OCMW Izegem en het Izegems Vrij Technisch Instituut (VTI) een interactief spel over budgetbeheer voor de leerlingen van de specialisatiejaren van het VTI. In deze preventiesessie leren de jongeren aan de hand van een concrete casus een budgetplan invullen. De leerlingen leren inschatten welke dagelijkse kosten er zijn en hoeveel deze kosten gemiddeld bedragen. Ze leren ook rekening houden met nieuwe situaties zoals werkloosheid

en onvoorziene uitgaven. Na de casus geeft een OCMW-medewerker uitleg over budgetbeheer, budgetbegeleiding en collectieve schuldenregeling. Aan de hand van stellingen worden de leerlingen ondergedompeld in een reeks situaties zoals de confrontatie met een incassobureau, een deurwaarder en de schuldenproblematiek van familieleden. ‘Schoolverlaters die plots op eigen benen moeten staan, willen al te vaak alles tegelijk,’ aldus coördinator Kurt Himpe van het VTI Izegem. ‘Jongeren vergeten vaak hoeveel alles kost en dat er grenzen zijn aan hun financiële mogelijkheden. Met het project wil het OCMW samen met het VTI jongeren behoeden voor financiële katers.’ Via deze preventiesessie krijgen de leerlingen tijdens de lessen via teksten en voorbeeldsituaties inzicht in de oorzaken van financiële problemen en het uitgavenpatroon van gezinnen. Bovendien kunnen ze vragen stellen aan OCMW-medewerkers die dagelijks in contact komen met financiële problemen. ‘De kennismaking met enkele OCMW-medewerkers verlaagt de drempel om hulp te zoeken bij het OCMW. Dit is uitermate belangrijk omdat jongeren met financiële problemen beter zo vlug mogelijk de stap naar het OCMW zetten,’ besluit Wouter Depickere, diensthoofd van de sociale dienst van het OCMW Izegem. Naast de preventiesessie werkt het VTI ook met het preventieproject voor jongvolwassenen van het CAW en de Groep Intro. inge ruiters

Lokaal I 16 juni 2011 I 31


werkveld veiligheidsbeleid

Totaalvisie op overlast – Een boete lost niets op In elke gemeente lopen er wel jongeren rond die overlastfeiten plegen op het openbaar domein: spuwen, naroepen, tegen vuilniszakken schoppen, op ongepaste of storende plaatsen en uren spelen. Zoiet los je niet op met een boete. Daarom is Lokeren gestart met Nero: Normstelling En Responsabilisering naar aanleiding van Overlast door jongeren tussen twaalf en achttien jaar. tekst nadja desmet beeld lokeren

‘Bij het begin van de bestuursperiode hebben we het initiatief genomen om de Nero-werking, zoals ze in Mechelen al bestond, naar Lokerse behoeften en context om te zetten,’ zegt schepen van Veiligheid Annie Van Daele. Mechelen ontving er in 2008 de Belgische Prijs voor veiligheid en criminaliteitspreventie voor. Er is ook een nauwe samenwerking en betrokkenheid van de Mechelse Nero-coördinator in het project van Lokeren. In drie jaar tijd is het aantal ‘als misdrijf omschreven feiten’ in Lokeren gehalveerd.

32 I 16 juni 2011 I Lokaal

Nero, is dat de combitaks? ‘Inderdaad. Maar het systeem is niet repressief, integendeel, preventief en opbouwend zijn de kernwoorden van het Nero-project,’ antwoordt schepen Van Daele. Lokeren wil ermee voorkomen dat tieners die overlastfeiten plegen, in jeugdcriminaliteit vervallen. De ergerlijke feiten staan opgesomd in het politiereglement van Lokeren. Overtreders krijgen een signaal. Daarmee wordt ook de aandacht gewekt van ouders die minder opvolgen waar hun kinderen uithangen en zich

vaak niet bewust zijn van de gevolgen hiervan. Het helpt hen ook grenzen te stellen. Dit verduidelijkt meteen de kern van het project, een voornamelijk preventieve en opbouwende werking. Dit alles wordt opgehangen aan een combitaks. ‘Dit is een pragmatische bestuurlijke oplossing, zeg maar juridische creativiteit voor een juridische leemte,’ zegt coördinator integrale veiligheid Christof Snoeck. De rit met de combi is de kapstok voor het project, het alternatief voor de logge procedure van gemeen-


telijke administratieve sancties voor zestien- tot achttienjarigen. Bovendien is de gemiddelde leeftijd van de Nero-cliënten veertien, waardoor de GAS-procedure voor minderjarigen voor hen geen houvast biedt. Aansturing en procedure De stuurgroep van beleidsmensen, de schepen, de schooldirecteurs, de CLB’s, verschillende diensten van de stad, de politie en de Nero-coördinator komt tweemaal per jaar samen om overleg te plegen, de procedure te evalueren, ervaringen uit te wisselen en problemen te signaleren. Verder is er nog een kern-

zet neergeschreven in een bestuurlijk verslag (identiteit van de dader en eventueel ook van het slachtoffer met een zo ruim mogelijk relaas van de feiten). Dit verslag is het dossier dat nadien besproken zal worden. Vervolgens wordt met het jeugdparket overlegd of de jongere al gekend is voor andere feiten, of er al maatregelen lopen of begeleiding bestaat. Als dat niet het geval is, kan het Nero-traject starten. Het bestuurlijk verslag gaat naar de Nero-coördinator en zit dus vanaf dan bij het lokale bestuur. De Nero-coördinator nodigt de jongere en zijn of haar ouders uit voor een gesprek. Dit eerste gesprek vindt plaats op het politiecom-

De combitaks is een voorbeeld van juridische creativiteit voor een juridische leemte. De rit met de combi is de kapstok voor het project, het alternatief voor de logge procedure van gemeentelijke administratieve sancties.

groep, een regieteam en een trajectteam. Vanaf het trajectteam zit de politie er niet meer bij. ‘Dit sluit aan bij de bezorgdheden van het parket, zo is de politie niet tegelijk rechter en partij,’ argumenteert korpschef Patrick Trienpont. Deze goede omkadering en uitgewerkte procedure zijn doorslaggevend voor het succes van het project. Als een jongere overlast pleegt, wordt er een vaststelling gedaan. Dit kan ook door vaststellende ambtenaren gebeuren. Dan komt de politie langs. Die geeft een verwittiging en probeert te bemiddelen. Daar blijft het dikwijls ook bij. Niet elke overlast plegende jongere komt in het Nero-project terecht. Blijft hij echter overlast veroorzaken, dan wordt er ingegrepen en wordt de jongere met de combi naar het politiekantoor of naar huis gebracht. Deze rit is de kapstok van het traject: ofwel wordt deze rit vergoed door de combitaks van honderd euro te betalen ofwel wordt een Nero-project gestart. De rit is niet het doel, net zo min als het betalen van de taks, wel de opzet van het traject met de jongere en de ouders. De gepleegde overlastfeiten worden nauwge-

missariaat. De ouders worden ingelicht over de feiten en op hun verantwoordelijkheid gewezen. Dikwijls zijn ze niet op de hoogte van het gedrag van hun pubers op straat,’ zegt de Lokerse Nero-coördinator Mohammed Achaibi. ‘Soms zijn ze de greep op hun tieners verloren maar blijkt een spontane stap naar de hulpverlening een brug te ver.’ Hij polst naar de vrijetijdsbesteding, de prestaties op school, de participatie van de ouders… Allemaal relevante elementen bij een verder verloop van het Nero-traject. Na dit gesprek is ook duidelijk wat het Nero-traject inhoudt en wordt de keuze gemaakt: honderd euro combitaks betalen of het traject opnemen. De ouders beslissen. Uit de cijfers blijkt dat slechts een minderheid kiest voor betalen (in 2008 geen betalers, in 2009 waren vijf van de 23 Nero-dossiers betalers, in 2010 vier van de 26). ‘Kiezen ze voor het Nero-traject, dan volgt een tweede gesprek waarin we concrete afspraken maken,’ vertelt Achaibi. ‘Deze afspraken zijn telkens maatwerk en hangen af van de gepleegde feiten, de situatie thuis en de elementen die in het vorige gesprek aan bod zijn gekomen. We

gieten de afspraken in een afsprakennota, een intentieverklaring, zeg maar een samenwerkingsovereenkomst tussen de stad, de ouders en de jongere.’ Een begeleiding duurt meestal drie tot vijf maanden. Het contract kan elementen uit vijf werkdomeinen bevatten (geen recidivisme van de jongere, onderwijsparticipatie van de ouders stimuleren, zinvolle vrijetijdsbesteding van de jongere, opvoedingsondersteuning bij de ouders, vrijwillige wederdienst presteren). Als na vijf maanden een positieve evaluatie volgt, hoeft de combitaks niet betaald te worden. Proactieve werking en blijvende inspanningen ‘Nero houdt jongeren bij de les,’ zegt schepen Annie Van Daele. ‘Ze kennen het project goed en wanneer iemand in het traject is opgenomen, doet de mondtot-mondreclame goed zijn werk onder de peers. Hoewel er al een lange weg is afgelegd, is het doel nog niet bereikt.’ Zeker aan verdergaande samenwerking met verschillende partners zoals CGG of het JAC moet nog gewerkt worden. Met het parket is ook al een lange weg afgelegd, van argwaan over het project tot de huidige goede samenwerking. Ook wat het wettelijk kader betreft zijn er nog inspanningen nodig. Nu draait het project te veel rond die combitaks bij gebrek aan juridisch alternatief. De leeftijdsverlaging van GAS kan een optie bieden, als in plaats van met de bemiddeling ook via Nero gewerkt kan worden. Nero werkt immers zowel met de ouders als met de jongeren (in tegenstelling tot de GAS-bemiddeling). Een andere wettelijke basis zou zelfs ook veel ritten met de combi kunnen besparen, want deze rit is de huidige juridische kapstok. Vaak is dit transportmiddel niet nodig maar wordt het om deze juridische noodzaak toch ingezet. Kritieke succesfactoren ‘Communicatie en een goede samenwerking met politie en parket zijn cruciaal, net zoals een goede politionele omkadering,’ zegt korpschef Patrick Trienpont. ‘De goede communicatie met het parket, met de

Lokaal I 16 juni 2011 I 33


lokale raad

Mag je picknicken op het openbaar domein? Er bestaat geen algemeen verbod op picknicken op het openbaar domein. Toch kan een gemeente het raadzaam achten dat mensen niet picknicken of geen drank verbruiken op een bepaalde plaats. Maar in de meeste gevallen zal een gemeente net stimuleren dat burgers samen een hapje eten of een glaasje drinken (barbecuelocaties in de stad). Wel vinden we in een aantal bijzondere wetten en decreten impliciet regels terug die het picknicken op bepaalde locaties niet toelaten. Denk bijvoorbeeld aan het stoken van vuurtjes of barbecueën op bepaalde locaties in bossen (Bosdecreet) of aan picknicken midden op de straat, met een belemmering van het verkeer tot gevolg (Wegcode). Ook gemeenten kunnen plaatselijke verboden om te picknicken opleggen via het huishoudelijk reglement van een park, een (sport)terrein of een bepaald gebouw (bibliotheek), zonder dat daar evenwel altijd een sanctie tegenover staat. Denk bijvoorbeeld ook aan de reizigerscode van De Lijn, waarin opgenomen werd dat passagiers de bus of tram niet mogen bevuilen met voorwerpen zoals blikjes. Het is wel aangewezen dat een dergelijk reglement bekend gemaakt wordt op een zichtbare plaats, zoals aan de toegang van het park, het terrein of het gebouw, om het verbod te laten naleven. Zo is het zinnig om een bordje te plaatsen op een grasveld met verboden te picknicken of verboden op het grasperk te lopen. Elders in het park kan dan wel een picknickruimte of hondenzone beschikbaar gesteld.

Is het raadzaam om een boete op te leggen? De gemeente kan hiervoor boetes opleggen op voorwaarde dat ze het parkreglement of reglement van het gebouw in haar politieverordening opneemt. Op die manier koppelt ze een boete aan een inbreuk. Boetes voor dergelijke inbreuken zijn vaak gemeentelijke administratieve sancties die in extreme gevallen kunnen oplopen tot maximaal 250 euro (125 euro voor minderjarigen vanaf 16 jaar). Een (wijziging aan de) politieverordening moet worden goedgekeurd door de gemeenteraad. In de praktijk bieden gemeenten vaak plekjes met een tafel en vuilnisbakjes aan waar mensen rustig kunnen picknicken, eerder dan boetes op te leggen aan iemand die zijn boterhammen opeet op de straat. In meer landelijke gebieden gebeurt dat bijvoorbeeld aan drukke fietsroutes. Slechts wanneer het picknicken of drankverbruik echt de spuigaten uitloopt (achtergebleven etensresten, verstoring openbare orde, brandgevaar of belemmering verkeer), kan een gemeente overwegen om een waarschuwing te geven of, in extreme gevallen, boetes op te leggen.

Mag je picknicken op het terras van een café? Ook hiervoor bestaat er geen algemeen verbod. Wie wil picknicken op het terras van een café of in de cafetaria van een sporthal (al dan niet in concessie gegeven), kan van de uitbater wel de vraag krijgen op zijn minst een consumptie te gebruiken bij de picknick.

werkveld veiligheidsbeleid

jeugddienst en de sportdienst en natuurlijk ook met bevolking voordat het project echt van start gaat zijn kritieke succesfactoren.’ De ondersteuning op vlak van de regie en de bemiddeling ligt intern bij het lokale bestuur, in nauwe samenwerking met de politie. Een goed algemeen politiereglement is ook nodig, zodat naast GAS ook overlast door jongeren aangepakt kan worden. Als een gemeente met het Nero-aanbod werkt, is een goed belastingreglement nodig om op te kunnen terugvallen. En last but not least moet het traject deel uitmaken

Jongeren kennen het Nero-project goed en wanneer iemand in het traject is opgenomen, doet de mond-tot-mondreclame goed zijn werk onder de peers.

van een stadsbreed gedragen beleidsconcept, inclusief de essentiële goed draaiende driehoek stad, politie en parket. Nero biedt zo armslag aan de politie tegenover minderjarige daders, omdat die zich nu niet meer onstrafbaar wanen. Totaalvisie overlast Nero is niet het enige instrument in de strijd tegen het overlastgedrag. ‘Daarnaast zijn er nog de gemeentelijke administratieve sancties voor volwassenen, de camera’s, de gemeenschapswachten, de buurtbemiddeling en het meldpunt overlast,’ zo somt coördinator integrale veiligheid Christof Snoeck alle instrumenten van de totaalvisie op een integraal en geïntegreerd overlastbeleid op. ‘De focus blijft bij dit alles op preventie liggen want het is beter te voorkomen dan te genezen.’ De hele werking van de dienst integrale veiligheid is daarom gestoeld op het voorkomen van overlast en criminaliteit. Pas als preventie zijn limieten heeft bereikt, wordt er corrigerend opgetreden. De ketenbenadering (preventie, repressie en nazorg) is de kern van de werking van de dienst integrale veiligheid. ‘Goede samenwerking met andere partners is hierbij van cruciaal belang. Zo hebben ook de jeugddienst, de sportdienst en nog andere diensten een preventieve werking op deze jongeren,’ besluit Annie Van Daele, schepen van Veiligheid. Nadja Desmet is VVSG-stafmedewerker gemeentelijk veiligheidsbeleid

Mail uw vragen over de gemeentelijke administratieve sancties naar tom.deschepper@vvsg.be

34 I 16 juni 2011 I Lokaal

Dienst integrale veiligheid, Markt 8, 9160 Lokeren, T 09-340 95 04 of Nero@lokeren.be


praktijk

HASSELT – De klanten van De Tuin van de Smaak hebben in mei hun eerste sla, spinazie, radijzen, kervel en sjalot geoogst. Met de zelfoogsttuin willen het arbeidscentrum De Wroeter, de Vlaamse Gemeenschap en de stad Hasselt de stedelingen dichter bij het veld en de boeren brengen.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

arbeidscentrum De wroeter

Stedelingen oogsten in Tuin van de Smaak

D

e zelfoogsttuin is een sociaal, educatief en duurzaam project van de sociale werkplaats De Wroeter met financiële steun van de Vlaamse overheid en promotionele ondersteuning van de stad Hasselt. Beide overheden willen de bevolking via de zelfoogsttuin de kans geven om biologisch lokale groenten te telen en zelf te oogsten. Op een professionele en biologische manier beplanten, wieden en onderhouden sociaal tewerkgestelden van De Wroeter de zelfoogsttuin. Ze telen er een assortiment van een veertigtal groenten die de klanten zelf komen oogsten. Daarnaast teelt de sociale werkplaats ook biogroenten in volle grond en in serres, onderhoudt ze het Limburgs fietsroutenetwerk en vervult ze groenwerken voor de openbare besturen van Hasselt, Kortessem, Borgloon en het domein Bokrijk. ‘De zelfoogsttuin ligt in Sint-Lambrechts-Herk en is een variant van de Amerikaanse zelfplukboerderij Community supported Agriculture,’ licht projectleider Pieter Nuijens toe. ‘Vergeleken met een plukboerderij telen we op een oppervlakte van 1 hectare veel meer soorten gewassen maar op

Jos Santermans, afdelingshoofd tuin De Wroeter, T 011-37 52 92, www.dewroeter.be, arbeidscentrum@dewroeter.be

veel kleinere schaal. We willen van onze tuin niet alleen een oogsttuin maar ook een educatieve tuin en een siertuin maken. We hopen bij onze klanten interesse voor het telen op te wekken. Ze hebben ook medezeggenschap in wat we telen. Om onze tuin nog aantrekkelijker te maken hebben we een bloemenstrook aangelegd, en extra gewassen en struiken geplant zoals rode bessen, braam- en kruisbessen, aardbeien, rabarber en tien soorten kruiden.’ De klanten van de zelfoogsttuin zijn geen aandeelhouders. Ze kopen een jaarabonnement. Dat kost per jaar 220 euro per volwassene en 10 euro per kind. Voor dit bedrag kunnen de klanten alle dagen van zonsopgang tot zonsondergang groenten, fruit en kruiden oogsten wanneer het hen het beste uitkomt. De klanten ontvangen wekelijks per mail een overzicht van de gewassen die klaar zijn om te oogsten. Via een systeem van rode en groene vlaggetjes duiden de tuinders van De Wroeter aan welke gewassen geplukt mogen worden. Bij de oogst kunnen de klanten de deskundige hulp van de tuinders van De Wroeter inroepen. In een tuinhuis vinden ze alle

materiaal zoals een spade, een riek, snijmesjes en een weegschaal om te oogsten. ‘We hebben onze klanten in een straal van tien kilometer rond Hasselt geworven,’ legt Jos Santermans, afdelingshoofd tuin De Wroeter, uit. ‘De promotionele samenwerking met de stad was heel concreet en meteen een schot in de roos. Een veertiendaagse gezamenlijke promotieactie leverde meteen 150 mensen of het maximale aantal klanten op. Ze zijn niet alleen afkomstig van Hasselt, maar ook van Alken en Kortessem. Naast mediabelangstelling via onder meer een artikel in het informatieblad Groot-Hasselt, een persconferentie, een eigen folder, vergaderingen en aanwezigheid op een socio-economische beurs, ontwierp en financierde de stad Hasselt ook een duurzame draagtas voor elke klant. Omdat de vraag om zelf te oogsten veel groter is dan ons aanbod, hebben we ook al uitbreidingsplannen. Tegen 2013 zullen we de zelfoogsttuin uitbreiden met één hectare. Daardoor hopen we niet alleen het ledenaantal maar ook het aantal sociaal tewerkgestelden te verdubbelen.’ inge ruiters

Lokaal I 16 juni 2011 I 35


werkveld gezondheidsbeleid

Alcohol en andere drugs: van actie tot beleid Alcohol en andere drugs zijn aanwezig in onze samenleving: op café, in het jeugdhuis, maar ook in de wijk, in het verkeer, tijdens de jaarmarkt of op de nieuwjaarsreceptie. Bij overlast, vandalisme, gezondheidsproblemen of acute probleemsituaties als gevolg van alcohol of andere drugs, kan een gemeente twee dingen doen: actie ondernemen of beleidsmatig werken. Als u het ons vraagt: allebei graag. tekst els vandenberghe en kitty messiaen

J

ongeren drinken beter geen alcohol. Alcohol heeft een nefaste invloed op hun hersenontwikkeling. Hoe vroeger ze beginnen te drinken, hoe groter het risico op latere drankproblemen. Deze gezondheidsargumenten vormen de basis voor de wet van december 2009 waardoor verkoop van bier en wijn (gegiste drank) aan jongeren onder de zestien verboden is en gedistilleerde drank zoals wodka, jenever en mixdranken pas vanaf achttien jaar mag. Iedereen kan zijn steentje bijdragen om alcoholge-

bruik van jongeren zo lang mogelijk uit te stellen: in de eerste plaats de jongeren zelf, maar ook ouders en andere familieleden. Vaak drinken jongeren hun eerste glas in familiekring. Naar aanleiding van de nieuwe wetgeving ontwikkelde de VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw) een campagne om deze boodschap over te brengen op jongeren maar ook op medewerkers van winkels en cafés, fuiven en festivals. Ook uw gemeente kan ze op lokale evenementen mee uitdragen. Campagne -16/-18 in winkels en cafés Om alcohol te kopen moet een jongere kunnen bewijzen zestien of achttien te zijn. Anders gaat de verkoop niet door. Winkels worden het sterkst met de toepassing van de nieuwe wetgeving geconfronteerd en zijn bijgevolg belangrijke partners om het alcoholgebruik bij jongeren terug te dringen. Voor deze campagne werden partnerships gesloten met Comeos (de koepelorganisatie van de handel en de diensten in België), Unizo (de Unie van Zelfstandige Ondernemers) en het NSZ (Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen). Zij verdelen meer dan 80.000 stickers in supermarkten, nachtwinkels, perswinkels en benzinestations. Die stickers maken het het winkelpersoneel gemakkelijker de verkoop van alcohol aan jongeren te weigeren. Een begeleidende nieuwsbrief voor winkeliers legt uit hoe het nu precies zit. De gezondheidsinspecteurs van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid verdelen de zelfklevers, vooral in nachtwinkels. De Federatie HoReCa Vlaanderen verspreidt via haar magazine 54.000 zelfklevers bij 18.000 horecazaken. Zelfklever -16/-18 ook in jeugdhuizen, op fuiven en festivals Ook het jeugdwerk en het uitgaansleven bieden kansen om ‘geen alcohol onder de zestien’ als norm te stellen. Voor jeugdhuizen en organisatoren van fuiven en festivals bestaat er een Deze campagne wil ook jongeren en hun ouders sensibiliseren. Meer informatie over de gevolgen van alcoholgebruik op jonge leeftijd, de wet en een verantwoorde omgang met alcohol vindt u op www.druglijn.be.

36 I 16 juni 2011 I Lokaal


advertentie

Controledienst Tabak en Alcohol moedigt samenwerking voor positief fuifklimaat aan De controledienst Tabak en Alcohol van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid is aangesteld om de naleving van de wetgeving betreffende het alcoholbeleid te controleren. Na een jaar controles is de balans niet zonder meer positief. Volgens de controledienst vormen juist de lokale jongerenfuiven en evenementen een groot probleem, 45% daarvan was vorig jaar niet in regel met de wetgeving. Vaak wisten de organisatoren niet hoe ze het verkoopverbod kunnen doen naleven. In een brief naar de VVSG pleitte de controledienst voor een betere samenwerking met de lokale jeugdactoren voor een lokaal alcoholbeleid, Jongeren beschermen tegen alcoholmisbruik houdt immers meer in dan controles verrichten. Zelf biedt de controledienst advies en ondersteuning aan. Gemeenten kunnen steeds met de controleurs Volksgezondheid contact opnemen voor informatiesessies, vergaderingen, voorstellingen en andere initiatieven. Meer informatie: T 02-524 74 71 of apf.inspection@health.fgov.be

pakket bestaande uit zelfklevers, affiches (wat mag wel en niet geschonken worden aan -16 en -18-jarigen?) en barbriefings (informatie voor barmedewerkers over de verkoop van alcohol). De gemeente kan deze pakketten bij www.vad.be aankopen voor festivals of andere lokale evenementen. Winst voor iedereen Naast lokale acties en zichtbare campagnes kan een gemeente ook werken aan een lokaal alcohol- en drugbeleid. Alcohol en andere drugs hebben op lokaal niveau een directe link met het welzijn, de gezondheid en de veiligheid van burgers en met de leefbaarheid van de gemeente of stad. Een lokaal alcohol- en drugbeleid beoogt een effect op lange termijn, maar op korte termijn biedt het ook resultaten: minder overlast door alcohol of andere drugs, een beter en veilig imago en een goede dienstverlening aan de inwoners. De gemeente heeft voor alcohol en andere drugs een prominente rol: zij heeft rechtstreeks contact met de bevolking en kan bestaande nationale of Vlaamse initiatieven in verband met alcohol- en andere drugproblemen en het voorkomen ervan versterken. Een voorbeeld daarvan is de campagne ‘Begin niet te vroeg: -16 geen alcohol, -18 geen sterkedrank’.

Verdiep u in veiligheid en welzijn

opleidingen in

VEILIGHEID najaar 2011

Bent u (kandidaat-)preventieadviseur, of wilt u zich verdiepen of opwerken in het vakdomein Veiligheid? Dit najaar start Antwerp Management School opnieuw met een pakket stevig onderbouwde opleidingen die de theorie meteen linken aan de praktijk. Schrijf u nu in, want u vindt beslist net die opleiding die u nodig had om door te groeien.

Summer ClaSS BelgiSChe welzijnSreglementering start: 29 augustus 2011 - 4 dagen

BedrijfSergonomie: BaSiS- en SpeCialiSatiemodule start: 4 oktober 2011 deeltijds - 2 of 1,5 jaar (enkel specialisatie)

VeiligheidSkunde niVeau 1: BaSiSmodule start: 12 januari 2012 - deeltijds - 440 uur

VeiligheidSkunde niVeau 1: SpeCialiSatiemodule start: 27 september 2011 - deeltijds - 280 uur Bezoek onze website voor meer informatie:

antwerpmanagementschool.be/veiligheid Contact: Veerle Deparcq Program Manager T +32 (0)3 265 47 63 E veerle.deparcq@ams.ac.be Antwerp Management School Sint-Jacobsmarkt 9-13 BE-2000 Antwerpen

Els Vandenberghe is VAD-medewerker communicatie en Kitty Messiaen VAD-medewerker lokaal beleid

Op www.vad.be, knop lokaal beleid, staan alle argumenten voor een lokaal alcohol- en drugbeleid, en een stappenplan ter ondersteuning van de gemeenten bij het uitwerken van een lokaal alcohol- en drugbeleid met de nodige tips, hulpmiddelen en voorbeelden.

Lokaal I 16 juni 2011 I 37


geregeld wetmatig

GF

Raad van State vernietigt deel KB aanvullend vakantiegeld politiepersoneel

De Raad van State heeft in zijn arrest nr. 212.774 van 26 april 2011 de artikelen 3 en 4 van het Koninklijk Besluit van 29 april 2009 houdende vaststelling van het vakantiegeld van het personeel van de politiediensten vernietigd. Het Koninklijk Besluit in kwestie regelde het vakantiegeld voor het personeel van de politie vanaf 2009. Het voerde het Protocol nr. 235bis van het onderhandelingscomité van de politiediensten uit. Personeelsleden van de politiediensten genieten een jaarlijks vakantiegeld dat 92% van een twaalfde van de geïndexeerde jaarwedde bedraagt. Dat is de basisregel. De artikelen 3 en 4 van het KB bevatten daar uitzonderingen op. Deze bepalingen hebben tot gevolg dat de verhoging van het vakantiegeld trapsgewijs (2009-2010-2011) werd ingevoerd naar gelang van de graad, en anderzijds naar gelang van de leeftijd wat de basis- en middenkaders betreft (voor wie op 1 oktober 2008 57 jaar geworden was). Vanaf 2011 werd het vakantiegeld voor alle personeelsleden vastgesteld op 92%. Het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA) stapte naar de Raad van State en beriep zich op een schending van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. Volgens de VSOA-politie zou het onderscheid op basis van leeftijd en op basis van het kader waartoe de ambtenaren behoren, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en van de wet van 10 mei 2007 schenden.

Wat zegt het arrest van de Raad van State? Volgens de Raad van State is het geen probleem dat de federale overheid een vakantiegeldbonus verleent aan het personeel vanaf een bepaalde leeftijd (dus aan wie op 1 oktober 2008 57 jaar was) als aansporing om langer aan het werk te blijven. Volgens de Raad van State ‘kan dit een objectieve en legitieme reden zijn om het personeel vanaf een bepaalde leeftijd te bevoordeligen’. Maar de Raad van State is het er niet mee eens dat dit voordeel beperkt is tot de leden van het basis- en middenkader. De redenering van de Raad van State is dat het opzet om mensen langer aan het werk te houden een algemene draagwijdte heeft en dat bijgevolg ook de officieren recht

38 I 16 juni 2011 I Lokaal

moeten hebben op een vakantiegeldbonus. Op basis van die ongelijkheid vernietigde de Raad van State de artikelen 3 en 4. Nergens in het arrest wordt het principe van de progressieve invoering van het vakantiegeld op basis van de graad in vraag gesteld. Maar volgens de Raad van State was een gedeeltelijke nietigverklaring niet mogelijk vanwege de verwevenheid van de regeling. Als de progressieve invoering van het vakantiegeld per graad dus in een apart artikel in het KB had gestaan, dan had de Raad van State niet dat artikel vernietigd, maar enkel de artikelen over de leeftijdsvoorwaarde omdat het officierenkader uitgesloten was van deze regeling.

Gevolgen van het arrest voor de lokale politiezones Door dit arrest zouden alle personeelsleden al vanaf het jaar 2009 recht hebben op 92% van een twaalfde van hun geïndexeerde jaarwedde. Volgens een berekening van de VVSG betekent dit een extra uitgave van 31,2 miljoen euro voor de lokale politie. Voor de lokale en federale politie samen loopt het bedrag op tot 47,5 miljoen euro. Het arrest van de Raad van State staat deels los van de lopende gerechtelijke procedures over de Copernicuspremie. Voor alle duidelijkheid: de Copernicuspremie gaat over het aanvullende vakantiegeld voor de jaren 2002-2008. De advocaten die in het kader van de gezamenlijke VVSG-actie aangesteld zijn, zijn ingelicht over deze problematiek en onderzoeken de gevolgen ervan voor de lopende gerechtelijke procedures.

Federale overheid reageert op arrest met nieuw KB Op het onderhandelingscomité van dinsdag 17 mei hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie een voorstel op tafel gelegd. Het progressiepad uit het vorige KB wordt hernomen, maar het onderscheid qua leeftijd (wat de basis- en middenkaders be-


Advocatenkantoor

Denkt u niet te laat aan ons ?

Juridisch advies & belangenbehartiging voor de lokale publieke sector

Voskenslaan 34 | 9000 Gent | Tel. 09 222 89 19 | Fax 09 221 57 62 info@vanderguchtadvocaten.be | www.vanderguchtadvocaten.be

opmaak advertentie 2011.indd 1

5/04/11 12:05

Ook uw advertentie in Lokaal? Lokaal 13 Werken met een toekomstscenario Lokaal 14 Energie en de lokale besturen

inlevering advertenties voor:

Lokaal 13 (1 tot 15 september): 18 augustus Lokaal 14 (16 tot 30 september): 1 september

informatie personeelsadvertenties

Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be informatie andere advertenties

Peter De Vester T 03-326 18 92 peter@cprojects.be

Lokaal I 16 juni 2011 I 39


geregeld wetmatig

Om ons team te versterken, zoeken wij

jurist

m/v

Voltijds – A1a-A3a - statutair Functie: Je verleent juridisch advies aan de interne diensten en het beleid. Je volgt de ontwikkelingen rondom wetgeving en regelgeving op. Je maakt deel uit van het managementteam. Je verstrekt juridische adviezen bij allerhande gemeentelijke reglementen en politiereglementen en bij wijzigingen van de Europese wetgeving. Je bereidt gerechtsdossiers voor en volgt deze op om de belangen van de gemeente optimaal te vrijwaren of te verdedigen. Je beheert de dossiers van het autonoom gemeentebedrijf. Je voert de procedures inzake onteigeningen, verwerven en verkopen van goederen gronden en gebouwen. Profiel: Je beschikt over een grote dosis verantwoordelijkheidsgevoel en kan probleemoplossend en zelfstandig werken. Je kan op overtuigende wijze samenwerken met interne en externe partners. Je aanpak is efficiënt en effectief. Je beschikt over een diploma Licentiaat / Master in de rechten. Je kent de nodige informaticatoepassingen.

diensthoofd financiële zaken

m/v

Voltijds – A1a-A3a - statutair Functie: Je staat in voor de leiding van de financiële dienst en het aansturen van de informatica-afdeling en de begeleiding van je team medewerkers, in overleg met de financieel beheerder. Op basis van de prioriteiten van het bestuur en in overleg met het managementteam volg je de financiële planning op, evenals het budget van de satellietorganisaties ( OCMW, politiezone, vzw, AGB). Je staat in voor het voeren en afsluiten van de boekhouding en het opmaken van de jaarrekeningen, voor het fiscale en niet-fiscale debiteurenbeheer. Via het opmaken van rapporten en analyses ondersteun je de financieel beheerder. Je bewaakt en onderzoekt subsidiemogelijkheden voor de volledige gemeentelijke werking. Je speelt een strategische rol, onder de functionele leiding van de gemeentesecretaris en in overleg met het managementteam bij het opzetten van systemen van financiële controle. Profiel: Je kan zelfstandig werken en beschikt over een grote dosis verantwoordelijkheidsgevoel. Je kan probleemsituaties en de gevolgen inschatten en voorstellen formuleren om deze op te lossen. Je kan prioriteiten bepalen en bent een evenwichtige leidinggevende. Je kan op overtuigende wijze samenwerken met interne en externe partners. Je aanpak is efficiënt en effectief. Je beschikt over één van de volgende licentiaats- of masterdiploma’s: Bestuurskunde en het publiek management; Handelswetenschappen; Overheidsmanagement en –Beleid; Economie, het recht en de bedrijfskunde; (Toegepaste) Economische wetenschappen; Toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur of handelsingenieur in de beleidsinformatica; Handelsingenieur; Aanbod voor beide functies: Een zeer gevarieerde job met doorgroei- en opleidingsmogelijkheden. Indiensttreding na slagen in het examen. Extralegale voordelen (hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques 7 euro, terugbetaling van openbaar vervoer, 8 jaar meerekenbare anciënniteit privésector en volledige overname geldelijke anciënniteit openbare sector) Kom jij meewerken aan de toekomst van Beersel? Stuur je kandidatuur met cv en fotokopie van het gevraagde diploma aangetekend aan: Gemeentebestuur Beersel, Alsembergsteenweg 1046, 1652 Alsemberg, ten laatste tegen 13 augustus 2011 (datum poststempel geldt als bewijs). Meer info over het examenprogramma, de voorwaarden, de functiebeschrijving en de verwachte competenties: contacteer de personeelsdienst op T 02‑359 17 17 of personeel@beersel.be. De kandidaten die aan de voorwaarden voldoen worden uitgenodigd voor deelname aan de schriftelijke selectieproeven die doorgaan op 6 september 2011. Geslaagde kandidaten worden in een wervingsreserve opgenomen.

treft die op 1 oktober 2008 57 jaar geworden waren) vervalt om op die manier het arrest van de Raad van State te respecteren. Deze maatregel is momenteel uitgedoofd en heeft zijn uitwerking gehad (want hij betrof de jaren 2009 en 2010). De federale overheid engageert zich het te veel betaalde vakantiegeld niet terug te vorderen bij de betrokken leden van de federale politie (lees: de 57-plussers die in 2009 en 2010 het volledige vakantiegeld van 92% ontvangen hebben op basis van het KB van 29 april 2009 maar door het nieuwe ontwerp-KB in principe maar recht zullen hebben op 65%, want het onderscheid qua leeftijd is nu geschrapt). Het zou in totaal om 150 ambtenaren bij de federale en om 1000 bij de lokale politie gaan. De terugvorderingen zullen niet gebeuren, omdat er momenteel bij de burgerlijke rechtbanken verschillende juridische procedures over de Copernicuspremie (dubbel vakantiegeld vanaf 2009) lopen. Bovendien zullen de 57-plussers die in 2009 en 2010 zijn blijven werken met het oog op het vakantiegeld van 92% zich in hun vertrouwen geschonden voelen als het wordt teruggevorderd zodra er een nieuw KB is. Het lijkt ons daarom billijk dat de lokale politiezones hun betrokkenen op dezelfde manier zullen behandelen. Uiteraard ligt die beslissing bij de lokale politiezone als werkgever. Voor de lokale politiezones is dit voorstel budgettair neutraal.

Vakbonden niet akkoord met voorstel, adviesraad burgemeesters wel De adviesraad van burgemeesters is akkoord gegaan met het nieuwe voorstel van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Het directiecomité van de VVSG heeft zich bij het standpunt van de adviesraad aangesloten. De vakbonden gaan echter niet akkoord met het voorstel. De onderhandelingen zijn nu afgesloten en de overheid gaat door met de voorbereiding van het nieuwe KB. De VVSG raadt de zones aan geen ‘achterstallige’ betalingen van het vakantiegeld voor de periode 2009-2010 te doen. Met het nieuwe KB zullen de achterstallige vorderingen binnenkort immers geen rechtsgrond meer hebben. koen.vanheddeghem@ vvsg.be

www.vvsg.be, knop veiligheid en arrest nr.212.774 van de Raad van State 26 april 2011, Inforumnummer 256714

Koninklijk besluit van 29 april 2009 houdende vaststelling van het vakantiegeld van het personeel van de politiediensten, BS van 8 mei 2009, inforumnummer 238232

40 I 16 juni 2011 I Lokaal


agenda studiedagen Brugge 25 juni

Leuven vanaf 27 september

Inspiratiedag erfgoed en beeldvorming Hoe kan erfgoed het beeld van een stad beïnvloeden en hoe kan samenwerking met partners zoals toerisme, stedenbeleid, onderwijs die beeldvorming verrijken. Tijdens een panelgesprek staat Brugge centraal. www.kenniscentrumvlaamsesteden.be Oost-Vlaanderen 27 september West-Vlaanderen 29 september Limburg 14 oktober

Handhaving bij economische materies Informatiesessies voor medewerkers en schepenen lokale economie. www.vvsg.be (kalender)

opleidingen

Turnhout vanaf 21 juni

Kwaliteitscirkel OCMW’s regio Kempen Tweedaagse vorming met stapsgewijze ondersteuning aan besturen die een integraal kwaliteitsmanagementsysteem met een intern controlesysteem opzetten. www.vvsg.be (kalender)

Resultaatgericht werken met het jaarplan volgens de A3-methode Het werken met het jaarplan volgens de A3-methodiek is een hulpmiddel voor de organisatie/diensten binnen het lokale bestuur om synergie te creëren tussen leiderschap en de beleids- en beheerscyclus. De A3-methodiek is bovenal een werkwijze om te komen tot meer inspirerende management- en coachingsgesprekken. Tijdens deze tweedaagse opleiding verwerft u kennis en concrete inzichten over de visie en uitgangspunten van het werken met het jaarplan volgens de A3-methodiek en over een succesvolle toepassing van de A3-methodiek in de praktijk. U oefent daarnaast met een eerste invulling van een A3-jaarplan. www.vvsg.be (kalender)

Gent vanaf 27 september

Via intervisie en supervisie naar een kwaliteitsvolle dienstverlening in het OCMW/Sociaal Huis Theoretische inleiding en drie intervisiesessies voor medewerkers en teamverantwoordelijken van OCMW’s. www.vvsg.be (kalender)

Wiekevorst vanaf 24 juni

Intervisie voor animatoren met vragen over uitvoerende taken Ondersteuning voor animatoren in openbare rusthuizen en systematische uitwisseling tussen collega’s op drie dagen gespreid over 2011. www.vvsg.be (kalender)

Gent 29 september

Succesvol communiceren naar al uw burgers Vorming voor OCMW-voorzitters, schepenen en raadsleden betrokken bij communicatie en bij sociaal beleid. www.vvsg.be (kalender)

Geel 8 september

Leuven vanaf 29 september

Opleiding over het berekenen en optimaliseren van de Riziv-financiering van rusthuizen. www.vvsg.be (kalender)

Opleiding voor maatschappelijk werkers over de problematiek van zelfstandigen in moeilijkheden en gefailleerden. www.vvsg.be (kalender)

Hoe optimaliseer je je Rizivfinanciering?

OCMW-hulpverlening aan zelfstandigen in moeilijkheden

Harelbeke vanaf 4 oktober

Werkgelegenheidsmaatregelen voor OCMW-cliënteel Trajectbegeleiders zoeken naar de beste vorm van tewerkstelling voor de OCMWcliënten. Maar de wetgeving is niet gemakkelijk en zit erg verspreid. Bovendien moeten de trajectbegeleiders rekening houden met de gevolgen voor de sociale verzekerbaarheid en de verdere loopbaan van de cliënten. Deze driedaagse opleidingscyclus gaat in op het wetgevende kader van de werkgelegenheidsmaatregelen. Zowel de taak van het OCMW, de subsidiëring als de administratieve afhandeling komen aan bod. www.vvsg.be (kalender)

Mechelen vanaf 4 oktober

Integrale trajectbegeleiding en werkgeversbenadering Vierdaagse praktijkgerichte opleiding voor maatschappelijk werkers en arbeidstrajectbegeleiders. www.vvsg.be (kalender) Brussel 6 oktober Gent 13 oktober

Communicatie voor kansarme doelgroepen Praktische opleiding over inhoud en vormgeving van communicatieproducten zoals folders en brochures. www.vvsg.be (kalender)

evenementen

Rybnik (Polen), 29 september tot 1 oktober

Europees Congres Burgerschap en Jumelages Europees jumelagecongres over actief burgerschap en omgang van lokale besturen met diversiteit, intergenerationele samenwerking, gelijkheid van kansen tussen mannen en vrouwen, grensoverschrijdende samenwerking. www.vvsg.be (Internationaal, Europa) Vlaanderen en Brussel 20 oktober

Zuiddag 2011

Werkdag voor schoolgaande jongeren in een bedrijf, organisatie of voor een stad waarbij ze hun vergoeding afstaan aan een jongerenproject in Tanzania. www.zuiddag.be

Lokaal I 16 juni 2011 I 41


column Johan Ackaert

H

oewel we uitermate slecht geplaatst zijn om dit neer te schrijven, wordt het toch met de dag duidelijker dat onze noorderburen het politieke noorden kwijt zijn. De laatste indicator in die richting is het toebedelen van een sleutelpositie in Den Haag aan de Staatkundig Gereformeerde Partij om de thans zittende regering aan een overschot te helpen in de Eerste Kamer. Op zich is het geen uitzondering dat Lilliputterpartijen in Europa en elders (denk maar aan de Israeli’s) betrokken worden bij politieke drie- of veelhoeksverhoudingen. Maar het frappeert wel dat nu steun wordt gezocht bij een partij waarvan de ideologie (‘zending’ is allicht een beter woord) haaks staat op het programma van de huidige Nederlandse politieke meerderheid. Neem nu Yerseke, een oord dat bij de doorsnee Vlaming vooral bekend staat om de uitmuntende kwaliteit van de Zeeuwse mosselen, maar waar gelet op de uitslag van de voorbije gemeenteraadsverkiezingen ‘het duidelijk moge zijn dat je hier niet “godverdomme” roept als je je voet omslaat op straat’, aldus een reporter van De Standaard aldaar. Hij illustreerde voorts het sacrale karakter van de zondagsrust met verbodsbepalingen op de organisatie van sociale evenementen en sportwedstrijden, de druk op winkeliers om hun keet op de dag des Heren toch maar gesloten te houden of de dringende raad om die dag zeker niet uit te kiezen om de ruiten te zemen. Van de gerechten samengesteld door een combinatie uit de kookboeken van de godsvrezenden van de SGP, met deze van de liberalen van Rutte en tot slot de populisten van Wilders, zullen we in de nabije toekomst ongetwijfeld de vingers aflikken. En kunnen we ons dus weer vrolijk maken over die ‘Ollanders’. Want zo zijn wij helemaal niet, denken we een en al zelfingenomen. En toch, wie de jongste maanden de lokale berichtgeving volgt, kan zich niet van de indruk ontdoen dat de Polderta-

42 I 16 juni 2011 I Lokaal

liban ook hier infiltreert. Zij het dan onder het mom van het weren van overlast in plaats van godslastering. Zo moeten in Voeren, Keerbergen en Dendermonde de wielertoeristen het ontgelden. In Voeren ontzegt de burgemeester de deelnemers aan de Nederlandse wielerklassieker Limburgs Mooiste de doortocht op zijn grondgebied wegens wangedrag tijdens een vorige editie. In Keerbergen bestrijdt het gemeentebestuur ‘wielerterroristen’ door obstakels op een aantal wegen aan te brengen. Goed dat België een verdrag tegen het gebruik van antipersoneelmijnen ondertekende, of het kwam daar tot erger. En in de thuisstad van het Ros Beiaard nestelt de politie zich in hinderlagen om groepen fietsers die het aldaar zouden wagen om verschillende rondjes te draaien, af te straffen met boetes en zelfs beslag op fietsen. Maar ook de jeugd moet het ontgelden. Over VIP hadden we het al in deze ruimte. Jongeren die ’s avonds na halftien op het speelplein van Ternat vertoeven, worden voortaan getrakteerd op een overlastboete. En dan hebben we het nog niet over de draconische maatregelen die het Bloso-domein in Hofstade uitvond om balorige Brusselse jongeren ver weg van de zwemvijvers te houden. Voor het eerst gaf een openbaar bestuur trouwens toe dat retributies worden ingevoerd, niet om bij te dragen aan de kosten (zoals we in de handboeken publieke financiën altijd leerden), maar om Brusselse jongeren van allochtone komaf buiten te houden. Waarmee het cijnssportrecht als opvolger van het cijnskiesrecht wordt geïntroduceerd. Tenzij het toegangsgeld natuurlijk wordt gebruikt om de bouw van joekels van hekken en omheiningen te bekostigen, waarvan zelfs de plaatselijke omwonenden het op de heupen krijgen. Maar goed, binnenkort zal er geen overlast meer zijn op het Bloso-domein, zoals dit ook maar zelden het geval is op een kerkhof.

beeld karolien vanderstappen

De Vlaamse variant van de Poldertaliban


Het gemeentebestuur van Laarne is op zoek naar:

Diensthoofd ruimtelijke ordening m/v Niveau A1a-A3a, voltijdse functie, contractueel

Uw functie

U staat in voor de administratieve organisatie van ruimtelijke vergunningsaanvragen in de meest ruime zin. U verzorgt de beleidsvoorbereiding en -uitvoering en begeleidt de burger met al zijn vragen in de materie van de ruimtelijke ordening. Daarnaast stuurt u een groep medewerkers aan die belast zijn met de ondersteuning van uw diverse taakstellingen.

Uw profiel

U combineert een masterdiploma met een diploma nodig voor de aanstelling als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, overeenkomstig het decreet ruimtelijke ordening.

Binnen de proeftijd behaalt u het getuigschrift van basistraject van een bestuursschool.

Aanbod

Een boeiende functie – ruime opleidings- en ontwikkelingskansen – gunstige vakantieregeling – maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding. Relevante beroepservaring uit privé of zelfstandige activiteit kan in aanmerking genomen worden voor maximaal zes jaar.

Vooruitzicht op een latere statutaire aanstelling.

Interesse ?

Surf naar www.laarne.be, mail naar personeelsdienst@laarne.be of bel 09-365 46 32 voor meer info.

Kandidatuurstellingen gericht aan het college van burgemeester en schepenen, Dorpsstraat 2 te 9270 Laarne, moeten ten laatste op 8 augustus 2011 door de post zijn afgestempeld of geregistreerd op de personeelsdienst van de gemeente. Ze bevatten een sollicitatiebrief, cv, kopie van de gevraagde diploma’s en een uittreksel uit het strafregister van maximaal drie maanden oud.

Gemeente Grobbendonk zoekt een dynamische en ondernemende:

GEMEENTESECRETARIS niveau - Decretale graad – KLASSE 2 REF: SEC/VVSG

(M/V)

De gemeentesecretaris staat in voor de leiding van de gemeentelijke diensten en is de voorzitter van het managementteam. Het is de verbindingspersoon tussen de diensten en de bestuursorganen (college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad). Buiten de decretaal voorgeschreven taken zorgt hij voor een goed management en een klantvriendelijke dienstverlening. PROFIEL

AANBOD

INTERESSE? Stuur je cv, motivatiebrief en een kopie van je diploma ten laatste op 29 juli naar het college van burgemeester en schepenen, Boudewijnstraat 4 te 2280 Grobbendonk of via vera.volckaerts@grobbendonk.be.

Houder zijn van een masterdiploma of gelijkwaardig.

Vermeld ook zeker de referentiecode van de vacature.

Schriftelijke proef op zaterdag 3 september; Mondelinge proef op zaterdag 17 september; Psychotechnische proef.

MEER INFO www.grobbendonk.be

Een uitdagende job in een boeiende werkomgeving; Geïndexeerd minimum brutojaarsalaris: 45.0813,87 euro; Maaltijdcheques ter waarde van 6,50 euro, fietsvergoeding, flexibel uurrooster, een gunstige vakantieregeling, gratis hospitalisatieverzekering.

Grobbendonk is een landelijke gemeente met 11000 inwoners in het hart van de provincie Antwerpen. Het gemeentebestuur kan rekenen op de inzet van een 100-tal medewerkers. .


Met ons klantbegeleidingssysteem kiest u voor tevredenheid Klanttevredenheid is een groot goed. Niet alleen in commerciĂŤle omgevingen, maar ook als het gaat om de manier waarop gemeenten omgaan met hun burgers. Met het oog hierop biedt JCC Software een beproefd en zeer efficiĂŤnt klantbegeleidingssysteem: G-BOS.

Klantbegeleidingssysteem G-BOS G-BOS is erop gericht bezoekers van het gemeentehuis te begeleiden van het onthaal tot en met de afhandeling aan het loket. Het systeem stroomlijnt het hele proces. Wachtrijen worden tot een minimum gereduceerd en bezoekers krijgen vanaf hun binnenkomst via narrowcasting heldere informatie, zodat eventuele wachttijden ook echt als minimaal worden ervaren. Met als gevolg: tevreden klanten en minder werkdruk (dus meer werkplezier) voor uw onthaal- en loketbedienden. Daar kiest u toch ook voor?

Uitgebreide informatie en klantverhalen? Kijk op www.jccsoftware.be

De voordelen op een rij Snellere en professionelere dienstverlening Minimale wachtbeleving Hogere klanttevredenheid Meer werkplezier Overzichtelijke rapportages en processtatistieken


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.